JAARGANG 26: 2003 - 2004 Nr. 4
MTB MTB-- en met P3
Groen en blauw
Lieve Pushje
''PO TENTIEEL ...'' ''POTENTIEEL TENTIEEL...''
Inhoud
Colofon Jaargang 26, 2003-2004, nr. 4
Redactioneel Bestuursmedelingen Adreswijzigingen Woord van de voorzitter Groen en blauw Schaken met Sevchenko Ladies-event Potentieel Dames blijven nipt in 5de klasse MTB met P3 Scheidsrechtersevenement My Daddy Henry D-night J.O.S 50 Lieve Pushje... Fluisterdatjes B44 2004 Adverteerders
Kopij binnen voor:
14 juli 2004
1 3 3 4 5 8 11 13 15 18 23 24 33 36 38 39 40 40
Pus-Pass: Clubblad der E.S.V.V. Pusphaira Verschijnt a.a.g.g. zesmaal per jaar Redactieadres: E.S.V.V. Pusphaira Onze Lieve Vrouwestraat 1 5612 AW Eindhoven E-mail redactie:
[email protected] E-mail Pusphaira:
[email protected] Financiële info: Contributie leden: Euro 45,00 Contributie trainingsleden: Euro 12,00 Te voldoen aan: Postbank 1690270 T.n.v. E.S.V.V. Pusphaira, Eindhoven Donateursvereniging Postphaira: Min. Euro 35,00 Te voldoen (o.v.v. seizoen) aan: Postbank 3457678 T.n.v. Marketentsterlaan 40 3454 WS De Meern (Lionel Wennekes, 030-6663324) Heerenelftal: Elftallijder: Pieter Kuppens (2444326) Contributie: Euro 75,00 op Postbanknr: 3171225 t.n.v. Heerenteam Pusphaira Eindhoven o.v.v. naam en seizoen Pusphaira Home-Page (Internet) http://www.pusphaira.nl Redactie Erwin Hilders, Sigrid Kindt en Hessel Rippe (afdeling literair)
1
REDACTIONEEL Geachte lezers,
O
p de valreep is de redactie er weer in geslaagd een nieuwe Pus-Pass te realiseren. Dit zal waarschijnlijk de laatste worden 'geschoeid op de oude leest'. Jawel, er staat een kleine vernieuwing aan te komen. Binnenkort worden de meeste stukjes door de redactie zelf geschreven. Gelukkig hebben we Koen (zodra hij is afgestudeerd), Michele (zodra ze terug is uit ZuidAmerika) en Rogier (per direct voor de foto's) bereid gevonden ons te komen versterken. Gezien het beperkte animo om stukjes te schrijven leek het de redactie een goed plan deze stap te nemen. Natuurlijk wordt iedereen nog steeds van harte uitgenodigd zijn bijdrage te leveren (mits voldaan wordt aan de zeer strenge kwaliteitscriteria van de afdeling literair). De afsluiting door J.O.S. zal uiteraard blijven, daarover geen ongerustheid! Genoeg over de bureaucratie, over tot belangrijke zaken. In deze PusPass weer een paar leuke verslagen van evenementen. Achterin een stukje van Jos, die zijn 50ste verjaardag gelukkig zeer positief beleefd heeft. Met Koen, Loekie, Ekko, Michele en Pieter hebben we na een zeer voedzame stamppot van
Koen een avondje zitten brainstormen. Wat te doen? Abrahams, krasloten, inschrijving voor een seniorenwoning, menthol-sigaretten of dieetvoer voor Basje en Loesje haalden het uiteindelijk niet. Wel een zeer goed initiatief, helaas totaal verregend, vonden wij het kalken van een enorme J.O.S. op het hoofdveld, met als O de middencirkel zelf. Het was een leuk avondje, lees verder achterin. Is er nog iets om ons over op te winden de laatste tijd? Inderdaad, en nog wel een zeer essentieel onderwerp, namelijk bier. Het lijkt erop dat enkele mensen uit het nabijgelegen kerkdorp Dommelen erin zijn geslaagd ongeveer de halve binnenstad met het sportcentrum erbij te overspoelen met een weerzinwekkend brouwsel, door henzelf 'bier' genoemd. Zelfs Bavaria lijkt geen weerwoord te hebben tegen de vloedgolf. Met bier heeft het weinig te maken, des te meer met een wrange smaak in de mond en een aanhoudende hoofdpijn na consumptie. Zelfs concollega Finkbrau, bij voorkeur lauw gedronken uit halve literblikken en ons welbekend na het afgelopen zeilweekend, slaagt er niet in een dergelijk kwaliteitsniveau te bereiken. Het moge maar eens gezegd zijn: gelukkig is er Hoegaarden. Proost! Pus-Pass mei 2004
2
Pus-Pass mei 2004
3
BESTUURSMEDELINGEN Hallo Pusphairanen,
A
lweer een Pus-Pass met ontzettend veel te lezen, maar fijn dat je dit kopje zeker niet over hebt geslagen. Als bestuur hebben we namelijk nog wat leuke aankondigingen. Trefwoordenregister In dit laatste deel van het seizoen en in de zomer zal het bestuur zich gaan bezig houden met het maken van een trefwoorden register. Hiervoor zoeken we mensen die wel iets willen schrijven bij trefwoorden die iets te maken hebben met Pusphaira. Wil jij iets schrijven over: de Bardienst, Scheidsrechters, Teamleider, Sinterkerst of alle andere leuke woorden, lever dan graag een stukje in bij het bestuur.
Evenementen Nu het seizoen ten einde loopt zijn er een aantal leuke evenementen in aankomst. Heb jij ze al in je agenda staan? 29 en 30 mei Internationaal Toernooi Tijdens dit weekend willen we flink voetballen en feesten, maar ons vooral als vereniging laten zien. (4) 5 en 6 juni Zeilweekend Dit jaar zullen we een nieuwe route af gaan leggen en de wateren rondom Sneek onveilig maken. Ook is er nog een trainingsweekend en als alles goed gaat een buitenlandse reis....de data daarvan worden nog bepaald.
ADRESWIJZIGINGEN Sandra Wetzer Kruisstraat129 5612 CE Eindhoven
Geboren 10-3-2004: Harm, zoon van Willem en Patricia van Aaken
Joost Kop Plattigstrasse 5 76275 Ettlingen (DL) 06-54244307 Rogier Jonker 06-42168047 Pus-Pass mei 2004
4
WOORD VAN DE VOORZITTER Annelies Havestad
V
oelen jullie de zomer ook al flink aankomen. De laatste wedstrijden worden gespeeld, de terrassen worden vaker bezocht en de vele evenementen zijn in aantocht. Het is nu net na de ALV van 26 maart en we kijken uit naar een zomer vol leuke evenementen en dingen om te doen en kijken terug op een geslaagde winter. De vele afgelastingen haalden niet weg dat er veel te doen was namelijk. Alle geblesseerden hebben de kans gekregen weer te herstellen en teams met weinig geblesseerden spelen beter. Tenminste...dat ligt binnen de verwachting. Na de afgelopen ALV zijn we natuurlijk ook al flink bezig met de toekomst. Nieuwe tenues zijn ontworpen, we beginnen ons af te vragen wie volgend jaar waar gaat spelen we zijn erg nieuwsgierig naar een nieuw bestuur. Heb jij je ook altijd afgevraagd hoe het is om een jaartje je prioriteiten iets te verschuiven en gebruik te maken van de mogelijkheden om een studentenvereniging te besturen? Ik zal het hier onder eens proberen te beschrijven hoe het is als bestuur van Pusphaira. Pus-Pass mei 2004
We begonnen dit jaar als 5 losse personen, maar hoe intensiever we bezig zijn hoe leuker het wordt. Ons tweewekelijkse etentje is de ultieme bindende factor. Samen proberen we iets te bereiken voor pusphaira en meer te doen dan de club lopende te houden. Het leuke van het besturen van pusphaira vind ik dat je overal bij betrokken wordt, je weet wat er speelt, regelt dat er gespeeld kan worden en bent betrokken in de hele studenten(sport)wereld van Eindhoven / Nederland of zelfs Europa. Als je overal bij aanwezig bent, merk je dat je steeds meer mensen leert kennen, Pusphaira, andere sportverenigingen, andere actieve studenten. De uitnodigingen voor feesten komen overal binnen en het is aan ons de keuze daar iets mee te doen. Helaas hebben wij die mogelijkheid niet met zijn allen, maar ik had graag gewild dat ik er alle tijd voor had. Er gaan namelijk heel wat uurtjes inzitten als je het helemaal goed wilt doen en er ook volop van wilt genieten, maar ik vind het zeker de studievertraging waard. Bestuursbeurzen zijn er natuurlijk niet voor niets.
5
GROEN EN BLAUW
H
et zal ergens in 1965 zijn geweest. De pas opgerichte studentenvereniging DEMOS had wat leuks bedacht. Studenten moesten in hun groentijd opdrachten uitvoeren. En zo viel aan vier studenten de eer te beurt om een voetbalclub op te richten. Want er waren weliswaar wat scheikundestudenten die op een braakliggend veld op het terrein van de toen nog zo geheten Technische Hogeschool Eindhoven voetbalden, maar een offciele vereniging was nog nooit gevormd. Maar er kwam nogal wat organisatie om de hoek kijken. Wat te denken van een veld, een naam, shirts, ballen en een trainer? Vol enthousiasme gingen onze oprichters aan de slag, om tot de conclusie te komen dat het heel wat meer voeten in de aarde zou hebben dan aanvankelijk werd gedacht. Daarom niet getreurd. De toenmalige directeur van het Sportcentrum (Jaq van den Bosch) wilde wel een voetbalveld aanleggen. Hij had weliswaar liever een hockeyvereniging binnen de poorten, maar de hockeybond stond toen niet toe dat er binnen een straal van een aantal kilometers van al langer bestaande hockeyverenigingen een nieuwe bij zou komen, ook al was dat dan een studentenvereniging. Onze oprichters klopten aan bij de
roemruchte Eindhovense amateurvereniging De Spechten die toen al op Terrein Noord hun domicilie hadden. Of men daar als zogenoemde “ondervereniging” aan de competitie zou mogen deelnemen. Dat mocht, en zo werd het zevende elftal van De Spechten het eerste en op dat moment nog enige elftal van …, tja, van wie eigenlijk? Want de opdracht was niet compleet zonder een naam. Daar werd niet al te moeilijk over gedaan. De naam werd afgeleid van 2 Oudgriekse woorden die “voet” en “bal” betekenden, voetbal dus en zo zag na ampele discussie de naam Pusphaira het levenslicht. Omdat men bij De Spechten ging ballen en die als clubkleuren geel-blauw voerden, vond men dat men enerzijds als een soort geste toch een van die kleuren (dat werd blauw) moest overnemen, anderzijds wilde men toch iets eigens hebben. Dus werd de KNVB gebeld met het verzoek op te geven welke kleur in combinatie met blauw in Nederland nog niet door een vereniging werd gebruikt. Dat zullen ongetwijfeld best wel wat kleuren zijn geweest, maar de keuze viel op groen, en zo werden groen en blauw de officiële clubkleuren van de aldus in 1965 opgerichte Eindhovense Studenten Voetbalvereniging Pusphaira. En om dit alles Pus-Pass mei 2004
6 luister bij te zetten, maakte de moeder van medeoprichter Peter Kivits de clubvlag die nu al weer bijna 40 jaar dienst doet, uiteraard in de clubkleuren groen en blauw. Begin jaren tachtig is er een seizoen geweest dat men weliswaar in een blauwe broek en met blauwe kousen speelde, maar op verzoek van de Technische Hogeschool droeg men witte shirts. Dat kwam omdat Pusphaira de shirts centraal door de THE liet wassen en omdat de shirts op kooktemperatuur dienden te worden gewassen, wilde de wasserij dat alleen doen als de shirts wit zouden zijn. Die afwijkende kleur veroorzaakte een storm van protest, enkele leden bedankten zelfs en donateurs stopten met doneren. Die situatie duurde dan ook maar een jaar en bij mijn komst in 1985 was de combinatie groen met blauw dan ook weer net in ere hersteld. De witte shirts dienden voortaan nog slechts
als reserve shirts. Groen en blauw hebben dus een hele historie. Een historie die niet verloren mag gaan. Het gaat immers niet om wat je wel of niet “mooi” vind en al helemaal niet dat groenblauw “pijn aan de ogen” doet. Het gaat om respect voor de oprichters die in 1965 hebben besloten om te kiezen voor een unieke naam en een unieke kleurencombinatie. Het getuigt van weinig eerbetoon aan het verleden en al helemaal van geen gevoel voor historie en clubcultuur als groenblauw in de prullenbak zou worden gegooid. Het zal een klap in het gezicht van velen zijn als ooit zou worden besloten afstand te doen van groenblauw. Gooi dan maar meteen de clubvlag weg, vernietig de archieven, kies dan maar meteen een andere naam. Want alleen groenblauw is de naam Pusphaira waardig...
Glorie in groen en blauw
Pus-Pass mei 2004
7
Advertentie Copy&Co
Pus-Pass mei 2004
8
SCHAKEN MET SEVCHENKO
M
ilaan bruist. Zoals het altijd doet. Een lichte vibratie gaat langs de hoge gebouwen en door de volgestouwde straten in de warme lentedag. Tussen de witte lijnen op het asfalt schieten kleine wagentjes langs en tussen elkaar heen. Italianen in auto’s is een ballet op zich. Invoegen waar geen ruimte is, gasgeven waar dat eigenlijk net niet kan. Temperamentvol steken ze hun armen uit het raam, vergezelt van een rijke stroom Italiaanse gevloek. Het is een spel. Op het terras wacht ik op Sevchenko. Hij is voor Italiaanse begrippen niet eens aan de late kant. Zal de OostEuropese discipline zijn. Zijn grijze korte broek reikt net over zijn knieen, een strak rood shirt erboven. Voeten in de slippers, bril voor de ogen. Hij schudt mijn hand en wordt meteen door de ober om een handtekening gevraagd. Hij weet dat hij het eigenlijk niet mag doen, maar kan het niet laten. Met een klein glimlachje geeft de Blonde spits het servetje en de pen terug. ‘Laten we hier weggaan’, zegt hij me. En weg zijn we. ‘In de stad is het gekkewerk. De mensen bedoelen het goed en hebben genoeg respect om niet aan Pus-Pass mei 2004
je te gaan hangen, maar de Italiaanse liefde voor de club en de sport slaat je hier hard om de oren.’ Ik luister naar zijn woorden die rustig worden uitgesproken. Een staccato Italiaans dat tegelijkertijd het liederlijke van de taal kent, maar uit Sevchenko’s mond kalm naar buiten wordt geblazen. Als lentewind. ‘Daarom’, zegt hij terwijl hij me op de zwarte gietijzeren poorten wijst, ‘gaan wij naar het park.’ Onder een boom op een bankje zetten we ons neer. Zijn zonnebril blijft op zijn neus geplakt. Ik kan zijn ogen niet zien, wat ik jammer vind. Ik ken de spits niet goed, Clarence Seedorf stelde me aan hem voor, maar toch had ik hem liever direct willen aankijken. ‘Ah, de anonimiteit van een park. Iedereen is met zichzelf bezig, ligt in het gras een boek te lezen of fietst dromerig over de paden. Geen mensen die je hoofd hebben gezien in de ‘Gazetto’, niemand die je aan je arm trekt om nog één keer samen met jou dat doelpunt tegen Lecce te herbeleven.’ Hij is niet stil, maar zijn woorden lijken leeg. Ze doen er niet echt toe. Zo voelt hij zich ook, bekent hij als ik hem er naar vraag. Het seizoen zit
9 er zo goed als op. AC Milan speelde in de halve finale Champion’s League een kraker tegen Deportivo. Het onmogelijke gebeurde en hoe mooi zulke wedstrijden ook zijn, als je aan de verliezende kant staat, doet dat pijn. De schilfers worden van je hart gebikt met elke traan die je achteraf in de kleedkamer laat. ‘Maar je bent professional en je gaat door’. Echt overtuigend komt het er niet uit. ‘Hoe vindt je je rust? Waar kan je nadenken zonder steeds aan vervelende dingen te worden herinnerd?’ Even kijkt hij me aan. Hij steunt zijn armen naast zijn benen op het bankje. Zijn vuisten klemmen lichtjes om het hout. ‘Kom’, zegt hij. We lopen zwijgend door het park. Het is niet druk. Een vrouw van tegen de dertig met walkman op is aan het hardlopen en lijkt niks om haar heen te zien. ‘Ik ken dat. De roes van het vele lopen, het doorbuffelen, steeds weer die meters pakken, totdat er uiteindelijk uit de chaos van de kluwen looplijnen een opening komt. En dan sta ik er. Die roes, die aanloop naar dat ene moment, is beter dan elke drugs.’
ver van mijn ouderlijk huis. Ik rende altijd de twaalf kilometer over de toendra’s. Dat heeft me nu de longinhoud van een beer gegeven en de snelheid van een wolf’. In een afgelegen hoekje van het park is een klein hofje. Je zou het niet vinden als je niet wist dat het er was. Er staan wat marmeren tafels met marmeren blokken als stoelen. Sevchenko loopt direct op twee oudere Italiaanse heren af die verder de enige zijn in dit stiltegebied temidden van de drukte van de stad. Hij komt terug met een geblokt doosje, zo lijkt het. ‘Kijk, dan is het weer handig als mensen je kennen. Ik kan hier altijd wel een schaakspel vinden.’ Hij gaat zitten en met een kinderlijke voorzichtigheid pakt hij de stukken uit. Zet ze keurig neer en beslist dat ik met zwart moet spelen. ‘Ik speel altijd met wit en ik verlies nooit’. Hij schuift zijn zonnebril op zijn voorhoofds en ik ontdek de jongensachtige blik in zijn heldere ogen.
‘Beter dan wodka?’ ‘Wodka is goed tegen de kou, maar blijft slechts een antivriesmiddeltje in vergelijking met het heldere scherpe gevoel wat die vermoeiende roes je geeft. Mijn voetbalclub was vroeger
We schaken en de middag trekt voorbij. We praten niet. Zijn ogen schieten van links naar rechts over het bord. Als hij een stuk pakt, verzet hij het ook. Duidelijk, slagvaardig. Ik wil nog wel eens het stuk aanraken, Pus-Pass mei 2004
10 maar me dan toch bedenken. Ik zie dat zijn ogen fonkelen elke keer als ik dat doe. Zijn pionnen drukken me langzaam in de verdrukking. Maar met name zijn lopers en paarden weten de mogelijke openingen die ik nog kan ontwaren hermetisch af te sluiten. Dan lijkt hij te beslissen dat het maar gedaan moet zijn. Met twee strakke zetten, maakt hij elke uitweg onmogelijk. ‘En schaakmat, doelpunt voor AC Milan, man van de wedstrijd: Sevchenko’, lacht hij als hij voor het laatst zijn koningin loslaat. Ik schud zijn hand en kijk weer in die heldere ogen. Er brandt een vuur, fel
Pus-Pass mei 2004
en hevig, diep weggestopt in zijn lichaam. Maar hij voelt het, onder zijn huid, in zijn hart, maar niet in zijn geest, die is leeg, helder, scherp. ‘Vanuit de chaos ontstaat de opening’ zegt hij me samenvattend. In de Milanese zon kijken we hoe de dag langzaam afloopt. De grootmeester die begon als werkpaard, die heeft moeten zwoegen, om uiteindelijk aan de top te komen. Gestaag, maar zeker. Stilletjes, maar altijd gericht op waar hij naar toe ging. Totdat hij is waar hij zijn moet. Maar zelfs daar rust hij niet. Hij is alweer bezig met de volgende zet. Zoals het een grootmeester betaamt.
11
LADIES-EVENT Tim Speth
O
p een gure zondagavond, na een week regen en een zondag zonder wedstrijden is het stil en donker op Terrein Noord. Heel terrein Noord?? Nee, ergens in een afgelegen kantine biedt een groepje dapperen weerstand aan de ongezelligheid die deze avond uitstraalt. Om 16 uur is de kantine open gegaan voor uitgetrainde selectiespelers en andere hongerige/ verveelden en hebben de dames hun uiterste best gedaan een voedzame maaltijd te verzorgen. Daarna was het, hoe kan het ook anders, tijd voor Studio Sport en bier.
Rara...
Dit gaf hen, die de kookkunst van de dames niet vertrouwden, een kans de opgelopen achterstand aan de bar in te halen en ondertussen van de verschillende voetbalwedstrijden uit de Holland casino eredivisie te genieten. Om kwart voor acht werd men (soms letterlijk) losgerukt van de televisie om deel te nemen aan de hoofdact van de avond: Een geheel door de dames aangepaste versie van Party&Co. Onder het oog van een deskundige en geheel onpartijdige jury werd men onderverdeeld in groepen om elkaar vervolgens te bestrijden op onderdelen als pictionary, algemene kennis, hints, bierdopjesgooienenadjestrekken, en vooral op het gewoon op goed geluk met een Pus-Pass mei 2004
12 dubbelsteen smijten. Na een spannende avond vol bier, prachtig getekende goochelaars, het briljant uitgebeelde evalueren, verhitte discussies met juryleden, en de vele breinbrekers op o.a gebied van geschiedenis (waar werd het EK van 2000 ook al weer gehouden), bleek toch dat er op dit gebied één team met kop en schouders boven de anderen uitstak. Een sterrenensemble Team Paars geheten (zo genoemd naar de kleur van het bijhorende pionnetje) met in zijn gelederen o.a een kunstenaar (Chris Malta), een specialist adjes (Rogier), een professionele dobbelaar (Menno), en de altijd bruikbare dames voor algemene ontwikkeling en juryomkoping (Sigrid en Marije)) was voor de overige teams onbereikbaar en haalde zo de eerste belangrijke prijs van het seizoen binnen.
Pus-Pass mei 2004
Dames en Heren teamgenoten bedankt!! Na door de jury te zijn beloond met de beloofde trofee, (5 biertjes en een appelsap voor Marije) en de felicitaties van de andere teams in ontvangst genomen te hebben was het weer tijd voor de orde van de dag:: de heren en de bar, en de dames die omruimen en poetsen. Heel even was alles weer zoals het hoort...
13
POTENTIEEL Sven van Heck Potentieel: “De mogelijkheid bezittend zich te ontwikkelen tot iets wat daarbij genoemd wordt”. – Wolters’ woordenboek Nederlands, 5 v/d 28e, 1990.
E
en van de meest fundamentele zaken in het leven is potentieel. Het moge duidelijk zijn dat dit niet algemeen bekend staat, maar dit is te wijten aan het feit dat potentieel niet echt iets is.
Zo lopen er in de voetballerij genoeg mensen rond met potentieel, die gewoon nog niets zijn. Potentieel is aanwezig, maar drukt simpelweg de mogelijkheid uit iets te kunnen zijn. Als je dan wordt uitgenodigd voor de selectie omdat je potentie hebt, wil dat dus nog niet zeggen dat je iets bent! Dat wil gewoon zeggen dat de trainer denkt nog iets van je te kunnen maken. En uitgaande van alle “…ik zou kunnen…”-verhalen aan de bar, zit Pusphaira vol potentie. Een waardering van het fenomeen potentieel is te vinden in de theorie van Bayes. Deze stelt dat de waarde van een potentiële uitkomst gelijk is aan de som van de waardes van de verschillende uitkomsten, vermenigvuldigd met de kans op deze
uitkomsten. Dit wil dus zeggen dat potentieel meer waard is dan de minimale uitkomst, maar ook minder dan de maximale uitkomst! Zo zal een bewezen goede speler meer waard zijn dan een nieuwe en deze weer meer dan een bewezen slechte speler. Hieruit volgt dan ook logischerwijze de uitspraak “never change a winning team”. Als je als vereniging dan veel nieuwe mensen werft, meer dan er weggaan, verhoogt dat kwaliteit van de vereniging alleen als er veel slechte spelers bij Pusphaira spelen! Hieruit volgt dan dat als Pusphaira veel goede spelers telt (is dat zo?), de vereniging beter geen nieuwe spelers kan werven… Verder kunnen we uit deze redenering afleiden dat twijfelaars altijd mensen met potentieel zijn en andersom. Deze mensen zijn (waarschijnlijk) bang voor een minimale uitkomst en nemen daarom genoegen met de gemiddelde waarde die hun potentieel voorstelt. Mensen die niets doen zijn dus meer waard dan mensen die iets slecht doen. Dat zou dan betekenen dat op bepaalde dagen praktisch iedereen bij Ajax zou kunnen voetballen! (én de aandelen omhoog gaan, eindelijk) Dit leidt weer tot de uitspraak “zet je beste beentje voor”, Pus-Pass mei 2004
14 dus nooit voorzetten met je slechte been! Als verder een stelling luidt: “Er is genoeg potentieel binnen Pusphaira om van de Puspass een boekwerk in plaats van een blaadje te maken”. En de invulling van de Puspass is dan relatief laag ten opzichte van dit potentieel van Pusphaira, zijn Pusphairanen dan twijfelaars of zelfs mensen met faalangst? Of is degene die deze stelling regelmatig (klagend) ten gehore brengt teleurgesteld over de huidige inhoud van de Puspass? Alleen in dit geval zou immers de kwaliteit stijgen bij een toename van schrijvers met potentie… Er werd reeds begonnen met het feit dat potentie nog steeds niet iets is. Als er resultaat moet worden bereikt, voegen mensen met potentie daaraan nog niets toe. In het licht
hiervan, is te concluderen dat slechte spelers zelfs meer resultaatgericht zijn dan spelers met potentie! Omdat jongere spelers nu eenmaal meer potentie hebben dan oude, zou dit betekenen dat het herenteam dus zo lang ze spelen (zelfs eeuwigdurend) meer “presteren” dan de jongere spelers van Pusphaira! Dit heeft uiteraard weer niets met de kwaliteit te maken… Concluderend; potentie is dus waardevol, maar biedt geen resultaten! (niet uit het verleden en geen garantie voor de toekomst) Om dus daadwerkelijk het resultaat van en binnen Pusphaira te verhogen, kan hier aan alle mensen met potentie (behalve potentiële lezers, want die zijn er nu niet meer) worden gezegd “handen uit je mouwen”, want: “Je moet schieten, anders kun je niet scoren”, aldus Johan Cruijff.
"Je moet schieten, anders ken je niet scoren"
Pus-Pass mei 2004
15
DAMES BLIJVEN NIPT IN 5E KLASSE Sigrid Kindt
N
a een hectisch seizoen, nieuwe speelsters, de intrede van het kunstgras en niet te vergeten de weldaad aan regen, zijn de dames ternauwernood aan promotie ontsnapt. Waar ging het mis? Ondanks de tot 21 tellende lijst speelsters, presteerde het elftal het slechts luttele malen om met strak 11 vrouw op het veld te staan. Een wedstrijd tegen het anders makkelijk in te pakken BES liep hiermee uit op een fiasco en cruciale wedstrijd. De 11 startende dames, niet ons sterkste elftal, waren uit op overwinning. De tegenpartij echter had de tactiek bedacht om een aantal dames onschadelijk te maken, zonder wissels kunnen we ze wel hebben, moeten ze gedacht hebben. Helaas het eerste slachtoffer viel, nog 10 man in het veld, en iemand gestrekt in de dug-out. Een Scheids die dit kennelijk dagelijkse kost vond en nog net geen schouderklopje gaf aan de Met-plezier-trap-ik-je-3maanden-lam-speelster voor het amusement geleverd aan de thuisclub, liet ‘rustig’ doorspelen. Pusphaira kampte met een knagend gevoel, moesten we niet naar het ziekenhuis? Dankzij de nodige
aanmoediging vanuit de kreupele dug-out dat het allemaal wel okay was, en er gestreden diende te worden, speelden de dames braaf verder. Totdat uit het niets de jonge vedette E.Verbunt gevloerd werd, en daarbij de ha(r)telijke woorden ‘Dat had ze tegoed en ik hoop dat ze blijft liggen’ in ontvangst kon nemen… Op dat moment werd er besloten dat dit geen voetbal was, en er dus ook geen minuut langer deelgenomen hoefde te worden aan iets wat toch al geen wedstrijd genoemd kon worden. Nog 25 minuten stonden er op het bord, en helaas ook een doelpunt voor de tegenpartij. De afloop hiervan is waarschijnlijk bij alle trouwe en minder trouwe supporters bekend… 25 minuten lang werd er gestreden zoals nog nooit gebeurd met maar negen ladies, helaas niet voldoende, de kansen waren er volop, maar de doelpunten bleven uit. Een wedstrijd op woensdagavond zorgde voor de nodige problemen. Bij het hard werkende en studerende gedeelte van het elftal was deze extra inspanning op een doordeweekse dag de druppel die de emmer deed overlopen. De ene kramp na de andere schoot erin, Pus-Pass mei 2004
16 makkelijk lieten zij zich opfokken door de tegenpartij. Nadat de scheids hen belerend toe had gesproken, kreeg deze wedstrijd een vriendelijker karakter. Echter toen bleek dat er tijdens de rust geen gelegenheid was om thee te drinken in de kleedkamers, in verband met de vroeg intredende duisternis, er zelfs helemaal geen thee geschonken werd, ontstond er weer gemopper aan Pusphairaanse zijde. Gelukkig kon deze bedaard worden door de sportief ingestelde teamleidster, die graag gewoon het spelletje wilde spelen. De Frustratie werd omgezet in voetbal, en de
punten werden mee naar huis genomen. Einde van het seizoen, maar ook een nieuw seizoen op komst. Helaas moeten we afscheid nemen van Joyce en Lishan, twee topspeelsters, die ons elftal door moeilijke tijden heen hebben gesleurd. Dames succes! Ook verwelkomen we nieuwe speelsters ; Claudia, Joy en Linda en al diegenen die zullen volgen. Allen bedankt voor de support en natuurlijk niet te vergeten, en terecht hiermee op een voetstuk(je) te plaatsen: Coach Raymond!! Tot volgend jaar!
''Geen kampioenschap, maar een gezellig seizoen was het zeker! '' Pus-Pass mei 2004
17
Pus-Pass mei 2004
18
MTB MET P3
Z
aterdagochtend 9 mei, half 9 in de ochtend. Het is nog droog, maar het belooft gelukkig te gaan regenen. Vandaag gaat er namelijk gebaggerd worden door de Limburgse modder! Met 12 man en 3 vrouw sterk reizen we af naar Valkenburg, het startpunt van de route ook deze keer. Een behoorlijke lus van ca. 40 km moet het worden, duidelijk gemarkeerd met bordjes. Om een uur of 12 zit iedereen op de fiets. Voor de P3-achterhoede heeft de verhuurder gelukkig extra robuuste fietsen ter beschikking gesteld. Helmpje op, rugzakken
Pus-Pass mei 2004
gevuld met AA, wortelsap, snickers en bananen, we zijn er klaar voor. Na enig zoeken en wat dichte spoorbomen vinden we de gewenste route. Jelto blijkt zeer handig in het volgen van de bordjes en neemt direct de kop. Al snel volgt het eerste klimmetje en blijkt dat de gemiddelde Pusphairaan zijn hand niet omdraait voor een heuveltje. De organisatie besluit direct de route iets om te leggen zodat ook de Keutenberg, nr 3 (!) van de Nederlandse bergjes, kan worden bedwongen.Helling van meer dan
19
De laatste loodjes op de Keutenberg
20%, vrijwel iedereen komt boven zonder te lopen. En goed warm, de hartslag op 180. Dus klaar voor het betere modderwerk. Het begint langzaam te regenen. Dat is niet de eerste keer de afgelopen dagen, getuige de paden die soms in ware beekjes van 20 cm diep zijn omgetoverd. Koen blijkt sterk in de sur-place, hij heeft duidelijk eerder op een MTB gezeten. Ook de organisatie wordt hier de dupe van. Door de fiets soepeltjes 20 cm de lucht in te trekken en dan op tactische wijze vlak naast iemand te landen kan je iemand aardig nat maken. Sigrid maakt de eerste buiteling na een iets te snel genomen onehundred-and-eighty. Een schaafwond om de knie, 2 valpartijen op 3 keer meedoen met het P3-
evenement is in ieder geval een mooie score. Onder de bezielende leiding van Jelto, afgewisseld door Michel, is de groep al snel opgesplitst in 3-en. De GSM biedt uitkomst en zoals verwacht blijken Robert, Annemiek en Joost Kop zich te Margraten al in bruin cafe ’t Chriske gemeld te hebben voor een warme chocolade. Het begon inderdaad behoorlijk af te
2 uit 3...
Pus-Pass mei 2004
20 koelen, een goede tijd voor pauze. De grote groep fietst dus snel de 2 km terug en mag gelukkig ook binnen van de gastvrouwe. Er blijken voorwaar Belgische prijzen gehanteerd te worden, dus we blijven nog even voor een bitterballetje. De Chouffe van het vat vindt gretig aftrek. Na een uurtje ruilen we de warmte in voor regen en wind, maar langzaamaan klaart het weer op. Een mooie route omhoog door het bos wordt gevolgd door een steile afdaling. Een gemene geul slingert zich door het pad naar beneden, en het is goed oppassen dat je voorwiel er niet inslaat met 30 per uur. Robert
laat zich zonder angst naar beneden storten, maar maakt kennis met de harde ondergrond. Schade: een gebutste knie, een afgebroken remhandle en een overschot aan adrenaline. Gelukkig niks gebroken, dat wel. Maar we kunnen in ieder geval verder fietsen, en nog steeds geen lekke banden! Het gaat lekker, en opeens blijkt het al 10 over 4 te zijn. De fietsen moeten om half 5 worden ingelverd, en we zijn nog wel een km of 7 van de verhuur. Besloten wordt de grote weg terug te nemen. Snel zijn we in Valkenburg, waar een mooie afdaling van de Cauberg wacht. Koen en Erwin doen nog een
In cafe 't Chriske
Pus-Pass mei 2004
21
Paden veranderd in kabbelende beekjes...
wedstrijdje, waarbij een plots overstekend oud mannetje op een rood brommertje voor een flinke adrenaline-rush zorgt. Te Valkenburg centrum koopt Joost O. nog even een paar droge sokken en schoenen, waarna we via enkele dichte spoorbomen de verhuur weer bereiken. Moe maar voldaan. Het koelt toch wel snel af en iedereen is bezweet en bebaggerd, dus een biertje ter plaatse zit er niet meer in: we aanvaarden de thuisreis. Einde van een zeer geslaagd evenement!
Pus-Pass mei 2004
22
Pus-Pass mei 2004
23
SCHEIDSRECHTERSEVENEMENT
O
p 14 maart vond het jaarlijkse scheidsrechtersevenement plaats in de Jansen en Jansen. Niet druk bezocht, wel een zeer leuk evenement: de organisatie had zijn best gedaan de humor erin te houden. Alle scheidsen werden getrakteerd op een overdadige Chinese maaltijd, waarna de uitbuikposities werden ingenomen voor een klein examen: welke scheids beschikt over voldoende kennis om ook in de roerige 5de en 6de klasse Zuid1 een wedstrijd tot een goed einde te brengen?!
Een drietal officials werd aangewezen ter beoordeling van de vindingrijkheid in realistische wedstrijdsituaties, terwijl organisator Ekko zich uit mocht leven als quizmaster en bordjesdame ... hieronder enkele vragen ter lering ende vermaak. De KNVB gaat wegens recente ontwikkeling een geweldsinstructie voor scheidsrechters instellen. Wat zou deze instructie allemaal moeten omvatten? 1) 2) 3) 4) 5)
Lijfstraffen Gericht schieten Gummiknuppel gebruik Waarschuwingsschoten Anders….
Bij deze vraag werd de optie 'douchen met de rugbydames' beloond met het maximum aantal punten. Een persoon in het publiek stuurt zijn/haar hond op je af, deze bijt in je edele delen, wat doe je? 1) Geweldsinstructie op de hond toepassen. 2) Je geeft de eigenaar een rode kaart. 3) Je geeft de hond een rode kaart. 4) Je geeft twee scheidsrechtersballen wegen gevaarlijk spel. 5) Anders…..
Ali werd ondanks zijn doortastendheid niet de winnaar die avond, maar liet zich wel overhalen de Bata44 te regelen, hulde!
Met hoge stem a la Gerard Joling werd een vrije trap toegekend aan de tegenpartij, 5 punten. Het bestuur ging uiteindelijk met de eer strijken. Pus-Pass mei 2004
24
MY DADDY HENRY Hessel Rippe
H
ij drukt zijn neus tegen het raam. De kilte van het glas trekt in zijn neusvleugels. Zijn bal ligt als een tevreden kat in zijn schoot. Zijn hand rust op de wit leren huid die stroef aanvoelt op de beschadigde plekken. Eigenlijk moet je er ook niet mee op straat voetballen. ‘Petto,’ schreeuwt zijn moeder van onder aan de trap “ik ben naar mijn werk. Zul je braaf zijn?” ‘Ja, mam’, roept Petto van de vensterbank terug. ‘Ga je wel op tijd naar bed? Morgen is het weer school’ ‘Jaha. Ga nou maar werken.’ De voordeur valt dicht en stilte valt over het huis. Petto staart weer naar buiten, waar het geroezemoes klinkt van duizenden supporters samengeperst in de straat op weg naar het stadion. Highbury ligt twee straten verderop. Arsenal speelt tegen Leeds United vanavond. Belangrijke wedstrijd. Petto weet dat de Gunners moeten winnen willen ze nog kans maken op het kampioenschap. De in rood-wit gehulde parade trekt gemoedelijk door de straten van de oude, Londense wijk. Af en toe zwelt er een lied aan dat wordt overgenomen in de stoet. De stemmen galmen tegen de muren van de huizen als het Gregoriaanse gezang van een processie. Pus-Pass mei 2004
Petto springt van de vensterbank en loopt naar beneden met zijn Arsenal sjaal om zijn nek geslagen. Hij struint naar de koelkast alsof hij tussen de voetbalfans loopt op weg naar de wedstrijd. Terwijl de frisdrank in zijn glas valt, zingt hij luid het lied van de supporters. Hij voelt een golf van warmte en verbondenheid door zijn bloed stromen. Als hij weer terug naar boven loopt, beklimt hij de trap als een speler die via de catacomben de trap op klimt naar het veld. Als hij zijn kamer binnnenloopt, lijken de toejuichingen aan te zwellen. In zijn ene hand draagt hij zijn glas, met zijn tweede groet hij het publiek. Terug in de vensterbank blijkt de grootste drukte buiten voorbij. Slechts een paar kleine groepjes haasten zich beschaamd lachend naar het stadion. ‘Als ik kaartjes zou hebben, zou ik niet te laat komen’ bedenkt Petto zich. Hij luistert naar de geluiden die over de daken klinken. Aan het juichen van het supporterslegioen kan hij horen of de wedstrijd al begonnen is. Als de wind goed staat kan hij de stadionomroeper ook horen. Hij spitst zijn oor en hoort de stem uit de stadionspeakers de namen van de spelers noemen, afgewisseld met het kort juichen van de supporters bij elke naam. Dat is zijn teken. Hij neemt een laatste slok uit zijn glas en rent de trap af naar de deur. Hij steekt zijn hoofd door de deuropening, leunt voorover om te
25 kijken of hij de straat op kan. Zijn moeder wil niet dat hij op wedstrijddagen buiten komt. Al helemaal niet als er ‘s avonds wordt gespeeld. Maar als zij dienst draait in het ziekenhuis, kan hij er niks aan doen. Dan moet hij naar buiten. Maar omdat zijn moeder zo bezorgd is, doet hij extra voorzichtig. Hij rent door de straat, langs het huis van de oude mevrouw Coleman en haar hond Churchill, met haar verwilderde tuin vol brandnetels en pikkers. Niet dat hij ooit in haar tuin is geweest, maar zo stelt hij zich dat voor. Die akelige hond van haar tussen de planten als een tijger in de jungle. Op hun vaste plek staat Jimmy al klaar. Net buiten het stadion op de hoek van de straat, waar je net door de spleet tussen de noord- en oosttribune een glimp van het veld kan opvangen. ‘Heej, Tobacco, waar bleef je nou. Ze zijn al vijf minuten bezig’ , wijst hij op zijn horloge dat hij op zijn verjaardag heeft gekregen en dat hij nu, elke keer wanneer dat kan, laat zien. ‘De naam is Petto. En het is niet Tobacco maar Tobago. Trinidad en Tobago.’ Honderden keren had Petto zijn vriend al gecorrigeerd, maar Jimmy bleef hem Tobacco noemen. Terwijl Jimmy verhaalt over de veranderingen in de opstelling (‘Parlour is veel te oud. Ik snap niet waarom die nog meedoet’) probeert hij terug te denken aan zijn geboorteland. Het enige plaatje dat hij voor zich ziet, is de poster die in de bijkeuken hangt. Zijn moeder mocht die meenemen van het reisbureau waar ze had schoon-
gemaakt toen ze net in Londen waren. De stranden op de poster zien er hemels uit, de zee een warme droom, maar hij kan zich er niks van herinneren. Kort na zijn geboorte zijn ze naar Engeland verhuist. Zijn vader kon niet mee, legde zijn moeder uit, dat was ook de reden waarom ze vertrokken, maar dat zou ze later, als hij ouder was, wel uitleggen. Jimmy en Petto kijken naar de straatstenen en concentreren zich op de geluiden uit het stadion. Het schreeuwen van de supporters, het schelle fluiten van de scheidsrechter. Aan de geluiden kan je de wedstrijd volgen. Petto houdt regelmatig zijn ogen gesloten. Hij ziet het spel voor zich, de wisselingen tussen de spitsen, de lange bal vanuit de verdediging. Ondanks dat ze met zijn tweeen op de stoep staan, zijn ze ieder op zich met de wedstrijd bezig. Alleen als er een doelpunt valt, kijken de twee vrienden elkaar aan. Zijn handen klemmen om de uiteinden van zijn sjaal. Enerzijds vanwege de spanning, anderzijds om te voorkomen dat zijn rood-witte trots van zijn nek wordt gejat. Bij zijn tiende verjaardag kreeg hij de sjaal van zijn moeder. Eerst had ze een uitgebreid verhaal gehouden over hoe hij een kruisje achter zijn naam zou krijgen bij God. Hij had er niks van begrepen, maar toen het logo van Arsenal tevoorschijn kwam uit het pakpapier dacht hij er al niet meer over na. Het gouden kanon van de Gunners draagt hij sindsdien met even veel trots als zijn eigen naam.
Pus-Pass mei 2004
26
Pus-Pass mei 2004
27 Jimmy wijst weer op zijn horloge. Nog vijf minuten te gaan. Het was een mooie wedstrijd geweest, voor wat ze gehoord hadden. Met een 2-0 voorsprong zou Arsenal niet meer verliezen. Eind eerste helft wist Bergkamp het net te vinden. Het stadion leek te ontploffen. Ze zagen de blonde Nederlander tussen de tribunes door zijn hand de lucht in steken en in volle vaart langs de raclameborden gaan. Jimmy viel Petto in de armen en in omhelzing sprongen ze op en neer op de verlaten straathoek. ‘Ladies and gentlemen, in the fortieth minute, Arsenal scores 1-0. Goalscorer Dennis...’ ‘Bergkamp!’ schreeuwden de supporters samen met de twee jongens op de stoep. Het tweede doelpunt dat halverwege de twee helft viel, moet van uitzonderlijke schoonheid zijn geweest. De bewondering klonk uit de kelen van de harde kern. Als Petto het goed gehoord heeft, moet na een steekpass de speler twee man voorbij zijn gegaan. Bij elke passeerbeweging zwelde het geluid weer aan, dat tot een explosie kwam toen ook de keeper werd geklopt. Nu was het doelpunt aan de andere kant van het veld. Ze zagen de Arsenaldoelman twee gebalde handschoenen omhoog steken en juichten mee, maar hadden geen idee wie scoorde. ‘Ladies and gentlemen, Arsenal scores 2-0 in the seventy-second minute. Goalscorer Thierry...’ ‘Henry!’ brulde de toeschouwers. Petto loopt een stukje op met Jimmy en
de twee zeggen elkaar gedag op de hoek van Jimmy’s straat. Nu zijn de wegen rond het stadion nog leeg. Elke thuiswedstrijd gaan ze vlak voor het einde weg, vlak voor het publiek massaal Highbury verlaat en door de volgepakte straten gaat. ‘Ik zie je morgen op school’, lacht Jimmy voor hij een sprintje naar huis inzet. Petto denkt aan de wedstrijd. Wat zou hij graag zelf ooit dat heilige gras betreden. Om tussen het kalk doelpunten te maken voor zijn club. Toegejuicht door duizenden kelen, de liederen die over de tribunes rollen. Hij zou met de bal aan de voet draaien en passeren, dreigen en schieten, scoren en bedolven worden onder medespelers. Thuis heerst nog steeds de stilte, op het geschreeuw van de buren na, maar dat is hij gewend. Zijn moeder had al vaak gezegd dat ze gingen verhuizen wanneer mogelijk, maar van hem hoefde dat niet zo nodig. Petto rent naar zijn kamer, hangt met zorg zijn sjaal op, pakt zijn bal en duikt in bed. Met de bal als een teddybeer onder zijn arm geklemd, valt hij in slaap. Gehaast loopt Petto om de ontbijttafel. Zijn moeder is een uur geleden teruggekomen van de nachtdienst en staat geeuwend aan het aanrecht zijn boterhammen te smeren. Petto heeft in alle haast zijn kleren aangeschoten. Zijn bloes hangt uit zijn broek, zijn stropdas zit veel te los om zijn nek. Zijn moeder had al drie keer geroepen, maar elke keer was hij weer in slaap gevallen. Toen hij weer wakker werd had hij al op Pus-Pass mei 2004
28 weg naar school moeten zijn. Met een stuk toast in zijn hand geeft hij kauwend zijn moeder een zoen en zoeft de deur uit. Hij klemt zijn bal onder zijn arm en rent door de straten. Op het schoolplein staat Jimmy al te wachten.Weer kijkt hij demonstratief op zijn horloge. ‘Dat is krap aan’, zegt hij met een lach. Zonder iets te zeggen lopen ze naar binnen. In de pauze rennen ze naar de muur, waar hij en Jimmy altijd staan te voetballen. Ze tikken de bal naar elkaar over. Het leer maakt een schavend geluid als het over de tegels van het schoolplein gaat. ‘Aanstaande zondag Tottenham, dat moet een mooie pot worden’, zegt Petto terwijl hij de bal even op zijn wreef laat balanceren en hij als een kraanvogel tussen de spelende en rennende klasgenoten staat. Hij zet zijn voet op de bal en kijkt zijn vriend aan. Met een licht tikje met de binnenkant van zijn voet schiet hij de bal naar hem toe. Jimmy kijkt wat bedrukt. ‘Ik kan er zondag niet bij zijn,’ zegt Jimmy beschaamd. ‘Mijn vader neemt me mee vissen.’ ‘Op zondagmiddag?’ ‘Dat is de enige mogelijkheid. Hij wil het goedmaken dat hij de laatste tijd zoveel heeft gewerkt. Ik heb hem nauwelijks gezien.’ Zwijgend spelen de jongens de bal naar elkaar over. Petto baalt. Het zal niet hetzelfde zijn. Maar hij kan ook niet kwaad zijn op zijn vriend. Als hij met zijn vader zou mogen vissen, zou hij het ook doen. ‘Waarom ga je niet mee?’, bedenkt Pus-Pass mei 2004
Jimmy zich. ‘Nee, het is een uitje van jou en je vader.’ Jimmy knikt. De zoemer die het eind van de pauze aangeeft dreunt over het plein. Petto pakt zijn bal op en samen met Jimmy haast hij zich naar binnen. In de les kan hij zijn aandacht er niet bijhouden. De juf is verwikkeld in een lang verhaal over de geschiedenis van Engeland, maar het kan hem niet boeien. Hij staart naar buiten en denkt aan zijn vader. Wie zou hij zijn? Zou hij weten wie hij is? Zou hij weten dat hij bestaat? Petto weet niet waar hij op moet hopen. Hij wil dolgraag weten wie zijn vader is, maar zolang hij het niet weet, kan iedereen zijn vader zijn. Als kinderen er naar vragen zegt hij altijd dat Thiery Henry zijn vader is. Dat hij hem daarom ook niet vaak ziet, omdat de Franse spits steeds op trainingskamp is, of onderweg naar een belangrijke wedstrijd in de Champions League. De kinderen lachen hem dan vaak uit. Maar durven het niet tegen te spreken omdat ze het tegendeel niet kunnen bewijzen. En waarom zou het ook niet kunnen? Misschien dat zijn moeder hem ooit ontmoet heeft. Dat ze samen de nacht hebben doorgebracht in het verukkelijke Tobago. Dat de warme wind ze heeft opgezweept en ze samen zijn gaan slapen, zoals Jimmy wel eens heeft vertelt dat zijn ouders doen. Dat zijn moeder toen wegmoest omdat niemand wist wie de vader was, dat dat een schande zou zijn en ze daarom naar Engeland moesten. Dicht bij zijn vader, die als de tijd rijp zou zijn hem in zijn armen zou sluiten en hem
29 mee zou nemen naar het voetballen en dat ze samen gingen vissen. Petto weet in ieder geval dat hij een groot voetballer gaat worden. Zolang hij elke dag traint met zijn bal, zal hij later ook in stadions toegejuicht worden. Net als zijn vader, net als Thierry Henry. Na school rennen Jimmy en Petto naar huis. Langs de winkelende mensen in de stad, langs vloekende postbodes en schreeuwende marktkooplui. Ze rennen over de stoep en door de plassen. Vlakbij hun huis sprint Jimmy vooruit. Hij draait zich om en roept Petto. ‘Schiet de bal eens. Een mooie pass net als Ljungberg op Bergkamp’. Met zijn armen wijd geeft Jimmy aan de bal te kunnen ontvangen. ‘Als Henry naar Bergkamp, zul je bedoelen’, verbetert Petto hem. ‘Jaja, wat je wilt, schiet die bal nou maar.’ Petto laat het leer vallen, zet zijn voet erop, laat de bal iets voor zich uitrollen en trapt de bal door de straat. Met een indrukwekkende boog landt de bal net voor Jimmy’s voeten die net een stap te laat naar voren doet om de bal onder controle te brengen. Hij stuitert hoog op en Jimmy ziet de bal over zijn hoofd heen gaan. Met afgrijzen kijken de jongens het leer na dat onhoudbaar in de tuin van mevrouw Coleman belandt. Petto sprint geschrokken naar voren alsof hij de bal alsnog kan tegenhouden. ‘Waarom hou je hem dan niet tegen?’ huilt Petto bijna tegen Jimmy. Er zit niks anders op dan aan te bellen.
Met angst in hun hart duwen ze op de koperen bel op de afgebladderde deur van Mrs. Coleman’s huis. Na een tijdje wordt het houten gevaarte op een kier gehouden. Mrs. Coleman staat ietwat gebogen en kijkt op de twee jongens neer. Achter de deur probeert de hond Churchill zich een weg naar buiten te banen. Mrs. Coleman moet hem stevig aan zijn riem vasthouden om te voorkomen dat de hond in een doldwaze vaart de straat opschiet. ‘Mijn bal is in uw tuin gekomen. Zouden we hem misschien terug mogen hebben?’, vraagt Petto onderdanig. ‘Jullie rotjongens met jullie gevoetbal de hele dag. Is het niet genoeg dat er in het stadion al gevoetbald wordt?’ ‘Alstublieft’, probeert Petto. ‘Vergeet het maar’, zegt Mrs. Coleman bits, ‘Die bal blijft waar die is. Laat dat een les voor jullie zijn’. Met een klap slaat Mrs. Coleman de deur dicht. De jongens horen hoe Churchill met zijn nagels tegen het hout aankrabt. Alsof hij door de deur heen probeert te graven. ‘Wat een heks!’ roept Jimmy. Petto laat zijn hoofd zakken en draait zich om. Gevangen in stilte en teleurstelling loopt hij weg. ‘We moeten ergens een ladder zien te krijgen. We moeten die bal terughebben’, Jimmy windt zich nu enorm op. Waarschijnlijk uit schuldgevoel. ‘Wacht maar, ik ben zo terug.’ Petto wil hem nog tegenhouden maar met een rotgang rent hij het pad af en de straat in.
Pus-Pass mei 2004
30 Petto dacht hoe hij aan een nieuwe bal kon komen. Hij kon het onmogelijk aan zijn moeder vragen. Ze had al moeite genoeg om de eindjes aan elkaar te knopen. Elke penny moest twee keer worden omgedraaid. Niet dat ze hem een nieuwe bal niet gunde. Maar het zat er gewoonweg niet in. En Petto wilde haar er niet mee lastigvallen. Dan had hij ook moeten toegeven de bal over de muur te hebben geschopt. Dan zou hij een preek krijgen dat hij voorzichtiger moest zijn met zijn spullen en dat hij voor straf tot zijn verjaardag moest wachten. Maar hij kon niet wachten. Hij moest elke dag trainen. Ietwat onhandig sleept Jimmy een ladder onder zijn arm de hoek om. Hij glimlacht trots omdat hij denkt de oplossing te hebben gevonden. Met moeite weten ze de ladder omhoog te krijgen. Jimmy houdt het gevaarte onder vast en Petto snelt de aluminium sporten op. ‘En? Zie je de bal liggen?’, vraagt Jimmy zijn blik hoopvol op Petto gericht. Petto laat zijn ogen dwalen door de tuin, die er beter uitziet dan hij had gedacht. Een klein grasveldje omgeven door dringende planten die hoog tegen de muren om de tuin opgroeien. Vlak naast de deur staat een rozenperkje. De blaadjes zijn van de bloem gevallen en lijken als vuurrode lippen op de donkere aarde. Tussen de doorns ligt zijn bal. ‘Ja, ik zie hem liggen’, roept hij naar beneden. ‘Waar wacht je nog op, man. Pak die bal en dan smeren we hem weer!’ Jimmy is Pus-Pass mei 2004
nerveus. Alsof hij op wacht staat bij een bankoverval. Door het luikje in de achterdeur komt Churchill gewaggelt. De hond loopt kwijlend het pad af en kijkt dan Petto recht in de ogen aan. Meteen zet het beest het op een blaffen. Petto duikt weg en staat gehurkt op de sport. ‘Wat doe je nou?’, vraagt Jimmy wanhopig. Voorzichtig kijkt Petto over het randje van de muur. De hond staat er nog steeds maar is gelukkig opgehouden met blaffen. Dan ziet hij de klink van de achterdeur naar beneden gaan en trekt snel zijn hoofd terug. ‘Wat is er, Churchill? Zie je weer een vogeltje?’ De stem van Mrs. Coleman klinkt zachter dan net bij de deur. Dan ziet Mrs. Coleman twee aluminium uiteinden boven haar muur uitsteken. ‘Zijn jullie daar weer?’, roept ze fel tegen de muur,’Als je denkt je bal terug te krijgen kan je het wel vergeten!’ Petto heft zich langzaam op en kijkt in het woeste gezicht van Mrs. Coleman. Er zitten samengeperste rimpels naast haar vuurspuwende ogen. ‘Sorry, Mrs. Coleman, maar ik wil heel graag mijn bal terug. Hij is tussen uw rozen gekomen en...’ ‘Tussen mijn rozen?’, vraagt ze furieus en draait haar hoofd om. ‘Nee, nee, niet tussen mijn rozen!’. Ze loopt op haar beschadigde perkje af, haar hand rust op haar hoofd. Als ze de bal ontwaart pakt ze het leer er voorzichtig tussenuit. ‘Is dit je bal?’ schreeuwt ze naar Petto. ‘Ja, mevrouw. Ik zou hem heel graag terughebben, want...’
31 Petto’s stem stokt als hij Mrs. Coleman een snoeischaar van een plankje ziet pakken. Ze gaat recht voor hem staan, klemt de bal in haar arm en jaagt de schaar met de scherpe punten in het leer. Met een klap geeft de bal de geest. De laatste lucht loopt uit het gapende gat. Petto voelt hoe tranen zich opdringen. Ze gooit de bal naar Churchill die hem opvangt in zijn bek en het overblijfsel van de bal tussen zijn kaken klemt en woest heen en weer schudt. Mrs. Coleman kijkt Petto strak aan en verdwijnt daarna in het huis. Churchill staat nog steeds te stoeien met het slappe stuk leer. ‘Nou ben je al de hele week niet te genieten. Wat is er toch met je?’ Zijn moeder kijkt hem doordringend aan. ‘Zo vaak ontbijten we niet samen op zondagmorgen. Ik had er wel wat meer van verwacht. Petto, vertel me nu wat er is. Je kunt het mij toch wel vertellen?’ Petto neemt zwijgend een slok van zijn thee. De dagen van de week waren leeg geweest. Petto had nog vaak teruggedacht aan zijn aanvaring met Mrs. Coleman en haar monster van een hond. En hoe graag hij het zijn moeder ook had willen zeggen, hoe graag hij ook in haar troostende schoot had willen duiken, hij had het haar niet verteld. ‘Ik vind het vervelend je zo te moeten achterlaten’, probeert ze met volle mond. ‘Maar ik moet echt weg naar mijn werk. Weet je zeker dat het met je gaat?’ Petto zwijgt.
‘Dan zie ik je vanavond. Zul je braaf zijn?’ Petto zwijgt. Zijn moeder kijkt hem even bezorgd aan, pakt dan haar tas en loopt de keuken en het huis uit. De stilte die in het huis hangt, voelt nu zielloos aan. Hij laat de ontbijtafel staan en sjokt naar zijn kamer. Hij ploft voor het raam neer en legt zijn sjaal op schoot. Buiten dromt de massa weer door de straten. Uitgelaten vanwege het mooie weer, zenuwachtig voor de wedstrijd. Petjes en mutsen op het hoofd, hun gezichten beschilderd in de clubkleuren, de sjalen om hun nek, het shirt om de schouders, vlaggen, toeters, alles om hun club naar de overwinning te helpen. Voor het eerst vindt hij ze zielig. Voor het eerst valt het hem op hoe belachelijk de voorbijtrekkende massa eruit ziet. Dit is geen overwinningsparade van stoere strijders, maar een carnavalsoptocht met niks dan clowns. Als de straat wat leger is, gaat hij toch naar buiten. Hij sukkelt langs de tuintjes van de huizen om het stadion. De stadionspeaker roept de namen van de spelers om en Petto haast zich niet. Jimmy is nu aan het vissen met zijn vader, zijn bal is waarschijnlijk in honderd stukjes gescheurd door Churchill. Wat een rotzondag. Vlak voordat Petto de hoek omslaat en het stadion als een imposant betonnen tempel voor zich op ziet doemen, hoort hij het beginsignaal van de scheidsrechter al meegedragen door de zachte wind. Het stadion zoemt en de spanning hangt in de lucht. Op zijn hoek staat niemand. Hij zet zich tegen een muur en kijkt naar het stadion met Pus-Pass mei 2004
32 zijn oneindig lijkende trappen en het grote logo van Arsenal trots op de zijkant. Hoog boven hem uit toornt de tribune waar elke supporter nu met zijn rug naar Petto gekeerd zit te kijken en te schreeuwen. Petto voelt een lichte spanning in zijn buik. Hij voelt hoe tranen opkomen in zijn ooghoeken en veegt ze met de mouw van zijn trui weg. De wedstrijd gaat voort en het geklap van de fans van de tribune klinkt als warme regen die op Petto neerdaalt. Hij volgt het geschreeuw en het gevloek, de liederen en het gejuich. Maar hij lijkt er buiten te staan. Als de tweede helft is begonnen, volgt Petto al wat meer de spelsituaties op het veld via de geluiden die hij hoort. Hij staart tussen de tribunes door maar ziet alleen de doelman met zijn handen in zijn zij wat verveeld naar de andere kant van het veld kijken. Af en toe klinkt er een gejuich, maar dat dooft weer snel en gaat over in driftig handgeklap. Een goede kans, een bal net over of net naast, doet het publiek schrikken en brengt de handen uit waardering op elkaar. Petto klemt zijn armen om zijn bovenlijf. De kou uit de stoepstenen trekt in zijn huid, zijn been slaapt en de wedstrijd lijkt nergens naar toe te leiden. Roestig staat hij op en klopt het stof van zijn broek. Dan hoort hij de fans zich roeren. Het geluid zwelt aan als een rollende golf. Dat moet Henry zijn. Petto sluit zijn ogen en ziet hem voor zich. Aanname op het middenveld, versnellen naar voren, korte beweging, een man voorbij, op snelheid naar de goal, twee man voorbij, vlak voor het Pus-Pass mei 2004
doel moet hij nu staan. Dan hoort hij de supporters schreeuwen met lichte spot in hun stem. De bal is door een verdediger hoog weggetrapt. Ze klappen voor de actie van Henry die de bal waarschijnlijk iets te ver voor zich uit heeft gespeeld. Petto kijkt vlak voor hij weg wil lopen nog één keer naar het stadion dat nu lomp en log op hem overkomt. Dan ziet hij het in zijn ooghoek. De bal die weggetrapt is, is over de tribunes het stadion uitgevlogen. Petto draait om en sprint naar waar hij denkt dat de bal zal landen. De bal stuitert op de straatstenen en vliegt weer omhoog. Petto gaat eronder staan en houdt zijn handen omhoog gericht. Als zijn vingers om het glanzende leer klemmen, rent hij de straat uit. Thuis haast hij zich naar zijn kamer, zijn voeten lijken nauwelijks de trap te raken. Hij ploft op zijn bed en kijkt naar het glanzende leer van de bal. Er zitten nog wat grassprietjes op die hij voorzichtig van de bal haalt en op zijn nachtkastje legt. Heilig gras. Hij veegt het leer droog met zijn mouw en staart gelukkig naar de bal die als een parel uit de hemel kwam vallen. Een laat cadeautje van zijn vader. Als in een omhelzing drukt Petto het leer tegen zich aan. [Dit verhaal verscheen eerder in literair tijdschrift Moxi]
33
D-NIGHT Michele Koper
D
onderdag 19 februari, het lijkt een gewone trainingsavond. Op het veld verschijnen een aantal dames onder leiding van Bregje die weer gaan beginnen aan de wekelijkse training. Er heerst wat onrustigheid in de groep, een buitenstaander zou misschien denken dat er iets geheimzinnigs aan de gang is... Maar hiervan is duidelijk geen sprake, de dames zijn vol verwachting over de langdurige avond en wat deze nog zal brengen. Er wordt getraind lichtelijk afwezig getraind, mede omdat dit weekend geen wedstrijden op het programma staan
Dressed to kill...
en bijna iedereen ook nog eens druk plannen aan het maken is voor carnaval. Na de training wordt er naar binnen begeven en de bar opgezocht. Een vreemde gewaarwording maakt zich van de dames meester als er maar weinig krukken blijken te staan en de kantine omgetoverd is tot een duistere, muziekvolle bedoening waar in plastic bekers geschonken wordt. Na een hoeveelheid thee die menig mannelijke clubgenoot de rillingen op de rug bezorgd, vertrekken de dames naar de douche. Zoals altijd gaat het douchen gepaard met luid gekwek (ja kippenhok), de uitwisselingen van de laatste roddels en bespreking van de plannen voor komend weekend. Ook de training en de pijntjes bij een ieder worden onder de loep genomen. Weer terug in de kantine wordt de bar weer snel opPus-Pass mei 2004
34 gezocht. Rond een uur of half elf beginnen de eerste onrustige gezichten zich richting de klok te draaien, moet er niet omgekleed worden, weten we al hoe laat we beginnen en is iedereen er al. Want het jaarlijkse zaalvoetbaltoernooi dat ’s nachts gespeeld wordt, staat weer op het programma! Dit jaar zijn er zelfs echte tenues, verzorgd door onze eigen Evelien, de carnevalsgek bij uitstek. In de kleedkamer worden de tenues bekeken, belachen en gekeurd (ze waren afgekeurd maar bij gebrek aan andere zijn ze toch gebruikt). Na verloop van tijd komt de groep dames de kleedkamers weer uit, uitgedost in cheerleader-achtige kledij. Gelukkig is de rest van de kantine ook al verkleed dus vallen we niet bijzonder veel op. De eerste wedstrijden beginnen en het blijkt voor sommige lastig om met beenwarmers om te spelen (of lag het misschien dan toch al aan die paar biertjes??), de eerste wedstrijd wordt verloren. Er wordt gelukkig wel gescoord dus valt ons niets te verwijten... Tussendoor wordt er goed gebruik gemaakt van de kantine (zeker omdat er ook ‘kleintjes’ palm in het assortiment blijken te zitten!) De muziek in de kantine is goed dus er wordt meteen een warming up voor de volgende wedstrijd gedaan. De tweede wedstrijd wordt een iets Pus-Pass mei 2004
meer gelijke partij tegen een van de weinige damesteams met een aantal herensubstituten, en onder de support van onze aanwezige heren wordt deze natuurlijk gewonnen!! Blijkbaar helpt het toch om te spelen met een hoger percentage alcohol.... De derde wedstrijd daarentegen bewijst weer de stelling dat teveel van het goede ook niet alles is (het percentage alcohol begint aardig op te lopen). De mannen waar we tegen spelen willen zeker de volgende ronde behalen en winnen dus ook (waarbij astrid af en toe als schietschijf fungeert in de goal en trees d’r schaar op het moment tot een dusdanig tempo is gedaald dat zelfs de tegenstander er niet meer intrapt....). We besluiten om dan maar te gaan feesten als er toch geen verliezersronde is (hoezo een slecht wedstrijdschema...). Helaas blijkt dit plan ook van korte duur aangezien er een aantal mensen (lees mannen want ik heb nog nooit meegemaakt dat ze een feestje opbreken voor een aantal kibbelende vrouwen) in de kantine zijn die wat onenigheid krijgen over een actie van zes wedstrijden geleden wat een dermate dreigende sfeer oplevert (spreekkoren, slaan, een ware voetbalhooligan thuisvak zal ik maar zeggen) dat het personeel van het sportcentrum het voor gezien houdt. Het is nog niet zo heel laat in de avond en aangezien de meeste zich
35 toch mentaal voorbereid hadden op een late avond/ochtend, wordt er besloten om dan maar te gaan douchen en te kijken of de AOR nog open is. Met een afvaardiging van het orignele team (sommige bleken toch verstandig te zijn) wordt de AOR nog enige tijd onveilig gemaakt (heel handig voor het dansen dat nieuwe podiumpje). Om toch voor een goede afsluiting en een goede
bodem voor Sandra te zorgen wordt er op het station ontbeten met chocoladebroodjes, koffie en thee. Sandra, de echte bikkel van ons allen, wordt op de trein gezet om in carnavalstenue ‘moeilijke’ kindjes te vermaken op d’r stage en de overige drie musketiers stappen op het fietsje om snel hun bedjes op te zoeken... PS: Dames, het was supergezellig, en een super laatste party voor mijn vertrek!
Atletisch vermogen blijkt toch omgekeerd evenredig met promillage
Pus-Pass mei 2004
36
J.O.S 50
I
n februari, de 4e om precies te zijn, ben ik dus 50 jaar geworden. In dat heb ik geweten ook! Op het werk was natuurlijk mijn bureau versierd en hingen overal in het gebouw oude foto’s. Jos met snor en lang haar, jaren zeventig stijl. Nu moet ik daar om lachen, toen was het heel normaal. Lange bakkenbaarden, lang haar, geen gel maar wel je haar geföhnd, wijde broekspijpen en plateauzolen onder je schoenen. En niet te vergeten de muziek: soul, disco, Saterday Night Fever en zo. Legendarische groepen als The Trammps en Tavares en zangers als “the King of Softsoul” Barry White en natuurlijk James Brown voerden de boventoon.
Pus-Pass mei 2004
Maar ter ere van mijn verjaardag heeft vooral Pusphaira alles uit de kast gehaald. Oude foto’s zijn uit allerlei archieven opgeduikeld en sierden de kantine van het Sportcentrum. Dat was slechts het begin. Toen ik op zaterdag na mijn verjaardag in alle vroegte de velden keurde, kwam ik ook op ons Hoofdveld. In het schijnsel van mijn zaklantaarn zag ik midden op het veld wat gekalkte lijnen die daar niet thuis hoorden. Mijn eerste reactie was dan ook: “Welke maf heeft hier mijn veld vernield.” Totdat ik er achter kwam dat er met koeienletters JOS stond. Aan de zijlijn nog eens dunnetjes overgedaan met de tekst
37 “JOS 50.” Het was dan ook heel jammer dat de wedstrijden werden afgelast zodat maar weinigen hiervan getuige waren. Zondagavond was het Damesevenement. En werd ik wederom in het zonnetje gezet. Zo kreeg ik een heuse barkruk, heel mooi in de clubkleuren blauwgroen geverfd en met een metalen plaatje met mijn naam op de achterleuning geschroefd zodat duidelijk is aan wie die kruk toehoort. Verder was er een speciale verjaardagskalender met voor elke maand een foto, ook weer uit het grijze verleden. En ten slotte was er een speciale nieuwsbrief. Kortom, het kon niet op. Zo werd het een verjaardag om nooit te vergeten en zal alles wat Pusphaira hieraan heeft gedaan mij voor altijd als een mooie herinnering bijblijven. Op dus naar de 51, of naar de 100 zoals anderen het zegden. Maar eerst eens mijn 19e jaar bij Pushaira goed volbrengen. Om mij daarna op te maken voor het 20e seizoen als trainer van Pusphiara. Mijn 4e lustrum dus, maar dat valt in het niet bij het 40-jarig jubileum (het 8e lustrum) dat Pusphaira in 2005 gaat vieren. Ik hoop dat velen zich bereid tonen hieraan mee te werken, want het zal ongetwijfeld de nodige voorbereiding vergen. En ik hoop natuurlijk dat niet alleen de huidige, maar ook de voormalige leden massaal komen opdagen. Wat rest ons dit seizoen nog? Nou,
een handvol competitiewedstrijden, diverse teamevenementen, het IT, het zeilweekend, de Bata44race, Palmzondag, laatste wedstrijddag evenement en dan vergeet ik er denk ik nog wel enkele. Wat ik maar wil zeggen: Pusphaira is meer dan voetbal alleen. Ik hoop dat het een spetterend slot van dit seizoen wordt en voor zover ik dat niet persoonlijk heb gedaan, wil ik hierbij alsnog iedereen bedanken voor de geweldige aandacht voor mijn 50e verjaardag. Jos Halmans Pus-Pass mei 2004
38
LIEVE PUSHJE...
I
n deze nieuwe rubriek worden lezers uitgenodigd hun diepst gewortelde problemen anoniem in te zenden. Inmiddels heeft de redactie de bekende diplomiert Psychologin Pushje bereid gevonden haar licht over de diverse kwesties te laten schijnen en de betreffende persoon een hart onder de riem te steken... helaas zal zij dit pas vanaf de volgende Pus-Pass kunnen doen. Om aarzelende lezers over de streep te trekken hieronder alvast enkele recente inzendingen. Dus schaam je niet: ook jouw probleem zal niet uniek blijken. Pushje is er ook voor jou. Anonieme e-mails
[email protected].
per
adres
Hallo Pushje, Iedere keer als ik meetrain verlaten enkele medespelers horizontaal het veld. Hoezeer ik ook mijn best doe, mijn voet-oog coordinatie blijft ernstig te wensen overlaten. Mijn teamgenoten zelfs korting bij het Diaconessenhuis. Wat-o-wat moet ik doen? Skuppend spitsje
Lieve Pushje, Zaterdagavond ga ik stappen. En goed stappen. Hoe leuk dat ook is, elke zondagochtend sta ik met bonkende koppijn op het veld. Mijn teamgenoten vinden dat ik minder moet drinken, maar daar begin ik niet aan. De plantsoenendienst op terrein Noord heeft ook al geklaagd. Wat te doen, wat te doen? Een borrelende back Pus-Pass mei 2004
Geachte Pushje, Elke keer als ik een wedstrijd speel, vormt zich een behoorlijke kuil in het veld rond mijn positie. Waarschijnlijk heeft het te maken met mijn optimale inhoud-oppervlakte ratio, maar het lukt me niet hier iets aan te doen. Tips welkom. De voluptueuze verdediger
39
FLUISTERDATJES
E
r wordt gefluisterd dat...
-
Annelies het zaakje van Patrick goed bekeken heeft, Henriette tegen Patrick zegt: ik ben langer dan jij en jij krijgt hem niet eens omhoog, Marjon op dezelfde dag gaat bevallen als Michèle, De barmannen van het SSC graag met Pusphairaansen dansen op Duitse bieravonden, Pusphaira veel beter voetbalt in Oranje, Pasen dit jaar op woensdag en donderdag valt volgens onze blonde voorzitster, Alweer een spaanstalige penningmeester van Pusphaira getrouwd is, Ekko een date had met Rogier en Annelies hier maar al te graag getuige van was., Ook in het IT-gastenboek roddels geschreven kunnen worden, Wannes Belgische waar voor Bregje het land in smokkelt, Patrick de langste relatie van zijn leven heeft, Bregje daarentegen nog nooit zo lang vrijgezel is geweest, Honkballers blij gemaakt kunnen worden met een Pusphaira nieuwsbrief,
-
-
-
Wannes sexuele verzoekjes doet aan Lesley, die er wel heel graag aan meewerkt, De dames Tjeerd liever in een handdoek zien dan in zijn spijkerbroek, Wanbetalers contributie gaan betalen als Lesley weet wie ze zijn, Je een keuze moet maken tussen binnenbroekjes nodig hebben en een bierbuik kweken, Het volgens Chantal geen zin heeft om twee wormen gezellig naast elkaar te zetten? Ze doen het toch alleen met zichzelf, Sigrid vraagt: ‘dames, wat vinden jullie van het principe pot?’ Luc en Sandra samen op een heel ander ritme dansen, Loek volgens Annelies geen ding nodig heeft, hij doet het zo wel, Ekko niet blij is met Turkse telefoons, Gehaktafgieten wordt uitgevonden tijdens het damesevenement, Annelies spontaan over haar nek ging, Wannes hier niet de oorzaak van wilde zijn, Annelies per abuis het gastboek uitprintte.
Pus-Pass mei 2004
40
B44 2004
H
ier nog geen stukje, in de volgende Pus-Pass een uitgebreid verslag!
ADVERTEERDERS Carioca Copy & Co AOR Grolsch 't Pandje
Pus-Pass mei 2004
2 7 17 22 26
BESTUUR VAN PUSPHAIRA Voorzitter Annelies Hovestad 06-41778211
[email protected]
Penningmeesters David Moreno 040-2437793 / 06-41776328
[email protected]
Secretaris Sigrid Kindt 040-2425524 / 06-12385222
[email protected]
Peter in 't Panhuis 06-18940591
[email protected]
Promotie-commissaris Menno Kroezen 06-12519435
[email protected]
Evenementaris Patrick van Soest 040-2119118 / 06-12233627
[email protected]
Trainers Jos Halmans 040-2460763
Cyril Holtkamp 040-2512830
Peter Geurts 040-2460784
Bregje van den Horst 013-5422963
Afgelastingen 040-2474745
Kantine Terrein Noord 040-2433725
Kascontrolecommissie Erwin Hilders, Pieter Kuppens, Michel Mors en Christiaan van Westering Scheidsrechterscommissie Koen Giesbers, Lesley Fraats, Koen van Cann, Tim Speth, Ekko Nap, Joost Ossevoort, Michel Weijs, Ronald Rijnen, Lucas van Spaendonk, Robert de Jonge, Ali Ehsary, Boi Hoogervorst, Wannes Rosius, Thierno Diallo, Thijs Pierik en Sven van Heck Zeilweekendcommissie Koen van Cann en Rogier Jonker 5x5-commissie Astrid Frehen, Henriette Tas en Peter in 't Panhuis Ledenwerfcommissie Vakant IT-commissie Sandra Wetzer, Wendy van Steenwijk, Mattijs
Elsschot, Bregje Cauberg, Luc van Straaten en Chris Maltha Introcommissie Vakant KOL-commissie Jos Halmans en Roel Verbrugge Wedstrijddagcommissie Jos Halmans, Ali Ehsary en Sigrid Kindt HHR-commissie Ali Ehsary en Sigrid Kindt Sponsorcommissie Sven van Heck B44-race commissie Ali Ehsary Nieuwsbrief-commissie Pieter Kuppens en Marije Venselaar Lustrumcommissie Vakant
GEZOCHT:
ADVERTEERDERS Bel voor meer informatie: Menno Kroezen 06 - 12519435