Jaarverslag
2012
Inhoudsopgave 3 Voorwoord 4 Karina Schilte, Raad van Toezicht 6 RvT in vogelvlucht 8 Commissieoverzicht RvT 9 Ingrid Verheggen en John van der Vegt, College van Bestuur 11 ASG in vogelvlucht 13 Kwaliteitszorg PO 14 Kwaliteitszorg VO 15 Annemieke Korevaar, GMR PO 17 Ingrid Bout, BBMR 19 Hank de Jong, directeur bedrijfsbureau 21 René van Dijk, Personeel & Salarisadministratie 23 Kengetallen personeel 26 Leerlingaantallen 27 Inge de Haan, ASG Mobiliteit 29 ASG mobiliteit in cijfers 30 Rolinka Meijer, ASG Academie 32 ASG Academie in cijfers 33 Rachid Rusch, Facilitair 35 Wendy Oorthuis, Communicatie 37 Hans de Graaf, Financien 38 Sietse Hilwerda, concern controller 40 Jaarrekening resultaten 44 Cijfermatig bestuursverslag
Jaarverslag Almeerse Scholen Groep 2012
Uithoudingsvermogen
2012 was voor de Almeerse Scholen Groep een dubbel jaar. Aan de ene kant onderwijskundig succesvol met minder zwakke scholen en een versterking van de doorlopende leerlijn PO-VO. Anderzijds kwamen de bezuinigingen hard aan. Klassen werden groter en de bezuini gingen zijn op alle fronten merkbaar. Die dubbelheid leest u terug in ons jaarverslag. Mede dankzij de sterke organisatie die de Almeerse Scholen Groep is, is het het bestuur en de scholen gelukt successen te boeken ondanks het zware weer. De organisatie had het afgelopen jaar voldoende uithoudings- en weerstandsvermogen om de kwaliteit van het onderwijs op peil te houden en haar organi satie verder te professionaliseren. We zijn er nog niet, maar onze conditie is goed gebleken. College van Bestuur, Almeerse Scholen Groep
3
Karina Schilte, voorzitter Raad van Toezicht
‘Uiteindelijk draait alles om het bieden van goed onderwijs’ Het afgelopen jaar heeft een beroep gedaan op het uithoudingsvermogen, ook op dat van de Raad van Toezicht (RvT), bevestigt voorzitter Karina Schilte. Zo heeft de RvT de nodige aandacht moeten schenken aan de financiën. ‘‘Het is zorgelijk dat de ASG zich niet aan de afgesproken begroting heeft kunnen houden. Onze auditcommissie analyseert de situatie en uiteraard bespreken wij met het College van Bestuur (CvB) hoe zij kunnen zorgen dat het huishoudboekje weer op orde komt. De stille bezuinigingen van de overheid zijn hier voor een groot deel debet aan.’’ ASG is een grote organisatie met een omzet van 150 miljoen. ‘‘Het is een hele klus om voor alle onderdelen en divisies het financieel management te bewaken, maar we zullen ervoor moeten zorgen dat we niet meer uitgeven dan er binnenkomt. Dat vraagt om kostenbewustzijn, een goed inkoopproces, scherp omgaan met je personele kosten en verstandig beleid rond ziekteverzuim.’’ De RvT kreeg dit jaar te maken met enkele ingrijpende gebeurtenissen. ‘‘Ik denk allereerst aan het overlijden van onze bestuurder Peter van Gelder. Dat had een grote emotionele impact. We hebben achter de schermen gelukkig goed kunnen regelen dat Peter tijdens zijn ziekteproces de dingen kon doen die hij graag wilde doen. Zijn collega-bestuurders Ingrid en John stemden regelmatig met hem de onderlinge taakverdeling af. Ik vind dat dat proces buitengewoon respectvol is verlopen, van beide kanten.’’
vragen of en hoe wij ondersteuning konden bieden, en of wij leerlingen zouden moeten overnemen.’’ Een derde, belangrijke vraag was: wat leert dit ons? ‘‘Wij zijn ook een grote organisatie, maar een aantal dingen ligt hier anders. Zo zijn wij geen bezitters van groot onroerend goed, hebben we zeer gematigde overheadkosten en zijn we alleen in Almere werkzaam.’’ Desondanks trok de RvT een les. Karina: ‘‘Je moet als RvT alert zijn op signalen uit de organisatie. Je moet niet alleen koersen op de informatie die je van de bestuurders krijgt, maar ook zelf je contacten in de organisatie hebben. Je moet dingen checken die niet lijken te kloppen, en scherp letten op vroege signalen. Wij hebben het CvB bijvoorbeeld gevraagd om een analyse van het ziekteverzuim te maken en een plan van aanpak op te stellen.’’ Karina: ‘‘Bij Amarantis was misschien sprake van ‘zonnekoning-gedrag’. Van dergelijk gedrag is bij ons CvB geen sprake. Onze bestuurders zitten anders in elkaar, maar ze krijgen ook tegenspraak. Desondanks hebben wij ons toezicht na de gebeurtenissen rond Amarantis aangescherpt. We kijken waar mogelijk nóg scherper.’’
Maatschappelijke opdracht Dat gebeurt ook wanneer er een vacature is in de RvT. ‘‘Dan zoeken we mensen die bereid zijn om de volle verantwoordelijkheid te dragen die hoort bij de toezichtfunctie. Het is geen baantje voor erbij; het is een maatschappelijke opdracht die je goed hebt te vervullen. We zoeken mensen die de complexiteit van bestuurlijke processen kunnen doorzien, zodat zij de juiste vragen kunnen stellen.’’ Bij een vacature wordt bovendien iemand gezocht die qua expertise een aanvulling vormt op de zittende leden. In 2012 is afscheid genomen van Henk van Oostrom. Zijn opvolger, Edwin Schippers,
Amarantis Van een heel andere orde waren de gebeurtenissen rond Amarantis. Begin 2012 werd bekend dat deze grote onderwijsaanbieder, die ook actief was in Almere, op het randje van faillissement verkeerde. ‘‘Wij hebben als RvT uitvoerig overlegd over de 4
heeft onder andere expertise op het gebied van de kwaliteitszorg. Karina: ‘‘Met de introductie van governance is het toezichthouden geprofessionaliseerd. Wij merken dat het toezichtwerk mensen aantrekt die de gevraagde expertise in huis hebben, of willen ontwikkelen. Wij hebben weinig moeite om com petente nieuwe toezichthouders te vinden, ook al is de honorering bescheiden.’’
transparanter en klopt meer met de realiteit,’’ aldus Karina. De RvT houdt toezicht over het geheel. ‘‘Over deze omvorming hebben we regelmatig overlegd met de wethouder. We hebben een convenant gesloten met de gemeenteraad waarin onder andere is vastgelegd dat de gemeenteraad moet instemmen met de benoeming van nieuwe RVT-leden. Een delegatie van raadsleden zal spreken met de beoogde kandidaten. Dat is goed; het betekent dat de gemeenteraad voeling wil houden met het onderwijs en verantwoordelijkheid wil dragen.’’ De Rvt heeft in 2012 zes keer vergaderd. De commissie Financiën vergaderde vier keer; de commissie Governance en Kwaliteit twee keer; de Renumeratiecommissie overlegde één keer met het CvB en verrichtte de beoordeling van het CvB. De RvT heeft het eigen functioneren in 2012 niet formeel geëvalueerd. ‘’Wel informeel, aan de hand van de gebeurtenissen rond Amarantis. De formele evaluatie volgt in 2013.’’ Er wordt in Almere nagedacht over een betere vormgeving van de ‘horizontale verantwoording’ aan stakeholders, zoals de wethouder, ouders en andere maatschappelijke groeperingen. Daarover worden in een convenant afspraken vastgelegd, waaraan de RvT zich zal committeren. Karina: ‘‘Er spelen, kortom, allerlei belangwek kende zaken. Maar dat mag onze aandacht niet afleiden van waar het allemaal om draait: het bieden van goed onderwijs aan de kinderen van Almere.’’
Nieuwe bestuursvoorzitter Ook het afscheid van bestuursvoorzitter John van der Vegt per 1 februari 3013 had z’n impact. ‘‘John is een goede bestuurder en we betreuren zijn vertrek. Maar natuurlijk hebben we er begrip voor dat hij een nieuwe stap wilde zetten.’’ De RvT heeft het zittende lid, Ingrid Verheggen, gevraagd om de voorzitterstaak op zich te nemen. ‘‘Zij is bestuurlijk gepokt en gemazeld en bovendien een onderwijsvrouw in hart en nieren. Met Ingrids voorzitterschap hebben wij een signaal willen afgeven: ook al vragen de financiën nog steeds om veel aandacht, uiteindelijk draait het om ons product, het verzorgen van goed onderwijs.’’ De RvT heeft een headhunter ingeschakeld om een nieuwe bestuurder te vinden. Karina is voorzitter van de selectiecommissie, waar naast Ingrid nog twee collega-toezichthouders in zitten. ‘‘Ingrid heeft er ook een belangrijke stem in met wie zij straks gaat samenwerken.’’ Uiteraard hebben de GMR en BBMR inspraak bij deze keuze. De nieuwe bestuurder zal wat meer de bedrijfseconomische kant vertegenwoordigen. De RvT heeft in 2012 een commissie Governance en Kwaliteit samengesteld. Deze heeft zich tot nu toe vooral gericht op kwaliteit. Zo heeft deze commissie met de RvT een brainstorm gehouden over de vraag: wat weten wij over onze kwaliteit en wat vinden we dat er bereikt moet worden? Karina: ‘‘Dat proces zal in 2013 tot resultaten leiden. Daarna komt ook de governance aan de orde.’’
Governance Op het punt van governance zijn wel al stappen gezet. Zo is de rechtsvorm per 1 januari 2013 veranderd. Aanvankelijk waren er vier separate stichtingen. Nu is Entrada de koepelstichting, waar de andere drie stichtingen onder hangen. ‘‘Dat is
5
Raad van Toezicht in vogelvlucht
De Raad van Toezicht van de Almeerse Scholen Groep bestaat uit zeven onafhankelijke leden die zonder last of ruggespraak functioneren. De Raad van Toezicht houdt integraal toezicht en rekening met de grote maatschappelijke verantwoordelijkheid van de ASG. De Raad van Toezicht fungeert als klankbord voor het College van Bestuur en staat het College met raad en daad terzijde. De leden van de Raad van Toezicht hebben een van tevoren vastgestelde zittingstermijn van maximaal acht jaar. De Raad kwam in het verslagjaar zes keer bijeen.
Een belangrijke basisvoorwaarde is dat de organisatie financieel gezond is en blijft. Dat de continuïteit van de organisatie is gewaarborgd waarbij de uitgangspunten van de Commissie Don leidend zijn. Een andere belangrijke basisvoorwaarde is dat de organisatie optimaal gebruik maakt van haar schaalgrootte en dat ze zowel primair als voortgezet onderwijs aanbiedt. Het College van Bestuur heeft met de Raad van Toezicht afgesproken dat eind 2013 alle scholen minimaal een basisarrangement hebben. En in augustus 2012 moeten er binnen de ASG doorlopende leerlijnen taal en rekenen zijn gerealiseerd, gebaseerd op de landelijke referentieniveaus. Een deel van de afspraken in Het Kompas worden ook verwerkt in de managementcontracten van de leden van het College van Bestuur. Het College van Bestuur rapporteerde in elke vergadering van de Raad van Toezicht via kwartaalrapportages over de voortgang van de realisatie van de afspraken. Op basis van de rapportages kon de Raad van Toezicht eventueel bijsturen.
•D e auditcommissie Financiën kwam daarnaast nog vier keer bijeen. • De remuneratiecommissie kwam eenmaal bijeen. •D e commissie Kwaliteit & Governance kwam tweemaal bijeen. •D e leden ontvingen in 2012 een vergoeding van ¤ 4.000,- voor hun werkzaamheden. De voorzitter ontvangt een vergoeding van ¤ 7.000,-. Zij ontvingen geen leningen of garanties.
Verslagjaar 2012 Evenals in 2011 heeft het College van Bestuur veel aandacht besteed aan het concreet maken van haar ambities. In 2011 heeft de Raad van Toezicht goedkeuring gegeven aan Het Kompas waarin staat verwoord wat die ambities zijn, op welke termijn en tegen welke basisvoorwaarden het College van Bestuur deze wil verwezenlijken.
De Raad van Toezicht heeft in 2012 de jaarstukken over 2011 goedgekeurd. Ook heeft de Raad haar goedkeuring verleend aan het jaarplan 2013 en meerjarenperspectief t/m 2017.
6
Overzicht belangrijkste besluiten van de RvT in 2012
De Raad van Toezicht stemt in met de oprichting van de Commissie Kwaliteit & Governance. -----------------------------------------------------------------------------De Raad van Toezicht stemt in met de nieuwe structuur van de Almeerse Scholen Groep, waarbij de Stichting Entrada de koepelstichting wordt. De toezichthoudende taken worden uitgevoerd door één Raad van Toezicht. -----------------------------------------------------------------------------De jaarrekening 2011 wordt door de Raad van Toezicht goedgekeurd. -----------------------------------------------------------------------------De Raad van Toezicht keurt de begroting 2013, opgenomen in het jaarplan, goed. Met ingang van 2013 zijn vergoedingen, betaald aan RvT-leden Btw-plichtig. De Raad van Toezicht gaat akkoord met het advies van de auditcommissie financiën de BTW te berekenen bovenop de huidige vergoedingen. Tevens wordt in periodes van extra bijeenkomsten (bijvoorbeeld bij de werving van een nieuw CvB-lid) een reiskostenvergoeding van ¤ 0.19 per kilometer aan de RvT-leden verstrekt. -----------------------------------------------------------------------------De Raad van Toezicht benoemt Ingrid Verheggen per 1 februari 2013 tot voorzitter College van Bestuur.
7
Commissieoverzicht leden Raad van Toezicht Almeerse Scholen Groep 2012 Naam
Functie
Commissie
mevrouw C.P.M. Schilte, Karina
Voorzitter
Remuneratiecommissie
de heer prof. dr. H.J. Amman, Hans
Vicevoorzitter
Auditcommissie
de heer T.E. van den Boogaard, Tom
Secretaris
Remuneratiecommissie
de heer A.R. Hoedt, André
Lid
Juridische zaken
de heer drs. R. Hatzmann MBI, Riekus
Lid
Auditcommissie
de heer W.H. Reedijk, Wim
Lid
Commissie Kwaliteit & Governance
de heer drs. ing. M.E.V. Schippers MMC CMC, Edwin Lid
Commissie Kwaliteit & Governance
8
John van der Vegt en Ingrid Verheggen, College van Bestuur
‘2012 was een oogstjaar’
Niet somberen, maar vooruit kijken. En als iets linksom niet lukt, dan lukt het wel rechtsom. Met klagen over de bezuinigingen schieten de leerlingen niets op. Het College van Bestuur, en met hen de hele organisatie, stroopte het afgelopen jaar de mouwen gewoon weer op. “We zijn niet vervallen in bitterheid. Iedereen heeft een ontzettende interne drive om het onderwijs te verbeteren,” zegt bestuurslid Ingrid Verheggen. “Daar ben ik trots op.” Dat uithoudingsvermogen heeft het afgelopen jaar heel wat opgeleverd. Het aantal zwakke scholen verminderde van elf in 2011 tot vijf in 2012. “Natuurlijk is dat nog broos en moeten we de vinger stevig aan de pols houden,” zegt Ingrid. “En we beseffen goed dat de verbeterslagen die we hebben gemaakt ook een wissel hebben getrokken op het personeel. Maar je kunt duidelijk zien dat onze aanpak vruchten afwerpt.” Maar ASG is er nog niet. Ingrid: ‘‘Aan de vijf scholen die nog zwak zijn, zullen we extra hard moet trekken. De problematiek is daar complexer. Dat kan te maken hebben met de aansturing, de werkwijze of de chemie in het team. Soms speelt ook de historie of de populatie een rol. Vaak is het een combinatie van oorzaken. In Almere speelt ook de zogenaamde New Town problematiek mee. De stad is jong; er is nog geen bestuurlijke traditie.’’ Het is niet leuk om de inspectie te bellen wanneer er weer een school in de gevarenzone is, zegt Ingrid. ‘‘Je vraagt je af: had ik het kunnen voorkomen? Het is soms lastig om te accepteren dat je als bestuurder niet alles in de hand hebt. Al die factoren die ik net noemde kunnen meespelen.’’ De relatie met de inspectie is echter sterk verbeterd, zegt ze.
scholen steeds meer hun kennis delen. Ingrid: ‘‘Op de thema-avonden Boeien en Binden komen op vrijwillige basis zo’n veertig mensen af. Er wordt niet langer stoer gedaan; inmiddels gaat de uitwisseling over waar we mee worstelen en hoe we elkaar kunnen helpen. Dat is ook de meerwaarde van een grote organisatie: we hebben veel deskundigheid in huis.’’ Ingrid is zeer tevreden over het programma Playing for Success, een samenwerkingsproject met voetbalclub Almere City. Basisschoolleerlingen die door sociale factoren zoals een gebrek aan zelfvertrouwen onderpresteren bij rekenen en taal, krijgen in het stadion in kleine groepjes les in taal en rekenen. Dat zijn praktische lessen, waarbij de kinderen bijvoorbeeld het stadion opmeten en voetballers interviewen. Daarnaast wordt er gesport. Ingrid: ‘‘Het gaat ons om het wegwerken van achterstanden en het geven van een steuntje in de rug aan de kinderen. We zien echter ook een heel mooi neveneffect: de ouders zijn er sterk bij betrokken geraakt. In het begin kijken zij alleen aan het eind van de les even mee, maar ze blijven steeds langer en bij de diplomauitreiking zijn alle ouders erbij. Dit is een ontzettend leuke manier om ouders meer bij het onderwijs te betrekken.’’ Ook het vo heeft zich verbeterd in 2012. John vertelt dat steeds meer vo-scholen zich zijn gaan onderscheiden met een eigen profiel. ‘‘Je ziet ook dat de samenwerking tussen scholen steeds beter uit de verf komt. Daar worden kinderen beter van.’’ Een ander winstpunt is de stevige samenwerking met de nieuwe bibliotheek Almere. John: ‘‘Dat zorgde voor een enorme stap vooruit. We streven ernaar om in elke basisschool een filiaal van de bibliotheek te hebben. De bibliotheek heeft veel kennis en kunde in huis en geeft ons toegang tot de meest recente boeken.’’ Daarnaast werken scholen
Uitwisseling De bestuurders zien binnen ASG veel positieve ontwikkelingen. Zo gaan directeuren van basis 9
van de ASG ook nauw samen met het theater- en productiehuis Bonte Hond en kunstencentrum de Kunstlinie.
gediscussieerd over wat we gaan doen, maar als we keuzes hebben gemaakt, telt die afspraak en zijn we een betrouwbare partner.’’ Tekenend voor deze verhoudingen is ook de nieuwe website schoolinzichtalmere.nl waarop alle gemeentelijke scholen worden gepresenteerd. Met behulp van de impulsgelden kregen leraren bijvoorbeeld een deskundige op bezoek in de klas. Volgens John heeft dat geleid tot een sterke verbe tering van de lessen. ‘‘We moeten die kwaliteit vasthouden op de langere termijn. Wij hebben de verplichting om goed onderwijs te bieden en de kwaliteit van leraren en onderwijs steeds te verbe teren.’’ Door goed onderwijs te leveren, koop je als school bovendien je vrijheid, stelt hij. ‘‘Als je voldoet aan de basisvoorwaarden van de inspectie, heb je meer tijd en vrijheid om je onderwijskundig profiel te ontwikkelen en je eigen onderwijskundige accenten aan te brengen.’’
Balanceren Het onbetwiste dieptepunt in 2012 was voor beide bestuurders het overlijden van ASG bestuurder Peter van Gelder. John: ‘‘Hij wordt gemist. Met hem verloren we een goede bestuurder en een drijvende kracht. Een van zijn vele verdiensten was dat hij hard aan het vo heeft getrokken.’’ John typeert het jaar 2012 als het ‘balanceren op een steeds dunner wordend koord’. ‘‘Het was voortdurend zoeken naar een balans tussen financiën, personeel en onderwijskwaliteit. Voor ons en steeds meer schoolbesturen geldt dat we interen op onze reserves.’’ De klassen zijn groter geworden. ‘‘Begin 2011, toen we dat zagen aankomen, hebben we al een brief naar de ouders gestuurd. Ik begrijp dat ouders klagen over de grote klassen. Het betreft echter beleid dat we in gang hebben moeten zetten.’’ De prognose is dat de financiële situatie in 2013 en 2014 even slecht blijft, en de jaren 2015 en 2016 zullen naar verwachting geen verbetering brengen. John: ‘‘Wat hierbij sterk meespeelt is dat de pensioenpremies omhoog gaan, hetgeen niet wordt gecompenseerd.’’ Daar staat tegenover dat het kabinet voor 2012 en 2013 geen extra bezuinigingen heeft doorgevoerd. ‘‘Wat dat betreft was 2012 relatief rustig. Ook het nieuwe kabinet laat ons gelukkig even rustig ons werk doen.’’
Uitbouwen van de eigen kracht In de tweede helft van 2012 is de organisatie volgens John meer toegekomen aan het uitbouwen van de eigen kracht. ‘‘We hebben ons bezonnen op waar we goed in zijn en waarin we willen excelleren. Zowel in het po als in het vo doen bijvoorbeeld steeds meer van onze scholen mee aan High Performance, een programma dat scholen stimuleert om beter te presteren.’’ De voorbereidingen voor een andere rechtsvorm van de ASG zijn het afgelopen jaar afgerond en is vanaf 2013 effectief. Aanvankelijk waren er vier separate stichtingen. Nu is Entrada de koepelstichting, waar de andere drie stichtingen onder hangen. De nieuwe structuur van ASG maakte de weg vrij voor de invoering van één Sociaal Statuut voor alle betrokkenen. ‘‘De structuur van ASG is nu steviger,’’ aldus John, ‘‘en het Sociaal Statuut is echt in het belang van de medewerkers.’’ Terugkijkend typeren Ingrid en John 2012 als een jaar waarin ASG ruig weer moest trotseren, maar waarin desondanks een goede oogst kon worden binnengehaald. John, die na vijf jaar vertrekt als voorzitter, vindt dat het onderwijs in Almere beter en completer is geworden. Ingrid, die zijn taak overneemt, heeft het volste vertrouwen in de organisatie. ‘‘Ik zie de oprechte wens, bij de leraren en andere medewerkers, om het beste uit kinderen halen.’’
Impuls voor onderwijskwaliteit Ook de lokale politiek zorgde voor ondersteuning. De Almeerse schoolbesturen werken sinds drie jaar samen met Hogeschool Wildesheim naar doelen toe die zijn afgesproken in een convenant met de gemeente Almere. De opzet is om zo de onderwijskwaliteit verder te verhogen. Ingrid: ‘‘Elk jaar gaan we een stapje verder in het uitwerken van de targets.’’ Vanuit dit convenant investeerde de gemeente in 2012 2,1 miljoen euro aan zogenaamde impulsgelden in het onderwijs. ‘‘Juist in deze tijd is dat een fantastische stimulans,’’ aldus John. ‘‘Je ziet ook in toenemende mate betrokkenheid en dialoog tussen scholen, schoolbesturen en de gemeente over wat waar nodig is. We gaan niet op elkaars stoel zitten; iedereen pakt steeds meer de eigen rol. We nemen elkaar serieus. Er wordt wel degelijk 10
De Almeerse Scholen Groep in vogelvlucht Missie en visie
onderwijs. Stichting Entrada levert ondersteunende diensten en draagt bij aan de bestuurlijke afstemming. Alle vier de stichtingen hebben een gelijk samengestelde Raad van Toezicht en College van Bestuur. Het onderwijzend personeel is allemaal in dienst bij de onderwijsstichtingen. Het ondersteunend personeel op centraal niveau en het College van Bestuur is in dienst bij de Stichting Entrada. Het College van Bestuur is onbezoldigd bestuurder van de andere stichtingen.
De Almeerse Scholen Groep is een onderwijs instelling in en voor Almere. Wij richten ons uitsluitend op het aanbieden van primair en voortgezet onderwijs voor leerlingen in Almere. Bij ons is elke leerling welkom. In onze onderwijs organisatie staan de scholen en hun ‘eigen gezicht’ en de onderwijskwaliteit centraal. Wij werken en handelen volgens onze acht kernwaarden welke zijn vastgelegd in Het Gouden Boekje. Dat kunt u hier lezen. In 2011 hebben wij de acht kernwaarden verder uitgewerkt in concrete ambities. Deze am bities hebben wij vastgelegd in Het Kompas. In dit document staan de concrete afspraken tussen het College van Bestuur en de Raad van Toezicht om de ambities te realiseren.
Organisatiestructuur De Almeerse Scholen Groep kent een platte organi satiestructuur. Het organogram van de organisatie kunt u hier bekijken.
Good Governance
Samenwerking maatschappelijke instellingen
Het College van Bestuur en de Raad van Toezicht werken volgens de Code Goed Onderwijsbestuur VO. Daarnaast is er een aparte Goverance overeenkomst gesloten tussen de Raad van Toezicht van de ASG en de gemeente Almere. De Goverance overeenkomst vindt u hier. De Almeerse Scholen Groep maakt een onderscheid tussen de functies ‘besturen’ en het ‘toezicht houden daar op’. De bestuursfunctie en de toezichthoudende functie zijn daarom in afzonderlijke organen ondergebracht. Meer informatie hierover vindt u hier.
Wij werken nauw samen met een keur aan maatschappelijke instellingen bijvoorbeeld op het gebied van de voor- en naschoolse opvang. Ook hebben wij ons gecommitteerd aan het ‘Convenant Onderwijsimpuls 2011 - 2014’. Het convenant bevat afspraken om de onderwijskwaliteit in Almere verder te verbeteren. Meer informatie over dat convenant en de Lokaal Educatieve Agenda van Almere vindt u hier.
Klachtenregeling
Juridische structuur
De Almeerse Scholen Groep heeft een eigen klachtenregeling. Deze vindt u hier.
De Almeerse Scholen Groep is de koepelorganisatie waarin vier stichtingen verregaand met elkaar samenwerken. Stichting ASG, Stichting ABVO Flevoland en Stichting Nieuwe Wijken verzorgen 11
Gevoerd beleid inzake beheersing uitkeringen na ontslag Binnen de Almeerse Scholen Groep (ASG) is in 2012 geen collectieve afvloeiing geweest. Voor iedereen die in 2012 boven formatief werd, is er binnen de ASG het interne mobiliteitsbureau ASG Mobiliteit. Dit bureau verzorgt voor alle ASG stichtingen de herinzet van medewerkers. In 2012 was er geen uitstroom op basis van frictie tussen de behoefte en het beschikbare personeel. Voor het personeel dat uitstroomt naar het UWV en een werkloos heidsuitkering aanvraagt, is de ASG binnen het VO voor 25% eigen risico drager. De uitkeringskosten voor uitgestroomd PO personeel worden verhaald op het Participatiefonds.
Toelatingsbeleid De Almeerse Scholen Groep heeft in 2012 het toelatingsbeleid kenbaar gemaakt via de Almeerse Gids en via de websites van de VO scholen. Specifiek toelatingsbeleid geldt voor Het Arte College en Montessorilyceum Flevoland. Informatie hierover is terug te vinden via montessorilyceumflevoland.nl en artecollege.nl. Het beleid ten aanzien van Cito en het algemeen inschrijvingsbeleid is ten opzichte van 2011 niet gewijzigd. Hierover kunt u meer informatie vinden in het jaarverslag 2011.
12
Kwaliteitszorg PO
Eind 2012 is het aantal zwakke scholen van acht in 2011 naar vier in 2012 gegaan en komt daarmee op 8%. De Inspectie kijkt bij de bepaling van de arrangementen naar de eindresultaten (Cito eindtoets), de tussenresultaten (het leerlingvolgsysteem) en naar het onderwijs en leren. Dat de ASG scholen vooruitgaan is helaas nog niet zichtbaar in de eindresultaten. Die score ligt gemiddeld gelijk met die van 2011. De vooruitgang zit wel in de tussenresultaten bij rekenen en taal, de scores daarvan zijn hoger dan 2011. Eén taalonderdeel blijft nog achter: woordenschat. Dit is te zien bij alle Almeerse scholen. De Almeerse schoolbesturen en de gemeente pakken dit gezamenlijk op met de Leesimpuls in de LEA.
krachten certificeren. Dit is één van de manieren om leerkrachten verder te professionaliseren.
Scholen die er toe doen Een belangrijk initiatief is het traject ‘Scholen die er toe doen’. Dit traject wordt vooral ingezet bij onze zwakke scholen en scholen die risico lopen. Dit traject kent een integrale aanpak gericht op schoolontwikkeling. Externen van onderwijsadvies organisatie BMC ondersteunen de school vanaf de kwaliteitsanalyse en het ontwikkelen van een verbeterplan tot het uitvoeren van dat plan en de borging van de resultaten ervan. Het is een aanpak die van ‘buiten naar binnen’ gaat. Zodra de scholen op eigen kracht verder kunnen, vindt de overgang naar de ASG kwaliteitszorgsystematiek plaats.
Werken aan sterke leerkrachten Bepalend voor het behalen van goede resultaten is het handelen van de leerkrachten. De vooruitgang van de scholen is daar ook zeker aan toe te schrijven. Een sterk punt van onze leerkrachten is het pedagogisch handelen. Vooruitgang hebben zij het laatste jaar geboekt op het didactische handelen, vooral de instructie en het afstemmen op de onderwijsbehoefte is beter geworden.
ASG kwaliteitszorgsystematiek Een onderdeel van onze kwaliteitszorgsystematiek is de uitvoering van audits door een intern auditteam. Een nieuwe ontwikkeling in het verlengde van de verbetertrajecten is dat dit auditteam ook een rol zal spelen bij de laatste fase van die trajecten. Dat gebeurt door de school te ondersteunen bij de zelfevaluatie als centraal moment in de cyclus van kwaliteitszorg.
Instructievaardigheidsmeter Een aantal initiatieven heeft daar bij geholpen. Zo is de Instructievaardigheidsmeter van Cadenza geïntroduceerd bij een aantal scholen. Aan de hand van die vaardigheidsmeter volgt de schoolleiding het pedagogisch en didactisch handelen van de leerkrachten. Ook kan de schoolleiding die leer-
13
Kwaliteitszorg VO
Het directieraad lid met de portefeuille kwaliteitszorg stuurt de audits aan. In het VO werken ze met een vaste kern van geschoolde auditoren (voor zowel ASG-als schoolthema’s ) die elkaar ook kunnen vervangen. Rectoren , basisschooldirecteuren, maar ook conrectoren en teamleiders maken deel uit van een vast auditteam van zes leden. Dit team wordt aangevuld met rectoren en medewerkers met specifieke kennis van de gekozen onderwerpen die dat jaar meegenomen worden in de audit. Uitgangspunt is dat iedere rector en bestuurder eens in de zoveel tijd zitting neemt in een auditteam.
Iedere VO school heeft haar eigen kwaliteits systeem, vastgelegd in het managementcontract tussen de rector of directeur van de school en het College van Bestuur. Publieke verantwoording leggen alle acht middelbare scholen van de Almeerse Scholen Groep af via de website van Vensters voor Verantwoording. Ook houden de scholen zo zelf de regie over gepu bliceerde feiten en cijfers in de hand.
Auditkader ASG VO Net als het PO werkt ook het VO met interne bovenschoolse audits. Eén keer per vier jaar vindt een interne audit op iedere school plaats. De resultaten worden gekoppeld aan het management contract. De rector geeft op basis van de conclusies uit de audit aan welke speerpunten daarin worden opgenomen. De school doet verslag van de resultaten van de audit in het gezamenlijk overleg van ASG rectoren en College van Bestuur (directieraad VO) vanuit het oogpunt van collegiale consultatie. Door de koppeling aan het managementcontract en de cyclus van een interne audit eens per vier jaar, geeft voldoende borging. Het College van Bestuur kan een onderwerp voor een audit opleggen als er sprake is van een door de inspectie aangegeven zwakke afdeling of onderdeel. De focus op specifieke ASG waarden kan de school zelf kiezen, maar kan ook bepaald worden door het bestuur.
14
Annemieke Korevaar, GMR PO
‘…We proberen een luisterend oor te zijn…’ NEO-onderwijs
Annemieke Korevaar, vice-voorzitter van de GMR PO, heeft haar paperassen er nog eens op nagekeken: de GMR PO heeft in 2012 maar over enkele onderwerpen instemming verleend. En toch hebben ze een druk jaar achter de rug, met vier vergaderingen, vijf clusterbijeenkomsten en vijf voorlichtingsbijeenkomsten. Hoe dat kan? ‘‘De GMR heeft regelmatig tussentijds overleg met het bestuur. Daardoor is een officieel inspraak traject niet altijd nodig,’’ legt ze uit. De samen werking met het bestuur verloop harmonieus aldus Annemieke. De GMR wil een ‘luisterend oor’ zijn, ook voor scholen.
Verder gaf de GMR PO advies over de onderwerpen werkdruk, ziekteverzuim en het NEO-onderwijs, onderwijs voor hoogbegaafden. Dat laatste onderwerp leidde tot stevige discussie. Het NEO-onderwijs wordt bekostigd uit het innovatiebudget en uit bijdragen van ouders, maar dat ‘potje’ is eindig. Annemieke: ‘’De verplichte ouderbijdrage zagen wij als een principiële kwestie. Als je een verplichte ouderbijdrage vraagt voor hoogbegaafde leerlingen, moet je dat ook doen bij andere zorgleerlingen. En dat keuren wij af.’’Omdat veel ouders van NEOleerlingen bereid zijn om bij te dragen, besloot de GMR PO in te stemmen onder voorwaarde dat het juridisch allemaal klopt. Uit nader onderzoek bleek dat de landelijke wetgeving niet toestaat dat ouders verplicht moeten bijdragen. De afschaffing van het NEO-onderwijs is met een jaar uitgesteld en er is overleg over het vervolg. “
‘Shoppen’ voor andere school De GMR PO heeft ingestemd met de (meerjaren) begroting en de afspraken over tussentijdse schoolwisselingen. Dat laatste onderwerp betreft de neiging van sommige ouders om te ‘shoppen’ voor een andere school, wanneer de huidige school niet bevalt. ‘‘Uit onderzoek blijkt het wisselen van school vaak ten koste gaat van het leerrendement,’’ vertelt Annemieke. ‘‘Kinderen lopen achterstanden op.’’ Volgens de nieuwe afspraken mag een leerling alleen van school wisselen bij aanvang van het nieuwe schooljaar. In bijzondere situaties, bij een verhuizing of een ernstig conflict, wordt een uit zondering gemaakt. Afspraken tussen scholen van de ASG om shoppen te voorkomen bestonden al. Deze afspraken gelden nu ook tussen scholen van verschillende schoolbesturen. Een ander plan, dat de GMR PO zelf betrof, kreeg geen instemming. De GMR PO ging niet akkoord met het voorstel om op te gaan in de boven bestuurlijke medezeggenschapsraad (BBMR). ‘‘Het was niet in ons belang,’’ zegt Annemieke. ‘‘De BBMR bestaat namelijk niet officieel en zouden daardoor bij beroeps procedures geen officiële gesprekspartner zijn.’’
Passend onderwijs Het onderwerp passend onderwijs kwam regelmatig terug. De nota over de inrichting van dit onderwijs, kreeg een positief advies mee. Annemieke stelt dat passend onderwijs leeft bij de intern begeleiders en directeuren, maar niet altijd bij de teams. ‘‘Die zeggen: het is al zo vaak uitgesteld, we horen het wel als het zover is.’’ De GMR PO ziet het als haar taak om de MR’en alert te houden. ‘‘Wij proberen ze op de hoogte te houden van nieuwe ontwikkelingen, en wijzen erop dat ze aan de slag moeten met zorgplannen en zorgprofielen. Want ook daar heeft een MR iets over te zeggen.’’ De GMR PO is wel bezorgd over de extra werkdruk die passend onderwijs met zich mee zal brengen voor scholen die toch al in een lastige situatie zitten. ‘‘We zagen vorig jaar al dat zwakke scholen in hoog tempo moeten toewerken naar het basis 15
arrangement,’’ zegt Annemieke. ‘‘In 2012 is dat veel van onze scholen gelukt, maar dat heeft wel consequenties gehad. Dit heeft een flinke wissel getrokken op het personeel. Daarbij moeten scholen het met steeds minder doen. Er zijn scholen met bovenbouwgroepen van dik dertig leerlingen. Het is zwaar als je dan ook nog onder druk staat om bepaalde normen te halen. Leerkrachten die al jaren op een bepaalde manier lesgeven worden uit hun comfortzone gehaald. Dat is op zich goed, maar het kost veel energie.’’
Nog op de plank Niet alles loopt op rolletjes. Annemieke: ‘‘Het is ons nog niet duidelijk welke conclusies we moeten trekken uit de fusies die we inmiddels achter de rug hebben. Wij hebben het bestuur gevraagd om daarover een lijst met leerpunten te maken.’’ Aan het eind van schooljaar 2012/13 vertrekken er drie ervaren leden uit de GMR PO. Het aantrekken van nieuwe leden blijkt lastig. Het GMR-werk geeft veel voldoening, maar is ook pittig. ‘‘Je moet veel lezen. Het is leuk om op de hoogte te zijn en invloed te kunnen uitoefenen, maar je laadt ook een zekere verantwoordelijkheid op je schouders.’’ De GMR PO overweegt om net als de BBMR VO gebruik te gaan maken van de ambtelijk secretaris. Annemieke: ‘‘Het nadeel is dat je dan een tussenlaag creëert, terwijl wij de lijntjes graag kort houden. Maar met een ambtelijk secretaris wordt de GMR minder afhankelijk van de inzet van individuele GMR-leden.’’
16
Ingrid Bout, voorzitter Boven Bestuurlijke Medezeggenschapsraad (BBMR) VO
‘…Professionelere aanpak…’
De financiële situatie van ASG heeft in 2012 veel aandacht gevraagd van de BBMR. ‘‘Wij hebben besloten om de meerjarenbegroting 2012 in 2013 nogmaals te laten terugkomen, omdat we niet achter alle besluiten van het College van Bestuur stonden,’’ vertelt BBMR-voorzitter Ingrid Bout. ”Vooral de CvB besluiten rond uitvoering van de functiemix in de cao. Op dit moment wordt op alle scholen onderzocht hoe we de functiemix toch kunnen regelen, en waar het nodige geld vandaan moeten komen. Een lastige opdracht, want de meerjarenbegroting laat een tekort zien. Als je daar de kosten voor uitvoering van de functiemix nog bijrekent, loopt het tekort verder op,’’ zegt Ingrid.
in ontwikkeling. ‘‘De ene school is daarmee verder dan de andere. Ook daar blijven we op letten.’’
Passend onderwijs Datzelfde geldt voor passend onderwijs. Ingrid: ‘‘De wetgeving blijkt lastig te zijn; niet alles is eenduidig geregeld. We nodigen dan ook regelmatig een deskundige uit. De vraag is hoe je passend onderwijs het beste kunt opzetten. Ook ouders zijn betrokken bij dit onderwerp; het gaat om de ondersteuning van hun kind.’’ Het regelen van de medezeggenschap wordt een ingewikkelde klus, voorspelt zij, omdat bij passend onderwijs meerdere stich tingen en veel verschillende scholen zijn betrokken. Voor de opzet hiervan is al een aantal richtlijnen op papier gezet. De daadwerkelijke organisatie zal in 2013 plaatsvinden.
Seniorenregeling De financiële situatie heeft ook gevolgen voor de bestuur eigen seniorenregeling. Deze wordt de komende jaren afgebouwd. De huidige groep 60plussers kan nog gebruikmaken van de seniorenregeling, maar er zal geen nieuwe instroom meer zijn. ‘‘Wij hebben hiermee ingestemd vanwege de financiële situatie,’’ zegt Ingrid. ‘‘Maar we hebben afgesproken met het College van Bestuur dat de seniorenregeling netjes wordt afgebouwd.’’
Mobiliteitsbeleid In 2012 wierp de BBMR een kritische blik op het mobiliteitsbeleid. Voor een boventallig personeelslid wordt in principe een passende plek gezocht op een andere ASG-school. Het sociaal statuut 2013, dat vastlegt hoe wordt omgegaan met boventallig personeel, wordt nu besproken met de bonden. Dit document richt zich ook op boventallige onderwijsondersteuners. De nieuwe structuur van ASG maakte de weg vrij voor de invoering van één sociaal statuut dat geldt voor alle betrokkenen. Dat is een vooruitgang, vindt Ingrid. ‘‘Dat de BBMR verschillende stichtingen vertegenwoordigt is lastig.’’ Wel zullen de personeelsleden op algemeen bijzondere en openbare scholen onder andere wetgeving blijven vallen. ‘‘ Hierop moet de BBMR alert blijven’’
Aanname- en inschrijvingsbeleid De BBMR werd in 2012 ook gevraagd om advies over het aanname- en inschrijvingsbeleid voor leerlingen. Ingrid: ‘‘De afspraak is dat alle scholen ongeveer hetzelfde beleid hanteren. Zo is er een code ontwikkeld voor de overgang van 4-tl naar 4 havo. Ook de instroomeisen zijn gelijk gemaakt. De VO-raad heeft daarvoor een code afgesproken. Almere heeft hiermee ingestemd. “ Ook de herprofilering van de onze VO scholen vroeg in 2012 opnieuw om aandacht. Op verschillende scholen is het intersectoraal programma nog sterk 17
Invloed op het beleid Binnen de BBMR functioneert een aantal werk groepen rond specifieke thema’s. De werkgroepen voor financiën en passend onderwijs draaien volgens Ingrid al prima. In oprichting is een werkgroep voor personeelszaken en arbeidsvoorwaarden. Terugblikkend op 2012 vindt de voorzitter dat de BBMR, die in 2012 zes keer bijeen kwam, een professionaliseringsslag heeft gemaakt. De invoering van een ambtelijk secretaris en het regelmatig terugkerende strategisch overleg zorgt voor een duidelijke koers en een grote vooruitgang. Verder heeft de complete BBMR dezelfde scholing gevolgd. Ingrid: ‘‘Daarbij lag de focus op de communicatie en onderhandelingen met het bestuur.’’ De BBMR werkte intensief samen met bestuurder John van der Vegt, en betreurt zijn vertrek. De voorzitter van de BBMR zit in de benoemingsadviescommissie voor diens opvolger. Verder is in 2012 een nieuw lid van de Raad van Toezicht benoemd. Ingrid Bout zal in 2013 na vijf jaar afscheid nemen als voorzitter. Ze kijkt met plezier terug. ‘‘Dit werk is fun om te doen. Je hebt invloed op beleid.’’
18
Hank de Jong, bedrijfsbureau
‘...Bouwen aan draagvlak…’
Bouwen aan draagvlak. Dat was het afgelopen jaar de belangrijkste opgave van het bedrijfsbureau als geheel. De slecht verlopen introductie van een nieuw personeels- en administratiesysteem straalde ook af op de andere onderdelen van het bedrijfsbureau. Daarnaast geldt dat de dubbele rol van het bedrijfsbureau, ondersteuning aan het bestuur en aan de scholen zelf, soms verwarrend overkomt. “De ontwikkeling naar een shared service center, brengt helderheid in beide rollen”, stelt directeur bedrijfsbureau Hank de Jong. “Maar dat gaat in stapjes, dat is een continu proces.”
personeelsbeleid. “Daar zit de controlerende kant die we uitvoeren voor het College van Bestuur en dat wrijft weleens”, aldus Hank. “We moeten nog geregeld uitleggen dat wij niet verantwoordelijk zijn voor beleidsbeslissingen, maar dat wij een uitvoerende taak hebben.”
Meer helderheid De opbouw van een shared service center moet meer helderheid scheppen in de dubbele rol die het bedrijfsbureau vervult. “In de literatuur staat een shared service centre omschreven als een organisatie die alle niet-primaire taken op meerdere scholen samenbrengt in één centrum”, verduidelijkt Hank. “Dat is de stip aan de horizon die we willen bereiken. Maar dat doen we alleen als er voldoende draagvlak binnen de scholen is. Wij willen geen organisatie zijn die van bovenaf de zaken dicteert. Dat zie je ook terug in onze werkwijze. Als we projecten opzetten, bijvoorbeeld om de inkoop te centraliseren, dan hebben we een stuurgroep waarin vertegenwoordigers van de scholen zitten. Die bepalen wat er wel en niet mogelijk is.”
Stevige ontwikkeling Het bedrijfsbureau Entrada heeft in de afgelopen jaren een stille maar stevige ontwikkeling doorgemaakt. In 2008 telde het bedrijfsbureau nog 38 fte. Voor 2013 is er ruimte in de begroting voor 56 fte. Die groei is voor het merendeel het gevolg van de toenemende vraag van scholen voor ondersteuning. Uiteenlopend van de inkoop van middelen tot en met ondersteuning bij het zoeken naar een goede opleiding voor een medewerker. “Scholen betalen ons een vaste afdracht van 4,4% van hun jaarlijkse budget”, aldus Hank. “Dat is in al die jaren niet gewijzigd. We hebben in 2010 een vergelijkend onderzoek laten uitvoeren door adviesbureau KPMG. “Wat betreft de ondersteuningskosten voor het voorgezet onderwijs zitten we onder het landelijk gemiddelde. Voor het primair onderwijs zitten we op het landelijk gemiddelde.”
Pilot personeel & organisatie Naast het herstel van vertrouwen voor wat betreft de personeels- en salarisadministratie, stonden in 2012 nog twee andere belangrijke onderwerpen op het programma: versterken van de centrale inkoop en de aftrap van een pilot P&O advies binnen het voortgezet onderwijs vanuit de afdeling Personeel & Organisatie. Met ingang van het schooljaar 2012 – 2013 loopt er een pilot waarbij de rectoren/directeuren van deze scholen ondersteund worden door P&O adviseurs van het bedrijfsbureau. De pilot loopt tot 2014. “Tot dit schooljaar was de P&O adviesrol nauwelijks en de personeelsfunctionarisrol gedeeltelijk ingevuld binnen het VO”, aldus Hank.
Naast de faciliterende rol heeft het bedrijfsbureau ook een controlerende rol naar de scholen via de afdelingen Planning & Control en Financiën. Zij moeten er op toezien dat de scholen niet uit hun budgetten lopen en voldoen aan de wet- en regel geving en procedures met betrekking tot het 19
“Bij complexe zaken werd de hulp inroepen van een specialist op het bedrijfsbureau. Door de rectoren in de beleidsvorming en strategie op het P&O vlak te laten ondersteunen is de verwachting dat de kwaliteit omhoog gaat. Voor de basisscholen verzorgen we eigenlijk al alle niet-primaire processen. De scholen in het voortgezet onderwijs regelen veel zaken zelf. Hen willen we ook meer gaan ondersteunen in de niet-primaire processen.”
Gezamenlijke infrastructuur ICT Een goed voorbeeld van die ondersteuning is het project infrastructuur ICT in het voortgezet onderwijs. Daarover zijn in 2012 afspraken gemaakt met de VO-scholen. De rectoren hebben besloten tot een gezamenlijke aanpak om de infrastructuur van informatie- en communicatietechnologie binnen het voortgezet onderwijs te verbeteren Dat is een doorbraak geweest. De VO-scholen hebben nu nog ieder een eigen ICT infrastructuur die aan elkaar is gekoppeld en in stand gehouden moet worden. “Dat is nu een lappendeken en erg veel werk om te beheren”, stelt Hank. “Als we die systemen kunnen samenvoegen en komen tot een gemeenschappelijke infrastructuur, scheelt dat in kosten en verhogen we de efficiency.”
Verdere doorontwikkeling Voor het komende jaar staat er een verdere door ontwikkeling van het shared service center op het programma. Eigenlijk is dat een continu en vloeiend proces, waarbij de wensen en behoeften van de scholen zelf centraal staan. “We zijn een grote schoolorganisatie en van die schaalgrootte willen we de scholen zo veel mogelijk laten profiteren. En daar kunnen we nog een aantal stappen in zetten. Je moet natuurlijk wel voorkomen dat je de eigenheid van een school aantast. Dat is elke keer de balans die je moet vinden.”
20
Rene van Dijk, personeels – en salarisadministratie
‘...We zijn uit een diep dal gekomen...’ Wat betreft de personeels- en salarisadministratie was 2011 een lastig jaar. De invoering van een nieuw personeels- salarissysteem medio dat jaar mondde uit in chaos. Medewerkers kregen hun salaris te laat of een verkeerd bedrag gestort. Ook de afdeling zelf was vaak slecht bereikbaar voor vragen van collega’s. Dankzij stevig ingrijpen was voor de zomer van 2012 de rommel opgeruimd en kon teammanager Rene van Dijk weer vooruit kijken. “We zijn uit een diep dal gekomen, maar zijn nu wel klaar voor de volgende stap; introductie van E-HRM en een verdere digitalisering.”
2012. Maandelijks maakt Rene een rondje langs de scholen en hij merkt aan de reacties dat rectoren en personeelsfunctionarissen zijn afdeling positiever waarderen. “Het is nu voor de scholen heel helder bij wie ze moeten zijn met hun vragen. We hebben met het hele team hard gewerkt om de processen goed te regelen en daar zijn we in geslaagd. Daar ben ik trots op. We hebben het afgelopen jaar een controle gehad van een externe accountant. Die vond dat we zeer goed op weg waren. Dat is natuurlijk een enorme opsteker. Het is de erkenning dat we enorme stappen hebben gezet.”
Kordate aanpak
Uitol E-HRM
Herstel van vertrouwen. Dat stond in de eerste maanden van 2012 centraal voor Rene en zijn team. En dat hebben ze kordaat aangepakt. De afdeling werd opnieuw ingericht en uitgebreid met twee medewerkers. De oude splitsing tussen personeels zaken en administratie is opgeheven. “We hebben nu per groepje scholen één vaste contactpersoon die verantwoordelijk is voor de afhandeling van vragen en die direct wijzigingen kan aanbrengen in de personeels- en salarisadministratie”, vertelt Rene. “Dat werkt veel sneller. We hebben nu de juiste mensen met de juiste competenties op de juiste plek en de werkinstructies voor het gebruik van het nieuwe personeelssysteem staan nu dui delijk op papier.”
Nu de afdeling op orde is, kan men weer vooruit kijken. De komende jaren gaat de afdeling PSA verder met het uitrollen van E-HRM dat in 2015 moet zijn afgerond. “We hebben in 2012 een masterplan opgesteld en daar met de scholen over gesproken”, vertelt Rene over E-HRM. “We hebben gekozen voor E-HRM met een aantal modules; een selfservicemodule, een verzuim management module, een module waarmee medewerkers hun eigen ontwik keling kunnen bekijken en een module voor het digitaliseren van de personeelsdossiers. We gaan die modules één voor één invoeren. Pas als iedereen op de scholen en op het bedrijfsbureau goed met een module kunnen werken, introduceren we de volgende module. Dit raakt iedereen binnen de Almeerse Scholen Groep. Om die reden hebben we ook diverse werkgroepen en een stuurgroep ingesteld waarin afgevaardigden zitten van de scholen. We overleggen regelmatig met elkaar. Uiteindelijk moet E-HRM het voor iedereen mak kelijker maken, niet lastiger.”
Concreet resultaat De rigoureuze stappen hebben concreet resultaat opgeleverd. Februari 2012 stonden er nog 450 vragen van medewerkers open. Anno februari 2013 zijn er zestig openstaande vragen, circa 1 per school. En dat is ook de doelstelling van de afdeling. Ook de scholen zelf zijn een stuk positiever over de verbeteringen die de afdeling heeft doorgevoerd in 21
Uitgebreide tests
geving en het personeelsbeleid van de ASG. Daarmee verandert ook onze rol. We gaan ons veel meer toeleggen op het beheer van het systeem en het bewaken van de kwaliteit van de gegevens. En daarmee hebben we straks ook meer tijd om vragen te beantwoorden en ondersteuning te bieden.”
Afgelopen jaar werd het onderdeel digitale salarisspecificaties van de selfservicemodule uitgebreid getest onder de medewerkers van het bedrijfsbureau. Met deze module kunnen zij onder meer hun salarisstroken inzien. In januari 2013 werd dit onderdeel succesvol ingevoerd voor de VO medewerkers. Het is de bedoeling dat voor de zomer van 2013 ook de PO medewerkers over dit onderdeel kunnen beschikken. Daarnaast werken de bedrijfsartsen sinds februari 2013 rechtstreeks in de verzuim manager wat betreft rapportages en agendabeheer.
Processen beheersbaar Voor 2013 ligt voor de afdeling duidelijk de nadruk op de introductie van E-HRM. Maar niet alleen daar, zo benadrukt Rene. “In 2012 hebben we een hernieuwde basis gelegd voor de afdeling en onze werkzaamheden. Als we dat kunnen vasthouden en verder verbeteren, dan is ons werk al geslaagd. De processen zijn beheersbaar en dit jaar willen we verder in control komen. De afspraak is dat we bijvoorbeeld onze rapportages ook meer laten aansluiten op de financiële rapportages. Dat ver betert de managementinformatie. En daarnaast blijven we natuurlijk werken aan ons serviceniveau. Hoe beter wij de scholen bedienen, hoe meer zij zich kunnen richten op het geven van goed onderwijs.”
Een belangrijk project bij PSA was de administratieve structuurwijziging voor het PO om financiële en personele systemen beter op elkaar aan te laten sluiten. “Zo krijgen wij goed inzicht in de kosten per school, waardoor zowel wij als de scholen beter kunnen sturen,” aldus René. Het project maakt onderdeel uit van het hoofdproject HR self service (HRSS), dat voor 2013 voor zowel het PO als VO op de rol staat. In het project vallen onderdelen als: mutatieformulieren, digitale workflow en autorisatie, verzuimmelding en verlof registratie. Ook de structuurwijziging voor de VO scholen staat op het programma. “Invoeren van een nieuw digitaal personeelssysteem vereist ontzettend veel voorbereiding”, weet Rene. “Alle scholen moeten natuurlijk wel passen in het systeem zonder dat je de eigenheid van die scholen aantast. De afdelingstructuur kan per school verschillen en dat geldt bijvoorbeeld ook voor de rol en verantwoordelijkheden van bepaalde functio narissen. Uitgangspunt is dat wij enerzijds een E-HRM systeem hebben dat onze organisatie zo optimaal mogelijk ondersteunt in de dagelijkse taken en anderzijds een verbeterde efficiency en kwaliteit biedt.
Andere rol afdeling Rene verwacht veel van E-HRM. Nu nog krijgt de personeels- en salarisadministratie letterlijk via de post of per e-mail bijvoorbeeld de salarismutaties. De collega´s van de afdeling PSA moeten die gegevens vervolgens overtikken in het bestaande personeelssysteem. “Dat is foutgevoelig”, aldus Rene. “Straks voeren de scholen zelf de gegevens in en wij controleren die invoer. Bijvoorbeeld of de gegevens compleet zijn ingevuld en in overeenstemming zijn met de Cao-voorwaarden, fiscale regel 22
23
In- en uitstroomcijfers 2012 In aantallen medewerkers Uit dienst In dienst VO TOTAAL 53 68
81
19
OOP 13 30 27 11
Directie
Stichting ABVO Flevoland (peildatum 31-12-2012)
VO TOTAAL 112 99
158 37 14 209 34 55 43 10 35 177 386
209 258 63 530
10 7 2
PO TOTAAL 149 200
In- en uitstroomcijfers 2010 In aantallen medewerkers Uit dienst In dienst
ABVO Flevoland VO Oostvaarders College VO Buitenhout College VO Montessori Lyceum Flevoland Totaal
57 6 6 69 5 8 9 2 7 31 100
ASG PO SBO Nieuwe Wijken Basisonderwijs totaal VO Echnaton VO Helen Parkhurst VO De Meergronden VO Arte College VO Praktijkonderwijs Almere Voortgezet Onderwijs totaal Totaal
Stichting ASG (peildatum 31-12-2012)
69 50 11 130
Basisonderwijs totaal Voortgezet Onderwijs totaal Entrada Totaal
295
170 88 37
OP
744 71 87 902 111 145 132 53 56 497 1399
1694
902 792
OP
Directie
ASG + ABVO + Entrada (peildatum 31-12-2012) OOP
2012
Medewerkers
2
1
1
LIO/ stagiair
1 1
23 2 4 29
29 4 3 36
LIO/ stagiair
397
13 211 122 51
Totaal
VO DIR 2 2
19
10 7 2
Directie
PO DIR 9
60 6 5 71 5 7 9 2 7 30 101
71 49 11 131
1209 1104 77 2390
982 116 111 1209 150 208 185 66 98 707 1885
Directie
Totaal
OOP 13 13
84
18 43 19 4
OOP
OOP 51 73
76 20 9 105 35 54 58 11 33 191 296
105 275 63 443
OOP
OP 28 47
277
161 89 27
OP
OP 143 124
876 90 84 1050 107 164 135 39 65 510 1560
1837
1050 787
OP
380
18 214 115 33
Totaal
VO DIR 4 4
OOP 67 27
OP 116 62
1012 Exclusief SBO 116 Bombardon & Watertuin 98 1226 147 225 202 52 105 731 1957
1226 1111 74 2411
Totaal
2011
Kengetallen personeel
24
7,15 10,71 3,34 5,57
6,72 5,04 3,74
PO ASG PO ASG SBO PO Nieuwe Wijken VO ASG
ASG totaal ABVO Flevoland Entrada
1,53 1,9 1,12
1,32 1,89 0,96 1,76
MF*
15,18 10,90 13,07
18,57 16,76 6,87 11,5
GVD*
ASG totaal ABVO Flevoland Entrada
PO ASG PO ASG SBO PO Nieuwe Wijken VO ASG
Verzuim 2012 ASG
8,782 4,791 3,97
8,951 10,16 5,796 6,787
VP
MF 1,01 1,29 0,73 1,36 1,01 1,56 1,02
% t.o.v. 2011 25,19 % -5,14 % 73,53 % 21,85 % 30,68 % -4,94 % 6,15 %
-33,99 % -18,32 % -8,93 %
-23,48 % -31,75 % -23,96 % -22,73 %
% t.o.v. 2011
36,21 14,67 29,22
37,34 31,1 26,21 20,77
GVD
138,54 % 34,59 % 123,57 %
101,08 % 85,56 % 281,51 % -80,61 %
% t.o.v. 2011
ASG VO & PO & SNW incl. Bombardon & Watertuin BHC, MLF & OVC Entrada & ASG Bestuur
ASG PO excl. Bombardon & Watertuin Bombardon & Watertuin Nieuwe Wijken ASG VO
Toelichting op de verzuimcijfers
* VP verzuim percentage * MF meldings frequentie (aantal) * GVD gemiddelde verzuimduur (aantal)
VP*
Ten opzichte van 2011 is in 2012 sprake van een stijging van het ziekteverzuim. Dit is binnen het onderwijs een landelijk beeld. Binnen de Almeerse Scholen Groep is veel energie gestoken in kwalitatief en hoogstaand onderwijs. Dit heeft geleid tot erkenning van de onderwijsinspectie, maar heeft ook zijn weerslag gehad op de werkdruk van de leerkrachten. Deze heeft zich vertaald in een tijdelijke stijging van het verzuim. De belangrijkste oorzaak van het verzuim is gelegen in psychische klachten. Voor het schooljaar 2013-2014 wordt aanvullend beleid ingezet om medewerkers die uitvallen of dreigen uit te vallen ten gevolge van psychische klachten intensiever te begeleiden op de werkplek.
Verzuim 2011 ASG
Verzuim
Mutaties
Mutaties personeel en salaris administratie (PSA) Per medewerker verwerkt de PSA jaarlijks gemiddeld 3 mutaties. De niet geregistreerde mutaties rekenen we nu niet mee, maar vanaf 2014 kunnen wij dit ook goed monitoren in het nieuwe systeem HRSS
Vragen per mail
PSA mailbox PO PSA mailbox VO Applicatiebeheer SSP Totaal Geregistreerde mutaties
BO mutatieregister Bereikbaarheid Voicemail
Nog af te handelen 1/2/12 258 205 0 463
1/2/13 33 13 6 52
Werkvoorraad
1/2/12 1246
Verwerkt Stand mutatieregister 1/2/12 1/2/13 2765 9626
1/2/13 226
Telefoon gemist tijdens opening 1/2/12 10
1/2/13 0
25
Verwerkt jaar wekelijks 6861 160
Leerlingaantallen
Primair onderwijs
2007
2008
2009
2010
2011
2012
basisonderwijs
12403
12341
12255
12120
12011
11842
speciaal basisonderwijs
668
649
560
548
505
507
totaal PO
13071
12990
12815
12668
12516
12349
Echnaton
1356
1262
1256
1279
1243
1278
Helen Parkhurst
1943
2054
2015
2059
2076
1940
De Meergronden
1667
1664
1643
1632
1629
1681
147
310
497
648
Voortgezet onderwijs
Arte College Buitenhout College
1050
1018
955
1010
1047
1113
Montessori Lyceum Flevoland
68
122
205
284
361
452
Oostvaarders College
1771
1780
1931
1975
2075
2175
Praktijkonderwijs Almere
557
567
583
564
553
528
totaal
8412
8467
8735
9113
9481
9815
Totaal Generaal
21483
21457 21550
21781
26
21997 22164
Inge de Haan, ASG-Mobiliteit
‘…We zijn in beweging…’
ASG-Mobiliteit streeft naar een zo goed mogelijke match tussen de behoeftes van de organisatie en het beschikbare personeel. Het mobiliteitsbureau adviseert personeel bij loopbaanvraagstukken en begeleidt bij reïntegratie na ziekte. ASG mobiliteit streeft naar een goede aansluiting tussen de vaca tures en de herplaatsingskandidaten.
een school buiten Almere. Als we daar een van onze eigen collega’s/kandidaten op kunnen zetten is dat mooi. We willen voor de vo-pool meer kandidaten aantrekken, zodat we een flink bestand hebben om uit te putten. We hopen Flevomobiliteit in 2013 te realiseren.’’ “Met het oog op de komende uitstroom van medewerkers die met pensioen gaan”, zegt Inge, “is het belangrijk om docenten wiskunde, scheikunde, natuurkunde en economie vast te houden. Dat is niet eenvoudig: ‘‘Als je geen werkplek voor hen hebt, kun je hen niet inzetten en dat kost geld. Als het lukt voor Flevomobiliteit subsidie aan te trekken, kunnen we docenten (tijdelijk) in de regio inzetten.’’ Ook de vo-scholen buiten de ASG kijken belangstellend naar een Flevo vo-pool.
ASG-Flex Op 1 augustus 2011 ging ook ASG-Flex van start. ASG-Flex is gegroeid van 80 mensen in de invalpool naar 140. Van die 140 mensen zijn er 39 ASG-krachten. ASG-Flex bedient alleen het primair onderwijs; daar is de vraag ook het grootst.
Kwaliteit versterken ASG-Flex bood in 2012 samen met de ASG-Academie verschillende cursussen aan om de kwaliteit van de flexpool te versterken. In 2011 ontstond de wens om meer docenten aan te trekken voor het speciaal basisonderwijs (sbo) en Montessori-, Jenaplan- en Daltonscholen. Het is gelukt om een aantal van dergelijke leraren in de flexpool te krijgen. ‘‘Maar het blijft lastig om leerkrachten met deze specifieke expertise te vinden’’, zegt Inge. ‘‘Dat geldt zeker voor het sbo. Jenaplan of Dalton vraagt om een andere denkwijze, maar het speciaal onderwijs vraagt om een heel andere methodiek.’’ In augustus 2012 is over de werkwijze van ASG-Flex een tevredenheidsonderzoek gehouden. ‘‘Scholen bleken erg tevreden te zijn,’’ vertelt Inge.
Mobiliteit Brede inzetbaarheid is belangrijk. In het po hebben mensen bijvoorbeeld jaren lesgegeven in de onderbouw. Om hun mobiliteit te bevorderen ontwikkelde ASG-Mobiliteit samen met de ASG-Academie en Saxion Hogescholen de training ‘Bovenbouw ik houd van jou’. Deelnemers aan die training zijn inmiddels breder inzetbaar. Inge heeft de indruk dat collega’s langzamerhand anders aankijken tegen mobiliteit. ‘‘We moesten weerstand overwinnen. Nu zien we mensen vrijwillig in de flexpool stappen, omdat ze iets anders willen.’’ Een goede ontwikkeling vindt Inge. ‘‘Als je mensen vrijwillig in beweging krijgt, komt de hele organi satie in beweging. Dat is voor de mensen goed en voor de organisatie betekent dit dat je de kwaliteiten en capaciteiten van medewerkers kunt benutten daar waar ze nodig zijn.’’ Ze beseft dat het moeilijk kan zijn om te horen dat je boventallig bent. ‘‘Dat roept weerstand en verdriet op. Het kan lang duren voordat mensen hierin
Voortgezet onderwijs Het project Flevomobiliteit richt zich op het voortgezet onderwijs. Vanuit het project wordt onderzocht of we een samenwerkingsverband kunnen opzetten met scholen in de regio. Inge: ‘‘Een enkele keer krijgen wij ook een vraag voor vervanging van 27
ook een kans zien. De werkgever is echter niet als enige verantwoordelijk om mensen aan een andere baan te helpen. De medewerker moet actief meedoen.’’
Volop in ontwikkeling Inge blikt tevreden terug op 2012. ASG-Mobiliteit is inmiddels gecertificeerd om loopbaanbegeleiding te doen. ‘‘We kunnen nu veel trajecten zelf regelen, ook voor mensen die een WW-uitkering hebben aangevraagd. Daarvoor hoeven we geen externe partijen in te huren. Ook mensen die moeten reïntegreren komen in eerste instantie bij ons terecht.’’ De ambitie van ASG-Mobiliteit was dat collega’s hier voor alle aspecten van loopbaan begeleiding terecht kunnen. Inge: ‘‘Dat is gelukt en collega’s voelen zich vrij om eens over hun loopbaan te praten.”
28
ASG Mobiliteit in cijfers 2011 – 2012 Totaal uitgezette vacatures - PO 56 - VO 148 Totaal verwerkte reacties - PO 422 - VO 1484 Vacatures zowel intern als extern gecommuniceerd.
PO Per 1 augustus 2012, 58 medewerkers boventallig waarvan 15 leerkrachten en 43 OOP
VO
Per 1 augustus 2012, 6 docenten boventallig en 9 OOP. Toelichting: boventallig melden kan alleen per 1 augustus van het jaar.
Flankerend beleid - Aantal gesprekken: 18 kandidaten waarvan: 3 zijn PABO gaan doen, 3 (deeltijd-) ontslag, 1 gedetacheerd naar externe partij. - 10 re-integratie eerste en tweede spoor traject. - 5 outplacement trajecten. - 7 actieve begeleiding van medewerkers met een loopbaantraject. - 8 intensief casemanagement bij zware herplaatsingsproblematiek / coachingstrajecten.
29
Rolinka Meijer, ASG Academie
‘…Ontwikkelen van medewerkers kost geld...’ Samenwerking scholen
De grootste erkenning voor het bestaansrecht van de ASG Academie was dat in 2012 steeds meer deel nemers de weg vonden naar de eigen opleidingstak van de Almeerse Scholen Groep. Ook de gelden van de Prestatiebox voor het primair onderwijs werden ondergebracht bij de ASG Academie. Met als resultaat dat de Academie nu zeer korte lijnen heeft met de basisscholen. “Het primair onderwijs ondervindt nu de successen van de samenwerking met ons”, vertelt opleidingsmanager Rolinka Meijer. “Directeuren hoeven niet meer zelf te zoeken naar cursussen en wij adviseren en ondersteunen hen bij de ontwikkeling van hun medewerkers.”
Het opleidingsaanbod van de Academie komt tot stand in nauwe samenwerking met de scholen. Zo werd voor de zomer van 2012 een uitgebreide inventarisatie gedaan naar de wensen en leerbehoeften van de collega’s. Op basis daarvan is een aanbod samengesteld dat voor circa 75% bestaat uit opleidingen en cursussen op didactisch en peda gogisch gebied. De rest van het aanbod behelst de zogenoemde ‘soft skills’, waaronder (team-)communicatietrainingen en bijvoorbeeld een masterclass social media. “We hebben het afgelopen jaar voor het eerst zelf een incompanytraining Montessori onderwijs verzorgd. En pittig traject van een jaar waarin mensen leren hoe ze dergelijk onderwijs moeten vormgeven en in de praktijk brengen.”
Tegen de duizend medewerkers volgden in 2012 een cursus of opleiding bij de ASG Academie. En daarnaast verzorgde de Academie ook nog eens de organisatie van het onderwijs in woordenschatontwikkeling, een project dat bestuur en de Gemeente Almere samen uitvoeren, voor ruim 900 leerkrachten in heel Almere. Een traject dat ook in 2013 gewoon doorloopt en waardoor de organisatie stevig in beeld is gekomen.
Verrijkend aanbod Het aanbod van de Academie verrijkt zich continu en waar nodig kan de Academie snel schakelen om nieuwe cursussen te verzorgen en gericht scholen en medewerkers te ondersteunen. “We hebben inmiddels zo veel kennis en ervaring van de trainingsmarkt dat we scholen ook goed kunnen adviseren”, aldus Rolinka. “Sommige scholen werken al jaren samen met een bepaalde trainer of trainingsadviesbureau. In overleg bieden wij die scholen dan alternatieven. Vaak gaat er dan een wereld voor hen open, zowel wat betreft de kwaliteit van ons aanbod en de kosten.”
Investering in de toekomst Al met al succesverhalen, ware het niet dat op grond van de bezuinigingen vanaf 2014 de Academie zelfvoorzienend moet zijn. Een lastige opgave omdat ook de scholen zelf de kille wind van de bezuinigingen voelen. “In principe zouden we tot 2015 een bijdrage krijgen uit het innovatie- en ontwikkelingsbudget van de ASG”, verduidelijkt Rolinka. “Nu moeten we vanaf 2014 de eigen broek ophouden. De vraag is of dat gaat lukken en als dat niet lukt, zijn scholen dan bereid structureel bij te dragen aan de Academie. Onderwijs aan leerlingen kost geld, dat is een inves tering in de toekomst. In mijn ogen geldt dat ook voor het ontwikkelen en opleiden van medewerkers.”
Kwaliteit in beeld Voor 2013 is natuurlijk de eerste uitdaging om duidelijkheid te krijgen over een structurele bijdrage. Daarnaast wil Rolinka hard aan de slag met de introductie van een kwaliteitssysteem. “De kwaliteit van ons aanbod is goed en de organisatie staat. De volgende stap is om meetbaar te maken wat een 30
opleiding of cursus concreet bijdraagt aan de scholen en medewerkers. We willen de kwaliteit in beeld gaan brengen. Met één druk op de knop moet je kunnen zien wie welke opleiding heeft gedaan. En dan is de vraag hoe heeft zich dat vertaald naar de praktijk. Stel dat een teamleider een training teamcommunicatie heeft gevolgd, is dan de com municatie in zijn team ook verbeterd? Dat kun je dan terug laten komen in een functionerings gesprek. Een dergelijk systeem lijkt mij een heel prettig instrument voor de professionalisering en ontwikkeling van medewerkers.”
31
ASG Academie in cijfers
aantal
type
Training open inschrijving 624
deelnemers
Teamtraining / maatwerk 15
activiteiten op diverse scholen
Teamtraining 30 - 900 Werkconferentie / masterclasses 20
deelnemers activiteiten
Werkconferentie 30 - 900
32
deelnemers
Rachid Rusch, afdeling facilitair:
‘…Jaarlijks drie miljoen besparen op inkoop...’ Kan het ook voor minder? In deze tijden van bezuinigingen is dat de vraag die mensen dagelijks stellen. Zo ook concernmanager ondersteunende diensten Rachid Rusch, onder meer verantwoordelijk voor de centrale inkoop van de Almeerse Scholen Groep. “De scholen bepalen zelf wat ze nodig hebben en we bepalen samen hoe we dat inkopen, hoe we dat uit de markt halen”, aldus Rachid. “En daar is nog veel winst te halen. Ik denk dat we per jaar drie miljoen euro kunnen besparen op de inkoopkosten.”
zijn, dat er een deugdelijk contractbeheer. Dat wanneer je een factuur ontvangt, je ook direct kunt controleren of de spullen die geleverd zijn ook de juiste zijn voor de afgesproken prijs. We besteden publiek geld, dat moeten we doelmatig en recht matig uitgeven. Dat bewaak ik.”
Korting op telefonie In 2011 begon Rachid met het opzetten van de centrale inkoop en al in 2012 was het resultaat een besparing van 1 miljoen euro op de inkoop van middelen. Ook een mooi resultaat over 2012: alle scholen krijgen nu dezelfde korting op de con tracten voor mobiele telefonie. “Voorheen was die korting afhankelijk van de hoeveelheid abon nementen die je afsloot voor mobiele telefoons”, legt Rachid uit. “Bij tien abonnementen kreeg je als school meer korting dan wanneer je bijvoorbeeld maar één of twee abonnementen afsloot. Nu is die korting voor iedereen gelijk.”
ICT, huisvesting, facilitaire zaken en inkoop. Dat is het werkveld van Rachid. Waarbij hij 50 procent van zijn tijd besteedt aan het verder verbeteren en uitbreiden van de centrale inkoop. Want daar is voor de ASG nog veel te halen. Ongeveer 3 miljoen euro per jaar, aldus Rachid. “Op een begroting van 130 miljoen euro is circa 30 miljoen euro gereserveerd voor middelen. Uiteenlopend van kopieer apparaten en koffiemachines tot en met meubilair en digitale lesborden. Ik denk dat we uiteindelijk per jaar daar tot 10 procent kunnen besparen en dan kom je uit op circa drie miljoen per jaar.”
Goedkoop niet altijd beter En zoals gezegd, het einde is nog niet in zicht. Zaken als busvervoer of de inkoop van drukwerk en papier doen veel scholen nog zelf. Maar zo zoetjesaan raken de scholen er steeds meer van overtuigd dat samenwerken op inkoop behoorlijke besparingen kan opleveren. Dat wil niet zeggen, zo waarschuwt Rachid dat je als organisatie elke keer voor een dubbeltje op de eerste rang moet willen gaan zitten. Neem bijvoorbeeld de inhuur van busvervoer voor een werkweek of excursie naar een museum. In totaal, zo becijferden Rachid en zijn team, zijn er circa 26 vervoersmaatschappijen waarmee de scholen zaken doen. “Dat kun je terugbrengen tot bij voorbeeld vijf maatschappijen. Organisaties die ook de vereiste keurmerken hebben voor busvervoer. Dat hoeft dan niet per se goedkoper
Welkome berichten En dat is in deze tijden van krapte natuurlijk een welkom bericht. En waarom zou je als school ook een kopieerapparaat, of papier inkopen als dat centraal veel goedkoper kan? Elke euro korting die je kunt krijgen, kun je weer besteden aan het onderwijs. Nu is het niet zo dat Rachid de hele dag de Bonusfolders doorleest of de kortingsbonnen uitknipt. “Een goed inkoopbeleid is ten eerste weten wat je behoefte is”, legt Rachid uit. “Wat hebben we precies nodig. Vervolgens onderhandel je met toeleveranciers en maak je heldere afspraken. En je zorgt dat die contracten ook vindbaar 33
te zijn, maar je weet in ieder geval wel dat die vervoerder voldoet aan alle voorschriften en vereisten.”
Kiezen uit varianten Het is niet zo dat de afdeling inkoop voorschrijft welke spullen de scholen mogen aanschaffen. In het merendeel van de gevallen kunnen de scholen kiezen uit drie of vier varianten van bijvoorbeeld schoolmeubilair. Op zich, zo meent Rachid, zou centrale inkoop nog veel meer kunnen en willen faciliteren dan nu het geval is. De grens is pas bereikt als je met de inkoop raakt aan het primaire proces, het geven van goed onderwijs. Daar ligt de grens. “Iedereen doet zijn uiterste best om binnen budget te blijven en daar heb ik zeer veel waardering voor. Maar het zelf inkopen van pennen of kartonnen bekertjes, daar moet je als school geen zorgen over hoeven te maken. Dat maakt je als school ook niet onderscheidend en het kost alleen maar tijd en geld.”
Gedegen contractbeheer Voor het komende jaar staat een verdere profes sionalisering en uitbreiding van de centrale inkoop op de rol, waaronder het opzetten van gedegen contractbeheer. En voor de derde keer gaat Rachid langs de scholen om de wensen en behoeften te inventariseren. “We hebben nu twee keer een inventarisatieronde gedaan, maar dat heeft nog onvoldoende opgeleverd. Dat gaan we vanuit het bedrijfsbureau beter aansturen. Ik wil volgend jaar veel meer naar de scholen toe gaan, nog meer luisteren. Dat werkt. We overleggen geregeld met de facilitair managers van de VO-scholen. Wij vertegenwoordigen dan de PO-scholen. Kennis delen, informatie uitwisselen en elkaar helpen. We hoeven niet elke keer het wiel opnieuw uit te vinden.”
34
Wendy Oorthuis, communicatie
‘…We vertellen duidelijke verhalen…’ In 2012 lag voor de afdeling communicatie de focus op onderwijskwaliteit. Maar hoe maak je een breed publiek duidelijk wat de ASG doet om de kwaliteit van het onderwijs continu te verbeteren zonder dat je vervalt in abstract jargon? “We adverteren niet dat we zulke leuke scholen hebben”, antwoordt communicatiemanager Wendy Oorthuis. “We vertellen de verhalen waaruit die onderwijs kwaliteit blijkt. Scholen zitten vol verhalen en die delen we met medewerkers, ouders, leerlingen en de media.”
wel dat ze nu meer de ruimte krijgt om het pers pectief van de onderwijsorganisatie toe te lichten. Dat er meer begrip is voor de standpunten en keuzes die de onderwijsinstelling maakt. “De media brengen het slechte nieuws, wij de realiteit en de mooie verhalen”, vat Wendy samen. “Sinds 2011 publiceren we onze verhalen onder meer in Lifestyle Almere, een glossy magazine. Daarmee geven we ook een inkijkje in het onderwijs. Onderwijs als lifestyle omdat de verhalen mooi zijn.”
Vanuit eigen kracht Communiceren vanuit de eigen kracht. Dat is de basisfilosofie die de afdeling communicatie hanteert. Want je kunt wel vertellen dat er scholen zwak zijn, liever vertelt Wendy verhalen over wat je eraan doet om de kwaliteit te verbeteren. Over daar waar het beter gaat. Waarbij ze zeker niet wil verhullen dat er dingen mis gaan in het onderwijs. “We hebben scholen gehad die onvoldoende onderwijskwaliteit boden. Daar hebben we hard aan gewerkt en veel vooruitgang in geboekt. De vraag is: ga je vertellen dat je zo veel procent minder zwakke scholen hebt, of dat je zoveel procent meer goede scholen hebt. Wij kiezen voor het laatste. We willen vertellen wat er wel goed gaat in het onderwijs. Heel concreet aangeven hoe wij bijvoorbeeld de ouderbetrokkenheid vergroten of de doorlopende leerlijn van primair naar voortgezet onderwijs versterken. Daarbij laten we ouders, leerkrachten en leerlingen zelf aan het woord.”
Achter de schermen is in 2012 ook hard gewerkt aan de interne communicatie. Zo maakte de afdeling een start met de bouw van een heel nieuw intranet dat moet uitmonden in een communicatieplatform voor alle medewerkers. “Het is voor ons nog altijd lastig om de medewerkers in de scholen te bereiken”, aldus Wendy. “Het merendeel van de communicatie verloopt via de directies van de scholen. Dan is er kans op ruis. Met ons personeelsblad hebben we vier keer per jaar een contactmoment. Dat is een goed gelezen personeelsblad, maar schetst vooral achtergronden. Als werkgever wil je je medewerkers natuurlijk zo snel en zo goed mogelijk informeren. Maar je wilt vooral dat medewerkers ook ons en elkaar kunnen bereiken. Verbinden, kennisuitwisseling en deskundigheid mogelijk maken en een slag maken in je kwaliteitsverbetering. Dat is de kracht van een grote organisatie. Kansen die nu onbenut blijven. Het nieuwe intranet zal daar straks bij helpen.”
Meer begrip
Kennis delen
De aanpak werkt. In die zin dat bijvoorbeeld lokale en regionale media met een andere bril naar de Almeerse Scholen Groep zijn gaan kijken. Niet dat de media minder kritisch zijn, maar Wendy ervaart
De komst van een nieuw communicatieplatform moet niet alleen het directe contact met de medewerkers versterken. Wendy ziet het ook als een platform waarop de collega’s met elkaar kennis
Van intranet naar communicatieplatform
35
kunnen delen, ervaringen kunnen uitwisselen en bijvoorbeeld samen werken in projecten. “Stel dat een docent Engels succesvol een lesmethode heeft vernieuwd”, geeft Wendy als voorbeeld. “Dat kan hij of zij dan kwijt op het platform zodat andere docenten ook die vernieuwde lesmethode kunnen gebruiken.”
gebruik van het sjabloon is toch een vorm van standaardisatie. Maar de scholen zijn er blij mee. Het is goedkoper, het is professioneel opgezet en ze krijgen ondersteuning van onze afdeling en ICT.”
Complexe trajecten Hoeveel werk er ook is verzet in 2012, er zijn altijd punten voor verbetering vatbaar. Zo af en toe wordt de afdeling nog verrast door een tweet van een collega of een brief aan ouders die niet helemaal goed uitpakt. Zoals afgelopen jaar toen twee scholen fuseerden. “Fusies van scholen ligt, terecht, heel gevoelig bij ouders, leerlingen en medewerkers. Dat zijn complexe trajecten waar je heel zorgvuldig mee moet omgaan. Eén verkeerde brief kan zeer veel schade toebrengen, dan kan je hele beleid rond die fusie ontsporen. Dat hebben we het afgelopen jaar geleerd.”
Veel draagvlak Voor de ontwikkeling van het nieuwe communi catieplatform is een werkgroep opgericht waarin alle geledingen van de ASG zijn vertegenwoordigd. En het afgelopen jaar is onderzoek gedaan wat nu de specifieke wensen en behoeften zijn van leerkrachten, basisschooldirecteuren, rectoren, ondersteunend personeel en bijvoorbeeld een manager op het bedrijfsbureau. Op basis daarvan werd een gedegen projectplan gemaakt dat nu als basis dient voor de verdere invoering. “Ik kan niet verzinnen wat een leraar op en basisschool nodig heeft om zijn werk goed te doen”, aldus Wendy. “Terwijl het communicatieplatform daar wel voor bestemd is. Vandaar dat we dat onderzoek hebben uitgevoerd. En waar ik erg blij van werd, is dat men direct de voordelen zag van een communicatieplatform. Er was weinig voor nodig om draagvlak te krijgen.”
Focus op reputatiemanagement In 2013 zet de afdeling communicatie fors in op reputatiemanagement. In de afgelopen jaar heeft het onderwijsimago behoorlijk klappen opgelopen. Omvallende schoolbesturen, fraude of geldverkwisting; het kwam in 2012 allemaal voorbij in onderwijsland. Gelukkig niet bij de ASG, maar de fouten bij andere besturen straalden ook af op deze onderwijsinstelling. En intern is er nog wat imagoschade te herstellen vanwege de moeizame introductie van een nieuw personeels- en administratiesysteem. “We hebben als waarde goed werkgeverschap en die waarde willen we natuurlijk wel in de praktijk brengen”, aldus Wendy. “Hoe ga je met elkaar om en hoe versterk je elkaar. Zorg dat je elkaars kracht kent en maak daar gebruik van. Uiteindelijk werken we met elkaar aan hetzelfde doel; goed onderwijs voor onze leerlingen.”
Nieuwe websites basisscholen Voor de basisscholen verzorgt de afdeling een waaier aan communicatieactiviteiten. Van adviestrajecten tijdens een fusie tussen twee basisscholen tot en met ondersteuning bij de uitvoering van commu nicatiebeleid of een feestelijke opening van een nieuwe school. In 2012 werd een stevige slag gemaakt met de websites van de basisscholen. De afdeling communicatie ontwikkelde een basis sjabloon voor een website waarin ruimte is om de schooleigen identiteit en huisstijl kwijt te kunnen. Zo houden we de kosten laag en hoeven ze niet elke keer zelf het wiel uit te vinden. Ze krijgen ondersteuning van het bedrijfsbureau op het vlak van content, navigatiestructuur en technisch beheer. Inmiddels zijn er negen nieuwe websites opgeleverd, werkt de afdeling aan vijf nieuwe websites en liggen er vijf aanvragen van basisscholen om ook hun website te vernieuwen. “Toen we aan het traject begonnen, waren we benieuwd of de basisscholen deze werkwijze zouden accepteren”, vertelt Wendy. “De eigenheid van de school staat centraal in onze organisatie, maar het 36
Hans de Graaf, Financiën
‘…We worden strenger…’
Hoe om te gaan met de mindere financiële mid delen. Ook in 2012 was dat voor Hans de Graaf, concernmanager Financiën, de centrale vraag. Immers hij is het die er voor moet zorgen dat de inkomsten en uitgaven van de Almeerse Scholen Groep in balans blijven. En dat is met de stille bezuinigingen steeds lastiger te realiseren. “We worden strenger tegen scholen die over hun budget heen gaan”, aldus Hans. “Het geld is nu echt op.”
een potje vinden voor een extraatje voor een school, maar dat is sinds 2012 echt voorbij”, zegt Hans.
Glimlach op het gezicht Natuurlijk was het niet alleen kommer en kwel in 2012. De managementrapportages zijn verder verbeterd en de afdeling kan opnieuw sneller rapporteren aan het College van Bestuur. Daardoor kan men sneller trends signaleren en daar op inspelen. “Je weet in ieder geval wat er staat te gebeuren”, vertelt Hans. “Dat heeft een glimlach op mijn gezicht getoverd het afgelopen jaar. Eigenlijk zijn we continu bezig met het verbeteren van de rapportages.”
Sluitende begroting Met een stofkam door de organisatie en zoeken naar mogelijkheden om toch rond te kunnen komen. Soms wordt Hans er een beetje chagrijnig van, maar is het voor hem ook elke keer weer een uitdaging om te zorgen voor een sluitende begroting. “We hebben het afgelopen jaar daar steeds steviger op gestuurd. Iedereen doet zijn uiterste best om binnen budget te blijven, maar soms is er een tegenvaller die je direct financieel moet opvangen. Daarnaast zie je in het primair onderwijs dat de leerlingenaantallen stabiel blijven. We krijgen dus even veel of minder geld voor leerlingen, maar wel meer kosten. Het nieuwe Kabinet gaat bijvoorbeeld uit van een efficiency korting van 10% op de schoolboeken voor de komende jaren. Wij krijgen dus minder compensatie terwijl we de leerboeken wel moeten aanschaffen. Dat is het aan ons om te bepalen hoe we dat verschil gaan bijpassen. Dat is de realiteit waar we mee moeten omgaan.”
Digitale factuurverwerking Voor 2013 staat de digitale factuurverwerking op stapel. Daarmee willen Hans en zijn afdeling de zorgen weghalen bij de scholen en zelf meer de afhandeling van de facturatie beheren. De ervaring leert dat de betaling van een factuur al snel 15 tot 20 euro per factuur kost. De budgethouders moeten de facturen nakijken en dan is er ook nog de administratieve verwerking zelf. In 2012 werd een eerste pilot opgezet om te onderzoeken hoe digitale factuurverwerking ingepast zou kunnen worden in de organisatie. “Het raakt veel mensen, je moet daar goed over communiceren. Men heeft toch een beetje koudwatervrees. Ze hoeven straks minder te doen om een factuur betaald te krijgen. Ze hoeven geen fysieke handtekening meer te zetten: het gaat niet meer op papier maar digitaal. Ik kan me voorstellen dat sommige collega’s het gevoel hebben dat ze de controle kwijt raken, maar dat is niet zo. Wij zorgen voor heldere rapportages.”
Dubbeltjes omkeren Het is elke dag de dubbeltjes omkeren om de begroting op orde te houden. Voor de leuke dingen, de extraatjes is geen ruimte meer. De groepsgrootte in de klassen ging het afgelopen jaar omhoog en er werd bezuinigd op de taakuren van de leerkrachten. “In de afgelopen jaren konden we af en toe nog wel 37
Sietse Hilwerda, concern controller
‘De Almeerse Scholen Groep is here to stay’ Een positieve ontwikkeling in 2012 was, wat Sietse Hilwerda betreft, het feit dat ASG wat meer beleidsruimte kreeg. ‘‘Wij zijn een grote club die niet teveel wil worden belemmerd door gedetailleerde regel geving vanuit de overheid en andere instanties.’’ Voor de vervanging bij ziekte waren alle school besturen in het po verplicht aangesloten bij het Vervangingsfonds. Recent is echter besloten om deze verplichting los te laten. Dat betekent dat ASG op dit punt meer een eigen koers kan varen. De concern controller: ‘‘Wij zijn groot genoeg om zelf de ziektevervanging te bekostigen, op voorwaarde dat we de premie voor het fonds niet hoeven te betalen.’’ Het loslaten van het verplichte lidmaatschap gebeurt in twee stappen. De eerste stap, die inmiddels is gezet, houdt in dat ASG het risico draagt voor de ziektevervanging die korter duurt dan 52 weken. Met ingang van 1 augustus 2013 draagt ASG ook zelf het risico voor de meer lang durige vervanging. Het financiële voordeel dat hiermee werd beoogd, valt wel kleiner uit dan verwacht. ‘‘Toen wij besloten tot deze stap lag ons ziekteverzuim op het landelijk gemiddelde en was het nog dalende. Maar het jaar daarop is het ziekteverzuim, mede door de bezuinigingen, fors gestegen.’’
huidige verzuim normaal gaan vinden.’’ Hij verwacht een positief effect van de verschillende maatregelen die inmiddels zijn getroffen. ‘‘Een deel van onze financiële pijn is op te lossen door verlaging van het ziekteverzuim. Als we in het po één procent daling voor elkaar kunnen krijgen, scheelt dat ons maar liefst ruim een half miljoen euro.’’ Het dalende leerlingaantal in het po is een tweede factor die de financiële situatie beïnvloedde. Sinds twee jaar heeft ASG te maken met boventallige medewerkers. ‘‘We hebben feitelijk teveel mensen in dienst, en we zullen moeten afslanken. We moeten daartoe een sociaal statuut en sociaal plan maken. Als die zijn geaccordeerd door alle partijen, kunnen we na twee jaar de personele formatie indikken.’’ Een derde oorzaak voor het onvoorziene gat in de begroting ligt in de ‘stille’ bezuinigingen. Sietse wijst bijvoorbeeld op de BAPO (bevordering arbeidsparticipatie ouderen). ‘‘We hoopten dat met de nieuwe cao de BAPO zou worden aangepakt. Die blijft echter in stand, en de premie voor het pensioenfonds wordt met ingang van 1 januari 2013 ook nog eens met 1% verhoogd.’’
Voortgezet onderwijs Voor het vo was 2012 financieel gezien een redelijk goed jaar. Dat is te danken aan bepaalde opbrengsten, zoals gelden uit de prestatiebox. Dit extra overheidsgeld is bestemd voor verhoging van de onderwijskwaliteit. Ook het vo kreeg echter te maken met veel bezuinigingen. Sietse: ‘‘Het kabinet wil ook nog eens dat wij in 2014 10% gaan bezuinigen op schoolboeken.’’ Hij verwacht dat het vo het vanaf 2015/16 financieel nog zwaarder krijgt. In dat licht is het prettig dat er meer begrip komt voor de financiële druk waar ASG onder staat. Intern, maar ook bij ouders.
Meer druk Het landelijk gemiddelde ziekteverzuim is ook gestegen, maar de ASG zit hier met het po nu helaas behoorlijk boven. ‘‘We hadden meerdere zwakke scholen en er is flink geïnvesteerd in de kwaliteit. Dat vergt het nodige van de betreffende scholen. De hogere belasting van de medewerkers is één van de oorzaken van het gestegen ziekteverzuim,’’ verklaart Sietse. Sietse: ‘‘Ik wil ervoor hoeden dat we gaan roepen dat het allemaal niet te doen is, en dat we het 38
Keuzes Er wordt gespeurd naar mogelijkheden om de lasten verder terug te dringen. Sommige kostenposten worden echter ongemoeid gelaten, omdat ze voortvloeien uit keuzes die ASG heeft gemaakt. Dat geldt bijvoorbeeld voor de renovatie van VO school De Meergronden. ‘‘Door de crisis viel de gemeentelijke bijdrage weg. Niets doen was echter geen optie. De renovatie is volledig voor eigen rekening gekomen.’’ De ASG Academie wordt straks niet meer bekostigd uit het Innovatie- en Ontwikkelingsfonds. ‘‘Een voorwaarde was dat de Academie zichzelf kon bedruipen. De Academie blijkt wel degelijk te voorzien in een behoefte. En wij krijgen zo zicht op de professionalisering van het personeelsbestand. De scholing vormt een grote kostenpost, maar het personeel is ook ons grootste goed. Zij voeren het onderwijs uit, dus het is belangrijk dat we investeren in hun kennis en vaardigheden.’’
Interen ASG teert enigszins in op de reserves. ‘‘Ons reser vebeleid gaat uit van een ondergrens van 8% van de totale omzet. Het jaar 2012 valt tegen en sluit met een tekort. Het is aan ons om daar wat aan te doen, en we gáán er wat aan doen. Daarnaast zal de vergrijzing en uitstroom van docenten de komende tijd een belangrijke uitdaging vormen. Op dit punt is er echter ook goed nieuws te melden. De overheid trekt zich aan alle kanten terug, maar het project Flevokans, dat moet helpen om een groot docententekort te voorkomen, is met drie jaar verlengd. Al met al kijkt Sietse met vertrouwen vooruit. ‘‘De ASG is er voor de Almeerse gemeenschap en zal tot in lengte van jaren een betrouwbare maatschappelijke partner zijn. Die verbondenheid met de stad is mooi. Ik zie ook voldoende kansen om onze financiële positie te verbeteren. Kort samen gevat: de ASG is here to stay.’’
39
Jaarrekeningresultaten 2012
De resultaten per stichting zijn als volgt. Begroting
Werkelijk
Saldo
Stichting ASG (incl. St. Nieuwe Wijken)
-1.171.100
-4.138.313
-2.967.213
Stichting ABVO Flevoland
-859.000
1.497.943
2.356.943
-38.000
41.294
79.294
-2.068.100
-2.599.076
-530.976
Stichting Entrada Totaal Almeerse Scholen Groep
Het jaar 2012 is afgesloten met een begrotingsoverschrijding van ¤530.976. Het resultaat is ook in 2012 negatief beïnvloed door de gevolgen van de zogenaamde “stille bezuinigingen” (hogere loonkosten als gevolg van gestegen werkgeverslasten die maar beperkt worden gecompenseerd in de personele rijksvergoeding). Ook de toename van het ziekteverzuim en de stijging van het aantal boventallige medewerkers heeft zich negatief vertaald in het totale exploitatieresultaat. Voor het afdekken van de financiële gevolgen van boventalligheid is in 2012 een specifieke voorziening gevormd van afgerond ¤2,75 miljoen. Tegenover deze incidentele last stonden incidentele baten van in totaal ruim ¤3,3 miljoen wegens de vrijval van onderhoudsvoorzieningen.
40
Begroting 2013 en meerjarenperspectief tot en met 2017
Voor de gehele groep is het volgende overzicht opgesteld.
Baten 3.1 Rijksbijdragen 3.2 Overige overheidsbijdragen 3.4 Baten werk i.o.v. derden 3.5 Overige baten 5.1 Financiële baten Totaal baten
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Begroting 2017
130.264.400 129.020.900
127.453.400
126.570.500
125.286.200
925.3000
694.400
651.400
649.400
642.500
0
0
0
0
0
18.610.800
19.425.600
19.243.300
19.094.700
19.064.000
252.100
256.600
264.700
276.100
270.700
150.052.600 149.397.500
147.612.800
146.590.700
145.263.400
114.658.500 113.483.000
112.643.200
112.093.800
111.135.200
Begroting 2013
Lasten 4.1 Personele lasten 4.2 Afschrijvingen
3.381.800
3.229.900
3.015.000
2.688.100
2.649.200
4.3 Huisvestingslasten
9.599.000
9.563.200
9.599.200
9.631.200
9.658.200
4.4 Overige instellingslasten
17.959.800
18.150.200
17.416.300
17.252.300
16.935.400
5.171.100
5.165.100
5.182.000
5.170.000
4.866.000
4.5 Leermiddelen 5.2 Financiële lasten Totaal lasten Exploitatieresultaat
150.778.500 149.393.100 147.603.900 146.565.000 145.244.000 4.400
-725.900
41
8.900
25.700
19.400
Uit dit meerjarenoverzicht blijkt dat de Almeerse Scholen Groep vanaf 2014 een sluitende exploitatie verwacht te realiseren. Voor het Primair Onderwijs is hierbij de aanname dat de besprekingen met de vakbonden tot een sociaal plan/statuut zullen leiden waardoor de financiële problematiek van specifiek boventallig personeel kan worden opgelost. Een tweede aanname is dat de maatregelen gericht op het beperken van het ziekteverzuim hun effecten sorteren. Voor het Voortgezet Onderwijs zijn meerdere bezuinigingsgsmaatregelen aangekondigd welke bij ongewijzigd overheidsbeleid voor de jaren 2015 tot en met 2017 een taakstelling van ruim ¤3 miljoen impliceren. Gegeven de scope van 2015 en de politieke onzekerheid over de hardheid van deze bezuinigingsmaatregelen is deze taakstelling nog niet uitgewerkt binnen de begrotingen van de VO-scholen. In combinatie met de balanspositie per ultimo 2012 en de geprognosticeerde balanspositie per ultimo 2017 leiden bovenstaande resultaten tot de volgende door de commissie Don benoemde kengetallen/signaleringsgrenzen.
Vermogensbeheer:
Commissie Concern Concern ASG 2012 ASG 2017 Don
Solvabiliteit (ondergrens)
20%
46,8%
42,7%
Kapitalisatiefactor (bovengrens) 35%
29,5%
29,9%
Budgetbeheer: Liquiditeit
0,5 - 1,5
1,02
1,04
Rentabiliteit
0 - 5%
-1,81%
0,01%
42
Risico’s en risicobeheersingssysteem De Almeerse Scholen Groep onderkent in haar beleid op het gebied van risicomanagement meerdere risicogebieden. In 2011 en 2012 was de focus specifiek gericht op de financiële risico’s. Voor 2013 en verder zullen de risicogebieden worden uitgebreid met “onderwijskwaliteit” en “(fysieke en sociale) veiligheid van leerlingen en medewerkers”. Doelstelling is om op schoolniveau te komen tot risicokaarten die relatief snel en inzichtelijk de scores op de diverse risicogebieden tonen. Afspraken over het beperken van de gesignaleerde risico’s worden onderdeel van de managementcontracten zoals afgesloten tussen bestuur en management.
Treasury Bij haar activiteiten op het gebied van treasury is de Almeerse Scholen Groep gehouden aan zowel wettelijke bepalingen als interne richtlijnen. De wettelijke bepalingen worden gevormd door de “Regeling beleggen en belenen door instellingen voor onderwijs en onderzoek 2010”. De interne richtlijnen zijn opgenomen in het treasurystatuut van de Almeerse Scholen Groep en behelsen ondermeer een verdere aanscherping van de wettelijke bepalingen. Met inachtneming van de wettelijke bepalingen en de interne richtlijnen heeft de Almeerse Scholen Groep haar tijdelijk overtollige middelen uitgezet op deposito- en spaarrekeningen bij een drietal financiële instellingen (ING, ABN/ AMRO en Rabo). De gehele groep heeft over 2012 een bedrag van ruim ¤305.000 aan rentbaten gerealiseerd wat neerkomt op een rentepercentage van afgerond 2. Per ultimo 2012 waren alle bancaire tegoeden vrij opneembaar.
43
ASG (inclusief Nieuwe Wijken) : balans per 31 december 2012 (na resultaatbestemming)
2012 Vaste activa 1.2 Materiële vaste activa
EUR
2011 EUR
4.241.368
EUR
EUR
15.096.795 14.871.212
15.096.795
Vlottende activa 1.5 Voorraden
212.238
188.125
1.6 Vorderingen
8.221.367
10.805.462
1.7
7.355.462
8.822.169
Liquide middelen
15.789.067
19.815.756
30.660.279
34.912.551
2.1 Eigen vermogen
6.847.927
10.986.241
2.2 Voorzieningen
5.311.490
3.540.930
2.3 Langlopende schuld
62.814
93.720
2,4 Kortlopende schuld
18.438.048
20.291.660
Totaal passiva
30.660.279
34.912.551
Totale activa
44
ASG: staat van baten en lasten over 2012
2012 Baten
EUR
Begroting 2012 EUR
EUR
EUR
2011 EUR
106.055.613
101.383.700
105.640.692
Overige overheids bijdragen en -subsidies
1.190.206
568.300
1.563.600
Overige baten
9.682.815
10.402.700
9.212.060
3.1
Rijksbijdragen
3.2 3.5
Totaal baten
116.928.634
112.354.700
EUR
116.416.352
Lasten 94.429.318
87.219.600
93.151.874
Afschrijvingen
2.923.742
2.384.900
2.597.678
4.3
Huisvestingslasten
5.959.399
6.897.800
7.007.520
4.4
Overige lasten
17.954.733
17.274.500
17.860.514
4.1
Personeelslasten
4.2
121.267.192
113.776.800
120.617.586
Saldo baten en lasten
-4.338.558
-1.422.100
-4.201.234
Financiële baten en lasten
200.244
251.000
260.786
-4.138.314
-1.171.100
-3.940.448
Totaal lasten
5
Resultaat
45
ABVO Flevoland: balans per 31 december 2012 (na resultaatbestemming)
2012 Vaste activa 1.2 Materiële vaste activa
EUR
2011 EUR
4.241.368
EUR
EUR
4.443.568 4.241.368
4.443.568
Vlottende activa 1.5 Vorderingen 1.6 Effecten 1.7
Liquide middelen
2.891.277
188.125
0
10.805.462
4.030.333
8.822.169 6.921.610
6.777.617
11.162.978
11.221.185
6.939.292
5.441.349
395.214
2.515.864
2.4 Kortlopende schuld
3.828.472
3.263.972
Totaal passiva
11.162.978
11.221.185
Totale activa 2.1 Eigen vermogen 2.2 Voorzieningen
46
ABVO Flevoland: staat van baten en lasten over 2012
2012 Baten 3.1
Rijksbijdragen
3.2
Overige overheids bijdragen en -subsidies
3.5
Overige baten
EUR
Begroting 2012 EUR
EUR
EUR
2011 EUR
25.477.832
24.567.000
23.381.834
37.951
110.000
37.518
1.139.918
843.000
1.142.936
Totaal baten
26.655.701
25.520.000
EUR
24.562.288
Lasten 20.690.022
19.908.000
19.181.095
Afschrijvingen
575.521
658.000
664.477
4.3
Huisvestingslasten
-65.425
2.198.000
1.710.460
4.4
Overige lasten
4.032.820
3.739.000
3.600.796
4.1
Personeelslasten
4.2
25.232.938
26.503.000
25.156.828
Saldo baten en lasten
1.392.763
-983.000
-594.540
5
Financiële baten en lasten
105.180
124.000
156.789
7
Resultaat deelnemingen
1.497.943
-859.000
-437.751
Totaal lasten
Resultaat
47
Entrada: balans per 31 december 2012 (na resultaatbestemming)
2012 Vaste activa
EUR
1.2 Materiële vaste activa
207.998
2011 EUR
EUR
EUR
294.575 207.998
294.575
Vlottende activa 1.5 Vorderingen
262.477
578.434
1.7
-52.725
38.284
Liquide middelen
315.202 523.200
540.150 834.725
2.1 Eigen vermogen
274.793
233.498
2.2 Voorzieningen
36.673
35.607
2.4 Kortlopende schuld
211.734
565.620
Totaal passiva
523.200
834.725
Totale activa
48
Entrada: staat van baten en lasten over 2012
2012 Baten
EUR
Begroting 2012 EUR
EUR
2011
EUR
EUR
3.1
Rijksbijdragen
0
0
0
3.2
Overige overheids bijdragen en -subsidies
0
0
0
3.5
Overige baten
6.619.783
5.461.500
6.281.647
Totaal baten
6.619.783
5.461.500
EUR
6.281.647
Lasten 4.907.769
4.637.000
4.614.964
Afschrijvingen
94.069
90.000
91.804
4.3
Huisvestingslasten
387.242
366.000
454.032
4.4
Overige lasten
1.189.920
406.500
1.166.143
4.1
Personeelslasten
4.2
6.579.000
5.499.500
6.326.943
Saldo baten en lasten
40.783
-38.000
-45.296
5
Financiële baten en lasten
512
0
131
7
Resultaat deelnemingen
41.295
-38.000
-45.165
Totaal lasten
Resultaat
49