jaarverslag 2012
Presteren met plezier en passie
2
Inhoudsopgave Inhoudsopgave
H jaarrekening
93
Voorwoord
4
a1
geconsolideerde jaarrekening
95
Leeswijzer
6
a1.1
Geconsolideerde balans per 31 december 2012
95
Kerngegevens
8
a1.2 Geconsolideerde staat van baten en lasten over 2012
96 97
A missie, visie, structuur en bestuur
11
a1.3 Geconsolideerd kasstroomoverzicht over 2012
B bedrijfsvoering
18
a1.4 Toelichting behorend bij de geconsolideerde jaarrekening 2012 98
C financiële informatie
54
a1.5 Enkelvoudige balans per 31 december 2012
121
D klachtenafhandeling en vertrouwenswerk
71
a1.6 Enkelvoudige staat van baten en lasten over 2012
122
E verantwoording raad van toezicht 2012
74
a1.7 Toelichting behorende bij de enkelvoudige jaarrekening 2012
123
F ondernemingsraad
85
a1.8 Bezoldiging van bestuurders en toezichthouders
130
G centrale deelnemersraad 2012
90
Vaststelling jaarrekening
131
Begroting geconsolideerde staat van baten en lasten over 2013
132
Overige gegevens • Controleverklaring • Statutaire bepalingen inzake resultaatbestemming • Contactgegevens
133 134 135 135
Lijst met afkortingen
136
3
Voorwoord
2
012 was een jaar vol uitdagingen. Een jaar ook waarin er landelijk veel publiciteit was over onderwijsinstellingen. Soms positief maar te vaak ook negatief en helaas in een aantal gevallen volkomen terecht. ‘Autonomie verplicht’ en gebleken is dat dit niet altijd een vanzelfsprekendheid is. Voor ons is het dat wel. Wij hebben als ROC van Twente een belangrijke maatschappelijke opdracht, zijn ons daarvan terdege bewust en willen ons hierover volledig en transparant verantwoorden naar onze omgeving. Dat doen we onder andere in dit jaarverslag.
Onze belangrijkste opdracht is het verzorgen van goed onderwijs. Als Regionaal Opleidingencentrum doen we dit vooral mét onze regio en vóór onze regio, in nauwe samenwerking met bedrijven en instellingen, met onze kennispartners en maatschappelijke organisaties en lokale overheden. Wij voelen ons verbonden met de regio en voeren met trots de naam ‘ROC van Twente’. Het afgelopen jaar werd de economische crisis ook in onze regio goed voelbaar. Veel bedrijven hadden en hebben het moeilijk en moesten werknemers ontslaan of gingen zelfs failliet. Tegelijkertijd zijn er sectoren die groeien en maar moeilijk aan nieuwe werknemers kunnen komen. Als ROC van Twente is het onze opdracht om tijdig en adequaat op deze ontwikkelingen in te spelen. Om onze 20.000 studenten optimaal voor te bereiden op een mooie loopbaan, om bedrijven en instellingen in staat te stellen voldoende goed gekwalificeerde werknemers aan zich te binden en om op deze wijze bij te dragen aan aan de economische en sociaal-maatschappelijke ontwikkeling van Twente. Meer dan ooit te voren is het voor een goed arbeidsmarktperspectief belangrijk, nog meer in te zetten op goed kiezen, het werken aan je loopbaan en het blijven leren. Daarom hebben we in 2012 extra mensen en middelen ingezet om ervoor te zorgen dat (vmbo-)studenten bewuster kiezen. Bovendien geldt dat een weinig realistisch beroepsbeeld een belangrijke oorzaak is van een mismatch en daarmee hét recept voor demotivatie en voortijdige schooluitval. Ook in het verder terugdringen van voortijdige schooluitval zijn we het afgelopen jaar succesvol geweest: we behoren tot de regio’s met de minste uitval.
4
We zijn trots op al onze studenten, maar sommigen behaalden uitzonderlijke resultaten. Murat Keskin won het onderdeel voor jonge gastheren tijdens de Horecatalentendag Achterhoek 2012, Emiel Kwekkeboom de Cas Spijkers Trofee en Roland Wolbers werd tweede op het onderdeel CNC draaien tijdens de landelijke Vakkanjers. Gilian Voortman mocht naar EuroSkills 2012 in de categorie Meubelmaken en vier studenten Laboratoriumtechniek wonnen de KILO award, een prijs voor laboratoriumonderzoek. Esther Demir werd winnares van Twenter Fashion 2012, Roy Ezendam was onze mbo-uitblinker en Caroline Oord won de 25e editie van de Grolsch biertapwedstrijd. Onze MBO Colleges en teams kenden ook een aantal bijzondere momenten. De Minister van Onderwijs, mevrouw Bussemaker bezocht onze Gieterij. Zij liet zich informeren over de goede samenwerking van onze technische opleidingen met het bedrijfsleven. Het MBO College voor Transport, Logistiek en Mobiliteit werd winnaar van de Nationale Innovatieprijs Beroepsonderwijs 2012 (NIPB). Het MBO College voor Zorg & Welzijn won de Harm Jan Wibbens Team Trofee 2012, voor tien, eigentijdse vormen van BPV, op niveau 1 en 2. En er was een prijs van de Europese Unie in het kader van de European Enterprise Promotion Awards 2012 voor het project ‘Disabled at Work’. Een project waarin mensen met een beperking naar een
betaalde baan werden begeleid en waarbij hier en in Turkije werd samengewerkt met diverse partners. We doen het samen en dat dragen onze studenten ook uit, op school en daarbuiten. Zo gingen zij massaal aan de slag voor ‘the babies’ van Serious Request, waarvoor ze € 38.547, 43 bij elkaar brachten. In hun vrije tijd, enthousiast en belangeloos. Tot slot: we staan er gelukkig goed voor. Onze onderwijsprestaties zijn verder verbeterd en onze financiën zijn op orde. Maar de lat kán hoger, dus daar werken we aan. Vanuit de gekozen strategie, in een nieuwe bestuurs-
samenstelling. Hans Schutte, voorzitter en Gerrie van Sunder, lid van het College van Bestuur, verlieten beiden ons ROC in 2012. Dat we er goed voor staan en dat 2012 een goed jaar werd, danken we allereerst aan al onze collega’s, die zich iedere dag weer inzetten voor het ROC van Twente en zijn studenten. We bedanken alle studenten en hun ouders voor het vertrouwen dat ze in ons stelden en de bedrijven, instellingen, gemeenten en overige partners voor de inspirerende samenwerking in 2012. ROC van Twente is klaar voor een nieuw jaar, we kijken vooruit naar nieuwe uitdagingen voor onze bijzondere organisatie. College van Bestuur John van der Vegt
Remco Meijerink
5
Tot de groepen van belanghebbenden rekenen wij: • onze studenten en hun ouders; • het (regionale) bedrijfsleven; • onze medewerkers; • het ministerie van OCW; • gemeentelijke en regionale overheden; • toeleverende scholen voortgezet onderwijs; • hbo-instellingen die onze gediplomeerde studenten inschrijven; • collega-roc’s en MBO Raad; • algemeen geïnteresseerden. Het verslag is als volgt opgebouwd. We beginnen met een aantal kerngegevens, waarin u overzichten en grafieken aantreft, die relevante gegevens over personeel, deelnemers en financiën weergeven.
6
Leeswijzer
I
n dit jaarverslag informeren wij u, alle belangstellenden en belanghebbenden bij onze instelling, over de ontwikkelingen die zich het afgelopen jaar bij Sichting ROC van Twente te Hengelo hebben voorgedaan. Daarbij leggen wij verantwoording af over het gevoerde beleid.
In hoofdstuk A gaan we in op de algemene instellingsgegevens, waaronder missie, visie, organisatiestructuur, bestuur en de verantwoording over Governance volgens de richtlijnen voor mbo-instellingen. Het hele document is getoetst aan deze richtlijnen. Governance komt expliciet aan bod in de punten 4 en 7 van het verslag van onze Raad van Toezicht (hoofdstuk F). Hoofdstuk B behandelt onze bedrijfsvoering. In paragraaf 1 beschrijven we welke maatregelen wij als bestuur hebben getroffen om de kwaliteit van ons onderwijs en van de overige aspecten van onze bedrijfsvoering te waarborgen. Paragraaf 2 behandelt de verschillende onderwijsontwikkelingen, te beginnen met examinering, gevolgd door de jaarresultaten, het extern toezicht en diverse andere ontwikkelingen. Paragraaf 3 gaat in op de invoering van passend onderwijs: instroom, doorstroom en uitstroom. In de paragrafen vier tot en met acht komen achtereenvolgens studenttevredenheid, personeel, de arbeidsmarkt en de regio, huisvesting en transparante informatievoorziening aan bod. In hoofdstuk C leggen we financiële verantwoording af. Naast een algemene beschouwing vindt u hier nadere informatie over specifieke regelingen als Stagebox en de RegelingTaal en Rekenen. Verder vindt u overzichten die inzicht geven in de diverse aspecten van de financiële bedrijfsvoering. In haar brief van 19 april 2013 heeft de minister aangegeven dat vanaf verslagjaar 2013 een afzonderlijke continuïteitsparagraaf opgenomen dient te worden. Deze paragaaf dient informatie te bevatten over het meerjarenperspectief, risicomanagement en planning – en controlcyclus alsmede over naleving van de governancecode. In dit geïntegreerd jaardocument is informatie over ons financieel meerjarenperspectief voor de komende 3 jaren opgenomen in hoofdstuk C. Informatie over risicomanagement en de planning- en controlcyclus staat in hoofdstuk B en Governance komt expliciet aan bod in hoofdstuk F. In ons geïntegreerd jaardocument 2013 zullen wij deze informatie combineren in een afzonderlijke continuïteitsparagraaf. In de hoofdstukken D, E, F en G van dit jaarverslag gaan we in op de afhandeling van klachten in het afgelopen jaar, behandelen we het vertrouwenswerk en hebben we de verslagen van onze Raad van Toezicht, ondernemingsraad en centrale deelnemersraad opgenomen. Een lijst met afkortingen treft u achterin dit jaarverslag aan. Op de website van ROC van Twente is de jaarrekening voor iedereen in te zien en is uitgebreidere informatie over onze opleidingen te vinden: www.rocvantwente.nl
7
Kerngegevens Studenten MBO 25.000 20.000 15.000 10.000 5.000 0 BOL
Personeel 2500 2000 1500 1000 500 0
21.163
19.553 12.383
12.688
8.733
6.841 24
47
2012
2011
Deeltijd BOL
1945
2010 1562
2012
1610
2011
2141 1588
1560
2010
2009
Totaal Aantal medewerkers
BBL waarvan bedrijfsgroepen 1.992 (in 2012) en 3473 (in 2011)
Aantal fte
Rentabiliteit in %
Jaarrendement per opleiding in % 3
100
2,5
80
2
60 40
1,5
20
1
0 Rendement 2012 Niveau 1
8
2035
Rendement 2011 Rendement 2010 Niveau 2
Niveau 3
Inspectienorm Niveau 4
0,5 0
2012
2011
2010
2009
2008
2007
VSV in %
15 10 5 0
*
2011 2012
2010 2011
ROC van Twente
2009 2010
2008 2009
2005 2006
Landelijk * voorlopig
Cursistenaantallen Educatie 6000
BE
5000
NT2
4000
VAVO
3000
Wet Inburgering
2000
VU/VOV
1000 0
2012 2011 2010 2009 2008
Aanvullende contracten
9
10
A
Missie, visie, structuur en bestuur
11
1 Missie
I
n december 2011 heeft het College van Bestuur voor de periode 2012-2015 de strategienotitie ‘Presteren met Plezier en Passie’ vastgesteld. Het kader van waaruit onze organisatie het afgelopen jaar en de komende jaren opereert, bevat de volgende strategische uitgangspunten:
• gedegen en goed georganiseerd onderwijs (een kwalitatief hoogwaardige onderwijsorganisatie en een veilige schoolomgeving, waarbinnen gedegen vakopleidingen worden aangeboden) • prestaties verantwoorden en verbeteren (door systematisch onderzoek te doen onder studenten, bedrijven en werknemers maken wij onze prestaties inzichtelijk en kunnen we zo nodig de kwaliteit van het onderwijs verbeteren) • uitblinken is presteren (alle studenten hebben talenten en kunnen boven zichzelf uitstijgen; die kans willen wij hen bieden) • de professionele lat gaat omhoog (de werkgever faciliteert de ambities van de werknemers in de verdere professionele ontwikkeling, waarvoor hij of zij zelf in belangrijke mate verantwoordelijk is) • slagkracht tonen (door ondernemend te zijn, willen wij ook werknemers van bedrijven scholen. De inhoudelijke meerwaarde van dergelijke trajecten staat bij ons voorop) • de Twentse aanpak (de snelle opmars van sociale media biedt kansen om de samenwerking met al onze regionale partners te intensiveren: noaberschap 2.0). We hebben de strategische uitgangspunten meetbaar gemaakt aan de hand van een prestatiekaart, die we jaarlijks ter verantwoording voorleggen aan de Raad van Toezicht en intern gebruiken als referentiekader in de gesprekken tussen College van Bestuur en (MBO) Colleges.
12
Focus op Vakmanschap Op basis van het actieplan mbo ‘Focus op vakmanschap 2011-2015’ van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) hebben we in het najaar van 2011 het startplan ‘Tien stappen naar vakmanschap’ geschreven. In dit startplan beschrijven we welke stappen zullen nemen om tot uitvoering van de maatregelen uit het actieplan te komen. In het verlengde van het startplan is het afgelopen jaar een o-meting verricht. Hiermee hebben we in in kaart gebracht waar opleidingen nu staan ten opzichte van de doelen die gerealiseerd moeten zijn in 2015. Ook hebben we een beeld van de punten uit het actieplan waar de (MBO) Colleges mee aan de slag gaan en welke mogelijkheden en risico’s ze daarbij zien. Ter ondersteuning van de implementatie hebben we een Focusgroep op ROC-niveau in het leven geroepen. In deze groep is elke dienst vertegenwoordigd. De groep heeft als opdracht om de landelijke berichtgeving over Focus op vakmanschap te stroomlijnen en de grote lijn te bewaken. Daarnaast zorgt de Focusgroep ervoor dat het implementatieproces vanuit de Diensten integraal begeleid wordt. Het overleg kent vooral een pragmatische insteek, waarbij de ondersteuning naar de MBO Colleges en eenduidige informatievoorziening voorop staan.
Sinds de invoering van de beroepsgerichte kwalificatiestructuur hebben we al enige jaren de relevante ROC brede thema’s belegd in kenniskringen waarin elk (MBO) College vertegenwoordigd is. Voorbeelden zijn de kenniskring BPV, Taal & Rekenen, Student en Loopbaan & Burgerschap. In deze gremia worden ook de maatregelen uit Focus op vakmanschap besproken. Verder is er maandelijks een overleg met alle onderwijskundigen van de verschillende (MBO) Colleges. Tijdens dit overleg komen regelmatig thema’s uit Focus op vakmanschap aan bod. Tot slot kunnen (MBO) Colleges ook altijd een beroep doen op de expertise die aanwezig is binnen de Dienst Onderwijs & Kwaliteitszorg.
13
Raad van Toezicht Ondernemingsraad
College van Bestuur
Centrale deelnemersraad
Bestuurssecretariaat en Juridische Zaken
(MBO) Colleges College voor Educatie
Communicatie & Marketing
MBO College voor Bouw, Infra & Interieur
Facilitaire Zaken, Huisvesting & ICT
MBO College voor Commercie & Ondernemen
Financiën, Studentenadministratie & Control
MBO College voor Dienstverlening & Gastvrijheid
Onderwijs & Kwaliteitszorg
MBO College voor Gezondheidszorg
Personeel & Organisatie
MBO College voor Management & Organisatie MBO College voor Mens & Maatschappij MBO College voor Metaal, Elektro & Installatietechniek MBO College voor Oriëntatie & Ontwikkeling MBO College voor Sport, Onderwijs & Cultuur MBO College voor Transport, Logistiek & Mobiliteit MBO College voor Vormgeving, Mode & Media MBO College voor Zorg & Welzijn
14
Ondersteunende Diensten
3 Bestuur
H
et College van Bestuur werd in de eerste maanden van 2012 gevormd door Hans Schutte, voorzitter en Gerrie van Sunder, lid. Portefeuille voorzitter: Communicatie & Marketing, Financiële Zaken, Facilitaire Zaken & Huisvesting, Planning- en controlcyclus, Algemeen Bestuurlijke en Juridische Zaken, Contractactiviteiten. Portefeuille lid: Onderwijszaken & Onderwijsinnovatie, Kwaliteitszorg, Personeel & Organisatie, ICT en Studentenzaken.
Hans Schutte, voorzitter • Voorzitter Stichting BBN (Branchepromotie Beroepsonderwijs Nederland) • MBO Diensten, bestuurslid • MBO Diensten, voorzitter Klankbordgroep Bewegen & Sport • MBO Raad, voorzitter stuurgroep Strategische Informatievoorziening en Benchmark • Voorzitter klankbordgroep Bewegen en Sport • Lid bestuurlijk overleg POWI (Platform Onderwijs Werk en Inkomen) • Voorzitter TTOA (Twente Taskforce Technologie Onderwijs Arbeidsmarkt) • Voorzitter bestuur Stichting Cas Spijkers Academie • Lid bestuur SIB (Stichting Innovatie Beroepsonderwijs) • Lid bestuur Skills Netherlands • Lid Raad van Toezicht OSG (Onderwijs Service Groep) • Lid bestuur Stichting Scoren in de Wijk • Advisory Board World Trade Center Twente
Beide leden van het College van Bestuur hebben in het jaar 2012 besloten ons ROC van Twente te verlaten. Het lid van het College van Bestuur - de heer G.E. van Sunder - is op 15 juli 2012 vertrokken. Een aantal weken later - namelijk per 1 september 2012 - verliet ook de voorzitter van het College van Bestuur - de heer J.H. Schutte - de instelling (zie ook hoofdstuk Raad van Toezicht).
Gerrie van Sunder, lid • Lid Bestuur Expertisecentrum ETV • Lid Raad van Advies TSE (Twente School of Education) • Lid adviesraad SLO, Nationaal Expertisecentrum Leerplanontwikkeling • MBO Raad, Lid adviesgroep Internationalisering • Lid Commissie van Beroep Examens Gooise Scholen Federatie
In 2013 zijn twee nieuwe leden College van Bestuur benoemd, te weten: de heer J.H. van der Vegt en de heer H.W. Meijerink. De bestuursleden van ROC van Twente hadden in 2012 een aantal nevenfuncties.
De leden van het College van Bestuur hebben hiervoor geen inkomsten ontvangen. De Raad van Toezicht is volgens de geldende afspraken vooraf geïnformeerd over deze nevenfuncties. De Raad van Toezicht heeft geen criteria vastgesteld op grond waarvan wel of geen toestemming wordt verleend voor nevenfuncties van de leden van het College van Bestuur. Wel worden de volgende (vastgelegde) afspraken gehanteerd:
15
1. Het is een lid van het College van Bestuur niet toegestaan om naast zijn arbeidsovereenkomst betaalde of onbetaalde werkzaamheden te verrichten, zonder dat de Raad van Toezicht hier vooraf schriftelijk toestemming voor heeft verleend. 2. De Raad van Toezicht kan voorwaarden aan haar goedkeuring verbinden. In elk geval waarin de Raad van Toezicht toestemming verleent, wordt bepaald of het lid College van Bestuur de eventuele inkomsten uit andere werkzaamheden kan behouden, of dat deze ten goede komen aan de Stichting. Komen nevenactiviteiten voort uit de functie van bestuurder van de stichting, dan komen eventuele inkomsten uit die nevenactiviteiten ten goede aan de Stichting. Met ingang van februari 2013 wordt het College van Bestuur gevormd door: • John van der Vegt, voorzitter College van Bestuur Portefeuille: Personeel & Organisatie Communicatie & Marketing Onderwijszaken & Onderwijsinnovatie Juridische Zaken Contractactiviteiten / Maatwerk Overleg OR/DBOR/Vakbondsoverleg (afhankelijk van onderwerp) Externe contacten • Remco Meijerink, lid College van Bestuur Portefeuille: Financiële Zaken Facilitaire Zaken & Huisvesting ICT Kwaliteitszorg en Informatievoorziening Planning & Control cyclus Studentenzaken Overleg OR/DBPR/Vakbondsoverleg ( afhankelijk van onderwerp) Externe contacten
Mandatering
Het College van Bestuur is het ‘hoogste’ bestuursorgaan van het ROC van Twente. Gelet op de inhoud
16
van de statuten is het College eindverantwoordelijk voor het beleid en het beheer van de instelling. Vanzelfsprekend kan en wil het College deze eindverantwoordelijkheid in de praktijk niet volledig zelf tot uitvoering brengen. Gegeven de praktische noodzaak, maar ook de besturingsfilosofie van het ROC, die uitgaat van ‘besturen op afstand’, wordt het formele instrument van het mandaat benut om de verantwoordelijkheid voor het beheer ook bij andere medewerkers te kunnen leggen. Hiertoe is een mandaatregeling vastgesteld. Deze mandaatregeling is ook in 2012 geëvalueerd en daar waar nodig aangepast.
Governance Het ROC van Twente voldoet in dit geïntegreerd jaardocument aan de richtlijnen opgenomen in de checklist voor mbo-instellingen voor de verantwoording over Governance. In 2013 wordt de nog ontbrekende integriteitscode opgesteld in overleg met de Ondernemingsraad.
Overlegvormen Zowel op centraal als decentraal niveau is sprake van horizontaal overleg met als doel het uitwisselen van informatie en het betrekken van (extern en intern) belanghebbenden. De belangrijkste dialogen zijn geformaliseerd.
Externe dialogen: • • • • •
Decentraal: advies- en werkveldcommissies Decentraal: BPV contacten Centraal: Vakbondsoverleg Centraal: structureel overleg met hbo en wo Centraal: structureel overleg met College Burge-
meester & Wethouders omliggende gemeenten • Centraal: jaarlijks overleg met rectoren vmbo • Centraal: strategy board (samenwerking regionaal onderwijs en bedrijfsleven) • Centraal/decentraal: Twente Kwartier (maatschappelijke organisaties in Twente) • Centraal/decentraal: Platform Onderwijs, Werk en Inkomen (POWI) (samenwerkingsverband 14 gemeenten, ROC, Saxion, UWV en MKB) • Centraal/decentraal: decanendag (voor decanen vmbo) • Centraal/decentraal: landelijke overlegstructuren (waaronder MBO Raad) • Centraal/decentraal: bijeenkomsten Industriële Kring Twente • Centraal/decentraal: bijeenkomsten Kamer van Koophandel
• • • •
coördinatoren van (alle) MBO Colleges Bestuur & Management (College van Bestuur – directeuren (MBO) Colleges) Klankbordgroepen (verkennend en adviserend, voorportaal Bestuur & Management (B & M) Medewerkers Tevredenheids Onderzoek JOB studenttevredenheidsonderzoek
De belangrijkste interne (vormen van) dialogen • Overleg Raad van Toezicht – College van Bestuur • Overleg Raad van Toezicht – College van Bestuur – Ondernemingsraad • Overleg Raad van Toezicht – College van Bestuur – Centrale Deelnemersraad • Schoolbezoeken Raad van Toezicht • Overleg College van Bestuur – Dagelijks Bestuur Ondernemingsraad • Overleg College van Bestuur – Ondenemingsraad • Overleg College van Bestuur – Centrale Deelnemersraad • Overleg College van Bestuur – individuele directeuren (MBO) Colleges • Voor- en najaarsoverleggen met directeur en team-
17
B
18
Bedrijfsvoering
1. Verklaring Bevoegd Gezag
W
e hebben gekozen voor ‘klein binnen groot’ en in het verlengde daarvan voor meer professionele ruimte voor docententeams. De Diensten bestuderen de verschillende vraagstukken in nauw overleg en komen tot handreikingen voor de Colleges en teams. Samenvattend: in de hierna volgende paragrafen is beschreven op welke wijze de beheersomgeving van ROC van Twente is ingericht. Op basis daarvan zijn wij van mening dat wij in voldoende mate in control zijn.
1.1 Planning & Control De uitgewerkte Planning- en Controlkalender maakt het ons mogelijk deze professionele handelingscyclus goed te beheersen. Belangrijke producten van deze kalender zijn: • de strategienota: stelt op hoofdlijnen de doelstellingen vast die wij als ROC van Twente willen bereiken (verschijnt één maal per vier jaar); • de prestatiekaart: de kwantitatieve prestatienormen gebaseerd op de strategienota (deze wordt elk jaar herijkt); • de kaderbrief: geeft de belangrijkste procedures en richtlijnen voor de eerstvolgende (meerjaren-)plannen en (meerjaren-)begroting weer (één maal per jaar); • het (MBO) Collegeplan: hierin neemt elk (MBO) Col-
• • •
•
lege zijn beleidsvoornemens voor de eerstvolgende twee jaar op. De plannen zijn in lijn met de strategienota en de kaderbrief (één maal per twee jaar). Als afgeleide van het (MBO) Collegeplan stellen teams binnen de (MBO) Colleges hun teamplannen vast (de frequentie is per (MBO) College bepaald); de kwartaalrapportages: de (MBO) Colleges en diensten rapporteren over onderwijskundige, personele en financiële ontwikkelingen aan het College van Bestuur (4 maal per jaar); het voor- en najaarsoverleg: overleg tussen College van Bestuur en (MBO) College over onderwijsinhoud en bedrijfsvoering, op zowel strategisch, tactisch als operationeel niveau (één maal per jaar); het kwaliteitsprofiel per team: een kwantitatieve weergave van meetbare indicatoren op het gebied van onderwijsrendementen, tevredenheid stakeholders, wettelijke vereisten en kwaliteit interne beheersing; de audit: onderzoek naar de kwaliteit van onderwijs binnen de (MBO) Colleges onder leiding van een externe lead-auditor (één maal per twee jaar).
In 2012 is hier een nieuw instrument aan toegevoegd: de managementreview: de verbindende schakel tussen het gedocumenteerd managementsysteem en datgene wat de klant en de maatschappij van ons ROC mogen verlangen; aan welke kwaliteitseisen wij moeten voldoen. De directie toetst zo de relatie tussen kwaliteitsbeleid en het kwaliteitssysteem en gaat na of de investering voldoende rendement oplevert. Uit deze review is gebleken dat het managementsysteem voldoet op het gebied van kwaliteitszorg en kwaliteitsborging op college- en op teamniveau. Bijsturing en verbeteracties blijven echter mogelijk. De review correspondeert met de inhoud van de interne risicoanalyse.
1.2 Instellingsaudit Kwaliteitsnetwerk MBO In 2012 heeft een onafhankelijk auditteam een instellingsaudit binnen ons ROC uitgevoerd. Deze audit komt voort uit het landelijk Kwaliteitsnetwerk MBO, dat zich ten doel heeft gesteld een auditsystematiek te ontwikkelen om de borging van de onderwijskwaliteit op instellingsniveau vast te stellen. Dit vanuit de visie
19
dat een goede kwaliteitsborging uiteindelijk de onderwijskwaliteit in de gehele instelling zal verbeteren. Ons ROC werd op 14 en 21 juni geaudit. De belangrijkste conclusies uit het auditrapport luiden: Het kwaliteitszorgsysteem van het ROC van Twente duidt het auditteam als een systeem dat beschikt over diverse kenmerken van kwaliteitsprofiel 3, een systeem van kwaliteitszorg dat volledig operationeel is, zij het op sommige punten recent. Het kwaliteitssysteem staat en werkt. De slag naar verdere verankering in de teams wordt momenteel gemaakt. Het ROC van Twente beweegt zich richting kwaliteitsprofiel 4. Binnen de onderwijsinstelling is merkbaar dat de noodzaak van een goed functionerende PDCA-cyclus op alle niveaus wordt erkend. Het College van Bestuur laat veel ruimte aan de MBO Colleges. De MBO Collegedirecteuren voelen zich door het CvB gesteund en geven op hun beurt veel ruimte aan de teams om de kwaliteit in te richten. Het ROC van Twente volgt systematisch en kritisch haar prestaties. Op verschillende niveaus voert men zelfevaluaties, audits en enquêtes onder stakeholders uit om structureel informatie over de kwaliteit van het onderwijs en de examens te verzamelen. Waar nodig gaat men met elkaar in gesprek, niet om elkaar ‘af te rekenen’, maar om samen te onderzoeken hoe (verder) kan worden verbeterd. De PDCA-cyclus is grotendeels rond, zeker op de hogere niveaus (CvB, diensten, colleges) Op het niveau van de teams kan dat nog niet overal aantoonbaar worden gemaakt, iets wat men overigens ook zelf onderkent. Het vaststellen of het verbeterbeleid daadwerkelijk doorgevoerd en effectief is, raakt soms nog uit beeld door de waan van de dag. Het ROC besteedt veel tijd aan interne afstemming tussen de MBO Colleges en tussen de ondersteunende diensten en de MBO Colleges. Er zijn verschillende kenniskringen en werkgroepen georganiseerd, die goede instrumenten zijn voor vernieuwing en verankering van vernieuwing. Deze werkgroepen worden bemand vanuit verschillende MBO Colleges en ondersteunende diensten. Keerzijde is dat het evalueren, overleggen en intern afstemmen veel tijd kost en dat het ROC er alert op moet blijven dat er voldoende tijd overblijft voor het geven van onderwijs. Het is het auditteam opgevallen dat de ondersteunende diensten binnen het ROC van Twente duidelijk in dienst staan van het primaire proces. De diensten geven er blijk van te weten wat er op de werkvloer leeft. Daarop stuurt het ROC van Twente bewust, bijvoorbeeld door medewerkers van ondersteunende diensten te betrekken in de uitvoering van interne audits. Ook draagt daaraan bij, dat de ondersteunende diensten fysiek dicht bij het primaire proces staan. Een deel van hun tijd brengen de ondersteunende medewerkers door binnen de muren van de Colleges. Dat leidt duidelijk tot begrip voor de vraagstukken
20
die in het primaire proces aan de orde zijn en tot genuanceerde oplossingen. Daarbij verliezen de ondersteunende diensten hun eigen taken en verantwoordelijkheden niet uit het oog, maar zoeken van daaruit naar de dialoog en de verbinding met het primaire proces. Het College van Bestuur heeft in haar managementreview en in het auditgesprek aangegeven dat de voorzieningen, de systemen en de randvoorwaarden in orde zijn. Het auditteam onderschrijft dit. Het managementinformatiesysteem levert juiste en bruikbare cijfers op om op te sturen.
1.3 Basiskwaliteit De inspectie heeft (gebaseerd op onderzoek bij 27 instellingen in de bve sector) in november 2010 in een rapport beschreven welke factoren van invloed zijn op de onderwijskwaliteit. Goede kwaliteitszorg, betere onderwijskwaliteit en examinering blijken vooral afhankelijk van de kwaliteit van de monitoring, de bijsturing en de verbetering, rekening houdend met de verschillen organisatieniveaus (College van Bestuur en diensten), middenmanagement (Colleges) en team. Binnen ons ROC hebben we de uitkomsten van dit rapport gebruikt om onze eigen risico-indicatoren te benoemen: • algemene bedrijfsvoering • naleving wettelijke eisen (o.a. onderwijstijd, examinering en diplomering) • opbrengsten • tevredenheid studenten • tevredenheid medewerkers • tevredenheid afnemend beroepenveld • professionele ontwikkeling In 2012 hebben de dienst Financiën, Control & Studentadministratie en de dienst Onderwijs & Kwaliteitszorg in samenwerking met de (MBO) Colleges aan de hand van deze indicatoren het instrument ‘Basiskwaliteit’ ontworpen. ‘Basiskwaliteit’ is in 2012 nader uitgewerkt in de vorm van een zelfonderzoek dat deels jaarlijks en deels tweejaarlijks uitgevoerd wordt. De uitkomsten van deze onderzoeken, die op teamniveau worden uitgevoerd, wor-
den gebruikt als input voor de kwartaalrapportages en de tweejaarlijkse audit. Als daar behoefte aan bestaat kunnen ze gebruikt worden als input bij de ontwikkeling van de Teamactiviteitenplannen. In 2013 wordt ‘Basiskwaliteit’ verder uitgewerkt. We gebruiken hiervoor het bestaande kwaliteitsprofiel, een instrument dat op teamniveau inzicht geeft in een aantal voor het onderwijs belangrijke indicatoren.
1.4 Interne audit Bewustwording van het belang van een goed functionerende PDCA-cyclus in de eigen organisatie is een van de elementen van onze besturingsfilosofie. Belangrijk hierbij is de tweejaarlijkse audit (in het voorjaar van 2013 is de eerstvolgende audit). In 2012 is deze audit op basis van ervaringen met de audit 2011 voorbereid. Daarbij hebben we er, zoals hiervoor gesteld, voor gekozen te werken met een zelfreflectie die gebaseerd is op het zelfonderzoek ‘Basiskwaliteit’ en het kwaliteitsprofiel (instrumenten die ook ingezet worden om de kwartaalrapportages van input te voorzien). Hiermee hebben we een sterke vereenvoudiging in de systematiek van zelfevaluatie aangebracht waarbij we ook geborgd hebben dat het toezichtkader van de inspectie erin opgenomen is. De reacties van de teamcoördinatoren en teams op het instrument zijn positief. Ze herkennen zich in de vragen en vinden het waardevol dat het gesprek over kwaliteit rondom onderwijs en onderwijsorganisatie gevoerd wordt. Ook vinden ze het prettig dat alle procesmatige zaken rondom onderwijs nu op één plek staan. De conclusie van de audit 2011 luidt dat over de hele linie progressie is geboekt sinds de audit van 2009. De drie belangrijkste verbeterpunten betreffen: • de examenorganisatie en borging van de kwaliteit van examinering; • de effectiviteit en efficiency van de interne cyclus van kwaliteitsborging; • het standaardiseren en digitaliseren van registratie- en administratieve processen. De focus van de audit voor het komend jaar zal liggen op: a. de prioriteiten zoals aangegeven in de vorige auditrapportage te weten examinering, borging van kwaliteitszorg, registratie en administratieve processen; b. de doorvertaling van de uitgangspunten van onze strategienota binnen de (MBO) Colleges; c. de analyse van rendementen en van tevredenheidsmetingen en van de vervolgacties hierop; d. de werking van de cyclus van PDCA; e. het eigenaarschap van borging van kwaliteit binnen (MBO) Colleges en teams.
21
PRESTATIEKAART
Gerealiseerd 2012
Norm/percentage 2013
Norm/percentage 2014
Gedegen en goed georganiseerd onderwijs 1
Waardering studenten
6.82 (norm 7)
n.v.t.
Behorende tot 5 beste ROC’s
2
Waardering bedrijven BPV
meetbaar vanaf 3e kwartaal 2013
> 7.0
> 7.0
3
Waardering medewerkers
6.5 (meting’11/norm 7)
> 7.0
> 7.0
Prestaties verantwoorden en verbeteren 4
Jaarresultaat opleidingen
77,6 %
Behorende tot 3 beste ROC’s
5
Klanttevredenheid ondersteunende diensten
1e meting in 2013
7.0
7.0
6
% Ziekteverzuim (totaal)
4.8% (norm <5.5)
< 5.4%
< 5.3%
Uitblinken is presteren 7
Een leven lang leren, % studenten 30 plus
15.87% (norm > 10%)
> 10%
> 10%
8
Diplomeringen Entreeopleidingen
78.30% (norm > 65%)
> 67,5%
> 70%
9
Doorstroom naar HBO
33.64%
> 40%
> 40%
10
Voortijdig Schoolverlaters in %
MBO 1
35.8%
32.5%
27.5%
MBO 2
11.3%
13.5%
11.5%
MBO 3 en 4
3.0%
4.25%
3.5%
ROC
5.9 (norm <5.5%)
De professionele lat gaat omhoog 11
% Docentenstages (docenten lopen stage in bedrijf of instelling)
meetbaar vanaf 3e kwartaal 2013
7,5%
10%
12
% Onderwijzend personeel (beroepsgerichte vakken) met gecombineerde functie (docent versus praktijk)
meetbaar vanaf 3e kwartaal 2013
2%
3%
13
% Medewerkers dat scholing heeft gevolgd **** (met certificaat of bewijs van deelname)
meetbaar vanaf 3e kwartaal 2013
50%
60%
Slagkracht tonen
22
14
Afwijking exploitatieresultaat ten opzichte van begroting
-2.9% (norm < 2%)
< 2%
< 2%
15
Percentage teams dat voldoet aan de kwaliteitsprofielen
Experimenteel
Bepaald na experiment
Bepaald na experiment
23
2 Onderwijsontwikkeling 2.1 Examinering
O
p grond van de uitkomsten van de interne audits in 2011 hebben wij examinering tot een beleidsspeerpunt gemaakt en nog nadrukkelijker verankerd als onderdeel van de basiskwaliteit van het ROC van Twente. Het actieplan Focus op vakmanschap bevestigt het belang van deze stappen.
In 2012 hebben we gewerkt aan de examenorganisatie. Het handboek Beroepsgerichte examinering is in 2012 afgeslankt en geactualiseerd. De naamswijziging was nodig gelet op de landelijke herziening van de terminologie (het handboek heette eerst ‘Handboek competentiegerichte examinering’). Heel ROC van Twente is verplicht te examineren volgens het vernieuwde handboek. Daarnaast heeft de expertisegroep Examinering een servicedocument ontwikkeld met producten die worden gebruikt in de verschillende (MBO) Colleges. Begin 2013 wordt dit document beschikbaar. Het handboek en het servicedocument geven richtlijnen voor: • het beoordelingsbeleid • de examenorganisatie • de kerninstrumenten van de examencyclus en • kwaliteitszorg. De nieuwe toets- en examensystematiek die op basis van het nieuwe inspectiekader is opgesteld, is hier ook in opgenomen. Naast een kort cyclische benadering (controle en bijsturing) van de kwaliteit in termen van processen, producten en professionaliteit, is ook de lang cyclische benadering (evaluatie en verbetering) van belang als het gaat om de hiervoor aangehaalde samenhang tussen beleid, organisatie en uitvoering. Op basis van landelijke ontwikkelingen en vooral de professionele kwaliteit van examenfunctionarissen,
24
is een eerste verkenning gemaakt van de landelijk vastgestelde NVE-profelen. Deze profelen zijn toegevoegd aan het nieuwe handboek Beroepsgerichte examinering. In een brief van de minister (dec. 2012) staan richtlijnen voor de wijze waarop verder vorm gegeven kan worden aan deskundigheidsbevordering van examenfunctionarissen en welke middelen daarvoor beschikbaar zijn. Ten behoeve van de invoering van de examenprofelen is er een voorlichtingsbijeenkomst georganiseerd in samenspraak met de MBO Raad. Bij deze bijeenkomst is het doel van het examenprofel en de wijze waarop dit profel kan worden ingevuld met de onderwijskundigen van alle MBO Colleges besproken. De uitwerking van de profelen is verder voorbehouden aan de MBO Colleges en het respectievelijke werkveld.
2.2 Jaarresultaat Onze interne risicomonitoring (kwaliteitsprofel en prestatiekaart - zie 3.1) geeft ons systematisch inzicht in de kwaliteit van de opleidingen. Opleidingen die op grond van deze monitoring een risico blijken te zijn, staan centraal in de gesprekken die we hier met elkaar over voeren. Als we kijken naar de rendementen per niveau zijn deze alle boven de norm van inspectie. In vergelijking met vorig jaar zijn de rendementen van de opleidingen op niveau 1 en 2 gestegen en die van niveau 3 en 4 licht gedaald.
Rendement Rendement Rendement Inspectie2012
2011
2010
Niveau 1
77
72,6
70,5
norm 60,7
Niveau 2
78.5
74,9
70,9
56,5
Niveau 3
66,1
68,4
71,4
65,3
Niveau 4
74,3
76,4
73,7
64,2
De huidige conjuncturele ontwikkeling heeft bedrijven doen besluiten voortijdig te stoppen met bedrijfsopleidingen. Als gevolg hiervan heeft een aantal bedrijfsgroepen op niveau 3 en niveau 4 de opleiding beëindigd, wat de verklaring is voor het dalen van de rendementscijfers op deze niveaus.
2.3 Extern Toezicht De sector beroepsonderwijs en volwasseneneducatie (bve) van de Inspectie van het Onderwijs werkt sinds 1 januari met een nieuw toezichtkader. Met dit toezichtkader zet de inspectie een nieuwe aanpak in voor de bve-sector. De uitgangspunten voor het toezicht in 2012 zijn: activerend, risicogericht en proportioneel. De inspectie gaat controleren of de kwaliteitsborging op orde is en hoe de instelling invulling geeft aan de eigen verantwoordelijkheid voor onderwijskwaliteit. In 2011 verrichte de inspectie de volgende onderzoeken bij het ROC van Twente: • Onderzoek naar onderwijstijd bij de opleiding Pedagogisch medewerker kinderopvang. Uit het rapport van 13 juni blijkt dat wij aan de normen voldoen. • Schriftelijke vragenlijst over de fnanciële positie in juni 2012 (onderzoek bij alle instellingen).
• Hercontrole naar examinering bij de opleiding Administratief medewerker – Secretarieel medewerker BOL 90472 cohort 2011. Dit naar aanleiding van de onvoldoende uit 2011. Uit het onderzoek blijkt dat de examinering op orde is. • Hercontrole wettelijke eisen bij drie opleidingen in drie verschillende MBO Colleges: - Chauffeur goederenvervoer bij het MBO College voor Transport en Logistiek - Zorghulp bij het MBO College voor Zorg en Welzijn - Medewerker Maatschappelijke Zorg bij het MBO College voor Mens & Maatschappij. Hierbij gaat het om het tijdig ondertekenen van onderwijsovereenkomsten en praktijkovereenkomsten. Uit het onderzoek blijkt dat we voldoen aan de wettelijke vereisten.
Jaarlijkse risicomonitoring In haar jaarlijkse risicomonitoring eind 2012 constateerde de inspectie bij 12 opleidingen, verdeeld over acht (MBO) Colleges, risico’s. Bij twee opleidingen ging het risico over tevredenheid studenten en bij de overige opleidingen over rendement. Betreffende (MBO) Colleges van het ROC van Twente waren zelf ook al op de hoogte van deze risico’s en hadden daar ook al maatregelen op genomen. Na bespreking van de analyse van feiten, omstandigheden en verbetermaatregelen met de inspectie hebben enkele opleidingen nog nadere informatie aan de inspectie gegeven en is afgesproken dat een beperkt aantal opleidingen meegenomen zal worden in de audits die we zelf intern in 2013 organiseren (zie 3.2). De rapportage van betreffende audits zal ook naar de inspectie gezonden worden. De inspectie zal zelf geen nader onderzoek verrichten. Op basis van bovenstaande resultaten heeft de inspectie bij geen enkele opleiding aanwijzingen dat er belangrijke tekortkomingen zijn in de kwaliteit van het onderwijs of in dat van examens dan wel het naleven van wet- en regelgeving. Alle opleidingen van deze instelling vallen derhalve onder het basistoezicht. Citaat uit brief inspectie: ‘De inhoud van het gesprek en de aanvullende informatie hebben ons het vertrouwen gegeven dat u als bevoegd gezag een goed inzicht heeft in de aard en omvang van de risico’s en in staat zal zijn de benodigde maatregelen te treffen’.
Toezicht praktijkexamen inburgering Het Kwaliteitscentrum Examinering (KCE), te Amersfoort is door de minister aangewezen als toezichthouder voor het praktijkexamen Inburgering. KCE onderzoekt jaarlijks de kwaliteit in de vorm van documentonderzoek en een audit. De controle in 2012 had een bevredigend resultaat.
25
Het ROC van Twente, i.c. het College voor Educatie heeft in 2007 het keurmerk Inburgeren gekregen. Dit Keurmerk is later opgegaan in het Keurmerk Blik Op Werk. De controle hierop wordt uitgevoerd door certifceringinstantie Det Norske Veritas. De controle in 2012 had een bevredigend resultaat.
2.4 Bedrijven: tevredenheid en registratie BPV Een van de indicatoren voor de kwaliteit van ons onderwijs is de tevredenheid van bedrijven, een van onze stakeholders, over de samenwerking in de beroepspraktijkvorming (BPV). Elk MBO College voert een dergelijk onderzoek uit, maar doet dit op haar eigen manier. Om meer intern vergelijkbare cijfers te krijgen, zodat ook op ROC-niveau een beeld ontstaat van bedrijventevredenheid over de BPV, zijn we in 2012 begonnen met het ontwikkelen van een ROC-breed instrument. Halverwege dit traject ontvingen we het bericht dat er, onder leiding van SBB (Samenwerking Beroepsonderwijs Bedrijfsleven), een landelijk instrument gemaakt gaat worden. In afwachting hiervan hebben we besloten met de verdere ontwikkeling van ons eigen ontwerp te stoppen. De MBO Colleges zullen voor het studiejaar 2013-2014 nog hun eigen onderzoeken uitvoeren. Op verzoek van de Kenniskring BPV hebben we in november 2012 een enquête afgenomen die inzicht geeft in de stand van zaken op het gebied van registratie en beheer van de beroepspraktijkvorming. De vraag die hierin gesteld werd, luidde ‘Hoe wordt de BPV informatie geregistreerd en hoe wil men dat in de toekomst doen?’. Uit het onderzoek bleek dat de registratie op diverse manieren plaatsvindt. MBO Colleges werken met Word, Excel en met Campus Solutions. De MBO Colleges zijn over het algemeen tevreden over hun registratiesysteem maar constateren tegelijk ook een aantal knelpunten. In 2013 zullen we de precieze behoefte nader onderzoeken en kijken op welke wijze we tegemoet kunnen komen aan deze behoeftes.
2.5 Nieuw diplomamodel Per 1 augustus 2012 hebben we een nieuw diplomamodel voor het beroepsonderwijs ingevoerd. Aanleiding hiertoe is een bericht ‘regeling modeldiploma MBO’ van de minister van OC&W in de Staatscourant van 4 juni 2012. De ondertekening op het diploma is aangepast en enkele termen zijn aangepast, zoals kwalifcatie in plaats van uitstroomdifferentiatie.
2.6 Alumnibeleid krijgt vorm
Structureel contact met de studenten die onze opleidingen met succes verlaten, is van groot belang.
26
Blijvende betrokkenheid van gediplomeerden vormt een impuls voor de kwaliteit van het onderwijs. Juist zij kunnen als geen ander aangeven of de opleiding voldoet in het licht van het werk dat zij gaan doen of de vervolgopleiding die zij gaan volgen.In 2012 heeft het College van Bestuur de kaders voor het alumnibeleid ROC-breed vastgesteld. Dit behelst de volgende besluiten: • Jaarlijks wordt een ROC-brede quick-scan onder alle gediplomeerden uitgevoerd om inzicht te krijgen in de volgende stap van hun maatschappelijke loopbaan. • (MBO) Colleges geven hier een vervolg aan door in het daaropvolgende schooljaar een onderzoek te doen onder deze gediplomeerden om meer inzicht te krijgen in de bruikbaarheid en de toepasbaarheid van de verworven competenties.
2.7 Visie Loopbaan en Burgerschap ROC van Twente wil vanuit haar ambitie om te presteren ook daadkrachtig uitvoering gevenaan de eisen voor loopbaan en burgerschap. De opleidingen geven alle aandacht aan de uitvoering van loopbaanoriëntatie- en ontwikkeling en aan burgerschap, omdat de effecten van belang zijn voor een goede aansluiting tussen onderwijs en werkveld. In de kenniskring Loopbaan & Burgerschap hebben we in 2012 de visie op Loopbaan en Burgerschap, gekoppeld aan de uitgangspunten in de strategienota, uitvoerig besproken. Het resultaat is een gezamenlijke visie voor het ROC van Twente, waarbinnen elk MBO College en/of elke opleiding haar eigen invulling geeft op het gebied van loopbaan en burgerschap passend
binnen de verschillende doelgroepen, zoals BOL- en BBL-deelnemers en zij-instromers waaraan zij lesgeven. Deze visie is afgelopen najaar vastgesteld door het College van Bestuur.
2.8 Studiehandleiding aangepast Vanuit eigen interne signalen en op advies van onze Centrale Deelnemersraad hebben we onze Studiehandleiding aangepast. Het bleek dat de Studiehandleiding vaak niet als integraal document aan de studenten wordt aangeboden en dat de onderdelen waar mogelijk aantrekkelijker en beter leesbaar vorm gegeven mochten worden. Voor wat het Studentenstatuut betreft, is dit laatste gelukt; het Examenreglement daarentegen is vooral vanwege de juridische consequenties ongewijzigd gebleven op enkele updates na. Het Studentenstatuut (hoofdstuk 1) en het Examenreglement (hoofdstuk 2) zijn als twee afzonderlijke documenten op onze intranetpagina geplaatst onder het kopje ‘Studiehandleiding’. De Algemene Informatie (hoofdstuk 4) hebben we ingedikt en teruggebracht tot een aantal links naar websites en vastgestelde documenten. Ook dit hoofdstuk is te vinden op intranet onder het kopje ‘Studiehandleiding’. Het Opleidingsplan (hoofdstuk 3) blijft een verantwoordelijkheid van de MBO Colleges en zal als apart document, digitaal of op papier, aan de studenten beschikbaar worden gesteld.
2.9 Lectoraat ‘Onderwijsarrangementen in maatschappelijke context’ Het lectoraat is ingesteld door ROC van Twente en de Hogeschool Edith Stein/Onderwijscentrum Twente en
Expertis onderwijsadviseurs. Het lectoraat besteedt aandacht aan voortijdige schooluitval en de consequenties hiervan in de school- en beroepspraktijk van ons ROC en het Twents Aansluitingsnetwerk. Het lectoraat doet onderzoek naar onderwijsarrangementen die bijdragen aan verbetering van de onderwijsloopbaan van ROC-studenten die dreigen uit te vallen. De kern van het lectoraat is preventie van voortijdig schoolverlaten en professionalisering van docenten. De werkwijze is bottom up: samen met en vóór docenten Een externe auditcommissie onder voorzitterschap van Ben Hövels heeft het lectoraat in het voorjaar van 2012 positief beoordeeld. Uit de conclusie blijkt dat het lectoraat een grote waarde vertegenwoordigt voor beroepspraktijk, samenleving en kennisontwikkeling. Verbeteringen zijn mogelijk door meer focus aan te brengen in de relatie tussen het kennisdomein en het onderzoek dat verricht wordt. Daarnaast kan de leergemeenschap (die sterk georganiseerd is) meer toegepast worden op de behoefte van de deelnemer. Op basis daarvan heeft het College van Bestuur besloten het lectoraat voor een periode van 4 jaar te continueren. Tengevolge van de fusie tussen de hogeschool en Saxion (bestuurlijk per 1 januari 2013) is het lectoraat geplaatst in Saxion bij het Kenniscentrum Onderwijsinnovatie.
2.10 Subsidieprojecten In 2012 zijn de subsidieprojecten Werkplekleren en Excellent Leren Excellent Organiseren, projecten in het kader van Het Platform Beroepsonderwijs (HPBO), succesvol afgerond. Beide afsluitende audits kregen het oordeel ‘goed’. Naast de lopende subisidieprojecten, o.a. ‘Loopbaanleren’ en ‘Crossmedia’ (beide HPBO), ‘Profs voor de toekomst (Stichting Innovatie Alliantie) heeft het lectoraat in 2012 externe fnanciering ontvangen voor het project ‘Sport-Career-Power’ (Ministerie van Onderwijs en Cultuur). Zie voor de uitvoerige onder-zoeksportfolio en output van het lectoraat de publieke website (www.edith.nl).
2.11 Beroepskolom Wij hechten er grote waarde aan onze rol als middenspeler in de beroepskolom van vmbo-mbo-hbogoed te kunnen uitoefenen. Dat gebeurt voor wat betreft de verbinding van vmbo-mbo vooral via het AansluitingsNetwerk Twente, waarin alle 14 vmbo-scholen, het AOC Oost en het ROC van Twente zijn vertegenwoordigd. Ook het afgelopen jaar is weer structureel overleg gevoerd met de Twentse decanen-
27
kringen vmbo en de decanenkring havo/vwo. Enkele resultaten van deze samenwerking zijn: • Het aantal “student-events”-bijeenkomsten voor mbo-studenten die opteren voor een vervolgopleiding bij het hbo is toegenomen. • Momenteel worden een aantal Ad-opleidingen (hbo-opleidingen Associate Degree) met het hbo verkend. Voorbeelden hiervan zijn de mbo-opleiding Onderwijsassistent en de hbo-opleiding VVE (Vooren Vroegschoolse Educatie) en mbo- en hbo-opleidingen binnen de branche logistiek. • In 2013 worden pilots gestart in het derde leerjaar vmbo voor de T-stroom om talentvolle leerlingen kennis te laten maken met het Toptraject vmbo-mbo-hbo. De bedoeling hiervan is dat vanaf het derde leerjaar vmbo-t leerlingen de mogelijkheid krijgen om een specifek opleidingstraject te volgen vanuit het vmbo, via het mbo naar het hbo. Alle hierboven genoemde ontwikkelingen geven aan dat de beroepskolom vnbo-mbo-hbo- naast landelijk beleid- ook binnen het ROC van Twente een speerpunt van beleid en uitvoering is en blijft.
2.12 EVC Servicepunt Het jaar 2012 is voor EVC Servicepunt een jaar geweest met wisselende resultaten. Enerzijds heeft de audit door de externe toezichthouder Hobeon Certifcering een erkenning opgeleverd voor 3 jaar voor een 30-tal erkende EVC-procedures. Uit de audit bleek dat onze procedure voldoet aan alle 26 normteksten van het landelijke kwaliteitsstandaarden. Het aantal erkenningen is in de loop van dit jaar nog enigszins gegroeid tot een aantal van 46 erkende standaarden. Anderzijds heeft 2012 minder EVC-aanvragen opgeleverd dan was verwacht. Uit het grote aantal EVC-procedures dat via acquisitie in 2011 bij het EVC Servicepunt is binnengekomen kan geconcludeerd worden dat acquisitie van EVC, als onderdeel van HRM-vragen, belangrijk is. Positief is dat de aanvragen die binnenkomen grotendeels afkomstig zijn van ‘mond-tot-mond reclame’ of van eventuele eerdere ervaringen met EVC-procedures uitgevoerd door EVC Servicepunt. Een belangrijke mijlpaal voor EVC Servicepunt was ook de, in het najaar van 2012, uitgevoerde interne audit rond EVC. Deze audit is uitgevoerd onder voorzitterschap van het CINOP. De uitkomsten van deze audit worden in maart 2013 verwacht. In de loop van 2012 heeft EVC Servicepunt nadrukkelijk aandacht besteed aan acquisitie.
28
29
30
3 Op weg naar passend onderwijs in het ROC van Twente
H
et College van Bestuur van ROC van Twente heeft op 26 november 2012 de beleidskaders voor de invoering van het passend onderwijs vastgesteld. Deze sluiten naadloos aan bij de bestaande visie op onderwijs en (studie-)loopbaanbegeleiding en we sluiten aan bij de ontwikkelingen in het kader van Focus op Vakmanschap, de Entreeopleidingen, het project Loopbaanleren en de ontwikkelingen op het gebied van de aanval op de schooluitval. Speerpunt is de professionele ontwikkeling van docenten in het omgaan met verschillen in de klas, en de professionele ontwikkeling van teamdeskundigen Student ter ondersteuning van het docententeam. De werkgroep “professionele ontwikkeling passend onderwijs” ontwikkelt hiervoor een scholingsaanbod in 2013. Verder intensivering van de al bestaande samenwerking met het vmbo in het Aansluitingsnetwerk vmbo-mbo en met het vso en praktijkonderwijs is van groot belang om de overdracht van jongeren met een extra onderwijsbegeleidingsbehoefte van het vo naar het mbo goed te laten verlopen. Een werkgroep waarin alle partners vertegenwoordigd zijn, buigt zich hier komend jaar verder over.
3.1 Instroom: Toegankelijkheid Warme overdracht: extra aandacht voor aspirant studenten Het vmbo heeft voor ca. 550 aankomend studenten een ‘warme overdracht’ aangevraagd. Dat betekent in ieder geval dat de intaker van de gewenste beroepsopleiding naar aanleiding van de onderwijsbegeleidingsvraag op het OVM-formulier contact opneemt met de school waar de nieuwe student vanaf komt. Als dat nodig is volgt een verlengde intake met de teamdeskundige Student, een gespecialiseerde intaker van de beroepsopleiding. De resultaten van deze intake vormen de richtlijn voor de studieloopbaanbegeleiding van de student in het onderwijsleerproces. De zes voornaamste redenen- en vaak een combinatie daarvan- voor de vraag om warme overdracht zijn: 1. een LWOO-beschikking (482) 2. studiehouding/studievaardigheden (394) 3. gezondheid (248) 4. huiselijke omstandigheden (233) 5. gedrag (218) 6. veelvuldig verzuim (177)
Aspirant studenten uit het voortgezet speciaal onderwijs Onder Bijzondere Doelgroepen worden gerekend de leerlingen uit het Praktijk onderwijs (PrO), het voortgezet speciaal onderwijs (VSO), een Leerwerktraject (LWT), de Internationale Schakelklas ( ISK) en van een Orthopedagogisch en Didactisch Centrum (OPDC). Als een vso-leerling tot een van de ‘bijzondere doelgroepen’ behoort, vermeldt de toeleverende school dat op het aanmeldformulier. Als een aankomend student zich aanmeldt, betrekken wij de toeleverende school vanaf dat moment bij het proces (intake, toelating en inschrijving) van deze leerlingen. Een teamdeskundige Student van het MBO College draagt zorg voor een zorgvuldige (verlengde) intake.
31
In schooljaar 2011-2012 zijn in totaal 143 studenten aangemeld in het kader van de bijzondere doelgroepen, waaronder van de ISK 16 leerlingen, van de praktijkscholen 25 leerlingen, uit het vso cluster 320 leerlingen, vso cluster 456 leerlingen en van een zorglocatie vo 14 leerlingen. Met de resultaten van de intake begeleidt de studieloopbaanbegeleider de student verder in het onderwijsleerproces. Ons Loopbaancentrum monitort de loopbaan van de studenten en is contactpersoon voor de toeleverende scholen en de (MBO) Colleges.
Professionele ontwikkeling studieloopbaanbegeleiding
Samenwerking met het Praktijkonderwijs
In 2012 zijn werkgroepen gevormd van trainers met de opdracht de reguliere training te herijken en een vervolgtraining te ontwikkelen voor teams. Het resultaat is een vernieuwde basistraining studieloopbaanbegeleiding, waarbij de uitgangspunten en kaders van de studieloopbaanbegeleiding nadrukkelijk zijn meegenomen. Daarnaast is een vervolgtraining studieloopbaanbegeleiding ontwikkeld, waarin de verdieping plaatsvindt voor de ervaren studieloopbaanbegeleider Hierin wordt de methode “Oplossingsgericht werken” aangereikt. De beide trainingen behoren vanaf voorjaar 2013 tot het vaste aanbod van de ROC Academie.
We hebben samen met de scholen voor praktijkonderwijs gezamenlijke niveau 1 opleidingen opgezet om de doorstroom van leerlingen van het PROO onderwijs naar niveau 1 beter te laten verlopen en om te voorkomen dat PROO leerlingen eenmaal in het mbo uitvallen. In het kader van het convenant Praktijkonderwijs – ROC van Twente hebben 73 jongeren in schooljaar 2011- 2012 een opleiding op mbo niveau1 gevolgd.
De begeleiding van studenten met Leerling-gebonden Financiering (LGF) In 2012 hebben 384 studenten gebruik gemaakt van de Leerling-gebonden Financiering (LGF). Het merendeel van deze studenten volgde de dagopleiding. Het budget dat het Ministerie aan het ROC van Twente beschikbaar stelde in december 2011 bedraagt € 618.767,78 (brief DUO dd. 7 december 2012 over periode 1-8-2011 tot 1-8-2012). Dit wordt in zijn geheel aangewend voor extra begeleiding van deze studenten binnen de MBO Colleges, volgens de daartoe opgestelde handelingsplannen.
3.2 Doorstroom Verzuimpreventie Het tijdig signaleren van (ongeoorloofd) verzuim bij studenten is een belangrijk instrument in het tegengaan van voortijdig schoolverlaten. In 2012 zijn bij het Verzuimloket van DUO 618 meldingen gedaan van ongeoorloofd verzuim. In 2011 waren dat 627 meldingen.
Studieloopbaanbegeleiding eerste lijn Ook in 2012 heeft de focus gelegen op de organisatie van de studieloopbaanbegeleiding in de MBO Colleges en daarmee ook de ontwikkeling en implementatie van de rol van studieloopbaanbegeleider als onderwijsrol en de rol van teamdeskundige Student als ondersteunende rol in het primaire proces. Daartoe vindt periodiek overleg plaats op MBO Collegeniveau.
32
In 2012 zijn 55 docenten getraind in de rol van studieloopbaanbegeleider, onder verantwoordelijkheid van de ROC Academie. Het totaal aantal docenten dat hierin getraind is, komt daarmee op 863, gerekend vanaf 2008.
(Studie)loopbaanbegeleiding tweede lijn De begeleiding in de tweede lijn wordt verzorgd door het Loopbaancentrum (individuele begeleiding) en het MBO College voor Oriëntatie en Ontwikkeling (maatwerktrajecten en groepsgewijze begeleiding).
Resultaten Aantal begeleide studenten In 2012 zijn 1.115 ingeschreven studenten begeleid door het Loopbaancentrum. Afgezet tegen de onze gehele studentenpopulatie heeft de ondersteuning van het Loopbaancentrum op circa 5,5 % van het totaal betrekking. Ten opzichte van 2011 is het aantal studenten dat
begeleid is gedaald met ca. 7,5 %. Het aantal individuele begeleidingstrajecten voor deze studenten bedraagt 1.378, omdat bij een aantal studenten sprake is van meervoudige problematiek. Aantal begeleidingstrajecten in 2012 (1.378) Bij 69 % begeleidingsvragen gaat het om complexe persoonlijke problematiek. Het percentage stijgt de laatste jaren, in 2011 bedroeg het 55%. Daarnaast wordt in 21% van de gevallen een beroep gedaan op het Loopbaancentrum voor beroepskeuzeonderzoeken, capaciteitentesten en persoonlijkheidsonderzoeken. De vraag naar begeleiding in het kader van Studie en Handicap bedraagt 4,5 % van het totaal. Er zijn 358 dyslexiepasjes verstrekt. Van de verwezen studenten volgt 92 % een BOL-opleiding. Relatief veel van deze BOL-studenten zijn afkomstig uit niveau 3 (36% van het totaal aantal begeleide studenten). Voor niveau 4 geldt 34%, voor niveau 2 geldt 25% en voor niveau 1 geldt 4,5%. Van de verwezen studenten in de BBL is circa tweederde afkomstig uit niveau 2, vooral uit de technische en economische sectoren.
Aantal begeleide studenten per jaar per (MBO) College in 2008-2012
200 180 160 140 120 100 80 60 40 20 0
2008 2009 2010 2011 2012
O
rg
a
s ni
at
ie
G
as
t
ij vr
O
id
nd
er
m ne
en
e od
&
M
& M t& & & g g, en ie in n ns i c n r e v e l e M ge m er ag m tv rm an s o o n M C V ie D
ed M
ia
aa
ts
a ch Z
pp
ij
g or
em
&
el W
G
e
zi
zo
o Sp M
h nd
r t,
a et
jn
O
ei
z ds
nd
l ,E al
er
or
w
t ek
g &
ijs
ro
&
a Tr
C
In
ns
ul
st
a
r po
tu
ur
t lla
t,
te ie
g Lo
n ch
is
ti
ie
ek
&
Bo O
k M
i ob
,I uw
ri
n
ta ën
ei
li t
f ra
tie
t
&
&
r te In
O
w nt
i
ie
ur
el kk
li n
g
k (a
a)
uc Ed
at
ie
o) av (v
Aantal begeleidingstrajecten in 2012 (1.378) 60
16
Persoonlijke en gedragsproblemen
64
Schoolmaatschappelijk Werk in het Loopbaancentrum De subsidieregeling Schoolmaatschappelijk Werk van het ministerie van OC&W maakt het mogelijk om studenten met psychosociale problemen te begeleiden of door te verwijzen naar geïndiceerde zorg. Het ROC van Twente heeft hiervoor in 2012 € 910.946,51 ontvangen.
he
Beroepskeuze-, capaciteiten-, persoonlijkheidsonderzoek Studie en Handicap / LGF 286
Adviesgesprek Overig
952
33
Samen met gespecialiseerde begeleiders o.a. op het gebied van jeugdhulpverlening en Testen en Onderzoek verrichten zeven schoolmaatschappelijk werkers in het Loopbaancentrum hun werkzaamhedenconform de vastgestelde werkwijze van het ROC van Twente. In 2012 hebben de schoolmaatschappelijk werkers 385 studenten van het ROC van Twente begeleid. Dit is een derde van het totaal aantal verwezen studenten in het Loopbaancentrum.
Rendement Mede door de begeleiding van het Loopbaancentrum blijven (risico)studenten langer ingeschreven bij het ROC van Twente om hun (start)kwalificatie te kunnen behalen. Het rendement van deze begeleiding in 2012 bedraagt 84,5 % (in 2011 86 %).
Tevredenheidonderzoek onder studenten en verwijzers In 2012 hebben er twee tevredenheidsonderzoeken plaatsgevonden: een onderzoek onder de door het Loopbaancentrum verwezen studenten en een onderzoek onder de verwijzende studieloopbaanbegeleiders. Dit heeft bij een respons van 30% van de studenten, een waardering met het cijfer 8,5 opgeleverd. De verwijzers waarderen onze specialistische begeleiding met een 7,3 (respons 68%).
Studiefonds ROC van Twente In 2012 heeft het Studiefonds 43 aanvragen ontvangen. Dit is een toename van 58% ten opzichte van het aantal aanvragen in 2011 (25 ). Hiervan zijn uiteindelijk 20 aanvragen gehonoreerd. Bij negen aanvragen zorgde het betreffende MBO College voor een oplossing. Door bemiddeling van het Studiefonds zijn vijf aanvragen door externe instanties gehonoreerd. Het Studiefonds heeft zes aanvragen voor eigen rekening genomen waarvan vijf aanvragen in samenwerking met MBO Colleges en externe instanties. Van de 43 aanvragen zijn 23 aanvragen geseponeerd.
34
In 2012 zijn er in de vier Zorg- en Adviesteams in totaal 35 studenten besproken, met inbreng uit alle twaalf (MBO) Colleges. Ruim de helft ervan was leer- of kwalificatieplichtig. In 20 casuïstieken is een advies uitgebracht aan de studieloopbaanbegeleiding van de afdeling. Bij 15 casuïstieken hebben interventies plaatsvonden, waarbij de regie bij een externe instantie is gelegd, te weten: Mediant, CARE express, Commujon, Jarabee, (Jeugd)reclassering, RIBW, Talenta en Back2Basic.
Externe Mentoring In 2012 is de implementatie van een nieuwe werkwijze Externe Mentoring in het ROC van Twente afgerond. In ieder (MBO) College is een teamdeskundige Externe Mentoring aangesteld met als doel de communicatie met de studieloopbaanbegeleiding eerste lijn te optimaliseren.
Zorg- en Adviesteams MBO
In 2012 zijn 60 matches ontstaan tussen een student van het ROC van Twente en een externe mentor. Mannelijke studenten (ca. 40%) vragen hulp bij het aanbrengen van structuur/plannen. Bij vrouwelijke studenten (ca. 60 %) bepalen de gevolgen van gebrek aan zelfvertrouwen op school en in de BPV veelal de vraag om een externe mentor.
Voor de gemeenten Enschede, Hengelo, Almelo en Oldenzaal zijn Zorg- en Adviesteams MBO actief. De vaste overlegpartners hierbinnen zijn: Stichting Maatschappelijke Dienstverlening Enschede-Haaksbergen, Algemeen Maatschappelijk Werk, Carintreggeland, Algemeen Maatschappelijk Werk Noordwest Twente, Jeugdgezondheidszorg GGD Regio Twente, Politie Twente en Leerplicht/RMC. Bureau Jeugdzorg Overijssel heeft het ZAT in het nieuwe schooljaar verlaten. Het bureau nam tijdelijk deel in het kader van zijn aansluittaken.
Daarnaast blijft de samenwerking tussen de Mentorprojecten mbo, vmbo en Scala Hengelo een speerpunt met onder andere gezamenlijke deskundigheidsbevordering en intervisietrajecten (georganiseerd door het ROC van Twente).
Passpunten
het volgende instroommoment van de opleiding van hun keuze. In 2012 zijn 98 studenten begeleid.
In de Passpunten werken studenten met een diagnose ASS in een veilige (prikkelarme) omgeving aan huiswerkopdrachten. De Passpunten worden bemenst door ambulante begeleiders vso-cluster 4. In 2012 hebben 25 studenten gebruik gemaakt van de Passpunten (vgl. 2011: 35). Passpunten worden als methodiek meegenomen in de ontwikkelingen passend onderwijs in het ROC van Twente
Het rendement in 2012: • ruim 81 % van de studenten stroomt uit naar de gekozen mbo-opleiding; • ruim 8 % van de studenten stroomt uit naar het vavo; • ruim 10% van de studenten stroomt uit wegens andere redenen als zwangerschap, overstap naar ander ROC, langdurig verzuim.
59 studenten werden naar het Toets-, Taal- en Rekencentrum van het College voor Educatie verwezen.
Het JIT-traject vangt studenten met multiproblemen tijdelijk op, om ze uiteindelijk terug te laten keren naar de opleiding waar ze vandaan komen. In 2012 zijn er 123 studenten begeleid in de JIT-trajecten.
MBO College voor Oriëntatie en Ontwikkeling
Rendement
In 2012 zijn 841 studenten verwezen naar het MBO College voor Oriëntatie en Ontwikkeling voor deelname aan maatwerktrajecten en groepgerichte begeleiding (vgl. 765 in 2011).
• 40 % van de studenten stroomt terug naar de afdeling van waaruit ze afkomstig zijn; • 45% van de studenten stapt over naar een andere opleiding binnen of buiten het ROC van Twente; • 10 % van de studenten stroomt uit om diverse andere redenen, zoals het behalen van hun diploma, deelname aan het studie- en beroepskeuzetraject, uitval wegens te grote persoonlijke problematiek.
Traject/project Assist/Scoren door Scholing Bijspijkercursus Invoegtraject
Totaal aantal studenten 103 74 98
Just-in-time traject
123
Last minute traject
42
SOVA training
4
Studieberoepskeuzetrajecten
274
Training Zelfvertrouwen
123
Just-in-time traject (JIT)
Scoren door Scholing met FC Twente & Assist met Heracles Voor een aantal jongeren is het beter om buiten de school een goede beroepskeuze te maken. Ze weten niet precies wat ze willen en hebben daarnaast persoonlijke problemen. Kiezen wordt echter makkelijker als je daarbij hulp krijgt van professionele voetbalclubs als FC Twente en Heracles. In het schooljaar 2011-2012 zijn 103 studenten/deelnemers verwezen naar Scoren door Scholing en Assist, waarvan 61 naar Scoren door Scholing en 42 naar Assist. Hiervan zijn 92 studenten verwezen door de MBO Colleges en 11 door externe partijen. Van de 103 studenten zijn met ingang van het schooljaar 2012-2013 57 studenten ingeschreven op een beroepsopleiding van het ROC van Twente.
3.3 Uitstroom
Invoegtraject
Nieuwe werkwijze melden Voortijdig Schoolverlaten (RMC )
Het Invoegtraject vangt interne opleidingsverlaters en opleidingstwijfelaars tussentijds op en begeleidt ze naar
Als studenten tot 23 jaar worden uitgeschreven zonder startkwalificatie, dan is het ROC van Twente verplicht een ordelijke overdracht aan de gemeentelijke trajectbegeleiding te waarborgen door een
35
RMC-melding. De afgelopen jaren is het proces van RMC-melden niet sluitend gebleken. Ons ROC heeft op 26 november 2012 ingestemd met een nieuwe werkwijze RMC-melden. Voortaan heeft het gemeentelijk RMC rechtstreeks contact met de verantwoordelijke directeur van het MBO College over de wettelijke verplichting van het melden en de kwaliteit van de melding.
3.4 Aanval op de schooluitval Convenant Voortijdig Schoolverlaten 2008-2011 Het College van Bestuur van ROC van Twente heeft oktober 2008 het convenant Voortijdig Schoolverlaten 2008-2011 ondertekend. Doel van het convenant is het realiseren van een daling van het aantal voortijdig schoolverlaters in de RMC-regio Twente in het schooljaar 2010-2011 met 40 % ten opzichte van het nuljaar 2005-2006. Dit betekent een gemiddelde jaarlijkse reductie van 10% tot 2012. Het convenant is met een jaar verlengd tot en met schooljaar 2011-2012.
De resultaten schooljaar van 2011-2012 Voorlopige cijfers van het convenantjaar 2011-2012 geven aan dat ons ROC 28,2% minder schoolverlaters heeft ten opzichte van het nuljaar 2005-2006 (landelijke gemiddelde 25,6%). Het voorlopige percentage schoolverlaters schooljaar in 2011-2012 is 5,9% van het totaal aantal studenten in de RMC-leeftijd. Hiermee scoren we ruim onder het landelijke gemiddelde van 6,9%. De lichte stijging in het aantal voortijdig schoolverlaters in schooljaar 2010-2011 (7,1 %) is weer omgebogen naar een neerwaartse trend.
Vaststelling prestatiesubsidie 2012 Vooruitlopend op de definitieve cijfers ontvingen we voor 2012 een voorschot op de subsidie voor het aantal verminderde voortijdig schoolverlaters. De definitieve subsidie is € 2000.- lager per Vsv’er. De prestatiesubsidie voor 2012 is op basis van de definitieve cijfers van 2010-2011 vastgesteld op € 316.000, -.
Voorschot prestatiesubsidie 2013 Het voorschot op de prestatiesubsidie 2013 is gebaseerd op de beoogde vermindering van het aantal voortijdig schoolverlaters in schooljaar 2011-2012. Het voorschot voor komend jaar bedraagt € 1.165.000, (€ 932.000, - voorschot en € 233.000, - bestemmingbedrag).
Onderwijsprogramma’s 2012 Naast het convenant dat het ministerie van OCW heeft afgesloten met de regio Twente, zijn er in 2012
36
subsidiegelden beschikbaar gesteld om het aantal voortijdig schoolverlaters te verminderen, de zogenaamde ‘subsidie onderwijsprogramma’s. Voor de organisatie, uitvoering en monitoring van de in de aanvraag genoemde programma’s, wordt gebruik gemaakt van de al geruime tijd bestaande structuur van het Twents Aansluitingsnetwerk VMBO-MBO. In 2012 hebben vmbo en mbo nog een aantal onderwijsprogramma’s uitgevoerd om het aantal voortijdig schoolverlaters terug te dringen. Onderwijsprogramma’s 2012 1. Loopbaanoriëntatie en -begeleiding vmbo-mbo
€ 378.768
2. Verzuim melden en aanpakken
€ 343.670
3. Overgang VMBO - MBO
€ 107.670
4. Zomeractie vsv 2012 Totaal
€ 830.108
Ad 1a. Vmbo LOB – Het vmbo heeft als speerpunt gekozen voor het ontwikkelen van beroeps- en opleidingsbeelden en van loopbaancompetenties (Kuijpers, Meijers en Bakker, 2006) waarmee de leerling gedurende zijn loopbaan tot goede keuzes kan komen. Ad 1b. Mbo LOB- het MBO College voor Oriëntatie en Ontwikkeling heeft aangemelde jongeren die om diverse redenen niet toegelaten zijn tot de opleiding van hun eerste keuze, begeleid bij het maken van de juiste keuze voor een (andere) beroepsopleiding (individueel en groepsgewijs).
Ad 2. Mbo Verzuim- (MBO) Colleges van het ROC van Twente en het AOC Oost hebben verzuim opgepakt als het eerste signaal dat leidt tot voortijdig schoolverlaten en het verzuimbeleid aangescherpt met nadruk op de ouderbetrokkenheid. Ad 3. Vmbo-mbo Doorlopende leerlijnen: het MBO College voor Commercie & Ondernemen en het AOC Oost hebben zich bezig gehouden met een verbetering van de doorlopende leerlijn vmbo-havo voor de aanleverende vmbo-scholen in de regio. Ad 4. Zomeractie VSV 2012 Voor de ‘Zomeractie VSV 2012’ sloegen de samenwerkende partners (gemeente, onderwijs en hulpverlening) de handen ineen om voortijdig schoolverlaters te motiveren om weer naar school terug te keren. Hiertoe is zeilschip ‘de Tukker’ van Jarabee ingezet.
Vernieuwde aanpak in Convenant Voortijdig Schoolverlaten 2012-2015 Vanaf 2012-2013 zijn reductiedoelstellingen voortijdig schoolverlaten verder aangescherpt met een nieuw driejarig convenant. Dit Convenant VSV 2012-2015 is op 20 maart 2012 afgesloten tussen het ROC van Twente en het AOC Oost, de samenwerkingsverbanden vo in Twente, de 14 gemeenten in Twente en het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.
Prestatiesubsidie 2014 De prestatiesubsidie in dit convenant bestaat uit een vas-
te component en een prestatieafhankelijke component. Deze prestatiesubsidie wordt achteraf, op basis van de definitieve vsv-cijfers per schooljaar, uitgekeerd. De eerste uitkering zal zijn in oktober 2014.
Regionaal programma Voortijdig Schoolverlaten Naast de prestatiesubsidie is er ook subsidie voor een regionaal programma VSV 2012-2015. Voor dit prestatieonafhankelijke deel van het Convenant VSV heeft het ROC van Twente, als grootste onderwijsaanbieder, namens de onderwijsinstellingen en in overeenstemming met de RMC-contactgemeente Enschede de taak van contactschool op zich genomen. Een regionale stuurgroep, waarin vertegenwoordigd het mbo, de twee samenwerkingsverbanden vo en de 14 Twentse gemeentes, hebben op basis van een regioanalyse, gebaseerd op de voorlopige cijfers vsv schooljaar 2010-2011, tien programmamaatregelen geformuleerd om het voortijdige schoolverlaten in de RMC-regio Twente verder te reduceren.
Project Focus op schooluitval Wij sluiten onze programmamaatregelen nadrukkelijk aan bij de ontwikkelingen in Focus op Vakmanschap en de invoering van het passend onderwijs, waarbij de al bestaande samenwerking met de gemeentes (Leerplicht/ RMC) en het VO het uitgangspunt is. Met deze maatregelen is de focus dan ook gericht op optimalisering van de instroom van bijzondere doelgroepen en de instroom in de entreeopleidingen (Matchpoint), de optimalisering van de doorstroom (verzuimaanpak en ouderbetrokkenheid) en de optimalisering van de uitstroom (preventieve interventies in de vorm van een Checkpoint vsv). Ook is het versterken van de Loopbaanorientatie- en begeleiding (LOB) als onderdeel van het onderwijsprogramma een belangrijk speerpunt.
VSV 2012: evaluatie van de Carrousel Twente In opdracht van het Twents Aansluitingsnetwerk heeft het lectoraat een onderzoek verricht naar de effecten van de Carrousel methodiek op de beroepskeuzeontwikkeling van vmbo–leerlingen. De Carrousel Twente laat leerlingen kennis maken met de sectoren zorg & welzijn, techniek, economie en groen, waardoor een weloverwogen keuze wordt gemaakt voor een opleiding. Het onderzoek is uitgevoerd onder leerlingen, docenten, decanen en bedrijven. De conclusie luidt dat de Carrousel een significante bijdrage levert aan de beroepsbeeldvorming. Verder kwam naar voren dat een goede voorbereiding op school erg belangrijk is. De Carrousel blijkt een waardevol onderdeel van de loopbaanoriëntatie. Op basis van het onderzoek is besloten deze methodiek komend jaar voort te zetten.
37
38
4 Studenttevredenheid
E
lke twee jaar onderzoeken wij de studenttevredenheid met de landelijke JOB-monitor waarin alle aspecten van het onderwijs aan bod komen. Wij analyseren alle data op instellings-, (MBO) College- en teamniveau. De uitkomsten van tevredenheidsonderzoeken worden besproken tussen College van Bestuur en directeuren in het voorjaarsoverleg. Bovendien worden de resultaten en verbeterpunten besproken met de Raad van Toezicht. Daarnaast meten we elke twee jaar de tevredenheid onder eerstejaarsstudenten met het zogeheten instroomonderzoek. Daarin komen onderwerpen als kennismaking met de school, informatievoorziening, intake, plaatsing en eerste indruk aan bod. Wij analyseren ook deze data op instellings-, (MBO) College- en teamniveau. De tevredenheid van de studenten is een belangrijke graadmeter voor de kwaliteit van het onderwijs. Binnen de (MBO) Colleges wordt de tevredenheid van de studenten zowel formeel als informeel regelmatig gepeild in vraaggesprekken, door peilingen binnen de studentenraad en door evaluaties. De centrale deelnemersraad adviseert het College van Bestuur over zowel de ‘kleine’ basiskwaliteit als de kwaliteit van het onderwijs.
Er zat een stijgende lijn in de tevredenheid van onze studenten, maar die hebben we in 2012 niet kunnen voortzetten: het rapportcijfer voor de school was in 2006 een 5,9 in 2008 een 6,3 en in 2010 een 6,5. In 2012 beoordeelde de student de school gemiddeld met een 6.4. De JOB enquête 2012 werd ingevuld door ruim 9100 studenten, 40% van de totale populatie. De respons was maar liefst 46% hoger dan in 2010. Het rapportcijfer per (MBO) College varieert van 6,1 tot een 7.4. Studenten zijn het meest tevreden over de toetsing, het leren in de praktijk, de leeropbrengst (competenties) en de veiligheid op school. Punten van kritiek uit het onderzoek zijn: het tekort aan keuzevakken en buitenschoolse activiteiten, onvoldoende rustige ruimtes voor zelfstudie en de afhandeling van klachten. Verder hebben opleidingen de informatievoorziening bij de intake verbeterd. Een aantal opleidingen richtte zich op verbetering van de begeleiding van studenten. De uitkomsten van de JOB monitor zijn per crebo en per team geanalyseerd en aangevuld met informatie over mogelijke verbeterpunten. De uitkomsten van het onderzoek zijn op alle niveaus binnen onze organisatie besproken: met het management, de Raad van Toezicht, de onderwijsteams, de ondernemingsraad en de studentenraden (zowel de deelraden als de centrale deelnemersraad).
39
40
5 Personeel 5.1. Samenstelling personeel
O
p 31 december 2012 werkten er 1.945 mensen bij ROC van Twente, samen goed voor 1.562 fte’s (inclusief tijdelijk personeel). Dit is een daling met 65 personen (48 fte). Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door de afname van studenten uit de bedrijfsopleidingen, in combinatie met natuurlijk verloop op grond van leeftijd. Het aantal mensen in tijdelijke dienst is gedaald: van 203 fte’s aan het eind van 2011 tot 173 fte eind 2012 en van 57 fte’s voor pay-roll- en uitzendkrachten naar 46 fte’s (een daling van in totaal 41 fte’s). De verminderde vraag naar tijdelijke krachten vloeit direct voort uit de eerder genoemde terugloop van studenten bij de diverse bedrijfsopleidingen. Het ROC van Twente heeft 888 mannen in dienst en 1056 vrouwen. Bij het (Assisterend) Onderwijsgevend Personeel (AOP) is de verhouding nagenoeg gelijk. Bij het Onderwijsondersteunend en Beheerspersoneel (OBP) werken relatief meer vrouwen (64%). Bij het AOP is er tussen de verschillenden opleidingen een minder evenwichtige verdeling. Dan blijken er grote verschillen in de verhouding man/vrouw te bestaan, vooral als het gaat om branches waarin hetzij mannen, hetzij vrouwen van oudsher de boventoon voeren.
Personeel 2500 2000 1500 1000 500 0
1945
2010 1562
2035 1610
2012
2011
Aantal medewerkers
2141 1588
1560
2010
2009
Aantal fte
1185 medewerkers behoren tot het OP, 164 tot het AOP en 596 tot het OBP.
Dienstverband aantal medewerkers m/v 700 600 500 400 300 200 100 0
564
588 341 192
115 36
86 22
Vast vrouw
Vast man
(Assisterend) Onderwijsgevend personeel
Tijdelijk vrouw
Tijdelijk man
Ondersteunend en Beheerspersoneel
41
Flexibele schil Er werkten in totaal 219 fte’s in de flexibele schil: • 83 fte’s via een tijdelijke dienstverband bij ROC van Twente; • 46 fte’s payroll- en uitzendkrachten; • 90 fte’s via de ‘ROC van Twente Flex BV’. Medewerkers in dienst van deze Flex BV werken onder vrijwel dezelfde primaire arbeidsvoorwaarden als medewerkers in vaste dienst van ROC van Twente. Toch kunnen we op deze wijze kostenbesparend werken omdat we de risico’s op het gebied van de toekenning van een eventuele WW-uitkering niet dragen als het dienstverband eindigt.
5.2 Focus op professionele ontwikkeling De kwaliteit en effectiviteit van ROC van Twente staat of valt met de kwaliteit en professionaliteit van onze medewerkers. In onze strategienota “Presteren met Plezier en Passie” is dit vertaald in het motto ‘de professionele lat gaat omhoog’. Het uitgangspunt is dat onze medewerkers zich blijven ontwikkelen. Er is ook een professionele noodzaak om dat te doen: het vakgebied wijzigt, studenten veranderen, het onderwijs ondergaat aanpassingen en de samenleving stelt nieuwe eisen. Dat we onze medewerkers daarbij ondersteunen en hen stimuleren spreekt vanzelf. ‘Presteren met Plezier en Passie’ lukt niet zonder hun ambities. De continue ontwikkeling van onze medewerkers is verankerd in de gesprekkencyclus. Dit is een belangrijk instrument voor verdere professionele ontwikkeling. De gesprekkencyclus wordt verderop inhoudelijk nader toegelicht.
De deelnemers in het afgelopen jaar kwamen uit alle colleges en diensten van ons ROC.
Management
ROC Academie
Eén van de onderdelen van ons Plan van Aanpak professionele ontwikkeling is het versterken van de kwaliteit van leidinggeven. In dat kader is gebruik gemaakt van de ROC Academie. Daar zijn de volgende trainingen georganiseerd: • Feedback geven en nemen; • Plannen van Inzet; • Intervisie; • Leidinggeven aan professionals.
De ROC Academie heeft haar activiteiten op het gebied van scholing verder uitgebreid en daarbij voor een groot deel gebruik gemaakt van de kennis en didactische kwaliteiten van eigen ROC-medewerkers. In totaal zijn 44 verschillende trainingen, cursussen of overige studiebijeenkomsten verzorgd, waar 1090 medewerkers aan hebben deelgenomen.
Daarnaast volgen negen teamcoördinatoren de masteropleiding Onderwijsleiderschap die zich richt op: onderwijsleiderschap, ondernemen, onderzoeken en reflecteren.
In het verlengde van Focus op Vakmanschap en als uitwerking van ons uitgangspunt ‘de professionele lat gaat omhoog’ is een Plan van Aanpak Professionele Ontwikkeling opgesteld dat namens de Minister door MBO15 is goedgekeurd. Het plan voorziet in een aantal concrete activiteiten op het gebied van scholing, maar ook het bevorderen van een professionele cultuur, versterken van de kwaliteit van leidinggeven en het HRM-beleid. Voor de uitvoering van dit plan zijn extra gelden beschikbaar gesteld. Het plan heeft een looptijd tot 2015.
42
Het aanbod van de ROC Academie richtte zich onder andere op: • Examinering; • ICT in het onderwijs; • Communicatievaardigheden; • Teamontwikkeling; • Methodische bijscholing taal (2F en 3F) en rekenen (2F); • Special Educational Needs; • Arbeidsomstandigheden; • Lezingen in samenwerking met Twente School of Education. • Studieloopbaanbegeleiding; • Intervisie; • Pensioen in Zicht.
Tevens is het leiderschapsprogramma voor College van Bestuur en directeuren voortgezet. Het programma richt zich op: • verdieping van strategische vraagstukken; • verbreding van kennis en inzicht door interactie met andere bedrijven of instellingen; • versterking van de samenwerking binnen Bestuur en Management.
in het team. De gesprekken en afspraken moeten bijdragen aan ons kerndoel, namelijk het geven van kwalitatief goed onderwijs. In 2015 moet voor 90% van de medewerkers aan deze norm voldaan zijn. Elk jaar vindt monitoring plaats van de gesprekken die hebben plaatsgevonden. Sinds eind 2012 wordt dit zichtbaar gemaakt in de kwartaalrapportages voor leidinggevenden. Tevens is het onderwerp van gesprek in de voor- en najaarsoverleggen die het College van Bestuur voert met de verschillende directeuren.
Overige scholing Het scholingsprogramma voor nieuwe medewerkers is voortgezet. De Twente School of Education heeft opnieuw een traject voor senior docenten uitgevoerd. Hier hebben veertien docenten aan deelgenomen, samen met collega’s uit het voortgezet onderwijs. Dit was het derde jaar dat het traject is uitgevoerd. In totaal hebben 96 docenten deelgenomen (dit is bijna 10% van het totaal aantal docenten). Op teamniveau is een start gemaakt met de registratie van geplande en gerealiseerde scholing per medewerker. Dit dient ter borging van ons scholingsbeleid, het optimaliseren van de inzet van de beschikbare middelen en het faciliteren van de medewerker bij het maken en onderhouden van zijn portfolio.
Overzicht gevoerde gesprekken (%) 25% 20% 15% 10% 5% 0
24% 15%
14%
16%
16%
11%
Beoordelingsgesprek
2012
Doelstellingsgesprek
Functioneringsgesprek
2011
Noot bij tabel: Het percentage in de tabel van de gesprekkencyclus is gewijzigd vanwege een inhaalslag die heeft plaatsgevonden binnen het ROC. Door deze inhaalslag zijn veel formulieren van de gesprekkencyclus ingevoerd in ons personeelsinformatiesysteem. De vastlegging heeft vaak plaatsgevonden met terugwerkende kracht, waardoor het percentage ook met terugwerkende kracht is gewijzigd. Vandaar het verschil over 2011.
Gesprekkencyclus ROC van Twente kent sinds enkele jaren een gesprekkencyclus. Het is de bedoeling dat de cyclus in twee jaar wordt doorlopen. We hechten veel waarde aan de doelstellingen-, functionerings- en beoordelingsgesprekken. De gesprekken stimuleren de interactie tussen medewerker en leidinggevende. De afspraken die gemaakt worden geven richting aan enerzijds de ontwikkeling van de medewerker en anderzijds de concrete taakverdeling
Uit de tabel blijkt dat de norm nog niet wordt gehaald. Zowel het College van Bestuur als de leidinggevenden geven hier de komende periode prioriteit aan. Een goed werkende gesprekscyclus maakt instellingsbreed monitoren op de kwaliteit van medewerkers mogelijk.
5.3 Arbobeleid Ons Arbobeleid is gericht op het realiseren van veilige locaties waar het goed werken en leren is. In dit kader hebben we de volgende voorzieningen:
43
• er is een arboadviescommissie per locatie; • er zijn twee centrale preventiemedewerkers; • er worden regelmatig Risico- Inventarisaties en Evaluaties (RI&E’s) gehouden. Op grond hiervan worden verbeteringen via een Plan van Aanpak uitgevoerd. Op alle grote locaties is inmiddels een RI&E uitgevoerd en een Plan van Aanpak tot verbetering opgesteld. • er is vertrouwenswerk (dit wordt verderop toegelicht); • er is een speciale website ontwikkeld op het gebied van Sociale Veiligheid; • de programma’s Fit in je loopbaan en het Masterplan Bewegen en Sport, die specifiek gericht zijn op vitale medewerkers in een gezonde school.
Verzuim onder de landelijke norm Het verzuimpercentage is ten opzichte van 2011 met 0,84 % gedaald. Dit percentage ligt onder de landelijke norm van 5% en is mede het resultaat van actief verzuim- en preventiebeleid. Er is extra aandacht besteed aan kort frequent verzuim, dat een verhoogd risico geeft op langdurig verzuim. De acties bij langdurig verzuim zijn gericht op het zo snel mogelijk te laten re-integreren van de medewerkers, teneinde de afstand tot werk niet te groot te laten worden. Ontwikkeling verzuim per kwartaal
5,80% 5,60%
5,55%
5,60%
5,47% 5,31%
5,40% 5,20%
4,99%
5,00%
4,84% 4,70%
4,80%
4,81%
4,60% 4,40% 4,20%
kw1
kw2
kw3 2011
44
kw4
kw1
kw2
kw3 2012
kw4
Noot bij tabel:De percentages van het ziekteverzuim zijn gewijzigd ten opzichte van het vorige jaarverslag, omdat de uitvraag van de gegevens anders is gesteld. Dit jaar is gevraagd om voortschrijdende cijfers (dus een berekening per kwartaal over een heel jaar) in plaats van de afzonderlijke cijfers per kwartaal.
Fit in je loopbaan ROC van Twente wil een gezonde school zijn, zowel voor studenten als voor medewerkers. Gezonde studenten en medewerkers dragen bij aan een beter leer- en werkklimaat. Dat leidt tot betere prestaties en een hogere tevredenheid. In 2011 is gestart met het programma ‘Fit in je loopbaan’, dat gericht is op preventie en duurzame inzetbaarheid. In 2012 is dit verder uitgebouwd. Medewerkers kunnen deelnemen aan diverse bewegings- en sportactiviteiten, maar ook aan een Vitaliteitsscan, waarin de Workability index (WAI) is opgenomen. Verder worden via de ROC Academie cursussen aangeboden als Stoppen met Roken en stressreductietrainingen als Mindfullness en Timemanagement. Tijdige begeleiding naar een andere functie en een actief re-integratiebeleid maken eveneens deel uit van dit programma. Voorts is de gesprekkencyclus er ook op gericht om het onderwerp “Fit in je Loopbaan” met medewerkers te bespreken. ‘Fit in je loopbaan’ maakt onderdeel uit van het in 2010 gestarte ‘Masterplan Bewegen en Sport’, waarin Studentensport, Bedrijfssport, Topsport, NK’s voor het mbo en leefstijltesten zijn opgenomen. Al deze activiteiten worden gecoördineerd door het eigen Sportbureau, dat hierin nauw samenwerkt met de Dienst P&O.
5.4. Medewerkerstevredenheid en -betrokkenheid In de nieuwe strategienota voor de periode 2012-2015 ‘Presteren met Plezier en Passie’ wordt ingegaan op de indicatoren aan de hand waarvan ROC van Twente de komende jaren verantwoording zal afleggen over de prestaties. Een van die indicatoren is de mate waarin onze medewerkers tevreden zijn over en betrokken zijn bij hun werk, hun team en hun organisatie. Het tweejaarlijkse onderzoek onder medewerkers vindt plaats in 2013. In 2012 zijn naar aanleiding van het vorige medewerkersonderzoek in 2011 op het gebied van arbeidsomstandigheden instellingsbreed een aantal verbeteringen aangebracht. De relatief hoge scores op de thema’s ‘tevredenheid over je team’ en ‘tevredenheid over je leidinggevende’ bevestigen de juistheid van de gekozen organisatiestructuur ‘Klein binnen Groot’, waarbij nabijheid en betrokkenheid als belangrijke succesfactoren worden gezien voor kwaliteit en tevredenheid.
De Regeling werkoverleg is in overleg met de OR vastgesteld. Alle onderwijsteams zijn hierover geïnformeerd. Binnen de teams is besloten over de wijze waarop de regeling wordt toegepast. De regeling dient de betrokkenheid van medewerkers te bevorderen en de professionele inbreng op de inhoudelijke vraagstukken te waarborgen.
5.6 Een aantrekkelijke werkgever ROC van Twente blijkt een aantrekkelijk werkgever: • we hebben circa 600 open sollicitaties in portefeuille; • we ontvangen vele reacties op extern open gestelde vacatures; • het personeelsverloop anders dan op grond van leeftijd, is zeer beperkt; • In 2011 behoorden we tot de 50 beste grote werkgevers blijkt uit onderzoek. Zeker in de huidige kwetsbare arbeidsmarkt staan we te boek als een goede en stabiele werkgever. Dit is van grote waarde in het perspectief van het toekomstige verloop op grond van leeftijd en de grote vervangingsbehoefte die ons te wachten staat.
Leeftijdsopbouw in fte per 31-12-2012 16,96 0,8 15,37 15 < 20 jaar
5.5. Organisatieontwikkeling In aansluiting op bovenstaande is in 2012 naar aanleiding van een evaluatie van de opbrengsten van de functie van seniordocent / teamcoördinator (onderzoek uit 2012) verder aandacht besteed aan de verdere teamontwikkeling. In het voorjaar van 2012 is opnieuw getoetst in welke mate de teamcoördinator voldoet aan het uitgangspunt dat minimaal 40% van de functie besteed wordt aan leidinggevende en coördinerende taken. Deze beleidsdoelstelling wordt nog niet gehaald. Het College van Bestuur en de OR zijn hierover in overleg.
184,07
20 < 25 jaar 25 < 35 jaar
603,62
255,08
35 < 45 jaar 45 < 55 jaar
486,05
55 < 65 jaar 65 < 75 jaar
45
Mobiliteit
Uitkeringen
Goed werkgeverschap betekent voor ons in de eerste plaats ‘investeren’ in mensen. Ons beleid is dan ook gericht op professionele ontwikkeling van medewerkers en een juiste match tussen mogelijkheden en werkzaamheden. Naast een gericht plan voor verdere professionele ontwikkeling, zijn wij gericht op duurzame inzetbaarheid. Dit is in overeenstemming met het overheidsbeleid, dat gericht is op arbeidsparticipatie, langer doorwerken, effectieve re-integratie en op trajecten van-werk-naar-werk.
Zoals uit het voorgaande is gebleken, is ons beleid erop gericht beëindiging van dienstverbanden zoveel mogelijk te voorkomen. In enkele gevallen is dit echter onvermijdelijk.
De in voorgaande jaren ingezette specialismen voor Loopbaan & Mobiliteit en Professionele Ontwikkeling hebben een impuls gegeven aan de facilitering van medewerkers om meer eigen regie te nemen bij hun eigen loopbaan. Daarnaast zijn in samenspel tussen een Personeelscommissie, leidinggevenden en betrokken medewerkers creatieve oplossingen gevonden om snel te anticiperen op ontwikkelingen in de interne arbeidsmarkt en vraag en aanbod van medewerkers goed op elkaar af te stemmen. Deze commissie heeft in 2012 26 matches tot stand gebracht, waarvan 14 succesvol bleken. Daarnaast hebben 74 medewerkers een gesprek met de loopbaanadviseur aangevraagd. Via de specialist op het gebied van Werving & Selectie is een extra gerichtheid op het anticiperen op de ontwikkelingen op de (in- en externe) arbeidsmarkt. Het doel is om proactief onze arbeidsmarktpositie te versterken met het oog op de te verwachten krapte bij het aantrekken van gekwalificeerd personeel, mede gelet op de onvermijdelijke uitstroom van personeel op grond van leeftijd. Onze participatie in werkgeversnetwerken is erop gericht om de mobiliteit van medewerkers op de Twente arbeidsmarkt te vergroten. Via deze netwerken bevorderen we ook de deelname aan stages en detacheringen. Onze medewerkers hebben in dergelijke samenwerkingsverbanden bij vacatures voorrang op externe kandidaten. Op de interne arbeidsmarkt van het ROC is dit jaar de mogelijkheid toegevoegd om te ruilen van werkplek. Hiermee wordt beoogd het eigen initiatief van medewerkers te vergroten en eventuele belemmeringen te verminderen.
Proactief ROC van Twente voert een proactief mobiliteitsbeleid ter voorkoming van boventalligheid. De voor 2012 gestelde doelen om boventalligheid te voorkomen, zijn dan ook behaald. We slagen er met behulp van de verschillende instrumenten in het aantal medewerkers dat instroomt in sociale verzekeringswetten, zo klein mogelijk te houden
46
In 2012 ontvingen in totaal 19 (oud)medewerkers een WW-uitkering, een bovenwettelijke WW-uitkering of een samenloopuitkering WAO/WW. Binnen dit aantal van 19 zijn 4 uitkeringen beëindigd en 6 nieuwe ontstaan. Het totale bedrag dat hiermee is gemoeid, bedraagt € 258.274,-. Vier medewerkers kregen in 2012 een WGA-uitkering en twee een IVA-uitkering. Daarnaast zijn bij één medewerker de oude WAO-rechten gaan herleven. Het ROC is geen eigenrisicodrager voor de WGA en bekijkt jaarlijks of hier noodzaak toe bestaat.
47
6 De arbeidsmarkt en de regio
I
n het vanuit Regio Twente geformeerde Platform, Onderwijs, Werk en Inkomen (POWI), werken 14 Twentse gemeenten ROC van Twente, Saxion, UWV en bedrijfsleven samen om de Twentse arbeidsmarkt te versterken. Zij stelden in 2012 een nieuw arbeidsmarktplan ‘Twents arbeidsmarktperspectief 2020’ op. Het hier geschetste perspectief maakt het mogelijk om de keuzes die gemaakt moeten worden te toetsen. Daarnaast biedt het de kans om lokale afwegingen in een regionaal perspectief te plaatsen. Dat is ook de aanzet voor een uitvoeringsprogramma 2013-2016 dat POWI samen met de partners gaat uitvoeren. De speerpunten van POWI waar ons ROC een grote rol bij speelt zijn: • instroomprojecten in de zorg • extra aandacht voor jongeren die moeilijk werk vinden • het opzetten van arbeidspools samen met werkgevers in de logistieke sector • meer instroom technische opleidingen bevorderen • de schakeling vanuit het mbo naar leer- werkbanen verbeteren • een hernieuwd offensief om banen en stages te krijgen • programmamanager innovatief vakmanschap (notitie) begin 2013
Onze bijdrage aan het Twents arbeidsmarktperspectief 2020 Wij willen en kunnen een bijdrage leveren aan de realisatie van de doelstellingen van het Twents arbeidsmarktperspectief 2020. • De instroom bevorderen van het aantal studenten in opleidingen bij de sectoren techniek, logistiek en zorg. Samenwerking met zowel het voorliggend onderwijs als het bedrijfsleven is hierbij onontbeerlijk. • De instroom en doorstroom naar een hoger niveau mbo en/of naar het hbo bevorderen. Hierdoor wordt een bijdrage geleverd aan een sterke kennisregio. • Het stimuleren van mensen van allerlei leeftijdscategorieën om te (blijven) participeren op de steeds
48
veranderende arbeidsmarkt. De ontwikkeling op de arbeidsmarkt vraagt om een continu proces van voorlichten, opleiden en/of bijscholen.
Toptechniek in bedrijf Twente is een regio met kansen in de techniek: maakindustrie, bouw, technisch innovatieve bedrijven en logistiek. Ook in deze verslechterde markt is er vraag naar jonge mensen. Jongeren die op deze terreinen werkloos zijn, blijken dat vaak niet lang te zijn. De verwachting is ook dat bij de eerste signalen van een aantrekkende arbeidsmarkt juist de jongeren de kansen krijgen. Dat betekent meer tekorten. In 2012 is gestart met het project Toptechniek in bedrijf, waarin we samen met Twentse vmbo-scholen, het bedrijfsleven, metalektro bedrijfsopleidingen REMO en SMEOT, TTOA (regionale voortzetting van de Taskforce), Universiteit Twente en Saxion Hogescholen het bètatalent van jongeren gaan ontwikkelen door een bedrijfsgerichte, gecoördineerde en doorlopende programmalijn techniek te ontwerpen waarin de bètamentaliteit en het bètatalent van jongeren worden geactiveerd. Toptechniek in bedrijf wordt concreet gemaakt in vijf deelprojecten: • aandacht voor de excellente techniekleerlingen;
• • • •
(vmbo, mbo, vo) SKILLS Talents in maart 2013, voor het eerst in Twente (techniekwedstrijden voor vmbo-leerlingen); Twente Tech Tour: een loopbaan met kansen. Invloed op de verschillende keuzemomenten van leerlingen; aandacht voor meisjes en allochtonen in techniek. Doelgroepen waar nog veel potentieel zit; techniek en imago: vmbo carrousel, de rol van peer support, ouderparticipatie en het betrekken van docenten en bedrijven bij de carrousel.
Ondernemen In Twente groeit het aantal startende ondernemers ook nu nog. Veel starters zijn jong. ROC van Twente biedt jonge ondernemers steun in het Ondernemerslab, een samenwerkingsverband met het ROZ. Naast studenten en afstudeerders van het MBO College voor Commercie & Ondernemen, worden jongeren uit alle branches ondersteund bij een succesvolle bedrijfsstart. In de spinoff van dit traject is een leergang Ondernemen ontstaan die bijvoorbeeld aan docenten en studenten van andere colleges wordt aangeboden. Een 30-tal studenten heeft ondersteuning gehad van een bedrijfsadviseur bij het uitwerken en zo mogelijk realiseren van hun “droom”.
Stage in Twente Dit project werd in 2012 met succes afgerond. De door Stage in Twente ontwikkelde Loopbaanmarkt in de Gieterij in Hengelo heeft toekomst gekregen in een samenwerkingsverband met de commerciële beursaanbieder van de Banenbeurs Hengelo. In mei 2012 vond de eerste Loopbaan- en Banenbeurs plaats in de Gieterij. 41 standhouders brachten 4500 vacatures mee, waarop bij-
na 5000 bezoekers afkwamen. De beurs biedt naast banen volop opleidingsmogelijkheden en diensten als de CV check, sollicitatie- en netwerktrainingen, enz. In de overgangsfase lag de regiefunctie bij ROC van Twente, deze gaat in 2013 naar Regio Twente.
Enkele innovatieve oplossingen in 2012 • De TechniekFabriek, waarin NedTrain en het MBO College voor Metaal, Elektro & Installatietechniek samen een tweejarige opleiding voor Mechatronica op niveau 2 aanbieden. • BPV: student centraal; plek is plaats. Het MBO College voor Zorg & Welzijn ontwikkelde samen met zorginstellingen tien eigentijdse vormen van BPV, afgestemd op de individuele vraag van zorginstellingen als Ariënszorgpalet en Bruggerbosch en de studenten van niveau 1 en 2. • Wijkleerbedrijf Helpende Handen Hengelo. Hier bieden vanaf mei 2012 24 studenten niet-geïndiceerde (thuis)zorg en volgen zij tegelijkertijd een BBL (met baangarantie) of BOL opleiding. Zorginstellingen Carintreggeland en Olcea, brancheorganisatie Calibris, SWB Midden Twente / Fitis, Gemeente Hengelo en ons MBO College voor Zorg & Welzijn hebben deze nieuwe win-win oplossing gerealiseerd. Meer over deze en andere initiatieven vindt u onder Stagebox in hoofdstuk 4.
Verantwoord opleiden ROC van Twente volgt de ontwikkeling op de arbeidsmarkt nauwlettend. Net als in voorgaande jaren hebben wij voor enkele opleidingen een instroombeperking gehandhaafd of ingesteld, waardoor voldoende BPV-plaatsen voor studenten beschikbaar bleven. In het kader van de belangrijkste knelpunten uit de landelijke BPV-tevredenheidsmeter van 2011 is in 2012 veel aandacht uitgegaan naar: • de kwaliteit van de match tussen mbo-student en leerbedrijven; • de informatievoorziening vanuit onze opleidingen aan leerbedrijven over de BPV; • de informatie over de mbo-opleidingen: leerdoelen, achtergrond et cetera; • beoordeling van de BPV, studentbegeleiding, enzovoort.
49
7 Huisvesting
W
e beschikken over open, aansprekende locaties, vrij toegankelijk voor iedereen. Het hoge voorzieningenniveau op facilitair gebied en ICT maakt het mogelijk modern onderwijs te geven en ruimte te bieden aan allerlei initiatieven. Mede hierdoor is het mogelijk ‘Twente’ binnen te halen, waardoor onze studenten kunnen laten zien waartoe ze in staat zijn, zoals bij de Hair Awards, vakantiebeurs of de meubeltentoonstelling. We besteden veel aandacht aan leefbaarheid en veiligheid, fysieke én sociale veiligheid. Onze insteek daarbij is ook hier ‘klein binnen groot’: onderwijsteams en studenten, maar ook ondersteunende teams hebben zoveel mogelijk een eigen plek.
Duurzaam Bij bouw, herinrichting en gebruik is veel oog voor duurzaamheid. Dat is terug te vinden in: • gebouwontwerp; • de keuze voor duurzame oplossingen tijdens de bouw; • de ligging van onze locaties, steeds goed bereikbaar met openbaar vervoer; • een duurzaam inkoopbeleid; • goede overdekte fietsenstallingen met oplaadpunten; • de keuze voor een eigen energieteam dat voortdurend het energiegebruik analyseert en waar mogelijk besparingen doorvoert.
ICT Een moderne school kan niet zonder elektronische leeromgeving (ELO). Steeds nieuwe, grootschalige ontwikkelingen vragen om een multidisciplinaire aanpak. Daartoe zijn en worden pilots opgezet en uitgevoerd om daarna grootschalig toegepast te kunnen worden. Er is dan ook een breed pakket aan applicaties, zowel algemene als beroepsspecifieke. Daarnaast is ICT onmisbaar bij de verdere automatisering van de bedrijfsprocessen in alle diensten. Tot slot levert de dienst bijdragen aan alle communicatie: de website, Plaza, voorzieningen voor sociale media (Wifi) e.d.
50
51
8 Transparante informatievoorziening
I
n 2012 is de nieuwe doelgroepgerichte, interactieve website www.rocvantwente.nl gelanceerd. De informatiefolders van onze 300 opleidingen zijn in samenwerking met alle betrokkenen geredigeerd. Ook de informatie voor onze andere doelgroepen is onder de loep genomen, geactualiseerd en herkenbaar gerubriceerd. Het interactief karakter nodigt gebruikers uit te reageren.
Net als in de wereld om ons heen maken onze studenten en collega’s steeds meer gebruik van social media. Dat brengt een zeker risico met zich mee. Om die reden is naast de webredactie een webcareteam samengesteld. Dit team analyseert de dagelijkse stroom berichten in de social media, signaleert ontwikkelingen en onderneemt zo nodig stappen om ongewenste ontwikkelingen tijdig een halt toe te roepen. Daarnaast hebben we een voorzichtige stap gemaakt in het actief inzetten van social media voor onze corporate communicatie en arbeidsmarktcommunicatie. In samenwerking met de ROC Academie hebben de webredacteuren een serie voorlichtingsbijeenkomsten over social media en workshops Plaza 2.0 voor collega’s gegeven. Verder bieden we informatie via ons Studie InformatiePunt (STIPT) dat aanvankelijk uitsluitend informatie verstrekte over het aanbod reguliere opleidingen. In 2012 is hier ook de informatievoorziening voor volwassen (particuliere) studenten/ cursusdeelnemers ondergebracht.
Communicatie intern In 2012 hebben we hard gewerkt aan de ontwikkeling en inrichting van PLAZA 2.0, een interactieve leeren werkomgeving die interne en externe intensieve samenwerking mogelijk maakt. De inrichting vond plaats volgens een zogenaamde roadmap waarbij de inbreng vanuit zowel de colleges en de diensten georganiseerd was.
52
Marketing: een begin Het is al weer een aantal jaren geleden dat we gericht bezig zijn geweest met marketingonderzoek (imago- en naamsbekendheid). Gezien de demografische ontwikkelingen en de activiteiten van ROC’s om ons heen gericht op werving, is het noodzakelijk te kijken hoe we er op dit moment voorstaan. Daarvoor zijn we begonnen met een imago-onderzoek in samenwerking met een extern marketingbureau. Dit om het vertrekpunt voor verdere stappen helder te krijgen.
Serious Request: samen voor het goede doel Aan het einde van het jaar vond Serious Request plaats in Enschede en was heel Twente betrokken bij het goede doel. Communicatie & Marketing speelde een coördinerende rol binnen het ROC waardoor studenten, docenten, management en College van Bestuur gezamenlijk op konden trekken in een uniek en leerzaam traject.
53
C
54
Financiële informatie
55
1 Financiën
D
it verslag is gebaseerd op de jaarrekening 2012. Het dient dan ook gelezen te worden in samenhang met de toelichting op de jaarrekening en de overige in het jaarverslag opgenomen financiële gegevens.
Financiële kaders
ROC van Twente kent een aantal financiële kaders. Zij zijn gerelateerd aan onze strategische ambities én aan het risicoprofiel. De belangrijkste financiële kaders zijn: • de solvabiliteit is minimaal 30 procent • de liquiditeit is structureel hoger dan 5 procent van de baten • de rentabiliteit is -gecorrigeerd voor effecten van voorfinanciering- positief • de personeelslasten bedragen -gecorrigeerd voor effecten van voorfinanciering- maximaal 72 procent van de baten. Om de robuustheid van de financiële kaders, het financieel beleid en onze financiële positie te beoordelen, is inzicht in het risicoprofiel en het meerjarenperspectief van de organisatie noodzakelijk.
Risicoprofiel Het risicoprofiel van een instelling wordt aan de ene kant bepaald door de risico’s die de activiteiten en de bedrijfsvoering van de instelling nu eenmaal met zich meebrengen. Aan de andere kant wordt het bepaald door de kwaliteit van de interne beheersing en de mate waarin de instelling in staat is zijn kosten op korte termijn aan te passen aan de bedrijfsactiviteiten (de neerwaartse flexibiliteit van de uitgaven). De totale uitwerking van het actieplan Focus op Vakmanschap en de verdere daling van Educatie- en inburgeringactiviteiten en contractactiviteiten, zijn op dit moment de drie grootste risicofactoren voor de financiële ruimte van onze instelling. De daling in contractactiviteiten voorzien wij als gevolg van de verhoging van de urennorm in de BBL van 120 naar 200 uur.
56
De komende jaren gebruiken we om de kostenstructuur van de opleidingen in de metaaltechniek en de bouw beter af te stemmen op de krimpende instroom. Wij zien goede perspectieven voor jonge mensen in techniek en bouw en we willen deze opleidingen dan ook in Twente blijven aanbieden. De komende jaren zal een financieel tekort binnen deze opleidingen naar onze inschatting onvermijdelijk zijn. Ook hiermee houden wij rekening in onze calculaties.
Meerjarenbegroting In onze meerjarenbegroting 2013 – 2016 hebben wij bij benadering de maatregelen uit het actieplan Focus op Vakmanschap verwerkt. Het departement heeft aangegeven dat de totale financiële uitwerking van de maatregelen op het niveau van individuele instellingen zich zal bewegen tussen de plus twee en min twee procent. Wij hebben in ons negatieve scenario de impact van min twee procent doorgerekend (vanaf de verwachte invoering in 2015) en ook onze verwachtingen inzake Educatie- en inburgeringactiviteiten en contractactiviteiten hierin betrokken. Het reële scenario van onze meerjarenprognoses laat zien dat de solvabiliteit verder toeneemt tot circa 42 procent. Dit is een gunstige maar ook noodzakelijke ontwikkeling, omdat de solvabiliteit van onze instelling de afge-
lopen jaren relatief laag was. De komende jaren blijft de liquiditeit structureel ruim boven de door ons vastgestelde ondergrens (gemiddeld tussen circa 21 en 24 miljoen euro).
zijn ook in het ongunstige scenario toereikend, rekening houdend met een cumulatief effect van diverse potentieel nadelige ontwikkelingen. We zijn in staat onze bedrijfsvoering aan te passen aan de gewijzigde marktomstandigheden.
In het ongunstige scenario zijn wij ervan uitgegaan dat de maatregelen van het actieplan Focus op Vakmanschap leiden tot een per saldo negatief effect van twee procent op onze rijksbijdrage. Daarbij zijn wij er vanuit gegaan dat onze contractactiviteiten sneller afnemen en de huisvestingskosten minder snel zullen afnemen dan in het reële scenario. Dit laatste, doordat we onvoldoende in staat zijn om vierkante meters af te stoten als gevolg van de intensivering van de onderwijstijd. Ook de personeelskosten hebben we als gevolg van de verhoging van de urennorm in dit scenario laten oplopen.
De solvabiliteit bedraagt per balansdatum 39,4 procent (vorig jaar 38,2 procent). De solvabiliteit is de afgelopen jaren sterk beïnvloed door de realisatie van ons grootschalige huisvestingsplan en de daarmee gepaard gaande financiering. We verwachten dat de solvabiliteit de komende jaren rond de 42 procent ligt.
In het ongunstige scenario hebben we eveneens sturingsmogelijkheden, omdat we onze bedrijfsgroepen op het gebied van de kostenstructuur flexibel hebben georganiseerd en er in de periode tot en met 2016 circa 200 vaste fte’s uitstromen in verband met het bereiken van de AOW gerechtigde leeftijd. De laatste ontwikkeling maakt het mogelijk zowel op de samenstelling naar aard en omvang van de formatie als in de hoogte van de gemiddelde personeelslast te sturen. In de periode 2015-2016 blijven solvabiliteit en liquiditeit ook in dit scenario aan onze eisen voldoen. Onze solvabiliteit kan bij dit nadelige scenario tot maximaal 34 procent afnemen in 2016, terwijl de liquiditeit dan uit zal komen op circa 12 miljoen euro. Onze weerstandscapaciteit en onze financiële buffers
Financiële situatie op balansdatum
De verhouding tussen onze vlottende activa en vlottende passiva (current ratio) is het afgelopen jaar gestegen van 0,77 naar 0,97 waar deze jarenlang rond de 0,6 heeft gelegen. Dit is mede het gevolg van het positieve jaarresultaat van circa 2,2 miljoen euro. De kredietfaciliteit waar wij uit hoofde van het geïntegreerde middelenbeheer bij het Ministerie van Financiën een beroep op kunnen doen, is niet in de vlottende passiva meegenomen. Deze heeft een omvang van circa 11 miljoen euro. Dankzij deze - wettelijk gegarandeerde- faciliteit zijn wij in staat de liquiditeitspositie die wij moeten aanhouden uit hoofde van mogelijke tegenvallers en/of risico’s, zo laag mogelijk te houden.
Gang van zaken gedurende het verslagjaar Het exploitatieoverschot over het boekjaar bedraagt circa 2,2 miljoen euro tegenover een begroot overschot van 0,1 miljoen euro. Dit verschil is aanzienlijk en laat zich als volgt verklaren: • De baten zijn circa 0,4 miljoen euro hoger uitgevallen als gevolg van aan de ene kant een hogere realisatie op reguliere rijksbijdragen en overige overheidsbijdragen (effect 2,4 miljoen euro positief) en aan de andere kant een daling van de overige baten (effect 2,0 miljoen daling). De toename van deze overheidsbijdrage hangt vooral samen met de inzet van meer geoormerkte en niet geoormerkte middelen (zie paragraaf 4.2). De overige baten zijn lager vanwege een niet gerealiseerde begrote verkoop van onroerend goed. • Het aantal studenten is op 1 oktober 2011 gedaald naar circa 19.550. Dit is een daling van ongeveer 1.600 studenten ten opzichte van het schooljaar daarvoor. Wij verwachten dat deze daling de komende jaren doorzet - mede als gevolg van de nieuwe bekostigingsregels - en dat we in 2015 circa 19.000 studenten zullen hebben. • Tegenover de hogere baten staan voor circa 1,6 miljoen euro aan lagere lasten. De lastendaling is
57
•
•
•
•
vooral het gevolg van de terugloop van contractonderwijs voor bedrijven, waardoor begrote personele uitgaven niet noodzakelijk bleken. Bovendien zijn de kosten van wachtgeld lopende het boekjaar lager uitgevallen dan begroot, mede dankzij een adequaat intern herplaatsingsbeleid. De huisvestingskosten zijn daarentegen hoger uitgevallen door een stijging van huur- en onderhoudskosten. Eén huurpand moest langer worden aangehouden dan verwacht. De rentabiliteit - uitgedrukt in een percentage van de totale baten - bedraagt over 2012 circa 1,4% positief. Hiermee wordt voldaan aan ons financiële kader dat aangeeft dat de rentabiliteit in beginsel positief dient te zijn De kasstroom uit operationele activiteiten bedroeg over het verslagjaar circa 17,8 miljoen euro positief. De kasstroom uit investeringsactiviteiten over de genoemde periode is per saldo 5,1 miljoen euro negatief. Dit betreft investeringsuitgaven voor bouwkundige aanpassingen in een aantal van onze gebouwen en investeringen in ICT. De kasstroom uit financieringsactiviteiten over de genoemde periode bedroeg 3,6 miljoen euro negatief. Dit wordt veroorzaakt door de reguliere jaarlijkse aflossingen. Onze gehele leningenportefeuille valt onder het geïntegreerd middelenbeheer van het Ministerie van Financiën. In de verslagperiode daalde het aantal fte’s per ultimo van 1.610 naar 1.562. Wij streven ernaar om een deel van de formatie flexibel te houden. Dit om goed te kunnen reageren op ontwikkelingen rondom het open bestel in de educatie- en inburgeringmarkt én de mogelijke ontwikkelingen in het beroepsonderwijs. De tijdelijke formatie bedraagt ultimo boekjaar circa 9% van de gehele formatie. Uitgedrukt in relatie tot de baten hebben wij als norm gesteld dat de personeelslasten - gecorrigeerd voor effecten van voorfinanciering - niet meer dan 72% van de baten mogen bedragen. Hier werd in 2012 aan voldaan.
ROC van Twente heeft belangen in een aantal vennootschappen. De belangrijkste hiervan is Campus Business Center BV in Hengelo. In deze vennootschap wordt geparticipeerd vanuit onze medeverantwoordelijkheid het ondernemerschap onder jonge mbo’ers te stimuleren. De afgelopen jaren is ons belang in andere rechtspersonen substantieel afgebouwd.
Treasury Ons treasurybeleid is beschreven in het treasurybeleidsplan. Aan de basis van dit beleidsplan ligt het financieringsplan, dat is opgesteld in het kader van de financiering van de (strategische) huisvestingsplannen. Doelstelling van het treasurybeleid is het waarborgen van de financiële continuïteit. Belangrijke activiteiten in dit kader zijn onder meer het behouden van voldoende solvabiliteit en liquiditeit en het
58
beheersen van risico’s. Onze eerdergenoemde (4.1) financiële kaders zijn onder andere hiertoe opgesteld. Met het oog op de financiering van onze huisvestingsplannen is in het verleden voor circa 96 miljoen euro aan financiering vastgelegd. Op deze leningen wordt jaarlijks circa 3,6 miljoen euro afgelost. De rente op deze leningen varieert tussen 1,03 en 4,75 procent. Het renterisico is beperkt tot eventuele veranderingen in de marktwaarde van de opgenomen leningen. Bij deze leningen is sprake van een vast rentepercentage tot aan het moment van renteconversie. De leningen worden aangehouden tot het einde van de looptijd. Stichting ROC van Twente heeft als beleid om geen afgeleide financiële instrumenten te gebruiken om (tussentijdse) rentefluctuaties te beheersen. Voor nadere toelichting op financiële instrumenten en bijbehorende risico’s verwijzen wij naar de toelichting op pagina 99 (jaarrekening).
59
60
2 Specifieke regelingen 2.1 Verantwoording regeling Stagebox
O
ok het afgelopen jaar is de regeling Stagebox weer volop ingezet om voor niveau 1 en 2 studenten zoveel mogelijk passende stage- en simulatieplaatsen met de daarbij behorende intensieve begeleiding te creëren. In samenwerking met het bedrijfsleven zijn daartoe ook in 2012 weer verschillende verfrissende initiatieven gerealiseerd, waarvan enkelen hieronder worden belicht:
Scoren door Scholing en Assist Veel jongeren vinden het moeilijk om een goede beroepskeuze te maken. Ze weten niet precies wat ze willen. Kiezen wordt echter makkelijker als je daarbij wat hulp kunt krijgen. Zeker als die hulp komt van een professionele voetbalclub als FC Twente of Heracles. Daarom hebben wij samen met deze clubs afspraken gemaakt om jongeren te helpen de regie over hun leven terug te krijgen en uit te zoeken wat ze met hun toekomst willen. In 2012 werden de projecten ‘Scoren door scholing’ (in samenwerking met FC Twente) en ‘Assist’ (in samenwerking met Heracles) uitgevoerd. Trajecten van tien weken waarin drie vragen voor de jongeren centraal stonden: Wie ben ik? Wat wil ik? En hoe wil ik dat bereiken? Beide projecten waren gericht op jongeren t/m 23 jaar die gestopt waren met school, werk of stage. Inzet was om de
jongeren bewust te maken van hun identiteit, kwaliteiten en kansen om ze zo terug te begeleiden naar opleiding of werk. In totaal hebben 103 jongeren deelgenomen aan het traject waarvan er 57 zijn doorgestroomd naar een beroepsopleiding.
TechniekFabriek: samenwerking NedTrain en het MBO College voor Metaal, Elektro & Installatietechiek van het ROC van Twente hebben samen de TechniekFabriek opgezet. In september 2012 is een tweejarige opleiding Mechatronica niveau 2 gestart, waarbij ongeveer 50 studenten leren in de praktijk. Hierbij krijgen zij een salaris en 100% baangarantie geboden. In totaal is in deze opleiding plaats voor 100 jongeren die een bijdrage gaan leveren aan het hightech renoveren van treinen, maar ook aan de dagelijkse service en het onderhoud aan treinen.
BPV-plaatsen voor alle studenten Het project ‘BPV: student centraal; plek is plaats’ is opgezet door het team Commissie BPV (BeroepsPraktijkVorming=stage) van het MBO College voor Zorg & Welzijn. Doel ervan is alle studenten een BPV-plaats aan te bieden en daarmee het tekort weg te werken. En daarnaast ook om het werkveld te voorzien van stagiaires op verschillende tijden; de zorg brengt immers onregelmatige diensten en piekmomenten met zich mee. Samen met zorginstellingen werden tien, eigentijdse vormen van BPV ontwikkeld, afgestemd op de individuele vraag van zorginstellingen en de studenten van niveau 1 en 2. De stagevormen zijn creatief gekozen en benoemd, bijvoorbeeld ‘schemerlichtjes in een verpleeghuis’. Alle vormen van beroepspraktijkvorming zijn opgenomen in het reguliere onderwijscurriculum en maken deel uit van het kwalificatiedossier.
Wijkleerbedrijf Helpende Handen Hengelo Het Wijkleerbedrijf Helpende Handen Hengelo heeft in mei 2012 haar deuren in wijkcentrum Hengelose Es geopend. Hier werken 22 ROC-studenten van het MBO College voor Zorg & Welzijn. Zij bieden bewoners in de wijken Hengelose Es, Woolde, Binnenstad en Noord, die afhankelijk zijn van externe hulp,
61
ondersteuning bij niet-geïndiceerde zorg: dagelijkse huishoudelijke klussen en zorg- en welzijnactiviteiten. BOL- en BBL-studenten van de opleiding Zorghulp en Helpende Zorg & Welzijn doen op hun vakgebied praktijkervaring op en12 swb’ers hebben in principe een baangarantie van de samenwerkende zorgpartners. Ook komen via het wijkleerbedrijf extra stageplaatsen beschikbaar. Ten tweede biedt het wijkleerbedrijf een uitkomst voor mensen met een hulpvraag die afhankelijk zijn van externe hulp. De diensten die het wijkleerbedrijf kosteloos aanbiedt zijn heel divers: van hulp bij het boodschappen doen en begeleiding bij een doktersbezoek tot het organiseren van (wijk)activiteiten en koken. Het wijkleerbedrijf is tot stand gekomen in samenwerking met Carintreggeland, Olcea, SWB Midden Twente, ROC van Twente, Calibris en de gemeente Hengelo.
2.2 Regeling Taal en Rekenen In 2011 besloot ons ROC te participeren in het landelijk traject van invoering van de centrale examinering Nederlands en Rekenen. Daartoe is een stevige projectorganisatie ingericht. Op onderwijskundig gebied is formatie vrijgemaakt voor extra coördinatie op de ontwikkeling van taal en rekenen. In 2012 hebben wij € 2.147.800, - aan geoormerkte rijksbijdragen ontvangen en ingezet. In 2010 is in het kader van de implementatie van het Referentiekader Meijerink voor Taal en Rekenen nieuwe wet- en regelgeving van kracht geworden: Wet Referentieniveaus (17 juni 2010) en het bijbehorende Examenbesluit Beroepsopleidingen WEB (2 juli 2010). Voor de implementatie van het beleid stelt het ministerie in de periode 2010 – 2013 jaarlijks additionele middelen beschikbaar via de ‘Regeling Intensivering Nederlandse Taal en Rekenen’. ROC van Twente heeft een eigen Implementatieplan ontwikkeld om het taal- en rekenonderwijs in alle MBO Colleges op alle niveaus te intensiveren en studenten en organisatie voor te bereiden op de centrale examinering vanaf schooljaar 2014/2015. In schooljaar 2013-2014 zou de centrale examinering van Nederlands en rekenen voor het eerst plaatsvinden. De resultaten van Nederlands en rekenen zouden dan ook voor het eerst gaan meetellen voor de diplomering. In december 2012 hebben de minister en staatssecretaris van Onderwijs echter besloten de invoering van de centrale examinering van Nederlands en rekenen uit te stellen. De invoering van het Centrale Examen Nederlands is met één jaar uitgesteld, de invoering van het
62
Centrale Examen rekenen zelfs met twee jaar. Hierdoor hebben de (MBO) Colleges meer tijd gekregen om de studenten en de organisatie voor te bereiden op de examens. In het kader van de intensiveringsregeling is het ROC wettelijk verplicht het effect aan te kunnen tonen van de inzet op Taal en Rekenen. Daarom is de centrale instaptoetsing in 2012 ROC-breed ingevoerd. Vanaf 1 februari 2012 worden de taal- en rekenvaardigheden van nieuwe studenten binnen een maand na instroom getoetst met een AMN-test. Deze nulmeting, gekoppeld aan de resultaten bij de pre-pilots, instellingsexamens en uiteindelijk centrale examinering geeft een beeld van de bereikte resultaten. De instaptoets wordt in elk geval tot 2014 afgenomen, omdat vanaf augustus 2014 de eerste gediplomeerde studenten op 2F niveau vanuit het vmbo zullen instromen. Op dit moment wordt remediëring op maat ontwikkeld in aansluiting op de instaptoetsing. Onze eigen ROC Academie biedt bijscholing aan op het gebied van taal (2F en 3F) en rekenen (2F) voor vakdocenten en docenten Nederlands. Dit gebeurt in nauwe samenwerking tussen de diensten Personeel & Organisatie en Onderwijs & Kwaliteitszorg. Op ROC-niveau is in 2010 de projectgroep Centrale Examinering opgericht. De projectgroep heeft als taak het proces rond de invoering van centrale examinering met alle logistieke en organisatorische aspecten van dien te stroomlijnen: van pre-pilots tot de eerste officiële centrale examineringsronde in 2013/2014. In 2011 zijn twee centrale examineringslocaties ingericht: de locaties Thorbecke-
laan Almelo en Industriestraat Hengelo. In 2012 zijn er drie keer zes weken ingeroosterd waarin studenten konden deelnemen aan een pilot centrale examinering. In totaal hebben 4548 studenten deelgenomen aan de pilots 2F of 3F. 76% van de studenten haalde een voldoende voor de toets Nederlands op niveau 2F, 57 % voor Nederlands op niveau 3F en 63 % voor rekenen op niveau 2F. Vooral de rekentoetsen op niveau 3F leverden problemen op: slechts 32% van de 1060 studenten haalde een voldoende voor deze toets. Overigens behaalde landelijk slechts 27% van de studenten een voldoende voor rekenen 3F.
Aanpassing in de didactiek en pedagogiek (19%)
Alle MBO Colleges zijn vertegenwoordigd in de kenniskring Taal en Rekenen. In deze kring, waar kennisuitwisseling en afstemming plaatsvindt en die maandelijks vergadert, staan bijvoorbeeld centrale examinering, remediëring, professionalisering, ontwikkeling instellingsexamens en aanpak
Toetsing van deelnemers en de voorbereiding daarop (13 % + kosten centrale locatie)
Het is van belang op te merken dat de meeste (MBO) Colleges de implementatie vormgeven in teamoverstijgende dwarsverbanden/ programmalijnen. Hieronder staat beschreven in welke mate de in de intensiveringsregeling en implementatieplan vermelde activiteiten zijn gerealiseerd. Veel van deze activiteiten zijn gestart in 2010 en lopen door tot in 2013.
• Er zijn leerplannen ontwikkeld en curricula aangepast. Taal en Rekenen zijn bewuster. geïntegreerd in de vaklessen en opgenomen in de onderwijsplattegrond onder de integrale en ondersteunende leerlijn. • Er zijn aanvullende instroom- en doorstroommodules ontwikkeld. • Er is expliciet en weloverwogen aandacht voor het integreren van taal- en rekenvaardigheden in beroepstaken en projecten. • De programmering is per niveau (niveau 2, 3 en 4) uitgewerkt en afgestemd. Daarbij is gekeken naar de begeleiding van deelnemers en naar de keuze van materiaal en rapportage van behaalde resultaten. • Er is een ROC-breed remediëringsprogramma ontwikkeld waarin deelnemers taal- en rekentekorten kunnen wegwerken.
• Er zijn instellingsexamens Nederlands en voortgangstoetsen Nederlands/rekenen ontwikkeld. • Toetsbomen en de studiehandleidingen zijn aangepast op basis van de examenplannen. • De inrichting van de centrale examenlocaties voor pilots is verder verbeterd (Almelo Thorbeckelaan, Hengelo Dikkers). • 4500 deelnemers van niveau 2, 3 en 4 opleidingen namen deel aan pilots taal en rekenen CITO onder regie CVE. • De centrale instaptoetsing is geregeld: de operationele start was in februari 2012. • De examenplannen zijn aangepast aan de nieuwe referentieniveaus. • Vanuit diverse methoden zijn examens aangeschaft voor rekenen en Nederlands.
Extra onderwijstijd (37% totale budget) • Veel (MBO) Colleges hebben stevig geïnvesteerd in extra uren Nederlands en Rekenen. Dit geldt voor zowel de BOL- als BBL-opleidingen.
63
64
3 Helderheid
I
n deze paragraaf leggen we verantwoording af over de juiste toepassing van de bekostigingsvoorwaarden. We doen dit op basis van de onderwerpen van de nota ‘Helderheid in de bekostiging van het beroepsonderwijs en volwasseneneducatie’.
Uitbestedingen Bij uitbestedingen gaat het om het uitbesteden van bekostigd onderwijs aan een al dan niet bekostigde instelling of organisatie tegen betaling voor de geleverde prestatie. In het kader van het bekostigde onderwijs heeft ROC van Twente tegen betaling onderwijsactiviteiten uitbesteed aan de volgende instellingen of organisaties: • SBK Advies en Trainingen BV te Helmond (diverse (MBO) Colleges) • OVD Educatie Uitgeverij B.V. ( Economie) • Eduper (Zorg) • Innovam Groep (Techniek) • Connexxion (Techniek) • Diverse Verkeersscholen (Techniek) ROC van Twente houdt toezicht op de inhoud en de kwaliteit van de opleiding. De aard en reikwijdte van de uitbestedingen zijn contractueel vastgelegd. De uitbestedingen zullen de komende jaren verder worden afgebouwd.
Investeringen in private activiteiten Bij investeringen in private activiteiten wordt de rijksbijdrage ingezet in een privaatrechtelijke rechtspersoon, of worden publieke middelen anderszins geïnvesteerd in private activiteiten die niet behoren tot de kerntaak van de instelling. ROC van Twente heeft in 2012 geparticipeerd in de volgende privaatrechtelijke vennootschappen: • Campus Business Center BV te Hengelo: hierin wordt geparticipeerd vanuit onze medeverantwoordelijkheid het ondernemerschap onder jonge mbo’ers te stimuleren. • ROC van Twente Flex BV te Hengelo: met ingang van 1 april 2009 is hierin een deel van onze tijdelijke arbeidscontracten ondergebracht. • Coöperatie Scholingsboulevard Enschede: deze is opgericht door het Stedelijk Lyceum, Bonhoeffer College en ROC van Twente om een goede aansluiting van vmbo op het mbo te bevorderen en daardoor voortijdig schoolverlaten te voorkomen. Het onderwijsconcept voorziet in een samenwerking tussen de bovenbouw van de opleiding vmbo-BBL en mbo niveau 2. De coöperatie is op 31 december 2012 door de partijen ontbonden. • Coöperatie CIVO: dit is een samenwerking tussen het ROC Aventus, Saxion Hogeschool en ROC van Twente. Via deze coöperatie worden de verpleegkundige vervolgopleidingen aangeboden. • Coöperatie Prove2move: dit is een samenwerking tussen Stichting Deltion en Stichting Onderwijsgroep De Landstede - beide te Zwolle - en ROC van Twente. De coöperatie legt zich toe op het ontwikkelen, beheren en exploiteren van examens op het gebied van gezondheidszorg- en welzijnsopleidingen ROC van Twente heeft in 2012 geen publieke middelen aangewend voor activiteiten die niet behoren tot de kerntaak van de instelling. In alle gevallen hebben de investeringen plaatsgevonden in het kader van het realiseren van de doelstellingen van het beroepsonderwijs
Les- en cursusgelden niet betaald door de deelnemer zelf Het is niet ons beleid les- of cursusgelden voor eigen rekening te nemen. Indien deelnemers niet zelf hun
65
cursusgeld hebben betaald maar dit door derden is geschied, dan ligt hier in alle gevallen een schriftelijke machtiging aan ten grondslag. In 2012 hebben wij geen gelden voor eigen rekening genomen anders dan afboekingen van oninbare vorderingen ten bedrage van circa 13.000 euro. Per balansdatum staat er voor circa 1,3 miljoen euro aan vorderingen op les- en cursusgelden open. Per 1 maart 2013 staat hiervan nog 0,2 miljoen euro open. Ten aanzien van oude vorderingen geldt een stringent incassobeleid.
Uit- en instroom deelnemers oktober tot en met december 486 434
446
444
368 277
2012 uitstroom met diploma
2011 uitstroom zonder diploma
Uit- en instroom deelnemers februari
instroom
288
200 128
161 97
2012 uitstroom met diploma
66
106
2011 uitstroom zonder diploma
instroom
Uitstroom deelnemers relatief kort na 1 oktober en 1 februari Het is niet ons beleid deelnemers kort na 1 oktober en 1 februari uit te schrijven. Wij hebben de lijst met deelnemers op verzoek beschikbaar, waarbij de reden van uitstroom per deelnemer wordt vermeld.
Deelnemers die tijdens het schooljaar veranderen van opleiding Deelnemers worden in alle gevallen ingeschreven en voor bekostiging in aanmerking gebracht op de opleiding die op dat moment daadwerkelijk wordt gevolgd. Het is niet te voorkomen dat deelnemers tussentijds van opleiding veranderen. In deze gevallen wordt intern aan alle administratieve verplichtingen voldaan. Op basis van de twee teldata (01-10-2012 en 01-02-2013) zijn in totaal 603 deelnemers veranderd van opleiding (611 vorig jaar).
Horizontale, in de tijd verspreide, stapeling van diploma’s Per deelnemer tellen wij maximaal één diploma per kalenderjaar voor bekostiging mee. Het komt echter voor dat deelnemers, gespreid in de tijd, meer dan eens gediplomeerd worden, waarbij het diploma vervolgens opnieuw voor bekostiging in aanmerking wordt gebracht. In 2012 is van 28 deelnemers (vorig jaar 27) een diploma bekostigd waarvan in 2011 –op hetzelfde niveau- een diploma voor bekostiging in aanmerking is gebracht. Dit is in alle gevallen gebeurd binnen de kaders van de geldende wet- en regelgeving
Maatwerktrajecten ROC van Twente ontwikkelt maatwerktrajecten waarin
met het bedrijfsleven en not-for-profit instellingen wordt samengewerkt om adequaat te kunnen inspelen op de regionale behoefte. Het betreft in alle gevallen deelname aan een reguliere in het Crebo geregistreerde opleiding met het oogmerk het traject met succes (diploma) af te ronden. Meerkosten worden alleen dan in rekening gebracht als sprake is van een extra inspanning op verzoek van het bedrijf of de instelling. De lijst van bedrijven en instellingen waarvoor maatwerkactiviteiten zijn verricht is op verzoek in te zien.
Geïntegreerde trajecten educatie en beroepsonderwijs Wij stimuleren deelnemers die zijn ingeschreven bij de Colleges Educatie, om ook een beroepsopleiding te volgen. Hierdoor vergroten zij hun kansen op de arbeidsmarkt. In 2012 is hoofdzakelijk sprake geweest van opeenvolgende trajecten: 123 deelnemers (vorig jaar 86) zijn na afronding van het educatietraject ingestroomd in een reguliere beroepsopleiding. Van 54 deelnemers (vorig jaar 30) is er gelijktijdig sprake geweest van twee bekostigingsstromen (dit betreft zowel Educatie als VAVO). Inzake de inschrijving in de beroepsopleiding is aan alle relevante bekostigingseisen voldaan. De lijst met betreffende deelnemers is op verzoek in te zien.
67
68
3 Toekomst
O
p 29 oktober 2012 heeft het kabinet Rutte-Samson het regeerakkoord gepresenteerd. Een regeerakkoord dat gelukkig bijdraagt aan de versterking van het mbo en de verbetering van de kwaliteit in het mbo. Zo zet het nieuwe kabinet de beleidsvoornemens van het actieplan Focus op Vakmanschap door, waarbij nog eens expliciet wordt benadrukt dat dit in een realistisch tijdpad geschiedt. Daarnaast wordt er de komende jaren voor € 250 miljoen extra geïnvesteerd. Deze investering is een logisch vervolg op de extra middelen die het vorige kabinet al had toegezegd voor onder andere de intensivering van de onderwijstijd. Bovendien zet het nieuwe kabinet in op de verbetering van de kwaliteit van leraren en schoolleiders. Tegenover extra investeringen staan ook bezuinigingen. Het doelmatigheidsvraagstuk komt de komende jaren wel nadrukkelijker op de agenda te staan en moet uiteindelijk leiden tot structurele bezuinigingen oplopend tot 120 miljoen euro per jaar. Het regeerakkoord geeft in 2013 mede richting aan onze eigen agenda. Een agenda die daarnaast aansluit bij onze strategie, waarin wij de verbetering van onze basiskwaliteit, meer aandacht voor professionele ontwikkeling en aansluiting realiseren bij innovaties in het onderwijs, tot onze belangrijkste speerpunten hebben gemaakt.
Verder zal veel aandacht uitgaan naar de implementatie van het actieplan Focus op Vakmanschap en zullen wij ook in onze eigen organisatie meer aandacht besteden aan (macro-) doelmatigheid- en efficiencyvraagstukken waaronder optimalisatie van huisvesting. De kaders voor begrotingsjaar 2013 worden voornamelijk bepaald door een studentenpopulatie die met een omvang van circa 20.000 vanuit historisch perspectief kan worden beschouwd als normaal en waarbij geen sprake meer is van (het voorfinancieren van) groei. Zo ontstaat de financiële ruimte om op gedoseerde wijze groei en krimp binnen de (MBO) Colleges op elkaar af te stemmen en de daarmee gepaard gaande tijdelijke frictie op te vangen. Het MBO College voor Metaal, Elektro & Installatietechniek en het MBO College voor Bouw, Infra & Interieur wordt hiermee de ruimte geboden om de komende jaren hun bedrijfsvoering af te stemmen op nieuwe ontwikkelingen in de markt. Kortom de begroting 2013 is vanuit diverse invalshoeken een solide begroting. Zij biedt voldoende ruimte om onze eigen strategische uitgangspunten verder vorm te geven, geeft ruimte aan innovaties en stelt ons in staat om op een verantwoorde wijze onze bedrijfsvoering aan te passen aan wijzigende marktomstandigheden. Dit alles met behoud van onze solide financiële positie. De implementatie van het wetsvoorstel ‘doelmatige leerwegen in het beroepsonderwijs en het moderniseren van de bekostiging van het beroepsonderwijs’ zal - als uitwerking van het actieplan Focus op Vakmanschap - de komende jaren effect hebben op zowel de allocatie als de besteding van onze middelen. Het ministerie is voornemens wezenlijke veranderingen door te voeren in de wijze waarop middelen worden verdeeld over de instellingen. Zo wordt inschrijvingsduur een bekostigingsparameter, wordt de diplomabekostiging gemaximeerd en vindt er een nivellering plaats van de bekostigingsverschillen tussen opleidingen. Aan de kostenzijde kan vooral de intensivering van de begeleide onderwijstijd implicaties hebben voor de inzet van docenten en middelen, maar hier staan verkortingen van opleidingsduur en extra financiële middelen tegenover. Wij verwachten dan ook dat wij goed in staat zijn om de maatregelen uit het wetsvoorstel zowel inhoudelijk als financieel door te voeren in onze organisatie.
69
Geconsolideerde staat van baten en lasten over 2013
Begroting 2013 (in duizenden euro’s)
3 Baten 3.1 Rijksbijdragen
134.948
3.2 Gemeentelijke vergoedingen
2.742
3.3 Omzet contracten
3.991
3.4 Overige baten
5.775
Totaal baten
147.456
4 Lasten 4.1 Personele lasten 4.2 Afschrijvingen 4.3 Huisvestingslasten 4.4 Overige lasten Totaal lasten Saldo baten en lasten 5 Financiële baten en lasten Resultaat
70
106.908 12.433 9.951 14.613 143.905 3.551 -3.300 251
D
Klachtenafhandeling en vertrouwenswerk
71
1 Klachtafhandeling
R
OC van Twente hanteert sinds 1 januari 2005 de Handleiding Klacht en Bezwaar. Deze handleiding behelst alle reglementen van de diverse klacht-, bezwaar- en beroepscommissies waarop zowel de deelnemers alsook de medewerkers een beroep kunnen doen.
Binnen onze organisatie zijn ter behandeling van deze klachten de volgende commissies ingesteld: • Interne Geschillencommissie • Commissie Ongewenste Omgangsvormen • Commissie van Beroep voor de Examens • Commissie Studentenzaken Alle commissies worden ondersteund door het secretariaat Klacht en Bezwaar. In 2012 zijn bij het secretariaat Klacht en Bezwaar in totaal twintig geschriften ingediend, zeventien minder dan in 2011. Deze zijn vervolgens conform de reglementen uit de handleiding doorgeleid. Het betrof: • zes geschriften over de examens bij de verschillende (MBO) Colleges. Afhandeling van de geschriften heeft in twee gevallen geleid tot een beroep bij de Commissie van Beroep voor de Examens. De commissie verklaarde beide beroepen ongegrond. • veertien geschriften op grond van het reglement van de Commissie Studentenzaken. Één beroep is door de commissie niet-ontvankelijk verklaard. Afhandeling van de verdere geschriften heeft niet geleid tot een beroep bij de Commissie Studentenzaken. • er zijn geen geschriften ontvangen gericht aan de Interne Geschillencommissie of de Commissie Ongewenste Omgangsvormen. Vanuit de Landelijke Ombudslijn MBO zijn er in 2012 twee klachten naar ons doorgeleid. De klachten zijn conform onze procedure en naar tevredenheid van de indieners van de klacht afgehandeld. Naast de formele procedures zijn ook anderszins klachten ontvangen die door middel van een daartoe ontwikkeld klachtenformulier door het College van Bestuur en de (MBO) Colleges zijn geregistreerd.
72
In totaal zijn via deze weg 129 klachten ontvangen, die in samenspraak met betrokkenen zijn afgehandeld. De klachten hadden onder meer betrekking op onderwijsinhoud, in- of uitschrijving, BPV en schoolkosten. Geen enkele klachtafhandeling heeft geleid tot een gerechtelijke procedure of een procedure bij één van de commissies die in stand wordt gehouden door de Stichting Onderwijsgeschillen
2 Vertrouwenswerk
H
et vertrouwenswerk kreeg in 2012 van verschillende opleidingen het verzoek om in het introductieprogramma voorlichting te verzorgen over haar werk. De eerstejaars studenten Verzorging en Onderwijsassistent zijn op deze wijze direct geïnformeerd over het werkterrein van het vertrouwenswerk. Daarbij is nadrukkelijk aandacht besteed aan pestgedrag in klassen en op stage. • De eigen vertrouwenscontactpersonen zijn verzocht om aan de halfjaarlijkse (intervisie)bijeenkomsten mee te werken. Dit jaar hebben weer twee bijeenkomsten in Hengelo en twee in Almelo plaatsgevonden. Bij deze bijeenkomsten was steeds de externe vertrouwenspersoon, aanwezig. • In 2012 is 32 maal een beroep gedaan op een vertrouwens-(contact)persoon. (18 maal door studenten, 11 maal door personeel, 3 door externe melders). Veel voorkomende onderwerpen waren: ongewenste omgangsvormen zoals handtastelijkheden/seksueel getinte opmerkingen, verbaal geweld en pesterijen. • Ook waren er gesprekken met personeelsleden, die zich niet correct behandeld voelden door hun leidinggevende en een intimiderende houding, dan wel pestgedrag ervoeren. De meeste van deze melders zijn doorverwezen naar een van de commissies klacht en bezwaar of deskundigen in het loopbaancentrum.
- Geen van de meldingen heeft uiteindelijk geleid tot het indienen van een klacht bij de een van de commissies klacht en bezwaar. • Er zijn zeven aanvragen bij de vertrouwenspersoon binnengekomen, waarin men vroeg om advies over de te hanteren handelwijze. • In 2012 is de samenstelling van de vertrouwensteams op de verschillende locaties gewijzigd en is een nieuwe locatie toegevoegd. • Enkele vertrouwenscontactpersonen hebben te kennen gegeven hun taak als vertrouwenscontactpersoon te willen beëindigen. De invulling van de vacatures vindt plaats in 2013 wanneer er meer duidelijkheid is over de opheffing van locaties en het invoeren van nieuwe locaties. • In 2012 is de taak van Centrale Vertrouwenspersoon overgegaan op een ander. • Tot slot is er dit jaar een informele werkgroep gestart met een plan van aanpak voor de omgang met pestgedrag in ons ROC. Dit krijgt in 2013 verder vorm, waarbij ook veel aandacht zal zijn voor verdere deskundigheidsbevordering van het personeel. Dit is mede ingegeven door alles na diverse incidenten in het land.
Vooruitziend • In 2013 zal de verplichte incidentenregistratie gelden en daartoe behoort ook een adequate registratie van alle meldingen in het kader van het vertrouwenswerk. • Voorlichting over met wie een probleem/conflict met de leidinggevende besproken kan worden verdient ook in 2013 aandacht.
73
E
74
Verantwoording Raad van Toezicht 2012
75
1 Verantwoording Raad van Toezicht 2012
H
et jaar 2012 was voor het ROC van Twente opnieuw een goed jaar. De Raad van Toezicht is blij met de scores op het gebied van onder meer de onderwijskwaliteit, rendementen en VSV. Daarnaast is het ROC van Twente een financieel gezonde instelling. De Raad van Toezicht is zich zeer wel bewust van het feit dat de inzet van alle medewerkers van ons ROC ook in het jaar 2012 weer heeft bijgedragen aan het welzijn van het ROC van Twente. De Raad van Toezicht dankt hen voor hun inzet, enthousiasme en betrokkenheid, die verdere ontwikkeling en profilering van ROC van Twente mogelijk maken. Deze verantwoording bevat de volgende onderdelen: 1. Samenstelling Raad van Toezicht 2012 2. Rooster van Aftreden 3. Nevenfuncties leden Raad van Toezicht 4. Commissie Raad van Toezicht 5. Vergaderingen Raad van Toezicht 6. Bezoldiging Raad van Toezicht 7. Uitgangspunten van handelen Raad van Toezicht 8. Samenstelling, functioneren en bezoldiging College van Bestuur 9. Onderwerpen behandeld in de Raad van Toezicht 10. Relatie met Ondernemingsraad en Centrale Deelnemersraad 11. Zelfevaluatie 12. Strategie 13. Klokkenluidersregeling 14. Verantwoording interne werkwijze Raad van Toezicht 15. Checklist
76
1.1. Hoe was de Raad van Toezicht in het jaar 2012 samengesteld?
De Raad van Toezicht van de Stichting ROC van Twente was in het jaar 2012 als volgt samengesteld: • de heer drs. H.J.Ch. Zijderveldt RA, voorzitter (voormalig directeur Financiën Urenco); • de heer W. Briggeman (voormalig manager TNT Post); • de heer P. van Buuren (lid College van Bestuur Quadraam Gelderse Onderwijs Groep); • de heer H.F.X. Geerdink MPM (bestuurder Centrum Maliebaan (thans Victas)); • mevrouw I.W.G. Harmelink MBA-H (Raad van Bestuur Zorgaccent); • de heer J.A.N. Mos (directeur Personeel & Organisatie Apollo Vredestein B.V.); • de heer G. Stemerding (voormalig bestuurder AOb) De heer Stemerding is benoemd in de zetel waaraan het recht van voordracht van de Ondernemingsraad is verbonden. Per 31 december 2012 hebben de volgende leden van de Raad van Toezicht – conform het geldend Rooster van Aftreden - afscheid genomen van het ROC van Twente: • de heer drs. H.J.Ch. Zijderveldt RA, voorzitter Raad van Toezicht; • de heer W. Briggeman.
De vacature van voorzitter van de Raad van Toezicht is in het najaar van 2012 vrijgegeven en er zijn in onderling overleg afspraken gemaakt over de werving- en selectieprocedure. Via publieke werving en met ondersteuning van een werving- en selectiebureau wordt aan de hand van een profiel geprobeerd de vacante functie zo spoedig mogelijk in te vullen. De Raad van Toezicht hoopt in het voorjaar 2013 een nieuwe voorzitter te kunnen benoemen. Na overleg binnen de Raad van Toezicht is besloten de heer H.F.X. Geerdink met ingang van 1 januari 2013 tijdelijk te benoemen als voorzitter van de Raad van Toezicht.
het College van Bestuur, de Ondernemingsraad en de Centrale Deelnemersraad; de procedure wordt ter kennisname aangeboden.
1.2. Rooster van Aftreden Het Rooster van Aftreden van de Raad van Toezicht per 31 december 2012 (de leden van de Raad van Toezicht hebben een zittingstermijn van vier jaar met de mogelijkheid van één herbenoeming voor nog eens vier jaar). Lid Raad van Toezicht
Infunctietreding
Herbenoemd
Termijn
Aftredend
P. van Buuren
30 juni 2008
25 februari 2013*
tweede
medio 2016
H. Geerdink
30 juni 2008
25 februari 2013*
tweede
medio 2016
I. Harmelink
1 januari 2011
eerste
januari 2015
J. Mos
1 januari 2011
eerste
Januari 2015
G. Stemerding
5 september 2011
eerste
5 september 2015
W. Toering
29 oktober 2012
eerste
29 oktober 2016
De heer W. Briggeman was het lid van de Raad van Toezicht met de expertise financiën. Daarnaast was de heer Briggeman lid van de Audit Commissie. In de vacature van de heer Briggeman is per 29 oktober 2012 door de Raad van Toezicht benoemd: mevrouw ir. W. Toering-Keen. Zij is op grond van haar financiële expertise gerekruteerd vanuit het netwerk van het ROC van Twente. Om reden dat deze zeer geschikte kandidaat via het netwerk beschikbaar was, heeft geen publieke werving plaatsgevonden. Mevrouw Toering vervult in het dagelijks leven de functie van lid Raad van Bestuur GGN (Groep Gerechtsdeurwaarders Nederland). Aan de benoeming van mevrouw W. Toering hebben de volgende documenten ten grondslag gelegen: profiel en benoemingsprocedure leden Raad van Toezicht ROC van Twente. Tevens heeft een gesprek plaatsgevonden met het College van Bestuur.
Nevenfuncties van de heer J. Mos: • lid Raad van Commissarissen Kersten Beheer BV • lid Raad van Toezicht AriënsZorgpalet
Overigens is eind 2012 besloten profiel en procedure lid Raad van Toezicht te evalueren en te actualiseren. Begin 2013 hoopt de Raad van Toezicht een geactualiseerd profiel en een geactualiseerde procedure vast te stellen. Het profiel wordt vooraf ter advisering aangeboden aan
Nevenfuncties van mevrouw W. Toering: • Penningmeester Universiteitsfonds Twente • Voorzitter Raad van Advies Heuver B.V. • Lid Jury Twentse Zakenvrouwverkiezing • Lid Raad van Advies ASR Bank NV
* de interne (Raad van Toezicht) bespreking over de herbenoeming van de heren Van Buuren en Geerdink (beoordeling lid op basis van competenties in relatie tot de profielschets) stond gepland voor het jaar 2012, maar is uitgesteld tot 25 februari 2013. Dit in verband met de prioritering van de Raad van Toezicht. Eind 2012 heeft de Raad van Toezicht zich vooral beziggehouden met de invulling van de twee vacante functies binnen het College van Bestuur.
1.3. Nevenfuncties leden Raad van Toezicht
77
78
Voor het overige hebben onze leden Raad van Toezicht geen relevante nevenfuncties.
1.4. Commissies Binnen de Raad van Toezicht is een tweetal commissies actief. Deze commissies vervullen hun taak zoals beschreven in het Bestuursreglement ROC van Twente. • Audit Commissie Raad van Toezicht (deze bestaat uit twee leden van de Raad van Toezicht): De Audit Commissie heeft in het jaar 2012 twee maal (in juni en december 2012) constructief overleg gevoerd met het College van Bestuur, de directeur van de dienst Financiën, Studentenadministratie & Control en de accountant van het ROC van Twente. Aan de orde kwamen onder andere: planning- en controlcyclusdocumenten, verslaglegging en verantwoording daarover, huisvesting, jaarrekening, begroting, deelnemingen, vermogensbeheer en -positie, verhouding publiek-privaat, voorfinanciering, investeringen, rendement, formatie, studenttevredenheid en kwartaalrapportages. Van de overleggen van de Audit Commissie zijn verslagen gemaakt. Deze verslagen zijn inhoudelijk behandeld in de reguliere vergadering van de Raad van Toezicht. • Remuneratiecommissie (deze bestaat eveneens uit twee leden van de Raad van Toezicht): Normaliter voert de Remuneratiecommissie in september beoordelingsgesprekken met de leden van het College van Bestuur. Daarnaast wordt het College van Bestuur als team beoordeeld. De uitkomsten van deze gesprekken worden schriftelijk vastgelegd. In verband met het vertrek van de leden van het College van Be-
stuur (zie verderop in deze verantwoording) hebben in het jaar 2012 geen beoordelingsgesprekken met het College van Bestuur plaatsgevonden. • Overwogen wordt een commissie Kwaliteitszorg & Governance in te richten. De eventuele instelling van deze Commissie wordt in het jaar 2013 besproken binnen de Raad van Toezicht.
1.5. Vergaderingen De Raad van Toezicht heeft in het jaar 2012 vijftien maal vergaderd: • vijf maal met reguliere agenda, in aanwezigheid van het College van Bestuur; • één maal met de leden van de Ondernemingsraad en het College van Bestuur; • één maal met de leden van de Centrale Deelnemersraad en het College van Bestuur; • één maal met de leden van de Centrale Deelnemersraad, de leden van de Ondernemingsraad en het College van Bestuur; • zeven maal uitsluitend met de leden van de Raad van Toezicht (interne vergadering). In verband met het vertrek van de twee leden van het College van Bestuur per 15 juli 2012 resp. 1 september 2012 en de hierdoor ontstane vacatures, heeft de Raad van Toezicht meer dan de gebruikelijke twee interne vergaderingen belegd. Naast genoemde vergaderingen hebben de leden van de Raad van Toezicht op 19 april 2012 het MBO College voor Sport, Onderwijs & Cultuur op de locatie Grolsch Veste te Enschede bezocht. Tijdens dit ‘schoolbezoek’ hebben de leden van de Raad van Toezicht een aantal lessen bijgewoond en uitvoerig gesproken met docenten en studenten.
1.6. Bezoldiging Raad van Toezicht 2012 In 2012 is conform de code ‘honorering van leden van de Raad van Toezicht van MBO instellingen’ en de beloning voor het jaar 2010 en 2011 de volgende honorering voor de leden van de Raad van Toezicht ROC van Twente vastgesteld: • voorzitter: € 7.150,• lid: € 5.500,-. Deze bedragen zijn ook voor 2012 van toepassing.
79
1.7. Uitgangspunt van handelen Raad van Toezicht De Raad van Toezicht is een toezichthoudend orgaan dat handelt binnen onderstaande kaders: • Wet Educatie en Beroepsonderwijs; • Code Goed bestuur in de BVE sector; • Statuten ROC van Twente; • Bestuursreglement ROC van Twente. De (functionele) afbakening van de taken en de bevoegdheden van Raad van Toezicht en (de individuele leden van) het College van Bestuur zijn geregeld en geborgd in deze documenten. De regelmatige controle op de naleving van de Code Goed Bestuur in de BVE sector leerde in 2012 dat het ROC van Twente grotendeels voldoet aan deze Code. Op één onderdeel is nog sprake van een afwijking, namelijk het ontbreken van de integriteitscode. De Raad van Toezicht heeft het College van Bestuur gevraagd in het jaar 2013 in overleg met de Ondernemingsraad een integriteitscode op te stellen. In 2013 worden daarnaast de inhoud van de statuten en het bestuursreglement geëvalueerd en daar waar nodig geactualiseerd.
1.8. Samenstelling en functioneren College van Bestuur (werkgeversrol Raad van Toezicht)
In het jaar 2012 heeft een aanzienlijke wijziging plaatsgevonden in de samenstelling van het College van Bestuur. Beide leden van het College van Bestuur hebben in het jaar 2012 besloten het ROC van Twente te verlaten. Het lid van het College van Bestuur – de heer G.E. van Sunder – is op 15 juli 2012 vertrokken. Een aantal weken later – namelijk per 1 september 2012 – verliet ook de voorzitter van het College van Bestuur – de heer J.H. Schutte – de instelling. Als gevolg van het vertrek van de leden van het College van Bestuur heeft de Raad van Toezicht conform de statuten ‘onverwijld passende maatregelen genomen teneinde te voorzien in een ongestoorde voortgang van de instelling’. Na raadpleging van het College van Bestuur en de Ondernemingsraad (juli 2012) heeft de Raad van Toezicht besloten dat de taken van het College van Bestuur, de taken in het kader van de operationele bedrijfsvoering, tijdelijk (voor de periode van afwezigheid van het (voltallige) College van Bestuur) op te dragen aan een tweetal directeuren. Allereerst heeft de Raad van Toezicht besloten dat de omvang van het College van Bestuur uit twee leden blijft bestaan. In juli 2012 is vervolgens gestart met de procedure om te komen tot de benoeming van een voorzitter College van Bestuur. Hiertoe is met ondersteuning van een extern werving- en selectiebureau een profiel opgesteld, dat voorafgaand aan vaststelling in de Raad van Toezicht is besproken
80
met het toenmalige College van Bestuur, de Ondernemingsraad en de Centrale Deelnemersraad. Het profiel is intern en extern gepubliceerd. Na de ontvangst van een positief advies van de Ondernemingsraad is de heer J.H. van der Vegt op 4 oktober 2012 in de functie van voorzitter College van Bestuur benoemd. De heer Van der Vegt is per 1 februari 2013 gestart met zijn werkzaamheden. Vervolgens is een profiel opgesteld voor de functie van lid van het College van Bestuur (analoog aan het profiel van de voorzitter College van Bestuur, maar dan met name gericht op de vereiste financieel economische achtergrond en deskundigheid). Voor deze functie was een interne, goed gekwalificeerde en door de organisatie gedragen kandidaat beschikbaar, reden waarom aan deze vacature geen openbare werving- en selectieprocedure ten grondslag heeft gelegen. Nadat de Ondernemingsraad ook over deze voorgestelde benoeming positief adviseerde, is de heer H.W. Meijerink op 10 december 2012 in de functie van lid van het College van Bestuur benoemd. De heer Meijerink vervult tot de datum van 1 februari 2013 de functie van directeur Financiën, Studentenadministratie & Control binnen het ROC van Twente. De heer Meijerink is gestart per 1 februari 2013.
Bezoldiging leden College van Bestuur De bezoldiging voor het College van Bestuur bedroeg voor de voorzitter (8 maanden dienstverband) en het lid (12 maanden dienstverband) respectievelijk: € 130.021, en € 160.287, - (in deze bedragen zijn werkgevers- en werknemersdeel pensioenen en kosten leaseauto meegenomen). De heer Van Sunder heeft per 15 juli 2012 zijn taak als bestuurder neergelegd en is per einde boekjaar formeel uit dienst getreden.
J.H. Schutte
G.E. van Sunder
Representatiekosten
€ 250, per maand
€ 250, per maand
Reiskosten binnenland
Nihil
Nihil
Reiskosten buitenland
Nihil
Nihil
Overige kosten
Nihil
Nihil
Totaal
€ 2.000, -
€ 3.000, -
De (informatie) relatie tussen de Raad van Toezicht en het (tijdelijke) College van Bestuur (ten dele beschreven in het Bestuursreglement) was transparant en open; er was sprake van wederzijds vertrouwen. In elke reguliere vergadering van de Raad van Toezicht werden de door het College van Bestuur genomen besluiten voorgelegd en toegelicht. Daarnaast ontving de Raad van Toezicht ook in het jaar 2012 de correspondentie tussen het College van Bestuur en de Ondernemingsraad.
1.9. Onderwerpen behandeld in de Raad van Toezicht (geen uitputtend overzicht) Thema’s De Raad van Toezicht streeft ernaar gedurende het jaar een aantal thema’s te behandelen, al dan niet toegelicht door een directeur of door studenten. In het jaar 2012 zijn onder meer de volgende thema’s uitvoerig aan de orde geweest:
• JOB monitor: de uitkomst van deze monitor is door tien studenten van het ROC van Twente gepresenteerd en toegelicht; • Onderwijs & Kwaliteitszorg: audits, onderzoeken Inspectie en kwaliteitsprofiel op teamniveau, Focus op Vakmanschap en Loopbaancentrum; • huisvesting.
Jaarrekening en begroting In het jaar 2012 heeft de Raad van Toezicht (in aanwezigheid van de accountant) de jaarrekening over 2011 en de begroting voor 2013 goedgekeurd. Naar aanleiding van de begroting 2013 zijn voor het jaar 2013 de volgende bestuurlijke thema’s vastgesteld: • ontwikkelingen binnen de sector Techniek • ontwikkelingen binnen de sector Educatie • huisvestingsplanning voor de komende jaren • kwantitatieve en kwalitatieve meerjarenplanning personeel. ROC van Twente zet de komende jaren in op deze thema’s. Daarbij zal de Raad van Toezicht een belangrijke klankbordfunctie vervullen voor het College van Bestuur.
Kwartaalrapportages 2012 De Raad van Toezicht is periodiek geïnformeerd over de ontwikkeling van ROC van Twente op onderwijskundig, financieel en personeel gebied. Deze informatie voldeed zowel kwantitatief als kwalitatief aan de gestelde eisen.
1.10. Relatie met de Ondernemingsraad Eén lid van de Raad van Toezicht (zetel op voordracht OR) overlegt regelmatig met de OR. Daarnaast voert de Raad van Toezicht jaarlijks een overleg met de voltallige Ondernemingsraad. In het jaar 2012 heeft de Raad van Toezicht meermalen met de OR gesproken in het kader van de vacatures binnen het College van Bestuur. De reguliere vergadering Raad van Toezicht – College van Bestuur – OR is hierdoor verplaatst naar 24 januari 2013. Over dit laatste overleg wordt in het Jaarverslag 2013 verslag gedaan.
Relatie met de Centrale Deelnemersraad De Raad van Toezicht voert jaarlijks een overleg met de Centrale Deelnemersraad. Dit gesprek heeft in het jaar 2012 plaatsgevonden op 25 juni 2012. In het overleg met de deelnemers is ondermeer gesproken over:
81
• de samenstelling en het functieprofiel van het College van Bestuur; • de casus Amarantis (kan dit het ROC van Twente ook overkomen?); • de werkzaamheden van de Centrale Deelnemersraad; • de kwaliteit van het onderwijs; • de verkeerssituatie rondom de locaties van het ROC van Twente; • de schoolbijdrage. De agenda voor het overleg met de Centrale Deelnemersraad is opgesteld door de leden van de Deelnemersraad. De voorzitter van de Centrale Deelnemersraad zat de vergadering voor. Naast genoemde overleggen met Ondernemingsraad en Centrale Deelnemersraad, heeft op 26 april 2012 een overleg tussen Raad van Toezicht – College van Bestuur – Ondernemingsraad – Centrale Deelnemersraad plaatsgevonden. In dit overleg is onder meer gesproken over de werkzaamheden van de onderscheiden geledingen, het contact met de achterban, het dyslexieprotocol, de kwaliteit van docenten en roosters.
1.11. Zelfevaluatie Raad van Toezicht In het jaar 2012 heeft als gevolg van de turbulente ontwikkelingen binnen het College van Bestuur geen zelfevaluatie plaatsgevonden. Inmiddels is in het voorjaar 2013 een studiedag voor de Raad van Toezicht gepland. Het programma voor deze studiedag bestaat uit de behandeling van een aantal thema’s, een scholingsgedeelte en de zelfevaluatie (op individueel en collectief niveau).
1.12. Strategie ROC van Twente Eind 2011 heeft de Raad van Toezicht de strategienotitie ‘presteren met plezier en passie’ 2012-2015 goedgekeurd. In 2012 heeft het onderwerp strategie opnieuw op de agenda van de vergadering van de Raad van Toezicht gestaan. De strategie voor de komende drie jaren is gebaseerd op de volgende uitgangspunten: gedegen en goed georganiseerd onderwijs - prestaties verantwoorden en verbeteren - uitblinken is presteren - de professionele lat gaat omhoog – slagkracht tonen – de Twentse aanpak. In de strategienotitie is een aantal ambities opgenomen. De Raad van Toezicht heeft begin 2012 de behoefte uitgesproken aan een instrument om deze ambities concreet te maken (hoe zetten we waarden om in concreet gedrag). Hierdoor wordt de instelling gestimuleerd de ambities ook daadwerkelijk waar te maken en kunnen de ambities daarnaast worden gemonitord. Reden waarom binnen
82
de Raad van Toezicht ‘prestatie-indicatoren behorende bij de strategienotitie’ zijn vastgesteld. De Raad van Toezicht monitort deze prestatie-indicatoren door deze jaarlijks aan de orde te stellen en te bespreken met het College van Bestuur.
1.13. Klokkenluidersregeling In het kader van de branchecode ‘Goed bestuur in de BVE sector’ heeft de Raad van Toezicht een aantal jaren geleden de Klokkenluidersregeling ROC van Twente goedgekeurd. Van deze regeling is in het jaar 2012 geen gebruik gemaakt. In het jaar 2012 is een start gemaakt met de evaluatie van de regeling. Daar waar nodig zal de regeling worden geactualiseerd.
1.14. Verantwoording interne werkwijze Raad van Toezicht De Raad van Toezicht heeft op een constructieve wijze vergaderd. Er zijn geen inhoudelijke meningsverschillen ontstaan, noch is er gestemd over goedkeuringen en vaststellingen.
1.15. Checklist Het ROC van Twente voldoet aan de punten opgenomen in de checklist voor mbo-instellingen voor de verantwoording over governance in het Geïntegreerd Jaardocument.
83
84
F
Ondernemingsraad
85
1 Ondernemingsraad 1.1 Ondernemingsraad 2012
O
nze Ondernemingsraad bestaat uit 16 leden. Deze 16 leden vertegenwoordigen de (MBO) Colleges en de ondersteunende diensten. Om de OR (ontstaan per 1 maart 2011) een goede start te kunnen laten maken is in het jaar 2012 nog gewerkt met een uitgebreide facilitering. De OR leden ontvangen 1,5 dag per week en de DB OR leden krijgen 2,5 dag per week voor hun werkzaamheden ten behoeve van de OR. In het jaar 2013 zal het College van Bestuur met de OR spreken over de uiteindelijke facilitering van de OR.
Het College van Bestuur heeft in het jaar 2012 maandelijks overleggen gevoerd met: • het Dagelijks Bestuur van de Ondernemingsraad en • de voltallige Ondernemingsraad. Daarnaast heeft het Dagelijks Bestuur twee maal een overleg gevoerd met een van de leden van de Raad van Toezicht (zetel met recht van voordracht OR). De onderwerpen die dit jaar inhoudelijk aan de orde kwamen en ter instemming of advisering zijn aangeboden aan de Ondernemingsraad zijn onder te brengen in de volgende rubrieken, die hierna uitgewerkt worden: • Personeelsaangelegenheden • Financiële stukken in relatie tot de planning- en controlcyclus • Documenten over onderwijs- of studentaangelegenheden • Zaken van facilitaire en/of bestuurlijke aard • Stukken ter kennisname
86
1.2. Personeelsaangelegenheden Vacaturestelling Hoe wordt binnen het ROC van Twente omgegaan met een vacature (waaronder interne en externe publicatie)? De discussie over dit onderwerp is in 2012 afgerond. De OR heeft instemming verleend aan de notitie ‘Vacaturestelling’.
Beloningsbeleid Eind 2010 is het door het College van Bestuur geformuleerde concept (actualisering) beloningsdifferentiatie ter instemming aangeboden aan de MR (nu OR). In het jaar 2011 is dit onderwerp meermalen besproken. De discussie over de beloningsdifferentiatie is in het voorjaar van 2012 afgerond. De OR heeft zijn instemming verleend aan het geactualiseerde beloningsbeleid.
Regeling Werkoverleg De Regeling Werkoverleg waarborgt de zeggenschap van de teams en formaliseert een overlegstructuur die wellicht nog niet in alle teams vorm heeft gekregen. Medio 2011 is de Regeling Werkoverleg ter instemming aangeboden aan de OR. De discussie over deze Regeling is in het voorjaar 2012 afgerond. De regeling wordt inmiddels toegepast binnen de (MBO) Colleges van het ROC van Twente.
Notitie Ziekte en Verlof
Mobiliteitsnota
In het jaar 2012 is de notitie ‘Ziekte en verlof’ ter instemming aangeboden aan de OR. Deze notitie geeft een nadere uitleg met betrekking tot vakantiedagen en (compensatie) verlof van medewerkers. In het jaar 2012 is in het overleg College van Bestuur – OR meermalen gesproken over deze notitie. De discussie zal in het jaar 2013 worden voortgezet.
De mobiliteitsnota gaat in op de wijze waarop ons ROC de interne en externe mobiliteit van zijn medewerkers vorm en inhoud geeft en hoe wij mobiliteit willen bevorderen. De Mobiliteitsnota is eind 2012 ter advisering aangeboden aan de OR. De OR reageert begin 2013.
Vervanging personeelsinformatiesysteem Het College van Bestuur wil het huidige personeelsinformatiesysteem vervangen door een nieuw systeem. Hieraan is een procedure van Europese Aanbesteding vooraf gegaan. Het College van Bestuur heeft de OR om instemming gevraagd. In het jaar 2013 ontvangt de OR een nadere toelichting op dit onderwerp.
Richtlijnen voor formatie en bezetting Er is sprake van fricties tussen het formatieplan en de feitelijke bezetting. Op grond hiervan heeft de organisatie de wens geuit richtlijnen voor formatie en bezetting te formuleren. Deze richtlijnen zijn in het jaar 2011 ter instemming aangeboden aan de OR. Naar aanleiding van een aantal vragen en opmerkingen van de OR over deze richtlijnen is hier in 2012 verder over gesproken.
Teamcoördinatoren: procedure werving, selectie, benoeming en beoordeling Eind 2012 is genoemde procedure ter instemming aangeboden aan de OR. De OR hoopt begin 2013 te voorzien in een reactie op de voorgestelde procedure.
Werkwijze bij aanwijzing bovenformatieve medewerkers Er kan een situatie ontstaan waarbij er geen sprake is van een reorganisatie, maar de noodzaak bestaat om wijzigingen in de organisatie of deelformatie door te voeren. Deze noodzaak kan dusdanig groot zijn dat de bestaande kaders te vrijblijvend zijn en er behoefte ontstaat aan formalisering van bovenformativiteit. In dat geval kan de organisatie meer drang uitoefenen. Dit zit dicht tegen het sociaal statuut aan. Er is echter geen sprake van gedwongen ontslag, maar wel van een noodzaak om medewerkers elders in de organisatie te plaatsen. In dit kader heeft het College van Bestuur een ‘werkwijze bij aanwijzing bovenformatieve medewerkers’ opgesteld en deze ter advisering aangeboden aan de OR. Het College van Bestuur hoopt begin 2013 het advies van OR te ontvangen.
1.3. Financiële stukken in relatie tot de planning- en controlcyclus De OR heeft de planning- en controlcyclus op inhoud gevolgd en per document advies uitgebracht over: • de jaarlijkse kaderbrief (2013) • de jaarrekening 2011 • de begroting 2013 en • diverse bestuursrapportages (4 kwartalen 2012)
1.4. Documenten over onderwijs- of studentaangelegenheden Instroombeleid en -procedure Het instroombeleid en de instroomprocedure worden jaarlijks geëvalueerd en geactualiseerd. Daarbij worden geactualiseerd beleid en procedure ter advisering aangeboden aan de OR. De OR heeft met betrekking tot dit document een positief advies uitgebracht.
Studiehandleiding CGO De OR heeft ingestemd met de Studiehandleiding CGO.
87
Aan- en afwezigheidsregistratie Het College van Bestuur heeft in 2012 besloten het registratiesysteem Presto te kiezen als systeem voor aan- en afwezigheidsregistratie van studenten. De OR heeft hierover een positief advies uitgebracht.
Examinering Nederlands en Rekenen Het College van Bestuur heeft het besluit over het aantal examenlocaties Nederlands en Rekenen, de inrichting van een virtueel Examenbureau en de rol van het (interne) Toetscentrum Taal en Reken voorgelegd aan de OR. De OR heeft ingestemd met dit besluit.
Handboek Examinering
De instroombeperking voor het cursusjaar 2012-2013 (als gevolg van een tekort aan BPV plaatsen).
1.5. Zaken van facilitaire en/of bestuurlijke aard
De OR heeft hiermee ingestemd.
Entreeopleidingen
Plannen van Aanpak
In het actieplan Focus op Vakmanschap wordt de komst van de zogenaamde Entreeopleidingen aangekondigd. Anticiperend hierop heeft het College van Bestuur besloten ten behoeve van de niveau 1 opleidingen binnen het ROC van Twente centrale afspraken te maken over intake, programma, examinering, begeleiding, aansturing en een bindend studieadvies. De OR heeft een positief advies over dit besluit gegeven.
In het cursusjaar 2011/2012 zijn op diverse locaties risicoinventarisaties en –evaluaties uitgevoerd. Naar aanleiding hiervan zijn plannen van aanpak opgesteld. Bij het traject inventarisatie, evaluatie en het opstellen van plannen van aanpak is standaard een lid van de OR betrokken. In 2012 heeft de OR zijn instemming verleend aan plannen van aanpak voor diverse locaties.
Examenreglement VWO-HAVO en VMBO-t De OR heeft ingestemd met dit reglement.
Inzet laptops en i-Pads
88
aliseerde kader in het voorjaar 2013 ter bespreking voorligt in het overleg College van Bestuur – OR en uiterlijk in juni 2013 zal worden vastgesteld door het College van Bestuur.
Handleiding Klacht en Bezwaar
Ons ROC richt zich steeds meer en beter op de inzet van ‘eigen’ devices voor medewerkers en studenten. Een goede inzet start met het bedenken en beschrijven hoe deze devices juist kunnen worden ingezet, omdat goed gebruik de investering legitimeert. In november 2012 heeft de OR ingestemd met de notitie die in dit kader is opgesteld.
Wijzigingen in de wet en regelgeving hebben geleid tot een het aanpassen van de Handleiding Klacht en Bezwaar. Eind 2012 is de OR gevraagd in te stemmen met de aangepaste handleiding. Het College van Bestuur verwacht begin 2013 een reactie van de OR.
Vakantiekader en vakantieregeling 2013-2014
Strategienotitie 2012-2015
De jaarlijkse vakantieregeling ROC van Twente vloeit voort uit het vakantiekader zoals dat een aantal jaren geleden in overleg tussen College van Bestuur en OR (destijds MR) is vastgesteld. Eind 2012 heeft het College van Bestuur de OR voorgesteld het vakantiekader te evalueren en zo nodig bij te stellen (mede als gevolg van recente wijzigingen binnen het vakantiekader VO). Afgesproken is dat het geactu-
In het jaar 2011 heeft de OR zijn instemming verleend aan de strategie van het ROC van Twente voor de komende drie jaren. In aanvulling op de strategienotitie zijn enkele prestatie- indicatoren benoemd om de in de
strategienotitie opgenomen ambities ook daadwerkelijk te realiseren. De OR heeft in 2012 positief geadviseerd over de in dit kader benoemde indicatoren. Hierbij is de afspraak gemaakt dat de OR in de komende jaren wordt geïnformeerd over het verdere verloop.
1.6. Stukken ter kennisname • Meerjaren Studenten Prognose 2010-2015; • de geactualiseerde versie Mandaatregeling (de Mandaatregeling wordt jaarlijks geëvalueerd en geactualiseerd); • de Vrijwilligersregeling ROC van Twente (deze regeling regelt het contract, de positie en de vergoeding van vrijwilligers bij het ROC van Twente); • de geactualiseerde versie ‘Meldcode geweld en mishandeling’; • Algemene inkoopvoorwaarden ROC van Twente; • Regeling onkostenvergoeding bij dienstreizen; • Handboek roosterproces; • De (MBO) Collegeplannen van de diverse (MBO) Colleges; • Diplomaformat ROC van Twente; • Notitie Stagebeleid (voor stagiaires van andere instellingen die stage lopen binnen het ROC van Twente); • Handboek Crebo inschrijvingen en bekostigd beroepsonderwijs ROC van Twente 2012-2013; • Geactualiseerde versie Klokkenluidersregeling.
89
G
90
Centrale deelnemersraad 2012
D
e Centrale Deelnemersraad – geïnstalleerd in het jaar 2011- bestaat uit 19 studenten. Zij zijn de vertegenwoordigers van de studenten van de verschillende MBO Colleges van ons ROC. Halverwege 2012 behaalde de voorzitter zijn diploma en verliet ons ROC. Na verkiezing is een nieuwe voorzitter benoemd. De Centrale Deelnemersraad wordt begeleid door een directeur van het ROC van Twente en krijgt secretariële ondersteuning vanuit de ondersteunende diensten. Studenten die participeren in de Centrale Deelnemersraad hebben een vergoeding voor de bijgewoonde vergaderingen ontvangen. Zij ontvangen ook een certificaat waaruit blijkt dat zij gedurende een bepaalde periode werkzaamheden hebben verricht voor de Centrale Deelnemersraad. In 2012 is door de Centrale Deelnemersraad ondermeer gesproken over: • schoolnota, studieboeken en schoolbijdrage; • resultaten JOB Monitor; • Centrale examens Nederlands en Rekenen; • kantineprijzen; • het ’30 minuten rooster’; • ROC brede activiteiten/evenementen voor studenten; • het Studentenstatuut nieuwe stijl. De Centrale Deelnemersraad heeft een positief advies gegeven over en ingestemd met: • de Notitie Instroombeleid 2012-2013; • de Studiehandleiding; • het functieprofiel College van Bestuur; • de gewijzigde Handleiding Klacht en Bezwaar. Op 25 juni 2012 heeft een overleg tussen Raad van Toezicht, College van Bestuur en Centrale Deelnemersraad plaatsgevonden. Op 26 april 2012 heeft een overleg Raad van Toezicht, College van Bestuur, Centrale Deelnemersraad en Ondernemingsraad plaatsgevonden (zie pagina 17.).
91
92
G
Jaarrekening 2012
93
Jaarrekening
Inhoudsopgave
A1
Geconsolideerde jaarrekening
A1.1
Geconsolideerde balans per 31 december 2012
A1.2 Geconsolideerde staat van baten en lasten over 2012 A1.3 Geconsolideerd kasstroomoverzicht over 2012 A1.4 Toelichting behorende bij de geconsolideerde jaarrekening 2012 A1.5 Enkelvoudige balans per 31 december 2012 A1.6 Enkelvoudige staat van baten en lasten over 2012 A1.7 Toelichting behorende tot de enkelvoudige jaarrekening 2012 A1.8 Bezoldiging van bestuurders en toezichthouders
Begroting over 2013
Overige gegevens • Controleverklaring van de onafhankelijke accountant • Statutaire bepalingen inzake resultaatbestemming • Contactgegevens
94
A1
Geconsolideerde jaarrekening
A1.1 Geconsolideerde balans per 31 december 2012 (na verwerking voorstel resultaatverdeling) 1
2012
Activa
2011
(in duizenden euro’s)
1.2. 1.3
Vaste Activa Materiële vaste activa Financiële vaste activa
146.574 6.255
153.455 6.468 152.829
1.5 1.7
Vlottende activa Vorderingen Liquide middelen
4.842 23.576
Totaal activa
2
159.923
6.819 14.432 28.418
21.251
181.247
181.174
2012
Passiva
2011
(in duizenden euro’s) 2.1 2.1
Eigen Vermogen Eigen Vermogen
71.361
69.164 71.361
69.164
2.200
2.202
2.3
Voorzieningen
2.4
Langlopende schulden
78.500
82.060
2.5
Kortlopende schulden
29.186
27.748
181.247
181.174
Totaal passiva
95
A1.2 Geconsolideerde staat van baten en lasten over 2012
2012 3
(in duizenden euro’s) Baten
3.1 3.2 3.3 3.4 3.5
Rijksbijdragen Overige overheidsbijdragen en subsidies Lesgelden Baten werk in opdracht van derden Overige baten
130.894 5.120 2.392 9.137 4.302
Totaal baten 4
Lasten
4.1 4.2 4.3 4.4
Personele lasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige lasten
108.327 12.159 11.279 14.484
Saldo baten en lasten Financiële baten en lasten Resultaat 6 7
Belastingen Resultaat deelnemingen
* Aangepast voor vergelijkingsdoeleinden Nettoresultaat
96
2011
128.533 4.965 2.392 9.230 6.311 151.845
Totaal lasten
5
Begroting 2012
121.357 6.281 3.762 14.241 7.960 151.431
111.150 12.150 10.059 14.468
153.601
113.823 12.168 11.096 12.962
146.249
147.827
150.049
5.596
3.604
3.552
-3.383
-3.479
-3.538
2.213
125
14
0 -16
0 0
0 33
-16
0
33
2.197
125
47
A1.3 Geconsolideerd kasstroomoverzicht over 2012 2012
2011
(in duizenden euro’s) Kasstroom uit operationele activiteiten Saldo van baten en lasten Aanpassingen voor: - afschrijvingen - mutaties voorzieningen
5.596
3.552
12.159 -2
12.168 84 17.753
Veranderingen in vlottende middelen - vorderingen - schulden
1.977 1.438
Kasstroom uit bedrijfsoperaties Ontvangen interest Betaalde interest
15.804 1.283 -2.826
3.415
-1.543
21.168
14.261
102
171
-3.485
-3.709 -3.383 17.785
Totaal kasstroom uit operationele activiteiten
-3.538 10.723
Kasstroom uit investeringsactiviteiten Investeringen materiële vaste activa Desinvesteringen materiële vaste activa Investeringen in deelnemingen en/of samenwerkingsverbanden Mutaties leningen Totaal kasstroom uit investeringsactiviteiten
-5.369 91
-4.292 781
-13
-5
210
789 -5.081
-2.727
Kasstroom uit financieringsactiviteiten Nieuw opgenomen leningen Aflossing langlopende schulden Totaal kasstroom uit financieringsactiviteiten Mutatie liquide middelen
0 -3.560
0 -3.617 -3.560
-3.617
9.144
4.379
97
A1.4 Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening 2012
Algemeen Juridische vorm en voornaamste activiteiten De stichting ROC van Twente is een onderwijsinstelling voor middelbaar beroepsonderwijs en volwasseneducatie. ROC van Twente heeft de ambities geformuleerd in zes speerpunten, stevig verankerd in de nieuwe strategienota Presteren met Plezier en Passie. Op pagina 12 van dit jaar verslag vindt u een uitvoerige beschrijving.
Toegepaste standaarden De jaarrekening is opgesteld volgens de Regeling jaarverslaggeving onderwijs. In deze regeling is bepaald dat de bepalingen van Titel 9 Boek 2 BW en de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving (in het bijzonder RJ 660 onderwijsinstellingen) van toepassing zijn en met inachtneming van de daarin aangeduide uitzonderingen. De grondslagen voor de waardering van activa en passiva en de resultaatbepaling zijn gebaseerd op historische kosten.
Toepassing van artikel 402 Boek 2 BW De financiële gegevens van ROC van Twente zijn in de geconsolideerde jaarrekening verwerkt. Derhalve vermeldt de staat van baten en lasten van ROC van Twente conform artikel 402 Boek 2 BW slechts het aandeel in het resultaat van organisaties waarin wordt deelgenomen na belastingen en het overige resultaat na belastingen.
Continuïteit Deze jaarrekening is opgesteld uitgaande van de continuïteitsveronderstelling.
Grondslagen voor de waardering van activa en passiva en de resultaatbepaling Activa en passiva zijn opgenomen tegen nominale waarde, tenzij anders staat vermeld.
98
ROC van Twente neemt een actief alleen in de balans op: • als het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen ROC van Twente toekomen; • de waarde ervan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Een verplichting wordt in de balans opgenomen als: • het waarschijnlijk is dat de afwikkeling daarvan gepaard gaat met een uitstroom van middelen en • de omvang van het bedrag daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. De opbrengsten en kosten worden toegerekend aan de periode waarop zij betrekking hebben. Baten worden in de winst-en-verliesrekening opgenomen wanneer een vermeerdering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermeerdering van een actief of een vermindering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Lasten worden verwerkt wanneer een vermindering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermindering van een actief of een vermeerdering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Indien een transactie ertoe leidt dat nagenoeg alle of alle toekomstige economische voordelen en alle of nagenoeg alle risico’s met betrekking tot een actief of verplichting
aan een derde zijn overgedragen, wordt het actief of de verplichting niet langer in de balans opgenomen. Verder worden activa en verplichtingen niet meer in de balans opgenomen vanaf het tijdstip waarop niet meer wordt voldaan aan de voorwaarden van waarschijnlijkheid van de toekomstige economische voordelen en/of betrouwbaarheid van de bepaling van de waarde. De jaarrekening wordt gepresenteerd in euro’s, de functionele valuta van ROC van Twente. Alle financiële informatie in euro’s is afgerond op het dichtstbijzijnde duizendtal. Vergelijkende cijfers van het voorgaand boekjaar zijn waar nodig aangepast.
Gebruik van schattingen Om de jaarrekening op te stellen gaat het management uit van: • schattingen* en • veronderstellingen*; • de gerapporteerde waarde van activa. * Die van invloed zijn op de toepassing van grondslagen verplichtingen en van baten en lasten De opstelling van de jaarrekening vereist dat het management oordelen vormt en schattingen en veronderstellingen maakt die van invloed zijn op de toepassing van grondslagen en de gerapporteerde waarde van activa en verplichtingen, en van baten en lasten. De daadwerkelijke uitkomsten kunnen afwijken van deze schattingen. De schattingen en onderliggende veronderstellingen worden voortdurend beoordeeld. Herzieningen van schattingen worden opgenomen in de periode waarin de schatting wordt herzien en in toekomstige perioden waarvoor de herziening gevolgen heeft.
Grondslagen voor consolidatie De geconsolideerde jaarrekening omvat de financiële gegevens van: ROC van Twente, groepsmaatschappijen waarin ROC van Twente een meerderheidsbelang, dan wel een beleidsbepalende invloed heeft en andere rechtspersonen die door ROC van Twente worden geleid of waarover het overheersende zeggenschap kan uitoefenen. Vanaf het moment dat ROC van Twente beleidsbepalende invloed kan uitoefenen, betrekt het nieuwe deelnemingen in de consolidatie. Afgestoten deelnemingen worden in de consolidatie betrokken tot het tijdstip waarop het beleid niet langer (mee)bepaald wordt. De onderlinge schulden, vorderingen en transacties en de binnen de groep gemaakte winsten zijn geëlimineerd in de geconsolideerde jaarrekening. De groepsmaatschappijen zijn integraal geconsolideerd, waarbij het minderheidsbelang van derden afzonderlijk tot uitdrukking wordt gebracht als dat van toepassing is. In de jaarrekening zijn de cijfers van ROC van Twente Flex B.V. te Hengelo (100% belang) meegeconsolideerd. Financiële instrumenten Stichting ROC van Twente kent de volgende financiële instrumenten: verstrekte leningen aan deelnemingen en verbonden partijen, handels- en overige vorderingen, geldmiddelen, leningen en overige financieringsverplichtingen, handelsschulden en te betalen posten. Zij heeft geen afgeleide financiële instrumenten. Financiële instrumenten worden bij de eerste opname verwerkt tegen reële waarden. Indien instrumenten niet zijn gewaardeerd tegen reële waarde met de verwerking van de waardeverandering in de winst- en verliesrekening, maken eventuele direct toerekenbare transactiekosten deel uit van de eerste waardering. In contracten besloten financiële instrumenten die niet worden gescheiden van het basiscontract, worden verwerkt in overeenstemming met het basiscontract. Na de eerste opname worden financiële instrumenten op de hierna beschreven manier gewaardeerd.
Verstrekte leningen en overige vorderingen Verstrekte leningen en overige vorderingen worden gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs. Dit gebeurt op basis van de effectieverentemethode, verminderd met bijzondere waarderingsverliezen.
Overige financiële verplichtingen Financiële verplichtingen die geen deel uit maken van een handelsportefeuille worden tegen geamortiseerde kostprijs gewaardeerd op basis van de effectieverentemethode.
Materiële vaste activa Investeringen met een waarde groter dan € 5.000 worden geactiveerd. Aanschaffingen lager dan dit
99
grensbedrag worden direct ten laste van de exploitatie gebracht. Gebouwen en terreinen De gebouwen en terreinen, inventaris en apparatuur, andere vaste bedrijfsmiddelen, materiële vaste bedrijfsactiva in uitvoering en vooruitbetalingen op materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs verminderd met de cumulatieve afschrijvingen. Investeringssubsidies worden zichtbaar in mindering gebracht op de materiële vaste activa. De afschrijvingen worden berekend als een percentage over de aanschafprijs volgens de lineaire methode op basis van de economische levensduur. Op terreinen, materiële vaste bedrijfsactiva in uitvoering en vooruitbetalingen op materiële vaste activa, wordt niet afgeschreven. De componentenmethode wordt toegepast voor gebouwen, hierbij gelden de volgende afschrijvingstermijnen: Gebouwen: Casco: in 30 jaar Afbouw: in 15 jaar Inbouw / vaste inrichting: in 10 jaar Technische installaties (zoals water en elektra): in 30 jaar Technische installaties (zoals lift, keuken en roltrap): in 10 jaar Terrein- en parkeervoorzieningen: in 10 jaar Investeringen in huurpanden: in 5 jaar Onderhoudsuitgaven worden slechts geactiveerd indien zij de gebruiksduur van het object verlengen. Inventarissen en apparatuur Nieuwe investeringen worden opgenomen tegen aanschafwaarde. Lineaire afschrijving vindt plaats op basis van de geschatte economische levensduur. Voor investeringen in computerapparatuur geldt een afschrijvingstermijn van 3 jaar.
Financiële vaste activa Deelnemingen Deelnemingen waarin invloed van betekenis op het zakelijke en financiële beleid kan worden uitgeoe-
100
fend, worden gewaardeerd volgens de vermogensmutatiemethode op basis van de netto -vermogenswaarde. Bij de bepaling van de netto-vermogenswaarde wordt uitgegaan van de waarderingsgrondslagen van ROC van Twente. Deelnemingen met een negatieve nettovermogenswaarde worden op nihil gewaardeerd. Wanneer ROC van Twente garant staat voor de schulden van de betreffende deelneming wordt een voorziening gevormd. Deze voorziening wordt primair ten laste van de vorderingen op deze deelneming gevormd en voor het overige onder de voorzieningen ter grootte van het aandeel in de door de deelneming geleden verliezen, dan wel voor de verwachte betalingen door ROC van Twente ten behoeve van deze deelneming. Deelnemingen waarin geen invloed van betekenis wordt uitgeoefend, worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs of duurzaam lagere bedrijfswaarde. De leningen aan niet geconsolideerde deelnemingen worden opgenomen tegen geamortiseerde kostprijs onder aftrek van noodzakelijk geachte waardeverminderingen. De overige financiële vaste activa worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs of lagere marktwaarde. Rentebaten uit leningen u/g worden verantwoord in de periode waartoe zij behoren, rekening houdend met de effectieve rentevoet van de desbetreffende actiefpost. Eventuele winsten of verliezen worden verantwoord onder financiële baten en lasten.
Bijzondere waardeverminderingen of vervreemding van vaste activa Vaste activa met een lange levensduur moeten worden beoordeeld op bijzondere waardeverminderingen als zich wijzigingen of omstandigheden voordoen die doen ver-
moeden dat de boekwaarde van een actief niet terugverdiend zal worden. Is de boekwaarde van een actief hoger dan de geschatte waarde, wordt een bedrag voor impairment ten laste van het resultaat geboekt voor het verschil tussen de boekwaarde en de actuele waarde van het actief. Activa die beschikbaar zijn voor verkoop worden gewaardeerd tegen boekwaarde of lagere actuele waarde, onder aftrek van verkoopkosten.
Vlottende activa Vorderingen Vorderingen worden gewaardeerd op de geamortiseerde kostprijs onder aftrek van een voorziening voor oninbaarheid. Een dergelijke voorziening wordt bepaald op basis van beoordeling van de inbaarheid van de individuele vorderingen. Liquide middelen De liquide middelen zijn gewaardeerd tegen nominale waarde. Deze staan ter vrije beschikking, tenzij anders is vermeld,
Eigen vermogen
c. er kan een betrouwbare schatting worden gemaakt van de omvang van de verplichting. Voorziening personele en wachtgeldverplichtingen Dit betreft de contante waarde van de toekomstige te betalen uitkeringen aan medewerkers inzake WGA en Wachtgeld in het kader van het eigenrisicodragerschap van ROC van Twente. Voorziening jubilea De jubileumvoorziening betreft een voorziening voor toekomstige jubileumuitkeringen. Dit betreft de contante waarde van de in de toekomst uit te keren jubileumuitkeringen. De berekening is gebaseerd op gedane toezeggingen en leeftijd.
Onder het eigen vermogen worden de algemene reserves, de bestemmingsreserves en de bestemmingsfondsen gepresenteerd. De algemene reserve bestaat uit de reserves die ter vrije beschikking staan van ROC van Twente. Indien een beperktere bestedingsmogelijkheid door ROC van Twente is aangebracht, dan is het aldus afgezonderde deel van het eigen vermogen aangeduid als bestemmingsreserve. Indien de beperktere bestedingsmogelijkheid door derden is aangebracht, dan wordt dit deel aangemerkt als bestemmingsfonds.
Langlopende schulden
Voorzieningen
Kortlopende schulden
Onder de voorzieningen worden de personele voorziening en de overige voorzieningen gepresenteerd. Zij zijn opgenomen tegen nominale waarde, tenzij anders gepresenteerd. Toevoegingen aan voorzieningen vinden plaats ten laste van de staat van baten en lasten. Uitgaven vinden rechtstreeks plaats ten laste van de voorzieningen. Een voorziening in verband met verplichtingen als bedoeld in artikel 2:374 lid 1, eerste volzin BW wordt uitsluitend opgenomen indien op de balansdatum aan de volgende voorwaarden wordt voldaan: a. de rechtspersoon heeft een verplichting (in rechte afdwingbaar of feitelijk); b. het is waarschijnlijk dat voor de afwikkeling van die verplichting een uitstroom van middelen noodzakelijk is;
Schulden met een op balansdatum resterende looptijd van ten hoogste één jaar worden aangeduid als kortlopend. Schulden worden niet gesaldeerd met activa. Overlopende passiva betreffen vooruitontvangen bedragen (waaronder geoormerkte bijdragen) en nog te betalen bedragen terzake van lasten die aan een verstreken periode zijn toegekend. Van bedragen die voor meerdere jaren beschikbaar zijn gesteld, wordt het nog niet bestede gedeelte op deze post aangehouden. Vrijval ten gunste van de staat
Schulden met een resterende looptijd van meer dan één jaar worden aangeduid als langlopend. Het aflossingsbedrag van het lopende jaar wordt onder de kortlopende schulden opgenomen. Schulden worden gewaardeerd tegen de nominale waarde..
101
van baten en lasten geschiedt naar rato van de besteding. Het saldo van de projecten in opdracht van derden leidt tot een schuld op de balans. Het saldo wordt per project bepaald.
Personeelsbeloningen/pensioenen ROC van Twente kent een toegezegde pensioenregeling, die is ondergebracht bij een bedrijfstakpensioenfonds (ABP). Deze kan op basis van RJ 271 worden geclassificeerd als een toegezegde bijdrageregeling. Dit betekent dat de over het boekjaar verschuldigde premies als kosten worden verantwoord. De risico’s van loonontwikkeling, prijsindexatie en beleggingsrendement op het fondsvermogen zullen mogelijk leiden tot toekomstige aanpassingen in de jaarlijkse bijdragen aan het pensioenfonds. Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar de pensioenlasten in de staat van baten en lasten.
Opbrengstverantwoording Rijksbijdragen, overige overheidsbijdragen en -subsidies Rijksbijdragen, overige overheidsbijdragen en -subsidies uit hoofde van de basisbekostiging worden in het jaar waarop de toekenning betrekking heeft, volledig verwerkt als baten in de staat van baten en lasten. Indien deze opbrengsten betrekking hebben op een specifiek doel, dan worden deze naar rato van de verrichte werkzaamheden als baten verantwoord.
Lesgelden De lesgelden worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben, waarbij ervan uitgegaan is dat reguliere onderwijstaken gelijkmatig over het schooljaar zijn gespreid.
Baten werk in opdracht van derden Opbrengsten van werk in opdracht van derden (contractonderwijs) worden in de staat van baten en lasten als baten opgenomen voor een bedrag gelijk aan de kosten als vast staat dat deze kosten declarabel zijn. Een eventueel positief resultaat wordt genomen naar rato van het stadium van voltooiing van de transactie op verslagdatum (de zogeheten percentage of completion methode). Het stadium van voltooiing wordt bepaald aan de hand van beoordelingen van de verrichte werkzaamheden. Voor een eventueel verwacht negatief resultaat wordt een voorziening getroffen.
Aandeel in het resultaat van organisaties waarin wordt deelgenomen Het aandeel in het resultaat van ondernemingen waarin wordt deelgenomen omvat het aandeel van
102
de groep in de resultaten van deze deelnemingen. Resultaten op transacties, waarbij overdracht van activa en passiva tussen de groep en de niet-geconsolideerde deelnemingen en tussen niet-geconsolideerde deelnemingen onderling heeft plaatsgevonden, zijn niet verwerkt voor zover deze als niet gerealiseerd kunnen worden beschouwd. De resultaten van deelnemingen die gedurende het boekjaar zijn verworven of afgestoten worden vanaf het verwervingsmoment respectievelijk tot het moment van afstoting verwerkt in het resultaat van de groep.
Belastingen Hierbij gaat het om de over de verslagperiode verschuldigde en verrekenbare winstbelastingen en latente belastingen. Deze belastingen worden in de staat van baten en lasten opgenomen, behalve als deze betrekking hebben op posten die rechtstreeks in het eigen vermogen worden opgenomen. In het laatste geval wordt de belasting in het eigen vermogen verwerkt. De over het boekjaar verschuldigde en verrekenbare belasting is de naar verwachting te betalen belasting over de belastbare winst over het boekjaar. Deze is berekend aan de hand van de geldende belastingtarieven en eventuele correcties op de over voorgaande jaren verschuldigde belasting. Voor latente belastingen wordt een voorziening getroffen voor tijdelijke verschillen tussen de boekwaarde van activa en verplichtingen ten behoeve van de financiële verslaggeving en de fiscale boekwaarde van die posten. Een actieve belastinglatentie wordt alleen opge-
nomen als het waarschijnlijk is dat er in de toekomst belastbare winsten beschikbaar zullen zijn die voor de realisatie van het tijdlijke verschil kunnen worden aangewend.
Kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is opgesteld op basis van de indirecte methode.
103
1
Activa
1.2
Materiële vaste activa (in duizenden euro’s) Het verloop van de materiële vaste activa is als volgt weer te geven: 1.2.1 Gebouwen en tereinen
1.2.2 Inventaris en apparatuur
1.2.4 In uitvoering en vooruitbetalingen
Totaal
Stand per 1 januari 2012: - aanschafprijs - cumulatieve afschrijvingen en waardeverminderingen Boekwaarde
186.713
35.319
18
222.050
46.630
21.965
-
68.595
140.083
13.354
18
153.455
Mutaties in de boekwaarde: - investeringen - overboeking (ingebruikname )
-
-
5.369
5.369
2.028
1.954
-3.982
0
-
2.849
- desinvesteringen op aanschafwaarde
240
2.609
- desinvesteringen op afschrijvingswaarde
189
2.569
- afschrijvingen Saldo
2.758
8.034
4.125
-
12.159
134.026
11.143
1.405
146.574
188.502
34.664
1.405
224.571
54.476
23.521
-
77.997
134.026
11.143
1.405
146.574
Stand per 31 december 2012: - aanschafprijs - cumulatieve afschrijvingen en waardeverminderingen Boekwaarde
104
1.3
Financiële vaste activa (in duizenden euro’s) Het verloop van de financiële vaste activa is als volgt weer te geven: 1.3.2 Andere deelnemingen
Stand per 1 januari 2012:
1.3.4 Vorderingen op deelnemingen
1.3.5 Vorderingen op OCW
1.3.7 Overige vorderingen
6.002
Totaal
0
466
0
6.468
- investeringen en verstrekte leningen
-
13
-
-
13
- desinvesteringen en afgeloste leningen
-
-
210
210 -16
Mutaties:
- resultaat deelnemingen
-16
-
-
-
- overboeking negatieve deelnemingswaarde
16
-16
-
-
0
0
463
0
5.792
6.255
Stand per 31 december 2012: Toelichting 1.3.2 De post andere deelnemingen betreft de negatieve deelnemingswaarde Campus Business Center BV die in mindering is gebracht op de post Vorderingen op deelnemingen
gevonden. Het 20% belang in Campus Business Center BV bedraagt per 1 januari 2012 € 189 duizend negatief.
(1.3.4).
Het verloop in 2012 is als volgt: (in duizenden euro’s) Toelichting 1.3.4 Campus Business Center BV De post vorderingen op deelnemingen betreft onder andere een lening verstrekt aan CamStand per 1 januari 2012 pus Business Center BV met een hoofdsom van € 170 duizend, verstrekt in 2004 en - vordering uit hoofde van verstrekte leningen 655 € 160 duizend in 2006. De oorspronkelijke looptijd bedroeg 5 jaar. Het rentepercentage waarde deelneming -189 bedraagt een 3 maands Euribor + 1,5%. In 2010 is een achtergestelde lening verstrekt Saldo 01-01-2012 466 ad € 57,5 duizend ( bijstorting door aandeelhouders naar rato deelneming in de BV). Het rentepercentage bedraagt eveneens een 3 maand Euribor + 1,5%. De totale vordering uit Mutaties in 2012 hoofde van niet-ontvangen rente bedraagt per 1 januari 2012 € 78,5 duizend; met ingang - rente toevoeging 13 van 1 januari 2012 wordt een rentevergoeding over de uitstaande vorderingen uit hoofde resultaat deelneming -16 van niet-ontvangen rente berekend. Verder is in 2010 een geldlening verstrekt ad € 189 -3 duizend welke preferent is ten opzichte van de bestaande en toekomstige vorderingen van Stand per 31 december 2012 de huisbankier van de vennootschap binnen Campus Business Center BV. Het renteper- vordering uit hoofde van verstrekte leningen 668 centage bedraagt eveneens een 3 maands Euribor + 1,5%. Aflossing vindt plaats indien waarde deelneming -205 de exploitatie van Campus Business Center BV dit toelaat. Een en ander ter beoordeling Saldo 31-12-2012 463 door de Algemene vergadering van Aandeelhouders. In 2012 heeft geen aflossing plaats
105
Toelichting 1.3.7 De post overige vorderingen betreft vooruitbetaalde huur voor een periode van 30 jaar aan de coöperatie Scholingsboulevard Enschede vanaf 2008. Jaarlijks wordt € 210 duizend als periodekosten verantwoord. Eind 2012 is de coöperatie opgeheven. De gebouwen zijn teruggeleverd aan de gemeente Enschede. ROC van Twente heeft met de gemeente afspraken gemaakt over het gebruiksrecht van één van de panden (Wethouder Beversstraat 165 te Enschede ). De afspraken inzake vooruitbetaalde huur zoals deze
golden tussen ROC van Twente en de coöperatie Scholingsboulevard, zijn overgegaan op de gemeente en maken thans deel uit van de afspraken tussen ROC van Twente en de gemeente Enschede. De vooruitbetaalde huur is door middel van een overeenkomst omgezet in een gebruiksrecht voor de duur van 25 jaar ingaande 1 januari 2013. Jaarlijks zal € 232 duizend als periodekosten verantwoord worden.
Vlottende Activa 1.5
Vorderingen (in duizenden euro’s) 2012
2011
1.5.1
Debiteuren
3.851
5.089
1.5.2
OCW/LNV
0
0
Personeel
1.5.7
16
51
Omzetbelasting
3
0
Vennootschapsbelasting
6
10
Overige
8
518
Overige vorderingen Vooruitbetaalde kosten Overige
1.5.8
Overlopende activa
1.5.9
Af: voorzieningen wegens oninbaarheid
33
579
1.012
780
166
604 1.178
1.384
220
233
4.842
6.819
In de vorderingen is geen bedrag opgenomen met een looptijd langer dan 1 jaar. Toelichting 1.5.9 Het verloop van de voorziening wegens oninbaarheid is als volgt: (in duizenden euro’s) 2012 Stand per 1 januari Onttrekking Vrijval respectievelijk dotatie Stand per 31 december
106
2011 233
483
40
29
27 220
-221 233
1.7
Liquide middelen (in duizenden euro’s) 2012
1.7.1
Kasmiddelen
1.7.2
Tegoeden op bank- en girorekeningen
2011 17
8
23.559
14.424
23.576
14.432
Alle liquide middelen zijn direct opvraagbaar; de rentevergoeding is gebaseerd op eonia fixing. Eonia fixing (european overnight index average) is het eendaags-renteniveau voor het eurogebied.
107
2
Passiva
2.1
Eigen Vermogen (in duizenden euro’s) Stand per 1 januari 2012
2.1.1
Algemene reserve Algemene reserve
Resultaat
66.366
2.069
Overige mutaties
Stand per 31 december 2012 -
68.435
66.366 2.1.3
Bestemmingsreserve (privaat) Bestemmingsreserve
2.798
68.435 128
2.926
2.798
2.926 -
Totaal groepsvermogen
69.164
2.197
0
71.361
Toelichting 2.1 Het eigen vermogen van ROC van Twente bestaat uit de algemene reserve en de bestemmingsreserve privaat. Het eigen vermogen dient als buffer voor het opvangen van tegenvallers in de exploitatie en is daarnaast van belang voor de financiering van de instelling. Om deze redenen dient het eigen vermogen een bepaalde minimum omvang te hebben, die afhankelijk is van het risicoprofiel van ROC van Twente. In 2009 heeft een eerste segmentatie plaatsgevonden van het eigen vermogen in een publiek deel en een privaat deel. Als private activiteiten worden aangemerkt alle contractactiviteiten die worden bekostigd uit private middelen. Hieronder vallen contracten met bedrijven, zorginstellingen, particulieren, etc. Voor het jaar 2012 resulteert dit in een toewijzing van 128 duizend EUR aan de private bestemmingsreserve. Activiteiten die door landelijke, provinciale of locale overheden worden bekostigd worden aangemerkt als publiek. De activiteiten binnen Educatie worden in lijn hiermee tot onze publieke activiteiten gerekend.
108
2.3
Voorzieningen (in duizenden euro’s) 2.3.1 Personeelsvoorzieningen
2.3.3 Overige voorzieningen
Totaal
Stand per 1 januari 2012 Dotaties Onttrekkingen
2.052 254 641
150 535 150
2.202 789 791
Stand per 31 december 2012
1.665
535
2.200
Kortlopend deel < 1 jaar Langlopend deel > 1 jaar
370 1.295
535
905 1.295
Toelichting 2.3.1 De personeelsvoorzieningen bestaan uit: 1. voorziening personele en werkloosheidsverplichtingen 2. voorziening jubilea
2012 564 1.101 1.665
Kortlopende deel < 1 jaar 249 121
2011 1.233 819 2.052
Voorziening personele en werkloosheidsverplichtingen Deze bestaat uit de toekomstige uitgaven voortvloeidende uit pre-fpu, fpu suppletie verplichtingen en verplichtingen betreffende werkeloosheidsuitkeringen. Voorziening jubilea De voorziening jubilea is gewaardeerd tegen de contante waarde van de toekomstige verplichtingen en gebaseerd op de volgende uitgangspunten: - gemiddelde indexatie van brutosalaris van 2% - gemiddelde disconteringsvoet van 4,5% Deze uitgangspunten zijn ten opzichte van 2011 ongewijzigd.
109
Toelichting 2.3.3 Specificatie overige voorzieningen: (in duizenden euro’s) 1. voorziening Scholingsboulevard Enschede 2. overige voorziening
Kortlopende deel < 1 jaar
2012 0 535 535
2011
0 535
150 150
Voorziening Scholingsboulevard Enschede Eind 2012 is de Coöperatie Scholingsboulevard Enschede ontbonden; de getroffen voorziening is hiermee komen te vervallen. Overige voorziening
In het kader van de afwikkeling van de Coöperatie Scholingsboulevard Enschede in 2012 zijn kosten voorzien in verband met de huisvesting aan de Wethouder Beversstraat.
110
Langlopende schulden (in duizenden euro’s)
2.4
Leningnummer 2.4.3 2.4.5
Stand per 1 januari 2012
Kredietinstellingen Overige / Min. van Financiën
Aangegane leningen 2012
0 82.060 82.060
0 0 0
Aflossingen 2012
Stand per 31 dec. 2012
0 3.560 3.560
0 78.500 78.500
Looptijd > 1 jaar 0 17.000 17.000
Looptijd > 5 jaar
Rentevoet
0 61.500 61.500
div.
Toelichting 2.4.5
Hypothecaire lening Ministerie van Financiën Het Ministerie van Financiën heeft een hypotheek verstrekt voor oorspronkelijk groot € 70 miljoen verstrekt in 2004, € 21,8 miljoen in 2008 en €4 miljoen in 2009. Hierbij is hypothecaire zekerheid verleend op de nieuwbouw in Almelo en Hengelo. De lening is in diverse tranches verdeeld. Elke tranche heeft een vaste rente tot het moment van renteconversie, welke vooraf vastgesteld is door het Ministerie van Financiën. Elke tranche kent één moment van renteconversie gedurende de looptijd. De stand van de leningen eind 2012 bedraagt € 82,06 en is in onderstaande tabel per separate tranche weergeven en toegelicht. Leningnummer
Stand per 1 januari 2012
Aangegane leningen 2012
Aflossingen 2012
Stand per 31 dec. 2012
Looptijd > 1 jaar
Looptijd > 5 jaar
Rentevoet
Hoofdsom oorspronkelijk
Einddatum
461
5.000
5.000
5.000
4,00
5.000
28-12-2015
460
5.000
5.000
5.000
4,00
5.000
28-01-2017
459
5.000
5.000
5.000
4,10
5.000
28-02-2018 28-03-2020
458
5.000
5.000
5.000
4,19
5.000
457
5.000
5.000
5.000
4,27
5.000
28-04-2021
456
5.000
5.000
5.000
4,33
5.000
28-05-2023
455
5.000
5.000
5.000
4,40
5.000
28-06-2024
454
5.000
5.000
5.000
4,45
5.000
28-07-2026
453
5.000
5.000
5.000
4,49
5.000
28-08-2028
452
5.000
5.000
5.000
4,54
5.000
28-09-2029
451
5.000
5.000
5.000
4,58
5.000
28-10-2031
450
5.000
5.000
5.000
4,61
5.000
28-11-2032
449
5.000
5.000
5.000
4,63
5.000
28-12-2034
1044
6.120
4,58
15.300
01-02-2013
1045
6.500
01-02-2038
1488
1.000
1489
2.000
2.000
1855
5.000 85.620
3.060
3.060 6.500
500
-
3.560
6.500
4,75
6.500
1,99
2.000
01-10-2013
2.000
3,24
2.000
03-10-2016
5.000
5.000
1,03
5.000
28-11-2014
82.060
17.000
500
61.500
111
2.5
Kortlopende schulden (in duizenden euro’s) 2012
2.5.1 2.5.2 2.5.3
Kredietinstellingen Vooruitgefactureerde en ontvangen termijnen OHW Crediteuren
2.5.7 2.5.8
Loonheffing Omzetbelasting Premies sociale verzekeringen Belastingen en premies sociale verzekeringen Schulden terzake van pensioenen
2.5.9
Overige Overige kortlopende schulden
2.5.10
Vooruitontvangen college en lesgelden Vooruitontvangen subsidies OCW/LNV geoormerkt Vooruitontvangen subsidies OCW/LNV niet-geoormerkt Rekening-courant stagefondsen, boekenfondsen e.d. Vakantiegeld- en dagen Accountants- en administratiekosten Rente Overige De overlopende passiva
2011* 3.560 3.186 2.574
3.808 0 1.114
3.560 4.276 1.796 3.725 490 947
4.922 1.455 611
5.162 1.371 621
611 1.111 2.424 2.513 304 3.192 65 1.608 1.661
621 1.315 1.646 1.540 261 3.189 74 1.738 1.199
12.878 29.186
10.962 27.748
* Aangepast voor vergelijkingsdoeleinden
Toelichting 2.5.1 Hieronder staat vermeld de aflossingsverplichting voor langlopende schulden korter dan 1 jaar.
Toelichting 2.5.9 De kredietfaciliteit in rekening-courant bij Agentschap van de Generale Thesaurie ( Ministerie van Financiën ) bedraagt 31 december 2012 € 11,3 miljoen. De rente is gebaseerd op het daggeldtarief.
.
Onder de kortlopende schulden zijn geen schulden opgenomen met een looptijd langer dan 1 jaar.
ADV sparen
112
In de loop van 2012 is deze schuldpositie verminderd met € 36 duizend zodat een schuld van ruim € 567 duizend resteert.
G1 Verantwoording van subsidies zonder verrekeningsclausule
(Regeling OCW-subsidies art. 13, lid 2 sub a en EL&I regelingen betrekking hebbend op de EL&I subsidies). Toewijzing Omschrijving
Kenmerk
Bedrag van toewijzing
kosten t/m verslagjaar
in euro’s
in euro’s
Datum
de activiteiten zijn ultimo verslagjaar conform de subsidiebeschikking geheel uitgevoerd en afgerond J
Bekwaamheid & Professionaliteit 2012
div
2012
938.060
0
938.060
0
N
N
113
G2 Verantwoording van subsidies met verrekeningsclausule conform het in de subsidiebeschikking omschreven doel (Regeling OCW-subsidies art.13,lid 2 sub a en EL&I regelingen betrekking hebbend op de EL&I subsidies)
G2-A Aflopend per ultimo verslagjaar Omschrijving
Toewijzing
bedrag van de toewijzing
ontvangen t/m verslagjaar
totale kosten
te verrekenen ultimo verslagjaar (balanspost 2.4.4)
in euro’s
in euro’s
in euro’s
in euro’s
Kenmerk
Datum
Prestatieonafhankelijke subsidie VSV 2008
91628 M
2008
739.785
-739.785
739.785
0
Plusvoorziening overbelaste jongeren
99863 U
2009
2.632.186
-2.632.186
2.632.186
0
Schoolmaatschappelijk werk 2011 Lerarenbeurs voor Scholing Voort. School VSV2 en RMC Bestrijding VSV en RMC Taal en rekenen in het MBO
G2-B Doorlopend tot in een volgend verslagjaar Omschrijving
9732 M
2011
721.056
-721.056
721.056
0
388288-1
2011
75.523
-75.523
75.523
0
52068 U
2011
830.108
-830.108
840.936
10.828
137530 U
2009
1.505.377
-1.505.377
-1.485.714
-19.664
79639 M
2012
2.147.853
-2.147.853
2.147.853
0
8.651.888
-8.651.888
5.671.626
-8.835
bedrag van de toewijzing
saldo 01-01-2012
ontvangen t/m verslagjaar
kosten in verslagjaar
totale kosten 31-12-2012
saldo nog te besteden ultimo verslagjaar
in euro’s
in euro’s
in euro’s
in euro’s
in euro’s
Toewijzing Kenmerk
Datum
in euro’s Voort. School VSV2 2012 - 2015 plusvoorziening *
49199 M
2012
4.200.000
-1.400.000
553.818
553.818
-846.182
Stagebox 2012
10936 M
2012
1.374.834
-1.374.834
1.000.000
1.000.000
-374.834
Schoolmaatschappelijk werk 2012
80123 M
2012
910.947
Lerarenbeurs voor Zij-instroom
div
2012
228.000
Lerarenbeurs voor Scholing
div
2012
84014 M
2012
Experimenteel Onderzoek VSV
-910.947
700.000
700.000
-210.947
-228.000
136.000
183.500
-44.500
99.261
-99.261
27.413
27.413
150.000
-50.000
6.963.042
114
-85.500
-85.500
-4.063.042
-71.848 -50.000
2.417.231
2.464.731
-1.598.311
Overige Subsidieverstrekkers: Verantwoording van subsidies die volledig verplicht besteed moeten worden aan het in de subsidiebeschikking omschreven doel
Toewijzing
Omschrijving
Jaar
Kenmerk
Ondernemerslab Twente
2011-2013
ONO 10005
Praktijktraining Ketenzorg en communicatietraining in de ouderenzorg **
2011-2012
316000007
Netwerkschool
2010-2014
20010002
Programmalijn 1: VMBO en MBO techniek, Toptechniek in Bedrijf
2012-2015
BO.12.1545/AKN
A. Begrote Ba. Subsidie- Bb. Subsidieprojectkosten toewijzing toewijzing (% van A)
C. Daadwerkelijke projectkosten
in euro’s 280.500
in % 75%
in euro’s max. 150.000
in euro’s 212.356
59.057
83%
49.057
1.680.000
100%
637.500
100%
2.657.057
Da.Subsidievaststelling
in %
Db.Subsidievaststelling (% van C. tot max Bb)
Te verrekenen / nog te besteden
75%
in euro’s 150.000
in euro’s
51.865
83%
43.083
0
1.680.000
819.262
100%
819.262
860.738
637.500
130.151
100%
130.151
507.349
2.366.557
1.213.634
1.142.495
1.368.087
0
Op verzoek van de subsidieverstrekkers van de projecten Ondernemerslab Twente, Praktijktraining Ketenzorg en communicatietraining in de ouderenzorg en Programmalijn 1: VMBO en MBO techniek, Toptechniek in bedrijf leggen wij in deze toelichting ook verantwoording af voor de bestedingen in het kader van deze projecten. * Van de toegewezen doelsubsidies inzake Voort.School VSV 2012-2015 plusvoorziening ad € 4.200.000 heeft € 2.186.324 betrekking op Stichting ROC van Twente. Van de ontvangen subsidie ad € 1.400.000 is bij wijze van voorschot € 396.263 in 2012 uitgekeerd aan de projectpartners van Stichting ROC van Twente. ** Het vastgestelde subsidiebedrag is in 2012 ontvangen.
115
Financiële instrumenten Algemeen Stichting ROC van Twente maakt in de normale bedrijfsuitoefening gebruik van uiteenlopende financiële instrumenten die ROC van Twente blootstellen aan markt- en/of kredietrisico’s. Deze financiële instrumenten betreffen in alle gevallen posten die in de balans zijn opgenomen, zoals vorderingen en schulden. De instelling handelt niet in deze financiële instrumenten en hanteert procedures en gedragsrichtlijnen om de omvang van het kredietrisico bij tegenpartijen te beperken. Bij het niet nakomen door een tegenpartij van aan de organisatie verschuldigde betalingen, blijven eventuele daaruit voortvloeiende verliezen beperkt tot de marktwaarde van de desbetreffende instrumenten. ROC van Twente maakt geen gebruik van afgeleide financiële instrumenten (derivaten). Kredietrisico De vorderingen uit hoofde van handelsdebiteuren zijn niet geconcentreerd bij grote debiteurenrelaties. De kredietrisico’s inzake de vorderingen op deelnemingen en de overige vorderingen worden eveneens gering geacht. Renterisico en kasstroomrisico Het renterisico is beperkt tot eventuele veranderingen in de marktwaarde van opgenomen en uitgegeven leningen. De leningen hebben een vaste rente tot het moment van renteconversie. Elke tranche kent gedurende de looptijd één moment van renteconversie. De leningen worden aangehouden tot het einde van de looptijd. Stichting ROC van Twente maakt geen gebruik van afgeleide financiële instrumenten om (tussentijdse) rentefluctuaties te beheersen. Prijsrisico Gezien het karakter van de instelling is het prijsrisico gering.
116
Niet in de balans opgenomen activa en verplichtingen • Het ROC van Twente heeft een terugkoopoptie eindigend op 01-08-2018 jegens STODT voor 2.336m2 BVO tegen een prijs van € 4 miljoen (locatie Gieterij 200 te Hengelo). Na deze datum heeft ROC van Twente een terugkoopverplichting indien STODT wenst te vervreemden. • Het ROC van Twente heeft zich garant gesteld jegens de Stichting Waarborgfonds BVE voor maximaal 2% van de jaarlijkse rijksbijdrage indien laatstgenoemde niet aan haar borgstellingsverplichtingen kan voldoen. • Als gevolg van de lease van personenauto’s bedraagt de contractuele verplichting ultimo balansdatum € 182 duizend, waarvan voor het jaar 2013 de verplichting €138 duizend bedraagt en de verplichting tussen 1 en 5 jaar bedraagt € 44 duizend. • Inzake de huur van 2 kantoorruimtes aan de Lansinkesweg 14 te Hengelo zijn aan Lansinkveste BV twee bankgaranties afgegeven ter waarde van circa € 10 duizend. • De meerjarige verplichtingen uit huurovereenkomsten worden hieronder toegelicht.
Meerjarige verplichtingen uit huurovereenkomsten
Aantal m2
Expiratiedatum
Schuttersveld 17, Enschede *
2150
31-jul-2013
M.H. Tromplaan 28, Enschede
1064
Verlengingstermijn
onbepaald
Huurlast (€) op jaarbasis
180.000
31-jul-2013
onbepaald
410.000
-
31-aug-2013
1 jaar
160.000
Collosseum 65, Enschede (Grolsch Veste)
3330
30-jun-2025
5 jaar
610.000
Piet Heinstraat 4, Enschede *
1782
30-jun-2014
5 jaar
180.000
Weth. Beversstraat 165, Enschede
4000
31-dec-2037
onbepaald
231.700
Drienerlolaan, Enschede (sportcomplex)
Parkweg 1, Hardenberg Industriestraat 15, Hengelo * Tuindorpstraat 61, Hengelo
96
30-nov-2013
1 jaar
8793
31-aug-2013
onbepaald
13.000 330.000
650
31-okt-2015
5 jaar
132.000
9815
30-nov-2013
2 jaar
150.000
31-okt-2013
1 jaar
150.000
725
31-aug-2019
5 jaar
28.000
Steenstraat 105, Oldenzaal *
422
31-jul-2014
1 jaar
60.000
Reggesingel 50/54, Rijssen
1402
31-jul-2016
5 jaar
165.000
Emmaweg, Hengelo (Hazemeijerterrein) Gieterij 200, Hengelo (Hijsch parkeerterrein) Mensinkweg 6, Nijverdal *
* overeenkomst opgezegd per expiratiedatum Fiscale eenheid ROC van Twente vormt samen met ROC van Twente Flex BV een fiscale eenheid voor de omzetbelasting. De omzetbelasting is in elk van de entiteiten opgenomen voor dat deel dat de desbetreffende vennootschap als zelfstandig belastingplichtige verschuldigd zou zijn, rekening houdend met voor de omzetbelasting geldende fiscale faciliteiten.
117
3
Baten
3.1.1
(in duizenden euro’s) Rijksbijdragen Rijksbijdrage sector BVE Rijksbijdrage OCW
3.1.2
Geoormerkte OCW subsidies Niet-geoormerkte OCW subsidies Overige subsidies OCW
3.1
3.2
Overige gemeentelijke bijdragen en subsidies 3.2.1
Gemeentelijke bijdragen en subsidies
3.3 3.3.2
Lesgelden Wettelijke cursusgelden sector BVE
3.4
Baten werk in opdracht van derden Contractonderwijs Inburgeringscontracten Contractonderwijs Overige
Begroting 2012 119.848
120.558 5.355 4.981
Overige overheidsbijdragen en -subsidies Gemeentelijke bijdragen educatie
3.4.1 3.4.3
2012 120.558
2011 109.803 119.848
4.320 4.365
109.803 6.933 4.621
10.336
8.685
11.554
130.894
128.533
121.357
2012
Begroting 2012
2011
4.963
4.423
5.923
157
542
358
5.120 2012 2.392 2.392
Begroting 2012
2012
Begroting 2012 4.460 1.041
2.977 1.044 4.021 5.116
4.965
6.281
2.392 2.392
2011 3.762 3.762 2011 7.407 2.160
5.501 3.729
5.116 9.137
9.567 4.674
3.729 9.230
4.674 14.241
Onder rubriek 3.4.3 is in 2012 een bedrag van € 3.177 duizend (2011: € 2.334 duizend) aan baten uit hoofde van subsidieprojecten begrepen, niet zijnde subsidies van het Ministerie van OCW. 3.5 3.5.1 3.5.2 3.5.5 3.5.6
118
Overige baten Verhuur Detachering personeel Ouderbijdragen Overige
2012 359 895 2.633 415 4.302
Begroting 2012 303 960 2.450 2.598 6.311
2011 346 1.247 2.648 3.719 7.960
4
Lasten
4.1.1
(in duizenden euro’s) Personeelslasten Brutolonen en salarissen Sociale lasten Pensioenpremies Lonen en salarissen
4.1.2
Dotaties personele voorzieningen Personeel niet in loondienst Overig Overige personele lasten
4.1.3
Af: Uitkeringen
4.1
2012 76.713 8.470 11.056
Begroting 2012 70.195 8.500 10.100
96.239 255 7.895 4.455
2011* 77.975 7.733 10.403 88.795
96.111
1.456 14.641 6.273 12.605 108.844 517 108.327
879 12.934 4.275 22.370 111.165
18.088 114.199 376 113.823
15
111.150
* aangepast voor vergelijkingsdoeleinden
Pensioenen
Personeelsbestand
verplichtingen volgens de grondslagen van DNB) van het fonds
Gedurende het boekjaar 2012 bedroeg het gemiddeld
De medewerkers van Stichting ROC van Twente hebben een
per balansdatum was 96%. Het minimum vereist eigen vermo-
aantal werknemers bij de groep 1.945 (2011: 2.010 mede-
pensioenregeling die is ondergebracht bij het ABP Pensi-
gen (dekkingsgraad) volgens DNB is 105%. Begin 2012 is het
werkers). Omgerekend naar fte’s (fulltime employees) zijn
oenfonds. Deze pensioenregeling betreft een voorwaardelijk
herstelplan van 26 maart 2009 van De Nederlandse Bank geëva-
in 2012 gemiddeld 1.562 fte’s in dienst (2011: 1.610 fte’s).
geïndexeerde middelloonregeling. Indexatie (aanpassing met
lueerd. Uit deze evaluatie is gebleken dat aanvullende maatrege-
Hiervan waren geen personen (2011: geen personen) werk-
prijsstijging) van de toegekende aanspraken en rechten vindt
len noodzakelijk zijn. Het betreft hier de volgende maatregelen:
zaam buiten Nederland. Deze personeelsomvang (gemid-
uitsluitend plaats indien en voor zover de middelen van het
- Het verlagen van de pensioenuitkeringen met 0,5 procent
deld aantal personen) is als volgt onder te verdelen naar
pensioenfonds daartoe ruimte laten en het pensioenfonds
verschillende personeelscategorieën:
daartoe heeft besloten. Indien de omstandigheden bij het
- Het hanteren van een herstelopslag bovenop de kosten-
pensioenfonds daar aanleiding toe geven, kan het bestuur
dekkende premie OP/NP van 3 procentpunt in 2012 en
besluiten tot het korten van aanspraken.
2013.
OP OBP Totaal
met ingang van april 2013.
2012
2011
Door de kredietcrisis en de dalende rente in het afgelopen jaar
In februari 2013 wordt door het pensioenfonds ABP voor 2014
1.354
1.397
bevindt het pensioenfonds zich per balansdatum 2012 in een
rekening gehouden met een aanvullende korting van 1,6% op
591
613
reservetekort. De dekkingsgraad (marktwaarde van de beleggin-
de uitkeringen als de dekkingsgraad eind 2013 niet tenminste
1.945
2.010
gen uitgedrukt in een percentage van de voorziening pensioen-
104,3% bedraagt.
119
4.2 4.2.2
Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa Materiële vaste activa 12.159
2012
Begroting 2012 12.150
12.159 4.3 4.3.1 4.3.2 4.3.3 4.3.4 4.3.5 4.3.6 4.3.7
Huisvestingslasten Huur Verzekeringen Onderhoud Energie en water Schoonmaakkosten Heffingen Overige
2012 3.746 198 1.519 1.966 2.278 689 883
12.150 Begroting 2012 3.471 179 1.201 2.093 2.028 688 399
11.279 4.4 4.4.1 4.4.2 4.4.3 4.4.4
Overige lasten Administratie- en beheerslasten Inventaris, apparatuur en leermiddelen Dotatie overige voorzieningen Overige
2012 8.873 4.807 27 777
Toelichting 4.4.1 specificatie accountantskosten 4.4.1.1 honorarium onderzoek jaarrekening 4.4.1.2 honorarium andere controleopdrachten 4.4.1.3 honorarium fiscale adviezen 4.4.1.4 honorarium andere niet-controle dienst
2011 4.049 195 1.202 1.997 2.101 618 934 10.059
Begroting 2012 9.449 4.329 30 660
11.096 2011
14.468
7.792 4.532 27 611
12.962 2011* 95 109
22 196
36 240
253
Financiële baten en lasten (in duizenden euro’s)
5.1 5.4
12.168
2012 95 79
* aangepast voor vergelijkingsdoeleinden 5
14.484
2011 12.168
Rentebaten Rentelasten
102 3.485
2012 -3.383
Begroting 2012 0 3.479
171
-3.479
3.709
2011 -3.538
Transactie met verbonden partijen Van transacties met verbonden partijen is sprake als er een relatie bestaat tussen de onderneming, haar deelnemingen en hun bestuurders en leidinggevende functionarissen. Er hebben zich geen transacties met verbonden partijen voorgedaan op niet-zakelijke grondslag.
120
A.1.5 Enkelvoudige balans per 31 december 2012 (na verwerking voorstel resultaatverdeling)
1
Activa (in duizenden euro’s) 2012
1.2 1.3
Vaste Activa Materiële vaste activa Financiële vaste activa
2011
146.574 6.338
153.455 6.617 152.912
160.072
Vlottende activa 1.5 1.7
Vorderingen Liquide middelen
4.835 23.080
6.809 13.801
Totaal activa
2
Passiva (in duizenden euro’s)
2.1 2.1
Eigen Vermogen Eigen Vermogen
2.3
Voorzieningen
2.4
Langlopende schulden
2.5
Kortlopende schulden
Totaal passiva
27.915
20.610
180.827
180.682
2012
2011
71.361
69.164 71.361
69.164
2.200
2.202
78.500
82.060
28.766
27.256
180.827
180.682
121
A1.6 Enkelvoudige staat van baten en lasten over 2012
(in duizenden euro’s) Aandeel in resultaat van maatschappijen waarin wordt deelgenomen Overig resultaat Nettoresultaat
122
2012
Begroting 2012
2011
-16
0
27
2.213
125
20
2.197
125
47
A1.7 Toelichting op de enkelvoudige jaarrekening 2012
Algemeen De enkelvoudige jaarrekening maakt deel uit van de geconsolideerde jaarrekening 2012 van de organisatie. Ten aanzien van de enkelvoudige staat van baten en lasten van de organisatie is gebruik gemaakt van de vrijstelling ingevolge artikel 2:402 BW. Voor zover posten uit de balans en staat van baten en lasten hierna niet nader zijn toegelicht, wordt verwezen naar de toelichting op de geconsolideerde balans en staat van baten en lasten. Grondslagen voor de waardering van activa en passiva en de resultaatbepaling De grondslagen voor de waardering van activa en passiva en de resultaatbepaling zijn gelijk aan die voor de geconsolideerde balans en staat van baten en lasten, met uitzondering van het volgende: Resultaat deelnemingen Het aandeel in het resultaat van organisaties waarin wordt deelgenomen is het aandeel van ROC van Twente in de resultaten van ROC van Twente Flex BV en Campus Business Center BV. Resultaten op transacties - waarbij overdracht van activa en passiva tussen ROC van Twente en deze deelnemingen en tussen deze deelnemingen onderling heeft plaatsgevonden - zijn niet verwerkt voor zover deze als niet gerealiseerd kunnen worden beschouwd.
123
1
Activa
1.3
Financiële vaste activa (in duizenden euro’s) Het verloop van de financiële vaste activa is als volgt weer te geven: 1.3.2 Andere deelnemingen
Stand per 1 januari 2012
1.3.4 Vorderingen op deelnemingen
1.3.5 Vorderingen op OCW
1.3.7 Overige vorderingen
Totaal
0
615
0
6.002
6.617
- investeringen en verstrekte leningen
-
1
-
-
1
- desinvesteringen en afgeloste leningen
-
54
-
210
264
-
-
-
0
Mutaties:
- waardeverminderingen - resultaat deelnemingen
-16
-
-
-
-16
- overboeking negatieve deelnemingswaarde
16
-16
-
-
0
0
546
0
5.792
6.338
Stand per 31 december 2012
Toelichting 1.3.2 De (negatieve) deelnemingswaarde van ROC van Twente Flex BV en Campus Business Center BV zijn in mindering gebracht op de leningen en vorderingen van resp. ROC van Twente Flex BV en Campus Business Center BV, welke in de post vorderingen op deelnemingen (1.3.4) wordt verantwoord. Toelichting 1.3.4 De post vorderingen op deelnemingen betreft onder andere een lening verstrekt aan Campus Business Center BV met een hoofdsom van €170 duizend verstrekt in 2004 en €160 duizend in 2006. De oorspronkelijke looptijd bedroeg 5 jaar. Het rentepercentage bedraagt een 3 maands Euribor + 1,5%. In 2010 is een achtergestelde lening verstrekt ad €57,5 duizend (bijstorting door aandeelhouders naar rato deelneming in de BV). Het rente percentage bedraagt eveneens een 3 maands Euribor + 1,5%. De totale vordering uit hoofde van niet ontvangen rente bedraagt per 1 januari 2012 €78,5 duizend; met ingang van 1 januari 2012 wordt een rentevergoeding over de uitstaande vordering uit hoofde van niet-ontvangen rente berekend. Verder is in 2010 een geldlening verstrekt ad €189 duizend welke preferent is ten opzichte van de bestaande en toekomstige vorderingen van de huisbankier van de vennootschap binnen Campus Business Center BV. Het rentepercentage bedraagt eveneens een 3 maands Euribor + 1,5%. Aflossing vindt plaats indien de exploitatie van Campus Business Center BV dit toelaat. Een en ander ter beoordeling door de A v A. In 2012 heeft geen aflossing plaatsgevonden. Het 20% belang in Campus Business Center BV bedraagt per 1 januari 2012 € 189 duizend negatief.
124
Het verloop in 2012 is als volgt:
(in duizenden euro’s) Campus Business Center BV
ROC van Twente Flex BV
Totaal
Stand per 1 januari 2012 - vordering uit hoofde van verstrekte leningen
655
- vordering uit hoofde van rek. courant verhouding
152
- waarde deelneming
-189
-3
Saldo 01-01-2012
466
149
615
mutaties in 2012 - rente toevoeging
13
- mutaties rek.courant verhouding - resultaat deelneming
-66 -16
0
-3
-66
-69
Stand per 31 december 2012 -vordering uit hoofde van verstrekte leningen
668
- vordering uit hoofde van rek courant verhouding - waarde deelneming Saldo 31-12-2012
86 -205
-3
463
83
546
125
Overzicht verbonden partijen Meerderheidsdeelneming (BV of NV) Naam
(in duizenden euro’s) ROC van Twente Flex
Naam
Juridische vorm
Statutaire zetel
BV
Hengelo
Code activiteiten
4
Juridische vorm
ROC van Twente Flex
BV
Eigen vermogen 31-12-2012
Resultaat 2012
-3 -3
Verklaring art. 2:403 BW
0 0
Nee
Omschrijving doelstelling
Deelname %
100%
Consolidatie
100%
Samenstelling van bestuur en directie
Het verlenen van personeelsdiensten, waaronder arbeidsbemiddeling, reïntegratie, her-, om- en bijscholing
ROC van Twente
Beslissende zeggenschap (stichting of vereniging) Naam
Juridische vorm
Statutaire zetel
Code activiteiten
Eigen vermogen 31-12-2012
Resultaat 2012
Verklaring art. 2:403 BW
Deelname %
Consolidatie
Arbeid, Training en Scholing ROC van Twente
Stg.
Hengelo
1
0
0
Nee
100%
Nee*
Ethiek in Beroepsonderwijs en Volwasseneducatie
Stg.
Hengelo
4
0
0
Nee
100%
Nee**
* Deze stichting stond in voorgaande jaren vermeld als Twente Plus ATS; in de geconsolideerde jaarrekening zijn geen gegevens opgenomen aangezien haar betekenis te verwaarlozen is voor het geheel. (artikel 2:407 lid 1 BW) ** de omvang zeggenschap ROC van Twente in deze stichting is in de loop van 2011 gewijzigd naar 100%; de stichting is momenteel in ruste. Overige verbonden partijen (minderheidsbelang en geen beslissende zeggenschap)
126
Naam
Juridische vorm
Statutaire zetel
Code activiteiten
Techno Centrum Twente Campus Business Center Prove2move Centraal Instituut voor Verpleegkundige Vervolgopleidingen
Stg. BV Coöp U.A. Coöp U.A.
Almelo Hengelo Hengelo Hengelo
4 4 4 4
Omvang zeggenschap ROC van Twente 1 van ca. 10 bestuursleden 20% van nominaal aandelen kapitaal 1 van 3 bestuursleden 1 van 3 bestuursleden
Code activiteiten 1 = contractonderwijs 2 = contractonderzoek 3 = onroerende zaken 4 = overig
Vlottende Activa 1.5
Vorderingen (in duizenden euro’s) 2012
2011
1.5.1
Debiteuren
3.851
5.089
1.5.2
OCW/LNV
0
0
Personeel
1.5.7
14
51
Omzetbelasting
3
0
Overige
9
518
Overige vorderingen Vooruitbetaalde kosten Overige
1.5.8
Overlopende activa
1.5.9
Af: voorzieningen wegens oninbaarheid
26
569
1.012
780
166
604 1.178
1.384
220
233
4.835
6.809
In de vorderingen is geen bedrag langer dan 1 jaar begrepen 1.7
Liquide middelen (in duizenden euro’s) 2012
1.7.1
Kasmiddelen
1.7.2
Tegoeden op bank- en girorekeningen
2011 17
8
23.063
13.793
23.080
13.801
Alle liquide middelen zijn direct opvraagbaar; de rentevergoeding is gebaseerd op eonia fixing.
Eonia fixing (european overnight index average) is het eendaags-renteniveau voor het eurogebied.
127
2
Passiva
2.1
Eigen Vermogen (in duizenden euro’s) Stand per 1 januari 2012
2.1.1
Algemene reserve Algemene reserve
Resultaat
66.366
2.069
Overige mutaties
Stand per 31 december 2012 -
68.435
66.366 2.1.3
Bestemmingsreserve (privaat) Bestemmingsreserve
2.798
68.435
128
-
2.798
Totaal eigen vermogen
69.164
2.926 2.926
2.197
0
71.361
Toelichting 2.1 Het eigen vermogen van ROC van Twente bestaat uit de algemene reserve en de bestemmingsreserve privaat. Het eigen vermogen dient als buffer voor het opvangen van tegenvallers in de exploitatie en vervult tevens een rol in de financiering van de instelling. Vanwege deze functies dient het eigen vermogen een bepaalde minimum omvang te hebben, die afhankelijk is van het risicoprofiel van ROC van Twente. In 2009 heeft een segmentatie plaatsgevonden van het eigen vermogen in een publiek deel en een privaat deel. Als private activiteiten worden alle contractactiviteiten door ons aangemerkt die worden bekostigd uit private middelen. Hieronder vallen contracten met bedrijven, zorginstellingen, particulieren, etc. Voor het jaar 2012 resulteert dit in een toewijzing van 128 duizend aan de private bestemmingsreserve. Activiteiten die door landelijke, provinciale of locale overheden worden bekostigd worden aangemerkt als publiek. De activiteiten binnen Educatie wordt in lijn hiermee tot onze publieke activiteiten gerekend.
128
2.5
Kortlopende schulden (in duizenden euro’s)
2.5.1 2.5.2 2.5.3
Kredietinstellingen Vooruitgefactureerde en ontvangen termijnen OHW Crediteuren
2.5.7 2.5.8
Loonheffing Omzetbelasting Premies sociale verzekeringen Belastingen en premies sociale verzekeringen Schulden terzake van pensioenen
2.5.9
Overige Overige kortlopende schulden
2.5.10
Vooruitontvangen college- en lesgelden Vooruitontvangen subsidies OCW/LNV geoormerkt Vooruitontvangen subsidies OCW/LNV niet-geoormerkt Rekening-courant, stagefondsen, boekenfondsen e.d. Vakantiegeld- en dagen Accountants- en administratiekosten Rente Overige De overlopende passiva
2012 3.560 3.186 2.574 3.647
2011* 3.560 4.276 1.793 3.536 490 873
1.049 4.696 1.387 611
4.899 1.297 621
611 1.111 2.424 2.513 304 3.075 65 1.608 1.652
621 1.315 1.646 1.540 261 3.039 72 1.738 1.199
12.752 28.766
10.810 27.256
* Aangepast voor vergelijkingsdoeleinden. Onder de kortlopende schulden zijn geen schulden opgenomen met een looptijd langer dan 1 jaar.
129
A1.8 Bezoldiging van bestuurders en toezichthouders
Is er een bezoldiging van de bestuurders? ja Is er een bezoldiging van de toezichthouders? ja Duur arbeidsovereenkomst
Bestuurders H. Schutte G. van Sunder
vanaf 1-01-12 1-01-12
tot 1-09-12 31-12-12
Ingangsdatum dienstverband
1-01-08 1-09-09
Taakomvang
Dienstbetrekking (D) of op Interim basis (I)
Periodiek betaalde beloningen*
Bonus betalingen / gratificatie
Ontv. pensioen bijdragen/ bel. betaalbaar op term
Uitk. wegens beëindiging v/h dienstverband
FTE 1,0 FTE 1,0 FTE
D of I D D
in euro’s 2012 113.184 139.658
in euro’s 2012 nihil nihil
in euro’s 2012 16.837 20.628
in euro’s 2012 -
Totaal
130.021 160.287
* Het College van Bestuur heeft de beschikking over een door de werkgever beschikbaar gestelde auto; het leasebedrag is in de beloning verwerkt. De heer Schutte is uit dienst getreden per 1 september 2012. De heer van Sunder heeft per 15 juli 2012 zijn taken als bestuurder neergelegd en is einde boekjaar formeel uit dienst getreden.
Toezichthouders ** H. Zijderveldt W.Briggeman P. van Buuren H. Geerdink J.Mos I.Harmelink G.Stemerding W.Toering-Keen
1-01-12 1-01-12 1-01-12 1-01-12 1-01-12 1-01-12 1-01-12 1-01-12
31-12-12 31-12-12 31-12-12 31-12-12 31-12-12 31-12-12 31-12-12 31-12-12
7.150 5.500 5.500 5.500 5.500 5.500 5.500 917
** Bovenstaande bedragen komen ten laste van het boekjaar 2012. De toelichting inzake de WOPT op basis van Model F is achterwege gelaten, omdat geen der bestuurders en medewerkers over 2012 de WOPT-grens van eur 194.000 heeft overschreden.Er zijn geen personen waarvoor over het jaar 2012 crisisheffing verschuldigd is.
130
Vaststelling jaarrekening
Datum vaststelling jaarrekening
Hengelo, 17 juni 2013
voorzitter College van Bestuur
drs J.H. van der Vegt MPM
lid College van Bestuur
drs H.W. Meijerink RA
voorzitter Raad van Toezicht
mw. drs. W.M. van Ingen
131
Begroting geconsolideerde staat van baten en lasten over 2013
Begroting 2013 3
(in duizenden euro’s) Baten
3.1 3.2 3.3 3.4
Rijksbijdragen Gemeentelijke vergoedingen Omzet contracten Overige baten
134.948 2.742 3.991 5.775
Totaal baten 4
Lasten
4.1 4.2 4.3 4.4
Personele lasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige lasten
147.456
106.908 12.433 9.951 14.613
Totaal lasten
143.905
Saldo baten en lasten 5
Financiële baten en lasten
6 7
Resultaat Belastingen Resultaat deelnemingen Nettoresultaat
132
3.551 -3.300 251 0
0
0
251
Overige gegevens 133
134
Statutaire bepalingen inzake resultaatbestemming
Ingevolge de Wet educatie en beroepsonderwijs wordt het resultaat van het verslagjaar verrekend met de reserve van ROC van Twente. Het ROC van Twente heeft over het verslagjaar 2012 een positief resultaat behaald van € 2.197 miljoen. Hiervan wordt € 128 duizend, zijnde het positieve resultaat uit private activiteiten ten gunste van de bestemmingsreserve Privaat gebracht. Het verschil van € 2.069 miljoen wordt ten gunste gebracht van de Algemene reserve. Dit voorstel is reeds in de jaarrekening verwerkt.
Contactgegevens
Naam rechtspersoon
Stichting ROC van Twente
Postadres rechtspersoon
Postbus 636 7550 AP Hengelo
Bezoekadres rechtspersoon
Gieterij 200 7553 VZ Hengelo
Telefoon
074-8525000
Fax
074-8525010
Internetsite
www.rocvantwente.nl
E-mailadres
[email protected]
Bestuursnummer
41462
Brinnummer
27YU
KvK
08126099
Naam contactpersoon
Drs. D. P .E. van Zijl RA
Accountantskantoor
KPMG Accountants NV
Adres accountantskantoor
Postbus 574 7500 AN Enschede
Telefoon
053-483 25 25
135
Lijst van afkortingen 136
AKA Arbeidsmarkt Gekwalificeerd Assistent AOB Algemene Onderwijsbond AOC Agrarische Opleidingscentra AOP Assisterend Onderwijzend Personeel ASS Autistisch Spectrum Stoornis BBL Beroepsbegeleidende Leerweg BBN Branchepromotie Beroepsonderwijs Nederland BIO Beroepen in het Onderwijs BOL Beroepsopleidende Leerweg BPV Beroepspraktijkvorming BVE Beroepsonderwijs en Volwasseneneducatie CAO Collectieve Arbeidsovereenkomst CE Certificeerbare Eenheid CGO Competentiegericht Onderwijs CITO Centraal Instituut voor Toetsontwikkeling CIVO Centraal Instituut voor Verpleegkundig vervolg Onderwijs CREBO Centraal Register Erkende BeroepsOpleidingen CVE Commissie van de Eindexamens DUO Dienst Uitvoering Onderwijs EBC*L European Business Competence* Licence ELO Elektronische Leeromgeving EVC Erkenning Verworven Competenties FTE Fulltime Equivalent GDW Gezondheidszorg, Dienstverlening en Welzijn HBO Hoger Beroepsonderwijs HRM Human Resource Management ICT Informatie- en communicatietechnologie IVA Inkomensvoorziening Volledig Arbeidsongeschikten JIT Just in Time JOB Jongeren Organisatie Beroepsonderwijs KCH Kennis Centrum Handel LGF Leerlinggebonden Financiering MBO Middelbaar Beroepsonderwijs MR Medezeggenschapsraad MTO Medewerkers Tevredenheid Onderzoek
OBP OCW OLC OP OPDC OR OSG OVM PASS POWI PROO RI&E RMC ROC ROZ SIB SLB SOVA TSE TTOA V(S)O VAVO VBPV VMBO VO VOG VP VSV WAO WEB WGA WW ZAT ZZP
Ondersteunend Beheerspersoneel Onderwijs, Cultuur & Wetenschap Open Leercentrum Onderwijzend Personeel OrthoPedagogisch en Didactisch Centrum Ondernemingsraad Onderwijs Service Groep Overdrachtsformulier Project Autistisch Spectrum Stoornis Platform Onderwijs, Werk en Inkomen Programma Raad Onderwijs Onderzoek Risico Inventarisaties en Evaluaties Regionale Meld- en coördinatiefunctie Regionaal Opleidingen Centrum Regionale Organisatie Zelfstandigen Stichting Innovatie Beroepsonderwijs StudieLoopbaanBegeleiding Sociale Vaardigheden Twente School of Education Twente Taskforce Technologie Onderwijs Arbeidsmarkt Voortgezet (Speciaal) Onderwijs Voortgezet Algemeen VolwassenenOnderwijs Voorbereiding op de Beroepspraktijkvorming Voorbereidend Middelbaar Beroepsonderwijs Voortgezet Onderwijs Verklaring Omtrent Gedrag Verpleegkunde Voortijdig School Verlaters Wet Arbeidsongeschiktheid Wet Educatie en Beroepsonderwijs Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten Werkloosheidswet Zorg- en Adviesteams Zelfstandige Zonder Personeel
137
138
139
140