NAZORGFONDS GESLOTEN STORTPLAATSEN
JAARVERSLAG 2008
Fonds Nazorg Gesloten Stortplaatsen
Jaarstukken 2008
Aldus vastgesteld door het Algemeen bestuur d.d. 14 juli 2009
Voorzitter,
Secretaris,
Mw. J.R.H. Maij-Weggen
drs. W.G.H.M. Rutten
Provincie Noord-Brabant
Jaarstukken 2007
2
Inhoudsopgave 1
Jaarverslag 2008 1.1 Samenvatting 1.2 Algemene uitgangspunten 1.3 Uitvoering en organisatie 1.4 Heffing en invordering 1.5 Vermogensbeheer 1.6 Beheerskosten
3 3 4 7 8 9 12
2
Jaarrekening 2008 2.1 Balans per 31 december 2008 2.2 Rekening van baten en lasten over 2007
13 13 14
3
Toelichting op de jaarrekening 2008 3.1 Toelichting algemeen 3.2 Toelichting op de balans 3.3 Toelichting op de rekening van Baten en Lasten
15 15 16 18
4
Accountantsverklaring
23
5
Bijlagen 5.1 Bijlage 1: overzicht transitoria per 31-12-2008 5.2 Bijlage 2: Overzicht historie resultaten Nazorgfonds
25 25 26
Inhoudsopgave
1
Jaarstukken 2007
2
1 Jaarverslag 2008 1.1 Samenvatting Hierbij bieden wij het jaarverslag van het Fonds nazorg gesloten stortplaatsen provincie Noord-Brabant aan. In 2008 is er hevige onrust op de financiële markten ontstaan. Door de negatieve ontwikkelingen op de aandelenbeurzen dreigde de waarde van de beleggingen in aandelen van het Nazorgfonds uit te komen onder het in het beleggingsstatuut toegestane niveau. Het strikt vasthouden aan de richtlijnen in het beleggingsstatuut betekent echter dat een deel van de vastrentende waarden verkocht zou moeten worden om aansluitend aandelen te kunnen bijkopen. Dit bracht het risico van nog grotere waardedaling met zich mee. Er heeft in 2008 geen overschrijding van de strategische richtlijnen plaatsgevonden. De marktwaarde van de beleggingsportefeuille (effecten) bedroeg eind 2008 € 82,1 mln exclusief liquide middelen, waarvan € 66,7 mln belegd door AZL en € 15,4 mln belegd door Aegon. Inclusief liquide middelen bedroeg de marktwaarde van de portefeuille € 82,5 mln. In 2008 heeft het Nazorgfonds Provincie Noord-Brabant een negatief resultaat behaald van -€ 17,8 mln. De waarde van de reserve nazorg gesloten stortplaasten van het Fonds bedroeg ultimo 2008 € 82,7 mln. De heffingsopbrengsten en het netto resultaat vermogensbeheer worden in deze reserve verantwoord. Uitgaande van een gelijkmatige verdeling van de cashflows werd over 2008 op het totaalvermogen van het Nazorgfonds een rendement behaald van -17,8% (benchmark: -20,1%). AZL behaalde een rendement van -17,7% op haar portefeuille en Aegon -17,9% 1. Het rendement van vastrentende waarden bedroeg over 2008 10,0% (benchmark: 9,4%), de aandelen behaalden een performance van -42,4% (benchmark: -43,3%) en onroerend goed -48,1% (benchmark: - 44,0%)2 . Vanaf de start van het fonds medio 2000 kan het gewogen gemiddelde jaarlijks rendement worden berekend op 2,2% (2007: 6,9%), hetgeen fors minder is dan het begrote rendement van 6,85%. In bijlage 2 van de jaarrekening wordt een historisch overzicht gegeven van de resultaten van het Nazorgfonds. Op initiatief van het Dagelijks bestuur is in de vergadering van de Bestuursraad van mei 2008 aan de orde geweest of het vermogensdeel in het Nazorgfonds van een stortplaats die over korte tijd dichtgaat niet minder risicovol zou moeten worden belegd dan dat van stortplaatsen die nog langere tijd openblijven. Er is dan sprake van een differentiatie in het beleggen. Voorgesteld werd om rekening te houden met de wens van een deel van de Bestuursraad om invulling te geven aan een gedifferentieerd beleggingsbeleid. De implementatie ervan is door het Dagelijks bestuur ter hand genomen. De wens tot gedifferentieerd beleggen en de ontwikkelingen op de financiële markten hebben aanleiding gegeven het beleggingsstatuut kritisch te
De door ons gehanteerde cijfers kunnen afwijken van de performance volgens de vermogensbeheerders door een andere wijze van performanceberekening. 2 De cijfers met betrekking tot de behaalde performances van de verschillende beleggingscategoriën en de bijbehorende benchmarks zijn overgenomen uit de 4e kwartaalrapportage 2008 van AZL. 1
Jaarstukken 2008
3
evalueren en met name de verhouding risico en rendement. Aan de uitvoering van deze wens zal in de eerste helft van 2009 invulling worden gegeven.
1.2 Algemene uitgangspunten Wettelijk en bestuurlijk kader Op 1 april 1998 is de Nazorgregeling wet milieubeheer in werking getreden. Deze wet legt de verantwoordelijkheid voor de eeuwigdurende nazorg van de in de provincie gelegen stortplaatsen, waar na 1 september 1996 afvalstoffen zijn of worden gestort, bij de provincie. Doel van de wetgever is te voorzien in een zodanig beheer van stortplaatsen dat nu en in de toekomst de grootst mogelijke bescherming tegen nadelige gevolgen voor het milieu wordt geboden. Om hiervoor de benodigde financiële middelen aan te trekken, hebben Provinciale Staten op grond van artikel 15.46 van de Wet milieubeheer bij verordening een heffing ingesteld. In artikel 15.47 van de wet is vastgelegd dat Gedeputeerde Staten voor hun provincie een fonds oprichten, bestemd voor de in artikel 8.49 bedoelde nazorg van gesloten stortplaatsen. Op 22 februari 2000 heeft het college van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant het Fonds nazorg gesloten stortplaatsen opgericht en het reglement Fonds nazorg gesloten stortplaatsen vastgesteld. Het fonds is van rechtswege een rechtspersoon en kent een reglement en beleggingsstatuut. Met dit fonds beoogt de wetgever een tweeledig doel: • Het zeker stellen dat de verkregen middelen alleen voor nazorg worden bestemd; • Er voldoende kapitaal wordt opgebouwd om eeuwigdurende nazorg te kunnen bekostigen. Het Fonds wordt enerzijds gevoed door de opbrengsten van de nazorgheffing en anderzijds door de te behalen rendementen. In het Fonds worden de opbrengsten van de nazorgheffing gestort, die door de provincie zijn geïnd. Het Fonds ontvangt jaarlijks de opbrengsten van de nazorgheffing. Uitgaven van het Fonds bestaan uit de kosten die gemaakt worden voor de nazorg van gesloten stortplaatsen en de bijdragen aan de provincie Noord-Brabant voor de (beheers)kosten die door de provincie gemaakt worden in het kader van de nazorg van stortplaatsen. Conform artikelen 11 en 13 van het reglement wordt er jaarlijks een begroting en jaarverslag/jaarrekening opgesteld. De jaarstukken zijn openbaar en moeten voorzien zijn van een accountantsverklaring. De betrokken negen stortplaatsen zijn nog niet gesloten verklaard als bedoeld in artikel 8.47 lid 3 van de Wet milieubeheer. In 2009 start het proces van eindinspectie en sluitingsverklaring voor de stortplaats Dintelsas. Vervolgens zullen de stortplaatsen Meerendonk, Zevenbergen, Nyrstar Budel B.V. (voorheen Zinifex Budel), Gulbergen en Vlagheide in de nazorgfase komen. Op de stortplaatsen De Kragge, Spinder en Haps kan nog zeker tot circa 2025 afval worden gestort. De provincie wordt financieel verantwoordelijk voor de nazorg, nadat voor de stortplaats een sluitingsverklaring door de provincie is afgegeven. Op dat moment moet het doelvermogen aanwezig zijn.
Jaarstukken 2008
4
Wettelijke regelingen Met ingang van 1 januari 2003 is de Wet op het BTW-compensatiefonds in werking getreden. De staatssecretaris van Financiën heeft toegezegd dat de provincies alle BTW over de geleverde nazorg uit het BTW-compensatiefonds zonder korting op het provinciefonds terugkrijgen. Op grond van de Wet financiering decentrale overheden (fido) is onder meer bepaald (in de Regeling uitzettingen en derivaten) dat door decentrale overheden niet in aandelen mag worden belegd. Aangezien de portefeuillebenadering van de nazorgfondsen, gezien de lange termijn doelstelling, past binnen het in de Wet fido gehanteerde uitgangspunt van prudent beheer is door de minister van Financiën besloten voor nazorgfondsen een apart regime toe te staan. Nazorgfondsen mogen binnen vastgestelde kaders een deel van de gelden uitzetten in de vorm van beleggingen in aandelen. Het jaarverslag 2008 van het Nazorgfonds gesloten stortplaatsen provincie NoordBrabant is opgesteld volgens het burgerlijk wetboek (BW 2 Titel 9). Omdat het fonds een apart publiekrechtelijke rechtspersoon is valt het niet onder het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV). Verordening Nazorgheffing Noord-Brabant en vaststellen IPO-rekenmodel RINAS De Nazorgregeling wet milieubeheer bevat de bepaling dat Provinciale Staten een heffing instellen ter bestrijding van de kosten van de benodigde nazorgmaatregelen op stortplaatsen. Deze nazorgheffing wordt bij belastingverordening opgelegd aan de stortplaatsexploitanten. Op 5 februari 1999 heeft Provinciale Staten de Verordening nazorgheffing Noord-Brabant vastgesteld. Bij de voorbereiding van de Nazorgregeling wet milieubeheer is in IPO-verband toegezegd het nazorgrekenmodel periodiek te actualiseren. In de afgelopen jaren zijn door IPO verschillende technische onderzoeken begeleid. Voor de risico-reservering is een risicomodel ontwikkeld. Ook is het rekenmodel waarmee het doelvermogen wordt uitgerekend, vernieuwd in het Rekenmodel IPO nazorgkosten stortplaatsen (RINAS). In het nieuwe IPO-rekenmodel zijn beide checklists voor de beoordeling van nazorgplannen verwerkt en is aldus beschikbaar voor alle categorieën stortplaatsen (‘droge’ stortplaatsen en baggerdepots). Het model is door een accountant gevalideerd. Om de actuele technische ontwikkelingen en inzichten in de nazorgplannen en de nazorgheffingen te verwerken zijn de checklisten en het RINAS-model als toetsingskaders door de provincie in 2004 vastgesteld en hebben Provinciale Staten hiertoe de verordening herzien. Voor de locaties Haps en Vlagheide zijn de nazorgplannen en de voorlopige aanslagen herzien. In IPO-verband is inmiddels gestart met de 2e periodieke actualisering van het Rekenmodel. Deze actualisatie zal in 2009 worden afgerond en door de provincie worden vastgesteld en zal de verordening door Provinciale Staten worden herzien.
Jaarstukken 2008
5
Evaluatie van de wettelijke nazorgregeling stortplaatsen De Evaluatiecommissie nazorgregeling heeft in 2002 haar rapportage afgerond. Deze commissie is ingesteld door de minister van VROM om te evalueren hoe aan de Wet milieubeheer voor de nazorgregeling uitvoering is gegeven. De Evaluatiecommissie heeft vooral gekeken naar de wijze waarop de organisatie en de financiering van de nazorgregeling is uitgewerkt. In het rapport worden ten aanzien van de organisatie, de financiering, de milieutechniek en overige punten aanbevelingen geformuleerd. Het standpunt van de Evaluatiecommissie evenals de reactie van 22 maart 2002 van de minister van VROM aan de Tweede Kamer is bijgevoegd bij het jaarverslag 2002. Wijziging van de Nazorgheffing wet milieubeer overeenkomstig de aanbevelingen heeft niet plaats gehad. Bij brief van 12 december 2006 hebben Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant de staatssecretaris van milieu van het Ministerie van VROM verzocht de toegezegde wijzigingen in de wetgeving door te voeren. In dit verband is specifiek aandacht gevraagd voor het aan de exploitanten kunnen teruggeven van eventuele toekomstige overschotten in het nazorgfonds. Gedeputeerde Staten hebben 7 november 2007 de minister een rappelbrief gestuurd waarin nogmaals wordt verzocht teruggave wettelijk mogelijk te maken. Op 20 december 2007 heeft de minister hierop geantwoord dat teruggave van overschotten aan de exploitant in de nazorgfase niet aan de orde is. De exploitant zou dan na de overdracht ook kunnen worden aangesproken op structurele tekorten en dat is niet de bedoeling geweest van het oprichten van een Nazorgfonds. In 2008 is dit nadrukkelijk onder de aandacht gebracht van de Bestuursraad. Gelet op het ontbreken van draagvlak bij andere provincies is besloten hier geen vervolg aan te geven. Dit is ook meegedeeld aan de Bestuursraad. RisicoÊs De provincie draagt het financiële risico indien na sluiting van de stortplaats in het Fonds onvoldoende vermogen aanwezig is om de eeuwigdurende nazorg te kunnen bekostigen. De risico’s zijn tot het moment van sluiting van de stortplaatsen voor rekening van de exploitanten. Het gaat om de volgende provinciale risico's: • exploitanten die de nazorgheffingen van hun eigen stortplaats niet kunnen opbrengen; • te weinig rendement op het belegd vermogen, na sluiting; • financiële gevolgen ten gevolge van calamiteiten door bijv. aardbevingen, overstromingen of het neerstorten van vliegtuigen; • het hoger uitvallen van de kosten van nazorg door niet voorziene prijsstijgingen van de te nemen nazorgmaatregelen en niet voorziene aanvullende maatregelen; • de mogelijkheid dat de provincie aansprakelijk wordt gesteld voor schade aan derden door/als gevolg van de stortplaats; • het voortijdig falen van aangebrachte voorzieningen. Daarnaast kunnen de kosten positief worden beïnvloed door technische ontwikkelingen in de toekomst.
Jaarstukken 2008
6
1.3 Uitvoering en organisatie Het bestuur van het Nazorgfonds bestaat uit een Algemeen bestuur, gevormd door het college van Gedeputeerde Staten en een Dagelijks bestuur, bestaande uit de gedeputeerde voor financiën en de gedeputeerde die belast is met de nazorg. Als secretaris van het Dagelijks bestuur treedt een door het Algemeen bestuur aangewezen financieel medewerker van de provincie op. Het bestuur bestaat verder nog uit een Bestuursraad, die gevormd wordt door vertegenwoordigers van de stortplaatsen. De Bestuursraad heeft een adviserende rol en wordt vooraf over bepaalde zaken gehoord. In het jaar 2008 werd het bestuur van het Nazorgfonds vertegenwoordigd door onderstaande personen. Algemeen bestuur College van Gedeputeerde Staten Provincie Noord-Brabant Dagelijks bestuur A.M. Essed, voorzitter O. Hoes M.A.P.M. Spijkers, secretaris Bestuursraad J.H.C. Klaassen P. Hooijveld F. Föllings M.J. Willems L. Pauli H. Opsteegh J.A.M. Vos B.P. Meinema R.L. Beijnen, secretaris tot oktober Mw. M.D.G. Jochemsen, secretaris vanaf oktober
Provincie Noord-Brabant, portefeuillehouder Bestuur en Middelen Provincie Noord-Brabant, portefeuillehouder Ecologie Provincie Noord-Brabant, directie Middelen
Nyrstar Budel BV Regionaal Milieubedrijf Brabant Noord-Oost Essent Milieu BV Mileu & Afval Regio Breda Gemeente 's-Hertogenbosch Stadsgewest 's-Hertogenbosch Waterschap Brabantse Delta Samenwerkingsverband Regio Eindhoven Provincie Noord-Brabant, directie Ecologie Provincie Noord-Brabant, directie Ecologie
Het Dagelijks bestuur draagt o.a. zorg voor de voorbereiding van de door het Algemeen bestuur te nemen besluiten, zoals het vaststellen van de begroting, begrotingswijzigingen, jaarrekening, jaarverslag en wijzigingen van het beleggingsstatuut. Het Dagelijks bestuur hoort voorafgaand aan de besluitvorming in het Algemeen bestuur (=GS) de Bestuursraad. Het Dagelijks bestuur heeft in 2008 vijf maal vergaderd. Buiten de reguliere onderwerpen van jaarrekening 2007 en de begroting 2009 zijn de volgende onderwerpen aan de orde geweest in het Dagelijks bestuur: • vermogensbeheer over het 4e kwartaal 2007 en het 1e t/m 3e kwartaal 2008 • kosten vermogensbeheerders • gedifferentieerd beleggen • invloed financiële crisis op het Nazorgfonds De Bestuursraad heeft in mei en november vergaderd. In deze vergaderingen hebben de vermogensbeheerders het gevoerde beleid en de behaalde resultaten toegelicht. In Jaarstukken 2008
7
de vergadering van november heeft de Bstuursraad de vermogensbeheerders kritisch bevraagd over het gevoerde beleid. Het jaarverslag 2007 is in de vergadering van het Algemeen bestuur in mei vastgesteld. De begroting 2009 en meerjarenbegroting 20092012 zijn in de vergadering van het Algemeen bestuur in december vastgesteld. De leden van de Bestuursraad ontvangen periodiek de kwartaalrapportages van de vermogensbeheerders, alsmede de periodieke toets op duurzaamheid over het 1e tot en met het 3e kwartaal. Voor de verdere implementatie van de Nazorgregeling en het onderhouden en beheren van het IPO nazorgrekenmodel, verordening, heffing en invordering, nazorgplannen en Nazorgfonds is binnen het provinciaal ambtelijk apparaat een coördinerende projectorganisatie ingesteld. Vanuit de provinciale directies Middelen en Ecologie, wordt via de projectorganisatie nazorg stortplaatsen uitvoering gegeven aan de Nazorgregeling alsmede het monitoringsonderzoek van de voormalige stortplaatsen en de herontwikkeling van gesloten stortplaatsen. De taken van de directie Ecologie bestaan o.a. uit het actualiseren en beheren van het IPO-nazorgrekenmodel, het beoordelen van de nazorgplannen en het opmaken van aanslagen. De directie Middelen verzorgt o.a. het opstellen van de begroting, begrotingswijzigingen, jaarrekening, tussentijdse verantwoording, financiële administratie, contacten met vermogensbeheerders, periodieke evaluatie van de vermogensbeheerders en betalingsregelingen. Voor de komende jaren zal het Nazorgfonds de volgende zaken oppakken: • vastleggen administratieve organisatie rondom het Nazorgfonds, ten behoeve van de periode na sluiting; • evaluatie en aanpassing beleggingsstatuut. Voor de provincie staan de volgende zaken op de rol: • opstellen liquiditeitenplanning; • herzien voorlopige aanslagen op grond van goedgekeurde nazorgplannen; • regelen financiële zekerheden, aanpassen/herzien betalingsregelingen; • voorbereiden van de eerste sluitingsverklaring Dintelsas; • voorbereiden uitvoeringsorganisatie met betrekking tot gaan en doen uitvoeren van nazorgwerkzaamheden.
1.4 Heffing en invordering Met inachtneming van de ‘Verordening nazorgheffing stortplaatsen Noord Brabant’ en de ‘Beleidsregels nazorgheffing stortplaatsen’ wordt aan de exploitanten van de negen stortplaatsen een heffing opgelegd op basis waarvan in de toekomst de nazorg kan worden betaald. Het bedrag van de heffing is zodanig vastgesteld, dat uit de opbrengst van de heffing en de daarover verkregen rentebaten en beleggingsopbrengsten de kosten kunnen worden bestreden die gemoeid zullen zijn met de uitvoering van de in artikel 8.49 van de Wet milieubeheer bedoelde nazorg. Als basis hiervoor dient het huidige IPO-rekenmodel.
Jaarstukken 2008
8
Tot het moment van sluiting van een stortplaats worden er voorlopige aanslagen opgelegd. Bij de sluiting volgt de definitieve aanslag. Het doelvermogen dat nodig is om eeuwigdurend de nazorg te kunnen bekostigen, vormt onder aftrek van de voorlopige aanslagen, samen met het beleggingsrendement, de definitieve aanslag. De doelvermogens zijn teruggerekend naar een contante waarde, die als basis dient voor de aanslag. Met betrekking tot de invordering van de heffing is bij de start van het nazorgfonds met de stortplaatsexploitanten een tijdelijke betalingsregeling overeengekomen, die loopt totdat de herziene nazorgplannen zijn vastgesteld en die gekenmerkt wordt door de volgende elementen:
• • •
Betaling van 50% van de voorlopige aanslag Overleggen van een financiële zekerstelling Afzien van juridische procedures tegen de voorlopige aanslag
De jaarlijkse betaling van de voorlopige heffing dient plaats te vinden op 1 april. Met Nyrstar Budel BV (voorheen Zinifex Budel BV) werd een betalingsregeling (betaling in maandelijkse termijnen) getroffen. Van de heffingen over 2008 kan het volgende overzicht worden verstrekt: Stortplaats
Exploitant
Zevenbergen Spinder Vlagheide Meerendonk Haps Gulbergen Nyrstar Budel Dintelsas De Kragge Totaal:
Deponie Zuid NV Deponie Zuid NV Stadsgewest ’s-Hertogenbosch Gemeente ’s-Hertogenbosch Deponie Zuid NV Samenwerkingsverband Regio Eindhoven Nyrstar Budel BV Waterschap Brabantse Delta Deponie Zuid NV
Periode Heffingsbedrag betalingsregeling 2007, in Euro's 2000 t/m 2007 0 2000 t/m 2025 578.116 2000 t/m 2007 0 2000 t/m 2002 0 2000 t/m 2005 0 2000 t/m 2006 0 2005 t/m 2009 1.146.750 2001 0 2000 t/m 2024 184.235 1.909.101
Ultimo van het boekjaar waren alle heffingsbedragen ontvangen cq terugbetaald, behoudens de laatste termijn 2008 van Nyrstar Budel B.V. ad € 90.000. Dit bedrag is eind december door de provincie ontvangen en begin januari doorbetaald aan het Nazorgfonds.
1.5 Vermogensbeheer Voor het beheer van het Nazorgfonds-vermogen is begin 2000 het "Beleggingsstatuut Provinciaal Fonds Nazorg Gesloten Stortplaatsen Noord-Brabant" vastgesteld. In het beleggingsstatuut zijn de navolgende onderwerpen nader uitgewerkt en vastgelegd: A. De doelstellingen van de vermogensbeheerstaak van het fonds B. Uitgangspunten voor het vermogensbeheer C. Uitgangspunten voor het beleggingsbeleid D. Uitgangspunten voor externe vermogensbeheerders
Jaarstukken 2008
9
Het doelvermogen wordt gemeenschappelijk belegd. Er wordt geen onderscheid gemaakt in het vermogensbeheer naar inbreng van de verschillende stortplaatsen. Het rendement wordt toegevoegd aan het totale doelvermogen. In de administratie van het fonds worden rendementen wél toegerekend aan de deelvermogens van de individuele stortplaatsen, er wordt een objectgebonden administratie gevoerd. Het totale doelvermogen van alle stortplaatsen samen is oorspronkelijk bepaald op bijna € 300 miljoen. Na herziening van de nazorgplannen zal het doelvermogen naar verwachting naar beneden bijgesteld worden tot ca. € 150 miljoen. De beleggingstermijn van het Nazorgfonds is in principe "eeuwigdurend". Door de lange beleggingstermijn daalt de risicograad van aandelen en wordt vergelijkbaar met die van obligaties, doch met een beter rendement. In 2008 is gestart met de evaluatie van het beleggingsstatuut en in 2009 zullen wijzigingen in een nieuw beleggingsstatuut worden vastgesteld. Omdat de in het statuut gestelde grenzen met betrekking tot de omvang van de portefeuille zijn bereikt, heeft het Nazorgfonds haar middelen ondergebracht bij twee vermogensbeheerders. Het Nazorgfonds beoogt hiermee een betere vergelijkbaarheid van de prestaties van de vermogensbeheerders. In het beleggingsstatuut zijn criteria vastgelegd, waaraan de vermogensbeheerders moeten voldoen. Het functioneren van de vermogensbeheerder wordt jaarlijks geëvalueerd. Zonodig worden randvoorwaarden gewijzigd of aangevuld. In het beleggingsstatuut is opgenomen dat minimaal 10% van de zakelijke waarden in duurzame beleggingsfondsen wordt belegd danwel dat er een portefeuilleanalyse wordt uitgevoerd waaruit moet blijken dat tenminste 10% van de beleggingen in zakelijke waarden positief scoren op sociaal, maatschappelijk en milieugebied. De portefeuille van het Nazorgfonds is tot en met het 3e kwartaal 2008 door de SNS-bank op duurzaamheid beoordeeld op basis van een zogenaamde worst-in-class benadering. Dat wil zeggen, op basis van een vergelijking van bedrijven in dezelfde sector, vermelden zij de bedrijven die de slechtste scores behalen. Ondernemingen die niet als achterblijvend of tekortschietend worden aangemerkt, zijn aanvaardbaar. Deze extra screening op duurzaamheid is overbodig geworden, doordat AZL met een uitsluitingenlijst is gaan werken en Aegon met haar beleggingsbeleid aansluit bij de Code of Conduct. Er wordt daardoor rekenschap gegeven van onder meer milieu, ethische en sociale factoren. Er is een bewuste keuze gemaakt voor het scheiden van de functie van vermogensbeheer en de bewaarfunctie over de stukken en hiervoor twee partijen in te schakelen, die onafhankelijk van elkaar opereren. De Kas Bank is als onafhankelijke depotbeheerder in de arm genomen. Daarnaast wordt gebruik gemaakt van enkele aanvullende diensten van de Kas Bank, zoals het verzorgen van de administratie van de aan- en verkopen van waardepapieren door de vermogensbeheerder. Ook verzorgt de Kas Bank de terugvordering van dividendbelasting voor het Nazorgfonds. Het Nazorgfonds had een overeenkomst tot het aangaan van verbruikleencontracten met Kas Bank.
Jaarstukken 2008
10
Voor dit uitlenen van effecten ontving het Nazorgfonds een vergoeding, gerelateerd aan de omvang, duur en vorm van het verbruikleen. Hierdoor werd een extra rendement op de effectenportefeuille behaald. Als gevolg van de onrust op de financiële markten heeft het Nazorgfonds besloten geen effecten meer in bruikleen te verstrekken en de verbruikleenovereenkomst met ingang van eind oktober 2008 opgezegd. Rechtmatigheid In de beheerovereenkomst met de vermogensbeheerders is vastgelegd binnen welk kader belegd mag worden. De Kas Bank toetst de beleggingsportefeuille van AZL aan dit kader middels de "Fund Manager Watch" en rapporteert hierover aan het Nazorgfonds. Met fundmanager watch is gecontroleerd of AZL binnen de regels van het mandaat belegt. Overtredingen als gevolg van koersschommelingen dienen voor het einde van de maand binnen de regels van het mandaat te worden hersteld. In 2008 zijn er 26 overtredingen gemeld. Het betroffen met name overtredingen wegens koersschommelingen met betrekking tot de afdekking van het belegd vermogen in Britse ponden, Amerikaanse dollars en Zweedse kronen (23x) en verder meldingen van een overweging in de regio overig (niet Euroland 3x). De overtredingen zijn steeds gekorrigeerd. Vanaf 2008 monitoort Kas Bank maandelijks de portefeuille van Aegon op basis van de asset-mix en allocatie tussen de fondsen. De reglementen van de door het Nazorgfonds gekozen beleggingsfondsen voldoen aan de voorwaarden van het beleggingsstatuut en wettelijke regelingen. In de reglementen van de beleggingsfondsen is daarnaast opgenomen dat wijzigingen van de reglementen direct moeten worden gemeld aan de deelnemers in de fondsen. Indien wijzigingen zich voordoen zal het Nazorgfonds moeten bepalen of de gewijzigde regels passen binnen het beleggingsstatuut en wettelijke regelingen. De jaarverslagen van Aegon laten zien dat binnen de voorwaarden van de fondsen is belegd. Richtlijnen voor het vermogensbeheer De beleggingsportefeuille dient (binnen afgesproken bandbreedtes) als volgt te zijn samengesteld:
• • •
Vastrentende waarden: Zakelijke waarden: Liquiditeiten:
50% 50% 0%
(42-65%) (35-58%) (0- 5%)
Er is nog een nadere detaillering aangebracht, die is vastgelegd in het beleggingsstatuut. Daarnaast zijn o.a. nog afspraken gemaakt omtrent beleggingscriteria, zoals het risico, dat maximaal gelopen mag worden, in welke fondsen wel/niet belegd mag worden en in welke valuta gehandeld mag worden. Op grond van de Wet financiering decentrale overheden (fido) is onder meer bepaald (in de Regeling uitzettingen en derivaten) dat door decentrale overheden niet in aandelen mag worden belegd. Gegeven de zeer lange beleggingshorizon van nazorgfondsen is de wens gehonoreerd om beleggingen in aandelen toe te staan. Hieraan zijn nadere eisen gesteld middels het uitzonderingsregime.
Jaarstukken 2008
11
Samengevat zijn de belangrijkste consequenties: • Binnen een vastgesteld kader mogen de nazorgfondsen zelf in aandelen beleggen, de aandelen moeten genoteerd zijn aan een van overheidswege toegelaten effectenbeurs. Onroerendgoedfondsen moeten beursgenoteerd zijn. • 42% van het totale fondsvermogen moet belegd worden in vastrentende waarden. • 58% mag derhalve risicodragend belegd worden. • In de paragraaf verbonden partijen van de Provinciale jaarrekening worden de resultaten van het Nazorgfonds verantwoord. Hiernaast is in het beleggingsstatuut opgenomen dat tenminste 10% van de beleggingen in zakelijke waarden positief scoren op sociaal, maatschappelijk en milieugebied.
1.6 Beheerskosten Uit het fonds worden uitsluitend de kosten betaald, die worden gemaakt in verband met de uitvoering van de in artikel 8.49 van de Wet Milieubeheer bedoelde zorg met betrekking tot gesloten stortplaatsen in de betrokken provincie(s) en de kosten die zijn verbonden aan de werkzaamheden van het fonds. Hieronder worden niet begrepen de kosten, die door de provincie worden gemaakt ten behoeve van haar bestuurlijke apparaat. De beheerskosten 2008 bestaan uit: • kosten van vermogensbeheer • kosten van administratie en overig (accountantskosten en –advisering) • kosten van provinciaal personeel
Jaarstukken 2008
12
2 Jaarrekening 2008 2.1 Balans per 31 december 2008 2008 Activa
2007
€
€
Vaste Activa Financiële vaste activa Effecten
82.117.575
97.836.931
Overige vorderingen
133.568
196.286
Overlopende activa
101.080
193.113
Liquide middelen
426.400
478.368
Vlottende Activa Vorderingen
Totaal Activa
€
82.778.623 €
Passiva
€
€ €
98.704.698
Eigen Vermogen Reserves Reserve belegde gelden stortplaatsen
82.664.897
98.604.814
113.726
99.884
Passiva Kortlopende schulden Overlopende passiva Totaal Passiva
Jaarstukken 2008
€
82.778.623 €
98.704.698
13
2.2 Rekening van baten en lasten over 2007
Baten
2007 2008 2008 2008 Realisatie Begroting Realisatie Verschil € € € €
Te beleggen heffingsopbrengst
5.104.841 2.782.000
(bruto) Resultaat vermogensbeheer
3.191.101 6.929.000 17.533.223 24.462.223
Totaal baten Lasten Totaal nazorgkosten stortplaatsen Kosten beheer Fonds: kosten vermogensbeheer kosten administratie kosten personeel en overig Subtotaal kosten beheer Fonds
1.909.101
-872.899
€ 8.295.942 9.711.000 15.624.122 25.335.122 €
€
€
€
0
5.000
0
-5.000
224.585 6.250 81.168 312.003
300.000 20.000 95.000 415.000
224.056 9.668 82.071 315.795
-75.944 -10.332 -12.929 -99.205
5.104.841 2.782.000 2.879.098 6.509.000 7.983.939 9.291.000
1.909.101 -
-872.899 -
€ 8.295.942 9.711.000
-
-
Reserveringen: reservering heffingsopbrengst reservering netto resultaat Subtotaal reserveringen Totaal lasten
Jaarstukken 2008
14
3 Toelichting op de jaarrekening 2008 Het jaarverslag 2008 van het Nazorgfonds gesloten stortplaatsen provincie NoordBrabant is opgesteld volgens het Burgerlijk Wetboek (BW 2 Titel 9). Omdat het Fonds een apart publiekrechtelijke rechtspersoon is valt het niet onder het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV).
3.1 Toelichting algemeen Verslaggevingsperiode De cijfers 2007 en 2008 hebben betrekking op een volledig boekjaar. Waarderingsgrondslagen Algemeen Activa en passiva zijn opgenomen tegen nominale waarde, met uitzondering van effecten. Baten en lasten. In principe wordt het stelsel van baten en lasten gehanteerd; hierbij worden de baten en lasten opgenomen in het jaar waarin de prestatie is geleverd c.q. voor dat jaar is voorzien of verplicht. Het Nazorgfonds heeft recht op dat deel van de heffingsopbrengsten dat door de provincie daadwerkelijk ontvangen is. De te beleggen heffingsopbrengsten worden daarom, gezien het doel van het fonds (beheer van het vermogen) verantwoord op het moment van ontvangst. Effecten. De effecten worden op totaalniveau van de portefeuille gewaardeerd tegen de actuele waarde, inclusief opgelopen rente van obligaties. Saldi in vreemde valuta. De saldi die worden aangehouden in vreemde valuta worden ultimo van een boekjaar omgerekend naar Euro's tegen de dan geldende wisselkoersen.
Jaarstukken 2008
15
3.2 Toelichting op de balans Activa Vaste activa Financiële vaste activa Effecten Van de samenstelling van de beleggingsportefeuille per 31 december 2008 kan het volgende overzicht worden verstrekt: Onroerend Valuta Vastrentende goed termijn waarden Aandelen affaires fondsen Marktwaarde op 1 januari 2008: Afname in 2008: Marktwaarde op 31 dec. 2008: Marktwaarde in % van de totale portefeuille per 31 december 2008: Strategische mix 2008 in %:
47.343.441 2.928.829
3.386.458 46.921.354 -1.733.324 16.772.170
50.272.270
1.653.134 30.149.184
61,2
2,1
36,7
50
5
45
Totaal
185.678
97.836.931
-142.691 -15.719.356 42.987
82.117.575
0,1
100 100
In verband met effectenhandel in vreemde valuta (dollar, pond sterling, Zwitserse frank, Zweedse, Deense en Noorse kroon) worden, conform afspraak, door AZL valuta termijn affaires ( vta's ) afgesloten voor het fonds, om het risico van koersschommelingen tot aan een transactie af te dekken. De waarde van het totaal aan vta's, naar de koersen op 31-12-2008, bedraagt € 42.987. Vlottende activa Vorderingen Overige vorderingen Deze post heeft betrekking op nog te vorderen bron-, dividendbelasting, te compenseren BTW en kan als volgt worden gespecificeerd: 2008
2007
Te vorderen bron-/ dividendbelasting
75.402
117.476
Te compenseren BTW
58.166
78.810
133.568
196.286
Totaal
Jaarstukken 2008
16
Overlopende activa Onder de overlopende activa zijn vorderingen opgenomen die in 2008 zijn ontstaan en die in 2008 tot betaling komen. In bijlage I, overzicht transitoria per 31-12-2008, is een specificatie van de totale post overlopende activa ad € 101.080 opgenomen. Liquide middelen Er is nog een deel van de heffingsopbrengsten aangehouden op geldrekeningen. De vermogensbeheerders kunnen over deze contanten beschikken ten behoeve van het effectenverkeer. Genoemd bedrag is niet in de strategische mix opgenomen; zolang echter de overige drie componenten boven de minimum percentages blijven scoren, is het aanhouden van contanten toegestaan. Dit bevordert een flexibele handel in effecten wanneer dat nodig is. De post liquide middelen kan als volgt worden gespecificeerd:
Euro rekening-courant Amerikaanse dollar rekening-courant Pond sterling rekening-courant Zweede kroon rekening-courant Deense kroon rekening-courant Zwitserse frank rekening-courant Noorse kroon rekening-courant Totaal
2008
2007
369.160 393 10.138 45.176 30 1.120 383 426.400
460.911 17.086 272 99 478.368
Passiva Eigen vermogen Reserves Reserve nazorg gesloten stortplaatsen Via de rekening van baten en lasten worden de van de stortplaatsen ontvangen heffingsopbrengsten en het netto resultaat vermogensbeheer in deze reserve verantwoord. De reserve nazorg gesloten stortplaatsen kende in 2008 het volgende verloop: Saldo per 1 januari 2008: onttrekking 2008 Saldo per 31 december 2008:
€ 98.604.814 -15.939.917 € 82.664.897
Het vermogen wordt gemeenschappelijk belegd. Er wordt geen onderscheid gemaakt in het vermogensbeheer naar inbreng van de verschillende stortplaatsen. Het rendement wordt toegevoegd aan het totale vermogen. In de administratie van het fonds worden rendementen wél toegerekend aan de deelvermogens van de individuele stortplaatsen.
Jaarstukken 2008
17
Het totale doelvermogen van alle stortplaatsen samen is oorspronkelijk bepaald op bijna € 300 miljoen. Na herziening van de nazorgplannen zal het doelvermogen naar verwachting naar beneden bijgesteld worden tot ca. € 150 miljoen. De reserve nazorg gesloten stortplaatsen kan als volgt over de diverse stortplaatsen worden verdeeld: Stortplaats
Zevenberge n Spinder Vlagheide Meerendonk Haps Gulbergen Nyrstar Budel Dintelsas De Kragge Totaal:
Saldo per 1 jan. 2008
%
reservering ontvangen heffingsopbrengsten 2008
10.430.125
10,6
5.955.109 12.002.650 3.821.543 6.473.140 35.556.293 22.259.376 206.513 1.900.065 98.604.814
6,0 12,2 3,9 6,6 36,0 22,6 0,2 1,9 100,0
% reservering netto Saldo per 31 dec. resultaat vermogens2008 beheer 2008 -1.867.896 8.562.229 10,4
578.116 1.146.750 184.235 1.909.101
-1.142.732 -2.149.514 -684.387 -1.159.253 -6.367.658 -4.076.018 -36.984 -364.576 -17.849.018
5.390.493 9.853.136 3.137.156 5.313.887 29.188.635 19.330.108 169.529 1.719.724 82.664.897
Kortlopende schulden Overlopende passiva In bijlage I, overzicht transitoria per 31-12-2008, is een specificatie van de totale post overlopende passiva ad € 113.726 opgenomen. Behoudens de bedragen voor de controle van de jaarrekening en de beheervergoeding Aegon (geraamde bedragen resp. € 6.460 en € 5.245), waren alle posten bij het samenstellen van de jaarrekening afgewikkeld.
3.3 Toelichting op de rekening van Baten en Lasten Algemeen De rekening van baten en lasten sluit met een saldo van -€ 17.849.018 (2007: € 2.879.098 positief); het nadelig saldo werd ten laste gebracht van de reserve belegde gelden stortplaatsen. Baten Te beleggen heffingsopbrengst Met uitzondering van Nyrstar Budel BV werden alle heffingsopbrengsten 2008 omstreeks 1 april 2008 ontvangen. In de begroting 2008 is voor stortplaats Vlagheide een bedrag te beleggen heffingsopbrengsten begroot van € 940.000. Stadsgewest ’sHertogenbosch heeft voor Vlagheide in 2007 aan haar betalingsverplichtingen in het kader van een nieuwe voorlopige aanslag voldaan. De heffingsbedragen worden door de exploitanten betaald aan de provincie NoordBrabant, die deze vervolgens direct doorbetaalt aan het Nazorgfonds. De
Jaarstukken 2008
18
6,5 11,9 3,8 6,4 35,3 23,4 0,2 2,1 100,0
heffingsopbrengsten, in totaal € 1.909.101 werden toegevoegd aan de "Reserve belegde gelden stortplaatsen" (zie ook de toelichting onder "Lasten"). Bruto resultaat vermogensbeheer Er was een positief bruto resultaat beleggingen/vermogensbeheer geraamd van € 6.929.000, gebaseerd op een verwacht rendement van 6,85 % over het belegde vermogen ultimo 2007, alsmede de belegde heffingsopbrengst 2008 over een periode van 9 maanden (1 april - 31 december 2008). In 2008 werd een beleggingsresultaat behaald van -€ 17.533.223 (in 2007: positief € 3.191.101). Het negatieve beleggingsresultaat kan als volgt worden gespecificeerd: Soort winst / verlies
Cash-dividend Vergoeding verbruikleen effecten Renteopbrengst Koersresultaten gerealiseerd Koersresultaten ongerealiseerd Totaal:
2008
2007
1.698.744 69.004 1.715.923 -424.997 -20.591.897 -17.533.223
1.788.107 68.101 1.614.962 2.360.707 -2.640.776 3.191.101
De koersresultaten werden gerealiseerd door verkopen van effecten. Het ongerealiseerde koersresultaat (verlies) wordt veroorzaakt door een lagere waarde van de portefeuille ten opzichte van 2007. Overigens wordt verwezen naar het onderdeel, reservering netto resultaat vermogensbeheer, verderop in deze paragraaf. Beheerskosten Uit het Fonds worden uitsluitend de kosten betaald, die worden gemaakt in verband met de uitvoering van de in artikel 8.49 van de Wet milieubeheer bedoelde zorg met betrekking tot gesloten stortplaatsen in de betrokken provincie(s) en de kosten die zijn verbonden aan de werkzaamheden van het fonds. Hieronder worden niet begrepen de kosten, die door de provincie worden gemaakt ten behoeve van haar bestuurlijke apparaat. De beheerskosten 2008 bestaan uit: • kosten van vermogensbeheer • kosten van administratie en overig (accountantskosten en –advisering) • kosten van provinciaal personeel Kosten beheerfonds
Kosten van vermogensbeheer Kosten van administratie Kosten van personeel en overig Totaal:
2008
2007
224.056 9.668 82.071 315.795
224.585 6.250 81.168 312.003
Kosten vermogensbeheer Van de kosten vermogensbeheer kan het volgende overzicht worden verstrekt:
Jaarstukken 2008
19
Extern vermogensbeheer Depotbank/controle beleggingsactiviteiten
2008
2007
187.886 36.170 224.056
169.568 55.017 224.585
De hogere uitgaven met betrekking tot extern vermogensbeheer in 2008 zijn met name een gevolg van de afrekening vaste beheervergoeding Aegon 2005-2007 (€ 13.063). De beheerskosten en toe- en uittredingskosten met betrekking tot de portefeuille van Aegon (resp. € 33.369 en € 16.209) worden ten laste van het resultaat van het beleggingsfonds geboekt en zijn daarom niet in dit overzicht opgenomen. Kosten administratie Onder deze post zijn de kosten voor controle van de administratie en de jaarrekening van het boekjaar 2008 verantwoord en de kosten voor ondersteuning selectietraject Nazorgfonds; hiervoor werd € 10.000 begroot. Kosten personeel Voor het verzorgen van de financiële administratie werden de salariskosten (incl. 50% overhead) ad € 47.457 voor 0,5 fte medewerker bureau Financieel Beheer in rekening gebracht. Met betrekking tot de taken coördinatie en secretariële ondersteuning werd op basis van tijdschrijven in totaal 546 uur voor een bedrag van € 34.523, doorberekend door directie Middelen en de directie Ecologie. Reservering heffingsopbrengst De heffingsopbrengsten worden via deze post toegevoegd aan de in het credit van de Balans opgenomen "Reserve belegde gelden stortplaatsen". (zie ook de toelichting onder "Baten"). Reservering netto resultaat vermogensbeheer Via deze post wordt vooruitlopend op de vaststelling van de jaarrekening, het netto resultaat vermogensbeheer toegevoegd aan de " Reserve belegde gelden stortplaatsen" in het credit van de balans onder “Eigen vermogen”. De storting netto resultaat vermogensbeheer is opgebouwd uit de componenten bruto resultaat vermogensbeheer minus of plus de in het jaar gemaakte kosten beheer Fonds en kan als volgt aan de afzonderlijke stortplaatsen worden toegerekend: Hierbij wordt per kwartaal het gemiddeld belegde vermogen per stortplaats bepaald. Vervolgens wordt het bruto resultaat vermogensbeheer per kwartaal toegerekend op basis van het aandeel per stortplaats in het gemiddeld belegd vermogen. De heffingsopbrengsten over 2008 zijn omstreeks 1 april ontvangen, behoudens Nyrstar Budel BV (betaling in maandelijkse termijnen). De in het jaar gemaakte kosten beheer Fonds worden volgens dezelfde systematiek verdeeld.
Jaarstukken 2008
20
Voor 2008 geeft dit de volgende verdeling: Stortplaats: Zevenbergen Spinder Vlagheide Meerendonk Haps Gulbergen Nyrstar Budel Dintelsas De Kragge Totaal:
Bruto
Kosten
Netto
%
-1.834.881 -1.122.530 -2.111.521 -672.290 -1.138.763 -6.255.108 -4.003.669 -36.330 -358.131
33.015 20.202 37.993 12.097 20.490 112.550 72.349 654 6.445
-1.867.896 -1.142.732 -2.149.514 -684.387 -1.159.253 -6.367.658 -4.076.018 -36.984 -364.576
10,5 6,4 12,0 3,8 6,5 35,7 22,8 0,2 2,0
-17.533.223
315.795
-17.849.018
100,0
In de begroting werd uitgegaan van een voordelig netto resultaat van € 6,5 miljoen.
Jaarstukken 2008
21
Jaarstukken 2008
22
4 Accountantsverklaring Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de in dit verslag op pagina 13 tot en met 23 opgenomen jaarrekening 2008 van Fonds Nazorg Gesloten Stortplaatsen Provincie Noord-Brabant te ’s-Hertogenbosch bestaande uit de balans per 31 december 2008 en de rekening van baten en lasten over 2008 met de toelichting gecontroleerd. Verantwoordelijkheid van het bestuur Het bestuur van het Fonds is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en het resultaat getrouw dient weer te geven, alsmede voor het opstellen van het jaarverslag, beide in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW. Deze verantwoordelijkheid omvat onder meer: het ontwerpen, invoeren en in stand houden van een intern beheersingssysteem relevant voor het opmaken van en getrouw weergeven in de jaarrekening van vermogen en resultaat, zodanig dat deze geen afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten bevat, het kiezen en toepassen van aanvaardbare grondslagen voor financiële verslaggeving en het maken van schattingen die onder de gegeven omstandigheden redelijk zijn. Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht. Dienovereenkomstig zijn wij verplicht te voldoen aan de voor ons geldende gedragsnormen en zijn wij gehouden onze controle zodanig te plannen en uit te voeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controleinformatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De keuze van de uit te voeren werkzaamheden is afhankelijk van de professionele oordeelsvorming van de accountant, waaronder begrepen zijn beoordeling van de risico’s van afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. In die beoordeling neemt de accountant in aanmerking het voor het opmaken van en getrouw weergeven in de jaarrekening van vermogen en resultaat relevante interne beheersingssysteem, teneinde een verantwoorde keuze te kunnen maken van de controlewerkzaamheden die onder de gegeven omstandigheden adequaat zijn maar die niet tot doel hebben een oordeel te geven over de effectiviteit van het interne beheersingssysteem van het Fonds. Tevens omvat een controle onder meer een evaluatie van de aanvaardbaarheid van de toegepaste grondslagen voor financiële verslaggeving en van de redelijkheid van schattingen die het bestuur van het Fonds heeft gemaakt, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel.
Jaarstukken 2008
23
Oordeel Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van Fonds Nazorg Gesloten Stortplaatsen per 31 december 2008 en van het resultaat over 2008 in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW.
Verklaring betreffende andere wettelijke voorschriften en/of voorschriften van regelgevende instanties Op grond van de wettelijke verplichting ingevolge artikel 2:393 lid 5 onder e BW melden wij dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening zoals vereist in artikel 2:391 lid 4 BW. Eindhoven, 1 april 2009 PricewaterhouseCoopers Accountants N.V.
G.P.T.M. Kloppenburg RA
Jaarstukken 2008
24
5 Bijlagen 5.1 Bijlage 1: overzicht transitoria per 31-12-2008 Specificatie nog te vorderen posten: Te vorderen dividend Te vorderen heffingsopbrengsten Te vorderen rente-opbrengsten Vergoeding verbruikleen effekten
8.368 90.000 1.912 800 101.080
Vooruitbetaalde kosten vermogensbeheer Totaal nog te vorderen: Specificatie nog te betalen posten:
4.465
Provisie Kas Bank
5.245
Afrekening accountantskosten
6.460
AZL afrekening vermogensbeheer 2007
97.556 113.726
SNS duurzaamheidsscreening 8.368 Personeelskosten Provincie Noord-Brabant 90.000 Totaal nog te betalen:
Jaarstukken 2008
25
5.2 Bijlage 2: Overzicht historie resultaten Nazorgfonds HISTORIE – TOTAAL in € Jaar 1
jaar 2
2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008
7.905.306 10.737.801 10.627.986 10.356.626 20.391.291 6.617.120 1.481.327 5.104.841 1.909.101
Jaar 2008 kwartaal Heffing Kwartaal 11 1e 2e 3e 4e
12 1.032.351 223.750 293.000 360.000 1.909.101
3
heffing Vermogensbeheerresultaat cumulatief bruto result. kosten netto resultaat cumulatief 3 4 5 6 (= 4 - 5) 7
waarde Fonds 8 (= 3 + 7)
7.905.306 174.87118.643.107 262.08229.271.093 3.318.28139.627.719 3.546.962 60.019.010 4.953.277 66.636.129 9.737.673 68.117.457 9.511.361 73.222.298 3.191.101 75.131.399 -17.533.223
7.683.460 17.969.470 25.122.084 38.821.097 63.915.622 79.438.830 90.620.875 98.604.814 82.664.897
46.975 189.709 157.091 204.573 250.043 326.584 315.644 312.003 315.795
bruto result. kosten
221.846451.7913.475.3723.342.388 4.703.234 9.411.089 9.195.717 2.879.098 -17.849.018
netto resultaat
Cumulatief 13 1.032.351 1.256.101 1.549.101 1.909.101
14 15 -6.175.029 110.249 -3.173.603 11.718 -4.969.642 93.248 -3.214.950 100.579
16 -6.285.278 -3.185.321 -5.062.890 -3.315.529
-17.533.223 315.795
-17.849.018
221.846673.6374.149.009806.6223.896.612 13.307.701 22.503.419 25.382.517 7.533.499
relatief per/jr 3 Hfd.som 9 10= 7/3 % % -6,1 -2,8 -3,6 -3,6 -15,2 -14,1 11,2 -2,0 9,8 6,5 14,1 20,0 11,7 33,0 3,4 34,7 -17,9 10,0
cumulatief 2007 kwartalen totaal t/m 2007 17 -6.285.278 -9.470.599 -14.533.489 -17.849.018
18 19.097.239 15.911.918 10.849.028 7.533.499
Het jaarrendement is berekend op basis van de ontvangsten per kwartaal.
Jaarstukken 2008
26
Conclusies 1 In 2008 heeft het Nazorgfonds provincie Noord-Brabant op jaarbasis een negatief resultaat behaald (kolom 6 en 16). Het gewogen gemiddelde jaarlijks rendement komt uit op 2,2%. 2 Eind 2008 had het fonds in totaal € 75.131.399 aan heffingsopbrengsten ontvangen. De waarde van het fonds bedroeg € 82.664.987, hetgeen uitkomt op een resultaat van 10,0% ten op zichte van de hoofdsom.
Jaarstukken 2008
27
NAZORGFONDS GESLOTEN STORTPLAATSEN