Jaarverslag 2004
Kerngegevens NMa en DTe 2004 2004
2003
2002
22
Rapporten en boetes * Aantal mededingingsrechtelijke onderzoeken * Aantal onderzoeken dat is afgedaan middels een rapport (vaststelling
53
27
41
16
9
3
15
nb
15
22
nb
12
14
6
78,7
135,5
99,6
van een redelijk vermoeden dat de Mededingingswet is overtreden) * Aantal zaken dat is afgedaan middels de inzet van een ander instrument dan een rapport * Aantal zaken waarin het onderzoek is stopgezet vanwege onvoldoende bewijs * Aantal zaken waarin een boete en/of last is opgelegd * Totaal boetes in 1 miljoen Ontheffingen, klachten en informele zienswijzen * Afgeronde verzoeken ontheffingen van het kartelverbod * Afgeronde klachten over overtredingen van de Mededingingswet * Informele zienswijzen
16
40
46
199
219
187
80
143
202
83
69
77
4
5
8
Concentraties * Meldingen van fusies, overnames en joint ventures (concentraties) * Ingetrokken meldingen * Ontheffing van wachtperiode * Besluiten op meldingen concentraties
3
1
1
71
71
66
* Vergunning voor concentratie vereist * Besluiten op vergunningsaanvraag
1
2
1
0
1
0
8
6
8
14
5
3
Vervoerkamer * Zaken gemeentelijke vervoerbedrijven in behandeling genomen * Aantal zaken afgerond met rechtsoordeel DTe
NMa
* Methode-besluiten * Uitvoeringsbesluiten
Bezoekadres
* Handhavingsbesluiten * Adviezen aan minister van Economische Zaken
Wijnhaven 24 2511 GA Den Haag Postadres Postbus 16326 2500 BH Den Haag T (070) 330 3330 F (070) 330 3370 www.nmanet.nl www.dte.nl Informatielijn NMa/DTe
NMa en DTe
Muzentoren
T 0800–023 1885 (gratis)
18
17
346
329
46
43
29
20
65
20
662
47
62
98
98
125
14
18
20
12
5
3
26
38
76
35
36
32
345
342
303
Bezwaar * Afgerond bezwaar in mededingingszaken * Afgerond bezwaar in DTe-zaken Beroep * Afgeronde zaken beroep tegen mededingingsbesluiten door rechtbank Rotterdam * Afgeronde zaken hoger beroep tegen mededingingsbesluiten door College van Beroep voor het bedrijfsleven * Afgeronde zaken beroep tegen DTe-besluiten door College van Beroep voor het bedrijfsleven Budget en personeel * Totaal toegekend budget in 1 miljoen * Aantal medewerkers op 31 december
1
De NMa maakte in 2004 in vier zaken rapport op, waarvan drie in de bouwsector. Twee van deze zaken waren zeer omvangrijk; bij één zaak waren 379 ondernemingen betrokken.
2 Inclusief vijf zaken bij de Adviescommissie bezwaarschriften Mededingingswet (BAC).
Nederlandse Mededingingsautoriteit
14 212
Jaarverslag 2004
Kerngegevens NMa en DTe 2004 2004
2003
2002
22
Rapporten en boetes * Aantal mededingingsrechtelijke onderzoeken * Aantal onderzoeken dat is afgedaan middels een rapport (vaststelling
53
27
41
16
9
3
15
nb
15
22
nb
12
14
6
78,7
135,5
99,6
van een redelijk vermoeden dat de Mededingingswet is overtreden) * Aantal zaken dat is afgedaan middels de inzet van een ander instrument dan een rapport * Aantal zaken waarin het onderzoek is stopgezet vanwege onvoldoende bewijs * Aantal zaken waarin een boete en/of last is opgelegd * Totaal boetes in 1 miljoen Ontheffingen, klachten en informele zienswijzen * Afgeronde verzoeken ontheffingen van het kartelverbod * Afgeronde klachten over overtredingen van de Mededingingswet * Informele zienswijzen
16
40
46
199
219
187
80
143
202
83
69
77
4
5
8
Concentraties * Meldingen van fusies, overnames en joint ventures (concentraties) * Ingetrokken meldingen * Ontheffing van wachtperiode * Besluiten op meldingen concentraties
3
1
1
71
71
66
* Vergunning voor concentratie vereist * Besluiten op vergunningsaanvraag
1
2
1
0
1
0
8
6
8
14
5
3
Vervoerkamer * Zaken gemeentelijke vervoerbedrijven in behandeling genomen * Aantal zaken afgerond met rechtsoordeel DTe
NMa
* Methode-besluiten * Uitvoeringsbesluiten
Bezoekadres
* Handhavingsbesluiten * Adviezen aan minister van Economische Zaken
Wijnhaven 24 2511 GA Den Haag Postadres Postbus 16326 2500 BH Den Haag T (070) 330 3330 F (070) 330 3370 www.nmanet.nl www.dte.nl Informatielijn NMa/DTe
NMa en DTe
Muzentoren
T 0800–023 1885 (gratis)
18
17
346
329
46
43
29
20
65
20
662
47
62
98
98
125
14
18
20
12
5
3
26
38
76
35
36
32
345
342
303
Bezwaar * Afgerond bezwaar in mededingingszaken * Afgerond bezwaar in DTe-zaken Beroep * Afgeronde zaken beroep tegen mededingingsbesluiten door rechtbank Rotterdam * Afgeronde zaken hoger beroep tegen mededingingsbesluiten door College van Beroep voor het bedrijfsleven * Afgeronde zaken beroep tegen DTe-besluiten door College van Beroep voor het bedrijfsleven Budget en personeel * Totaal toegekend budget in 1 miljoen * Aantal medewerkers op 31 december
1
De NMa maakte in 2004 in vier zaken rapport op, waarvan drie in de bouwsector. Twee van deze zaken waren zeer omvangrijk; bij één zaak waren 379 ondernemingen betrokken.
2 Inclusief vijf zaken bij de Adviescommissie bezwaarschriften Mededingingswet (BAC).
Nederlandse Mededingingsautoriteit
14 212
Jaarverslag 2004 NMa en DTe
Inhoudsopgave Visie en missie
4
Voorwoord
5
Leeswijzer
7
Dubbelinterview | Aanbesteden
8
Deel 1: Algemeen verslag 1 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
2 2.1 2.2 2.3 2.4
De NMa in 2004 Het jaar in het kort De NMa in dialoog Rondom de NMa De NMa internationaal De NMa in bedrijf
12
Dubbelinterview | Vrije beroepen
38
Verslag per taak Toezicht op kartelverbod en verbod op misbruik economische machtspositie Concentratietoezicht Uitvoering energiewetgeving: DTe Toezicht op vervoerwetten: Vervoerkamer
42
Outcome: de economische resultaten van handhaving in de jaren 2002–2004
58
12 14 19 21 26
42 47 51 54
Deel 2: Aandachtsvelden 3 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5
4 4.1 4.2 4.3 4.4
2
Aanbesteden Clementieaanvragen bouwsector Bouwonderzoeken in 2004 Boetegrondslag GWW Overige bouw Resultaat
62
Dubbelinterview | Financiële sector
68
Financiële sector Monitor Financiële Sector Compliance verzekeringssector Interpay-sanctie Overige resultaten
72
Jaarverslag 2004 NMa en DTe
62 62 64 66 66
72 73 73 74
5 5.1
6 6.1 6.2
Dubbelinterview | Energiesector
76
Energiesector Resultaten/activiteiten
80
Dubbelinterview | Zorgsector
86
Zorgsector Inleiding Deelsectoren
90
Dubbelinterview | Inkoopmacht
96
80
90 91
Deel 3: Overzichten 7 7.1 7.2
8
Kwaliteitsrapportages netbeheerders Kwaliteitsrapportages netbeheerders elektriciteit Kwaliteitsrapportages netbeheerders gas
100 100 102
8.1 8.2 8.3 8.4 8.5
Monitoren van de elektriciteitsmarkt en de gasmarkt Inleiding Leveringsmarkt Groothandelsmarkt elektriciteit Groothandelsmarkt gas Conclusies
9
Besluiten mededingingszaken 2004
108
10
Besluiten en adviezen energiezaken 2004
138
11
Rechterlijke uitspraken in mededingingszaken 2004
154
12
Rechterlijke uitspraken in energiezaken 2004
160
13
WOB-verzoeken 2004
162
Trefwoordenregister
164
Jaarverslag 2004 NMa en DTe
104 104 104 105 106 107
3
Visie en missie
Markten laten werken De wettelijke taken van de NMa en haar kamers omvatten de handhaving van de Mededingingswet, de Elektriciteitswet 1998, de Gaswet, de Wet personenvervoer 2000 en de Spoorwegwet. Centraal bij de uitvoering van deze taken staat de missie ‘markten laten werken’: het bewaken van marktwerking en toezicht houden op de randvoorwaarden die aan markten worden gesteld. Een concurrerende omgeving stimuleert innovatie en geeft een impuls aan de concurrentiekracht van het bedrijfsleven. Bovendien draagt concurrentie bij aan de optimalisering van de prijs-kwaliteitverhouding van goederen en diensten alsook aan een eªciënte aanwending van (productie)middelen, wat weer ten goede komt aan de consument. Gezonde concurrentie Een goed werkende markt vereist gezonde concurrentie. Aan gebrekkige marktwerking kunnen gedragingen of machtsposities van ondernemingen ten grondslag liggen. De NMa houdt daarom mededingingstoezicht. Het is ondernemingen verboden door afspraken met concurrenten de mededinging te beperken (kartelverbod). Daarnaast is het ondernemingen met een economische machtspositie verboden die macht te misbruiken, bijvoorbeeld door het hanteren van onredelijke voorwaarden jegens afnemers of door het uitsluiten van concurrenten. Economische machtsposities kunnen ook ontstaan door fusies of overnames. De NMa controleert het samengaan van bedrijven om te voorkomen dat concentraties ontstaan die een goede marktwerking in de weg staan. Sectorspecifiek toezicht Naast het toezicht op de naleving van de Mededingingswet, heeft de NMa bepaalde sectorspecifieke taken en bevoegdheden, te weten voor de sectoren energie en vervoer. Uitvoering van deze sectorale taken vindt plaats binnen de ‘kamers’ van de NMa: de Dienst uitvoering en toezicht Energie (DTe) en de Vervoerkamer. Het kamermodel waarborgt een samenhangende inzet van de instrumenten van de Mededingingswet en die van sectorspecifieke regulering. Op deze wijze kunnen de voordelen van gezonde concurrentie zoveel mogelijk ook in de gereguleerde sectoren worden bereikt.
4
Jaarverslag 2004 NMa en DTe
Voorwoord De NMa en DTe geven op basis van hun wettelijke taken en bevoegdheden uitvoering aan hun missie, ‘markten laten werken’. Hun besluiten en adviezen raken het merendeel van de markten die samen de Nederlandse economie vormen. Dat maakt de taakvervulling van de NMa en DTe relevant voor de gehele maatschappij. Maatschappelijke relevantie vormt daarom de leidraad van dit jaarverslag. In dit jaarverslag leggen de NMa en DTe verantwoording af door de gebruikte middelen en de bereikte resultaten consistent in beeld te brengen vanuit juridisch, economisch en maatschappelijk perspectief. Juridisch perspectief Het werk van de NMa en DTe heeft een onmiskenbaar juridische dimensie. Nederlandse en Europese regelgeving markeren het speelveld waar toezichthouder, ondernemingen en consumenten elkaar – ook noodgedwongen – ontmoeten. Hoewel de aanpak door de NMa en DTe breder is dan alleen het wettelijke instrumentarium, blijven juridisch bindende beslissingen een centrale rol spelen. Dat geldt zowel voor het optreden tegen ondernemingen die de marktwerking verstoren, als voor het reguleren van delen van de energiesector waarin vrije marktwerking wettelijk is uitgesloten. De eventuele rechterlijke toets van die beslissingen versterkt het gezag van het optreden van de NMa en DTe. In 2004 erkende de rechter de bevoegdheid van de NMa om volgens bepaalde criteria te beslissen welke zaken de NMa in onderzoek neemt. In deel 3 van dit jaarverslag vindt u overzichten met alle uitspraken van diverse rechterlijke colleges. Het juridische debat blijft overigens niet beperkt tot de rechtszaal: de NMa en DTe hebben een open oor voor professionele juridische kritiek, zoals die ook in 2004 viel te horen. Economisch perspectief Geïntegreerd in de beslissingen en adviezen van de NMa en DTe is de economische dimensie. De NMa en DTe richten zich op het genereren van marktconforme prijzen, het bieden van meer keuzemogelijkheden en het stimuleren van innovatie. Daarvoor is het nodig markten goed te kennen; alleen dan zijn realistische beslissingen mogelijk. Ook in 2004 werkten de NMa en DTe onverminderd aan de versterking van hun economische competentie. Er is onderzoek verricht naar de kwantificering van economische resultaten om zo de relevante ‘outcome’ in beeld te brengen. De NMa en DTe doen dat in dit jaarverslag met een zekere terughoudendheid, omdat zij zich ervan bewust zijn dat de methodologie om ‘outcome’ te kwantificeren nog in ontwikkeling is. Maatschappelijk perspectief Zin voor realiteit staat centraal bij al hetgeen de NMa en DTe doen. Zij hebben de vaste gewoonte om relevante ‘stakeholders’ en de samenleving als geheel te raadplegen via consultatiedocumenten voordat beleidsregels worden vastgesteld. Op die manier kunnen ze hun taken afstemmen op die onderwerpen die in de samenleving leven. Omgekeerd rekenen de NMa en DTe het tot hun taak de samenleving te informeren over wat er op het terrein van mededinging en
Jaarverslag 2004 NMa en DTe
5
energie speelt, bijvoorbeeld door middel van een informatielijn en een ondernemersloket. Ook geven beide voorlichting (‘guidance’) door het publiceren van zienswijzen en door het organiseren van lezingen of workshops. Aan de hand van de aandachtsvelden uit de Agenda 2004 doen de NMa en DTe hier verslag. Binnen elk aandachtsveld spelen uiteenlopende maatschappelijke belangen, waarvan de dubbelinterviews getuigen. Daarnaast is er in dit jaarverslag aandacht voor de bedrijfsvoering van de NMa en DTe, waarbij de ingezette middelen aan de orde komen. Er zijn grote vorderingen gemaakt om bedrijfsvoering en personeelsmanagement te verbeteren, zodat taken en bevoegdheden in de toekomst blijvend eªciënt en e¤ectief kunnen worden uitgevoerd. Oorsprong, doel en zin van het optreden van de NMa en DTe bestaan in het realiseren van gezonde marktwerking. Binnen de op zich strikte wettelijke kaders neemt de maatschappelijke relevantie van hun optreden toe naarmate beide toezichthouders erin slagen toegankelijk en realistisch te zijn. De medewerkers van zowel de NMa als DTe hebben in het verslagjaar hard gewerkt om de taakstellingen vorm te geven. Daarvoor komt hun veel dank toe.
Mr. P. Kalbfleisch Directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit Ir. G.J.L. Zijl Directeur Dienst uitvoering en toezicht Energie Den Haag, 20 april 2005
6
Jaarverslag 2004 NMa en DTe
Leeswijzer NMa en DTe leggen in dit jaarverslag verantwoording af over de inzet in 2004 van hun mensen, middelen en instrumenten om markten te laten werken. Dit jaarverslag beoogt inzichtelijk te maken welke resultaten NMa en DTe hebben geboekt op juridisch en economisch vlak. Centraal staat hierbij de maatschappelijke relevantie van het werk van NMa en DTe. Zijn de juridische, economische en maatschappelijke dimensies vaak verweven in dit jaarverslag, de drie volgende onderdelen belichten elk van deze dimensies afzonderlijk. De overzichten van besluiten, adviezen en rechterlijke uitspraken in het derde deel geven invulling aan de juridische dimensie. Het katern over economische resultaten, dat is opgenomen aan het eind van het eerste deel, belicht de economische dimensie. Ten slotte gaan de dubbelinterviews, die verspreid zijn opgenomen in dit jaarverslag, met name in op de maatschappelijke relevantie van het werk van NMa en DTe. Dit jaarverslag biedt zoekingangen via de inhoudsopgave aan het begin van het jaarverslag, deze leeswijzer en via het trefwoordenregister aan het eind ervan. Deel 1 | Algemeen verslag In het eerste deel van dit jaarverslag vindt u het algemene verslag van NMa en DTe over 2004. Hoofdstuk 1 geeft een overzicht met hoofdpunten, gaat in op de aanpak, resultaten en omgeving van de organisatie en op de bedrijfsvoering. Nieuw dit jaar is de verkorte jaarrekening met accountantsverklaring, die in dit hoofdstuk is opgenomen. Hoofdstuk 2 beschrijft de prestaties en inzet per taak. Het eerste deel wordt afgesloten met het hierboven reeds genoemde katern over economische resultaten. Deel 2 | Aandachtsvelden De Agenda 2004 van de NMa kondigde aan dat aanbesteden, inkoopmacht, de financiële sector, de energiesector, de zorgsector en vrije beroepen bijzondere aandacht zouden krijgen. De hierboven reeds genoemde dubbelinterviews gaan in op elk van deze zes aandachtsvelden. In het tweede deel van dit jaarverslag vindt u bovendien vier hoofdstukken, die nader ingaan op vier van de zes aandachtsvelden: aanbesteden, de financiële sector, de energiesector en de zorgsector. Deel 3 | Overzichten Het derde deel van het jaarverslag is het naslagwerk: u vindt hier rapportages over de kwaliteit van elektriciteits- en gasleveranciers, monitoren van de elektriciteits- en gasmarkt, evenals de reeds genoemde overzichten van de rechtspraak in 2004 betre¤ende mededingings- en energiezaken.
Jaarverslag 2004 NMa en DTe
7
We wilden ons weer op de toekomst kunnen richten. Age Vermeer
Het onderwerp waarmee de NMa in 2004 het meeste in het nieuws kwam, waren de mededingingsovertredingen in de bouwsector. Dat daarbij de bouwsector niet alleen maar in het beklaagdenbankje zat, maar actief meewerkte aan een cultuuromslag, blijkt uit de ontmoeting tussen René Jansen, plaatsvervangend directeur-generaal van de NMa en Age Vermeer, lid van de Raad van Bestuur van Dura Vermeer en directeur van Dura Vermeer Divisie Infra.
8
Begrijpt u de maatschappelijke discussie die over de werkwijze in de bouw is ontstaan? Vermeer “Die discussie was terecht. Er was een zekere ‘levensstijl’ in de branche op het punt van aanbesteden die uit de hand gelopen was. Bovendien werd de handelwijze door de sector zelf gebagatelliseerd. ‘Er wordt over zoveel gepraat’; dat was ongeveer de opvatting. Door de discussie
Jaarverslag 2004 NMa en DTe
De sector was verwikkeld geraakt in een Gordiaanse knoop. René Jansen
in de samenleving werd de sector nog niet echt van zijn stuk gebracht. De aannemer heeft een imago-probleem, we zijn daardoor wel wat gewend aan commentaar.” Jansen “Het dossier is lang. Tot begin jaren ’90 was er sprake van een ‘legaal kartel’, van Samenwerkende Prijsregelende Organisaties, mede omdat de overheid een zekere marktordening wilde hebben. De angst was dat door verbieden het systeem ‘ondergronds’ zou gaan;
hetgeen dus ook is gebeurd. Maar daarmee ontstond een situatie waar de bouwsector – toen de oude structuur verboden werd – niet meer uit geraakte. Het lukte niet meer om uit het systeem van onderlinge relaties en verrekeningen te komen.” »
Dubbelinterview | Aanbesteden
9
Zal het optreden van de NMa bijdragen aan een cultuurverandering binnen de bouwwereld? Vermeer “Door het optreden van de NMa ontstond begin 2004, toen een tweede schaduwboekhouding (van Boele & Van Eesteren) boven water kwam, een kentering in de houding van de bouwbedrijven. We zagen dat er enerzijds geen ontkomen meer aan was, maar ook dat het ons anderzijds een kans bood om uit deze situatie te komen. We begrepen de oproep van de NMa om ‘schoon schip’ te maken uiteindelijk heel goed.” Jansen “De sector was verwikkeld geraakt in een Gordiaanse knoop; het onderlinge netwerk was zo complex geworden dat eigenlijk niemand in staat was een oplossing aan te dragen. Daarnaast zag de bouwsector zich geconfronteerd met onderzoeken van verschillende overheidsdiensten. Het is misschien wel de rol van de NMa om markten die er zelf niet meer uitkomen, te ondersteunen.” Vermeer “Ook de bouwwereld was overtuigd van de noodzaak van verandering. Er waren nieuwe structuren nodig, die we zelf niet konden bedenken. Ook de aanbesteders weten ’t even niet, er is duidelijk sprake van een vertrouwensbreuk tussen aanbesteders en bouwwereld. Men durft momenteel even niet met ons om de tafel te gaan zitten, bang voor de gevolgen.” Jansen “Aan onze kant was er vanaf eind 2001 ook urgentie. De maatschappelijke discussie maakte de druk hoog, er waren schaduwboekhoudingen, er was een Parlementaire Enquête, de verontwaardiging was publiek, er moest iets gebeuren. Bij de NMa is topprioriteit gegeven aan de bouw, er heeft een groot team aan gewerkt, er is stevig geïnvesteerd in kennis en middelen. Vermeer “Wij wilden ons weer op de toekomst kunnen richten...” Jansen “... en de NMa is in staat om een sector geloofwaardig met het verleden te doen afrekenen.” Heeft de Mededingingswet een plek gekregen binnen de bouwwereld? Vermeer “Er is absoluut sprake van een cultuurverandering en van behoefte aan een nieuwe aanpak en nieuwe afspraken. Door de betrekkelijk onafhankelijke positie van de NMa kon deze een belangrijke rol spelen in het oplossen van de problematiek, daar waar andere onderdelen van de overheid het overzicht niet konden behouden. Bovendien heeft de NMa gehoor gegeven aan onze vraag om een praktische, snelle aanpak.” Jansen “Die roep kwam van Brinkman, met zijn ‘Beul, maak het kort’. De bouwwereld wist zelf heel goed wat er moest gebeuren. We hebben namens de overheid in deze complexe situatie de lead genomen, zo e¤ectief mogelijk geopereerd en een snelle sanctiemogelijkheid geboden.
10
Jaarverslag 2004 NMa en DTe
Daarbij speelde een rol dat er wederzijds respect ontstond voor posities...” Vermeer “... en door de NMa creatief is gezocht naar een oplossing, credits daarvoor.” Jansen “Ook wij hadden er belang bij dat de zaak snel werd afgerond, waardoor we ons binnenkort weer kunnen gaan richten op het ‘normale’ toezichthouden. In de bouw zijn er voortrekkers geweest, er is ook van binnenuit gewezen op het langere-termijnbelang van een oplossing.” Vermeer “Kijk, de komende tijd moet er weer meer gebouwd gaan worden, er is meer ruimte voor infrastructuurprojecten en noodzaak voor woningbouw; hoe gaan we nu om met deze problematiek? Hoe zorgen we dat het niet weer gebeurt? Waar ligt de grens van het toelaatbare bij zakelijke samenwerking? We zullen nieuwe structuren en definities moeten ontwikkelen.” Jansen “De NMa zal daarbij overigens niet actief betrokken zijn. Wij richten ons op overtredingen van de wet, niet op marktordening. De bouwsector zal eigener beweging moeten voldoen aan de regelgeving.”
Hoe ziet de bouwmarkt er over 5 tot 10 jaar uit? Zien we dan gevolgen van de hele bouwfraude en het optreden van de NMa? Zal er een ‘shake out’ van niet-eªciënte bedrijven plaatsvinden? Jansen “De ‘algemene’ welvaart is gediend bij een eªciënt werkende sector. Je ziet juist bij minder presterende sectoren, bij overaanbod, beschermende kartelconstructies ontstaan. Voor ons is het minder presteren van een sector dus reden voor aandacht.” Vermeer “De erkenning van het belang van concurrentie heeft even geduurd, maar door het optreden van de NMa zal op termijn de overcapaciteit verdwijnen. Minder presterende bedrijven zullen door het wegvallen van de onderlinge afspraken waarschijnlijk niet overleven. Je moet je voorstellen dat we het hier over een heel grote branche hebben. Er zijn zo’n 6.000 bouwbedrijven; dat is een veelkoppige eenheid die best wat marktwerking gebruiken kan.” Jansen “En verder zal in toenemende mate aan internationale regelgeving op het gebied van mededinging moeten worden voldaan. De NMa heeft nu al Europese regelgeving te handhaven. Maar van een level playing field op internationaal niveau is nog geen sprake.” Vermeer “Dat herken ik wel. Wij doen vrij veel met buitenlanders; ze hebben ons nodig. Maar voor buitenlandse bedrijven is de Nederlandse markt vrij lastig. De toetredingsdrempels zijn best hoog.” π
De algemene welvaart is gediend bij een eªciënt werkende sector.
De bouwsector kan best wat marktwerking gebruiken.
Dubbelinterview | Aanbesteden
11
Noot 1 www.nmanet.nl/nl/ Images/11_15944.pdf
1
De NMa in 2004
1.1
Het jaar in het kort In een markt waar gezonde concurrentie heerst, ontstaat innovatie. De voordelen komen ten goede aan consumenten, ondernemers en belastingbetalers. De NMa heeft tot doel deze voordelen te genereren of door te geven en neemt vanuit haar missie besluiten die maatschappelijke relevantie hebben. In 2004 boekte de NMa een aantal duidelijke resultaten, die ook maatschappelijk relevant waren. Staan resultaten centraal in dit gehele jaarverslag, in deze paragraaf worden de hoofdpunten belicht. Dit korte overzicht sluit aan bij de zes aandachtsvelden, zoals deze zijn vastgesteld op basis van de Agenda 2004 van de NMa1, tot stand gekomen na een brede, maatschappelijke consultatie.
Aanbesteden
Schoon schip in de bouwsector Na de parlementaire enquête over de bouwsector kwam begin 2004 opnieuw een schaduwboekhouding aan de oppervlakte met kartelafspraken in de bouwsector. In de nasleep van deze bouwa¤aire bleek dat een fors aantal bouwbedrijven na een oproep door de minister van Economische Zaken en de directeur-generaal van de NMa ‘schoon schip’ wilde maken. Zij gaven daarmee aan een actieve bijdrage te willen leveren aan normale marktwerking binnen de bouwsector. Deelnemers aan een kartel kunnen schoon schip maken door bewijzen voor het kartel uit eigen beweging te overhandigen aan de NMa. De NMa ontving 481 clementieverzoeken die vooral betrekking hadden op vooroverleg bij aanbestedingen. Een verkorte sanctieprocedure werd door de NMa geïntroduceerd om deze zaken versneld te behandelen.
Energiesector
Consument centraal bij energie Op 1 juli 2004 kon de Nederlandse burger voor het eerst volledig vrij kiezen waar hij of zij elektriciteit en gas wil afnemen. De Dienst uitvoering en toezicht Energie (DTe) heeft het vrijmaken van de gas- en elektriciteitsmarkt intensief begeleid. Dat gebeurde vooral vanuit het perspectief van de consument. DTe stelde transparantierichtlijnen op waaraan energienota’s moeten voldoen en hield toezicht op de naleving van vergunningsvoorschriften voor energieleveranciers. Ook beoordeelde de NMa de overname van elektriciteitsproducent Reliant door Nuon om het ontstaan van een machtspositie te voorkomen.
Zorgsector
Marktwerking in de zorg bewaken In de gezondheidszorg worden gestaag stappen gezet op weg naar meer marktwerking. Het doel is een betere, goedkopere, eªciëntere en meer innovatieve zorgsector met oog voor de publieke belangen. Bij dit proces zijn politiek, patiënten, zorgaanbieders, zorgverzekeraars en toezichthouders betrokken. De NMa zette kaders uit in visiedocumenten voor de Ziekenhuiszorg en de AWBZ en handhaafde die kaders in enkele concentratiezaken voor thuiszorginstellingen en ziekenhuizen. Daarnaast trad de NMa op tegen apothekers die hun elektronische netwerken met patiëntengegevens op een wijze hanteerden waarbij concurrenten en nieuwe toetreders zouden kunnen worden uitgesloten.
12
Jaarverslag 2004 NMa en DTe
Financiële sector
Resultaten in de financiële sector Winkeliers en detaillisten krijgen kosten in rekening gebracht voor pintransacties. Op aangeven van MKB Nederland deed de NMa onderzoek naar te hoge tarieven voor het betalingsverkeer. Hieruit bleek dat aanbieder Interpay excessieve prijzen hanteerde voor het uitvoeren van elektronische pinbetalingen. De NMa besloot in april 2004 Interpay een boete op te leggen van ruim 4 30 miljoen. Na dit besluit is er meer onderhandelingsruimte voor winkeliers en detaillisten ontstaan. Als reactie op een onderzoek van de NMa zijn ondernemingen in de verzekeringsbranche en het Verbond van Verzekeraars gezamenlijk begonnen met het opstellen en implementeren van een sectorbreed compliance-programma. Hiermee willen ondernemingen naleving van de mededingingswetgeving binnen de eigen organisatie waarborgen. Het is de eerste keer in Nederland dat een compliance-programma voor mededingingsregels op een dergelijk grote schaal wordt ingezet.
Vrije beroepen
Onderzoek naar vrije beroepen Er ontstaat steeds meer discussie over de gedragsregels en de mate van concurrentie binnen verschillende vrije beroepsgroepen. Ook bij de Europese Commissie en in verschillende lidstaten is er toenemende aandacht voor de concurrentie tussen advocaten, notarissen, makelaars en accountants. De markten van vrije beroepen zijn van oudsher sterk gereguleerd en kennen vaak hoge toetredingsdrempels. De NMa deed in 2004 onderzoek naar de noodzaak en de proportionaliteit van regels voor verschillende vrije beroepsorganisaties. Het onderzoek wordt in 2005 afgerond.
Inkoopmacht
Misbruik van inkoopmacht niet bewezen In de detailhandel, maar ook bij de relatie tussen zorgverzekeraars en fysiotherapeuten was inkoopmacht het onderwerp van felle maatschappelijke discussie. De NMa verrichtte in 2004 onderzoek naar de mededingingsrechtelijke gevolgen van inkoopmacht. De NMa trof tijdens het onderzoek geen overtredingen van de Mededingingswet aan en stelde vast dat inkoopmacht in het voordeel van de consument werkt indien er voldoende concurrentie is tussen de inkopende bedrijven. Bovenstaande voorbeelden betre¤en zaken waarbij grote economische en maatschappelijke belangen spelen. De NMa geeft prioriteit aan onderwerpen met een groot economisch, maatschappelijk of consumentenbelang. Haar optreden staat daardoor vaak in het brandpunt van de maatschappelijke discussie over de (economische) vormgeving van de samenleving.
Deel 1: Algemeen verslag | Hoofdstuk 1: De NMa in 2004
13
1.2
De NMa in dialoog Medewerkers van de NMa hebben in de dagelijkse praktijk contact met bedrijven, consumenten en maatschappelijke organisaties. Ze hebben gesprekken met tipgevers en indieners van klachten, ze zijn betrokken bij verhoren en hoorzittingen en geven lezingen op wetenschappelijke of sectorale congressen.
1.2.1
Van buiten naar binnen Om e¤ectief te kunnen zijn in het wegnemen van concurrentiebelemmeringen is de NMa in sterke mate afhankelijk van signalen uit de samenleving. Voor het contact ‘van buiten naar binnen’ zijn verschillende instrumenten ontwikkeld. Consultatie Zoals opgemerkt hecht de NMa veel belang aan ervaring en kennis uit de maatschappij vanwege de maatschappelijke implicaties van haar optreden. Dat is zeker het geval als zij nieuwe terreinen betreedt of van nieuwe instrumenten gebruik maakt.
Figuur 1 Contacten met de Informatielijn
Ondernemers, wetenschappers, consumenten en belangenorganisaties worden regelmatig uitgenodigd te reageren op ideeën en voorlopige standpunten van de NMa. Daarmee wordt ook beoogd acceptatie en naleving van de mededingingsregels te vergroten. Dat gebeurt vooral via consultatietrajecten. In 2004 consulteerde de NMa stakeholders en belangstellenden over haar Agenda 2005, inkoopmacht, concurrentie op de markt van assurantietussenpersonen en over de spelregels bij concentratiezaken. DTe consulteerde onder meer over de implementatie van de I&I-wet en de richtlijnen gastransport voor het jaar 2005.
16.000
12.000
8.000
4.000
Informatielijn Via de Informatielijn kunnen consumenten en ondernemers vragen stellen over de Mededingingswet of tips geven over overtredingen daarvan. Van deze mogelijkheid wordt veelvuldig gebruik gemaakt zoals blijkt uit figuur 1.
0 2003
2004
Figuur 2 Contacten naar aard en middel (in %)
24
28
23 25
NMa: e-mail NMa: telefoon DTe: e-mail DTe: telefoon
14
In 2004 werden 275 tips over een vermeende inbreuk van de Mededingingswet behandeld. Ongeveer één op de zeven tips kan aanleiding vormen om over te gaan tot een nieuw onderzoek of wordt meegenomen in bestaand onderzoek. Alle meldingen worden door de NMa gebruikt om een beeld te krijgen van het gedrag van ondernemingen. Monitoring De NMa houdt marktgedrag en ontwikkelingen in verschillende sectoren nauwlettend in de gaten. Dat gebeurt op structurele, geïnstitutionaliseerde wijze binnen de Monitor Financiële Sector (MFS) en de monitor van DTe. De MFS doet economisch onderzoek naar de mate van concurrentie in verschillende deelmarkten van de financiële sector, dit met het oog op het vroegtijdig identificeren van mogelijke risico’s voor de mededinging. In 2004 waren de belangrijkste conclusies van de MFS dat de voorkeur van afnemers voor
Jaarverslag 2004 NMa en DTe
langdurige relaties met aanbieders van financiële producten een negatieve invloed kan hebben op de mate van concurrentie binnen de financiële sector. Deze voorkeur kan zelfs leiden tot hogere prijzen. Het berekenen van kosten als een afnemer overstapt naar een andere financiële dienstverlener, kan dit beeld nog verder versterken. Bij de monitor van DTe gaat de aandacht uit naar de markt voor levering van gas en elektriciteit en de groothandelsmarkt voor energie. In 2004 werd verder een scan van de benzinemarkt gedaan door de NMa. Daarin werd geconstateerd dat de concurrentie tussen benzinestations op de lokale en regionale wegen is toegenomen, enerzijds door de toename van het aantal onbemande tankstations, anderzijds door het groeiende gebruik van kortingspasjes door consumenten.
Klachtenfunctionaris In 2004 werden vijf klachten in de zin van hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht ontvangen. Dat zijn klachten over de wijze waarop de NMa zich in een bepaalde zaak tegenover een burger of een onderneming heeft gedragen. De klachten hadden betrekking op: *
de informatieverschaªng over de stand van zaken bij de behandeling van een bezwaarschrift;
*
het niet instellen van een onderzoek naar feiten die zouden wijzen op een overtreding van de Mededingingswet;
*
de gang van zaken tijdens de hoorzitting over een bezwaarschrift;
*
het inachtnemen van onvoldoende objectiviteit bij het optreden jegens een bepaalde bedrijfssector;
*
het na 1 augustus 2004 buiten verdere behandeling laten van een bezwaarschrift tegen verlenging van een ontheªng vanwege het vervallen van artikel 17 van de Mededingingswet per die datum.
Twee van deze klachten werden door de directeur-generaal van de NMa ten dele gegrond en ten dele niet-gegrond verklaard; één klacht werd door hem volledig niet-gegrond verklaard. Voor twee klachten werd in overleg met de klager een oplossing in der minne bereikt.
Relatietevredenheidsonderzoek In 2004 heeft de NMa een relatieonderzoek laten doen onder advocaten en ondernemingen, een onderzoek onder gebruikers van de Informatielijn van de NMa/DTe alsook een bekendheids- en imago-onderzoek onder directeuren en eigenaren van ondernemingen en onder het Nederlandse publiek. Als sterke punten van de NMa kwamen uit deze onderzoeken naar voren: gezag, professionaliteit en juridische deskundigheid. Als verbeterpunten werden met name genoemd: slagvaardigheid en transparantie. De laatstgenoemde verbeterpunten zijn inzet geweest voor een interne operatie Tijdigheid & Transparantie, waarbij de gehele organisatie is doorgelicht op beide punten. Naar aanleiding hiervan zijn managementcontracten ingevoerd, benadert de NMa haar doelgroepen voortaan gerichter, is op de website van de NMa een activiteitenkalender geplaatst en wordt in 2005 de website vernieuwd.
Deel 1: Algemeen verslag | Hoofdstuk 1: De NMa in 2004
15
1.2.2
Van binnen naar buiten Transparantie over toepassing Het contact ‘van binnen naar buiten’ gebeurt bij de NMa veelvuldig en op uiteenlopende wijzen. De NMa krijgt regelmatig verzoeken van maatschappelijke organisaties en ondernemingen om guidance, of sturing bij mededingingsrechtelijke vraagstukken. In haar besluiten tracht de NMa zoveel mogelijk duidelijkheid te geven over de toepassing van het mededingingsrecht. Daarnaast brengt de NMa, als er op bredere schaal behoefte bestaat aan guidance over de toepassing van mededingingsregels, richtsnoeren uit. In 2004 werden richtsnoeren gepubliceerd over de spelregels bij concentratiezaken, over de gehanteerde boeterichtlijnen in enkele specifieke bouwzaken en over de toepassing van de bevoegdheid als amicus curiae (vriend van het hof) op te treden. Voorts werden de Richtsnoeren clementietoezegging aangepast en bracht de NMa visiedocumenten uit over inkoopmacht, de concurrentie in de ziekenhuissector en AWBZ-zorgmarkten. DTe stelde een richtlijn vast met criteria waaraan de opbouw van en posten op een energienota minimaal moeten voldoen. Verder stelde DTe de Beleidsregels proceduregeschillen energie vast en bereidde de Richtlijn voor opzegvergoedingen voor, die begin 2005 is vastgesteld.
Noot 2 www.nmanet.nl/nl/ Images/11_18847.pdf Noot 3 www.nmanet.nl/nl/ Images/11_26406.pdf Noot 4 www.nmanet.nl/nl/ Images/11_17437.pdf
16
Publicaties en optredens Door middel van publicaties en het optreden van NMa’ers op congressen en symposia probeert de NMa duidelijkheid te scheppen. Directeur-generaal Pieter Kalbfleisch sprak in 2004 onder andere op het seminar ‘Gevolgen modernisering van het mededingingsrecht’, georganiseerd door VNO-NCW en Freshfields.2 Tijdens de MKB-adviesraadvergadering van de ING Bank benadrukte hij het belang van brancheverenigingen bij de naleving van de mededingingsregels.3 In een andere lezing ging hij in op de visie van de NMa op de toepassing van artikel 24 van de Mededingingswet over misbruik van een economische machtspositie. Met name kwam bij die gelegenheid de beoordeling van excessief hoge prijzen bij de misbruiktoetsing aan de orde.4 Het kwartaalblad NMagazine besteedt aandacht aan verschillende maatschappelijke thema’s en zaken die in en om de NMa spelen. Ongeveer 3.000 externe contacten ontvangen het blad. Naar aanleiding van een onderzoek onder de lezers van NMagazine in 2004 is de bladformule aangepast, zodat deze beter aansluit op de behoeften van de belangrijkste doelgroepen van het blad: ondernemers en brancheverenigingen.
Jaarverslag 2004 NMa en DTe
Brochures, richtsnoeren en veelgestelde vragen: waar zijn ze te vinden? De NMa tracht maximale naleving van de mededingingsregels te bereiken. Daarvoor is het van belang burgers en bedrijven zo goed mogelijk te informeren over deze mededingingsregels. De NMa brengt regelmatig brochures uit waarin kort en krachtig wordt uitgelegd wat er precies wordt bedoeld met de regelgeving. Zo werd in 2004 de brochure ‘Modernisering Europese mededingingsregels’ gepubliceerd. Alle brochures van de NMa zijn te downloaden via www.nmanet.nl onder ‘Nieuws en publicaties’. Voor een uitgebreide juridische uitleg over de handhaving door de NMa in verschillende sectoren en met uiteenlopende instrumenten, brengt de NMa richtsnoeren uit die vooral gericht zijn aan ondernemers, advocaten, consultants en studenten van het mededingingsrecht. Deze richtsnoeren zijn te vinden via www.nmanet.nl onder ‘Wet- en regelgeving’. Via de websites van de NMa, DTe en Vervoerkamer wordt op verschillende wijzen informatie verschaft aan consument en ondernemer. Zo heeft de website van DTe inmiddels aparte pagina’s met informatie voor consumenten over de energiemarkt: www.dte.nl/nederlands/consumenten. De NMa-website biedt veel informatie aan in dossiers over specifieke onderwerpen (www.nmanet.nl onder ‘Nieuws en publicaties’). Daarin worden onder andere veelgestelde vragen beantwoord, bijvoorbeeld over kabel, internet en televisie, over zorg en over de procedures van de NMa. De Vervoerkamer is te vinden bij de NMa: www.nmanet.nl/nl/Vervoerkamer. DTe geeft informatie op het volgende adres: www.dte.nl.
Advocacy De NMa wordt met regelmaat verzocht advies te geven in uiteenlopende beleidstrajecten. Advocacy speelt ook een rol bij de gekozen aandachtsvelden in de Agenda 2004 van de NMa zoals deze terugkomen in deel 2 van dit jaarverslag. De kennis die de NMa vergaart kan zij gebruiken in haar advisering aan departementen, met name wanneer vanuit de departementen beleid wordt verwacht dat invloed heeft op de concurrentie in een sector. Zo heeft DTe op basis van haar kennis en ervaring van de energiemarkten de minister van Economische Zaken in 2004 verschillende malen geadviseerd omtrent marktontwikkelingen en eventuele maatregelen. Op 4 november 2004 heeft de minister de directeur DTe advies gevraagd over de taken en activiteiten van de netbeheerder na splitsing van de energiebedrijven. Op 16 december 2004 heeft de directeur DTe het gevraagde advies aan de minister gestuurd. Het creëren van onafhankelijke en zelfstandige netbeheerders vraagt om een scherpe definiëring van de taken, verantwoordelijkheden en toegestane activiteiten van de netbeheerder in de situatie na splitsing. De minister betrekt het advies bij het wetsvoorstel voor de splitsing van de energiebedrijven dat momenteel wordt voorbereid. DTe heeft in 2004 onder andere ook geadviseerd over de warmtemarkt, de ministeriële regeling voor afnemers en over de onafhankelijkheid van netbeheerders. Op verzoek van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit heeft de NMa haar visie gegeven op de monopoliepositie van Rendac, een verwerker van dierlijk restmateriaal. De NMa heeft aangegeven niet over aanwijzingen te beschikken dat Rendac haar economische machtspositie misbruikt. De NMa
Deel 1: Algemeen verslag | Hoofdstuk 1: De NMa in 2004
17
heeft de minister voorts een tweetal overwegingen meegegeven dat gebruikt kan worden bij de herziening van het destructiestelsel en het introduceren van (meer) marktwerking. Op verzoek van de minister van Economische Zaken heeft de NMa in 2004 verschillende malen advies gegeven. Zij adviseerde onder meer over het verzoek van KPN om toegang tot de kabel te krijgen, over de vraag of KPN thans een groter belang binnen Digitenne zou mogen verwerven en over het Besluit vrijstelling combinatieovereenkomsten. In deze laatste zaak adviseert de NMa de minister nader te onderzoeken of het wenselijk en mogelijk is de norm voor het toestaan van bouwcombinaties te operationaliseren. Een nader ingevulde norm zou meer helderheid scheppen over welke combinaties wel en welke niet toelaatbaar zijn en zou de beoordeling (self-assessment door ondernemingen en door aanbestedende diensten) van die toelaatbaarheid van combinaties eenvoudiger kunnen maken.
Noot 5 Bijvoorbeeld J.J.M. Sluijs, Gereguleerde marktwerking van socialezekerheidsbelangen – Het mededingingsrecht en het vrij verkeer van diensten voor zorgen pensioenbelangen. diss. VU, Kluwer, Deventer, 2004; P.M.M.M. Beusmans en J.N. van Ommeren, ‘Collaboration and Defensive Behaviour: The Influence of Competition Policy on Associations in the Netherlands’, European Competition Law Review, 25 (2004), blz. 502–508; V. Bröcheler, S. Maijoor en A. van Witteloostuijn, ‘Auditor human capital and audit firm survival’, Accounting Organizations and Society, 29 (2004), blz. 627–646.
Wetenschappelijke dialoog De dialoog met de wetenschap vindt op verschillende manieren plaats. Naast het schrijven van artikelen in de vakpers5 en het geven van gastcolleges en presentaties op (internationale) wetenschappelijke congressen, zijn diverse handboeken op het gebied van het mededingingsrecht en de mededingingseconomie door medewerkers in eigen tijd en op persoonlijke titel vervaardigd. In 2004 is voor het eerst een bundeling van overdrukken van artikelen verschenen en zag het eerste onderzoeksmemorandum het licht. De NMa streeft naar een goede wisselwerking en een kritische dialoog met de wetenschap, zodat besluitvorming kan plaatsvinden op basis van relevante moderne inzichten. De mededingingseconomie en het mededingingsrecht zijn vakgebieden die aan snelle veranderingen en nieuwe inzichten onderhevig zijn, zowel binnen Nederland als daarbuiten. Dit geldt in het bijzonder voor de toegepaste micro-economie en de industriële organisatie. Daarom streeft de NMa er voortdurend naar haar capaciteit voor het maken van goede juridische en economische analyses te versterken en tegelijkertijd de praktische bruikbaarheid van universitair onderzoek op de genoemde terreinen te vergroten. Sinds april 2005 wordt concreet gewerkt aan het opzetten van een Economisch Bureau binnen de NMa, dat per 1 januari 2006 volledig operationeel moet zijn. Ook is er regelmatig contact met de Vereniging voor Mededingingsrecht waarbij zienswijzen met betrekking tot de mededingingsrechtpraktijk en met betrekking tot voorgenomen beleid en wetgeving worden uitgewisseld. De NMa is betrokken bij het stimuleren van de ontwikkeling en versterking van de toegepaste mededingingseconomie zowel in het curriculum van universiteiten als op de onafhankelijke onderzoeksagenda’s van toonaangevende wetenschappers. Een voorbeeld zijn de activiteiten van ENCORE, een wetenschappelijk netwerk voor concurrentie- en reguleringsvraagstukken. ENCORE verzorgt onderzoeksprogramma’s, postacademische opleidingen en congressen waarbij de NMa als medeoprichter van ENCORE een stimulerende rol speelt.
18
Jaarverslag 2004 NMa en DTe
Ten slotte zijn er tweewekelijkse discussiebijeenkomsten van juristen en economen, waarbij in 2004 onder andere lezingen werden gegeven door prof. dr. Joseph E. Harrington Jr. (Johns Hopkins University) en prof. dr. Arjen van Witteloostuijn (Rijksuniversiteit Groningen en University of Durham).
1.3
Rondom de NMa De wetgever bepaalt de taken en bevoegdheden van de NMa. Daarnaast hebben ontwikkelingen binnen en buiten de NMa invloed op haar functioneren. In deze paragraaf worden de ontwikkelingen geschetst die voor de NMa als geheel gevolgen hebben gehad. Ontwikkelingen die van belang zijn voor specifieke onderdelen van de NMa komen in hoofdstuk 2 van dit jaarverslag aan de orde. Wet NMa-zbo Op 7 december 2004 heeft de Eerste Kamer het wetsvoorstel aangenomen waardoor de NMa omgevormd wordt tot een zelfstandig bestuursorgaan (zbo). Er komt een Raad van Bestuur, die de status van zbo heeft. De Raad van Bestuur van de NMa bestaat met ingang van 1 juli 2005 uit drie leden. De belangrijkste wijziging in de Mededingingswet is dat de bevoegdheid van de Minister van Economische Zaken om in individuele mededingingszaken aanwijzingen te kunnen geven, vervalt. De Minister blijft wel verantwoordelijk voor het mededingingsbeleid en kan de NMa algemene aanwijzingen geven. De Wet NMa-zbo voorziet er onder andere in dat DTe volledig wordt geïntegreerd in de NMa en rechtstreeks onder de verantwoordelijkheid valt van de Raad van Bestuur. De zbo-status heeft voor de medewerkers geen rechtspositionele consequenties. Zij blijven in dienst van het ministerie van Economische Zaken. Oprichting Vervoerkamer De Vervoerkamer, die sinds 2001 als project van de NMa functioneerde, kreeg in 2004 de status van volwaardige kamer van de NMa. Aanleiding hiertoe was het toebedelen aan de Vervoerkamer van het toezicht op de naleving van twee wetten, namelijk de Wet personenvervoer 2000 en de Spoorwegwet. Eind 2004 werd duidelijk dat de Spoorwegwet per 1 januari 2005 in werking zou treden. Het toezicht richt zich op het naleven van wettelijke normen en verplichtingen en heeft betrekking op de dienstverlening in de vervoersector en het marktgedrag van ondernemingen. Rolverdeling NMa – Zorgautoriteit in oprichting Om duidelijkheid te scheppen over de taak- en rolverdeling tussen de NMa en het CTG/ZAio (College Tarieven Gezondheidszorg/Zorgautoriteit in oprichting) is gewerkt aan een samenwerkingsprotocol dat in 2005 wordt getekend. Hierin worden afspraken vastgelegd over samenwerking en werkverdeling. Deze afspraken verscha¤en voor marktpartijen duidelijkheid over wat de taken zijn van deze toezichthouders in de zorgsector en waar marktpartijen met hun klachten terecht kunnen. De samenwerking met de OPTA dient hier als voorbeeld. In deze samenwerkingsrelatie leverde de NMa een bijdrage aan de afbakening
Deel 1: Algemeen verslag | Hoofdstuk 1: De NMa in 2004
19
van nieuwe markten door OPTA. Uit de evaluatie van OPTA zelf blijkt dat de samenwerking tussen OPTA en de NMa naar tevredenheid verloopt. Wet rechtstreeks beroep Voordat tegen een besluit van een bestuursorgaan beroep bij de rechter kan worden ingesteld, dient volgens de Algemene wet bestuursrecht eerst bij het bestuursorgaan bezwaar te worden gemaakt. Op 1 september 2004 is in de wet de mogelijkheid opgenomen de bezwaarprocedure over te slaan en rechtstreeks bij de rechter beroep aan te tekenen, mits de belanghebbenden daarom verzoeken en het bestuursorgaan daarmee instemt. Met rechtstreeks beroep kan de proceduretijd met een aantal maanden worden bekort. In beginsel zal de NMa instemmen met verzoeken om rechtstreeks beroep waar het gaat om sanctiebesluiten op grond van de Mededingingswet. Waar het gaat om andere besluiten wordt van geval tot geval door de NMa of DTe beoordeeld of een zaak geschikt is voor rechtstreeks beroep. Rechtstreeks beroep ligt niet voor de hand als de feiten of wederzijdse standpunten nog niet duidelijk zijn of als er nog mogelijkheden zijn het geschil op te lossen. In 2004 is in één geval verzocht om en ingestemd met rechtstreeks beroep. Nieuwe waarborgen sanctieprocedure Per 1 september 2004 wordt het feitencomplex dat een onderzoek heeft opgeleverd voor commentaar voorgelegd aan de betrokken partijen. De achtergrond hiervan is dat het, door het van kracht worden van de Wet rechtstreeks beroep, mogelijk wordt dat de bezwaarfase in sanctiezaken wordt overgeslagen en direct tegen een sanctiebesluit in beroep kan worden gegaan bij de rechtbank Rotterdam. Daarmee vervalt de mogelijkheid van een integrale heroverweging van het primaire besluit op basis van het advies van de Adviescommissie bezwaarschriften Mededingingswet. Met het voor commentaar voorleggen van het feitencomplex wordt de verdere zorgvuldigheid van de besluitvorming gediend. Daarnaast is besloten dat rapporten naar aanleiding van onderzoeken naar mededingingsrechtelijke overtredingen per 1 september 2004 worden getekend door de directeur Concurrentietoezicht. De directeur-generaal van de NMa geeft de directeur opdracht tot het ‘doen opstellen’ van een rapport. Hiermee wordt de scheiding tussen enerzijds het doen van het onderzoek en het opstellen van het rapport door de directie Concurrentietoezicht en anderzijds het sanctioneren door de directeur-generaal van de NMa verder versterkt. Civiele handhaving Een ondernemer of consument die in zijn belang is getro¤en, kan bij de NMa aankloppen of een civiele procedure beginnen. Hij kan stellen dat de concurrentieregels zijn overtreden en dat hij daardoor schade heeft geleden. Bij de totstandkoming van de Mededingingswet heeft de wetgever van meet af aan vooropgesteld dat de handhaving van de Mededingingswet niet alleen een taak is van de NMa maar dat belanghebbenden ook zelf naleving van de mededingingsregels kunnen afdwingen, met name via de burgerlijke rechter.
20
Jaarverslag 2004 NMa en DTe
Hoewel de belangstelling gedurende de eerste jaren van de Mededingingswet vooral uitging naar handhaving door de NMa, is de naleving van de mededingingsregels al veelvuldig bij de burgerlijke rechter aan de orde geweest: in 2004 heeft de burgerlijke rechter in circa 25 zaken uitspraken gedaan. Zowel in Europees verband als door de Nederlandse overheid wordt civielrechtelijke handhaving uitdrukkelijk gestimuleerd. De mogelijkheid van civielrechtelijke handhaving is ook één van de criteria van het prioriteringsbeleid van de NMa6 als het gaat om de weging van doelmatigheid en doeltre¤endheid van NMa-optreden. In bepaalde gevallen is bij uitstek de belanghebbende in staat handhaving van de mededingingsregels via een civielrechtelijk geding aan de orde te stellen, bijvoorbeeld indien hij wordt getro¤en door een leveringsweigering of een beperkende contractuele voorwaarde die in strijd is met de Mededingingswet.
Noot 6 Zie Agenda 2004 van de NMa: www.nmanet.nl/nl/ Images/11_15944.pdf
Wetenschappelijke competentie Binnen de NMa worden zaken doorgaans behandeld in multidisciplinaire teams met zowel economische als juridische competentie. Bij het monitoren van sectoren, het beoordelen van concentraties en het opsporen van een kartel of het vaststellen van misbruik van een economische machtspositie wordt veelvuldig gebruik gemaakt van intern of extern uitgevoerd economisch onderzoek. In 2004 creëerde de NMa een roulerende adviesfunctie voor een toonaangevende academische econoom met een aanstelling aan een Nederlandse of buitenlandse universiteit, van waaruit de kandidaat wordt gesecondeerd bij de NMa. Het concept van de functie is afgeleid van dat van Deputy Assistant Attorney General for Economic Analysis, zoals die in de Verenigde Staten bestaat. Ook in andere EU-lidstaten bestaat een dergelijke functie. De NMa hoopt, afhankelijk van beschikbaarheid en na evaluatie van de ervaringen, deze functie bij voorkeur ieder jaar met een andere toonaangevende academicus in te vullen. In 2005 wordt deze functie vervuld door dr. M.P. Schinkel van de Universiteit van Amsterdam.
Noot 7 Verordening 1/2003 van 16 december 2002 betre¤ende de uitvoering van de mededingingsregels van de artikelen 81 en 82 van het Verdrag, PB L 1 van 4 januari 2003, blz. 1–25. Noot 8 Verordening 139/2004 van 20 januari 2004 betre¤ende de controle op concentraties van ondernemingen, PB L 24 van 29 januari 2004, blz. 1–22.
Enkele medewerkers van de NMa zijn in 2004 gepromoveerd of werkten verder aan hun promotieonderzoek. De NMa ondersteunt promotieonderzoek, bijvoorbeeld door het verlenen van studieverlof en/of een tegemoetkoming in de kosten.
1.4
De NMa internationaal
1.4.1
De modernisering van het Europese mededingingsrecht In de toepassing van het Europese kartelverbod (artikel 81 van het EG-Verdrag) en het Europese verbod op misbruik van een economische machtspositie (artikel 82) alsook in de handhaving van de Europese concentratieregels zijn in 2004 belangrijke hervormingen doorgevoerd, met respectievelijk Verordening 1/20037 en Verordening 139/2004.8
Deel 1: Algemeen verslag | Hoofdstuk 1: De NMa in 2004
21
1.4.1.1
Noot 9 De Commissie heeft in samenwerking met het ECN een aantal bekendmakingen en mededelingen gepubliceerd die belangrijk zijn voor de uitvoering van Verordening 1/2003 binnen het ECN. De bekendmakingen zijn te vinden op de website van de Europese Commissie: http://europa.eu.int/ comm/competition/antitrust/ legislation/
Concurrentietoezicht Op 1 mei 2004 trad Verordening 1/2003 in werking als vervanging van de oude Verordening 17/62. Met Verordening 1/2003 is de mogelijkheid tot het verkrijgen van een ontheªng van het kartelverbod uit artikel 81, eerste lid, van het EG-Verdrag afgeschaft. Voorbereidingen en wijzigingen In de eerste helft van 2004 schonk de NMa veel aandacht aan de voorbereidingen op de inwerkingtreding van de Verordening. De NMa heeft op intensieve wijze bijgedragen aan de oprichting van het European Competition Network (ECN)9 en de totstandkoming van de samenwerking daarbinnen. Daarnaast communiceerde de NMa met een brochure, haar website en spreekbeurten over de veranderingen die de Verordening met zich brengt en adviseerde de NMa het ministerie van Economische Zaken over de nationale wetswijzigingen die voortvloeien uit de Verordening. Ten slotte vereiste de inwerkingtreding van de Verordening aanpassingen van de interne werkwijze van de NMa. De belangrijkste wijzigingen worden hieronder in de tekstbox vermeld.
Verordening 1/2003 De Verordening vereist dat de NMa in een zaak waarin de handel tussen lidstaten kan worden beïnvloed, niet alleen het Nederlandse mededingingsrecht toepast, maar ook het Europese. Dit betekent een extra toets in elke zaak die de NMa behandelt. Dit brengt ook met zich mee dat de NMa nieuwe onderzoeken en conceptbeschikkingen meldt aan de Europese Commissie en het ECN indien sprake is van beïnvloeding van de handel tussen lidstaten. Verder maakt de Verordening, onder bepaalde voorwaarden, de uitwisseling van vertrouwelijke informatie binnen het ECN mogelijk. Met de taken die uit de samenwerking voortvloeien, is een stafeenheid binnen de directie Concurrentietoezicht belast. Voor de uitwisseling van informatie is een disclosure oªcer aangewezen. De Verordening introduceert de bevoegdheid voor de NMa rechters bij te staan in mededingingszaken als amicus curiae (vriend van het hof). In de Richtsnoeren amicus curiae geeft de NMa aan hoe zij omgaat met deze bevoegdheid. De Verordening maakte een aantal overgangsregelingen noodzakelijk. In bezwaarzaken, waarin in eerste instantie wegens schending van de artikelen 6 en/of 24 van de Mededingingswet een sanctie was opgelegd, is alsnog overgegaan tot toepassing van de artikelen 81 en/of 82 van het EG-Verdrag, indien de handel tussen lidstaten kon worden beïnvloed. Voorbeelden hiervan zijn de zaken 2269 (garnalen) en 2658 (mobiele operators). Na afschaªng van het Europese ontheªngssysteem besloot de Nederlandse wetgever ook het
Noot 10 Zie de wet van 30 juni 2004 tot wijziging van de Mededingingswet en enige andere wetten in verband met de implementatie van EG-Verordeningen 1/2003 en 139/2004 (Wet Modernisering EG-mededingingsrecht), Staatsblad 20-07-2004, 345.
nationale ontheªngssysteem af te scha¤en.10 De Wet Modernisering EG-mededingsrecht11 bepaalt (in art. IIIa, derde lid) dat de lopende bezwaarprocedures inzake ontheªngen buiten verdere behandeling worden gelaten.
Noot 11 Idem.
22
Jaarverslag 2004 NMa en DTe
Samenwerking binnen het ECN Vanaf 1 mei 2004 handhaven, naast de Europese Commissie, de nationale mededingingsautoriteiten het Europese kartelverbod en het Europese verbod op misbruik van een economische machtspositie. De NMa pakt samen met andere mededingingsautoriteiten in Europa overtredingen aan die de handel tussen de lidstaten kunnen beïnvloeden. Hiertoe werken de nationale mededingingsautoriteiten en de Europese Commissie samen in het ECN. De NMa neemt deel aan de vijf beleidswerkgroepen12 en de plenaire vergadering van het ECN. In deze gremia wordt het uitvoeringsbeleid van Verordening 1/2003 voorbereid. Tevens is de NMa vertegenwoordigd in sectorale subgroepen van het ECN. Ten slotte nam de NMa deel aan de Directors General Meeting.
Noot 12 Dit zijn de werkgroepen: ‘Transitional Issues’, ‘Ne-bis-inidem’, ‘Leniency’, ‘Communication and Information’ en ‘Article 82’.
Resultaten Sinds 1 mei 2004 meldde de NMa zeventien nieuwe onderzoeken aan het ECN in het kader van artikel 11, derde lid, van Verordening 1/2003 en legde zij tien conceptrapporten c.q. -besluiten aan het ECN voor. Ook verleende de NMa vier maal bijstand aan de Europese Commissie bij het verrichten van inspecties bij ondernemingen in Nederland. In 2004 paste de NMa de artikelen 81 en/of 82 van het EG-Verdrag onder andere toe in de zaken 3031 (Uitzendbureaus) en 3310 (Nederlands Tandtechnisch Genootschap). 1.4.1.2
Concentratietoezicht Per 1 mei 2004 is een nieuwe Europese concentratieverordening (Verordening 139/2004) van kracht. Naast een herziene formulering van de inhoudelijke toets voor concentraties is een vernieuwd verwijzingsstelsel in werking getreden. Met de verduidelijkte toets kunnen concentraties worden tegengehouden indien deze ‘op een significante wijze een daadwerkelijke mededinging belemmeren, met name als gevolg van het in het leven roepen of versterken van een machtspositie’. Onder het nieuwe verwijzingsstelsel hebben ondernemingen de mogelijkheid een verwijzingsverzoek in te dienen vóórdat de zaak formeel gemeld is bij een mededingingsautoriteit. Zodoende behoeven ondernemingen geen melding te maken van een concentratie bij diverse Europese mededingingsautoriteiten. Op basis van deze nieuwe verwijzingsprocedure is in 2004 één zaak, die bij de NMa gemeld zou moeten worden, in de pré-meldingsfase naar de Europese Commissie verwezen. Met de herziening van het verwijzingsstelsel zijn de ‘Principles on the application by National Competition Authorities on referrals of concentrations to the European Commisssion’ van de European Competition Authorities (ECA) ook toe aan vernieuwing. De Principles vormen de basis voor de samenwerking van de nationale mededingingsautoriteiten bij dergelijke verwijzingen. De ECA-bijeenkomst in Trier en Luxemburg in mei 2004 was het startpunt voor de werkzaamheden binnen de ‘ECA Multi-jurisdictional mergers working group’ ter herziening van de Principles. De NMa is een actieve deelnemer aan deze werkgroep.
Deel 1: Algemeen verslag | Hoofdstuk 1: De NMa in 2004
23
1.4.2
Nederland voorzitter van de Europese Unie De NMa ontplooide twee activiteiten in het kader van het Nederlandse voorzitterschap van de Raad van Ministers van de Europese Unie vanaf 1 juli 2004. European Competition Day Op 22 oktober 2004 organiseerde de NMa in samenwerking met het ministerie van Economische Zaken de ‘European Competition Day’. Het centrale thema was ‘Compete!’; er werd gesproken over de mogelijkheden om de civielrechtelijke handhaving in Europa te stimuleren. Een ander onderwerp was het opzetten van complianceprogramma’s door bedrijven: in hoeverre en hoe kunnen overheden dit stimuleren? Seminar ‘Competition Law and Liberalisation in the Polish Market’ Op 7 december 2004 organiseerde de NMa samen met de Poolse mededingingsautoriteit (UOKIK) en de Nederlandse ambassade in Warschau een seminar over mededinging en liberalisering in Polen. De sprekers waren afkomstig van UOKIK, de Europese Commissie, de advocatuur en de NMa. Het Nederlandse en Poolse bedrijfsleven waren goed vertegenwoordigd. Het doel van de dag was te schetsen welke rol het mededingingsbeleid kan spelen in de sterk liberaliserende Poolse markt.
1.4.3
Europese en internationale samenwerking bevorderen De NMa nam in 2004 actief deel aan Europese en internationale bijeenkomsten en werkgroepen in het kader van European Competition Authorities (ECA), International Competition Network (ICN) en de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO). De NMa heeft als uitgangspunt dat samenwerking tussen autoriteiten kennisontwikkeling bevordert en zo de kwaliteit van het toezicht verhoogt. De bijeenkomsten waar de NMa grote inbreng had, waren: de ECA-werkgroep over ‘Financial Services’. In deze werkgroep werken de * Ierse, Britse, Zweedse en Nederlandse mededingingsautoriteiten samen aan een vergelijkende studie over retailbanking en betalingssystemen. Het doel is een kwalitatieve beschrijving van de mededinging in de financiële sector, een analyse van het concentratieniveau en een beschrijving en vergelijking van de verschillende betalingssystemen; * een tweedaagse workshop van de ICN ‘Merger Subgroup on Investigative Techniques’ in Brussel (oktober 2004). Aan de hand van een praktijkcasus zijn de stappen van een onderzoek doorlopen; en * de ‘Energy Day’ die op 21 september 2004 door de Europese Commissie werd georganiseerd in Brussel. De NMa ontplooide in 2004 ook op eigen initiatief activiteiten op internationaal gebied. Meer hierover staat vermeld in de betre¤ende tekstbox.
24
Jaarverslag 2004 NMa en DTe
NMa organiseert internationale congressen ‘Forensische IT’ De NMa maakt bij haar bedrijfsbezoeken steeds vaker gebruik van digitale recherche. Dit houdt in dat de NMa bewijsmateriaal vergaart door onderzoek te doen in digitale gegevens. In 2003 gaf de NMa inzicht in haar procedures met de publicatie van de ‘Werkwijze met betrekking tot het inzien en kopiëren van digitale gegevens en bescheiden’. Ook andere Europese mededingingsautoriteiten maken in toenemende mate gebruik van digitale recherche. Op dit nieuwe werkterrein kunnen mededingingsautoriteiten veel van elkaar leren. Het is van belang te bekijken hoe zij de digitale informatie kunnen uitwisselen. Daarom bereidde de NMa in 2004 samen met de Italiaanse mededingingsautoriteit de ‘3rd European Forensic-IT Meeting’ voor. Dit congres, dat in april 2005 plaatsvond in Rome, is een vervolg op de eerdere congressen over dit onderwerp.
‘International Conference Simulation Models for Merger Cases’ Op 23 november 2004 organiseerde de NMa een internationale conferentie waar werd gesproken over de toepassing van economische modellen bij de berekening van e¤ecten van concentraties (zie ook paragraaf 2.2.3). De conferentie werd bezocht door een groot aantal prominente deelnemers uit de hele wereld. Circa twintig mededingingsautoriteiten en sprekers zoals prof. dr. G.J. Werden (US Department of Justice), prof. dr. L.H. Röller (Chief Economist DG Competition) en prof. dr. M. Ivaldi (Université de Toulouse) waren aanwezig.
1.4.4 Noot 13 Richtlijn 2001/14 EG van 26 februari 2001, van het Europees Parlement en de Raad inzake de toewijzing van spoorweginfrastructuurcapaciteit en de heªng van rechten voor het gebruik van spoorweginfrastructuur alsmede inzake veiligheidscertificering, PB L 75 van 19 maart 2001, blz. 29–46.
Vervoerkamer Richtlijn 2001/14 EG13 schrijft voor dat lidstaten een toezichthoudende instantie instellen in de spoorsector. De regulerende instanties van de verschillende lidstaten, zoals de Vervoerkamer in Nederland, moeten informatie uitwisselen en samenwerken om op die manier best practices voor het toezicht te ontwikkelen. In 2004 heeft deze richtlijn gestalte gekregen. Tijdens zes bijeenkomsten is de implementatie van de richtlijn in de lidstaten aan bod gekomen. Ook was er aandacht voor de netverklaringen en problemen bij het verkrijgen van toegang tot het spoor. Met name de ervaringen van de Engelse en Duitse toezichthouders waren direct toepasbaar. De Vervoerkamer paste de nieuw verworven inzichten toe bij de adviezen aan ProRail en het ministerie van Verkeer en Waterstaat. In december 2004 bereikten de spoortoezichthouders van Nederland, Duitsland, Zwitserland en Italië overeenstemming over samenwerking en gezamenlijk te ondernemen activiteiten ten aanzien van het goederenvervoer per spoor op het traject Rotterdam – Milaan. De afspraken die de basis vormen van dit samenwerkingsverband zijn vastgelegd in een open brief aan alle belanghebbenden. Het samenwerkingsverband sluit aan bij afspraken die de transportministeries en de infrastructuurbeheerders in deze landen hebben gemaakt onder de gezamenlijke vlag van International Quality Improvement Corridor (IQC). De afspraken hebben de verhoging van de kwaliteit en kwantiteit van het goederenvervoer per spoor tot doel. Problemen die de spoorwegondernemingen op dit traject ervaren, kunnen door het samenwerkingsverband van toezichthouders vanaf begin 2005 in principe verholpen worden.
Deel 1: Algemeen verslag | Hoofdstuk 1: De NMa in 2004
25
1.4.5
DTe Internationaal TSO-seminar Op 27 en 28 mei 2004 organiseerde DTe in Den Haag een seminar over ‘European Regulatory Transmission System Operator benchmarking’. Doel van het seminar was praktische ervaringen uit te wisselen over de benchmarking (vergelijking) van landelijke elektriciteitsnetbeheerders. Benchmarking speelt een belangrijke rol in de regulering van de transporttarieven van de landelijke netbeheerder in Nederland, TenneT. Madrid en Florence fora DTe heeft deelgenomen aan het ‘8th European Gas Regulatory Forum’ op 8–9 juli 2004 in Madrid en het ‘11th European Electricity Regulatory Forum’ op 16–17 september 2004 in Florence. Onder voorzitterschap van de Europese Commissie kwamen de belangrijkste energiereguleringsonderwerpen aan bod. Op het Madrid Forum heeft DTe samen met de Britse toezichthouder Ofgem een rapport gepresenteerd waaruit blijkt dat een groot aantal gas-TSO’s (Transmission System Operators) op de goede weg is, maar nog onvoldoende een entry/exit-tarief- en capaciteitsystemen heeft geïmplementeerd. CEER-werkgroepen en ERGEG-focusgroepen DTe neemt actief deel aan werkgroepen en vergaderingen binnen de Europese koepelorganisatie Council of European Energy Regulators (CEER) en het adviesorgaan voor energieregulering van de Europese Commissie, de European Regulators Group for Electricity and Gas (ERGEG). De Elektriciteitswerkgroep heeft onder meer reacties geformuleerd op voorgestelde Europese regelgeving, gesprekken gestart met Europese belangenorganisaties over congestiemanagement en er is gewerkt aan een systeem voor compensatie tussen TSO’s. De Gaswerkgroep werkte aan het reguleringskader voor nieuwe investeringen in infrastructuur en aan ‘spelregels’ voor gasopslagbedrijven. DTe trekt samen met de Deense regulerende instantie de taakgroep die een benchmark van gastransmissietarieven uitvoert. De Werkgroep Interne Energiemarkt stelde indicatoren voor marktmonitoring op en werkte aan een definitie voor regionale markten. Tevens werd in 2004 regelmatig overleg gevoerd met de Europese Commissie over mededinging in de energiemarkten en diverse rapportages.
Figuur 3 Aantal medewerkers per onderdeel
82
107
3 8 24
57 59
1.5
De NMa in bedrijf
1.5.1
Personeel In het verslagjaar groeide de NMa naar 369 formatieplaatsen (een uitbreiding van 30 plaatsen ten opzichte van 2003). Deze groei was het gevolg van een intensivering en uitbreiding van de activiteiten bij DTe, de directie Concurrentietoezicht, de Juridische Dienst en de stafafdeling Strategie & Communicatie. De formele uitbreiding is ingegaan op 1 oktober 2004. Daardoor bleef de feitelijke bezetting in 2004 nog achter en steeg het aantal medewerkers van 342 naar 345. De bezettingsgraad bedroeg op 31 december 2004 88%.
Directie Concurrentietoezicht Directie Concentratiecontrole Juridische Dienst DTe Vervoerkamer CTG/ZAio (extern)1 Stafafdelingen 1
Drie medewerkers zijn vanuit de NMa gedetacheerd bij het CTG/ZAio.
26
Jaarverslag 2004 NMa en DTe
Het HRM-beleid heeft drie doelstellingen: aantrekkingskracht, innovatief vermogen en goed werkgeverschap. Deze hoofdthema’s zijn verder uitgewerkt in een Balanced Scorecard met te behalen resultaten (weergegeven als NMa-norm in de tabellen 1, 2 en 3).
Figuur 4 Aandeel sollicitaties per wervingsmiddel (in %) 14
7
21 2 2 2 5 5
Het HRM-beleid is gericht op een goede bekendheid bij de relevante doelgroepen op de arbeidsmarkt. Daarnaast biedt de NMa haar medewerkers optimale ontwikkelmogelijkheden en interessant, zichtbaar werk met maatschappelijke relevantie.
47 13
1.5.1.1 Website NMa Website overig (Rijk, mobiliteitsbank, EZ, overig) Uitzendbureau Open sollicitatie Stageaanvragen Netwerk/gerichte benadering Interne sollicitatie Advertentie Beurzen/bedrijvendagen Searchbureau Overig/onbekend
Figuur 5
Aantrekkelijk zijn én blijven als werkgever De NMa onderhoudt actief contact met de arbeidsmarkt en met studieverenigingen. In 2004 organiseerde de NMa twee studentendagen. Daarnaast nam de NMa negen keer deel aan bedrijvendagen, meestal in de vorm van workshops, waarin potentiële werknemers kennis kunnen maken met het werk van de NMa. De werving van goed personeel heeft nog steeds hoge prioriteit, maar recruitment is inmiddels meer onderdeel geworden van de ‘gewone’ bedrijfsvoering. Hoewel er minder vacatures waren, nam het aantal sollicitanten toe met ruim 15% tot 2.350. De instroom van starters verloopt vlot in vergelijking met het binnenhalen van senior-medewerkers. Deze laatste groep, met minimaal vijf jaar relevante werkervaring, is in sommige gevallen moeilijk te werven. In onderstaande tabel is dit zichtbaar bij de doorlooptijd van vacatures. De NMa probeert deze groep toch te interesseren en zet daartoe een mix van wervingsmiddelen in, bijvoorbeeld de inschakeling van search-bureaus en het bieden van een bescheiden beloning voor NMa’ers die nieuwe medewerkers binnenhalen. In 2005 zal opnieuw naar de wervingsstrategie gekeken worden.
Herkomst instroom nieuwe medewerkers in primair proces (in %) 14
9 14 9
36 9 9
Tabel 1: Balanced Scorecard HRM – Aantrekkingskracht Kritische
Kritische
succesfactor
prestatie-indicator
Realisatie 2004
NMa-norm
Aantrekkingskracht
– Doorlooptijd vacatures
81%
85%
– Uitstroom binnen 1 jaar
3%
< 5%
– Verhouding man-vrouw
53 – 47%
50 – 50%
1/3
1/3
88%
95%
is maximaal 3 maanden
– Aandeel vrouwen op MD-functies
Advocatuur
– Bezettingsgraad
Consultancy
– Integriteit
Geen incidenten
Geen incidenten
Overig bedrijfsleven Onderzoek Semi-overheid Rijksoverheid Starters
In 2004 werden 126 medewerkers aangenomen, waarvan meer dan de helft met een tijdelijke aanstelling. Het relatief grote aandeel tijdelijke krachten is het gevolg van de extra inspanningen die geleverd moesten worden in de afhandeling van de bouwclementieverzoeken en de daarop volgende onderzoeken.
Deel 1: Algemeen verslag | Hoofdstuk 1: De NMa in 2004
27
54% van de sollicitanten werd geattendeerd op een vacature bij de NMa via internet. Slechts 4% van deze reacties mondde uit in een aanstelling. Uit interne sollicitaties komen de meeste aanstellingen voort. Ook het eigen netwerk scoorde goed.
Figuur 6 Overzicht instroom 2004 (in aantallen medewerkers)
19
Het afgelopen jaar is de administratieve afhandeling van sollicitaties verder geautomatiseerd. De doorloopsnelheid van het proces is mede hierdoor verhoogd.
42
Het merendeel van de medewerkers dat betrokken is bij het ‘primaire proces’ heeft een juridische (49%), economische (20%) of bèta-achtergrond (9%).
65
De NMa streeft naar een brede herkomst van medewerkers, zowel in kennis en professionele achtergrond als in de sectoren waar zij werkzaam zijn geweest.
Vast Tijdelijk Stagiaire
1.5.1.2 Figuur 7 Mobiliteit (in %) 100
75
50
25
0 2002
2003
2004
Een organisatie met innovatief vermogen De mobiliteit is in 2004 iets afgenomen (van 16% in 2003 naar 14%); de uitstroom bleef gelijk, maar de doorstroom binnen de NMa/DTe nam iets af. Dit laatste is deels het gevolg van de grenzen in de formatie van de organisatie en daarmee de beperktere mogelijkheden voor medewerkers om verticaal door te groeien. Eind 2003 heeft de NMa een medewerkerswaarderingsonderzoek uitgevoerd. Hieruit ontstond het beeld dat NMa-medewerkers behoefte hebben aan meer duidelijkheid over hun loopbaanmogelijkheden binnen de NMa. Om hier vorm aan te geven, is in de tweede helft van 2004 een managementinstrument ontwikkeld om gestructureerde aandacht te geven aan het loopbaanbeleid. Het loopbaanmodel is erop gericht om naast de prestaties ook het potentieel van medewerkers in beeld te brengen. Het is de ambitie van de NMa-leiding zo spoedig mogelijk na afronding van het overleg met de ondernemingsraad het model te gaan gebruiken.
Instroom Uitstroom Doorstroom
Tabel 2: Balanced Scorecard HRM – Innovatief vermogen Kritische
Kritische
succesfactor
prestatie-indicator
Innovatief vermogen
– Mobiliteit (de som van
Realisatie 2004
NMa-norm
14%
10 – 20%
uit- en doorstroom) – % van de loonsom die wordt
2,4% 1
besteed aan opleidingen 1
Dit percentage geeft de opleidingsuitgaven aan die daadwerkelijk betaald zijn, gerelateerd aan de gerealiseerde loonkosten. Op verplichtingenniveau komt het percentage hoger uit (3,7%).
28
Jaarverslag 2004 NMa en DTe
3%
De NMa heeft het afgelopen jaar vanwege budgettaire beperkingen het opleidingsbudget neerwaarts bijgesteld (van 5% naar 3% van de loonsom). Voor het eerst is in 2004 gewerkt met gedecentraliseerde opleidingsbudgetten, per directie en stafafdeling. De ervaringen zijn overwegend positief. Managers zijn selectiever in hun opleidingsuitgaven en tonen veel creativiteit bij het zoeken en organiseren van de meest adequate leeroplossing. Dit heeft onder andere geleid tot meer incompany-trainingen, waardoor kosten beperkt blijven. De incompanytrainingen bevorderen een actief intern leerproces, verdieping van kennis en een gemeenschappelijke cultuur. De NMa wil in 2005 naast de financiële inspanningen ook de tijdsinspanningen gaan bijhouden om een betrouwbaarder beeld te krijgen van de totale opleidingsinspanningen. 1.5.1.3
Goed werkgeverschap Als follow-up van het eind 2003 uitgevoerde medewerkerswaarderingsonderzoek zijn twee managementconferenties georganiseerd met alle NMa-managers. Tijdens deze conferenties is aandacht besteed aan de stijl van leidinggeven (met name het geven van feedback) en is gesproken over het creëren van loopbaanmogelijkheden voor NMa-medewerkers. Hoewel in 2004 veel aandacht is besteed aan een grote betrokkenheid van het management bij ziekteverzuim, steeg dit verzuim van 3,9% in 2003 naar 4,4% in 2004. Een stijging van het ‘langdurend verzuim’ was hier debet aan. De kanttekening die hierbij geplaatst kan worden is dat er grote verschillen zijn tussen de organisatieonderdelen. Hoewel de hoogte van het ziekteverzuim op zich niet verontrustend is, wil de NMa deze opwaartse ontwikkeling keren. In 2005 wordt gewerkt aan gerichte maatregelen om het ziekteverzuim weer naar het niveau van 2003 te krijgen. Het aantal exit-interviews met medewerkers die de NMa en DTe gaan verlaten, is achtergebleven bij de ambitie. Met name praktische redenen zijn hier debet aan. In 2005 wordt een verbeterslag gemaakt.
Tabel 3: Balanced Scorecard HRM – Goed werkgeverschap Kritische
Kritische
succesfactor
prestatie-indicator
Goed werkgeverschap
– Ziekteverzuim (exclusief
0
Realisatie 2004
NMa-norm
4,4%
< 3,8%
zwangerschapsverlof) – Resultaten exit-interviews (organiseren van feedback)
60%
75% van de uitstroom krijgt een exit-interview
Deel 1: Algemeen verslag | Hoofdstuk 1: De NMa in 2004
29
1.5.2
Financiën in 2004 De NMa wil de financiële bedrijfsvoering steeds meer laten aansluiten bij het bedrijfsleven. Dit is een ontwikkeling die breder binnen de overheid waarneembaar is. Sinds twee jaar wordt daarom gestuurd op verplichtingen (de verplichting wordt geboekt op het moment dat opdrachten worden verstrekt) in plaats van op kas (de kasuitgaven worden geboekt op het moment van daadwerkelijke betaling). Om de vergelijking met voorgaande jaren mogelijk te maken, wordt in dit jaarverslag het roer niet meteen omgegooid. Ook is het zo dat in de begroting van het ministerie van Economische Zaken (EZ) het begrotingsartikel voor de NMa een zogenaamd kasartikel is. De ontvangsten worden eveneens op kasbasis geraamd. De tabellen geven aan of het om verplichtingen, kasuitgaven of -ontvangsten gaat. Alle bedragen zijn opgenomen tegen nominale waarde. De vorderingen worden tegen het volledige bedrag opgenomen tot zij wegens vermoedelijke oninbaarheid buiten invordering worden gesteld.
1.5.2.1
Totaal overzicht 2004
Tabel 4: Realisatie verplichtingen en kas ten opzichte van het intern EZ-budget Omschrijving
Verplichtingen
Kasuitgaven
(in 1)
(in 1)
Intern EZ-budget
35.113.000
33.725.489
Realisatie
34.988.733
32.983.124
124.267
742.365
0,35%
2,20%
Realisatie 2004
Realisatie 2003
(in 1)
(in 1)
18.606.736
18.037.717
Onderschrijdingen In procenten
1.5.2.2
Verplichtingen
Tabel 5: Totaal van de verplichtingen Omschrijving
Personeel NMa inclusief Vervoerkamer en CTG/ZAio Materieel NMa inclusief Vervoerkamer en CTG/ZAio
8.273.516
8.332.892
26.880.252
26.370.609
Personeel DTe
4.385.646
3.657.103
Materieel DTe
3.722.834
3.519.567
Totaal DTe
8.108.480
7.176.670
34.988.732
33.547.279
Totaal NMa
Totaal generaal
30
Intern EZ-budget
35.113.000
33.571.000
EZ-begroting
34.823.000
34.046.000
Jaarverslag 2004 NMa en DTe
De aangegane verplichtingen zijn binnen het interne EZ-budget gebleven. Tussen de personele en materiële uitgaven zijn verschuivingen opgetreden door een gewijzigde toerekening van kostensoorten. Ten opzichte van de EZ-begroting is sprake van een kleine overschrijding die wordt opgenomen in de zogenaamde Slotwetmutaties. 1.5.2.3
Kasuitgaven Hieronder volgt een aantal overzichten van de kasuitgaven.
Tabel 6: Overzicht van kasuitgaven Omschrijving
Realisatie 2004
Realisatie 2003
(in 1)
(in 1)
Personeel NMa
17.042.586
16.766.983
Materieel NMa
7.015.716
7.120.464
Personeel Vervoerkamer
985.358
1.745.444
Materieel Vervoerkamer
334.367
264.144
Personeel CTG/ZAio1
317.367
196.145
Materieel CTG/ ZAio1
95.372
154.002
Totaal generaal Personeel NMa
18.345.311
18.708.572
Totaal generaal Materieel NMa
7.445.455
7.538.610
Personeel DTe
4.118.338
3.986.011
Materieel DTe
3.074.020
4.388.818
Totaal
32.983.124
34.622.011
Intern EZ-budget
33.725.489
36.047.000
EZ-begroting
35.358.000
36.577.000
1
In dit overzicht zijn alle salariskosten opgenomen van medewerkers die via de NMa bij CTG/ZAio zijn gedetacheerd. De materiële uitgaven van de Zorgautoriteit hebben alleen betrekking op de periode 1 januari tot 1 april 2004. Vanaf 1 april zijn de materiële uitgaven rechtstreeks door het CTG/ZAio uitbetaald en niet meer door de NMa.
De uitgaven NMa, Vervoerkamer en Zorgautoriteit zijn inclusief een doorbelasting van kosten van NMa naar Vervoerkamer en Zorgautoriteit. De Vervoerkamer en Zorgautoriteit worden via de EZ-begroting gefinancierd door de ministeries van Verkeer en Waterstaat respectievelijk Volksgezondheid, Welzijn en Sport. De realisatie 2003 wijkt om deze reden af van de realisatie zoals deze in het Jaarverslag 2003 is opgenomen. De uitgaven van de NMa zijn binnen het interne EZ-budget en binnen de EZ-kasbegroting gebleven. De totale uitgaven aan zowel materieel als personeel zijn in 2004 iets gedaald ten opzichte van het jaar daarvoor. De NMa is qua personeelsbestand iets gegroeid in 2004, maar heeft met minder (relatief dure)
Deel 1: Algemeen verslag | Hoofdstuk 1: De NMa in 2004
31
interim-krachten het werk gedaan. De personeelsuitgaven binnen de Vervoerkamer zijn fors gedaald, omdat in 2004 de interim-krachten zijn vervangen door vast personeel. In de materiële uitgaven is een lichte daling te zien, die met name verklaard wordt door een geringer aantal externe onderzoeken.
Tabel 7: Uitgaven naar personeel en materieel (totaal en per medewerker) Omschrijving
Realisatie 2004
Per medewerker
(in 1)
Realisatie 2003
Per medewerker
(in 1)
Personeel totaal
22.463.649
65.112
22.694.583
66.358
Materieel totaal
10.519.475
30.491
11.927.428
34.876
Totaal
32.983.124
95.603
34.622.011
101.234
De personele en materiële uitgaven (betalingen) zijn in onderstaande tabellen uitgesplitst voor de totale NMa-organisatie.
Tabel 8: Specificatie alle uitgaven personeel Kostensoorten
Realisatie 2004 (in 1)
Loonkosten Eenmalige extra’s/kleine bijzondere beloningen
18.274.605 561.072
Inhuur uitzendkrachten/interim krachten
1.447.154
Inhuur specialisten
1.616.301
Opleiding1 Werving en selectie Overige personeelskosten Totaal personeel 1
De be�
380.043 49.989 134.485 22.463.649 -
voorbee�
Tabel 9: Specificatie alle uitgaven materieel Kostensoorten
Realisatie 2004 (in 1)
Totaal huisvestingskosten
4.504.231
Totaal bureaukosten
1.126.029
Totaal reiskosten
798.107
Totaal automatiseringskosten
954.233
Totaal aanschaªngen
376.643
Totaal communicatiekosten Totaal onderzoek Overige kosten Totaal materieel NMa
32
Jaarverslag 2004 NMa en DTe
55.427 2.699.539 5.267 10.519.475
1.5.2.4
Ontvangsten In onderstaande tabel zijn de ontvangsten van de NMa/DTe opgenomen. De ontvangsten van de NMa zijn voornamelijk de betalingen van boetes. De ontvangsten van DTe zijn op basis van het Besluit kostenverhaal energie 2004. Op basis van dit besluit worden kosten van DTe bij de sector in rekening gebracht. De ontvangsten worden opgenomen in de EZ-begroting en -verantwoording.
Tabel 10: Totaal van de ontvangsten Omschrijving
1.5.2.5
Realisatie 2004
Realisatie 2003
(in 1)
(in 1)
NMa
5.537.191
6.355.209
DTe
4.230.880
640.851
Totaal
9.768.071
6.996.060
Extra-comptabele vorderingen boetes NMa en bijdrageregeling DTe
Tabel 11: Extra-comptabele vorderingen boetes NMa en bijdrageregeling DTe Omschrijving
31 december 2004
31 december 2003
(in 1)
(in 1)
279.482.202
242.384.100
1.532
0
279.483.734
242.384.100
NMa DTe Totaal
De vorderingen betre¤en de door de NMa aan het bedrijfsleven opgelegde boetes, vermeerderd met de lopende wettelijke rente. De stand is hoog vanwege lopende bezwaar- en beroepsprocedures, welke de betalingsverplichting opschorten.
Deel 1: Algemeen verslag | Hoofdstuk 1: De NMa in 2004
33
1.5.2.6
Accountantsverklaring
Status jaarrekening De verkorte jaarrekening van de NMa zoals opgenomen in dit jaarverslag, is gebaseerd op het departementale jaarverslag 2004 van het ministerie van Economische Zaken en de interne jaarrekening NMa 2004. De Algemene Rekenkamer, die het departementale jaarverslag jaarlijks onderzoekt, zal op de derde woensdag in mei haar oordeel hierover in een rapport aan de Staten-Generaal aanbieden. In dit rapport kunnen opmerkingen worden gemaakt over het financiële beheer en/of de jaarrekening van de NMa. De auditdienst van het ministerie van Economische Zaken heeft bij de interne jaarrekening van de NMa een goedkeurende verklaring verstrekt. Opdracht In het kader van de controle, bedoeld in artikel 66 van de Comptabiliteitswet, hebben wij de jaarrekening 2004 van de NMa alsmede de in dit jaarverslag opgenomen verkorte jaarrekening van de NMa gecontroleerd. De verkorte jaarrekening is ontleend aan de door ons gecontroleerde jaarrekening 2004 van de NMa. Bij die jaarrekening hebben wij op 24 maart 2005 een goedkeurende accountantsverklaring verstrekt. De verkorte jaarrekening is opgesteld onder de verantwoordelijkheid van de directeurgeneraal van de NMa. Het is onze verantwoordelijkheid een accountantsverklaring inzake de verkorte jaarrekening te verstrekken. Oordeel Wij zijn van oordeel dat de verkorte jaarrekening op alle materieel van belang zijnde aspecten in overeenstemming is met de jaarrekening waaraan deze is ontleend. Voor het inzicht dat vereist is voor een verantwoorde oordeelsvorming omtrent de deugdelijke en rechtmatige weergave van de financiële informatie van de NMa en voor een toereikend inzicht in de reikwijdte van onze controle dient de verkorte jaarrekening te worden gelezen in samenhang met de volledige jaarrekening, waaraan deze is ontleend, alsmede met de door ons daarbij op 24 maart 2005 verstrekte goedkeurende accountantsverklaring. Den Haag, 20 april 2005 Auditdienst van het ministerie van Economische Zaken
34
drs. P.H. Staats RA
P.H.M. Verschoore RA
Senior auditor
Audit manager
Jaarverslag 2004 NMa en DTe
1.5.3
Organisatie
1.5.3.1
Informatisering en automatisering In 2004 is de NMa losgekoppeld van het computernetwerk van het ministerie van Economische Zaken en heeft een eigen domein gekregen. De nieuwe domeinnaam van de NMa is www.nmanet.nl. Daarnaast zijn de servers gemigreerd van Windows NT4 naar Windows 2003. Tevens heeft een migratie plaatsgevonden van de desktops van Windows 98 naar Windows XP.
1.5.3.2
Administratieve organisatie en financieel beheer In 2004 is het omvangrijke project Procesbeschrijvingen succesvol afgerond met als resultaat dat voor het eerst alle primaire en ondersteunende processen van de NMa zijn beschreven. Deze procesbeschrijvingen die naast een processchema ook ingaan op risico’s en maatregelen, zijn voor alle medewerkers beschikbaar via het NMa-intranet. In 2004 is ook ingezet op het verder verbeteren van het financieel beheer. Hiervoor is voor het eerst een zogenaamd Beheer- en Controleplan opgesteld en uitgevoerd. De resultaten van de op basis hiervan uitgevoerde verbijzonderde interne controle zijn gerapporteerd aan de directeur-generaal van de NMa.
1.5.3.3
Nieuwe stafeenheden directie Concurrentietoezicht In 2004 is als stafeenheid binnen de directie Concurrentietoezicht de Recherche Inlichtingeneenheid geformeerd. Hiertoe zijn de medewerkers uit drie expertisegebieden samengevoegd: recherche, forensische IT en informatiemanagement & research. Deze nieuwe eenheid heeft tot doel de slagkracht van de opsporingsonderzoeken binnen de directie Concurrentietoezicht te vergroten. Daarnaast wordt in toenemende mate door andere directies een beroep gedaan op deze stafeenheid. Zo bood zij in 2004 ondersteuning aan de directie Concentratiecontrole en DTe toen deze voor het eerst een onaangekondigd bedrijfsbezoek aflegden. Ook door het verzorgen van trainingen draagt de Recherche Inlichtingeneenheid bij aan het organisatiebreed delen van kennis op haar expertisegebieden. Ook werd binnen de directie Concurrentietoezicht de stafeenheid Internationaal en Strategisch Programmamanagement (ISP) ingericht. Deze stafeenheid initieert en coördineert de samenwerking met de Europese Commissie en de Europese mededingingsautoriteiten binnen het kader van het European Competition Network (ECN). Vanuit ISP vindt vertegenwoordiging van de NMa in de Europese werkgroepen en vergaderingen plaats, waarin het handhavingsbeleid van artikel 81 en 82 van het EG-Verdrag wordt voorbereid. Daarnaast houdt ISP zich bezig met programmering van strategische onderzoeksactiviteiten en met kwaliteitsmanagement. Behoudens bovengenoemde veranderingen is de organisatiestructuur van de NMa verder onveranderd gebleven (zie organogram op bladzijde 36).
Deel 1: Algemeen verslag | Hoofdstuk 1: De NMa in 2004
35
Organogram
Directeur-generaal NMa
S&C Stafafdeling Strategie en Communicatie
FEZ Stafafdeling FinancieelEconomische Zaken
Clementiebureau
I&B Stafafdeling Informatiemanagement en Beheer
HRM Stafafdeling Human Resource Management
CT Directie Concurrentietoezicht
CoCo Directie Concentratiecontrole
Clusters: * Handel * Communicatietechnologie, media en transport * Financiële diensten * Vrije beroepen en zorg * Basis- en verwerkende industrie * Taakgroep Bouw * Recherche Inlichtingeneenheid * Stafeenheid Internationaal en Strategisch Programmamanagement
36
Jaarverslag 2004 NMa en DTe
JD Juridische Dienst
DTe Dienst uitvoering en toezicht Energie
Clusters: * Mededinging * Energie en vervoer
Clusters: * Toezicht * Regulering * Marktinfrastructuur * Taakgroep MSC * Stafdienst Informatie- en databeheer
VK Vervoerkamer
1.5.3.4
De ondernemingsraad De ondernemingsraad (OR) van de NMa telt tien leden. Het streven is om een evenwichtige verdeling te behouden van de verschillende organisatieonderdelen binnen de OR. Het overleg met de directeur-generaal van de NMa vindt om de zes weken plaats. In 2004 bracht de OR advies uit over het opleidingen- en loopbaanbeleid en kregen de volgende onderwerpen veel aandacht: het zbo-schap, P-direkt (het toekomstige shared-servicecentrum HRM voor de rijksoverheid) en de financiële ombuigingen binnen de rijksoverheid, inclusief de consequenties hiervan voor de NMa (zoals de FPU-regeling voor medewerkers van 57 jaar of ouder). Eén van de OR-leden vertegenwoordigt de OR van de NMa in de departementale ondernemingsraad van het ministerie van Economische Zaken. Via een eigen link op intranet informeert de OR haar achterban.
Deel 1: Algemeen verslag | Hoofdstuk 1: De NMa in 2004
37
Het wordt tijd dat het gehele notariaat meegaat met de dienstverlening in de eenentwintigste eeuw. Madeleine van der Wal
In 2004 verscheen de sector vrije beroepen voor het eerst op de NMa-agenda. Over het hoe en waarom daarvan, de eerste inzichten en de eerste cases spreken Madeleine McLaggan, plaatsvervangend directeur Concurrentietoezicht van de NMa en Madeleine van der Wal, notaris bij CMS Derks Star Busmann, met elkaar.
38
Hoe ervaart u de marktwerking in het notariaat? Ziet u daarin een rol voor de NMa weggelegd? McLaggan “Het notariaat vervult een belangrijke rol in de economie. Veel sectoren binnen de economie nemen diensten af van deze sector. Gezonde concurrentieverhoudingen binnen het notariaat kunnen een positief
Jaarverslag 2004 NMa en DTe
Onze vraag is: zijn de regels in de branche noodzakelijk en proportioneel? Madeleine McLaggan
e¤ect hebben op de economische prestaties van andere sectoren. Het lijkt dus een goede investering van de NMa aandacht te besteden aan ontwikkelingen die de concurrentie bevorderen binnen het notariaat. Maar ook in bredere zin zie je dat het notariaat in de maatschappelijke belangstelling staat. Dat gebeurt niet alleen in Nederland. Ook andere lidstaten van de Europese Unie
ondernemen actie. Internationale organisaties, zoals de OESO en de Europese Commissie, hebben opgeroepen tot toezicht en een visie op concurrentie binnen het notariaat. In Nederland is de wetgeving met betrekking tot het notariaat onlangs geliberaliseerd om de wetgeving meer in lijn te brengen met de huidige behoeften van het »
Dubbelinterview | Vrije beroepen
39
bedrijfsleven en de consument. De markt voor notariële dienstverlening is in ontwikkeling. Je ziet nieuwe initiatieven in de markt ontstaan die echter nog niet door iedereen worden omarmd.” Van der Wal “Ik zit midden in deze ontwikkeling, ik heb in overleg met de Postbank een nieuw product in de markt gezet. Voor cliënten van de Postbank kunnen hypotheek-
en transportakten voor een vast bedrag gepasseerd worden. Uiteraard hebben de cliënten de vrijheid om naar elke notaris van hun keuze te gaan. Dit bedrag is gebaseerd op kostprijsbeheersing en een eªciënt arbeidsproces. De beroepsorganisatie, de KNB, stelt dat dit nieuwe product in strijd is met de wet en de voor de beroepsgroep geschreven gedragsregels. De KNB verwijst dan naar de ‘ambtelijke plichten’ en stelt dat het product in strijd zou zijn met de Mededingingswet.” Waaruit bestaat het optreden van de NMa in de sector?
De inventarisatie is bedoeld om te bezien wat écht noodzakelijk is om het publieke belang te dienen én wat mogelijk is om gezonde concurrentie te krijgen.
40
Jaarverslag 2004 NMa en DTe
McLaggan “Zoals in elke sector kijken we naar de regels in de branche: welke publieke belangen worden daarmee gediend, zijn de regels noodzakelijk en zijn ze proportioneel? In het najaar van 2004 is de NMa een brede consultatie gestart. Een dergelijke informatieronde kan al een eerste opschoonactie of consensus opleveren. Vervolgens kijken we ook buiten de branche. Wij betrekken stakeholders in het onderzoek. Uiteindelijk volgt een rapportage en een beoordeling van de regels die de beroepsgroep zichzelf stelt. Welke regels zijn wel en niet noodzakelijk en proportioneel en welke beperken onnodig de concurrentie tussen in dit geval de notarissen? Het rapport verwachten we in 2005.” Van der Wal “De verschillen in de notariële wereld zijn groot. Er zijn beroepsgenoten die heel graag nieuwe initiatieven willen ontwikkelen; bij deze groep hoor ik. Anderen zijn tegen concurrentie. Er zijn zelfs stemmen voor een terugkeer naar de vaste tarievenstructuur van vroeger waarbij de familierechtpraktijk voor een deel gesubsidieerd wordt door de onroerend-goedpraktijk.” McLaggan “Dat is natuurlijk de gemakkelijkste weg, het biedt bescherming aan de ondernemers in de sector, maar elke onderscheidende waardering ontbreekt. Als daar geen goede argumenten, zoals bescherming van publieke belangen, tegenover staan, beperkt dat de concurrentie. Voor de consument bestaat dan geen keuzemogelijkheid meer in de kostensfeer.” Van der Wal “Mijn initiatief toont aan dat door goed budgetteren en een goede planning van de standaardwerkzaamheden een lager honorarium kan worden gehanteerd met behoud van de kwaliteit. Dat wordt als bedreigend ervaren door een deel van de sector. Alhoewel ik mij vooraf tot NMa heb gewend met het verzoek om een informele zienswijze (die er overigens binnen een week lag), werd ik toch met de negatieve reactie van de beroepsorganisatie geconfronteerd. Ik had verwacht dat de positieve informele zienswijze die de NMa gegeven had, gewerkt zou hebben, maar de KNB heeft haar bezwaren op het terrein van de mededinging nog niet ingetrokken.”
Welke verschillende belangen zijn er in de markt? Welke vernieuwende initiatieven ziet u in de markt? Van der Wal “Er is duidelijk een scheiding der geesten in de sector. Ik ben bij de NMa terecht gekomen, omdat het toepassen van de Mededingingswet in de sector betrekkelijk nieuw is. Over vijf jaar is het pad waarschijnlijk veel meer geë¤end, maar ik moet het echt nog bevechten.” McLaggan “Wij hopen dat de consultatie die wij nu in gang zetten een dialoog op gang brengt en tot e¤ect zal hebben dat aandacht ontstaat voor onnodige belemmeringen die aan nieuwe initiatieven in de weg staan. Onnodige belemmeringen beperken de concurrentie. Het is goed daar aandacht voor te vragen. Men moet wennen aan de Mededingingswet, die economiebreed is en voor alle sectoren geldt. Vroeger had men alleen met de notariële wetgeving te maken. Voor de gewenste marktwerking moeten initiatieven uit de sector zelf komen. Die zijn er ook al. Zo zien we samenwerkingsvormen ontstaan met marktpartijen binnen en buiten het notariaat en nieuwe initiatieven op het gebied van het uitbesteden van eenvoudige werkzaamheden aan andere partijen dan de notaris; dergelijke initiatieven kunnen helpen de kosten te drukken. Dat kan een gunstig e¤ect hebben op de prijs die de consument of de ondernemer moet betalen. Het is onze taak om onnodige belemmeringen – als die ontstaan – weg te nemen...” Van der Wal “... maar men sputtert hier en daar tegen. De werkzaamheden in het notariaat zijn niet transparant; het is voor de consument niet duidelijk wat hij nu eigenlijk waarvoor betaalt. Waar komen de prijsstellingen voor werkzaamheden vandaan? Als ik een dure of juist goedkope auto aanschaf, dan voldoet de prijs in verhouding tot die auto aan mijn verwachtingspatroon. Maar dat is voor de cliënt bij notariële dienstverlening absoluut niet inzichtelijk en moeilijk te beoordelen.”
notariaat meegaat met de dienstverlening in de eenentwintigste eeuw. Er is veel angst voor verlies van kwaliteit maar dat hoeft absoluut niet.” McLaggan “Het is een markt in beweging. Daarom geven we ook gelegenheid tot praten. De consultatie is bedoeld om te bezien wat ècht noodzakelijk is om het publieke belang te dienen, we praten graag met voor- en tegenstanders over oplossingen.” π
Mijn initiatief toont aan dat een lager honorarium kan worden gehanteerd met behoud van de kwaliteit.
Wat vindt u van de consultatie vrije beroepen als handhavingsinstrument om meer marktwerking te creëren? McLaggan “We hebben het instrument van de consultatie gekozen juist om overtredingen van de Mededingingswet vóór te zijn, om dialogen aan te gaan over de verschillende belangen in de sector. Waar het ons om gaat, is dat onder de noemer ‘publiek belang’ geen zaken worden begrepen die daar niet horen. Als de notaris-regels niet noodzakelijk zijn of disproportioneel, dan wijzen wij daarop. Als de branche daar vervolgens niets mee doet, dan grijpen we in.” Van der Wal “Het moderne notariaat is bij het opschonen van de regelgeving gediend. Hakken in het zand zetten en terug verlangen naar vroegere tijden helpt niet. De wereld om ons heen is veranderd en het wordt tijd dat het gehele
Dubbelinterview | Vrije beroepen
41
2
Verslag per taak
2.1
Toezicht op kartelverbod en verbod op misbruik economische machtspositie Het kartelverbod betekent dat ondernemingen geen afspraken mogen maken die de concurrentie beperken. Zo mogen concurrenten onderling niet afspreken welke prijzen zij rekenen of onderling hun verkoopgebied verdelen. Evenmin mogen brancheverenigingen aan de leden prijsadviezen geven of de markt onder de leden verdelen. Ondernemingen met een economische machtspositie mogen van die situatie geen misbruik maken. Zij mogen bijvoorbeeld gelijksoortige afnemers (zonder objectieve rechtvaardiging) niet verschillend behandelen of excessief hoge tarieven rekenen. In 2004 zijn in diverse sectoren onderzoeken uitgevoerd naar overtreding van het kartelverbod en naar het verbod van misbruik van economische machtsposities. De nadruk lag hierbij op sectorbrede en daardoor complexe onderzoeken in de bouw. Daarnaast zijn ook alternatieve handhavingsinstrumenten ingezet om naleving van de Mededingingswet te bereiken (zie hiervoor paragraaf 2.1.1.4). Belangwekkend was de massale hoeveelheid clementieverzoeken uit de bouwsector die de NMa in 2004 ontving. In augustus 2004 verviel de mogelijkheid voor ondernemingen om een ontheffing van het kartelverbod aan te vragen (zie hiervoor paragraaf 2.1.1.1).
2.1.1
Resultaten in 2004
2.1.1.1
Klachten en ontheªngen Het aantal klachten dat in 2004 is beoordeeld, bedroeg 299. Dat is een stijging ten opzichte van 2003, toen 221 klachten werden beoordeeld. Deze stijging onderstreept het belang van een helder prioriteringsbeleid om zeker te stellen dat mensen en middelen worden ingezet op zaken van groot economisch en consumentenbelang, waarbij sprake is van ernstige overtredingen en waarbij het optreden van de NMa het doelmatigst en doeltre¤endst is.14
Noot 14 Zie Agenda 2004 van de NMa: www.nmanet.nl/nl/ Images/11_15944.pdf
Als gevolg van een wetswijziging, de inwerkingtreding van Verordening 1/2003, is het (Europese) ontheªngssysteem afgeschaft. De criteria van artikel 81, derde lid, van het EG-Verdrag zijn uitzonderingscriteria geworden en kunnen door de nationale toezichthouders en de nationale rechters worden getoetst. Door een hiervan afgeleide wijziging van de Mededingingswet is de mogelijkheid voor ondernemers een ontheªng van het kartelverbod bij de NMa aan te vragen per 1 september 2004 komen te vervallen. Ondernemingen moeten zelf toetsen of zij aan deze criteria voldoen. In 2004 zijn nog 16 verzoeken om ontheªng van het kartelverbod afgerond. 2.1.1.2
Noot 15 www.nmanet.nl/nl/ Images/11_18467.pdf
42
Clementie Sinds 2 juli 2002 biedt de NMa met een clementieprogramma aan karteldeelnemers de mogelijkheid boetevrijstelling of boetevermindering te verkrijgen door vrijwillig melding te maken van het kartel. In 2004 werden de Richtsnoeren clementietoezegging door de modernisering van de Europese mededingingsregels aangepast;15 de richtsnoeren hebben betrekking op melding van overtredingen van artikel 6 van de Mededingingswet maar ook van artikel 81 van het EG-Verdrag.
Jaarverslag 2004 NMa en DTe
Tabel 12: Boetevermindering
Eerste melder
NMa: nog geen onderzoek gestart
NMa: wél onderzoek gestart
Recht op immuniteit
Recht op 50% boeteverlaging tot mogelijk volledige immuniteit
Tweede of
Mogelijk 10 tot 50% boeteverlaging
Mogelijk 10 tot 50% boeteverlaging
volgende melder
Met haar clementieprogramma streeft de NMa naar openheid, betrouwbaarheid en voorspelbaarheid. Het resultaat is dat steeds meer karteldeelnemers de weloverwogen keuze maken zich te melden bij de NMa. De clementieverzoeken in de bouw niet meetellend, meldden 19 karteldeelnemers zich in 2004: ongeveer een verdubbeling ten opzichte van 2003.
Karteldeelnemers massaal te biecht Het clementieprogramma heeft in 2004 een cruciale rol gespeeld bij het onderzoek van de NMa in de bouwsector. Bij het aandachtsveld aanbesteden wordt hier uitvoerig op ingegaan (zie hoofdstuk 3). Dit onderzoek speelde op zijn beurt een belangrijke rol voor het clementieprogramma, omdat hierdoor de algehele bekendheid van het programma aanmerkelijk is gestegen.
27-11-2004 | Het Financieele Dagblad
2.1.1.3
Rapporten Onderzoek naar de naleving van het kartelverbod en het verbod op misbruik van economische machtsposities wordt verricht door de directie Concurrentietoezicht. In 2004 zijn 21 onderzoeken verricht. Vier onderzoeken zijn uitgemond in een rapport. In een rapport wordt het vermoeden uitgesproken van een overtreding van het kartelverbod en/of het verbod van misbruik van een economische machtspositie. Pas nadat partijen, na inzage van het onderzoekdossier, hun schriftelijke en mondelinge reactie op het rapport hebben gegeven, besluit de directeur-generaal van de NMa of er sprake is van een overtreding en of hij daadwerkelijk een sanctie wil opleggen. De vier bovengenoemde rapporten bevatten twee zeer omvangrijke en complexe onderzoeken in de bouwsector. Hierbij zijn deelsectoren binnen de bouw onderzocht. Bij één van deze twee onderzoeken zijn zelfs 379 ondernemingen betrokken. Dergelijke sectorbrede onderzoeken zijn zowel binnen Nederland als internationaal een unicum. Bij het aandachtsveld aanbesteden wordt nader ingegaan op de drie bouwsectorrapporten. Het vierde rapport van 2004 betreft een rapport in de opleidingensector.
Deel 1: Algemeen verslag | Hoofdstuk 2: Verslag per taak
43
Naar verwachting zal een deel van de overige in 2004 verrichte onderzoeken medio 2005 zijn vruchten afwerpen in de vorm van rapporten. Het betreft hier onderzoeken in de bouwsector, waaronder de installatiesector en de burgerlijke- en utiliteitsbouw. Daarnaast zullen ook in andere sectoren dan de bouw onderzoeken worden afgerond, onder meer in de energiesector, de groenvoorzieningensector, de telecommunicatiesector en in de zorgsector. 2.1.1.4
Alternatieve handhavingsinstrumenten Naar aanleiding van een onderzoek kan in plaats van het opleggen van een sanctie ook besloten worden om een alternatief handhavingsinstrument in te zetten. Een voorbeeld van een dergelijk handhavingsinstrument is de ‘compliance-regeling’ die is opgesteld in de verzekeringssector. Meer hierover volgt in paragraaf 4.2. In algemene termen kan de keuze voor een handhavingswijze als volgt worden beschreven: De NMa is zich bewust van de verschillende toezichtstijlen die tot haar beschikking staan. Voor een e¤ectief optreden is de wijze van toezicht van grote invloed. De stijl is bijvoorbeeld meer directief en controlerend in situaties waarbij een duidelijke norm door een bedrijf bewust wordt overtreden. De toezichtstijl kan en zal een meer communicatief en op overleg gericht karakter krijgen als de norm kennelijk niet eenduidig vastligt en het bedrijf constructief meewerkt met de toezichthouder. Verschillende situaties vragen ook meestal om verschillende (combinaties van) toezichtstijlen.
Alternatieve handhaving in de praktijk, gericht op outcome in plaats van output Na tussenkomst van de NMa heeft branchevereniging Orthobanda haar leden eind 2004 opgeroepen het collectieve calculatiesysteem voor het berekenen van tarieven te beëindigen. Wanneer dit niet gebeurt, kan de NMa een onderzoek starten. Orthobanda is de branchevereniging voor orthopedisch instrumentmakers die zowel op maat gemaakte als gefabriceerde orthopedische producten en prothesen aanbieden. Een groot aantal orthopedisch instrumentmakers berekende haar tarieven op basis van een collectief calculatiesysteem, dat is opgezet door Orthobanda. Na bestudering van de praktische uitwerking van dit systeem, heeft de NMa geconcludeerd dat het de concurrentie in de branche belemmert. Orthopedisch instrumentmakers dienen onafhankelijk van elkaar hun tarieven te bepalen in onderhandelingen met zorgverzekeraars. Deze boodschap is ook gecommuniceerd naar alle zorgverzekeraars in Nederland. Naar verwachting zal door het beëindigen van het collectieve systeem de concurrentie in deze branche toenemen. Dit vormt een gunstige prikkel voor verbetering van eªciëntie en innovatie en resulteert in een betere prijs-kwaliteitverhouding. De tarieven van orthopedisch instrumentmakers worden betaald uit ziekenfondspremies en particuliere zorgverzekeringen. In deze zaak heeft de NMa in samenspraak met de branchevereniging getracht op een eªciënte wijze een gunstig e¤ect in de markt te bereiken. De directeur-generaal van de NMa benadrukte op 8 april 2004 bij een bijeenkomst van MKB-Nederland dat brancheverenigingen een belangrijke rol
Noot 16 www.nmanet.nl/nl/ Images/11_18233.pdf
vervullen bij de naleving van de Mededingingswet.16
44
Jaarverslag 2004 NMa en DTe
In 2004 zijn 80 informele zienswijzen afgegeven. Op verzoek van ondernemingen geeft de NMa haar zienswijze op de toelaatbaarheid van overeenkomsten en besluiten van ondernemingsverenigingen onder de Mededingingswet. De afschaªng van de mogelijkheid om een ontheªng van het kartelverbod aan te vragen zou kunnen leiden tot een verdere toename van verzoeken om informele zienswijzen. Om dit te voorkomen besloot de NMa nieuw beleid vast te stellen ten aanzien van de honorering van dergelijke verzoeken. Bij het honoreren van een verzoek tot het afgeven van een informele zienswijze hanteert de NMa een ‘ja, mits-beleid’. Een informele zienswijze wordt afgegeven indien aan de gestelde eisen cumulatief is voldaan. De eisen zijn: (i ) er moet sprake zijn van een nieuwe rechtsvraag; (ii) er moet sprake zijn van een groot maatschappelijk en/of economisch belang; en (iii) het moet voor de NMa mogelijk zijn om een adviesbrief op te stellen op basis van de door de verzoeker verstrekte informatie, dus zonder dat er nader feitelijk onderzoek van de NMa nodig is. Verder zal de NMa geen informele zienswijze geven indien: (a) een soortgelijke zaak bij de NMa loopt of een lopende rechtszaak speelt; (b) een soortgelijke zaak bij de Europese Commissie loopt, dan wel bij andere mededingingsautoriteiten. Belangrijke informele zienswijzen uit 2004 betre¤en de verkoop van de Eredivisie-televisierechten en het onderbrengen van risico’s van schade tengevolge van terroristische aanslagen in een Terrorismepool door verzekeraars. 2.1.1.5
Sanctiebesluiten Vanwege overtreding van het kartelverbod of misbruik van een economische machtspositie heeft de NMa in 2004 bij tien besluiten boetes opgelegd en bij twee besluiten een last onder dwangsom. Van de boetebesluiten waren er acht gericht aan ondernemingen. Daarbij is aan 25 ondernemingen een totaal van circa 4 80 miljoen boete opgelegd. De hoogste boetes zijn opgelegd wegens te hoge tarieven voor pintransacties. Twee boetebesluiten hadden betrekking op het geven van prijsadviezen door ondernemersverenigingen: daarbij is in totaal ruim 4 800.000 boete opgelegd aan vijf verenigingen. In de meeste gevallen maakten de partijen bezwaar tegen het boetebesluit. In de apotheeksector is tweemaal een last onder dwangsom opgelegd; eenmaal is afgezien van een sanctie.
NMa gromt niet alleen maar kan vanaf nu ook hard bijten 03-08-2004 | De Telegraaf
Gelet op de modernisering in EU-verband is de boete in enkele gevallen mede gebaseerd op het overtreden van de mededingingsregels in artikel 81 en 82 van het EG-Verdrag.
Deel 1: Algemeen verslag | Hoofdstuk 2: Verslag per taak
45
In 2004 zijn in het kader van de bouwa¤aire geen boetes opgelegd aan ondernemingen in de bouwsector. Wel is in het najaar van 2004 de formele boeteprocedure vastgesteld voor een belangrijke bouwsector: de grond-, wegenen waterbouw. Met het uitbrengen van twee rapporten over deze bouwsector, waarbij 379 bouwondernemingen als ‘verdachte’ zijn aangemerkt, is een specifieke boetebekendmaking gepubliceerd (zie paragraaf 3.3.2). In 2004 zijn met name boetes opgelegd in de fietsenbranche en de bankensector. In de bankensector zijn boetes opgelegd aan Interpay en acht banken die aandeelhouder zijn van Interpay (zie paragraaf 4.3). 2.1.1.6
Bezwaar en beroep In 2004 heeft de NMa zes bezwaarprocedures tegen sanctiebesluiten uit 2003 afgerond. Bij drie besluiten op bezwaar zijn de boetes belangrijk verminderd, namelijk in de zaak mobiele operators (van 4 88 naar 52 miljoen), de garnalensector en de zaak BOVAG. Voorts zijn 66 andere besluiten op bezwaar (zie hierna het overzicht in deel 3, hoofdstuk 9) afgerond. Een belangrijk deel van die besluiten had betrekking op het niet in behandeling nemen van klachten (prioriteringsbesluiten).
Garnalenvisserij roept om sanering Het aantal in 2004 afgeronde beroepszaken bedraagt 18, terwijl het bij hoger beroep om 12 zaken gaat. In diverse uitspraken heeft de rechtbank Rotterdam de bevoegdheid van de NMa om prioriteiten te stellen, bevestigd.
17-07-2004 | Haagsche Courant
2.1.1.7
46
Transparantierichtlijn De directeur-generaal van de NMa kan op verzoek van de Europese Commissie gegevens opvragen bij bedrijven die moeten voldoen aan de richtlijn van de Europese Commissie van 26 juli 2000 betre¤ende de doorzichtigheid in de financiële betrekkingen tussen lidstaten en openbare bedrijven. Na ontvangst zendt de directeur-generaal van de NMa deze gegevens door aan de Europese Commissie. In 2004 zijn dergelijke verzoeken niet door de directeur-generaal ontvangen. Overigens kan de NMa ook zelfstandig de administratie van onder deze richtlijn vallende bedrijven controleren. In het verslagjaar bestond daartoe geen aanleiding.
Jaarverslag 2004 NMa en DTe
2.2
Figuur 8
Concentratietoezicht
Sectoren beoordeelde concentraties
De NMa houdt preventief toezicht op fusies, overnames en de totstandkoming van bepaalde joint ventures in Nederland. Alle concentraties waarbij ondernemingen zijn betrokken met een jaaromzet boven de in de wet bepaalde drempels, moeten vóór het tot stand brengen van de transactie bij de NMa worden gemeld. Concentraties van zeer grote ondernemingen met een internationale dimensie waarbij de omzetdrempels van de Europese Concentratieverordening worden overschreden, moeten bij de Europese Commissie worden gemeld. De NMa toetst of door de in Nederland gemelde transactie een economische machtspositie ontstaat of wordt versterkt, die de concurrentie beperkt. Als dat het geval is, kan de NMa voorwaarden verbinden aan de fusie of overname, of deze verbieden. Het initiatief van de melding ligt bij de ondernemingen. De NMa controleert regelmatig of de meldingsplicht wordt nageleefd.
in 2004 3
22 2
17
6 7 13 8 11
Financiële dienstverlening Vervaardiging van en handel in goederen Detail- en groothandel
In 2004 is de transparantie van de toetsingsprocedure vergroot door de publicatie van de ‘Spelregels bij Concentratiezaken’. De trend tot economisering van het concentratietoezicht heeft zich zowel nationaal als internationaal in 2004 voortgezet, hetgeen onder meer tot uitdrukking kwam in de nieuwe Europese Concentratieverordening. De meer economische benadering kwam ook tot uitdrukking in de toetsing van een aantal in het oog springende zaken door de NMa.
Overige dienstverlening IT-dienstverlening en telecom Zorg Bouwnijverheid Landbouw en visserij1 Media1 Transport 1
Deze sectoren waren eerdere jaren
Daarnaast is in 2004 sectorgericht onderzoek in de zorgsector uitgevoerd (zie ook paragraaf 6.1). Ten slotte heeft de NMa toezicht gehouden op de naleving van eerder opgelegde voorwaarden, bijvoorbeeld in de zaak De Telegraaf – De Limburger.
niet opgenomen.
Figuur 9 Gezamenlijke omzet van de betrokken ondernemingen in 2004 (in %) 19 33 8 14 16
2.2.1
Resultaten In 2004 zijn 71 besluiten genomen na meldingen van concentraties (in 2003 eveneens 71). Het merendeel betreft overnames. In de meeste gevallen kon na een eerste onderzoek goedkeuring worden verleend aan de concentratie. Ongeveer eenderde van alle zaken werd binnen vier weken afgerond. De NMa voerde in ongeveer een kwart van de zaken één of meer gesprekken voorafgaand aan de melding met de betrokken partijen. Meer dan voorheen behandelde de NMa in 2004 zaken in de sectoren zorg en financiële dienstverlening. Een afname van het aantal zaken was vast te stellen in de sectoren bouw en energie.
10
Tot 1 250 miljoen 1 250 – 500 miljoen 1 500 – 1.000 miljoen 1 1.000 – 2.000 miljoen 1 2.000 – 5.000 miljoen Meer dan 1 5.000 miljoen
Deel 1: Algemeen verslag | Hoofdstuk 2: Verslag per taak
47
Tabel 13: Cijfers concentratietoezicht 2002–2004 2004
2003
2002
83
69
77
4
5
8
71
71
66
Vergunning vereist
1
2
1
Besluiten in vergunningfase
0
1
0
Besluiten ex artikel 40 Mw1 (ontheªng van wachtperiode)
3
1
1
Besluiten ex artikel 35, derde lid, Mw (vertrouwelijkheid gegevens)
0
0
1
Niet toepasselijk in verband met omzetdrempel
1
3
2
Niet toepasselijk, want geen concentratie
0
1
1
Besluiten betre¤ende fusies in de zin van artikel 27, onder a, Mw
9
5
5
59
49
50
3
13
8
Verkorte besluiten
30
23
17
Zaken waarin de termijn werd opgeschort
51
58
51
Binnen vier weken afgerond
21
22
21
Prenotificatiegesprekken
19
16
16
Informele zienswijzen
12
19
18
Meldingen van concentraties Ingetrokken Besluiten in meldingsfase
Besluiten betre¤ende verkrijging van zeggenschap in de zin van artikel 27, onder b, Mw Besluiten betre¤ende tot stand brengen van een gemeenschappelijke onderneming in de zin van artikel 27, onder c, Mw
1
Mededingingswet.
Inval NMa bij Limburgse kranten 08-05-2004 | Dagblad De Limburger
De belangrijkste concentratiebesluiten in 2004 betro¤en de zorgsector. Een voorbeeld was de fusie tussen de twee enige ziekenhuizen in de regio het Gooi. De beoordeling van de melding leidde tot een vergunningseis. Dit betekent dat partijen een vergunning moeten aanvragen en dat de NMa een uitgebreider onderzoek doet. Een andere zaak betrof een voorgenomen fusie in de thuiszorgbranche. Deze kon worden goedgekeurd omdat een van de oorspronkelijke drie fusiepartijen afzag van deelname aan de nieuw te vormen entiteit. In beide zaken vormde de inschatting van de geografische dimensie van de markt een belangrijk onderdeel. In de thuiszorgzaak kwam ook aan de orde onder welke voorwaarden partijen op aangrenzende markten concurrentiedruk op elkaar uitoefenen. Een fusie in de uitgeverssector kon worden goedgekeurd, nadat partijen een wijziging van de melding hadden ingediend.
48
Jaarverslag 2004 NMa en DTe
2.2.2 Noot 17 www.nmanet.nl/nl/ Images/11_20205.pdf
Spelregels concentratietoezicht Op 15 juli 2004 verscheen de NMa-publicatie ‘Spelregels bij Concentratiezaken’.17 Met deze publicatie wilde de NMa, na ruim zes jaar ervaring met het toezicht op concentraties, haar werkwijze voor betrokkenen inzichtelijker maken, de omgang met ondernemingen en hun adviseurs vergemakkelijken en meer eªciency in het concentratietoezicht bereiken. De volgende onderwerpen komen in de ‘Spelregels’ aan de orde: * het eerste contact van bedrijven met de NMa voorafgaand aan de formele melding van concentraties (informele zienswijzen en zogenoemde ‘prenotificatie’-gesprekken); * de communicatie met meldende bedrijven; * de betrokkenheid van derden; * vertrouwelijkheid van informatie; * het uit eigen initiatief bestuderen van bepaalde sectoren; en * de samenwerking met andere mededingingsautoriteiten. Zoals gebruikelijk bij dergelijke documenten, heeft de NMa in de eerste helft van 2004 de ‘Spelregels’ als consultatiedocument gepubliceerd.
NMa maakt spelregels van fusies openbaar 27-08-2004 | Staatscourant
Noot 18 Op de conferentie ECOMOD 2004 (International Policy Conference on Economic Modelling) werd een voorlopige versie van een artikel gepresenteerd: B. Postema, M. Goppelsröder, P.A.G. van Bergeijk, Cost and Benefits of Merger Control in the Netherlands 1998–2002: An Applied Game Theoretic Analysis of Prices.
2.2.3
Versterking economische aanpak concentratietoezicht In 2004 lag het aandeel economen binnen de directie Concentratiecontrole op meer dan 50%, wat een versterking betekende ten opzichte van voorgaande jaren. Hierdoor heeft de NMa betere mogelijkheden om een grondige economische analyse bij de e¤ectmeting van gemelde fusies of overnames toe te passen. Daarnaast loopt een onderzoek naar de toepassing van kwantitatieve economische methoden en technieken binnen het concentratietoezicht.18 In november 2004 organiseerde de NMa een internationale conferentie, getiteld ‘Simulation Models for Merger Cases: Theory and Practice’. Op deze conferentie stond kennisuitwisseling over kwantitatieve economische modellen tussen nationale mededingingsautoriteiten en de Europese Commissie centraal. Ook de toepassing van deze modellen in concrete zaken kreeg veel aandacht. Gedi¤erentieerde producten In zaken waarin een eenduidige marktafbakening op problemen stuit, kan soms met behulp van economische methoden worden ingeschat of een voorgenomen fusie al dan niet tot mededingingsproblemen zou kunnen leiden. Marktafbakening vormt de basis voor het bepalen van de marktposities van betrokken ondernemingen en voor het beoordelen van de concentratiegevolgen voor de mededinging. Het is echter niet altijd mogelijk om een markt eenduidig af te bakenen. Dit is met name moeilijk wanneer er sprake is van gedi¤eren-
Deel 1: Algemeen verslag | Hoofdstuk 2: Verslag per taak
49
tieerde producten, die op verschillende kenmerken in geringe mate van elkaar verschillen. Van dergelijke producten is het niet eenvoudig vast te stellen welke variant de consument als substituut ziet. Omdat het gaat om een kleinere of grotere mate van uitwisselbaarheid in de ogen van de consument, is het moeilijk om de markt af te bakenen. Daar waar expliciete marktafbakening niet mogelijk is of niet tot eenduidige uitkomsten leidt, kan de NMa soms andere methoden hanteren om toch te kunnen beoordelen of een voorgenomen concentratie de mededinging belemmert. In die zaken kan bijvoorbeeld worden gekeken naar de mate van concurrentiedruk die uitgaat van de verschillende concurrenten. Als twee meldende partijen vóór de concentratie elkaars meest nabije concurrenten zijn, wordt meer concurrentiedruk weggenomen door de concentratie dan wanneer dat niet het geval is. Om vast te stellen of de fuserende partijen elkaars meest nabije concurrenten zijn, kan de NMa verschillende kwantitatieve technieken toepassen. Bij de beoordeling van de voorgenomen overname van Malmberg door Werner Söderström werd gebruik gemaakt van een zogenaamde correlatie-analyse. Bij de overname van PinkRoccade door Getronics voerde de NMa een biedstudie uit, waarbij op basis van aanbestedingsgegevens uitspraken over de nabijheid van concurrentie worden gedaan (net als voor de zaak Ahrend-Gispen, die echter door partijen werd ingetrokken).
Zaak 4140
Werner Söderström – Malmberg
Beide partijen zijn onder meer actief als uitgever van (jeugd)tijdschriften. Sanoma (de moeder van Werner Söderström) is marktleider in Nederland op het gebied van het uitgeven van publiekstijdschriften (onder andere Donald Duck en Libelle). Malmberg is een uitgever van educatieve jeugdtijdschriften zoals Okki. Door economische analyses toe te passen, hebben de meldende partijen onderzocht in welke mate de verschillende tijdschriften van partijen elkaars meest nabije concurrenten zijn. Door middel van prijsen volumecorrelaties is de mate bepaald waarin de verkopen van Okki afhankelijk zijn van prijsveranderingen van Donald Duck en vice versa. Soortgelijke analyses zijn ook voor andere tijdschriften van de fuserende partijen uitgevoerd. Uit de analyses en verder onderzoek van de NMa bleek dat de tijdschriften van Werner Söderström en Malmberg niet elkaars meest nabije concurrenten zijn. De NMa concludeerde dat er geen vergunning was vereist.
Zaak 4308
Getronics – PinkRoccade
De activiteiten van partijen overlappen op het gebied van de verkoop van hardware en software aan eindgebruikers en op het gebied van IT-dienstverlening. De meeste IT-opdrachten in deze sectoren worden door middel van aanbestedingen verkregen. De NMa voerde in deze zaak een biedstudie uit waarbij circa 170 afnemers/aanbestedende organisaties zijn aangeschreven. Uit dit onderzoek bleek dat partijen niet elkaars meest nabije concurrenten zijn en dat er voldoende concurrentiedruk uitgaat van andere marktspelers, ook na de voorgenomen concentratie.
Minderheidsdeelnemingen Het hebben van een substantiële minderheidsdeelneming in een concurrent kan tot verminderde mate van concurrentie leiden. Klanten die als gevolg van een prijsverhoging terecht komen bij de concurrent, zorgen voor extra winst bij die concurrent, die weer deels terugvloeit naar het bedrijf dat de minderheids-
50
Jaarverslag 2004 NMa en DTe
Noot 19 De NMa heeft over het onderwerp verwevenheid eerder gerapporteerd in de ‘Monitor Financiële Sector 2004’.
deelneming heeft.19 Door de minderheidsdeelneming kan de prikkel om te concurreren verzwakken. In de zaak Sdu – Ten Hagen & Stam speelde het belang dat Wolters Kluwer in concurrent Sdu zou verkrijgen een belangrijke rol.
Zaak 4100
Uitgeverij Sdu had het voornemen branchegenoot Ten Hagen & Stam over te nemen van Wolters Kluwer.
Sdu – Ten Hagen & Stam
In 2002 was een dergelijk voornemen al door de partijen gemeld, waarna de NMa in 2002 goedkeuring had verleend. Deze transactie is echter niet uitgevoerd. In 2004 meldden de partijen opnieuw, maar ditmaal met een aantal afwijkingen ten opzichte van de in 2002 goedgekeurde transactie. De belangrijkste afwijking was dat Wolters Kluwer ter financiering een minderheidsbelang in Sdu verkrijgt van ongeveer 25%. De activiteiten van Wolters Kluwer en Sdu overlappen met name op de markt voor juridische publicaties, waarop zij respectievelijk de grootste en de op één na grootste speler zijn. Bij de beoordeling keek de NMa naar (i) de gevolgen voor de prikkel om met elkaar te concurreren; (ii) het scheppen van de mogelijkheid om informatie uit te wisselen; en (iii) de mogelijkheid toe te treden tot de markt voor juridische publicaties. Nadat partijen hadden gegarandeerd dat de minderheidsdeelneming een tijdelijk karakter heeft, kon de NMa concluderen dat deze concentratie geen nader onderzoek behoeft.
2.3
Uitvoering energiewetgeving: DTe
2.3.1
De missie en hoofdtaken van DTe De missie van DTe is ‘het zo e¤ectief mogelijk laten werken van de energiemarkten en het beschermen van de consumenten’. DTe realiseert deze missie door bij te dragen aan het creëren van condities waaronder de markt zo e¤ectief en eªciënt mogelijk kan functioneren en de belangen van de consument voldoende worden gewaarborgd. DTe heeft vier hoofdtaken: 1 DTe stimuleert het e¤ectief functioneren van een vrije energiemarkt Keuzevrijheid moet leiden tot een hogere eªciëntie, marktconforme prijzen, betere kwaliteit en meer innovatie in de sector. DTe stimuleert bijvoorbeeld de toegang van handelspartijen tot netwerken tegen redelijke voorwaarden en tarieven. Daarnaast tracht DTe de energieconsument te motiveren om actief te kiezen. Daardoor ontstaat namelijk een situatie waarin kritische consumenten leveranciers dwingen tot scherpe prijzen en goede dienstverlening. 2 DTe reguleert daar waar nodig Concurrentie tussen de netwerken is niet mogelijk. In deze gevallen reguleert DTe de netbeheerders om ervoor te zorgen dat diensten tegen reële prijzen worden geleverd. Om ervoor te zorgen dat diensten tegen reële prijzen worden geleverd en een eªciënte bedrijfsvoering wordt gewaarborgd, reguleert DTe de netbeheerders. Zo stelt DTe maximumtarieven vast voor de diensten van netbeheerders en stimuleert DTe de netbeheerders de kwaliteit van het netwerk te waarborgen. 3 DTe houdt toezicht op de partijen in de energiesector Op reguliere basis en via signalen uit de sector analyseert DTe of partijen zich aan de wettelijke vereisten houden. Daartoe worden bijvoorbeeld reguliere en incidentele audits bij netbeheerders en leveranciers gehouden.
Deel 1: Algemeen verslag | Hoofdstuk 2: Verslag per taak
51
4 DTe volgt de werking van energiemarkten Hierdoor kunnen marktimperfecties tijdig worden aangepakt. DTe onderzoekt bijvoorbeeld de liquiditeit van markten en consulteert de sector naar aanleiding van ervaringen van marktpartijen. Om de ontwikkelingen op de Nederlandse elektriciteitsmarkt te volgen hebben de NMa en DTe gezamenlijk een monitoringsysteem opgezet (‘Market Surveillance Committee’). De taken van DTe als uitvoerder en toezichthouder hangen sterk samen met de taken van de beleidsverantwoordelijke minister van Economische Zaken. De Minister is verantwoordelijk voor het maken van beleid binnen de grenzen van de Europese richtlijnen, de directeur DTe voor beleidsuitvoering en markttoezicht. De directeur DTe adviseert de Minister bij het ontwikkelen van nieuw beleid. Om de transparantie te bevorderen, worden (formele) adviezen van DTe aan de Minister openbaar gemaakt. 2.3.2
Invoering I&I-wet De Interventie & Implementatiewet (I&I-wet – Wijziging Elektriciteitswet 1998 en Gaswet in verband met implementatie en aanscherping toezicht netbeheer) bracht daags na de marktopening voor kleinverbruikers op 1 juli 2004 een ingrijpende wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet. De wetswijziging die in werking trad op 14 juli 2004, was noodzakelijk om een aantal Europese verplichtingen te implementeren en het toezicht op netbeheerders en leveranciers aan te scherpen. Onder meer werd DTe de bevoegdheid gegeven boetes op te leggen en om toezicht te houden op de wervingspraktijken van energieleveranciers. Verder heeft de directeur DTe de bevoegdheid om geschillen te beslechten tussen afnemers van energie en netbeheerders. Om duidelijkheid te scheppen over de geschillenprocedure stelde de directeur DTe in 2004 de Beleidsregels proceduregeschillen energie vast. Voor de eerste maal in haar geschiedenis begeleidde DTe de inwerkingtreding van een omvangrijk wetsvoorstel met een implementatietraject. Op deze wijze stelde DTe de energiebedrijven in staat zich vroegtijdig te informeren over de praktische veranderingen die de invoering van de I&I-wet met zich bracht en hadden zij de mogelijkheid commentaar te leveren. De consultatiesessie die DTe samen met het ministerie van Economische Zaken organiseerde, vond plaats in augustus 2004 en werd goed door de energiesector bezocht. Het commentaar is verwerkt in het implementatieplan. Vervolgens zijn acties uitgezet om een nauwgezette en tijdige invoering van de nieuwe wettelijke bepalingen mogelijk te maken. De voortgang van de eigen implementatieactiviteiten wordt door DTe gemonitord. Indien daar aanleiding toe is, worden bedrijven geïnformeerd over wijzigingen in de activiteiten of de planning. DTe onderneemt dergelijke initiatieven om de energiemarkten beter te laten werken en consumenten e¤ectief te beschermen.
52
Jaarverslag 2004 NMa en DTe
2.3.3
Marktopening Een belangrijke gebeurtenis in 2004 was de marktopening, het vrijgeven van de energiemarkt voor kleinverbruikers. DTe heeft in de aanloop naar de marktopening op 1 juli 2004 marktpartijen nauwlettend gevolgd en gestimuleerd om de voorbereidingen voor marktopening zo vlekkeloos mogelijk te laten verlopen. Marktpartijen hebben gewerkt aan het op orde krijgen van hun administratieve processen om zo de keuzevrijheid van consumenten te faciliteren. Kleinverbruikers moeten er op kunnen vertrouwen dat de administratieve processen (zoals overstappen naar andere leverancier, verhuizen en factureren) van de energiebedrijven op orde zijn. Daarnaast heeft DTe voor de marktopening 57 nieuwe leveringsvergunningen afgegeven. Een dergelijke vergunning is noodzakelijk voor een marktpartij die energie wil leveren aan kleinverbruikers. Bovendien heeft DTe veel gedaan aan voorlichting over marktopening door op zijn website de nodige informatie op te nemen en door samen met de Informatielijn vragen te beantwoorden. Consumenten krijgen meer inzicht in de prestaties van hun leverancier of netbeheerder door het klachtenoverzicht dat DTe elk kwartaal op zijn website publiceert.
2.3.4
Bezwaar en beroep In 2004 zijn 98 bezwaarprocedures en 26 beroepsprocedures op het terrein van de energiewetgeving afgerond. In een aantal procedures is het bezwaar of beroep ingetrokken. Voor een overzicht van deze procedures: zie deel 3, hoofdstukken 10 en 12. Hieronder worden twee procedures samengevat, waarvan de een praktisch relevant is voor de afnemer en de ander voor bedrijven in de energiesector.
Zaak 101531
De directeur DTe gaf in 2004 een bindende aanwijzing aan netbeheerder Continuon, die inhield dat
Continuon
vóór 1 juli van dat jaar een groep woonboten moest worden aangesloten op het elektriciteitsnet. Tegen deze aanwijzing voerde Continuon als bezwaar aan dat er geen aansluitplicht bestaat voor roerende zaken zoals woonboten. De directeur DTe verklaarde het bezwaar ongegrond: niet bepalend is of een woonboot een onroerende zaak is, omdat ook indien sprake zou zijn van een roerende zaak, de wettelijke aansluitplicht zou gelden voor een nabijgelegen onroerende zaak, zoals de kade waaraan de woonboten liggen. Inmiddels heeft Continuon de woonboten aangesloten op het elektriciteitsnet.
Zaak 100261
In 2004 heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) het beroep van Essent Energy Trading
Essent Energy Trading
inzake de onbalansvergoeding ongegrond verklaard. Bepaalde aanbieders van elektriciteit (programmaverantwoordelijken) dienen een vergoeding te betalen voor het veroorzaken van onbalans. Onbalans treedt op wanneer de daadwerkelijk afgenomen en ingevoerde elektriciteit afwijkt van het vooraf ingediende programma. De programmaverantwoordelijke moet de vergoeding ook betalen indien de onbalans buiten zijn toedoen is ontstaan. Het CBb oordeelde het beroep van Essent Energy Trading ongegrond, onder meer omdat de programmaverantwoordelijke over de beste middelen beschikt om de schade te beperken en op een eventuele veroorzaker te verhalen.
Deel 1: Algemeen verslag | Hoofdstuk 2: Verslag per taak
53
2.4
Toezicht op vervoerwetten: Vervoerkamer
2.4.1
Missie De missie van de Vervoerkamer sluit uiteraard aan bij de missie van de NMa en luidt: vervoermarkten laten werken. De Vervoerkamer realiseert dit door enerzijds haar wettelijke taken zo e¤ectief en eªciënt mogelijk uit te voeren en anderzijds door met de sector en wetgever te communiceren in de fase waarin wetten nog in voorbereiding zijn.
2.4.2
Taken De Vervoerkamer had in 2004 alleen wettelijke bevoegdheden voortvloeiend uit de Wet personenvervoer 2000. Eind 2004 is het besluit genomen dat de Spoorwegwet vanaf 1 januari 2005 in werking treedt. De Vervoerkamer heeft het ministerie van Verkeer en Waterstaat zowel over deze wetten als over de wetgeving voor de luchtvaart en het loodswezen geadviseerd, onder andere door deel te nemen aan werkgroepen en uitvoerings- en handhavingstoetsen uit te brengen.
2.4.3
Wet personenvervoer 2000 De doelstellingen van de Wet personenvervoer 2000 (Wp2000) zijn het verbeteren van de eªciëntie van het openbaar vervoer en het vergroten van het aantal reizigers. Om deze doelstellingen te realiseren heeft de wetgever gekozen voor periodieke aanbesteding van concessies. Vooralsnog zijn de gemeentelijke vervoerbedrijven vrijgesteld van de aanbestedingsverplichting. Zolang ze vrijgesteld zijn van deze plicht beschikken de gemeentelijke vervoerbedrijven over een exclusieve positie op de markt voor het gemeentelijk vervoer. Afsplitsen niet-openbaarvervoeractiviteiten Om te voorkomen dat de gemeentelijke vervoerbedrijven overheidsgelden inzetten op aanverwante, commerciële markten en daardoor een gunstige concurrentiepositie kunnen innemen ten opzichte van reguliere marktpartijen, controleert de Vervoerkamer of gemeentelijke vervoerbedrijven andere werkzaamheden verrichten dan openbaar vervoer of daarmee rechtstreeks samenhangende werkzaamheden (artikel 69, eerste lid, van de Wp2000). Alle andere activiteiten moeten worden afgestoten en ondergebracht in een aparte privaatrechtelijke rechtspersoon. Van de gemeentelijke vervoerbedrijven van Rotterdam en Utrecht, RET en GVU, is vastgesteld dat zij hun voorstel voor afsplitsing van hun niet-openbaarvervoeractiviteiten correct hebben uitgevoerd. De bewijsstukken die door HTM aan de Vervoerkamer waren toegezonden, bleken onvolledig te zijn. Afronding van deze beoordeling heeft begin 2005 plaatsgevonden. Bij rechtsoordeel van 23 juni 2003 is door de directeur-generaal van de NMa vastgesteld dat het GVB de exploitatie van veerdiensten over het IJ moet afsplitsen (artikel 69, eerste lid, van de Wp2000). Het ingediende bezwaar van het
54
Jaarverslag 2004 NMa en DTe
GVB is op 15 juli 2004 niet-ontvankelijk verklaard, omdat het rechtsoordeel niet kon worden aangemerkt als besluit volgend uit de Algemene wet bestuursrecht, waardoor er geen bezwaar en beroep mogelijk is. De Vervoerkamer gaf het GVB tot uiterlijk 1 januari 2005 de tijd om de veerdiensten af te splitsen. Het GVB was daarmee het enige gemeentelijke vervoerbedrijf dat eind 2004 nog niet voldeed aan de verplichtingen van artikel 69, eerste lid, van de Wp2000. Als gevolg van een herziening van het rechtsoordeel c.q. de wijziging van artikel 64, tweede lid, van de Wp2000 zijn de gemeentelijke vervoerbedrijven van Maastricht en Nijmegen, SBM en Novio, in 2004 alsnog onder toezicht geplaatst (artikel 69, eerste en vijfde lid, van de Wp2000). Vastgesteld werd dat SBM en Novio als gemeentelijke vervoerbedrijven worden aangemerkt en als gevolg daarvan dienen te voldoen aan de eisen neergelegd in artikel 69, eerste en vijfde lid, van de Wp2000. De directeur-generaal van de NMa heeft SBM bij rechtsoordeel laten weten dat SBM geen activiteiten verricht die afgesplitst dienen te worden. Voor Novio geldt hetzelfde.
“Concurrentie leidt tot beter busvervoer” 07-09-2004 | de Volkskrant Peter Kortenhorst, directievoorzitter Connexxion
In aanvulling op het rechtsoordeel van juni 2003 heeft de directeur-generaal van de NMa vastgesteld dat het door HTM verrichte vervoer van de ADO Den Haag-supporters kan worden aangemerkt als openbaar vervoer. HTM mag het vervoer exploiteren. Verklaring financiële verhoudingen concern De gemeentelijke vervoerbedrijven moeten jaarlijks een verklaring opstellen waaruit de financiële verhouding tussen het gemeentelijk vervoerbedrijf en haar dochter- en zusterondernemingen blijkt (volgens artikel 69, vijfde lid, van de Wp2000). Op deze wijze wordt inzichtelijk gemaakt of de gemeentelijke vervoerbedrijven hun dochter- en zusterondernemingen financieel bevoordelen (kruissubsidiëring) en daardoor een oneerlijke concurrentiepositie innemen. In 2004 zijn voor het boekjaar 2002 de verklaringen van HTM, GVU, GVB, RET en SVD door de NMa getoetst aan de vereisten. Omdat SVD voor boekjaar 2001 nog niet had voldaan aan deze vereisten heeft de NMa ook die verklaring beoordeeld. Ten aanzien van SVD en HTM is op 17 mei 2004 geconstateerd dat zij de relevante stukken niet ter inzage op alle kantoren van het gemeentelijk vervoerbedrijf hadden gelegd. Zij dienden dit voor 24 juni 2004 alsnog te doen. Beide ondernemingen hebben de geconstateerde tekortkoming voor deze datum hersteld. De ingediende verklaringen van GVU en GVB bleken niet aan de vereisten te voldoen. De nieuwe verklaringen over het boekjaar 2002 van het GVU en GVB voldeden wel aan de vereisten (rechtsoordelen van 5 augustus 2004).
Deel 1: Algemeen verslag | Hoofdstuk 2: Verslag per taak
55
Het GVU heeft alsnog de opdracht gekregen om de relevante stukken ter inzage te leggen op alle kantoren. Bij brief van 31 augustus 2004 heeft de Vervoerkamer vastgesteld dat hieraan gehoor is gegeven. RET voldeed ten aanzien van boekjaar 2002 aan de vereisten (rechtsoordeel van 7 april 2004). Om de kwaliteit van de verklaringen te verbeteren en een snellere totstandkoming te bevorderen, heeft de Vervoerkamer een controleprotocol opgesteld. Dit protocol is op 28 september 2004 gepubliceerd in de Staatscourant (nr. 186). Bij het toezenden van het controleprotocol verzocht de NMa de gemeentelijke vervoerbedrijven om de verklaringen voor boekjaar 2003 toe te zenden. Deze verklaringen zijn inmiddels ontvangen. Over de verklaringen van HTM en SVD is bij rechtsoordelen van 10 december 2004 aangegeven dat beide gemeentelijke vervoerbedrijven hebben voldaan aan de gestelde eisen ten aanzien van deze verklaring over de financiële verhoudingen tussen zuster- en dochterondernemingen. De overige verklaringen zijn nog niet beoordeeld in 2004 vanwege de wijziging van artikel 64 van de Wp2000. Hierover vond tot eind 2004 overleg plaats met het ministerie van Verkeer en Waterstaat. 2.4.4
Spoor De Spoorwegwet was in 2004 nog niet in werking. De Vervoerkamer bereidde zich in 2004 voor op haar taken en gaf uitleg over de interpretatie van de wet aan de onder toezicht gestelden. Ook bezocht de Vervoerkamer bedrijven om zicht te krijgen op de belangrijkste obstakels bij het naleven van de wet- en regelgeving. Geen toezicht op basis van de Spoorwegwet, wel voorbereiding en beleidsadvisering De Vervoerkamer heeft een uitvoerings- en handhavingstoets verricht op zowel de beheer- als vervoerconcessie. Beide adviezen zijn overgenomen door het ministerie van Verkeer en Waterstaat. De concessies zijn behandeld in de Tweede Kamer en ondertekend door de minister (eind 2004). De Vervoerkamer heeft op verzoek van ProRail de systematiek en procedures rond de gebruiksvergoeding getoetst aan de wet- en regelgeving. Het onderzoek naar de tariefhoogte en kostentoerekening zal in 2005 worden afgerond. De tarieven 2005 zijn in 2004 vastgesteld onder het oude wetgevingsregime. Aan ProRail is een advies uitgebracht over de Netverklaring 2005. De adviezen zijn verwerkt in de definitief vastgestelde netverklaring van ProRail voor het jaar 2005. De spoortoezichthouders hebben in december 2004 gezamenlijk een open letter of intent opgesteld waarin de samenwerking tussen de toezichthouders van Duitsland, Zwitserland, Italië en Nederland ten aanzien van de internationale goederencorridor Rotterdam-Milaan verder is uitgewerkt.
56
Jaarverslag 2004 NMa en DTe
Samen met de directie Spoor van het ministerie van Verkeer en Waterstaat is een zogenaamde Veegwet opgesteld om tegemoet te komen aan de door de NMa gesignaleerde handhavingsproblemen. De Veegwet Spoor is aangenomen door de Eerste Kamer in december 2004. 2.4.5
Luchtvaart De Vervoerkamer leverde een bijdrage aan de evaluatie en het Wetsvoorstel luchtvaart dat in het najaar van 2004 naar de Tweede Kamer is gestuurd. Volgens het wetsvoorstel krijgt de Vervoerkamer een toezichtrol op de tarieven van de luchtvaartgebonden activiteiten van de NV Luchthaven Schiphol. De behandeling van de wet staat gepland in voorjaar 2005.
2.4.6
Loodswezen De Vervoerkamer bracht advies uit over het kabinetsstandpunt tariefregulering voor het loodsen van zeeschepen. Het kabinet heeft het voornemen een wet op te stellen waarin de NMa/Vervoerkamer de bevoegdheid krijgt de tarieven voor het loodsen van zeeschepen vast te stellen. In het najaar is volop gewerkt aan de uitwerking van het kabinetsstandpunt door actieve participatie in twee werkgroepen van het directoraat-generaal Goederenvervoer. De Vervoerkamer heeft op deze manier haar deskundigheid en ervaring ingebracht op het gebied van sectorspecifieke tariefregulering. In voorjaar 2005 zal de voorbereiding van de nieuwe wet en de uitwerking van een nieuwe tariefsystematiek worden afgerond.
Deel 1: Algemeen verslag | Hoofdstuk 2: Verslag per taak
57
Outcome: de economische resultaten van handhaving in de jaren 2002–2004 1
Inleiding
2 Door te interveniëren op grond van het concentratietoezicht wordt economische schade als gevolg van het ontstaan of
Door haar optreden draagt de NMa bij aan gezonde concurrentie-
versterken van een economische machtspositie voorkomen.
verhoudingen. Dit leidt onder andere tot meer en kwalitatief betere
3 In gevallen waarin de NMa gebruik maakt van alternatieve hand-
producten, lagere prijzen, innovatieve en eªciëntere productie-
havingsinstrumenten die niet leiden tot een formeel besluit,
methoden. Bovendien heeft het tot gevolg dat schaarse productie-
kunnen evengoed gunstige e¤ecten van haar optreden worden
middelen eªciënter worden ingezet: binnen ondernemingen, binnen een sector en tussen sectoren.
vastgesteld. 4 Er gaat een preventieve werking uit van het optreden van de
De NMa hecht eraan inzicht te geven in de outcome (e¤ecten)
NMa. Dit heeft tot gevolg dat ondernemingen bijvoorbeeld
van haar optreden. Gegeven de huidige stand van de economische
afzien van kartelvorming of afzien van het aangaan van een
wetenschap en de ‘meetproblemen’ waarmee een economisch
mededingingsbeperkende fusie. Ook in deze situatie kan worden
onderzoeker kampt, is het moeilijk alle e¤ecten die het optreden
gesproken van een gunstig e¤ect op de economie als gevolg van
van een mededingingsautoriteit teweeg kan brengen, te kwanti-
het optreden van de NMa.3
ficeren. Op de middellange termijn is waarschijnlijk het positieve
Hieronder wordt een aanzet gegeven voor een analyse van de
e¤ect van de marktdynamiek op de arbeidsproductiviteit (door
directe e¤ecten van formele interventies zoals beschreven onder
bijvoorbeeld innovatie) een belangrijk gevolg van gezonde concur-
1 en 2. Daarnaast wordt in de tekstbox op bladzijde 60 een beknopte
rentieverhoudingen. Over dergelijke e¤ecten op de middellange
illustratie gegeven van directe prijs- en allocatie-e¤ecten die kunnen
termijn kan nog geen uitsluitsel worden gegeven, omdat de
worden bereikt door de inzet van alternatieve handhavingsinstru-
Mededingingswet van 1998 dateert en de eerste echt belangrijke
menten. De positieve e¤ecten van het optreden van de NMa op pre-
ingrepen plaatsvonden na 2000.1 Deze middellangetermijne¤ecten
ventie, de inzet van productiefactoren en innovatie worden hierbij
zullen in deze analyse dan ook niet worden meegenomen.2
buiten beschouwing gelaten, maar zijn potentieel zeer omvangrijk.
Het optreden van de mededingingsautoriteit leidt er echter over het algemeen ook toe dat de directe schade van concurrentieverstoringen, bijvoorbeeld in de vorm van kunstmatig hoge prijzen
2
Methode
en productiebeperkingen, wordt stopgezet. De hier beschreven analyse vormt een aanzet om uitsluitend deze laatste economische
Voor de inschatting van de e¤ecten van het mededingingstoezicht,
e¤ecten te ramen.
bestaande uit een inschatting van de prijs- en allocatie-e¤ecten
De NMa tracht op verschillende manieren economisch e¤ect te
die met diverse vormen van mededingingsinbreuken samenhangen,
sorteren.
is een eenvoudig model toegepast over de jaren 2002–2004,
1
Door in te grijpen probeert de NMa de door kartels en misbruik
dat hieronder verder wordt toegelicht. Alleen gevallen waarin een
van een economische machtspositie toegebrachte schade te
inbreuk op de Mededingingswet is bewezen (en een sanctie is opge-
beëindigen. Hierdoor dalen de prijzen en stijgt de productie van
legd) alsmede interventies op grond van het concentratietoezicht4
de betrokken goederen. Dit heeft positieve gevolgen voor de
worden meegenomen in deze ramingen. De methode is toegepast
inzet van productiemiddelen ten gevolge van die extra productie.
op individuele zaken waarvan de individuele resultaten vervolgens
Noten 1 Berenschot, Evaluatie Mededingingswet: Doelmatigheid handhaving m-wet, Utrecht, 2002. 2 Ook de mogelijke e¤ecten van fouten van de eerste soort (ten onrechte ingrijpen door de mededingingsautoriteit) en de tweede soort (ten onrechte juist níet ingrijpen) worden niet meegenomen. Tevens zijn de kosten die de NMa maakt voor handhaving niet meegenomen. 3 Mededingingswet en prijzen, in Jaarverslag 2002 NMa en DTe, blz. 52–55. 4 Hierbij kan het gaan om een verbod, om een remedie, of om een intrekking van de melding als gevolg van een interventie door de NMa.
58
Jaarverslag 2004 NMa en DTe
zijn geaggregeerd. Bij de inschatting van de genoemde e¤ecten
uitspraken over de mate van prijsstijging te komen, werd de metho-
wordt onderscheid gemaakt naar zogenaamde prijse¤ecten (de
diek van het Amerikaanse Department of Justice en de Federal Trade
consument heeft ‘teveel’ betaald) en allocatie-e¤ecten (de con-
Commission gehanteerd. Onlangs is ook door het Britse Oªce of Fair
sument heeft minder gekocht van het desbetre¤ende product).
Trading een studie gepubliceerd waarin deze methode wordt uiteen-
Omdat de analyse van de NMa onder meer gebaseerd is op
gezet.5 Concreet betekent dit dat in ramingen voor de prijse¤ecten
bedrijfsvertrouwelijke gegevens die betrekking hebben op indivi-
het uitgangspunt geldt dat deze beperkt worden tot de duur van
duele zaken en deze individuele bedrijfsinformatie niet openbaar
één jaar en de geraamde prijsstijgingen beperkt zijn tot één procent
kan worden gemaakt, is alleen een geaggregeerde uitkomst te
tenzij op grond van concrete bewijzen en aanvullend economisch
geven. Dit betekent dat de resultaten voor externe onderzoekers
onderzoek anders moet worden aangenomen.6
in het algemeen gesproken niet controleerbaar zullen zijn.
Allocatie-e¤ect Prijse¤ect
Nadat een prijse¤ect geraamd is, kan vervolgens een eerste
Om de schade van een inbreuk op artikel 6 of artikel 24 van de
inschatting worden gemaakt van de allocatieve schade7 ofwel het
Mededingingswet te ramen dient eerst een prijse¤ect te worden
allocatie-e¤ect. Door de prijsstijging zijn immers in het algemeen
geschat. Het prijse¤ect wordt bepaald door de prijsstijging als
minder producten afgezet, waardoor bijvoorbeeld ook minder
gevolg van de overtreding te vermenigvuldigen met de afgezette
productiefactoren zijn ingezet. Door het ingrijpen van de NMa is
hoeveelheid. Door de bedoelde prijsstijging betalen consumenten
aan dit e¤ect een eind gekomen, met als gevolg dat de productie
meer dan het geval zou zijn geweest zonder de overtreding. Bij een
wordt vergroot. Daarmee heeft de productie-uitbreiding additionele
voorgenomen concentratie moet eerst de marktomvang worden
positieve gevolgen voor andere sectoren in de economie. Dit allo-
bepaald die zou optreden als de concentratie in ongewijzigde vorm
catie-e¤ect is op te vatten als een vermindering van een markt-
zou worden doorgezet. Net als bij de mededingingsovertreding
verstoring. In de eerste plaats leidt een toename van activiteiten
bestaat de voor de consument resulterende schade dus uit het
tot extra vraag voor de toeleveranciers van de sector en ten tweede
prijsverschil dat is ontstaan door de desbetre¤ende concentratie
fungeert de extra afzet deels als een input in bedrijfsprocessen in
vermenigvuldigd met de hoeveelheid producten die tegen de
de hele economie. Deze uitstralingse¤ecten die buiten de desbetref-
hogere prijs zijn aangeschaft.
fende markt, branche of sector optreden, kunnen substantieel zijn. De gevolgen voor afnemers en toeleveranciers kunnen met behulp
De mate waarin de prijs is opgedreven in de geanalyseerde zaken
van een input-outputanalyse in de beschouwing worden betrokken.
kan worden ontleend aan diverse bronnen. In ieder geval zijn
Deze onderzoeksstrategie is door de OESO ontwikkeld voor het
geraadpleegd:
berekenen van de economische e¤ecten van het ophe¤en van
a het zaakdossier;
marktverstoringen8 en is voor Nederland onder andere gebruikt
b openbare prijs- en hoeveelheidinformatie uit de sector;
om de e¤ecten van deregulering en sectorspecifiek markttoezicht
c intern verrichte schattingen van elasticiteiten en Lernerindices
te meten in vijf belangrijke sectoren.9
op het niveau van sectoren en branches. Waar onvoldoende gegevens aanwezig zijn om tot concrete
Noten 5 S. Davies & A. Majumdar, The development of targets for consumer savings arising from competition policy, Oªce of Fair Trading Economic Discussion Paper 4, London, juni 2002 (www.oft.gov.uk/nr/ rdonlyres/3c6643ae-d297-43b2-bda4-dd89d3d40893/0/oft3861.pdf). 6 P. Nelson & S. Sun, ‘Consumer Savings from Merger Enforcement: A Review of the Antitrust Agencies’ Estimates’, Antitrust Law Journal, 69 (2001), blz. 921–960. 7 Ook wel ‘deadweight loss’ genoemd. 8 OECD, The economy wide e¤ects of structural reform, Parijs, 1997.
Outcome: de economische resultaten van handhaving in de jaren 2002–2004
59
In figuur 1 wordt de essentie van de methode geïllustreerd. In figuur 1 is een markt gemodelleerd aan de hand van een
Welvaartse¤ecten van dalende afwikkeltarieven mobiele telefonie Een afwikkeltarief is het bedrag dat een belbedrijf in rekening brengt
vraagcurve (D) naar een bepaald product, met prijs P op de verticale
voor het afleveren van telefoonverkeer op het eigen netwerk. De
en hoeveelheid Q op de horizontale as. In de figuur is Pc de prijs die
vijf mobiele operators in Nederland hebben elk een economische
op een markt tot stand zou zijn gekomen zonder mededingingsbe-
machtspositie op hun eigen mobiele netwerk wat betreft het
perking en vormt Qc de corresponderende gevraagde hoeveelheid.
afwikkelen van belverkeer. Een mobiele operator ondervindt namelijk
Het prijsniveau P* komt tot stand als sprake is van mededingings-
geen serieuze concurrentie bij het vaststellen van zijn tarieven voor
beperkingen, waarbij de corresponderende hoeveelheid Q* geldt.
het afwikkelen van belverkeer op zijn eigen mobiele net. Dit betekent
Oppervlakte 1 toont het prijse¤ect van de schade van de overtreding
dat er sprake is van een aparte markt voor afwikkeldiensten per
en oppervlakte 2 toont het allocatie-e¤ect. Mutatis mutandis kan
mobiele operator. Dit bleek uit een in augustus 2002 afgeronde
de hier genoemde methode gebruikt worden om het e¤ect te ramen
kwantitatieve en kwalitatieve studie van de NMa. Iedere aanbieder
van een mededingingsbeperkende concentratie die zou leiden tot
is daarom als monopolist aangemerkt voor het afwikkelen van bel-
een prijsopdrijvend e¤ect.
verkeer op zijn eigen netwerk. In het bijzonder betekende dit dat een
De belangrijkste beperking bij de toepassing van deze onder-
nader onderzoek gestart kon worden naar het mogelijk excessieve
zoeksstrategie is dat het e¤ect van slechts een deel van het NMa-
karakter van de afwikkeltarieven waarover diverse marktpartijen
werk inzichtelijk wordt gemaakt. Zoals opgemerkt, worden in deze
zorgen geuit hadden, maar waartegen OPTA gegeven de toen
rapportage alleen de gevallen meegenomen waarin:
geldende sectorspecifieke regelgeving niet kon optreden. Gezien
a een inbreuk bewezen is (en een sanctie is opgelegd);
de forse prijsverlaging die werd overeengekomen, staakte de NMa
b een fusie verboden is;
dit onderzoek waardoor zij buiten beschouwing blijft in de gerap-
c een intrekking van een voornemen tot fusie als gevolg van
porteerde economische e¤ecten van de NMa. Desondanks kan
een interventie van de NMa heeft plaatsgevonden; of
worden vastgesteld dat deze beleidskeuze, die een daling van de
d remedies zijn opgelegd.
tarieven met 48% in twee jaar inzette, leidde tot een substantiële
Andere e¤ecten die hierboven al zijn geschetst en de baten van
winst voor de consument (circa 1 780 miljoen over de periode
alternatieve handhavingsinstrumenten, die niet minder rechtmatig
2004–200510) en tevens de allocatie sterk verbeterde. De reductie
of doelmatig zijn, worden niet gekwantificeerd en blijven buiten
van het deadweight loss bedraagt 2% tot 9% van de betrokken
beeld. Een aansprekend voorbeeld van het e¤ect van alternatieve
omzet, oftewel 1 19 miljoen tot 1 87 miljoen. Op grond van een
handhavingsinstrumenten is de reductie van afwikkeltarieven
nadere analyse van de tabel van onderlinge leveringen van de
van mobiele telecomoperators. In de tekstbox hiernaast wordt
Nationale Rekeningen, blijkt dat de uitstralingse¤ecten naar andere
de casus van de afwikkeltarieven gepresenteerd en de uitkomsten
sectoren ruim 1 35 miljoen kunnen bedragen.
getoond van een analyse op grond van de geschetste onderzoeksmethode.
Bronnen: Oxera, Cost and Benefits of Market Regulators. Application of the Conceptual Framework, ministerie van Economische Zaken, Policy Studies, Den Haag, oktober 2004, blz. 12–18; en London Economics, The definition of the relevant market comprising mobile termination services, Londen, juni 2002.
Figuur 1 Prijse¤ect en allocatie-e¤ect op een modelmarkt
P
Noten 9 R.C.G. Ha¤ner, e.a. (red), Regulatory reform in The Netherlands, Macroeconomic consequences and industry e¤ects (electricity, airlines, road transport, telecommunications and distribution), ministerie van Economische Zaken, Den Haag en OCFEB, Erasmus Universiteit, Rotterdam, 1997. 10 Alle bedragen in dit hoofdstuk zijn uitgedrukt in de euro van 2004.
60
P* 1
2
Pc
Jaarverslag 2004 NMa en DTe
Q
Q*
Qc
D
Prijseffect Allocatie-effect
3
Uitkomsten
4
Conclusies
In totaal zijn 33 zaken geanalyseerd. Hiervan hebben er 26 betrek-
De hier getoonde analysemethode en de resultaten daarvan vormen
king op ingrepen op grond van het concurrentietoezicht.11 De
een aanzet tot het kwantificeren van het economische e¤ect van
overige zeven zaken betre¤en interventies op grond van het concen-
mededingingstoezicht in de jaren 2002-2004. In het Jaarverslag
tratietoezicht.12
2002 van de NMa en DTe werd al aandacht besteed aan
Meer dan de helft van de zaken had een betrokken
prijse¤ecten als gevolg van de invoering van de Mededingingswet.14
omzet van meer dan 1 100 miljoen. De e¤ecten van het mededingingstoezicht zijn volgens de
Het gaat in dit jaarverslag om een aanzet die deels gebaseerd is op
geschetste methode voor de periode 2002–2004 geraamd op
schattingen en beperkt blijft tot inschatting van de prijs- en produc-
ruim 1 900 miljoen.
tie-e¤ecten zoals die met een mededingingsinbreuk samenhingen.
De geschatte e¤ecten die met het concentratietoezicht werden
Overigens kan worden aangetekend dat het gaat om conser-
geboekt zijn sterk afhankelijk van de vraag of er grote fusies worden
vatieve e¤ectramingen. De mate van prijsstijging die in de analyse
overwogen en aangemeld. Hierdoor ontstaat een, deels op toeval
van de NMa wordt gehanteerd bij het inschatten van de genoemde
berustende, grote variatie in de gevonden prijsmutaties. De ontwik-
e¤ecten als gevolg van overtredingen is conservatief in vergelijking
keling in de tijd zegt dan minder dan het feit dat het gemiddelde
met andere, gelijksoortige empirische onderzoeken. Recent is bij-
over de periode ruim 1 200 miljoen per jaar bedraagt. De ramingen
voorbeeld door Connor & Lande onderzoek verricht naar prijsopdrij-
voor concentratietoezicht kunnen bijvoorbeeld in belangrijke mate
ving door kartels. Dit onderzoek maakt gebruik van alle relevante
worden toegeschreven aan zaak 3386 (Nuon – Reliant). Deze zaak
economische studies van kartels en alle definitieve beschikkingen in
is in opdracht van het ministerie van Economische Zaken door onaf-
kartelzaken met daarin gegevens over prijsveranderingen. Het gaat
hankelijke onderzoekers geanalyseerd en hier zijn de ramingen van
om een totaal van ruim 700 casestudies van kartels. Uit de resul-
het desbetre¤ende onderzoek onverkort overgenomen.13
taten blijkt dat de gemiddelde prijsstijging door kartels tussen 15%
Vanwege de beperkte informatiewaarde van de geraamde e¤ecten op jaarbasis van het concentratietoezicht is in figuur 2
en 36% ligt.15 Nader en uitgebreider onderzoek is mogelijk en wenselijk en de
uitsluitend de ontwikkeling van de geraamde e¤ecten van het con-
analyse in dit katern moet dan ook vooral worden gezien als een
currentietoezicht over de periode 2002–2004 weergegeven.
eerste antwoord op de maatschappelijke wens om te komen tot een
Een nadere analyse van de resultaten van het concurrentietoe-
kwantificering van de e¤ecten van mededingingstoezicht door de
zicht lijkt aan te geven dat de e¤ecten van het toezicht van de NMa
NMa. De NMa stimuleert waar mogelijk dat meer en nader onder-
relatief het grootst zijn bij het ingrijpen bij misbruik van economi-
zoek plaatsvindt door onafhankelijke wetenschappers. Overigens
sche machtsposities en bij hardcore kartels, waaronder aanbeste-
wordt het e¤ectenonderzoek één van de taken van het binnen de
dingskartels (bid-rigging).
NMa op te richten Economisch Bureau.
Figuur 2 Geraamde e¤ecten van het concurrentietoezicht (in 3 miljoen) 160 120 80 40 0 2002
2003
2004
Prijseffect Allocatie-effect
Noten 11 Deze hebben betrekking op ruim honderd ondernemingen in een tiental branches. 12 Over de prijs-e¤ecten van concentratietoezicht in de jaren 1998–2001 is gerapporteerd in Jaarverslag 2002 NMa en DTe, pag. 52-54. Het betrof hier 11 zaken in 9 branches met ruim 1 11 miljard aan relevante omzet (in de euro van 2002). 13 Oxera 2004, op. cit. 14 Zie noot 3. 15 J.M. Connor en R.H. Lande, How High Do Cartels Raise Prices?, American Antitrust Institute, 2004.
Outcome: de economische resultaten van handhaving in de jaren 2002–2004
61
3
Aanbesteden De activiteiten rond het aandachtsveld aanbesteden stonden in 2004 in het teken van de onderzoeken in de bouwsector. De NMa koos voor een sectorbrede aanpak waarbij per deelsector onderzoek wordt verricht. De onderzoeken richtten zich op de clementieaanvragen door ondernemingen in de bouwsector, sectorbrede onderzoeksrapportages en een specifieke sectorbrede sanctieprocedure.
3.1
Clementieaanvragen bouwsector De voortdurende, systematische aanpak van de bouwsector leidde in 2004 tot een aantal belangrijke ontwikkelingen. In januari 2004 riep de directeurgeneraal van de NMa de bouwsector op om gedragingen die in strijd zijn met de Mededingingswet vrijwillig te melden. In februari 2004 bracht een klokkenluider een nieuwe schaduwboekhouding aan het licht, afkomstig uit de burgerlijke en utiliteitsbouwsector. Hierop volgde een maatschappelijke discussie. De minister van Economische Zaken herhaalde de oproep en stelde de deadline van 1 mei 2004. In totaal gaven 481 bedrijven in de bouwsector gehoor aan de oproep om schoon schip te maken. Alle grote bouwondernemingen meldden zich, maar ook veel ondernemingen uit het midden- en kleinbedrijf. De ontvangen meldingen zijn afkomstig uit de sectoren grond-, wegen- en waterbouw, de installatiesector, burgerlijke en utiliteitsbouw en verschillende andere deelsectoren in de bouw en aan de bouw gerelateerd. Van de 481 meldingen konden 379 aangemerkt worden als clementieverzoeken volgens de Richtsnoeren clementietoezegging. Eén clementieverzoek kon betrekking hebben op een kartelgedraging waarbij tientallen of zelfs honderden ondernemingen betrokken waren. De informatie die deze meldingen opleverde, is toegevoegd aan de reeds lopende deelsectorbrede bouwonderzoeken en droeg bij aan e¤ectief handhavend optreden van de NMa. Samen met de informatie uit eigen onderzoek, geven deze meldingen een omvattend beeld van de bouwsector.
3.2
Bouwonderzoeken in 2004 Uit een eerste onderzoek op basis van de clementieverzoeken, komt het beeld naar voren van een cultuur waarin bouwondernemingen weinig met elkaar concurreerden. Elkaar werk gunnen en elkaars klanten respecteren waren de kenmerken van deze cultuur. Veel bedrijven gaven aan dat het werkverdeling- en prijsvormingmechanisme, dat door de Europese Commissie in 1992 uitdrukkelijk was verboden, stilzwijgend was voortgezet. Dit leidde tot onderlinge afspraken over werkverdeling en prijsvorming bij individuele aanbestedingen.
62
Jaarverslag 2004 NMa en DTe
Gelet op de grote aantallen betrokken ondernemingen en projecten binnen de bouwsector koos de NMa voor een aanpak waarbij achtereenvolgens verschillende deelsectoren werden onderzocht. Het betreft de deelsectoren: * grond-, wegen- en waterbouw; * installatietechniek; * burgerlijke- en utiliteitsbouw; en * overige. De grond-, wegen- en waterbouwsector (GWW-sector) Ruim 100 clementieverzoeken waren (mede) afkomstig uit de GWW-sector. Deze bevatten verklaringen en documenten over het bestaan, de werking en de omvang van een systeem van vooroverleg. In deze eerste deelsector zijn op 13 oktober 2004 twee rapporten (zaak 4155 en zaak 3183) uitgebracht.
Verstarde bouwsector moet innoveren 25-05-2004 | Cobouw
In de rapporten wordt het vermoeden uitgesproken dat circa 400 ondernemingen in de GWW-sector gedurende de periode 1998 tot en met 2001 de Mededingingswet hebben overtreden door in wisselende samenstelling deel te nemen aan vooroverleg bij aanbestedingen met als doel de inschrijvingen onderling af te stemmen. Bovendien lijkt het dat enkele bouwondernemingen bij bepaalde projecten vooraf uitdrukkelijk hadden afgesproken vooroverleg te plegen (‘voorvooroverleg’); het ging hierbij vooral om grote infrastructurele werken, zoals de aanleg van de Hogesnelheidslijn.
Zaak 4155
Het eerste rapport in de bouwsector (zaak 4155) gaat over het systeem van vooroverleg zoals dat
GWW-sector
vermoedelijk tot en met eind 2001 heeft bestaan. De NMa heeft geen bevoegdheid om gedragingen van voor 1 januari 1998 te bestra¤en; daarom is deze datum als begindatum genomen. Volgens de verklaringen die in het kader van de clementieverzoeken zijn afgelegd, bestreek het systeem van vooroverleg aanbestedingen in de GWW-sector in heel Nederland. Van circa 450 bouwondernemingen, waaronder een aantal buitenlandse, kon worden vermoed dat zij aan dit systeem hebben deelgenomen. Het systeem van vooroverleg hield in dat kort voorafgaand aan iedere aanbesteding de geïnteresseerde bouwondernemingen bijeenkwamen om onderling vast te stellen wie als laagste mocht inschrijven (de zogenaamde ´rechthebbende`) en voor welke prijs. De overige deelnemers aan het vooroverleg hadden vervolgens een claim op de rechthebbende die bestond uit recht op werk of omzet bij een volgend werk. De opgebouwde rechten konden ze inzetten bij toekomstige vooroverleggen om aanspraak op een werk te maken. Dergelijke rechten en plichten werden door iedere onderneming nauwkeurig bijgehouden in hun eigen claimadministraties. Het vermoede systeem van vooroverleg is in dit rapport gekwalificeerd als een overtreding van artikel 81 van het EG-Verdrag en artikel 6 van de Mededingingswet.
Deel 2: Aandachtsvelden | Hoofdstuk 3: Aanbesteden
63
Zaak 3183
De NMa heeft in zaak 3183 rapport opgemaakt over twee vermoede structurele kartels die bestaan
WO6/C6
uit respectievelijk de zes grootste wegenbouwondernemingen (Wegenbouwoverleg 6 of WO6) en de zes grootste beton- en waterbouwondernemingen in Nederland (Civiele 6 of C6).
WO6 Het vermoeden bestaat dat de WO6-deelnemers op structurele basis, in vaste samenstelling en voor langere tijd (1997–2001) hun marktgedrag hebben afgestemd bij grote aankomende wegenbouwprojecten, waaronder het asfaltdeel in de Hogesnelheidslijn (HSL) en de Betuweroute (BR). De WO6-deelnemers legden hun afspraken vast in een overeenkomst. Daarin staan de onderlinge marktverhoudingen voor een periode van vier jaar beschreven, uitgedrukt in percentages van de omzet en hoeveelheden te verwerken asfalt. Projecten met een omvang van minimaal 40 miljoen gulden en 100.000 ton asfalt vielen onder de reikwijdte van de overeenkomst. Voorafgaand aan de aanbesteding van een werk werd in WO6-verband een ‘rechthebbende’ aangewezen, die als laagste mocht inschrijven. Het vermoeden bestaat dat voor zeven grote rijkswegen en het asfaltdeel van de BR en de HSL afstemming binnen WO6-verband plaatsvond.
C6 Het vermoeden bestaat dat de deelnemers aan de C6 in vaste samenstelling en op structurele basis voor een langere tijd (1998–2001) afspraken hun marktgedrag af te stemmen bij grote aankomende betonen waterbouwprojecten, waaronder een aantal delen van geïntegreerde projecten zoals de HSL en de BR. Dit had tot doel hun onderlinge marktverhoudingen te bestendigen en – voorzover het de HSL en BR betreft – buitenlandse ondernemingen zoveel mogelijk te weren. Hieruit volgt, aldus het rapport, dat de C6-deelnemers afstemming pleegden over de inschrijvingsprijzen. De vermoede afspraken door de WO6- en C6-deelnemers moeten worden onderscheiden van het systeem van vooroverleg zoals beschreven in zaak 4155. De afspraken stonden los van elkaar en konden ook los van elkaar bestaan. De afspraken zijn in het rapport gekwalificeerd als een overtreding van artikel 81 van het EG-verdrag en artikel 6 van de Mededingingswet.
In 2005 volgen nog onderzoeksrapporten naar de deelsectoren installatietechniek, burgelijke- en utiliteitsbouw en andere (kleinere) deelsectoren, waaronder bijvoorbeeld betonproducten. Ook voor deze onderzoeken speelt de informatie die is ontvangen bij de clementieverzoeken een belangrijke rol.
64
3.3
Boetegrondslag GWW
3.3.1
Versnelde procedure De resultaten van het onderzoek naar de GWW-sector zijn beschreven in twee rapporten. De rapporten zijn in oktober 2004 aan de betrokken ondernemingen toegezonden om ze in de gelegenheid te stellen hun zienswijze te geven. Daarbij stelde de directeur-generaal van de NMa aan de ondernemingen voor de proceduretijd te verkorten door zoveel mogelijk een gezamenlijke, generieke zienswijze te formuleren en de feiten en juridische beoordeling in het rapport niet te betwisten. Om tot een generieke reactie te komen, dienden de betrokken ondernemingen één persoon als hun vertegenwoordiger te machtigen. Aan ondernemingen die zouden meewerken aan de versnelde procedure, werd een
Jaarverslag 2004 NMa en DTe
vermindering van de boete met 15% in het vooruitzicht gesteld. De overgrote meerderheid van de ondernemingen bleek bereid hieraan mee te werken. De heer drs. J.C. Blankert werd gemachtigd als vertegenwoordiger op te treden.
Bouwsector kan 20 tot 25% goedkoper werken Met deze procedure werd beoogd de historisch gegroeide, bouwbrede overtredingen versneld af te doen en daarmee uitvoering te geven aan het gewenste ‘snel schoon schip maken’. Dat was ook de reden om speciale boetenormen vast te stellen voor overtredingen in de GWW-sector. De NMa verwacht de procedures voor de GWW-bedrijven die hebben gekozen voor de versnelde procedure, in het eerste kwartaal van 2005 met een besluit af te ronden. Voor bedrijven die hebben geopteerd voor de reguliere procedure, zal de procedure tot ver in 2005 duren, zodat van snel schoon schip maken geen sprake kan zijn.
25-02-2004 | De Telegraaf
3.3.2
Noot 20 www.nmanet.nl/nl/ Images/11_28331.pdf
Regels voor de boetebepaling De hierboven bedoelde speciale boetenormen zijn opgenomen in de Bekendmaking boetetoemeting aangaande bepaalde mededingingsbeperkende activiteiten in de GWW-deelsector.20 Blijkens die bekendmaking is de boete maximaal 12% van de aanbestedingsomzet die een onderneming in 2001 met GWW-activiteiten heeft behaald. Daarnaast kan een extra boete van maximaal 3% worden opgelegd voor ieder voorvooroverleg waaraan een onderneming zich schuldig heeft gemaakt. In de generieke reactie op de rapporten werd betwist dat bij vrijwel alle aanbestedingen kartelafspraken zijn gemaakt. Dit was voor de directeur-generaal van de NMa de reden om het percentage van de boete wegens het in zaak 4155 bedoelde vooroverleg definitief vast te stellen op 10% en de extra boete wegens het in zaak 3183 bedoelde voorvooroverleg op 1,5% (WO6) en 2% (C6).
BAM-groep regelt bescherming klokkenluiders 27-01-2004 | Cobouw
Voor een onderneming die een clementieverzoek heeft ingediend, wordt de boete conform de Richtsnoeren clementietoezegging verlaagd met maximaal 50%, afhankelijk van de toegevoegde waarde van de informatie die bij het verzoek werd ingediend.
Deel 2: Aandachtsvelden | Hoofdstuk 3: Aanbesteden
65
Van de circa 400 bouwbedrijven in de GWW-sector die in oktober 2004 een rapport in de zin van de Mededingingswet ontvingen, hebben 136 bedrijven zich vrijwillig gemeld in het kader van de clementieregeling. Deze bedrijven ontvingen in zaak 4155 boetereducties, variërend van 30 tot 50%. Voor zover de bedrijven tevens hadden deelgenomen aan voorvooroverleg (zaak 3183) ontvingen zij met betrekking tot dat voorvooroverleg clementie, variërend van 10 tot 30% boetereductie. Verder wordt de boete voor ondernemingen die bereid waren mee te werken aan de versnelde procedure, verminderd met 15%.
3.4
Overige bouw De NMa legde in 2004 een boete van 4 1.056.600 op aan 12 bedrijven in de dakbedekkingbranche voor het maken van kartelafspraken.
Zaak 2112
De NMa bracht ook een rapport uit tegen 11 betonmortelproducenten. Het vermoeden bestaat dat deze
Betonmortelprijs
betonmortelproducenten elkaar in de periode van 1998 tot en met 2002 op de hoogte brachten van alle voorgenomen prijswijzigingen voor het volgende jaar. Op basis van deze prijsinformatie stelden de producenten de betonmortelprijs voor het komende jaar definitief vast. Het resultaat was dat de betrokken partijen in die periode nagenoeg dezelfde prijsstijgingen hanteerden. De afspraken beperkten zich tot de provincies Zuid-Holland en Utrecht.
3.5
Resultaat Samenvattend kan gesteld worden dat de NMa in 2004 door systematisch en grootschalig aandacht aan de bouwsector te besteden, heeft bijgedragen aan het ‘schoon schip maken’ binnen deze sector en het herstel van normale concurrentieverhoudingen. Hoewel het nog te vroeg is om vast te stellen dat de concurrentieverhoudingen daadwerkelijk zijn genormaliseerd, worden al wel positieve signalen ontvangen (bijvoorbeeld berichten van opdrachtgevers dat inschrijvingsbedragen op projecten over het algemeen lager liggen dan voorheen). De NMa zal de ontwikkeling in de bouw ook na afronding van de lopende onderzoeken uiteraard nauwlettend blijven volgen.
66
Jaarverslag 2004 NMa en DTe
Deel 2: Aandachtsvelden | Hoofdstuk 3: Aanbesteden
67
Dynamiek in een markt ontstaat door non-conformisme. Tjark Tjin-A-Tsoi
De financiële sector heeft nu al een tijd de aandacht van de NMa. De economische en consumentenbelangen zijn groot. In 2004 legde de verzekeringsbranche zichzelf, in samenwerking met de NMa, een complianceregeling op. Tjark Tjin-A-Tsoi, directeur Concurrentietoezicht van de NMa, spreekt over de branche met Leo de Boer, directeur van het Verbond van Verzekeraars.
68
Hoe ziet de toekomst er op het concurrentiële vlak uit voor de verzekeringssector? De Boer “De Nederlandse markt is sinds lang erg concurrerend, omdat zij veel Nederlandse en buitenlandse aanbieders kent en laagdrempelige distributiemogelijkheden. Over het algemeen is er sprake van verdere schaalvergroting
Jaarverslag 2004 NMa en DTe
Afstemming is nodig om deze enorme markt beheersbaar en betaalbaar te houden. Leo de Boer
bij de grotere spelers en specialisering bij de kleinere. Er komt nu een nieuwe WAO, een nieuw zorgstelsel, een levensloopregeling – dat zijn voor ons evenzovele nieuwe markten en producten. Tussen de grote internationale jongens en de specialisten zit ook een groep bedrijven die zich beraadt over de te volgen koers. Aan de distributiekant zien we veel dynamiek; fiscale maatregelen, nieuwe
producten, de Wet financiële dienstverlening, internet, enzovoort zorgen voor nieuwe eisen, aandacht, kansen en bedreigingen. Vooralsnog zijn verzekeringen een sterk nationaal product. Zeker bij particulieren zie ik voorlopig geen grensoverschrijdend sluiten voorkomen.” Tjin “Schaalvergroting en concentratie mogen natuurlijk geen machtposities opleveren. Maar in een markt als »
Dubbelinterview | Financiële sector
69
de verzekeringsmarkt kunnen schaalvoordelen ook gunstige e¤ecten hebben voor economie en consument. Specialisatie zowel bij de verzekeraars als bij de intermediairs, vinden wij een goed teken. Dat ontwikkelt de markt, houdt de dynamiek erin. We denken dat de genoemde nieuwe producten impact zullen hebben in de markt. Wat betreft de distributie – zeker omdat nog een groot deel via tussenpersonen verloopt – vinden we het erg belangrijk dat het transparant is voor de consument: wat verdient zo’n intermediair aan een consument? Verder zal internet een grote invloed hebben.”
De consument weegt wel af, maar tussen verzekeringen, niet tussen tussenpersonen.
Als er bij de (intermediaire) distributie van verzekeringsproducten mededingingsrechtelijke knelpunten zijn aan te wijzen, welke zouden dat dan zijn? Tjin “Onze belangrijkste zorg is de transparantie voor de consument. Aan de andere kant: de consument vraagt er momenteel nauwelijks om. Dat levert een merkwaardig evenwicht op: ‘Don’t ask, don’t tell’. Dat de consument onder de huidige marktomstandigheden beperkt afweegt, wil echter nog niet zeggen dat hij dat niet zou willen als hij wist wat er speelde. Transparantie genereert ook interesse.” De Boer “De consument weegt wel af, maar tussen verzekeringen, niet tussen tussenpersonen. Ik ben overigens voor goede voorlichting en transparantie in zijn algemeenheid. Dit moet echter wel een doel dienen, en kijkend naar het Verenigd Koninkrijk hoeft dat niet altijd het geval te zijn.” Tjin “Dat de consument niet afweegt tussen tussenpersonen, komt deels ook doordat het niet transparant is wat de consument aan een tussenpersooon heeft. Dat de beloning is gekoppeld aan omzetvolume en niet aan dienstverlening is weliswaar niet verboden, maar wel opmerkelijk. Het stimuleert bevoordeling van de verzekeraar door de verkoop van duurdere producten; de consument moet echter kunnen verwachten dat hij de beste deal krijgt, daarvoor wendt hij zich tot een tussenpersoon.” De Boer “Daar kan ik me maar deels in vinden, een beloning op basis van uurloon is denkbaar. Maar bij kleinere verzekeringen staat dan die beloning waarschijnlijk niet meer in verhouding tot het product zelf. Er zit enige solidariteit in het systeem.” Hoe verhoudt de rol van het Verbond van Verzekeraars als overleggremium zich met het zelfstandig opereren van de individuele verzekeraars? De Boer “Bij het Verbond wordt gesproken over sectorbrede zaken: vooral belangenbehartiging, maar ook imagobewaking en collectieve dienstverlening. Verder heeft het Verbond een sociale functie; je ontmoet elkaar. Afstemming is nodig om deze enorme markt beheersbaar en betaalbaar te houden. Je moet inzichten in risico’s goed kunnen
70
Jaarverslag 2004 NMa en DTe
De consument moet van een tussenpersoon kunnen verwachten dat hij de beste deal krijgt.
inschatten. Uitwisseling van data is daarvoor nodig.” Tjin “Voor het punt van de statistische data bestaat bij ons enig begrip. Een goede risico-inschatting leidt tot eªciency en dus tot voordeel. Maar de gezamenlijkheid heeft ook een culturele kant; het moet niet te gemakkelijk worden om afspraken te maken. Dynamiek in een markt ontstaat door non-conformisme. Dat kan moeilijker worden in een cultuur waarin je elkaar goed kent en er een te innige relatie tussen concurrenten ontstaat; een ‘wij’-gevoel.” De Boer “Daar zijn we ons bewust van. Het reputatierisico is enorm, dus we zijn zelf ook alert.” Wat zijn, volgens u, de cruciale succesfactoren voor het slagen van de complianceregeling? De Boer “We hadden al een interne complianceregeling, maar nu is er ook één voor de individuele leden. Die regeling is besproken met de NMa. Belangrijk voor het succes zijn verdergaande bewustwording omtrent mededingingswetgeving in de markt, goede hulpmiddelen om de regeling te kunnen uitvoeren en een goede controle op de naleving vanuit het Verbond. Ik ben daar optimistisch over.” Tjin “Het succes staat of valt met de implementatie van de regeling. Positief is dat het bewustzijn van de rol van de Mededingingswet toeneemt. Jammer is dat als er daadwerkelijk een kartel blijkt te bestaan, nog geen enkele verzekeraar zichzelf de verplichting heeft opgelegd dit open en eerlijk te melden aan de Commissarissen en/of de NMa. De sector zou dat moeten willen, men zou daardoor vertrouwen uitstralen.” De Boer “Dat standpunt verrast me niet, maar we doen het toch niet. Voor ons valt dat in het repressieve deel van de rol van de NMa; en de complianceregeling als zodanig in het preventieve deel. Het zou oneigenlijk zijn die zaken door elkaar te halen, dat brengt de regeling bij onszelf in diskrediet. En laten we niet vergeten dat de regeling al een hele stap vooruit is.” Tjin “Dat het een stap vooruit is, onderschrijf ik van harte. Echter, een complianceregeling betreft niet alleen voorkomen, maar ook genezen. En dat laatste betekent dat men onverhoopte misstappen open en eerlijk meldt. Dat schept vertrouwen.” Wat vindt men binnen de verzekeringssector van het optreden van de NMa? De Boer “De NMa toont veel begrip voor de sector, denkt goed mee in voorkomende gevallen als bijvoorbeeld de terrorismeclausule of de millenniumpool. We ervaren dat als een constructieve bijdrage.” Tjin “We merken aan onze kant dat het aanvankelijke wantrouwen omslaat in iets positiefs. Men ziet kansen in bijvoorbeeld zo’n complianceregeling. Dat is ook goed voor het imago van de sector.” π
Dubbelinterview | Financiële sector
71
4
Financiële sector
4.1
Monitor Financiële Sector De Monitor Financiële Sector (MFS) doet economisch onderzoek naar de concurrentie in de verschillende deelmarkten van de financiële sector. Hierbij worden kenmerken van deze markten in kaart gebracht en wordt geanalyseerd in hoeverre er op een bepaalde deelmarkt sprake is van risico’s voor de mededinging. In de meeste gevallen onderzoekt de MFS verschillende indicatoren die, in onderlinge samenhang beschouwd, een risico-inschatting vanuit mededingingsperspectief opleveren. Waar mogelijk probeert de NMa een dialoog met de sector over deze inzichten op te zetten, met als doel te komen tot concurrentiebevorderende veranderingen. Hierbij snijdt het mes aan twee kanten. Enerzijds gaat er van het monitoren en het bekendmaken van de opgedane inzichten een zelfstandig handhavingse¤ect uit. Het maakt de betrokken ondernemingen immers meer bewust van de normen van de Mededingingswet en het belang van de naleving daarvan. Anderzijds bevordert monitoring een adequate prioriteitstelling en uitvoering van concreet opsporingsonderzoek naar overtredingen van de Mededingingswet. Ook ondersteunt de monitorfunctie het concentratietoezicht van de NMa in de financiële sector: de toetsing van fusies en overnames. Naast het bankwezen en de verzekeringssector kreeg het e¤ectenwezen in 2004 voor het eerst de aandacht van de MFS. Daarnaast voerde de MFS een breed onderzoek uit in de aandelenmarkt om risicosegmenten vanuit concurrentieoptiek te benoemen. Een onderzoek dat grotendeels in 2004 is uitgevoerd, betreft de overdracht aan de banken van de pincontracten van detaillisten. Voorheen waren deze contracten ondergebracht bij Interpay en was er geen concurrentie van andere aanbieders. Deze situatie is gewijzigd. Niet langer Interpay, maar de banken bieden hun pindiensten aan. De MFS heeft in kaart gebracht of en in hoeverre er daadwerkelijk concurrentie op deze markt is ontstaan na de overdracht begin 2004. De conclusie luidt dat er tussen de banken slechts beperkte concurrentie is ontstaan, doordat banken niet actief lijken te concurreren om pincontracten en detaillisten in beperkte mate hebben onderhandeld. De bevindingen zijn gepresenteerd op een symposium getiteld ‘Elektronisch betalingsverkeer: concurreren in een veranderende markt’, dat begin 2005 in Den Haag is gehouden.
Noot 21 www.nmanet.nl/nl/ Images/11_26567.pdf
In december 2004 is de tweede editie verschenen van de MFS.21 Hierin wordt ingezoomd op bovengenoemde en andere onderzoeken van de MFS in 2004. In 2004 zijn de relaties met andere toezichthouders, te weten de Autoriteit Financiële Markten (AFM) en De Nederlandsche Bank/Pensioen- & Verzekeringskamer (DNB/PVK), geïntensiveerd met het doel inzichten uit te wisselen en te voorkomen dat er overlap in activiteiten ontstaat.
72
Jaarverslag 2004 NMa en DTe
MFS 2004 Een vrij algemene constatering in de Monitor Financiële Sector 2004 is dat aanbieders van financiële producten meer op relatie lijken te concurreren dan op prijs. Ook afnemers streven naar een langdurige relatie met een aanbieder van financiële producten. Naast de tastbare voordelen van een dergelijke situatie, zoals het vergroten van de kans om in aanmerking te komen voor een krediet, is het ook zo dat de afnemer zekerheid en gemak zoekt en dit niet zelden prefereert boven het vinden van de scherpste prijs. De op klantrelatie gerichte strategieën van aanbieders van financiële producten zijn dus mede verklaarbaar vanuit de voorkeuren van de klant. Deze wederzijdse focus op een langetermijnrelatie heeft een dempende invloed op de intensiteit van de concurrentie in de markt en kan leiden tot een hoger prijsniveau. Overstapkosten versterken dit e¤ect.
4.2
Compliance verzekeringssector In paragraaf 2.1.1.4 wordt gesproken over alternatieve handhavingsinstrumenten. Een voorbeeld van een dergelijk instrument is de complianceregeling voor de verzekeringssector. De NMa was betrokken bij de opstelling van het model ‘complianceregeling Mededinging’ in samenwerking met de verzekeringsmaatschappijen en de branchevereniging voor de verzekeringssector, het Verbond van Verzekeraars. De regeling heeft tot doel een sector te creëren die zichtbaar en controleerbaar vrij is van mededingingsbeperkingen. Gedurende het eerste kwartaal van 2005 is de regeling door de tweehonderd individuele verzekeringsmaatschappijen die zijn aangesloten bij het Verbond van Verzekeraars geïmplementeerd.
NMa breekt lans voor compliance De implementatie, het gebruik van de regeling en de e¤ectiviteit ervan zullen door de NMa in de toekomst onderzocht worden. De ervaringen met deze eerste sectorbrede aanpak op het gebied van compliance zullen door de NMa worden geëvalueerd om te bezien of bredere toepassing mogelijk is.
01-10-2004 | Aanbestedingskrant
4.3
Interpay-sanctie De directeur-generaal van de NMa heeft in 2004 boetes opgelegd aan Interpay en aan de acht banken die aandeelhouder zijn van Interpay. Interpay heeft een monopolie op het gebied van netwerkdiensten voor pintransacties: betalingen met pincode die via een betaalautomaat bij een detaillist worden uitgevoerd. De netwerkdiensten omvatten het transport van gegevens tussen detaillisten en bank. Om pinnen te kunnen aanbieden, moeten detaillisten netwerkdiensten voor pintransacties afnemen.
Deel 2: Aandachtsvelden | Hoofdstuk 4: Financiële sector
73
Interpay heeft een economische machtspositie op de markt voor netwerkdiensten voor pintransacties in Nederland. Hoewel Interpay haar tarieven de afgelopen jaren had verlaagd, waren de tarieven naar de mening van de NMa nog steeds hoog in verhouding tot de kosten van de netwerkdiensten. Op basis van economisch onderzoek oordeelde de directeur-generaal van de NMa dat Interpay in de periode van 1 januari 1998 tot en met 31 december 2001 voor de netwerkdiensten excessieve tarieven bij detaillisten in rekening bracht. Interpay maakte misbruik van haar machtspositie, waardoor detaillisten en consumenten schade hebben geleden. Interpay kreeg een boete opgelegd van ruim 4 30 miljoen.
Banken betalen te duur pinnen met miljoenenboetes De aandeelhoudende banken hadden Interpay zodanig ingericht dat de verkoop van netwerkdiensten aan detaillisten tot maart 2004 alléén via Interpay kon plaatsvinden. Dit laatste ging verder dan puur de instandhouding van het netwerk voor de verwerking van pintransacties. Door alleen Interpay de netwerkdiensten te laten verkopen hebben de banken in de periode 1 januari 1998 tot 1 maart 2004 de mogelijkheid zelf deze diensten in onderlinge concurrentie te leveren, uitgesloten. Daarmee hebben ze inbreuk gemaakt op artikel 6, eerste lid, van de Mededingingswet. Aan de banken zijn boetes opgelegd die variëren van 4 0,5 tot 3,9 miljoen.
30-04-2004 | de Volkskrant
Een eerste e¤ect van deze boetemaatregelen is dat de banken sinds maart 2004 zelf als afnemers van Interpay optreden en de netwerkdiensten in onderlinge concurrentie aan de detaillisten doorleveren. Interpay en de banken hebben overigens een bezwaarschrift ingediend tegen de boetebesluiten.
74
4.4
Overige resultaten
4.4.1
Ontheªngsverzoeken Het Verbond van Verzekeraars diende een verzoek om ontheªng van het kartelverbod op grond van (het toen geldende) artikel 17 van de Mededingingswet in. Dit verzoek betreft het verzekeren van het schaderisico ten gevolge van terrorisme door de Nederlandse Herverzekeringsmaatschappij voor Terrorismeschaden (NHT). In verband met de wijziging van de Mededingingswet is het ontheªngsverzoek afgehandeld met een informele zienswijze. Geconcludeerd wordt dat het aannemelijk is dat er sprake is van een beperking van de mededinging aangezien de leden worden verplicht al hun Nederlandse verzekeringen in te brengen in de NHT. Het Verbond van Verzekeraars heeft aannemelijk gemaakt dat haar beleid voldoet aan de voorwaarden voor de wettelijke uitzondering van het kartelverbod in artikel 6, derde lid, van de Mededingingswet. Door
Jaarverslag 2004 NMa en DTe
de NHT wordt namelijk een hogere dekking voor terrorismerisico geboden. Het voordeel van de NHT komt ten goede aan de polishouders van de deelnemende verzekeraars, omdat deze kunnen profiteren van de hogere dekking. Om deze hogere dekking mogelijk te maken is samenwerking noodzakelijk. Er blijft voldoende restconcurrentie over, omdat de deelnemende verzekeraars volledig vrij zijn de kosten van de NHT al dan niet door te berekenen. De Nederlandse Vereniging van Banken heeft ontheªng aangevraagd van het kartelverbod op grond van (het toen geldende) artikel 17 van de Mededingingswet voor een multilaterale interbancaire vergoeding (MIV) voor het autoriseren van pintransacties. Deze MIV dient ter dekking van de kosten die de bank van de kaarthouder maakt om een pintransactie te autoriseren. Hierdoor heeft de detaillist de zekerheid dat de betaling gegarandeerd is. De ontheªngsaanvraag is uiteindelijk afgedaan als informele zienswijze, in verband met het wegvallen van artikel 17 van de Mededingingswet. Het is aannemelijk dat de MIV de mededinging beperkt in de zin van artikel 6, eerste lid, van de Mededingingswet. De bank van de detaillisten moeten aan de banken van de kaarthouders een vaste vergoeding in rekening brengen en hen wordt derhalve belet om op dit niveau een eigen individueel prijsstellingbeleid te ontwikkelen. Aanvragers hebben niet aannemelijk gemaakt dat aan de wettelijke uitzondering van artikel 6, derde lid, van de Mededingingswet is voldaan omdat onvoldoende aannemelijk is gemaakt dat de invoering van een MIV leidt tot een merkbare verbetering van de productie, de distributie of bevordering van de technische en/of economische vooruitgang.
Interpay krijgt concurrentie 02-06-2004 | Het Financieele Dagblad
Deel 2: Aandachtsvelden | Hoofdstuk 4: Financiële sector
75
De consument moet kunnen overstappen op basis van een weloverwogen besluit. Peter Plug
Op basis van een signaal van relatieve nieuwkomer Greenchoice onderzocht DTe de risico’s op de concurrentieverhoudingen in de energiemarkt wanneer energiebedrijven de modelovereenkomsten leveranciersmodel toepassen. Het leveranciersmodel maakt de energierekening overzichtelijker doordat de consument één rekening krijgt van de leverancier waarop zowel de leveringskosten als transportkosten staan
76
vermeld. Bij het netbeheerdersmodel krijgt de afnemer een aparte rekening voor de levering en een aparte rekening voor het transport. Peter Plug, plaatsvervangend directeur van DTe en Rob van Rees, directeur van Greenchoice, ontmoeten elkaar.
Jaarverslag 2004 NMa en DTe
De overheid heeft de wetgeving van de liberalisering goed ingestoken. Rob van Rees
Wat was de aanleiding voor Greenchoice om bij DTe aan te kloppen met signalen over het leveranciersmodel? Van Rees “Wij wilden, net als de andere aanbieders, de klant een alles-in-één-pakket kunnen aanbieden. Omdat we geen eigen netwerk hebben, ervoeren we een achterstand. In de branche zelf kwamen we daar via overleg niet uit,
dus zijn we naar DTe gestapt.” Plug “Greenchoice wilde haar klanten een pakket aanbieden en kwam een financiële ongelijkheid tegen. Zo’n signaal nemen we serieus, in die zin dat we onderzoeken of er sprake is van een incident of van een structurele situatie. Dat laatste bleek hier het geval.” »
Dubbelinterview | Energiesector
77
We onderzoeken of er sprake is van een incident of van een structurele situatie.
Welke acties heeft DTe ondernomen na dit signaal van Greenchoice? Hoe heeft Greenchoice de aanpak van DTe ervaren? Van Rees “Als nieuwkomer zonder netwerk en zonder klanten, moesten we ons invechten op de markt met een specifiek aanbod. De netbeheerders eisten twee maanden voorfinanciering. Dat is voor een kleinere aanbieder zoals wij niet te doen.” Plug “Wij kijken naar de werking van de markt. De gevraagde garantie om gebruik te mogen maken van het netwerk werd door ons als een drempel ervaren. Verder hebben we gekeken naar de doorbelasting van de administratiekosten: leveranciers nemen in het leveranciersmodel de inning van de transportkosten bij de klant voor hun rekening. De inning van de transportkosten leidt tot hogere administratiekosten voor de leverancier. De leverancier wenst deze kosten door te belasten aan de netbeheerder. De netbeheerders gaven vervolgens aan dat zij ook kosten maken voor de behandeling van die doorbelasting, maar die kosten bleken niet in verhouding te staan tot de kosten die de leverancier maakt. DTe heeft ook de methodiek geanalyseerd om het incassorisico te berekenen; het zogenaamde risico op oninbare bedragen bij de afnemer. Nieuwe leveranciers zijn minder goed in staat een degelijke inschatting te maken dan netbeheerders. Netbeheerders hebben immers historische gegevens over dit risico, nieuwkomers hebben geen of minder referentiejaren tot hun beschikking. Ten slotte heeft DTe gekeken naar de risico’s voor de transparantie van de markt wanneer partijen gebruik maken van ‘Shared Services Centres’ door leveranciers en netbeheerders.” Wat is de huidige stand van zaken? Plug “Er zijn twee modelovereenkomsten, het leveranciersen het netbeheerdersmodel. Bij een nieuwe toetreder zoals Greenchoice, die niet over een eigen netwerk beschikt, leidt dat laatste model tot twee rekeningen voor de consument. Wij zijn daarom voorstander van het hanteren van het leveranciersmodel, omdat beide posten op één rekening staan. Van Rees “DTe deed wat we hoopten. De overheid heeft de liberalisering van de wetgeving goed ingestoken en gekeken naar ervaringen in het buitenland. Er wordt gezocht
78
Jaarverslag 2004 NMa en DTe
naar oplossingen in samenspraak met de branche. Men komt met voorstellen, er is in de branche een constructief gesprek gaande. Er wordt bijvoorbeeld gekeken naar de opzet van een garantiefonds om de risico’s mee af te dekken.” Wat verwachten DTe en Greenchoice van de toekomst van het leveranciersmodel?
In de branche zelf kwamen we er niet uit. Daarom zijn we naar DTe gestapt.
Plug “Ik verwacht dat tussen nu en een jaar onnodige ongelijkheden tussen gevestigde en nieuwe spelers zijn opgeheven. Voor de consument moet de energiemarkt transparant zijn qua prijs-kwaliteitsverhouding, product (groene of grijze energie) en kwaliteit van de dienstverlening (tijdig en correct). De consument moet op basis van een weloverwogen besluit kunnen overstappen naar een andere leverancier. Daarvoor is transparantie nodig. De overstap zelf moet goed gaan, ook administratief. En de sector moet weten dat DTe ingrijpt, zoals onlangs is gebeurd toen wij een bedrijf beboetten wegens een oneigenlijke wervingsmethode.” Van Rees “Ik zie natuurlijk het liefst een zo groot mogelijk groen marktaandeel... Maar in ieder geval geen angst om over te stappen; dat is nu nog wel zo. Voor de toekomst zie ik overigens nog wel andere beren op de weg. Elektriciteit is een vreemd product, er is geen opslag van mogelijk. Daardoor is er veel macht aan de productiekant, daar moet goed naar worden gekeken. Verder staan op dit moment vooral kleinere bedrijven te koop. We verwachten buitenlandse toetreders, kijk bijvoorbeeld naar wat er op de markt voor mobiele telefonie gebeurd is.” Plug “Van belang is dat we er nu snel uitkomen met de actuele problematiek van de administratieve processen. Wij verwachten dat de branche hier het voortouw neemt; zij zijn hier verantwoordelijk voor. Wij zetten druk op het proces door een ingreep achter de hand te houden. Daarnaast inventariseert DTe wat er verder nog moet gebeuren. Daarbij kijken wij naar wat we zelf gaan doen en wat we aan de branche overlaten.” Van Rees “In zijn algemeenheid verwachten wij overigens dat de markt na de splitsing tussen leverancier en netbeheerder per 1 januari 2007 transparanter en concurrerender wordt. Daar hebben we alle vertrouwen in.” π
Dubbelinterview | Energiesector
79
5
Energiesector
5.1
Resultaten/activiteiten
5.1.1
Leveringsmarkt
5.1.1.1
Leveringsvergunningen Alle leveranciers aan kleinverbruikers (consumenten en kleinzakelijke afnemers) moeten vanaf de opening van de markt per 1 juli 2004 beschikken over een leveringsvergunning. Op die manier hebben de afnemers een waarborg dat deze leveranciers beschikken over de benodigde organisatorische, financiële en technische kwaliteiten om hun taak, het leveren van elektriciteit of gas, goed te kunnen uitvoeren. DTe besloot voor 1 juli 2004 over de aanvragen voor leveringsvergunningen die waren ingediend voor 1 maart 2004. Er zijn 59 vergunningen afgegeven (35 voor elektriciteit en 24 voor gas), waarbij met een aantal marktpartijen intensief contact is geweest om de algemene voorwaarden die ze gaan gebruiken, aan te passen. Daarbij lette DTe onder andere op de lengte van de opzegtermijnen om te voorkomen dat de consument wordt belemmerd in zijn keuzevrijheid. Ook beoordeelde DTe of de leverancier klachten adequaat kan afhandelen. DTe trad daarnaast actief op tegen partijen die overeenkomsten automatisch wilden omzetten. Zonder tussenkomst van DTe zou de consument minimaal een jaar bij een bepaalde leverancier moeten blijven. Dankzij de inspanningen van DTe zijn alle leveringsovereenkomsten altijd opzegbaar met een opzegtermijn van maximaal 30 dagen. Verder heeft nieuwe wetgeving (de I&I-wet) gezorgd voor meer consumentenbescherming, doordat het verboden wordt oneerlijke en misleidende handelspraktijken te gebruiken. DTe heeft bedrijven geïnformeerd over de consequenties van deze nieuwe wetgeving en zal toezien op de naleving.
Energiesector: Wij zijn klaar voor liberalisering markt 18-03-2004 | Staatscourant
80
5.1.1.2
Redelijke tarieven in de vrije leveringsmarkt Sinds de volledige liberalisering van de leveringsmarkt voor elektriciteit en gas op 1 juli 2004, worden de energietarieven niet meer door DTe vastgesteld. In de nieuwe situatie kunnen consumenten zelf hun leverancier kiezen en komen tarieven op de vrije markt tot stand. DTe ondernam twee activiteiten om consumenten in deze vrije markt zo goed mogelijk te beschermen tegen onredelijke prijszetting door mogelijk onvolmaakte marktwerking: * DTe controleerde periodiek de tarieven voor kleinverbruikers. Dit hield in dat een groot aantal leveranciers bij DTe op gesprek kwam om uitleg te geven over hun tarieven. Een aantal leveranciers heeft vervolgens de tarieven aangepast;
Jaarverslag 2004 NMa en DTe
* DTe ondernam actie naar aanleiding van een klacht over onredelijk hoge opzegvergoedingen. Opzegvergoedingen mogen in rekening worden gebracht aan consumenten die voortijdig hun contract opzeggen. DTe is hierover een consultatieronde gestart met als uitgangspunt dat een opzegvergoeding voor consumenten niet meer dan 4 50 per contract mag bedragen. Begin 2005 is dit uitgemond in een bindende richtlijn voor opzegvergoedingen. Hierdoor heeft DTe kunnen voorkomen dat te hoge opzegvergoedingen worden berekend aan consumenten. 5.1.1.3
Onderzoek naar prijsvergelijkers Transparantie in prijzen is een belangrijke voorwaarde voor de consument om een weloverwogen keuze te maken voor een energieleverancier. DTe vergeleek eind 2004 de kwaliteit van 13 prijsvergelijkingsites voor energie. Deze websites spelen een belangrijke rol in het keuzeproces: bijna 70% van de consumenten bezoekt ze en een kleine 40% baseert zijn of haar overstap naar een andere energieleverancier op de informatie die ze hier vinden. Deze websites moeten dus betrouwbare en actuele informatie leveren.
Je bent een dief van je eigen beurs als je niet overstapt Uit het onderzoek blijkt dat slechts vijf sites gebruik maken van onafhankelijke gegevens. Geen enkele onderzochte site geeft volledige informatie. DTe gaat met de makers van de vergelijkingsites praten om de kwaliteit te verbeteren en zo de tarievenvergelijking en voorwaarden van de leveranciers voor de afnemers te verbeteren en te vergemakkelijken. Hiermee wil DTe de keuzemogelijkheden van consumenten verbeteren en de marktwerking op de leveringsmarkt stimuleren. In 2005 zal weer een onderzoek worden gedaan om te kijken of de websites verbeterd zijn.
01-07-2004 | De Telegraaf
5.1.1.4
Duidelijke nota’s Op de energiemarkt moeten energiebedrijven onderling concurreren om de gunst van de consument. Daarbij leidt meer transparantie tot meer concurrentie. Dit geldt des te meer voor dat ene moment in het jaar waarop de consument zijn energienota ontvangt. De consument wil weten hoe zijn energienota is opgebouwd en wat hij precies betaalt voor elk product dat op de energienota is vermeld. Daarom moeten de energiebedrijven hun jaarafrekeningen voor de afnemer duidelijk en leesbaar maken en houden. In overleg met de energiesector stelde DTe in 2004 een richtlijn op waarin criteria zijn opgenomen die een aantal minimale eisen stellen aan de opbouw van en posten op een energienota.
Deel 2: Aandachtsvelden | Hoofdstuk 5: Energiesector
81
In totaal bevat de vastgestelde richtlijn 16 criteria. De energiebedrijven moeten bijvoorbeeld duidelijk aangeven op welke periode het verbruik van elektriciteit en gas betrekking heeft. Daarnaast moeten begrippen als levering, transport en de belastingcomponenten inzichtelijk worden gepresenteerd. De wijze van berekening van het termijnbedrag moeten energiebedrijven voortaan specificeren. Met deze maatregelen wil DTe waarborgen dat het belang van consumenten om een duidelijke en inzichtelijke factuur te ontvangen wordt behartigd.
Nota voor energie duidelijker, stroomsector luistert naar klagende consument Begin 2005 controleert DTe of de energienota’s van de energiebedrijven aan de vastgestelde criteria voldoen. De resultaten van deze controle zal DTe op zijn website publiceren.
28-06-2004 | Het Financieele Dagblad
5.1.2
Groothandelsmarkt
5.1.2.1
Goedkeuring Norned kabel DTe heeft de aanleg van een 580 kilometer lange elektriciteitskabel tussen Nederland en Noorwegen door TenneT, de beheerder van het landelijke hoogspanningsnet, goedgekeurd onder bepaalde voorwaarden. Zo moet de kabel economisch rendabel zijn en moeten voldoende uren per jaar beschikbaar zijn voor marktpartijen. Op deze voorwaarden is een zogenaamde bonus-malusregeling van toepassing over de kosten, de opleverdatum en de capaciteit van de kabel. Wanneer TenneT de gestelde termijn voor de oplevering van de kabel en de kosten voor de aanleg overschrijdt, dan wordt dit door TenneT gecompenseerd tot een redelijk maximumbedrag. Daar tegenover staat dat TenneT wordt beloond als TenneT de kabel eerder oplevert. Bij DTe staat voorop dat de Nederlandse afnemer van de kabel moet profiteren. De verbinding is alleen gerechtvaardigd als de baten tegen de kosten opwegen en de risico’s beheersbaar zijn. Een belangrijke verbetering is de garantie dat, zonder meerkosten voor de consument, de capaciteit van de kabel 700 Megawatt (MW) bedraagt in plaats van 600 MW zoals door TenneT in de aanvraag vermeld. De kosten van de kabel mag TenneT compenseren met de opbrengsten uit de veiling van het transport van elektriciteit over de verbindingen met buitenlandse netten.
82
Jaarverslag 2004 NMa en DTe
Zaak 3386
In 2003 is de overname van Reliant door Nuon beoordeeld waarbij eind 2003 een vergunning is verleend
Nuon – Reliant
op voorwaarde dat Nuon 900 MW capaciteit veilt voor telkens vijf jaar. Dit heeft in 2004 een vervolg gekregen. In een door Nuon gevraagde voorlopige voorziening besloot de voorzieningenrechter dat de leveringsperiode voor de eerste capaciteitsverkoop één jaar zal bedragen in plaats van vijf. Verder heeft de directeur-generaal van de NMa ingestemd met het verzoek van Nuon om de hoeveelheid te veilen capaciteit voor dit eerste jaar te reduceren van 900 naar 200 MW op voorwaarde dat Nuon de beschikking verliest over de Intergencentrale. In september 2004 heeft deze veiling van capaciteit voor levering in 2005 plaatsgevonden. Aan de veiling namen 29 bieders deel, waarvan er zeven succesvol bleken. Na een verzoek van Nuon heeft de directeur-generaal van de NMa begin 2005 de vergunning gewijzigd waarmee de verplichting van Nuon om capaciteit te veilen voor levering na 2005 vervalt mits Nuon het Intergen Contract vóór 1 januari 2006 volledig en duurzaam aan Eneco overdraagt.
5.1.3
Netbeheerders
5.1.3.1
Kwaliteitsregulering Stroomuitval brengt grote maatschappelijke kosten met zich mee. Daarom heeft DTe in 2004 een systeem van kwaliteitsregulering ingevoerd waarmee regionale beheerders van elektriciteitsnetten financieel worden afgerekend op de door hen geleverde betrouwbaarheid. DTe streeft ernaar met deze vorm van regulering de belangen van de afnemer voor betrouwbare energielevering te waarborgen. Het nieuwe systeem zorgt ervoor dat de consument van een optimale prijskwaliteitverhouding kan blijven genieten. DTe voert de kwaliteitsregulering met terugwerkende kracht in vanaf 1 januari 2004. Er is sprake van een ‘symmetrisch systeem’: netbeheerders die vanaf deze datum meer onderbrekingen hebben dan de vastgestelde norm, moeten lagere tarieven aan hun afnemers berekenen. Scoort een netbeheerder beter dan de norm, dan mag hij zijn tarieven verhogen. De mate van tariefaanpassing is gebaseerd op de schade die consumenten bij een onderbreking ondervinden. Op deze manier kunnen netbeheerders extra investeringen financieren, mits deze een betere kwaliteit opleveren. De kwaliteitsregulering voor de elektriciteitsnetwerken kwam tot stand na een uitgebreide consultatie van netbeheerders en organisaties van afnemers. DTe is de eerste energietoezichthouder in Europa die deze vorm van economische regulering invoert.
Prijs energietransport daalt volgens DTe 23-12-2004 | Het Financieele Dagblad
Deel 2: Aandachtsvelden | Hoofdstuk 5: Energiesector
83
5.1.3.2
Splitsingsadvies Op 16 december 2004 heeft DTe aan de minister van Economische Zaken advies uitgebracht over het takenpakket van de netbeheerder na afsplitsing uit de huidige energieconcerns. Het uitgangspunt voor dit advies was in eerste instantie het gedachte-experiment van het ontwerp van de ‘ideale’ netbeheerder, los van de splitsingsvraag. Allereerst is een analyse gemaakt van de oorspronkelijke wetsontwerpen en de ontwikkeling van de energiebedrijven in de afgelopen jaren. Daarnaast heeft DTe de kennis en ervaring die hij heeft opgedaan tijdens diverse audits bij netbeheerders vertaald naar pragmatische oplossingen voor de splitsing. Het eindresultaat heeft een takenpakket en overzicht met verantwoordelijkheden opgeleverd voor de netbeheerders. Dit eindresultaat is de combinatie van wat volgens DTe door de wetgever is beoogd, gecombineerd met pragmatische oplossingen voor deelaspecten en kan inmiddels als blauwdruk voor een netbeheerder worden beschouwd.
Late energienota op de korrel, toezichthouder schiet consumenten te hulp 11-11-2004 | Algemeen Dagblad
5.1.3.3
Certificering van het proces tot tariefvaststelling DTe heeft de minister van Economische Zaken toegezegd het proces tot vaststelling van de maximumtarieven voor elektriciteit en gas te certificeren. Reden is dat een onderzoek van Berenschot uitwees dat de kwaliteit van bepaalde primaire processen nog niet volledig werd beheerst. DTe heeft daarom passende organisatorische maatregelen getro¤en. DTe heeft het tarievenproces beschreven en in mei 2004 is de kwaliteit van deze beschrijvingen door een onafhankelijke organisatie gecertificeerd. Vervolgens is het tarievenproces uitgevoerd en heeft DTe voor 17 netbeheerders elektriciteit, 25 netbeheerders gas en voor de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet de tarieven vastgesteld voor het jaar 2005. Naar aanleiding hiervan heeft DTe een certificaat ontvangen dat verklaart dat met de beheersmaatregelen bij het tarievenproces aan de gestelde kwaliteitseisen is voldaan. De algemene conclusie daarbij is dat de kwaliteit van het proces tot tariefvaststelling aanzienlijk is toegenomen.
84
Jaarverslag 2004 NMa en DTe
Zaak 1917
De NMa heeft een onderzoek ingesteld naar aanleiding van een klacht van een windenergieproducent
Essent
die vond dat Essent een te hoog verrekeningspercentage rekende voor transformatorverliezen. Het gevolg voor de windenergieproducent was een derving van omzet. De NMa concludeerde in haar onderzoek dat het verrekeningspercentage hoog was en mogelijk als misbruik van een economische machtspositie in de zin van artikel 24 van de Mededingingswet kon worden aangemerkt. In reactie op het onderzoek van de NMa heeft Essent het verrekeningspercentage voor transformatorverliezen verlaagd van 2% naar 1,3% met ingang van 1 januari 2005 en een compensatieregeling ontworpen voor al haar vergelijkbare aangeslotenen met terugwerkende kracht over de afgelopen drie jaar. Essent heeft hiervoor een bedrag van 1 2,5 miljoen uitgetrokken. Gelet op deze ontwikkelingen heeft de NMa het lopende onderzoek jegens Essent gestaakt.
Deel 2: Aandachtsvelden | Hoofdstuk 5: Energiesector
85
Door fusie ontstaat doelmatigheidswinst. Die willen we gebruiken voor innovaties. Matthijs Almekinders
Drie thuiszorgorganisaties in Noord- en Oost-Nederland, Icare, Sensire en Thuiszorg Groningen, wensen een fusie aan te gaan. Na een eerste verkenning door de NMa blijkt dat het samengaan van twee van de drie organisaties, Icare en Thuiszorg Groningen, een meer diepgaand onderzoek zou gaan vergen, vanwege de mogelijkheid dat door de fusie een economische machtspositie ontstaat of zou worden
86
versterkt. Hierop trekt Icare zich terug. De NMa geeft vervolgens groen licht voor de fusie van Sensire en Thuiszorg Groningen. Hans Schönau, directeur Concentratiecontrole van de NMa en Matthijs Almekinders, voorzitter van de Raad van Bestuur van Sensire, geven beiden hun visie op de zaak.
Jaarverslag 2004 NMa en DTe
Doelmatigheidswinsten kunnen soms ook op andere manieren dan fusies worden behaald. Hans Schönau
Hoe is de marktsituatie in de thuiszorgsector? Almekinders “Wij vragen ons wel eens af of marktwerking het juiste antwoord is op de situatie in de ouderenzorg. Het betreft hier een kwetsbare klantengroep. Hun belang mag niet worden geschaad. Bovendien staat ons een enorme groei te wachten: tot 2020 moet volgens het
ministerie van VWS het aantal werkzamen in de zorg verdubbelen van 565.000 tot 1.165.000. De vraag is of we dat kunnen halen en kunnen betalen. Dat betekent een dreigende, onoplosbare situatie van onderaanbod, en daarin kan marktwerking maar één ding betekenen: een stijging van de prijzen. Maar terugkeren naar de situatie van vroeger, met monopolistische aanbieders kan ook niet. »
Dubbelinterview | Zorgsector
87
Dus zal je naar gereguleerde marktwerking moeten. Daar hoort dan het toetsen van fusies bij.” Schönau “Van monopolies was inderdaad in veel regio’s sprake door het systeem van werkgebieden en door eerdere fusies die tot grotere spelers hebben geleid. Maar door het gereguleerde karakter van de sector was in het verleden geen toetsing mogelijk op concurrentie. Nu wel. Er ís concurrentie, men stelt zich als ondernemer op. Daarom beschermt de Mededingingswet klanten van de thuiszorgorganisaties; de wet is immers bedoeld om te zorgen voor zowel optimale prijzen als een goede kwaliteit.”
De thuiszorgmarkt heeft in landelijke gebieden een regionale dimensie. Toetreding tot die regio’s is niet eenvoudig.
De geografische dimensie van de thuiszorgmarkt was een belangrijk onderdeel van de zaak. Hoe wordt deze ingeschat? Schönau “Wij vinden het in ieder geval geen nationale markt. In deze zaak zijn wij uitgegaan van regionale markten. Toetreding tot die regionale markten is niet eenvoudig, dit geldt met name voor de landelijke gebieden.” Almekinders “Daar denken wij anders over. Wij zien overlap tussen die regionale gebieden en we zien ook vele nieuwe toetreders. De NMa heeft zich bij de analyse te veel beperkt tot de huidige, gevestigde spelers.” Waarom wilden partijen fuseren? Almekinders “Het is mooi als klanten kunnen kiezen, dat is één zienswijze. Wij zijn er echter van overtuigd dat je moet kiezen voor het collectief. De vraag naar zorg zal de komende jaren explosief groeien; om de kosten in de hand te houden heb je schaalgrootte nodig. De doelmatigheidswinst die we daaruit halen, willen we benutten om innovatieve producten te ontwikkelen. Met die innovaties kunnen we vervolgens wel met het haalbare aantal medewerkers binnen aanvaardbare kosten tegemoet komen aan de gestegen zorgvraag.” Schönau “De baten van schaalgrootte zijn een veel voorkomende motivering voor fusies. Wij krijgen daar ook steeds meer oog voor, maar we moeten wel iedere keer onderzoeken of het de juiste weg is. Er zijn ook andere wegen denkbaar, zoals het opzetten van samenwerkingsverbanden op deelgebieden. Organisaties kunnen bijvoorbeeld afspreken bepaalde specialisaties onderling te verdelen en zo de kosten reduceren. Zo zijn er meer vormen van samenwerking die de Mededingingswet onder voorwaarden mogelijk maakt. Soms is een fusie de enige weg; wat we dan onderzoeken is wat de te verwachten e¤ecten van de fusie zullen zijn, of het gestelde doel daarmee gehaald wordt en of de voordelen ervan worden doorgegeven aan de gebruikers.”
88
Jaarverslag 2004 NMa en DTe
Hoe verliep de procedure in deze zaak?
De NMa kijkt te veel naar de huidige context en de huidige spelers en beoordeelt toekomstige ontwikkelingen anders dan wij.
Almekinders “Het was ongelooflijk veel werk! Voor beide partijen was het een nieuwe benadering van de problematiek. Er moesten heel veel sectorspecifieke gegevens op tafel komen. Maar het leverde ons ook enorm veel inzicht en marktkennis op. Wat opvalt is dat de NMa zich constructief opstelt, coulance vertoont. Het was een gezamenlijk probleem.” Schönau “Goed om te horen dat het zo wordt ervaren. Het is onze inzet om de belasting, die onvermijdelijk met het uitoefenen van fusietoezicht gepaard gaat, zoveel mogelijk te beperken. Nadat we onze bezwaren aan partijen hadden gecommuniceerd hebben zij zich positief opgesteld en alle medewerking verleend aan het vinden van een oplossing. Begin vorig jaar heeft de NMa spelregels voor het concentratietoezicht uitgebracht, waar belanghebbende partijen en hun juristen op terug kunnen vallen. In dat kader zijn we wel trots op deze zaak, het proces is goed verlopen.” Wat is de stand van zaken nu? Almekinders “We zijn nu in de fase dat twee van de drie partijen binnenkort fuseren, daar is groen licht voor. Door de gefaseerde aanpak van de NMa met een eerste verkenning en een diepgaander onderzoek zijn wij nu in staat alle mogelijkheden op een rij te zetten en de keuze later te maken.” Schönau “Als de partijen alsnog met z’n drieën willen samengaan, zullen wij nader onderzoeken of de bezwaren die we voorshands zien daadwerkelijk onoverkomelijk zijn.” Hoe kijken partijen terug? Welke impact heeft de NMa gehad op hun denken over fusies in de thuiszorg? Wat is hun mening hierover? Almekinders “Je ziet dat in de sector nadrukkelijk naar andere mogelijkheden wordt gekeken. Collega’s kijken bijvoorbeeld bij het aangaan van fusies of de werkgebieden niet aan elkaar grenzen.” Schönau “Die vorm van wat wij ‘self-assessment’ noemen, is aan de ene kant een wenselijk gevolg van het besluit in deze zaak, maar aan de andere kant hopen we ook dat dit niet al teveel een eigen leven gaat leiden; het oordeel over de zaak is immers niet finaal. Zo kunnen bij een andere zaak andere omstandigheden een rol spelen. Ik wijs bijvoorbeeld in deze zaak op het belang van de aard van het (landelijke) gebied; in uitgesproken stedelijke gebieden zijn de marktomstandigheden anders.” Almekinders “Het besluit is beïnvloed door de huidige context; de analyse van de toekomstverwachtingen is arbitrair, dus daar verschilt de visie van ons van die van de NMa. Wij vinden het belangrijkste dat er gelijkwaardigheid in de markt bestaat.” Schönau “En dat is precies onze opdracht.” π
Dubbelinterview | Zorgsector
89
6
Zorgsector
6.1
Inleiding Het beleid van de overheid om in de zorgsector tot meer marktwerking te komen heeft zich in 2004 voortgezet. Het systeem van centrale overheidssturing wordt zoveel mogelijk vervangen door een decentraal georganiseerd stelsel van gereguleerde concurrentie, dat gekenmerkt wordt door risico- en inkomenssolidariteit, marktprikkels, keuzemogelijkheden en eigen verantwoordelijkheid. De zorgsector was hierdoor, evenals in 2003, een prioriteitsgebied voor de NMa. Met de publicatie van de visiedocumenten ‘Concurrentie in de ziekenhuissector’ en ‘AWBZ-zorgmarkten’ is het mededingingstoezicht van de NMa uitgebreid tot vrijwel de gehele zorgsector. Ook nam de NMa diverse besluiten die betrekking hadden op verschillende onderdelen van de zorgsector. Hieronder zal nader worden ingegaan op besluiten op het gebied van apotheken, ziekenhuiszorg, zorg door psychologen en tandtechnici en de AWBZ-zorg. De zorgsector is een markt in transitie waarbij het van belang is niet alleen formele instrumenten in te zetten, maar ook informele zoals het geven van voorlichting en informele zienswijzen. Zo beoogt de NMa bij te dragen aan een cultuuromslag in de sector, waardoor mededingingsbeperkend gedrag zo veel mogelijk wordt voorkomen.
Noot 22 Zie paragraaf 1.3 voor de rolverdeling tussen beide.
Noot 23 www.nmanet.nl/nl/ Images/11_26331.pdf
In het kader van algemene voorlichting aan de zorgsector gaven medewerkers van de NMa diverse workshops en presentaties in zowel MKB-verband als ten behoeve van een aantal brancheorganisaties in de AWBZ- en ziekenhuissectoren. Ook is in alle deelgebieden van de zorgsector een groot aantal informele gesprekken gevoerd met zowel zorgaanbieders als zorgverzekeraars. Het grote en groeiende aantal verzoeken om informele gesprekken en het geven van presentaties bewijst dat deze wijze van voorlichting door partijen in de zorgsector op prijs wordt gesteld. Ter voorbereiding van een melding van een voorgenomen concentratie vonden in 2004 meerdere voorbereidende gesprekken plaats met zorgaanbieders. De NMa heeft het voornemen deze manier van werken in 2005 voort te zetten. Hierbij zal zo veel mogelijk samen worden gewerkt met de Zorgautoriteit i.o..22 Voor zorgaanbieders in de eerste lijn was 2004 een roerig jaar. De NMa ontving tientallen klachten van fysiotherapeuten en huisartsen over mogelijk misbruik van inkoopmacht door zorgverzekeraars. In plaats van deze klachten individueel te behandelen, zijn eerst de uitkomsten van een breed onderzoek naar inkoopmacht afgewacht. De resultaten zijn eind 2004 in het visiedocument ‘Inkoopmacht’ gepubliceerd.23 Bij de beoordeling van genoemde klachten zal de in het visiedocument neergelegde beleidslijn worden gevolgd. De NMa kreeg ook signalen dat huisartsen hun patiënten zouden verzoeken over te stappen naar een aangewezen zorgverzekeraar. De NMa gaf TNS NIPO in oktober 2004 de opdracht onderzoek te doen naar switchgedrag in de zorg, in het bijzonder naar de verandering van huisarts of van zorgverzekeraar.
90
Jaarverslag 2004 NMa en DTe
Doel van het onderzoek was te achterhalen in welke mate consumenten hinder ondervinden bij het overstappen van huisarts, of gedwongen worden door hun huisarts van zorgverzekeraar te veranderen. Uit het onderzoek zijn geen aanwijzingen naar voren gekomen dat er sprake is van dwang. In het onderzoek is tevens nagegaan of er aanwijzingen zijn dat huisartsen op significante schaal de markt verdelen, bijvoorbeeld op basis van postcodegebieden. Ook hiervoor zijn geen aanwijzingen gevonden. Gezien het belang van beperkte overstapdrempels voor verzekerden zal de NMa prioriteit blijven geven aan het opsporen van mogelijk mededingingsbeperkend gedrag dat erop gericht is de keuzevrijheid van de consument te beperken.
DA-drogisten doen aanval op marktpositie van apotheken 20-01-2004 | Het Financieele Dagblad
6.2
Deelsectoren
6.2.1
Apotheken Zelfstandige apothekers werken om goede redenen samen. Een belangrijke vorm van samenwerking houdt in dat apotheken met elkaar en met huisartsen patiëntgegevens uitwisselen, zodat iedere deelnemende apotheek op verantwoorde wijze medicijnen kan verstrekken. Voor die gegevensuitwisseling hebben apotheken een elektronisch netwerk ingericht. Die netwerken bleken evenwel ook gebruikt te worden om concurrentie tegen te gaan, zowel onderling als met andere, met name nieuwe apotheken. Zo werden beperkende of onduidelijke voorwaarden gesteld aan de toegang tot het netwerk. Daarmee deden de betrokken apotheken afbreuk aan de maatregelen die de overheid juist had genomen ter verruiming van de geneesmiddelenmarkt. In 2003 had de NMa rapport opgemaakt over twee gevallen van beperking van netwerktoegang (apotheken in de regio’s Assen en Breda). Omdat het er vooral om ging de beperkingen voor de toekomst weg te nemen, achtte de NMa het in die gevallen niet opportuun tot beboeting over te gaan, maar veeleer maatregelen te nemen die rechtsreeks op herstel van de normale mededinging waren gericht, zoals overleg met betrokkenen of een last onder dwangsom. De apotheken in de regio Breda hebben na overleg de toegang tot het netwerk verruimd. Ten aanzien van de apotheken in de regio Assen bleek het nodig een last onder dwangsom op te leggen. De last hield in dat alle apotheken 24 uur per dag de actuele informatie moesten kunnen raadplegen. Voor iedere dag dat de apotheken niet aan de last voldeden, zouden zij een dwangsom van 4 1.000 verbeuren. De apotheken hebben aan die last voldaan.
Deel 2: Aandachtsvelden | Hoofdstuk 6: Zorgsector
91
Medicijnen drastisch goedkoper Het instrument van de last onder dwangsom is in 2004 ook gebruikt in een andere apotheekkwestie. Een groot aantal apotheken in de regio Tilburg exploiteerde een gezamenlijke poliklinische apotheek (openbare apotheek in een ziekenhuis). Door de gezamenlijke exploitatie elimineerden zij de concurrentie die zij zouden ondervinden, indien een derde die apotheek zou exploiteren. De apotheken hebben bezwaar gemaakt tegen de last, waarbij de apotheken is opgedragen de gezamenlijke exploitatie te beëindigen.
05-02-2004 | de Volkskrant
6.2.2 Noot 24 www.nmanet.nl/nl/ Images/11_15883.pdf
Ziekenhuizen In het visiedocument ‘Concurrentie in de ziekenhuiszorg’,24 dat in januari 2004 verscheen, concludeerde de NMa dat de Mededingingswet ook van toepassing is op het aanbod van ziekenhuiszorg. Begin 2004 werd een gemelde fusie tussen twee Haagse ziekenhuizen beoordeeld: het Juliana Kinderziekenhuis/Rode Kruisziekenhuis en Ziekenhuis Leyenburg. Op basis van de analyse van de NMa werd geconcludeerd dat in dit geval geen mededingingsproblemen door de fusie zouden ontstaan en dat er geen vergunning voor de fusie was vereist. In april 2004 werd een voornemen tot fusie gemeld aan de NMa tussen Ziekenhuis Hilversum en Ziekenhuis Gooi-Noord, beide gevestigd in het Gooi. Beide ziekenhuizen zijn algemene ziekenhuizen. Net als bij de fusie tussen de twee Haagse ziekenhuizen heeft de NMa twee mogelijke productmarkten onderscheiden: de algemene ziekenhuiszorgmarkt en de markten voor verschillende specialismen. Daarnaast is een onderscheid gemaakt tussen klinische zorg (opnamen) en niet-klinische zorg (polikliniekbezoeken en dagopnamen). De inschatting van de geografische dimensie van de markt bleek in deze zaak van grote betekenis. Om deze inschatting te maken is aangesloten bij de ontwikkelingen in de Haagse ziekenhuiszaak. Een test die uitgaat van reispatronen van patiënten wees voor verschillende productmarkten op een gebied dat niet ruimer is dan het Gooi. Ziekenhuis Hilversum en Ziekenhuis Gooi-Noord zijn de enige ziekenhuizen in het Gooi. De situatie in deze zaak wijkt in zoverre af van die in Den Haag dat daar na de fusie nog twee andere ziekenhuizen overbleven. Als gevolg van de fusie in het Gooi verkrijgt de gefuseerde organisatie een zeer hoog marktaandeel in dat gebied en dus mogelijk een economische machtspositie. Dit kan tot gevolg hebben dat met het verdwijnen van concurrentieprikkels de ziekenhuizen minder worden aangezet zich te onderscheiden door middel van bijvoorbeeld innovaties, service en kwaliteit. Voor patiënten en zorgverzekeraars zullen er minder keuzemogelijkheden overblijven. De NMa deelde beide partijen mee dat voor deze concentratie een vergunning is vereist. Medio december 2004 hebben beide ziekenhuizen een aanvraag tot vergunning ingediend. Het nader onderzoek van de NMa zal zich toespitsen op de gevolgen van de voorgenomen fusie voor de betrokken patiënten en verzekeraars. Los van deze concrete zaak voert de NMa nader onderzoek uit naar de productkenmerken van de markt.
92
Jaarverslag 2004 NMa en DTe
6.2.3
Psychologen en tandtechnici Zelfstandige (vrijgevestigde) zorgverleners zijn ondernemingen volgens het mededingingsrecht en dus onderworpen aan de mededingingsregels. Datzelfde geldt voor verenigingen van zelfstandige zorgverleners: dat zijn ondernemersverenigingen en zij mogen de mededinging tussen de leden niet beperken. Verboden zijn daarom tariefaanbevelingen van een vereniging aan de leden, zoals adviestarieven, minimumtarieven, adviezen om de tarieven met een bepaald percentage te verhogen enzovoort. Het tarief is een essentiële factor waarmee ondernemingen onderling concurreren; aanbevelingen van de vereniging kunnen ertoe leiden dat de leden elkaars tarieven min of meer voorzien en hun eigen tarieven daaraan aanpassen.
Brancheorganisaties in de zorg beboet door NMa In 2004 heeft de NMa enkele ondernemersverenigingen in de zorgsector beboet omdat zij hun leden adviseerden over tarieven. Het ging om vier verenigingen van psychologen en/of psychotherapeuten en om een vereniging van tandtechnici; de boetes varieerden van 4 55.000 tot 400.000. Bij het bepalen van deze boetes, die in verhouding tot de totale omzet van de leden beperkt zijn, heeft de NMa de financiële middelen van de verenigingen meegenomen in de beoordeling. Met deze besluiten maakte de NMa aan zorgverleners en hun verenigingen kenbaar dat verenigingen niet over tarieven mogen adviseren en dat de leden dat ook niet van hun vereniging (het bestuur, de directie) mogen accepteren.
28-04-2004 | Het Financieele Dagblad
Het bovenstaande wil niet zeggen dat ondernemersverenigingen hun leden op financieel gebied niet mogen bijstaan. Zo mogen de verenigingen de leden op neutrale wijze informeren over kostenontwikkelingen en calculatieschema’s ter beschikking stellen, zolang daar geen vaste bedragen of percentages in zijn opgenomen. Waar het gaat om de naleving van de mededingingsregels kunnen de verenigingen er juist aan bijdragen dat de leden de regels niet overtreden, bijvoorbeeld door voorlichting over de betekenis van de mededingingsregels in hun branche en door het ontwikkelen van samenwerkingsvormen die in overeenstemming zijn met de regels. 6.2.4 Noot 25 www.nmanet.nl/nl/ Images/11_15884.pdf
AWBZ-zorgmarkten In januari 2004 verscheen het visiedocument ‘AWBZ-zorgmarkten’.25 De belangrijkste conclusies van het visiedocument waren dat zorgaanbieders in de AWBZ-sector in beginsel onder de Mededingingswet vallen en dat de inkopers van AWBZ-zorg (de zorgkantoren) geen ondernemingen zijn in de zin van de Mededingingswet.
Deel 2: Aandachtsvelden | Hoofdstuk 6: Zorgsector
93
In de loop van 2004 ontving de NMa verschillende concentratiemeldingen van AWBZ-zorginstellingen. De in 2004 genomen besluiten laten zien hoe divers deze sector is. Naast de thuiszorg toetste de NMa concentraties in de verpleeghuis- en de verzorgingshuiszorg, de zorg voor verstandelijk gehandicapten (in de zaak Amstelhuizen – IJlanden) en de zorg in psychiatrische ziekenhuizen (in de zaak Rijngeest – Robert Fleury). Veel AWBZ-zorgaanbieders voeren ook andere activiteiten uit zoals kraamzorg, maatschappelijk werk en jeugdgezondheidszorg. Wat deze laatste activiteit betreft, concludeerde de NMa dat door de wijze van aanbesteding door gemeenten vooralsnog geen concurrentie mogelijk is.
NMa verhindert fusie thuiszorg 04-01-2005 | Nederlands Dagblad
Ook bij de AWBZ-zorg is de geografische dimensie van groot belang. In de zaken die tot nu toe beoordeeld zijn, kwam naar voren dat patiënten een sterke voorkeur hebben voor een verpleeghuis of verzorgingshuis in de nabijheid van hun woning. Ook in de thuiszorgzaken speelde de geografische dimensie van de markt een belangrijke rol. Door de kenmerken van het product thuiszorg, de budgetteringssystematiek en de rol die zorgkantoren daarin spelen, is de omvang van de geografische markt in de thuiszorg beperkt. Bij besluiten over fusies in de thuiszorg had de geografische markt naar het oordeel van de NMa maximaal de omvang van een zorgkantoorregio. Bij de fusie tussen Evean en De Weeren ging het om thuiszorgaanbieders die actief waren in de regio’s Zaanstreek-Waterland en Amsterdam. In deze zaak concludeerde de NMa dat hier geen mededingingsproblemen door de fusie zouden ontstaan. Voor de fusie was geen vergunning vereist.
Zaak 4295
Bij de fusie tussen Stichting Icare, Stichting Sensire en Stichting Thuiszorg Groningen bestond het
Stichting Icare – Sensire – Thuiszorg Groningen
Door het samengaan van deze twee partijen zou een wezenlijke concurrentiefactor wegvallen en zou
verzorgingsgebied van Icare en Thuiszorg Groningen uit respectievelijk de regio’s Drenthe en Groningen.
de concentratie van Icare en Thuiszorg Groningen kunnen leiden tot het ontstaan of versterken van een economische machtspositie. Bij de fusie van Sensire en Thuiszorg Groningen doet dat probleem zich niet voor. De partijen wijzigden hun melding zodanig dat deze betrekking had op een samengaan van uitsluitend Sensire en Thuiszorg Groningen. Voor dit fusievoornemen kon de NMa zonder nader onderzoek groen licht geven.
94
Jaarverslag 2004 NMa en DTe
Deel 2: Aandachtsvelden | Hoofdstuk 6: Zorgsector
95
Een goede markt is meer dan een concurrerende markt. Patricia Hoogstraaten
In 2004 consulteerde de NMa de markt over het onderwerp inkoopmacht. Van inkoopmacht is sprake als inkooppartijen een sterke positie hebben ten opzichte van leveranciers. Voor de consultatie had de NMa een document opgesteld. Geïnteresseerde partijen werden uitgenodigd daarop hun reactie te geven. Onderdeel van de consultatie was een hoorzitting met als voorzitter René Smits, juridisch
96
raadadviseur van de NMa. Tijdens deze zitting kwam ook de huidige prijzenoorlog in de detailhandel (supermarkten) aan de orde. Patricia Hoogstraaten, directeur van het Vakcentrum (de branchevereniging van zelfstandige ondernemers in de levensmiddelen- en detailhandel), deed van zich spreken tijdens die hoorzitting. Nu zitten zij en René Smits samen aan tafel.
Jaarverslag 2004 NMa en DTe
Bij de NMa zijn we ervan overtuigd dat de prijzenoorlog goed nieuws is voor de consument. René Smits
Wat zijn voor de NMa de redenen geweest om tot een consultatie en hoorzitting over te gaan? Is dit geen incident? Smits “Directe aanleiding voor de consultatie vormden krantenberichten waarin MKB-producenten, land- en tuinbouwondernemingen en zorgaanbieders aangaven dat zij als leveranciers mogelijk te maken hebben met de inkoop-
macht van hun afnemers. Ook zouden de supermarkten hun macht gebruiken om de prijzenslag af te wentelen op hun leveranciers. Daar kwam de lange duur van de door de supermarkten ontketende prijzenoorlog bij en de stelling van sommige partijen dat inkoopmacht ook daar mogelijk een rol speelt. Van de NMa werd verwacht dat zij een standpunt zou innemen over deze kwestie. »
Dubbelinterview | Inkoopmacht
97
De consultatie is gestart met een inventarisatie hoe de Europese Commissie en de NMa omgaan met de kwestie inkoopmacht. Als sluitstuk van deze inventarisatie is een hoorzitting georganiseerd. De consultatie is opgesteld aan de hand van vragen met daarin voorbeelden verwerkt van (sectoren) waar inkoopmacht speelt en de mogelijkheid van de NMa om daartegen op te treden op basis van de Mededingingswet.” Hoogstraaten “In eerste instantie hebben wij op die vragenlijst niet gereageerd, omdat vanuit ons perspectief (2.500 zelfstandige ondernemers) het organiseren van inkoopmacht het Vakcentrum in een vergelijkbare positie brengt met het grootbedrijf. Pas toen de prijzenoorlog maar voortduurde en wij de negatieve gevolgen begonnen te voelen, zijn wij ingestapt. Om de rol die de zelfstandige detaillisten spelen te benadrukken, zijn wij toch naar de bijeenkomst gekomen. We vinden marktwerking prima, maar verwachten van de overheid toch wel af en toe een ingreep op het gebied van de marktordening in onze markt. Op deze markt is namelijk geen sprake van een gelijkwaardige positie van alle deelnemers; en daar wilden we graag bij betrokken zijn.” Wat was de uitkomst van de consultatie volgens u? Hoe dient de prijzenoorlog te worden gezien in termen van concurrentie? Hoe breed is gekeken? Smits “Eén van de uitkomsten van de consultatie is, dat deze problematiek niet in de eerste plaats met behulp van de Mededingingswet is op te lossen. De reden daarvoor is dat de voordelen van de prijzenoorlog worden doorgegeven aan de consument; van dat soort concurrentie zijn wij natuurlijk juist voorstander. Wij constateren dat de supermarktoorlog tot een sterke verlaging van de prijzen heeft geleid en daarmee de koopkracht van de consumenten heeft verhoogd. Pas wanneer voordelen op de upstream markt niet worden doorgegeven op de downstream markt, zou de NMa aanleiding kunnen hebben tegen inkoopmacht op te treden. We blijven geïnteresseerd in zo’n concreet geval.” Hoogstraaten “Dat klopt, met name in de beginfase kan de Mededingingswet als instrument nog niet veel betekenen. Daarom dringen wij ook aan op wetgeving die dat wel doet; bijvoorbeeld het verbieden van stelselmatige verkoop met verlies. Acht andere lidstaten van de EU kennen zo’n wet. We naderen het punt dat dit noodzakelijk is; alle normale ‘eerste’ e¤ecten van de prijzenoorlog zijn gepasseerd, er is bezuinigd waar kon, een volgende stap kan een uitval van ondernemers betekenen en dat is schadelijk voor de concurrentie. Dan wordt het wel degelijk een NMa-kwestie.”
98
Jaarverslag 2004 NMa en DTe
Door de toegenomen marktkennis kunnen wij beter reageren op toekomstige ontwikkelingen.
Smits “Sterke marktwerking kan betekenen dat ondernemers uitvallen, met name als de omstandigheden snel wijzigen. Zo kan het zijn dat de consument minder behoefte krijgt aan het product of de dienstverlening of aan de verkoopwijze van een ondernemer. Dat behoort tot het ondernemersrisico. Van een huidige en toekomstige ondernemer wordt daarom verwacht dat hij de ontwikkelingen volgt, nieuwe uitdagingen aangaat, innoveert, samenwerking zoekt of specialisatie. Dat is nu juist het soort mededinging waar de NMa voor staat.” Wat zijn voor u de resultaten van de consultatie? Hoogstraaten “Het Vakcentrum heeft zaken voor het voetlicht gekregen, aandacht gevraagd voor bepaalde aspecten. Op die punten wordt door de NMa nu meegedacht.” Smits “Het belangrijkste resultaat voor ons is goed inzicht in hoe de betrokken markten werken, in hoeverre inkoopmacht daarin een rol speelt en wat wij daarbij als NMa wel en niet kunnen betekenen.” Hoogstraaten “Toch verwachten wij nog wel enige actie van uw kant, de prijzenoorlog duurt nu al behoorlijk lang. Er wordt wel geluisterd maar niet gedaan.” Smits “Waar denkt u dan precies aan?” Hoogstraaten “Uw redenering over de markt is van een hoog abstractieniveau, en juist voor het MKB is van belang dat de belangen worden beschermd. Nogmaals, juist kleinere ondernemers worden bedreigd door de situatie, terwijl ze op een meer kwalitatief concurrentieniveau juist veel toevoegen. De NMa zegt het consumentenbelang voor ogen te hebben, maar zal dat dan ook voor de langere termijn moeten doen. Als er kleinere ondernemers gaan uitvallen, treft dat de zwakkere consumenten: bejaarden, gehandicapten, die verderop zullen moeten voor hun boodschappen. Een goede markt is meer dan een concurrerende markt.” Smits “We begrijpen dat zeker. De bereikbaarheid van voorzieningen is een belangrijk element in de leefbaarheid van de samenleving. Maar omdat de supermarkten om de gunst van de consument dingen door middel van hun prijsbeleid, zijn wij ervan overtuigd dat deze prijzenoorlog vooral goed nieuws is voor de consument. De NMa is er immers om de concurrentie te beschermen in het belang van de consument. Wanneer zich een duidelijke vraag aftekent, komen er ondernemingen die daarop inspelen. Zo zien we dat banken, die hun kantorennet juist hebben ingekrompen, nu weer met kleinschalige voorzieningen komen. De vrije mededinging zorgt er juist voor dat waar gaten vallen in de voorzieningen, ondernemers komen die daarop inspelen.” π
Dubbelinterview | Inkoopmacht
Voor ons is de NMa de overheid en die overheid moet nu iets doén.
99
7
Kwaliteitsrapportages netbeheerders
7.1
Kwaliteitsrapportages netbeheerders elektriciteit De netbeheerders elektriciteit rapporteren elk jaar voor 1 maart aan DTe over de kwaliteit van hun dienstverlening en de transportdienst in het voorgaande jaar. De rapportages omvatten onder meer de onderbrekingen van de transportdienst, de uitbetaalde compensaties bij ernstige storingen en de kwaliteit van de klantenservice, zoals correcte afhandeling van correspondentie en tijdige aankondiging van onderhoud. Onderstaande tabel geeft een overzicht van de jaarlijkse uitvalduur voor consumenten en de kleinzakelijke afnemers. De jaarlijkse uitvalduur is het gemiddelde aantal minuten dat de elektriciteitsvoorziening is onderbroken per afnemer.
Tabel 14: Jaarlijkse uitvalduur voor consumenten en kleinzakelijke afnemers Netbeheerder elektriciteit
Onderbrekingen (artikel 3.3.1 Netcode) Jaarlijkse uitvalduur per afnemer op laagspanning (in minuten)
2004
2003
2002
Gemiddeld 2002 – 2004
Gemiddeld 2001 – 2003
25,4
31,9
23,1
26,8
26,3
Continuon: EWR Netbeheer
1
1
11,6
23,0
22,7
Continuon: Noord West Net
1
1
40,9
32,7
38,0
Delta Netwerkbedrijf
14,3
24,9
30,9
23,4
26,7
Elektriciteitsnetbeheer Utrecht
26,4
26,7
23,1
25,4
29,9
Eneco Delfland
41,2
27,8
15,7
28,2
22,5
Eneco Midden Holland
14,4
20,7
36,6
23,9
28,5
Eneco Netbeheer
19,5
20,0
40,1
26,5
38,1
1,9
10,7
5,1
5,9
6,1
Continuon Netbeheer
Eneco Weert Eneco Zuid Kennemerland
4,8
7,8
5,6
6,1
24,2
Essent Netwerk Brabant
15,3
24,9
13,9
18,0
19,6
Essent Netwerk Friesland
8,2
3,5
21,5
11,1
12,2
Essent Netwerk Limburg
11,0
18,0
10,5
13,2
13,9
Essent Netwerk Noord
36,9
48,2
33,9
39,7
38,9
InfraMosane
1,5
1,8
6,4
3,2
3,9
Intergas Netbeheer
6,5
0,0
nvt
–
–
Netbeheer Centraal Overijssel
2,1
11,52
3,8
5,8
5,1
NRE Netwerk (Eindhoven)
4,9
10,4
7,7
7,7
29,5
ONS Netbeheer
3,0
18,4
142,5
54,6
56,3
25,9
15,4
10,9
17,4
17,9
Westland Energie Infrastructuur
9,9
107,5
18,3
45,2
54,3
Totaal voor Nederland3
24
30
28
Rendo Netbeheer
1
Eén waarde voor alle Continuon-netbeheerders.
2 Gecorrigeerde waarde. 3 Gewogen gemiddelde.
100
Jaarverslag 2004 NMa en DTe
Op basis van de rapportages en de ter beschikking staande gegevens kwam DTe tot de conclusie dat voor heel Nederland in 2004 de jaarlijkse uitvalduur ongeveer 24 minuten bedroeg per afnemer op laagspanningsniveau. Vanwege één enkele grote storing kan de jaarlijkse uitvalduur van een individuele netbeheerder een hoge waarde hebben. Een langjarig gemiddelde geeft daarom een beter beeld van de kwaliteit per netbeheerder. DTe constateert dat de gemiddelde uitvalduur over de periode 2002–2004 voor de meeste netbeheerders lager is dan het gemiddelde over de periode 2001–2003. De conclusie lijkt dus gerechtvaardigd dat de kwaliteit van de netten op dit punt is verbeterd. Onderstaande tabel geeft de kwaliteitscijfers op enkele dienstverleningscriteria voor de netbeheerders.
Tabel 15: Kwaliteitscijfers per elektriciteitsnetbeheerder Netbeheerder
Afhandeling van correspondentie
Compensatiebetalingen (artikel 6.3.1 Netcode)
Niet binnen 10 werkdagen (in %)1
Aantal
Betaald (x 1 1.000)
Betaald (x 1 1.000)
Betaald (x 1 1.000)
2003
2002
11,0
0,6
0,2
22.914
852,7
27.815
960,0
Continuon: EWR Netbeheer
2
2
2
2
2
2
2
12
0,4
Continuon: Noord West Net
2
2
2
2
2
2
2
18.540
688,3
Delta Netwerkbedrijf
2003
Aantal
2004
Continuon Netbeheer
2004
Aantal
2002
9.333
330,1
5,4
2,7
3,4
349
12,2
1.739
74,0
302
12,3
24,0
9,0
9,6
389
29
2.291
86,3
686
44,1
Eneco Delfland
3
3
3
622
22
1.542
54,0
58
2,0
Eneco Midden Holland
3
3
3
209
7
284
9,9
244
8,5
Elektriciteitsnetbeheer Utrecht
Eneco Netbeheer
17,0
9,0
9,6
11.027
392
10.877
380,7
14.974
531,1
Eneco Weert
3
3
3
0
0,0
0
0,0
0
0,0
Eneco Zuid Kennemerland
3
3
3
21
1
0
0,0
0
0,0
Essent Netwerk Brabant
3,0
1,4
2,5
348
12
279
9,8
14.987
528,9
Essent Netwerk Friesland
0,0
0,0
2,0
285
10
49
1,7
71
2,5
Essent Netwerk Limburg
5,1
4,0
10,7
348
12
18.741
656,8
91
3,2
Essent Netwerk Noord
17,0
7,8
20,8
10.305
380
4.616
184,3
120
12,3
InfraMosane
0,0
0,0
0,0
6
0,1
57
2,0
0
0,0
Intergas Netbeheer
0,0
0,0
–
1
0,0
0
0,0
Netbeheer Centraal Overijssel
5,0
10,0
0,0
56
2,0
13
0,4
0
0,0
NRE Netwerk (Eindhoven)
17,6
0,3
0,1
0
0,0
126
4,4
0
0,0
ONS Netbeheer
0,0
2,1
0,2
53
3
45
3,7
0
0,0
Rendo Netbeheer
4,9
13,0
0,0
16
0,6
37
1,3
0
0,0
Westland Energie Infrastructuur
4,4
1,0
0,0
24
0,8
104
9,7
99
12,2
48
1.768
69
2.439
60
2.276
Totalen (x 1.000) 1
Artikel 6.2.4.2 �
ze periode niet mogelijk is, ontvangt de aangeslotene binnen
5 werkdagen bericht op welke termijn een adequate reactie kan worden verwacht.” 2 Eén waarde voor alle Continuon-netbeheerders. 3 Eén waarde voor alle Eneco-netbeheerders.
Deel 3: Overzichten | Hoofdstuk 7: Kwaliteitsrapportages netbeheerders
101
DTe constateert dat in 2004 de termijn voor afhandeling van correspondentie vaker werd overschreden dan in 2003. De netbeheerders zullen de kwaliteit van hun dienstverlening dus moeten verbeteren. De uitbetalingen voor compensatie bij ernstige storingen waren in 2004 lager dan in de voorgaande jaren. Dat is in lijn met de hogere betrouwbaarheid in 2004.
7.2
Kwaliteitsrapportages netbeheerders gas Op basis van de ‘Kwaliteitscode gas’, opgesteld in het kader van de uitvoering van artikel 83 van de Gaswet hebben de gasnetbeheerders over het jaar 2004 gerapporteerd aan DTe over de naleving van de criteria waaraan de kwaliteit van hun dienstverlening aan beschermde afnemers en afnemers die jaarlijks minder dan 170.000 kubieke meter gas verbruiken dient te voldoen. Deze kwaliteitscriteria dienen op basis van artikel 82 van de Gaswet betrekking te hebben op de voorwaarden die de gasnetbeheerders op deze groep afnemers toepast, waarin in ieder geval de te hanteren technische specificaties, het verhelpen van storingen in het transport van gas, de klantenservice en het voorzien in compensatie bij ernstige storingen aan de orde dienen te komen. Uit de rapportages die DTe met betrekking tot het jaar 2004 heeft ontvangen blijkt dat het aantal onderbrekingen in het transport van gas in de orde van 3,2 onderbrekingen per 1.000 beschermde afnemers is. In 2002 en 2003 was dit circa 2 per 1.000. In tabel 17 is het aantal onderbrekingen betrokken op het aantal beschermde afnemers in de jaren 2003 en 2004 gespecificeerd per gasnetbeheerder. De gemiddelde duur van een onderbreking bij een beschermde afnemer in 2004 is ongeveer 140 minuten. Het aantal gasluchtmeldingen is net als in de jaren 2002 en 2003 in de orde van 2 meldingen per 1.000 afnemers. Ten aanzien van het functioneren van de klantenservice is de norm zodanig gesteld dat de netbeheerder binnen twee uur na melding van een onderbreking ter plekke dient te zijn. Het aantal overschrijdingen van deze norm, uitgedrukt per 1.000 beschermde afnemers en gemiddeld over alle gasnetbeheerders, is voor 2003 0,4 en voor 2004 0,5. In de overzichtstabel is de overschrijding van de norm per netbeheerder voor de jaren 2003 en 2004 gegeven.
Tabel 16: Compensatiebetalingen totaal Compensatiebetalingen door gasnetbeheerders (in 1)
102
2004
2003
2002
2001
49.070
25.690
46.970
1.857.350
Jaarverslag 2004 NMa en DTe
Met betrekking tot het voorzien in compensatie bij ernstige storingen passen gasnetbeheerders een regeling toe waarbij een afnemer met een verbruik van minder dan 170.000 kubieke meter per jaar een tegemoetkoming krijgt van 4 35,– indien de onderbreking langer dan vier uur duurt. Beschermde afnemers met een jaarverbruik groter dan 170.000 kubieke meter gas ontvangen in dat geval een bedrag van 4 910,–. In bovenstaande tabel is een overzicht van de bedragen die de gasnetbeheerders over de afgelopen jaren aan compensatie hebben uitgekeerd. In de overzichtstabel is de compensatie in de jaren 2003 en 2004 gespecificeerd per gasnetbeheerder.
Tabel 17: Compensatiebetalingen per gasnetbeheerder Netbeheerder
Netbeheerder niet ter
Compensatiebetalingen aan beschermde
plaatse binnen de norm
afnemers
De frequentie van de onderbreking van
van 2 uur
de transportdienst
(per 1.000 beschermde afnemers)
Aantal
Betaald (in 1)
Aantal
Betaald (in 1)
2003
(per 1.000 beschermde afnemers)
2004
2003
2004
2004
2003
Conet
0,0
0,0
2
70
0
0
4,1
1,0
DELTA Netwerkbedrijf
0,0
0,0
0
0
2
70
2,7
2,0
ENECO Netbeheer Amstelland
0,0
1,0
0
0
0
0
5,0
–
ENECO Edelnet Delfland
0,8
0,4
49
1.715
0
0
4,0
0,8
ENECO Netbeheer
0,5
0,5
887
31.045
590
20.650
4,0
2,2
ENECO Netbeheer Midden Holland
0,3
0,3
0
0
0
0
3,0
–
ENECO Netbeheer Midden-Kennemerland
0,0
1,0
0
0
0
0
4,0
–
ENBU
0,0
0,0
0
0
6
210
2,0
1,0
ENECO Netbeheer Noord Oost Friesland
0,6
1,3
0
0
0
0
8,0
–
ENECO Netbeheer Weert
0,6
0,2
0
0
0
0
4,6
0,5
ENECO Netbeheer Zeist en Omstreken
0,9
0,4
0
0
0
0
4,2
2,5
ENECO Netbeheer Zuid-Kennemerland
4,1
1,0
0
0
0
0
3,0
–
Netbeheer Haarlemmermeer
0,2
0,2
3
105
1
35
4,7
2,5
Intergas Netbeheer
0,2
0,0
0
0
0
0
1,1
2,1
InfraMosane
0,0
0,0
30
1.050
7
245
0,9
0,1
NRE Netwerk
0,1
0,4
0
0
0
0
1,5
0,3
Continuon Netbeheer
0,1
1,1
397
14.770
111
3.885
4,4
3,5
Obragas Net
0,5
0,4
0
0
0
0
4,5
2,0
ONS Netbeheer
0,0
0,0
0
0
0
0
0,0
0,0
RENDO Netbeheer
0,0
0,0
0
0
0
0
0,2
0,0
Essent Netwerk Brabant
1,6
0,2
0
0
0
0
0,9
0,6
Essent Netwerk Friesland
0,3
0,3
0
0
13
455
7,9
0,6
Essent Netwerk Limburg
0,9
0,4
0
0
0
0
0,6
0,4
Essent Netwerk Noord
1,1
0,0
0
0
0
0
0,7
0,3
Westland Energie Infrastructuur
0,1
0,5
9
315
4
140
0,3
0,1
–
–
1.376
49.070
734
25.690
–
–
Totalen
Deel 3: Overzichten | Hoofdstuk 7: Kwaliteitsrapportages netbeheerders
103
8
Monitoren van de elektriciteitsmarkt en de gasmarkt
8.1
Inleiding DTe heeft sinds juli 2004 de wettelijke taak de elektriciteitsmarkt en de gasmarkt te volgen en hierover verslag te doen in het jaarverslag van NMa en DTe. DTe volgt nauwlettend de ontwikkelingen op de elektriciteitsmarkt en de gasmarkt met het doel op basis van de resultaten concrete maatregelen te nemen gericht op het waar mogelijk verbeteren van de marktwerking. Hiertoe beoordeelt DTe de leveringsmarkt en de groothandelsmarkt. Een goed werkende groothandelsmarkt kenmerkt zich door een groot aantal marktspelers en een eªciënte afstemming van vraag en aanbod; dit zorgt ervoor dat leveringsbedrijven energie kunnen inkopen tegen concurrerende prijzen. Het voordeel van lage inkoopkosten zal, bij een goed werkende leveringsmarkt, doorwerken in de prijs voor de consument. Daarom volgt DTe ook de werking van de leveringsmarkt, omdat keuzevrijheid en concurrerende prijzen in de huidige leveringsmarkt niet vanzelfsprekend zijn.
8.2
Leveringsmarkt Sinds 1 juli 2004 is de consument vrij om een leverancier voor gas en grijze elektriciteit (elektriciteit opgewekt met behulp van fossiele brandstof) te kiezen. De leveranciers die aan consumenten leveren, dienen in het bezit te zijn van een leveringsvergunning waarvan DTe er met het oog op de vergunningvereisten per 1 juli 2004 35 voor elektriciteit en 24 voor gas heeft afgegeven. De drie grootste leveranciers hebben een marktaandeel van boven de 80% voor zowel elektriciteit als gas. Daarnaast zijn er circa 20 onafhankelijke leveranciers. Consumenten hebben in principe een ruime keuze, alhoewel de concentratie bij de grootste drie leveranciers hoog is. De markt voor groene elektriciteit (elektriciteit opgewekt uit duurzame bronnen) is al vrijgegeven sinds 1 juli 2001. Met de opening van de markt voor groene elektriciteit zijn er naast de traditionele leveranciers een aantal nieuwe leveranciers toegetreden. Deze nieuwe leveranciers, die sinds 1 juli 2004 ook grijze elektriciteit mogen leveren, hebben een marktaandeel van circa 7%. Ongeveer 37% van de consumenten heeft gekozen voor groene elektriciteit. Het aantal afnemers dat gewisseld is van leveringscontract is over de periode van 1 juli tot en met 31 december 2004 circa 385.000 voor elektriciteit en circa 185.000 voor gas. Voor elektriciteit betreft dit 5% van de aansluitingen en voor gas 3%.
104
Jaarverslag 2004 NMa en DTe
De mogelijke besparing door het wisselen van leverancier is voor veel consumenten beperkt. De verwachting van de consument dat dit inderdaad zo is, kan een reden zijn om niet van leverancier te veranderen. Toch duiden peilingen van begin 2005 erop dat een huishouden dat bij de duurste leverancier zit met een gemiddeld energieverbruik al gauw 4 100 of zelfs meer per jaar kan besparen door naar de goedkoopste leverancier over te stappen. Een groot deel van de consumenten blijkt niet goed op de hoogte van de mogelijkheden die de vrije gasmarkt en elektriciteitmarkt bieden, bijvoorbeeld van het aantal leveranciers of de daadwerkelijke besparingsmogelijkheden. De verwachting dat de besparingsmogelijkheden relatief klein zijn, kan voor de consument een oorzaak zijn om niet actief op zoek te gaan naar informatie. Ook aanhoudende klachten omtrent facturering en afhandeling van switchprocessen belemmeren goede marktwerking.
8.3
Groothandelsmarkt elektriciteit DTe onderzocht in 2004 de liquiditeit op de groothandelsmarkt voor elektriciteit over het jaar 2003 en adviseerde de minister van Economische Zaken een aantal maatregelen te nemen om de liquiditeit te verbeteren. In een liquide markt zijn er voldoende mogelijkheden tot handel in elektriciteit en hebben individuele transacties een geringe invloed op de prijs. Een liquide markt bevordert dat elektriciteit tegen minimale kosten geproduceerd wordt en afnemers hun verbruik aanpassen aan de prijs, hetgeen de marktwerking ten goede komt. Uit het onderzoek bleek dat de liquiditeit in 2003 ten opzichte van 2002 is afgenomen. Ook in 2002 was de liquiditeit al matig. DTe concludeerde dat de liquiditeit naar verwachting niet wezenlijk zal verbeteren als er geen aanvullende maatregelen worden genomen. Een gebrek aan mededinging op de groothandelsmarkt belemmert dat consumenten van alle voordelen van het vrijmaken van de leveringsmarkt kunnen profiteren.
Noot 26 Zie brief van de minister van Economische Zaken aan de Tweede Kamer d.d. 23 april 2004 (kenmerk ME/EM/4028011).
Vanwege deze zorg adviseerde DTe aan de minister van Economische Zaken, mede op basis van een consultatie van marktpartijen, om op korte termijn een aantal liquiditeitsverbeterende maatregelen te nemen. De minister van Economische Zaken heeft dit advies overgenomen en de uitwerking van de maatregelen is gestart.26 DTe startte eind 2004 met een onderzoek naar de ontwikkeling van de liquiditeit en de mededinging op de groothandelsmarkt in 2004. Dit onderzoek geeft voor het eerst een inschatting van de mate van mededinging op de groothandelsmarkt. De eerste signalen geven aan dat er in 2004 waarschijnlijk sprake is van een verbetering van de liquiditeit ten opzichte van 2003.
Deel 3: Overzichten | Hoofdstuk 8: Monitoren van de elektriciteitsmarkt en de gasmarkt
105
8.4
Groothandelsmarkt gas Tijdens de evaluatie van de richtlijnen gastransport voor het jaar 2002 gaven diverse marktpartijen aan DTe aan dat er knelpunten zijn op de Nederlandse groothandelsmarkt voor laagcalorisch gas, het soort gas dat aan 98% van de afnemers wordt geleverd. Deze knelpunten zouden volgens markpartijen een ernstige toetredingsdrempel zijn voor nieuwe leveranciers van laagcalorisch gas, waaronder voor leveranciers die aan consumenten willen leveren. Naar aanleiding van deze evaluatie heeft DTe in samenwerking met de NMa een onderzoek laten uitvoeren naar de mogelijke belemmeringen voor concurrentie op de Nederlandse gasmarkt en de gevolgen hiervan voor consumenten. Een belangrijke conclusie uit dit onderzoek was dat toetreders op de gasmarkt geconfronteerd worden met grote toetredingsdrempels, omdat: * te weinig flexibiliteit beschikbaar is om schommelingen in vraag en aanbod op te vangen; er te weinig capaciteit voor kwaliteitsconversie is; en * er te weinig importcapaciteit is. * DTe heeft de markt geconsulteerd over mogelijke oplossingen, hetgeen heeft geleid tot de publicatie van de ‘Richtlijnen gastransport voor het jaar 2005’. Deze richtlijnen zullen in 2005 worden opgenomen in de Gascodes (op grond van artikel 12 van de Gaswet). Hoofdpunten in de richtlijnen zijn: * verbeterde informatievoorziening van Gastransport Services aan de marktpartijen; afspraken met Gastransport Services voor het ontwikkelen van een meer * economisch georiënteerd balanceringsregime; * een kostengeoriënteerde boetesystematiek voor onbalans; * gedeeltelijke socialisering van de kosten voor kwaliteitsconversie van hoogcalorisch gas naar laagcalorisch gas; en * verbeterde regels voor import van gas. DTe verwacht dat door deze maatregelen de concurrentiemogelijkheden op de gasmarkt zullen verbeteren en de consument meer zal profiteren van de voordelen van de vrije gasmarkt.
106
Jaarverslag 2004 NMa en DTe
8.5
Conclusies De leveringsmarkt is sinds kort volledig geliberaliseerd en moet nog tot ontwikkeling komen. Er zijn weliswaar veel aanbieders maar de switchpercentages zijn laag. Dit kan wellicht verklaard worden door de vaak geringe mogelijke besparing. Het vertrouwen van de consument in een goede werking van de markt moet verbeterd worden. DTe neemt maatregelen om de transparantie voor de consument te verbeteren. Ook neemt DTe maatregelen om de administratieve processen beter te laten verlopen. De liquiditeit op de groothandelsmarkt voor elektriciteit gaf aanleiding tot zorg maar lijkt in 2004 verbeterd te zijn. Een belangrijke doelstelling van DTe blijft om integratie met de markten in Duitsland, België en Frankrijk op een goede manier te realiseren. Vergroting van de markt en meer mededinging moeten de marktwerking verder verbeteren. De werking van de groothandelsmarkt voor gas is nog onvoldoende. Er zijn nog veel belemmeringen en toetredingsdrempels. DTe probeert met diverse maatregelen de concurrentiemogelijkheden te verbeteren. De vorming van een onafhankelijke Transmission System Operator zal de implementatie van deze maatregelen vergemakkelijken. DTe constateert echter dat er nog een lange weg te gaan is naar een goed werkende markt.
Deel 3: Overzichten | Hoofdstuk 8: Monitoren van de elektriciteitsmarkt en de gasmarkt
107
108
Jaarverslag 2004 NMa en DTe
nummer
3791
3852
3853
3816
3743
3781
3846
datum
08-01-2004
08-01-2004
08-01-2004
08-01-2004
10-01-2004
15-01-2004
16-01-2004
samenwerking verenigbaar geacht met de Mw.
bij NMa en aangezien het hier een gering deel van de markt betreft, is destijds
Klacht over samenwerking postbank en CSM met betrekking tot hypotheek-
Star Busmann
j
van Mw en wegens niet aannemelijk dat de Mw is overtreden.
wegens misbruik machtspositie. Afgewezen wegens niet toepasselijkheid
Klacht tegen een aantal Management- en consultancybureaus en W&S Bureaus
Klacht tegen openbare aanbestedingsprocedures van een drietal ministeries.
nog bestond, derhalve geen sprake van een overtreding van artikel 6 Mw.
betrekking op de periode waarin de ontheªng voor het onderliggende wegennet
Klacht over het gedrag van SIMN op het onderliggende wegennet. De klacht heeft
Afwijzing op grond van prioriteitsbeleid.
productie en vernieuwing van industriële verpakkingen. Geen vergunning vereist.
is een participatiemaatschappij. Blagden Packaging Group is actief op de markt voor
Overname van Blagden Packaging Group door Alchemy Partners. Alchemy Partners
op het gebied van IT systemen en ICT dienstverlening. Geen vergunning vereist.
Overname van ABZ Group door ADP Nederland. Ondernemingen zijn actief
gerechtvaardigd.
verzekeringen beschikt over een economische machtspositie. Nader onderzoek niet
Prima facie niet aannemelijk dat Achmea op de markt voor particuliere- en ziekenfonds-
arrangementen; beklaagden hebben destijds samenwerking gemeld
h
j
h b
Vrije beroepen
Vrije beroepen
j
j
h
b
a
a
Transport
Zorg
b
uitkomst
d Bezwaar of beroep aangetekend
D Bezwaar ingetrokken
F niet-ontvankelijk
E ongegrond
e (deels) gegrond
Besluit op bezwaar:
vs De Postbank en CMS Derks
Oude Luttikhuis & Zwaan
vs Overheid
Den Boer/Emcee & McGill
Van der Vliet vs SIMN
Goedegebuure vs VGZ
Vervaardiging van en handel in goederen
Alchemy Partners Limited | Blagden
IT-dienstverlening
Telecom en
Zorg
sector
Kartel h
Misbruik economische machtspositie b
Concentratiebesluit op melding a
j
Klacht j Concentratiebesluit op vergunningsaanvraag f
Packaging Group
ADP Nederland | ABZ Group
Karstel vs Zilveren Kruis Achmea
naam | partijen
Sanctie i Ontheªngsverzoek g
9 Besluiten mededingingszaken 2004
Deel 3: Overzichten | Hoofdstuk 9: Besluiten mededingingszaken 2004
109
3706
3875
3730
3858
3873
20-01-2004
22-01-2004
23-01-2004
23-01-2004
23-01-2004
3844
20-01-2004
3778
3849
19-01-2004
20-01-2004
3741
19-01-2004
Tabakorie Groeneweg – distributie
Van den Boom vs UPC
Charité vs NEC Computers
tijdschriften
IT-dienstverlening
Telecom en
groothandel
Detail- en
Media
handel in goederen
Vervaardiging van en
groothandel
vs Interbrew
Egeria | Ad van Geloven Holding
Detail- en
dienstverlening
Overige
dienstverlening
Financiële
In den Ouden Herberghe
HBveilingen vs CNB
VVAA Groep vs Olma en SSO
IT-dienstverlening
Telecom en
dienstverlening
Klaasse Holland vs KPN
Overige
Platform Evangelische en
Pinkstergemeenten vs CCLicentie
b
b
b
h b
b
b
b
a
a
j
j
j
j
j
j
j
D
Klacht krijgt momenteel geen prioriteit.
het voordeelabonnement voor digitale televisie bij Essent kan afsluiten.
Klacht over het feit dat klager, als klant van energieleverancier Essent, niet
de vermoedelijke overtreding.
de geringe kansrijkheid van het vaststellen van een overtreding en de ernst van
dit lijkt niet excessief. Klacht op prioriteit afgewezen. Met name vanwege
Levering vervangingsonderdelen; er wordt 1 94 in rekening gebracht voor elke reparatie;
geen prioriteit.
van ondernemers in de tijdschriften(distributie)branche. Klacht krijgt momenteel
Klacht over de mogelijk mededingingsbeperkende markstructuur en gedragingen
van de gemaksvoedingindustrie. Geen vergunning vereist.
Overname Ad van Geloven door Egeria. Ad van Geloven is actief op het gebied
is ingetrokken.
Bezwaar door In den Ouden Herberghe tegen de afwijzing van klacht tegen Interbrew
overtreding gering. Verder zijn er geen consumentenbelangen aan de orde.
is afgedaan op prioriteit. NMa acht de kans op en de ernst van een (eventuele)
advertentie van een concurrrende veiling in haar veilingblad te plaatsen. De klacht
De klacht betreft de vermeende weigering van bloembollenveiling CNB, om een
op het gebied van de financiële dienstverlening. Geen vergunning vereist.
Overname van OLMA en SSO door VVAA Groep. Ondermeningen zijn actief
bij KPN waardoor de gesprekken van de klager toch via KPN zijn gegaan.
een andere provider is overgestapt. Er blijkt sprake te zijn geweest van een storing
Klacht over KPN. KPN heeft gesprekken in rekening gebracht nadat de klager naar
op het eerste gezicht geringe consumentenbelang bij de afweging een rol gespeeld.
ringsargumenten. Met name hebben de geringe economische importantie en het
van CCLicentie. Het ander gedeelte van de klacht is afgewezen op basis van priorite-
het verschil tussen reprografische rechten een auteursrechten en van de activiteiten
kerken. Een gedeelte van de klacht is gebaseerd op onduidelijkheden ten aanzien van
Volgens VLP zijn de tarieven per lid hoger voor de kleinere kerken dan voor de grotere
klaagt ondermeer over de manier waarop de tarieven van CCLicentie zijn opgesteld.
De Vereniging Landelijk Platform van de Pinkster- en Volle Evangelie Beweging (VLP)
110
Jaarverslag 2004 NMa en DTe
nummer
3879
2872
3834
3831
3797
3524
3648
datum
23-01-2004
26-01-2004
26-01-2004
27-01-2004
28-01-2004
28-01-2004
30-01-2004
Telecom en IT-dienstverlening
vs Exact c.s.
Zorg
Vrije beroepen
Bouw
Rij-instrukteursopleiding Nieuwegein
Ziekenhuis | Ziekenhuis Leyenburg
Juliana Kinderziekenhuis/Rode Kruis
Kuijpers vs gemeente Vlaardingen
Den Boer Beton
Holcim Betonproducten |
Vervaardiging van en handel in goederen
Koninklijke Smilde | FanoFineFood,
Zorg
dienstverlening
Overige
sector
b
h
h b
h b
Kartel h
Misbruik economische machtspositie b
a
a
a
Concentratiebesluit op melding a
j
j
j
j
Klacht j Concentratiebesluit op vergunningsaanvraag f
Profood en Asia Choice
Beldico vs Nutricia & Friesche Vlag
Keizer vs TPG Post
naam | partijen
Sanctie i Ontheªngsverzoek g
E
artikel 6 Mw overtreden.
door de NMa niet heeft uitgewezen dat Exact en de leveranciers van Exact-producten
en de leveranciers van Exact-producten. Klacht is afgewezen aangezien onderzoek
Klacht over mogelijke mededingingsrechtelijk beperkende gedragingen van Exact
en Ziekenhuis Leyenburg. Geen vergunning vereist.
Fusie tussen algemene ziekenhuizen Juliana Kinderziekenhuis/Rode Kruis Ziekenhuis
in Vlaardingen.
in het verhogen van erfpachtvergoeding. Verder afspraken van NVM-makelaars
Klacht tegen de gemeente Vlaardingen wegens misbruik machtspositie. Misbruik zit
bestratingsmaterialen. Geen vergunning vereist.
actief op het gebied van productie en verkoop betonproducten waaronder betonnen
Overname Den Boer Beton door Holcim Betonproducten. Ondernemingen zijn
margarines en quichebodems. Geen vergunning vereist.
Ondernemingen zijn actief op het gebied van de productie en verkoop van oliën,
Overname FanoFineFoods, Profood en Asia Choice door Koninklijke Smilde.
Geen sprake van overeenkomst dan wel afstemming.
leveren van zuigelingenflessen aan ziekenhuizen in Nederland terecht afgewezen.
misbruik maken van een economische machtspositie door het onder de kostprijs
Bezwaar ongegrond. Klacht betre¤ende het door Friesland Nutrition en Nutricia
naar zaak 13.
Klacht over excessieve tarieven voor gebruik postbus. Klacht afgewezen onder verwijzing
uitkomst
d Bezwaar of beroep aangetekend
D Bezwaar ingetrokken
F niet-ontvankelijk
E ongegrond
e (deels) gegrond
Besluit op bezwaar:
Deel 3: Overzichten | Hoofdstuk 9: Besluiten mededingingszaken 2004
111
3848
3286
3125
3841
06-02-2004
09-02-2004
09-02-2004
10-02-2004
3884
02-02-2004
3893
3847
02-02-2004
06-02-2004
3855
30-01-2004
3886
3840
30-01-2004
02-02-2004
3675
29-01-2004
Consumentenbond | SMS-diensten
IT-dienstverlening
Telecom en
dienstverlening
Overige
IT-dienstverlening
vs Eurosport
NHA vs LOI
Telecom en
Bouwnijverheid
dienstverlening
Financiële
Vrije beroepen
Zorg
Zorg
Horeca en recreatie
IT-dienstverlening
Telecom en
dienstverlening
Overige
Stichting Kabelnet Veendam
vs Gemeente Schiedam
Magrijn-Onderwaater
BNP Paribas S.A. | Arma Beheer
Mr. Baur vs BWB
in ziekenhuizen
Heijnen – tarieven tv-verhuur
tandheelkunde
MediMatch – nooddiensten
Ribbink – paardrijles
Noteboom vs Planet Internet
Kessels vs Netwerk Notarissen
a
j
b
b
b
b
b
b
j
j
j
j
j
j
j
j
j
b
b
h b
h
E
D
voor enkel sms-berichten.
momenteel geen prioriteit, omdat de markt ruimer lijkt te zijn dan de markt
Klacht over hoge eindgebruikerstarieven van sms-berichten. Klacht krijgt
Naar aanleiding van klacht is een rapport opgesteld: 09-02-04 3125 NHA vs LOI.
beneden bijgesteld.
en maatschappelijke importantie ontbreekt, daarnaast zijn tarieven naar
Ook in bezwaar komt d-g NMa tot het oordeel dat een voldoende economische
met een andere kabelexploitant afgewezen onder voorbehoud van prioritering.
dat Eurosport hun hogere abonnementskosten laat betalen in vergelijking
Bezwaar ongegrond. Klacht van Stichting Kabelnet Veendam wegens het feit
zaaknummer 2493 Vereniging Eigen Huis/Gemeente Amsterdam.
gewezen i.k.v. problematiek over erfpachtvoorwaarden op besluit van de d-g NMa in
lijk geoordeelden derhalve op grond van deze prioriteringsfactor afgewezen. Verder
erfpachtvoorwaarden). Op het eerste gezicht geen inbreuk van artikel 24 Mw aanneme-
van haar economische machtspositie m.b.t. de hoogte van de erfpachtcanon (uit haar
Klacht dat de gemeente Schiedam als grondeigenaar/erfpachter misbruik maakt
Geen vergunning vereist.
op het gebied van autoleasing, wagenparkbeheer, fleetmanagement en leasing.
Overname Arma Beheer door BNP Paribas. Ondernemingen zijn actief
Derhalve niet opportuun onderzoek te starten.
Prima facie niet aannemelijk dat artikel 6 en/of artikel 24 Mw worden overtreden.
overtreden. Derhalve niet opportuun om onderzoek te starten.
Prima facie niet aannemelijk dat ziekenhuis en Telehire artikel 6 Mw en/of artikel 24 Mw
onduidelijk tegen wie de klacht is gericht.
artikel 6 Mw overtreden. Derhalve niet opportuun onderzoek te starten. Bovendien
Prima facie niet aannemelijk dat de Kringen van tandartsen in bepaalde steden
Deze zaak betreft een klacht over een tariefsverhoging door een ruitersvereniging.
machtspositie en derhalve kan geen sprake zijn van een inbreuk op artikel 24.
door Planet Internet. De klacht is afgewezen, Planet Internet heeft geen economische
Klacht over het herhaaldelijk verhogen van haar tarieven voor internetten via inbellen
is ingetrokken.
Bezwaar door Kessels tegen de afwijzing van de klacht tegen Netwerk Notarissen
112
Jaarverslag 2004 NMa en DTe
nummer
3535
3279
3810
3898
3714
3885
3880
3805
3878
datum
11-02-2004
13-02-2004
16-02-2004
17-02-2004
18-02-2004
20-02-2004
20-02-2004
26-02-2004
26-02-2004
Waleweingaarde vs SDHS
Lindenbergh vs GAE/Ryanair
Brekweg vs TPG
Van Drie | Melkweg
Bungalowpark ’t Giethmenseveld
Kaag vs Coöperatie Beheer
Kastencentrum Alphen vs Zijlstra
Zorg
Transport
dienstverlening
Overige
Landbouw en visserij
Horeca en recreatie
groothandel
Detail- en
groothandel
Detail- en
Horeca en recreatie
Zorg
sector
h
h
Kartel h
b
b
b
b
a
a
Concentratiebesluit op melding a
j
j
j
j
j
j
j
Klacht j Concentratiebesluit op vergunningsaanvraag f
Misbruik economische machtspositie b
Kuweit Petroleum Nederland | Tango
vs Gemeente Hoorn
Jachthaven Zuidelijke Meren
OPG vs ziektekostenverzekeraars
naam | partijen
Sanctie i Ontheªngsverzoek g
E
F
vereniging Stedendriehoek (DHV) en de Regionale Huisartsen Vereniging Apeldoorn.
Stedendriehoek (SDHS) in samenwerking en/of verbonden met de Districts Huisartsen-
Klacht op grond van artikel 24 Mw tegen Stichting Dienstverlening Huisartsenzorg
Klacht krijgt momenteel geen prioriteit.
Airport Eelde ten aanzien van het gebruik van faciliteiten van de luchthaven.
Klacht over het hanteren van mogelijk discriminerende voorwaarden door Groningen
producten. Klacht is afgewezen op prioriteit.
Klacht over mogelijke koppelverkoop door TPG post bij het aanbieden van filatelie-
en Van Drie produceert en verkoopt kalvermelk. Geen vergunning vereist.
Overname Melkweg door Van Drie. Melkweg is een groothandel in zuivelproducten
in verband met het niet indienen van de gronden van het bezwaar.
van zijn bungalow op het plakkaat van de receptie van bungalowpark niet-ontvankelijk
Bezwaar tegen de afwijzing van klacht over het niet mogen aankondigen van de verkoop
Klacht is afgedaan op basis van prioriteit.
van een reclamefolder van een concurrerende firma in zijn verspreidingsgebied.
Klager beklaagt zich over de firma Zijlstra, die heeft meegewerkt aan de verspreiding
is voorts actief op gebied groothandel in brandsto¤en. Geen vergunning vereist.
detailhandel in motorbrandsto¤en en smeermiddel in Nederland. Kuweit Petroleum
Overname Tango door Kuweit Petroleum. Ondernemingen zijn actief op gebied
niet bevoegd ter zake op te treden.
een onderneming. Dit valt evenwel buiten het bereik van de Mw; de dg-NMa is dan ook
Bezwaar ongegrond. De klacht gaat over steunverlening door de gemeente Hoorn aan
tot inkoop van medicijnen. Klacht is afgedaan op prioriteit.
Klacht gaat over onderling afgestemd gedrag van zorgverzekeraars met betrekking
uitkomst
d Bezwaar of beroep aangetekend
D Bezwaar ingetrokken
F niet-ontvankelijk
E ongegrond
e (deels) gegrond
Besluit op bezwaar:
Deel 3: Overzichten | Hoofdstuk 9: Besluiten mededingingszaken 2004
113
3931
3822
3916
3926
3720
3534
3758
08-03-2004
08-03-2004
10-03-2004
12-03-2004
16-03-2004
16-03-2004
3932
01-03-2004
03-03-2004
3909
26-02-2004
Tariefstructuur Arbodiensten
van Advocaten
Terporten vs Nederlandse Orde
Mosselman | Stemra
Hoekse Waard (Schep) vs KNMvD
SP vs NS
Raedts vs Q-park
Mokum Mobiel vs Kooistra
Van der Bent vs Casema
I.C.C. | Paroxetine
Zorg
Vrije beroepen
Media
Vrije beroepen
Transport
Transport
Horeca en recreatie
IT-dienstverlening
Telecom en
Zorg
j
j
j
j
b
b
b
b
j
j
j
j
j
b
b
h b
h
h
hanteren van hoge prijzen voor (semi-)overheid. Geen aanwijzingen voor gevonden.
Klager vermoedt overtreding artikel 6 en 24 Mw door vier grote arbodiensten door
Vastgesteld is dat dit de mededinging niet merkbaar beperkt.
Klacht gaat over de Boekhoudverordening 1998 die door NOVA is vastgesteld.
Klacht krijgt momenteel geen prioriteit.
Klacht over de tariefstelling van Stemra voor online-distributie van muziek.
is overtreden. Klacht is afgedaan op prioriteit.
Klacht betreft geschillen met KNMvD; Prima facie niet aannemelijk dat Mwet
Klacht afgewezen.
Klacht over de lokettoeslag voor NS-kaartjes. Geen aanwijzingen voor misbruik.
Maastricht is besloten deze zaak momenteel geen prioriteit te geven.
in de gemeente Maastricht. Na opvragen van bepaalde informatie bij de gemeente
Klacht over de parkeertarieven in de door Q-park geëxploiteerde parkeergarages
van een onderneming is normaliter geen misbruik.
Het is niet aannemelijk dat Kooistra een machtspositie heeft. Het failliet laten gaan
horecazaken in Amsterdam en Groningen, alle eigendom van de heer Kooistra.
Klacht van Mokum Mobiel ’99 met betrekking tot het failliet gaan van een aantal
Klacht krijgt momenteel geen prioriteit.
Klacht over het gedrag van Casema rondom haar incasso- en afsluitingsbeleid.
en concrete onderbouwing van klacht ontbreekt.
dat er sprake is van overtreding Mw. Het is niet duidelijk tegen wie de klacht is gericht
ondernemingen betre¤ende het product Paroxatine 20 mg. Prima facie niet aannemelijk
te doen naar het vermoeden dat er prijsafspraken zijn gemaakt tussen verschillende
Afwijzing op prioriteit vanwege geringe kansrijkheid. Het betreft het verzoek onderzoek
én op grond van criterium van doelmatigheid.
Afwijzing op prioriteit wegens gebrek aan voldoende concrete en actuele aanwijzingen
stichtingen en verenigingen met als machtsmiddel de uitsluiting van de waarneming.
uitbreiden van bestaande praktijken door de SDHS en DHV en de aan hen gelieerde
De klacht heeft betrekking op de belemmering van vestiging door nieuwkomers of het
114
Jaarverslag 2004 NMa en DTe
nummer
3944
3952
3958
2260
3900
3903
3937
3892
datum
16-03-2004
16-03-2004
16-03-2004
18-03-2004
18-03-2004
18-03-2004
25-03-2004
30-03-2004
Amicon | DKV
Holtmann vs KPN Telecom
Ordina Nederland | TVW Group
Colgate/Palmolive | Gaba
Vereniging Vrije Vogel, KLM
Jeurissen/LTO – melkquotum
Klacht j
dienstverlening
Financiële
IT-dienstverlening
Telecom en
IT-dienstverlening
Telecom en
handel in goederen
Vervaardiging van en
Transport
Landbouw en visserij
IT-dienstverlening
Telecom en
Zorg
sector
h
Kartel h
b
b
a
a
a
j
b
j
j
j
j
b
Misbruik economische machtspositie b
Concentratiebesluit op melding a
Concentratiebesluit op vergunningsaanvraag f
Lankamp – ADSL internetabonnement
Legropharma vs AstraZeneca
naam | partijen
Sanctie i Ontheªngsverzoek g
E
d
vereist.
in het Westen en Amicon als ziekenfondsverzekeraar in het Noorden. Geen vergunning
Overname DKV door Amicon. DKV is met name actief als particuliere verzekeraar
realiseert. Klacht krijgt momenteel geen prioriteit.
Klacht dat KPN niet tijdig de overstap van abonnees naar een andere ADSL-provider
vereist.
van IT-dienstverlening, implementation en application development. Geen vergunning
Overname van TVW Group door Ordina. Ondernemingen zijn actief op het gebied
Geen vergunning vereist.
van persoonlijke verzorgingsproducten en mondverzorgingsproducten.
Overname van Gaba door Colgate-Palmolive. Ondernemingen zijn actief op het gebied
Rotterdam terugverwezen zaak.
hanteren van onredelijke voorwaarden door KLM, gehandhaafd. Betrof door Rechtbank
op het punt van het beweerde misbruik van een economische machtspositie door het
om toepassing van artikel 56 Mw is, na heroverweging en aanvulling van de motivering
Bezwaar ongegrond. Besluit van 08-11-2000 tot afwijzing van het verzoek van VVR
Overtreding van Mw niet aannemelijk gemaakt. Klacht is afgedaan op basis van prioriteit.
handelaren en makelaars in melkquota door prijs- en/of productiebeperkende afspraken.
Klager verzoekt de NMa onderzoek in te stellen naar vermeende overtreding Mw door
door KPN. Klacht krijgt momenteel geen prioriteit.
Klacht over koppelverkoop van een telefoonlijnabonnement aan een ADSL-abonnement
onderzoek te starten. NMa blijft wel de markt voor parallelhandel geneesmiddelen volgen.
Beschikbare aanwijzingen en voorhanden zijnd bewijs niet voldoende om arbeidsintensief
Afwijzing klacht met betrekking tot het weigeren van leveranties op basis van prioriteit.
uitkomst
d Bezwaar of beroep aangetekend
D Bezwaar ingetrokken
F niet-ontvankelijk
E ongegrond
e (deels) gegrond
Besluit op bezwaar:
Deel 3: Overzichten | Hoofdstuk 9: Besluiten mededingingszaken 2004
115
3956
3966
3992
2061
02-04-2004
08-04-2004
13-04-2004
3976
31-03-2004
01-04-2004
3084
31-03-2004
1
3972
31-03-2004
01-04-2004
3957
30-03-2004
j
F
d
d
d
op het gebied van het ontwikkelen van apparatuur voor radiotherapie, radiodiagnostiek
Overname Delft Instruments door AlpinvestPartners. Delft Instruments is actief
het Eden Hotel te Amsterdam. Klacht is afgedaan op basis van prioriteit.
Klacht met betrekking tot het hanteren van een toeslag op 0900-nummers door
programmagegevens.
voor zover dit besluit is gericht tot HMG m.b.t. ter beschikking stellen van wekelijks
aanleiding van de uitspraak van 11-12-2002 van de Rechtbank. Gegrond verklaard
Nieuwe beslissing op bezwaar na vernietiging van besluit van 03-10-2001; naar
voor alle burgers). Ondernemingsactiviteit is twijfelachtig.
uitleen door de gemeente (inkomensverruiming en beschikbaarheid van kunst
en de provincie Utrecht. Gewezen op sociaal-politieke doelstellingen van kunst-
Klacht van commerciële kunstuitleen tegen de kunstuitleen van de gemeente
gaan, wordt in bezwaar onvoldoende weerlegd.
van de markt te weren en potentiële afnemers te bedreigen indien zij met ACN in zee
en de daarbij aangesloten alarmcentrales er alles aan doen om nieuwe concurrenten
Bezwaar van ACN ongegrond verklaard. De door ACN gestelde bewering dat SIMN
voor Psychotherapie
Nederlandse Associatie
Polanus vs Philips
Zorg
groothandel
Detail- en
de minister krachtens wet BIG vastgestelde (opleidings)eisen.
Bezwaar van NAP is ongegrond verklaard. Mw is niet van toepassing op door
is voor afdrukfilms van Philips. Klacht is afgedaan op basis van prioriteit.
Klager dient klacht in tegen Philips omdat het faxapparaat van Philips alleen geschikt
van opslagtanks in de olie- en gasindustrie. Geen vergunning vereist.
e
E
Klacht is afgedaan op basis van prioriteit.
machtspositie maakt met betrekking tot een reserveonderdeel voor een CV-ketel.
Klager meent dat ATAG Verwarming Nederland misbruik van haar economische
Afwijzing op grond van prioriteitsbeleid.
Instruments
a
j
j
j
j
j
alsmede het ontwikkelen van systemen voor inhoudsmeting en voorraadbeheersing
b
b
b
b
b
b
b
AlpinvestPartners VN) | Delft
Vervaardiging van en handel in goederen
NIB Capital Private Equity
Horeca en recreatie
Media
(per 02-03-2004:
Van Haaps – 0900-nummers
De Telegraaf vs HMG
dienstverlening
Overige
dienstverlening
Art Lease – kunstuitleen
Overige
Alarm Centrale Nederland (ACN)
groothandel
Detail- en
dienstverlening
Overige
vs SIMN
DB Advieskring vs Atag
HKV vs WL Delft hydraulics
116
Jaarverslag 2004 NMa en DTe
nummer
3713
3980
4009
2574
1615
3309
datum
15-04-2004
15-04-2004
15-04-2004
21-04-2004
21-04-2004
26-04-2004
Verenigingen van psychotherapeuten
Fietsfabrikanten
Zorg
handel in goederen
Vervaardiging van en
IT-dienstverlening
Telecom en
dienstverlening
Laurentius/Singelveste
Horeca en recreatie
Media
sector
h
h
Kartel h
b
j
j
b
b
j
b
Misbruik economische machtspositie b
Concentratiebesluit op melding a
Overige
Tele2
Klacht j Concentratiebesluit op vergunningsaanvraag f
Rijsbergen vs WonenBreburg/
Gemeente Castricum
Blovo/Boontjes vs
Jacobs Company vs PCM
naam | partijen
i
i
Sanctie i Ontheªngsverzoek g
F
d
d
+ NVVP boete 1 70.000.
NIP boete 1 240.000 + LVE boete 1 80.000 + NVP boete 1 55.000
Accell boete 1 12.809.000 + Gazelle boete 1 12.898.000 + Giant boete 1 3.978.000.
Betrof bewaar tegen het stopzetten van onderzoek in deze zaak.
Bezwaar van Tele2 is is niet ontvankelijk aangezien er geen sprake is van een besluit.
is eveneens aanhangig gemaakt bij de civiele rechter.
geen nieuwe huurwoning aan te bieden. Klacht is afgewezen op prioriteit. Het geschil
die wietplanten hebben gekweekt in de bij de woningcoöperaties verhuurde woningen
stichting Singelveste van misbruik economische machtspositie door huurders
Klager beklaagt Stichting WonenBreburg Breda, Laurentius WBV en Woningbouw-
afgezien en is de klacht afgewezen.
economische belang en de relatief geringe kans van slagen is van een onderzoek
prijzen lijkt niet in overeenstemming met ondernemersgedrag. Gezien het geringe
Echter, de gemeente rekent de prijzen al enige decennia en het rekenen van lage
Hierbij zou het handelen van de gemeente te kenmerken zijn als ondernemersgedrag.
tennisparken, hetgeen zou leiden tot een verstoring op de markt voor buitentennis.
door met betrekking tot gronduitgifte lagere prijzen te rekenen voor de overige
dat de gemeente Castricum misbruik maakt van haar economische machtspositie
Blovo/Boontje (eigenaren van twee tennisparken in Castricum) klaagde over het feit
aan LexisNexis. Klacht krijgt momenteel geen prioriteit.
voor de vervaardiging van knipselkranten. PCM heeft een exclusieve licentie verleend
Klacht over het niet verlenen van een licentie voor content uit krantenartikelen van PCM
uitkomst
d Bezwaar of beroep aangetekend
D Bezwaar ingetrokken
F niet-ontvankelijk
E ongegrond
e (deels) gegrond
Besluit op bezwaar:
Deel 3: Overzichten | Hoofdstuk 9: Besluiten mededingingszaken 2004
117
4001
3997
4013
3935
4007
04-05-2004
04-05-2004
10-05-2004
11-05-2004
3978
29-04-2004
29-04-2004
2910
29-04-2004
3250
3833
27-04-2004
29-04-2004
3310
26-04-2004
Nederlands Tandtechnisch
Financiële dienstverlening
DAS Rechtsbijstand | LAR
Bouw
IT-dienstverlening
Telecom en
Vrije beroepen
IT-dienstverlening
Telecom en
dienstverlening
Financiële
Energie
dienstverlening
Financiële
dienstverlening
Overige
Zorg
Rechtsbijstand
Ooms Avenhorn
Daniels vs Okapi
Dierenkliniek Pieter Bos vs KNMvD
IBM | Delta Lloyd Outsourcing
Dela | RVS
Elektroburo H. Vos vs Essent
Interpay en 8 banken
WoonbronMaasoevers | Delftwonen
Genootschap
h
h
j
j
b
a
a
j
b
b
a
g
i
i
i
F
d
d
op het gebied van rechtsbijstandverzekeringen. Geen vergunning vereist.
Overname LAR Rechtsbijstand door DAS Rechtsbijstand. Ondernemingen zijn actief
Bezwaarschrift is niet tijdig ingediend; niet-ontvankelijk.
geen machtspositie heeft.
De woningcorporatie heeft contract met Okapi. Klacht is afgewezen omdat Okapi
Klacht over de slechte service van telecomprovider Okapi in studentenflat.
klein dat geen nader onderzoek is gerechtvaardigd.
Indien hiervan sprake zou zijn en van misbruik, dan is het consumentenbelang dermate
niet prima facie aannemelijk is dat de KNMvD een economische machtspositie heeft.
en koppelverkoop (tijdschrift gekoppeld aan lidmaatschap). Klacht afgewezen omdat
economische machtpositie door het hanteren van onbillijke prijzen, prijsdiscriminatie
Klacht van een dierenarts tegen de KNMvD welke misbruik zou maken van haar
IBM. De over te nemen activiteit en de overnemende partij zijn actief in de IT-sector.
Overname activiteiten interne ondersteuning op het gebied van ICT van Delta Lloyd door
van artikel 17 Mw per 01-08-2004.
verzekeringen. Het verzoek is op informele wijze afgedaan in verband met het vervallen
Dela-RVS Uitvaartzorgverzekeringen, gericht op verkoop en verzorging van uitvaart-
Ontheªngsverzoek inzake de oprichting van een gemeenschappelijke onderneming
aansluiting op het elektriciteitsnet van Essent. Klacht is afgedaan op basis van prioriteit.
stellen van aan- en afsluitvoorwaarden bij de realisatie dan wel de verwijdering van een
Klacht over misbruik van economische machtspositie van Essent Netwerk Noord bij het
Gemeenten 1 500.000 + Frieslandbank 1 500.000.
+ F. van Lanschot Bankiers 1 500.000 + SNS Bank 1 1.900.000 + Nederlandse
Boerenleenbank 1 3.900.000 + ING Bank 1 3.900.000 + Fortis Bank 1 1.900.000
Interpay boete 1 30.183.000 + ABN AMRO 1 3.900.000 + Coöp.Cent. Rai¤eisen
op het gebied van sociale huisvesting. Geen vergunning vereist.
Fusie van WoonbronMaasoevers met Delftwonen. Ondernemingen zijn actief
NTG boete 1 400.000.
118
Jaarverslag 2004 NMa en DTe
nummer
4012
3986
4034
4042
4017
3988
3977
4044
datum
11-05-2004
12-05-2004
12-05-2004
12-05-2004
13-05-2004
13-05-2004
14-05-2004
18-05-2004
Overige dienstverlening
IT-dienstverlening
Gelderland-oost | UPC
Van Horrik vs Total
Telecom en
Programmaraad
h
j
Afwijzing op grond van prioriteitsbeleid.
Het Commissariaat voor de Media is hier de eerst aangewezen toezichthouder.
wijzigingen in de werkwijze van een Programmaraad af te dwingen. Klacht is afgewezen.
is een advies van de Programmaraad te beperken of (tijdelijk) niet uit te voeren en/of
Vraag van de Programmaraad in hoeverre een kabelexploitant (UPC) gerechtigd
van transport, logistieke dienstverlening en chemicaliën. Geen vergunning vereist.
Overname Danzas Chemical en de activiteiten op het gebied van transport van chemi-
geen prioriteit.
verhoogt in ruil voor een afkoopsom aan de gemeente. Klacht krijgt momenteel
Klacht over het feit dat de gemeente zou hebben toegestaan dat UPC de tarieven
Afwijzing op grond van prioriteitsbeleid.
Afwijzing op grond van prioriteitsbeleid.
Klacht afgewezen op prioriteit aangezien er onvoldoende aanwijzingen zijn aangeleverd.
en Danzas S.p.A.
j
j
b
b
j
b
a
j
b
j
van drinkwater. Geen vergunning vereist.
Overname Waterbedrijf Europoort door Delta. Ondernemingen zijn actief op het gebied
caliën van Danzas door De Rijke Europe. Ondernemingen zijn actief op het gebied
Transport
IT-dienstverlening
Telecom en
Bouwnijverheid
Bouwnijverheid
b
a
uitkomst
d Bezwaar of beroep aangetekend
D Bezwaar ingetrokken
F niet-ontvankelijk
E ongegrond
e (deels) gegrond
Besluit op bezwaar:
Danzas Chemicals U.K. Ltd.
De Rijke Europe | Danzas Chemicals,
Karelse vs Gemeente Zaanstad
Aquarius vs Intergas
Neerlandia vs WML
vs Bio Physics
Zorg
handel in goederen
Europoort
sector
Kartel h
Misbruik economische machtspositie b
Concentratiebesluit op melding a
Vervaardiging van en
Praktijk voor Chinese Acupunctuur
Klacht j Concentratiebesluit op vergunningsaanvraag f
Delta | Waterbedrijf
naam | partijen
Sanctie i Ontheªngsverzoek g
Deel 3: Overzichten | Hoofdstuk 9: Besluiten mededingingszaken 2004
119
3758
4021
4043
3849
4028
28-05-2004
28-05-2004
01-06-2004
03-06-2004
04-06-2004
4045
26-05-2004
1675
4032
19-05-2004
26-05-2004
4024
19-05-2004
3553
3967
19-05-2004
26-05-2004
2902
19-05-2004
van Verzekeraars/Unigarant
Boogaard vs Verbond
Klaasse Holland
Vereniging Achmea | Stichting Levob
Services
KN Europe Holding | Nether Cargo
Tariefstructuren arbodiensten
Volwaardig Ziekenhuis Velp
Werkgroep Behoud van een
Transport
IT-dienstverlening
Telecom en
dienstverlening
Financiële
Transport
dienstverlening
Overige
Zorg
dienstverlening
Overige
IT-dienstverlening
(Netherlands)
Audacious vs TPG Post
Telecom en
IT-dienstverlening
Holding
Telco Holding S.à.r.l. | Swisscom
Telecom en
groothandel
Gores Services | Micro Warehouse
Stern Groep | Clear Water
Detail- en
dienstverlening
Univé Leven U.A.
Financiële
SNS Reaal Groep | Onderlinge
dienstverlening
Financiële
Levensverzekering Maatschappij
Van Broekhuijze vs GIDI
h
b
b
b
a
a
a
a
a
a
a
j
j
j
j
j
E
F
F
F
D
d
van de automobilist in plaats van de verzekeraar. Klacht krijgt momenteel geen prioriteit.
Klacht tegen Unigarant over het niet vergoeden van een uitgevoerde berging in opdracht
dat bepaalde richtlijnen van het Verbond van Verzekeraars in strijd zijn met artikel 6 Mw.
Klacht van een bergingsbedrijf gericht tegen het Verbond van Verzekeraars en Unigarant
Bezwaar van Klasse Holland is ingetrokken.
en zakelijke dienstverlening. Geen vergunning vereist.
Fusie tussen Achmea en Levob Ondernemingen zijn actief op het gebied van financiële
Geen vergunning vereist.
op het gebied van het doen vervoeren van goederen en logistieke dienstverlening.
Overname Nether Cargo Services door KN Europe. Ondernemingen zijn actief
belanghebbende.
Bezwaar van Mw. Van den Berg is niet-ontvankelijk. Mw. Van den Berg is geen
termijnoverschrijding.
Behoud Ziekenhuis Velp niet ontvankelijk verklaard wegens niet verschoonbare
Bezwaar van Werkgroep Behoud van een Volwaardig Ziekenhuis Velp en de Stichting
van procesbelang.
Bezwaar van Audacious is niet ontvankelijk verklaard wegens het ontbreken
Geen vergunning vereist.
Overname Telco door Swisscom. Swisscom is actief op het gebied van telefoniediensten.
Micro Warehouse verkoopt IT-producten. Geen vergunning vereist.
ondernemingen die actief zijn op het gebied van technologie en telecommunicatie.
Overname Micro Warehouse door Gores Services. Gores Services investeert in
vereist.
autoverhuur, autoleasing, detailhandel personen- en bedrijfsauto’s. Geen vergunning
Overname Clear Water door Stern Groep. Ondernemingen zijn actief op het gebied van
vereist.
Ondernemingen zijn actief op het gebied van levensverzekeringen. Geen vergunning
Overname leveringsverzekeringsactiviteiten Univé Leven door SNS Reaal Groep.
Klacht afgewezen. Beroep aangetekend.
120
Jaarverslag 2004 NMa en DTe
nummer
3439
4038
3687
3689
3690
3691
3692
4099
4027
datum
07-06-2004
11-06-2004
14-06-2004
14-06-2004
14-06-2004
14-06-2004
14-06-2004
16-06-2004
16-06-2004
dienstverlening
verzekeraar | Nationale
Nederlanden Zorgverzekering
Financiële
Transport
Bouwnijverheid
Bouwnijverheid
Bouwnijverheid
Bouwnijverheid
Bouwnijverheid
IT-dienstverlening
Telecom en
IT-dienstverlening
Telecom en
sector
i
i
i
h
h
h
a
i
h
j
j
i
b
b
b
h
Kartel h
Misbruik economische machtspositie b
Concentratiebesluit op melding a
j
Klacht j Concentratiebesluit op vergunningsaanvraag f
ONVZ Ziektekosten-
Van Oosterom vs NS
Dakdekkers
Dakdekkers
Dakdekkers
Dakdekkers
Dakdekkers
Tummers vs Essent-Kabelcom
Tele2
naam | partijen
Sanctie i Ontheªngsverzoek g
E
d
d
d
d
d
het gebied van particuliere ziektekostenverzekeringen. Geen vergunning vereist.
Nederlanden Zorgverzekeringen door ONVZ. Ondernemingen zijn actief op
Overname van de portefeuille van particuliere ziekteverzekerden van Nationale
gemaakt van haar machtspositie. Klacht krijgt momenteel geen prioriteit.
in zaak 3916: SP vs NS. Het is niet aannemelijk dat de NS hier misbruik heeft
Klacht over de lokettoeslag voor NS-kaartjes. De NMa verwijst naar eerder oordeel
beroep aan.
Erdo boete 1 5.800 + Witteveen boete 1 5.800. Witteveen tekent geen bezwaar/
1 44.000. Templefields 505, Van Venrooy en Witteveen tekenen geen bezwaar/beroep aan.
+ Smid & Hollander boete 1 32.000 + Van Witteveen boete 1 21.000 + Venrooy boete
Consolidated boete 1 23.000 + Erdo boete 1 70.000 + Templefields 505 boete 1 23.000
Consolidated boete 1 39.000 + Erdo boete 1 19.000 + Spuitco boete 1 19.000.
bezwaar/beroep aan.
+ Strijland boete 1 93.000 + Swindak boete 1 93.000. Alleen Strijland tekent geen
Consolidated boete 1 232.000 + Erdo boete 1 232.000 + Boko boete 1 93.000
Alleen CazDak tekent geen bezwaar/beroep aan.
Consolidated boete 1 4.200 + CazDak boete 1 3.900 + Texa boete 1 3.900.
1 13,71 is afgerond naar 1 14. Klacht krijgt momenteel geen prioriteit.
Klacht over het voorschot dat aan Essent-Kabelcom moet worden betaald, dat van
onderzoek ingesteld naar doorverkoop van abonnementen van KPN op het vaste net.
Bezwaar van Tele2 is ongegrond verklaard. Op grond van prioritering wordt er geen nader
uitkomst
d Bezwaar of beroep aangetekend
D Bezwaar ingetrokken
F niet-ontvankelijk
E ongegrond
e (deels) gegrond
Besluit op bezwaar:
Deel 3: Overzichten | Hoofdstuk 9: Besluiten mededingingszaken 2004
121
4094
4093
3673
4064
4072
24-06-2004
24-06-2004
25-06-2004
28-06-2004
4086
22-06-2004
23-06-2004
2688
21-06-2004
3475
2501
21-06-2004
22-06-2004
4075
17-06-2004
Vervaardiging van en
dienstverlening
Lease Randstad Holding | W.P.D.
Financiële dienstverlening
Athlon Holding | Universele Lease
Bouwnijverheid
dienstverlening
Maatschappij Unilease
schilderwerk
Gemeente Amsterdam – aanbesteding
NVB – ontheªngsaanvraag
Financiële
dienstverlening
verzekeringen
Financiële
ONVZ Ziektekostenverzekeraar |
Zwolsche Algemeene Schade-
Uitzendbureau
Overige
ABN AMRO Participaties | Clean
Transport
dienstverlening
Vereniging van Reizigers vs KLM-SLM
Financiële
BNP Paribas Lease Group SA |
Zorg
Zorg
handel in goederen
Laeseco Nederland
Stadsapotheken Tilburg
Dienstapotheek regio Assen
Stern Groep | Zwart Beheer
j
h
a
a
a
g
j
i
h
b
i
h
a
a
E
d
d
d
Overname van Zwart Beheer door Stern Groep. Ondernemingen zijn beide actief
andere actief op het gebied van autoleasing en verhuur. Geen vergunning vereist.
Overname van Universele Lease Maatschappij door Athlon. Ondernemingen zijn onder
Afwijzing op grond van prioriteitsbeleid.
als informele zienswijze in verband met het vervallen van artikel 17 Mw per 01-08-2004.
hebben gemaakt dat aan de ontheªngsvoorwaarden is voldaan. Ontheªng is afgedaan
seren van pintransacties. Aanvraag is afgewezen omdat aanvragers niet aannnemelijk
Ontheªngsaanvraag voor een multilaterale interbancaire vergoeding voor het autori-
Geen vergunning vereist.
Ondernemingen zijn actief op het gebied van particuliere ziektekostenverzekeringen.
Overname van een portefeuille zorgverzekeringen van Zwolsche Algemeene door ONVZ.
van personeel ten behoeve van CLR. Geen vergunning vereist.
reiniging en verhuur textielgoederen en WPD is actief op het gebied van het uitzenden
aandelen in bezit ABN-AMRO). Clean Lease Randstad is actief op het gebied van
Overname van Clean Lease Randstad en WPD Uitzendbureau door Purgare (60%
hebben gesloten voor vliegroutes tussen Amsterdam en Paramaribo.
gericht tegen KLM en SLM die als enige sinds 1990 een exploitatieovereenkomst
Bezwaar is ongegrond verklaard op grond van prioriteringsbeleid. De klacht was
op het gebied van leasing. Geen vergunning vereist.
Overname van Leaseco door BNP Paribas Lease Group. Ondernemingen zijn actief
Last onder dwangsom opgelegd aan alle betrokken apothekers.
bij besluit van 16-11-2004 is last van 21-06-2004 gewijzigd/ingetrokken.
Last onder dwangsom opgelegd aan alle betrokken apothekers;
op het gebied van exploitatie van benzinestations. Geen vergunning vereist.
verhuur van benzinestations en inbouw van bedrijfswageninrichtingen. Zwart is actief
parkbeheer, autoschadeherstel. Daarnaast is Stern actief op het gebied van autoleasing,
op het gebied van de detailhandel in personen- en bedrijfsauto’s, autoverhuur, wagen-
122
Jaarverslag 2004 NMa en DTe
nummer
4048
4052
2108
3879
3124
4074
4046
datum
29-06-2004
30-06-2004
02-07-2004
07-07-2004
07-07-2004
08-07-2004
08-07-2004
De Knijp – pinautomaat
Reefer Three | Clear Water
Takel en Berging
Keizer vs TPG Post
Canal+ vs UPC Kanaalcapaciteit
dienstverlening
Financiële
groothandel
Detail- en
dienstverlening
Overige
dienstverlening
Overige
IT-dienstverlening
Telecom en
Vrije beroepen
dienstverlening
Schadeverzekeringen
sector
h b
j
j
j
b
b
j
a
a
h b
Kartel h
Misbruik economische machtspositie b
Concentratiebesluit op melding a
Financiële
GoedkopeTaxatie.nl vs NVM
Klacht j Concentratiebesluit op vergunningsaanvraag f
Interpolis Schade | Careon
naam | partijen
Sanctie i
g
Ontheªngsverzoek g
F
F
d
machtspositie.
contracten. Tevens blijkt geen sprake te zijn van een onderneming met een economische
van gelijke prijzen voor dezelfde betaalautomaten of van afspraken over de onderhouds-
te duur onderhoudscontract af te sluiten. Na nader onderzoek blijkt geen sprake te zijn
en de prijzen nagenoeg gelijk zijn. Daarnaast verplichten ze hun afnemers een veel
Klacht dat betaalautomatenleveranciers te hoge prijzen rekenen voor betaalautomaten
Three) is actief op het gebied van bankieren en verzekeren. Geen vergunning vereist.
Clear Water is actief op het gebied van autoverhuur. Fortis (heeft zeggenschap over Reefer
Overname van nagenoeg de gehele onderneming van Clear Water door Reefer Three.
overschreden was en niet verschoonbaar is.
Bezwaar is niet-ontvankelijk verklaard doordat de termijn van het indienen van bezwaar
eigen belang, dat objectief bepaalbaar, actueel en persoonlijk is.
een willekeurige andere houder van een postbus in Nederland. Er is dus onvoldoende
Bezwaar is niet-ontvankelijk verklaard. De heer Keizer onderscheidt zich geenszins van
momenteel geen prioriteit.
op één van de aanvragen voor Canal+ gunstig heeft beslist. De aanvragen krijgen
De betre¤ende aanvragen zijn reeds eerder door OPTA behandeld, waarbij OPTA
zenders op het kabelnetwerk van UPC in het verzorgingsgebied ‘Groot-Amsterdam’.
Een tweetal verzoeken om toegang van Canal+ voor een aantal extra betaaltelevisie-
in het bijzonder.
overtreding. Kern van klacht richt zich op NVM in het algemeen en retourprovisie
Klacht is op prioriteit afgewezen omdat er onvoldoende aanwijzingen zijn voor een
van werkgeversverzekeringen voor ziekteverzuimschade. Geen vergunning vereist.
Overname Careon door Interpolis. Ondernemingen zijn in actie op het gebied
uitkomst
d Bezwaar of beroep aangetekend
D Bezwaar ingetrokken
F niet-ontvankelijk
E ongegrond
e (deels) gegrond
Besluit op bezwaar:
Deel 3: Overzichten | Hoofdstuk 9: Besluiten mededingingszaken 2004
123
4101
3712
3741
3897
15-07-2004
15-07-2004
15-07-2004
4061
09-07-2004
14-07-2004
3736
09-07-2004
3940
4077
09-07-2004
13-07-2004
4076
09-07-2004
Vervaardiging van en
Stichting Ziekenhuis Gooi-Noord
Zorg
dienstverlening
kerkgezangen
Stichting Ziekenhuis Hilversum |
Overige
dienstverlening
Financiële
Zorg
dienstverlening
Overige
Vrije beroepen
IT-dienstverlening
Telecom en
handel in goederen
Landelijk Platform acteursrecht
VVE T.E.W. vs Stiching SVN
Visser vs Waalborg
UDC – dance industrie
Derks Star Busmann en ING
Koelmans Notaris vs CMS
Q-be vs NBLC
Neways Huizen | Stork Electronics
Vervaardiging van en handel in goederen
VDL Groep | Stork Industrial
Modules
h
h
h
b
h b
h
a
a
a
j
j
j
j
j
j
E
E
Vergunning vereist.
Fusie tussen algemene ziekenhuizen Ziekenhuis Hilversum en Ziekenhuis Gooi-Noord.
Het economisch belang is zeer gering omdat het om een beperkt bedrag per kerk gaat.
Bezwaar in ongegrond verklaard omdat voldoende economische importantie ontbreekt.
De SVN heeft een zeer gering aandeel op de markt voor verstrekking van hypotheken
Bezwaar is ongegrond verklaard omdat voldoende economische importantie ontbreekt.
Geen aanwijzingen gevonden.
zorginstelling.
Klacht over misbruik economische machtspositie in verband met verhoging tarieven
e¤ect zal hebben op de economie.
te introduceren. Dit versterkt de conclusie dat een mogelijke afspraak een gering
evenement met een creatief, nieuw concept te organiseren of een nieuw talent
blijkt dat een toetreder succesvolle dance-evenementen kan organiseren door een
Hoewel de mogelijke afspraak tussen de grotere spelers in zekere mate afsluitend werkt,
gemeld dat zij niet meer geboekt zullen worden door (één van) de vijf organisatoren.
toren te werken. Artiesten die bij andere organisatoren (willen) optreden, zou worden
Overtreding ziet op afgedwongen exclusiviteit om slechts bij (één van) de vijf organisa-
evenementen, te weten Q-dance, ID&T, B2S Events, Hemkade en Masters of Hardcore.
Geen prioriteit toegekend; klacht ingediend tegen vijf organisatoren van dance-
arrangementen; samenwerking verenigbaar geacht met de Mw.
Klacht over samenwerking postbank en CSM met betrekking tot hypotheek-
nadat de procedure is aangepast.
opgenomen die niet bijdroeg tot het doel van de regeling. Klacht is afgewezen
onafhankelijk bezwaar of beroep mogelijk was en dat een kwantitatieve eis was
over het niet verkrijgen van een keurmerk. Vastgesteld is dat in de procedure geen
Klacht van een aanbieder van automatiseringstoepassingen voor bibliotheken
van Electronic Contract Manufactoring. Geen vergunning vereist.
Overname Stork Electronics door Neways. Ondernemingen zijn actief op het gebied
op het gebied van Industrial Services. Geen vergunning vereist.
Overname Stork Industrial Modules door VDL. Ondernemingen zijn actief
124
Jaarverslag 2004 NMa en DTe
nummer
4103
4111
3958
3477
2157
275
datum
19-07-2004
19-07-2004
20-07-2004
21-07-2004
22-07-2004
23-07-2004
Libertel
VNI
Bree vs Huijbregtse
LTO Nederland
Meijer vs Speedlinq
Jongen – identiteitsbewijs
naam | partijen
Klacht j
IT-dienstverlening
Telecom en
Bouwnijverheid
groothandel
Detail- en
Landbouw en visserij
IT-dienstverlening
Telecom en
Overige dienstverlening
h
h
b
j
b
j
j
j
h b
Kartel h
Misbruik economische machtspositie b
Concentratiebesluit op melding a
Concentratiebesluit op vergunningsaanvraag f
sector
g
i
Sanctie i Ontheªngsverzoek g
e
e
E
E
vrijstelling en is aldus vrijgesteld van het verbod van artikel 6 Mw.
lid 7, en 16, lid 2, van de SPO. De SPO voldoet aan de voorwaarden van de Groeps-
Besluit d.d. 04-08-1999 is herroepen voor wat betreft de artikel 2, lid 1, artikel 6,
Tweede besluit op bezwaar naar aanleiding van uitspraak CBb d.d. 26-05-2004.
op grond van artikel 17 Mw Vereist.
lidmaatschapsregelingen. Geen inbreuk artikel 6 Mw, aldus geen ontheªng
d.d. 25-03-2004. Besluit d.d. 25-09-2000 is herroepen voor wat betreft de diverse
Tweede besluit op bezwaar naar aanleiding van uitspraak Rechtbank Rotterdam
twee partijen dat in een civielrechtelijke procedure aan de orde kan worden gesteld.
Bezwaar ongegrond verklaard: gering economisch belang en het betreft een geschil tussen
omstandigheden ten opzichte van eerder ingediende en afgewezen klacht.
Bezwaar ongegrond verklaard: geen sprake van nieuw gebleken feiten of veranderde
Feitelijk een civielrechtelijk geschil. NMa is niet bevoegd een oordeel te geven.
van misbruik aangezien Speedlinq geen machtspositie bezit bij het aanbieden van ADSL.
ment waardoor overstappen naar een andere provider onmogelijk is. Er lijkt geen sprake
Klacht over het blokkeren van een verbinding na het opzeggen van een ADSL-abonne-
om een gedraging van een onderneming.
verkregen. Briefbesluit: mededingingswet niet van toepassing, aangezien het niet gaat
Klacht over feit dat identiteitsbewijs slechts bij één instantie (burgemeester) kan worden
uitkomst
d Bezwaar of beroep aangetekend
D Bezwaar ingetrokken
F niet-ontvankelijk
E ongegrond
e (deels) gegrond
Besluit op bezwaar:
Deel 3: Overzichten | Hoofdstuk 9: Besluiten mededingingszaken 2004
125
4138
318
4123
4125
4004
4156
29-07-2004
29-07-2004
29-07-2004
30-07-2004
30-07-2004
3652
27-07-2004
27-07-2004
4128
27-07-2004
4040
4106
26-07-2004
27-07-2004
3643
23-07-2004
Van der Wal vs KPN/Planet Internet
E.V.V.M. – tarieven advocaten
Neptunis vs Acantus c.s.
Rincón Pardo vs GGN
ACS
Quality Radio vs Nozema
en Raden voor Rechtsbijstand
Advocaten Kantoor RKB vs NOvA
PBC vs NBD/Biblion
Hotel Alpenzicht vs Bosch
IT-dienstverlening
Telecom en
Vrije beroepen
Zorg
Vrije beroepen
handel in goederen
Vervaardiging van en
Media
Vrije beroepen
dienstverlening
Overige
dienstverlening
Overige
dienstvelening
Overige
groothandel
diamantairs en Diamantbeurs
Stern Groep | Pon Holdings
Detail- en
Lagerwaard vs Amsterdamse
h
h
b
j
j
j
b
j
j
j
j
j
a
j
b
b
h b
h b
h
h b
g
E
F
geen prioriteit.
nemen bij Planet Internet in plaats van bij een andere provider. Klacht krijgt momenteel
Klacht over KPN. KPN zou hebben aangedrongen dat klager een abonnement moest
Klacht richt zich tarieven advocatuur; afwijzing in verband met geringe importantie.
ondernemingen in de zin van de Mw.
Klacht richt zich op handelwijze provincie Groningen en zorgkantoren; zijn geen
Klacht gaat over regeling overheidstaak, derhalve Mwet niet van toepassing.
meer is van strijd met artikel 6 Mw en een ontheªng niet langer is vereist.
de op 23-04-2004 tot stand gebrachte nieuwe structuur van ACS er geen sprake
Bezwaar tegen weigering van de gevraagde ontheªng ongegrond aangezien met
toezichthouder is.
De klacht krijgt momenteel geen prioriteit omdat OPTA hier de eerst aangewezen
in de zin van excessieve prijzen en weigering overdracht van een milieuvergunning.
Klacht tegen Nozema, die misbruik zou maken van een economische machtspositie
taak, derhalve geen economische activiteit.
bijstand. Klacht gaat over invoering auditsysteem, is echter uitvoering van wettelijke
Klacht over misbruik economische machtspositie door NOVA en Raden van Rechts-
boeken voor bibliotheken (misbruik economische machtspositie).
die zich bezighoudt met omkaften van boeken en opstellen van informatie over
Bibliotheekcentrale klaagt over tariefstelling door NBD/Biblion, een onderneming
Klacht is afgedaan op basis van prioriteit.
doormeldingssysteem naar de alarmcentrale in de Gemeente Gulpen/Wittem.
Klacht met betrekking tot de exclusieve aanwijzing van Robert Bosch voor het
vereist.
zijn op het gebied van online advertentie en bemiddelingsdiensten. Geen vergunning
zijn beide onder andere actief op het gebied van dealers van auto’s. Autobytel zal actief
Vorming gezamenlijke onderneming Autobytel vof tussen Stern en Pon. Ondernemingen
bestuursrecht. Het bezwaar is derhalve niet-ontvankelijk.
De heer Lagerwaard is geen belanghebbende in de zin van de Algemene wet
126
Jaarverslag 2004 NMa en DTe
nummer
2819
3035
3823
1751
1752
1753
1754
1755
2091
datum
30-07-2004
02-08-2004
02-08-2004
02-08-2004
02-08-2004
02-08-2004
02-08-2004
02-08-2004
02-08-2004
Detail- en groothandel
Stichting Wit- en Bruingoed, NVMP
(verwijderingsstructuur elektrisch
dienstverlening
(diverse partijen)
IT-dienstverlening
Telecom en
Transport
sector
groothandel
(verwijderingsstructuur warmwater-
groothandel
(verwijderingsstructuur cv’s,
groothandel
(verwijderingsstructuur naai-, brei-,
Dekker Breeding
Landbouw en visserij
groothandel
(verwijderingsstructuur elektronische
muziekinstrumenten)
Detail- en
Stichting Wit- en Bruingoed, NVMP
borduur- en lockmachines)
Detail- en
Stichting Wit- en Bruingoed, NVMP
verwarmingsketels)
Detail- en
Stichting Wit- en Bruingoed, NVMP
boilers)
Detail- en
Stichting Wit- en Bruingoed, NVMP
h
h
h
h
h
h
g
g
h
h
g
h
Kartel h
Misbruik economische machtspositie b
Concentratiebesluit op melding a
Overige
gereedschap)
Klacht j Concentratiebesluit op vergunningsaanvraag f
SIMN-verzoek verlenging ontheªng,
Telegiro
RTC
naam | partijen
i
i
i
i
i
i
Sanctie i Ontheªngsverzoek g
D
waardoor mogelijkheid ontheªng te verlenen vervalt.
Wet Modernisering EG-mededingingsrecht d.d. 01-08-2004 in werking getreden,
Bezwaarprocedure door NMa stopgezet in verband met nieuwe wetgeving.
waardoor mogelijkheid ontheªng te verlenen vervalt.
Wet Modernisering EG-mededingingsrecht d.d. 01-08-2004 in werking getreden,
Bezwaarprocedure door NMa stopgezet in verband met nieuwe wetgeving.
waardoor mogelijkheid ontheªng te verlenen vervalt.
Wet Modernisering EG-mededingingsrecht d.d. 01-08-2004 in werking getreden,
Bezwaarprocedure door NMa stopgezet in verband met nieuwe wetgeving.
waardoor mogelijkheid ontheªng te verlenen vervalt.
Wet Modernisering EG-mededingingsrecht d.d. 01-08-2004 in werking getreden,
Bezwaarprocedure door NMa stopgezet in verband met nieuwe wetgeving.
waardoor mogelijkheid ontheªng te verlenen vervalt.
Wet Modernisering EG-mededingingsrecht d.d. 01-08-2004 in werking getreden,
Bezwaarprocedure door NMa stopgezet in verband met nieuwe wetgeving.
waardoor mogelijkheid ontheªng te verlenen vervalt.
Wet Modernisering EG-mededingingsrecht d.d. 01-08-2004 in werking getreden,
Bezwaarprocedure door NMa stopgezet in verband met nieuwe wetgeving.
waardoor mogelijkheid ontheªng te verlenen vervalt.
Wet Modernisering EG-mededingingsrecht d.d. 01-08-2004 in werking getreden,
Bezwaarprocedure door NMa stopgezet in verband met nieuwe wetgeving.
waardoor mogelijkheid ontheªng te verlenen vervalt.
Wet Modernisering EG-mededingingsrecht d.d. 01-08-2004 in werking getreden,
Bezwaarprocedure door NMa stopgezet in verband met nieuwe wetgeving.
de Mw op de taximarkt.
de NMa ingetrokken. NMa gaat beleidsregels opstellen over de toepassing van
Intrekkingsbesluit d.d. 29-07-2004. Het besluit van 08-01-2003 wordt door
uitkomst
d Bezwaar of beroep aangetekend
D Bezwaar ingetrokken
F niet-ontvankelijk
E ongegrond
e (deels) gegrond
Besluit op bezwaar:
Deel 3: Overzichten | Hoofdstuk 9: Besluiten mededingingszaken 2004
127
519
636
3265
3915
3946
12-08-2004
12-08-2004
12-08-2004
12-08-2004
12-08-2004
836
11-08-2004
327
4016
05-08-2004
12-08-2004
4105
03-08-2004
3543
84
02-08-2004
12-08-2004
81
02-08-2004
ontheªng algemene voorwaarden
PVV/IKB Varkens – verlenging
Vereniging Band en Milieu
Landbouw en visserij
handel in goederen
Vervaardiging van en
Landbouw en visserij
dienstverlening
Dumeco
Overige
Vereniging van Bloemenveilingen
Bouwnijverheid
in Nederland
Cobeton
Energie
dienstverlening
Naderland vs ANWB
Nederlandse Gasunie
Overige
EHZ Zeilcollege, Nautica
Zorg
groothandel
Megapool
Euromedica vs MSD
Detail- en
dienstverlening
De Harense Smid Houdster |
Overige
NeSBIC Buy Out Fund | Brouwer
dienstverlening
Financiële
dienstverlening
Financiële
Groep
Bankgirocentrale SOGA
Bankgirocentrale GSA
b
h b
h
h
a
a
j
j
g
g
g
g
g
g
i
i
E
E
Lopende ontheªngsverzoeken worden buiten verdere behandeling gelaten.
om ontheªng aan te vragen voor het kartelverbod van artikel 6 Mw vervallen.
Per 01-08-2004 is door de wijziging van de Mededingingswet de mogelijkheid
Lopende ontheªngsverzoeken worden buiten verdere behandeling gelaten.
om ontheªng aan te vragen voor het kartelverbod van artikel 6 Mw vervallen.
Per 01-08-2004 is door de wijziging van de Mededingingswet de mogelijkheid
Lopende ontheªngsverzoeken worden buiten verdere behandeling gelaten.
om ontheªng aan te vragen voor het kartelverbod van artikel 6 Mw vervallen.
Per 01-08-2004 is door de wijziging van de Mededingingswet de mogelijkheid
Lopende ontheªngsverzoeken worden buiten verdere behandeling gelaten.
om ontheªng aan te vragen voor het kartelverbod van artikel 6 Mw vervallen.
Per 01-08-2004 is door de wijziging van de Mededingingswet de mogelijkheid
Lopende ontheªngsverzoeken worden buiten verdere behandeling gelaten.
om ontheªng aan te vragen voor het kartelverbod van artikel 6 Mw vervallen.
Per 01-08-2004 is door de wijziging van de Mededingingswet de mogelijkheid
Lopende ontheªngsverzoeken worden buiten verdere behandeling gelaten.
om ontheªng aan te vragen voor het kartelverbod van artikel 6 Mw vervallen.
Per 01-08-2004 is door de wijziging van de Mededingingswet de mogelijkheid
leveringsweigering door ANWB v.w.b. examenstof.
programma is voor een ieder kenbaar. Geen sprake van een misbruik opleverende
Bezwaar ongegrond. Gewijzigde wet- en regelgeving betre¤ende vaarregels en examen-
len, dat maakt deze eenzijdige gedragingen tot een overeenkomst t.a.v. voorraadbeheer.
aan Euromedica. Euromedica heeft nooit bestellingen geannuleerd of geweigerd te beta-
Bezwaar is ongegrond verklaard. MSD heeft diverse keren schriftelijk gecommuniceerd
witgoed en reparatiediensten. Geen vergunning vereist.
Ondernemingen zijn actief op het gebied van consumentenelectronica, bruingoed,
Overname deel van Megapool (waaronder 23 vestigingen) door De Harense Smid.
Geen toepasselijkheid concentratietoezicht in verband met de omzetdrempel.
waardoor mogelijkheid ontheªng te verlenen vervalt.
Wet Modernisering EG-mededingingsrecht d.d. 01-08-2004 in werking getreden,
Bezwaarprocedure door NMa stopgezet in verband met nieuwe wetgeving.
waardoor mogelijkheid ontheªng te verlenen vervalt.
Wet Modernisering EG-mededingingsrecht d.d. 01-08-2004 in werking getreden,
Bezwaarprocedure door NMa stopgezet in verband met nieuwe wetgeving.
128
Jaarverslag 2004 NMa en DTe
nummer
1539
4079
4143
3607
3985
4057
datum
13-08-2004
13-08-2004
16-08-2004
17-08-2004
17-08-2004
19-08-2004
Novum vs ANP
gezondheidszorg
1 op 1 – marktwerking
Media
Zorg
Vervaardiging van en handel in goederen
Consumentenbond
handel in goederen
Scaldia Papier
vs shampoo-fabrikanten
Vervaardiging van en
Transport
Transport
sector
h
h
Kartel h
b
b
b
Misbruik economische machtspositie b
a
Concentratiebesluit op melding a
j
j
j
j
j
Klacht j Concentratiebesluit op vergunningsaanvraag f
Stora Enso Treasury Amsterdam |
A.T.O. vs Luchthaven Schiphol
Taxivervoer Schiphol
Samenwerkingsovereenkomst
naam | partijen
Sanctie i Ontheªngsverzoek g
E
d
momenteel geen prioriteit.
contractueel een afnameverplichting eist voor een bepaalde periode. Klacht krijgt
niet onredelijk dat de NPM, die een lange termijn investering heeft gedaan in het ANP,
een langlopend exclusief contract af te sluiten met spelers op mediamarkt. Het lijkt
Klacht over het afsluiten van de markt voor concurrenten door het ANP door
een overtreding.
Klacht is op prioriteit afgewezen omdat er onvoldoende aanwijzingen zijn voor
de uitvoering van de Mw vallen.
onderling. Het is niet de taak van de NMa werkzaamheden te verrichten die niet onder
Bezwaar ongegrond. Er is geen sprake van afstemming tussen de shampoofabrikanten
van (groot)handel van papier. Geen vergunning vereist.
Overname Scaldia door Stora Enso. Ondernemingen zijn beide actief op het gebied
maakt van haar economische machtspositie.
op eerlijke wijze is verlopen. Conclusie: het is niet gebleken dat Schiphol misbruik
of de concessieverlening door Schiphol voor het taxivervoer vanaf haar Opstelstrook
Na een klacht van Schiphol Taxi Eco (en ATO, zaak 4079) is de NMa nagegaan
artikel 6 Mw overtreden.
door de NMa niet heeft uitgewezen dat Exact en de leveranciers van Exact-producten
en de leveranciers van Exact-producten. Klacht is afgewezen aangezien onderzoek
Klacht over mogelijke mededingingsrechtelijk beperkende gedragingen van Exact
uitkomst
d Bezwaar of beroep aangetekend
D Bezwaar ingetrokken
F niet-ontvankelijk
E ongegrond
e (deels) gegrond
Besluit op bezwaar:
Deel 3: Overzichten | Hoofdstuk 9: Besluiten mededingingszaken 2004
129
4158
4169
4170
4202
4162
01-09-2004
02-09-2004
02-09-2004
03-09-2004
06-09-2004
3981
31-08-2004
3865
4171
26-08-2004
01-09-2004
4160
25-08-2004
3585
3685
20-08-2004
01-09-2004
3296
19-08-2004
Bruele & Kaufman
Koninklijke BAM Groep | Van den
Strijland en Euron
PPM Ventures Limited | TMF Groep
Sligro | VEN Groothandel
Gemeenten | MAB Groep
ABN AMRO Bouwfonds Nederlandse
Stichting
Rijngeest Groep | Robert-Fleury
Programmaraad Friesland vs UPC
Bird Trading vs CIDC Lelystad
A.V. Project vs Vitra
Bouw
Bouwnijverheid
dienstverlening
Overige
groothandel
Detail- en
Bouw
Zorg
Media
groothandel
Detail- en
groothandel
Detail- en
Vervaardiging van en handel in goederen
Fresh Del Monte Produce | Cirio
dienstverlening
Overige
Zorg
Del Monte
Phoenix vs Borea/Kliq
CTG
Huisartsenpraktijk Singel 108,
h
h
b
b
b
a
a
a
a
a
a
j
j
j
j
j
i
E
E
F
F
d
en installatietechniek. Geen vergunning vereist.
op het gebied van projectontwikkeling. BAM is tevens actief op het gebied van B&U
Overname van Van den Bruele & Kaufman door BAM. Ondernemingen zijn actief
Bezwaarschrift is niet tijdig ingediend; niet-ontvankelijk.
en (iii) fondsdiensten. Geen vergunning vereist.
gebieden, te weten (i) management en administratieve diensten, (ii) financiële diensten,
Overname van de TMF Groep door PPM Ventures. TMF Groep is actief op een drietal
Geen vergunning vereist.
en aan food gerelateerde non-food-producten aan de horeca, grootverbruikers.
Overname VEN door Sligro. Ondernemingen zijn beide actief op het gebied van food
projectfinanciering. Geen vergunning vereist.
op het gebied van projectontwikkeling. Bouwfonds is ook actief op het gebied van
Overname van MAB door ABN AMRO Bouwfonds. Ondernemingen zijn actief
op het gebied van geestelijke gezondheidszorg. Geen vergunning vereist.
Fusie tussen Rijngeest en Robert-Fleury. Ondernemingen zijn beide actief
van het standaardpakket naar het digitale pakket. Bezwaar ongegrond.
gemaakt van haar economische machtspositie door de zender TRT over te hevelen
Programmaraad heeft niet aannemelijk kunnen maken dat UPC misbruik heeft
het Centraal Instituut voor Dierziekte Controle Lelystad.
Klacht over tarifering en vermeend misbruik van economische machtspositie van
voorwaarden aan haar dealers. Klacht is afgedaan op basis van prioriteit.
Vitra zou economische machtspositie misbruiken door eenzijdig opleggen van
ananasconcentraat. Geen vergunning vereist.
op het gebied van productie en distributie van industriële producten, in het bijzonder
Overname Cirio Del Monte door Fresh Del Monte Produce. Ondernemingen zijn actief
Bezwaar ongegrond.
deze eenduidig en kenbaar voor een ieder zijn. Geen mededingingsbeperkend e¤ect.
De erkenningsregeling van Stichting Borea is verenigbaar met artikel 6 Mw, aangezien
worden aangemerkt.
belang niet aanwezig wordt geacht, kunnen Robbers c.s. niet als belanghebbenden
Bezwaar niet-ontvankelijk. Aangezien in deze zaak een kenmerkend individualiseerbaar
130
Jaarverslag 2004 NMa en DTe
nummer
4060
4165
4187
3576
datum
09-09-2004
09-09-2004
09-09-2004
13-09-2004
Van Klink vs Sakata Seed Europe
Landbouw en visserij
dienstverlening
Overige
dienstverlening
groenvoorzieningenbranche
Autoline vs ARN c.s.
Overige
Vrije beroepen
sector
b
h b
h
h
Kartel h
Misbruik economische machtspositie b
Concentratiebesluit op melding a
j
j
j
j
Klacht j Concentratiebesluit op vergunningsaanvraag f
Target Vision Consultants |
vs KNMvD/LTO/GD/FD/VKO/PVE
Dierenkliniek Pieter Bas
naam | partijen
Sanctie i Ontheªngsverzoek g
E
d
kortgeding aangespannen en is in het gelijk gesteld. Bezwaar ongegrond.
de zaak op prioritering afgedaan. Sakata zei dat dit niet klopte en Van Klink heeft toen
Van Klink heeft tegen Sakata klacht ingediend tegen doorleververboden. De NMa had
Klacht is afgedaan op basis van prioriteit.
een overeenkomst heeft gesloten over de levering van vloeistofaftapapparatuur.
van erkende autodemontage- en recyclingbedrijven omdat deze met een concurrent
Leverancier van vloeistofaftapapparatuur klaagt tegen een ondernemersvereniging
Afwijzing op grond van prioriteitsbeleid.
mededingingsbeperkend e¤ect uit.
krijgen om dit te doen. Naar het oordeel van de NMa gaat er van deze regeling geen
VKO-erkenning kunnen, dmv van het volgen van een middagcursus, ook de bevoegdheid
die een paspoortaanvraag voor paarden mogen ondertekenen. Dierenartsen zonder een
voor Vee en Vlees. Ingevolge deze regeling zijn voorwaarden gesteld aan dierenartsen
2. de verordening identificatie en registratie van paardachtigen van het Productschap
mededinginsbeperkend e¤ect van uit gaat;
regelingen geen mededingingsbeperkende bepalingen zijn opgenomen en er geen
De toegezonden regelingen zijn bekeken en er is vastgesteld dat er in de erkennings-
1. de erkenningsregelingen van de Stichting Veterinair Kwaliteitsorgaan (VKO).
De klacht bestaat uit 2 delen en is gericht tegen:
uitkomst
d Bezwaar of beroep aangetekend
D Bezwaar ingetrokken
F niet-ontvankelijk
E ongegrond
e (deels) gegrond
Besluit op bezwaar:
Deel 3: Overzichten | Hoofdstuk 9: Besluiten mededingingszaken 2004
131
3632
2658
2973
3627
24-09-2004
27-09-2004
28-09-2004
29-09-2004
3565
15-09-2004
3992
4179
13-09-2004
24-09-2004
4100
13-09-2004
VVV – terrorismerisico
BOVAG
Mobiele Operators
Nuon en Eneco c.s.
UNETO-VNI vs Essent,
Polanus vs Philips
Ketenintegratie
dienstverlening
Financiële
groothandel
Detail- en
IT-dienstverlening
Telecom en
Bouwnijverheid
groothandel
Detail- en
dienstverlening
h
h
b
a
Vervaardiging van en handel in goederen
H.T.P. Investments | Lurgi
Lentjes Standardkessel A.G.
Financiële
a
Media
Sdu | Ten Hagen & Stam
j
j
j
j
g
g
i
i
e
e
F
het kartelverbod van artikel 6, lid 3, is voldaan.
van artikel 6 Mw, maar het is aannemelijk dat aan de voorwaarden voor vrijstelling van
ontheªng afgedaan d.m.v. een informele zienswijze. Er is sprake van een overtreding
schappij voor Terrorismeschaden. In verband met het vervallen van artikel 17 Mw
het verzekeren van terrorismerisico d.m.v. de Nederlandse Herverzekeringsmaat-
Het verzoek betrof het beleid van het Verbond van Verzekeraars in het kader van
bezwaren ongegrond.
van werkplaatstarief voor het jaar 2000 met 3,5% gegrond. Verklaart de overige
boete voor BOVAG naar 1 110.000. Verklaart het bezwaar met betrekking tot verhoging
Besluit blijft gehandhaafd voor wat betreft aan NCBRM opgelegde boete. Verlaagt de
1 12.630.000 + Telfort 1 4.492.000 + Vodafone 1 10.320.000.
Boetes: T-Mobile 1 14.828.000 + Orange Nederland 1 9.998.000 + KPN Mobile
uit nieuwe informatie dat de omzetcijfers voor verkoop van abonnementen lager was.
Naar aanleiding van het Bac-advies zijn de boetes verlaagd doordat is gebleken
Besluit blijft gehandhaafd v.w.b. onderling afgestemd gedrag van vijf operators.
Afwijzend besluit klacht.
Bezwaar is niet-ontvankelijk verklaard omdat de heer Polanus geen belanghebbende is.
informele zienswijze ivm het vervallen van artikel 17 Mw per 01-08-2004.
maatschappijen en tussenpersonen te bewerkstelligen. Het verzoek is afgedaan als
dat als doel heeft standaardisatie van elektronisch berichtenverkeer tussen verzekerings-
(brancheverenigingen van) tussenpersonen in het kader van het project Ketenintegratie
Ontheªngsverzoek inzake de samenwerking tussen 6 verzekeringsmaatschappijen en
Geen vergunning vereist.
verwerkingsketels, het verrichten van daaraan gerelateerde (onderhouds)diensten.
zijn actief in het produceren, ontwerpen en vermarkten van afgassenketels en afval-
Overname Lurgi Lentjes Standardkessel door HTP Investments. Ondernemingen
vakpublicaties. Na wijziging melding geen vergunning vereist.
Overname van THS door Sdu. Ondernemingen zijn actief op het gebied van
132
Jaarverslag 2004 NMa en DTe
nummer
4203
3862
4062
1365
1205
3103
4190
datum
30-09-2004
05-10-2004
06-10-2004
07-10-2004
11-10-2004
11-10-2004
12-10-2004
Detail- en groothandel
Kroymans Corporation | Lasaulec
Landbouw en visserij
Landbouw en visserij
Holding
K.I.Samen vs CR Delta
FHRS vs CR Delta
vs NOS
Media
dienstverlening
Wilmar Press and Productions
Overige
Woningstichting De Woonplaats |
Woonstichting Volion
Zorg
groothandel
Automobiel Industrie Amsterdam
sector
E
h
j
g
E
a
a
a
D
d
d
Geen vergunning vereist.
onderdelen. Kroymans is actief op de markt van detailhandel voor personenauto’s.
technische groothandel voor de industriële sector en een groothandel van auto
Overname van Lasualec Holding door Kroymans Corporations. Lasaulec is een
haar beoordeling moet geven over oneigenlijk gebruik van NIS gegevens.
per september 2004 een commissie te hebben ingesteld die voor 01-11-2004
Bezwaar door K.I. Samen ongegrond verklaard. CR Delta heeft de NMa laten weten
kunnen zijn met artikel 24.
stamboekcetificaten geen onbillijk lage tarieven heeft gehanteerd die in strijd zouden
Bezwaar door FHRS is ongegrond verklaard omdat CR Delta bij de verkoop van
Bezwaar door Wilmar Press tegen voorlopige last onder dwangsom is ingetrokken.
andere bestemming dan wonen. Geen vergunning vereist.
zijn actief op het gebied van aanbieden van huurwoningen en verhuureenheden met een
Fusie tussen Woningstichting De Woonplaats en Woonstichting Volion. Ondernemingen
is afgegeven.
Afronding in het kader van wijziging Mw per 01-08-2004. Een informele zienswijze
Geen vergunning vereist.
de detailhandel in nieuwe en gebruikte personenauto’s en lichte bedrijfsauto’s.
en lichte bedrijfsauto’s. Automobiel Industrie Amsterdam is actief op het gebied van
Ford is onder meer actief op het gebied van de import van nieuwe personenauto’s
Overname drie autodealerships van Automobiel Industrie Amsterdam door Ford.
uitkomst
d Bezwaar of beroep aangetekend
D Bezwaar ingetrokken
F niet-ontvankelijk
E ongegrond
e (deels) gegrond
Besluit op bezwaar:
h
Kartel h
Misbruik economische machtspositie b
Concentratiebesluit op melding a
Detail- en
CZ/Achmea
Klacht j Concentratiebesluit op vergunningsaanvraag f
Ford Motor Company Inc. |
naam | partijen
Sanctie i Ontheªngsverzoek g
Deel 3: Overzichten | Hoofdstuk 9: Besluiten mededingingszaken 2004
133
4140
4251
4243
4246
4015
01-11-2004
03-11-2004
05-11-2004
05-11-2004
09-11-2004
3823
26-10-2004
4166
3779
26-10-2004
28-10-2004
3878
21-10-2004
3795
4224
18-10-2004
27-10-2004
4217
12-10-2004
Telecom en
F
F
d
Klacht van het Regionaal Patiënten Consumenten Platform, Delft Westland Oostland
TBi uitsluitend actief is als herverzekeraar. Geen vergunning vereist.
Overname TBi door Sirius. Sirius is zowel (directe) verzekeraar als herverzekeraar, terwijl
Geen vergunning vereist.
Ondernemingen zijn actief op het gebied van particuliere ziektekostenverzekeringen.
Overname van de volledige particuliere ziektekostenportefeuille van AXA door Achmea.
van de detailhandel in motorbrandsto¤en. Geen vergunning vereist.
Overname van Tinq en BIM door Demarol. Ondernemingen zijn actief op het gebied
van (publieks)tijdschriften voor de jeugd. Geen vergunning vereist.
van Sanoma). Zowel Sanoma als Malmberg is actief op het gebied van het uitgeven
Overname van Malmberg Investments door Werner Söderström (een dochter
Afwijzing klacht op grond van prioriteitsbeleid.
niet-ontvankelijk verklaard. Wijst het verzoek om vergoeding gemaakte kosten af.
Bezwaar van Kon. Gazelle om verlengde termijn van ter inzagelegging van stukken
30-03-2004. Verlenging voor drie jaar.
Verlenging van een ontheªng aan de SIMN met terugwerkende kracht vanaf
niet-ontvankelijk.
Kenmerkend individualiseerbaar belang niet aanwezig geacht. Bezwaar Van Winkel
handhaaft het besluit om redenen van prioritering de klacht niet nader te onderzoeken
dat deze wordt uitgesloten vwb de waarnemingsregeling in de huisartsenpost. De NMa
Bezwaar is ongegrond verklaard. Uit overgelegde stukken door dhr. Mulder blijkt niet
aanwijzingen om een onderzoek te rechtvaardigen. Klacht is afgewezen.
ziekenhuis in een andere regio (marktverdeling). Er waren onvoldoende concrete
dat patiënten uit de ene regio worden geweerd op de wachtlijst van een academisch
van het opnemen van patiënten op een wachtlijst. De afspraken zouden inhouden
transplantatie uit te voeren, zouden onderlinge afspraken hebben gemaakt ten aanzien
j
g
E
aan adviesprijs. Klacht is afgedaan op basis van prioriteit.
Leveringsweigering door Depesche omdat de Gouden Leeuw zich niet zou houden
momenteel geen prioriteit.
een van haar programma’s en weigert het product te leveren aan Merces. Klacht krijgt
Klacht over Pink Roccade die een zeer korte opzegtermijn hanteert voor de licentie van
(RPCP). Zeven academische ziekenhuizen die bevoegd zijn om een nier-relatie-
a
a
a
a
j
j
j
j
j
plantatie
h
h
h
h
h b
ziekenhuizen – wachtlijst niertrans-
RPCP-DWO vs zeven academische
Zorg
dienstverlening
internationalt forsikringsselskab A/S
Financiële
Sirius International Insurance Corpo-
dienstverlening
ration AB | Tryg-Baltica Forsikring
Financiële
Achmea Zorgverzekeringen |
dienstverlening
producten-Autoservice
AXA Zorg
Financiële
Media
dienstverlening
Overige
handel in goederen
Vervaardiging van en
Transport
Zorg
Zorg
groothandel
Detail- en
IT-dienstverlening
Demarol | Tinq en BIM Aardolie-
Malmberg Investments
Werner Söderström Corporation |
Lubsen c.s. vs VKO en KKM
Gazelle
SIMN (Verlenging ontheªng)
Van Winkel vs KNGF
Waleweingaarde vs huisartsenpost
De Gouden Leeuw vs Depesche
Merces vs PinkRoccade
134
Jaarverslag 2004 NMa en DTe
nummer
4276
3022
4271
4118
4177
4234
4195
datum
12-11-2004
15-11-2004
15-11-2004
15-11-2004
15-11-2004
16-11-2004
16-11-2004
Telecom en
vs Pharmapartners
Apotheek Kerk en Zanen
en Beheermaatschappij B.B.N.
Zorg
handel in goederen
Bouwmaterialen Groep,
Bouwmaterialenhandel Overwhere
Vervaardiging van en
Zorg
dienstverlening
Overige
IT-dienstverlening
Cementbouw Bouwmaterialen | NCD
Stichting Evean Zorg | De Weeren
BVB vs VvV
Telfort Beheer | Telfort
Gezondheidszorg Breda
Zorg
groothandel
Optische Exploitatie Maatschappij
sector
h
h
Kartel h
b
Misbruik economische machtspositie b
a
a
a
a
Concentratiebesluit op melding a
Detail- en
Stichting Automatisering
j
j
Klacht j Concentratiebesluit op vergunningsaanvraag f
Gilde Investment Management |
naam | partijen
i
Sanctie i Ontheªngsverzoek g
Afwijzing klacht op grond van prioriteitsbeleid.
Geen vergunning vereist.
zijn actief op het gebied van volgesorteerde groothandel in bouwmaterialen.
Overname van NCD, Overwhere en BBN NCD door Cementbouw. Ondernemingen
op het gebied van kinderopvang. Geen vergunning vereist.
van het aanbieden van intramurale en extramurale AWBZ-zorg, alsmede beperkt
Fusie tussen Evean Zorg en De Weeren. Ondernemingen zijn actief op het gebied
Afwijzing op grond van prioriteitsbeleid.
Geen vergunning vereist.
mobiele telecommunicatiediensten aan consumenten en ondernemingen.
Overname van Telfort door Telfort Beheer. Telfort is actief op het gebied van
Overtreding is beëindigd, geen boete en geen last onder dwangsom opgelegd.
artikelen. Geen vergunning vereist.
producten alsmede op het gebied van de detailhandel in hoortoestellen en aanverwante
handel in brillen, brillenglazen, monturen, contactlenzen, zonnebrillen en aanverwante
van risicodragend vermogen. De OEM Groep is actief op het gebied van de detail-
Overname van Optische Exploitatie Maatschappij door Gilde. Gilde is een verscha¤er
uitkomst
d Bezwaar of beroep aangetekend
D Bezwaar ingetrokken
F niet-ontvankelijk
E ongegrond
e (deels) gegrond
Besluit op bezwaar:
Deel 3: Overzichten | Hoofdstuk 9: Besluiten mededingingszaken 2004
135
4218
4377
4317
3031
399
03-12-2004
06-12-2004
09-12-2004
10-12-2004
4404
01-12-2004
03-12-2004
4283
29-11-2004
4434
4379
29-11-2004
02-12-2004
3922
18-11-2004
Telecom en
dienstverlening
Asfalt Productie Noord-Holland
Bouwnijverheid
dienstverlening
Overige
groothandel
Inleenverbod uitzendbranche
Detail- en
Van der Sluijs Retail | Combitex
Transport
Geertruidenberg
V/d Boogaard vs Eurocross
Media
groothandel
De Hoenderloo Groep vs Pathé
Detail- en
Masters in Fasteners Group
diensten
Alcontrol Holdings Limited
ABN AMRO Participaties | Borstlap
Overige
Candover Partners Limited |
Levensverzekeringen
Financiële
verzekering en Lijfrente | Goudse
Bouwnijverheid
IT-dienstverlening
Zwitserse Maatschappij van Levens-
Infraservices
De Reus Flevoland vs Nuon
Super Collect vsCBS
j
h b
j
j
a
a
a
a
j
j
b
b
b
g
i
Geen ontheªng nodig, niet mededingingsbeperkend.
tegen Vereniging Registratie Onderaannemers en ABU.
Stichting Financiële Toetsing krijgt boete van 1 10.000. Er wordt afgezien van optreden
Geen vergunning vereist.
van detailhandel in, groothandel in, transport en opslag van motorbrandsto¤en.
Overname van Combitex door Van der Sluijs. Ondernemingen zijn actief op het gebied
daargelaten of Eurocross een economische machtspositie heeft.
aangezien dit een civielrechtelijke kwestie is en geen sprake kan zijn van misbruik,
in het bijzonder vanwege de weigering bergingskosten te vergoeden. Klacht is afgewezen
Klacht tegen het Landelijk Centraal Meldpunt van autoverzekeraars en tegen Eurocross
Klacht krijgt momenteel geen prioriteit.
Klacht over het feit dat Pathé in haar bioscopen de film Cool niet wil draaien.
diensten en voorraadbeheer. Geen vergunning vereist.
producten zoals beveiligingshelmen en beschermglazen en aan haar klanten logistieke
mechanische en chemische bevestigingsmaterialen, aanverwant gereedschap en overige
Overname van Borstlap door ABN AMRO. Borstlap is een groothandel/distributeur van
Geen vergunning vereist.
en micro-biologisch laboratoriumonderzoek voor de milieu- en voedingsmiddelenmarkt.
management services. Alcontrol is actief op het gebied van chemisch-analytisch
Overname van Alcontrol door Candover. Candover is actief op het gebied van kapitaal
levensverzekeringen. Geen vergunning vereist.
verzekering en Lijfrente. Ondernemingen zijn actief op het gebied van aanbieden van
Overname van Goudse Levensverzekeringen door Zwitserse Maatschappij van Levens-
Afwijzing klacht op grond van prioriteitsbeleid.
kan worden aangeboden en dat de te lage prijs niet op voorhand duidelijk is.
krijgt momenteel geen prioriteit omdat technisch niet aannemelijk is dat de module los
Klacht over CBS dat een module van een statistisch programma gratis aanbiedt. Klacht
136
Jaarverslag 2004 NMa en DTe
nummer
4120
4351
3824
3980
2159
1365
4201
datum
16-12-2004
16-12-2004
20-12-2004
20-12-2004
20-12-2004
20-12-2004
22-12-2004
dienstverlening
Overige dienstverlening
Automobielhandel
Media
dienstverlening
Financiële
Horeca en recreatie
Lenferink Auto’s vs Pon’s
Wilmar Press and Productions vs NOS
Beta vs Interpay
Blovo/Boontje
IT-dienstverlening
Telecom en
Financiële
Zorg
sector
j
b
j
j
j
a
f
b
h b
Kartel h
Misbruik economische machtspositie b
Concentratiebesluit op melding a
Fundum
GfK Benelux
Klacht j Concentratiebesluit op vergunningsaanvraag f
Fortis ASR Verzekeringsgroep |
Stichting IJlanden
Stichting Verenigde Amstelhuizen |
naam | partijen
Sanctie i Ontheªngsverzoek g
E F
E
E
objectief kan worden gerechtvaardigd. Misbruik is niet aannemelijk.
dat de weigering van Pon om een onderneming toe te laten in dit specifieke geval
ring van Pon uw onderneming toe te laten tot haar servicenetwerk. Het is aannemelijk
met betrekking tot het servicenetwerk van door Pon geïmporteerde merken en de weige-
Klacht inzake de weigering van Pon’s Automobielhandel om standaarden te verstrekken
niet ter beschikking te stellen aan derden.
is ingediend waarin de publieke omroepen worden verplicht hun programmagegevens
Klacht krijgt momenteel geen prioriteit omdat op 01-07-2004 een voorstel van wet
Klacht over te hoog tarief voor de programmagegevens van de publieke omroepen.
door Interpay (is kennelijk al gerealiseerd).
niet-ontvankelijk voor wat betreft het schrappen van de non-discriminatieregeling
Bezwaar ongegrond v.w.b. misbruik economische machtspositie door Interpay,
de reikwijdte van de Mw.
bevoordeling als subsidie. Dergelijke steunverlening door de gemeente valt buiten
Bezwaar van Blovo is ongegrond verklaard. Beide partijen beschouwen de financiële
Bezwaar van GfK is ongegrond verklaard. Wob is niet van toepassing.
van inkomensverzekeringen. Geen vergunning vereist.
Overname van Fundum door Fortis. Ondernemingen zijn actief op het gebied
AWBZ-zorg voor verstandelijk gehandicapten. Geen vergunning vereist.
op het gebied van AWBZ-zorg voor ouderen. IJlanden is actief op het gebied van
Fusie tussen Verenigde Amstelhuizen en IJlanden. Verenigde Amstelhuizen is actief
uitkomst
d Bezwaar of beroep aangetekend
D Bezwaar ingetrokken
F niet-ontvankelijk
E ongegrond
e (deels) gegrond
Besluit op bezwaar:
Deel 3: Overzichten | Hoofdstuk 9: Besluiten mededingingszaken 2004
137
4295
4650
31-12-2004
31-12-2004
4040
28-12-2004
4607
1802
28-12-2004
29-12-2004
4204
27-12-2004
2269
4308
23-12-2004
28-12-2004
4354
22-12-2004
dienstverlening
Geveke Werktuigbouw, Proquip,
Geveke Climate Technology
Financiële
Participatie Maatschappij Damrak |
Stichting Thuiszorg Groningen
Zorg
dienstverlening
Vitae Groep
Stichting Icare | Stichting Sensire |
Overige
NIB Capital Principal Equity |
Landbouw en visserij
dienstverlening
Noordzeegarnalen
Overige
Van der Brugge vs Raden voor
dienstverlening
Overige
Landbouw en visserij
IT-dienstverlening
Rechtsbijstand en NOvA
VSCD vs BUMA
Coöperatie Maasmond-Westland B.A.
Coöperatie Agrifirm U.A. |
Getronics | PinkRoccade
Telecom en
groothandel
Groothandel Zuid-Nederland
Detail- en
Groothandel in tabaksartikelen van
der Laan | Tabaks- & Zoetwaren
h
b
a
a
a
a
a
a
j
i
e
F
F
genoteerd. Geen vergunning vereist.
Damrak verschaft risicodragend kapitaal aan ondernemingen die niet aan de beurs zijn
houdsdienstverlening van machines en machine-onderdelen aan industriële afnemers.
door Participatie Maatschappij Damrak. GWTB houdt zich bezig met levering en onder-
Overname van Geveke Werktuigbouw, Proquip en Geveke Climate Technology
Groningen geen vergunning vereist.
onder meer actief op het gebied van thuiszorg. Voor fusie tussen Sensire en Thuiszorg
Voorgenomen fusie tussen Icare, Sensire en Thuiszorg Groningen. Ondernemingen zijn
Geen vergunning vereist.
tegen vergoeding ter beschikking stellen van arbeidskrachten aan derden.
verwerven van personeel, het uitvoeren en het doen uitvoeren van projecten en het
van participaties. Vitae Groep houdt zich bezig met het in opdracht van derden
NIB levert beheer- en financieringsdiensten, waaronder vermogensbeheer op het terrein
Overname Vitae Groep door NIB Capital Principal Investments Equity en Vitae Holding
1 1.662.000 + Goldfish 1 428.000 + Klaas Puul 1 1.129.000.
1 445.000 + PO Elbe-Weser 1 125.000 + PO Danske Fiskeres 1 257.000 + Heiploeg
+ PO Wieringen 1 425.000 + LV-PO’s Schleswig Holstein 1 499.000 + PO Weser-Ems
Boetes: PO Vissersbond 1 797.000 + PO Delta Zuid 1 374.000 + PO Texel 1 35.000
verlaagd in verband met het aanleveren van nieuwe feiten.
hebben deelgenomen aan de verboden prijsafspraken. Boetes aan overige partijen
en Matthijs Jansen herroepen aangezien niet voldoende bewezen is dat deze partijen
boetes zijn opgelegd aan Van Belzen, Kok International, Lou Snoek, Mooijer-Volendam
Bezwaren deels gegrond, deels ongegrond. Besluit d.d. 14-01-2003 voor zover daarin
artikel 1:3 Awb.
Bezwaar niet-ontvankelijk. Betrokkene is geen belanghebbende in de zin van
artikel 1:2 Awb.
Bezwaren VSCD niet-ontvankelijk. Is geen belanghebbende in de zin van
van glastuinbouwactiviteiten. Geen vergunning vereist.
Totstandbrenging gezamenlijke onderneming die actief zal worden op het gebied
IT-dienstverlening. Geen vergunning vereist.
van de verkoop van hardware en software aan eindgebruikers en op het gebied van
Overname van PinkRoccade door Getronics. Ondernemingen zijn actief op het gebied
zoetwaren en de exploitatie van sigarettenautomaten. Geen vergunning vereist.
Ondernemingen zijn actief op het gebied van groothandel in tabakswaren, snacks- en
Overname van Groothandel Zuid-Nederland door Groothandel van der Laan.
138
Jaarverslag 2004 NMa en DTe
nummer
101590-6
101656-5
100343-112
100261
101647-9
101566
101566
101629
101639
09-01-2004
09-01-2004
14-01-2004
14-01-2004
28-01-2004
30-01-2004
30-01-2004
05-02-2004
13-02-2004
De Kleef
van Nederlandse Gemeenten en gemeente Westeraam
als bedoeld in artikel 36 E-wet door Shell, PAWEX, Vereniging
b
Gas b
h
h
h
h
h
c
c
h
h
c
h
a
Tarievenbesluit a
Vergunningsbesluit c
Elektriciteit h
Bezwaren tegen besluit tot wijziging van de tariefstructuren,
Continuon Netbeheer
Continuon Netbeheer
MKB Energie
van de SysteemCode (onbalansvergoeding)
d
d
Codes d
Overig g
i
i
i
Adviezen aan minister i
Bindende aanwijzing/last f
Bezwaar Essent Energy Trading inzake wijziging paragraaf 3.9
APX
Eneco Energie Retail
Eneco Energie Levering
naam | partijen
Besluiten en adviezen energiezaken 2004
datum
10
e
E
d
d
het verlenen van de ontheªng.
een bepaald elektriciteitsnet een netbeheerder aan te wijzen. DTe adviseert over
De Minister van EZ kan op verzoek een ontheªng verlenen van de plicht om voor
verklaard, voor het overige ongegrond.
Bezwaren zijn gedeeltelijk (op een aantal kleine onderdelen van het besluit) gegrond
net een netbeheerder aan. DTe adviseert over het aanwijzen van de netbeheerder.
De eigenaar van een transportnet elektriciteit of gas wijst voor het beheer van dat
net een netbeheerder aan. DTe adviseert over het aanwijzen van de netbeheerder.
De eigenaar van een transportnet elektriciteit of gas wijst voor het beheer van dat
Vergunning verleend voor de levering van elektriciteit aan kleinverbruikers.
Bezwaren zijn ongegrond.
Besluit benutting veilingopbrengsten met betrekking op APX.
Vergunning verleend voor de levering van elektriciteit aan kleinverbruikers.
Vergunning verleend voor de levering van elektriciteit aan kleinverbruikers.
uitkomst
d Beroep aangetekend
D Bezwaar ingetrokken
F niet-ontvankelijk
E ongegrond
e (deels) gegrond
Besluit op bezwaar:
Deel 3: Overzichten | Hoofdstuk 10: Besluiten en adviezen energiezaken 2004
139
P_300037
P_300010/
08-03-2004
15-04-2004
101786_4
101696-1
101696-2
26-04-2004
27-04-2004
27-04-2004
4.B291
101165-55
04-03-2004
101758_17-6
01-03-2004
4015472
101758_16-5
01-03-2004
04-03-2004
101687
27-02-2004
4015470
101531
25-02-2004
04-03-2004
101662
16-02-2004
c
h
van de voorwaarden ex artikel 31 E-wet (overleggen informatie)
Bezwaar COGEN en anderen tegen het besluit tot wijziging
h
g
e¨
2.4.1.2 sub a t/m e, 2.4.1.4. van paragraf 2.4. van de systeemcode worden gewijzigd.
Tuinbouw) van 09-12-2003 met kenmerk 101594/26. De artikelen 2.4.1.1,
Het bezwaar gedeeltelijk gegrond, de directeur DTe herroept zijn besluit (Productschap
Tuinbouw) van 09-12-2003 met kenmerk 101594/26. De artikelen 2.4.1.1,
Het bezwaar gedeeltelijk gegrond, de directeur DTe herroept zijn besluit (Productschap
van de ontheªng.
bepaald elektriciteitsnet een netbeheerder aan te wijzen. DTe adviseert over het verlenen
De Minister van EZ kan op verzoek een ontheªng verlenen van de plicht om voor een
Advies inzake onafhankelijkheid netbeheer.
Liquiditeitsstudie elektriciteit 2004.
Vergunning verleend.
van de ontheªng.
bepaald elektriciteitsnet een netbeheerder aan te wijzen. DTe adviseert over het verlenen
De Minister van EZ kan op verzoek een ontheªng verlenen van de plicht om voor een
van de ontheªng.
bepaald elektriciteitsnet een netbeheerder aan te wijzen. DTe adviseert over het verlenen
De Minister van EZ kan op verzoek een ontheªng verlenen van de plicht om voor een
Vergunning voor de levering van elektriciteit (of gas) ingetrokken.
Vergunning voor de levering van elektriciteit (of gas) ingetrokken.
Bezwaar vervolgens ingetrokken.
Bezwaar was ingesteld naar aanleiding van brief van DTe dat niet zal worden gedoogd.
2.4.1.2 sub a t/m e, 2.4.1.4. van paragraf 2.4. van de systeemcode worden gewijzigd.
e¨
D
aansluiting woonboten.
Bindende aanwijzing opgelegd aan Continuon wegens het niet netuitbreiding voor
Kwartaalbesluiten leveringstarieven gas 1e kwartaal 2004 voor beschermde afnemers.
(overleggen informatie)
h
i
i
b h
h
i
h
i
h
g
g
i
f
h
c
c
h
h
h
a
h
b
het besluit tot wijziging van de voorwaarden ex art 31 E-wet
Bezwaar vereniging voor energie, milieu en water tegen
TCN
Minister van EZ
Minister van EZ
Durion Energie
Bloemenveiling Flora Holland U.A. Locatie Rijnsburg
Bloemenveiling Flora Holland U.A. Locatie Naaldwijk
Continuon Energielevering
Nuon Groene Energie
importcapaciteit (artikel 31a E-wet)
Bezwaar Continoun inzake gedogen overschrijding
Continuon
Vergunninghouders gas
140
Jaarverslag 2004 NMa en DTe
101697
101718/4
101787/3
101685-39
101793
P_300003/
27-04-2004
28-04-2004
28-04-2004
04-05-2004
11-05-2004
13-05-2004
02-06-2004
P_300005/
19-05-2004
101698-10
17.B257
100226
17-05-2004
11.B025
nummer
datum
Eneco Energie Retail
Minister van EZ
transport- en leveringstarieven gas 2001
Bezwaar NRE Netwerk tegen besluit tot vaststelling
Minister van EZ
Vergunninghouders gas
Algemeen verbindend voorschrift
Algemeen verbindend voorschrift
Algemeen verbindend voorschrift
ex artikel 31 E-wet (publicatie website) transparantiebesluit
tegen het besluit tot wijziging van de voorwaarden
Bezwaar Vrijhandelsorganisatie voor Elektriciteit en Gas
naam | partijen
b
b h
b
c
d
h
a
d
h
a
d
h
h
b h
b
Gas b
Elektriciteit h
Tarievenbesluit a
Vergunningsbesluit c
Bindende aanwijzing/last f
Codes d
g
Overig g
i
i
Adviezen aan minister i
E
D
Vergunning verleend voor de levering van gas aan kleinverbruikers.
Onderzoek naar de metermarkt voor kleinverbruikers.
Ingetrokken.
systemen energiebedrijven; switch uitval en facturering.
Onderzoek 3e fase marktopening; Quickscan marktopening; audit administratieve
Kwartaalbesluiten leveringstarieven gas 2e kwartaal 2004 voor beschermde afnemers.
Besluit op-nul-stelling Landelijk Uniform Producenten transporttarief (LUP).
tot meetgegevens voor de onbalansbepaling.
Besluit tot wijziging van de Meetcode en de Systeemcode met betrekking
Besluit tot wijziging van de Netcode met betrekking tot switch- en verhuisprocedure.
ongegrond.
De DTe verklaart het bezwaar van Vrijhandelsorganisatie voor Elektriciteit en Gas
uitkomst
d Beroep aangetekend
D Bezwaar ingetrokken
F niet-ontvankelijk
E ongegrond
e (deels) gegrond
Besluit op bezwaar:
Deel 3: Overzichten | Hoofdstuk 10: Besluiten en adviezen energiezaken 2004
141
100086
100087
101446-29
101758_5-8
101698-12
101758_10
02-06-2004
02-06-2004
04-06-2004
04-06-2004
04-06-2004
04-06-2004
101759_1-6
02-06-2004
101759_3-8
101759_11-6
02-06-2004
02-06-2004
101759_9-9
02-06-2004
101759_2-5
101704-5
02-06-2004
02-06-2004
101759_5-8
02-06-2004
Essent Retail Energie
Essent Energie Verkoop Nederland
Eneco Energiehandelsbedrijf
Elektran
en Tarieven Tennet 2000
Bezwaar Tennet inzake incasso, nacalculatie
en Tarieven Tennet 2000
Bezwaar EnergieNed inzake incasso, nacalculatie
Westland Energie Services
RENDO Energielevering
NRE Energie
ONS Energie
MKB Energie
Intergas Energie
Eneco Energiehandelsbedrijf
h
c
b
c
c
c
c
h
h
h
h
h
c
c
b
b
c
b
c
c
b
b
c
b
d
d
e
E
Vergunning verleend voor de levering van elektriciteit aan kleinverbruikers.
Vergunning verleend voor de levering van elektriciteit aan kleinverbruikers.
Vergunning verleend voor de levering van elektriciteit aan kleinverbruikers.
Vergunning verleend voor de levering van elektriciteit aan kleinverbruikers.
artikel 4.5.2. van de TarievenCode grotendeels zal worden hersteld.
om het bestreden besluit te wijzigen in de zin dat de oorspronkelijke tekst van
De bezwaren van Tennet tegen het besluit van 13-12-2001 geven DTe aanleiding
De tarieven voor Tennet voor het jaar 2000 worden mitsdien niet herzien.
De DTe verklaart het bezwaar tegen de tarieven voor Tennet voor 2000 ongegrond.
Vergunning verleend voor de levering van gas aan kleinverbruikers.
Vergunning verleend voor de levering van gas aan kleinverbruikers.
Vergunning verleend voor de levering van gas aan kleinverbruikers.
Vergunning verleend voor de levering van gas aan kleinverbruikers.
Vergunning verleend voor de levering van gas aan kleinverbruikers.
Vergunning verleend voor de levering van gas aan kleinverbruikers.
Vergunning verleend voor de levering van gas aan kleinverbruikers.
142
Jaarverslag 2004 NMa en DTe
nummer
101704-7
101758_1-5
101758_12-3
101562-14
101758_3-5
101730
101758_19-3
101741-5
101758_8-6
datum
04-06-2004
04-06-2004
04-06-2004
04-06-2004
04-06-2004
10-06-2004
11-06-2004
11-06-2004
11-06-2004
Echte Energie Nederland
Delta Comfort
COGAS Facilitair
Algemeen verbindend voorschrift
Westland Energie Services
StroomDirect
ONS energie
NRE Energie
Intergas Energie
naam | partijen
b
Gas b
c
h
c
h
c
c
h
h
c
h
c
c
h
h
c
h
Elektriciteit h
Tarievenbesluit a
Vergunningsbesluit c
Bindende aanwijzing/last f
d
Codes d
Overig g
Adviezen aan minister i
Vergunning verleend voor de levering van elektriciteit aan kleinverbruikers.
Vergunning verleend voor de levering van elektriciteit aan kleinverbruikers.
Vergunning verleend voor de levering van elektriciteit aan kleinverbruikers.
marktwerking op de gasmarkt te bevorderen.
DTe neemt in de Richtlijnen Gastransport voor 2005 maatregelen om e¤ectieve
Vergunning verleend voor de levering van elektriciteit aan kleinverbruikers.
Vergunning verleend voor de levering van elektriciteit aan kleinverbruikers.
Vergunning verleend voor de levering van elektriciteit aan kleinverbruikers.
Vergunning verleend voor de levering van elektriciteit aan kleinverbruikers.
Vergunning verleend voor de levering van elektriciteit aan kleinverbruikers.
uitkomst
d Beroep aangetekend
D Bezwaar ingetrokken
F niet-ontvankelijk
E ongegrond
e (deels) gegrond
Besluit op bezwaar:
Deel 3: Overzichten | Hoofdstuk 10: Besluiten en adviezen energiezaken 2004
143
101758_15-9
101759_18-8
101715-7
101759_8-7
101759_6-5
101759_17-8
11-06-2004
11-06-2004
11-06-2004
11-06-2004
11-06-2004
11-06-2004
101758_16-5
11-06-2004
101758_14-5
101758_17-6
11-06-2004
11-06-2004
101758_9-4
11-06-2004
101758_17-6
101758_7-5
11-06-2004
11-06-2004
101758_16-5
11-06-2004
Continuon Energielevering
Greenchoice
Essent Retail Energie
Delta Comfort
Cogas Facilitair
RWE Obragas
RWE Haarlemmermeergas
Rendo Energielevering
Nuon Groene Energie
Continuon Energielevering
Nuon Business
Greenchoice
Electrabel Nederland
c
c
c
c
c
b
b
b
b
b
c
h
c
h
c
c
h
h
c
h
c
c
h
h
c
h
Vergunning verleend voor de levering van gas aan kleinverbruikers.
Vergunning verleend voor de levering van gas aan kleinverbruikers.
Vergunning verleend voor de levering van gas aan kleinverbruikers.
Vergunning verleend voor de levering van gas aan kleinverbruikers.
Vergunning verleend voor de levering van gas aan kleinverbruikers.
Vergunning verleend voor de levering van elektriciteit aan kleinverbruikers.
Vergunning verleend voor de levering van elektriciteit aan kleinverbruikers.
Vergunning verleend voor de levering van elektriciteit aan kleinverbruikers.
Vergunning verleend voor de levering van elektriciteit aan kleinverbruikers.
Vergunning verleend voor de levering van elektriciteit aan kleinverbruikers.
Vergunning verleend voor de levering van elektriciteit aan kleinverbruikers.
Vergunning verleend voor de levering van elektriciteit aan kleinverbruikers.
Vergunning verleend voor de levering van elektriciteit aan kleinverbruikers.
144
Jaarverslag 2004 NMa en DTe
nummer
101759_16-9
101759_14-6
101759_15-8
101666
P_30028
101759_12
101758_3-4
101758_5
101759_10-7
datum
11-06-2004
11-06-2004
11-06-2004
15-06-2004
15-06-2004
16-06-2004
17-06-2004
17-06-2004
18-06-2004
Energie:direct
Shell Nederland Verkoop Maatschappij
EnerService Maastricht
EnerService Maastricht
Minister van EZ
tegen het splitsingsbesluit 2001
Bezwaar Intergas Netbeheer en Intergas
RWE Obragas
RWE Haarlemmermeergas
Nuon Groene Energie
naam | partijen
b
b
c
h
c
c
h
b h
c
c
b
a
c
b
b
c
b
Gas b
Elektriciteit h
Tarievenbesluit a
Vergunningsbesluit c
Bindende aanwijzing/last f
Codes d
Overig g
i
Adviezen aan minister i
e
Vergunning verleend voor de levering van gas aan kleinverbruikers.
Vergunning verleend voor de levering van elektriciteit aan kleinverbruikers.
Vergunning verleend voor de levering van elektriciteit aan kleinverbruikers.
Vergunning verleend voor de levering van gas aan kleinverbruikers.
Uitvoerings- en handhavingstoets ministeriële regeling afnemers.
de periode 01-04-2001 tot 31-12-2001 worden opnieuw vastgesteld.
Het eerdere besluit van 29-03-2001 wordt herroepen; de transporttarieven voor
Vergunning verleend voor de levering van gas aan kleinverbruikers.
Vergunning verleend voor de levering van gas aan kleinverbruikers.
Vergunning verleend voor de levering van gas aan kleinverbruikers.
uitkomst
d Beroep aangetekend
D Bezwaar ingetrokken
F niet-ontvankelijk
E ongegrond
e (deels) gegrond
Besluit op bezwaar:
Deel 3: Overzichten | Hoofdstuk 10: Besluiten en adviezen energiezaken 2004
145
100230
100231
100238
100733
100734
100651
21-06-2004
21-06-2004
21-06-2004
21-06-2004
21-06-2004
21-06-2004
101758_4-5
18-06-2004
100228
101758_11-6
18-06-2004
21-06-2004
101759_13-7
18-06-2004
100227
101759_7-5
18-06-2004
21-06-2004
101759_4-8
18-06-2004
in artikel 26 van de Gaswet voor 4e kwartaal 2001
tot vaststelling van maximumtarieven, zoals bedoeld
Bezwaar Essent Netwerk Brabant tegen het besluit
in artikel 26 van de Gaswet voor 3e kwartaal 2001
tot het vaststellen van maximumtarieven, zoals bedoeld
Bezwaren Essent Netwerk Brabant e.a. tegen de besluiten
bedoeld in artikel 26 van de Gaswet voor 2e kwartaal 2001
besluiten tot het vaststellen van de maximum tarieven, zoals
Bezwaren Essent Netwerk Brabant en anderen tegen de
Bezwaar InfraMosane tegen de splitsingsbesluiten
de splitsingsbesluiten
Bezwaar Essent Netwerk Noord tegen
de splitsingsbesluiten
Bezwaar Essent Netwerk Limburg tegen
de splitsingsbesluiten
Bezwaar Essent Netwerk Friesland tegen
de splitsingsbesluiten
Bezwaar Essent Netwerk Brabant tegen
Energiebedrijf.Com
Energie:direct
RWE Gas Verkoopmaatschappij
Nuon Business
Energiebedrijf.com
a
b
a
a
a
b
b
a
a
a
a
b
b
b
b
b
c
h
c
b
c
c
b
h
c
b
D
D
D
D
D
D
D
D
Ingetrokken.
Ingetrokken.
Ingetrokken.
Ingetrokken.
Ingetrokken.
Ingetrokken.
Ingetrokken.
Ingetrokken.
Vergunning verleend voor de levering van elektriciteit aan kleinverbruikers.
Vergunning verleend voor de levering van elektriciteit aan kleinverbruikers.
Vergunning verleend voor de levering van gas aan kleinverbruikers.
Vergunning verleend voor de levering van gas aan kleinverbruikers.
Vergunning verleend voor de levering van gas aan kleinverbruikers.
146
Jaarverslag 2004 NMa en DTe
nummer
100652
100653
100654
100657
100715
100716
100718
100719
100722
datum
21-06-2004
21-06-2004
21-06-2004
21-06-2004
21-06-2004
21-06-2004
21-06-2004
21-06-2004
21-06-2004
de Gaswet voor 4e kwartaal 2001
van maximumtarieven, zoals bedoeld in artikel 26 van
Bezwaar InfraMosane tegen het besluit tot vaststelling
in artikel 26 van de Gaswet voor 4e kwartaal 2001
tot vaststelling van maximumtarieven, zoals bedoeld
Bezwaar Essent Netwerk Noord tegen het besluit
in artikel 26 van de Gaswet voor 4e kwartaal 2001
tot vaststelling van maximumtarieven, zoals bedoeld
Bezwaar Essent Netwerk Limburg tegen het besluit
in artikel 26 van de Gaswet voor 1e kwartaal 2002
tot vaststelling van maximumtarieven, zoals bedoeld
Bezwaar Essent Netwerk Friesland tegen het besluit
in artikel 26 van de Gaswet voor 1e kwartaal 2002
tot vaststelling van maximumtarieven, zoals bedoeld
Bezwaar Essent Netwerk Brabant tegen het besluit
de Gaswet voor 4e kwartaal 2001
van maximumtarieven, zoals bedoeld in artikel 26 van
Bezwaar InfraMosane tegen het besluit tot vaststelling
in artikel 26 van de Gaswet voor 4e kwartaal 2001
tot vaststelling van maximumtarieven, zoals bedoeld
Bezwaar Essent Netwerk Noord tegen het besluit
in artikel 26 van de Gaswet voor 4e kwartaal 2001
tot vaststelling van maximumtarieven, zoals bedoeld
Bezwaar Essent Netwerk Limburg tegen het besluit
in artikel 26 van de Gaswet voor 4e kwartaal 2001
tot vaststelling van maximumtarieven, zoals bedoeld
Bezwaar Essent Netwerk Friesland tegen het besluit
naam | partijen
b
b
b
b
b
b
b
b
b
Gas b
Elektriciteit h
a
a
a
a
a
a
a
a
a
Tarievenbesluit a
Vergunningsbesluit c
Bindende aanwijzing/last f
Codes d
Overig g
Adviezen aan minister i
D
D
D
D
D
D
D
D
D
Ingetrokken.
Ingetrokken.
Ingetrokken.
Ingetrokken.
Ingetrokken.
Ingetrokken.
Ingetrokken.
Ingetrokken.
Ingetrokken.
uitkomst
d Beroep aangetekend
D Bezwaar ingetrokken
F niet-ontvankelijk
E ongegrond
e (deels) gegrond
Besluit op bezwaar:
Deel 3: Overzichten | Hoofdstuk 10: Besluiten en adviezen energiezaken 2004
147
100602
101758_18-4
101699
101707-2
24-06-2004
25-06-2004
28-06-2004
28-06-2004
101600/28
24-06-2004
101668
101068
24-06-2004
24-06-2004
100861
24-06-2004
101789/11
101708-2
23-06-2004
24-06-2004
101708-1
23-06-2004
h
a
c
g
E
E
d
Bezwaar niet-ontvankelijk voorzover dat is ingediend door Intergas. Bezwaar niet-
Besluit tot wijziging van de Systeemcode met betrekking tot de SLR-regeling.
tot elektronische uitwisseling van meetgegevens.
Besluit tot wijziging van de Meetcode Elektriciteit en de Netcode met betrekking
Bezwaren zijn ongegrond.
Bezwaren zijn ongegrond.
verklaard, voor het overige ongegrond.
Bezwaren zijn gedeeltelijk (op een aantal kleine onderdelen van het besluit) gegrond
verklaard, voor het overige ongegrond.
Bezwaren zijn gedeeltelijk (op een aantal kleine onderdelen van het besluit) gegrond
elektriciteit voor het jaar 2004
Bezwaar gemeente Westeraam tegen het besluit nettarieven
het besluit nettarieven elektriciteit voor het jaar 2004
Bezwaar Vereniging van Nederlandse Gemeenten tegen
Evolta
h
a
a
F
F
vastrechtcomponent vast.
de transporttarieven gas voor het jaar 2002, zoals gewijzigd
h
component van de transporttarieven voor het jaar 2002: stelt een nieuwe
vaststelling van de gereguleerde vastrechtcomponent van
Awb worden aangemerkt en gelet hierop is zij niet-ontvankelijk in haar bezwaren.
Gemeente Westeraam kan niet als belanghebbende in de zin van artikel 1:2, lid 3,
in haar bezwaren.
van artikel 1:2, lid 3, Awb worden aangemerkt en gelet hierop is zij niet-ontvankelijk
Vereniging van Nederlandse Gemeenten kan niet als belanghebbende in de zin
Vergunning verleend voor de levering van elektriciteit aan kleinverbruikers.
Besluit met betrekking tot vaststelling van de gereguleerde maximum vastrecht-
het jaar 2002 + Bezwaar tegen het besluit tot (voorlopige)
door het besluit van 28-08-2002
gebruiksafhankelijke maximum transporttarieven voor het jaar 2002 niet-ontvankelijk.
Bezwaren voorzover gericht tegen het besluit tot vaststelling van de gereguleerde
transporttarief voor het jaar 2004 vastgesteld.
gereguleerde gebruiksafhankelijke transporttarieven gas voor
Bezwaar Intergas tegen het besluit tot vaststelling van de
F
F
d
d
Voor het overige wordt het primo besluit herroepen en wordt het maximum
d
d
e
e
ontvankelijk dat is ingediend door Intergas Netbeheer tegen het niet tijdig beslissen.
b
h
h
g
g
g
g
bedoeld in artikel 80 eerste lid van de Gaswet
b
b
b
b
b
de maximum transporttarieven voor het jaar 2004 zoals
Bezwaar Intergas tegen het besluit tot vaststelling van
Algemeen verbindend voorschrift
Algemeen verbindend voorschrift
van de Gaswet voor het 3e kwartaal 2002
van maximum leveringstarieven, zoals bedoeld in artikel 26
Bezwaar Intergas tegen het besluit tot vaststelling
van de Gaswet voor het 2e kwartaal 2002
van maximum leveringstarieven, zoals bedoeld in artikel 26
Bezwaar Intergas tegen het besluit tot vaststelling
op grond van artikel 82 Gaswet
Bezwaar Eneco tegen het besluit vaststelling voorwaarden
artikel 82 Gaswet
tegen het besluit vaststelling voorwaarden op grond van
Bezwaar EnergieNed (namens zichzelf en alle netbeheerders)
148
Jaarverslag 2004 NMa en DTe
nummer
101759_20-4
101759_19-6
101801
101786_8-4
101710
100468
101695-16
101653-11
100343-132
datum
30-06-2004
30-06-2004
05-07-2004
07-07-2004
14-07-2004
20-07-2004
27-07-2004
27-07-2004
30-07-2004
a
APX
Van Benthum Recycling Central
GTi Energy Solutions
c
h
h
c
h
a
e
E
d
d
Het bestreden besluit wordt herroepen en wijzigt dientengevolge de bindende aanwij-
De maximum tarieven voor levering en transport van gas aan beschermde afnemers
op deze punten herzien.
betre¤ende redactionele onjuistheden zijn gegrond verklaard. De MeetCode wordt
Bezwaren zijn grotendeels ongegrond verklaard. Een drietal bezwaren van PAWEX
van de ontheªng.
bepaald elektriciteitsnet een netbeheerder aan te wijzen. DTe adviseert over het verlenen
De Minister van EZ kan op verzoek een ontheªng verlenen van de plicht om voor een
aansluiting op het net dan wel te zijn voorzien van een tijdelijke elektriciteitsaansluiting.
zing. De elektriciteitsaanvragers dienen uiterlijk 15-07-2004 te beschikken over een
Besluit benutting veilingopbrengsten met betrekking op APX.
Ontheªng van de plicht om een netbeheerder aan te wijzen.
Ontheªng van de plicht om een netbeheerder aan te wijzen.
Tuinbouw zijn ongegrond.
i
e
beschermde afnemers voor de periode 01-04-01 tot 01-01-02
f
Vergunning verleend voor de levering van gas aan kleinverbruikers.
Vergunning verleend voor de levering van gas aan kleinverbruikers.
voor het jaar 2001 zijn op juiste gronden vastgesteld. De bezwaren van Productschap
b
h
h
c
b
h
c
b
uitkomst
d Beroep aangetekend
D Bezwaar ingetrokken
F niet-ontvankelijk
E ongegrond
e (deels) gegrond
Besluit op bezwaar:
vaststelling van de tarieven transport en levering van gas aan
Bezwaren Productschap Tuinbouw tegen besluiten tot
tegen het besluit tot herziening van de MeetCode
Bezwaar PAWEX en Vereniging Van Nederlandse Gemeenten
Eemhaven Vastgoed
Net opgelegde bindende aanwijzing
Bezwaar Continuon Netbeheer tegen een aan Noord West
Essent Energie Verkoop Nederland
Durion Energie
naam | partijen
Gas b
Elektriciteit h
Tarievenbesluit a
Vergunningsbesluit c
Bindende aanwijzing/last f
Codes d
Overig g
Adviezen aan minister i
Deel 3: Overzichten | Hoofdstuk 10: Besluiten en adviezen energiezaken 2004
149
101786_6-5
101732/31
101754
101754
101543_8
100947-183
30-08-2004
31-08-2004
16-09-2004
17-09-2004
27-09-2004
01-10-2004
101806/4
20-08-2004
101786_7-9
101804/5
20-08-2004
30-08-2004
101690/31
12-08-2004
101786_2
101759_23
06-08-2004
30-08-2004
101786_5-9
02-08-2004
Netbeheerders elektriciteit
Tuinbouworganistatie Nederland
Bezwaar Productschap Tuinbouw en Land- en
Netbeheerders gas
Netbeheerders gas
Netbeheerders gas
Stichting Beheer Cluster Bergschenhoek
Martens Kunststo¤en
De Blikvanger
Algemeen verbindend voorschrift
Algemeen verbindend voorschrift
Algemeen verbindend voorschrift
Evolta
Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht
h
a
a
b
b
a
b
c
h
a
c
h
f
d
h
c
d
h
h
d
c
c
h
b
b
h
E
de jaren 2004 tot en met 2006.
Besluit tot vaststelling van de methode tot vaststelling van de kwaliteitsterm voor
Het bezwaar wordt ongegrond verklaard.
de gastransporttarieven zullen dalen in de jaren 2005 tot en met 2007.
Besluit tot vaststelling van de x-factor. De x-factoren geven aan met welk percentage
tarief wordt vastgesteld voor de periode 2005 tot en met 2007 voor netbeheerders gas.
Vaststelling van de rekenvolumina voor de tariefdragers van elke dienst waarvoor een
netbeheerders gas.
Besluit tot vaststelling van de methode tot vaststelling van de X-factor
Ontheªng van de plicht om een netbeheerder aan te wijzen.
een netbeheerder aan te wijzen.
Ontheªng verleend van de plicht om voor een bepaald deel van het elektriciteitsnet
Ontheªng van de plicht om een netbeheerder aan te wijzen.
Besluit tot wijziging van de Systeemcode met betrekking tot de reconciliatietermijn.
van elektrische installaties.
Besluit tot wijziging van de netcode op het gebied van het veiligheids- en inspectiebeleid
onafhankelijk verbruikerstarief, invoering amendementen Kortenhorst en Hessels).
Besluit tot aanpassing tarievencode (volledige harmonisatie van het transport-
Vergunning verleend voor de levering van gas aan kleinverbruikers.
Ontheªng van de plicht om een netbeheerder aan te wijzen.
150
Jaarverslag 2004 NMa en DTe
101590-6
101759_21
26-11-2004
26-11-2004
D-GAS
Eneco Energie Levering
1998 met betrekking tot leveringszekerheid (SLR-regeling)
voorwaarden ex artikel 31, lid 1, sub c van de Elektriciteitswet
b
h
h
11-11-2004
b
Bezwaren PAWEX en Vereniging van Nederlandse
101758_22
02-11-2004
Caplare Energy
b
Gemeenten tegen het besluit tot wijziging van de
101759_24
02-11-2004
Netbeheerders gas
h
101842-2
101754
27-10-2004
Algemeen verbindend voorschrift
h
101842-1 en
101833-3
21-10-2004
Netbeheerders elektriciteit
h
100947-185
01-10-2004
naam | partijen
Caplare Energy
nummer
datum
Gas b
Elektriciteit h
a
a
Tarievenbesluit a
c
c
c
c
Vergunningsbesluit c
Bindende aanwijzing/last f
d
d
Codes d
Overig g
Adviezen aan minister i
E
Vergunning verleend voor de levering van gas aan kleinverbruikers.
Vergunning voor de levering van elektriciteit (of gas) ingetrokken.
De bezwaren worden ongegrond verklaard.
Vergunning verleend voor de levering van elektriciteit aan kleinverbruikers.
Vergunning verleend voor de levering van gas aan kleinverbruikers.
tarief wordt vastgesteld voor de periode 2005 tot en met 2007 voor netbeheerders gas.
Vaststelling van de rekenvolumina voor de tariefdragers van elke dienst waarvoor een
Elektriciteit.
meetverantwoordelijke niet meer in staat is te voldoen aan de criteria uit de Meetcode
Besluit tot wijziging van de Meetcode: vangnetregeling voor de situatie dat een
Elektriciteitswet 1998 voor de periode 2004 tot en met 2006.
Besluit tot vaststelling van de kwaliteitsterm ingevolge artikel 41a, lid 1,
uitkomst
d Beroep aangetekend
D Bezwaar ingetrokken
F niet-ontvankelijk
E ongegrond
e (deels) gegrond
Besluit op bezwaar:
Deel 3: Overzichten | Hoofdstuk 10: Besluiten en adviezen energiezaken 2004
151
101807
101759_22
101691-44
101750
101844/7
10-12-2004
15-12-2004
15-12-2004
17-12-2004
20-12-2004
101759_16-9
08-12-2004
101754
101759_17-8
08-12-2004
08-12-2004
101759_16
07-12-2004
101758_17
P_300007/16
01-12-2004
08-12-2004
101805-5
30-11-2004
a
c
i
E
De DTe herroept het besluit (Productschap Tuinbouw) van 11-03-2004, nr. 101565/23,
die per aansluiting minder dan 170.000 m3 per jaar verbruiken.
Vaststelling van de maximum tarieven voor het transport van gas voor afnemers
Vergunning verleend voor de levering van elektriciteit aan kleinverbruikers.
Vergunning voor de levering van elektriciteit (of gas) ingetrokken.
Vergunning voor de levering van elektriciteit (of gas) ingetrokken.
Vergunning verleend voor de levering van gas aan kleinverbruikers.
Onderzoek MEP afnemerstarief.
NRE
Netbeheerders elektriciteit + TenneT
TenneT
Gaz de France Supply, Trading & Marketing
a
h
h
a
h
net een netbeheerder aan. DTe adviseert over het aanwijzen van de netbeheerder.
De eigenaar van een transportnet elektriciteit of gas wijst voor het beheer van dat
Vaststelling aansluit- en transporttarieven elektriciteit voor het jaar 2005.
Besluit benutting veilingopbrengsten ten behoeve van blindstroomcompensatie.
Vergunning verleend voor de levering van gas aan kleinverbruikers.
Nederlandse Gemeenten om een bindende aanwijzing na heroverweging af.
in zoverre dat Vereniging van Nederlandse Gemeenten ontvankelijk is inzake
f
i
voor het EDINE-berichtenverkeer wordt weer verplicht gesteld.
Besluit tot wijziging van de Systeemcode: het gebruik van de bestaande testfaciliteiten
het verzoek om een bindende aanwijzing. Wijst het verzoek van Vereniging van
h
d
de tarieven voor openbare verlichting
b
b
c
b
c
c
b
h
c
b
h
h
het besluit tot afwijzing van het verzoek tot het geven van
Bezwaar Vereniging van Nederlandse Gemeenten tegen
Netbeheerders gas
Nuon Energie
Nuon Groene Energie
Continuon Energielevering
Nuon Energie
Minister van EZ
Algemeen verbindend voorschrift
152
Jaarverslag 2004 NMa en DTe
nummer
101844/7
101864-5
P_300026/4
P_300027/9
P_300042/3
101758_20
101750
101783-2-76
101754
datum
20-12-2004
21-12-2004
21-12-2004
21-12-2004
23-12-2004
23-12-2004
23-12-2004
23-12-2004
23-12-2004
Netbeheerders gas
TenneT
Netbeheerders elektriciteit + TenneT
E-part energie
Minister van EZ
Minister van EZ
Minister van EZ
Shell Nederland Raªnaderij
NRE
naam | partijen
c
b
i
b h
a
h
a
a
h
h
i
b h
d
i
h
i
b h
b
Gas b
Elektriciteit h
Tarievenbesluit a
Vergunningsbesluit c
Bindende aanwijzing/last f
Codes d
Overig g
Adviezen aan minister i
die per aansluiting minder dan 170.000 m3 per jaar verbruiken.
Vaststelling van de maximum tarieven voor het transport van gas voor afnemers
plaats uit de zogenaamde veilingopbrengsten.
met Noorwegen door TenneT onder voorwaarden goedgekeurd. De financiering vindt
Besluit benutting veilingopbrengsten. DTe heeft de aanleg van een kabelverbinding
Vaststelling aansluit- en transporttarieven elektriciteit voor het jaar 2005.
Vergunning verleend voor de levering van elektriciteit aan kleinverbruikers.
de energiebedrijven.
Advies inzake de taken en activiteiten van de netbeheerder na splitsing van
en voorwaarden Elektriciteit en Gas.
Uitvoerings- en handhavingstoets ministeriele regeling inzake tariefstructuren
Uitvoerings- en handhavingstoets ministeriële regeling kwaliteitsaspecten.
Systeemcode.
Besluit ontheªngsaanvraag Shell Nederland Raªnaderij betre¤ende paragraaf 2.4
net een netbeheerder aan. DTe adviseert over het aanwijzen van de netbeheerder.
De eigenaar van een transportnet elektriciteit of gas wijst voor het beheer van dat
uitkomst
d Beroep aangetekend
D Bezwaar ingetrokken
F niet-ontvankelijk
E ongegrond
e (deels) gegrond
Besluit op bezwaar:
Deel 3: Overzichten | Hoofdstuk 10: Besluiten en adviezen energiezaken 2004
153
101754
101527-3
23-12-2004
24-12-2004
met betrekking tot artikel 82 voorwaarden Gaswet
van de directeur DTe van 24-12-2002 en 31-12-2002
Tuinbouworganisatie Nederland tegen 8 besluiten
Bezwaar Productschap Tuinbouw en de Land- en
Netbeheerders gas
b
b
a
g
E De bestreden besluiten worden gehandhaafd.
tarief wordt vastgesteld voor de periode 2005 tot en met 2007 voor netbeheerders gas.
Vaststelling van de rekenvolumina voor de tariefdragers van elke dienst waarvoor een
154
Jaarverslag 2004 NMa en DTe
Detail- en groothandel
Rechtbank Maastricht 75264/HA ZA 02-513
Gemeente Heerlen vs
3W Vastgoed
Secon Group
Shiva en M. Jankie
Accell-groep
Vereniging Bergers Belangen
Allibre
20-02-2004
03-03-2004
04-03-2004
09-03-2004 MEDED 02/1445 HRK
Media
dienstverlening
Rechtbank Rotterdam
Overige
04/275 MEDED GVZ T1
03/1384
Rechtbank Rotterdam
Vervaardiging van en handel in goederen
Rechtbank Den Haag
AWB 03/447 & 03/448
Transport
groothandel
MEDED 02/309 RIP
CBb
Detail- en
Landbouw en visserij
dienstverlening
Overige
Rechtbank Rotterdam
107050/KG ZA 03-810
Melkunie U.A.
13-02-2004
President rechtbank Arnhem
X vs Zuivel Coöperatie Campina
C02/317HR
1, 2 en 3 over takel en berging
04-02-2004
Hoge Raad
Eiseres vs Verweerster
dienstverlening
03/3563 MEDED GVZ T1
16-01-2004
Overige
Rechtbank Rotterdam
Carglass/Glasgarage
15-01-2004
sector
07-01-2004
nummer
rechterlijke instantie
naam | partijen
h
h
h
h
h
Bestuursrechter h
a
Civiele rechter waarbij NMa partij a
b
b
b
Civiele rechter waarbij NMa geen partij b
datum
11 Rechterlijke uitspraken in mededingingszaken 2004
E
e E
e
E
E
F
F
D
D
d
d
Allibre niet-ontvankelijk.
Ingetrokken.
Vordering Accell afgewezen.
naar rechtbank Rotterdam.
Hoger beroep M. Jankie ongegrond. Hoger beroep Shiva gegrond, terugverwezen
ingesteld door zowel Secon Group als NMa.
Deels gegrond, v.w.b. artikel 67 niet-ontvankelijk, overige ongegrond. Hoger beroep
Ongegrond.
Ongegrond.
Ingetrokken i.v.m. gevoegde behandeling bij CBb.
Beslissing aangehouden.
uitkomst
d Hoger beroep aangetekend
D Beroep ingetrokken
F niet-ontvankelijk
E ongegrond
e (deels) gegrond
Uitspraak
Deel 3: Overzichten | Hoofdstuk 11: Rechterlijke uitspraken in mededingingszaken 2004
155
100444/KG ZA 04-118
Netstar c.s.
VNI
Unipart
Vodafone/Libertel
26-05-2004
26-05-2004
Telecom en IT-dienstverlening
AWB 02/1913
IT-dienstverlening
AWB 02/1914
CBb
Telecom en
Bouwnijverheid
groothandel
Detail- en
CBb
Geen nummer
CBb
111855/KG ZA 04-217
Autobedrijf X en anderen
25-05-2004
Rechtbank Arnhem
Van der Sluijs Retail vs
registratie Nederland
111053/KG ZA 04-175
Stichting Internet Domein-
19-05-2004
Telecom en IT-dienstverlening
Rechtbank Arnhem
Reisinformatiegroep vs
Media
18-05-2004
AWB 03/131
CBb
NOS/HMG
dienstverlening
07-05-2004
Overige
37.375
dienstverlening
Overige
Hoge Raad
2128/03 SKG
Politieregio Utrecht
Gemeente Rotterdam
Gerechtshof Amsterdam
Hoogenraad vs
IT-dienstverlening
Telecom en
Bouwnijverheid
07-05-2004
15-04-2004
President rechtbank Haarlem
Streetmail c.s. vs
06-04-2004
MEDED 02/796-HRK
Rechtbank Rotterdam
UNETO/VNI
dienstverlening
25-03-2004
Overige
AWB 03/916 & 03/946
J.H. Linders en NMa
Telecom en IT-dienstverlening
CBb
03/1605
vs Educatief Net en
Easynet Group Nederland
Gerechtshof ’s-Gravenhage
Koninklijke KPN en KPN Telecom
12-03-2004
11-03-2004
h
h
h
h
h
h
b
b
b
b
b
b
e
e
e
E
E
E
E
E
E
e E
e
D
d
Hoger beroep Libertel gegrond verklaard. NMa moet nieuw besluit op bezwaar nemen.
Hoger beroep Unipart tegen uitspraak rechtbank Rotterdam d.d. 11-09-2002 ongegrond.
Hoger beroep door NMa ingetrokken.
Ongegrond.
Ongegrond.
Hoger beroep NMa tegen de uitspraak van de rechtbank ongegrond verklaard.
de datum 01-06-2001 (zeehavengeld gemeente Rotterdam).
Cassatieberoep tegen de uitspraak van het Gerechtshof te ’s-Gravenhage
Ongegrond.
Ongegrond.
Beroep VNI gegrond, NMa in (pro forma) hoger beroep.
weer van kracht.
Hoger beroep NMa gegrond, hoger beroep Linders ongegrond. Besluit NMa
Gegrond.
156
Jaarverslag 2004 NMa en DTe IT-dienstverlening
2002-979 en 2002-1617
Inc. vs VR Van Raalte Reclame
Voorzieningenrechter rechtbank Rotterdam
Nuon Reliant
Essent en Essent Energy Trading
en d-g NMa
03-06-2004
03-06-2004
Eiser vs gedaagden 1 en 2
132984/KG ZA 04-251
1 t/m 11
23-06-2004
Rechtbank Breda
Eisers 1 en 2 vs Gedaagden
18-06-2004
61643 HA ZXA 03-938
Rechtbank Leeuwarden
MEDED 02/317 RIP
Rechtbank Rotterdam
Basismedia BV
08-06-2004
MEDED 04/1424-HRK
Zorg
Zorg
Media
Energie
h
b
b
e
E
De rechter wijst een Voorlopige Voorziening toe, in die zin dat tijdens
E
E
Ongegrond.
Ongegrond.
Beroep ongegrond verklaard.
Uitsluiting Essent van Nuon-veiling geschorst.
de Eerste Capaciteitsverkoop Firm Capaciteit zal worden aangeboden voor
e
op 1 3.500.000 en handhaaft het bestreden besluit voor het overige.
zover de boete van ƒ 14.000.000. Bepaalt de hoogte van de opgelegde boete
de Rechtbank. Vernietigt het in beroep bestreden besluit van 27-03-2000 voor
Uitspraak Cbb verklaart hoger beroep gegrond. Vernietigt de uitspraak van
Ongegrond.
gebruik in de periode 01-07-2005 tot 30-06-2006.
h
e
E
MEDED 04/1243 HRK
Energie
h
b
uitkomst
d Hoger beroep aangetekend
D Beroep ingetrokken
rechtbank Rotterdam
Voorzieningenrechter
AWB 03/76
CBb
SEP
28-05-2004
Energie
Telecom en
Rechtbank ’s-Gravenhage
Marketing Displays International
nummer
sector
27-05-2004
rechterlijke instantie
naam | partijen
datum
Bestuursrechter h
Civiele rechter waarbij NMa partij a
Civiele rechter waarbij NMa geen partij b
F niet-ontvankelijk
E ongegrond
e (deels) gegrond
Uitspraak
Deel 3: Overzichten | Hoofdstuk 11: Rechterlijke uitspraken in mededingingszaken 2004
157
00/94
71926/HA ZA 02-66
tegen Gemeente Heerlen
NTC
Broadcast Newco Two
Politheek Explorer
Telegraaf en HMG
17-08-2004
19-08-2004
27-08-2004
22-09-2004
GVZ T1
04/1368 en 04/1455 MEDED
Rechtbank Rotterdam
02/2578 MEDED GVZ T1
Rechtbank Rotterdam
01/1043 MEDED GVZ BB
Media
Zorg
Media
groothandel
CBb
Detail- en
MEDED 02/1438 RIP
groothandel
Rechtbank Rotterdam
Detail- en
MEDED 02/1087 RIP
Overige dienstverlening
groothandel
Detail- en
Media
Landbouw en visserij
Rechtbank Rotterdam
1199/04 SKG
Casema
Modint
Gerechtshof Amsterdam
236/04 SKG
Gemeente Amstelveen vs
Gerechtshof Amsterdam
Holding (UPC)
MEDED 02/2517 RIP
Sporttotalisator
Gemeente Hilversum vs A2000
Rechtbank Rotterdam
Stichting Nationale
17-08-2004
12-08-2004
12-08-2004
03-08-2004
Rechtbank Maastricht
Vof Whizz Croissanterie
AWB 03/132
21-07-2004
CBb
NOS
15-07-2004
N.L. Praet en Zonen
Mosselcultuur U.A. vs
Gerechtshof ’s-Gravenhage
organisatie van de Nederlandse
200302502/1
Coöperatieve Producenten-
RvSt
01-07-2004
Telecom en IT-dienstverlening
Afdeling Bestuursrechtspraak
KPN Mobile vs Minister EZ
23-06-2004
h
h
h
h
h
h
h
h
b
b
b
b
e
e
e
e
E
E
E
E
D
D
D
Beide hebben beroep ingetrokken.
Beroep ingetrokken.
Beroep d.d. 19-08-2004 door Broadcast Newco ingetrokken.
Beroep NTC ongegrond verklaard.
Beroep Modint ongegrond verklaard.
Gegrond.
Gegrond.
Beroep Nationale Sporttotalisator ongegrond verklaard.
Het beroep is gegrond verklaard.
besluit NMa de datum 16-02-2000 herroepen.
Hoger beroep NOS gegrond verklaard. Besluit NMa de datum 03-10-2001 vernietigd,
Beslissing aangehouden.
de rechtbank (door de KPN) ingestelde beroep ongegrond.
Vernietigt de uitspraak van de rechtbank van 06-03-2003 en verklaart het bij
158
Jaarverslag 2004 NMa en DTe
Voorzieningenrechter rechtbank Rotterdam
T-Mobile 04/2435 MEDED
NIFT T1
Overige dienstverlening
Voorzieningenrechter rechtbank Breda 137986/KG ZA 04-506
Stichting Thuiszorg
Maasmond vs Woonstichting
Geertruidenberg
Zorg
12-11-2004
MEDED 04/1541 WILD
Rechtbank Rotterdam
NAP
03-11-2004
Vervaardiging van en handel in goederen
Consumentenbond 04/2818 MEDED GVZ T1
49505/HA ZA 043-2381
dienstverlening
Overige
Rechtbank Rotterdam
Rechtbank Dordrecht
Rabobank Dordrecht U.A.
02/2517 MEDED GVZ T1
Sporttotalisator
Eisers 1 t/m 8 vs Coöperatieve
CBb
Stichting de Nationale
Landbouw en visserij
28-10-2004
20-10-2004
06-10-2004
117658/KG ZA 04-586
Coöperatie Rundveeverbetering
Delta U.A. en NRS
Arnhem
Stamboek vs Koninklijke
103753/KG ZA 04-347 Voorzieningenrechter rechtbank
Het Fries-Hollands Rundvee-
groothandel
rechtbank Haarlem
01-10-2004
Detail- en
IT-dienstverlening
Telecom en
sector
Voorzieningenrechter
Eiser vs Daewoo Motor Benelux
28-09-2004
MEDED 04/2435 NIFT T1
nummer
23-09-2004
rechterlijke instantie
naam | partijen
datum
h
h
h
h
Bestuursrechter h
Civiele rechter waarbij NMa partij a
b
b
b
b
Civiele rechter waarbij NMa geen partij b
e
E
E
E
E
D
D
D
Ongegrond.
Beroep NAP ongegrond verklaard.
Consumentenbond heeft beroep ingetrokken.
Ongegrond.
Beroep d.d. 06-10-2004 door Stichting de Nationale Sporttotalisator ingetrokken.
Enkele vorderingen toegewezen.
Ongegrond.
een beslissing op bezwaar te nemen heeft T-mobile haar beroep ingetrokken.
nemen van een beslissing op bezwaar. Nu de NMa heeft aangekondigd op 27-09-2004
De Voorlopige Voorziening door T-Mobile ingediend was gericht tegen het niet tijdig
uitkomst
d Hoger beroep aangetekend
D Beroep ingetrokken
F niet-ontvankelijk
E ongegrond
e (deels) gegrond
Uitspraak
Deel 3: Overzichten | Hoofdstuk 11: Rechterlijke uitspraken in mededingingszaken 2004
159
17-12-2004
16-12-2004
03-12-2004
03-12-2004
66854 KG ZA 04-296
handelend onder de naam
Eiseres vs verweerster
Detail- en groothandel
C03/224HR
Landbouw en visserij
Zorg
dienstverlening
Overige
handel in goederen
Vervaardiging van en
Hoge Raad
03/1647, 04/87 en 04/1033
Holland vs Dekker Breeding
Gerechtshof ’s-Gravenhage
Holland (nr. 03/1647) en Sunfield
MEDED 03/2084 KNP
Dekker Breeding vs Sunfield
Kingma
Holland B.A.
Coöperatie Bloemenveiling
Rechtbank Rotterdam
C03/213HR
Bloemenveiling FloraHolland U.A.
als rechtsopvolgster van
Hoge Raad
Eiseres vs Coöperatieve
van Bike Motion vs Batavus
Rechtbank Leeuwarden
Tweewielercentrum [B.],
dienstverlening
AWB 03,614 03,621 en 03/659
25-11-2004
Overige
CBb
Carglass
17-11-2004
h
h
b
b
b
b
e
e
e
e
E
E
Gegrond.
Gegrond.
Beroep Kingma ongegrond verklaard.
Gegrond.
Gegrond.
op bezwaar was onvoldoende gemotiveerd.
besluit op bezwaar, alsnog ongegrond verklaard. Het eerste besluit
Hoger beroep is op 17-11-2004 dat was gericht tegen het tweede, beter gemotiveerde
160
Jaarverslag 2004 NMa en DTe
04-05-2004
23-04-2004
10-03-2004
04-02-2004
100838-AWB 02/1730 S2
een bindende aanwijzing op grond van artikel 5, lid 6,
100838-AWB 02/1729 S2
een bindende aanwijzing op grond van artikel 5, lid 6,
100554-AWB 02/1746
101666-AWB 03/1458
tijdig nemen van een besluit op het bezwaar en beroep
inzake splitsingsbesluiten
tegen beslissing op bezwaren de datum 24-12-2003
CBb
Beroep door Intergas en Intergas Beheer tegen niet
voor Energie, Milieu en Water)
CBb
Beoordeling indicatieve tarieven en voorwaarden
100249-AWB 02/671
Vereniging voor Energie, Milieu en Water
gastransport – Gastransport Services (beroep Vereniging
CBb
Aanvraag bindende aanwijzing aan Gasunie door
van Elektriciteitswet door E-On Benelux
CBb
Beroep tegen beslissing op bezwaar inzake geven van
van Elektriciteitswet door E-On Energy Trading
CBb
Beroep tegen beslissing op bezwaar inzake geven van
04-02-2004
rechterlijke instantie
naam | partijen
nummer
Civiele rechter d
g
g
g
g
g
h
h
b
b
b
Gas b Elektriciteit h
Bestuursrechter waarbij DTe partij g
datum
12 Rechterlijke uitspraken in energiezaken 2004
e
e
E
E
E
F
verklaart het beroep tegen het besluit van 24-12-2003 gegrond.
het niet tijdig nemen van een besluit op het bezwaar van appellanten. Het college
Het college verklaart het beroep niet-ontvanklijk, voor zover het zich richt tegen
Het College verklaart het beroep ongegrond.
Het College verklaart het beroep ongegrond.
maximale transportcapaciteit van 1600 MW.
op de SEP-overeenkomsten deel uitmaakt van de in het eerste lid genoemde
anders worden gelezen dan dat de transportcapaciteit die betrekking heeft
Artikel 31a kan gelet op de uitzonderingsmogelijkheid van het derde lid niet
of ‘verkregen’ toekomt.
de tekst van artikel 5.6.12.1. geen betekenis heeft dan wel de betekenis ‘toegewezen’
Het College vermag niet in te zien dat aan het woord getransporteerde in weerwil van
uitkomst
F beroep niet-ontvankelijk
E beroep ongegrond
e beroep (deels) gegrond
Uitspraak:
Deel 3: Overzichten | Hoofdstuk 12: Rechterlijke uitspraken in energiezaken 2004
161
10-11-2004
28-05-2004
100261-AWB 04/122 S2
de Systeemcode op grond van artikel 36 van E-wet
CBb
Beroep door Essent Energy Trading tegen het besluit
100249-AWB 02/672
op bezwaar inzake wijziging van paragraaf 3.9 van
CBb
Aanvraag bindende aanwijzing aan Gasunie door
Productschap Tuinbouw
g
g
h
E
E
Het college verklaart het beroep ongegrond.
Het college verklaart het beroep ongegrond.
162
Jaarverslag 2004 NMa en DTe
nummer
3859
3787
3905
3969
3989
4025
4050
4003
4083
04-02-2004
24-02-2004
26-02-2004
09-03-2004
10-03-2004
06-05-2004
26-05-2004
22-06-2004
25-06-2004
ZGV
CVK
Gemeente Amsterdam
Antalis
Max Bögl
ACT
Klachten
Engelgeer
KPN
naam | partijen
WOB-verzoeken 2004
datum
13
Bouwnijverheid
handel in goederen
Vervaardiging van en
Bouwnijverheid
Overig
Bouwnijverheid
Zorg
Overig
dienstverlening
Overige
IT-dienstverlening
i
i
j
j
j
Verzoek om inzage in dossier 2906 geweigerd.
j
de aanbesteding van de bouw van ZGV;
a. de bij de NMa aanwezige informatie die betrekking heeft op de beoordeling van
WOB-verzoek waarin wordt gevraagd om:
de Europese Cie in haar beschikking van 26-06-2002 heeft verwezen niet gehonoreerd.
Verzoek tot inzage informeel schrijven van de NMa in de CVK-zaak waarnaar
Wob-verzoek afgewezen.
Verzoek tot inzage bouwzaken voor mogelijkheid instellen civiele terugvorderingsactie.
digitale dossiers. Bij brief d.d. 06-05-2004 aan verzoek voldaan.
Verzoek inzage document waarin werkwijze NMa is vastgelegd omtrent geprivilegieerde
Verzoek om inzage in dossier 2574 geweigerd.
(geanonimiseerd).
Verzoek om inzage in alle bij de NMa lopende en afgehandelde klachten ingewilligd
Verzoek om inzage in dossier 560 en 3447 deels ingewilligd, deels geweigerd.
Verzoek ingewilligd.
uitkomst
f Bezwaar aangetekend tegen besluit
j
i j
i
verzoek (deels) ingewilligd i
Telecom en
sector
Besluit: verzoek (deels) geweigerd j
Deel 3: Overzichten | Hoofdstuk 13: WOB-verzoeken 2004
163
4222
4241
4616
04-10-2004
01-11-2004
16-12-2004
PO Wieringen
Haantjes
Stichting Ymere
Landbouw en visserij
handel in goederen
Vervaardiging van en
dienstverlening
Overige
j
j
j
f
b. alle informatie die betrekking heeft op de beoordeling van het handelen van Stork
WOB-verzoek niet ingewilligd.
Verzoek tot inzage in stukken van de fietsenfabrikanten afgewezen.
WOB-verzoek niet ingewilligd.
bij de aanbesteding van de bouw van ZGV, is niet gehonoreerd.
Trefwoordenregister A
Besluit vrijstelling combinatie-
Aanbesteden 2, 7, 8, 12, 43, 62
overeenkomsten 18
Continuon 53, 100–101, 103 Controleprotocol 56
Aandachtsvelden 2, 6–7, 12, 17, 43, 62
Best practices 25
Correlatie-analyse 50
Aansluitplicht 53
Betonmortelproducenten 66
CTG/ZAio 19, 30, 31
Aantrekkingskracht 27
Betuweroute 64
Cultuuromslag 8, 90
Accountantsverklaring 7, 34
Bezwaar 20, 45–46, 53–55, 92
Cultuurverandering 10
Achtergrond medewerkers 28
Bezwaarprocedures 20, 22, 46, 53
Activiteitenkalender 15
Bid-rigging 61
D
Administratieve organisatie 35
Boele & Van Eesteren 10
Dakbedekkingbranche 66
Administratieve processen 53, 79, 107
Boetebesluiten 45, 74
Deadweight loss 59–60
Adviezen 3, 5, 7, 25, 52, 56, 93
Boetegrondslag GWW 2, 64
De Limburger 47–48
Advocacy 17
Boetenormen 65
De Nederlandsche Bank/Pensioen-
AFM 72
Boeterichtlijnen 16
Afwikkeltarieven mobiele telefonie 60
Boetevermindering 42–43
Den Haag 6, 26, 34, 60, 72, 92
Agenda 2004 van de NMa 7, 17, 21, 42
Boetevrijstelling 42
Department of Justice 25, 59
Ahrend-Gispen 50
Bouwa¤aire 11–12, 46
Detailhandel 13, 96
Algemene wet bestuursrecht 15, 20, 55
Bouwsector 2, 8–11, 12, 42–44, 46,
De Telegraaf 47
62–63, 65–66
Allocatie-e¤ecten 58–59 Alternatieve handhavingsinstrumenten 42, 44, 58, 60, 73 Amstelhuizen 94, 137
& Verzekeringskamer 72
De Weeren 94
BOVAG 46
Digitenne 18
Breda 91
Directors General Meeting 23
Brochure modernisering Europese
DNB/PVK 72
mededingingsregels 17
Amsterdam 21, 94
Doelmatigheid 21, 58
Apotheeksector 45
Brochures 17, 22
Doelmatigheidswinst 86–88
Apothekers 12, 91
Burgerlijke- en utiliteitsbouw 44, 63
Doeltre¤endheid 21
Assen 91
Drenthe 94
Automatisering 35, 135
C
Duidelijke nota’s 81
Autoriteit Financiële Markten 72
C6 64–65
Dura Vermeer 8
AWBZ-zorg 90, 93–94
CEER 26 Civiele 6 64
E
B
Civiele handhaving 20
ECA 23–24
Balanced Scorecard 27–29
Clementie 42, 66
ECN 22–23, 35
Bankensector 46
Clementieaanvragen 2, 62
Economisch Bureau 18, 61
Bankwezen 72
Clementiebureau 36
Economische competentie 5
Bedrijfsbezoeken 25, 35
Clementieprogramma 42–43
Economische machtspositie 2, 4,
Bedrijfsvoering 6–7, 27, 30, 51
Clementieverzoeken 12, 42–43, 62–65
Bekendheids- en imago-onderzoek 15
CMS Derks Star Busmann 38
Bekendmaking boetetoemetingen aangaande
Compensatiebetalingen 102–103
Economische resultaten 2, 5, 7, 58
bepaalde mededingingsbeperkende activi-
Compliance-programma 13, 24
E¤ectenwezen 72
teiten in de GWW-deelsector 65
Compliance-regeling 44, 68, 71, 73
E¤ectmeting 49
Concentratie 4, 21, 23, 25, 47–49, 50–51,
Elektriciteitswet 1998 4, 52
Beleidsadvisering 56 Beleidsregels proceduregeschillen energie 16, 52
59–60, 69, 90, 92, 94, 104
16–17, 21, 23, 42–43, 45, 47, 58, 60, 74, 85–86, 92, 94
ENCORE 18
Congressen 14, 16, 18, 25
Eneco 83, 100–101, 103
Benzinemarkt 15
Consultatie 12, 14, 40–41, 83, 96–99, 105
Energiebedrijven 17, 52–53, 76, 81–82, 84
Berenschot 58, 84
Consument 4–5, 12–15, 17, 20, 40–41,
Energienota 12, 16, 81–82, 84
Beroep 20, 35, 46, 53, 55
50–53, 59–60, 70–71, 74, 76, 78–84,
Energierekening 76
Beroepsprocedures 33, 53
91, 97–100, 104–107
Energiesector 3, 5, 7, 12, 44, 51–53, 80–81
Beroepszaken 46
Consumentenbescherming 80
164
Jaarverslag 2004 NMa en DTe
Energy Day 24
Eredivisie-televisierechten 45
H
K
ERGEG 26
Haagse ziekenhuizen 92
Kamermodel 4
Essent Energy Trading 53
Hoger beroep 46
Kartelverbod 2, 4, 21–23, 42–43, 45,
European Competition Authorities 23–24
Hogesnelheidslijn 63–64
European Competition Day 24
HSL 63–64
Kasuitgaven 30–31
European Competition Network 22, 35
HTM 54–56
Klachten 14–15, 19, 42, 46, 80–81, 85,
Europese Commissie 13, 22–24, 26, 35,
Huisartsen 90–91
39, 45–47, 49, 62, 98
Hypotheek- en transportakten 40
Evean 94 Excessief hoge tarieven 42
74–75
90, 105 Klachtenfunctionaris 15 Klantrelatie 73
I
Kleinverbruikers 52–53, 80
Icare 86, 94
KPN 18
F
ICN 24
Kruissubsidiëring 55
Federal Trade Commission 59
I&I-wet 14, 52, 80
Kwaliteitscode Gas 102
Fietsenbranche 46
IJlanden 94
Kwaliteitsrapportages 3, 100, 102
Financieel beheer 35
Informatielijn 6, 14–15, 53
Kwaliteitsregulering 83
Financiën 30
Informatisering 35
Forensische IT 25, 35
Informele zienswijze 40, 45, 48–49, 74–75, 90
Formatieplaatsen 26
L Last onder dwangsom 45, 91–92
Freshfields 16
ING Bank 16
Leveranciersmodel 76–78
Fusie 4, 47–49, 58, 60–61, 72, 86–89, 92, 94
Inkoopmacht 3, 7, 13–14, 16, 90, 96–99
Leveringskosten 76
Fysiotherapeuten 13, 90
Innovatief vermogen 27–28
Leveringsvergunning 53, 80, 104
Input-outputanalyse 59
Lezingen 6, 14, 16, 19
G
Installatiesector 44, 62
Liberalisering 24, 77–78, 80
Garnalensector 46
Instrumenten 4, 7, 14, 17, 41, 73, 90, 92, 98
Loodswezen 54, 57
Gastransport Services 106
Intergencentrale 83
Loopbaanbeleid 28, 37
Gaswet 4, 52, 102, 106
Intergen Contract 83
Luchthaven Schiphol 57
Gebruiksvergoeding 56
Internationaal en Strategisch
Luchtvaart 54, 57
Programmamanagement 35
Gemeentelijk vervoerbedrijf 54–56 Geneesmiddelenmarkt 91
International Competition Network 24
Geschillenprocedure 52 Getronics 50
International Conference Simulation Models for Merger Cases 25
Gezag 5, 15 Gezonde concurrentie 4, 12, 40
International Quality Improvement Corridor 25
Gooi 48, 92
M Maatschappelijke belangen 6, 13 Maatschappelijke relevantie 5–7, 12, 27 Malmberg 50 Managementconferenties 29 Managementcontracten 15
Greenchoice 76–79
Interpay 13, 46, 72–75
Market Surveillance Committee 52
Grijze elektriciteit 104
Interventie- en Implementatiewet
Marktafbakening 49–50
14, 52, 80
Groene elektriciteit 104
Marktopening 52–53
Groenvoorzieningensector 44
IQC 25
Marktordening 9–10, 98
Grond-, wegen- en waterbouw 46,
ISP 35
Marktpositie 49, 91
62–66
Maximumtarieven 51, 84
Groningen 19, 86, 94
J
Groothandelsmarkt elektriciteit 3, 105
Jaarrekening van de NMa 34
Groothandelsmarkt gas 3, 106
Ja, mits-beleid 45
Medewerkerswaarderingsonderzoek 28–29
Guidance 6, 16
Jeugdgezondheidszorg 94
Melding 14, 23, 42, 47–49, 58, 62, 90,
GVB 54–55
Juliana Kinderziekenhuis/Rode
GVU 54–56 GWW-sector 46, 63–66
Medewerkers 6, 14, 18–19, 21, 26–29,
Kruisziekenhuis 92 Juridische deskundigheid 15
Jaarverslag 2004 NMa en DTe
31–32, 35, 37, 88, 90
94, 102 Meldingsplicht 47 MFS 14, 72–73
165
Minderheidsdeelneming 50–51
Onbalans 53, 106
Psychiatrische ziekenhuizen 94
Ministerie van Economische Zaken 19,
Ondernemersloket 6
Psychologen 90, 93
Ondernemersrisico 99
Psychotherapeuten 93
22, 24, 30, 32, 34–35, 37, 52, 60–61 Ministerie van Verkeer en Waterstaat
Ondernemingsraad 28, 37 Ondertekening rapporten 20
R
Onderzoeksrapporten 64
Raad van Bestuur 8, 19, 86
Ontheªng 15, 22, 42, 45, 48, 74–75
Recherche Inlichtingeneenheid 35
Ontheªngssysteem 22, 42
Rechtstreeks beroep 20
Ontheªngsverzoek 74
Relatietevredenheidsonderzoek 15
Missie 2, 4–5, 12, 51, 54
Ontvangsten 30, 33, 46
Reliant 12, 61, 83
MIV 75
Operatie Tijdigheid & Transparantie 15
Rendac 17
MKB 13, 99
Opleidingensector 43
Reputatierisico 71
Mobiele operators 22, 46, 60
OPTA 19–20, 60
RET 54–56
Mobiliteit 28
Opzegtermijn 80
Richtlijnen gastransport voor het jaar 2005
Modelovereenkomsten 76, 78
Opzegvergoeding 16, 81
Modernisering van het Europese
OR 28, 37
Richtlijn voor opzegvergoedingen 16, 81
Organisatie voor Economische
Richtsnoeren 16–17, 22, 42, 62, 65
25, 54, 56–57 Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport 87 Misbruik van een economische machtspositie 16, 21, 23, 43, 45, 58, 85
mededingingsrecht 21 Monitor Financiële Sector 2, 14, 51, 72–73 MSC 52 Multilaterale Interbancaire Vergoeding 75
N Nederlandse Herverzekeringsmaatschappij voor Terrorismeschaden 74
14, 106
Samenwerking en Ontwikkeling
Richtsnoeren amicus curiae 22
24, 39, 59
Richtsnoeren clementietoezegging 16, 42, 62, 65
Organogram 35–36 Orthobande 44
Rijngeest 94
Orthopedisch instrumentmakers 44
Robert Fleury 94
Ouderenzorg 87
Rode Kruisziekenhuis 92
Outcome 2, 5, 44, 58
Nederlandse Vereniging van Banken 75
Overname 4, 12, 47, 49–50, 72, 83
S
Nederlandse voorzitterschap van de Raad
Overstapkosten 73
Sanctiebesluiten 20, 45–46
Overstappen 53, 76, 79, 91
Sanoma 50
Oxera 60–61
SBM 55
van Ministers van de Europese Unie 24 Nederlands Tandtechnisch Genootschap 23 Netbeheerders 3, 17, 26, 51–53, 78–79,
Schaalvoordelen 70
P
Schaduwboekhouding 10, 12, 62
Netbeheerdersmodel 76, 78
Parlementaire enquête 10, 12
Schoon schip 10, 12, 62, 65–66
Netverklaring 2005 56
Personeelsmanagement 6
Sdu 51
NHT 74–75
PinkRoccade 50
Sectorspecifiek toezicht 4
Niet-openbaarvervoeractiviteiten 54
Pintransacties 13, 45, 73–75
Self-assessment 18, 89
Nieuwkomers 76, 78
Postbank 40
Sensire 86, 94
NMagazine 16
Preventieve werking 58
Slagvaardigheid 15
Non-conformisme 68, 71
Prijsadvies 42, 45
Sollicitaties 27–28
Norned Kabel 82
Prijse¤ect 59–61
Spelregels bij concentratiezaken 14, 16, 47, 49
Notariaat 38–39, 41
Prijsvergelijkers 81
Splitsing 17, 79, 84
Notarissen 13, 38, 40–41
Prijzenoorlog 96–99
Splitsingsadvies 84
Novio 55
Principles on the application by national
Spoorwegwet 4, 19, 54, 56
83–84, 100–103
Nuon 12, 61, 83
O
competition authorities on referrals
Stakeholders 5, 14, 40
of concentration to the European
Stichting Icare 86, 94
Commission 23
Stroomuitval 83
OESO 24, 39, 59
Prioriteringsbeleid 21, 42
Supermarktoorlog 98
Oªce of Fair Trading 59
Professionaliteit 15
Switchgedrag 90
Ofgem 26
ProRail 25, 56
Symposia 16, 72
166
Jaarverslag 2004 NMa en DTe
T
Verpleeghuis- en verzorgingshuiszorg 94
Ziekenhuiszorg 12, 90, 92
Tandtechnici 90, 93
Verplichtingen 19, 30–31, 52, 55, 71, 83
Ziekteverzuim 29
Tariefvaststelling 84
Verrekeningspercentage voor
Zienswijze 6, 18, 40, 45, 48–49, 64,
transformatorverliezen 85
Telecommunicatiesector 44
74–75, 88, 90
Ten Hagen & Stam 51
Versnelde procedure 64–66
Zorgsector 3, 7, 12, 19, 44, 47–48, 90, 93
Tennet 26, 82
Vertrouwelijkheid van informatie 49
Zuid-Holland 66
Terrorismepool 45
Verwijzingsstelsel 23
Terrorismerisico 75
Verzekeringsbranche 13, 68
Thuiszorg Groningen 86, 94
Verzekeringssector 2, 44, 68, 71, 72–73
Thuiszorgbranche 48
Visie 2, 4, 16–17, 39, 86, 89
Thuiszorgsector 87
Visiedocument ‘AWBZ-zorgmarkten’ 93
Tijdigheid & Transparantie 15
Visiedocument ‘Concurrentie in de ziekenhuiszorg’ 92
Tilburg 92 Tips 14
Visiedocumenten 12, 16, 90, 92–93
TNS NIPO 90
Visiedocument ‘Inkoopmacht’ 90
Toetreders 12, 78–79, 88, 106
VNO-NCW 16
Toetredingsdrempels 11, 13, 106–107
Voorvooroverleg 63, 65–66
Toezichtstijl 44
Vrije beroepen 2, 7, 13, 38, 41
Transmission System Operator 26, 107 Transparantie 15–16, 47, 52, 70, 78–79, 81, 107
W Waterland 94
Transparantierichtlijn 12, 46
Wegenbouwoverleg 6, 64–65
Transportkosten 76, 78
Werkgeverschap 27, 29
Tussenpersonen 70–71
Werner Söderström 50
TSO 26
Wervingspraktijken 52 Wetenschappelijke competentie 21
U
Wetenschappelijke dialoog 18
Uitgeverssector 48
Wet financiële dienstverlening 69
Uitvalduur 100–101
Wet Modernisering EG-mededingingsrecht 22
Uitzendbureaus 23 Universiteit van Amsterdam 21
Wet NMa-Zbo 19
UOKIK 24
Wet personenvervoer 2000 4, 19, 54
Utrecht 54, 58, 66, 100–101
Wet rechtstreeks beroep 20 Wijziging Electriciteitswet 1998 en
V
Gaswet 14, 52, 80
Vakcentrum 96, 98–99
WO6 64–65
Veegwet 57
Wolters Kluwer 51
Veelgestelde vragen 17
Workshops 6, 24, 27, 90
Veerdiensen over het IJ 54 Verantwoording 5, 7, 33
Z
Verbond van Verzekeraars 13, 68, 70,
Zaanstreek 94
73–74
Zbo 19
Vereniging voor Mededingingsrecht 18
Zelfstandig bestuursorgaan 19
Verkorte jaarrekening van de NMa 34
Zelfstandige zorgverleners 93
Verkorte sanctieprocedure 12
Ziekenhuis Gooi-Noord 92
Verordening 1/2003 21–23, 42
Ziekenhuis Hilversum 92
Verordening 139/2004 21–22
Ziekenhuis Leyenburg 92
Jaarverslag 2004 NMa en DTe
167
Colofon Redactie NMa Den Haag Ontwerp en realisatie Total Identity Den Haag Fotografie Kato Tan Amsterdam Drukwerk Hollandia Printing Heerhugowaard
168
Jaarverslag 2004 NMa en DTe
Jaarverslag 2004
Kerngegevens NMa en DTe 2004 2004
2003
2002
22
Rapporten en boetes * Aantal mededingingsrechtelijke onderzoeken * Aantal onderzoeken dat is afgedaan middels een rapport (vaststelling
53
27
41
16
9
3
15
nb
15
22
nb
12
14
6
78,7
135,5
99,6
van een redelijk vermoeden dat de Mededingingswet is overtreden) * Aantal zaken dat is afgedaan middels de inzet van een ander instrument dan een rapport * Aantal zaken waarin het onderzoek is stopgezet vanwege onvoldoende bewijs * Aantal zaken waarin een boete en/of last is opgelegd * Totaal boetes in 1 miljoen Ontheffingen, klachten en informele zienswijzen * Afgeronde verzoeken ontheffingen van het kartelverbod * Afgeronde klachten over overtredingen van de Mededingingswet * Informele zienswijzen
16
40
46
199
219
187
80
143
202
83
69
77
4
5
8
Concentraties * Meldingen van fusies, overnames en joint ventures (concentraties) * Ingetrokken meldingen * Ontheffing van wachtperiode * Besluiten op meldingen concentraties
3
1
1
71
71
66
* Vergunning voor concentratie vereist * Besluiten op vergunningsaanvraag
1
2
1
0
1
0
8
6
8
14
5
3
Vervoerkamer * Zaken gemeentelijke vervoerbedrijven in behandeling genomen * Aantal zaken afgerond met rechtsoordeel DTe
NMa
* Methode-besluiten * Uitvoeringsbesluiten
Bezoekadres
* Handhavingsbesluiten * Adviezen aan minister van Economische Zaken
Wijnhaven 24 2511 GA Den Haag Postadres Postbus 16326 2500 BH Den Haag T (070) 330 3330 F (070) 330 3370 www.nmanet.nl www.dte.nl Informatielijn NMa/DTe
NMa en DTe
Muzentoren
T 0800–023 1885 (gratis)
18
17
346
329
46
43
29
20
65
20
662
47
62
98
98
125
14
18
20
12
5
3
26
38
76
35
36
32
345
342
303
Bezwaar * Afgerond bezwaar in mededingingszaken * Afgerond bezwaar in DTe-zaken Beroep * Afgeronde zaken beroep tegen mededingingsbesluiten door rechtbank Rotterdam * Afgeronde zaken hoger beroep tegen mededingingsbesluiten door College van Beroep voor het bedrijfsleven * Afgeronde zaken beroep tegen DTe-besluiten door College van Beroep voor het bedrijfsleven Budget en personeel * Totaal toegekend budget in 1 miljoen * Aantal medewerkers op 31 december
1
De NMa maakte in 2004 in vier zaken rapport op, waarvan drie in de bouwsector. Twee van deze zaken waren zeer omvangrijk; bij één zaak waren 379 ondernemingen betrokken.
2 Inclusief vijf zaken bij de Adviescommissie bezwaarschriften Mededingingswet (BAC).
Nederlandse Mededingingsautoriteit
14 212
Jaarverslag 2004
Kerngegevens NMa en DTe 2004 2004
2003
2002
22
Rapporten en boetes * Aantal mededingingsrechtelijke onderzoeken * Aantal onderzoeken dat is afgedaan middels een rapport (vaststelling
53
27
41
16
9
3
15
nb
15
22
nb
12
14
6
78,7
135,5
99,6
van een redelijk vermoeden dat de Mededingingswet is overtreden) * Aantal zaken dat is afgedaan middels de inzet van een ander instrument dan een rapport * Aantal zaken waarin het onderzoek is stopgezet vanwege onvoldoende bewijs * Aantal zaken waarin een boete en/of last is opgelegd * Totaal boetes in 1 miljoen Ontheffingen, klachten en informele zienswijzen * Afgeronde verzoeken ontheffingen van het kartelverbod * Afgeronde klachten over overtredingen van de Mededingingswet * Informele zienswijzen
16
40
46
199
219
187
80
143
202
83
69
77
4
5
8
Concentraties * Meldingen van fusies, overnames en joint ventures (concentraties) * Ingetrokken meldingen * Ontheffing van wachtperiode * Besluiten op meldingen concentraties
3
1
1
71
71
66
* Vergunning voor concentratie vereist * Besluiten op vergunningsaanvraag
1
2
1
0
1
0
8
6
8
14
5
3
Vervoerkamer * Zaken gemeentelijke vervoerbedrijven in behandeling genomen * Aantal zaken afgerond met rechtsoordeel DTe
NMa
* Methode-besluiten * Uitvoeringsbesluiten
Bezoekadres
* Handhavingsbesluiten * Adviezen aan minister van Economische Zaken
Wijnhaven 24 2511 GA Den Haag Postadres Postbus 16326 2500 BH Den Haag T (070) 330 3330 F (070) 330 3370 www.nmanet.nl www.dte.nl Informatielijn NMa/DTe
NMa en DTe
Muzentoren
T 0800–023 1885 (gratis)
18
17
346
329
46
43
29
20
65
20
662
47
62
98
98
125
14
18
20
12
5
3
26
38
76
35
36
32
345
342
303
Bezwaar * Afgerond bezwaar in mededingingszaken * Afgerond bezwaar in DTe-zaken Beroep * Afgeronde zaken beroep tegen mededingingsbesluiten door rechtbank Rotterdam * Afgeronde zaken hoger beroep tegen mededingingsbesluiten door College van Beroep voor het bedrijfsleven * Afgeronde zaken beroep tegen DTe-besluiten door College van Beroep voor het bedrijfsleven Budget en personeel * Totaal toegekend budget in 1 miljoen * Aantal medewerkers op 31 december
1
De NMa maakte in 2004 in vier zaken rapport op, waarvan drie in de bouwsector. Twee van deze zaken waren zeer omvangrijk; bij één zaak waren 379 ondernemingen betrokken.
2 Inclusief vijf zaken bij de Adviescommissie bezwaarschriften Mededingingswet (BAC).
Nederlandse Mededingingsautoriteit
14 212