JAARVERSLAG 2012
REGIONALE VERWIJZINGSCOMMISSIE LIMBURG Kamer Noord Postbus 829 5900 AV VENLO
Kamer Zuid Oude Trambaan 2b 6017 BL THORN
1
INHOUDSOPGAVE Pagina INLEIDING Wettelijke grondslag, vestiging en taken van de RVCL Samenstelling van de RVCL
3 4
JAARVERSLAG RVCL-PO
5
Voorwoord Werkzaamheden RVCL-PO: verslaglegging en verantwoording
6 7
JAARVERSLAG RVCL-VO
10
Voorwoord De toelaatbaarheidscriteria en de wijze van omgang daarmee Contacten Algemene aandachtspunten Financiële verantwoording De werkzaamheden RVCL Kamer Noord RVCL Kamer Zuid
11 12 15 16 16 17 19
Lijst van gebruikte afkortingen
22
KWANTITATIEVE GEGEVENS RVCL-VO
23
RVC Limburg Algemeen RVCL Kamer Noord RVCL Kamer Zuid
24 26 29
2
INLEIDING
Wettelijke grondslag en verantwoording Op 26 januari 1999 werd door de Minister van Onderwijs Cultuur en Wetenschappen de Regionale VerwijzingsCommissie Limburg (RVCL) ingesteld. De RVCL werd formeel verbonden aan de Onderwijsbegeleidingsdienst Midden-Limburg te Roermond, die namens de toenmalige vijf Limburgse onderwijsbegeleidingsdiensten de Regionale VerwijzingsCommissie heeft ingesteld. In de Wet op het voortgezet onderwijs (WVO) wordt de opdrachtstelling van de RVC als volgt geformuleerd: ‘het treffen van beschikkingen in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) betreffende de toelaatbaarheid van leerlingen tot het praktijkonderwijs en het leerwegondersteunend onderwijs’. De teksten van wet en regelgeving zijn te raadplegen via www.rvc-vo.nl. De RVCL bestaat uit de Regionale VerwijzingsCommissie Voortgezet Onderwijs (RVCL-VO) en de Regionale VerwijzingsCommissie Primair Onderwijs (RVCL-PO). Het werkgebied van de RVCL omvat de provincie Limburg. In dit jaarverslag 2011 willen we verslag doen over de werkzaamheden van RVC-Limburg en inzicht geven in de resultaten van de indicatiestelling en de besluitvorming in het afgelopen kalenderjaar.
Vestiging en werkgebied De RVC Limburg-VO werkt vanuit twee Kamers, te weten Kamer Noord (omvattend de samenwerkingsverbanden VO Noord-Limburg, Midden-Limburg, Weert e.o.) en de Kamer Zuid (omvattend de samenwerkingsverbanden VO Sittard-Geleen e.o., Maastricht e.o., Oostelijk ZuidLimburg). De Kamer Noord werkt vanuit de vestigingsplaats Venlo; de Kamer Zuid vanuit Thorn. Beide Kamers werken binnen RVC-L nauw met elkaar samen.
Taken De RVCL-Voortgezet Onderwijs heeft tot taak het afgeven van beschikkingen met betrekking tot de toelaatbaarheid van leerlingen tot het praktijkonderwijs (PrO) en tot het leerwegondersteunend onderwijs (LWOO als onderdeel van het VMBO). De RVCL-Primair Onderwijs is belast met het uitbrengen van advies betreffende bezwaarschriften, ingediend tegen beschikkingen, die zijn afgegeven door de Permanente Commissies Leerlingenzorg van WSNS-verbanden in de provincie Limburg.
3
Samenstelling
In het verslagjaar bestond de RVC Limburg uit de volgende personen: Mw. drs. Groten-Canton, M.
te Sittard
lid VO en PO
Mw. Lugt van der, M-L.
te Weert
lid VO
Mw. drs. Maes, C.
te Venray
voorz. Kamer Noord, lid PO
Dhr. Nagelmaeker, P.
te Velden
lid VO
Dhr. mr. Vaessen, W.J.
te Maastricht
alg. voorz. RVCL-VO, voorz.RVC-PO
Mw. drs. Vos-Brueren, M.
te Venlo
lid VO en PO
Mw. drs. Wolfs, M-A.
te Beek
voorz. Kamer Zuid, lid PO
Dhr. drs. Zanten van, A-J.
te Boxtel
lid VO
Mw. drs. Ackermans, K.
te Boxmeer
ambt. secretaris Kamer Noord
Dhr. drs. Meex, M.
te Thorn
ambt. secretaris Kamer Zuid / ambt. secretaris RVC-PO
-o-o-o-o-o-o-o-o-
De samenstelling en de lay-out van dit jaarverslag is verzorgd door mw. P. van Es, secretarieel medewerkster van de kamer Noord.
4
JAARVERSLAG 2012 RVC LIMBURG PRIMAIR ONDERWIJS POSTADRES: Oude Trambaan 2b, 6017 BL THORN
5
VOORWOORD
Na twee jaren zonder een enkele adviesaanvrage werden we begin van het verslagjaar 2012 al snel geconfronteerd met de eerste aanvraag. Na de betrekkelijke ‘windstilte’ in de achterliggende periode kwam toch wel even de vraag op of dit het begin zou zijn van een nieuwe serie. Het duurde echter tot juli voordat een tweede en –naar later zou blijken- de laatste aanvraag voor dat jaar binnen kwam. Het verslagjaar 2012 bracht in ieder geval een aantal voor ons verrassende leermomenten met zich mee: Het bleek dat, waarschijnlijk door personele wisselingen, PCL’s niet of onvoldoende op de hoogte waren (gebleven) van de functie en de rol van de RVC-PO in het verwijzingsproces van leerlingen naar het speciaal basisonderwijs; Dat het niet langer ondenkbaar is dat ouders zich via een juridisch- adviesbureau/advocatenkantoor tot de RVC wenden; Dat de bekostigingssystematiek van de RVC-PO en het onregelmatige patroon van aanvragen (en dus ook van het maken van kosten) er concreet toe leidt dat de RVC-PO met budgettaire problemen geconfronteerd wordt, die bedreigend zijn voor de continuïteit en redelijk normaal functioneren. Wat we gaan doen met deze leermomenten: Nog meer aandacht besteden aan de info aan samenwerkingsverbanden en scholen in het PO; onder andere door nog eens uitdrukkelijk aandacht te besteden aan de formele taakstelling van de RVC-PO in dit jaarverslag en door de koppeling van informatie over RVC-PO aan de website van RVC Limburg; Ouders, scholen en samenwerkingsverbanden te informeren dat volgens de geldende regelgeving de adviesaanvraag uitsluitend kan geschieden door de PCL-PO, bij wie de ouders door middel van een bezwaarschrift kenbaar hebben gemaakt, dat zij niet akkoord gaan met de door de PCL afgegeven beschikking. Het staat ouders uiteraard vrij om zich in deze procedure bij te laten staan door een (juridisch) adviseur. Over de bekostigingsproblematiek is contact geweest met het vertegenwoordigers van het ministerie; inmiddels is hier wel een oplossing voor gevonden. Tenslotte nog een opmerking over de toekomst van de RVC-PO tegen de achtergrond van alle ontwikkelingen rond ‘Passend Onderwijs’. Voor de RVC-VO is duidelijk dat functie en taken komen te vervallen rond 2015; voor de RVC-PO moeten we vaststellen dat er sprake is van volledige radiostilte op dat punt. Binnen de afronding van het project Passend Onderwijs –de AMvB ‘Passend onderwijs’ staat ‘ter advisering’ op de site van www.passendonderwijs.nl- zou het zeer verhelderend zijn als duidelijk omschreven wordt of en zo ja, binnen welke kaders de RVC-PO blijft bestaan. Mogelijk zouden de taken van RVC-PO overgeheveld kunnen worden naar de landelijke geschillencommissie onderwijs of naar de onderwijsconsulenten, die uit hoofde van hun taakstelling, advisering aan de ouders, dicht bij de problematiek staan. Belangrijk is in ieder geval dat er duidelijkheid komt voor ouders en verwijzers. Als de eerdergenoemde AMvB hier niet uitdrukkelijk in voorziet lijkt dat een gemiste kans. Resteert ons nog op te merken dat in voorkomende gevallen, de samenwerking met alle betrokkenen zeer positief was. Graag willen we ook nu weer iedereen danken voor betoonde inzet.
Namens RVC Limburg-PO (Regionummer 12),
Mr. W.J.E. Vaessen, voorzitter
6
RVC LIMBURG PRIMAIR ONDERWIJS
Taakstelling Bij de invoering van de Wet op het Primair Onderwijs (WPO) en de Wet op de Expertise Centra (WEC), op 1 augustus 1998 zijn de taken die de Regionale Verwijzingscommissie voor het Primair Onderwijs (RVC-PO) tot dan toe had (over toelating van leerlingen tot het SBO beschikken) overgedragen aan de Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL). De PCL’s zijn gekoppeld aan (nieuw te vormen) samenwerkingsverbanden Primair Onderwijs. De RVC-PO kreeg per genoemde datum tot taak: het geven van advies over bezwaarschriften tegen een door de PCL genomen besluit over de toelaatbaarheid van een leerling tot een school voor speciaal basisonderwijs Het aantal RVC’s – PO is teruggebracht tot 12, gelijk aan het aantal RVC’s – VO. Hierdoor werd het mogelijk om de RVC-PO en VO organisatorisch te integreren. De inhoudelijke werkzaamheden van de beide onderdelen van RVC-Limburg zijn echter duidelijk afgebakend en verschillend.
Ambtelijk secretariaat Het ambtelijk secretariaat is gevestigd: RVC-PO; Drs M. Meex, ambtelijk secretaris 6017 BL THORN, Oude Trambaan 2B; Tel. 0475 562982
[email protected]
Wettelijke basis WPO art. 23, lid 5: Alvorens een beslissing te nemen op een bezwaarschrift vraagt de permanente commissie leerlingenzorg advies aan de regionale verwijzingscommissie, bedoeld in artikel 24. WPO art 24, lid 1: Onze minister kan een regionale verwijzingscommissie instellen. Een regionale verwijzingscommissie brengt binnen 4 weken na een verzoek als bedoeld in artikel 23, vijfde lid, advies uit aan de permanente commissie leerlingenzorg Besluit Regionale Verwijzingscommissies Primair Onderwijs Artikel 6 Taak van een regionale verwijzingscommissie Teneinde de adviestaak, bedoeld in artikel 24, eerste lid, van de wet te kunnen vervullen, houdt de regionale verwijzingscommissie zich op hoofdlijnen op de hoogte van de onderwijskundige mogelijkheden van de basisscholen en speciale scholen voor basisonderwijs in de regio waarin zij werkzaam is en van de zorgplannen van de zorgplannen van de samenwerkingsverbanden waarbij de scholen zijn aangesloten. Artikel 7 Werkwijze van een regionale verwijzingscommissie 1. Indien de permanente commissie leerlingenzorg bij een verzoek tot advisering, bedoeld in artikel 23, vijfde lid, van de wet, onvoldoende gegevens overlegt, kan de regionale verwijzingscommissie besluiten om de adviestermijn bedoeld in artikel 24, eerste lid, van de wet, met twee weken op te schorten ter aanvulling van de gegevens. Nadat de gegevens zijn aangevuld, of de termijn van twee weken ongebruikt is verstreken, brengt de regionale verwijzingscommissie advies uit. 2. De regionale verwijzingscommissie retourneert na het uitbrengen van het advies, bedoeld in artikel 24, eerste lid, van de wet, alle gegevens die zij ten behoeve van de uitoefening van haar taak heeft ontvangen. 3. De regionale verwijzingscommissie verstrekt op verzoek van de ouders van de desbetreffende leerling aan hen kosteloos een afschrift van het uitgebrachte advies.
7
Tegen het advies van de RVC is geen bezwaar of beroep mogelijk; wel hebben de ouders de mogelijkheid om tegen de beschikking op bezwaar door de RVC in beroep te gaan bij de bestuursrechter.
Adviesaanvraag PCL De WPO bepaalt ten aanzien van de adviesaanvraag door de PCL het volgende: De adviesaanvraag dient zodanig te zijn dat de RVC-PO haar advies kan opstellen zonder nadere informatie te moeten vragen. De adviesaanvraag dient daarom zeker de volgende elementen te bevatten: 1. Een volledig ingevulde en ondertekende adviesaanvraag van de PCL; 2. Het volledig ingevulde besluit van de RVC, met de onderliggende documenten en argumenten die tot het besluit geleid hebben; 3. Het volledig ingevulde en ondertekende bezwaarschrift van de ouders tegen het besluit van de PCL; 4. De volledig ingevulde aanvraag door of namens de ouders voor plaatsing in het speciaal onderwijs, met de onderliggende documenten; tenminste bevattend een zo volledig mogelijk onderwijskundig rapport van de school waar de leerling op het moment van de aanvraag staat ingeschreven.
Werkterrein Het werkterrein van RVC-PO omvat de provincie Limburg met de volgende samenwerkingsverbanden PO: NOORD ZUID PO 3101 Venlo, Venray e.o. PO 3104 Sittard-Geleen e.o PO 3102 Roermond e.o PO 3105 Maastricht e.o. PO 3103 Weert, Nederweert PO 3106 Heerlen e.o (Parkstad Limburg) Nadere info over de samenwerkingsverbanden is te vinden op: www.passendonderwijs.nl/samenwerkingsverband/samenwerkingsverband/lijst
Samenstelling en werkwijze van de RVC Limburg Primair Onderwijs Om praktische reden is gekozen voor een verschillende samenstelling voor de regio’s Noord en Zuid. Samenstelling RVCL-PO Regio Noord Dhr. mr. W.J. Vaessen, voorzitter Mw. drs. C. Maes, lid Mw. drs. M. Vos-Brueren, lid Dhr. drs. M. Meex, ambt. secretaris Samenstelling RVC-PO Regio Zuid: Dhr. mr. W.J. Vaessen, voorzitter Mw. drs. M. Groten-Canton, lid Dhr. drs. M. Meex, ambt. secretaris
Beoordeling adviesaanvraag De RVC-PO baseert haar oordeelsvorming op grond van de volgende uitgangspunten/criteria: 1. De van toepassing zijnde wettelijke bepalingen; 2. De grondslag van de besluitvorming door de PCL; die op hoofdlijnen gebaseerd dient te zijn op gegevens over: a. Het niveau van kennis en vaardigheden van de leerling;
8
b. De cognitieve vaardigheden van de leerling; c. De cognitieve vaardigheden van de leerling; d. Het sociaal-emotioneel functioneren en de fysieke gesteldheid van de leerling; e. Werkgeschiktheid/werkhouding van de leerling; f. De thuissituatie van de leerling. 3. Andere naar het oordeel van de RVC relevante informatie
Werkwijze RVC-PO De werkwijze van de RVCL-PO is als volgt: De leden ontvangen via het secretariaat een kopie van het door de PCL ter beschikking gestelde dossier ter beoordeling. Tijdens een vergadering van de gezamenlijke commissie wordt vervolgens het advies aan de PCL op hoofdpunten geformuleerd. De ambtelijk secretaris stelt vervolgens het eindadvies in concept op en legt dat ter goedkeuring voor aan de commissieleden. Na vaststelling van de definitieve eindtekst van het advies wordt dit toegezonden aan de betreffende Permanente Commissie en de andere belanghebbenden (ouders, scholen). De commissie heeft de mogelijkheid om belanghebbenden te horen.
WERKZAAMHEDEN VAN DE RVC LIMBURG PRIMAIR ONDERWIJS VERSLAGJAAR 2012
Behandelde bezwaarschriften In het verslagjaar werden de volgende 2 bezwaarschriften tegen een PCL-beschikking ter advisering aan de RVCL-PO aangeboden. Aanvragende PCL
Aard van het bezwaar
PCL Parkstad Limburg, te HEERLEN
Bezwaar tegen het afwijzen door de PCL van de gevraagde SBO-plaatsing; SBO kan niet voldoen aan de hulpvraag van de betreffende leerling.
PCL VENRAY, te VENRAY
Advies van de RVC
(Na hoorzitting) Om praktische redenen in eerste instantie gebruik maken van voorhanden REC-4 verklaring. Mogelijke tussenoplossing: Proefplaatsing SBO; na evaluatie binnen lopende schooljaar definitief besluit nemen. Bezwaar ouders van een Met vasthouden aan inhoudelijk standpunt, leerling uit het reguliere PO ultieme poging ondernemen om ouders te om deze toelaatbaar te overtuigen dat SBO-plaatsing de meest verklaren tot het SBO. geëigende optie is gezien de ondersteuning- en Standpunt ouders: begeleidingsbehoefte van het kind. Wij hebben slechts advies Beschikking omzetten in advies, teneinde gevraagd, geen beschikking! opening tot dialoog met ouders te creëren.
Kwaliteit van de aanvraag De commissie stelde vast dat de adviesvragende Permanente Commissies en de bezwaarmakende ouders hun werk op zorgvuldige wijze en volgens de geldende regels hadden gedaan. De aanvragen waren formeel ontvankelijk.
9
JAARVERSLAG 2012 RVC LIMBURG VOORTGEZET ONDERWIJS
10
VOORWOORD
De afhandeling van dossiers verliep in het verslagjaar 2012 met dezelfde inzet en doelgerichtheid als in het recente verleden, zowel in kwalitatief als ook in kwantitatief opzicht. Er is weliswaar een lichte stijging van het aantal aanmeldingen, maar dat is van een zodanig geringe omvang dat dit geen reden is tot op- of aanmerkingen. Het sluit redelijk goed aan bij de landelijke trend om te streven het totaal der aanvragen niet te laten stijgen. Een reden te meer om te streven naar stabilisatie van het aantal aanmeldingen is de beslissing van de landelijke overheid om –onder druk van het streven naar alle mogelijke bezuinigingen– de zorgtoeslag te stabiliseren op een niveau gebaseerd op het aantal zorgleerlingen in 2010. Als het aantal (gekwalificeerde) zorgleerlingen aanmerkelijk zou stijgen, dan zou dat er toe kunnen leiden dat samenwerkingsverbanden op korte termijn met forse budgettaire problemen geconfronteerd zouden worden. De gestelde normen voor LWOO en PrO en de wijze waarop het onderwijsveld en de RVC’s er tot nu toe mee zijn omgegaan, blijken dus redelijk te sporen met de budgetten zoals die (tot nu toe) voorzien zijn. Over het algemeen werd weer veel energie en aandacht besteed aan de verzorging van de aangeleverde dossiers. Wel viel het op dat bij (noodzakelijke) personele wisselingen bij aanmelders, het doorgeven van opgedane deskundigheid en ervaring, aan degenen die het stokje moesten overnemen, wel eens tekort schoot. Dit jaarverslag beoogt, naast het afleggen van verantwoording van werkzaamheden door de RVC, de lezer inzicht en overzicht te bieden van cijfermatige onderbouwing van gevoerd beleid. Zoals te doen gebruikelijk vindt u aan het einde van dit verslag alle cijfers en specificaties, waarvan wij denken dat ze van nut zijn voor aanmelders, schooldirecties en besturen. Nu de wettelijke regeling rond ‘Passend Onderwijs’ in de afrondende fase komt, kunnen we langzaam uit gaan zien naar het afscheid van de RVC-VO. Concreet zijn nog geen gegevens bekend; de vraag is of er via het creëren van een overgangsfase de RVC’s de gelegenheid geboden wordt op adequate wijze kennis en vaardigheden die in bijna 15 jaar zijn opgedaan door te geven aan de samenwerkingsverbanden die straks verantwoordelijk worden voor de toewijzing van zorg. Gelukkig worden door de landelijke RVC-organisatie alle middelen aangewend om met name de overdracht van de indicatiedeskundigheid te waarborgen. Tot de geldende routines van het jaarverslag, maar daarom niet minder welgemeend, behoort ook dat wij onze dank en waardering uitspreken voor de prettige en constructieve samenwerking met alle betrokkenen.
Maastricht, maart 2013
Mr. W.J.E. Vaessen, alg. voorz.
11
DE TOELAATBAARHEIDCRITERIA EN DE WIJZE VAN OMGANG DAARMEE De RVC-VO Limburg heeft haar werkzaamheden ook in 2012 verricht, conform het “Besluit RVC’s, regionaal zorgbudget en Praktijkscholen met declaratiebekostiging” (Staatsblad 2003 262)
Toelaatbaarheidnorm Bij het afgeven van toelatingsbeschikkingen moet de RVC-VO zich laten leiden door het totale, door de aanvragende school ingediende, dossier. Dat aanmeldingsdossier moet een zo compleet mogelijk beeld geven van de (extra) zorgbehoefte van de leerling waarvoor de beschikking gevraagd wordt. Het moet daarom bestaan uit een samenhangend geheel van: 1. de door aanmelder gegeven motivering, die gebaseerd is op ervaringen met leerlingen in de voorafgaande schoolperiode (meestal in het primair onderwijs); 2. de leerachterstand van leerlingen; afgezet tegen het reguliere leertraject in het primair onderwijs; 3. het intelligentiequotiënt van de leerling; 4. indien dat noodzakelijk is voor het vormen van een oordeel, de resultaten van één of meer persoonlijkheidsonderzoeken, met betrekking tot prestatiemotivatie, faalangst en emotionele instabiliteit, die een beeld geven van de sociaal-emotionele problematiek van de leerling, in relatie tot de leerprestaties; 5. indien het een aanvraag voor praktijkonderwijs betreft: de zienswijze van de ouders.
Wie vraagt een RVC-beschikking aan? Het bevoegd gezag van een VMBO-school of een school of afdeling voor Praktijkonderwijs dient de aanvraag tot indicatiestelling in bij de RVC-VO die werkzaam is voor het samenwerkingsverband waarvan de school deel uit maakt. Hierbij wordt gebruik gemaakt van een landelijk vastgesteld aanmeldingsformulier. De school overlegt vooraf met de wettelijke vertegenwoordiger(s) van de leerling over de aanvraag tot indicatiestelling. Zij ontvangen een kopie van het aanmeldingsformulier.
Voor welke leerlingen kan een indicatiestelling worden aangevraagd en wanneer? 1. Voor leerlingen die vanuit het primair of (voortgezet) speciaal onderwijs instromen in het eerste leerjaar van het VMBO of in het Praktijkonderwijs. Wanneer? Voor 1 oktober van het eerste leerjaar. 2. Voor leerlingen bij wie tijdens het eerste leerjaar VMBO blijkt dat indicatiestelling wenselijk is Wanneer? Het gehele eerste leerjaar tot uiterlijk 31 juli. Deze leerlingen mogen nog niet eerder geïndiceerd/afgewezen zijn door een RVC-VO. De leerlingen moeten voldoen aan de criteria voor onder-instromers en er moeten in het lopende schooljaar tenminste twee pedagogisch-didactische interventies hebben plaats gehad.
12
3
Bijzondere regeling praktijkonderwijs Vanaf 1 augustus 2005 is de bijzondere regeling PrO ingesteld. Deze maakt het mogelijk om leerlingen uit het LWOO of vanuit het REC-onderwijs, ondanks dat ze niet geheel aan de PrOnorm voldoen, toch toe te laten tot het Praktijkonderwijs. Aanvragen daartoe moeten aan een aantal specifieke voorwaarden voldoen. Het aanvraagdossier moet bevatten: 1. kopie van (eerder afgegeven beschikking LWOO of CvI (Commissie van indicatiestelling RECscholen); 2. zienswijze van de ouders; 3. advies van de PCL van de aanvragende school; 4. motivering van de PrO-school, waarom men de leerling wil opnemen; 5. handelingsplan(nen) van de school van herkomst; 6. beschrijvingen van ped./didactische interventies en resultaten daarvan; 7. verslag van bemoeienis door externe deskundigen; 8. beschrijving van mogelijke risico’s als de leerling niet wordt geplaatst; zo mogelijk gebaseerd op testgegevens; 9. aanmelding dient te geschieden met het formulier “Bijzondere Regeling”. Honorering van de aanvraag stoelt strikt genomen slechts op een administratieve toets van volledigheid van het aanmeldingsdossier. Inhoudelijk gelden verder geen specifieke criteria. De uitkomst van deze administratieve toets is formeel geen beschikking; slechts een toelaatbaarheidsverklaring. 4. Vreemdelingen (conform artikel 10g, lid 4 VWO) - Vreemdelingen (leerlingen die niet de Nederlandse nationaliteit hebben) die op 1 oktober van het schooljaar waarin zij voor het eerst worden meegeteld als leerling in het voortgezet onderwijs, korter dan1 jaar in Nederland zijn, kunnen niet bij de RVC-VO worden aangemeld; - Pas na het betreffende schooljaar, waarin vreemdelingen voor de eerste keer worden meegeteld, kunnen zij worden aangemeld voor indicatiestelling bij de RVC-VO (aanvraag nà 1/8 maar voor 1/10) In de tussentijd krijgt de school voor deze leerlingen een verhoging van de cumi-vergoeding
Beleidsruimte voor de RVC De toelaatbaarheidcriteria geven de RVC een beperkte beleidsruimte om binnen de grenzen, die in de regelgeving nadrukkelijk bepaald zijn, eigen verantwoordelijkheid te nemen. Beleidsruimte geldt wanneer er sprake is van; overlap PrO-LWOO (IQ 75-80); De motivering van de keuze die de aanmelder maakt is in dat geval van doorslaggevende betekenis; onderling strijdige criteria (bijvoorbeeld IQ op PrO-niveau; leerachterstanden op LWOOniveau, of omgekeerd); sociaal emotionele problematiek (bij IQ vanaf 91). In alle gevallen waarin de aanvragen niet voldoen aan de criteria of waar de RVC anders oordeelt dan hetgeen in de aanvraag gesteld is, wordt een negatieve, dan wel afwijkende beschikking verleend. Voor de leerlingen, die – hoewel duidelijk is dat zij in het onderwijs extra zorg en begeleiding behoeven – niet voldoen aan de door de RVC te hanteren criteria, kan via het samenwerkingsverband (PCL) een beroep gedaan worden op het regionaal zorgbudget. Verder zijn er ook, eveneens een zeer beperkt aantal, leerlingen, die naar het oordeel van de aanleverende (speciale) basisschool met een lichte mate van ontwikkelings-/gedragsstoornis toch toegelaten kunnen worden, maar die niet binnen de RVC-criteria vallen. In voorkomende gevallen kunnen de ouders een aanvraag indienen voor toekenning van LGF-gelden (‘rugzakje’) en op die manier plaatsing in het reguliere VO bewerkstelligen. In zeer uitzonderlijke gevallen komt het voor dat er verschil van mening is tussen de basisschool en de VO-school over de kwalificatie ‘zorgleerling’. Dat kan er toe leiden dat de basisschool weigert om verdere informatie te geven. De RVC kan in deze geen stelling nemen. De VO-school is de aanvragende partij. Zij maakt uit, òf de leerling toelaatbaar is, zo ja voor welke vorm van VMBO en of de noodzaak aanwezig geacht wordt om een RVC-beschikking aan te vragen. Duidelijk mag in ieder
13
geval zijn dat de basisschool, wettelijk verplicht, een onderwijskundig of schoolverlaterrapport moet leveren. Er zijn wettelijk geen vormvereisten gesteld aan dat rapport; wel gelden binnen samenwerkingsverbanden meestal vaste afspraken over het te gebruiken model.
Procedure De aanvraag van een toelaatbaarheidbeschikking dient te worden gedaan door de school voor voortgezet onderwijs die de leerling wil plaatsen. Het aanmeldingsdossier moet tenminste de volgende zaken bevatten: een volledig ingevuld (model-) aanmeldingsformulier, dat ieder jaar opnieuw aangepast wordt; een psychologisch verslag met intelligentiegegevens, een onderwijskundig rapport (of schoolverlaterrapport), opgesteld door de school van herkomst (vormgeving meestal op basis van afspraken binnen een samenwerkingsverband); bij een PrO-aanvraag: de zienswijze van de ouders; als er sprake is van sociaal-emotionele problematiek dient het dossier een ter zake relevant verslag te bevatten van een bevoegd deskundige (orthopedagoog/ psycholoog).
Bezwaar en beroep Op grond van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kunnen belanghebbenden bezwaar maken tegen een afgegeven beschikking of tegen de weigering om een beschikking af te geven. Omdat de RVC dus onder de werkingssfeer van de Awb valt, moet zij zich houden aan alle in de wet genoemde procedures en termijnen. Mocht de RVC negatief beslissen op een bezwaar(schrift) dan kan de belanghebbende in beroep gaan bij de afdeling bestuursrecht van de rechtbank.
Toetsen en testen De RVC heeft in 2012 in haar besluitvorming uitsluitend gebruik gemaakt van testen die voorkomen op de door de minister voorgeschreven ‘lijst met instrumenten’. Deze lijst wordt ieder jaar opnieuw vastgesteld op basis van een advies van de Certificeringscommissie, bestaande uit vertegenwoordigers van RVC-landelijk en de Commissie Testaangelegenheden van het NIP (COTAN). Ze heeft een limitatief en bovenal bindend karakter. In de maand juli wordt de lijst voor het daaropvolgend jaar door het ministerie gepubliceerd. Via www.rvc-vo.nl kunnen scholen daar kennis van nemen. Scholen dienen zich er van bewust te zijn dat de RVC geen rekening mag houden met uitkomsten van niet toegestane toetsen.
Digitale aanmelding Beschikkingsaanvragen moeten gedaan worden met behulp van een landelijk uniform voorgeschreven aanmeldingsformulier. In de regel wordt het formulier digitaal ingevuld en aangeleverd. Met de ontvangst van het ‘digitale’ aanmeldingsformulier is het dossier voor de RVC natuurlijk nog niet compleet. Van belang is het om te weten dat het dossier pas volledig en behandelbaar is wanneer het onderwijskundig rapport en andere onderliggende documenten aan de RVC ter hand gesteld zijn. Deze (aanvullende) documenten worden vaak nog per post of per koerier aangeleverd. Let wel dat de datum van digitale aanmelding als zodanig wel geldt, maar dat de tijd die verstrijkt tot het completeren van het dossier, opgeteld moet worden bij de (wettelijk toegestane) beslistijd van de RVC.
14
CONTACTEN
Voorzittersoverleg Omdat de RVC Limburg met 2 Kamers werkt, spreekt het voor zich dat er geregeld contact was tussen de leden van beide Kamers, tussen de algemeen voorzitter en de kamervoorzitters. De overlegstructuur, de algemeen voorzitter en de beide kamervoorzitters, zoals die in voorgaand jaar was ingesteld, is in 2012 voortgezet. Het overleg blijft vooral gericht op afstemming van beleid tussen beide Kamers van RVC Limburg en het bespreken van (sub-) regionale ontwikkelingen ‘Passend Onderwijs’. Ook in 2012 hebben de algemeen voorzitter en de beide kamervoorzitters deelgenomen aan de landelijke vergaderingen (4). Aan dit landelijk overleg wordt in de regel ook deelgenomen door vertegenwoordigers van het ministerie (directie VO), de projectgroep “Kwaliteit van Zorg” en het platform van samenwerkingsverbanden VO. Het overleg is bedoeld om de afstemming tussen de RVC’s-VO te bevorderen en om ervaringen uit de praktijk aan elkaar en aan de beleidsverantwoordelijken door te geven. Deze vergadering is ook verantwoordelijk voor de voordracht aan de minister van de lijst van toetsinstrumenten zoals die door de Certificeringcommissie wordt voorgesteld. Vanuit het landelijk overleg worden regelmatig commissies benoemd, met specifieke opdrachten ter voorbereiding van toekomstige beleidsbeslissingen en adviezen aan OC&W. Vanuit onze gelederen heeft de algemeen voorzitter aan diverse commissies meegewerkt (Financiën, Vervolgbeleid Passend Onderwijs en PrO-loopbanen).
Overleg tussen de Kamers De leden van beide Kamers vergaderden in 2012 twee keer gezamenlijk. De vergaderingen worden voorbereid vanuit het voorzittersoverleg. Administratieve en inhoudelijke afstemming blijven hier de voornaamste gesprekspunten. Ook de beide ambtelijk secretarissen hebben contact met elkaar. Het overleg betreft in dit geval voor het merendeel administratieve en procedurele afstemming. De jaarvergadering, die in de regel in de maand april gehouden wordt, is ook voor alle leden van de beide Kamers samen. Dan wordt dit jaarverslag en het financieel jaarverslag aan de orde gesteld.
Extern overleg De goede relaties met aanmelders, Samenwerkingsverbanden en PCL’s werden in het verslagjaar 2012 op dezelfde wijze voortgezet. De voorzitter en de ambtelijk secretaris van de RVCL Kamer Noord nemen op uitnodiging steeds deel aan de voorlichtingsbijeenkomsten van het samenwerkingsverband Noord-Limburg.
15
ALGEMENE AANDACHTSPUNTEN
Didactische niveaubepaling Ook in het verslagjaar 2012 was de didactische niveaubepaling een blijvend punt van aandacht. In een aantal gevallen neigen aanmeldende scholen er toe meer vertrouwen te hechten aan toelatingsonderzoeken door of namens hen gedaan. Niet zelden blijkt dat de uitkomsten van die onderzoeken in belangrijke mate afwijken van gegevens zoals die door de basisscholen worden vermeld in het onderwijskundig rapport. In de motivering van de aanvraagstelling slaagt men er vervolgens niet in om een overtuigend beeld neer te zetten dat recht doet aan een op de persoon van de leerling toegesneden diagnostiek. Vanuit de wettelijke opdrachtstelling (zie toelichting bij art. 5 Besluit RVC’s 2003, Stbl. 262) is de RVC bij de beoordeling van een dossier gehouden om uit te gaan van: “…….een beredeneerde aanmelding, die aan toont welke ervaringen met de leerling in het onderwijsleerproces tot deze aanmelding heeft geleid. Het kan dus niet zo zijn dat een leerling louter op grond van de toepassing van testinstrumenten als zorgleerling wordt aangemerkt als er daarnaast tot dan toe geen aanleiding is geweest om hem of haar als zorgleerling te bestempelen”. Ter verduidelijking wordt nog vermeld: “Onderdeel van de dossiers vormen het onderwijskundig rapport en de gegevens van toetsen en tests, alsmede een persoonlijkheidsonderzoek bij een IQ >90”. Het laat dus geen twijfel dat een aanvraag ‘gedekt’ moet zijn door een juiste interpretatie van alle beschikbare gegevens die bij elkaar komen in een afgewogen motivering.
Didactische Database In opdracht van RVCL is in de loop van 2010 een database ontwikkeld, die het mogelijk maakt de didactische scores uit de basisschoolloopbaan van een leerling in een oogopslag te overzien. In beide gebieden werd een informatieve bijeenkomst voor scholen over het gebruik van het programma georganiseerd, om scholen te stimuleren er zelf mee aan de slag te gaan.
Financiële verantwoording De RVCL heeft ook in 2012 haar werkzaamheden verricht binnen het door OC&W beschikbaar gestelde budget. De financiële administratie wordt verzorgd door Stichting Vizyr te Heerlen. In goed overleg met de algemeen voorzitter wordt een Financieel Jaarverslag opgesteld. Voor 1 mei van elk (volgend) boekjaar wordt dit met goedkeurende accountantsverklaring bij het ministerie aangeleverd.
16
DE WERKZAAMHEDEN KAMER NOORD
Beschikkingen Dit verslagjaar werden 993 beschikkingen afgegeven. Dit is een lichte afname t.o.v. vorig jaar. De afname komt voor rekening van het LWOO. In de gehele regio zien we een stijging van het aantal PrO-beschikkingen (29%). De grootste stijging zien we in het gebied Weert. Wij denken dat dit te maken heeft met het feit dat samenwerkingsverband Weert gekozen heeft voor een opstroom-regeling (opstroomklas). Bij het maken van deze keuze is ook goed gekeken naar het grijze gebied en lijkt het dat meer leerlingen in het grijze gebied richting PrO-onderwijs geleid worden dan naar het LWOO. (Opstroomklas is een klas met leerlingen uit het grijze gebied die geplaatst worden in het PrO, maar waar toegewerkt wordt naar een overstap naar het VMBO.) In Roermond is er in absolute aantallen een groei in het PrO-onderwijs, maar in percentuele aantallen blijven de PrO-aanvragen achter. Mogelijk speelt daar de speciale vangnet-klas op Cita Verde College een rol naast de van oudsher brede opvangmogelijkheden van BC Broekhin. Er zijn dit jaar aanzienlijk minder REC-leerlingen waarvoor een beschikking werd gevraagd. Er is opnieuw een groei in de regeling bijzondere gevallen (maatwerkregeling).
Aanmeldingsdata In kamer Noord worden dossiers meer gespreid aangeleverd, vanaf een eerder moment in het jaar. Helaas leverde dat niet altijd tijdwinst op, omdat er in de startperiode geen rekening mee was gehouden, dat ook cito groep 8 gegevens moesten worden aangeleverd, die dan alsnog werden opgevraagd.
Aanleveren dossiers De scholen maken steeds meer gebruik van het DOD, Digitaal OverdrachtsDossier. Het blijkt voor scholen vaak nog een (te) moeilijke opgave relevante leerlingkenmerken in dit systeem in te voeren. Over de hele linie zijn dossiers regelmatig te minimaal ingevuld m.b.t. kenmerken/gedrag van de leerling. Niet achter gegevens aangaan zou betekenen dat leerlingen met een IQ>90 géén LWOO-beschikking konden krijgen omdat er te weinig informatie was over sociaal-emotionele onderwijsbelemmeringen, terwijl de leerlingen naar later bleek, wel aan de criteria voor LWOO voldeden. Dit heeft tot vele vertragingen geleid omdat dossiers teruggestuurd moesten worden en de scholen door de coördinatoren benaderd moesten worden om alsnog gegevens boven tafel te krijgen. Voor het secretariaat van de RVC betekende dit een verhoging van de werkdruk. In een aantal gevallen, was er verwarring over het al dan niet mogen gebruiken van de SBO cito toetsen. De toetsen voor groep 6-7-8 waren in 2012 nog niet toegestaan, ze zijn wel toegestaan in 2013. Het eerste criterium, de motivering van de school, is nog regelmatig onder de maat. Een motivering als: “Gezien IQ en leerachterstanden” of “Voldoet aan de criteria”, is volstrekt onder de (wettelijke) maat. De motivering hoort een integraal beeld te geven van de problematiek van de leerling, van de zorg die tot heden aan deze problematiek besteed is en van de mogelijkheden die de school kan bieden om aan deze problematiek tegemoet te komen in ofwel het LWOO dan wel het PrO. De regelgeving vraagt om een SE-verklaring bij een leerling met een IQ boven de 90 voor wie LWOO wordt aangevraagd. Een SE-verklaring is een door een deskundige geschreven leerling-document en het komt in diens dossier. Het moet een goede indruk geven van alle zorgpunten op sociaalemotioneel gebied. We zien vaak dat er standaard SE verklaringen zijn, waardoor we genoodzaakt zijn vragen te stellen. Voor een deel van onze doelgroep, met name voor de leerlingen waarvoor een PrO-aanvraag wordt gedaan, zijn schriftelijke/klassikale IQ-testen minder geschikt. Dit hangt meestal samen met de grote
17
leerachterstanden op het gebied van taal en lezen. Dat is de reden dat dit soort testen voor die doelgroep in categorie IV zijn geplaatst; hetgeen wil zeggen: ernstig ontraden. Toch zien we dat een substantieel deel van de aanvragen voor een PrO-beschikking onderbouwd wordt met gegevens uit dit soort testen. Een meer individuele benadering van het onderzoek naar de leercompetenties van deze leerlingen zou voor hen wenselijk zijn. Waar nodig zal de RVC daar ook om vragen.
Regeling bijzondere gevallen (maatwerkregeling) Gezien het grote aantal maatwerkregelingen vonden we het wenselijk om deze speciaal onder de loep te nemen. Wat valt op. We zien dat van de 19 leerlingen 16 nieuwkomer zijn. Van de 16 nieuwkomers zijn er 9 leerlingen afkomstig uit het ISK-onderwijs, die wij het jaar ervoor geen PrO-beschikking konden geven in verband met het ontbreken van de handtekening van de ouders. Van de overige nieuwkomers had er één geen LWOO-verklaring (kon toen niet gegeven worden) en is via het landelijke kanaal advies afgegeven om tot een PrO-beschikking te komen. De overige leerlingen functioneerden in de basisschool didactisch redelijk, en ook het IQ gemeten met schriftelijke toetsen gaf geen aanleiding tot een PrO-beschikking. Wat valt op bij deze leerlingen, het IQ gemeten met een WISC is dusdanig laag (± 60 tot ± 65)) dat je je afvraagt hoe dat kan en als je bij deze leerlingen nagaat welke thuistaal er gesproken wordt blijkt het de taal van het thuisland te zijn. Dit heeft wellicht invloed op de WISC-score. De TIQ-score geeft dan mogelijk een te weinig betrouwbaar beeld van de mogelijkheden van een leerling. Vraag is vervolgens: wat zouden deze leerlingen aan extra taalondersteuning nodig hebben gehad om wel tot e voldoende resultaten te komen. Enkele leerlingen lopen vast in en na het 2 jaar.
Passend onderwijs Niekée heeft een symposium georganiseerd waar de RVC Kamer Noord in groten getale naar toe is geweest. We hebben mogen proeven van het unieke concept van onderwijs dat zij gestalte geven voor hun leerlingen. In de maanden november en december is met ieder samenwerkingsverband door de RVC gesproken over de ontwikkelingen in Passend Onderwijs en gekeken hoe men er gestalte aan wil geven. Belangrijk is om regelmatig in gesprek te blijven over de voortgang in de ontwikkelingen Passend Onderwijs en waar gevraagd steun te bieden in het traject.
Werkzaamheden -
-
Overleg op landelijk niveau (voorzitter, 4x per jaar) Overleg tussen de voorzitters van RVC Limburg (6 tot 8 keer per jaar) Gezamenlijke vergadering van alle leden RVC Limburg (2x per jaar) Meewerken aan voorlichtingstrajecten in samenwerkingsverband Venlo door de voorzitter en ambtelijk secretaris. Gevraagd om mee te werken aan een voorlichtingstraject in samenwerkingsverband Weert waar we helaas wegens druk bezette agenda die voorgestelde data verstek moesten laten gaan, maar waar we wel enkele forse discussiecasussen ter beschikking gesteld hebben. Enkele malen gevraagd om op coördinatorenniveau van samenwerkingsverband Venlo aan te sluiten bij hun vergadering (2 tot 3x een half uur) Twee maal overleg met PCL van samenwerkingsverband Weert. Een maal overleg met coördinatie van het samenwerkingsverband Venlo door de voorzitter en ambtelijk secretaris. Deelname aan een landelijk project hoe de sociaal-emotionele gegevens te ordenen, zodat er een soort beslissingsschema ontstaat dat voor alle RVC’s bruikbaar is.
18
DE WERKZAAMHEDEN KAMER ZUID
Beschikkingen Er werden dit jaar 793 beschikkingen afgegeven, een toename (58) t.o.v. vorig jaar. De toename geldt voor alle regio’s. SWV Geleen/Sittard heeft een toename van 10 aanvragen, Oostelijk Zuid-Limburg van 18 en Maastricht van 30 aanvragen. De toename van het totaal aantal beschikkingen vond met name bij LWOO plaats (+13 Geleen/Sittard, en in OZL +9, Maastricht +34). PrO-beschikkingen namen in totaal 2 toe. Waarbij opgemerkt moet worden dat er per regio verschillen zijn. Regio Oostelijk Zuid-Limburg +9, terwijl Geleen/Sittard -3 en Maastricht -4 afname toonden. Totaal aantal afwijkende (12) beschikkingen toonde een afname (-13). Negatieve beschikkingen (54) toonde een toename (+19). In SWV Geleen/Sittard is het percentage afwijkend, negatief en niet behandelbaar laag (6%, 11 van de 183 beschikkingen), echter in vergelijking met vorige jaren een lichte toename. In Maastricht is het percentage negatief, afwijkend LWOO en niet behandelbaar zeer laag (4%, 7 van de 162). Oostelijk-Zuid-Limburg liet toename zien van negatieve beschikkingen (45) in vergelijking met vorig jaar (32).Hier waren geen onbehandelbare dossiers De RVC heeft 12 bezwaarschriften ontvangen, lichte toename in vergelijking met 2011 (6), SWV Geleen/sittard 2, Maastricht 4, Oostelijk Zuid-Limburg 6. Er zijn 16 regelingen bijzondere gevallen geweest. Dit is minder dan vorig jaar (23). Naar het totaal aantal aanvragen gekeken (zie tabel 7 instroom leerlingen) valt op dat percentage LWOO aanvragen vanuit basisonderwijs toeneemt en vanuit SBO afneemt. Daarnaast, net als vorig jaar grote verschillen per regio. Aanmeldingen vanuit VMBO (13) en REC (15) zijn licht toegenomen. Het percentage LWOO-aanvragen vanuit regulier en speciaal basisonderwijs verschilde per regio. Sittard 56% uit regulier, 34% uit SBO Maastricht 48% uit regulier, 32% uit SBO OZL 80% uit regulier, 12% uit SBO Het percentage PrO-aanvragen uit het reguliere onderwijs nemen in Sittard af en Maastricht en Oostelijk ZuidLimburg licht toe. PrO-aanvragen vanuit SBO nemen af in alle drie de regio’s. Het grootste aantal PrO-leerlingen bleef afkomstig van SBO. Sittard 32% uit regulier, 59% uit SBO Maastricht 18% uit regulier, 65% uit SBO OZL 31% uit regulier, 67% uit SBO Er was een duidelijke toename van ISK aanvragen, totaal 49 (vorig jaar 20): Geleen/Sittard 10, Maastricht 15 en Oostelijk Zuid-Limburg 24. Wat betreft IQ (zie tabel 8) scoorden LWOO-leerlingen in de drie regio’s Zuid Limburg net als vorig jaar gemiddeld een lager IQ dan leerlingen uit de noordelijke regio’s (dit verschil lijkt niet significant). Een verklaring daarvoor ligt mogelijk in het diverse toetsinstrumentarium. Bij landelijk RVC-overleg is aangegeven dat de NDT voor PrO-aanvragen voldoet, maar voor LWOO eigenlijk niet. Verder valt op dat de 3 samenwerkingsverbanden vrijwel hetzelfde gemiddelde IQ bij LWOO beschikkingen hebben en dat dit over de jaren heen gelijk blijft. Het gemiddeld IQ bij PrO-beschikkingen was nagenoeg gelijk in de drie regio’s. Leerlingen met een zwak begrijpend leesniveau (< groep 4/5 niveau) zijn niet betrouwbaar klassikaal te toetsen, zowel intellectueel als didactisch. Zeker bij twijfel of beleidsruimte adviseert de RVC een individuele of soms nonverbale intelligentietest af te nemen.
19
Aanlevering dossiers In Sittard en Maastricht waar aanmeldingen centraal geregeld werden zien we over het algemeen betere kwaliteit en snellere afhandeling doordat dossiers uniformer onderbouwd aangeleverd worden en er bij vragen naar aanvullingen kortere lijnen zijn. Echter in Sittard zien we ook toename in negatieve, afwijkende en niet behandelbare dossiers .En in zowel Sittard als Maastricht zijn toch nog wat keren aanvullingen gevraagd. In Oostelijk Zuid-Limburg waar geen centrale aanmelding is zien we grote verschillen bij individuele aanmelders. Als er nieuwe mensen ingezet werden bij aanmeldingsprocedures werd via het RVC secretariaat vaker om aanvulling gevraagd. Mogelijk is door minder afstemming en uniformiteit en personele wisselingen meer door de RVC afgewezen. Goed onderbouwde motiveringen, zeker bij beleidsruimte zijn belangrijk en werden nogal eens gemist. Bij diverse dossiers werden zelfs onjuiste motiveringen geformuleerd. Een helder volledig ingevuld onderwijskundig rapport vormt de basis voor deze onderbouwing. De RVC constateert dat een behoorlijk aantal onderwijskundige rapporten niet helder en volledig zijn. De RVC heeft in 2012 in haar besluitvorming uitsluitend gebruik gemaakt van testen die voorkomen op de door de minister voorgeschreven ‘lijst met instrumenten’. Zeker bij de start van de aanvragen werd geconstateerd dat er bij enkele aanvragen verkeerde toetsen en normering gehanteerd werden. De RVC vraagt aanmelders nauwlettend de jaarlijkse wijzigingen in de lijst van toegestane instrumenten bij te houden! Net als voorgaande jaren is met aanmelders afgesproken dat het totaal (CITO)leerlingvolgsysteem bijgevoegd moet worden omdat voor de RVC, zeker bij twijfel het historisch leerlingvolgsysteem maatgevend is. De RVC verstrekt jaarlijks aan alle aanmelders een geüpdate versie van de geautomatiseerde leerachterstanden van de toegestane didactische toetsen en de RVC wenst nadrukkelijk dat deze door de aanmelders dan ook in historisch overzicht worden bijgevoegd. Bij diverse dossiers werd toch een volledig overzicht gemist. De RVC had bij het aanmeldersoverleg aangegeven extra alert te zijn op kwalificatie “bevoegd deskundigen” zoals vermeld op het aanmeldformulier. Desondanks bleken in de eerste periode van aanvragen een behoorlijk aantal dossiers hieraan niet te voldoen waardoor termijnen onnodig verlengd zijn. De RVC constateerde dat er bij veel digitale aanmeldingen veel tijd verstrijkt tussen ontvangst van het digitale formulier en het ontvangen van onderwijskundig rapport met relevante bijlagen. Het secretariaat zal komend jaar schriftelijk bevestigen dat het digitale formulier ontvangen is en dat de aanmelder twee weken heeft voor de noodzakelijke aanvullingen. Indien wij deze gegevens niet tijdig ontvangen wordt het dossier niet ontvankelijk / behandelbaar verklaard. De RVC constateerde opnieuw dat een behoorlijk aantal aanvragen laat gedaan worden en/of aangevuld worden. Mede hierdoor zijn een aantal aanvragen niet meer voor 15 november, sluitingsdatum RVC database afgehandeld kunnen worden. De vraag blijft waarom PrO-aanvragen niet eerder in het schooljaar gedaan werden omdat deze leerlingen bij de (speciale) basisscholen al langer bekend zijn. Voor ISK en allochtone leerlingen is het advies van de landelijke RVC om SON-R 6-40 of Wechsler Nonverbal af te nemen. Positief is dat in de regio’s Sittard/Geleen en Maastricht afname van de SONR is toegenomen. In Oostelijk Zuid-Limburg worden nog vaak voor deze doelgroep minder geschikte testen gebruikt. NDT, NIO en WISC-lll zijn niet geschikt. De Wechsler Nonverbal wordt nog vrijwel niet ingezet. De RVC acht het onverantwoord om een oordeel te vellen op basis van een verbale intelligentietest bij leerlingen die minder dan 4 jaar Nederlands onderwijs gehad hebben. De NDT is geschikt voor PrO- maar minder geschikt voor LWOO-aanvragen, in de drie regio’s werd deze test bij LWOO minder ingezet als vorig jaar. Bij IQ<90 zijn sociaal emotionele gegevens niet nodig voor de besluitvorming. Bij teveel aanvragen zijn SEO-toetsen afgenomen en in motivering beschreven terwijl deze door de RVC niet meegenomen kunnen worden.
20
Passend Onderwijs De RVC-voorzitters en leden Kamer Zuid en Noord hebben een een interne nota diagnostiek geformuleerd wat tot aanscherping beleidsrichtlijnen heeft geleid. Deze nota is begin 2012 met de drie samenwerkingsverbanden in persoonlijk overleg gecommuniceerd. Tijdens dit overleg zijn een aantal thema’s besproken, noodzaak van goede motivering, inzetten juiste testen voor doelgroep (bv. allochtoon, LWOO of PrO etc), bij technisch lezen dle< 20 is begrijpend leestoets voor PrO-aanvraag niet nodig, bij technisch leesniveau dle
21
LIJST VAN GEBRUIKTE AFKORTINGEN
Awb
Algemene wet bestuursrecht
BaO
Basisonderwijs
Cito
Centraal Instituut voor Toetsontwikkeling
COTAN
Commissie Testaangelegenheden Nederland
CvI
Commissie van Indicatiestelling leerling-gebonden financiering
HGPD
HandelingsGerichte ProcesDiagnostiek
LGF
Leerling Gebonden Financiering (‘Rugzakje’)
LCTI
Landelijke Commissie Toezicht Indicatiestelling (toezicht op CvI)
LVS / LOVS
LeerlingVolgSysteem / LeerlingOnderwijsVolgSysteem
LWO / LWOO
Leerwegondersteuning / Leerwegondersteunend Onderwijs
OWR
Onderwijskundig rapport
OPDC
Orthopedagogisch dienstencentrum
PCL
Permanente Commissie Leerlingenzorg
PO
Primair Onderwijs
PrO
Praktijkonderwijs
RVC
Regionale Verwijzings Commissie
RVCL
Regionale Verwijzings Commissie Limburg
RVCL-PO
Regionale Verwijzings Commissie Limburg voor het Primair Onderwijs
RVCL-VO
Regionale Verwijzings Commissie Limburg voor het Voortgezet Onderwijs
SbO
Speciaal basisonderwijs
SWV
Samenwerkingsverband
VMBO
Voorbereidend Middelbaar BeroepsOnderwijs
VO
Voortgezet Onderwijs
ZAT
Zorg Advies Team
22
KWANTITATIEVE GEGEVENS 2012 RVC LIMBURG VOORTGEZET ONDERWIJS
23
ALGEMEEN
1. BESLUITEN PER KAMER (excl. Maatwerk) Kamer
Totaal 2012
Toe- of afname + 7,9 % - 1,2 % + 2,7 %
793 993 1786
Zuid Noord RVCL
Totaal 2011 735 1005 1740
Toe- of afname 0,8% 1,7% 1,3%
Totaal 2010 729 988 1717
Besluiten per Kamer 2000
Besluiten
1500 2012
1000
2011
500 0 Kamer Zuid
Kamer Noord
RVCL
2. BESLUITEN PER KAMER ONDERVERDEELD NAAR ONDERWIJSTYPE Kamer
LWO 2012 640 847 1487
Zuid Noord RVCL
LWO 2011
PrO 2012 152 146 298
584 893 1477
PrO 2011 151 112 263
Besluiten per Kamer onderverdeeld naar onderwijstype 1600
Besluiten
1400 1200 1000
2012
800
2011
600 400 200 0 Zuid LWO
Noord LWO
Totaal LWOO RVC
Zuid PrO Noord PrO Totaal PrO RVC
24
3. BESLUITEN PER SWV IN RELATIE TOT TOTAAL AANTAL BESLUITEN SWV
Totaal 2012 183 162 448 480 354 159 1786
Sittard - Geleen Maastricht OZL Noord-Limburg Midden-Limburg Weert RVCL
% 10,2 9,1 25,1 26,9 19,8 8,9 100
Totaal 2011 173 132 430 462 398 145 1740
% 9,9 7,6 24,7 26,6 22,9 8,3 100
Besluiten per SWV in relatie tot totaal aantal besluiten
1500
2012
1000
2011
500
RV CL
W ee rt
No O ZL or dLi m M bu id de rg nLi m bu rg
aa st r ic ht
M
tta rd -G el
ee n
0
Si
Besluiten
2000
25
KAMER NOORD
1. TOTAAL AANTAL BESLUITEN PER SAMENWERKINGSVERBAND Besluiten
LWO 2012
PrO 2012
Totaal LWO 2011 PrO 2011 Totaal 2012 2011 Noord-Limburg 51.1 411 69 480 400 62 462 Midden-Limburg 52.1 324 30 354 380 18 398 Weert 52.2 112 47 159 113 32 145 Totaal 847 146 * 993 893 112 ** 1005 * Waarbij 98 ISK, te verdelen in 85 met LWOO-beschikking, 12 met PrO-beschikking en 1 niet behandelbaar. ** Waarbij 104 ISK, te verdelen in 94 met LWOO-beschikking, 9 met PrO-beschikking en 1 niet behandelbaar.
2. AANTAL BESLUITEN NAAR AARD VAN HET BESLUIT Besluiten
Regulier 2012
Regulier 2011
Positief Negatief Afwijkend LWO Afwijkend PrO Niet behandelbaar Totaal
LWO 741 0 0 80 11 832
LWO 759 26 0 82 16 883
PrO 141 0 2 0 3 146
PrO 109 0 0 1 2 112
Zij-instromer 2012 LWO 14 0 0 1 0 15
Zij-instromer 2011 LWO 8 0 0 0 2 10
Tot. 2012
Tot. 2011
896 0 2 81 14 993
876 26 0 83 20 1005
Tot. 2012
Tot. 2011
420 0 1 51 8 480
387 26 0 42 7 462
3. AANTAL BESLUITEN SWV NOORD-LIMBURG 51.1 NAAR AARD VAN HET BESLUIT Besluiten
Regulier 2012
Regulier 2011
Positief Negatief Afwijkend LWO Afwijkend PrO Niet behandelbaar Totaal
LWO 345 0 0 50 8 403
LWO 321 26 0 42 5 394
PrO 68 0 1 0 0 69
PrO 61 0 0 0 1 62
Zij-instromer 2012 LWO 7 0 0 1 0 8
Zij-instromer 2011 LWO 5 0 0 0 1 6
26
4. AANTAL BESLUITEN SWV MIDDEN-LIMBURG 52.1 NAAR AARD VAN HET BESLUIT Besluiten
Regulier 2012
Regulier 2011
Positief Negatief Afwijkend LWO Afwijkend PrO Niet behandelbaar Totaal
LWO 295 0 0 28 1 324
LWO 333 0 0 35 11 379
PrO 28 0 0 0 2 30
PrO 17 0 0 1 0 18
Zij-instromer 2012 LWO 0 0 0 0 0 0
Zij-instromer 2011 LWO 1 0 0 0 0 1
Tot. 2012
Tot. 2011
323 0 0 28 3 354
351 0 0 36 11 398
Tot. 2012
Tot. 2011
153 0 1 2 3 159
138 0 0 5 2 145
5. AANTAL BESLUITEN SWV WEERT 52.2 NAAR AARD VAN HET BESLUIT Besluiten
Regulier 2012
Regulier 2011
Positief Negatief Afwijkend LWO Afwijkend PrO Niet behandelbaar Totaal
LWO 101 0 0 2 2 105
LWO 105 0 0 5 0 110
PrO 45 0 1 0 1 47
PrO 31 0 0 0 1 32
Zij-instromer 2012 LWO 7 0 0 0 0 7
Zij-instromer 2011 LWO 2 0 0 0 1 3
6. REGELING BIJZONDERE GEVALLEN SWV Noord-Limburg Midden-Limburg Weert Totaal *
51.1 52.1 52.2
2012 9 5 5 * 19
2011 7 6 1 14
2010 2 2 4 8
2009 3 1 0 4
2008 3 1 0 4
2007 2 3 0 5
2006 2 2 0 4
2005 2 0 0 2
2004 6 3 1 10
13 Maatwerkregelingen die afgegeven zijn voor schooljaar 2012-2013 6 Maatwerkregelingen in de loop van schooljaar 2011-2012 afgegeven na sluiting van de monitoring op 16-11-2011 en geplaatst in schooljaar 2011-2012.
27
7. INSTROOM LEERLINGEN A.D.H.V. AANMELDINGEN School van Herkomst Anders/ISK BaO RECC I RECC II RECC III RECC IV SBaO VMBO Totaal
8.
SWV Noord-Limburg 51.1 2012 2011 LWO PrO LWO PrO 57 0 39 0 284 27 285 30 0 0 0 0 3 0 2 0 0 1 0 3 4 2 16 1 60 48 56 36 7 0 6 0 415 73 404 70
SWV Midden-Limburg 52.1 2012 2011 LWO PrO LWO PrO 40 1 60 1 215 11 258 8 0 0 0 0 0 0 8 0 0 0 0 0 4 1 3 5 78 22 54 10 0 0 1 0 329 34 384 24
SWV Weert 52.2 2012 2011 LWO PrO LWO PrO 0 0 0 0 95 18 92 5 0 0 0 0 0 1 0 0 0 2 0 1 1 1 0 0 9 30 19 27 7 0 3 0 112 52 115 33
GEMIDDELDE IQ EN SOORT INTELLIGENTIETOETS PER SAMENWERKINGSVERBAND A.D.H.V. AANMELDINGEN
IQ en soort toets
IVO 2002 IVO-internet NDT NIO NSCCT-2005 SON-R WISC-III-2005 WNV-NL2008 Totaal
SWV Noord-Limburg 51.1 2012 2011 LWO PrO LWO PrO 89 74 87 74 0 1 332 10 1 62 7 3 416
0 0 61 2 0 1 5 0 69
0 0 104 232 0 16 19 28 399
0 0 30 23 0 1 9 0 63
SWV Midden-Limburg 52.1 2012 2011 LWO PrO LWO PrO 88 71 85 71 0 2 20 251 0 45 10 0 328
0 0 1 21 0 3 5 0 30
0 0 14 293 0 62 13 0 382
0 0 0 13 0 1 5 0 18
SWV Weert 52.2 2012 2011 LWO PrO LWO PrO 86 71 86 72 0 0 0 101 0 2 9 0 112
0 0 11 19 0 2 14 1 47
0 0 0 102 0 1 11 0 114
0 0 4 16 0 1 11 0 32
28
KAMER ZUID 1. TOTAAL AANTAL BESLUITEN PER SAMENWERKINGSVERBAND Besluiten
LWO 2012
Geleen / Sittard Maastricht Oostelijk Z.Limb. Totaal
150 128 362 ** 640
PrO 2012
Totaal 2012 183 162 448 *** 793
33 34 86 ** 152
LWO 2011 * 137 94 353 584
PrO 2011 * 36 38 77 151
Totaal 2011 * 173 132 430 735
*
Er kunnen in deze tabel en verdere tabellen kleine verschillen zijn in aantallen omdat niet alle bijzondere gevallen goed geregistreerd zijn. ** In totaal 9 herziene besluiten waarvan 7x positief LWOO en 2x positief PrO. *** Waarbij 49 ISK met een positieve beschikking te weten Geleen/Sittard 10; Maastricht 15 en Oostelijk Zuid Limburg 24.
2. AANTAL BESLUITEN NAAR AARD VAN BESLUIT Besluiten
Regulier 2012
Regulier 2011
Positief Negatief Afwijkend LWO Afwijkend PrO Niet behandelbaar Totaal
LWO 560 54 0 11 2 627
LWO 528 34 0 21 1 584
*
PrO 151 0 1 0 1 153
PrO 146 1 4 0 0 151
Zij-instromer 2012 LWO 13 0 0 0 0 13
Zij-instromer 2011 LWO 14 0 0 0 0 14
Tot. 2012
Tot. 2011
724 54 1 11 3 * 793
674 35 4 21 1 735
Tot. 2012
Tot. 2011
172 6 0 3 2 * 183
167 2 1 3 0 173
In totaal 9 herziene besluiten waarvan 7x positief LWOO en 2x positief PrO.
3. AANTAL BESLUITEN SWV GELEEN / SITTARD E.O. NAAR AARD VAN BESLUIT Besluiten
Regulier 2012
Regulier 2011
Positief Negatief Afwijkend LWO Afwijkend PrO Niet behandelbaar Totaal
LWO 139 6 0 3 1 149
LWO 133 1 0 3 0 137
PrO 32 0 0 0 1 33
PrO 34 1 1 0 0 36
Zij-instromer 2012 LWO 1 0 0 0 0 1
Zij-instromer 2011 LWO 6 0 0 0 0 6
* Waarvan 1 herzien besluit positief LWOO.
29
4. AANTAL BESLUITEN SWV MAASTRICHT E.O. NAAR AARD VAN BESLUIT Besluiten
Regulier 2012
Regulier 2011
Positief Negatief Afwijkend LWO Afwijkend PrO Niet behandelbaar Totaal
LWO 110 3 0 3 1 117
LWO 84 1 0 9 0 94
PrO 34 0 0 0 0 34
PrO 38 0 0 0 0 38
Zij-instromer 2012 LWO 11 0 0 0 0 11
Zij-instromer 2011 LWO 6 0 0 0 0 6
Tot. 2012
Tot. 2011
155 3 0 3 1 * 162
121 2 0 9 0 132
* Waarvan 1 herzien besluit positief LWOO en 1 herzien besluit positief PrO.
5. AANTAL BESLUITEN SWV OOSTELIJK ZUID-LIMBURG E.O. NAAR AARD VAN BESLUIT Besluiten
Regulier 2012
Regulier 2011
Positief Negatief Afwijkend LWO Afwijkend PrO Niet behandelbaar Totaal
LWO 311 45 0 5 0 361
LWO 311 32 0 9 1 353
PrO 85 0 1 0 0 86
PrO 74 0 3 0 0 77
Zij-instromer 2012 LWO 1 0 0 0 0 1
Zij-instromer 2011 LWO 4 0 0 0 0 4
Tot. 2012
Tot. 2011
397 45 1 5 0 * 448
385 32 3 9 1 430
* Waarvan 5 herzien besluit positief LWOO en 1 herzien besluit positief PrO.
6. REGELING BIJZONDERE GEVALLEN
Geleen-Sittard Maastricht O.Z.L. Totaal
2012 3 0 13 16
2011 12 1 10 23
2010
2009
2008
2007
10
24
37
31
30
7. INSTROOM LEERLINGEN A.D.H.V. AANMELDINGEN School van Herkomst Anders/ISK BaO RECC I RECC II RECC III RECC IV SBaO VMBO Totaal
SWV Geleen / Sittard 2012 ** 2011 * LWO PrO LWO PrO 10 1 1 0 85 12 66 14 0 0 0 0 4 2 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 51 22 65 22 1 0 5 1 151 37 137 36
SWV Maastricht 2012 ** 2011 * LWO PrO LWO PrO 15 2 3 3 62 6 48 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 3 0 0 0 0 0 0 41 22 36 34 11 1 6 0 129 34 94 38
SWV Oostelijk Zuid Limburg 2012 ** 2011 * LWO PrO LWO PrO 25 0 24 0 290 31 239 20 0 0 0 0 3 1 1 1 0 1 0 1 1 0 1 0 44 66 85 55 1 0 3 0 364 99 353 77
* **
2011: In totaal 20 ISK’s te weten Geleen/Sittard 1; Maastricht 3 en Oostelijk Zuid Limburg 16 2012: Waarbij 49 ISK met een positieve beschikking te weten Geleen/Sittard 10; Maastricht 15 en Oostelijk Zuid Limburg 24.
8.
GEMIDDELDE IQ EN SOORT INTELLIGENTIETOETS PER SAMENWERKINGSVERBAND A.D.H.V. AANMELDINGEN
IQ en soort toets Gem. IQ IVO 2002 IVO-internet NDT NIO NSCCT-2005 SON-R WISC-III-2005 WNV-NL-2008 GIVO Totaal
SWV Geleen / Sittard 2012 2011 LWO PrO LWO PrO 83 70 0 0 1 88 1 11 48 1 0 150
0 0 4 13 0 2 15 0 0 34
0 0 5 81 0 1 50 0 0 137
0 0 12 10 0 0 14 0 0 36
SWV Maastricht 2012 2011 LWO PrO LWO PrO 84 70 0 0 1 81 0 15 32 0 0 129
0 0 1 21 0 3 9 0 0 34
0 0 0 71 0 3 20 0 0 94
0 0 1 27 0 1 9 0 0 38
SWV Oostelijk Zuid Limburg 2012 2011 LWO PrO LWO PrO 84 72 1 6 7 303 0 0 47 0 0 364
0 0 29 30 0 1 26 0 0 86
0 2 43 261 0 0 46 0 1 353
0 0 35 20 0 0 22 0 0 77
31