Groen-Blauw Structuurplan Haren-Noord “DHE én versterking kwaliteit Tussengebied”
COMITÉ REGIO GRONINGEN-HAREN
Freerk Hoving Hans van der Lans Uko Vegter
April 2008
Inhoud Voorwoord Comité Regio Groningen-Haren.................................................................................................................................. 1 Voorwoord.................................................................................................................................................................... 4 1. Inleiding.................................................................................................................................................................... 6 ..................................................................................................................................................................................... 9 Omgeving Oosterweg - Kerklaan................................................................................................................................. 9 2. Algemene uitgangspunten Groen-Blauw Structuurplan.......................................................................................... 10 Alvorens per deelgebied een visie uit te werken op de groen- en blauwstructuur, gaan we in dit hoofdstuk in op een aantal algemene punten die van belang zijn voor alle deelgebieden.........................................................................10 2.2 Rood tussen het groen......................................................................................................................................... 11 2.3 Blauwstructuur (watersysteem)............................................................................................................................ 11 3. Uitwerking Groen-Blauw Structuurplan in 10 deelgebieden...................................................................................14 3.1. Deelgebied 1: AZC-terrein................................................................................................................................... 14 3.2. Deelgebied 2: Huidige hockeyvelden GHHC....................................................................................................... 16 3.3. Deelgebied 3: Sportvelden v.v. Gorecht/Blauwe ruiters......................................................................................18 ................................................................................................................................................................................... 20 ................................................................................................................................................................................... 21 Beeld omgeving Grootslaan (deelgebied 5)............................................................................................................... 21 3.4. Deelgebied 4: Dilgtweg – Kerklaan..................................................................................................................... 22 3.5. Deelgebied 5: Omgeving Grootslaan.................................................................................................................. 24 3.6. Deelgebied 6: Essen en omgeving...................................................................................................................... 26 Voor het gebied is van belang ook naar onderhoud en beheer te kijken. Bijvoorbeeld de ruigte nabij Klein Martijn ziet er rommelig uit, en is ook niet bevorderlijk voor het voorkomen van weidevogels.....................................................27 ................................................................................................................................................................................... 27 3.7. Deelgebied 7: Kop Hondsrug, voorheen ‘de spouw’...........................................................................................28 ................................................................................................................................................................................... 29 Zicht op de Esser-begraafplaats................................................................................................................................ 29 3.8. Deelgebied 8: Hondsrug-Westflankgebied.......................................................................................................... 30 3.9. Deelgebied 9: De Esserpolder............................................................................................................................ 32 3.10. Deelgebied 10: omgeving huidig Biologisch Centrum.......................................................................................34 3.11 Legenda Groen-Blauwstructuur bij kaarten deelgebieden.................................................................................36
-2-
................................................................................................................................................................................... 37 Zicht vanuit Essen...................................................................................................................................................... 37 4. Groen-Blauwstructuur op gebiedsniveau............................................................................................................... 38 5. Bronnen.................................................................................................................................................................. 41
-3-
Voorwoord Voor u ligt het Groen-Blauw Structuurplan Haren-Noord van het Comité Regio Groningen-Haren. Met dit structuurplan geven wij aan hoe de kwaliteiten van dit bijzondere en tegelijkertijd kwetsbare gebied veilig gesteld kunnen worden tegen de achtergrond van de bouwopgave die hier ligt. Waarom dit structuurplan? Haren-Noord kent een omvangrijke bouwopgave op basis van de afspraken die de gemeente heeft gemaakt in het kader van de Regiovisie Groningen-Assen. De gemeenteraad van Haren heeft bedongen dat in het kader van het Ontwikkelingsplan voor het gebied Dilgt-Hemmen-Essen een Groenstructuurplan wordt opgesteld, voorafgaand aan de invulling van het gebied met bebouwing. Door eerst de landschappelijke kwaliteiten en de ecologisch waardevolle gebieden en verbindingszones in kaart te brengen en vervolgens de rode invulling te bepalen, wordt voorkomen dat de aanwezige kwaliteiten ondersneeuwen of versnipperd raken. Het College van B & W zal dit Groenstructuurplan op interactieve wijze met de bevolking tot stand te brengen. Het Comité Regio Groningen-Haren is verheugd over bovenstaand raadsbesluit en het voornemen om in samenspraak met de bevolking het gemeentelijk groenstructuurplan te realiseren. Vooruitlopend op dit proces hebben we als Comité de handen ineengeslagen om onze ideeën op papier te zetten. Niet om hiermee de gemeente de wet voor te schrijven of om woningbouw te dwarsbomen. Maar wel om op doordachte wijze nadrukkelijk bij te kunnen dragen aan de totstandkoming van het gemeentelijk groenstructuurplan. Wij zijn van mening, nu wij eerst ons huiswerk hebben gedaan, een waardevolle bijdrage te kunnen leveren. Dit Groen-Blauw Structuurplan Haren-Noord is het afgelopen jaar tot stand gekomen door de vrijwillige inzet van een aantal enthousiaste en bovenal deskundige mensen die het gebied kennen als hun broekzak. De verschillende deelgebieden zijn bezocht, kenmerkende landschappelijke en ecologische waarden zijn in kaart gebracht en we hebben gediscussieerd over de vraag wat nu echt waardevol is vanuit het oogpunt van landschap, natuur, beleving en recreatie. De resultaten hiervan hebben we ook bekeken vanuit een groter geheel: waardevolle onderdelen hebben alleen toekomst wanneer ze niet geïsoleerd raken maar volwaardig onderdeel uitmaken van een robuust netwerk. We zijn hierbij niet over één nacht ijs gegaan. Daarom hebben we onze resultaten op 13 december j.l. voorgelegd aan onze achterban en het Structuurplan toegelicht en bediscussieerd: hebben we de analyse goed gemaakt? zijn we zaken vergeten? of zijn er nog zinvolle aanvullingen dan wel wijzigingen aan te brengen? Daarmee is het plan een kwaliteitschets die laat zien hoe Hareners hun omgeving zien, waarderen en willen bewaren. Op deze wijze willen we vanuit onze betrokkenheid en deskundigheid een realistische bijdrage leveren aan het beoogde gemeentelijk groenstructuurplan. Wij zien dan ook uit naar een open planproces waarbij daadwerkelijk ruimte is voor inbreng van bewoners uit het gebied, niet om verhalen aan te horen maar om samen op basis van argumenten te komen tot een gedragen gemeentelijk Groenstructuurplan. Er is door verschillende mensen veel tijd en energie gestoken in dit Groen- en Blauw Structuurplan Haren-Noord. Een woord van dank aan de drie auteurs is dan ook zeer op zijn plaats. Ook wil het bestuur haar waardering uitspreken voor de inzet van de heren Edwin Valentijn, Thijs Duijm, Chris Stiggelbout, Cees van den Brand en Jan Wittenberg: personen met zeer veel gebiedskennis die ons hebben geholpen bij de totstandkoming van dit structuurplan. Daarnaast hebben bewoners van Haren Noord op de bijeenkomst van 13 december 2007 waardevolle aanvullende opmerkingen gemaakt. Al met al is er hard gewerkt het afgelopen jaar met als resultaat dat we een helder beeld hebben van een invulling van Haren-Noord, waarbij het ook in de toekomst prettig leven is in dit gebied. Hierbij ons aanbod aan de gemeente om nadrukkelijk bij te dragen aan het gemeentelijk Groenstructuurplan: wij zijn er klaar voor en zien uit naar een prettige en zinvolle samenwerking!
Titian Oterdoom, voorzitter Comité Regio Groningen-Haren
-4-
-5-
1. Inleiding Aanleiding en doelstelling De voor u liggende rapportage Groen- en Blauwstructuurplan voor Haren-Noord is gemaakt door mensen uit het gebied zelf. Het initiatief heeft gelegen bij het Comité Regio Groningen-Haren met als doel een eigen visie op de groene- en blauwe structuur te maken. Hiermee willen we, zoals ook in het voorwoord betoogd, goed beslagen ten ijs te komen in de discussie over het z.g. Groenstructuurplan van de gemeente Haren, en vanuit een eigen visie inbreng te kunnen leveren. Het Groenstructuurplan van de gemeente wordt gemaakt ter voorbereiding van woningbouw in enkele deelgebieden van Haren Noord, als uitwerking van het plan Dilgt, Hemmen en Essen. Werkwijze In het Groen- en Blauwstructuurplan is naast het Groen ook het Blauw (het watersysteem) betrokken. Gekeken is of en op welke wijze principes van duurzaam waterbeheer in de concrete ontwikkeling van Haren Noord kunnen worden toegepast en welke gevolgen dit heeft voor de waterstructuur. Hierbij is mede gebruik gemaakt van het Waterplan Haren en de analyse die daarin voor het gebied Haren Noord is gemaakt. Het Groen- en Blauwstructuurplan is tot stand gekomen in nauw overleg met veel direct betrokkenen. Naast mensen uit verschillende bewonerscomité’s is de visie op een informatieavond afgestemd met de mensen uit Haren Noord. Daarmee heeft het verhaal ook draagvlak verkregen. Om tot de visie te komen zijn verschillende (historische) bronnen gebruikt waaronder het LOP Haren, plan DHE, het Waterplan Haren, het Landschapsuitvoeringsplan Haren, en verschillende historische kaarten. Bij de uitwerking van het Groen- en Blauwstructuurplan is het gebied Haren Noord opgedeeld in een aantal logische eenheden of deelgebieden. Deze worden in hoofdstuk 3 elk apart besproken. In hoofdstuk 4 wordt vervolgens de groen-blauwe hoofdstructuur voor Haren Noord, als een overkoepelende visie, gegeven. De onderscheiden deelgebieden zijn (zie figuur, pag 6): 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10.
Deelgebied AZC-terrein Deelgebied huidige hockeyvelden GHHC Deelgebied sportvelden v.v. Gorecht/Blauwe ruiters en waterwingebied Haren Deelgebied Dilgtweg-Kerklaan Deelgebied Grootslaan Deelgebied Essen en omgeving Deelgebied kop Hondsrug Deelgebied Hondsrug-Westflankgebied (westelijk van Rijksstraatweg) Deelgebied Esserpolder Deelgebied huidig Biologisch Centrum, Hortus Haren en Beatrixoord
Bij de uitwerking per deelgebied zijn steeds een aantal uitgangspunten gehanteerd. Naast analyse van de huidige situatie (ligging van groen-blauwe structuren) is gekeken naar kenmerken als historie, potenties en concrete mogelijkheden voor verbetering. Hierbij zijn ook cultuurhistorisch waardevolle objecten (bv. Emdaborg) meegenomen. De uitwerking van de groenstructuur heeft plaatsgevonden op basis van bestaande literatuur (oa. de analyse in het plan DHE), van oude kaarten en eigen gebiedskennis. Ook zijn er aparte veldverkenningen uitgevoerd om de actuele situatie in ogenschouw te nemen. Meer concreet is gekeken naar: 1.
Ligging waar liggen welke groen- en blauwstructuren?
2.
Oppervlakte: maat-breedte-lengte welke omvang hebben deze?
3.
Hoe zien de groenstructuren eruit en worden ze gebruikt? sfeer: natuur, recreatief groen en gebruiksgroen. ouderdom karakter geschiedenis
-6-
4.
Welke potenties zien we voor groen- en blauwstructuren en verschillende biotopen? water, stromend of stagnerend, geïsoleerd of verbonden natte laagten bomenrijen beplantingen, bomen met struweel, bosranden, mantelen zoombegroeingen oevers moeras bijzondere ligging en/of bodems
5.
Doorlopende lijnen en verbindingen kwaliteit voor verbinding voor soorten
6.
Bestaande groen-blauwe elementen verbeteren. versterken, verbreden, verlengen verbeteren, variatie en kwaliteit
7.
Beheerbaarheid, de continuïteit van beheer en onderhoud op langere termijn. Dit is van belang om de kwaliteit van bestaande groenstructuren te kunnen behouden
-7-
De groene en blauwe elementen zijn in te delen naar: 1e orde: uiterst belangwekkend voor heel Haren 2e orde: belangrijke groenstructuur aangekoppeld aan de hoofdstructuur van de 1 e orde 3e orde: voor Haren belangrijke groenvoorziening, niet altijd deel uitmakend van het groen-blauwe netwerk In zijn algemeenheid gaat het gaat om robuuste en functionele groenelementen met geleidelijke overgangen naar de bebouwing. De volgende figuur geeft in een model aan wat bedoeld word met een groen-blauw-structuur:
Terugkoppeling met klankbordgroep en inwoners Haren-noord Op twee momenten is de concept-visie besproken met inwoners van Haren-noord. Dit gebeurde op 22 november 2007 met een klankbordgroep. Op een inloopavond 13 december 2007 hebben ca. 40 bewoners van Haren-noord de visie bekeken en becommentarieerd. Waar opmerkingen zijn meegenomen en verwerkt is dit bij de uitwerking per deelgebied steeds benoemd.
-8-
Omgeving Oosterweg - Kerklaan
-9-
2. Algemene uitgangspunten Groen-Blauw Structuurplan Alvorens per deelgebied een visie uit te werken op de groen- en blauwstructuur, gaan we in dit hoofdstuk in op een aantal algemene punten die van belang zijn voor alle deelgebieden. 2.1 Groenstructuur - variatie in groenstructuur Voor alle deelgebieden zijn de bestaande en te herstellen groenstructuren op kaart gezet. Op plaatsen waar nieuwe groenstructuren zijn getekend hebben die in hun uiteindelijke vorm het onderstaand beschreven beeld. De nieuwe groenstructuren zijn vaak gevarieerd van opbouw. Niet alleen met een kruid-, struik- en boomlaag, op plaatsen waar houtwallen worden hersteld wordt ook een wallichaam aangebracht. De overgang naar het omliggende gebied kan geleidelijk zijn met struweel en kruidenrijke begroeiing (bv. overgang Kloosterlaantje-grasland Esserberg). De groenstructuren zijn in de lengterichting eveneens gevarieerd. Soms één, meerdere bomen bij elkaar, soms openingen ten behoeve van lichtdoorval. Ook kan de uiteindelijke hoogte variëren. In onderstaande figuren is een beeld gegeven van hoe de houtwallen er in hun uiteindelijke vorm idealiter uit zien, zowel in dwarsdoorsnede als zijaanzicht.
Dwarsdoorsnede: opvallend de breedte van de wal als gevolg van een goed ontwikkelde kruid- en struiklaag onder de bomen.
Overlangs Zij-aanzicht: hier wordt duidelijk dat de wal geen eenvormige rij bomen is maar een gevarieerd lijnvormig element qua boom- en struweelsoorten, hoogte, en lichtdoorval. Wel wordt een gesloten beplanting nagestreefd met weinig onderbrekingen. Soorten zoals de eekhoorn, die recent nog voorkwam in het gebied, bewegen zich niet graag over de grond. Biodiversiteit is gebaat bij een duurzame ontwikkeling van de wallen. Onderhoud is daarbij nauwelijks noodzakelijk. Het zal duidelijk zijn dat hierbij tenminste de vereiste minimale breedtes en lengtes moeten worden aangehouden. Een flinke eik is al snel 14 meter in doorsnede. Een grote eik meet 10 meter of meer vanaf de stam en heeft een doorsnede van 22 meter of meer! De breedte van een duurzame wal is dus tenminste 25 meter, maar liever nog breder.
- 10 -
2.2 Rood tussen het groen - afstand nieuwe bebouwing tot groenstructuren en hoogte van die bebouwing Een belangrijk aspect bij de invulling van gebieden met woningen is de afstand van de bebouwing tot de groenstructuren. In verband met de lichtinval/bezonning is ook de hoogte van de bebouwing van belang. Huizen pal tegen houtwallen of groensingels aan leiden ertoe dat deze zich niet goed kunnen ontwikkelen (te weinig licht, te weinig ruimte voor kroon en wortelstelsels, geen ruimte voor beheer, vellen van gevaarlijke bomen, e.d.). Algemeen uitgangspunt zoals gehanteerd in onze uitwerking is dat tussen de centrale lijn van de houtwal en bebouwing minimaal 25 meter open ruimte wordt vrijgelaten. In geval van bebouwing met meer dan twee verdiepingen zal een ruimte van tenminste 50 meter moeten worden aangehouden. 2.3 Blauwstructuur (watersysteem) De algemene opbouw van het watersysteem is reeds uitgebreid beschreven in het plan DHE en het waterplan Haren. Belangrijkste elementen zijn de Hondsrug (een stuwwal gevormd door landijs en smeltwater) en aan weerszijden de beekdalen van Drentse Aa en Hunze. De Hondsrug helt vrij sterk naar beide beekdalen af en heeft op veel plaatsen keileem in de ondergrond. Het hoogste punt van de Hondsrug ligt ca. 7,5 hoger dan het maaiveld van beide beekdalen. Op de keileem bevindt zich een dekzandlaag van soms maar één tot enkele meters dik. Deze keileem zorgt ervoor dat regenwater nagenoeg niet naar de ondergrond kan inzijgen, maar lateraal over de keileem afstroomt in de richting van beide beekdalen. In natte perioden kan de grondwaterstand vrij snel omhoog komen boven de keileem (schijngrondwaterspiegel), en kan het ijzerrijke grondwater uittreden (zie foto, situatie boven op de Hondsrug bij deelgebied Dilgtweg-Kerklaan, december 2007). Een dergelijke situatie is ook goed waarneembaar in de sloot op de hoek van de Oosterweg en de Hugo de Vriesstraat (hoek GHHC-complex).
Uittredend grondwater nabij ‘Kloosterlaantje’
- 11 -
- Waterplan Haren In het Waterplan Haren heeft de gemeente aangegeven hoe onder meer Haren-Noord om te gaan met het watersysteem. Bebouwing van deelgebieden zal hierop ingrijpen, maar geeft tegelijkertijd de mogelijkheid om nieuwe inzichten in het waterbeheer concreet te maken. Zo is in het waterplan aangegeven dat ook in bebouwd gebied meer water moet worden vastgehouden om bv. overlast door extreme regenval (zomerbuien) te kunnen opvangen. Deze zg. wateropgave (uitgedrukt in aantal kuubs water dat op korte en lange termijn moet kunnen worden vastgehouden) is mede bepaald op basis van analyses van waterschap Hunze & Aa’s (watersysteemplannen Hunze en Drentsche Aa). Voor de deelgebieden van Haren-Noord is derhalve een concrete wateropgave bekend. Als voorbeeld: voor de deelgebieden 1 (voormalig AZC-terrein), 3 (hockeyvelden GHHC) en 10 (BiologischCentrum/Hortus/Beatrixoord) gezamenlijk wordt uitgaande van een toename van neerslag van 10% in 2050 berekend dat er bijna 5000 m3 water extra moet kunnen worden vastgehouden. Dit kan door meer open wateroppervlak te creëren, maar ook door bijvoorbeeld in gebieden met veel verhard oppervlak meer water in de ondergrond te laten infiltreren. Tevens is gekeken naar de kwaliteit van het oppervlaktewater. Voor Haren-noord zijn maar enkele vijvers geanalyseerd, meest gelegen op het terrein van de Hortus. De kwaliteit bleek te variëren van goed (waterpartijen nabij de kas) tot slecht (kleine geïsoleerde vijvers). Van de vijver op de hoek Oosterweg-Kerklaan (deelgebied 1, AZC-terrein) is de waterkwaliteit als matig gekwalificeerd. Binnen het gebied bevindt zich nog een riooloverstort (nabij hoek Oosterweg/Noorderzanddijk). Onze opvatting is dat de waterkwaliteit in het hele DHE-gebied goed moet zijn, ook in de sloot die overstortwater langs de Noorderzanddijk richting Winschoterdiep afvoert. Hoewel diverse overstorten zijn of worden gesaneerd, achten wij sanering naar de huidige inzichten en praktijken onvoldoende. Sanering betekent momenteel slechts vermindering van de hoeveelheid overstortwater en vermindering van de frequentie van overstorten tot enkele keren per jaar. Ondanks de sanering dus toch nog, soms incidenteel, soms nog meerdere keren per jaar hevig vervuild water in de lozingswatergang. Dit is in stedelijk gebied met een waterkwaliteitsopgave niet te dulden. Alle overstorten moeten worden opgeheven!
Laagte waarin afstromend regenwater vanuit de wijk Hemmenkamp wordt opgevangen - aandachtspunten toekomstige inrichting watersysteem (blauwstructuur) Indachtig het waterplan is het in algemene zin voor de toekomstige invulling van deelgebieden van belang zoveel mogelijk negatieve effecten op het watersysteem tegen te gaan en aspecten van nieuw waterbeleid te realiseren. Dit kan door:
- 12 -
bij het bouwrijp maken van gebieden niet te diep te draineren. Diepe drainage verlaagt de grondwaterstanden substantieel en verstoort de grondwaterstroming. Dit kan voor bv. eiken in bestaande wallen en singels slecht uitpakken. Daarnaast is het belangrijk dat bestaande bebouwing geen negatieve effecten ondervindt van drainage (aanvullende zetting van veenbodems door ontwatering) op lage natte plekken kruipruimteloos te bouwen waar mogelijk regenwater af te koppelen zo veel als mogelijk met doorlaatbare verharding te werken en verhardingen in tuinen (opritten etc.) niet op de openbare weg over te laten gaan aanleg van een verbeterd gescheiden rioolstelsel.
Tweede punt is na te gaan waar en hoe water langer vast te houden (relatie met wateropgave waterplan Haren). De laagte bij de Hemmenkamp is een voorbeeld van kleinschalig, maar wel effectief vasthouden van water/vertragen van de afvoer (zie foto’s). Dit principe kan op meerdere plaatsen worden toegepast (zie uitwerking deelgebieden). 2.4 Recreatie, beleving, ontsluiting, archeologie en huidige natuurwaarden Haren-Noord is bij de inwoners en ook mensen van buiten in trek als onder meer wandel-, hardloop en fietsgebied. Het gebied wordt druk gebruikt voor ‘ommetjes’ en als hondenuitlaatgebied. Ook spelen en sporten er kinderen en volwassenen. Belangrijk is om bij de inrichting van woongebieden, en aanleg of herstel van groen- en blauwstructuren ook te zorgen voor een robuuste recreatieve structuur en goede fietsverbindingen. Dit betekent bijvoorbeeld op een aantal plaatsen het doortrekken van wandelpaden (zie voorstel deelgebied GHHC-terrein), maar kan ook in de vorm van aanleg van een tunneltje onder het spoor. Het zou mooi zijn vanuit het zuidoostelijk deel van het gebied (wandelpad achter Gorecht-velden) een doorgaande verbinding te maken via het GHHC-terrein, Kloosterlaantje naar de zuidrand van Groningen. Een ander voorbeeld is een rondje vanuit Essen naar de Kooiweg. Voorkomen moet worden dat wandelroutes verstorend werken op gebieden met weidevogels (zuidelijk van Essen, westelijk van de Rijksstraatweg). Op deze plek zouden wel kleinere wandelroutes mogelijk zijn vanuit Groningen-Zuid of vanuit Haren-Noord die de beleving van het open gebied tussen Rijksstraatweg en A28 vergroten, zonder schadelijk te zijn voor weidevogels en zonder agrarische percelen te doorsnijden. Het Groen-Blauw Structuurplan zegt in beperkte mate iets over ontsluiting. We hebben ervoor gekozen alleen voor de woongebieden waar mogelijk woningbouw plaatsvindt in de eerstkomende jaren, aan te geven van waaruit eventuele ontsluiting het best plaats kan vinden. Hoewel de stedenbouwkundige ontsluiting niet onze expertise is, hebben we in de tekeningen hier en daar toch, vanuit een voor de groenstructuur minst schadelijke oplossing, (in rood) een mogelijke ontsluiting aangegeven. Als voorbeeld: voor het GHHC-terrein betekent dat ontsluiting vanaf de Kerklaan het beste is, alleen voor het gebied Gorecht-velden zou ontsluiting vanaf de Oosterweg moeten plaatsvinden (in ieder geval niet vanaf de zijde van de Rummerinkhof, mede in verband met de aanwezigheid van scholen en beperkingen door houtwallen etc.). Duidelijk is dat de bouw van veel nieuwe woningen een grotere druk zal leggen op de bestaande wegen. Voor wegen die nu vooral door fietsers uit Haren Oost worden gebruikt (bv. de Oosterweg, waarbij de spits ’s ochtends nu al tot gevaarlijk situaties leidt!) betekent een grotere verkeersdruk minder verkeersveiligheid. Dit is ook duidelijk door bewoners als zorgpunt benoemd. In de uitgewerkte deelgebieden komen beschermde waarden voor zoals archeologische monumenten en rode-lijst soorten van planten en dieren (relatie met Flora- en faunawet). Ook de aanwezigheid van LPG-stations en de spoorlijn stellen beperkingen in het gebruik van het gebied. Deze waarden en beperkingen zijn niet overal expliciet benoemd en aangegeven. Wel vinden we dat de gekozen oplossingen voor invulling van deelgebieden voldoende op de te beschermen waarden en beperkingen moeten inspelen.
- 13 -
3. Uitwerking Groen-Blauw Structuurplan in 10 deelgebieden 3.1. Deelgebied 1: AZC-terrein
1. Korte typering Het deelgebied is ca. 8 hectare groot en is geheel omringd door een groenstructuur. Aan de zuidkant bevindt zich de Bolhuissteeg, een zandweg met aan beide zijden eiken. Langs de Kerklaan staan twee rijen eiken, met daarnaast een bossingel en op de noordpunt een waterpartij. Langs de Oosterweg bevindt zich een bossingel met verschillende soorten bomen en daartussen struiken. Deze houtsingel is ongeveer 40 jaar oud. Op het terrein zelf is weinig groen te vinden. Opvallend is dat het te slopen (inmiddels vrijwel gesloopte) Instituut voor Bodemvruchtbaarheid, later het AZC, totaal geen samenhang heeft met de oorspronkelijke kavelstructuur. Het is er zelfs gedraaid ten opzichte van deze structuur in gebouwd (zie foto). Dit betekent dat na verwijdering van de gebouwen er mogelijkheden zijn om de oude kavelstructuur opnieuw tot uiting te laten komen bij hernieuwde invulling van het terrein. Historische kaarten laten zien dat er twee houtwallen door het gebied liepen, evenwijdig aan de Oosterweg en de Bolhuissteeg. 2. Blauw: watersysteem In het deelgebied bestaat het watersysteem uit een vijver en een slotenpatroon langs drie zijden. In onze visie wordt het water van de Hondsrug opgevangen in de langgerekte vijver en vervolgens in noordelijke richting afgevoerd naar het poldergebied. Deze vijver kent flauwe oevers. Het overige water wordt aan de oostkant via een sloot in oostelijke richting afgevoerd. Om dit te realiseren zou de vijver in oostelijke richting moeten worden uitgebreid. Extra wateropvang zou kunnen worden gecreëerd door plaatselijk geleidelijke en deels verlandende oevers aan te leggen, zeker aan de noordzijde (inval zonlicht). Een overloop in oostelijke richting zorgt er voor dat er geen wateroverlast ontstaat. 3. Groen: houtwalstructuren Als we de groenstructuur willen versterken, zoals staat aangegeven in het DHE-plan, en vorm geven aan het glasin-loodprincipe volgens het LOP, dan is het logisch om de historische houtwalstructuren te herstellen, anders gezegd nieuwe, oude structuren te maken. De houtsingels/wallen en greppels, zoals deze vroeger aanwezig waren, worden hersteld langs twee historische lijnen. Ze kunnen vrij open zijn met een afwisseling van eiken, meidoorn en/of sleedoorn. Langs de houtwallen worden greppels en voetpaden aangebracht, zodat het geheel voldoende bestaansrecht en overlevingsmogelijkheden heeft en beleefd kan worden.
- 14 -
4. Ontsluiting Op dit moment zijn er vier ontsluitingen van het gebied. De grootste toegangen bevinden zich aan de west- en noordzijde van het deelgebied en zullen het glas-in-lood ontsluiten. De toegang aan de Bolhuissteeg wordt een ontsluiting voor voetgangers en fietsers. Vanzelfsprekend dient de karakteristieke Bolhuissteeg onverhard te blijven. De opening aan de oostkant zal worden afgesloten, zodat de houtsingel kan worden doorgetrokken Op deze wijze zal een fraaie hofjesstructuur ontstaan. De lijnstructuren zijn op sommige plekken enigszins verbreed en hebben over de gehele breedte een overmaat van tenminste 10m. Bij de planvorming kan dit deelgebied een rol spelen in de uitwerking van doorgaande wandelpaden in Haren-noord (aansluitend op deelgebied GHHC-terrein). 5. Opmerkingen vanuit bewoners
wenselijk is de Bolhuissteeg -zeker na inrichting van het AZC-terrein- alleen toegankelijk te maken voor voetgangers en fietsers, geen doorgaand verkeer wens tot variatie in hoogte/transparantie nieuwe houtwallen
- 15 -
3.2. Deelgebied 2: Huidige hockeyvelden GHHC
1. Korte typering Het gebied van de huidige hockeyvelden (en tennisvereniging) ligt op de overgang Hondsrug-Hunzedal, tussen de Bolhuissteeg (noordzijde) en de bebouwing van Haren aan de zuidzijde (omgeving Henricus Muntinglaan). Het deelgebied loopt in beperkte mate in oostelijke richting af. In het gebied ligt een rij waterwinputten van het Waterbedrijf Groningen behorend bij de waterwinning Haren. Kenmerkend is de glas-in-lood kavelstructuur die ook op oude kaarten is terug te zien en nog redelijk intact is. 2. Blauw: watersysteem Afwatering vindt plaats naar het oosten, momenteel zorgt drainage voor afwatering van de sportvelden (zowel tennis als hockey). In de ondergrond bevindt zich plaatselijk keileem. In natte perioden stijgt de grondwaterspiegel boven de keileem en draineren de sloten ijzerrijk grondwater (oranje kleur, vooral in natte winterperioden zichtbaar). Van belang is om aan de lage oostzijde op enkele plekken ruimte te maken om water (vanaf verhard oppervlak) te kunnen opvangen en afvoer te vertragen (vgl. met situatie AZC-terrein en voorbeeld Hemmenkamp). 3. Recreatie en beleving Aan de noordzijde zijn er wandelmogelijkheden door het gebied. De huidige beleving van het gebied is verder beperkt, doordat rondom de sport/tennisvelden in veel gevallen begroeiing aanwezig is (struweel). Hier is van belang niet zozeer zichtlijnen aan te brengen, maar de beleving van het relatief kleinschalige gebied van binnenuit te versterken. Dit kan door de wandelmogelijkheden meer naar het zuiden uit te breiden en op enkele plaatsen de glas-in-loodstructuur te herstellen. Aansluiting op de wandel/fietsroute door het gebied van v.v. Gorecht is daarbij logisch. 4. Groen: houtwalstructuren Momenteel komen aan de noordzijde oost-west lopende houtwalstructuren voor (langs Bolhuissteeg, rondom tennisbaan en rondom winputten. Op de meeste oude kaarten is daarnaast te zien dat in noord-zuid richting er een kavelafscheiding was midden door het gebied, vermoedelijk in de vorm van een houtsingel- of houtwal. Het gebied is qua kavelstructuur een typisch voorbeeld van de glas-in-loodvorm zoals aangeduid in het LOP en plan DHE. Vanaf Kerklaan en Oosterweg is het gebied op enkele plaatsen zichtbaar, grotendeels is ter afscheiding een singel/houtwal aanwezig.
- 16 -
Voor dit gebied is het waardevol deze oude kavelstructuren/houtwallen ook bij de nieuwe ontwikkeling zichtbaar te laten zijn. Op de plek van GHHC worden daarom enkele houtwallen hersteld (oa. op de plek van het huidige clubgebouw), hiermee wordt de glas-in-loodstructuur gecompleteerd. Deze hebben voldoende breedte (tenminste 10 meter). Overigens mogen er in de houtwallen op enkele plekken wel openingen voorkomen om samenhang tussen de verschillende (te bebouwen) compartimenten te laten bestaan. Verder van belang is om nabij de noordwesthoek de groene overgang naar Hortus-gebied te versterken. 5. Overig - tankstation: zal niet kunnen blijven bestaan bij bebouwing hockeyveldengebied oa. vanwege LPG-gebruik nabij woonwijk. 6. Opmerkingen vanuit bewoners Hier geen wezenlijke toevoegingen vanuit bewoners. De wens om afsluiting van de zichtlijn over het puttenveld (west-oost) is niet overgenomen.
- 17 -
3.3. Deelgebied 3: Sportvelden v.v. Gorecht/Blauwe ruiters
1. Korte typering Dit sportveldengebied ligt nog iets lager in de hoog-laag-gradiënt dan het zojuist besproken deelgebied 2. Het gebied, waaraan we de naam ‘Zorgvrij’ meegeven (zie naamgeving op oude kaart), heeft nog steeds de kenmerken van het oude cultuurhistorische landschap. Dankzij de historische bossingels en houtwallen is het deelgebied erg besloten. De sportvelden zijn steeds binnen de ‘kamertjes’ aangelegd. Er zijn weinig zichtlijnen. Bij het doorkruisen wandel je van kamertje naar kamertje. Van de ene besloten open plek naar de volgende. Doordat de meeste oude beplantingen zijn behouden, zijn ook de bodems hier ongeroerd en hebben de potentie voor herstel van interessante plantengroei. 2. Blauw: watersysteem Het deelgebied wordt ontwaterd door vrij diepe sloten en greppels. Deze staan meestal droog en voeren het water snel af, uiteindelijk onder de spoorlijn door naar het oosten. De sportvelden zijn gedraineerd. In de ondergrond bevindt zich plaatselijk keileem. In natte perioden stijgt de grondwaterspiegel boven de keileem en draineren de sloten ijzerrijk grondwater (roodbruine kleur). Er zijn mogelijkheden om regenwater (vanaf verhard oppervlak) op te vangen en de afvoer te vertragen. In de figuur is het slootoppervlak plaatselijk vergroot, er is extra water getekend ter plaatse van een oude weg en er zijn enige geleidelijke oevers aangegeven. Ook de sloot langs het spoor kan een meer ecologische functie krijgen. Bekeken kan worden of het afvoeren kan worden vertraagd door bodemdrempels van keileem aan te leggen. Er zijn goede mogelijkheden zogenaamde wadi’s, ondiepe laagten zonder afvoer, aan te leggen. Dit zijn plekken waar regenwater in de zandondergrond kan infiltreren. Deze zijn overigens niet concreet ingetekend. 3. Groen: houtwalstructuren De in het LOP en plan DHE als “lood” aangeduide wallen zijn erg waardevol en moeten alle worden behouden. Deze oude kavelstructuren/houtwallen zijn in de figuur hier en daar aangevuld met ontbrekende delen. Hiermee wordt de glas-in-lood structuur gecompleteerd. Overigens kunnen er in de houtwallen op enkele plekken wel openingen voorkomen om samenhang tussen de verschillende (te bebouwen compartimenten) te laten bestaan. De meeste houtwallen zijn erg smal en zullen bij nieuwe ontwikkelingen door invloeden van buitenaf op termijn verloren gaan of in elk geval hun waarde verliezen. Daarom zijn in de figuur, de structuurtekening, de beplantingen, singels en wallen verbreed met laag struweel. Voor toelichting zie Deelgebied 8. Hiermee ontstaat veel variatie aan bosranden met de bijbehorende soortenrijkdom aan vlinders en vogels.
- 18 -
Puntsgewijs: - De houtwallen vormen een doorlopende groene structuur die is aangesloten op de grote ecologische verbinding langs het spoor. Onderverdeling in 1e, 2e en 3e orde. - Belangrijk is de ecologische verbinding langs het spoor te versterken met water, oevers en schrale graslanden. Deze zijn hier ook ingetekend. Hiermee ontstaat een goede verbinding voor vogels, vlinders, dassen, vleermuizen, etc. - Er is een groene verbinding van de 1e orde getekend naar het westen richting Hortusterrein 4. Ontsluiting, recreatie en beleving In de figuur zijn in rood 2 logische hoofdontsluitingen aangegeven. Een ontsluitingspunt op de hoek Oosterweg/Grootslaan voor autoverkeer, en een tweede naar de Rummerinkhof enkel voor wandel/fietsverkeer. Dit om zoveel mogelijk vermenging van autoverkeer en fietsende schooljeugd tegen te gaan. Aan de noordzijde is er een wandelmogelijkheid door het gebied richting midden-oostzijde. Van belang is de beleving van het kleinschalige gebied van binnenuit te versterken door de variatie en kwaliteit van de wallen en singels te vergroten. Er wordt aangesloten op de omliggende wandel- en fietsroutes. Verder van belang is behoud van open ruimte ten zuiden van gebouw Waterbedrijf om het gebouw in de ruimte te kunnen houden die het zijn aantrekkelijkheid geeft. Tevens is dit een natuurlijke recreatie- en speelruimte voor bewoners en kinderen. 5. Overig -
-
voormalige Emdaborg wordt qua structuur zichtbaar gemaakt langs het gehele spoor behoud van stroken waterwinning (inclusief begroeiing rond gebouw waterbedrijf) langs het spoor als geluidsbuffer tegen treinverkeer, veiligheidsstrook en stedelijke ecologische verbindingszone langs het gehele spoor/waterwingebied behoud van de begroeiing met een wandelroute vanaf Rummerinkhof tot aan gebouw Waterbedrijf en doorsteek naar Grootslaan. ten westen van de wandel/natuurstrook langs het spoor ontwikkelen van waterpartijen (vergroten bergend vermogen). Toenemend in oppervlak in gebied ten noorden van Grootslaan. Ten westen hiervan kan water aansluiten op particuliere tuinen. haaks op de groenzones langs het spoor door het gehele gebied west-oost lopende kleinschalige waterelementen uitmondend in de waterpartijen langs het spoor. behoud van de houtwallen langs Rummerinkhof, achter de parkeerplaats bij de scholen, achter Zernikecollege. En ten noorden van het sportveld achter Zernike. behoud van het sportveld achter het Zernike college en de PPS-school. In deze tijden van aandacht voor bewegingstekorten is het ondenkbaar dat daar waar steden hun sportvelden bij scholen behouden een rijk dorp als Haren sportvelden opoffert. Tevens wordt hierbij een belangrijk deel van het archeologisch monument ontzien. aansluitend op bestaande bebouwing langs Oosterweg lage, langgerekte particuliere tuinen die overgaan in laagbouw. vanwege een drietal scholen aan de Rummerinkhof en druk verkeer van fietsende schoolgaande kinderen en forensen op Oosterweg geen nieuwe ontsluitingen ten behoeve van autoverkeer. Wel ontwikkelen van een nieuwe parallelle fietsroute langs de Oosterweg. Behoud van de parkeerplaats achter de scholen.
6. Opmerkingen bewoners - van belang is bij aanleg van huizen op dit terrein niet diep te draineren en in geval van bebouwing zorgvuldig naar effecten op bestaande bebouwing te kijken - bewoners onderstrepen opmerking verkeerssituatie onder laatste streepje paragraaf 5.
- 19 -
- 20 -
Beeld omgeving Grootslaan (deelgebied 5)
- 21 -
3.4. Deelgebied 4: Dilgtweg – Kerklaan
1. Korte typering Dit relatief kleine deelgebied tussen Dilgtweg en Kloosterlaantje, westelijk grenzend aan de Kerklaan kent waardevolle houtwallen en fraaie doorkijkjes. In landschapsecologische zin ligt het gebied pal tegen het hoogste punt van de Hondsrug aan, en loopt in oostelijke richting langzaam af richting Hunzedal. In de ondergrond bevindt zich plaatselijk keileem. Het wordt momenteel begraasd door Schotse hooglanders en is één van de plekken in het Tussengebied die wandelaars en fietsende forenzen tussen Haren en Groningen het sterkst beleven vanwege de houtwallen en doorzichten. Aan de noordzijde ligt het Kloosterlaantje (volksmond), met eveneens oude, goed ontwikkelde houtwalstructuren. 2. Blauw: watersysteem Het gebied watert af met enkele west-oost lopende greppels op de oostelijke bermsloot langs de Kerklaan. Vanwege de keileem in de ondergrond stroomt regenwater ondiep over de keileem af in oostelijk richting. In natte perioden bolt de grondwaterstand op en is sprake van kwel aan maaiveld. Dit is onder meer zichtbaar nabij het Kloosterlaantje in de vorm van grote oranje-bruine roestplekken. Overigens stroomt het water na regenbuien heel snel af, na verdieping van de ontwateringssloot langs de Kerklaan midden jaren tachtig van de vorige eeuw. Doel is handhaving van bestaande waterstructuren (sloten en greppels) en het aanbrengen van enkele verbredingen bij de uitstroompunten (poelen) om water wat langer in het gebied te kunnen vasthouden. Deze laagten vullen zich na forsere regenbuien, en lopen bij een bepaald peil over in de ontwateringssloot (vgl. situatie Hemmenkamp). 3. Recreatie en beleving Het gebied is met de wandelroute via het Kloosterlaantje reeds goed ontsloten. Aanvullende wandel- of fietsmogelijkheden door het gebied heen zijn niet nodig. De beleving vanaf de Kerklaan kan wel worden versterkt. In de huidige situatie is het Verkeersoefenterrein een storende factor, nu aan het zicht onttrokken door een Elzenhaag. Verwijdering van de Elzenhaag is wenselijk om het gebied een grotere maat (terug) te geven en de beleving van het gebied te vergroten (groter zichtbereik). Dit kan pas dan als het Verkeersoefenterrein ontmanteld wordt maar is een grote wens vanuit de bevolking zoals bleek op de inspraakavond. In geval van bebouwing in de toekomst is het van belang in ieder geval een open strook (ca. 150 meter) langs de Kerklaan open te houden om de beleving van het gebied zo goed mogelijk te behouden (zie groene arcering). Eventuele nieuwe bebouwing wordt zoveel mogelijk aan het zicht onttrokken door landschappelijke inpassing (noord-zuid houtwal).
- 22 -
4. Groen: houtwalstructuren Credo is hier behoud van bestaande, soms zeer waardevolle houtwallen en houtsingels, en lokaal versterking/herstel. Er wordt aansluiting gezocht met het deelgebied kop Hondsrug (spouw) door een geleidelijke overgang van de houtwal noord van het Kloosterlaantje met het open groengebied. 5. Opmerkingen bewoners Van belang is na te denken over het beheer van de voormalige graslanden die nu zich tot jong bos ontwikkelen.
Eén van de open ruimtes nabij het Kloosterlaantje
- 23 -
3.5. Deelgebied 5: Omgeving Grootslaan
1. Korte typering Dit is het landbouwgebied tussen de Grootslaan, Oosterweg en de spoorlijn. Het is een zeer open landbouw gebied met aan de noordzijde het veefokbedrijf van de familie Hoving. Langs de Oosterweg staan hoofdzakelijk essen en elzen. Langs de Grootslaan staan aan weerszijden knotwilgen. Aan de Oosterweg staan voor de boerderijen lindebomen en op de erfscheidingen staan eikenbomen. Langs de spoorlijn en de Grootslaan bevinden zich waterwinputten, ten behoeve van de drinkwatervoorziening. Vanaf de Oosterweg kenmerkt het gebied zich door zichtlijnen naar Essen, Groningen, Waterhuizen en Engelbert. Het gebied omvat zeer goede landbouwgrond, wat het bestaande melkveebedrijf versterkt. De landbouw kan zich niet alleen duurzaam ontwikkelen in het lager gelegen poldergebied. Mede vanwege de visie op landbouw, zoals deze staat omschreven in het DHE, moet dit gebied dan ook zo laat mogelijk worden ontwikkeld. Het is belangrijk dat de karakteristieke zichtlijnen in oost-west richting blijven bestaan om zo de openheid te waarborgen. 2. Blauw: watersysteem Het gebied bevat een viertal sloten in oost-west richting ten behoeve van de waterafvoer naar het open poldergebied. Omdat dit gebied vanaf de Hondsrug niet met water wordt gevoed wordt de aanvoer geregeld door het waterwinbedrijf. Opvang van water is goed mogelijk in het lagere zuidoostelijke deel. Het water afkomstig van het AZC-terrein zou ook via dit gebied kunnen worden afgevoerd, mits de waterkwaliteit goed is. 3. Groenstructuur en recreatie Om de groene dwarsverbindingen te continueren is het wenselijk dat er een open houtwallen structuur wordt gecreëerd. Fauna passages worden op deze manier gewaarborgd. De houtwal in het verlengde van de Bolhuissteeg dient robuuster te zijn. Langs deze houtwal kan een wandelpad worden aangelegd, die via de waterwinstroken in noordelijke en zuidelijke richting voert. 4. Opmerkingen bewoners Voor dit gebied zijn geen wezenlijke aanvullingen gegeven.
- 24 -
- 25 -
3.6. Deelgebied 6: Essen en omgeving
1. Korte typering Essen ‘dobbert’ in zijn omgeving en dat moet zo blijven, zei vrijwel iedereen die betrokken was bij de opstelling van het LOP en het plan DHE. Kenmerkend voor het gebied is het kunnen zien van het gehucht Essen van alle kanten over open, groene weilanden. Het gehucht is al heel oud (stichting Cisterciënzer vrouwenklooster in 1215) en ligt dicht tegen de vroegere loop van de Hunze aan. De bodems rondom Essen zijn venig, met soms een kleiige bovenlaag (klei-op-veen). 2. Blauw: watersysteem Het gebied rondom Essen watert af via enkele watergangen onder het spoor door in oostelijke richtnig (Esserpolder). Voor een deel gaat het om stedelijk water vanuit Klein Martijn. Het peilbeheer in het gebied is afgestemd op landbouwkundig grondgebruik. Aan de westzijde loopt het gebied langzaam op richting Hondsrug. Hier bevindt zich een gradiënt en is sprake van (ondiepe) afstroming van grondwater. In de sloten is dit te zien in het voorkomen van plantensoorten die duiden op kwel, zoals bv. Holpijp. De invloed van kwelwater aan maaiveld is nihil. Wenselijk is om ten zuiden van Essen de waterstanden in de laagste graslandgedeelten te verhogen om daarmee de aantrekkelijkheid voor de Grutto’s en andere weidevogels te vergroten. De stand van de Grutto’s gaat ook hier achteruit, vooral in de laatste vijf jaar. Verder is het op sommige plekken toestaan van bredere kruidenrijke randen langs watergang een toevoeging voor de kwaliteit van het gebied. 3. Groenstructuur Het gebied rond Essen is open en blijft open. Versterking van lijnvormige beplanting is alleen wenselijk op de overgang Klein-Martijn - Essen. Storend element hier is de ‘harde’ overgang tussen Klein Martijn en het open weidegebied. Hoewel zicht op het gebied voor de bewoners van Klein Martijn meerwaarde heeft, is het daarnaast gewenst de lelijke bebouwingsrand vanuit het open gebied bezien landschappelijk in te passen. Dit kan door de bomen van de rand te laten uitgroeien en waar nodig de rand verder te verdichten, en struweel onder de bomen te laten ontstaan. Wel is het gewenst op enkele plekken dit achterwege te laten zodat ook vanuit Klein Martijn er zicht op het gebied blijft (zie schets). Verder kan de randzone veel interessanter en beleefbaarder wroden gemaakt door meer ruimte voor begroeiing (bv. struweel, lokaal ruigere terreingedeelten en poelen) toe te staan.
- 26 -
4. Recreatie en beleving Essen is tevens bekend van het wandelrondje op de zondagmiddag. Toch zijn er wensen om de wandelmogelijkheden uit te breiden met een routegedeelte tussen Essen en velden van v.v. Coendersborg/Klein Martijn aan de Kooiweg. Wandelmogelijkheden door de weilanden is gezien de waarde voor weidevogels een minder goede optie. 5. Opmerkingen bewoners Voor het gebied is van belang ook naar onderhoud en beheer te kijken. Bijvoorbeeld de ruigte nabij Klein Martijn ziet er rommelig uit, en is ook niet bevorderlijk voor het voorkomen van weidevogels.
- 27 -
3.7. Deelgebied 7: Kop Hondsrug, voorheen ‘de spouw’
1. Korte typering Het gebied is bij een ieder bekend maar functioneert niet zoals het zou moeten. De verbindingsfunctie over de Hondsrug is verloren gegaan. De wens hier is dat: - het gebied een zo sterk mogelijke ecologische functie krijgt ondanks ligging nabij bebouwing en aanwezigheid sportvelden. - een verbinding te realiseren voor de lopende fauna, w.o. reeën - op termijn het gebied een ecologische functie en ontwikkelingsrichting: natuur 2. Blauw : herstel watersysteem en natuurwaarden Dit gebied heeft mogeiljkheden verder te gaan dan alleen herstel van de groenstructuur. Hier kunnen natuurwaarden van natte graslanden worden hersteld, vooral nabij het hellend oostelijk grasland. Hier liggen mogelijkheden lokaal te ontgraven tot een natuurlijke hellingmorfologie van slenken en ruggen. Voedselrijke grond kan worden afgevoerd of verwerkt op de top van Hondsrug. Schraal dekzand en keileem dat hier lokaal aan de oppervlakte komt en waarschijnlijk kalkhoudend is geeft bijzondere potenties voor flora en fauna. De oppervlaktewaterafvoer vindt plaats via stagnerende laagtes. De openheid van het gebied blijft in grote mate behouden. Aan oostrand wordt afstromend water opgevangen en samen met het water dat vanuit gebied Kloosterlaantje, dat nu onder de Kerklaan door afgevoerd wordt, vertraagd afgevoerd. Het onderste deel van de gradiënt zal daarmee beduidend natter worden en een nat grasland/moerasfunctie krijgen. De vegetatie van het open gebied vindt plaats door begrazing (zoals nu ook al gebeurt). Het leidt tot een vegetatiestructuur van open grasland met kleine, verspreid staande bosjes en struwelen, die deels ook spontaan ontstaan. Beheer: middels zeer extensieve runder- en pony-begrazing. 3. Groen: houtwal- en beplantingsstructuren Grens zuidzijde: de doorlopende groenstructuur sluit het gebied hier visueel af. De koppeling met gebied Kloosterlaantje kan versterkt worden door op plaatsen waar gaten in de houtwal vallen noord-zuidverbinding te stimuleren, of deze ook actief aan te brengen. Ook van belang is de overgang van het gebied Dilgtweg-Kerklaan naar dit gebied meer geleidelijk te maken. Daarmee ontstaat een doorgaande ecologische zone tot aan de Dilgtweg. Verdere aandachtspunten: -
nagaan hoe naast sportvelden toch smalle zone als corridor kan fungeren aanleg faunapassages onder/over Rijksstraatweg en Kerklaan (o.a. voor ree, kleine zoogdieren)
4. Ontsluiting, recreatie en beleving Laarzenpad doet alle ecotopen aan. Over de gradiënt, over de ruggen en door de slenken. Toegang via twee robuust-inlands-hardhouten droge-voeten-vlonders. Verder geen voorzieningen. 5. Opmerkingen bewoners Ook hier is het belangrijk na te denken over het beheer van het gebied. Daarnaast kan de houtwal tussen sportvelden Esserberg en het open gebied meer gevarieerd: open aan de noordzijde en met een oplopende struiklaag naar de boomlaag aan de zuidzijde (mantelbegroeiing).
- 28 -
Zicht op de Esser-begraafplaats
- 29 -
3.8. Deelgebied 8: Hondsrug-Westflankgebied
1. Korte typering Dit gebied is het laatst overgebleven deelgebied waar je de hoge zand- en leemrug die we Hondsrug noemen kunt beleven. Vanuit de verdichte Hondsrug wordt het landschap de gradiënt af steeds opener. Er zijn lange zichtlijnen, je kijkt van diverse plekken op de Hondsrug (Rijkstraatweg) tot in de verte. Er is diepte en ontzag. Er zijn ook korte zichtlijnen. Je kijkt naar of op een element, iets moois. Bijvoorbeeld een bosrand of een poel. In de huidige situatie kent het gebied een agrarisch gebruik, deels nog bedrijfsmatig (oa. boer van Hemmen). De onderstaande beschrijving en uitwerking van een mogelijke groen- en blauwstructuur is daarom van toepassing in geval verandering binnen of beëindiging van deze functie ruimte geeft om de inrichting aan te passen. 2. Blauw: watersysteem Het deelgebied kent twee gescheiden watersystemen. - de Helpermaar, deze heeft onder andere als functie het doorspoelen Groninger vijvers vanuit het Noordwillemskanaal (pomp). De Helpermaar kan veel beter in het landschap worden ingepast, maar kan geen onderdeel worden van een integraal watersysteem met gebiedseigen water. - het tweede systeem is dat van het vele oppervlakkig afstromende water. Er is ook inzijging in de bodem en ook kwel lager op de flank. Deze treedt lokaal uit in sloten op de helling en ook onderaan de Hondsrug. Het gebiedseigen watersysteem is dat van een Hondsrughelling met over de oppervlakte en -na infiltratie- over de in de bodem aanwezige keileem aflopend water. Dit water verzamelt zich van nature in de laagten die van oorsrong over de gehele gradiënt in de helling aanwezig zijn en komt op diverse plekken spontaan aan de oppervlakte als lokale kwel. Het regenwater stroomt nu snel van de Hondsrug af via soms vrij diepe sloten: water kan langer worden vastgehouden door op aantal plekken laagtes aan te leggen en overlopende stuwtjes of dammen. In principe is het gewenst het water zo hoog mogelijk op de Hondsrug vasthouden om zo de afstroming te vertragen. Dit kan door het aanleggen van poelen en natte laagten met verschillende diepten die in natte perioden vollopen. De Helpermaar ligt nu, door het antropogene watersysteem, min of meer geïsoleerd in het landschap. Het heeft een functie voor de stad Groningen als wateraanvoer voor de vijvers en de doorspoeling. De natuurlijke afwatering vanaf de Hondsrug is hierop hoogstens deels herstellen. De Helpermaar kan wel meer onderdeel zijn van het gebied door spontane oevervorming en poeltjes. Plaatselijk aanleggen van geleidelijke en deels verlandende oevers. Hier kunnen zich ontwikkelen: - vochtig hooiland met orchideeën
- 30 -
-
rietvegetaties (spontaan) bos
De oostoever van de Helpermaar kan als natuurvriendelijke oever ingericht worden en zo bijdragen aan waterretentie. De lage delen westelijk van de Helpermaar zijn eveneens geschikt om te vernatten en water vast te houden. Door delen ‘s winters onder water te laten staan tot het vroege voorjaar en tijdens de trek van de grutto’s te laten droogvallen, zullen de omstandigheden voor de weidevogels verder verbeteren. 3. Wandelpad/laarzenpad Op korte termijn kunnen twee kleinere wandelroutes bij Groningen-Zuid en de Potgieterlaan de beleving van dit gebied versterken. Deze mogen geen negatieve effecten op bv. weidevogels hebben of tot voor agrariërs vervelende situaties leiden (loslopende honden). Nabij Groningen-zuid kan dit concreet door langs slechts 150m aan de westzijde van de Helpermaar of een meer westelijk gelegen dijkje, ruimte te maken voor een laarzenpad en vervolgens aan te sluiten op een bestaande insteekweg richting Rijksstraatweg. Gekozen kan worden dit voor honden te verbieden dan wel deze verplicht aangelijnd te hebben. De beleving van het Tussengebied voor bewoners van Groningen-zuid wordt er sterk mee vergroot. Hetzelfde geldt voor de Harener kant: ook hier kan door een laarzenpad langs een houtwal tussen de insteekweg naar Warmolts en de Potgieterlaan van slechts 100 m een rondje worden gecreëerd dat de beleving van het tussengebied sterk doet toenemen. Op langere termijn kan van Haren naar Groningen een laarzenpad worden aangelegd buiten de weidevogelgebieden langs. Deze kan de verschillende natuurlijke elementen aandoen. Gedacht kan worden aan klein honden-losterrein aan begin van route, aanbrengen van klaphekjes bij begin alsmede bruggetjes over bredere watergangen. Verder: - aantal (nieuwe) damhekken om honden/mensen tegen te houden - pad-kort te maaien 5x per jaar - pad op cunet iets verhogen met uitkomend schraal zand 4. Houtwallen: oude structuur versterken Houtwallen lokaal versterken met historische kaart als basis. Niet overal gehele wallen aanbrengen, maar ook solitaire bomen langs perceelsranden. Doel is zichtlijnen vanaf de Hondsrug te versterken, dus ook op enkele plekken bosjes-wallen doorbreken. In principe de boom-struweelstructuur van hoog naar laag over de gradiënt. Soortenkeuze aanpassen aan gradiënt, niet tot in laagste delen doorzetten. Eik-es-els + bijbehorende struiken Bij alle entrees een grote oude boom op de Hondsrug-Rijksstraatweg: eiken. 5. Dilgter es Hier kijken naar mogelijkheden de Dilgter es weer zichtbaar te maken 6. Warmolts en Hof te Hemmen Landschappelijk versterken via laanstructuren en accentueren omliggende waterloop/vroegere gracht. Geen beschoeiingen! Van belang deze elementen mee te nemen bij de ombouw van Warmolts tot kantorenpand Hanzevast.
- 31 -
3.9. Deelgebied 9: De Esserpolder
1. Korte typering Het gebied omvat een open polderlandschap ingeklemd tussen drie spoorlijnen. Het is een overgangsgebied tussen de Hondsrug en de Hunze. Aan de westzijde vinden we dan ook de hoger gelegen leemhoudende zandgronden, die veelal voor akkerbouwteelten worden gebruikt. De overige veengronden, al dan niet met een kleidek zijn allemaal graslanden. In het gebied bevinden zich cultuurhistorische waterlopen en dijken. Zowel aan de noordkant als aan de zuidkant bevinden zich op de zandgronden nog enkele houtwallen, meest elzen, maar ook wilg. Verder is er een pingo, een oude vuilstort ( in 1992 gesloten) en een gasmeet- en regelstation. In het kader van een bedrijfsnatuurplan zijn er vijf jaar geleden nog twee kikkerpoelen aangelegd. In het zuidoostelijke deel van het gebied zijn ten behoeve van het weidevogelbeheer beheersovereenkomsten afgesloten. De beweiding is daar zeer extensief, pitrus komt hier dan ook veelvuldig voor. 2. Groenstructuur Uitbreiding van de houtwallen/struweelstructuur is op de zandgrond beperkt mogelijk, maar om voldoende openheid in dit gebied te houden dienen deze niet te dicht te worden. 3. Blauw: watersysteem Het water van de Hondsrug wordt middels onderdoorgangen via dit poldergebied naar het Winschoterdiep afgevoerd. Ook de riooloverstort voert zijn equivalent via dit gebied naar het Winschoterdiep af. Op de grens van de zandgrond en het veen komt kwelwater in de sloten voor. Kwelminnende planten, zoals holpijp, zijn hier dan ook te vinden. Het waterpeil in dit gebied is het landbouwpeil. Enkele stuwen zorgen ervoor dat de hoger gelegen delen niet geheel droog komen te staan. Wanneer er een tekort aan water is, wordt er water vanuit de Hunze, via de Noordhof’s polder in de Oosterpolder binnengelaten. Verdergaand vasthouden van water is in dit natte poldergebied mogelijk in de lager gelegen delen. De meest oostelijk gelegen watergang kan worden voorzien van een stuw, zodat de laag gelegen gronden langs de spoorbaan Groningen/Winschoten behoorlijk vernatten. 4. Recreatie en beleving Een wandelroute in dit poldergebied is mogelijk, zonder de weidevogels te verstoren. Het zou opgenomen kunnen worden in het plan van toedeling van de herinrichting Haren. Vanuit landbouwkundig oogpunt moet een wandelroute geen.bedrijven doorkruisen.
- 32 -
Esserpolder in de verte
- 33 -
3.10. Deelgebied 10: omgeving huidig Biologisch Centrum 1. Korte typering Deelgebied 10 betreft het gebied van het huidige Biologisch Centrum, de Hortus en Beatrixoord. Dit gebied ligt op het hoogste punt van de Hondsrug, en wordt begrensd door de Rijksstraatweg aan de westzijde en de Kerklaan aan de oostzijde. Op oude kaarten is ter hoogte van het Biologisch Centrum een renbaan gesitueerd. De gebouwen dateren van de jaren zestig van de vorige eeuw en bepalen het gebied sterk. Rondom het Biologisch Centrum bevindt zich een in breedte variërende groenstrook die de afscheiding met omgevende huizen langs de Botanicuslaan, Molenweg en Kerklaan vormt. Tussen de vleugels van het Biologisch Centrum zijn kleinere groenstructuren aanwezig. Aan de noordzijde grenst het gebied aan de Laarman-tuin, het oudste onderdeel van de Hortus Haren. De Hortus wordt gekenmerkt door een grote verscheidenheid aan terreintypen, met onder meer de Laarman-tuin en al zjin verscheidenheid aan bos en moerasbiotopen, een voedselarm ven, een rotstuin, een stukje elzenbroekbos en verschillende vijverpartijen. Beatrixoord tenslotte kenmerkt zich door enkele doorgaande houtwallen en grotere open grasvelden en vijvers rondom de bebouwing. 2. Groenstructuur In het gebied onderscheiden we twee deelgebieden waar bebouwing in principe mogelijk is: het huidige Biologisch Centrum-gebied (inclusief Chinese tuin) en de omgeving Beatrixoord. Het overige gebied moet in onze visie groengebied blijven met de huidige samenhang van groenstructuren. Voor het BC-gebied zijn op grond van historische kaarten geen duidelijke groenstructuren aan te geven die hersteld zouden moeten worden. Wel is het belangrijk de groene buitenring te behouden en waar nodig te versterken. Ook zal de overgang naar de Laarmantuin te allen tijde een geleidelijke moeten zijn. Bebouwing van het BC-terrein mag in geen geval negatief effect op de Hortus hebben, ook niet in waterhuishoudkundig opzicht. Ten aanzien van het gebied Beatrixoord is het gewenst op enkele plekken de groenstructuur weer compleet te maken (bv. doortrekken houtsingel aan op grens HortusBeatrixoord). 3. Blauw: watersysteem Op dit punt zijn voor het BC-gebied geen aanvullende wensen benoemd, anders dan de algemene opmerkingen in hoofdstuk 2. Ten aanzien van Beatrixoord is het van belang de vijverpartijen in hun huidige samenhang te behouden. 4. Ontsluiting Voor het BC-gebied kan ontsluiting zowel vanaf de Kerklaan als de Rijksstraatweg, zoals nu ook het geval is.
- 34 -
- 35 -
3.11 Legenda Groen-Blauwstructuur bij kaarten deelgebieden
Blauw: water Paars: drassige oevers – geleidelijk op- en aflopend Wat steilere kantjes van ophogingen Stuwtjes en dammen beide overstroombaar Nog niet aangegeven Hekwerken – hout – landelijke uitstraling Toegangshekken Houtwal: struweel (lichter groen) met hogere bomen (donkergroen) Wandelpad Rode lijnen: lokatie ontsluiting Lichtgeel: grasland-hooiland Zichtlijnen kort en lang
- 36 -
Zicht vanuit Essen
- 37 -
4. Groen-Blauwstructuur op gebiedsniveau De samenvoeging van de deelgebieden leidt tot een totale groen-blauw-structuur voor Haren-Noord (zie kaart). Hierop zijn de belangrijkste verbindingen aangegeven. Basisgedachte hierbij is: behoud en versterking van de verbindingen, behoud en ontwikkeling van een definitieve robuuste groen-blauwe structuur, die ook op de lange termijn voldoet. Hoofdstructuren:
1. oost-west over de Hondsrug 2. langs het spoor, tweezijdig 3. buitenom via de EHS
Harense structuren:
1. eerste orde, de primaire structuren, groen en blauw. Volledig doortrekbaar, doorlopend en robuust, aangesloten op de Hoofdstructuren. 2. tweede orde, de secundaire structuren, groen en blauw. Aaneengesloten en aangesloten op de primaire structuren 3. derde orde, de tertiaire structuren, groen of blauw. Losliggend, maar belangrijk om te behouden.
De rode lijn is de bebouwingslijn, de overgang tussen bebouwd en landelijk gebied.
- 38 -
- 39 -
Op de lange termijn zou over de totale Hondsrug, vanaf het lage westelijke deel, in principe de gradiënt op naar de Rijksstraatweg en verder de gradiënt af naar het oosten, een ‘Hondsrug-park’ kunnen ontstaan. Met een beeld van landschappelijk-cultuurhistorisch op de westflank naar bijna-natuurlijk op de kop van de Hondsrug en meer oostelijk de gradiënt af, naar de weer cultuurhistorisch beheerde oostelijke laagte van de Hunze. Van oud open landschap met houtwallen, vernatte laagten en gegraven laagten met hier en daar een nostalgische boerderij, naar de bijnanatuurlijke schrale kop met oostelijke helling met ontgraven slenken en ruggen, met vervenende laagten en kwel. De oeroude zichtrelatie west-oost wordt zo hersteld, evenals de mogelijkheid voor de fauna vrij te trekken in deze richting.
- 40 -
5. Bronnen Arcadis, Groene Coalitie & Comité Regio Groningen-Haren, 2003. Actualisatie visie Tussengebied. In opdracht van Comité Regio Groningen-Haren. Bureau Slabbers e.a., 2004. Landschapsontwikkelingsplan Haren. In opdracht van gemeenten Haren. Bureau Slabbers e.a., 2005. Plan Dilgt, Hemmen en Essen. In opdracht van gemeenten Haren. Comité Regio Groningen-Haren, maart 2007. Projectideeën Tussengebied. Gemeente Groningen, 2005. Waterstructuurvisie en waterplan Groningen. Grontmij, 2006. Waterplan Haren. In opdracht van gemeente Haren. Waterschap Hunze & Aa’s, 2000. Kaarten waterhuishouding district zuid-west. Veendam. En verder: - verschillende historische kaarten, bodemkaarten, geomorfologische kaart
- 41 -