JAARSTUKKEN. Regionaal samenwerkingsverband van de gemeenten:

Regionale Sociale Dienst en Kredietbank Alblasserwaard Vijfheerenlanden /Vijfheerenlanden

JAARSTUKKEN 2013

Regionaal samenwerkingsverband van de gemeenten: -Giessenlanden -Gorinchem -Hardinxveld–Giessendam -Leerdam -Lingewaal -Molenwaard -Zederik


INHOUDSOPGAVE:

blz.

Vaststellingsbesluit Algemeen Bestuur

2

Voorwoord

4

Afkortingenlijst

6

Deel 1: Jaarverslag programma‟s 1 – Participatie 2 – Inkomen 3 – Zorg 4 – Apparaat  Overzicht algemene dekkingsmiddelen 5 – School & Bedrijf

9 18 24 35 38 39

Deel 2: Paragrafen §1 Lokale heffingen §2 Weerstandsvermogen §3 Onderhoud kapitaalgoederen §4 Financiering §5 Bedrijfsvoering §6 Verbonden partijen §7 Grondbeleid

43 43 47 47 47 52 52

Deel 3: Jaarrekening Controleverklaring Balans per 31 december 2013 Toelichting op de balans Programmarekening over begrotingsjaar 2013

55 59 61 73

Bijlagen Compensabele BTW deelnemende gemeenten Boekwaarde debiteuren per gemeente Afrekening rekening courant Berekening verdeelsleutel Sisa Addedum (kosten en verdeling Alfacheque)

1

77 77 79 83 84 87


Het Algemeen Bestuur van de gemeenschappelijke regeling “Regionale Sociale Dienst en Kredietbank Alblasserwaard Vijfheerenlanden“ in vergadering bijeen d.d. 27 maart 2014, gezien de jaarrekening van baten en lasten van de RSD over het jaar 2013; gelezen het voorstel van het Dagelijks Bestuur van 13 maart 2014; gelet op de Wet Gemeenschappelijke Regelingen; B E S L U I T: het bedrag van de baten en lasten van die jaarrekening vast te stellen als volgt: de baten op drieëndertig miljoen eenenzeventig duizend en acht honderd euro

€ 33.071.800

de lasten op drieëndertig miljoen acht duizend en negenhonderd euro

€ 33.008.900

resultaat tweeënzestigduizend en negenhonderd euro

€

Aldus besloten in de openbare vergadering van het Algemeen Bestuur, Gorinchem, 27 maart 2014

2

62.900


Participatie

Inkomen

Zorg

Apparaat

3


Voorwoord Dat het een roerig jaar is geweest is uiteraard geen nieuws, maar dat 2013 ondanks de crisis wel een positief financieel jaar is geweest, wellicht wel. Ondanks de stijging van het aantal uitkeringen hebben we namelijk een fors overschot behaald op het inkomensdeel. We hebben hiervoor wel alle zeilen bij moeten zetten en veel van onze medewerkers gevraagd. Door hun betrokkenheid bij zowel de organisatie, maar vooral bij de mensen waarvoor wij het doen, kunnen we deze resultaten halen. Mooi is het dan ook dat een van onze collega's dit jaar werd uitgeroepen tot klantmanager van het jaar, waarmee we onze tweede landelijke prijs verdiende als RSD. In 2013 is in het kader van de op handen zijnde Participatiewet verder gewerkt aan de samenwerking met de Avelingen Groep. Er zijn al mooie resultaten geboekt. Onder andere door het uitstel van de Participatiewet en de uitkomsten van het Sociaal Akkoord, die te tijde van het schrijven van dit nog niet bekend zijn, heeft dit proces enige vertraging opgelopen. Voordeel is nu wel dat alle transities tegelijk in werking treden, waardoor een betere afstemming en verbinding mogelijk is. Dit jaar is veel energie en enthousiasme gestoken in de samenwerking met onze gemeenten, waarbij we aan veel pilots meedoen om dienstverlening dichter bij de burger te brengen. Doel is vooral om burgers te versterken en zelf een bijdrage aan de samenleving te laten leveren. Met deze aanpak kunnen we de uitvoering meer lokaal vormgeven, terwijl we de kwetsbaarheid beperken door samen te werken. Binnenkort gaan we deze aanpak evalueren. Duidelijk is in ieder geval dat er in onze organisatie aanpassingen moeten worden doorgevoerd om meer gebiedsgebonden te kunnen werken zonder dat dit extra kosten met zich meebrengt. De RSD is al heel ver in het aanpassen van werkprocessen aan de huidige eisen. Een mooi voorbeeld is ons KCC, waarbij er steeds meer taken direct aan de balie kunnen worden uitgevoerd. Een balie overigens waar weer uitstekend werk is verzet dit jaar, onder andere door de rimpelloze opvang van de vertrokken UWV medewerkers. In 2013 kreeg de RSD er weer nieuwe taken bij. Zo zijn we ondanks veel commotie gestart met de Alfacheque. Met zo'n 40.000 zorguren aan het einde van het eerste jaar, durven wij van een succes te spreken. Vooral ook omdat uit het onlangs gehouden tevredenheidsonderzoek een heel positief beeld komt. Het was ook het eerste jaar dat we formeel een eigen arbeidsmarktregio vormen. Adeldom verplicht hebben wij ondervonden: er is veel werk bijgekomen, omdat we in 2013 veel nieuwe projecten vanuit de landelijke overheid naar ons toegeschoven hebben gekregen. Het leerwerkloket en de aanpak van de jeugdwerkloosheid zijn hier voorbeelden van. We hebben hier als regio veel profijt van: het levert geld en beleidsvrijheid op, daar waar we als regio eigen plannen kunnen indienen en ons eigen beleid mogen ontwikkelen passend bij de eigenheid van de AV. Ook helpt het ons de regio AV beter op de kaart te zetten. Voor de aanpak van de jeugdwerkloosheid bracht Miriam Sterk een bezoek aan de regio. Tijdens dit bezoek vond ook de lancering plaats van School & Bedrijf, de nieuwe naam van het Bureau Onderwijs en Arbeidsmarkt. Naast de nieuwe naam is dit jaar ook een flinke professionaliseringslag gemaakt binnen deze bestuurscommissie.

4


Ook in het kader van armoedebestrijding is er dit jaar veel gebeurd. Een mooi voorbeeld is het preventieproject Schulddienstverlening, MoneyWise, waarbij de landelijke aftrap bij het Merewadecollege plaatsvond in aanwezigheid van de Staatssecretaris, mevrouw Klijnsma. Ook met de doorontwikkeling van de Stichting Leergeld AV hebben we belangrijke stappen gezet in het kader van de kanteling: de vrijwilligers van de stichting bereiken inmiddels al veel gezinnen met kinderen in de AV. Dit levert mooi werk op maat op dicht bij de burger. Tot slot wil ik iets zeggen over onze organisatie. Het is heel mooi om in de regio te merken hoe wij als RSD worden gewaardeerd. Wij doen er dan ook alles aan om onze gemeenten te steunen bij de lastige opgaven, die het sociaal domein te wachten staan. Wij zijn uiteraard heel benieuwd welke bestuurlijke keuzes er worden gemaakt. Veranderingen zijn voor ons bekend terrein en als netwerkorganisatie hebben wij geleerd dat je door samen te werken heel veel kunt bereiken. Wij zijn er in ieder geval klaar voor! Mw. Mr. E.B. van Velthuijsen directeur

5


Afkortingenlijst AB AG AWBZ BOL BBL Bbz BUIG BVG DPAN DMS DUO ESF FTE GR IAU Ioaw Ioaz KCC LDT Nt 2 NUG OCW RCN RDF RFBU RSD S&B SDV SIP SMI SVB SZW UWV VBB Wi Web Wkkp WMO Wnt WSP WSW Wwb

Algemeen Bestuur Avelingen Groep Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten Beroeps Opleidende Leerweg Basis Beroepsgerichte Leerweg Besluit bijstandverlening zelfstandigen Bundeling van uitkeringen Inkomensvoorziening aan Gemeenten Bedrijfsverzamelgebouw Digitaal Platform Aansluiting Nazorg Document Management Systeem Dienst Uitvoering Onderwijs Europees Sociaal Fonds Fulltime equivalent Gemeenschappelijke Regeling Incidentele Aanvullende Uitkering Inkomensvoorziening voor oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers Inkomensvoorziening voor oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen Klant Contact Center Langdurigheidtoeslag Nederlandse taal als tweede taal Niet Uitkering Gerechtigde Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

Regionaal Coördinatiepunt Nazorg ex-gedetineerden Regionaal Declaratiefonds Regionaal Fonds Buitengewone Uitgaven Regionale Sociale Dienst en Kredietbank Alblasserwaard Vijfheerenlanden School en Bedrijf Schulddienstverlening Samenwerken In Participatie Sociaal Medische Indicatie Sociale Verzekering Bank Sociale Zaken en Werkgelegenheid Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen Vrij Besteedbaar Budget Wet inburgering Wet educatie en beroepsonderwijs Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen Wet Maatschappelijke Ondersteuning

Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector Werkgevers Service Punt Wet Sociale Werkvoorziening Wet werk en bijstand

6


Missie De RSD is de participatiemotor van de regio AV

Visie De RSD activeert burgers in de regio mee te doen in de samenleving

De kernwaarden van de RSD: -

aandacht, zorg en respect bundelt de slagkracht in de regio op het gebied van participatie is ondernemend en creatief maakt afspraken en komt deze na gaat er op af

Hoofddoelstellingen: -

zoveel mogelijk mensen mee laten doen in de samenleving door versterking van de samenwerking in de regio van schuldhulpverlening naar schulddienstverlening ontwikkeling van de informatiehuishouding om de dienstverlening te verbeteren initiëren en leveren van een bijdrage aan integraal sociaal beleid voor de regio 7


DEEL 1: PROGRAMMA’S

8


PROGRAMMA 1 – PARTICIPATIE Doelstelling Zoveel mogelijk mensen laten participeren door middel van re-integratie, educatie en of inburgering, waardoor ze zo optimaal mogelijk kunnen groeien in hun deelname aan de samenleving. Maatschappelijke effecten participatie Ten tijde van het opstellen van de begroting 2013 gingen we er nog van uit dat de Wet werken naar vermogen per 1 januari 2013 in werking zou treden. Deze nieuwe wet zou zowel voor een groot deel van de cliënten van de RSD, als voor de RSD als organisatie zelf, verregaande consequenties hebben. Met de op hande zijnde Participatiewet die, zoals we nu denken op 1 januari 2015 in werking treedt, heeft op hoofdlijnen dezelfde doelen voor ogen. Cliënten met of zonder arbeidsbeperking zullen in de toekomst - al dan niet met de inzet van het nieuwe instrument loondispensatie - zo snel mogelijk op de arbeidsmarkt worden geplaatst. Liefst rechtstreekse bemiddeling richting werk, ook al zijn niet alle belemmeringen weggenomen. Omdat een deel van de (toekomstige) doelgroep van de Avelingen Groep en de RSD vanaf 1 januari 2015 elkaar zullen gaan overlappen en per genoemde datum door beide organisaties ook gewerkt gaat worden met een ongedeeld participatiebudget, wordt op dit moment een business case uitgewerkt. Maatschappelijke effecten inburgering Met ingang van 1 januari 2013 is de Wet Inburgering drastisch gewijzigd. De gemeentelijke taak ten aanzien van het doen van een gemeentelijk aanbod is verdwenen inburgeringplichtigen dienen zelf zorg te dragen voor het feit dat zij voldoen aan hun inburgeringverplichting. De hiermee gepaard gaande kosten dienen door de inburgeringplichtige zelf te worden voldaan. Het Rijk biedt mogelijkheid om een lening naar draagkracht af te sluiten bij de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO). Er komt echter een einde aan de vergoedingen die nu door DUO verstrekt worden bij het behalen van het inburgeringexamen. Dit betekent dat inburgeringplichtigen in verhouding meer geld kwijt zullen zijn om aan hun inburgeringverplichting te voldoen. Wat hadden we ons voorgenomen? Arbeidsparticipatie en maatschappelijke participatie (re-integratie) - 150 uitkeringsgerechtigden volgen een traject via het Projectbureau en worden direct bemiddeld naar de arbeidsmarkt, eventueel met beperkte ondersteuning en gebruik makend van het Werkgevers Service Punt - 125 pré-uitkeringgerechtigden volgen een workfirsttraject - 35 uitkeringsgerechtigden starten een combinatie van leren en werken (BOL/BBL) - 30 uitkeringsgerechtigden trede 2 volgen maatwerk traject voor groei naar trede 3 (VBB)

9


-

30 uitkeringsgerechtigden volgen een zorgtraject in combinatie met vrijwilligerswerk, sociale activering, hulpverlening of maatschappelijke ontwikkeling

Volwasseneneducatie - 135 ingekochte cursussen Nederlands als tweede taal (Nt2) - 65 ingekochte cursussen funderende educatie Wat hebben we gedaan? Arbeidsparticipatie en maatschappelijke participatie -

Via het Projectbureau zijn in 2013 253 mensen in traject genomen. Op diverse manieren zijn plaatsingen gerealiseerd op de arbeidsmarkt in samenwerking met het Werkgevers Service Punt (WSP). Het WSP zorgt niet alleen via projecten (zoals het Rivas project) voor uitstroom. Ook het organiseren van banenmarkten en het leggen van contacten met werkgevers en het onderhouden daarvan, het binnenhalen van vacatures of adviseren over de arbeidsmarkt valt onder haar taak. Het WSP fungeert immers als eerste vraagbaak voor personele vraagstukken van werkgevers. Om de beweging in de arbeidsmarkt te stimuleren bezoeken we werkgevers uit ons ruime netwerk in onze regio en vertalen we hun behoefte naar geschikt personeel. Deze dienstverlening heeft zich per 2013 vertaald in een eigen arbeidsmarktregio in Nederland, waarin we nauw samenwerken met onze ketenpartners waaronder het UWV, Avelingen Groep en gemeenten. In 2013 zijn 28 personen via het WSP uitgestroomd naar betaald werk.

Resultaten Projectbureau 2013 uitstroom Projecten 2013 Bus* Behouden Vaart** Gemeentewerf Detailhandel Horeca Klussendienst Bouwproject *** Taxiproject Rivas-project Totaal

aantal (leerwerk) deelnemers baan 95 23 13 5 8 5 11 5 13 178

vervolgopleiding

22 6

2 2

andere reden uit uitkering 10 1 1

1 4 4 1 9 46

4

* 13 van deze deelnemers zijn in 2012 ingestroomd ** 2 deelnemers komen uit land van Heusden en Altena *** 2 deelnemers komen van het UWV

10

13

uitstroom % 36% 39% 8% 20% 50% 36% 20% 69% 35%


-

in 2013 zijn 120 pré uitkeringsgerechtigden door middel van workfirst op een proefplaatsing bij de Avelingen Groep geplaatst. De directe bemiddeling naar de arbeidsmarkt wordt door de consulenten van het Projectbureau uitgevoerd.

-

Gezamenlijk met Rivas is vanaf eind 2009 gestart met leerwerktrajecten voor de instroom in de zorg. Deze aanpak is in 2013 gecontinueerd. Maar ook de uitstroom naar Rivas loopt terug. Dit heeft geresulteerd in 9 arbeidscontracten gecombineerd met een opleiding in de zorg. In verband met de bezuinigingen waarmee de zorgsector wordt geconfronteerd, heeft Rivas besloten geen nieuwe leerwerktrajecten meer in te zetten. In 2013 namen 13 mensen deel aan een leerwerk traject bij het Da Vinci College. In 2013 lukte het slechts voor één deelnemer duurzaam regulier werk te realiseren.

-

Voor 98 uitkeringsgerechtigden in de lagere trede 2 zijn maatwerktrajecten in het kader van het Vrij Besteedbaar Budget (VBB) opgezet om verdere groei te realiseren. Van de afgeronde 56 trajecten in 2013 is bij 33 (59%) een re-integratie groei vastgesteld, waardoor vervolgstappen mogelijk zijn geworden. In het kader van de VBB worden arbeidsactiveringstrajecten ingezet voor met name alleenstaande ouders om verdere arbeidstoeleiding mogelijk te maken. Ook worden cliënten geactiveerd naar duurzaam vrijwilligerswerk als eerste praktische stap op de reintegratieladder. Daarnaast wordt door middel van sportactiviteiten, met name voor jongeren, gewerkt aan verbetering van de fysieke conditie, gedragsverandering en gezondere leefstijl als opstap voor verdere re-integratie. Voor cliënten met beperkingen (divers van aard) worden praktijkplaatsingen met jobcoaching aangeboden die goede resultaten heeft laten zien. Ook worden in het kader van de VBB individuele trajecten aangeboden voor specifiek maatwerk.

-

Na een opbouwende fase in 2009 zijn de zorgtrajecten in 2010 goed van de grond gekomen. Om budgettaire redenen is dit project voor 2011 gehalveerd en vervolgens om dezelfde reden in 2012 nogmaals gehalveerd. Voor 2013 was het volume gelijk aan het vorige jaar. Er zijn 47 uitgebreide screaningen verricht. Daar waar mogelijk worden activiteiten bij een aantal zorgpartners uitgevoerd. Er zijn 35 intensieve trajecten gestart. 16 personen volgen hun traject bij een van de zorgpartners (non-profit organisaties in de zorg). Daarnaast volgen 27 personen een hulpverleningstraject al dan niet in combinatie met vrijwilligerswerk.

11


Volwasseneneducatie -

Met ingang van 2009 is de educatie meer afgestemd op de participatie in het geheel, dit werd in 2013 gecontinueerd. Educatie vormt steeds meer een integraal onderdeel van reintegratie en inburgering, hetgeen mede gebaseerd is op het Aanvalsplan Laaggeletterdheid van het Ministerie van OCW. Op basis van de ingekochte Contacturen Opleidingen Educatie konden 144 nieuwe cursussen Nederlands als tweede taal (Nt2), dan wel Funderende Educatie worden opgestart in 2013. Bijna in alle gevallen is bij de Nt2 cursussen sprake van voorbereiding op, niveauverhoging na, of ondersteuning van een inburgering- of re-integratietraject. In verband met de verdere afstemming op niveau verhoging na inburgering in afstemming op het benodigde niveau voor (re)-integratie (en de vraag vanuit de arbeidsmarkt) heeft een toename plaatsgevonden van de Nt2 cursussen ten koste van de aantallen funderende educatie.

Wat hebben we nog meer gedaan? Groei op de participatie ladder is lastig om te meten, landelijk lukt het nog niet om hiervoor een adequate wijze van meten te ontwikkelen. Wel zijn er een aantal ontwikkelingen in 2013 te benoemen. De arbeidsmarkt verkeert al geruime tijd in een economische crisis. Ondanks dit, lukt het om een relatief grote uitstroom te realiseren vanuit de hogere treden van de re-integratieladder (kortere afstand tot de arbeidsmarkt), hetgeen op groei van cliënten duidt. In het midden van de re-integratie ladder is een stabilisatie van het totale aantal waar te nemen. Dit duidt enerzijds op groei naar de hogere treden (kortere afstand tot de arbeidsmarkt), maar anderzijds ook op terugval naar de lagere treden. In de lagere treden is een forse toename te constateren. Deze bestaat voor een deel uit nieuwe instroom, maar ook uit terugval vanuit hogere treden. De nieuwe instroom in deze treden wordt afgezwakt door een beperkte groei naar de treden in het midden. Door middel van inzet van een VBB is het gelukt om bij 59% van deze trajecten groei te realiseren (zie verderop). In verband met het voorsorteren op de te verwachte vermindering van het budget bestaat er sinds 2011 geen sluitende aanpak meer. Ook voor 2013 geldt dat niet alle doelgroepen bediend konden worden. Arbeidsparticipatie en maatschappelijke participatie -

Eerder werden de leerwerkplaatsen van het Da Vinci College en Rivas genoemd; andere projecten die de RSD al enige tijd uitvoert zijn het Busproject (versterking aanbodkans), project Behouden Vaart (partnership met maritieme werkgevers) en het project Gemeentewerf (technische bekwaamheid). In 2013 zijn ook nieuwe projecten uitgevoerd, gericht op de Horecabranche (leerwerktrajecten in samenwerking met Syndion), Detailhandel (samenwerking met het kenniscentrum Handel), Bouw

12


(opleiding gekoppeld aan leerwerkplekken) en Taxi (in de vorm van taxichauffeur opleidingen) en Techniek (technische opleidingen gekoppeld aan een baan). -

Ten behoeve van cliënten met complexe sociale problematiek werden Kanswerk trajecten ingezet. De individuele begeleiding voor deze trajecten is in 2011 om budgettaire redenen gestopt. In 2013 werd voor de laatste keer voor deze doelgroep beperktere trajecten ingezet door middel van groepsbenaderingen. Directe plaatsing op de arbeidsmarkt is in verband met kosten reductie komen te vervallen. Uitgangspunt voor 2013 kwam volledig te liggen op gedragsverandering. Vanuit de bestaande trajecten (13) werden toch nog 3 mensen in 2013 geplaatst op de reguliere arbeidsmarkt.

-

In 2013 zijn re-integratie middelen ingezet om tijdelijke banen te creëren voor 52 cliënten bij de Avelingen Groep, ter ontlasting van het inkomensdeel. Deze groep wordt tevens als pilot gebruikt om de mogelijkheden van loonwaarde te ontwikkelen als voorbereiding op de toekomstige wetgeving. In samenwerking met de Avelingen Groep zijn deze re-integratiewerkzaamheden verder ontwikkelt en afgestemd op de nieuwe Participatiewet. Als Arbeidstoeleidingstrajecten zijn inmiddels 18 deelnemers met hun traject gestart.

Integratie en effectieve inburgering -

In 2013 zijn er 18 verplichte inburgeringtrajecten aangeboden aan asielgerechtigde inburgeringsplichtigen. Deze voorzieningen worden nog aangeboden op grond van de overgangsregeling aan asielgerechtigden die hun verblijfstitel vóór 1 januari 2013 hebben verworven, maar die door het inlopen van de achterstand bij gemeenten ten aanzien van de gemeentelijke huisvestingstaakstelling worden gehuisvest.

-

Daarnaast is de handhavingstaak inburgering voortvarend opgepakt. Deze taak dient de RSD uit te voeren voor de opgelegde handhavingtermijn tot 1 januari 2013. De handhavingstaak voor de inburgeringplicht na deze datum wordt uitgevoerd door de Dienst Uitvoering Onderwijs.

-

In 2013 bereikten 165 inburgeringsplichtigen hun maximale termijn en werden door de RSD beoordeeld. Een groot deel heeft aan hun verplichting voldaan, voor een deel kunnen ontheffingen worden verleend (om medische redenen dan wel op grond van aangetoonde inspanning niet haalbaar). Tevens zijn eind 2013 in verband met deze handhavende taak de eerste boeteprocedures opgestart.

-

In 2013 zijn de door de RSD opgezette inburgeringvoorzieningen verder afgebouwd. Door de wetswijzigingen worden per 1 januari 2013 geen nieuwe voorzieningen meer aangeboden – behoudens de eerder genoemde inloop op de huisvestingstaakstelling. Hierdoor is in 2013 het aantal “lopende” voorzieningen teruggelopen van 196 naar 92.

13


-

Inburgeringsplichtigen zijn vanaf 1 januari 2013 zelf verantwoordelijk om deze plicht in te vullen, met of zonder financiering van DUO. Een groot deel van deze mensen, vaak asielgerechtigden, verstrekt de RSD een bijstandsuitkering. De invulling van de inburgeringplicht is derhalve ook van belang voor wat betreft de reintegratiemogelijkheden van deze mensen. Een handhavingstaak direct voortvloeiend uit de Wet Inburgering heeft de RSD niet meer, wel op grond van de opgelegde verplichtingen voortvloeiend uit de Wwb. Derhalve wordt ook dit inburgeringproces nauwlettend door de RSD gevolgd, teneinde de re-integratie goed te kunnen uitvoeren.

Participatiewet Naar verwachting wordt met ingang van 1 januari 2015 de Participatiewet ingevoerd. Kortweg gesteld, is de Participatiewet een herziening van de huidige Wet Werk en Bijstand, waar het uitgangspunt "werken naar vermogen" nog meer centraal staat: Iedereen die arbeidsvermogen heeft, levert ook naar vermogen een bijdrage op de arbeidsmarkt. Tegelijkertijd met de invoering van de Participatiewet, vinden ook structurele wijzingen plaats in de Wsw en de Wajong. De Wsw blijft alleen bestaan voor mensen die nu al een Wsw-dienstbetrekking hebben en de Wajong blijft alleen bestaan voor mensen die volledig en duurzaam arbeidsongeschikt zijn. Mensen die in de toekomst om wat voor reden dan ook niet in staat zijn om zelf werk te vinden, geen beroep kunnen doen op een andere voorziening, maar wel een arbeidsvermogen hebben, komen in de toekomst onder de werking van de Participatiewet. Gemeenten zijn en blijven daarmee verantwoordelijk voor het begeleiden naar werk van een grote groep mensen. Op dit moment zijn de taken in de regio geregeld via twee gemeenschappelijke regelingen: RSD AV en Avelingen Groep. Door de Unie van besturen (Algemeen bestuur Avelingen Groep en Dagelijks bestuur RSD AV) zijn in 2013 de uitgangspunten vastgesteld. Arbeidsmarktregio Sinds 1 januari 2013 is de regio Gorinchem één van de 35 arbeidsmarktregio‟s in Nederland. Dit brengt met zich mee dat de regio vanaf die datum ook zelf verantwoordelijk is geworden voor de vormgeving en de uitvoering van het arbeidsmarktbeleid, daar waar dit voorheen een verantwoordelijkheid was voor de regio Drechtsteden. Meer concreet betekent de komst van een eigen arbeidsmarktregio dat de verschillende betrokken actoren op de arbeidsmarkt (Ondernemers, Onderwijs, Overheid en Werknemersorganisaties) gezamenlijk trachten de verstoringen tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt door de inzet van verschillende instrumenten zo goed mogelijk te herstellen. De ontwikkeling van het arbeidsmarktbeleid is in opdracht van de stuurgroep Samenwerking In Participatie vormgegeven in een bestuursopdracht. Deze bestuursopdracht wordt op dit moment uitgewerkt via twee lijnen. De ontwikkeling van de visie, missie en het beleidskader rondom het arbeidsmarktbeleid. In het voorjaar en de zomer heeft er in samenwerking met het UWV een uitgebreide analyse van de huidige arbeidsmarktsituatie met een blik naar de toekomst plaatsgevonden. Deze analyse kan als basis dienen voor de verdere uitwerking van het regionale arbeidsmarktbeleid. Echter voordat 14


daartoe kan worden overgegaan, dient in de regio eerst helderheid komen over de wijze waarop het arbeidsmarktbeleid wordt gepositioneerd en gestructureerd en wat de rollen zijn van de betrokken actoren. In het voorjaar van 2014 zal daartoe een notitie worden ontwikkeld. Daarbij zullen naast de regionale aspecten ook de lokale aspecten van het arbeidsmarktbeleid worden betrokken. Met betrekking tot de verbinding onderwijs – arbeidsmarkt is vanuit het S&B in de zomer een businessplan ontwikkeld. In dit plan wordt een visie uitgerold voor de wijze waarop het S&B zich op de korte en de middellange termijn herkenbaar kan positioneren en een concrete vertaling kan geven aan zijn doelstellingen. Dit plan kan bij de uitwerking van het regionale arbeidsmarkt voor wat betreft de verbinding onderwijs – arbeidsmarkt als een belangrijke bron van input worden gebruikt. Arbeidsmarktprojecten Door de status van zelfstandige arbeidsmarkt, is de regio AV, met als centrumgemeente Gorinchem, met ingang van 1 januari 2013 zelf verantwoordelijk geworden voor de beleidsvorming en –uitvoering van arbeidsmarktprojecten. Er lopen vier arbeidsmarktprojecten: Bestrijding Jeugdwerkloosheid Naar aanleiding van de groei van de jeugdwerkloosheid in Nederland tot een niveau van 135.000 jongeren tussen de 15 en 27 jaar, besloot het kabinet begin 2013 extra geld beschikbaar te stellen om meer jongeren aan het werk te krijgen. In totaal is er door het kabinet 50 miljoen uitgetrokken, waarvan 25 miljoen bestemd is voor het onderwijs en 25 miljoen voor de 35 arbeidsmarktregio‟s. Als zelfstandige arbeidsmarktregio heeft de regio Gorinchem een bedrag van € 153.000 ontvangen. Aan de subsidieverstrekking was als voorwaarde gekoppeld dat een zelfde bedrag beschikbaar werd gesteld door de arbeidsmarktregio. De dekking van deze cofinanciering vindt enerzijds plaats uit een voorziening van € 100.000 die het bestuur van de RSD voor de bestrijding van de jeugdwerkloosheid heeft gecreëerd en anderzijds uit het reguliere participatiebudget 2013. Ten tijde van het indienen van de subsidieaanvraag (juni 2013), bedroeg het aantal werkloze jongeren in de regio Gorinchem 517. Dit is een aandeel van 14 % van de totale werkloze beroepsbevolking in de regio. Landelijk bedraagt dit percentage 13,0%. In vergelijking met het vorige jaar is het percentage met 1,1 % gestegen. Het aandeel van de jeugdwerkloosheid in de regio bedraagt 0,62% van het landelijke totaal. Daarmee heeft de regio Gorinchem het kleinste aandeel in het totaal van de 35 arbeidsmarktregio's. Een nadere analyse van het bestand van de niet werkende werkzoekende jongeren maakte ondermeer duidelijk dat 64,4 % van de jongeren korter dan 6 maanden zonder werk is; 18,4 % tussen 6 maanden en een jaar, en ruim 17 % is langer dan een jaar werkloos. Verder bleek uit de analyse dat 59,8% van de jongeren laag is opgeleid, 33,8% van de jongeren een middelbare opleding heeft genoten en tenslotte dat 6,4% van de jongeren een opleiding op hoger niveau heeft gevolgd.

15


In het bijbehorende actieplan dat bij de subsidieaanvraag moest worden ontwikkeld, is mede op basis van de analyse een beleidskader voor de regio ontwikkeld dat is gebaseerd op vier pijlers; Een jongerenloket bemenst met consulenten die zich specifiek richten op de doelgroep van jongeren, met bijbehorende instrumenten en trajecten; Een project specifiek gericht op de doelgroep van jeugdige Wajongers (Dit ondermeer met het oog op de Participatiewet, onder welk regime een deel van de huidige Wajongers zal komen te vallen); Randvoorwaardelijke trajecten in de vorm van schulddienstverlening en beweegprogramma‟s voor jongenen; en De benoeming van een regionaal ambassadeur bestrijding jeugdwerkloosheid (mevr. E. van Leeuwen, wethouder gemeente Giessenlanden); Deze laatste pijler sluit aan bij een landelijk initiatief, waarbij het kabinet mevrouw Mirjam Sterk heeft benoemd tot landelijk ambassadeur bestrijding jeugdwerkloosheid. Op 11 november jl. heeft mevrouw Sterk een bezoek gebracht aan onze regio, waarbij zij kennis heeft genomen van de beleidsvoornemens en in gesprek is gegaan met een aantal regionale werkgevers en jongeren. In oktober 2013 besloot het kabinet om ook het restantbedrag van het ESF programma 2007-2013 als extra middelen in te zetten voor de bestrijding van de jeugdwerkloosheid. Voor de arbeidsmarktregio Gorinchem komt hierdoor nog een bedrag van maximaal € 225.000 bovenop het reeds beschikbare bedrag van € 306.000. De aanvraagprocedure voor deze subsidie liep tot halverwege januari 2014 en zal voor wat de arbeidsmarktregio Gorinchem betreft aansluiting vinden bij en een nadere concretisering zijn van de vier pijlers die het beleidskader vormen van de aanvraag in het kader van de eerder beschikbaar gestelde middelen. Het Leerwerkloket Het Leerwerkloket in de regio Gorinchem is operationeel met ingang van 15 augustus jl. Het Leerwerkproject is een samenwerkingsverband tussen het UWV, Da Vinci College en de RSD en heeft tot doel werkzoekenden te begeleiden richting arbeidsmarkt door middel van de inzet van zogeheten leerwerktrajecten. Fysiek wordt het Leerwerkloket in de regio Gorinchem vorm gegeven op twee locaties: op het werkplein en op het Da Vinci College. Het loket wordt bemensd door een medewerker van het UWV, die voor 0,5 Fte per week beschikbaar is. De medewerker van het UWV, heeft de gesprekken met de potentiële kandidaten en probeert hen te bemiddelen richting concrete Leerwerktrajecten. Mede gelet op de ervaringen uit het eerste half jaar, zal er begin 2014 door de drie participanten een jaarplan met actiepunten voor 2014 worden opgesteld. Voor de uitvoering van het Leerwerkloket ontvangen de drie partners gezamenlijk een bedrag van € 100.000 per jaar gedurende een looptijd van drie jaar. Het Project Ontsluiting Werkzoekendenbestanden (POW). Dit project is een samenwerking tussen de RSD, het UWV Drechtsteden en de uitzendbureaus Tempoteam en Raaak. Doel van dit project is transparantie creëren tussen de bestanden met werkzoekenden en de vacatures van uitzendbureaus, actualisatie van CV‟s van werkzoekenden en waar mogelijk directe bemiddeling naar, dan wel directe plaatsing op beschikbare vacatures. Het Pow-project is gestart op 15 augustus en liep tot 31 januari 2014. Sinds het begin van het project zijn op 31 december de volgende kwantitatieve resultaten bereikt: 16


370 uitnodigingen, waarvan 250 gesprekken gevoerd; 28 Wwb-ers zijn fulltime uitgestroomd; 8 Wwb-ers zijn parttime uitgestroomd; er zijn ca. 100 ww-ers gesproken, waarvan er 15 regulier op de arbeidsmarkt geplaatst zijn. Daarnaast zijn de volgende kwalitatieve resultaten geboekt: Tientallen klanten voorgesteld bij lokale uitzendbureaus; inzicht in de sollicitatievaardigheden van klanten incl. advies uitstroomconsulenten: sollicitatietips gegeven aan de klanten; versterking samenwerking tussen privaat- en publiekrechtelijke organisaties.

voor

de

Wat heeft het gekost? Programma 1 Participatie

Begroting 2013 Oorspronkelijk Nieuw

Rekening

Verschil

totaal lasten €

2.765.000

€

3.125.000

€

3.372.000

€

607.000

totaal baten €

2.765.000

€

3.125.000

€

3.372.000

€

607.000

saldo programma €

-

€

-

€

-

€

-

Toelichting op verschil tussen rekening en aangepaste begroting: (+ = batig; - = nadelig) Participatie Educatie Inburgering

€ € € €

286.000 ingezette trajecten lopen door tot in 2014 - volledig besteed 321.000 minder ingezet in 2013 als gevolg van wetswijziging 607.000

De inburgeringstrajecten zijn in 2012 versneld opgepakt als gevolg van de onduidelijkheid van de Participatiewet. In 2013 zijn alleen de in 2012 aangegane verplichtingen nagekomen. Daarnaast is in oktober 2013 een verhoogd budget toegekend. Er kan een bedrag van € 607.000 meegenomen worden naar 2014 ter dekking van de kosten van ingezette trajecten uit 2013.

17


PROGRAMMA 2 – INKOMEN Doelstelling Mensen met onvoldoende of geen inkomen tijdelijk een uitkering of geldlening verstrekken om zelfstandig in hun levensonderhoud te kunnen voorzien. Maatschappelijke effecten inkomen Er is sprake van een economische recessie. Dit heeft onder andere een oplopende werkloosheid, afnemende werkgelegenheid en ingrijpende bezuinigingen - ook op het gebied van de sociale verzekeringen en voorzieningen – tot gevolg. Door de cumulatie van maatregelen en bezuinigingen door het rijk of de gemeente heeft dit voor burgers met een laag inkomen tot gevolg dat: de inkomenspositie van deze doelgroep verslechtert en de armoede toeneemt. Armoede werkt achterstand in de hand; de deelname aan activiteiten wordt beperkt. Daarmee wordt de sociale activering en mogelijkheid tot ontwikkeling beperkt. Dit geeft aanleiding tot sociaal isolement en sociale uitsluiting; de schuldproblemen toenemen; Een dreigend lager inkomen zal er toe leiden dat een belanghebbende meer bereid is om werk te accepteren dan wel het werk te behouden. De wijziging van de aangescherpte Wwb in 2012 heeft naar verwachting tot gevolg dat een belanghebbende tracht inkomen te verwerven als aanvulling op de uitkering dan wel een uitkering zeker te stellen. Belangrijk is dat dit in overeenstemming met de weten regelgeving gebeurt. Door de aanscherping kan de fraude en met name de woonfraude toenemen. Hiertoe zullen effectieve handhavingmethodieken ingezet moeten worden. De effectievere en planmatige handhavingmethodiek leidt tot een vermindering van het aantal uitkeringen en een toename van het aantal terugvorderingen. Het maatschappelijk effect is: de verhouding tussen de totale investering (kosten) en de opbrengst (baten) levert een meerwaarde op; de samenleving wordt/is zich bewust dat o instrumenten voor de rechtmatige uitvoering van regelgeving worden ingezet; o dat oneigenlijk gebruik en misbruik van voorzieningen worden opgespoord dan wel worden voorkomen dan wel worden bestreden; o dat een rechthebbende krijgt wat hem toekomt. Niet meer en niet minder.

18


Wat hadden we ons voorgenomen? -

Gemiddeld 1472 Wwb uitkeringen jonger dan 65 jaar verstrekken Gemiddeld 44 Ioaw uitkeringen verstrekken Gemiddeld 8 Ioaz uitkeringen verstrekken Inkomensondersteuning aan 5 startende zelfstandigen Inkomensondersteuning aan 3 gevestigde zelfstandigen 200 uitkeringsgerechtigden stromen uit naar werk 60% van de uitkeringsgerechtigden heeft inkomsten uit arbeid 50 uitkeringsgerechtigden stromen uit door de inzet van handhaving 150 uitkeringsgerechtigden stromen uit om andere redenen

Wat hebben we gedaan? -

-

-

In 2013 zijn gemiddeld 1391 uitkeringen verstrekt. Dit zijn 82 uitkeringen minder dan begroot. Op 1 januari waren er 1345 uitkeringsgerechtigden. In maart was er een flinke stijging te zien van 25 uitkeringsgerechtigden en uiteindelijk waren er op 31 december 1415 uitkeringsgerechtigden. Er zijn gemiddeld 56 IOAW uitkeringen verstrekt. Deze groep uitkeringsgerechtigden, ouder dan 50 jaar die na een maximale termijn WW een beroep doen op bijstand, heeft een flinke stijging laten zien. Op 1 januari werden 49 IOAW-uitkeringen verstrekt en op 31 december bedroeg het aantal 65. Er zijn gemiddeld 8 IOAZ uitkeringen verstrekt. Voor levensonderhoud is aan 5 startende en aan 6 gevestigde ondernemers een renteloze lening verstrekt. Er is 1 rentedragende lening verstrekt aan startende en 1 aan gevestigde ondernemers ten behoeve van bedrijfskapitaal. Er zijn 149 uitkeringsgerechtigden uitgestroomd naar werk (2012=158). Uitstroomconsulenten hebben 136 uitkeringsgerechtigden regulier op de arbeidsmarkt geplaatst (2012=120). Daarnaast hebben 13 uitkeringsgerechtigden gekozen voor een zelfstandig beroep of bedrijf. Als gevolg van het niet nakomen van de inlichtingenplicht zijn 37 uitkeringen beëindigd (2012=38) 202 Uitkeringen zijn om andere redenen beëindigd. Meer dan de helft hiervan als gevolg van verhuizing, bereiken 65-jarige leeftijd, aangaan van een relatie of overlijden.

19


Wat heeft het gekost? Programma 2 Inkomen

Rekening


Verschil

totaal lasten €

19.637.500 €

19.763.000 €

18.792.000 €

845.500-

totaal baten €

20.501.900 €

19.763.000 €

20.442.000 €

59.900-

saldo programma €

864.400 €

- €

1.650.000 €

785.600

Toelichting op het programmasaldo: (+ = batig; - = nadelig) Omschrijving resultaat uitkeringsverstrekkingen nagekomen baten en lasten incidentele aanvullende uitkering 2012 resultaat dubieuze debiteuren

Bedrag € 591.700 + € 5.800 € 202.600+ € 75.900+ € 864.400

Er zijn 74 uitkeringen minder verstrekt dan begroot De gemiddelde uitkering was € 395 hoger dan begroot Het resultaat op de bijstand verstrekking aan zelfstandigen Begrotingsverschil Totaal

€ € € € €

889.900 + 574.800 30.900 307.500 + 591.700 +

Verstrekkingen Er zijn minder uitkeringen verstrekt dan begroot. Per saldo zijn er in 2013 ruim 90 uitkeringsgerechtigden bijgekomen. 166 nieuwe cliënten dienden een aanvraag in na het bereiken van de maximale termijn WW. Ruim 70% meer dan het jaar daar voor. (2012 = 97 en 2011 = 62). Ook het aantal zelfstandigen dat een beroep deed op de bijstand is sterk gestegen. In 2011 waren dit er nog 17, in 2012 al 24 en in 2013 werd aan 38 zelfstandigen bijstand verstrekt.

20


In onderstaande tabellen wordt de in- en uitstroom weergegeven. We zien dan dat er jaarlijks veel mutaties in het bijstandsbestand plaatsvinden.

Oorzaak bijstand Oorzaak Andere oorzaak einde werk/zw/wia Beëindiging huwelijk/relatie Beëindiging studie Oorzaak bij partner Pardonregeling asielzoekers 2007 Uitkering werkeloosheid Zelfstandig beroep of bedrijf Totaal

jaar 2011 2012 221 264 65 56 58 50 14 5 8 19 10 4 62 97 17 24 455 519

2013 289 51 74 14 19 7 166 38 658

Reden einde bijstand Reden Aangaan relatie Aanvaarden arbeid in loondienst Aanvang studie Andere oorzaak Andere uitkering (zw/ww/wia) Bereiken pensioengerechtigde leeftijd Detentie Inlichtingenplicht Overlijden Verhuizing andere gemeente/buitenland Vermogen Zelfstandig beroep of bedrijf Totaal

jaar 2011 2012 29 21 228 158 13 8 75 134 14 19 46 35 4 8 57 44 11 10 60 71 2 3 15 10 554 521

21

2013 22 136 12 175 13 30 11 40 15 89 2 13 558


Gemiddelde uitkering Het gemiddelde bedrag dat het Rijk rekent bij de vaststelling van de gemeentelijke budgetten was € 14.165. De gemiddelde uitkering in 2013 was € 13.394 (2012 = € 13.012). De hoogte van de gemiddelde uitkering is afhankelijk van: de verhouding alleenstaand, alleenstaande ouder of gehuwd/samenwonend; de inkomsten van de uitkeringsgerechtigden (toeslagen, alimentatie en inkomsten uit arbeid) en de debiteurenontvangsten. Zelfstandigen Het resultaat op bijstandverstrekkingen aan zelfstandigen bedraagt € 30.900 lager dan begroot. In onderstaande tabel zijn de uitgaven levensonderhoud van gevestigde zelfstandigen en de uitgaven bedrijfskapitaal van zowel de gevestigde als de startende zelfstandigen opgenomen. Bbz begroot

werkelijk

Uitgaven levensonderhoud Uitgaven bedrijfskapitaal Onderzoekskosten Aflossing & rente bedrijfskapitaal Totale uitgaven

€ € € € €

12.000 55.000 110.000 43.000 -

€ € € € €

92.300 35.000 61.400 48.000 140.700

Rijksbijdrage Vastbudget Totale inkomsten

€ € €

24.000 5.000 19.000 -

€ € €

114.700 19.100 133.800

Resultaat

€

24.000

€

6.900-

Begrotingsverschil Het begrotingsverschil wordt veroorzaakt door een hoger budget van het Rijk. In de begroting werd uitgegaan van een bijdrage van € 19.782.000. Het definitieve budget is vastgesteld op € 20.089.500. Incidentele Aanvullende Uitkering (IAU) Bij geen enkele deelnemende gemeente is het tekort op de uitkeringsverstrekking groter dan 10% van het budget Inkomensdeel. Hierdoor kan er in 2013 geen beroep worden gedaan op een Incidentele Aanvullende Uitkering.

22


Wat hebben we nog meer gedaan? Handhaving en Preventie Met de aanstelling per 01-06-2013 van een extra fraudepreventiemedewerker, is de intakeprocedure verder ontwikkeld en aangescherpt. Doelstelling was verdere ontwikkeling van de Poortwachtersfunctie. Onderstaand overzicht geeft een inzicht in de resultaten (01-06-2013 tm 31-12-2013). Omschrijving Aantal nieuwe aanmeldingen (a) Tegengehouden door preventiemedewerker (b)

Aantal

%

613 75

12

Omschrijving In aanvraagprocedure genomen (c) Intrekkingen Afwijzingen Buiten behandeling gesteld Toekenningen Nog onbeslist

Aantal 391 74 17 28 188 84

% 19 4 7 48 21

Het verschil a – (b + c) is 147. Dit zijn grotendeels jongeren met een wachtperiode van 4 weken. Van dit aantal houden de jongerenconsulenten nog veel tegen aan de poort.

23


PROGRAMMA 3 – ZORG Doelstelling Het verstrekken van financiële bijdragen aan minima met een inkomen tot 110% van sociaal minimum en het helpen van inwoners met financiële problemen. Maatschappelijke effecten Armoedebeleid en sociale uitsluiting Kinderen. Uit onderzoeken blijkt dat kinderen die te maken hebben met langdurige financiële „ondervoeding‟, worden geremd in hun lichamelijke en geestelijke ontwikkeling. Kinderen, die in deze kwetsbare gezinnen opgroeien, ondervinden daarvan negatieve gevolgen. Deze hebben betrekking op: o hun schoolcarrière, hun sociaal-emotionele ontwikkeling, hun gezondheid en daarmee ook op hun toekomstkansen. Kinderen en jongeren worden door armoede ernstig in hun sociale mobiliteit belemmerd. Dit is merkbaar op school, in hun vrije tijdsbesteding en op de arbeidsmarkt. Armoede werkt achterstand in de hand en de kans dat armoede zich ook in de volgende generatie voortzet, is daardoor groot; o een steeds groter isolement, een cirkel van de langdurige armoede en non-participatie. Ouderen, chronische zieken en gehandicapten. De RFBU is een vergoeding voor extra kosten in verband met ouderdom, chronische ziekte en handicap. Dit is een meer kwetsbare doelgroep ten opzichte van de doelgroep uitkeringsgerechtigden die nog werk kunnen vinden. In feite betreft het de zogenaamde „verborgen kosten‟ die deze doelgroep heeft. Hierbij valt te denken aan eigen bijdragen van voorzieningen; dieetkosten; extra warmtetoeslag; kosten ziekenvervoer; kosten van kleding, beddengoed en waskosten; kosten van zelfzorgmiddelen, kosten van mantelzorg en dergelijke. Er zijn geen voorliggende voorzieningen die voorzien niet in deze „verborgen‟ kosten. De samenloop van maatregelen De ingezette: bezuiniging op de individuele bijzondere bijstand, de minimaregelingen en de schuldhulpverlening; de wijziging van de Wwb in de vorm van aanscherping van de Wwb; verdere bezuinigingen door het Rijk in de vorm van versobering basispakket zorg en verhoging eigen risico, verhoging eigen bijdrage kinderopvang, bezuiniging kindgebonden budget, verhogen drempel zorgtoeslag, verlaging huurtoeslag en anderen; 24


betekent voor de burgers met een laag inkomen een cumulatie van meerdere (bezuiniging-) maatregelen door het rijk of de gemeente. Dit heeft tot gevolg dat: de inkomenspositie van de doelgroep verslechtert en de armoede toeneemt. Armoede werkt achterstand in de hand; de deelname aan activiteiten wordt beperkt. Daarmee wordt de sociale activering en de mogelijkheid tot ontwikkeling beperkt. Dit geeft aanleiding tot sociaal isolement en sociale uitsluiting; schuldproblemen toenemen dan wel schuldregelingen moeilijker te realiseren zijn het aantal burgers dat recht heeft op een uitkering afneemt. Deze burgers verdwijnen uit beeld en dit heeft specifiek gevolgen voor hun mogelijkheden om door middel van: o re-integratie- of zorgtrajecten of trajecten sociale activering (weer) aan het werk te gaan; o begeleiding hun (meervoudige) problemen op te lossen. Dit heeft specifiek gevolgen voor jongeren. De aanscherping van de Wwb heeft tot gevolg dat de eigen verantwoordelijkheid om zelfstandig in het bestaan te voorzien toeneemt en in bepaalde gevallen ook tot gevolg dat: gezinsinkomens, waarbij er sprake is van meerdere uitkeringen achter „een voordeur‟, teruggebracht worden tot een maatschappelijk meer aanvaardbare hoogte; het zoeken naar en het behouden van werk gestimuleerd wordt. Kinderopvang: Gemeenten hebben een wettelijke verplichting om het ontbrekend werkgeversdeel te vergoeden aan degenen die behoren tot de doelgroep. De gedeeltelijke bekostiging (het ontbrekend werkgeversdeel) van de kinderopvang aan deze personen maakt het mogelijk om deel te kunnen nemen aan bepaalde activiteiten zoals re-integratietrajecten. kinderopvang SMI: De bekostiging van kinderopvang op grond van sociaal medische indicatie maakt het mogelijk om de zorg voor een kind te waarborgen indien de verzorgende ouder (door lichamelijke, zintuiglijke, verstandelijke of psychische beperkingen) tijdelijk wegvalt. Schulddienstverlening: Schulddienstverlening draagt bij aan een toenemende zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie van burgers. Uit onderzoek is gebleken dat de baten van schulddienstverlening ruim tweemaal zo hoog zijn dan de bedragen die gemeenten gemiddeld hieraan uitgeven. Het investeren in schulddienstverlening levert gemeenten een besparing op. De grootste besparingen worden gerealiseerd door een kortere uitkeringsduur en het voorkomen van huisuitzettingen. Door bezuinigingen van het Rijk ontvangen gemeenten minder financiële middelen. Het is van belang dat de middelen efficiënt worden ingezet. In dit kader toetst de RSD de motivatie van de schuldenaar en worden er uitsluitinggronden gehanteerd. Het uitsluiten van mensen kan zijn beslag

25


krijgen op verschillende gebieden zoals verminderde arbeidsparticipatie en verhoogde criminaliteit. Dit kan een negatieve weerslag hebben op maatschappelijke kosten. Formulierenbrigade: Door ondersteuning te bieden bij het invullen van formulieren, het ordenen van de thuisadministratie en mensen te leren dit zelfstandig te doen dan wel hun sociale netwerk hierbij te betrekken wordt voorkomen dat er problemen ontstaan door het niet gebruik van voorliggende voorzieningen dan wel het ontstaan van schulden. De Formulierenbrigade is in 2013 ondergebracht bij de Stichting Leergeld en werkt met vrijwilligers veelal op locatie in de deelnemende gemeenten. Nazorg ex-gedetineerden: Het investeren in de nazorg van ex-gedetineerden heeft als doel het terugdringen van recidive, het versterken van de slagingskansen van maatschappelijke re-integratie van ex-gedetineerden en het vergroten van de maatschappelijke veiligheid. Wat hadden we ons voorgenomen? Armoedebeleid en sociale uitsluiting Bij het bestrijden van armoede en sociale uitsluiting krijgen alleenstaande ouders en gehuwden met schoolgaande kinderen specifieke aandacht. Hiertoe: - Wordt een project „Personal Computer‟ uitgevoerd en worden minimaal 70 computers verstrekt ten behoeve van kinderen, die het voortgezet onderwijs gaan volgen. - Worden op grond van het Regionale Declaratiefonds (RDF) 475 bijdragen voor deelname aan sportieve, recreatieve, culturele, sociaal-culturele- en educatieve activiteiten ten behoeve van kinderen verstrekt en 485 bijdragen voor indirecte studiekosten ten behoeve van kinderen, die het basisonderwijs of het voortgezet onderwijs volgen. - Het verstrekken van voornoemde voorzieningen wordt uitgevoerd in samenwerking met de Stichting Leergeld Alblasserwaard-Vijfheerenlanden. Om tot een betere uitvoering van de gezamenlijke doelstellingen en een efficiëntere bedrijfsvoering voor beide organisaties te komen worden in het kader van de financiering en de procedures maatregelen genomen. Dit leidt er toe dat voorzieningen in hoofdzaak in natura aangeboden worden en er is één op één controle dat de voorziening rechtstreeks aan het kind ten goede komt. Er is dan sprake van een éénloketfunctie (stichting Leergeld) en een beter bereik van de doelgroep. - Wordt in 65 gevallen bijzondere bijstand om niet verstrekt in de kosten van noodzakelijke aanschaf, vervanging of reparatie van duurzame gebruiksgoederen aan een belanghebbende met ten laste komende kinderen.

26


In het kader van het bestrijden van armoede en sociale uitsluiting worden verder de volgende voorzieningen verstrekt: - 3550 verstrekkingen individuele bijzondere bijstand, waaronder een voorziening voor (warme) maaltijden en voor leningen voor duurzame gebruiksgoederen. - 945 bijdragen in de kosten van de premie van de aanvullende collectieve zorgverzekering voor ziektekosten - 620 verstrekkingen Regionaal Fonds Buitengewone Uitgaven (RFBU) ten behoeve van ouderen, chronisch zieken en gehandicapten; - 875 verstrekkingen voor deelname aan sportieve, recreatieve, culturele, sociaal culturele en educatieve activiteiten uit het RDF t.b.v. volwassenen. - 590 verstrekkingen Langdurigheidtoeslag (LDT); - het aanbieden van 50 zorgtrajecten; Verder wordt bij het bestrijden van armoede en het voorkomen van sociale uitsluiting: - op bestuurlijk- en ambtelijk niveau regionaal een brede integratie, samenwerking en afstemming van de drie participatiewetten Wet Werk en Bijstand, de Wet Sociale Werkvoorziening en de Wet Maatschappelijke Ondersteuning alsmede van de verdere samenwerking binnen het sociale domein in de regio ingezet. In 2013 en in de jaren daarna komt de transitie en transformatie van deze wetten tot uitvoering. Ook met betrekking tot ZORG participeert de RSD AV, waarbij het opvangen van de gevolgen van de eerder genoemde maatschappelijke effecten en van samenloop van maatregelen voorop staat; - wordt overleg gevoerd met en actief samengewerkt met zorginstellingen en de intermediairs binnen deze instellingen; - procedures en regelgeving verder vereenvoudigd; - in het kader van voorlichting: - worden de scholen in het zorggebied van de RSD actief benaderd in verband met het project „Personal Computer‟, de bijdragen RDF en de verdere dienstverlening ten behoeve van kinderen; - wordt op de website van de RSD informatie verstrekt over de voorzieningen en diensten; - wordt voorlichting gegeven aan 30 zorginstellingen en de intermediairs binnen deze instellingen. Kinderopvang - Het verstrekken van een tegemoetkoming kinderopvang op grond van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen aan 90 ouders. - Het verstrekken van een tegemoetkoming kinderopvang op grond van een sociaal medische indicatie aan 9 ouders.

27


Schulddienstverlening - 750 hulpvragen behandelen - 650 indicatiegesprekken houden - 200 budgetadviesgesprekken houden - 125 budgetadviesgesprekken met advies stabiel leven met schulden houden - 25 leningen schulddienstverlening en lening goederen verstrekken - 225 aanvragen traject schulddienstverlening in behandeling nemen - 160 trajecten met uitsluitend budgetbeheer bieden - 160 trajecten met budgetbeheer in combinatie met een traject schulddienstverlening bieden - 2 budgetcursussen organiseren Formulierenbrigade - 500 bezoekers te woord staan op het Werkplein te Gorinchem - 500 huisbezoeken afleggen Nazorg - 110 detentiemeldingen Digitaal Platform Aansluiting Nazorg (DPAN) verwerken - 25 verwijzingen naar de Centrale Toegang/Veiligheidshuis verzorgen - 75 acties op de vijf leefgebieden ondernemen Wat hebben we gedaan? Bestrijden van armoede en sociale uitsluiting Ten behoeve van kinderen De Stichting Leergeld AV voert o.a. via de RSD de regelingen uit voor het bestrijden van armoede onder, het deelnemen aan maatschappelijke activiteiten door en het voorkomen van sociale uitsluiting van kinderen. Dit leidt er toe dat voorzieningen in hoofdzaak in natura aangeboden worden en dat de voorziening rechtstreeks aan het kind ten goede komt. Er is dan sprake van een laagdrempelige éénloketfunctie (Stichting Leergeld) en een beter bereik van de doelgroep. Dit draagt bij aan een betere toegang tot maatschappelijke activiteiten en toegang tot het onderwijs. Het draagt dus bij aan het betrekken van kinderen bij de samenleving en het verkleinen van de tweedeling tussen kansarme en kansrijke kinderen. Het investeert in de ontwikkelkansen, in de maatschappelijke participatie en in het voorkomen van sociale uitsluiting van kinderen. Bestrijden van armoede en sociale uitsluiting Bij het bestrijden van armoede en sociale uitsluiting hebben alleenstaande ouders en gehuwden met schoolgaande kinderen specifieke aandacht gekregen. Hiertoe is het verstrekken van voorzieningen uitgevoerd in samenwerking met de Stichting Leergeld AV. In 2013 heeft Stichting Leergeld 1374 hulpvragen ontvangen.

28


In onderstaande tabel staat een specificatie van de hulpvragen in aantal en bedrag. Toegekende voorzieningen Verstrekken personal computer of laptop ten behoeve van kinderen, die het voortgezet onderwijs gaan volgen. Bijdragen voor deelname aan sportieve, recreatieve, culturele, sociaal-culturele- en educatieve activiteiten Bijdragen in Indirecte studiekosten Totaal

Aantal 76

Bedrag € 38.425

701

€ 74.336

876 1653

€ 87.655 € 200.416

Verder: is in 43 gevallen bijzondere bijstand om niet verstrekt in de kosten van noodzakelijke aanschaf, vervanging of reparatie van duurzame gebruiksgoederen aan een belanghebbende met ten laste komende kinderen; zijn de scholen en verenigingen in het zorggebied van de RSD actief benaderd in verband met het project „Personal Computer‟, de bijdragen RDF en de verdere dienstverlening ten behoeve van kinderen; is tijdens de bijeenkomst met staatssecretaris Jetta Klijnsma in het kader van de landelijke armoede-estafetteweek specifieke aandacht besteed aan het bestrijden van armoede onder kinderen en het werk van de Stichting Leergeld in deze; zijn in het kader van de financiering en de procedures maatregelen genomen om tot een betere uitvoering van de gezamenlijke doelstellingen en een efficiëntere bedrijfsvoering voor beide organisaties te komen In het kader van het bestrijden van armoede en sociale uitsluiting zijn verder de volgende voorzieningen verstrekt: 4.097 verstrekkingen individuele bijzondere bijstand, waaronder een voorziening voor (warme) maaltijden en voor leningen voor duurzame gebruiksgoederen. 889 bijdragen in de kosten van de premie van de aanvullende collectieve zorgverzekering voor ziektekosten 694 verstrekkingen Regionaal Fonds Buitengewone Uitgaven (RFBU) ten behoeve van ouderen, chronisch zieken en gehandicapten; 1.153 verstrekkingen voor deelname aan sportieve, recreatieve, culturele, sociaal culturele en educatieve activiteiten uit het Regionaal Declaratie Fonds (RDF) t.b.v. volwassenen. 737 verstrekkingen Langdurigheidtoeslag (LDT); Ook is bij het bestrijden van armoede en het voorkomen van sociale uitsluiting alsmede schulddienstverlening: overleg gevoerd met en actief samengewerkt met zorginstellingen en de intermediairs binnen deze instellingen; zijn door het verder inrichten van het Klantcontactcentrum (KCC) procedures en regelgeving verder vereenvoudigd alsmede de voorlichting verbeterd;

29


is in het kader van voorlichting: - op de website van de RSD informatie verstrekt over de voorzieningen en diensten; - voorlichting gegeven aan zorginstellingen en de intermediairs binnen deze instellingen. Kinderopvang Vanaf 1 januari 2013 wordt de uitkering van het ontbrekend werkgeversdeel voor doelgroepouders uitgevoerd door de Belastingdienst. De werkzaamheden die de RSD AV vanaf laatstgenoemde datum dient uit te voeren gerelateerd aan deze wetgeving is het zorgen voor aanlevering van gegevens aan de Belastingdienst en het verstrekken van verklaringen aan doelgroepouders. Om te zorgen dat ouders met een inkomen op bijstandsniveau door de betaling van de eigen bijdrage niet onder het bestaansminimum komen verstrekt de RSD AV een aanvullende compensatie vanuit het Participatiebudget aan een specifieke groep uitkeringsgerechtigden. 6 tegemoetkomingen kosten kinderopvang op grond van een sociaal medische indicatie verstrekt 53 aanvullende compensaties m.b.t. de eigen bijdrage in de kinderopvang verstrekt ten laste komend van het deelbudget re-integratie van het Participatiebudget aan doelgroepouders. Schulddienstverlening De RSD AV zet in op preventie en zet hierbij speciaal in op jongeren. Door in te zetten op een goede financiële educatie onder jongeren wordt ingespeeld op het vroegtijdig voorkomen van het ontstaan van schuldenproblematiek. Om de klant te helpen een duurzaam financieel evenwicht te bereiken door het bieden van integrale schulddienstverlening zijn er in 2013: 849 hulpvragen ontvangen 105 budgetadviesgesprekken gevoerd 335 budgetadviesgesprekken gevoerd met een advies stabiel leven 252 trajecten schulddienstverlening gestart (waarvan nog in intakefase) 18 leningen verstrekt 300 budgetbeheerrekeningen beheerd 375 lopende trajecten schulddienstverlening beheerd 3 algemene budgetcursussen georganiseerd 2 incompany budgetcursussen georganiseerd op SW bedrijf de Avelingen Groep Het uitvalpercentage na de intake is 7 %. Ten opzichte van 2012 is er sprake van een lichte daling van het aantal ingediende hulpvragen. Het uitvalpercentage na intake is lager waardoor er uiteindelijk meer hulpvragen zijn behandeld. Er is sprake van een toename van de complexiteit van de aanmeldingen. Dit verklaart het hogere aantal gevoerde budgetadvies gesprekken met een advies stabiel leven met schulden.

30


Formulierenbrigade De Formulierenbrigade biedt ondersteuning aan alle inwoners van de zeven gemeenten op het gebied van het ordenen van de thuisadministratie en het invullen van formulieren waarbij de nadruk ligt op het aanleren van het zelfstandig uitvoeren ervan. De Formulierenbrigade heeft : 1014 hulpvragen behandeld 1/3 van de hulpvragen is behandeld middels een huisbezoek Ten opzichte van 2012 is er sprake van een ruime verdubbeling van het aantal hulpvragen. Met name zien wij een stijging van geboden ondersteuning bij het invullen van formulieren m.b.t. minimabeleid, WWB aanvragen en formulieren van de belastingdienst (m.u.v. het doen van aangifte, hiervoor wordt verwezen naar de Belastingdienst). Nazorg ex-gedetineerden In de functie van Regionaal Coördinatiepunt Nazorg ex-gedetineerden heeft de RSD zorg gedragen voor de uitwisseling van informatie en complementeren van gegevens betreffende gedetineerde burgers uit de regio AV en het coördineren van de nazorgfase na detentie waar het gaat om het geleiden van hulpvragen naar voorliggende voorzieningen. Door het Regionaal Coördinatiepunt Nazorg ex-gedetineerden 18+ (RCN) kan maatwerk in de regio worden geboden. Het RCN heeft in 2013 onder andere : 375 mutaties van het Digitaal Platform Aansluiting Nazorg (DPAN) verwerkt 109 doormeldingen gedaan aan lokale zorgnetwerken 8 doormeldingen gedaan aan de Centrale Toegang In 81 % van de gevallen was er sprake van een detentieperiode korter dan 3 maanden. In 6% van de gevallen is er sprake geweest van recidive, 44 % van de gedetineerden was jonger dan 30 jaar. Wat hebben we nog meer gedaan? Incompany budgettraining SW bedrijf Uit onderzoek is gebleken dat het aantal werknemers met schuldenproblematiek werkzaam bij SWbedrijven hoog is. De RSD AV heeft daarom dit jaar extra ingezet op financiële educatie onder deze betreffende doelgroep. Dit heeft geresulteerd in het aanbod van twee incompany budgettrainingen die in 2013 van start zijn gegaan bij de Avelingen Groep.

31


Preventieproject jongeren De RSD is in 2012 gestart met het preventieproject gericht op jongeren. In 2013 heeft de RSD AV ingezet op preventie specifiek gericht op jongeren van het voortgezet onderwijs in de regio. Er is samenwerking gezocht met het Nibud en lokale banken waarbij de RSD AV alle scholen van het voortgezet onderwijs in de regio heeft aangeboden om de eigen bedrage gerelateerd aan deelname aan het project Moneywise, voor haar rekening te nemen. Staatssecretaris Jetta Klijnsma heeft in het kader van de landelijke armoede-estafetteweek in oktober 2013 de start van het project bijgewoond. Inmiddels loopt het project op meerdere scholen in de regio.

Staatssecretaris Klijnsma in de klas bij het Merewade.

Project vroegsignalering De RSD hecht groot belang aan het inzetten op vroegsignalering en snelle doorverwijzing. In 2012 is gestart met het project vroegsignalering. Samen met stichting Leergeld wordt er ingezet op het maken en onderhouden van samenwerkingsafspraken met diverse partijen in de regio (waaronder de voedselbanken) om zo vroegsignalering te bevorderen en een integrale aanpak te versterken. Lokale verankering De RSD heeft in 2013 haar rol ten aanzien van lokale verankering actief opgepakt door verbindingen te leggen tussen de andere transities en speelt in op samenwerking tussen de hieraan gerelateerde partijen. In samenwerking met de gemeenten wordt op verschillende fronten ingezet op lokale aanhechting en wordt mede middels pilots onderzocht hoe deze aanhechting het beste vorm kan worden gegeven. De RSD maakt onderdeel uit van de werkgroep Wmo-Awbz en heeft haar lijnen met de werkgroep Jeugdzorg en is actief betrokken bij hieraan gerelateerde overleggen (o.a. toegang, huishoudelijke hulp, etc). De RSD neemt deel aan diverse pilots en leverde in 2013 een belangrijke bijdrage aan de georganiseerde werkateliers (in april en oktober 2013). De RSD ziet kansen om door samenwerking met gemeenten, vrijwilligersvacaturebanken en maatschappelijke organisaties (denk hierbij ook aan samenwerking met het onderwijs en wijkcentra) wijkcohesie te vergroten. Hierbij wordt uitgegaan van de eigen kracht van inwoners en wordt ingespeeld op het voorzien van ondersteuning waar nodig. Het inzetten op activering van burgers (waaronder onze cliënten- met name uit de lagere treden) speelt hierin mede een belangrijke rol.

32


Pilots sociale wijkteams De RSD is betrokken bij de pilots sociale wijkteams van de gemeente Leerdam en Gorinchem (nog in opstartfase). Eén van de RSD consulenten maakt deel uit van het sociale wijkteam Leerdam. Pilots wijkcentra Gorinchem en Molenwaard De RSD AV is in 2013 gestart met de pilot de Bogerd (gemeente Gorinchem) en Huis van de Waard (gemeente Molenwaard). Hierin wordt ingespeeld op het samenwerken met gemeenten/vrijwilligersvacaturebanken en wijkcentra om zo samen vrijwilligers te werven en in te zetten op het vergroten van de sociale cohesie in de wijk door mensen te laten deelnemen aan activiteiten (zowel ten aanzien van de Bogerdse Doedag als Huis de Waard heeft dit geresulteerd in werving van vrijwilligers uit ons uitkeringsbestand). Project netwerkversterking kwetsbare burgers Dit project gestart door de gemeente Gorinchem heeft als doel het netwerk van burgers te vergroten (sociale netwerkstrategieën). De RSD is nauw betrokken bij dit project en heeft in 2013 mensen aangeleverd die een netwerkcoach konden gebruiken en heeft ook een bijdrage geleverd ten aanzien van de werving van benodigde coaches (van de 19 coaches zijn er 7 afkomstig uit de WWB). Wat heeft het gekost? Programma 3 Zorg


Rekening

Verschil

totaal lasten €

1.551.200

€

1.350.000

€

1.466.000

€

85.200-

totaal baten €

1.551.200

€

1.350.000

€

1.466.000

€

85.200-

saldo programma €

-

€

-

€

-

Toelichting op verschil tussen rekening en aangepaste begroting: (+ = batig; - = nadelig) Minimabeleid

€

84.300-

Kinderopvang

€

900-

€

85.200-

meer gebruik van de voorziening het aantal verstrekkingen is iets hoger dan verwacht

In vergelijk met de oorspronkelijke begroting 2013 van het programma Zorg is er een overschrijding van het budget. Dit wordt veroorzaakt door hogere uitgaven in het kader van de bijzondere bijstand en de minimaregelingen als gevolg van: de langdurige economische recessie, waardoor meer burgers door verslechtering van hun financiële positie een beroep doen op de bijzondere bijstand en de minimaregelingen;

33


het aanzienlijk toenemen van de bijzondere bijstand voor de kosten van bewindvoering in het kader van schulddienstverlening. Dit heeft al aanleiding gegeven tot landelijke discussie. De vergoedingen voor bewindvoering en dergelijke zijn bij wet geregeld. In de optiek van de rijksoverheid zijn dit noodzakelijke kosten en vloeien deze voort uit de bijzondere individuele omstandigheden van betrokkene. Dit betekent dat er bijzondere bijstand voor verleend moet worden; hogere uitgaven bijzondere bijstand van de kosten van inrichting woning/aanschaffen huisraad dan geraamd. Dit houdt onder andere verband met de taakstelling van de huisvesting van asielzoekers en statushouders in de RSD-gemeenten en het eventueel inhalen van een achterstand in huisvesting. Er wordt dan bijzondere bijstand verleend voor de kosten van inrichten van de woning. Dit is afhankelijk van de taakstelling en het toewijzen van woningen aan deze doelgroep in die bepaalde gemeente en de RSD heeft hier geen invloed op. Voor intensivering van het armoede en schuldenbeleid is er voor het jaar 2013 € 19 miljoen toegevoegd aan het Gemeentefonds. Voor de deelnemende gemeenten betekent dit dat zij gezamenlijk ca. € 75.000 meer ontvangen voor minimaregelingen en de schuldenproblematiek. Helaas is dit onvoldoende om het tekort op het minimabeleid te financieren.

34


PROGRAMMA 4 – APPARAAT Doelstelling Het goed kunnen laten functioneren van het apparaat, alsmede het realiseren van de in de gemeenschappelijke regeling gestelde doelen. Het versterken van de kwaliteit van de regionale samenwerking en de realisatie van gezamenlijke professionele uitvoering in regionaal verband. Maatschappelijke effecten apparaat Een verlaging van de personeelsformatie heeft tot gevolg dat verhoudingsgewijs de begeleiding en dienstverlening ten behoeve van de klant soberder wordt. Door het ingezette proces naar meer efficiënt en effectief werken wordt dit (deels) ondervangen. De natuurlijke afvloeiing van oudere werknemers heeft verlies van deskundigheid en expertise tot gevolg. Door het bieden van kansen aan jongere medewerkers en door het investeren in opleiding wordt dit (deels) ondervangen. Wat hadden we ons voorgenomen? -

Samenwerking met Avelingen Groep verlaging formatie met 2,6 fte ziekteverzuim handhaven op 3,3% scholing personeel inbesteden van taken geleidelijke invoering documentair informatiesysteem


-

De samenwerking met de Avelingen Groep begint steeds meer heldere vormen aan te nemen. Er is een projectgroep waarin de beide bestuursvoorzitters, beide directeuren met ondersteuning van hun beleidsmedewerker, een onafhankelijk bestuurslid en de gemeentesecretaris van de gemeente Gorinchem. Het project wordt begeleid door Berenschot. Ook is er een pilot gestart waarin beide organisaties participeren. Om te kunnen voldoen aan de bezuinigingsopdracht van het bestuur was het voornemen om de formatie van de RSD met 2,6 fte te verlagen. Als gevolg van de crisis doen meer burgers een beroep op bijstand en schulddienstverlening waardoor de RSD hier niet in is geslaagd. Door de werkdruk is zelfs een tijdelijke uitbreiding van de formatie nodig geweest. De financiering van deze extra uitgaven zijn in overleg met het bestuur ten laste gebracht van de reserve ontwikkelingen RSD 2013.

35


-

-

Het ziekteverzuimpercentage bij de RSD was in 2013 3,5%. Dit ligt nog ver onder het landelijk gemiddelde van 5,3%. (2012) Het investeren in de kennis en kunde en de persoonlijke ontwikkeling van de medewerk(st)ers heeft in 2013 zijn beslag gekregen. Dit met het doel een optimale dienstverlening aan onze cliënten op een hoogwaardig niveau te hebben en bovenal te houden. Met de inbesteding van taken is een bedrag van € 804.600 ten laste gebracht van het participatiebudget De RSD heeft het gebruik van ons DMS (Verseon) in 2013 redelijk snel onder knie gekregen. Na vervolgtrainingen in het eerste kwartaal zijn de laatste organisatorische hobbels glad gestreken. Verder is het DMS vanaf september 2013 gekoppeld aan de GBA voorziening, zodat verschillen in NAW (naam, adres woonplaats) zijn opgelost. Tot slot is in december 2013 Verseon aangevuld met de mogelijkheid om management rapportages te generen. Hieruit blijkt o.a. dat er in 2013 bijna 21.000 zaken en documenten zijn geregistreerd en dus digitaal opgeslagen.

Wat hebben we nog meer gedaan? -

Er heeft in 2013 een Preventief Medisch Onderzoek (PMO) onder de medewerkers plaatsgevonden. De belangrijkste bevindingen waren:  Hoge betrokkenheid bij het werk, collega‟s en cliënten;  medewerkers schatten hun vitaliteit te hoog in;  medewerkers hebben behoefte aan verandering in levensstijl;  de werkdruk door veel medewerkers als te hoog wordt ervaren;  30 medewerkers hebben te maken gehad met lastig gedrag van cliënten. Een medewerker heeft te maken gehad met lichamelijk agressie;  40% van de medewerkers heeft een matige/slechte Hartritmevariatie wat duidt op lichamelijk stress;  18% van de medewerkers heeft op dit moment een verhoogd risico volgens de werkvermogenmonitor; (Het werkvermogen is een manier om de fysieke en mentale capaciteiten van medewerkers om de belastende factoren in het werk het hoofd te bieden)  25% van de medewerkers heeft een verhoogd risicoprofiel op metabolische klachten De uitkomst van het PMO was voor het management aanleiding om per direct enkele maatregelen te nemen. 1. Enkele medewerkers zijn geadviseerd in verband met hun klachten contact met hun huisarts op te nemen; 2. Er is een introductie cursus mindfullness georganiseerd, waarna 14 deelnemers zich hebben aangemeld voor een vervolgcursus; 3. In 2012 was er een herhalingstraining omgaan met agressie. In 2014 zal deze herhalingstraining weer plaatsvinden; 4. Er zijn bij de teams waar de druk het grootst is tijdelijk extra medewerkers geplaatst. 36


Wat heeft het gekost? Programma 4 Apparaat


Rekening

Verschil

totaal lasten €

6.388.000

€

5.863.600

€

6.417.700

€

29.700

totaal baten €

6.066.700

€

5.817.000

€

6.081.400

€

14.700

€

15.000-

saldo programma €

321.300-

€

46.600-

€

Het negatieve resultaat op de rekening wordt als volgt gedekt uit de reserves: onttrekking reserve BVG onttrekking reserve Kwaliteit onttrekking reserve Ontw. 2013 totaal

€ € € €

14.600 28.300 278.400 321.300

37

336.300-


OVERZICHT ALGEMENE DEKKINGSMIDDELEN Het totaal van de uitgaven voor het programma Apparaat (exclusief de baten) bedraagt € 6.388.000. De dekking bestaat uit de bijdrage van de deelnemende gemeenten. Daarnaast zijn er opbrengsten uit rente en opbrengsten als gevolg van inbesteding. Verder vindt er een onttrekking plaats uit de reserve BVG, reserve Kwaliteit en reserve Ontwikkelingen 2013. totale kosten bijdrage deelnemende gemeenten bijdrage gemeenten Alfacheque onttrekking reserve BVG onttrekking reserve Kwaliteit onttrekking reserve Ontw. 2013 resultaat nog te bestemmen

€ 6.388.000 + € 6.066.700 € 149.000 € 14.600 € 28.300 € 278.400 € -

Onder de algemene dekkingsmiddelen zijn de bijdragen deelnemende gemeenten opgenomen: Op grond van art. 25 van de gemeenschappelijke regeling dragen de deelnemende gemeente bij in het exploitatietekort op basis van de afgesproken verdeelsleutel. De bijdrage over 2013 op basis van de eenheden van de junicirculaire 2012 en de maatstaven 2012 per gemeente is als volgt: Werkelijke kosten per gemeente Gemeente Giessenlanden Gorinchem H‟Veld-G‟Dam Leerdam Lingewaal Molenwaard Zederik Totaal

% 5,84% 41,41% 7,87% 20,12% 6,28% 12,60% 5,88% 100,00%

bedrag apparaat € 354.300 € 2.512.300 € 477.400 € 1.220.600 € 381.000 € 764.400 € 356.700 € 6.066.700

rekening 2013 % bedrag alfacheque 8,49% € 12.700 32,31% € 48.100 14,22% € 21.200 20,55% € 30.600 0,00% € 15,32% € 22.800 9,11% € 13.600 100,00% € 149.000

€ € € € € € € €

Totaal 367.000 2.560.400 498.600 1.251.200 381.000 787.200 370.300 6.215.700

Begrote kosten per gemeente Gemeente Giessenlanden Gorinchem H‟Veld-G‟Dam Leerdam Lingewaal Molenwaard Zederik Totaal

% bedrag oorspronkelijk 5,70% € 331.400 42,07% € 2.447.100 7,78% € 452.600 19,23% € 1.118.800 6,35% € 369.200 12,45% € 724.200 6,42% € 373.700 100,00% € 5.817.000

Begroting 2013 bedrag % bedrag nieuw Alfacheque 5,84% € 355.300 8,49% € 12.700 41,41% € 2.518.300 32,31% € 48.500 7,87% € 478.400 14,22% € 21.300 20,12% € 1.223.800 20,55% € 30.800 6,28% € 382.000 0,00% € 12,60% € 766.100 15,32% € 23.000 5,88% € 357.500 9,11% € 13.700 100,00% € 6.081.400 100,00% € 150.000 %

38

Totaal € 368.000 € 2.566.800 € 499.700 € 1.254.600 € 382.000 € 789.100 € 371.200 € 6.231.400


PROGRAMMA 5 – School & Bedrijf Doelstelling Het onderwijs in de regio aan laten sluiten bij zowel de korte- als lange termijnbehoeften op de (regionale) arbeidsmarkt. Wat doet School & Bedrijf (S&B) en wat zijn de maatschappelijke effecten In 2013 heeft het Bureau Onderwijs en Arbeidsmarkt een professionaliseringslag doorgemaakt. Een nieuwe naam en een nieuw logo horen bij deze doorstart, en tijdens het werkbezoek van Mirjam Sterk in november aan onze regio, werd BOA officieel omgedoopt tot School en Bedrijf (S&B), centrum voor onderwijs en arbeidsmarkt. S&B vormt een soort poortwachterfunctie voor de overheid; met het ontwikkelen en begeleiden van jongeren richting vakgebieden met een goed loopbaanperspectief (of stimuleren om langer of in andere richtingen door te leren), wordt voorkomen dat jongeren tijdelijk of langdurig een beroep moeten doen op een uitkering. S&B coördineert en werft stageplaatsen en koppelt BBL-trajecten aan werkgevers; ook hiermee wordt voorkomen dat jongeren uitvallen en een beroep moeten doen op een uitkering. Een ander maatschappelijk effect is dat door de inzet van het S&B het onderwijs beter vorm kan geven aan het opleiden voor beroepen met arbeidsperspectief i.p.v. voor een uitkering. Last but not least: Het (regionale) bedrijfsleven kan door het bestaan van S&B rekenen op voldoende instroom van gekwalificeerde jongeren, ook in sectoren waarin tekorten ontstaan (techniek, etc.). Dit wordt steeds belangrijker, gezien de krimp van de beroepsbevolking die sinds 2010 is ingezet. De tekortmarkt die hierdoor ontstaat, kan desastreuze gevolgen hebben voor de regionale economische groei. Wat hadden we ons voorgenomen? -

Jongeren afkomstig van BO en VO stimuleren om te kiezen voor een technische opleiding Jongeren én hun beïnvloeders enthousiast maken voor beroepen waarin een tekort aan personeel is: techniek Vergroten bekendheid rol S&B bij het regionale bedrijfsleven Betere afstemming tussen vraag naar en aanbod van stageplaatsen en BBL-plaatsen in de regio

39



-

-

-

-

Zorg Carrousel Project reeds gestart in 2007. In 2013 zijn er ca. 160 leerlingen bij betrokken en bij ca. 2 bezoeken/ gastlessen per leerling. Brede Carrousel Project ook reeds gestart in 2007. In 2013 zijn er ca 350 leerlingen bij betrokken. Ca 2/3 bezoeken/gastlessen per leerling. Game On In juni 2013 vond de 4de editie van de 2-jaarlijkse techniekmanifestatie Game On plaats. Het doel van de manifestatie is leerlingen in de leeftijd van 10 tot 14 jaar enthousiast te maken voor de technische sector. Het totaal aantal bezoekers was 4.189, waarvan 2.956 leerlingen van het basisonderwijs en 931 leerlingen van het voortgezet onderwijs. Masterclasses techniekbedrijven Is niet gerealiseerd. Gezamenlijk Relatie Beheer Van de stage-almanak is in 2013 de 4e editie gepubliceerd en verspreid. Springplank Jaarlijks zijn er 80 tot 100 leerlingen bij betrokken / 13 stagedagen per leerling. Vanaf augustus 2012 is Springplank geen gesubsidieerd project meer, maar is het geborgd bij School & Bedrijf en zijn afspraken gemaakt voor de komende 3 jaar. Care On Omdat onvoldoende helder is wat precies de gevolgen van de ontwikkelingen in de zorg zullen zijn voor de arbeidsmarkt, als gevolg van politieke keuzes en veranderde regel- en wetgeving, is besloten om Care On geen doorgang te laten vinden. BOA op de kaart (pr/visie/missie) Om BOA op de kaart te zetten hebben we in de periode maart-oktober voor 2 dagen per week (uitgezonderd de schoolvakanties) een kwartiermaker aangesteld om een businessplan te schrijven voor de komende jaren (2013-2015). Na goedkeuring van het businessplan door het AB is de kwartiermaker in oktober voor 2 dagen per week (uitgezonderd de schoolvakanties) aan de slag gegaan als projectleider. In november 2013 is de nieuwe website en de nieuwe naam naam van BOA gelanceerd: School & Bedrijf. Om de contacten met het bedrijfsleven te intensiveren zijn we lid geworden van een 2-tal werkgeversorganisaties. Leerwerkloket School & Bedrijf is een belangrijke partner van het in 2013 geïnstalleerde Leerwerkloket (LWL). Gedurende een aantal maanden heeft School & Bedrijf uitvoering gegeven aan de rol van projectleider van het LWL.

40


Wat heeft het gekost? Programma 5 School & Bedrijf

Rekening


Verschil

totaal lasten €

229.000

€

275.000

€

230.000

€

1.000

totaal baten €

221.000

€

275.000

€

240.000

€

19.000

€

-

€

10.000

€

18.000

saldo programma €

8.000-

Toelichting op verschil tussen rekening en aangepaste begroting: (+ = batig; - = nadelig) De uitgaven voor School en Bedrijf waren € 8.000 hoger dan de ontvangen bijdragen voor projecten en scholen. Overeenkomstig het besluit van het Algemeen Bestuur is dit resultaat ten laste gebracht van de reserve S&B.

41


DEEL 2: PARAGRAFEN

42


§ 1 LOKALE HEFFINGEN Deze paragraaf is niet van toepassing. § 2 WEERSTANDVERMOGEN Het weerstandsvermogen van de RSD is de financiële buffer om gevolgen (kosten) van risico‟s, die zich mogelijk gaan manifesteren en nog niet op een andere manier zijn ondervangen, af te dekken. De buffer voorkomt het bijstellen van of het aanpassen van het voorzieningenniveau. De financiële gevolgen van de risico‟s kunnen zowel incidenteel als structureel zijn. De hoogte van het weerstandsvermogen wordt bepaald door het risicoprofiel van de RSD en door de kaders die het bestuur stelt ten aanzien van de gewenste mate van zekerheid tot afdekken van de risico‟s. Het weerstandsvermogen wordt door twee factoren bepaald: de (beschikbare) weerstandscapaciteit niet afgedekte risico‟s (benodigde weerstandscapaciteit) Schematisch weergegeven: Risico‟s - economisch - politiek - juridisch - financiële verhouding - garantieverplichting - etc.

Weerstandscapaciteit - reserves - ruimte op de begroting

Samenloop van risico‟s

flexibiliteit Weerstandsvermogen

Weerstandscapaciteit De weerstandscapaciteit is de verzamelterm van al de middelen en mogelijkheden waarover de RSD beschikt of kan beschikken voor het bekostigen van niet voorziene financiële tegenvallers, waarvoor geen verzekering of voorziening is getroffen. Het gaat om de buffers in het eigen vermogen en in de exploitatie die we kunnen vrijmaken om niet begrote kosten te dekken die onverwachts en substantieel zijn zonder dat dit gevolgen heeft voor de uitvoering van het beleid. We maken daarbij onderscheid tussen incidentele en structurele weerstandscapaciteit. Dit biedt inzicht in de duurzaamheid waarmee we tegenvallers kunnen opvangen. Wij hanteren hierbij de uitgangspunten:

43


Incidentele weerstandscapaciteit De incidentele weerstandscapaciteit is het vermogen om calamiteiten 1-malig op te vangen. Het zijn de direct aan te wenden middelen voor financiële tegenvallers. De volgende bestanddelen rekenen we hiertoe: Algemene reserve Reserve inkomensdeel Bestemmingsreserves rekenen we niet mee omdat een onttrekking uit deze reserves direct invloed heeft op de dekking van de kosten in de exploitatie in meerjarenperspectief. De situatie in 2013 is dan als volgt: Weerstandscapaciteit Algemene reserve Reserve inkomensdeel

1 januari 2013 31 december 2013 € 773.500 € 1.586.400 € 1.825.200 € 2.258.100

Het beleid is dat de RSD een norm van maximaal 10% en minimaal 5% van het door het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid toegekende budget voor het inkomensdeel over jaar T +1 aanhoudt als weerstandsvermogen. Deze norm is gebaseerd op het risicoprofiel van de RSD en de wens om mogelijke tegenvallers binnen het eigen vermogen op te vangen. Het verloop van de algemene reserve wordt toegelicht in het hoofdstuk eigen vermogen van dit jaarverslag. Structurele weerstandscapaciteit De structurele weerstandscapaciteit betreft de middelen die permanent (jaarlijks in meerjarenperspectief) ingezet kunnen worden om tegenvallers op te vangen, zonder dat dit ten koste gaat van de uitvoering van de bestaande taken. De structurele weerstandscapaciteit bevindt zich dus in de exploitatie.

44


Risico-inventarisatie De RSD heeft een risico-inventarisatie uitgevoerd en daarin de volgende risico‟s erkend: Externe risico’s: Toename van instroom van het aantal uitkeringsgerechtigden als gevolg van stagnerende economische groei; Afname van het budget Participatie; Afname van werkgelegenheid in de regio leidt tot hogere instroom van uitkeringsgerechtigden; Aanpassing van weten regelgeving. De maximale uitkeringstermijn WW zal naar verwachting worden verlaagd. Dit leidt vermoedelijk tot een hogere/snellere instroom van uitkeringsgerechtigden. De bezuinigingen door de Rijksoverheid op diverse andere terreinen kunnen rechtstreeks doorwerken op het volume van de bijstandsverstrekking; Samenwerking binnen de drie decentralisaties brengt waarschijnlijk frictiekosten met zich mee. Interne risico’s: De uitkomsten van het PMO geven aanleiding dat de hoge werkdruk kan leiden tot een hoger en langduriger ziekteverzuim De hoge gemiddelde leeftijd van het personeelbestand geeft meer kans op uitval waardoor de kennisoverdracht in gevaar komt en ook de continuïteit. Hierdoor kunnen de kosten voor inhuur van derden stijgen. Groei van de organisatie (extra taken) leidt tot formatie-uitbreiding. Er is een voorziening voor dubieuze debiteuren opgenomen op basis van een aflossingspercentage van 30% voor terugvorderingsdebiteuren en 25% voor verhaalsdebiteuren. Er is geen post onvoorzien opgenomen. Op basis van de omvang en de waarschijnlijkheid dat de risico‟s zich zullen manifesteren, achten wij het weerstandsvermogen van de RSD vooralsnog van een voldoende niveau. Kasgeldlimiet Onder kasgeldlimiet wordt verstaan: “een bedrag ter grootte van een percentage van het totaal van de jaarbegroting bij aanvang van het jaar”. Op grond van artikel 2, lid 1 van de uitvoeringsregeling financiering decentrale overheden is de kasgeldlimiet voor de gemeenschappelijke regelingen vastgesteld op 8,2%. De kasgeldlimiet is een instrument om het renterisico op de netto vlottende schuld te beperken. Hiermee wordt voorkomen dat fluctuaties in de korte rente (maximaal 1 jaar) een relatief grote impact op de rentelasten hebben. De kasgeldlimiet is bepaald op een bij ministeriele regeling vastgesteld percentage van de jaarbegroting, zoals deze bij aanvang van het jaar is vastgesteld, met een ministeriele regeling vastgesteld minimumbedrag.

45


Berekening liquiditeitspositie Op deze staat dient eenmaal per kwartaal de gemiddelde liquiditeitspositie over het voorgaande kwartaal te worden ingevuld. Het gaat hierbij om de gemiddelde liquiditeitspositie van het gehele openbare lichaam, inclusief bedrijven en andere takken van dienst. Schuldverhoudingen tussen algemene dienst en bedrijven of andere takken van dienst dienen niet te worden opgenomen. De staten dienen op kwartaalbasis te worden verstuurd aan de toezichthouder. De staten over de kwartalen van het afgelopen jaar worden tevens als onderdeel van de financieringsparagraaf in het jaarverslag over het voorafgaande jaar naar de toezichthouder gestuurd. Bij het bepalen of een lening tot de korte schuld gerekend kan worden, dient rekening te worden gehouden met derivaten. Uitgangspunt hierbij is dat het resultaat van onderliggende lening en het derivaat telt. Een lange vastrentende lening, waarop een derivaat wordt afgesloten, met als gevolg een variabele (bv 3-maands) rente, heeft een rentetypische looptijd van korter dan 1 jaar en dient dus tot de korte schuld gerekend te worden.

1. Vlottende korte schuld

datum 1-jan-13

1.000 euro 3.996

datum 1-apr-13

1.000 euro 4.983

datum 1-jul-13

1.000 euro 5.020

datum 1-okt-13

1.000 euro 5.069

2. Vlottende middelen

1-jan-13

6.890

1-apr-13

8.444

1-jul-13

7.586

1-okt-13

7.742

3. Netto vlottende schuld (+), danwel

1-jan-13

-2.894

1-apr-13

-3.461

1-jul-13

-2.566

1-okt-13

-2.673

4. Gemiddelde netto vlottende schuld (+), danwel gemiddelde overschot vlottende middelen (-) 5. Kasgeldlimiet 6a. Ruimte onder kasgeldlimiet 6b. Overschrijding kasgeldlimiet 7. Begrotingstotaal (*) 8. Percentage vastgesteld per min. regeling 9. Kasgeldlimiet

-2.894

-3.461

-2.566

-2.673

2.691

2.691

2.691

2.691

5.585 0

6.151 0

5.257 0

5.363 0

32.814 8,20%

32.814 8,20%

2.691

2.691

Toelichting Post 1: het gezamenlijke bedrag van: 1. opgenomen gelden met een oorspronkelijke rentetypische looptijd van korter dan 1 jaar, 2. de schuld in rekening-courant, 3. de voor een termijn van korter dan 1 jaar ter bewaring in de kas gestorte gelden van derden, 4. overige geldleningen die geen onderdeel uitmaken van de vaste schuld. Post 2: het gezamenlijke bedrag van: 1. de contante gelden in kas, 2. de tegoeden in rekening-courant, 3. de overige uitstaande gelden met een rentetypische looptijd van korter dan 1 jaar. Post 7: stand van de begroting per 1 januari van het desbetreffende jaar.

46

32.814 8,20%

32.814 8,20%

2.691

2.691


Renterisiconorm Het bedrag ter grootte van een percentage van het begrotingstotaal van het openbare lichaam bij aanvang van het jaar. Aangezien de Regionale Sociale Dienst en Kredietbank AV geen vaste schulden heeft, wordt er ook geen renterisico op vaste schulden gelopen. § 3 ONDERHOUD KAPITAALGOEDEREN Deze paragraaf is niet van toepassing. § 4 FINANCIERING Deze paragraaf is niet van toepassing. § 5 BEDRIJFSVOERING

KCC Met ingang van 1 januari 2013 heeft de RSD een Klant Contact Centrum (KCC). Het KCC is het organisatieonderdeel dat de fysieke, telefonische, papieren en elektronisch contacten met onze klanten aanneemt en waar mogelijk direct afhandelt. De dienstverleningsbehoefte van klanten staat centraal en het is de ambitie om zo goed mogelijk aan deze behoefte te voldoen. Het principe van een KCC is dat klanten altijd hetzelfde antwoord krijgen op dezelfde vraag ongeacht het kanaal dat ze daarvoor kiezen. Vragen of diensten die maatwerk of een langere productietijd vereisen worden doorgespeeld naar een backoffice. Het KCC bestaat uit 6 medewerkers die zorg dragen voor de afwikkeling van genoemde contactmomenten. Naast algemene informatie en advies, kunnen onze klanten bij het KCC terecht voor diverse RSD producten als budget-adviesgesprekken en afhandeling van hun aanvragen minimaregelingen.

47


Boeteprocedure Op 01-01-2013 trad de Wet aanscherping handhaving en sanctiebeleid SZW-wetgeving in werking. Met de komst van deze wet is terugvordering van de teveel verstrekte bijstand als gevolg van overtreding van de uitkeringsregels een verplichting geworden. Voorheen was dit een bevoegdheid. Naast de verplichte terugvordering moet er ook een bestuurlijke boete opgelegd worden bij een verwijtbare schending van de inlichtingenplicht. Hier onder volgt een overzicht van de boetezaken in 2013: Omschrijving Nog af te handelen boetezaken Afgehandelde boetezaken Opgelegde boetes opgelegde waarschuwingen

Aantal 78 18 10 6

Cliëntenparticipatie De cliëntenparticipatie is geregeld in de „Verordening op de cliëntenraad RSD AOV 2009‟. De Cliëntenraad heeft maandelijks een eigen vergadering. Er heeft vier maal een formele overlegvergadering van de Cliëntenraad met de vertegenwoordiging van de RSD plaats gehad. In de tussenliggende periode worden onderwerpen aan de Cliëntenraad ter advies of kennisname voorgelegd. De RSD heeft een aantal malen een toelichting op onderwerpen gegeven tijdens themaavonden van de Cliëntenraad. Verder is de Cliëntenraad uitgenodigd voor thema-avonden van de RSD. Ook in 2013 was er sprake van een plezierige, constructieve en succesvolle samenwerking. Er hebben in 2013 diverse wisselingen plaatsgevonden in de samenstelling van de Cliëntenraad. Medezeggenschap De medezeggenschap van de medewerkers is geregeld in de Wet op de Ondernemingsraden. De Ondernemingsraad RSD en KB AV vergaderde 9 maal over onderwerpen die advies dan wel instemming van de Ondernemingsraad behoeven. Deze onderwerpen zijn in 7 overlegvergaderingen met de bestuurder besproken.

48


Alfacheque Met ingang van 1 januari 2013 voert de RSD voor de GR-gemeenten, met uitzondering van gemeente Lingewaal, de administratie van Alfacheque uit. Alfacheque is een alternatief voor de bestaande vormen van (geïndiceerde) huishoudelijke hulp. De consulenten WMO van de gemeenten geven indicaties af voor cliënten die daarvoor in aanmerking komen. Het matchen van klanten met hulpen en het financieel afwikkelen, wordt door het team Alfacheque van de RSD uitgevoerd. Het team Alfacheque AV begon ruim een jaar geleden met veel enthousiasme aan deze nieuwe, uitdagende taak. Inmiddels zijn er cliënten uit de hele regio bij Alfacheque aangemeld en heeft de organisatie een ruim bestand met gemotiveerde Alfahulpen. Alfacheque is op 1 januari 2013 gestart met 199 cliënten. Dit aantal is gedurende het jaar 2013 uitgebreid naar 347 aanmeldingen. Op 1 januari 2013 stonden er 285 Alfahulpen bij Alfacheque geregistreerd. Op 31 december 2013 bestaat het bestand uit 357 Alfahulpen, waarvan 145 personen actief zijn ingezet. Activiteiten Alfacheque neemt het regelwerk en de administratie uit handen voor de cliënt én de alfahulp. De bemiddeling wordt in gang gezet zodra een cliënt wordt aangemeld door de gemeente voor huishoudelijke hulp (Hh1) via Alfacheque. De cliënt ontvangt cheques waarmee de hulp in de huishouding kan worden betaald. De hulp levert de cheque vervolgens in bij Alfacheque AV, die deze scant en voor de betaling zorgt. Alfacheque zorgt voor de werving en selectie van Alfahulpen. Daarnaast is Alfacheque verantwoordelijk voor de aanmelding bij het CAK (centraal administratie kantoor) en de ziekmeldingen van Alfahulpen bij de SVB (Sociale Verzekeringsbank). Interne organisatie Het team van Alfacheque AV bestaat uit 3 medewerkers die gezamenlijk zorg dragen voor de bemiddeling en de administratie. De helpdesk van Alfacheque is iedere werkdag telefonisch of per mail bereikbaar. Er is dagelijks contact met de collega‟s van de WMO afdelingen van de verschillende gemeenten. Door de korte lijnen en het persoonlijke contact kan Alfacheque snel inspringen op de wensen en de behoeften van de cliënt. Het team wordt ondersteund door collega‟s van diverse afdelingen van de RSD. Publiciteit Om Alfacheque te introduceren in de regio is er veel aandacht besteed aan publiciteit. Naast het plaatsen van persberichten en advertenties in de locale kranten, is er een wervings-campagne gevoerd voor Alfahulpen. Er bleek veel animo te zijn voor het verrichten van huishoudelijk werk bij cliënten die dit niet meer kunnen door ouderdom, ziekte of een beperking. Nog steeds komen er wekelijks spontane aanmeldingen van Alfahulpen binnen. Via www.alfachequeav.nl worden zowel cliënten als Alfahulpen geïnformeerd. De Alfahulp kan zich direct via de site aanmelden. Naast de voorlichtingen die per kwartaal worden georganiseerd, is Alfacheque te vinden op zorgen seniorenbeurzen en werkt de organisatie mee aan (pilot)projecten.

49


Naast een folder is er een informatiemap ontwikkeld voor zowel cliënt als Alfahulp. Voor de WMO consulenten/indicatiestellers is er een aparte werkwijzer gemaakt. Conclusies en aanbevelingen Alfacheque is op 1 januari 2013 gestart met een overname van cliënten en Alfahulpen die voorheen bij zorgaanbieder Rivas waren ingeschreven. Al snel werd het bestand uitgebreid met nieuwe cliënten en Alfahulpen. De krantenberichten, voorlichtingen en vooral de “mondreclame” hebben er toe geleid dat Alfacheque inmiddels in de regio is bekend en een groei doormaakt. Voornamelijk de flexibiliteit van het Alfacheque concept blijkt als zeer positief te worden ervaren. Opvallend is dat de Alfahulpen heel loyaal zijn ten opzichte van hun cliënt, het ziekteverzuim is erg laag. Alle cliënten zijn tijdens de zomervakantie voorzien van een vervangende kracht. Er zijn geen officiële klachten ingediend. Het jaar 2014 zal in het teken staan van verdere uitbreiding en professionalisering van de organisatie. Opnieuw zullen er verschillende activiteiten worden uitgevoerd om deze effectieve vorm van huishoudelijke ondersteuning onder de aandacht te brengen. In februari 2013 is er een klanttevredenheidsonderzoek uitgevoerd waarbij 151 cliënten aan mee hebben gedaan. Hiervan bleek 78 % tevreden te zijn over de overname en dienstverlening van Alfacheque. Financiën

GEMEENTE

Soort

afgegeven uren

Giessenlanden

Beschikking

2.676,60

€

34.799,60

Gorinchem

Beschikking

13.092,03

€

170.223,03

Hardinxveld-Giessendam

Beschikking

1.708,24

€

22.209,24

Leerdam

Beschikking

15.075,98

€

196.009,98

Molenwaard

Beschikking

5.454,93

€

70.922,93

Zederik

Beschikking

2.114,40

€

27.490,40

Eindtotaal

GEMEENTE

40.122,18

verzilverde uren

Bedrag

Bedrag

€

521.655,18

niet verzilverde uren

Bedrag

% niet verzilverd

2.395,00

€

31.135,00

281,60

€

3.664,60

10,52%

11.450,00

€

148.850,00

1.642,03

€

21.373,03

12,54%

1.538,00

€

19.994,00

170,24

€

2.215,24

9,97%

13.790,00

€

179.270,00

1.285,98

€

16.739,98

8,53%

Molenwaard

4.675,00

€

60.775,00

779,93

€

10.147,93

14,30%

Zederik

1.962,00

€

25.506,00

152,40

€

1.984,40

7,21%

465.530,00

4.312,18

56.125,18

10,75%

Giessenlanden Gorinchem Hardinxveld-Giessendam Leerdam

Eindtotaal

35.810,00

€

50

€


GEMEENTE

verzuimuren

Bedrag

Totaal betaald

18,25

€

237,25

€

31.372,25

293,50

€

3.815,50

€

152.665,50

3,00

€

39,00

€

20.033,00

165,00

€

2.145,00

€

181.415,00

Molenwaard

97,50

€

1.267,50

€

62.042,50

Zederik

40,25

€

523,25

€

26.029,25

617,50

€

8.027,50

€

473.557,50

Giessenlanden Gorinchem Hardinxveld-Giessendam Leerdam

Eindtotaal

Personeelszaken Bedrijfsgezondheidsdienst In 2013 is de regievoering op het ziekteverzuim van de medewerk(st)ers voortgezet. Hierbij heeft de vitaalcoach en of de bedrijfsarts vanuit Uniek Arbo ondersteuning geboden. De RI&E is getoetst door een externe kerndeskundige wat o.a. geresulteerd heeft in de uitvoering van een Preventief Medisch Onderzoek onder alle medewerkers van de RSD. Uit dit onderzoek bleek dat de werkdruk erg hoog is bij de RSD en dat dit een potentieel risico inhoudt voor de bedrijfsvoering. (zie ook pagina 35). Het Bestuur is hiervan op de hoogte gesteld en er zijn passende maatregelen genomen. Training en opleiding Het investeren in de kennis en kunde en de persoonlijke ontwikkeling van de medewerk(st)ers heeft in 2013 zijn beslag gekregen. Dit met het doel een optimale dienstverlening aan onze cliënten op een hoogwaardig niveau te hebben en bovenal te houden. Reiskosten woon-werkverkeer Vanwege het uitstel van de Werkkostenregeling naar 2015 en de reeds aanwezige inventarisaties binnen de RSD zijn er in 2013 geen verdere voorbereidingen getroffen in deze. Om die reden is een marktconforme reiskostenregeling woon-werkverkeer vooralsnog geen juiste optie. Bezetting en kosten In 2013 zijn de werkzaamheden verricht met de vastgestelde formatie. Binnen de totale loonkosten en de kosten voor jubilea zijn geen opmerkelijke verschillen te benoemen. Tijdelijk personeel De sociale zekerheid is dynamisch en continue in ontwikkeling waardoor ook in 2013 flexibiliteit in de vorm van een flexibele schil noodzakelijk was binnen de RSD. Ziekteverzuim In 2013 was het ziekteverzuim binnen de RSD 3.5%. Dit percentage ligt iets boven het niveau zoals we hadden voorgenomen (3.28%) Een tegelijk ligt dit percentage ver onder het landelijk gemiddelde van 5.3% (cijfer 2012) 51


Voormalig personeel Het gebruik van FPU of andere vormen van regelingen heeft in 2013 geen beslag gekregen. § 6 VERBONDEN PARTIJEN Deze paragraaf is niet van toepassing. § 7 GRONDBELEID Deze paragraaf is niet van toepassing.

52


DEEL 3: JAARREKENING

53


CONTROLEVERKLARING VAN DE ONAFHANKELIJKE ACCOUNTANT

54


55


56


57


BALANS

58


Balans per ACTIVA

Ultimo 2013

Ultimo 2012

(afgerond op € 100 nauwkeurig) Vaste activa Materiële vaste activa Investeringen met een economisch nut

€

818.700

€ €

Financiële vaste activa Overige uitzettingen met een rentetypische looptijd > 1 jaar

€

818.700

140.400

Totaal vaste activa

846.600

€

€

846.600

171.800

171.800

€

140.400

€

€

959.100

€ 1.018.400

Vlottende activa Uitzettingen Vorderingen op openbare lichamen verstrekte kasgeldleningen overige vorderingen

€ 2.486.000 € 759.400 € 2.135.100

€ 2.212.300 € 1.510.400 € 2.070.700 € 5.380.500

Liquide middelen Banksaldi Kassaldo

€ 1.436.700 € 300

€ 5.793.400

€ € € 1.437.000

Overlopende activa

€

54.200

€

54.200 €

790.000 800 €

790.800

132.700 €

132.700

Totaal vlottende activa

€ 6.871.700

€ 6.716.900

Totaal generaal

€ 7.830.800

€ 7.735.300

59


31 december 2013 PASSIVA

Ultimo 2013

Ultimo 2012

(afgerond op € 100 nauwkeurig) Vaste passiva Eigen vermogen Algemene Reserve Bestemmingsreserve Reserve inkomensdeel Reserve S&B Reserve BVG Reserve Kwaliteit Reserve Ontwikkelingen RSD Nog te bestemmen resultaat

€

587.600

€

€ 2.258.100 € 155.000 € 29.300 € 56.600 € 757.900 € 62.900

Totaal vaste passiva

587.600

€ 1.825.200 € 57.100 € 43.900 € 84.900 € € 1.142.200 € 3.907.400

€ 3.740.900

€ 3.907.400

€ 3.740.900

Vlottende passiva Netto vlottende schulden met een rente typische looptijd korter dan één jaar Kasgeldleningen Overige schulden Banksaldi

€ € 3.132.400 € -

€ € 3.280.100 € € 3.132.400

Overlopende passiva Verplichtingen die in het begrotingsjaar zijn opgebouwd en die in een volgend begrotingsjaar tot uitkering komen. Voorschotten voor uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel Overige overlopende passiva

€ € €

-

€ 3.280.100

€

134.200 656.800

€ €

628.300 86.000

Totaal vlottende passiva

€ 791.000 € 3.923.400

€ 714.300 € 3.994.400

Totaal generaal

€ 7.830.800

€ 7.735.300

60


Toelichting op de balans per 31 december 2013 Algemeen 1. Waarderingsgrondslagen Algemeen De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met Besluit Begroting en Verantwoording Provincie en gemeenten. Tevens is de jaarrekening opgesteld in euro‟s. Consolidatie De financiële gegevens van de bestuurscommissie School en Bedrijf zijn verwerkt in deze jaarrekening. Waardering van activa en passiva algemeen De waardering van activa en passiva vindt plaats op basis van verkrijgingprijs of lagere marktwaarde. Tenzij anders vermeld worden de activa en passiva opgenomen tegen nominale waarde. a. Vaste activa In haar vergadering van 31 maart 2005 heeft het AB het nieuwe investeringen afschrijvingsbeleid vastgesteld. Kernpunten uit de richtlijn: er wordt uitgegaan van een lineaire afschrijving voor de investeringen. de waardering van vaste activa is gebaseerd op de aanschafwaarde minus de afschrijvingen. over investeringen die in de loop van het jaar plaatsvinden wordt een half jaar afgeschreven. ook is de verwachte levensduur voor de verschillende vaste activa vastgesteld. Hieronder is aangegeven welke verwachte levensduur wordt gehanteerd. Vaste activa

Specificatie hardware Automatisering software meubilair Inventaris overige vaste activa Huisvesting alle vaste activa automatisering Projectkosten inventaris Verbouwing alle vaste activa Vervoermiddelen alle vaste activa hardware DMS software

verwachte levensduur 3 jaar 5 jaar 10 jaar 3 jaar 10 jaar 3 jaar 10 jaar 10 jaar 4 jaar 3 jaar 5 jaar 61


b. Vorderingen De vorderingen zijn gewaardeerd tegen de nominale waarde, onder aftrek van een voorziening wegens mogelijke oninbaarheid. c. Liquide middelen De liquide middelen zijn gewaardeerd tegen de nominale waarde. d. Schulden De schulden zijn gewaardeerd tegen de nominale waarde. 2. Resultaatbepalingsgrondslagen De exploitatiekosten van de RSD kunnen verdeeld worden in indirecte en directe kosten. Omdat de deelnemende gemeenten het saldo van alle uitgaven en inkomsten voor hun rekening nemen is er geen sprake van een rechtstreeks risico voor de RSD. Er zijn afspraken vastgelegd in de Gemeenschappelijke Regeling over de verdeling van de kosten. De indirecte kosten worden verdeeld op basis van een verdeelsleutel. Voor het bepalen van de verdeelsleutel is als basis genomen het aantal huishoudens met laag inkomen, huishoudens met laag inkomen (drempel), bijstandsontvangers, Wwb schaalnadeel, Wwb schaalvoordeel, klantenpotentieel regionaal en uitkeringsontvangers zoals die zijn opgenomen in de juni circulaire van het Ministerie van Financiën. Deze verdeelsleutel resulteert in de volgende verdeling van de kosten: Gemeente Giessenlanden Gorinchem Graafstroom Hardinxveld-Giessendam Leerdam Liesveld Lingewaal Molenwaard Nieuw Lekkerland Zederik Totaal

Kostenverdeling 2013 2012 2011 5,84% 5,70% 5,44% 41,41% 42,05% 41,34% 2,75% 2,74% 7,87% 7,80% 7,98% 20,12% 19,23% 20,00% 3,78% 4,25% 6,28% 6,34% 6,30% 12,60% 5,92% 6,00% 5,88% 6,43% 5,95% 100,00% 100,00% 100,00%

62


De kosten van het programma Apparaat worden verrekend door middel van een rekening-courant verhouding met de gemeenten. De baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben. Baten worden verantwoord voor zover zij op balansdatum zijn gerealiseerd. Verliezen en risico‟s die hun oorsprong hebben voor het einde van het begrotingsjaar, worden in acht genomen indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden. Toelichting Activa Balans Vaste activa Materiële vaste activa/investeringen met een economisch nut

aanschafwaarde afschrijving tot 2013 boekwaarde 01-01-2013

Automatisering € 975.663 € 596.162 € 379.501

investeringen 2013 € desinvesteringen 2013 € afschrijving 2013 € afschrijving desinvesteringen 2013 € mutaties 2013 € aanschafwaarde 31-12-2013 afschrijvingen tot en met 2013 boekwaarde 31-12-2013

Inventaris € 332.330 € 252.572 € 79.758

205.491 € € 142.073 € € 63.418 €

14.014 23.697 9.684-

ProjectHuisves-ting kosten Verbouw-ing € 342.288 € 55.706 € 168.301 € 267.478 € 45.722 € 42.074 € 74.810 € 9.984 € 126.227

Vervoermiddelen € 9.256 € € 548 € € 8.708 €

€ € € € €

€ € € € € 1.096 € € € € 1.096- €

2.111 17.249 15.138-

€ € € € €

2.496 2.496-

€ € € € €

€ 1.181.154 € 346.343 € 344.399 € 55.706 € € 738.234 € 276.269 € 284.727 € 48.218 € € 442.919 € 70.074 € 59.672 € 7.488 €

16.830 16.830-

DMS Totaal 279.298 € 2.162.841 111.719 € 1.316.275 167.579 € 846.566 12.325 58.325 46.000-

€ € € € €

233.940 261.766 27.825-

168.301 € 9.256 € 291.623 € 2.396.781 58.904 € 1.644 € 170.044 € 1.578.041 109.397 € 7.612 € 121.579 € 818.740

De materiële vaste activa zijn te classificeren als overige materiële vaste activa, met uitzondering van de vervoermiddelen. Financiële vaste activa Overige uitzettingen met een rentetypische looptijd > 1 jaar leningen SHV voorziening dubieuze debiteuren SHV

€ €

161.230 20.850€

140.380

Bij de invoeging van de gemeentelijke kredietbanken per 1 april 2007 zijn de leningen van de voormalige kredietbanken van de gemeenten Gorinchem en Leerdam door de RSD overgenomen. Het saldo van de totale leningen bedroeg per 31 december 2013 € 161.230. Gelet op de ouderdom van het leningenbestand is er een voorziening getroffen van € 20.850. 63


Vlottende activa Uitzettingen Vorderingen op openbare lichamen debiteuren openbare lichamen R/C Gorinchem R/C Hardinxveld-Giessendam R/C Leerdam R/C Giessenlanden R/C Zederik R/C Lingewaal R/C Nieuw Lekkerland

€ € € € € € € €

277.098 982.912 127.252 491.471 103.301 97.101 82.969 323.866 € 2.485.970

Overige uitzettingen Deposito

€

759.430 € 759.430

Deposito De middelen zijn weggezet bij BNG Vermogensbeheer, een dochter van de BNG. Het bedrag is verdeeld in maand-, kwartaal- en halfjaartermijnen om zo een zo hoog mogelijk rendement te halen en toch op korte termijn over het geld te kunnen beschikken. Er zijn geen redenen om rekening te houden met te verwachten verliezen, aangezien de middelen zijn ondergebracht bij financieringsinstellingen die voldoen aan de AAA rating. (een kwalificatie van de kredietwaardigheid van de financiële instelling, AAA is de hoogste rating).

64


Overige vorderingen Debiteuren sociale zaken voorziening dubieuze debiteuren RSD Debiteuren + personeel (fietsplan)

€ € €

4.109.502 2.040.25565.744 € 2.134.991

Debiteuren sociale zaken Het debiteurensaldo bestaat uit vorderingen in het kader van de Wwb, Bbz, Ioaw/z, Kinderopvang, Inburgering en overigen. Om te komen tot een juiste waardering heeft een analyse plaatsgevonden van het debiteurensaldo. Er is nu sprake van twee verschillende debiteurenvorderingen, te weten: a.

vorderingen die niet afgedragen behoeven te worden aan het Rijk. Dit betreft ALLE vorderingen die op grond van de Wwb in onze administratie zijn opgenomen. Daarin wordt wel onderscheid gemaakt naar de soort vordering. Uit het verleden is gebleken dat vorderingen wegens ten onrechte verstrekte bijstand beter terugbetaald worden dan vorderingen wegens verhaal.

b.

vorderingen die nog wel afgedragen moeten worden aan het Rijk (75%). Dit betreft de vorderingen die op grond van Bbz voor kapitaalverstrekking zijn opgenomen.

c.

vorderingen die nog afgedragen moeten worden aan de deelnemende gemeenten (100%). Dit betreft vorderingen die op grond van gemeentelijke regelingen in onze administratie zijn opgenomen. Dit zijn voornamelijk vorderingen inzake verstrekte leenbijstand Wwb.

De RSD loopt alleen risico voor de onder a. en b. genoemde vorderingen. Daarom is er een nadere analyse gemaakt van deze vorderingen. De vorderingen worden als volgt gewaardeerd: vorderingen wegens ten onrechte verstrekte bijstand (terugvordering) worden gewaardeerd op 30% van de nominale waarde. Uit de nadere analyse is gebleken dat op deze vorderingen in 2013 € 510.200 is afgelost. Dit is 20% van het gemiddelde debiteurensaldo ten onrechte verstrekte bijstand. vorderingen in verband met een opgelegde onderhoudsbijdrage (verhaal) worden gewaardeerd op 25% van de nominale waarde. Uit de nadere analyse is gebleken dat op deze vorderingen in 2013 een bedrag van € 172.100 is afgelost. Dit is 20% van het gemiddelde saldo. vorderingen onder beding van krediethypotheek worden gewaardeerd op 100% van de nominale waarde. Buiten invordering gestelde vorderingen worden gewaardeerd op nihil. Het totaal van de voorziening bedraagt € 2.040.255. 65


Overigens kan opgemerkt worden dat de resultaten van debiteurenincasso, afgezet tegen het landelijk gemiddelde, uitstekend zijn. De vorderingen genoemd onder b. moeten voor 75% afgedragen worden aan het Rijk. Het risico voor de RSD is derhalve een deel van het 25% eigen aandeel in de vordering. Deze vorderingen hebben betrekking op kapitaalverstrekkingen aan zelfstandigen. De vorderingen genoemd onder c. hebben betrekking op verstrekte bijzondere bijstand. De bijzondere bijstand heeft een andere financieringssystematiek. De gemeenten krijgen hiervoor gelden in de algemene uitkering. De RSD declareert de uitgaven ten behoeve van de bijzondere bijstand bij de gemeenten en de ontvangsten worden verrekend. Liquide middelen BNG Kas

€ 1.436.747 € 295 €

1.437.042

Overlopende activa

1 Vooruitbetaalde kosten 2 Voorschot St. Leergeld 3 Nog te ontvangen bedragen

Overige overlopende passiva 31-12-2013 Toevoegingen € 22.222 € 40.381 € 23.353 € 9.232 € 87.102 € 4.615 € 132.677 € 54.228

€ € € €

Onttrekkingen 22.222 23.353 87.102 132.677

31-12-2013 € 40.381 € 9.232 € 4.615 € 54.228

De post vooruitbetaalde kosten bestaat o.a. uit onderhoudscontracten voor automatisering en verzekeringspremies die vooruit betaald dienen te worden. Stichting Leergeld wikkelt rechtstreeks aan cliënten bijzonder bijstand af, daarvoor hebben zij een voorschot van de RSD ontvangen. Dit voorschot wordt maandelijks afgewikkeld. De post nog te ontvangen bedragen betreft inzet personeel voor Trajecten Participatie.

66


Toelichting Passiva Balans Eigen vermogen Reserves 2013 Omschrijving

Saldo 01-01-2013

Bestemmingsreserves (niet vrij aanwendbaar) Algemene Reserve € 587.600 Reserve Inkomensdeel € 1.825.200 Reserve S&B € 57.100 Reserve BVG € 43.900 Reserve Kwaliteit € 84.900 Reserve Ontwikkelingen € Nog te bestemmen resultaat € 1.142.200 Totaal € 3.740.900

Toevoegingen

€ €

€ € €

864.400 105.900

€ 431.500 € 8.000 € 14.600 € 28.300 1.036.300 € 278.400 62.900 € 1.142.200 2.069.500 € 1.903.000

Deelname in vermogen RSD AV Gemeenten Giessenlanden Gorinchem Hardinxveld-Giessendam Leerdam Lingewaal Molenwaard Zederik Totaal

€ € € € € € € €

ultimo 2013 238.500 6,19% 1.577.800 40,95% 334.500 8,68% 762.300 19,79% 229.100 5,95% 464.500 12,06% 246.200 6,39% 3.852.900 100,00%

67

Onttrekkingen Saldo 31-12-2013

€ € € € € € € €

587.600 2.258.100 155.000 29.300 56.600 757.900 62.900 3.907.400


Reserve Inkomensdeel Wwb Op grond van de regelgeving Wwb is het toegestaan de overschotten op het budget Inkomensdeel te reserveren voor het volgend verantwoordingsjaar. In de GR is overeengekomen dat de minimale reserve inkomensdeel 5% van het voorlopige budget voor het volgend boekjaar moet bedragen, het % voor de maximale reserve bedraagt 10%. Dit zou zijn 10% van € 22.581.000 is € 2.258.100. Reserve Inkomensdeel Wwb uitkering aan gemeenten incidentele aanvullende uitkering 2013 resultaat I-deel nagekomen lasten resultaat dubieuze debiteuren

Toevoegingen Onttrekkingen 431.500 202.600 591.700 -5.800 75.900 864.400 431.500

Reserve BVG Om de jaarlijkse afschrijvingskosten van de activa ten behoeve van het BVG te kunnen dekken is er een reserve van € 341.000 gevormd. Jaarlijks zal een deel hiervan onttrokken worden ten gunste van de exploitatie. In 2013 is dit een bedrag van € 14.600. Reserve Kwaliteitsontwikkeling Genoemde reserve kwaliteit is bij besluit van het Dagelijks Bestuur d.d. 03-11-2009 bestemd voor de aanschaf van het Document Managementsysteem (DMS) van de RSD. In 2013 werd € 28.300 onttrokken voor de gemaakte kosten. Reserve Ontwikkeling Met vaststelling van de jaarrekening 2012 is een reserve ontwikkeling bestemd ter hoogte van € 1.036.300. Dit bedrag dient aangewend te worden voor knelpunten die ontstaan gedurende 2013 en later. Als volgt is besloten: Knelpunt Inburgering Bestrijding Jeugdwerkloosheid Bijdrage SIP Tijdelijke extra inzet personeel Wet financieel toezicht Frictiekosten vorming Werkwaard

Financiële consequentie € 300.000 € 100.000 € 100.000 € 170.000 € 30.000 PM

68


In 2013 is € 170.000 aangewend voor inzet van extra tijdelijk personeel en € 90.000 voor een bijdrage aan SIP. Aan frictiekosten vorming WerkWaard is in 2013 € 18.400 besteed. De overige bedragen worden doorgeschoven naar 2014 en later; € 757.900. Vlottende passiva Netto vlottende schulden met een rente typische looptijd korter dan één jaar Crediteuren sociale zaken Crediteuren RSD Belastingdienst

€ 1.886.794 € 48.947 € 1.196.621 €

3.132.362

Crediteuren sociale zaken Het crediteurensaldo sociale zaken wordt onder andere veroorzaakt door de debiteurenvorderingen Bbz die afgedragen moeten worden aan de gemeenten en Rijk € 802.700. Aan schulden PRS SHV staat € 1.029.900 op de balans. Daarnaast staan nog wat kleine schulden aan crediteuren open. Deze schulden zijn in het 1e kwartaal van 2014 afgewikkeld. Crediteuren algemeen De openstaande crediteuren RSD en de betaling aan de belastingdienst zijn in 2014 voldaan. Overlopende passiva Voorschotten voor uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel Dit betreffen voorschotten op specifieke uitkeringen van Nederlandse overheidsinstanties. Deze post bestaat uit:

1 2 3 4

Voorschotten met een specifiek bestedingsdoel 31-12-2013 Toevoegingen Onttrekkingen Afrekening SZW € 565.417 € € 565.417 Saldo voorschot WEB 2008 € 62.899 € € 62.899 POW project € € 130.000 € 97.754 Jeugdwerkloosheid project € € 153.000 € 51.000 € 628.316 € 283.000 € 777.070

69

31-12-2013 € € € 32.246 € 102.000 € 134.246


Overige overlopende passiva Overige overlopende passiva 31-12-2013 Toevoegingen Onttrekkingen 1 Kruisposten € 2.357 € 1.884 € 2.357 2 Nog te betalen kosten S&B € € 491 € 3 Nog te betalen kosten € 83.708 € 654.422 € 83.708 € 86.065 € 656.797 € 86.065

31-12-2013 € 1.884 € 491 € 654.422 € 656.797

Nog te betalen kosten Terugbetalingsverplichting aan gemeenten inzake meeneemregeling Participatiebudget bedraagt € 607.000. Deze middelen worden in het volgende jaar ingezet. Daarnaast is er een verplichting opgenomen voor nog te betalen ingeleverde cheques van Alfahulpen; € 40.700. Dit laatste bedrag is in januari 2014 betaald aan de hulpen.

70


Niet in de balans opgenomen verplichtingen

Omschrijving

waarde

< 1 jaar

1 - 5 jaar

Participatie

€

Telefoonabonnementen

€

13.345

€

13.345

Huisvesting

€

592.400

€

592.400

Autokosten

€

35.800

€

35.800

Personele voorzieningen

€

9.400 €

100

€

9.300

Automatisering

€

153.760 €

7.200

€

146.560

Personele kosten

€

336.100 €

336.100

Totaal

€

€

797.405 €

>5 jaar

2.652.800 € 2.652.800

3.793.605 € 2.996.200

-

Daarnaast heeft de RSD een rekening-courantfaciliteit bij de BNG voor een bedrag van € 500.000.

71


PROGRAMMAREKENING

72


PROGRAMMA Raming 2013 vóór wijziging Omschrijving programma Participatie Inkomensdeel

baten € 3.125.000

lasten € 3.125.000

€ 19.763.000 € 19.763.000

Raming 2013 ná wijziging saldo €0

baten € 3.372.000

lasten

saldo

€ 3.372.000

€0

€ 0 € 20.442.000 € 18.792.000

€ 1.650.000

Zorg

€ 1.350.000

€ 1.350.000

€0

€ 1.466.000

€ 1.466.000

€0

Apparaatskosten

€ 5.817.000

€ 5.863.600 -€ 46.600

€ 6.081.400

€ 6.417.700

-€ 336.300

€ 240.000

€ 230.000

€ 10.000

€ 30.330.000 € 30.376.600 -€ 46.600 € 31.601.400 € 30.277.700

€ 1.323.700

S&B Subtotaal programma's

€ 275.000

€ 275.000

€0

Omschrijving algemene dekkingsmiddelen: Afrekening gemeenten

€0

€0

Afrekening WI 2007-2009

€0

€0

Afrekening WEB 2008

€0

€0

Subtotaal dekkingsmiddelen

Resultaat voor bestemming

€0

€0

€0

€0

€0

€0

€ 30.330.000 € 30.376.600 -€ 46.600 € 31.601.400 € 30.277.700

€ 1.323.700

Toevoeging/onttrekking aan reserves: Inkomensdeel

€0

€ 1.977.000 -€ 1.977.000

Reserve Kwalitieit

€ 28.300

€ 28.300

€ 28.300

€ 28.300

BVG

€ 18.300

€ 18.300

€ 14.600

€ 14.600

Reserve ontwikkelingen 2013

€0

€ 293.500

€ 293.500

Reserve S&B

€0

Nog te bestemmen resultaat

€0

Subtotaal mutaties reserves Resultaat na bestemming

€ 46.600

€0

€ 30.376.600 € 30.376.600

73

€ 46.600

€ 10.000

-€ 10.000 €0

€ 336.400

€ 1.987.000

-€ 1.650.600

€ 0 € 31.937.800 € 32.264.700

-€ 326.900


REKENING Rekening 2012 Omschrijving programma

baten

lasten

Rekening 2013 saldo

baten

lasten

saldo

Participatie

€ 5.353.500

€ 5.353.500

€0

€ 2.765.100

€ 2.765.100

€0

Inkomensdeel

€ 19.332.700

€ 17.233.800

€ 2.098.900

€ 20.501.900

€ 19.637.500

€ 864.400

Zorg

€ 1.473.600

€ 1.473.600

€0

€ 1.551.200

€ 1.551.200

€0

Apparaatskosten

€ 5.854.900

€ 5.897.800

-€ 42.900

€ 6.066.700

€ 6.388.000

-€ 321.300

€ 247.600

€ 141.700

€ 105.900

€ 221.000

€ 229.000

-€ 8.000

€ 32.262.300

€ 30.100.400

€ 2.161.900

€ 31.105.900

€ 30.570.800

€ 535.100

€ 431.500

-€ 431.500

S&B Subtotaal programma's Omschrijving algemene dekkingsmiddelen: Afrekening gemeenten Afrekening WI 2007-2009

€ 1.076.000 -€ 1.076.000 € 1.036.300

€ 1.036.300

Afrekening WEB 2008

€0

€0

€ 62.900

€ 62.900

Subtotaal dekkingsmiddelen

€ 1.036.300

€ 1.076.000

-€ 39.700

€ 62.900

€ 431.500

-€ 368.600

Resultaat voor bestemming

€ 33.298.600

€ 31.176.400

€ 2.122.200

€ 31.168.800

€ 31.002.300

€ 166.500

€ 1.076.000

€ 2.098.900 -€ 1.022.900

€ 431.500

€ 864.400

Reserve Kwalitieit

€ 28.300

€ 28.300

€ 28.300

BVG

€ 14.600

€ 14.600

€ 14.600

€0

€ 278.400

€ 57.100

€ 8.000

€ 57.100

-€ 57.100

€ 1.142.200

-€ 432.900 €0 € 28.300 €0 € 14.600 €0 € 1.036.300 -€ 757.900 €0 € 105.900 -€ 97.900 €0 € 1.142.200

€ 1.176.000

€ 2.156.000

-€ 980.000

€ 1.903.000

€ 2.006.600

-€ 103.600

€ 34.474.600

€ 33.332.400

€ 1.142.200

€ 33.071.800

€ 33.008.900

€ 62.900

Toevoeging/onttrekking aan reserves: Inkomensdeel

Reserve ontwikkelingen 2013 Reserve S&B

€ 57.100

Nog te bestemmen resultaat Subtotaal mutaties reserves Resultaat na bestemming

74


Toelichting op de programmarekening per 31 december 2013 De toelichting op de individuele programma‟s treft u aan in ieder programma van dit jaarverslag. Wnt (Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector). Toelichting bij het samenstellen van de WNT verantwoording Bij de samenstelling van bovenstaande verantwoording uit hoofde van de WNT zijn de Beleidsregels toepassing WNT d.d. 27 februari 2014 van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties als uitgangspunt gehanteerd. X Verantwoording uit hoofde van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT)

X.1 Bezoldiging topfunctionarissen & gewezen topfunctionarissen - met dienstbetrekking

Naam Mw. Mr. E.B. van Velthuijsen

functie(s) directeur

voorzieningen ten belastbare vaste behoeve van duur van het en variabele beloningen dienstverband in onkostenbetaalbaar op Totale het jaar beloning vergoedingen termijn bezoldiging (in dagen) € 99.235,32 € 595,49 € 16.883,84 € 116.714,65 365

X.2 Bezoldiging topfunctionarissen & gewezen topfunctionarissen - zonder dienstbetrekking duur van het dienstverband in totale het jaar Naam functie(s) bezoldiging (in dagen) Dhr. A.P. Faro voorzitter € nvt Mw. E. van Leeuwen lid Dagelijks Bestuur € nvt Dhr. E.C.M. Kraaijeveld lid Dagelijks Bestuur € nvt Mw. A. Groenenberg lid Dagelijks Bestuur € nvt Dhr. G. Bel lid Dagelijks Bestuur € nvt Dhr. P. Vat lid Dagelijks Bestuur € nvt Dhr. mr. J. Freije lid Dagelijks Bestuur € nvt Dhr. J. Oostrum lid Algemeen Bestuur € nvt Dhr. H. Akkerman lid Algemeen Bestuur € nvt Dhr. W. de Ruiter lid Algemeen Bestuur € nvt Mw. P.J. Groeneweg lid Algemeen Bestuur € nvt Dhr. W.M.J. Flapper lid Algemeen Bestuur € nvt Mw. J. Stravers-van de Graaf lid Algemeen Bestuur € nvt Dhr. G. Meppelink lid Algemeen Bestuur € nvt X.5 Uitkeringen bij einde dienstverband topfunctionarissen & gewezen topfunctionarissen Voorgaande is niet van toepassing.

75

omvang van het dienstverband in het jaar (fte) nvt nvt nvt nvt nvt nvt nvt nvt nvt nvt nvt nvt nvt nvt

omvang van het dienstverband in het jaar (fte) 1


BIJLAGE

76


Compensabele BTW 2013 per gemeente

% 5,84% 41,41% 7,87% 20,12% 6,28% 12,60% 5,88% 100,00%

compensabele btw hoog laag totaal € 27.350 € 180 € 27.530 € 193.850 € 1.290 € 195.140 € 36.820 € 240 € 37.060 € 94.200 € 630 € 94.830 € 29.400 € 200 € 29.600 € 58.970 € 390 € 59.360 € 27.520 € 180 € 27.700 € 468.110 € 3.110 € 471.220

Gemeente Giessenlanden Gorinchem Hardinxveld-Giessendam Leerdam Lingewaal Molenwaard Zederik Totaal

Boekwaarde debiteuren per gemeente Gemeente Giessenlanden Gorinchem Hardinxveld-Giessendam Leerdam Lingewaal Molenwaard Zederik

€ € € € € € € €

Rijk 1.460 9.174 4.763 1.223 2.314 690 19.624

Incassopercentage gemeente 100% € 36.149 € 35.408 € € 237.653 € 159.021 € € 54.033 € - € € 114.464 € 4.549 € € 37.159 € 136.590 € € 78.686 € 52.941 € € 44.894 € 14.658 € € 603.038 € 403.167 €

77

30% 11.307 217.882 32.109 124.616 28.994 26.638 18.911 460.459

€ € € € € € € €

25% 33.382 141.402 11.612 24.003 9.451 30.165 8.758 258.773

Totaal € 117.707 € 765.132 € 102.517 € 268.855 € 212.194 € 190.745 € 87.912 € 1.745.061


AFREKENING REKENING COURANT

78


AFREKENING Omschrijving Ontvangen voorschotten 2013 apparaat zorg inkomen re-integratie inburgering educatie Totaal ontvangen voorschotten

Gemeente Giessenlanden 420689 € € € € € € €

331.200,00 56.400,00 832.800,00 98.400,00 13.200,00 20.400,00 1.352.400,00

€ € €

Budget Inkomen 2013 Aanvullende uitkering 2012 Nog te ontvangen SZW declaraties Inkomen Ontvangen voorschot inkomen Door RSD nto voor inkomen

Gorinchem 420512

H'veld-G'dam 420523

€ 2.446.800,00 € 619.200,00 € 8.955.600,00 € 1.371.600,00 € 198.000,00 € 142.800,00 € 13.734.000,00

€ € € € € € €

452.400,00 132.000,00 1.230.500,00 151.200,00 31.200,00 31.200,00 2.028.500,00

354.300,00 331.200,00 23.100,00

€ € €

2.512.300,00 2.446.800,00 65.500,00

€ € €

477.400,00 452.400,00 25.000,00

€

916.229,00

€

9.867.904,00

€ € € €

10.073,10 926.302,10 832.800,00 93.502,10

€ € € €

68.037,80 9.935.941,80 8.955.600,00 980.341,80

€ € € € € €

1.354.942,00 57.606,00 12.004,821.400.543,18 1.230.500,00 170.043,18

budget re-integratie budget inburgering budget educatie Budget Participatie 2013 ontvangen voorschot re-integratie ontvangen voorschot inburgering ontvangen voorschot educatie Door RSD nto voor participatie

€ € € € € € € €

99.416,00 13.198,00 20.527,00 133.141,00 98.400,00 13.200,00 20.400,00 1.141,00

€ € € € € € € €

1.380.234,00 198.434,00 142.910,00 1.721.578,00 1.371.600,00 198.000,00 142.800,00 9.178,00

€ € € € € € € €

151.811,00 31.222,00 31.538,00 214.571,00 151.200,00 31.200,00 31.200,00 971,00

Uitgaven minimabeleid Uitgaven kinderopvang Zorg Ontvangen voorschot zorg Door RSD nto voor zorg

€ € € € €

63.228,11 4.058,08 67.286,19 56.400,00 10.886,19

€ € € € €

718.705,59 10.427,80 729.133,39 619.200,00 109.933,39

€ € € € €

98.214,92 59,06 98.273,98 132.000,00 33.726,02-

Afrekening reserve Uitkering reserve Inkomensdeel 2013 Door RSD te betalen

€ €

25.327,85 25.327,85

€ €

182.041,25 182.041,25

€ €

35.036,14 35.036,14

Uitgaven 2013 apparaatskosten ontvangen voorschot apparaatskosten Door RSD nto voor apparaatskosten

Afrekening 2013 Afrekening apparaatskosten Afrekening inkomen Afrekening participatie Afrekening zorg Uitkering reserve Inkomensdeel 2013

€ 23.100,00 € 93.502,10 € 1.141,00 € 10.886,19 € 25.327,85€ 103.301,44 Door RSD (nog te ontvangen)

79

€ 65.500,00 € 980.341,80 € 9.178,00 € 109.933,39 € 182.041,25€ 982.911,94 (nog te ontvangen)

€ 25.000,00 € 170.043,18 € 971,00 € 33.726,02€ 35.036,14€ 127.252,02 (nog te ontvangen)


REKENING COURANT Lingewaal 420733

Leerdam 420545

Molenwaard 421927

Zederik 420707

€ € € € € € €

1.118.400,00 228.000,00 3.366.600,00 448.800,00 99.600,00 61.200,00 5.322.600,00

€ € € € € € €

369.600,00 90.000,00 982.800,00 105.600,00 22.800,00 18.000,00 1.588.800,00

€ € € € € € €

724.800,00 150.000,00 2.016.000,00 225.600,00 36.000,00 48.000,00 3.200.400,00

€ € € € € € €

€ € €

1.220.600,00 1.118.400,00 102.200,00

€ € €

381.000,00 369.600,00 11.400,00

€ € €

764.400,00 724.800,00 39.600,00

€ € €

356.700,00 € 373.200,00 € 16.500,00- €

€

3.709.805,00

€

1.081.897,00

955.619,00

15.959,38 3.725.764,38 3.366.600,00 359.164,38

€ € € €

2.222.237,00 144.997,00 8.851,50 2.376.085,50 2.016.000,00 360.085,50

€

€ € € €

€ € 1.750,47- € 1.080.146,53 € 982.800,00 € 97.346,53 €

€ € € €

25.552,74 981.171,74 868.800,00 112.371,74

€ 20.108.633,00 € 202.603,00 € 114.719,23 € 20.425.955,23 € 18.253.100,00 € 2.172.855,23

€ € € € € € € €

451.403,00 99.073,00 60.661,00 611.137,00 448.800,00 99.600,00 61.200,00 1.537,00

€ € € € € € € €

€ € € € € € € €

227.045,00 36.227,00 47.492,00 310.764,00 225.600,00 36.000,00 48.000,00 1.164,00

€ € € € € € € €

110.164,00 18.021,00 21.771,00 149.956,00 109.200,00 18.000,00 21.600,00 1.156,00

€ € € € € € € €

2.526.320,00 419.507,00 342.521,00 3.288.348,00 2.510.400,00 418.800,00 343.200,00 15.948,00

€ € € € €

339.819,43 2.830,30 342.649,73 228.000,00 114.649,73

€ € € € €

89.031,11 63,37 89.094,48 90.000,00 905,52-

€ € € € €

117.267,03 6.060,16 123.327,19 150.000,00 26.672,81-

€ € € € €

101.063,67 419,77 101.483,44 74.400,00 27.083,44

€ € € € €

1.527.329,86 23.918,54 1.551.248,40 1.350.000,00 201.248,40

€ €

86.080,18 86.080,18

€ €

25.673,04 25.673,04

€ €

50.310,52 50.310,52

€ €

27.010,62 27.010,62

€ €

431.479,60 431.479,60

€ € € € € €

250.300,00 2.172.855,23 15.948,00 201.248,40 431.479,602.208.872,03

€ € € € € € (nog

106.247,00 23.332,00 17.622,00 147.201,00 105.600,00 22.800,00 18.000,00 801,00

102.200,00 € 359.164,38 € 1.537,00 € 114.649,73 € 86.080,18- € 491.470,93 € te ontvangen) (nog te

373.200,00 74.400,00 868.800,00 109.200,00 18.000,00 21.600,00 1.465.200,00

totaal GR

11.400,00 € 39.600,00 € 16.500,0097.346,53 € 360.085,50 € 112.371,74 801,00 € 1.164,00 € 1.156,00 905,52- € 26.672,81- € 27.083,44 25.673,04- € 50.310,52- € 27.010,6282.968,97 € 323.866,17 € 97.100,56 ontvangen) (nog te ontvangen) (nog te ontvangen)

80

€ 5.816.400,00 € 1.350.000,00 € 18.253.100,00 € 2.510.400,00 € 418.800,00 € 343.200,00 € 28.691.900,00

6.066.700,00 5.816.400,00 250.300,00


Toelichting meeneemregeling Omschrijving

Gemeente Giessenlanden 420689

Toelichting reserve participatie voor 2014 (blijft in RC) Budget Participatie 2013 € 133.141,00 Reserve uit 2012 ESF subsidie Totaal budget Participatie 2013 € 133.141,00 Uitgaven re-integratie 2013 € 135.314,88 Uitgaven inburgering 2013 € 427,24Uitgaven educatie 2013 € 20.527,00 Totaal uitgaven Participatie 2013 € 155.414,64 Bruto resultaat participatie 2013 € 22.273,64Overheveling re-integratie 2013 binnen gemeenten € 23.226,12Overheveling inburgering 2013 binnen gemeenten € 1.000,00 Overheveling educatie 2013 binnen gemeenten € 47,52Totaal overheveling 2013 binnen gemeenten € 22.273,64Totaal resultaat participatie 2013 € reserve voor 2014

81

Gorinchem 420512

H'veld-G'dam 420523

€ €

1.721.578,00 € 83.708,35

214.571,00

€ € € € € € € € € € € €

1.805.286,35 1.015.794,61 26.505,35 142.910,00 1.185.209,96 620.076,39 234.266,06 1.000,00193,76233.072,30 387.004,09 387.000,00

€ € € € € € €

214.571,00 241.614,85 621,90 31.538,00 273.774,75 59.203,7559.184,91-

€ € €

18,8459.203,75-


Participatie voor 2013 Lingewaal 420733

Leerdam 420545

Molenwaard 421927

Zederik 420707

€

611.137,00 €

147.201,00 €

310.764,00 €

€ € € € € € €

611.137,00 470.866,19 16.684,14 60.661,00 548.211,33 62.925,67 67.051,73-

147.201,00 163.579,42 13.547,41 17.622,00 194.748,83 47.547,8347.525,35-

€ € € € € € €

310.764,00 212.982,05 23.117,40 47.492,00 283.591,45 27.172,55 32.694,21-

€ € € € € € €

€ € € €

22,60- € 67.074,33- € 130.000,00 € 130.000,00

22,48- € 47.547,83- € € €

133,2432.827,4560.000,00 60.000,00

€ € € €

€ € € € € € €

82

149.956,00 € € € 149.956,00 € 84.082,83 € 18.697,47 € 21.771,00 € 124.551,30 € 25.404,70 € 4.583,74- € € 11,56- € 4.595,30- € 30.000,00 € 30.000,00 €

totaal GR

3.288.348,00 83.708,35 3.372.056,35 2.324.234,83 98.746,43 342.521,00 2.765.502,26 606.554,09 450,00450,00607.004,09 607.000,00

Regionale Sociale Dienst en Kredietbank Alblasserwaard Vijfheerenlanden /Vijfheerenlanden Verdeelsleutel op basis van de eenheden van junicirculaire 2012 en maatstaven per juni 2012 A. Aantal eenheden per maatstaf per gemeente huishoudens huishoudens met Gemeente met laag laag inkomen inkomen (drempel) Giessenlanden 689 345,1 Gorinchem 5330 3696,7 Hardinxveld-Giessendam 1672 970,4 Leerdam 2584 1694,6 Lingewaal 1003 563,1 Molenwaard 2189 1113,1 Zederik 1246 716,7 Totaal 14713 9099,7 B. Hoogte maatstaven per eenheid in euro bedragen per eenheid € 38,42 € C. Totaal per maatstaf (aantal x bedrag) huishoudens Gemeente met laag inkomen Giessenlanden € 26.471,00 Gorinchem € 204.779,00 Hardinxveld-Giessendam € 64.238,00 Leerdam € 99.277,00 Lingewaal € 38.535,00 Molenwaard € 84.101,00 Zederik € 47.871,00 Totaal € 565.272,00

53,52 €

huishoudens met laag inkomen (drempel) € 18.470,00 € 197.847,00 € 51.936,00 € 90.695,00 € 30.137,00 € 59.573,00 € 38.358,00 € 487.016,00

bijstandsontvangers

ABW schaalnadeel

ABW schaalvoordeel

64 507 69 232 63 121 52 1108

0,15489965 0,591503649 0,165669443 0,398642375 0,152712241 0,306571107 0,130198802 1,900197267

37,34847507 225,5321416 40,04201342 114,2881637 36,80633179 74,4952259 31,31496107 559,8273126

1.349,82 € 112.501,96 €

Totaal bedrag

Giessenlanden Gorinchem Hardinxveld-Giessendam Leerdam Lingewaal Molenwaard Zederik Totaal

€ 432.057,00 € 3.062.360,00 € 581.734,00 € 1.488.219,00 € 464.506,00 € 931.616,00 € 434.786,00 € 7.395.278,00

3.709,68 €

ABW schaalnadeel

ABW schaalvoordeel

uitkeringsontvangers

€ 86.388,00 € 684.359,00 € 93.138,00 € 313.158,00 € 85.039,00 € 163.328,00 € 70.191,00 € 1.495.601,00

€ 17.427,00 € 66.545,00 € 18.638,00 € 44.848,00 € 17.180,00 € 34.490,00 € 14.648,00 € 213.776,00

€ 138.551,00 € 836.652,00 € 148.543,00 € 423.973,00 € 136.540,00 € 276.353,00 € 116.168,00 € 2.076.780,00

€ 5.468,00 € 44.551,00 € 10.130,00 € 25.760,00 € 7.629,00 € 13.936,00 € 7.823,00 € 115.297,00

Totaal percentage 5,84% 41,41% 7,87% 20,12% 6,28% 12,60% 5,88% 100,00%

83

inwoners 14489 35045 17611 20781 10925 29219 13400 141470

1,55 €

bijstandsontvangers

D. Verdeling in percentages van het totaalbedrag Gemeente

klantenpotentieel regionaal 654 28094 5697 8063 332 1017 332 44189

0,06-

inwoners € € € € € € € €

869,002.103,001.057,001.247,00656,001.753,00804,008.489,00-

uitkeringsfactor 1,475

Totaal bedrag excl uitkeringsfactor € 292.920,00 € 2.076.176,00 € 394.396,00 € 1.008.962,00 € 314.919,00 € 631.604,00 € 294.770,00 € 5.013.747,00

Totaal bedrag incl uitkerings-factor € € € € € € € €

432.057,00 3.062.360,00 581.734,00 1.488.219,00 464.506,00 931.616,00 434.786,00 7.395.278,00


SISA 2013

84


85


86


Addendum Per 1 januari 2013 heeft de RSD een nieuwe taak uitgevoerd in het kader van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning. Hieronder wordt een overzicht gegeven van de uitvoeringskosten en de verdeling van de kosten over de deelnemende gemeenten. De gemeente Lingewaal heeft deze taak niet overgedragen aan de RSD. Overheadkosten Alfacheque 2013 RSD AV Personeelskosten medewerkers 2,6 fte Kantoorkosten Automatisering Kantoorkosten Voorlichting Advieskosten

Bijdragen

€

107.872,97

€ € € € €

24.417,00 1.548,17 8.729,66 6.439,00 41.133,83

€

21.278,13-

€

127.728,67 verdeelsleutel Alfacheque 2013

Integratie% Gemeente uitkering WMO aandeel 2013 Giessenlanden € 945.918,00 8,49% Gorinchem € 3.600.671,00 32,31% Hardinxveld-Giessendam € 1.584.977,00 14,22% Leerdam € 2.289.578,00 20,55% Lingewaal € 0,00% Molenwaard € 1.707.033,00 15,32% Zederik € 1.015.302,00 9,11% Totaal € 11.143.479,00 100,00% Verdeling volgens vastgestelde verdeelsleutel

Gemeente

% aandeel kosten 2013 voorschotten einddeclaratie

Lingewaal

€

Giessenlanden

€ 10.844,16 €

0,00% 8,49% Gorinchem 32,31% Hardinxveld-Giessendam 14,22% Leerdam 20,55% Molenwaard 15,32% Zederik 9,11% Totaal 100,00%

-

€

-

€

-

9.525,00- €

1.319,16

€ 41.269,13 € 36.375,00- €

4.894,13

€ 18.163,02 € 15.975,00- €

2.188,02

€ 26.248,24 € 23.100,00- €

3.148,24

€ 19.568,03 € 17.250,00- €

2.318,03

€ 11.636,08 € 10.275,00- €

1.361,08

€ 127.728,67 € 112.500,00- €

15.228,67

87

JAARSTUKKEN. Regionaal samenwerkingsverband van de gemeenten:

Recommend Documents