Provincie Vlaams-Brabant Arrondissement Halle-Vilvoorde Gemeente Herne
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Herne Ontwerp Richtinggevend gedeelte oktober 2008
(studiebureau VDS) Bruulstraat 35 9450 Haaltert Tel. 053/83.04.80 Fax. 053/83.59.54 dossiernr.: 02-61
2
Inhoudsopgave 1
Inleiding.................................................................................................................................................3
2
Visievorming ..........................................................................................................................................4 2.1 Algemene uitgangspunten ............................................................................................................4 2.2 Visie: Herne, het groene kwadrant..................................................................................................5 2.3 Beleidsdoelstellingen......................................................................................................................5 2.4 Ruimtelijke principes.......................................................................................................................7
3
Gewenste ruimtelijke structuur Herne (meso-schaal) ............................................................................10 3.1 Gewenste open ruimtestructuur ...................................................................................................11 3.1.1 Ontwikkelingsopties ...............................................................................................................12 3.1.2 Ruimtelijke beleidselementen ..............................................................................................12 3.2 Gewenste nederzettingsstructuur..................................................................................................18 3.2.1 Ontwikkelingsopties ...............................................................................................................18 3.2.2 Ruimtelijke beleidselementen ...............................................................................................18 3.2.3 Uitwerking gewenste nederzettingsstructuur ..........................................................................24 3.3 Gewenste economische structuur ...............................................................................................26 3.3.1 Ontwikkelingsopties ...............................................................................................................26 3.3.2 Ruimtelijke beleidselementen ...............................................................................................26 3.3.3 Uitwerking gewenste economische structuur ........................................................................30 3.4 Gewenste verkeer- en vervoerstructuur ........................................................................................31 3.4.1 Ontwikkelingsopties ...............................................................................................................31 3.4.2 Ruimtelijke beleidselementen ...............................................................................................31 3.5 Gewenste perspectieven voor andere functies............................................................................35 3.5.1 Recreatie en toerisme ..........................................................................................................35 3.5.2 Gemeenschapsvoorzieningen .............................................................................................37
4
Gewenste ruimtelijke structuur deelruimtes ..........................................................................................39 4.1 Gewenste structuur Herne-centrum..............................................................................................39 4.2 Gewenste structuur straatlint uit Edingen ......................................................................................42 4.3 Gewenste structuur Sint-Pieters-Kapelle ........................................................................................42 4.4 Gewenste structuur Herfelingen....................................................................................................42 4.5 Gewenste structuur Kokejane .......................................................................................................43
5
Visie op het waterbeleid, watertoets ....................................................................................................44
Studiebureau VDS
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Herne
3
1 Inleiding In voorliggend deelrapport, het richtinggevend gedeelte van het ruimtelijk structuurplan Herne, wordt een visie vastgelegd op de gewenste ruimtelijke ontwikkeling van de gemeente. De gewenste ruimtelijke structuur voor Herne steunt op een visie die uitgaat van een duurzame ruimtelijke ontwikkeling. Ze wordt onderbouwd door de analyse van de bestaande ruimtelijke structuur, trends, ruimtelijke problemen en potenties, aangegeven in het informatief gedeelte. De opzet van het richtinggevend gedeelte is om, waar mogelijk, de bestaande ruimtelijke potenties te maximaliseren en de knelpunten op te lossen.
Studiebureau VDS
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Herne
4
2 Visievorming 2.1 Algemene uitgangspunten Er worden drie belangrijke uitgangspunten gehanteerd: Zuinig omspringen met de ruimte Natuur en open ruimte worden in Vlaanderen een schaars goed, desondanks neemt de vraag naar meer ruimte voor woningen, bedrijven e.d. verder toe. Dit betekent dat er keuzes zullen moeten worden gemaakt. Verdichting, inbreiding en bundeling van menselijke activiteiten zijn derhalve basisvoorwaarden voor een goed ruimtelijk beleid, uiteraard binnen de draagkracht van iedere plek. Draagkracht van de ruimte, een geïntegreerde benadering Het is duidelijk dat verdichting, bundeling van activiteiten, … niet tot in het oneindige kunnen worden doorgedreven. Met draagkracht wordt verwezen naar het vermogen van de ruimte om nu en in de toekomst menselijke activiteiten binnen deze ruimte toe te laten zonder dat deze activiteiten onderling in conflict komen en zonder dat ze de natuurlijke en ecologische werking van het gebied in het gedrang brengen. Draagkracht is afhankelijk van gebied tot gebied en van activiteit tot activiteit. Hoewel niet zo eenvoudig te definiëren zal de draagkracht van een ruimte moeten functioneren als toetsingssteen bij het nemen van beslissingen. Kwaliteit en verschijningsvorm van de ruimte De ruimte is voor de mens geen neutraal gegeven. Aan de ruimte wordt een waarde toegekend. Deze waardering is maatschappelijk bepaald en variabel in tijd en ruimte. Hoewel moeilijk inpasbaar (wie oordeelt of iets waardevol is?), is het streven naar een kwaliteit van de ruimte een belangrijk item in het nemen van ruimtelijke beslissingen. Naast deze uitgangspunten dient eveneens rekening gehouden te worden met de taakstellingen en beleidsopties die in het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen en het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan Vlaams-Brabant worden genomen. In het RSV wordt Herne gesitueerd in het buitengebied. Het buitengebied is dat gebied waarin de open ruimte overweegt. In dit gebied is het beleid gericht op het behoud, het herstel, de ontwikkeling en het verweven van de belangrijkste structurerende elementen (zijnde landbouw, natuur, bos, wonen en werken). Dit betekent niet dat dit gebied wordt ‘bevroren’. De bestaande ruimtelijke structuur en het fysisch systeem1 bieden het raamwerk waarbinnen dynamische activiteiten en functies met steeds wijzigende omgevingvereisten op een flexibele manier moeten kunnen functioneren. Deze dynamiek dient op schaal en tempo van het buitengebied worden gehouden. Voor de functies wonen en werken is dit dus niet dezelfde dynamiek als diegene die in de stedelijke gebieden aanwezig is en er zelfs gestimuleerd dient te worden. De specifieke eigenheid van het wonen en werken in het buitengebied moet erkend en gerespecteerd worden, en in relatie gebracht worden met het duurzaam functioneren van de open ruimte structuur. Het PRS Vlaams-Brabant is definitief vastgesteld en duidt op het belang van het buitengebied en in het bijzonder het Pajottenland waar Herne deel van uitmaakt. De gemeente onderschrijft grotendeels de beleidsopties die worden voorgesteld in het PRS VlaamsBrabant, maar formuleerde een aantal opmerkingen naar aanleiding van het openbaar onderzoek dat rond het PRS georganiseerd werd. Na de definitieve vaststelling van het PRS door de provincieraad werden volgende opmerkingen niet opgenomen in het PRS. Er werd voorgesteld om Herfelingen en Sint-Pieters-Kapelle als woonkernen te erkennen. De provincie ging wel in op deze wens met betrekking tot Herfelingen, maar Sint-Pieters-Kapelle werd enkel weerhouden als kern-in-het-buitengebied Vraag om financiële steun bij het beheer van het waardevolle landschap en de verschillende beekvalleien. Het cultuurhistorisch erfgoed zoals het Kartuizerklooster is van bovengemeentelijk belang, er wordt voorgesteld om dit ook als dusdanig in het PRS te duiden De mogelijkheid open laten om ook eventueel te Herfelingen een zoeklocatie voor te stellen voor een lokaal bedrijventerrein. 1 Het fysisch systeem is het geheel van eigenschappen, processen en onderlinge relaties van klimaat, lucht, bodem en water. In ruimtelijke context zijn vooral de bodemeigenschappen en –processen en het watersysteem van belang.
Studiebureau VDS
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Herne
5
2.2 Visie: Herne, het groene kwadrant Het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen situeert de gemeente Herne in het buitengebied. De vertrekbasis voor het ruimtelijk beleid in dit gebied is net zoals in de rest van Vlaanderen ‘duurzame ontwikkeling’.2 Dit betekent concreet dat bij een verdere ontwikkeling van de structurerende activiteiten en functies (landbouw, natuur, bos, wonen, cultuur en werken) in het buitengebied het fysisch systeem3 als uitgangspunt wordt gehanteerd. Het beleid dient zich te richten op het behoud, het herstel, de ontwikkelingen en het verweven van de hoger genoemde activiteiten en functies. Uit de analyse die gevoerd werd in het informatief gedeelte blijkt dat het fysische systeem vandaag nog steeds een grote invloed heeft op de ruimtelijke structuur van de gemeente. Opvallend zijn de aanwezige beekvalleien, de vallei van de Mark en het reliëf met open kouterlandschappen, deze zijn vandaag nog steeds belangrijke structurerende elementen in de gemeente. Herne heeft dan ook nog steeds een groen karakter en vormt een aangename woonomgeving in het Pajottenland. Door de aanwezigheid van de N 255 (Ninove-Edingen), de N 285 (Asse-Edingen) en de spoorlijn Geraardsbergen-Edingen-Halle-Brussel (met bijhorend station te Herne) beschikt de gemeente over goede ontsluitingsmogelijkheden. Dit heeft er mede toe geleid dat Herne net zoals vele andere landelijke gemeenten ook te maken gehad heeft met een beperkte verstedelijkingsdruk. Getuige hiervan zijn de verschillende verkavelingen en de verspreide bebouwing die in deze gemeente aanwezig zijn. Herne wordt dan ook beschouwd als het groene kwadrant. Met dit toekomstbeeld wenst de gemeente Herne zich in te schakelen in de ontwikkeling van de ruimere regio: het open houden van de open ruimte tussen de kleinstedelijke gebieden Geraardsbergen, Ninove, Halle en Edingen en het verder versterken van de natuurlijke structuur het bieden van een rust- en zacht recreatiegebied het leefbaar houden van de verschillende kleine kernen zodat hun ruimtelijke kwaliteiten niet verloren gaan het beperken van de verplaatsingsstromen door het bieden van een lokaal voorzieningenniveau en werkgelegenheid.
2.3 Beleidsdoelstellingen 1.
Valoriseren van de rol van de land- en tuinbouw in evenwicht met het behoud van de open ruimte en het tegengaan van versnippering
Herne heeft een historisch gegroeide traditie van familiale landbouwbedrijven De gemeente heeft nog steeds een sterk agrarisch karakter. Functioneel zijn de landbouwactiviteiten van belang voor het behoud van de open ruimte. Vrijwel de volledige gemeente heeft nog een sterk agrarisch karakter. Getuige hiervan zijn ook de talrijke vierkantshoeven die over het volledige grondgebied zijn terug te vinden. Het agrarisch gebied bewaren voor land- en tuinbouw betekent ingaan tegen de verdere versnippering van de open ruimte door ‘harde functies’. Nieuwe bebouwing en constructies in de open ruimte dienen zoveel mogelijk vermeden te worden (met uitzondering van b.v. schuilhuisjes voor dieren, stallen, … ).4 De waardevolle landbouwgronden dienen maximaal voorbehouden te blijven voor ‘grondgebonden’ landbouw. Een betere afstemming dient nagestreefd tussen landbouw en natuur.
2
Duurzaamheid is het proberen te bevredigen van de behoeften van de huidige generatie zonder dit voor de toekomstige generaties te verhinderen. Duurzaamheid stelt dus grenzen aan het menselijk handelen op het vlak van milieu, sociale aspecten en economie. 3 Het fysisch systeem is het geheel van eigenschappen, processen en onderlinge relaties van klimaat, lucht en water. In ruimtelijke context wordt vooral belang gehecht aan de bodemeigenschappen en – processen en het watersysteem. 4 Nieuwbouw dient zoveel mogelijk geïntegreerd te worden in de bestaande bedrijfszetels
Studiebureau VDS
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Herne
6
2.
Behoud en versterking van de natuur met de Markvallei en de beekvalleien als ruggengraat van de natuurlijke structuur in relatie tot de verschillende open kouters
De Markvallei en de beekvalleien vormen een belangrijke schakel in de natuurlijke structuur. Ze verbinden niet alleen de belangrijkste ecologische gebieden, maar vormen ook de link tussen de open ruimte en de bebouwde ruimte. Het behouden en versterken van de verschillende kleine landschapselementen zoals poelen, bosjes, … vormt eveneens een belangrijke taak. Aandachtspunten zijn ook de verschillende kleine landschapselementen die terug te vinden zijn in de open koutergebieden. 3.
Een zachte en evenwichtige groei van het woningaanbod
Een zachte groei van het aantal inwoners door natuurlijke aangroei en van het aantal woningen door gezinsverdunning wordt wenselijk geacht. De belangrijkste kern is deze te Herne. In deze kern dienen de belangrijkste ontwikkelingen gesitueerd te worden. Dit betekent echter niet dat in de andere kernen geen ontwikkelingsmogelijkheden meer zijn. Kleinschalige projecten e.d. dienen ook binnen de drie andere (kleinere) kernen een plaats te vinden. De uitloper vanuit Edingen wordt beschouwd als een vorm van suburbanisatie. Verdere ontwikkelingen dienen zoveel mogelijk geweerd te worden teneinde het landelijke karakter van de gemeente niet in het gevaar te brengen en de verdere suburbanisatie vanuit Edingen tegen te gaan. Een uitzondering wordt wel gemaakt voor het klooster dat op termijn leeg zal komen te staan. De gemeente wenst hier een culturele functie aan te geven zodat dit gebouw verder behouden kan blijven. Daar in het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen geopteerd wordt om de stedelijke gebieden te versterken en de stadsvlucht af te remmen, is het wenselijk dat in de toekomst de inwijking uit de omliggende steden naar Herne beperkt blijft. Sleutelwoorden voor de gewenste ontwikkelingen zijn kleinschaligheid, landelijkheid, verscheidenheid, optimaal ruimtegebruik en vernieuwing. 4.
Zonevreemd of zone-eigen
In Herne bevinden zich een groot aantal zonevreemde constructies en/of gebouwen. De meeste gebouwen liggen verspreid in het agrarisch gebied. Hiervoor dient een gebiedsgericht beleid gevoerd te worden waarbij een rationeel evenwicht dient gevonden te worden tussen open ruimtekwaliteiten en de mogelijke invloed van de constructie of het gebouw op dit gebied. 5.
Streven naar een aanbod aan lokale tewerkstelling
Om de leefbaarheid van deze gemeente te garanderen dienen voldoende stappen ondernomen te worden om een lokaal bedrijventerrein aansluitend op de dorpskern van Herne te realiseren. Het lokaal bedrijventerrein dient een oplossing te bieden aan lokale ondernemingen die niet langer op hun huidige locatie terecht kunnen en aan starters die in de gemeente een bedrijf willen beginnen. In de eerste plaats dient geopteerd te worden om wonen en werken maximaal met elkaar te verweven. Op termijn zal de bedrijvigheid op de site van Fondatel verdwijnen, dit betekent dat er een 70-tal arbeidsplaatsen in de gemeente verdwijnen. Teneinde deze vermindering van de tewerkstelling deels te kunnen compenseren is de aanleg van een nieuw lokaal bedrijventerrein dan ook zeer belangrijk. 6.
Vrijwaren en verbeteren van de interne en externe bereikbaarheid
Deze beleidsdoelstellingen kwamen uitgebreid aan bod in het mobiliteitsplan van de gemeente. De gemeente dient zijn interne bereikbaarheid tussen de kernen en de stations verder te verbeteren. Dit geldt in het bijzonder voor wandelaars, fietsers en het openbaar vervoer. Inzake externe bereikbaarheid scoort Herne reeds behoorlijk. Enkel vanuit Sint-Pieters-Kapelle en de meer open gebieden is de bereikbaarheid met het openbaar vervoer beperkt. De autobereikbaarheid dient te verlopen via een doordachte wegencategorisering waarbij er naar gestreefd dient te worden het verblijfsgebied zo weinig mogelijk te verstoren.
Studiebureau VDS
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Herne
7
2.4 Ruimtelijke principes 1.
Landbouw belangrijke actor in de open ruimte-open houden van de weidse vergezichten
De landbouw is opvallend aanwezig in de gemeente. In Herne zijn nog verschillende open landbouwgebieden aanwezig. Deze gebieden dienen in de toekomst zoveel mogelijk behouden worden. Waar natuur en landbouw samenvallen, kunnen beheersovereenkomsten een oplossing bieden. 2.
Markvallei en netwerk van beken als groene nerven in het landschap in relatie tot de aanwezige bosfragmenten
De beekvalleien, en in het bijzonder de Markvallei, vormen groene nerven door het landschap. Ze hebben een belangrijke ecologische waarde. Langsheen hun oevers bevinden zich verschillende waardevolle gebieden. 3.
Vier leefbare landelijke historische kernen
Herne vormt de belangrijkste kern en werd geselecteerd door de provincie Vlaams-Brabant als hoofddorp. De belangrijkste voorzieningen en infrastructuren dienen bij voorkeur in het hoofddorp te worden ingeplant. Herfelingen werd geselecteerd door de provincie als woonkern. In de kernen Sint-Pieters-Kapelle en Kokejane die geselecteerd werden als kern-in-het-buitengebied dienen de landelijkheid en het aangenaam wonen zoveel mogelijk te worden behouden. Het verder versterken van een goed functionerende en leefbare woongemeente omringd door een kwaliteitsvolle open ruimte wordt als
Studiebureau VDS
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Herne
8
prioriteit gekozen voor Herne. De drie dorpskernen en Kokejane dienen naar de toekomst voldoende ontwikkelingsmogelijkheden te hebben rekening houdend met de schaal en de eigenheid van elke kern. De nodige aandacht dient uit te gaan naar de openbare ruimte en de verkeersleefbaarheid. Herfelingen krijgt naast Herne ook aandacht voor het versterken van het woonweefsel. Ontwikkelingen in de uitloper van Edingen (langs de N 255) (deze werd door de provincie als kern-in-het-buitengebied geselecteerd) moeten worden afgeremd met uitzondering - omwille van de architecturale waarde - van het bestaande klooster dat op termijn leeg zal komen te staan en waar een andere functie aan gegeven zal moeten worden. Ook voor bestaande (zonevreemde) bedrijven blijven ontwikkelingsmogelijkheden bespreekbaar. Het landelijke karakter van deze uitloper dient behouden te blijven. 4.
Bundelen lokale bedrijvigheid –bedrijvigheid op maat
Lokale tewerkstelling is belangrijk. Dit verzekert immers de zelfstandigheid en de levendigheid van de gemeente. Naast de primaire sector dienen ook andere sectoren kansen te krijgen. Het maximaal verweven van wonen en werken in de kern is het uitgangspunt. Het is echter niet mogelijk om alle bedrijven te verweven met de woonfunctie. Daarom wordt geopteerd om aansluitend op het bestaande bedrijventerrein (noordelijk van de dorpskern Herne) in een lokaal bedrijventerrein te voorzien. Het bestaande terrein heeft reeds een lokaal karakter. Grootschalige bedrijven dienen niet meer in de gemeente te worden uitgebouwd met uitzondering van bedrijven die in rechtstreekse relatie staan met de landbouw zoals b.v. de melkerij (dit bedrijf is reeds opgenomen in een BPA waarin ook de uitbreidingsmogelijkheden vastgelegd werden). De omliggende stedelijke gebieden zijn hiervoor beter geschikt. De bestaande bedrijventerreinen – met uitzondering van de site Olympia waarvoor reeds een BPA werd opgemaakt - worden op termijn allen omgevormd tot lokale bedrijventerreinen en dienen bijgevolg vooral plaats te bieden aan kleine bedrijven die een relatie hebben met dit landelijke gebied. De site Fondatel aansluitend op de dorpskern van Herne dient op lange termijn te verdwijnen en wordt beter geïntegreerd met het woonweefsel. Er wordt naar gestreefd om de zonevreemde bedrijven zoveel mogelijk te behouden op hun site. Hiervoor zal een afwegingskader worden opgesteld. Indien dit niet mogelijk is, kunnen deze bedrijven herlokaliseren naar het te voorziene lokale bedrijventerrein.
Studiebureau VDS
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Herne
9
5.
Wegencategorisering ruimtelijk verankerd, kader voor het mobiliteitsbeleid
De wegencategorisering dient een kader te vormen waarbinnen het mobiliteitsbeleid van de gemeente vorm wordt gegeven. Deze categorisering dient zich ook ruimtelijk te vertalen. Belangrijke aandachtspunten zijn: -
de verdere uitbouw van de N 255 en de N 285 als secundaire wegen type I in relatie tot het lokale wegennet het verbeteren van de fietsinfrastructuur in overeenstemming met de wegencategorisering
Studiebureau VDS
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Herne
10
3 Gewenste ruimtelijke structuur Herne (meso-schaal) (zie kaart 1) De gewenste ruimtelijke structuur vormt de concrete uitwerking van de visie, de beleidsdoelstellingen en de ruimtelijke principes. Voor een verdere verduidelijking en detaillering van de gewenste ruimtelijke structuur van Herne wordt de gewenste ruimtelijke structuur voor de verschillende componenten natuur en landbouw (open ruimtestructuur), wonen, bedrijvigheid, verkeer, en recreatie en voorzieningen afzonderlijk behandeld. Als afsluiting van de bespreking van de gewenste structuur per component, worden de ontwikkelingsperspectieven per deelruimte in tabelvorm voorgesteld. De deelruimtes zijn de ruimtes zoals afgebakend in het informatief gedeelte (het microniveau).
5
1
8
7
9
2 6
4 3
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.
Herne Centrum de Markvallei woonlint uit Edingen de kern Sint-Pieters-Kapelle de kern Herfelingen de kern Kokejane oostelijk open ruimtegebied zuidwestelijk open ruimtegebied open ruimtegebied tussen de N 285 en de Markvallei
Om de relatie tussen deze componenten niet uit het oog te verliezen is een globale synthese van deze aspecten gemaakt op de bijgevoegde kaart: “Gewenste Ruimtelijke Structuur Herne”.
Studiebureau VDS
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Herne
11
3.1 Gewenste open ruimtestructuur (zie kaart 2) Het uitwerken van de openruimte structuur binnen de gemeente Herne mag niet worden beschouwd als een gevecht om ruimte tussen de verschillende functies die hiervan gebruik maken, waarvan landbouw en natuur de belangrijkste zijn. Binnen de gewenste open ruimte structuur moet het mogelijk zijn dat alle functies voldoende mogelijkheden hebben om op een volwaardige manier te kunnen functioneren. Hiervoor wordt in de eerste plaats vertrokken van de bestaande toestand gekoppeld aan de knelpunten en potenties die hieruit voortvloeien. De krachtlijnen voor de ontwikkeling van de open ruimte zijn weergegeven op kaart 2. In de open ruimte komen verschillende functies en activiteiten voor. Natuur en landbouw zijn de belangrijkste. De open ruimte in Herne wordt vooral gebruikt door landbouwactiviteiten. De belangrijkste natuurwaarden zijn terug te vinden in de Markvallei en de beekvalleien. Eén van de belangrijkste problemen waarmee de landbouw te maken heeft, is de mestafzet. Dit heeft een belangrijke ruimtelijke dimensie bij een toename van de veestapel of een afname van landbouwgrond (b.v. door een inname door een andere functie) kan een tekort aan landbouwgrond ontstaan. In Herne is deze problematiek nog niet aan de orde, doch dit blijft een aandachtspunt vormen voor de toekomst. De ontwikkelingsmogelijkheden van de landbouwsector dienen zoveel mogelijk ondersteund worden, de landbouw is immers een belangrijke actor in het behoud van de open ruimte in de gemeente. Herne is een uitgesproken landbouwgemeente. Voor het grootste gedeelte van de open ruimte is de Vlaamse overheid of de provincie Vlaams-Brabant bevoegd. Een groot deel van de hieronder opgesomde visies zijn dan ook als een suggestie te beschouwen ten aanzien van de hogere overheden. Bij het opstellen van deze structuur werd rekening gehouden met de ruimtelijke visie voor landbouw , natuur en bos die door het Vlaams Gewest opgesteld werd voor de regio Zenne-Dijle-Pajottenland. De suggesties met betrekking tot de elementen van de open ruimtestructuur van bovenlokaal belang zijn op deze visie gebaseerd.
Studiebureau VDS
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Herne
12
3.1.1 -
-
Ontwikkelingsopties
het gebiedsgericht versterken van de open ruimtestructuur vertrekkende vanuit de bestaande kwaliteiten van de open ruimte, waarbij de Markvallei en de beekvalleien als dragers gezien kunnen worden van de open ruimtestructuur de ecologische kwaliteiten van de rurale open ruimte behouden en waar mogelijk versterken met voldoende aandacht voor de landbouw, die de hoofdfunctie vormt in deze ruimte versterken van het aanwezige bosareaal op een kwalitatieve wijze het scheppen van ruimtelijke zekerheid voor de land- en tuinbouw voldoende omvangrijke aaneengesloten arealen voor de land- en tuinbouw voorbehouden optimaal afstemmen van de landbouwfunctie met de andere functies in de open ruimte
3.1.2 3.1.2.1
Ruimtelijke beleidselementen5 6 Suggesties ten aanzien van de hogere overheden
Het grootste gedeelte van de open ruimtestructuur is van bovenlokaal belang. Door het Vlaams Gewest werd recent een visie uitgewerkt voor landbouw, natuur en bos voor de regio Zenne-Dijle-Pajottenland. De gemeente onderschrijft grotendeels deze visie in zijn GRS en wenste deze beleidsvisie mee te geven als suggestie t.o.v. deze hogere overheden. Daarnaast zijn er nog enkele zaken van bovenlokaal belang m.b.t. de open ruimtestructuur die eveneens als suggestie worden meegegeven. VERSTERKEN VAN DE VALLEI VAN DE MARK (DEEL) EN TENBROEKBEEK (DEEL) De valleigebieden van de Mark en de Tenbroekbeek vormen voor een belangrijk deel een gaaf aaneengesloten valleilandschap met ecologische kwaliteiten. Deze valleien worden nog gekenmerkt door natuurlijke overstromingen. Deze valleigebieden zijn structuurbepalend voor de natuurlijke structuur op bovenlokaal niveau. Dit betekent dat de beleidsintenties die omtrent dit gebied opgenomen worden, beschouwd worden als suggesties ten aanzien van het Vlaams Gewest en de provincie Vlaams-Brabant. In de ruimtelijke visie voor landbouw, natuur en bos die uitgewerkt werd door het Vlaams gewest zijn enkele beleidsopties voorgesteld. De gemeente onderschrijft het grootste gedeelte van deze opties. De onderstaande suggesties zijn dan ook gebaseerd op deze visie. In belangrijke delen van deze valleigebieden staan behoud en ontwikkeling van de natuur- en waterbergingsfunctie voorop. Het gaat om de ecologisch meest waardevolle valleigebieden. Deze samenhangende natuurcomplexen kunnen opgenomen worden in het Vlaams Ecologisch Netwerk. Binnen deze natuurcomplexen wordt gestreefd naar het behoud en herstel van natte tot vochtige ecotopen (o.a. soortenrijke graslanden, diverse bostypes, …) met overgangen naar drogere valleiflanken. De structuurkenmerken van deze waterlopen worden verbeterd, door meer ruimte (hermeandering, natuurlijke oevers, ruimer winterbed, …) te voorzien voor de waterloop. Mogelijke negatieve invloeden (erosie, inspoeling meststoffen, …) op de waterlopen dienen zoveel mogelijk worden tegengegaan. In de van nature overstroombare gebieden en risicogebieden voor overstroming dienen de natuurfunctie en de waterbeheerfunctie zoveel mogelijk op elkaar afgestemd te worden. De waterlopen krijgen kansen voor spontane meandering en de oevers krijgen voldoende ruimte. Een belangrijke randvoorwaarde is het herstel van een goede waterkwaliteit.
5
Bron, Vlaams Gewest, Ruimtelijke visie voor landbouw, natuur en bos regio Zenne-Dijle-Pajottenland, Verkenningsnota, oktober 2007 6 De intekening van de beekvalleien op de gewenste open ruimtestructuur is louter symbolisch, de exacte afbakening van de beekvalleien dient te gebeuren naar aanleiding van de opmaak van de ruimtelijke uitvoeringsplannen.
Studiebureau VDS
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Herne
13
De grondgebonden landbouw, gericht op een permanent graslandgebruik kan lokaal een natuurondersteunende en landschapsverzorgende taak opnemen. Er wordt gevraagd aan het Vlaams Gewest om bij de uitwerking van het RUP voor deze gebieden voldoende rekening te houden met de bestaande vergunde gebouwen en om eveneens voldoende aandacht te hebben voor de landbouw binnen deze valleigebieden. VESTERKEN VAN DE HALFOPEN VALLEILANDSCHAPPEN Dit betreft een deel van de Mark en de Honscallebeek, de Arebeek –Rifrafbeek en de waterloop tussen Hondsberg en Ketelbergbeek (Herfelingen). Deze beken of delen ervan zijn eveneens van bovenlokaal belang. De onderstaande paragrafen zijn dan ook te beschouwen als een suggestie naar de Vlaamse en provinciale overheid. In de ruimtelijke visie voor landbouw, natuur en bos die uitgewerkt werd door het Vlaams gewest zijn enkele beleidsopties voorgesteld. De gemeente onderschrijft het grootste gedeelte van deze opties. De onderstaande suggesties zijn dan ook gebaseerd op deze visie. Deze beekvalleien vormen een groen lint in het landschap gevormd door een aaneenschakeling van kleinere natuur- en bosgebieden, kasteelparken en kleine landschapselementen die verweven voorkomen met de landbouwfunctie in de vallei. De hoofdfunctie van deze gebieden is landbouw, natuur, bos of waterberging. In de van nature overstroombare gebieden en risicogebieden voor overstroming worden de aanwezige landbouw-, natuur- of bosfuncties en de waterbeheerfunctie zoveel mogelijk op elkaar afgestemd. Vanuit het ruimtelijk beleid worden deze gebieden minstens gevrijwaard van verdere bebouwing, zodanig dat de waterbergingsfunctie van de valleigebieden bewaard blijft en waar nodig hersteld kan worden. Een belangrijke randvoorwaarde is het herstel van een goede waterkwaliteit. De landbouwfunctie blijft behouden voor de grondgebonden landbouw, waarbij deze via stimulerende maatregelen zo veel mogelijk wordt afgestemd op de natuurlijke en landschappelijke waarden en de mogelijkheden voor waterberging. Behoud en versterking van het graslandgebruik is hierbij een belangrijk aandachtspunt. De structuurkenmerken van de waterlopen worden verbeterd, door meer ruimte (hermeandering, natuurlijker oevers, ruimer winterbed, …) te voorzien voor de waterloop. Mogelijke negatieve invloeden (erosie, inspoeling van meststoffen, …) op de waterloop worden zoveel mogelijk tegengegaan. In de valleien en op de overgangen naar de drogere valleiflanken staat het herstel van moerassen, vochtige tot natte, soortenrijke graslanden en diverse bostypes voorop. Waardevolle vegetaties zijn o.a. vochtige tot natte soortenrijke graslanden, moerasvegetaties en bos. De ecologische opwaardering van populierenbos is wenselijk. Beheersovereenkomsten behoren tot de mogelijkheden voor afstemming tussen de landbouwfunctie en natuurwaarden. Er wordt gevraagd aan het Vlaams Gewest om bij de uitwerking van het RUP voor deze gebieden maximaal rekening te houden met de bestaande vergunde gebouwen en om eveneens maximaal aandacht te hebben voor de landbouw binnen deze valleigebieden. Bestaande landbouwbedrijven dienen behouden te blijven. De exploitaties van de bestaande agrarische bedrijven mogen niet in het gedrang komen en moeten zelfs kunnen genieten van de nodige ontwikkelingsmogelijkheden binnen de ruimtelijke draagkracht van dit gebied.
Studiebureau VDS
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Herne
14
DE RUIMTELIJK FUNCTIONEEL SAMENHANGENDE GEBIEDEN VRIJWAREN VOOR DE LAND- EN TUINBOUW MET GRONDGEBONDEN LANDBOUW ALS DRAGER VAN DE OPEN RUIMTE In de ruimtelijke visie voor landbouw, natuur en bos, regio Zenne-Dijle-Pajottenland werd met betrekking tot de gemeente Herne een visie geformuleerd m.b.t. zijn landbouwgebied. De gemeente onderschrijft deze visie en wenst deze als suggestie t.o.v. de hogere overheden. verder op te nemen in zijn GRS De plateaus van het Pajottenland en Herne in het bijzonder vormen een groot aaneengesloten landbouwgebied, waarin grondgebonden landbouw als ruimtelijke drager van het open cultuurlandschap wordt erkend. Deze goed gestructureerde agrarische gebieden worden maximaal gevrijwaard voor de beroepslandbouw. Binnen deze aaneengesloten landbouwgebieden wordt ruimte gelaten voor het behoud, het herstel en de ontwikkeling van een raamwerk van kleine landschaps-, bos- en natuurelementen, zodat een landschapsecologische basiskwaliteit gegarandeerd wordt, een positieve bijdrage kan worden geleverd aan de erosieproblematiek en typische akkerflora en –fauna, kleine bosjes, knotwilgen en bomenrijen, microreliëfelementen en soortenrijke graslanden behouden blijven. Nieuwe agrarische bebouwing dient zoveel mogelijk aan te sluiten bij de bestaande bebouwing. Indien er zich een erosie- en slibproblematiek voordoet, zijn erosiebestrijdende inrichtings-, herstel- en agrarische beheersmaatregelen mogelijk. De typische karakteristieke, historische nederzettingen in het Pajottenland en Herne in het bijzonder en de architecturale eigenheid van het aanwezige bouwkundig erfgoed (vierkantshoeves) in het omgevende landbouwlandschap moeten hun identiteit kunnen bewaren. Het karakter van de dorpen als kleinschalige toeristische elementen kan versterkt worden. In de van nature overstroombare gebieden en risicogebieden voor overstroming worden de landbouwfunctie en de waterbeheerfunctie zoveel mogelijk op elkaar afgestemd. Vanuit het ruimtelijk beleid worden deze gebieden zoveel mogelijk gevrijwaard van verdere bebouwing, zodanig dat de waterbergingsfunctie bewaard blijft en waar nodig hersteld kan worden. De grote open akkerbouwgebieden zijn belangrijk voor de instandhouding van typische akkersoorten. Behoud van het open karakter van het landschap en van de structuur van houtkanten, graften, taluds, holle wegen, wegbermen en overhoeken is noodzakelijk. Voor het behoud van deze soorten kunnen specifieke beheersovereenkomsten afgesloten worden. HERWAARDERING, UITBREIDING EN VERBINDING VAN DE BESTAANDE BOSSEN De belangrijkste doelstellingen m.b.t. de bosgebieden zijn het tegengaan van versnippering en het verbeteren van de ecologische mogelijkheden. Het is daarom noodzakelijk de bestaande bossen te beschermen, te bufferen tegen externe invloeden, bosuitbreiding te realiseren en bosgebieden te verbinden. De bescherming en uitbreiding van de bosgebieden kan vanuit het Vlaams Gewest en de provincie geconcretiseerd worden in ‘groene’ ruimtelijke uitvoeringsplannen, de gemeente geeft als suggestie aan deze overheden mee om hier verder werk van te maken. De gemeente kan hierbij eigen accenten toevoegen. De relatie van de bossen met de Markvallei en de beekvalleien dient verder verbeterd te worden.
Studiebureau VDS
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Herne
15
3.1.2.2
Elementen van de open ruimtestructuur van lokaal belang
BEEKVALLEIEN VAN LOKAAL BELANG Het ruimtelijk beleid in de beken moet worden ontwikkeld in relatie tot de omgevende valleien. Er dienen ruimtelijke voorwaarden gecreëerd te worden die het integraal waterbeheer ondersteunen en die de relaties tussen de waterloop en omgevende vallei versterken. De verschillende beken moeten als groene linten doorheen de gemeente lopen. Deze groene linten kunnen een corridorfunctie vervullen voor de fauna. Randvoorwaarden in deze valleigebieden zijn het behoud van de natuurlijke oever en aangepaste beplanting ter accentuering van de beekvalleien. Binnen het valleigebied dient ook aandacht besteed te worden aan de problematiek inzake wateroverlast, het voorzien van natuurlijke overstromingsgebieden e.d. dient binnen dit gebied verder bestudeerd te worden. Er dient hier weliswaar steeds rekening gehouden te worden met de mogelijke invloed van overstromingen op de natuur. Er dient steeds rekening gehouden te worden met bestaande vergunde gebouwen en de landbouw in deze gebieden. Dit beleid heeft betrekking op alle beken die nog niet opgenomen waren in de ruimtelijke visie voor landbouw, natuur en bos, regio Zenne-Dijle-Pajottenland (zie boven, elementen van de natuurlijke structuur van bovenlokaal belang). LANDBOUW Voor het grootste gedeelte van de open ruimte geldt het volgende beleid: “De ruimtelijk functioneel samenhangende gebieden vrijwaren voor de land- en tuinbouw met grondgebonden landbouw als drager van de open ruimte” (zie boven). Vanuit het lokale beleid wordt aan deze beleidsvisie toegevoegd dat nieuwe agrarische bebouwing zoveel mogelijk dient aan te sluiten bij de bestaande bebouwing. Het landschappelijk inpassen van de agrarische bebouwing binnen het landschap vormt een belangrijke randvoorwaarde voor de verdere ontwikkeling van de agrarische activiteiten in de open ruimte. Ook op het gebied van functies dienen nieuwe ontwikkelingen die niet zuiver agrarisch zijn, laagdynamisch te zijn en te passen binnen de draagkracht van de ruimte. Randvoorwaarden zijn: • de mobiliteitsimpact • hun relatie tot de agrarische structuur • hun milieuimpact GROENE VINGERS BINNEN DE KERNEN Er wordt naar gestreefd om ter hoogte van de dorpskernen de beekvalleien en de open ruimte via groene vingers tot in deze kernen te laten doordringen. Op deze manier wordt de ruimtelijke relatie tussen de landelijke kernen en de omliggende open ruimte verder benadrukt. Dit komt ook verder bij de bespreking van de deelruimten aan bod. KLEINE LANDSCHAPSELEMENTEN-OPEN RUIMTECORRIDORS Openruimtecorridors realiseren de verbinding tussen diverse openruimtegebieden. Dit is voornamelijk noodzakelijk waar belangrijke lijninfrastructuren de relatie tussen diverse gebieden bemoeilijkt. Binnen de open ruimte dient aandacht te gaan naar kleine landschapelementen e.d. Deze elementen vormen waar mogelijk verbindingen en verfijnen het natuurlijk netwerk dat via de beekstructuur wordt uitgebouwd. Deze visie sluit ook aan op de bovenlokale visie om kleine landschapselementen te versterken. Dit komt ook verder bij de bespreking van de deelruimten aan bod.
Studiebureau VDS
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Herne
16
AANDACHTSZONES VOOR HET LANDSCHAP Het voormalig Kartuizerklooster is een site van historisch belang. Deze omgeving werd recent beschermd door het Vlaams Gewest en kan verder landschappelijk uitgewerkt worden (versterken relatie met de nabije beekvalleien, relatie met de open ruimte en de dorpskern, …). De gemeente denkt er ook aan om in de onmiddellijke omgeving van dit klooster een centrum op te richten waarin de realisaties van de Kartuizers bestudeerd kunnen worden. In eerste instantie dient een landschapsstudie opgemaakt te worden in overleg met monumenten en landschappen waarin nagegaan wordt op welke manier dit centrum en in uitbreiding ook het Kartuizerklooster op een kwalitatieve manier zijn plaats kan vinden in deze omgeving. Mogelijkheden zijn de architectuur van het nieuwe centrum (in relatie tot de restanten van het klooster, …), de inrichting van de publieke ruimte en het aanbrengen van groenvoorzieningen e.d. als bijkomende accentuering van deze omgeving en als stille getuige van deze eens omvangrijke kloosterorde. Deze landschapstudie dient te resulteren in een ruimtelijk uitvoeringsplan waarin de resultaten van deze studie via stedenbouwkundige voorschriften vastgelegd worden. Hoogdynamische ontwikkelingen op deze site worden uitgesloten. De mobiliteitsimpact dient beperkt te blijven rekening houdende dat deze site enkel bereikbaar is via lokale wegen type III. De relatie tot het landschap en het belangrijke historische karakter van deze site wordt maximaal gevaloriseerd via de opmaak van de landschapsstudie die aan het voor deze site op te stellen ruimtelijke uitvoeringsplan wordt gekoppeld. Het klooster van de Domincanessen langs de Heilige Geeststraat zal op korte termijn leeg komen te staan. Dit gebouw heeft enkele landschappelijke en architecturale kwaliteiten en dient behouden te blijven. De gemeente wenst hiervoor in uitvoering van zijn GRS een landschapsstudie op te maken teneinde na te gaan op welke manier de architecturale en landschappelijke kwaliteiten bewaard kunnen blijven en verder versterkt kunnen worden. De gemeente wenst bij voorkeur aan deze site een park- en culturele functie te geven. Dit sluit ook het best aan bij de huidige functie als kloostergebouw, gebedshuis en retraite. Deze landschapstudie dient te resulteren in een ruimtelijk uitvoeringsplan waarin de resultaten van deze studie via stedenbouwkundige voorschriften vastgelegd worden. Hoogdynamische ontwikkelingen op deze site worden uitgesloten. De mobiliteitsimpact dient beperkt te blijven rekening houdende dat deze site enkel bereikbaar is via lokale wegen type III. De relatie tot het landschap en het belangrijke historische karakter van deze site wordt maximaal gevaloriseerd via de opmaak van de landschapsstudie die aan het voor deze site op te stellen ruimtelijke uitvoeringsplan wordt gekoppeld. Deze twee sites worden beschouwd als proefprojecten. De gemeente kan steeds met een grondige motivatie opteren om voor andere delen van het grondgebied gelijkaardige initiatieven te nemen. Deze verschillende rups dienen ook steeds ingepast te worden in het globale beleid met betrekking tot de open ruimtestructuur (met inbegrip van een aftoetsing t.a.v. de bovenlokale plannen zoals VEN, monumenten en landschappen, …) en in totaliteit de volledige gewenste ruimtelijke structuur van de gemeente Herne. Aandachtspunten zijn tevens mobiliteit- en milieu-impact en de watertoets. Al deze aspecten dienen eveneens bij de opmaak van deze rups betrokken te worden.
Studiebureau VDS
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Herne
17
3.1.2.3
Uitwerking gewenste open ruimte structuur
Hoewel Gewest en provincie grotendeels bevoegd zijn voor de afbakening van de open ruimtestructuur, worden vanuit de gemeente de in de onderstaande tabel vermelde ontwikkelingsopties gehanteerd met betrekking tot de natuurlijke en landschappelijke structuur. Per deelgebied worden elementen voorgesteld voor de gewenste ontwikkeling ten behoeve van de open ruimtestructuur. Hierbij wordt ook rekening gehouden met randvoorwaarden die gesteld worden vanuit andere functies. Zone* Markvallei (2)
Oostelijk open ruimtegebied (7), Zuidwestelijk open ruimtegebied (8) ,Open ruimtegebied tussen de N 285 en de Markvallei (9)
kernen Herne (1), Sint-PietersKapelle (4), Herfelingen (5), Kokejane (6) en woonlint uit Edingen (3)
Gewenste ontwikkeling versterken van de natuurlijke structuur natuur als hoofdfunctie in overleg met de landbouw ecologisch verantwoord landbouwbeheer uitbreiding van de landbouw is mogelijk bij integratie ervan in het landschap en de natuurlijke structuur beschermen en beheren van bestaande bosfragmenten beschermen en beheren van bestaande bosfragmenten behouden landschappelijke kwaliteiten landschapsopbouw door aanplant van KLE’s versterken beekvalleien als onderdeel van de natuurlijke structuur aandacht voor groen in de kernen beschermen en natuurgericht beheren van bestaande groenelementen aanplant van perceelsrandbegroeiïngen en erfbeplanting stimuleren behoud van het zicht op de openruimte vanuit de bebouwde kernen
Randvoorwaarden versterken en ontwikkelen van de karakteristieken en natuurwaarden van het gebied landbouw als beheerder van de open ruimte agrarisch natuurbeheer stimuleren zacht recreatief medegebruik is mogelijk opstellen beheersovereenkomsten
-
Beleidsvoorwaarden uitwerken beheersovereenkom sten tussen landbouw en natuur verlenen van gemeentelijke subsidies en advies voor het aanplanten en het onderhoud van KLE’s
opstellen beheersovereenkomsten agrarisch natuurbeheer in de beekvalleien stimuleren toegankelijkheid voor recreatief medegebruik
-
-
-
uitwerken beheersovereenkom sten tussen landbouw en natuur verlenen van gemeentelijke subsidies en advies voor het aanplanten en het onderhoud van KLE’s verlenen van gemeentelijke subsidies en advies voor het aanplanten en het onderhoud van KLE’s opstellen landschapsstudie en RUP met betrekking tot de site van het voormalig Kartuizerklooster opstellen landschapsstudie en RUP met betrekking tot de site van het klooster van de dominicanessen
Uitwerking gewenste open ruimte structuur * de nummers verwijzen naar de nummers aangeduid op de kaart met de deelgebieden
Studiebureau VDS
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Herne
18
3.2 Gewenste nederzettingsstructuur (zie kaart 3)
3.2.1
Ontwikkelingsopties
Voor de nederzettingsstructuur te Herne worden volgende ontwikkelingsopties voorgesteld: -
-
een evenwichtige uitbouw van de vier kernen met Herne als hoofddorp, Herfelingen als woonkern, Kokejane en Sint-Pieters-Kapelle worden kern-in-het-buitengebied, de uitloper uit Edingen wordt eveneens geselecteerd als kern-in-het-buitengebied (dit gebeurde door de provincie Vlaams-Brabant. Dit woonlint dient blijven te bestaan op zijn huidige niveau, bestaande ontwikkelingsmogelijkheden kunnen eveneens gevaloriseerd worden. Een uitzondering wordt ook gemaakt voor het klooster van de Dominicanessen waar de gemeente op termijn een culturele en parkfunctie voorziet. Deze ontwikkeling zal echter steeds laagdynamisch zijn (zie boven). een woonbeleid gericht op kernversterking aandacht voor sociale huur- en koopwoningen streven naar een differentiatie van woonprojecten het verhogen van de woonkwaliteit en het aangenamer maken van de woonomgeving het realiseren van structureel samenhangende invullingen in het bestaande weefsel het bieden van rechtszekerheid aan zonevreemde woningen het verder ontwikkelen van het woonreservegebied rondom de verkaveling Hernekouter (op korte termijn max. 15 à 20 wooneenheden kaderend in het doelgroepenbeleid van de provincie).
3.2.2
Ruimtelijke beleidselementen
3.2.2.1
Deelgebieden van de gewenste nederzettingsstructuur
In het informatief gedeelte werd vanuit de bestaande ruimtelijke structuur een indeling gemaakt in verschillende bouwpatronen en vormen. Er werd een onderscheid gemaakt tussen woonkernen (met woonwijken), linten, woonkorrels en geïsoleerde woningen. Dit dient zich te vertalen in een doelgericht, gedifferentieerd en gebiedsgericht ruimtelijk beleid t.a.v. de nederzettingsstructuur. Hoofddorp Het hoofddorp is de groeipool van de nederzettingsstructuur van het buitengebied, waar de lokale groei inzake wonen, voorzieningen en lokale bedrijvigheid gebundeld wordt. Het hoofddorp wordt geselecteerd door de provincie Vlaams-Brabant. Er werd gekozen voor de kern Herne.
Het hoofddorp Herne kan versterkt worden. Er wordt voor geopteerd om de vrije bouwkavels prioritair in te vullen. De na te streven woningdichtheid in het kerngebied bedraagt 15 woningen per ha. In het hoofddorp dient een kwaliteitsvolle ruimte gecreëerd te worden met een duidelijke centrumafbakening. Binnengebieden (in het woongebied) dienen ontwikkeld te worden ten einde de kern verder te versterken. Teneinde de mogelijkheid te bieden aan deze kern om zich verder te versterken, kunnen binnen deze kern ook meergezinswoningen toegelaten worden (evenwel onder voorwaarden – zie verder). Woonkern Woonkernen hebben een woonfunctie binnen de gemeente. Ze staan in voor opvang en bundeling van de eigen groei van de kern en (een deel van) de bijkomende woonbehoeften die ontstaan in de verspreide bebouwing in de gemeente. Het voorzieningenniveau is gericht op de ondersteuning van de woonfunctie. De selectie gebeurt eveneens door de provincie Vlaams-Brabant.
Studiebureau VDS
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Herne
19
Er werd één woonkern geselecteerd door de provincie, namelijk Herfelingen
Teneinde de mogelijkheid te bieden aan deze kern om zich verder te versterken, kunnen binnen deze kern ook meergezinswoningen toegelaten worden (evenwel onder voorwaarden – zie verder). Kern-in-het-buitengebied De kernen in het buitengebied vervullen eveneens een woonfunctie binnen de gemeente. Ze staan in voor opvang van de eigen groei van de kern binnen het bestaande aanbod aan bouwmogelijkheden binnen deze kern. De nadruk ligt op het verhogen van de kwaliteit van de woonomgeving en het landelijk karakter van deze kernen. Sint-Pieters-Kapelle, het woonlint uit Edingen en Kokejane worden geselecteerd als kern-in-hetbuitengebied. Verspreide bebouwing De overige woningen binnen de gemeente Herne kunnen onderverdeeld worden onder de noemer verspreide bebouwing. Ze komt voor onder de vorm van linten, kleine woonkorrels en geïsoleerde bebouwing. Bijkomende bebouwing dient zoveel mogelijk ontmoedigd worden en landschappelijke integratie aangemoedigd. 3.2.2.2
Gewenst beleid met betrekking tot de nederzettingsstructuur
Volgende beleidselementen worden naar voor geschoven teneinde de ontwikkelingsopties te ondersteunen: Streven naar hogere bouwhoogten en het voorzien van meergezinswoningen binnen het hoofddorp Herne en de woonkern Herfelingen In het hoofddorp Herne en de woonkern Herne dient het mogelijk te zijn om maximum drie volwaardige woonlagen (incl. dakverdieping) te voorzien teneinde grotere woondichtheden binnen deze kern te bekomen (meergezinswoningen). Er dient vastgelegd te worden via een ruimtelijk uitvoeringsplan, een verordening of dergelijke waar in het hoofddorp drie volwaardige woonlagen kunnen worden voorzien. Er dient hierbij een afweging te gebeuren of drie volwaardige woonlagen stedenbouwkundig geïntegreerd kunnen worden. Randvoorwaarden zijn: • mogelijke hinder op de omliggende gebouwen • inpassing in het landschap en de inpassing in het landelijke dorpsbeeld. • bereikbaarheid van een primair dienstenaanbod • het architecturale of historisch waardevolle karakter van panden • de nabijheid van openbaar vervoer • de mobiliteitsimpact (straatbreedte, aantal mogelijke parkeerplaatsen, …) Renovatie of vervangende nieuwbouw van woningen met een lage (woon-)kwaliteit stimuleren De renovatie of vervangende nieuwbouw van woningen met een lage (woon-)kwaliteit dient door de gemeente verder ondersteund te worden. Volgende acties worden vanuit de gemeente voorgesteld: -
belasting op leegstand en verkrotting onbewoonbaarverklaring het aanleggen van nutsvoorzieningen (waterleiding, riolering,…) stimuleringsbeleid (in samenspraak met de eigenaar een oplossing zoeken)
Betrokkenheid van de bevolking Een belangrijk instrument voor het welslagen van het woonbeleid in een gemeente is de betrokkenheid van de bevolking. Dit betekent dat de bevolking inspraak krijgt bij woonprojecten (via het openbaar onderzoek) en dat er informatie verschaft wordt over de mogelijkheden en maatregelen van het woonbeleid. Het woonbeleid kan niet slagen zonder draagvlak. De oprichting
Studiebureau VDS
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Herne
20
van een kleinschalige gemeentelijke of intergemeentelijke woonwinkel is hierbij nuttig om informatie en ondersteuningscampagnes naar de bevolking uit te dragen. Continue bijsturing van het woonbeleid Een onderdeel van een actief woonbeleid is een jaarlijkse evaluatie van de woonbehoefte en het woningaanbod zodat eventuele tussentijdse bijsturingen kunnen gebeuren. Een hulpmiddel hierbij zijn de diverse gegevens omtrent het woningbestand en de bevolkingsgegevens die de gemeente zelf aanmaakt of kan opvragen bij hogere instanties of administraties. Een belangrijk middel voor het uitvoeren van een evaluatie is tevens de inventaris van de onbebouwde percelen. Via deze inventaris kan nagegaan worden in welke mate de potentiële bouwmogelijkheden werkelijk bebouwd worden. Van belang zijn eveneens het vergunningenregister en het plannenregister. Streven naar woningdifferentiatie Het is belangrijk dat in de gemeente rekening wordt gehouden met een gewijzigde behoefte als gevolg van de gezinsverdunning en de vergrijzing van de bevolking. De vraag naar goed gelokaliseerde comfortabele kleine woningen zal de komende jaren in Herne toenemen. Ook het belang van een goede ligging t.o.v. het centrum en openbaar vervoer zal gelet op de veroudering van de bevolking aan belang winnen. Het uitwerken van een sociaal woonbeleid Er is een uitgesproken achterstand op vlak van sociaal woonbeleid. Rekening houdende met het tekort aan sociale woningen te Herne wordt voorgesteld om een gedeelte van het nog resterende reservegebied voor woonwijken te Hernekauter aan te snijden. Dergelijke aansnijding is te verantwoorden gelet op het feit dat: • er reeds een verkaveling (Hernekauter) aanwezig is • het gebied vrijwel volledig omgeven is door woongebied Er wordt een kleinschalig project voorzien van een 15 à 20-tal sociale woongelegenheden voorzien. Daarnaast wordt ook het bestaande BPA Hernekauter nr. 2 (artikel 17) herzien teneinde de realisatie van het hier mogelijke sociale woonproject te optimaliseren (binnen het bestaande aanbod). Er is hiervoor reeds een BPA-procedure lopende. Er werden aan deze artikel 17 immers voorschriften toegekend rond het type van bebouwing. Deze voorschriften werden ook niet gekoppeld aan een meer gedetailleerd bestemmingsplan, wat zeer ongebruikelijk is. De herziening van het BPA wenst deze voorschriften op te heffen, zodat dit BPA een klassiek artikel 17 – BPA wordt. Actualiseren verouderde voorschriften BPA Hernekauter nr. 1 Binnen dit BPA zijn een aantal voorschriften verouderd. Dit BPA werd reeds in herziening gesteld teneinde de verdere ontwikkeling van dit BPA te optimaliseren (binnen het bestaande aanbod). Dit gaat om het zeer beperkt aanpassen van een aantal voorschriften, de geest van het bestaande BPA blijft volledig behouden (er wordt ook geen bijkomend woonaanbod gerealiseerd).
Zonevreemde restpercelen/wachtgevels Op sommige plaatsen in de gemeente zijn er op een aantal onlogische plaatsen nog onbebouwde percelen. Het betreft gebieden die geen bestemming hebben als woongebied en die door de stopzetting van de opvulregel net niet konden gerealiseerd worden of die aansluiten op een wachtgevel. Deze percelen zorgen voor een verwaarloosd straatbeeld (blinde gevels, verruiging, sluikafval, …). De gemeente geeft bij uitzondering de mogelijkheid om deze restpercelen toch te laten bebouwen in functie van de afbouw van het straatbeeld. De volgende voorwaarden worden gehanteerd: • Het betreft in principe telkens één perceel voor één normale woning die kadert in het straatbeeld (open, halfopen of gesloten bebouwing); bij uitzondering kunnen twee percelen in aanmerking komen • Het betreft steeds een inbreiding, percelen die aan de buitenkant liggen komen niet in aanmerking, tenzij deze aansluiten op een wachtgevel • De planbatenheffing is van toepassing in geval van opname als woongebied
Studiebureau VDS
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Herne
21
Er dient hiervoor een RUP opgemaakt te worden. In het informatief gedeelte is een overzicht van deze problematiek opgenomen. Een beleid voor de zonevreemde woningen Zonevreemde woningen zijn bestaande woningen die niet in woongebied, woongebied met landelijk karakter, woonuitbreidingsgebied of een goedgekeurde verkaveling zijn gelegen. Deze woningen maken grotendeels deel uit van de open ruimte structuur. Het decreet RO voorziet reeds in de rechtszekerheid van de meeste zonevreemde woningen. Het decreet RO biedt desondanks niet voor alle zonevreemde woningen rechtszekerheid. Er is een specifieke aanpak noodzakelijk voor de zonevreemde cultuurhistorische waardevolle gebouwen en woningen, de zonevreemde woningen in kwetsbaar gebied7 en de woningen in recreatiegebied. Voor deze woningen of gebouwen kan de opmaak van een ruimtelijk uitvoeringsplan wel noodzakelijk zijn. Daarnaast wenst de gemeente ook voor de zonevreemde woningen die onmiddellijk aansluiten op een kern meer mogelijkheden toe te staan dan het decreet. Dit dient te gebeuren via de opmaak van één of meerdere RUP(s) zonevreemde woningen.8 -
Algemeen Het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening en zijn latere wijzigingen biedt reeds voor de meeste zonevreemde woningen in Herne rechtszekerheid. Er wordt voor geopteerd om voor deze woningen via het decreet de rechtszekerheid te garanderen. Indien door eventuele wijzigingen deze rechtszekerheid in het gedrang zou komen, kan steeds geopteerd worden om een (of meerdere) ruimtelijk uitvoeringsplan(-nen) op te stellen waarbij de huidige (anno 2008) ontwikkelingsmogelijkheden van het decreet RO met betrekking tot zonevreemde woningen als basis voor dit plan gehanteerd dienen te worden. Daarnaast kan het ook nodig zijn om voor bepaalde woningen een meer gedetailleerd RUP op te maken omwille van b.v. een minder gunstige inplanting die indien het decreet wordt gevolgd niet kan gewijzigd worden. Het decreet zal in die gevallen als vertrekbasis fungeren, doch zal op basis van de specifieke ruimtelijke context nog verder verfijnd worden. Er zal hierbij steeds speciale aandacht gaan naar de inpassing hiervan binnen de gewenste open ruimtestructuur en verkeer- en vervoersstructuur van de gemeente.
-
Een specifieke aanpak Aanpak van zonevreemde cultuurhistorische waardevolle gebouwen en woningen
In het kader van de opmaak van het RUP zonevreemde woningen zal de gemeente de cultuurhistorische gebouwen en woningen verder inventariseren (een eerste aanzet hiertoe werd reeds opgenomen in het informatief gedeelte). Met dit begrip worden enerzijds woningen en gebouwen bedoeld die door hun voorkomen een essentieel onderdeel vormen van het landschap. Het betreft enerzijds beschermde monumenten of architecturaal waardevolle gebouwen, anderzijds betreft het gebouwen eigen aan de agrarische structuur van de gemeente b.v. oude hoeves met stallen, bijgebouwen, … Deze woningen en gebouwen kunnen principieel verbouwen of uitbreiden, indien aan een aantal randvoorwaarden kan voldaan worden. Voorwaarden zijn dat de verbouwing of uitbreiding gebeurt in de geest van het oorspronkelijke gebouw en dat aanvrager kan aantonen dat naar de omliggende omgeving een belangrijke meerwaarde wordt gerealiseerd. In het RUP zonevreemde woningen worden deze randvoorwaarden verfijnd naar gelang de specifieke ruimtelijke context. Ook op het vlak van functies kunnen binnen het RUP zonevreemde woningen mogelijkheden worden voorzien b.v. het benutten van een stal of dergelijke als kunstatelier, beperkte kantoorruimte, … teneinde het cultuurhistorisch patrimonium optimaal te kunnen behouden.
7
Onder het begrip “kwetsbaar gebied” wordt het gebied verstaan, gedefinieerd in het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening en zijn latere wijzigingen. 8 Dit betekent dat er geopteerd kan worden om de problematiek van de zonevreemde woningen gefaseerd aan te pakken, b.v. opmaak van een specifiek RUP voor een vierkantshoeve e.d.
Studiebureau VDS
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Herne
22
Nieuwe functies dienen steeds lokaal van aard en laagdynamisch te zijn en mogen geen negatieve impact hebben op het functioneren van de deelstructuur waarin ze gelegen zijn. Criteria om beschouwd te kunnen worden als cultuurhistorisch patrimonium zijn de volgende (in het informatief gedeelte is een voorlopige inventarisatie opgenomen): 1. Architectonische waarde: Onder dit criterium wordt beoordeeld of het object een goed voorbeeld is van een bepaalde bouwstijl of bouwtype, of van het werk van een architect. Ook de kwaliteiten op het vlak van gevelindeling, gevelgeleding, aankleding/decoratie, detaillering en de relatie exterieur en interieur worden beoordeeld 2. Stedenbouwkundige waarde: Hieronder wordt de samenhang van het object of groep van objecten met de omgeving beoordeeld of van het gebied zelf als zijnde een: belangrijk architectonisch restant van een historisch stedenbouwkundig concept; geheel of onderdeel van een historisch planmatige aanleg; onderdeel van een historisch ensemble, tezamen met gelijksoortige of gelijkwaardige gebouwen; belangrijk ruimte- en milieubepalend onderdeel van een stratenreeks, plein of aanzicht van een plaats. Verder wordt de stedenbouwkundige kwaliteit volgens de toenmalige stedenbouwkundige opvattingen beoordeeld en de betekenis van een individueel in het oog springend bouwwerk voor het beeld van een plaats of omgeving. 3. Waarde voor de sociaal-economische geschiedenis: Het gaat hierbij om bebouwing, waaraan de oorspronkelijke functies betreffende de handel, de industrie en het transport afleesbaar zijn en om gebouwen, die als uitdrukking gezien kunnen worden van specifieke sociale verhoudingen. 4. Waarde voor de nederzettingsgeschiedenis: Hierbij gaat het om gebouwen en gebieden die door hun situering en/of oorspronkelijke functie een belangrijke bijdrage hebben geleverd aan de ontwikkeling van Herne als nederzetting.
Deze verschillende criteria worden geval per geval overlopen en dienen ook als basis om eventuele functiewijzigingen toe te staan, deze wijzigingen dienen zoveel mogelijk deze criteria te versterken. Het basisprincipe om activiteiten te bundelen in de kernen blijft behouden. Deze maatregel heeft niet als doel om activiteiten te laten uitwaaieren in de open ruimte, doch wenst aan het bestaande cultuurpatrimonium voldoende mogelijkheden te bieden zodat dit patrimonium niet verloren gaat - zonder negatieve effecten te creëren voor de omgeving en het patrimonium in het bijzonder. Aanpak zonevreemde woningen in kwetsbaar gebied
Voor de zonevreemde woningen die zich bevinden in kwetsbare gebieden dient in overleg met de hogere overheid een specifiek ruimtelijk beleid te worden uitgewerkt. Als uitgangspunt wordt voorgesteld om deze woningen eveneens een maximale rechtszekerheid te bieden en deze uit de kwetsbare gebieden te onttrekken. Slechts een 10-tal woningen bevinden zich vandaag in kwetsbaar gebied. Er dient geval per geval een afweging gemaakt te worden of deze woningen nog uitbreidingsmogelijkheden dienen te krijgen. Wonen zal er steeds de hoofdfunctie dienen te blijven. Als basis zal er naar gestreefd worden om minimaal de bestaande mogelijkheden te behouden en bij eventueel vernieling van de woning door overmacht de mogelijkheid te bieden om deze woning te herbouwen. De woningen die gelegen zijn in kwetsbaar gebied liggen allen in de omgeving van het hoofddorp Herne (situering is opgenomen in het informatief gedeelte). Opsplitsen woning naar tweewoonst
Omwille van sociale redenen kan geopteerd worden om toch toe te staan dat een zonevreemde woning wordt opgesplitst naar een tweewoonst. Dit dient geval per geval bekeken te worden en dient verder onderzocht te worden naar aanleiding van de opmaak van een gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan in het kader van de aanpak van de zonevreemde woningen. Onder sociale redenen wordt verstaan: • wonen kinderen bij ouders of omgekeerd (met behoud van elk een apart adres) of vergelijkbaar
Studiebureau VDS
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Herne
23
Dit principe wordt niet als een generieke maatregel ingevoerd, maar dient geval per geval bestudeerd te worden. Naast de afweging van het sociale belang dient ook een ruimtelijke afweging te gebeuren. Hierbij dienen volgende aandachtspunten bekeken te worden: • impact op het landschap (sluit deze woning aan op bebouwing, verandert het aanzicht van de woning, …) en de natuur (zijn er natuurwaarden in de omgeving, wat zegt de biologische waarderingskaart, …) • impact op de landbouw • mobiliteitsimpact • impact op de watertoets -
een gebiedsgerichte benadering De gemeente kan onderverdeeld worden in verschillende gebieden. De meeste woningen maken deel uit van het open ruimtegebied. Voor deze woningen wordt met uitzondering van de specifieke benadering (zie boven) grotendeels geopteerd om het bestaande decreet als uitgangspunt te nemen (zie boven). Voor de woningen die onmiddellijk aansluiten op één van de kernen wordt het volgende beleid voorgesteld.9 HOOFDDORP Dit gebied omvat de dorpskern van Herne. Voor zonevreemde woningen die ruimtelijk onmiddellijk aansluiten op deze kern kan een herbestemming overwogen worden waardoor de woonfunctie bekrachtigd wordt en er vergelijkbare mogelijkheden verleend kunnen worden zoals aan woningen die deel uitmaken van het woongebied (met landelijk karakter). Voor deze woningen kunnen specifieke
maatregelen worden opgesteld voor een goede afwerking van de kern ten opzichte van het omliggende landbouwgebied. WOONKERNEN Dit gebied omvat de dorpskern Herfelingen. Voor zonevreemde woningen die ruimtelijk onmiddellijk aansluiten op deze kern kan een herbestemming overwogen worden waardoor de woonfunctie bekrachtigd wordt en er vergelijkbare mogelijkheden verleend kunnen worden zoals aan woningen die deel uitmaken van het woongebied (met landelijk karakter). Voor deze woningen kunnen specifieke
maatregelen worden opgesteld voor een goede afwerking van de kern ten opzichte van het omliggende landbouwgebied. KERN-IN-HET-BUITENGEBIED Dit gebied omvat de dorpskern van Sint-Pieters-Kapelle. Ook het woonlint uit Edingen en Kokejane maken deel uit van deze selectie. Voor zonevreemde woningen die ruimtelijk onmiddellijk aansluiten op deze kern kan een herbestemming overwogen worden waardoor de woonfunctie bekrachtigd wordt en er vergelijkbare mogelijkheden verleend kunnen worden zoals aan woningen die deel uitmaken van het woongebied (met landelijk karakter).
Rekening houdende dat deze kernen niet geselecteerd zijn als hoofddorp of woonkern zijn de mogelijke functiewijzigingen beperkt en kan dit enkel in functie van en ten behoeve van de kern.
Ook op het vlak van volume, materialen e.d. kunnen rekening houdende met het (gewenste) landelijke karakter van deze gebieden bijkomende eisen (b.v. specifieke erfbeplanting, materialenkeuze, daktype e.d.) in het RUP opgelegd worden. Voor het woonlint uit Edingen dient er op toe gezien te worden dat eventuele functiewijzigingen niet leiden tot een verdere suburbanisatie en dat deze laagdynamisch zijn.
9
Onmiddellijk aansluiten dient letterlijk geïnterpreteerd worden, dit betekent dat er geen percelen tussen de kernbebouwing (in woongebied of verkaveling) en de zonevreemde woning gelegen mogen zijn.
Studiebureau VDS
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Herne
24
3.2.3
Uitwerking gewenste nederzettingsstructuur
Zone* Kern Herne (1)
Kern Herfelingen (5)
Gewenste ontwikkeling Hoofddorp inbreiding en kernversterking kleinschaligheid en gericht investeren voldoende hoge woondichtheden afwerken van verkavelingen creëren van een aangename woonomgeving uitgeruste woningen voor bejaarden en gehandicapten dicht bij de kern aandacht voor variatie in de woningtypes verhogen van het aanbod sociale woningen via gerichte projecten behouden mogelijkheden reservegebied voor woonwijken aandacht voor meergezinswoningen Woonkern inbreiding en kernversterking kleinschaligheid en gericht investeren afwerken van verkavelingen creëren van een aangename woonomgeving aandacht voor variatie in woningtypes
Randvoorwaarden
Beleidsvoorwaarden
-
-
-
-
-
Kern-in-het-buitengebied afwerken van kernuitlopers creëren van een aangename woonomgeving aandacht voor het landschap
-
Kern Kokejane (6) en woonlint uit Edingen (3)
Kern-in-het-buitengebied nadruk op renovatie bestaande woningbestand
-
Markvallei (2)
-
Oostelijk open ruimtegebied (7), Zuidwestelijk open ruimtegebied 8) en Open
-
Studiebureau VDS
aandacht voor natuur en landschap beleid afgestemd op de draagkracht van de omgeving
-
-
-
-
Kern Sint-Pieters-Kapelle (4)
ruimtelijk afbakenen van de kern t.o.v. de omgeving aandacht voor groen in de kern en relatie tot Markvallei kwaliteit van de publieke ruimte aandacht voor de architectuur van de woningen verweefbare activiteiten zijn wenselijk
-
behouden mogelijkheden reservegebied voor woonwijken onderzoeken kleinschalig sociaal woonproject binnen de kern en opmaak rup hiervoor nieuwe (openbare) voorzieningen bij voorkeur situeren in het hoofddorp Rup zonevreemde woningen
ruimtelijke afbakening van de kern t.o.v. de omgeving aandacht voor groen in de kern en relatie tot de beekvallei van de Schiebeek kwaliteit van de publieke ruimte aandacht voor de architectuur van de woningen verweefbare activiteiten zijn wenselijk
-
Rup zonevreemde woningen”
ruimtelijke afbakening van de kern t.o.v. de omgeving specifieke aandacht voor het omliggende landschap aandacht voor groen in de kern kwaliteit van de publieke ruimte aandacht voor de architectuur van de woningen verweefbare activiteiten zijn wenselijk
-
Rup zonevreemde woningen
ruimtelijk afbakenen van de kern t.o.v. de omgeving behoud binnendringen open ruimte in de woonkern
-
Rup zonevreemde woningen”
verzorgen van de relatie met de omgeving aandacht voor
-
behouden mogelijkheden decreet R.O. en
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Herne
25
ruimtegebied tussen de N 285 en de Markvallei (9)
-
architectuur kwaliteit van de publieke ruimte aandacht voor groen en relatie tot de open ruimte
specifieke aanpak
Uitwerking gewenste nederzettingsstructuur * de nummers verwijzen naar de nummers aangeduid op de kaart met de deelgebieden
Studiebureau VDS
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Herne
26
3.3 Gewenste economische structuur (zie kaart 4)
3.3.1 -
Ontwikkelingsopties
vermenging van wonen en werken, zonder creatie van ontoelaatbare hinder voor de bewoners stimuleren van de werkgelegenheid in de gemeente zonder noemenswaardige ruimtelijke overlast een doelmatig en kwalitatief ruimtegebruik: hogere productiviteit met minder ruimtebeslag scheppen van zekerheid voor de zonevreemde bedrijven het voorzien van een bijkomend lokaal bedrijventerrein voor bedrijven die dienen te herlokaliseren en kleine startende bedrijven die niet verweven kunnen worden binnen de kernen
3.3.2
Ruimtelijke beleidselementen
Ontwikkeling van een nieuw lokaal bedrijventerrein De gemeente wenst, in een overwogen en gestructureerde strategie, een lokaal bedrijventerrein van bij voorkeur ongeveer 5 ha te realiseren (naargelang de behoefte, deze dient nog verder verfijnd en aangevuld te worden – zie verder), beheerd door een openbare instelling, bestemd voor bedrijven uit Herne die zich nu of later wensen te herlokaliseren en voor bedrijven uit Herne die in een ambachtszone wensen te starten. De nood aan een ambachtelijke zone moet ook gezien worden in een toekomstperspectief. Goed besturen is vooruitzien en mogelijke toekomstige behoeften op korte en middellange termijn inschatten. Indien een dergelijke zone niet gerealiseerd wordt, zal in de toekomst niet meer kunnen voldaan worden aan de vragen of de noden op dat ogenblik. De strenge Vlarem-wetgeving (o.m. inzake afstandregels) maakt het de zelfstandigen niet makkelijk in de woonzones. Probleemgevallen hebben een alternatief met deze kleine gemeentelijke ambachtzone. Daarnaast moeten jonge starters-zelfstandigen kansen krijgen. De tijd dat er kon gestart worden in een garagebox, een afgedankte loods of een verlaten schuur is, verwijzend naar de strenge stedenbouwkundige en milieuwetgeving, niet meer mogelijk. De dynamiek mag echter niet gefnuikt worden; er moeten integendeel doorlopend stimulansen en kansen gecreëerd worden voor de startende zelfstandigen en KMO’s. Het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen stelt met betrekking tot het lokaal bedrijventerrein: ‘Het lokale bedrijventerrein is in principe bestemd voor lokaal verzorgende bedrijven met uitsluiting van zuivere kleinhandelsbedrijven. Lokaal verzorgende bedrijven zijn beperkt van omvang, hebben een functionele relatie met de kern en hebben een beperkte (d.i. lokale) reikwijdte. Het lokale bedrijventerrein heeft een beperking in oppervlakte tot 5 ha en de kaveloppervlakte wordt afgestemd op lokale bedrijven. De locatie dient aan te sluiten bij een hoofddorp of bij een bestaand industrieterrein. De ontsluiting gebeurt via gemeentelijke verzamelwegen die aansluiten op primaire of secundaire wegen. Volgende criteria worden overwogen bij het bepalen van de meest geschikte locatie voor het nieuw in te planten bedrijventerrein: een goede bereikbaarheid beperkt storend in het landschap overeenstemmend met de globale visie op de gewenste ontwikkeling van de gemeente op voldoende afstand van belangrijke natuurgebieden niet storend voor woonomgevingen aansluitend op een hoofdkern of op een bestaand bedrijventerrein
Studiebureau VDS
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Herne
27
Als mogelijke locaties voor een nieuw lokaal bedrijventerrein komen in aanmerking: mogelijke locatie nieuw lokaal bedrijventerrein locatie aansluitend op het bestaande bedrijventerrein te Herne
locatie in de omgeving van het bedrijf Olympia te Herfelingen
voordelen -
-
locatie bestaand bedrijventerrein Schepdaelstraat
-
nadelen
sluit aan op het hoofddorp is goed ontsloten sluit aan op een bestaand bedrijventerrein en het containerpark
-
is goed ontsloten ligt in de omgeving van een bestaand bedrijventerrein ligt aansluitend op een kern
-
dit sluit aan op een bestaande zone voor ambachtelijke bedrijven
-
-
-
ligt in de buurt van het Kartuizerklooster, doch niet in de directe omgeving ligt in de buurt van de Markvallei en de vallei van de Schiebeek, maar maakt er wel geen deel van uit sluit niet aan op het hoofddorp sluit niet volledig aan op bestaand bedrijventerrein sluit rechtstreeks aan op een secundaire weg, wat voordelen geeft voor ontsluiting, maar ook verkeersveiligheidsproblemen kan teweeg brengen ligt in de open ruimte aanwezigheid beekvallei sluit niet aan op het hoofddorp bereikbaarheid niet optimaal
afweging mogelijk locaties nieuw lokaal bedrijventerrein
Uit de evaluatie van de verschillende mogelijke locaties voor een lokaal bedrijventerrein komt de site ten noorden van de kern van Herne als beste locatie naar voor. Bovendien is dit de enige locatie die aansluit op het hoofddorp en bovendien ook nog op een bestaand bedrijventerrein en het recent ingerichte gemeentelijk containerpark. De ontwikkeling van het lokaal bedrijventerrein dient door middel van een gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan verder te worden uitgewerkt. De realisatie van het lokaal bedrijventerrein dient in handen te zijn van de gemeente. Dit wordt wenselijk geacht omwille van: het vermijden van speculatie een zuinig ruimtegebruik (gemeenschappelijke voorzieningen, bouwen in meerdere lagen,…) het vastleggen van inrichtingsprincipes (bufferzone, integratie van natuurlijke en landschappelijke elementen, perceelsinrichting, inplantingprincipes,…) het beperken van reserve in eigendom van de bedrijven het vermijden van ongewenste functiewijzigingen het realiseren van differentiatie een betere fasering in aansnijding van bedrijventerreinen het maximaal beperken van de milieuhinder van het bedrijventerrein naar de omgeving Daarnaast dient bij de realisatie van dit terrein ook aandacht besteed te worden aan volgende aspecten: • het bedrijventerrein dient lokaal van aard te zijn • er dient voldoende aandacht te zijn voor de inbuffering van dit terrein • de nabije site van het Kartuizerklooster mag geen negatieve effecten ondervinden van dit terrein • de impact op de nabijgelegen natuurwaarden dient tot een minimum beperkt te worden Naar aanleiding van het RUP dat voor dit terrein opgemaakt zal worden, zal dieper op deze behoefte ingegaan moeten worden en zal een bijkomende motivatie opgenomen moeten worden. Het RUP zonevreemde bedrijven (zie verder) zal meer zekerheid dienen te verschaffen omtrent welke bedrijven al dan niet dienen te herlocaliseren e.d. Op basis hiervan kan een meer gedetailleerd zicht bekomen worden op de behoefte aan lokaal bedrijventerrein. Er is op dit ogenblik geen bedrijventerrein meer beschikbaar te Herne. Bestaande bedrijvenzones Bedrijvenzone ter hoogte van de Schepdaelstraat Dit gebied is vandaag ingetekend als industriegebied en wordt gebruikt door een bedrijf in afsluitingen en een bedrijf gespecialiseerd in tuinaanleg. Er wordt voorgesteld om deze site als een kleine lokale bedrijvenzone te behouden rekening houdende met het huidige gebruik en de inkleuring op het gewestplan.
Studiebureau VDS
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Herne
28
Er dienen wel randvoorwaarden uitgewerkt te worden via een RUP teneinde de ontwikkelingsmogelijkheden van deze site te beperken. De bestemming “industriegebied” volgens het gewestplan laat immers vrij veel toe. Rekening houdende met de geïsoleerde ligging van dit gebied in de open ruimte en de bereikbaarheid van deze site wordt voorgesteld om nog enkel laagdynamische lokale bedrijven toe te staan. Er dient ook als randvoorwaarde opgenomen te worden dat deze bedrijven een relatie dienen te hebben met het omliggende landbouwgebied zoals b.v. een bedrijf gespecialiseerd in tuinaanleg, productie van hoeveproducten, onderhoud landbouwmachines e.d. Bedrijvenzone langs de Scheibeekstraat Dit gebied is reeds opgenomen op het gewestplan als gebied voor ambachtelijke bedrijven en KMO en is volledig ingenomen door lokale bedrijven. Aansluitend op deze site wordt een nieuw lokaal bedrijventerrein voorzien. Deze bestaande site wordt behouden. Bedrijvenzone langs de Ekkelbergstraat/Barakkenbergstraat Dit gebied is opgenomen op het gewestplan als gebied voor ambachtelijke bedrijven en KMO. Dit gebied is vandaag volledig ingenomen door een molen. Dit gebied blijft behouden, er zijn geen planologische initiatieven nodig. Bedrijvenzone Olympia Voor deze site werd reeds een BPA opgemaakt. De mogelijkheden van dit BPA blijven behouden. Bedrijvenzone Fondatel De bedrijfssite Fondatel dient op termijn een meer laagdynamische functie te krijgen die beter samengaat met het woonkarakter van dit gebied. Er dient hiertoe een RUP opgemaakt te worden. De exacte bestemming van dit gebied dient nog bepaald te worden, dit zal mede afhangen van een eventuele sanering van dit gebied. Deze bestemming zal bij voorkeur wonen zijn rekening houdende met deze reeds residentiële omgeving, de nabijheid van het station en recreatievoorzieningen (sporthal). Ontwikkelingsmogelijkheden voor bestaande bedrijven (niet gelegen in bedrijventerreinen) De ontwikkelingsperspectieven voor bedrijven en de economische activiteiten niet gelegen op de bedrijventerreinen worden vooral bepaald door de aard en het karakter van het bedrijf zelf en nog meer door de ruimtelijke draagkracht van de omgeving. Voor het begrip ‘ruimtelijke draagkracht’ kunnen geen algemeen geldende principes of maatstaven gebruikt worden. De ruimtelijke draagkracht zal afhankelijk zijn van de bestaande ruimtelijke structuur, van de gewenste ruimtelijke structuur en van de aard en functie van het bedrijf in kwestie. Er dient een rup zonevreemde bedrijven opgemaakt te worden. In de eerste plaats wordt nagegaan in welke deelruimte het bedrijf zich bevindt. Enkel bedrijven die als grotendeels vergund te beschouwen zijn, kunnen in het RUP zonevreemde bedrijven opgenomen worden. Er worden 9 deelruimten onderscheiden, deze ruimten kunnen elk op hun beurt nog onderverdeeld worden in kleinere deelgebieden: •
Herne centrum: deze kern is geselecteerd als hoofddorp, zonevreemde bedrijven die hierop aansluiten of hiervan deel uit maken worden in hun uitbreidingsmogelijkheden niet wezenlijk beperkt. Er worden wel een aantal belangrijke randvoorwaarden gesteld: het bedrijf mag de woonfunctie die de hoofdfunctie is van deze deelruimte niet aantasten, de bedrijven dienen steeds lokaal te zijn en de dynamiek mag niet significant toenemen t.o.v. de huidige situatie.
•
de kern Herfelingen: deze kern is geselecteerd als woonkern, dezelfde principes worden gehanteerd als bij de deeltruimte Herne centrum
•
de kern Sint-Pieters-Kapelle, Kokejane en woonlint uit Edingen: deze zijn geselecteerd als kern-inhet-buitengebied. Dezelfde principes als bij de deelruimten Herne Centrum en de kern Herfelingen worden gehanteerd doch omwille van de selectie als kern-in-het-buitengebied dient er nog meer extra aandacht besteed te worden aan de inpassing van deze bedrijven in het landelijke karakter van deze gemeente
Studiebureau VDS
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Herne
29
•
•
oostelijk open ruimtegebied, zuidwestelijk open ruimte gebied en open ruimtegebied tussen de N 285 en de Markvallei:: deze open ruimtegebieden zijn vrij gave gebieden, de landbouw vormt er de hoofdfunctie. De mate waarin een (niet-agrarisch) bedrijf kan uitbreiden of veranderen van functie is afhankelijk van de specifieke locatie van het bedrijf in dit gebied, volgende principes worden gehanteerd: o functies met een hogere dynamiek (inzake milieu- en mobiliteitsimpact e.d.) dan de huidige dienen geweerd te worden, ook de huidige milieu- en mobiliteitsimpact dient beheersbaar te zijn. o een bedrijf dat aansluit bij een bestaande bebouwingsconcentratie10 kan beperkte uitbreidingsmogelijkheden krijgen doch moet voor de inplanting zo optimaal mogelijk rekening houden met de landschappelijke kenmerken van de omgeving. De visuele impact dient tot een minimum beperkt te worden. o bedrijven die geïsoleerd liggen in de open ruimte kunnen geen significante uitbreidingsmogelijkheden meer krijgen, op termijn dienen deze geherlocaliseerd te worden (uitdoofbeleid) o er mag geen significante impact zijn op de natuurwaarden die zich bevinden in dit gebied o er mag geen significante impact zijn op de waterhuishouding Markvallei: zonevreemde bedrijven die deel uit maken van deze vallei dienen op termijn te verdwijnen, er worden geen uitbreidingen toegelaten.
Naast de afweging in de verschillende deelruimten dient naar aanleiding van de opmaak van het RUP zonevreemde bedrijven, elk bedrijf eveneens specifiek afgewogen te worden, hierbij dient rekening gehouden te worden met volgende criteria: Juridisch-planologische criteria - bestemmingstoestand - vergunningstoestand Structureel-ruimtelijke criteria - nabijheid van gelijkaardige bedrijven - nabijheid woonkern - ontsluiting - inpasbaarheid in de landschappelijke structuur - milieuhinder - visuele impact - nabijheid van een landschappelijk en/of biologisch waardevol element, al dan niet beschermd Socio-economische criteria - economische typering - eigendomstructuur - herlocalisatiemogelijkheden Beleidsmatige criteria - afstemming tegenover de gewenst open ruimtestructuur, verkeersstructuur en de globale gewenste ruimtelijke structuur Deze criteria kunnen naar aanleiding van de opmaak van het RUP zonevreemde bedrijven nog verder verfijnd en aangevuld worden. Verweefbare activiteiten in de kernen In de kernen dient gestreefd te worden naar een zo groot mogelijke vermenging van activiteiten. De draagkracht van de woonomgeving mag hierbij niet overschreden worden. Sommige activiteiten die wegens hun hinder, hun schaal of milieuredenen,… niet langer binnen de kernen aanvaarbaar zijn, dienen elders, d.i. op het lokaal bedrijventerrein, geherlokaliseerd te worden. Functies die goed integreerbaar zijn in het woonweefsel daarentegen dienen verder aangemoedigd en versterkt te worden. Voordelen hiervan zijn: de creatie van een aangepast voorzieningenniveau, het vermijden van doodse woonwijken, vermindering van de afstand van de woon-werkverplaatsingen, enz. In de centra van de dorpskernen dient de kleinhandel zoveel mogelijk geconcentreerd te worden.
10
Dit betekent waar zich een significante aanwezigheid van bebouwing bevindt. Dit gaat b.v. om een sterk bebouwde site, een gehucht, een groep van een 5-tal woningen e.d.
Studiebureau VDS
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Herne
30
De provincie Vlaams-Brabant biedt ter versterking van de handelskernen mogelijkheden via zijn provinciaal reglement ter versterking van de handelskernen en het gemeentelijk detailhandelsbeleid in VlaamsBrabant. Via dit reglement kan aan gemeenten steun verleend worden voor projecten ter versterking van de handelskernen en/of voor het inwinnen van beleidsadvies bij het opstellen van een detailhandelsplan of ter voorbereiding van handelskernversterkende projecten. Opmaken en bijhouden van een ruimtebalans De gemeente dient een strikte inventaris bij te houden van het aanbod aan bedrijventerrein in de gemeente ten einde het economisch beleid op een optimale manier te kunnen ondersteunen. Dit betekent dat jaarlijks een aangepaste inventaris dient te worden opgemaakt van o.a. onbebouwde industriële percelen, leegstaande of uit gebruik genomen gebouwen, …
3.3.3
Uitwerking gewenste economische structuur
Zone* Kern Herne (1)
Kern Herfelingen (5)
Kern Sint-Pieters-Kapelle (4)
Kern Kokejane (6) en woonlint uit Edingen (3)
Markvallei (2) en de beekvalleien (in diverse gebieden) Oostelijk open ruimtegebied (7), Zuidwestelijk open ruimtegebied 8) en Open ruimtegebied tussen de N 285 en de Markvallei (9)
Gewenste ontwikkeling Nieuw bedrijventerrein creatie van een nieuw lokaal bedrijventerrein van max. 5 ha voorbehouden voor te herlokaliseren bedrijven in de gemeente en voor starters, ten noorden van de kern
Randvoorwaarden Beleidsvoorwaarden Nieuw bedrijventerrein Nieuw bedrijventerrein groenschermen tussen het opmaken van een bedrijventerrein en de gemeentelijk open gebieden ruimtelijk uitvoeringsontsluiting richting de N plan (RUP) voor de 255 via Scheibeekstraat inrichting van het optimale inrichting: zuinig nieuw lokaal ruimtegebruik, kwaliteitsvol bedrijventerrein ruimtegebruik, inpassing in langs de Schiebeekde omgeving, enz. straat
Overige bedrijvigheid verweven van functies kleinhandelsconcentratie in de centra
Overige bedrijvigheid ruimtelijk-morfologisch inpasbaar verenigbaar met de woonfunctie
-
-
-
verweven van functies kleinhandelsconcentratie in de kern
-
verweven van functies kleinhandelsconcentratie in de kern
-
verweven van functies Kleinhandelsconcentratie in de kern
-
-
aandacht voor natuur weren bebouwing
-
beleid afgestemd op de draagkracht van de omgeving
-
-
-
-
ruimtelijk-morfologisch inpasbaar verenigbaar met de woonfunctie ruimtelijk-morfologisch inpasbaar verenigbaar met de woonfunctie
Overige bedrijvigheid omvormen site Fondatel tot een minder dynamische bestemming die meer past bij het aanwezige woonweefsel opmaken RUP zonevreemde bedrijven opmaken RUP zonevreemde bedrijven behouden BPA Olympia opmaken RUP zonevreemde bedrijven
ruimtelijk-morfologisch inpasbaar verenigbaar met de woonfunctie
-
opmaken RUP zonevreemde bedrijven
verzorgen van de relatie met de omgeving aandacht voor architectuur kwaliteit van de publieke ruimte aandacht voor groen en relatie tot de open ruimte
-
opmaken RUP zonevreemde bedrijven beperken dynamiek bestaande bedrijvenzones in de open ruimte
-
Uitwerking gewenste economische structuur * de nummers verwijzen naar de nummers aangeduid op de kaart met de deelgebieden
Studiebureau VDS
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Herne
31
3.4 Gewenste verkeer- en vervoerstructuur (zie kaart 5)
3.4.1 -
Ontwikkelingsopties
optimalisering van het wegennet door wegencategorisering waarborgen van de verplaatsingsmogelijkheden voor iedereen op een billijke en selectieve manier verhogen van de verkeersleefbaarheid en de verkeersveiligheid bieden van voldoende ontwikkelingskansen aan het openbaar vervoer en het langzaam verkeer zodat zij volwaardig kunnen functioneren in het verplaatsingspatroon van de bevolking te Herne.
3.4.2
Ruimtelijke beleidselementen
Opstellen van een wegencategorisering De wegencategorisering beoogt een optimalisering van het wegennetwerk. Voor de categorisering wordt uitgegaan van de gewenste (hoofd)functie van de weg ten aanzien van de bereikbaarheid enerzijds en de leefbaarheid anderzijds Aan de categorisering zijn verschillende randvoorwaarden gekoppeld. Uitgangspunt vormt de categorisering zoals voorgesteld in het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen de hoofdwegen, de primaire wegen, de secundaire wegen en de lokale wegen. Volgende categorisering van het wegennet wordt voorgesteld voor Herne: -
Hoofdnet:
Dit zijn de hoofdwegen, de primaire wegen I en de primaire wegen II. Ze vervullen verbindende en verzamelende functies op internationaal en Vlaams niveau. Er zijn geen hoofdwegen noch primaire wegen I of II aanwezig te Herne. In de nabijheid bevindt zich wel de A 8 (Wallonië). -
Secundair net:
De secundaire wegen zijn wegen die op provinciaal niveau zorgen voor ontsluiting van gebieden. De categorisering van de secundaire wegen gebeurt voor Herne door de provincie Vlaams-Brabant. Op het grondgebied van Herne is de N 255 (Ninoofsesteenweg) en de N 285 (Steenweg Asse) geselecteerd als secundaire weg type I. De hoofdfunctie van de secundaire weg I is het verbinden op bovenlokaal niveau op basis van mobiliteitsgenererende activiteiten op provinciaal niveau. De N 255 verbindt Ninove en Edingen. Deze weg is één van de weinige noord-zuidverbindingen in deze regio. De weg sluit bovendien te Ninove aan op de N 45 (Ninove-Aalst), de N 8 (Ninove-Brussel) en de N 28 (NinoveHalle) en te Edingen op de A 8 (Halle-Doornik), de N 55 (Edingen-Soignies) en de N 7 (Edingen-Halle). Deze weg verkleint een maas. Dit betekent dat er voldoende filters of weerstanden moeten worden ingebouwd zodat kortsluitingen tussen hoofdwegen en primaire wegen vermeden worden (waardoor de weg immers als een primaire as zou functioneren). In de dorpskern van Herne worden enkele van deze weerstanden ingebouwd (poorteffecten e.a.), hierdoor wordt ook het doorsnijdend effect van deze weg op de dorpskern verzacht. De N 285 verbindt Asse met Edingen en verzorgt ook de verbinding met de E 40 en de A 8. Deze weg is eveneens een noord-zuidverbinding voor de regio. Deze weg verkleint net zoals de N 255 een maas. Ook hier dienen voldoende filters ingebouwd te worden zodat een kortsluiting tussen hoofdwegen en primaire wegen vermeden wordt. In de dorpskern van Herfelingen dienen dergelijke weerstanden aangebracht te worden. Op deze manier kan ook de verkeersleefbaarheid en –veiligheid in deze kern verbeterd worden. Als suggestie wordt aan het Vlaams Gewest gevraagd om blijvend aandacht te hebben voor de doortocht van deze secundaire wegen doorheen de dorpskernen van Herne en Herfelingen.
Studiebureau VDS
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Herne
32
-
Lokaal wegennet:
De lokale wegen worden ondergebracht in drie categorieën: lokale verbindingswegen, ontsluitingswegen en erftoegangswegen. Deze categorieën worden op hun beurt onderverdeeld in een aantal subniveaus. Lokale verbindingswegen (type 1): De lokale verbindingswegen zorgen voor een verbinding naar de primaire en secundaire wegen, ze geven echter geen verbinding op Vlaams of provinciaal niveau. De hoofdfunctie is verbinden en/of verzamelen op (inter)lokaal niveau. De erffunctie is beperkt. In Herne wordt de N 272 geselecteerd als lokale verbindingsweg. Deze weg vormt de verbinding tussen Geraardsbergen in het westen en de N 28 in het oosten (Pepingen). Ook de N 495 de verbinding tussen Edingen en Geraardsbergen wordt beschouwd als een lokale verbindingsweg. Ook de as Scherpstraat – Stationsstraat – Lindestraat – Van Cauwenberghelaan (verbinding Herne-Kokejane) wordt beschouwd als een lokale verbindingsweg. Rekening houdende met de belangrijke verkeersfunctie van de N 272 wordt voorgesteld aan de provincie om deze weg te selecteren als een secundaire weg type III (deze weg vervult reeds vandaag in de praktijk deze functie). Lokale ontsluitingswegen (type 2): Deze wegen hebben als hoofdfunctie het verzamelen van verkeer van verschillende lokale wegen richting een secundaire weg of een lokale verbindingsweg. Er wordt naar gestreefd om de verkeersstromen zoveel mogelijk te bundelen. Deze ontsluitingswegen hebben als functie het ontsluiten van een deelkern naar de hoofdkern waarop deze het meest gericht is en de ontsluiting naar wegen van een hogere orde. Er wordt een verder onderscheid gemaakt met lokale wijkontsluitingswegen, deze wegen hebben als hoofdfunctie het ontsluiten van (woon-)wijken en hebben bijgevolg een lagere verkeersfunctie. De volgende wegen worden geselecteerd als lokale gebiedsontsluitingswegen: Terlinden Brikstraat-Rendries Volgende wegen worden geselecteerd als lokale wijkontsluitingswegen: Stationsstraat Scheibeekstraat – Ekkelberg – Barakkenbergstraat Schepdaelstraat Kapellestraat Erftoegangswegen (type 3): De erftoegangswegen hebben als hoofdfunctie het ontsluiten van woningen en landbouwgronden, als aanvullende functie kunnen zij een verbindingsweg vormen voor het fietsverkeer en het lokaal autoverkeer. Ze hebben een zeer laag percentage aan doorgaand verkeer. De toegangsfunctie primeert. de straat ligt in een verblijfsgebied Indien een (of een gedeelte van een) straat, die zich bevindt in het verblijfsgebied, geselecteerd is als een lokale verbindings- of ontsluitingsweg zullen bijkomende maatregelen nodig zijn teneinde de verkeers- en verblijfsfunctie op elkaar af te stemmen.
centrumstraten en winkelstraten: Langs deze straten of pleinen zijn verschillende handels- en horeca-activiteiten gevestigd, maar er is ook bewoning aanwezig. De inrichting ervan is vooral afgestemd op het verblijven en het wandelen. De N 255 en de N 285 doorkruisen respectievelijk de dorpskern van Herne en Kokejane. Dit betekent dat hier bijkomende maatregelen nodig zijn om de verkeersfunctie van deze wegen in evenwicht te brengen met de verblijfsfunctie van de kernen die ze respectievelijk doorkruisen. Ook langs de N 285 ter hoogte van Herfelingen dient voldoende aandacht besteed te worden aan de afstemming tussen de verkeersen verblijfsfunctie. woonstraten: In deze straten primeert de verblijfsfunctie.
Studiebureau VDS
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Herne
33
Er wordt geopteerd om enkel de schoolomgevingen, de verschillende dorpskernen en de woonwijken in te richten als zone 30 – dit kan op korte en middellange termijn gebeuren. De schoolomgevingen langs de secundaire wegen respectievelijk N255 in Herne en N 285 in Herfelingen dienen geïntegreerd te worden in een doortochtinrichting voor 50 km/u. De weg is gelegen buiten het verblijfsgebied De verkeers- en verblijfsfunctie zijn beide beperkt. Deze straten zijn vooral gericht op de ontsluiting van landbouwactiviteiten. Langs deze wegen bevinden zich eveneens de belangrijkste recreatieve fiets- en wandelroutes. De overige straten komen hiervoor in aanmerking.
Afbakenen verblijfsgebieden en voorzieningen voor de voetganger In verblijfsgebieden is de woonkwaliteit het belangrijkst en worden eventuele maatregelen genomen in functie van de voetganger en de fietser. Het vrijwaren van de woonkwaliteit gebeurt door deze te herinrichten als verkeersarme, verkeersluwe of verkeersvrije gebieden. De kernen van Herne (met het station van Herne), Herfelingen, Sint-Pieters-Kapelle en Kokejane komen in aanmerking als verblijfsgebied. In de dorpskernen van Herne werd een gedeelte van de N 255 reeds grotendeels heringericht als doortocht. Aanvullend op deze doortocht krijgt de bebouwde kom een duidelijke afbakening die extra geaccentueerd wordt door de aanleg van poorteffecten langs de belangrijkste invalswegen. De kern van Herfelingen, doorsneden door de N 255, kreeg nog geen aanpassing. Bijkomende maatregelen zijn aangewezen, o.m. een poorteffect bij het binnenkomen van de dorpskern. In Kokejane werd reeds een rotonde voorzien, doch ook hier is een betere afbakening en accentuering van de bebouwde kom noodzakelijk. In Sint-Pieters-Kapelle dienen eveneens nog maatregelen genomen te worden om het verblijfsgebied te accentueren. Om het langzaam verkeer aan te moedigen, moeten de af te leggen routes korter en aangenamer zijn dan voor het autoverkeer. Oude kerkwegels en buurtwegen kunnen, in samenwerking met het Regionaal Landschap, worden opgewaardeerd. In de omgeving van het station verdienen deze kerkwegels e.d. extra aandacht. Uitwerken van een fietsroutenetwerk In dit netwerk wordt een onderscheid gemaakt tussen: • Bovenlokale fietsroutes • Lokale fietsroutes BOVENLOKALE FIETSROUTES: Deze routes worden geselecteerd door de provincie Vlaams-Brabant in opdracht van het Vlaams Gewest. Deze routes vormen ook de basis voor het fietsfonds, waarin subsidiemogelijkheden voor gemeenten vervat zijn voor de realisatie van fietspaden langs gemeentewegen. Op korte termijn is de realisatie van een fietspad tussen Kokejane en Herne voorzien. De bovenlokale fietsroutes bestaan uit functionele en recreatieve routes. LOKALE FIETSROUTES Naast de bovenlokale fietsroutes zijn er ook verschillende trajecten die voor de eerder lokale fietser van belang zijn (b.v. verbinding Sint-Pieters-Kapelle met het station van Herne). Deze routes vormen een aanvulling op het bovenlokale netwerk. Het fietsnetwerk wordt geconfronteerd met de wegencategorisering. Op deze manier wordt zo het uitrustingsniveau van de verschillende schakels in het fietsnetwerk bepaald.
Studiebureau VDS
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Herne
34
Verhogen aanbod openbaar vervoer Openbaar vervoer speelt een belangrijke rol bij het realiseren van duurzame mobiliteit. Op de langere afstanden is het openbaar vervoer het alternatief bij uitstek voor de auto. Met het oog op de toename van het autoverkeer en de bijhorende files moet het openbaar vervoer worden aangemoedigd. Openbaar vervoer vervult ook een belangrijke taak in het bestrijden van vervoersarmoede die zich voordoet onder bepaalde delen van de bevolking –zoals ouderen, jongeren onder de 18 jaar,… Herne kent reeds een relatief goed openbaar vervoersaanbod. Op het grondgebied van de gemeente loopt de spoorlijn Geraardsbergen-Brussel, er is een station te Herne. Qua busvervoer zijn zowel de Lijn Oost-Vlaanderen als de Lijn Vlaams-Brabant en de TEC Waals-Brabant actief. De evolutie van het busverkeer zal voornamelijk door de beleidsintenties van deze busmaatschappijen bepaald worden. Er wordt voorgesteld om over het grondgebied van de gemeente een zo goed mogelijk openbaarvervoersnet te voorzien zodat een goed alternatief kan aangeboden worden voor het autoverkeer. Er wordt specifieke aandacht gevraagd voor Sint-Pieters-Kapelle, deze kern beschikt nog niet over openbaar vervoersmogelijkheden (met uitzondering van een schoolrit die georganiseerd wordt door de TEC Waals-Brabant). Daarnaast wenst de gemeente dat de verschillende kernen beter met elkaar worden verbonden en is ze vragende partij om een belbussysteem uit te bouwen.
Studiebureau VDS
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Herne
35
3.5 Gewenste perspectieven voor andere functies (zie kaart 6)
3.5.1
Recreatie en toerisme
De gemeente wenst haar bestaande toeristisch-recreatieve infrastructuur verder uit te bouwen. Het uitgangspunt bij de uitbouw van de toeristisch-recreatieve activiteiten is dat het recreatief medegebruik van het buitengebied kan plaatsvinden met respect voor de draagkracht van het gebied. Het is de bedoeling om toeristisch-recreatieve activiteiten mogelijk te maken en te bevorderen, op zo’n manier dat de ruimtelijke kwaliteit van het buitengebied gegarandeerd blijft en zonder dat het functioneren van structuurbepalende functies van het buitengebied (landbouw, natuur, wonen en werken) aangetast wordt. De toeristisch-recreatieve potenties van deze gemeente zijn vooral gelieerd aan het waardevolle en gevarieerde landschap. Dit betekent dat enkel laagdynamische en kleinschalige infrastructuur voorzien wordt en grootschalige projecten vermeden worden. Stimuleren Kartuizerklooster als toeristische troef (zie ook boven bij de bespreking van de open ruimtestructuur) Het Kartuizerklooster vormt een belangrijke historische site. Deze site vormde mee de bakermat van de Nederlandse literatuur en is vanuit cultuur-historisch opzicht zeer belangrijk. Er zijn reeds verschillende academische projecten lopende (in samenwerking met de KUL) om dit erfgoed beter in kaart te brengen. De gemeente wenst deze site die grotendeels verdwenen is, er zijn nog slechts nog enkele restanten, meer in de kijker te zetten. Deze locatie sluit aan op de dorpskern van Herne. De stichting van een kartuizerklooster bij een O.-L.-Vrouwekapel langs de Arebeek wordt vermeld in 1314, en toegeschreven aan Walter II van Edingen. In 1580 wordt het klooster geplunderd en platgebrand, in 1598 wordt herstel van de kerk vermeld; de nu nog bestaande gebouwen dateren uit XVIII a. Opgeheven door Jozef II in 1783, worden de gebouwen in 1785 verkocht bij de Franse Revolutie, en voor een deel, o.m. de kerk, gesloopt begin XIX. Heden resten nog de priorij met poort (1716),een langsschuur (1705) en vroegere aanhorigheden langs de Kloosterstraat.11 De gemeente zal een studie opmaken teneinde na te gaan hoe de ruimtelijke kwaliteiten van deze site kunnen versterkt worden. Deze studie zal ook aandacht hebben voor de toeristisch-recreatieve potentie van deze locatie. De nadruk dient echter steeds te liggen op het landschap en het landelijke karakter van deze omgeving. Grootschalige ontwikkelingen in deze omgeving zijn niet mogelijk. Randvoorwaarden in deze studie dienen te zijn: • Mogelijkheden nagaan tot verwerven van de site of delen ervan • Inrichtingsmogelijkheden publieke ruimte bestuderen teneinde het historisch karakter van deze site te benadrukken op een moderne eigentijdse manier (b.v. door een hedendaags kunstproject, de aanleg van de straat in kleinschalige materialen, …) • Nagaan mogelijkheden tot de bouw van een kleinschalig centrum in de onmiddellijke omgeving van deze site (geïntegreerd in deze landelijke open omgeving) waarin een klein interactief museum voorzien kan worden en het belang van deze site aan de mensen kan ontsloten worden. • Detailstudie hoe deze site tot stand is gekomen en nagaan van de mogelijkheden om in het landschap nog elementen aan te brengen die refereren naar dit ooit groter klooster b.v. via kleine landschapselementen, hoger genoemd gebouw, … , specifieke aandachtspunten zijn de relatie t.o.v. de dorpskern van Herne en het omliggende agrarische gebied. • De mobiliteitsimpact van deze site dient bij nieuwe ontwikkelingen steeds meegenomen te worden, er dient aandacht te zijn op welke manier deze locatie ontsloten zal worden (voorzien kleine parking, bereikbaarheid openbaar vervoer, waar dienen tourbussen zich te parkeren, …), dit hangt sterk af van de uiteindelijke invulling van dit project en kan nu nog niet correct ingeschat worden, doch dit dient zeker verder meegenomen te worden in de verdere uitwerking van dit project, indien parking noodzakelijk is, dient dit op een kwalitatieve manier ingeplant te worden met een maximaal respect voor het landschap en deze landelijke omgeving in het bijzonder. In uitvoering van deze landschapsstudie dient een ruimtelijk uitvoeringsplan opgemaakt te worden waarin de krachtlijnen van deze studie via stedenbouwkundige voorschriften vastgelegd worden. Deze site kan als een kleinschalig recreatief-knooppunt fungeren. 11
Bron: www.onroerenderfgoed.be
Studiebureau VDS
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Herne
36
Site klooster Dominicanessen Deze site zal op korte termijn leeg komen te staan en heeft de typische kenmerken van een oud klooster gebouw (centraal gebouw in een groene omgeving met een muur rond het domein). De gemeente zal een overleg opstarten met de eigenaars van dit gebouw (kloosterorde) teneinde dit gebouw te verwerven en op die manier te vermijden dat dit gebouw leeg komt te staan en uiteindelijk zou verkrotten. Er wordt voorgesteld om hierin eventueel een culturele functie te voorzien (genre kleine theaterzaal, vergaderruimte e.d.) op schaal van deze landelijke gemeente- hoogdynamische functies zijn uitgesloten. Het groene karakter van deze site dient eveneens behouden te blijven. De gemeente zal hiertoe een landschapsstudie opstarten ten einde na te gaan hoe deze functie in de toekomst best in deze omgeving verder kan functioneren. Randvoorwaarden zijn: • Welke functies zijn mogelijk in dit gebouw, wat is de impact hiervan op het gebouw en zijn omgeving • Hoe is deze site tot stand gekomen, zijn er aangrijpingspunten waarnaar via b.v. een verdere inrichting van het landschap (kleine landschapselementen e.d.) historische referenties kunnen aangebracht worden. • De mobiliteitsimpact van deze site in relatie tot zijn omgeving en het landschap in het bijzonder dient nagegaan te worden. • Hoe is de relatie van deze site t.o.v. het nabij gelegen open ruimtegebied, kan deze nog versterkt worden? In uitvoering van deze landschapsstudie dient een ruimtelijk uitvoeringsplan opgemaakt te worden waarin de krachtlijnen van deze studie via stedenbouwkundige voorschriften vastgelegd worden. Deze site kan als een kleinschalig recreatief-knooppunt fungeren. Divers cultuur-historisch erfgoed in de gemeente De gemeente beschikt over een zeer rijk cultuur-historisch erfgoed. Slechts weinig gemeenten beschikken over zo’n groot aantal vierkanthoeves, oude kloosters enz. De meeste van deze sites zijn vandaag in privéhanden, mede daardoor is het toekomstperspectief voor deze sites vandaag moeilijk te bepalen. De gemeente wenst graag dit erfgoed zoveel mogelijk te behouden daar deze deel uit maken van het typische Pajotse landschap en op deze manier ook een belangrijke troef vormen voor de toeristischrecreatieve structuur van de gemeente. Het is dan ook geen toeval dat de gemeente vandaag reeds doorkruist wordt door tal van recreatieve fiets- en wandelroutes. In het provinciaal ruimtelijk structuurplan werd opgenomen dat laag-dynamische toeristisch-recreatieve elementen verweefbaar zijn met de open ruimte. Het voorzien van dergelijke functies in dit erfgoed is dan ook bespreekbaar teneinde de mogelijkheid te behouden om dit erfgoed verder in stand te kunnen houden. Dit betekent geenszins dat gesteld wordt dat alle mogelijke laag-dynamische toeristischrecreatieve functies toegelaten worden. Elk voorstel zal individueel afgewogen dienen te worden in relatie tot zijn omgeving (zie ook de specifieke aanpak van het cultuur-historisch patrimonium bij de bespreking van de zonevreemde woningen). Sport- en recreatieve infrastructuur In de Stationsstraat werd een recreatief knooppunt uitgebouwd met een kleine sporthal en diverse terreinen voor open lucht recreatie (de sporthal werd recent afgewerkt en ook de voetbalvelden zijn reeds aangelegd – dit gebied is volledig ingevuld, er zijn geen uitbreidingsmogelijkheden meer). Er dienen hiervoor geen planologische initiatieven worden genomen (er werd hiertoe reeds een BPAwijziging goedgekeurd). Daarnaast is er in de scholen te Herne ook nog sportinfrastructuur aanwezig (zie verder, deze werden vroeger ook gebruikt door verenigingen e.d., doch sinds de realisatie van de gemeentelijke sporthal, is dit sterk verminderd en wordt deze infrastructuur nog enkel gebruikt door de scholen zelf). Buiten deze infrastructuur van de scholen is er geen zonevreemde sportinfrastructuur in de gemeente aanwezig – zie verder.
Studiebureau VDS
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Herne
37
Andere recreatieve voorzieningen Binnen de verschillende kernen bevinden zich nog andere recreatieve voorzieningen zoals enkele speelpleinen e.d.. Deze zijn volledig verweven met het woongebied en de gemeente wenst ze te behouden. Er dienen hiervoor geen planologische initiatieven genomen te worden. De gemeente beschikt nog over een kampeerverblijfpark. Deze site bevindt zich reeds in recreatiegebied. De gemeente wenst dit te behouden, er zijn geen planologische initiatieven nodig. Fiets- en wandelroutes De gemeente beschikt reeds over een vrij goed uitgerust net van wandelpaden en fietsroutes en kan dit verder uitbouwen. Dit heeft geen invloed op de verschillende functies en structuren van het buitengebied. Om de toeristisch-recreatieve aanbodelementen in het buitengebied en in de stedelijke gebieden met elkaar te verbinden en op elkaar af te stemmen, wordt netwerkvorming vooropgesteld. Paden en routes worden met elkaar verbonden en uitgerust als een samenhangend toeristisch-recreatief product. Aangezien Herne gelegen is in het Pajottenland, kan de gemeente deel uitmaken van langere wandelroutes doorheen de streek. Het publieke karakter en de toegankelijkheid van de paden en routes moet maximaal gegarandeerd blijven. Een aandachtspunt bij de verdere uitwerking van deze routes is het opnemen van de sportsite Hernekauter, het klooster van de Dominicanessen en het vroegere Kartuizerklooster die kleinschalige toeristisch-recreatieve knooppunten vormen.
3.5.2
Gemeenschapsvoorzieningen
De aan het wonen gekoppelde gemeenschapsvoorzieningen worden geconcentreerd in de kernen van het buitengebied. Het niveau en de reikwijdte van de voorzieningen wordt in overeenstemming gebracht met het belang van de kernen. Er wordt gestreefd naar een verweving van de verschillende activiteiten (onderwijs, administratie, cultuur, sport, gezondheid,…). Containerpark + gemeentelijke loodsen Op termijn dienen ook de bijkomende gemeentelijke loodsen aansluitend op deze site voorzien te worden. De bestaande loodsen worden op hun huidige locatie voorlopig gehandhaafd – deze site kan dan een woonfunctie krijgen, hiervoor zijn in principe geen planologische initiatieven nodig. Op en aansluitend op deze site wordt voorgesteld om de meer hardere functies ten behoeve van openbaar nut zoals de gemeentelijke loodsen en het containerpark te bundelen. Ook in de KMO-zone worden dergelijke openbare voorzieningen toegelaten teneinde blijvend te kunnen anticiperen op nog eventuele uitbreidingsnoden. Deze locatie heeft als voordeel dat ze aansluit bij een bestaand bedrijventerrein waardoor de impact op de open ruimte beperkt kan worden gehouden, ze aansluit bij het hoofddorp, een vrij centrale ligging kent in de gemeente en vlot bereikbaar is mede door de nabijheid van de secundaire weg N 255. Er dient geen apart rup voor deze site opgemaakt te worden, dit kan ingekaderd worden in het rup met betrekking tot het lokaal bedrijventerrein (zie boven). Bundeling openbare voorzieningen in de dorpskern Aansluitend op het gemeentehuis worden de belangrijkste gemeenschapsfuncties gebundeld. Vandaag zijn reeds het gemeentehuis, jeugdhuis, bibliotheek en een school aanwezig op deze site. De parking wordt ook gebruikt als kaatsplein. Een deel van deze site is zonevreemd. Er dienen voldoende mogelijkheden behouden te blijven om gemeenschapsfuncties op deze site uit te bouwen. Om deze reden dient de volledige site opgenomen te worden als gebied voor openbare voorzieningen. Deze locatie heeft als voordeel dat er reeds verschillende openbaar nutsfuncties aanwezig zijn (waardoor een medegebruik van een aantal voorzieningen mogelijk is zoals b.v. parking), er geen bijkomende open ruimte dient te worden aangesneden en een centrale ligging kent binnen het hoofddorp Herne. Er dient een rup opgemaakt te worden teneinde de ontwikkelingsmogelijkheden van deze site verder te optimaliseren. Nabij het gemeentehuis en de kerk van Herne wordt aansluitend op de kern een uitbreiding voorzien van het bestaande rusthuis. De uitbreiding van dit rustoord kan gebeuren in de omgeving van het bestaande rustoord en op eigen terrein, er dient hiervoor geen nieuwe open ruimte aangesneden te worden. In het informatief gedeelte is de uitbreidingsbehoefte van dit rustoord opgenomen. In de toekomst kan dit nog verder bijgestuurd dienen te worden in functie van de programmatie van de hogere overheid. Deze uitbreiding dient tevens rekening te houden met de afstemming op de aanpalende school.
Studiebureau VDS
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Herne
38
Deze school is deels zonevreemd en de bestaande gebouwen zijn sterk verouderd. Een renovatie van deze site dringt zich op. De ruimtebehoefte van deze school is opgenomen in het informatief gedeelte. Er dient een rup opgemaakt te worden teneinde de ontwikkelingsmogelijkheden van de school en het rustoord te optimaliseren. Een randvoorwaarde is het verbeteren van de ontsluiting. Dit is vooral voor de school van belang. Uitbreiding kerkhof Herfelingen Het kerkhof van Herfelingen is te klein en dient uitgebreid te worden. Er werd hiervoor reeds een BPA goedgekeurd. De uitbreiding van het kerkhof is reeds voorzien op korte termijn (de nodige gronden werden reeds verworven). Parking Er dient voldoende parking in het centrum op een geconcentreerde manier behouden te blijven. Eventuele beperkte uitbreidingen blijven mogelijk. Deze bijkomende parking wordt gesitueerd aan het station en in de dorpskern (gebied aan het gemeentehuis – zie boven) Parochiezaal Herne De parochiezaal ligt grotendeels in het woongebied met landelijk karakter. Een deel bevindt zich in het agrarisch gebied. De gemeente wenst deze zaal volledig zone-eigen te maken en nog beperkte uitbreidingsmogelijkheden te bieden. Deze site maakt deel uit van het hoofdorp, is ingesloten door bebouwing en er wordt geen landbouwgebied aangesneden (er wordt geen uitbreiding gevraagd buiten de bestaande site). BAVO-centrum Herfelingen Dit centrum met bijhorende parking in het centrum van Herfelingen is een volledig gerenoveerd gebouwencomplex bestaande uit een polyvalente feestzaal, verschillende lokalen voor de lokale jeugdbewegingen en vergaderruimten. Teneinde het openbaar karakter van deze site ook in de toekomst te behouden wenst de gemeente deze site op te nemen in een zone voor openbaar nut. Polyvalente zaal met achterliggende tuin te Sint-Pieters-Kapelle Deze zaal doet dienst voor de chiro en als vergaderzaal, schutterlokaal en kleine feestzaal. Teneinde het openbaar karakter van deze site ook in de toekomst te behouden wenst de gemeente deze site op te nemen in een zone voor openbaar nut. Wippeweide te Sint-Pieters-Kapelle Op deze weide bevinden zich een voetbalveld, speeltuin, staande wip en twee petanquepleinen. Teneinde het openbaar karakter van deze site ook in de toekomst te behouden wenst de gemeente deze site op te nemen in een zone voor openbaar nut. Waterzuivering en overstromingsgebieden Kleine waterzuiveringsinstallaties zullen op termijn noodzakelijk worden, vb. rietvelden, biorotorinstallaties,… De locatie hiervoor kan momenteel moeilijk ingeschat worden (gravitaire voorwaarden). Ook de locatie van eventuele overstromingsgebieden is vandaag moeilijk inschatbaar, deze zullen zich wel hoofdzakelijk in de Markvallei of de beekvalleien bevinden. Locatie ten behoeve van alternatieve energie Er is een vraag naar locaties ten behoeve van het opwekken van alternatieve energie zoals b.v. windmolens e.d. De exacte locatie hiervoor is nog niet vastgelegd. Dit dient verder onderzocht te worden. Indien nodig kan hiervoor een RUP-procedure opgestart worden. In het kader van deze procedure dient dan gezocht te worden naar een geschikte locatie die ingekaderd kan worden binnen de ruimtelijke principes die opgenomen zijn in het GRS. Er dient hierbij rekening gehouden te worden met volgende criteria: • Dit dient technisch mogelijk te zijn. • De impact op het landschap mag niet te groot zijn, en mag niet als storend ervaren worden • Er dient bij voorkeur gezocht te worden ten zuiden van Sint-Pieters-Kapelle, vrijwel onmiddellijk over de gemeentegrens bevindt zich immers de A8 die reeds een vrij grote impact heeft op het landschap • Er mag geen negatieve impact zijn op de natuur.
Studiebureau VDS
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Herne
39
4 Gewenste ruimtelijke structuur deelruimtes 4.1 Gewenste structuur Herne-centrum (zie kaart 7) De kern van Herne dient uitgebouwd te worden als hoofddorp. In het kader van deze visie worden de openbare en semi-openbare voorzieningen gebundeld en uitgebreid ter hoogte van het huidige gemeentehuis. Deze site is vandaag deels zonevreemd en dient volledig zone-eigen te worden (gebied voor gemeenschapsvoorzieningen). Dit gebied dient niet vergroot te worden, er wordt geen bijkomende open ruimte ingenomen, doch dient verder geoptimaliseerd te worden. Er dient hiertoe in de eerste plaats verder overleg gepleegd te worden met de school omtrent hun verdere toekomstplannen (een deel van het schooldomein wordt niet meer gebruikt).
gemeentehuis bib/jeughuis
parking
school/sporthal
situering cluster openbaar nutsvoorzieningen op een luchtfoto (bron: www.geo-vlaanderen.be)
In de directe nabijheid van het gemeentehuis bevindt zich het rusthuis St. Felix. Aansluitend op die site dient de nodige ruimte voorzien te worden om de behoefte aan serviceflats en toekomstige rusthuisbedden op te vangen. Bovendien is het belangrijk dat de uitbreiding van dit tehuis uitgewerkt wordt met aandacht voor een goede ruimtelijke afstemming en aansluiting met de school in de Kapellestraat, waarvan de terreinen grenzen aan de terreinen van het rusthuis. Deze school is deels zonevreemd. De gebouwen dienen op korte termijn vernieuwd te worden. Dit betekent dat deze volledige site ook zoneeigen dient te worden teneinde de verdere ontwikkelingsmogelijkheden van zowel het rustoord als de school niet te hypothekeren. Er dient ook nog verder nagegaan te worden in welke mate de ontsluiting van zowel het rustoord als de school verder geoptimaliseerd kan worden. Randvoorwaarden voor dit RUP zijn: • het mobiliteitsprofiel van deze activiteiten: voorzien van voldoende parking, garanderen bereikbaarheid voor de zwakke weggebruiker op een veilige manier • inpassing infrastructuur in de omgeving • behoefte vloeit deels voort uit programmatie gepland door de Vlaamse overheid • bundelen gebouwen waar mogelijk • een zuinig en optimaal gebruik van de ruimte • bijdragen tot een versterken van de centrumfuncties van het hoofddorp Herne
Studiebureau VDS
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Herne
40
vernieuwen schoolgebouwen + uitbreiding
school
mogelijkheid voor de aanleg van park (groene inrichting) bundelen parking
voorzien ontsluiting langzaam verkeer
P?
mogelijkheid tot verbeteren ontsluiting t.b.v. parkeergebeuren school en rustoord inbuffering
rustoord
situering te voorziene uitbreiding rustoord en school op een luchtfoto (bron: www.geo-vlaanderen.be)
Uitbreiding van het woningbestand dient in eerste instantie in de kern van Herne te gebeuren. Een eerste aanzet is een kleinschalig sociaal woonproject (ongeveer 15 à 20 woongelegenheden). Deze projecten sluiten aan bij de bestaande verkaveling Hernekouter. Daarnaast worden ook de nog bestaande mogelijkheden binnen dit gebied (bestaand aanbod) geoptimaliseerd door de (beperkte) herziening van de verouderde BPA’s Hernekauter nr. 1 en nr. 2. Ook de sportvoorzieningen worden gebundeld binnen het centrum van Herne. Er werd recent een sporthal met bijhorende openluchtsportterreinen ingeplant aansluitend op de goedgekeurde en reeds in uitvoering zijnde verkaveling van Hernekauter, het reservegebied voor woonwijken en de stationsomgeving. Deze site is reeds volledig ingevuld. De stationsomgeving dient versterkt te worden. Een betere integratie van het stationsplein en de parking kan hiertoe bijdragen. Een belangrijk aandachtspunt in de visie omtrent het centrum van Herne, is de site van het Kartuizerklooster. Het Kartuizerklooster is één van de eerste kloosters waar de Nederlandse letterkunde werd beoefend. Het is een belangrijk historisch gebouw dat niet in een vergeethoek mag terechtkomen. De Kartuizersite dient dan ook als cultureel en historisch erfgoed uitgebouwd te worden en kan zodanig mee ageren als waardevolle toeristische site. Er zal verder onderzocht worden of er een mogelijkheid is om b.v. door de bouw van een klein museum deze site nog beter te ontsluiten aan het publiek. Ook verder archeologisch onderzoek op deze site behoort tot de mogelijkheden.
Studiebureau VDS
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Herne
41
mogelijkheid kleinschalige inrichting publiek domein
P?
zoeklocatie (groene) parking
poortgebouw klooster via beplantingen contour oorspronkelijkklooster aangeven zoeklocatie museum/ kenniscentrum versterken link met de kern via kleine landschapselementen
situering project Kartuizerklooster op een luchtfoto (bron: www.geo-vlaanderen.be)
Verspreid in en rond de kern bevinden zich ook verschillende vierkantshoeves. Om het historische patrimonium en het oorspronkelijk landelijk karakter van de kern te beschermen, wordt geopteerd om deze gebouwen zoveel mogelijk te beschermen. Herne is een heel landelijke gemeente. Ook de kern van Herne zelf heeft nog een landelijk karakter. Het omliggende open landbouwgebied dringt op sommige plaatsen door tot in de kern. Ten oosten van de kern, tussen Kapellestraat en Aerebeekstraat wordt ernaar gestreefd om de open ruimte te laten doordringen tot in de kern door middel van een groene vinger, bijvoorbeeld via de aanleg van een parkje aansluitend op het rusthuis (dit ook in relatie tot de school in de Kapellestraat – zie ook boven). Aansluitend op de kern van Herne wordt ter hoogte van de Scheibeekstraat een lokaal bedrijventerrein uitgebouwd. Binnen dit bedrijventerrein is eveneens het gemeentelijk containerpark ingeplant. Aan het station van Herne bevindt zich een industriële ijzergieterij. De impact van dit bedrijf is vrij zwaar voor de residentiële en landelijke omgeving rond het station. Op termijn dient de industriële activiteit op deze site afgebouwd worden en dient deze site geïntegreerd te worden met de omliggende woon- en leefruimte. Het Heldenplein op het kruispunt van de Ninoofse-/Edingsesteenweg en de Stationsstraat en Aerebeekstraat moet uitgebouwd worden als volwaardig centrumplein. Er dient werk gemaakt te worden van de uitbouw van optimale pleinwanden rondom een aantrekkelijk verblijfs- en vertoevingsgebied. De parochiezaal wordt zone-eigen en krijgt nog beperkte uitbreidingsmogelijkheden.
Studiebureau VDS
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Herne
42
4.2 Gewenste structuur straatlint uit Edingen (zie kaart 8) Het straatlint op de Edingsesteenweg nabij Edingen functioneert volgens de huidige toestand als stedelijke kernuitloper van Edingen. Dit kan naar de toekomst toe niet de bedoeling zijn. De uitloper dient beperkt te worden en dient ruimtelijk eerder aan te sluiten bij het landelijk karakter van de gemeente Herne. De nadruk dient vooral op wonen te liggen. Om dit te verwezenlijken is weliswaar een doorgedreven gezamenlijk beleid met Edingen noodzakelijk. De site van de Dominicanessen zal op korte termijn leeg komen te staan. De gemeente wenst verder te onderzoeken welke mogelijke functies hier in de toekomst nog kunnen. Er wordt in eerste instantie gedacht aan een (laagdynamische) cultuureducatieve functie, gekoppeld aan een parkfunctie.
klooster
situering kloostergebouw op een luchtfoto (bron: www.geo-vlaanderen.be)
4.3 Gewenste structuur Sint-Pieters-Kapelle (zie kaart 9) Sint-Pieters-Kapelle is een zeer landelijke kern-in-het-buitengebied binnen de gemeente Herne. De schaal van de kern mag de draagkracht van de omliggende open ruimte niet overschrijden. Daarom dient in de toekomst een ruimtelijk beleid gevoerd te worden waarbij specifieke aandacht uitgaat naar het landschap. De zichtrelaties vanaf de woonlinten op het omliggend open landbouwgebied dienen zoveel mogelijk gevrijwaard worden. Op het kruispunt van de Geraardsbergsestraat en de Brikstraat dient het kerkplein als volwaardig plein afgewerkt te worden en dit met aandacht voor het beschermd dorpsgezicht rond de kerk.
4.4 Gewenste structuur Herfelingen (zie kaart 10) Herfelingen is een vrij landelijke woonkern langs de N28, waarvan de eigenlijke kern in de Sint-Niklaasstraat ligt. In deze optiek dient de pleinfunctie van het kerkplein versterkt te worden en de uitdeinende verlinting langs de N285 afgeremd te worden. De site van Olympia sluit ruimtelijk aan bij het lint langs de N285. Het bedrijf snijdt volgens de huidige situatie reeds de open ruimte aan. Naar de toekomst dient voorkomen te worden dat het functioneren
Studiebureau VDS
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Herne
43
van het bedrijf de draagkracht van de open ruimte overschrijdt. Uitgesproken inbuffering naar de open ruimte toe is een noodzaak. Het reeds bestaande BPA vormt hierin het verdere beleidskader. Het open zicht op de omliggende omgeving vormt een grote troef voor de kern van Herfelingen. Het is belangrijk dat naar de toekomst toe de zichtrelatie naar dit open landschap zoveel mogelijk gevrijwaard wordt. In de toekomst zal langs de Steenweg Asse enkel in de nabijheid van de kern kleinhandel e.d. toegelaten worden.
4.5 Gewenste structuur Kokejane (zie kaart 11) Kokejane is de kleinste kern-in-het-buitengebied op het grondgebied van Herne en bestaat in feite uit een aantal bebouwingslinten, vertrekkende vanaf de rotonde in het centrum van de kern. Om de compactheid van deze kern te behouden, wordt ervoor geopteerd om verdere uitdeining van de lintbebouwing langs ondermeer de N285, de Van Cauwenberghelaan en de Chaussée de Brunehault tegen te houden. Ter hoogte van de beekvallei ten noorden van de kern dient het open en groen karakter van de omgeving zoveel mogelijk gevrijwaard te blijven door middel van een open ruimte corridor. In de toekomst zal langs de Steenweg Asse enkel in de nabijheid van de kern kleinhandel e.d. toegelaten worden. Daar de kern zich uitstrekt tot over de grens met de Waalse provincie Henegouwen, is het belangrijk dat om een zo optimaal mogelijk ruimtelijk beleid te voeren, er een goede samenwerking en aansluiting dient uitgebouwd te worden tussen Kokejane en Petit-Enghien.
Studiebureau VDS
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Herne
44
5 Visie op het waterbeleid, watertoets (zie kaart 12) Het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid legt in hoofdstuk III, afdeling I, bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. De bekkenbeheersplannen of stroomgebiedsplannen uit het decreet integraal waterbeleid kunnen aanleiding geven tot wijziging van de plannen van aanleg of ruimtelijke uitvoeringsplannen. In het kader van structuurplanning zijn nog geen bepalingen gekend over de wijze waarop het GRS dient in te gaan op deze materie. Ook zijn alle relevante plannen met betrekking tot de waterproblematiek nog niet opgemaakt. Als beleidsvisie wordt vanuit het GRS gesteld dat in de toekomst het vermeden dient te worden dat huizen e.d. op verkeerde (waterzieke) plaatsen worden gebouwd en er bij bouwprojecten e.d. dan ook steeds een evaluatie noodzakelijk is teneinde de impact van het project in relatie tot de waterhuishouding na te gaan.
Studiebureau VDS
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Herne
45
Opgemaakt door Ing. Jo Van de Sype Ruimtelijk planner
Ing. Karolien Gabriël Ruimtelijk planner
Gezien en voorlopig vastgesteld door de gemeenteraad van Herne (voorontwerp) in zitting van
de Secretaris
de Voorzitter
Het College van Burgemeester en Schepenen verklaart dat het (voorontwerp) GRS voor eenieder ter inzage heeft gelegen op het gemeentehuis van Herne van tot
de Secretaris
de Burgemeester
Gezien en definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van
de Secretaris
de Voorzitter
Gezien en aangenomen door de Provincie Vlaams-Brabant
Bestendige Deputatie
Studiebureau VDS
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Herne