Jaarprogramma 2012 en Jaarverslag 2011
Klimaat en Energie
februari 2012
Contact Programmabureau Klimaat & Energie 020 255 1509 www.amsterdam.nl/energie > vragen en contact
Inhoud
Voorwoord
5
1. Het Amsterdamse klimaat- en energieprogramma
6
Over het klimaat- en energieprogramma
6
Doelstellingen klimaat en energie
7
De transitiepaden
7
Conclusies Quickscan klimaat- en energieprogramma
8
Samenvatting CO2 Jaarverslag 2010
8
Schematisch overzicht van het klimaat- en energieprogramma 2012 9 Nieuwe programmalijn: klimaatneutrale stad
9
Kernprojecten programmabureau Klimaat & Energie in 2012
10
Mijlpalen programmabureau Klimaat en Energie
10
2. Jaarprogramma 2012 en Jaarverslag 2011
12
Lijn 1: Gemeente geeft het goede voorbeeld
12
Lijn 2: Energiebesparing
14
Lijn 3: Opwek van duurzame elektriciteit
19
Lijn 4: Duurzame warmte en koude
21
Lijn 5: Duurzame mobiliteit
23
Lijn 6: Klimaatneutrale stad
24
3. Het programmabureau Klimaat en Energie
29
Rol van het programmabureau Klimaat en Energie
29
Overkoepelende taken programmabureau Klimaat en Energie
29
Bijlagen 1. Amsterdamse burgerinitiatieven op het gebied van energie
32
2. Onderwijs en wetenschap
33
3. Top 10 projecten 2011
34
Amsterdam ArenA
34
The Bell
35
Blok 7
35
Duurzame ondernemersprijs
36
Environmental Ship Index
36
Jaap Edenbaan
36
Koningsvrouwen van Landlust
37
De Plantage
38
Renovatie Saenredamstraat
38
Smart grid Osdorp
38
Met dank aan Dit Jaarprogramma 2012 en Jaarverslag 2011 Klimaat en Energie is tot stand gekomen dankzij de volgende mensen: Aafke Verbeek, Aart-Jan Roelofs, Annelies Soede, Annemarie van Gils, Art van der Giessen, Balti Teeuwen, Bob Mantel, Carla Groot, Carla Jong, Cees Groot, Corry Dekker, Edgar Zonneveldt, Edward Goossens, Ellen de Boer, Ellen Oetelmans, Eveline Jonkhoff, Fokko Kuik, Frodo Bosman, Ger Baron, Gerda Menkveld, Gerrit Buist, Guus Ydema, Hans Akkerman, Hans Burck, Hans Tijl, Heidi de Boer, Hein Coumou, Ilse van den Breemer, Ivo Hoppe, Jaak Vlasveld, Jacob Hulder, Jan Willem Tellegen, Jannis van Zanten, Jelte Klokman, Jeroen van der Horn, John Groot, Joke van Antwerpen, Jonne Arnoldussen, Joop de Haan, Joost de Valk, Judith van Laarhoven, Juliane Kurschner, Justine Italianer, Kitty van der Linden, Maarten van Casteren, Marchien Spier, Marianne Bogers, Marja Visser, Marjolijn van Goethem, Marlies Lambregts, Martin Buijck, Mathijs Kok, Melger Seebregts, Mildi Rouw, Nathalie Rasing, Nico Karsijns, Niek Krouwel, Nina van Kranendonk, Pascal Hament, Patrick Teunissen, Paul Vos, Paula Eckoldt, Peter Simoës, Ravenna Kotadiny, Remco Daalder, Renate Heppener, René Verhaaf, Ria Jorritsma, Rob Kemmeren, Robert Bleker, Ronald Wiggers, Ruud Cochius, Sandra Nelis, Sebastiaan Jacobs, Stef LeFevre, Stephanie van de Wiel, Steven Kerstel, Theun Koelemij, Tjeerd Stam, Wietse Koppenaal, Wybrand Pieksma, Yara Boff Tonella, en de deelnemers van ‘Uitwaaien aan zee 2011’. Ongetwijfeld vergeten wij hier nog namen, waarvoor excuses!
Vormgeving: Bart de Vries, Dienst Ruimtelijke Ordening
4
Gemeente Amsterdam - Programmabureau Klimaat en Energie
Voorwoord Voor u ligt het Jaarprogramma 2012 en Jaarverslag 2011 Klimaat en Energie van de gemeente Amsterdam. Dit document is opgesteld door het programmabureau Klimaat en Energie met input van betrokken diensten, stadsdelen, bedrijven en woningbouwcorporaties. Nog nooit was zo duidelijk dat er onmogelijk een volledig overzicht valt te geven van alles wat er op dit gebied gebeurt in de stad. Goed nieuws! Maar het betekent ook: keuzes maken. Waar liggen in 2012 de accenten? Waar is extra inzet nodig, en waar liggen de grootste kansen? Dit jaarprogramma en -verslag wil recht doen aan al die partijen in de stad die heel hard en vol enthousiasme werken aan de energietransitie. Tegelijkertijd wil het de koers aangeven voor het komende jaar. Daarom zijn er 5 zogenaamde ‘kernprojecten’ benoemd: onderwerpen waar het programmabureau Klimaat en Energie in 2012 prioriteit aan geeft. Zo proberen wij een groot en complex proces als de energietransitie voor onszelf behapbaar te maken. Maar voor het behalen van de Amsterdamse doelstellingen is meer nodig. Gelukkig zijn vele collega’s bij diensten, stadsdelen en projectbureaus actief aan de slag met onderdelen van het Klimaat en Energieprogramma. En nemen steeds meer burgers en bedrijven zelf het initiatief als het gaat om energiemaatregelen. Het is een belangrijke taak van de overheid om hen daarbij te
Jaarprogramma 2012 en Jaarverslag 2011
ondersteunen. Dat kan met geld (de pijler Klimaat, duurzaamheid en luchtkwaliteit van het Amsterdamse Investeringsfonds zal in de loop van 2012 worden opengesteld voor aanvragen van burgers en bedrijven), maar zeker zo belangrijk zijn factoren als het vereenvoudigen van wet- en regelgeving en het bedenken van slimme manieren om mensen op weg te helpen. Het gebeurt nu nog te vaak dat goede initiatieven verzanden door stroperige procedures of gebrek aan kennis en organisatiekracht. Hier willen we in 2012 verandering in brengen. Het is niet mogelijk om als overheid elk project individueel bij te staan. Daarom wordt gezocht naar manieren om structureel belemmeringen weg te nemen. Zo creëren we ruimte voor initiatief, en bereiden we de weg voor naar een aantrekkelijke, bruisende, vitale stad van de toekomst. Om alvast inspiratie op te doen staat aan het eind van dit Jaarprogramma en Jaarverslag een aantal voorbeelden genoemd van bijzondere projecten die het afgelopen jaar in de stad zijn gerealiseerd. Projecten die in onze ogen navolging verdienen. Ook hier hebben we een keuze moeten maken uit een lange lijst van succesvolle projecten. We denken echter dat dit een mooie top 10 is geworden. Veel leesplezier dus, en veel creativiteit gewenst in 2012! Maarten van Poelgeest wethouder ruimtelijke ordening, grondzaken, klimaat en energie
5
Hoofdstuk 1
Het Amsterdamse klimaat- en energieprogramma Over het klimaat- en energieprogramma Om Amsterdam ook in de toekomst aantrekkelijk te houden voor burgers en bedrijven, is een betrouwbare, betaalbare en duurzame energievoorziening essentieel. Het klimaaten energieprogramma is erop gericht om: de energierekening van Amsterdamse burgers en bedrijven betaalbaar te houden; ‘groene banen’ te creëren en duurzame en innovatieve bedrijvigheid aan te trekken; de CO2-uitstoot van de stad te verlagen, en zo bij te dragen aan de landelijke en Europese doelstellingen voor het beperken van de uitstoot van broeikasgassen.
Het klimaat- en energieprogramma is één van de vier pijlers van het stedelijke duurzaamheidsprogramma ‘Amsterdam Beslist Duurzaam 2011 – 2014’. Wethouders Gehrels, Wiebes en Van Poelgeest zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor het gehele duurzaamheidsprogramma en de samenhang tussen de pijlers. Wethouder Van Poelgeest is eindverantwoordelijk voor de pijler klimaat en energie. Onderdelen van deze pijler betreffen ook de portefeuilles van wethouders Ossel en Asscher. De stadsdelen kennen hun eigen milieuprogramma’s waar het thema klimaat en energie veelal onderdeel van uitmaakt.
geen onderdeel uit van het klimaat- en energieprogramma, maar van de pijler materialen. Het onderwerp klimaatadaptatie (het opvangen van de effecten van klimaatverandering zoals hitte, droogte, zware regenval en toenemend overstromingsrisico) is verankerd in de Structuurvisie Amsterdam 2040 en wordt uitgewerkt in het programma ‘Amsterdam Waterbestendig’. Het maakt geen onderdeel uit van het klimaat- en energieprogramma. De Klimaatraad is sinds begin 2011 de adviesraad voor het stedelijk duurzaamheidsprogramma. Bedrijven, belangenorganisaties MKB en VNO/NCW, universiteiten en milieuorganisaties zijn vertegenwoordigd. De leden van de Klimaatraad komen twee keer per jaar plenair bijeen en kunnen tussentijds ook op onderdelen van het programma adviseren. Daarnaast zijn zij ambassadeur van het Amsterdamse duurzaamheidsprogramma, waarbij zij gebruik maken van hun netwerk. Alle investeringsvoorstellen voor de pijler Klimaat, duurzaamheid en luchtkwaliteit worden ter advies aan de Klimaatraad voorgelegd. Het duurzaamheidsprogramma van de gemeente Amsterdam is in te zien op www.amsterdam.nl/duurzaam. Wilt u op de hoogte blijven van het nieuws rond het Amsterdamse klimaat- en energieprogramma? Meldt u dan aan voor onze maandelijkse nieuwsbrief via onze website www.amsterdam.nl/energie > lees de nieuwsbrief > in- en uitschrijven nieuwsbrief
Het klimaat- en energieprogramma is alleen gericht op klimaatmitigatie oftewel het reduceren van de stedelijke CO2-uitstoot. Nog eenvoudiger: het gaat om energie. Onderwerpen als afval en kringlopen maken
6
Gemeente Amsterdam - Programmabureau Klimaat en Energie
Doelstellingen klimaat en energie Amsterdam kent de volgende doelstellingen met betrekking tot de CO2-uitstoot: 40% CO2-reductie in 2025 ten opzichte van 1990 stabilisatie van de CO2-uitstoot in 2014 gemeentelijke organisatie CO2-neutraal in 2015 Daarnaast is er een gemeenteraadsbesluit genomen om vanaf 2015 alleen nog maar klimaatneutraal te bouwen (en tot die tijd 40%), en is het ‘warmte tenzij…’ beleid verankerd in de bouwverordening van de gemeente Amsterdam. De transitiepaden om deze doelstellingen te behalen zijn beschreven in de Energiestrategie Amsterdam 2040. In dit Jaarprogramma is uitgewerkt hoe hier in 2012 invulling aan wordt gegeven.
De transitiepaden In het rapport ‘Energiestrategie Amsterdam 2040’(februari 2010) heeft CE Delft berekend welke bijdragen de verschillende transitiepaden leveren aan de CO2-doelstelling van Amsterdam, voor 2025 en 2040. (zie tabel hieronder) Het ingezette beleid en de autonome vergroening van grijze stroom (ofwel het toenemende aanbod van groene stroom op het net) leiden naar verwachting tot een CO2-reductie van 2.000 kiloton in 2025. De resterende opgave moet worden behaald
door zaken die op voorhand moeilijk in te schatten zijn, zoals innovatie en gedragsverandering bij burgers en bedrijven. Ook de pijler Klimaat, duurzaamheid en luchtkwaliteit van het AIF zal bijdragen aan de doelstelling. Gegevens hierover zullen jaarlijks worden gerapporteerd aan de Raad. De Energiestrategie 2040 is onderdeel van de Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch sterk en duurzaam. De invloed die de gemeente kan uitoefenen op de verschillende transitiepaden verschilt. Instrumenten die de gemeente in handen heeft zijn onder andere wet- en regelgeving, handhaving, gronduitgifte, ruimtelijke ordening en eventueel het inbouwen van financiële prikkels. Bij de ontwikkeling van windenergie en klimaatneutraal bouwen heeft de gemeente bijvoorbeeld relatief veel invloed doordat zij de grond uitgeeft. Ook op het warmte- en koudebeleid kan de gemeente goed sturen, en dit geldt in zekere mate ook voor energiebesparing in de corporatievoorraad, omdat de gemeente hier afspraken over heeft gemaakt met de sector. Bij de energiebesparing in de particuliere woningvoorraad en bij zonne-energie ligt dat lastiger: bewoners moeten zelf investeren, de gemeente kan niet echt sturen maar wel stimuleren en faciliteren. Hetzelfde geldt voor bedrijven, hoewel de Wet Milieubeheer aanknopingspunten biedt voor meer dwingende maatregelen. Wat de kosten van de verschillende transitiepaden betreft, geldt dat energiebesparing in
Categorie Trias Energetica
Programmaonderdeel
Energiebesparing (650 kton)
Besparing bestaande woningen
200 kton
375 kton
Klimaatneutrale woningbouw
100 kton
175 kton
Besparing bestaande bedrijven
250 kton
475 kton
Klimaatneutrale bedrijfsgebouwen
100 kton
200 kton
Windenergie
350 kton
500 kton
50 kton
650 kton
Autonome vergroening grijze stroom
600 kton
650 kton
Stadsverwarming en wko
150 kton
300 kton
Duurzame energie (1.000 kton)
Zonne-energie
Efficiënt fossiel (350 kton)
2025
2040
200 kton
600 kton
Totaal
2.000 kton
3.925 kton
Nog te reduceren
1.100 kton
Reductie-opgave
3.100 kton
Verkeer en Vervoer
Jaarprogramma 2012 en Jaarverslag 2011
7
de bestaande voorraad het meest kostenefficiënt is, en besparingsmaatregelen in nieuwbouw goedkoper zijn dan in bestaande bouw. Energiebesparing in utiliteitbouw is (nog) kosten-efficiënter dan in woningbouw. Duurzame energie is nu nog het minst kostenefficiënt, maar deze technieken hebben een steilere leercurve dan energiebesparende technologieën. Van de duurzame energietechnieken worden zonnepanelen sneller goedkoper dan andere technologieën. De meest efficiënte maatregelen zijn dus niet per sé de maatregelen waar de gemeente het meeste invloed op heeft. In de Quick scan van het Amsterdamse klimaat- en energieprogramma (zie hieronder) is hier rekening mee gehouden. Omdat de investeringen in duurzame energie en energiebesparing worden genomen door een veelvoud aan partijen, is het niet mogelijk om een overzicht te geven van de totale kosten en effecten van het Amsterdamse klimaat- en energieprogramma.
Conclusies Quickscan klimaat- en energieprogramma
De volledige Quick scan is in te zien op www.amsterdam.nl/energie > publicaties
In september 2011 is het rapport ‘Temperatuur van het Amsterdamse klimaat: Quick scan naar de tussenstand van doelen en effecten van het klimaat- en energieprogramma’ opgesteld. Daarin werd gekeken of Amsterdam op koers ligt wat betreft haar CO2-doelstellingen, en of de focus van het klimaat- en energieprogramma goed is. Wat betreft de doelstellingen was de conclusie: 40% CO2-reductie in 2025 is ambitieus maar haalbaar stabilisatie van CO2-uitstoot in 2014 is waarschijnlijk haalbaar in relatieve termen een klimaatneutrale gemeentelijke organisatie in 2015 is niet haalbaar op basis van de huidige inspanningen
Wat betreft de focus heeft de Quick scan de volgende inzichten opgeleverd: er moet meer aandacht komen voor energiebesparing bij grootverbruikers:
8
hier valt nog veel winst te halen (en de maatregelen zijn zeer kostenefficiënt) de programmaonderdelen stadswarmte, uitbreiding windenergie, energiebesparing in corporatiewoningen en klimaatneutraal bouwen sluiten goed aan bij de rol en invloed van de gemeente en leveren een substantiële CO2-reductie op zonne-energie is een belangrijke duurzame energiebron van de toekomst, maar nu nog te duur. De gemeente kan al wel barrières wegnemen zodat niets grootschalige uitrol in de weg staat als de prijzen verder dalen de CO2-uitstoot als gevolg van groeiend elektriciteitsverbruik is een zorg. De gemeente heeft hier slechts beperkt invloed op de pijler Klimaat, duurzaamheid en luchtkwaliteit van het Amsterdams Investeringsfonds (AIF) kan een aanzienlijke bijdrage leveren aan het halen van de CO2-doelstellingen de gemeente moet haar inspanningen op het gebied van de eigen organisatie drastisch intensiveren, als zij wil vasthouden aan de doelstelling gemeentelijke organisatie CO2-neutraal in 2015. Onderzoek naar alternatieven is nodig
Samenvatting CO2 Jaarverslag 2010 Programmabureau Klimaat en Energie rapporteert jaarlijks over de CO2-uitstoot van de stad. In 2011 is het CO2 Jaarverslag van 2010 opgesteld. Uit de cijfers blijkt dat de CO2-uitstoot in 2010 met 1,5% is toegenomen tot 5.045 kiloton. Die toename werd vooral veroorzaakt door zakelijke energiegebruikers: het energieverbruik van particulieren en van de sector verkeer en vervoer zijn ongeveer gelijk gebleven. Daarbij kan de kanttekening geplaatst worden dat Amsterdam in die periode nog altijd groeide, waardoor er in absolute termen weliswaar geen reductie is behaald, maar in relatieve termen het energieverbruik per huishouden wel degelijk bleek af te nemen. Het volledige CO2 jaarverslag is in te zien op www.amsterdam.nl/energie > publicaties
Gemeente Amsterdam - Programmabureau Klimaat en Energie
Hoofdlijnen Jaarprogramma Klimaat en Energie 2012 (tussen haakjes staat achter elk thema wie het centrale aanspreekpunt is)
Trias Energetica
Gemeente geeft het goede voorbeeld Routekaart n.a.v. de doelstelling gemeente Klimaatneutraal (DRO > K&E)
Pilot zon op VVE’s (DRO > K&E) Uitbreiding windenergie op Amsterdams grondgebied (DRO > K&E) *
Ontzorgen (DRO > K&E) *
Opwek van duurzame elektriciteit
Vervolg aanpak grootverbruikers (DMB)
Pijler Klimaat, duurzaamheid en luchtkwaliteit (DRO > K&E) *
Energiebesparing in de utiliteit
Amsterdam Smart City (AIM)
Gebiedsgericht werken (DRO / K&E)
Vervolg BadS II (DWZS) Vervolg convenant particuliere sector (DWZS) Start Blok voor Blok (DWZS) Start Besparen met de Buren (DWZS) Start leningfaciliteit particuliere sector (DWZS)
Klimaatneutraal bouwen (DRO > K&E) *
Energiebesparing in de woningvoorraad
Duurzame warmte en koude
Vervolg aansluiten nieuwbouw op stadswarmte (Waternet) Start aansluiten bestaande bouw op stadswarmte (Waternet) Vervolg opstellen warmte- koudekaarten voor de hele stad (Waternet)
Duurzame mobiliteit
I
I
II
III
Vervolg maatregelen luchtkwaliteit en bereikbaarheid (IVV) Vervolg elektrisch vervoer (IVV) Overkoepelende Taken (K&E) lobby, bestuursadvisering communicatie netwerk / energiecafes monitoring
Schematisch overzicht van het klimaat- en energieprogramma 2012 Het schema hier rechts geeft op hoofdlijnen het Amsterdamse klimaat- en energieprogramma voor 2012 weer. Het programma beslaat de hele trias energetica: energie besparen, duurzame energie opwekken en efficiënt gebruik van fossiele brandstoffen. De balken rechts geven een aantal doorsnijdende thema’s aan. Deze thema’s vormen samen een nieuwe programmalijn: de klimaatneutrale stad. De kernprojecten van het programmabureau Klimaat en Energie voor 2012 zijn aangeduid met een sterretje. De categorie ‘overig’ bevat tot slot een aantal overkoepelende taken van het programmabureau. Het schema geeft geen uitputtende opsomming van alle initiatieven in de stad, maar schetst op hoofdlijnen het ingezette beleid van Amsterdam. Achter elk thema staat welke dienst het centrale aanspreekpunt is. Uiteraard spelen ook stadsdelen, projectbureaus en
Jaarprogramma 2012 en Jaarverslag 2011
K L I M A AT N E U T R A L E S TA D
* Kernproject Klimaat & Energie
andere gemeentelijke diensten een belangrijke rol bij beleid en uitvoering.
Nieuwe programmalijn: klimaatneutrale stad Het klimaat- en energieprogramma 2012 bestaat dit jaar uit 6 programmalijnen. Naast de 5 bestaande thema’s is ‘klimaatneutrale stad’ als nieuwe lijn toegevoegd. De reden is, dat veel onderwerpen dwars door alle lijnen heengaan. Slimme netten bijvoorbeeld kunnen bijdragen aan energiebesparing, zijn nodig om duurzaam opgewekte energie op te vangen en elektrisch vervoer in te passen, en ook warmtenetten kunnen ‘slim’ worden gemaakt om optimaal gebruik van restwarmte te maken. Hetzelfde geldt voor elk van de onderdelen van de lijn ‘klimaatneutrale stad’: ze zijn onmisbaar voor de andere lijnen en maken een integrale aanpak mogelijk.
9
Kernprojecten programmabureau Klimaat & Energie in 2012 Er gebeurt in Amsterdam ontzettend veel op het gebied van klimaat en energie. De opgave is groot en inspanningen zijn nodig van alle mogelijke partijen: burgers, bedrijven, woningbouwcorporaties, en de gemeente. Het programmabureau Klimaat en Energie voert een aantal specifieke taken uit (zie hoofdstuk 3). Voor 2012 is ervoor gekozen om de inspanningen van het bureau te concentreren rond 5 zogenaamde ‘kernprojecten’. Deze zijn gekozen op basis van een analyse, waarbij is gekeken naar continuïteit van grote processen uit 2011, lessen uit de Quick scan klimaat en energieprogramma van september 2011 en de resultaten van gesprekken van de wethouder met deskundigen. De gekozen kernprojecten zijn: Energiebesparing bij grootverbruikers, te beginnen met datacenters (energiebesparing in de utiliteit, zie pag. 16) Uitbreiding windenergie op Amsterdams grondgebied (opwek van duurzame elektriciteit, zie pag. 20) Klimaatneutraal bouwen (klimaatneutrale stad, zie pag. 26) Pijler Klimaat, duurzaamheid en luchtkwaliteit van het AIF (klimaatneutrale stad, zie pag. 27) Regels / ontzorgen, waarmee bedoeld wordt: het zoeken naar structurele oplossingen voor belemmeringen waar burgers en bedrijven tegenaan lopen bij het nemen van energiemaatregelen (klimaatneutrale stad, zie pag. 28) Een toelichting op de kernprojecten is in dit jaarprogramma terug te vinden onder de betreffende programmalijn (hierboven tussen haakjes aangegeven). De kernprojecten zijn allemaal projecten waar de gemeente een duidelijke rol heeft en het verschil kan maken in de sfeer van wet- en regelgeving, handhaving, gronduitgifte, ruimtelijke ordening of het inbouwen van financiële prikkels. Verder hebben zijn een groot CO2-reductie potentieel en zijn nog niet (volledig) belegd in de lijn.
10
Duurzame warmte en koude, een programmalijn met een groot CO2 reductiepotentieel, is niet opgenomen als kernproject van het programmabureau omdat dit onderwerp in 2011 is belegd bij Waternet. Vanuit haar programmamanagementrol blijft K&E betrokken bij de ontwikkelingen.
Mijlpalen programmabureau Klimaat en Energie Het programmabureau Klimaat en Energie spreekt ieder jaar een aantal concrete resultaten of ‘mijlpalen’ af met de wethouder. Deze sluiten aan bij de prioriteiten van het bureau en geven inzicht in de voortgang van belangrijke onderdelen van het programma. In 2011 waren drie mijlpalen afgesproken die alle drie zijn behaald. Dit waren: Er is een Green Deal (bestaande uit 10 subdeals) getekend met het Rijk. De pijler Klimaat, duurzaamheid en luchtkwaliteit is ingesteld; de criteria en werkwijze zijn vastgesteld, een eerste compartiment is ingesteld voor energiebesparing in de bestaande woningvoorraad en een eerste bestedingsvoorstel van drie projecten is goedgekeurd. De windvisie is opgesteld en de windcoalitie is van start gegaan. Andere mooie resultaten zijn in hoofdstuk 2 beschreven (zoals het afsluiten van de Lokale Klimaatagenda met het ministerie van I&M en het project Zonnestroom voor Amsterdamse scholen). Voor 2012 zijn vijf mijlpalen gekozen die aansluiten bij de kernprojecten dit jaar: Er is een tweede pitchronde georganiseerd uit de pijler Klimaat, duurzaamheid en luchtkwaliteit, gericht op grootverbruikers c.q. datacenters. De windvisie, inclusief strategiebesluiten voor concrete projecten, is vastgesteld. Het Plan van Aanpak om in 2015 klimaatneutraal bouwen verplicht te kunnen stellen is vastgesteld door de gemeenteraad en het ministerie van BZK.
Gemeente Amsterdam - Programmabureau Klimaat en Energie
Er is een extern beheerd fonds ingesteld uit de pijler Klimaat, duurzaamheid en luchtkwaliteit van het AIF. De motie Duurzame vrijzone, gericht op het wegnemen van belemmeringen in belasting- en regelgeving, is uitgevoerd.
Andere belangrijke beoogde resultaten voor 2012 zijn onder andere: de Routekaart naar aanleiding van de doelstelling gemeentelijke organisatie CO2-neutraal; de start van de leningfaciliteit voor particuliere verhuurders en eigenaar-bewoners en uitzetten van de eerste 100 leningen; de uitvoering van de pilot ‘virtueel salderen’ van zonne-energie bij VVE’s; en de start van de pilot Energiek Zuidoost. De toelichting bij deze projecten staat in hoofdstuk 2.
Jaarprogramma 2012 en Jaarverslag 2011
11
Hoofdstuk 2
Jaarprogramma 2012 en Jaarverslag 2011 Hieronder volgt een korte omschrijving van de programmalijnen. Elke programmalijn start met een terugblik op 2011. Vervolgens komen één voor één de belangrijkste projecten voor 2012 aan bod. Het Jaarprogramma is geen uitputtend overzicht van alle activiteiten op het gebied van klimaat en energie in de stad, en is ook niet bedoeld als werkplan met managementinformatie over tijd, geld en capaciteit. Bij de uitvoering zijn vaak meerdere gemeentelijke partijen betrokken die hun eigen werkplannen hebben voor 2012. Dit jaarplan geeft alleen een globaal overzicht, en maakt de samenhang tussen de verschillende onderdelen van het klimaat- en energieprogramma zichtbaar.
Lijn 1: Gemeente geeft het goede voorbeeld De eigen organisatie is bij uitstek de plek waar de gemeente zelf het verschil kan maken. Door het goede voorbeeld te geven is de gemeente op het gebied van energie bovendien een geloofwaardige gesprekspartner voor burgers en bedrijven in de stad. En investeringen die nu gedaan worden kunnen op termijn tot aanzienlijke kostenbesparingen leiden. Alle reden dus om zelf aan de slag te gaan. Op een aantal plekken in de stad gebeurt dat al. Toch blijven de resultaten vooralsnog achter bij de ambitie. 2012 moet dan ook het jaar worden waarin een aanvang wordt gemaakt met de structurele en systematische aanpak van de eigen bedrijfsvoering met als doel: een volledig CO2-neutrale gemeentelijke organisatie. Terugblik 2011 Er zijn in 2011 een paar mooie successen geboekt op het gebied van energie in de gemeentelijke organisatie. In Nieuw-West zijn 100 zonnepanelen aangelegd op gemeentelijke daken. Ook op de stadsdeelkantoren van Noord, Zuidoost en op de
12
stadsdeelwerf van Oost-Watergraafsmeer liggen zonnepanelen. Stadsdelen Noord en West hebben een CO2-voetafdruk gemaakt van hun eigen organisatie en zullen op basis daarvan een plan van aanpak opstellen. Stadsdeel Oost start in 2012 met deze aanpak. Projectbureau ARC (het bureau dat projecten op het gebied van energie uitvoert voor de stadsdelen; onderdeel van Dienst Milieu en Bouwtoezicht) begeleidt stadsdelen hier desgewenst bij en organiseert kennissessies voor gebouwbeheerders, bijvoorbeeld over het optimaal beheer van een WKO (warmte – koudeopslag). Dienst Infrastructuur Verkeer en vervoer heeft bijna 3.000 lichtmasten en armaturen in de openbare verlichting vervangen waardoor jaarlijks 105 ton CO2 minder wordt uitgestoten. En als sterk staaltje van hoe het ook kan heeft de Dienst Facilitair Management in het kader van de landelijke actie 10:10 in één dag 8% energie bespaard in het stadhuis en Muziektheater, zonder investeringen. Routekaart naar aanleiding van de ambitie gemeente CO2-neutraal In 2011 is echter ook geconstateerd dat het huidige inspanningsniveau niet voldoende is om de ambitie ‘gemeentelijke organisatie CO2-neutraal in 2015’ te halen. Wat nu nodig is, is een helder stappenplan met een realistisch tijdspad. Dienst Infrastructuur Verkeer en Vervoer, Bureau Gemeentelijke Huisvesting Amsterdam en Dienst Facilitair Management zijn verantwoordelijk voor onderdelen van de aanpak, ondersteund door Concern Inkoop, die de gemeenschappelijke inkoop van energie verzorgt. De inzet is dat zij samen een Routekaart naar aanleiding van de ambitie gemeente CO2-neutraal schrijven. Programmabureau Klimaat en Energie coördineert dit project, andere relevante diensten worden bij het opstellen van de Routekaart betrokken. Samen met stadsdelen bekijkt Programmabureau Klimaat en Energie hoe stadsdelen kunnen aansluiten
Gemeente Amsterdam - Programmabureau Klimaat en Energie
foto: Janus van den Eijnden
bij de centraal stedelijke aanpak. In 2012 wordt de Routekaart aan het bestuur voorgelegd en kan een start worden gemaakt met de uitvoering. Vervolg ingezette activiteiten Lopende activiteiten die in ieder geval worden doorgezet zijn: het energiezuinig maken van het de openbare verlichting (dienst Infrastructuur Verkeer en Vervoer), het realiseren van groene of zuinige inkoop van bijvoorbeeld het gemeentelijke aardgasverbruik of het eigen wagenpark (Concern Inkoop) en het monitoren van het gemeentelijk energieverbruik (Dienst Facilitair Management), waaraan in 2012 ook een besparingsprogramma gekoppeld zal worden. De openbare verlichting zal in 2012 drie minuten eerder uitgeschakeld en drie minuten later ingeschakeld worden. Met deze maatregel wordt ongeveer 406.000 KWh per jaar bespaard. Gemeentelijke gebouwen worden door Dienst Facilitair Management met slimme meters aangesloten op een energiemonitor. Door centraal inzicht te hebben in het energieverbruik kan gestructureerd energiemanagement toegepast worden. Verder heeft Bureau Gemeentelijke Huisvesting een taakstelling om van 250.000 m2 kantooroppervlak terug te gaan naar Jaarprogramma 2012 en Jaarverslag 2011
170.000 m2 . Dit betekent ook een forse reductie van de totale CO2-uitstoot van de gemeentelijke organisatie. Onderzoek naar mogelijke deelname externe partijen aan gemeentelijk raamcontract groene stroom Amsterdam heeft al jaren een gemeentebreed raamcontract voor groene stroom, met ca. 10.000 verschillende aansluitingen (inclusief alle gemeentelijke huisvesting, tram, metro, lantaarnpalen en parkeermeters). Concern Inkoop zal in 2012 onderzoeken of dit contract verbreed kan worden naar andere partijen in de stad. Te denken valt aan grootverbruikers zoals Amsterdam ArenA of zelfs datacenters. Dit onderzoek dient als input voor de gemeentelijke inkoopstrategie. Het nieuwe raamcontract wordt op zijn vroegst in 2013 aanbesteed. Zon op Stadhuis-Muziektheater Tot slot is leuk om te vermelden dat begin 2012 de grootste zonnestroominstallatie van Amsterdam wordt gerealiseerd op het dak van het Stadhuis-Muziektheater. Dienst Facilitair Management zal hiervoor een overeenkomst aangaan met Yellow Step Solar, een samenwerking van International Solar BV en Greenchoice. Dankzij een
13
subsidie van het Rijk kan dit zonder investering van de gemeente. De jaarlijks opgewekte elektriciteit (vergelijkbaar met het verbruik van 30 Amsterdamse huishoudens) wordt geheel benut door het Stadhuis en het Muziektheater. Het systeem zal de eerste 15 jaar geëxploiteerd worden door Yellow Step Solar. Daarna is het eigendom van de gemeente. Een goed voorbeeld van het nuttig gebruiken van gemeentelijke daken!
Lijn 2: Energiebesparing a. Energiebesparing in de woningvoorraad Energiebesparing in de bestaande woningvoorraad is en blijft een enorme uitdaging. Want wie gaat alle investeringen op zich nemen? Door de economische crisis is de investeringsruimte bij de gemeente, bij corporaties en bij bewoners zelf afgenomen. Maar om de woonlasten ook in de toekomst betaalbaar te houden voor de inwoners van Amsterdam zullen toch maatregelen genomen moeten worden. Het onderwerp blijft in 2012 dan ook volop op de agenda. Behalve onderstaande projecten zal er in 2012 vanuit de pijler Klimaat, duurzaamheid en luchtkwaliteit van het AIF speciale
14
aandacht zijn voor energiebesparing in de bestaande woningvoorraad. Terugblik 2011 In 2011 zijn een paar belangrijke stappen gezet. Dienst Wonen, Zorg en Samenleven heeft convenanten afgesloten met woningbouwcorporaties en met de particuliere sector (samen met de stadsdelen), en er is financiering geregeld voor de projecten Blok voor Blok en Besparen met de Buren. Verder is een leningfaciliteit voor de particuliere sector door de Raad goedgekeurd als een van de eerste projecten die worden gefinancierd uit de pijler Klimaat, duurzaamheid en luchtkwaliteit en is er een Green Deal woningisolatie gesloten met het Rijk. Kortom: 2012 zal helemaal in het teken staan van uitvoering. Bouwen aan de Stad II Begin 2011 hebben gemeente en corporaties in het convenant ‘Bouwen aan de Stad II’ met elkaar afgesproken dat in de periode 2011 t/m 2014 tussen de 48.000 en de 72.000 labelstappen worden genomen in de sociale woningvoorraad. Corporaties kunnen daar maximaal € 33,1 miljoen subsidie voor krijgen. In 2012 gaan corporaties volop aan
Gemeente Amsterdam - Programmabureau Klimaat en Energie
de slag met de uitvoering. Dienst Wonen, Zorg en Samenleven faciliteert hen daarbij. Ook stadsdelen spelen een rol bij de uitvoering. Noord heeft bijvoorbeeld samen met de woningcorporaties de ‘Noordse aanpak’ ontwikkeld, met speciale aandacht voor bewonersparticipatie. Convenant particuliere huursector In juni 2011 is het ‘Convenant Stimuleren energiebesparing in de particuliere huursector bestaande woningbouw in de gemeente Amsterdam’ getekend door Vastgoed Belang, de Huurdersvereniging Amsterdam, het Amsterdams Steunpunt Wonen en de gemeente Amsterdam (centrale stad en stadsdelen). In het convenant zijn afspraken gemaakt over het opstellen van rekenvoorbeelden en modelafspraken tussen verhuurder en huurder, het realiseren van voorbeeldprojecten en het stroomlijnen van informatie over energiebesparing richting huurders en verhuurders. Het Energieteam van het Amsterdams Steunpunt Wonen blijft in 2012 actief. Ook hebben stadsdelen en verhuurders afgesproken om onderhouds- en renovatieplannen zoveel mogelijk op elkaar af te stemmen om te komen tot een meer gebiedsgerichte aanpak. En er is aandacht voor ‘ontzorgen’, oftewel initiatieven die het voor kleine particuliere verhuurders en huurders makkelijker moeten maken om energiebesparende maatregelen te nemen. In 2012 wordt door Dienst Wonen, Zorg en Samenleven en de stadsdelen een vervolg gegeven aan de uitvoering van de acties uit het convenant. Projectbureau ARC zal een pilot uitvoeren met de aanpak van VVE’s, waarbij onderhoudsprogramma’s worden opgezet en uitgevoerd met speciale aandacht voor energiebesparing. Leuk om te vermelden is dat in stadsdeel Nieuw-West inmiddels ruim twintig bewoners zijn opgeleid tot energiecoach. Zij hebben aan meer dan 1.500 bewoners een voorlichtingsbijeenkomst gegeven. Deze aanpak wordt in 2012 voortgezet. Blok voor Blok Twee Amsterdams consortia kregen een subsidie in het kader van het programma Blok voor Blok. Het eerste consortium van APG, VVE-belang, VVE-gemak, de adviesbuJaarprogramma 2012 en Jaarverslag 2011
reaus Builddesk en PIT, het Energiebesparingscentrum en de gemeente Amsterdam heeft van het Rijk € 500.000 gekregen. Afspraak is dat het consortium met een grootschalig renovatieprogramma minimaal 2.000 woningen naar energielabel B of hoger brengt. APG leidt het consortium, Dienst Wonen, Zorg en Samenleven en het betreffende stadsdeel zijn nauw betrokken bij de uitvoering. De uitvoering start in 2012. Het tweede consortium van woningbouwvereniging Ymere, stadsdeel Nieuw-West, de Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties, Liander, Nuon, de Woonbond, het Amsterdams Steunpunt Wonen en het programma Slim & snel verduurzamen van de TU Delft en Nijenrode Business University hebben via een Green Deal met het Rijk een Blok voor Blok subsidie afgesproken voor het project ‘Snel verduurzamen in bewoonde staat’. Het consortium heeft daarbij een subsidie van € 350.000 gekregen voor het verduurzamen van gebouwen in Amsterdam Nieuw-West. In de pilot is extra aandacht voor bewonersparticipatie en kennisdeling. Besparen met de Buren In 2012 gaat de pilot Besparen met de Buren van start. Het project richt zich op buurten waar grootschalige renovatieplannen zijn stilgevallen. Met kleine besparingsmaatregelen en gedragsverandering kunnen de bewoners toch hun energierekening verlagen. In totaal 500 gezinnen ontvangen een Bespaarbox met energiebesparingsproducten (spaarlampen, tochtstrips, deurdrangers, etc.). Daarnaast wordt in de buurt een burenklushulpcentrale opgezet die eenvoudige energiebesparende maatregelen kan uitvoeren en eventueel kan helpen bij het toepassen van de producten uit de Bespaarbox. De energierekening moet hierdoor met ongeveer 5% per woning afnemen. Dienst Wonen, Zorg en Samenleven is opdrachtgever van de pilot. Met Dienst Werk en Inkomen zijn afspraken gemaakt over de inzet van mensen die momenteel werkloos zijn en een grote afstand tot de arbeidsmarkt hebben voor de hulpcentrale. Uitvoering gebeurt door het Amsterdams Steunpunt Wonen en het bedrijf Twinstone. De woningen worden geselecteerd uit het bestand van woningcorporatie Ymere in overleg met de stadsdelen. Liander zal aan het project bijdragen door het meten
15
van het energiegebruik van de bewoners. Het project zal starten in de Van de Pekbuurt in stadsdeel Noord. Leningfaciliteit particuliere sector In november 2011 is de Raad akkoord gegaan met het instellen van een laagrentende leningfaciliteit voor particuliere verhuurders en eigenaar-bewoners uit de pijler Klimaat, duurzaamheid en luchtkwaliteit van het AIF. Verwacht wordt, dat er per investering van €10.000 gemiddeld 3 labelstappen kunnen worden genomen. In 2012 wil Dienst Wonen, Zorg en Samenleven ongeveer 100 leningen uitzetten. In 2015 moeten dit er 1.400 zijn, resulterend in een jaarlijkse CO2-reductie van zo’n 1.400 ton en 4.200 labelstappen. De regeling zal worden uitgevoerd door het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse gemeenten. Om de lening bekendheid te geven zal ook aan partners en belangenorganisaties (stadsdelen, Vastgoed Belang, Amsterdams Steunpunt Wonen, Huurdersvereniging Amsterdam, Vereniging Eigen Huis, VVEBelang, energiebedrijven, installatiebedrijven) worden gevraagd om hier aandacht aan te besteden in hun communicatie. Green Deal woningisolatie De gemeente Amsterdam heeft een Green Deal met het Rijk heeft gesloten, waarin wordt aangekondigd dat er gezamenlijk zal worden gezocht naar nieuwe manieren om de aanpak van de bestaande gebouwenvoorraad te versnellen. Deze verkenning zal in 2012 plaatsvinden. Dienst Wonen, Zorg en Samenleven en programmabureau Klimaat en Energie zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van deze Green Deal. b. Energiebesparing in de utiliteit Uit het CO2 Jaarverslag van 2010 blijkt dat zakelijke gebruikers maar liefst 61% van de totale CO2-uitstoot op Amsterdams grondgebied voor hun rekening nemen. Er is weliswaar sprake van verbeterde efficiëntie, maar deze wordt teniet gedaan door de groei van de sector. Tegelijkertijd blijkt uit de Quick scan dat maatregelen in deze sector zeer kostenefficiënt zijn. Hier valt dus nog veel te winnen! Maar dan moeten er wel eerst een aantal obstakels worden overwonnen. Gebrek aan kennis en tijd en een korte investeringshorizon staan bedrijven vaak in de weg om tot actie over te gaan. Door slim
16
gebruik te maken van de Wet Milieubeheer en tegelijkertijd bedrijven te verleiden om mee te doen (bijvoorbeeld via financiering uit de pijler Klimaat, duurzaamheid en luchtkwaliteit of het stimuleren van kennisuitwisseling) wil Amsterdam het energieverbruik van zakelijke gebruikers samen met de sector terugbrengen. Komend jaar ligt de nadruk op datacenters. Dit is één van de kernprojecten va het programmabureau Klimaat en Energie in 2012. Terugblik 2011 In 2011 zijn door de Dienst Milieu en Bouwtoezicht in samenwerking met de stadsdelen een paar grote klappers gemaakt op het gebied van energiebesparing bij grootverbruikers. Het Amsterdamse convenant met de supermarkten over het sluiten van koelvakken is succesvol over het hele land uitgerold. Er zijn inmiddels 11 concerns en 136 gemeenten aangesloten bij het convenant. De supermarkten rapporteren jaarlijks over de voortgang. Bedrijven die niet deelnemen aan het convenant kunnen controles verwachten op basis van de Wet Milieubeheer. In de hotelbranche is inmiddels een groot deel van de Amsterdamse hotels toegetreden tot het milieukeur Green Key. En in de zorgsector is in november het convenant ‘De Zorg voor Duurzaamheid’ ondertekend, met als doel samen de milieuprestaties van de zorginstellingen te verbeteren. Dit gebeurt door invoering van een milieukeurmerk: de Milieuthermometer Zorg. Het keurmerk schrijft concrete maatregelen bij zorginstellingen voor. Amsterdam is de eerste stad in Nederland die een dergelijk convenant met de zorgsector heeft gesloten. Energiebesparing bij grootverbruikers In 2012 gaat de Dienst Milieu en Bouwtoezicht verder met het creatief inzetten van de Wet Milieubeheer om grootverbruikers aan te sporen tot energiebesparing en verduurzaming van de installaties. Het doelgroepenbeleid, d.w.z. het sluiten van convenanten met bepaalde sectoren en het ontwikkelen van speciale keurmerken, zal verder worden uitgebreid. Stadsdelen spelen een belangrijke rol in deze aanpak: niet alleen zijn ze bevoegd gezag, maar vaak ook opdrachtgever en partij in het convenant. Een ander belangrijk instrument is het convenant Meerjarenafspraak Energie-
Gemeente Amsterdam - Programmabureau Klimaat en Energie
efficiency (MJA3) van het ministerie van EL&I. Deelnemers hebben zich verplicht om jaarlijks tenminste 2% energiebesparing te realiseren. Dienst Milieu en Bouwtoezicht heeft de afgelopen jaren met alle Amsterdamse deelnemers aan het convenant (o.a. banken, verzekeringsbedrijven, hogescholen en universiteiten) startgesprekken gehouden en eisen voor het Energie Efficiëntie Plan ingebracht. Bedrijven die niet zijn aangesloten bij MJA3 zijn in 2011 aangeschreven en gecontroleerd. Ook deze aanpak wordt in 2012 voortgezet. De Haven blijft ook in 2012 het Duurzaamheids- én Innovatiefonds Haven Amsterdam (DIHA) voortzetten. Ondernemers in het gebied die een project uitvoeren dat bijdraagt aan de doelen van de Havenvisie en dat aansluit bij de thema’s duurzaamheid en innovatie komen in aanmerking voor een subsidie van maximaal € 200.000. Sinds de start van het fonds in 2009 is in totaal € 2,7 miljoen uitgekeerd aan 21 projecten. Enkele voorbeelden: schone biomassaverbranding bij Cargill, effectief gebruik van restwarmte op een asfaltcentrale, uitwisseling van CO2-vrije warmte tussen Orgaworld en WPW, terugwinning van rem-energie van drijvende kranen bij Maja Stuwadoors, en het project Duurzame Energie uit Stortgas (DEUS).
boden aan het bestuur. Onderdeel van het beleid is het organiseren van een tweede pitchronde vanuit de pijler Klimaat, duurzaamheid en luchtkwaliteit, gericht op grootverbruikers c.q. datacenters. Tot slot is in overleg met Stichting Green IT Amsterdam en Agentschap NL een Green Deal afgesloten met het Rijk. Daarin zijn afspraken gemaakt over het creëren van een ‘level playing field’ op landelijk niveau als het gaat om normen en handhaving, en over ondersteuning van de Stichting Green IT Amsterdam vanuit het Rijk. Programmabureau Klimaat en Energie zal samen met Dienst Milieu en Bouwtoezicht en Stichting Green IT Amsterdam uitvoering geven aan deze Green Deal. Het CO2-reductiepotentieel van dit project is ca. 33 kton / jaar. Het gaat dan om energiebesparing bij bestaande datacenters. De sector in zijn geheel zal naar verwachting nog sterk groeien tot 2025, waardoor de CO2 uitstoot van de totale dataverwerkende
Energie efficiënte datacenters (kernproject K&E) Een bijzondere groep grootverbruikers in Amsterdam zijn datacenters. Een kwart van de datacenters in Nederland is gevestigd in Amsterdam. Amsterdam is daarmee een belangrijk ICT cluster in Europa. Datacenters zijn samen goed voor ongeveer 10% van het elektriciteitsverbruik van de in totaal 22.000 Amsterdamse bedrijven. Met het toenemende dataverkeer zal de sector naar verwachting verder groeien. Het is daarom belangrijk om samen met de sector beleid te ontwikkelen gericht op energiebesparing en efficiency en tegelijk een aantrekkelijke vestigingsplaats te blijven voor datacenters.
Jaarprogramma 2012 en Jaarverslag 2011
foto: KPN/Getronics
In 2011 is door programmabureau Klimaat en Energie, Dienst Milieu en Bouwtoezicht en Economische Zaken een start gemaakt met het ontwikkelen van een integrale beleidsnotitie, waarbij handhaving wordt gecombineerd met locatiebeleid en financiële prikkels. Deze notitie wordt in 2012 aange-
17
sector in Amsterdam in dat jaar naar verwachting hoger zal zijn dan nu het geval is. Energiebesparing in het MKB In 2011 is de tweejarige pilot MKB Energieloket en Klimaatfonds afgerond. Uit de evaluatie bleek dat investeringsbereidheid van MKB’ers minder was dan oorspronkelijk gedacht. Ook was de pilot tezeer opgezet vanuit een technisch- economische benadering, en was er te weinig feeling met de doelgroep. De Raad heeft dan ook besloten om het project niet voort te zetten. Wel wordt nog gekeken of het project aan de markt kan worden overgedragen. Ook zal programmabureau Klimaat en Energie in overleg met de stadsdelen en de dienst Economische Zaken opnieuw bekijken welke rol er voor de gemeente is weggelegd bij het treffen van energiemaatregelen bij het MKB. Dienst Milieu en Bouwtoezicht en de stadsdelen blijven in ieder geval de milieuwijzer ‘Kansen bij verkassen’ promoten bij MKB’ers die verhuizen, verbouwen, renoveren of nieuw willen bouwen. Deze online tool van Stichting Stimular geeft snel inzicht in de milieubelasting, kansen voor verduurzaming en kostenbesparing, inclusief advies over maatregelen, locatiekeuze, en verhuizing. Landelijk maken meer dan 30 gemeenten gebruik van deze tool. Stadsdeel Nieuw-West start in 2012 met een kleinschalige pilot op het gebied van ontzorgen van MKB’ers die willen investeren in energiebesparing. De resultaten zullen door de deelnemende ondernemers worden gecommuniceerd naar andere ondernemers. Zelfreguleringsinstrumenten zoals de keurmerken die gebruikt worden bij de zorg, hotels en supermarkten kunnen bij meerdere bedrijfssectoren worden toegepast. In 2012 wordt onderzocht of voor de horeca en de detailhandel een keurmerk kan worden ontwikkeld. Bij de bedrijfsbezoeken en in communicatie met de bedrijven wijst de Dienst Milieu- en Bouwtoezicht bedrijven op de voordelen van het gebruik van de milieubarometer, die inzicht geeft in de voetafdruk van het bedrijf en kansen voor verduurzaming. Projectbureau ARC maakt een folder om ondernemers informeren over hun mogelijkheden en hun plichten. Verder zal ARC in samenwerking met alle stadsdelen de
18
duurzame ondernemersprijs 2012 organiseren. Doel is duurzaam ondernemen bij MKB’ers te stimuleren door inspirerende voorbeelden te laten zien en koplopers te belonen. Economische Zaken en Dienst Milieu en Bouwtoezicht bieden tot slot informatie over duurzaam ondernemen aan voor Amsterdamse ondernemers via het zogenaamde Koplopersloket. Energieke scholen Behalve bij bedrijven speelt ook bij maatschappelijk vastgoed, en dan met name scholen, de vraag hoe energiemaatregelen het beste gefinancierd kunnen worden. In 2010 en 2011 zijn bij 49 Amsterdamse scholen maatregelen getroffen om zowel het binnenklimaat als de energetische kwaliteit van de gebouwen te verbeteren. Dit werd mede mogelijk gemaakt door een bijdrage van het Rijk. Op dit moment zijn er in de stad nog zo’n 110 scholen die niet aan de norm voldoen. Het Rijk wil echter niet langer meebetalen aan het project Energieke scholen. Sommige stadsdelen zetten het programma voort op eigen initiatief en eigen kosten. In 2011 zijn verschillende goede voorbeelden van duurzame scholen gerealiseerd, zowel op het gebied van renovatie als van nieuwbouw. Enkele voorbeelden zijn de Montessori school op Steigereiland (Oost), de Potgieterschool en Dr. Rijk Kramerschool (West), het Sint Nicolaas Lyceum (Zuidas), het St. Ignatiusgymnasium (Zuid) en basisschool het Klaverblad (Zuidoost). De gemeenteraad heeft bij de behandeling van de Kadernota 2012 een motie aangenomen waarin het college wordt verzocht om met een voorstel te komen voor de gefaseerde aanpak van de resterende scholen. Hiervoor is eerst verder onderzoek nodig naar de mogelijkheden voor financiering. DMO zal daarom in 2012 in samenwerking met schoolbesturen en de stadsdelen een pilot uitvoeren met tenminste 4 scholen, waaronder ook nieuwbouw. Op basis van de resultaten van deze pilot wordt in het najaar 2012 een nieuw voorstel gedaan voor de aanpak van Amsterdamse scholen.
Gemeente Amsterdam - Programmabureau Klimaat en Energie
foto: programmabureau Klimaat en Energie
Lijn 3: Opwek van duurzame elektriciteit Iets meer dan de helft van de Amsterdamse CO2-uitstoot wordt momenteel veroorzaakt door elektriciteitsverbruik. Daarvoor komt het grootste deel voor rekening van grootverbruikers, dus bedrijven en kantoren. Naarmate meer mensen overstappen op elektrisch vervoer en duurzame warmte (d.m.v. warmtepompen) zal het aandeel van elektriciteitsverbruik in de CO2-uitstoot naar verwachting toenemen. De kunst is dus om ervoor te zorgen dat het groeiende elektriciteitsverbruik samengaat met een verminderde CO2-uitstoot. Dat kan alleen als meer elektriciteit duurzaam wordt opgewekt. De invloed van de gemeente op de uitrol van zonne-energie is beperkt. Burgers en bedrijven zullen hier zelf mee aan de slag moeten. Elk jaar opnieuw blijkt hier veel animo voor te zijn: op allerlei manieren proberen burgers, bedrijven en maatschappelijke organisaties zonnepanelen financieel aantrekkelijk te maken, bijvoorbeeld door ze gezamenlijk in te kopen. De rol die de gemeente kan spelen is om belemmeringen in regelgeving zoveel mogelijk weg te nemen. Met name de discussie rond zelfleveJaarprogramma 2012 en Jaarverslag 2011
ring is van belang: op het moment dat bewoners de zelf opgewekte elektriciteit mogen verrekenen met hun eigen elektriciteitsrekening (‘virtueel salderen’), worden zonnepanelen een stuk sneller rendabel. Op dit moment mag dit alleen als de panelen op je eigen dak liggen. Amsterdam pleit ervoor om het ook voor VVE’s mogelijk te maken om op deze wijze te salderen: ten slotte bestaat de Amsterdamse woningvoorraad voor ruim 40% uit VVE’s. Naast zelflevering zullen de mogelijkheden voor de collectieve aanbesteding van gemeentelijke daken worden onderzocht, en sluit Amsterdam aan bij het initiatief van de Metropoolregio Amsterdam voor het uitrollen van zonnepanelen. Voor windenergie geldt dat de invloed van de gemeente veel directer en groter is. Amsterdam kan immers zelf de grond uitgeven, en ervoor zorgen dat het vergunningentraject soepel verloopt. De uitrol van windenergie is dan ook één van de kernprojecten van het programmabureau Klimaat en Energie in 2012. Het betrekken van burgers en bedrijven bij windprojecten in de stad is een belangrijk aandachtspunt.
19
Tot slot produceert het eigen Afval Energie Bedrijf naast duurzame warmte ook duurzame elektriciteit. Jaarlijks leveren twee afvalgestookte energiecentrales samen 1 miljoen MWh aan stroom op, ofwel genoeg om driekwart van alle Amsterdamse huishoudens en bedrijven van elektriciteit te voorzien. Bijna de helft van deze opgewekte energie is duurzaam. Terugblik 2011 In 2011 was de subsidieregeling ‘Zon op je dak’ van de stadsdelen i.s.m. de Provincie Noord-Holland weer een groot succes. In totaal 707 bewoners en 58 VVE’s (die de opgewekte elektriciteit gebruiken voor gemeenschappelijke ruimten) hebben subsidie aangevraagd, die in meer dan 450 gevallen is toegekend. In 2012 zal opnieuw worden gekeken of stadsdelen en de Provincie de regeling samen voortzetten. Projectbureau ARC voert de subsidieregeling uit namens de stadsdelen. Stadsdeel Noord gaat een stapje verder en lanceert in 2012 ook de regeling ‘Zon op andermans dak’. Een ander succes was de realisatie van zon-PV systemen op 27 locaties in het kader van het project ‘Zonnestroom voor Amsterdamse scholen’ (21 basisscholen en 6 andere gebouwen) in de stad, met een capaciteit van bijna 600 kWp. De zonnepanelen bedekken ongeveer anderhalf voetbalveld aan dakoppervlak. De stroom die met deze panelen wordt opgewekt is vergelijkbaar met het elektriciteitsgebruik van 200 Amsterdamse huishoudens. Daarmee wordt de CO2-uitstoot verminderd met circa 310 ton per jaar. De panelen werden aangelegd met behulp van SDE subsidie van het Rijk. Yellow Step Solar (YSS), een samenwerking tussen International Solar en Greenchoice, is verantwoordelijk voor de exploitatie en het onderhoud voor een periode van 15 jaar. Daarna kunnen de scholen de installatie gratis in eigendom krijgen. De stroom die wordt opgewekt wordt eerst gebruikt om de scholen zelf van energie te voorzien. Wat overblijft wordt aangeboden aan buurtbewoners. Dit project is uitgevoerd door het programmabureau Klimaat en Energie, in samenwerking met stadsdelen (West, Noord, Oost, Nieuw-West) en de betreffende schoolbesturen.
20
Een soortgelijke constructie wordt door YSS toegepast bij corporatiewoningen van de Key en Stadgenoot in Nieuw-West, waar in totaal 1215 zonnepanelen worden geplaatst op verschillende wooncomplexen. Dit is voldoende om ongeveer 70 woningen een jaar lang van elektriciteit te voorzien. Wat windenergie betreft is er in 2011 een aantal belangrijke stappen genomen. De windcoalitie is opgericht, de windvisie is geschreven en de gemeenteraad heeft besloten dat de uitvoering hiervan mag worden voorgefinancierd uit de pijler Klimaat, duurzaamheid en luchtkwaliteit van het AIF. Er is een MER (Milieueffectrapportage) geschreven en de verschillende participatiemodellen zijn uitgewerkt. Met stadsdelen waar windenergie mogelijk is zijn gesprekken gestart over deelname in de windcoalitie. Kortom, we liggen op koers om in 2014 te starten met het bouwen van nieuwe windturbines in Amsterdam. Pilot zon op VVE’s Om het probleem met zelflevering van zonne-energie bij VVE’s aan te kunnen pakken is in 2011 een voorstel ingediend voor de pijler Klimaat, duurzaamheid en luchtkwaliteit van het AIF. Dit voorstel is goedgekeurd en de pilot gaat begin 2012 van start. Doel is om bij minimaal 3 VVE’s ervaring op te doen met virtueel salderen en op basis daarvan exploitatiemodellen te ontwikkelen en onderzoek te doen naar de juridische en fiscale aspecten van zelflevering. Het project wordt getrokken door programmabureau Klimaat en Energie. Parallel aan de pilot wordt gelobbyd in Den Haag om zelflevering voor VVE’s mogelijk te maken. In 2011 is het niet gelukt hier overeenstemming over te bereiken met het Rijk. Wel is het onderwerp succesvol geagendeerd. In 2012 zal uitvoering worden gegeven aan de moties van kamerleden Jansen (SP) en van der Werf (CDA) over zelflevering. Amsterdam blijft hier nauw bij betrokken. Uitbreiding windenergie op Amsterdams grondgebied (kernproject K&E) In 2012 zal met stadsdelen verder worden besproken of en hoe zij deel zullen nemen aan de windcoalitie. De Haven gaat door met de uitbreiding van de opgestelde capaciteit naar 100 MW. De windvisie wordt ter visie
Gemeente Amsterdam - Programmabureau Klimaat en Energie
gelegd en vastgesteld. Er wordt een besluit genomen over de manier waarop Amsterdam participatie door burgers en bedrijven in windenergieprojecten mogelijk wil maken. En de eerste bestemmingsplanprocedures en aanvragen voor bouwvergunningen worden gedaan voor locaties in stadsdeel Noord. Het stadsdeel bereidt momenteel een projectbesluit (inclusief MER), kredietbesluit en investeringsbesluit voor. Verder wordt samen met het Rijk onderzocht of het mogelijk is om tijdelijke vergunningen voor windenergie af te geven in transformatiegebieden die door de economische crisis voorlopig braak liggen, zoals afgesproken in de Green Deal. Programmabureau Klimaat en Energie is verantwoordelijk voor de voortgang van de windvisie en voert alle overkoepelende werkzaamheden uit. Ook bij windenergie hoort lobby tot de reguliere werkzaamheden. Het succes van de Amsterdamse aanpak is mede afhankelijk van wet- en regelgeving van de provincie en het Rijk (Luchthavenindelingsbesluit, Rijksstructuurvisie, provinciaal beleid). Amsterdam is binnen de Metropoolregio trekker van het thema windenergie.
kaarten) als uitvoering en handhaving van de Amsterdamse aanpak van warmte en koude. Terugblik 2011 In 2011 is een aanvang gemaakt met het borgen van de publieke taken op het gebied van warmte en koude bij Waternet. En er is stevig gelobbyd rond het thema aansluitplicht stadswarmte. Door het nieuwe Bouwbesluit dreigde de mogelijkheid voor gemeenten om gebiedsgericht afspraken te maken over de meest geschikte techniek voor warmtelevering te vervallen. Met de minister van Binnenlandse Zaken zijn afspraken gemaakt om lokaal maatwerk toch mogelijk te laten blijven. Zonder deze garantie zou investeren in uitbreiding van het warmtenet zeer riskant zijn geworden, ondanks de vele voordelen van dit systeem. Verder is het afgelopen jaar het project ‘WKO waar voor je geld’ van start gegaan in
Het CO2-reductiepotentieel van dit project is berekend op 350 kton / jaar in 2025.
Lijn 4: Duurzame warmte en koude
Jaarprogramma 2012 en Jaarverslag 2011
foto: Afval Energie Bedrijf
De publieke taken op het gebied van duurzame warmte en koude in Amsterdam zijn in 2011 belegd bij Waternet. Daaronder vallen: het zorgen voor warmte- en koudekaarten van de hele stad, het formuleren van beleid omtrent WKO’s en stadskoude, het begeleiden en adviseren van gebiedsgerichte contracten en het versnellen van de groei en het verduurzamen van het warmtenet. Het aansluittempo van stadswarmte ligt tussen de 4.000 en 5.000 woningequivalenten per jaar. Tot nu toe zijn vooral nieuwbouwgebieden aangesloten. De grote uitdaging voor 2012 is om ook de bestaande stad op het warmtenet aan te sluiten. De potentiële CO2-besparing van deze maatregel is groot. Stadsdelen en projectbureaus spelen een belangrijke rol bij zowel beleid (gebieds-
21
het kader van de Wet Milieubeheer, met als doel om bestaande WKO’s energie-efficiënt te laten functioneren. Dit is een project van de Diest Milieu en Bouwtoezicht, in samenwerking met een aantal regionale milieudiensten, twee provincies, een aantal adviseurs en het Rijk. Het project is een landelijke primeur en wordt ondersteund door het SKB programma ‘Duurzame Ontwikkeling van de Ondergrond’. Megadeal Noord Met stadsdeel Noord wordt een zogenaamde Megadeal voorbereid waarin samen met Westpoort Warmte en de woningbouwcorporaties afspraken tot stand moeten komen over het aansluiten van de bestaande bouw op stadswarmte. Als dit project succesvol is kan deze aanpak in 2012 nog worden opgeschaald naar andere gebieden. Warmte kan in combinatie met isolatie helpen om op een kostenefficiënte manier labelstappen te zetten. Het aspect van grootschaligheid verlaagt de kosten en vermindert de risico’s, zodat projecten eerder rendabel worden. Het ministerie van BZK heeft stadsdeel Noord als experimenteergebied aangewezen, waardoor per januari 2012 stadswarmte in de labelwaardering mag worden meegenomen. De ervaringen die hiermee worden opgedaan dienen als input voor het waarderen van stadswarmte in energielabels in het convenant Bouwen aan de Stad II. Ymere heeft met Nuon en Westpoort Warmte de afspraak gemaakt dat bij renovatie van panden allereerst naar aansluiting op warmte wordt gekeken. Warmte- koudekaarten Het opstellen van warmte- koudekaarten helpt om een visie op warmte en koude voor een gebied te ontwikkelen, zodat een weloverwogen keuze kan worden gemaakt welke techniek waar toegepast zal worden. Er wordt in Amsterdam door de verantwoordelijke diensten, projectbureaus en stadsdelen aan deze kaarten gewerkt. Onder andere in de Houthaven en Overamstel heeft dit in 2011 geleid tot een besluit over de koude- en/of warmtevoorziening in het gebied. Ook voor de stadsdelen Zuidoost, Nieuw- West en voor Westpoort zijn warmteen koudekaarten opgesteld. In 2012 wordt verdergegaan met het opstellen van deze kaarten, bijvoorbeeld voor de Zuidoostlob en
22
de Zuidas. Waternet coördineert, Dienst Milieu en Bouwtoezicht stelt de kaarten op, projectbureaus en de stadsdelen leveren input en spelen een belangrijke rol in de uitvoering. Ook worden warmte- en koudeleveranciers (Nuon, Westpoort Warmte), gebouweigenaren en gebruikers betrokken. In gebieden waar aan warmte- en koudenetten zal worden gewerkt wordt samenwerking met andere infrastructuurbedrijven (onder andere drinkwater, afvalwater) gezocht naar meer kostenefficiënte manieren om de benodigde infrastructuur aan te leggen. Europese demonstratieprojecten Waternet en AEB hebben gezamenlijk een Europees subsidievoorstel van € 3,5 miljoen ingediend voor twee demonstratieprojecten: ‘Comfort cooling’ in de Houthaven en de ‘Kleine ring’. Het project Kleine ring bestaat uit het aan elkaar koppelen van twee bestaande delen van het warmtenet door het maken van verbinding tussen het warmtenet van Nuon Warmte in Amsterdam Oost en het net van Westpoort Warmte in Amsterdam West. Hierdoor ontstaat ook een koppeling tussen de twee belangrijkste Amsterdamse warmtebronnen: het Afvalenergiebedrijf en de Diemercentrale. Beide demonstratieprojecten hebben in 2011 al steun van het Rijk ontvangen (respectievelijk via de Green Deal en de regeling Excellente gebieden). Naast de demonstratieprojecten bevat de aanvraag twee onderzoekstrajecten: het Zuidas exchange model (uitwisseling tussen verschillende bronnen en netwerken) en de Sprong over de Amstel (doortrekken van stadswarmtenet Overamstel naar Amstelstation e.o.). Een besluit over de aanvraag wordt in maart 2012 verwacht. Organisatiebesluit WPW 2.0 Vanuit het AEB wordt gewerkt aan het verbreden van de samenwerking met Nuon in Westpoort Warmte. Het organisatiebesluit WPW 2.0 moet duidelijkheid scheppen over eigendomsverhoudingen, zeggenschap en overige randvoorwaarden voor het uitrollen en exploiteren van het stadswarmte en -koudenet in de gehele stad. Ook zal worden gekeken naar de mogelijkheden om andere investeerders te laten participeren in de aanleg van de benodigde infrastructuur.
Gemeente Amsterdam - Programmabureau Klimaat en Energie
foto: Haven Amsterdam
Lijn 5: Duurzame mobiliteit De sector verkeer en vervoer is verantwoordelijk voor 17% van de Amsterdamse CO2-uitstoot. Dit aandeel is al een aantal jaar stabiel, hoewel per eenheid (auto, bus, etc.) wel steeds minder CO2 worden uitgestoten. Veel van de maatregelen die de dienst Infrastructuur Verkeer en Vervoer neemt om de stad autoluw te maken, het gebruik van de fiets en het OV te promoten en het goederenvervoer in en naar de stad efficiënt te laten verlopen dragen bij aan het stabiel houden van de CO2-uitstoot van deze sector, ondanks een groeiend aantal verkeersbewegingen. De maatregelen zijn echter vooral gericht op het verbeteren van de luchtkwaliteit en de bereikbaarheid van Amsterdam. Er zijn twee belangrijke raakvlakken met het Klimaat- en Energieprogramma: elektrisch vervoer en de pijler Klimaat, duurzaamheid en luchtkwaliteit van het AIF. De introductie van elektrisch vervoer betekent een uitdaging voor onze energievoorziening: niet alleen stijgt de vraag naar elektriciteit, ook zijn aanpassingen nodig om ervoor te zorgen dat elektrisch vervoer geen al te grote schommelingen op het elektriciJaarprogramma 2012 en Jaarverslag 2011
teitsnet teweeg brengt. Tegelijkertijd kunnen elektrische auto’s op den duur mogelijk dienen als opslag voor lokaal opgewekte elektriciteit. Elektrisch vervoer past daarom heel goed bij de slimme, schone en energiezuinige stad van de toekomst. De pijler Klimaat, duurzaamheid en luchtkwaliteit rekent behalve CO2-reductie ook de reductie van NOx mee in de beoordeling van projectvoorstellen. Naar verachting kunnen in de loop van 2012 nieuwe projecten worden ingediend. Terugblik 2011 In 2011 heeft elektrisch vervoer in Amsterdam een vlucht genomen. Er zijn nu 300 openbare oplaadpunten en dit aantal blijft toenemen. In 2011 bracht Nissan de eerste in serie geproduceerde elektrische auto, de Nissan Leaf, op de markt en reserveerde honderden auto’s speciaal voor Amsterdam. Met PSA Peugeot en Mitsubishi zijn vergelijkbare afspraken gemaakt. De nieuwe subsidieregeling voor veelrijders is goedgekeurd en sinds oktober van kracht. Amsterdam heeft de plaatsing van nieuwe oplaadpalen aanbesteed aan twee partijen: Essent en de combinatie Nuon/Heijmans.
23
Car2Go introduceerde de eerste elektrische deelauto’s ter wereld in Amsterdam, en de eerste 20 elektrische taxi’s deden hun intrede. Landelijk werd er gekozen voor een standaardstekker en ook werden er afspraken gemaakt over de interoperabiliteit van oplaadpasjes, zodat bestuurders bij elke oplaadpaal terecht kunnen, ongeacht het soort pasje dat ze hebben. Ook de stadsdelen deden mee: niet alleen hebben ze geholpen bij het plaatsen van oplaadpalen, ook werden elektrische auto’s aangeschaft voor het eigen wagenpark. Ook op het water vonden er veranderingen plaats: er kwamen 500 elektrische bootjes bij, en in Overamstel is een voorbeeldproject gestart waarbij lokale energieopwekking werd gekoppeld aan het laden van deelboten, als onderdeel van het Europese programma E-harbours. In de Haven zijn door Joulz (aannemer van Eneco) in opdracht van Haven Amsterdam walstroomvoorzieningen aangelegd voor binnenvaart en riviercruises. Liander heeft de netinpassing verzorgd. Elektrisch vervoer In 2012 groeit het aantal oplaadpunten in de stad naar verwachting tot 700 oplaadpunten in de openbare ruimte en 600 op eigen terrein. Met de nieuwe subsidieregeling voor veelrijders kunnen in drie jaar tijd 2.200 nieuwe voertuigen worden aangeschaft. Met het Rijk wordt een nieuwe Green Deal elektrisch vervoer afgesloten. In samenwerking met programmabureau Klimaat en Energie wordt gekeken of er een pilot kan worden gedaan met slim laden.
Lijn 6: Klimaatneutrale stad Steeds meer energieprojecten in de stad kiezen voor een integrale aanpak, dat wil zeggen dat energiebesparingsmaatregelen en de opwek van duurzame energie worden gecombineerd met duurzame warmte en koude, slimme meters, de aanleg van lokale netten en van oplaadpunten voor elektrisch vervoer. Met elke keuze voor een duurzame techniek wordt een andere keuze uitgesloten, overbodig of juist mogelijk gemaakt. Dit vraagt om een brede blik op het energievraagstuk. Door gebouwen in hun context te plaatsen en op zoek te gaan naar de kansen in het gebied, kunnen nieuwe, meer efficiënte oplossingen in beeld komen. De pijler Klimaatneutrale stad bevat een aantal projecten die deze integrale aanpak bevorderen zoals klimaatneutraal bouwen en het project Energiek Zuidoost, maar ook twee ondersteunende, voorwaardenscheppende projecten: de pijler Klimaat, duurzaamheid en luchtkwaliteit van het AIF en het thema ontzorgen / regels. Veel partijen in de stad willen wel aan de slag met energie, maar stuiten op allerlei obstakels. De gemeente kan hier een belangrijke rol spelen door te helpen met financiering, de bureaucratie zoveel mogelijk te beperken en te zorgen voor goede informatie. Zowel het fonds als het thema ontzorgen / regels zijn daarom kernproject van het programmabureau Klimaat en Energie in 2012. Ook klimaatneutraal bouwen is een kernproject, omdat hierin bij uitstek de integrale aanpak samenkomt met een sturende rol van de gemeente. Terugblik 2011 In 2011 heeft de Taskforce Klimaatneutraal Bouwen gesprekken gevoerd met alle projectdirecteuren en de wethouder over de implementatie van het besluit klimaatneutraal bouwen in hun gebied. Deze gespreksronde zal jaarlijks plaatsvinden om de voortgang van klimaatneutraal bouwen te monitoren en de resterende opgave te bespreken. Er is een subsidie beschikbaar gesteld voor klimaatneutraal bouwen en tegelijkertijd is de toets ‘Amsterdamse klimaatwoning’ vastgesteld, die houvast biedt over de definitie van en route naar een klimaatneutraal ontwerp. Er is een menukaart opgesteld voor zelfbou-
24
Gemeente Amsterdam - Programmabureau Klimaat en Energie
wers waarin in 9 stappen staat beschreven hoe zij een klimaatneutrale woning kunnen bouwen, en die door de projectbureaus gebruikt kan worden in de selectie van collectieve zelfbouwprojecten. De menukaart is aangeboden aan de projectbureaus en aan de bezoekers van de zelfbouwmarkt.
Begin 2011 is de Leidraad Energetische Stedenbouw versie 1.0 gepubliceerd, een instrument voor stedenbouwkundigen en planologen om klimaatneutraal te bouwen. Deze methode is ontwikkeld door de Dienst Ruimtelijke Ordening in samenwerking met de TU Delft. Het document zal verder worden ontwikkeld op basis van ervaringen uit de praktijk en nieuwe technologische ontwikkelingen, vandaar de naam: LES 1.0. Een nieuwe versie, LES 2.0, komt naar verwachting uit in 2012. NEMO heeft in 2011 samen met Liander het Smart grid Experience center geopend waar kinderen en hun ouders op een interactieve manier kennis kunnen maken met het fenomeen slimme netten. Tot slot de overkoepelende thema’s: financiering en ontzorgen / regels. Tussen bestaande financieringsregelingen zoals
foto: Houthaven
Een gebied waar het afgelopen jaar concrete stappen zijn gezet met klimaatneutraal bouwen en de gebiedsgerichte aanpak is de Houthaven in stadsdeel West. Dit gebied is door het Rijk aangewezen als Excellent gebied, waardoor strengere energie-eisen mogen worden gesteld dan in het Bouwbesluit. De EU heeft in 2011 een subsidie toegekend voor de duurzame ontwikkeling van het gebied in het kader van het programma NEXT Buildings. Belangrijke Nederlandse partners in dit project zijn Alliander en het Instituut voor Milieuvraagstukken van de VU. De energiestrategie ‘100% klimaatneutrale energievoorziening Houthaven’ is vastgesteld door B&W. Er is een besluit genomen over het aansluiten op duurzame warmte en koude van Westpoort Warmte van 2.400 woningen. ‘100% gebouwgebonden klimaatneutraal’ is opgenomen als voorwaarde in de bouwen-
velop. Het eerste project, Blok 0, wordt onder deze voorwaarde uitgegeven aan collectieve particuliere opdrachtgevers. Op de zelfbouwmarkt in oktober 2011 waren er direct 23 inschrijvingen. Start realisatie van Blok 0 staat gepland voor 2013 / begin 2014.
Jaarprogramma 2012 en Jaarverslag 2011
25
subsidies en bancaire leningen zit vaak een gat, waardoor projecten die uit de eerste innovatiefase, maar nog niet op grote schaal bewezen zijn buiten de boot vallen. Om deze projecten een kans te gunnen is de pijler Klimaat, duurzaamheid en luchtkwaliteit van het AIF opgericht voor Amsterdamse burgers en bedrijven. In 2011 is de pijler, -ter grootte van € 60 miljoen- ingesteld, zijn de criteria en werkwijze vastgesteld en is een eerste bestedingsvoorstel van drie projecten goedgekeurd door de Raad. Ook is een eerste compartiment voor ‘bestaande woningvoorraad’ ingesteld. Daarnaast heeft de Raad ingestemd met het organiseren van een tweede pitchronde en het instellen van een extern beheerd fonds. Dat betekent dat in 2012 vol aan de slag kan worden gegaan met het openstellen van het fonds voor aanvragen van burgers en bedrijven. Een belangrijke mijlpaal, die de CO2-doelstelling een stuk dichterbij brengt. Op het gebied van ontzorgen / regels is stevig gelobbyd op een aantal dossiers, waaronder zelflevering van zonne-energie bij VVE’s. Er is doorgegaan met de soepele invoering van de omgevingsvergunning, die sinds 1 oktober 2010 alle vergunningen bundelt in één aanvraag. Verschillende Amsterdamse projecten zijn aangemeld voor de Crisis- en Herstelwet, waardoor procedures verkort kunnen worden, en er zijn afspraken gemaakt in de Green Deal over het wegnemen van belemmeringen in wet- en regelgeving. Tot slot heeft projectbureau ARC een richtlijn voor kleine windinstallaties (KWI’s) opgesteld in opdracht van de stadsdelen, die een snelle en eenvoudige beoordeling van dit soort windmolens mogelijk maakt. In 2012 moeten deze en andere initiatieven tot resultaat gaan leiden en moeten nieuwe, inventieve oplossingen worden bedacht voor obstakels waar burgers en bedrijven tegenaan lopen bij het nemen van energiemaatregelen. Klimaatneutraal bouwen (kernproject K&E) De Amsterdamse gemeenteraad heeft in 2008 unaniem het besluit genomen om vanaf 2015 alleen nog maar klimaatneutraal te bouwen. Hiermee loopt Amsterdam vooruit op het landelijk beleid om vanaf 2020 100 % klimaatneutraal te bouwen. In de Green Deal die gemeente en Rijk in oktober 2011 hierover hebben gesloten ondersteunt het
26
Rijk de Amsterdamse ambitie. Het Rijk zal samen met Amsterdam eventuele belemmeringen in wet- en regelgeving wegnemen. Binnen één jaar zullen de mogelijkheden worden verkend en in een plan van aanpak worden vastgelegd, dat zowel aan het Rijk als aan de gemeente zal worden aangeboden voor bestuurlijke besluitvorming. In het voorjaar van 2012 zal een voortgangsrapportage Klimaatneutraal Bouwen aan de wethouder worden aangeboden. Vervolgens wordt met de projectdirecteuren, corporaties, projectontwikkelaars, zelfbouwers en ander betrokken partijen overlegd over de financiële, technische, procedurele en juridische hinderpalen die nog uit de weg moeten worden geruimd. Het ministerie van BZK heeft namens de drie betrokken ministeries (BZK, EL&I, I&M) ambtelijke medewerking aan dit overleg toegezegd. Resultaat moet zijn een Amsterdamse ambitie-notitie waarin de hinderpalen voor de introductie van klimaatneutraal bouwen en de oplossingen ervoor worden benoemd. Het Rijk zal daarna actief meewerken aan het Plan van Aanpak, dat in 2012 gereed moet zijn voor bestuurlijke besluitvorming. Het programmabureau Klimaat en Energie stuurt de gemeentelijke Taskforce Klimaatneutraal Bouwen aan. Zomer 2012 doet deze Taskforce opnieuw mee aan de zelfbouwmarkt. Bij de zelfbouwmarkt in 2011 was de animo voor klimaatneutraal bouwen onder de deelnemers opmerkelijk groot. Van de 29 kavels op het Zeeburgereiland zal op 12 kavels klimaatneutraal worden gebouwd. Ook andere communicatiemomenten zullen zoveel mogelijk worden benut, zoals een debat in Pakhuis de Zwijger over zelfbouw in februari en het Europese12th forum on Eco-innovation in april. Van de leidraad energetische stedenbouw zal in 2012 een nieuwe versie worden gepubliceerd. Tot slot wordt gekeken of er een toets kan komen op de energievisie die verplicht onderdeel uitmaakt van het Plaberum, omdat geconstateerd is dat deze energievisie vaak niet voldoende wordt uitgewerkt. Ook is er extra aandacht voor het handhaven van de EPC-eisen bij nieuwbouw. Stadsdeel Noord start een pilot met handhaving van energienormen en duurzaam materiaalgebruik op de bouwplaats. Daarbij is voor het gebied
Gemeente Amsterdam - Programmabureau Klimaat en Energie
Buiksloterham gekozen omdat dit gebied een hoge milieuambitie heeft. Het CO2-reductiepotentieel van dit project is berekend op 200 kton / jaar in 2025. Gebiedsgericht werken Hoewel nut- en noodzaak van gebiedsgericht werken steeds dringender worden, is er nog weinig ervaring in Amsterdam met een meer integrale aanpak rond energie. In 2011 is daarom een Europese subsidieaanvraag van 700.000 euro ingediend voor het project Energiek Zuidoost. Het gebied rond Amstel III heeft een aantal kenmerken die het bijzonder geschikt maken voor een integrale aanpak van het energievraagstuk: de ondergrond is goed geschikt voor het gebruik van WKO, er ligt een stadskoude en -warmte infrastructuur en er zijn koplopers op het gebied van energie gevestigd. Daarnaast heeft het gebied een enorm bereik door publieksfuncties zoals de Heineken Music Hall, de Amsterdam ArenA, de Pathe ArenA, en de aanwezigheid van grote bedrijven zoals het AMC, Endemol en IKEA. Het project Energiek Zuidoost streeft naar een efficiënte en duurzame energiehuishouding voor een groot deel van de Zuidoostlob. Door vraag en aanbod in beeld te brengen en te koppelen aan mogelijke ruimtelijke ontwikkelingsscenario’s, investeringsagenda’s van stakeholders en bijvoorbeeld pakketten van energiebesparende maatregelen, wordt duidelijk waar, wanneer en voor wie er kansen liggen. Vervolgens moeten deze kansen worden omgezet in concrete afspraken en haalbare actieplannen. De gemeente speelt een bemiddelende rol in dit project. Programmabureau Klimaat en Energie / Dienst Ruimtelijke Ordening coördineert, maar deelname van partijen als projectbureau Zuidoostlob, ArenA, AMC en IKEA is minstens zo belangrijk. Deze partijen zijn enthousiast om mee te doen. Een ander voorbeeld van gebiedsgerichte ontwikkeling is het herstructureringsproject Overtoomse Veld / Middengebied Zuid in Nieuw-West. Het consortium Co-Green heeft voor het gebied met ongeveer 460 woningen de ambitie klimaatneutraal én kostenneutraal geformuleerd. Het stadsdeel sluit hierbij aan en wil de openbare ruimte klimaatbestendig ontwerpen en beheren. In 2011 is de Jaarprogramma 2012 en Jaarverslag 2011
uitgangspuntennotitie voor een duurzame inrichting opgesteld. In 2012 start de uitvoering. Deelnemers in het consortium zijn Woningcorporatie Eigen Haard, bouwbedrijf ERA Contour, Architectenbureau KOW en sloop- en recyclingbedrijf Oranje. Amsterdam Smart City Amsterdam Smart City, een samenwerking tussen Liander, AIM, KPN en de gemeente Amsterdam, draait helemaal om innovatieve toepassingen in relatie tot de energietransitie. Er is een Green Deal gesloten met het Rijk over de positionering van Amsterdam als proeftuin voor smart grids. Daarnaast wordt het platform Amsterdam Smart City financieel ondersteund door het Rijk. De Amsterdamse Innovatie Motor (AIM) is centraal aanspreekpunt voor de uitvoering van deze Green Deal. In het platform Amsterdam Smart City komen bedrijven, overheden en kennisinstellingen samen om conceptontwikkeling en toepassing van innovatieve technieken te bevorderen. De focus ligt op 3 gebieden: Nieuw-West, Amsterdam Zuidoost en IJburg. Het platform heeft 71 kleine en grote bedrijven als partners. Amsterdam Smart City heeft in 2011 de Europese ‘City Star Award 2011’ gewonnen. Het project was volgens de jury het beste voorbeeld van hoe steden duurzamer met energie kunnen omgaan. Pijler Klimaat, duurzaamheid en luchtkwaliteit van het AIF (kernproject K&E) Bij besluitvorming over de criteria en werkwijze van de pijler Klimaat, duurzaamheid en luchtkwaliteit heeft de gemeenteraad ervoor gekozen om 80% van de middelen te gebruiken voor grootschalige energieprojecten met een beperkt risico, en 20% in te zetten voor meer innovatieve projecten. In 2012 zal een aanzienlijk deel uit het 80%-deel worden ondergebracht in een extern beheerd fonds. Hiervoor is gekozen omdat het beheer van zo’n fonds specifieke eisen stelt aan de organisatie en kennis en kunde. Een voorstel voor het oprichten van een extern beheerd fonds zal als apart bestedingsvoorstel aan de gemeenteraad worden voorgelegd. Middels een aanbestedingstraject wordt een geschikte partij uitgezocht voor het beheer van dit deel van het fonds. Naast het op te richten extern fonds zullen in 2012 ook meer innovatieve energieprojecten
27
gefinancierd worden. Hiervoor zal in 2012 onder andere een tweede pitchronde worden georganiseerd, met als doelgroep grootverbruikers c.q. datacenters. Uit de Quick scan Klimaat- en energieprogramma is immers gebleken dat deze sector een groot CO2-reductiepotentieel heeft. Daarnaast zullen ook voor andere sectoren, zoals ‘bestaande woningvoorraad’ meer projecten worden geselecteerd. Programmabureau Klimaat en Energie voert al deze acties uit en is ook verantwoordelijk voor contractbeheer en communicatie rond de pijler Klimaat, duurzaamheid en luchtkwaliteit. Tot slot wordt samen met het Rijk invulling gegeven aan de Green Deal afspraken over het fonds, die gericht zijn op het stroomlijnen van het financiële beheer en daarmee ook het terugbrengen van de risicos en beheerslasten van investeringsfondsen zoals die van Amsterdam. Het CO2-reductiepotentieel van dit project is berekend op 170 kton / jaar in 2025 in een gemiddeld scenario. De daadwerkelijk behaalde reductie zal sterk afhankelijk zijn van de technologieën waarin geïnvesteerd wordt en de investeringsmultiplier, en kan dus lager uitvallen maar ook substantieel hoger. Ontzorgen / regels (kernproject K&E) In 2012 wordt een start gemaakt met een meer structurele en systematische benadering van het thema ontzorgen / regels. Dit thema bestrijkt alles wat burgers en bedrijven in de weg kan staan om zelf aan de slag te gaan met energie. Concreet gaat het om het vereenvoudigen van wet- en regelgeving, het wegnemen van financieringshobbels en het actief op weg helpen van burgers en bedrijven die aan de slag willen. De focus ligt op energiebesparing. Wat betreft wet- en regelgeving wordt er allereerst gerapporteerd over de resultaten van de lopende initiatieven. Daarnaast wordt invulling gegeven aan de motie Duurzame vrijzone (m.b.t. begroting 2012). Dat betekent dat er gesprekken plaatsvinden met het Rijk over het instellen van een duurzame vrijzone in Amsterdam (of mogelijk Amsterdam als geheel) ten behoeve van de energietransitie. Er zal worden gezocht naar verbeteringen in zowel omgevingswetten als
28
belastingheffingen van Rijk en gemeente. En de gemeente zal zelf de eigen wet- en regelgeving kritisch tegen het licht te houden met het oog op het stimuleren van energiemaatregelen. Dienst Milieu en Bouwtoezicht, Dienst Belastingen en programmabureau Klimaat en Energie trekken hier samen in op. Stadsdelen, die in veel gevallen bevoegd gezag zijn, worden betrokken bij deze zoektocht. Het uiteindelijke doel is het terugbrengen van de bureaucratie en het verkorten van de doorlooptijd van projecten. Dienst Milieu en Bouwtoezicht onderzoekt hiervoor onder andere de mogelijkheid om de informatieverplichtingen bij het aanvragen van een omgevingsvergunning terug te dringen (Bouwtoezicht op Maat). Daarnaast wordt in 2012 de Basisnota Welstand aangepast waardoor een aantal belemmeringen op het gebied van welstand voor verduurzaming van gebouwen (energiebesparing en duurzame energie) worden weggenomen. Ook financiering (anders dan de pijler Klimaat, duurzaamheid en luchtkwaliteit van het AIF) wordt onderdeel van het thema ontzorgen. Programmabureau Klimaat en Energie zal een subsidiescan uitvoeren en deelt de resultaten breed. Ook andere financieringsbronnen binnen en buiten de gemeente worden onderzocht en er wordt voor gezorgd dat kansrijke mogelijkheden worden benut. Tot slot maakt het programmabureau Klimaat en Energie een inventarisatie van mogelijkheden om burgers en bedrijven te faciliteren, dat wil zeggen om ze actief op weg te helpen door bijvoorbeeld informatie te stroomlijnen, aanbieders voor te selecteren of op een andere manier kennis te verspreiden of partijen bij elkaar te brengen. Als uit de inventarisatie blijkt dat er een nieuw, kansrijk initiatief mogelijk is, dan wordt deze verder uitgewerkt en aan het bestuur voorgelegd. Het CO2-reductiepotentieel van dit project is niet kwantificeerbaar.
Gemeente Amsterdam - Programmabureau Klimaat en Energie
Hoofdstuk 3
Het programmabureau Klimaat en Energie Het programmabureau Klimaat en Energie is ondergebracht bij de Dienst Ruimtelijke Ordening. Het uitgangspunt van het Amsterdamse klimaat- en energieprogramma is dat er voor elk onderdeel van het programma één centraal aanspreekpunt is (zie schema op pag. 9). Het programmabureau Klimaat en Energie bewaakt de voortgang, voert onderdelen van het programma uit, coördineert, initieert, en jaagt aan. Daarnaast voert het bureau een aantal overkoepelende taken uit.
Rol van het programmabureau Klimaat en Energie Een belangrijke rol van het programmabureau Klimaat en Energie is natuurlijk programmamanagement. Dit houdt in: het jaarlijks formuleren van het klimaaten energieprogramma inclusief kernprojecten en mijlpalen voor het programmabureau dat jaar; het beleggen van taken uit het klimaat- en energieprogramma binnen de gemeente in zoverre dat nog niet gebeurd is; het bewaken van de voortgang van het programma; en het bijsturen van programmaonderdelen indien nodig.
Onder programmamanagement valt ook een aantal overkoepelende taken:
lobby bestuursadvisering communicatie netwerk / Energiecafés monitoring
Jaarprogramma 2012 en Jaarverslag 2011
Daarnaast is aantal programmaonderdelen (voorlopig) belegd bij het programmabureau Klimaat en Energie. Dit zijn: de windvisie, de pilot met zon op VVE’s, en de pijler Klimaat, duurzaamheid en luchtkwaliteit van het AIF. Ook speelt het programmabureau tijdelijk een coördinerende rol (dus een meer actieve rol dan het hierboven genoemde programmamanagement) in de doelstelling gemeente CO2-neutraal, het stimuleren van energie efficiënte datacenters, klimaatneutraal bouwen en het thema ontzorgen. Dit zijn thema’s waar versnelling kan worden bereikt door intensiever samen te werken. Tot slot fungeert het programmabureau soms als aanjager en initiator van innovatieve projecten. In 2012 zijn we mede-opdrachtgever voor het programma Amsterdam Smart City en het project Energiek Zuidoost (gebiedsgerichte aanpak). Binnen al deze werkzaamheden zoekt het programmabureau zoveel mogelijk naar generieke oplossingen die burgers en bedrijven in staat stellen om voortvarend en op eigen initiatief aan de slag te gaan met energiebesparing en het opwekken van duurzame energie.
Overkoepelende taken programmabureau Klimaat en Energie a. Lobby Het programmabureau Klimaat en Energie volgt en bundelt de Amsterdamse lobbyactiviteiten op het gebied van klimaat en energie. Een heldere en actieve lobby is nodig op veel van bovengenoemde dossiers, zoals bestaande woningvoorraad, klimaatneutraal bouwen, zelflevering van zonneenergie, stadswarmte, windenergie en energiebesparing in de utiliteit. Het succes
29
van een aantal projecten hangt af van flexibiliteit in wet- en regelgeving. Waar mogelijk wordt samen opgetrokken met de G4. Ook netwerken als het Klimaatverbond en E-decentraal zijn nuttig voor een sterke lobby. Op veel onderwerpen bestaat een hoge mate van overeenstemming met andere gemeenten en met (koplopers uit) het bedrijfsleven. Hoogtepunten in 2011 waren het afsluiten van een Amsterdamse Green Deal, bestaande uit 10 subdeals, met het ministerie van EL&I en het tekenen van de Lokale Klimaatagenda 2011-2014 met het ministerie van I&M. Er zijn belangrijke toezeggingen gedaan, bijvoorbeeld op het gebied van stadswarmte (aansluitplicht), klimaatneutraal bouwen (oplossen belemmeringen wet- en regelgeving) en het fonds (ondersteuning vanuit het Rijk). Er is een opening ontstaan op het gebied van zelflevering van zonneenergie, en er is € 800.000 toegezegd voor diverse projecten. Ook andere partijen in de stad hebben Green Deals afgesloten in 2011. In 2012 vindt weer een nieuwe ronde plaats. Programmabureau Klimaat en Energie signaleert kansen en spoort partijen in de stad aan om van deze mogelijkheid gebruik te maken. De Lokale Klimaatagenda wordt twee keer per jaar herijkt. Ook hier signaleert programmabureau Klimaat en Energie kansen en draagt deze via wethouder Maarten van Poelgeest (tevens landelijk ambassadeur van het thema duurzame energieproductie) aan bij de staatssecretaris. In 2012 zijn de speerpunten van de Amsterdamse klimaat- en energielobby wind en zon. Voor wind is de Provincie minstens even belangrijk als het Rijk. Voor zonne-energie draait de lobby met name rond de pilot met zelflevering bij VVE’s. Inzet is dat ‘virtueel salderen’ onder bepaalde omstandigheden wordt toegestaan. Verder worden de afspraken uit de Green Deal en de Lokale Klimaatagenda uitgewerkt. b. Bestuursadvisering Bestuursadvisering is een belangrijke taak van programmabureau Klimaat en Energie. Hieronder vallen het beantwoorden van vragen van de raad, het informeren en adviseren van het bestuur, het voorbereiden van besluitvorming en het adviseren van andere gemeentelijke onderdelen op dit
30
vlak. Maar ook het rapporteren over achterblijven de resultaten in onderdelen van het klimaat- en energieprogramma, het signaleren van knelpunten en het agenderen van nieuwe onderwerpen. c. Communicatie Het programmabureau Klimaat en Energie is het overall aanspreekpunt voor klimaat en energie binnen de gemeente en beantwoordt in die hoedanigheid vragen van collega’s, burgers en bedrijven. Verder gaat het bureau een communicatie-agenda bijhouden met daarin onder andere de belangrijke mijlpalen van het Amsterdamse klimaat- en energieprogramma. Gepoogd wordt om rond deze mijlpalen positieve publiciteit te genereren. De resultaten van het programma worden zichtbaar gemaakt op de website www.amsterdam.nl/energie en verspreid onder de 1.800 abonnees van de maandelijkse nieuwsbrief. Er worden vanuit het programmabureau Klimaat en Energie geen communicatie- of bewustwordingscampagnes geïnitieerd. d. Netwerk / Energiecafés Het programmabureau Klimaat en Energie onderhoudt een breed netwerk van mensen die betrokken zijn bij de energietransitie, zorgt ervoor zorgen dat partijen elkaar weten te vinden en dat kennis onderling wordt uitgewisseld. In 2011 is in samenwerking met de MRA een start gemaakt met het organiseren van Energiecafés. Per café wordt een nieuw thema uitgelicht en gepresenteerd aan de hand van concrete casussen. Na afloop is er gelegenheid tot netwerken. Het eerste Energiecafé over smart grids in Science Park was een groot succes. In 2012 zullen meerdere Energiecafés volgen. e. Monitoring Een vast onderdeel van het takenpakket van het programmabureau Klimaat en Energie is het periodiek monitoren van de voortgang van het klimaatprogramma en van de doelstelling. In 2011 is een Quick scan uitgevoerd naar de tussenstand van doelen en effecten van het klimaat- en energieprogramma. Naar aanleiding van dit rapport is de focus van het programmabureau Klimaat en Energie voor 2012 bijgesteld. Er komt meer aandacht voor grootverbruikers en met name datacenters, en naar aanleiding van de doelstelling gemeentelijke organisatie
Gemeente Amsterdam - Programmabureau Klimaat en Energie
CO2-neutraal in 2015 wordt een Routekaart gemaakt. Ook de keuze voor de kernprojecten van het programmabureau Klimaat en Energie in 2012 en de criteria en werkwijze van de pijler Klimaat, duurzaamheid en luchtkwaliteit zijn mede gebaseerd op de resultaten van de Quick scan. Verder stelt het programmabureau Klimaat en Energie jaarlijks een CO2-Jaarverslag op, en levert samen met de andere trekkende diensten input voor het duurzaamheidsverslag. Vanaf 2012 wordt hiervoor gebruik
Jaarprogramma 2012 en Jaarverslag 2011
gemaakt van een stedelijke duurzaamheidsindex. Deze index geeft binnen context van het duurzaamheidsprogramma inzicht in de mate van verduurzamen van de stad. Het duurzaamheidsverslag wordt, als dit past binnen P&C cyclus, onderdeel van gemeentelijke jaarrekening. Met de website Energie in beeld van Liander en Enexis hebben de stadsdelen inzicht in het lokale energieverbruik.
31
Bijlage 1
Amsterdamse burgerinitiatieven op het gebied van energie Wij krijgen kippen / Co-operatie Zuid: werkt samen met buren, ondernemers Steeds vaker gebeurt het dat burgers zich en werknemers aan het opwekken van verenigen in een stichting of coöperatie en duurzame energie in stadsdeel Zuid. Eind samen aan de slag gaan met energiebespa2012 moeten er in 50 initiatieven zijn die ring of duurzame energie-opwek. Amsterdam zelf lokale schone energie produceren. kent verschillende van dit soort initiatieven. Het project krijgt rijkssubsidie in het Hieronder een lijstje dat in 2011 is samengekader van het Innovatieprogramma steld, in alfabetische volgorde. Dit is ongeKlimaatneutrale Steden twijfeld niet compleet, omdat niet alle Zon op Noord: doel van de coöperatie is om initiatieven zich melden bij de gemeente. op daken van schoolgebouwen, sporthallen, Daarnaast zijn sommige initiatieven nog in kantoren etc. in stadsdeel Noord en daaroprichting. We hopen deze lijst volgend jaar buiten door particulieren gefinancierde dan ook uit te kunnen breiden! zonnepanelen te plaatsen. Zon op Noord heeft in 2011 het eerste project opgeleverd: Duurzame daken West: coöperatieve 72 panelen op het dak van een gymzaal. In vereniging met als doel om zoveel 2012 wordt het tweede project opgeleverd: mogelijk daken in Amsterdam West 80 panelen op het dak van een grote schuur. te gebruiken voor de opwekking van Afspraak is dat ze in komende vijf jaar 12 van duurzame energie, op zo’n manier dat dit soort projecten gaan realiseren. bewoners en ondernemers mee kunnen doen. In 2010 hebben het stadsdeel en Stadgenoot 8 zon-PV systemen geplaatst op daken in de Van Hallstraat Verder een speciale vermelding voor het Groene buren: netwerk van bewoners project ‘Wij willen zon’ van Stichting (m.n. in stadsdeel Noord) die zelf aan Urgenda. Deze in Amsterdam gevestigde de slag zijn met o.a. energiebesparing stichting heeft landelijk het initiatief en duurzame opwek. Op een kaart is te genomen voor een gezamenlijke inkoopactie zien wie er meedoen en met welk soort van zonnepanelen. Door grote orders te project plaatsen ging de prijs van de panelen Onze Energie: wil windturbines plaatsen aanzienlijk omlaag. De animo voor deze actie in stadsdeel Noord en levert tot die tijd was groot. Urgenda heeft nu de laatste order voordelig groene stroom aan de leden geplaatst en draagt het concept over aan de Wetering Duurzaam: gaat de komende markt. tijd aan de slag met het energieneutraal maken van 20 woningen in het Centrum en heeft daarvoor rijkssubsidie gekregen in het kader van de regeling ‘Lokaal alle Heeft u ook een burgerinitiatief op het lichten op groen’ gebied van energie en wilt u dit kenbaar Windvogel: coöperatieve vereniging die maken? Neem dan contact op met de al enkele windturbines in Noord-Holland milieuadviseur van uw stadsdeel. Ook kunt u exploiteert (waaronder de ‘Amstelvogel’ uw initiatief aanmelden voor de website in Ouderkerk aan de Amstel), en ook op www.amsterdambespaartenergie.nl Amsterdams grondgebied aan de slag wil
32
Gemeente Amsterdam - Programmabureau Klimaat en Energie
Bijlage 2
Onderwijs en wetenschap Op de hogescholen en universiteiten van Amsterdam is in toenemende aandacht voor het onderwerp klimaat en energie. Dit uit zich in het aanbod van vakken, maar ook in meer structureel onderzoek. Amsterdam heeft goede papieren om zich als (inter-) nationaal kenniscentrum op het gebied van klimaat en energie te ontwikkelen. Enkele voorbeelden: De VU had al het Instituut voor Milieuvraagstukken (IVM) en heeft in 2011 het Amsterdam Global Climate Change Instituut opgericht. Hierin wordt de expertise van de faculteiten van Aard- en Levenswetenschappen, Economische Wetenschappen en Sociale Wetenschappen op het gebied van klimaat en energie gebundeld. Het AGCI onderzoekt momenteel of er ook een bedrijvenplatform aan het instituut kan worden gekoppeld. Het IVAM is een onderzoeks- en adviesbureau op het terrein van duurzaamheid, in 1993 voortgekomen uit de Interfacultaire Vakgroep Milieukunde van de Universiteit van Amsterdam. Daarnaast heeft de UvA in 2010 het Centrum voor Energievraagstukken opgericht, dat zich bezighoudt met onderzoek en onderwijs met betrekking tot de publieke en private energievoorziening. Dit centrum is gevestigd aan de Faculteit der Rechtsgeleerdheid van de UvA. De Duisenberg School of Finance heeft een programmadirecteur aangesteld voor het thema Finance and Sustainablity. Het Holland Financial Center draagt bij aan een speciale leergang over dit onderwerp, bedoeld voor bankiers en beleggers uit opkomende economieën. In 2012 start de eerste cursus. Het Science Park, tot slot, herbergt een cluster van topinstellingen zoals het Nationaal Instituut voor subatomaire fysica (Nikhef), het FOM-instituut voor Jaarprogramma 2012 en Jaarverslag 2011
Atoom- en Molecuulfysica (AMOLF), en SARA Reken- en Netwerkdiensten. Raakvlakken met het thema energie en klimaat liggen er bijvoorbeeld op het gebied van verbetering van zonneceltechnologie, slimme netten en green IT. De partijen in het Science Park zijn ook druk bezig om het gebied te verduurzamen. In 2011 hebben het Amsterdam University College, DUWO studentenhuisvesting en Nikhef besloten om een collectieve warmte/koudeopslag te realiseren. In april 2012 zal de eerste fase van het WKO-systeem worden gerealiseerd. In 2012 worden ook de mogelijkheden voor een smart grid in het gebied onderzocht. De UvA en de VU zijn ook vertegenwoordigd in de Klimaatraad.
33
Bijlage 3
Top 10 projecten 2011 Het bruist in Amsterdam van de projecten op het gebied van klimaat en energie. Het zijn er teveel om op te noemen. Daarom hebben we voor dit jaarverslag een selectie gemaakt van projecten uit 2011 die op een of andere manier als voorbeeld kunnen dienen voor iedereen die met energie aan de slag wil. De initiatiefnemers hebben hun nek uitgestoken en lef getoond, en met resultaat. De projecten zijn kopieerbaar of opschaalbaar, en dienen hopelijk als inspiratie!
Amsterdam ArenA
Behalve energie kijkt ArenA ook naar onderwerpen als afval, recycling, materiaalgebruik en mobiliteit. In het hele proces richting een klimaatneutrale organisatie is er bovendien veel aandacht voor communicatie en het betrekken van bezoekers van de ArenA bij de doelstellingen. In 2012 zal de gemeente Amsterdam de werkafspraken
foto: Amsterdam ArenA
In 2009 hebben Amsterdam ArenA en de gemeente Amsterdam een intentieverklaring ondertekend over de verduurzaming van de ArenA. Sindsdien heeft het bedrijf niet stilgezeten. Er is een meerjaren ambitie vastgelegd: Amsterdam ArenA wil in 2015 het eerste volledig CO2-neutrale stadion ter wereld zijn. Er is een nulmeting uitgevoerd en het eerste duurzame jaarplan is gepubliceerd. Het nieuwe hoofdgebouw, dat nu in aanbouw is, wordt duurzaam gebouwd. In 2011 is ArenA aangesloten op stadswarmte
en stadskoude, wat een CO2-besparing van 815 ton per jaar oplevert. Met de Sublean Group is ArenA in gesprek over toepassing van een zeer innovatief concept, 4D oppervlakteontwikkeling, dat opwekking van duurzame elektriciteit combineert met het terugdringen van fijnstof, wateropvang en reclame. Sublean Group heeft hier een Green Deal over afgesloten met het Rijk. Zelf heeft ArenA een Green Deal afgesloten met 34 bedrijven die zullen helpen met het uitwerken en eventueel uitvoeren van haalbare businesscases voor onderdelen van het duurzaamheidsprogramma. In het eerste kwartaal van 2012 zal ArenA de eerste businesscases presenteren.
34
Gemeente Amsterdam - Programmabureau Klimaat en Energie
voor 2012-2013 bekrachtigen in een nieuw convenant. Waarom Amsterdam ArenA in de top 10 staat… ArenA heeft zichzelf concrete, afrekenbare doelen gesteld, en taken binnen de organisatie goed belegd. ArenA slaagt er bovendien in om veel andere partijen enthousiast te maken voor hun plannen, en speelt een voortrekkersrol in het gebied. Ideeën en onderzoeken worden omgezet in concrete businesscases en resultaten. ArenA laat zien dat duurzaamheid en innovatie hand in hand kunnen gaan met zakelijkheid, en is daarmee een voorbeeld voor andere bedrijven.
The Bell The Bell, een voormalig pakhuis aan de Sarphatistraat (Centrum), is in 2011 door Rappagne Architecten en DWA Installatie- en Energieadvies in opdracht van Stadgenoot omgebouwd tot een modern, energiezuinig kantoorgebouw en is daarmee één van de duurzaamste monumenten van het land geworden. Door duurzaam restaureren en het gebruik van energiebesparende technieken is het pand van energielabel G naar A+ gegaan. Om dit te bereiken is eerst de gebouwschil extra geïsoleerd. Vervolgens zijn voorzetramen geplaatst en is gekozen voor duurzame verwarming en koeling vanuit de kelder van de iets jongere aanbouw. Verwarming en ventilatiesystemen werken alleen in ruimtes die bezet zijn. Voor de balken onder de houten vloeren, die veel energieverlies veroorzaakten, is een innovatieve oplossing bedacht. En de installaties voor beveiliging, communicatie en gebouwbeheer maken gebruik van ICT-netwerken met zo duurzaam mogelijke componenten en verbindingen. De Amsterdamse Compagnie, specialist in bedrijfsverzamelgebouwen, bedacht voor Stadgenoot een flexibel concept voor kleine en grootschalige bedrijfsruimtes, gecombineerd met service zoals vergaderruimtes, een receptioniste en een Bell Boy. Huurders hebben bovendien een opzegtermijn van slechts één maand. De beschikbare 4.500 m2 was binnen drie weken volledig verhuurd aan onder andere reclamebureaus, ICT-bedrijven en adviesbureaus.
Jaarprogramma 2012 en Jaarverslag 2011
Waarom The Bell in de top 10 staat… Er staat in Amsterdam enorm veel kantooroppervlak leeg. Toch is er een grote behoefte aan met name kleinschalige bedrijfsruimtes op aantrekkelijke locaties. Stadgenoot heeft hierin voorzien met een gebouw dat, ondanks zijn monumentale status, voldoet aan de zwaarste eisen op het gebied van duurzaamheid en techniek. Een knappe prestatie!
Blok 7 In 2011 heeft wethouder Maarten van Poelgeest een grootschalig zonnepanelenproject op IJburg officieel in gebruik genomen. De Vereniging van Eigenaren van Blok 7 heeft gezamenlijk geïnvesteerd in een zonnepanelensysteem op het dak van het blok. In totaal wordt er door 47 panelen jaarlijks ongeveer 10.000 kWh groene stroom opgewekt die wordt gebruikt voor de algemene ruimtes van het appartementencomplex. Hiermee wordt de CO2-uitstoot met ongeveer 6 ton per jaar verminderd. IJburg kent veel platte daken en is bijzonder geschikt voor het gebruik van zonne- en windenergie. De bewoners van Blok 7 wilden deze kans graag benutten en hebben gezamenlijk subsidie aangevraagd uit de regeling ‘Zon op je dak’ van stadsdeel Oost en de Provincie Noord-Holland. En met succes! Het bedrijf Zon & Co heeft vervolgens het systeem aangelegd. Tijdens de Solar Days in mei was het project te bezichtigen voor publiek. Waarom Blok 7 in de top 10 staat… Het project is uniek omdat voor zover bekend geen andere Vereniging van Eigenaren dit eerder heeft gedaan. Wellicht een stimulans voor andere VvE’s: er zijn nog heel veel lege daken! In 2012 voert programmabureau Klimaat en Energie een pilot uit met zonnepanelen op VVE’s waarbij de opgewekte elektriciteit wordt verrekend met de bewoners, en niet alleen beschikbaar is voor collectieve ruimten. Daardoor worden zonnepanelen financieel nog aantrekkelijker voor VVE’s.
35
Duurzame ondernemersprijs
beloond en nog eens negen havens zullen in 2012 toetreden tot dit systeem.
In 2009 organiseerde het stadsdeel NieuwWest voor het eerst de Ondernemers Milieuprijs.
Waarom de Environmental Ship Index in de top 10 staat… Voor milieuprestaties, of het nou voor apparaten, huizen of schepen is, gelden vaak internationale eisen. Het is vaak lastig om partijen te bewegen om voortvarend van gedrag te veranderen in plaats van te wachten tot het verplicht is. In dit project is gezocht naar positieve prikkels die de Haven zelf kan geven om wenselijk gedrag te stimuleren. En het werkt! In dit geval is het verbeteren van de luchtkwaliteit het voornaamste doel, maar een soortgelijke systematiek zou kunnen worden toegepast op energie-eisen. In 2012 wordt onderzocht welke financiële en fiscale prikkels Amsterdam nog kan geven om versnelling aan te brengen in energieprojecten.
Sindsdien is het een jaarlijks terugkerende prijs waar iedere keer tientallen ondernemers aan meedoen. In 2011 is ook stadsdeel West begonnen met een Duurzame Ondernemersprijs. In West won het Conscious hotel op de Overtoom, in Nieuw-West won vergader- en feestlocatie Het Rijk van de Keizer. Het idee is zo goed aangeslagen dat de prijsvraag vanaf 2012 in alle stadsdelen wordt georganiseerd, met een prijs per stadsdeel en één winnaar voor de hele stad. Alle Amsterdamse ondernemers die zijn ingeschreven bij de Kamer van Koophandel kunnen meedoen. Waarom de Duurzame Ondernemersprijs in de top 10 staat… Met deze prijs worden ondernemers op een positieve manier gestimuleerd om duurzame maatregelen te nemen. Uitblinkers worden in het zonnetje gezet, en tegelijkertijd worden andere ondernemers geïnformeerd over de kansen en mogelijkheden van duurzaam ondernemen. De prijsvraag draagt bovendien bij aan het verstevigen van het netwerk van groene ondernemers in de stad.
Environmental Ship Index In de Amsterdamse haven wordt schone scheepvaart gestimuleerd door middel van het belonen van zeeschepen, die qua luchtemissie beter scoren dan de internationale wettelijke norm. Samen met de havens van Rotterdam, Hamburg, Bremen, Antwerpen, en Le Havre is een index ontwikkeld die laat zien hoe schoon of vervuilend een schip is. Rederijen kunnen zelf op een website deze Environmental Ship Index invullen voor hun zeeschepen. Als het schip beter presteert dan de norm krijgt de rederij korting op het havengeld. De Environmental Ship Index is een project van het World Ports Climate Initiative. Rotterdam levert voor dit specifieke project de projectleider.
Jaap Edenbaan De Jaap Eden IJsbaan bestaat dit jaar 50 jaar en is daarmee de oudste 400 meter kunstijsbaan ter wereld. De schaatsbaan is al drie jaar aangesloten op groene stroom en heeft door intensieve besparingsmaatregelen 25 procent aan stroom bespaard. Ook op gas is bespaard: de warmte van de koelinstallaties wordt weer ingezet voor de verwarming van het clubhuis en de schaatshal. Verder hebben de beheerders een toepassing gekregen waardoor ze thuis al de koeling van de baan kunnen bedienen. Op die manier wordt de baan elke ochtend geleidelijk bevroren in plaats van in één keer de knop om te draaien. Een goed voorbeeld hoe op een relatief makkelijke manier veel energie kan worden bespaard! In 2011 heeft de Jaap Edenbaan met een zestal andere partijen een Green Deal met het Rijk gesloten voor een onderzoek naar het gebruik van de restwarmte van de baan voor nieuwbouw en renovatiewoningen in de wijken Middenmeer Noord en Jeruzalem. De resultaten zijn begin 2012 beschikbaar. Partners in deze Green Deal zijn Jaap Eden IJsbanen, stadsdeel Oost, Eneco, ingenieursbureau Deerns, woningcorporaties De Key en Rochdale en projectbureau Zuidoostlob.
De index is een succes: 518 zeeschepen van 57 verschillende rederijen participeren momenteel in de index, in de zes bovengenoemde havens worden schone schepen al
36
Gemeente Amsterdam - Programmabureau Klimaat en Energie
Waarom de Jaap Edenbaan in de top 10 staat… De Jaap Edenbaan is een goed voorbeeld van een bedrijf dat het eigen energievraagstuk ombuigt in kansen, en daarbij verder kijkt dan alleen de eigen organisatie. Deze aanpak heeft tot nu toe al tot grote besparingen geleid. Maar de Jaap Edenbaan wil meer, en ziet duurzaamheid echt als een onderdeel van een succesvolle bedrijfsstrategie. De gemeente hoopt dat meer bedrijven dit voorbeeld zullen volgen en ook actief op zoek zullen gaan naar kansen in hun omgeving, of het nou gaat of uitwisseling van warmte en koude, zelf opgewekte elektriciteit of andere slimme oplossingen op energiegebied.
Koningsvrouwen van Landlust In 2009 is Eigen Haard gestart met de renovatie van de Koningsvrouwen van Landlust in West. De uitvoering wordt nu afgerond en de laatste woningen worden in 2012 opgeleverd. De gebouwen uit 1937 bestonden uit 245 woningen van gemiddeld 46 m2 en energielabel G, met slechte woonomstandigheden (vocht, schimmel, slechte isolatie, gehorigheid ) en andere problemen zoals asbest. Deze worden u getransformeerd tot 188 moderne woningen met energielabel A, een ruimere woningindeling, betere ventilatie en minder geluidsoverlast. Het energieverbruik wordt gehalveerd en de CO2-uitstoot per woning neemt met 80% af. De helft van de oorspronkelijke bewoners keert terug, terwijl dit normaal gesproken slechts 17% is. Vanaf het begin heeft bewonersparticipatie een grote rol gespeeld in het proces. Alle bewoners zijn betrokken geweest bij de renovatieplannen, door middel van informatieavonden, persoonlijke ondersteuning en excursies. Behalve de Renovatieraad was er een speciale Vrouwenraad en een Kinderraad om ook de wensen van deze groepen mee te nemen in de plannen. In plaats van het project op te houden, heeft deze bewonersparticipatie geleid tot een tijdwinst van 2 jaar. De huurkosten van de bewoners stijgen, maar de energiekosten dalen aanzienlijk. De totale woonlasten voor een gemiddelde bewoner stijgen daardoor met nog geen 20 Jaarprogramma 2012 en Jaarverslag 2011
euro, terwijl het wooncomfort aanzienlijk toeneemt. Alle woningen blijven sociale huurwoningen. Een aantal van de energiemaatregelen die zijn genomen: box-in-box isolatie (vanwege de monumentale status mocht de buitengevel niet geïsoleerd worden), laagtemparatuurverwarming en koeling via het plafond, gebalanceerde ventilatie met warmteterugwinning, speciaal ontwikkelde aluminium kozijnen met dubbel glas, een WKO voor verwarming en koeling met een gasketel voor de piekbelasting, en 278 zonnepanelen op het dak die stroom leveren aan de collectieve voorzingen. De rest van de jaaropbrengst (30%) wordt aan het net geleverd. Daarnaast hebben bewoners individuele meters gekregen die inzicht geven in het energieverbruik en hebben ze een energiebox gekregen met spaarlampen en standby-killers. De Koningsvrouwen van Landlust is onderdeel van de Unieke kansen Regeling van het Rijk en is door het Europese samenwerkingsverband EFL (European Federation for Living) aangewezen als voorbeeldproject. Eigen Haard heeft met dit project gestreefd naar een topprestatie en daarom zelf flink geïnvesteerd. Niet alle kosten kunnen worden verhaald op de bewoners. De ervaring die Eigen Haard heeft opgedaan met dit bijzondere monumentale pand zal zij echter ook toe kunnen passen op andere renovatieprojecten. Waarom de Koningsvrouwen van Landlust in de top 10 staat… Eigen Haard is zich bewust, dat bij veel van de sociale huurwoningen en met name haar forse voorraad van 32.000 portiekwoningen, de komende jaren de energierekening de huurprijs kan gaan overstijgen. Daarom is Eigen Haard op zoek naar concepten waarmee ze haar voorraad duurzaam kan herontwikkelen. Het reduceren van de energielasten is hierbij een belangrijke drijfveer. Het renovatieproject De Koningsvrouwen van Landlust is voor Eigen Haard een belangrijke stap in de zoektocht naar betaalbare en realiseerbare werkwijzen. Behalve de toepassing van een aantal innovatieve technieken en het feit dat de monumentale waarde van de Koningsvrouwen in stand is gehouden, is dit project
37
ook uniek vanwege de mate waarin bewoners bij het proces zijn betrokken. Dit heeft geleid tot nuttige aanpassingen in het ontwerp, de ontwikkeling van formats voor standaardisatie, tevredenheid onder de bewoners (maar liefst 51% terugkeerders) én tot versnelde uitvoering van de plannen. Een goed voorbeeld dat zeker navolging verdient!
De Plantage In de oostelijke binnenstad van Amsterdam werken 18 musea en culturele instellingen, verenigd in samenwerkingsverband De Plantage, samen aan een groen en duurzaam museumkwartier. In 2011 ondertekenen zij een convenant met stadsdeel Centrum voor de verduurzaming van hun instellingen. Hiermee willen zij duurzaam ondernemen en duurzaam toerisme in Amsterdam stimuleren. De partijen committeren zich de komende tijd aan de doelstelling om de CO2-uitstoot ieder jaar met 3% te reduceren. Daarnaast wordt er samengewerkt aan collectieve duurzame inkoop voor bijvoorbeeld energie, afvalverwerking, papier, eten en drinken. Op basis van een nulmeting wordt vastgesteld welke acties er nodig zijn. Per deelnemer wordt een plan van aanpak gemaakt waarmee de instellingen aan de slag gaan en daadwerkelijk een verschil gaan maken. De deelnemers zullen regelmatig bijeenkomen om kennis en ervaring uit te wisselen over duurzame technieken en innovaties. Waarom de Plantage in de top 10 staat… De Plantage combineert duurzaam ondernemen, gebiedspromotie en een groene(re) openbare ruimte in één project: het groene museumkwartier. Dit concept wordt vervolgens ingezet als marketinginstrument. Maar om duurzaamheid als promotiemiddel te kunnen inzetten, moeten de instellingen eerst zelf duurzaam zijn. Zij hebben dan ook zelf het initiatief genomen voor dit convenant. Intussen hebben ook andere musea en culturele instellingen aangegeven geïnteresseerd te zijn in deze aanpak. In combinatie met de Green Key hotels kan dit soort initiatieven van Amsterdam een aantrekkelijke, duurzame trekpleister voor toeristen maken.
38
Renovatie Saenredamstraat Woningbouwcorporatie De Alliantie heeft van de renovatie van 17 woningen en 1 bedrijfsruimte in de Saenredamstraat (Zuid) een zogenaamd ‘Groene Sterproject’ gemaakt. Dit zijn projecten waar De Alliantie extra investeert in de energetische kwaliteit om te leren hoe zo kostenefficiënt en zo duurzaam mogelijk te bouwen en te renoveren. In de Saenredamstraat hebben de bewoners van het pand uit 1880 zelf aangegeven dat ze hun huizen zo duurzaam mogelijk wilden maken. Dit is goed gelukt: de woningen zijn van label E naar label A gegaan en zijn 79% energiezuiniger geworden, door onder andere hoogwaardige isolatie, zonnecollectoren en -panelen, CO2-gestuurde ventilatie, lage temperatuur vloerverwarming, en LED-verlichting in algemene ruimtes. De installaties worden gemonitord, zodat de Alliantie ervan leert voor volgende projecten. In 2011 heeft dit project de Groene Speld gewonnen voor meest duurzame project van het afgelopen jaar. Waarom de renovatie in de Saenredamstraat in de top 10 staat… In Amsterdam is veel vooroorlogse bouw, wat betekent dat woningen slecht zijn geïsoleerd en dat de huurders veelal een hoge energierekening hebben. De Alliantie heeft zich in 2009 te doel gesteld om in 10 jaar 25% energie en CO2 te besparen per m2 woning. Dat is 5 procent minder energieverbruik dan de landelijke norm. Bij grootschalige renovaties is de doelstelling doorgaans om energielabel B te verwezenlijken. Bijzonder aan dit project is dat daar op initiatief van de bewoners zelf een schepje bovenop is gedaan.
Smart grid Osdorp In Osdorp (Nieuw-West) heeft netwerkbeheerder Liander het initiatief genomen voor de aanleg van een slim net of ‘smart grid’. In de toekomst wil Liander al haar netten slim maken: het net in Osdorp heeft dus een voorbeeldfunctie. Het slimme net bestaat uit diverse slimme onderstations, een glasvezelnet, een flexibel elektriciteitsnet waarop tweerichtingsverkeer mogelijk is, en slimme meters in de huizen. Het hele systeem kan
Gemeente Amsterdam - Programmabureau Klimaat en Energie
real time gemonitord worden zodat op elk ogenblik duidelijk is welke hoeveelheid energie waar wordt gebruikt of juist wordt ingevoed op het net. Storingen kunnen vergeleken met het traditionele net veel sneller en gerichter worden opgelost. Het net heeft bovendien meer capaciteit, zodat nieuwe ontwikkelingen als elektrisch vervoer en lokale opwek van zonne-energie kunnen worden opgevangen. Het slimme net bestaat uit één hoofdring of ‘backbone’ van 20 kV en drie kleinere ringen van elk 10 kV. Het hele net wordt begin 2012 opgeleverd. Waarom het smart grid in Osdorp in de top 10 staat… Het succes van de energietransitie hangt in belangrijke mate af van de juiste infrastructuur. De energievraag verandert, mensen hebben meer inzicht nodig in hun verbruik en zullen steeds vaker zelf energie opwekken en die aan het net terugleveren. Dit vereist flexibiliteit en tweerichtingsverkeer. Liander staat aan de vooravond van enorme investeringen in de modernisering van het elektriciteitsnet, en laat met deze pilot zien klaar te zijn voor de toekomst.
Jaarprogramma 2012 en Jaarverslag 2011
39