AALTER gemeentelijk ruimtelijk structuurplan
gemeentebestuur AALTER Europalaan 22 9880 Aalter
Afdeling Verkeer en Ruimte Brugge, 30 september 2003
VOORWOORD
De lezer van dit document wordt meegenomen op een snelweg van nieuwe ruimtelijke orde. Vanaf 1995 heeft het gemeentebestuur bijna dagdagelijks aan deze opdracht gewerkt. Ze is het resultaat van veel denkwerk, toetsing, overleg, maar ook van afwegingen en keuzes. In deze neerslag vindt de lezer maar ook de inwoner van Aalter, en soms ook velen van buiten de gemeente, een glasheldere kijk op de opvolger van het vaak magische maar soms ook ongrijpbare begrip ‘gewestplan’. Aldus leggen we samen de ruimte vast waar tot diep in de 21ste eeuw zal worden gewoond, gewerkt, gewandeld, gerust of gewoon ‘ge-niet’ zal worden. Als gemeentelijk bestuurder ben ik fier op dit document, dat niet zonder de inzet van het studiebureau, onze dienst Milieu en Stedenbouw en de bezieling van Schepen Patrick Hoste tot stand zou zijn gekomen.
Aalter, 30 september 2003
Pieter De Crem burgemeester
Gezien en voorlopig goedgekeurd door de gemeenteraad in vergadering van ………. Op bevel, De Secretaris De Burgemeester Luc Jolie Pieter de Crem
Gezien en definitief aangenomen door de gemeenteraad in vergadering van ………. Op bevel, De Secretaris De Burgemeester Luc Jolie Pieter de Crem
Zegel van de gemeente
Het college van Burgemeester en Schepenen verklaart dat onderhavig GRS voor eenieder ter inzage heeft gelegen van ………. tot ………. Namens het college Op bevel, De Secretaris De Burgemeester Luc Jolie Pieter de Crem
Zegel van de gemeente
Zegel van de gemeente
Verantwoordelijk ruimtelijk planner Karel Vanackere Architect
Jan Bosschem Ingenieur-Architect
INHOUDSOPGAVE
1 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
ALGEMENE INLEIDING................................................ 10 structuurplanning, een proces van visie- en beleidsvorming . 10 het ruimtelijk structuurplan als kader voor ruimtelijke ontwikkelingen .................................................................... 10 structuurplanning: een proces op drie sporen....................... 11 inhoud van het structuurplan .............................................. 12 procesverloop ...................................................................... 12
DEEL 1 INFORMATIEF GEDEELTE .................... 14 1 1.1 1.2
BASISGEGEVENS OVER AALTER ................................ 15 situering .............................................................................. 15 algemene kenmerken ........................................................... 18
2 2.1 2.2
BESTAANDE RUIMTELIJKE STRUCTUUR ................ 19 inleiding .............................................................................. 19 Aalter in de ruimere omgeving: structurerende elementen op bovengemeentelijk niveau.................................................... 20 2.2.1 nederzettingsstructuur op macroniveau ........................ 20 2.2.2 Aalter in de open ruimte .............................................. 20 2.2.3 Aalter, een tewerkstellingspool .................................... 21 2.2.4 Aalter, een knooppunt van belangrijke wegen ............... 21 bestaande ruimtelijke structuur van de gemeente ................. 22 2.3.1 bestaande nederzettingsstructuur................................. 22
2.3
2.3.1.1 2.3.1.2 2.3.1.3
morfologie........................................................................... 22 functionele structuur ........................................................... 24 bestaande ruimtelijke structuur van de kernen .................... 27
2.3.2
structuur van de open ruimte ........................................34
2.3.2.1 2.3.2.2 2.3.2.3 2.3.2.4 2.3.2.5 2.3.2.6 2.3.2.7
algemeen.............................................................................. 34 fysische structuur................................................................. 36 natuurlijke structuur............................................................ 38 agrarische structuur............................................................. 40 landschappelijke structuur................................................... 42 toeristisch-recreatieve structuur........................................... 43 belangrijkste aandachtspunten ............................................ 44
2.3.3
ruimtelijk-economische structuur..................................45
2.3.3.1 2.3.3.2 2.3.3.3
het industrieterrein .............................................................. 45 de ambachtelijke zones ........................................................ 45 dienstverleningsgebied ......................................................... 46
2.3.4
lijninfrastructuur .........................................................47
2.3.4.1 2.3.4.2 2.3.4.3 2.3.4.4 2.3.4.5 2.3.4.6
algemeen.............................................................................. 47 wegennet.............................................................................. 47 openbaar vervoer................................................................. 48 waterwegennet..................................................................... 49 nutsleidingen ....................................................................... 50 belangrijkste aandachtspunten ............................................ 50
2.4
analyse van enkele deelgebieden ...........................................52 2.4.1 identificatie van de deelruimten ....................................52 2.4.2 Aalter-Centrum en de omringende open ruimte .............53 2.4.3 de kanaalzone met de aanpalende industrie en AalterBrug............................................................................54 2.4.4 de woonparken en het Markettebos ..............................55 2.4.5 Bellem en het noordelijk landbouwgebied ......................55 2.4.6 de bossen rond Sint-Maria-Aalter ................................56 2.4.7 Poeke, Lotenhulle en het kasteelpark ...........................57 2.4.8 het zuidelijk landbouwgebied ........................................58
3 3.1
PLANNINGSCONTEXT ...................................................59 plannen van bovengemeentelijk niveau.................................59 3.1.1 Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (1997) ...............59 3.1.1.1 3.1.1.2 3.1.1.3 3.1.1.4 3.1.1.5
visie en ruimtelijke principes................................................ 59 stedelijke gebieden ............................................................... 60 buitengebied ........................................................................ 60 gebieden voor economische activiteiten ............................... 61 lijninfrastructuur ................................................................. 61
12_105\RAP\GRS030930.doc
3.1.2 3.1.2.1 3.1.2.2 3.1.2.3
3.2
4 4.1
4.1.2.4
gezinsprognose .................................................................... 90
4.1.3
analyse van het woningaanbod......................................91
globale ontwikkelingsvisie ................................................... 63 ontwikkelingsvisies voor de deelruimten ............................. 64 de gewenste deelstructuren .................................................. 64
4.1.3.1 4.1.3.2 4.1.3.3
het bestaande woningbestand .............................................. 91 analyse van de bouwactiviteit .............................................. 93 overzicht van het aanbod..................................................... 95
3.1.3 gewestplan (1978) ...................................................... 66 3.1.4 monumenten en landschappen...................................... 68 3.1.5 natuurbeschermingsgebieden ....................................... 68 3.1.6 bosdecreet................................................................... 69 gemeentelijke plannen ......................................................... 70 3.2.1 gemeentelijk natuurontwikkelingsplan (1996) ............. 70 3.2.2 gemeentelijk mobiliteitsplan (2001) ............................ 70 3.2.3 plannen van aanleg...................................................... 71 3.2.3.1 3.2.3.2
3.3
Ruimtelijk Structuurplan Provincie Oost-Vlaanderen (voorontwerp, september 2002)................................... 63
algemeen plan van aanleg .................................................... 71 bijzondere plannen van aanleg ............................................ 71
3.2.4 totaalplannen.............................................................. 71 3.2.5 gemeentelijke verordeningen en subsidies ..................... 71 studies en projecten voor de gemeente ................................. 72 3.3.1 Warande-project (1998-99) ........................................ 72 3.3.2 masterplan sportcentrum (2001) ................................. 72 3.3.3 gebiedsvisie Natuur, Bos, Landschap en Recreatie in het centrale Bulskampveld (1997-98)................................ 72 3.3.4 integraal waterbeheer Poekebeek (1997-98)................ 72 3.3.5 natuurontwikkelingsproject Kranepoel......................... 73
4.2
DEEL 2 RICHTINGGEVEND GEDEELTE...........101 1 1.1
1.2
PROGNOSES EN BEHOEFTEN ...................................... 74 wonen.................................................................................. 74 4.1.1 evolutie van de bevolking en van de gezinnen ................ 74 4.1.1.1 4.1.1.2 4.1.1.3 4.1.1.4 4.1.1.5
algemeen ............................................................................. 74 bevolkingsevolutie op niveau van de verschillende kernen... 75 natuurlijke aangroei en migratie.......................................... 76 leeftijdsstructuur van de bevolking ...................................... 79 evolutie van het aantal gezinnen .......................................... 82
4.1.2
prognose van de bevolking en van de gezinnen .............. 83
4.1.2.1 4.1.2.2 4.1.2.3
gesloten bevolkingsprognose ............................................... 83 open bevolkingsprognose .................................................... 86 overzicht bevolkingsprognoses ............................................ 89
4.1.4 confrontatie vraag-aanbod ...........................................96 economie..............................................................................97 4.2.1 omvang en evolutie van de tewerkstelling ......................97 4.2.2 sector van de tewerkstelling..........................................98 4.2.3 omvang en evolutie van de werkloosheid........................99 4.2.4 woon-werkverplaatsingen ...........................................100
2 2.1 2.2
ALGEMENE VISIE OP DE RUIMTELIJKE ONTWIKKELING VAN AALTER .................................102 gewenste rol en positie........................................................102 1.1.1 Aalter als beheerder van waardevolle open ruimten .....102 1.1.2 Aalter als knooppunt binnen het open-ruimtegebied.....102 1.1.3 Aalter als aanbieder van hoogwaardige woonomgevingen102 basisdoelstellingen..............................................................103 1.2.1 versterken van de kernen op basis van de eigen identiteit103 1.2.2 ontwikkelen van samenhang en uitwerken van een duidelijke hiërarchie...................................................103 1.2.3 aanbieden van ontwikkelingsmogelijkheden voor economische activiteiten.............................................104 1.2.4 ondersteunen van de agrarische functie en bedrijvigheid104 1.2.5 verbinden en versterken van natuurlijke gebieden ........105 1.2.6 maximaliseren van de beleving van de open ruimte ......105 RUIMTELIJKE CONCEPTEN VOOR AALTER ...........106 twee sterke boscomplexen ..................................................106 twee landbouwgebieden met een natuurlijk-landschappelijke ader....................................................................................107 @ Grontmij Belgroma 5
12_105\RAP\GRS030930.doc
2.3 2.4 2.5 2.6 3 3.1
uitbouw van zes kernen ......................................................108 identiteitsversterking van de kernen....................................109 economische activiteiten op de noord-zuid-as van bovenlokale wegen .............................................................110 samenhangende ruimtelijke structuur op lokaal niveau.......111 GEWENSTE RUIMTELIJKE DEELSTRUCTUREN ....112 gewenste nederzettingsstructuur .........................................112 3.1.1 visie en doelstellingen .................................................112 3.1.1.1 3.1.1.2 3.1.1.3 3.1.1.4
creëren van een ruim en een evenwichtig woningaanbod ....112 uitbouw van compacte, multifunctionele kernen ................113 aandacht voor de openbare ruimte en groenvoorzieningen in de kernen............................................................................113 beperken van wonen in de open ruimte ..............................114
3.1.2
ruimtelijk concept ......................................................114
3.1.2.1 3.1.2.2
hiërarchische structuur .......................................................114 uitbouw van een centrumgebied in de kernen .....................118
3.1.3
uitwerking .................................................................119
3.1.3.1 3.1.3.2 3.1.3.3
locatie en type van het te realiseren woonaanbod ...............119 gewenste woonprojecten.....................................................119 uitbouw van sport- en recreatiemogelijkheden op het niveau van de kern.........................................................................124 strikt binnen de perken houden van middenschalige handelszaken ......................................................................125 ontwikkelingsperspectieven voor verspreide zonevreemde woningen............................................................................125
3.1.3.4 3.1.3.5
3.2
3.2.1.3 3.2.1.4
uitbouw van een samenhangend ecologisch netwerk ..........128 ondersteunen van de dynamische ontwikkeling van de landbouw, inclusief grondloze landbouw, in de agrarische gebieden .............................................................................128 bescherming en opwaardering van gebieden en structuren met een hoge landschappelijke waarde ...............................129 multifunctionaliteit van de open ruimte versterken en medegebruik ondersteunen.................................................129
3.2.2
ruimtelijke concepten .................................................130
3.2.2.1
vier deelgebieden van de open ruimte .................................130
elementen van bovenlokaal niveau .................................... 131 natuurgebieden van lokaal niveau ..................................... 132 natuurverbindingen van lokaal niveau............................... 132 overgangsgebieden tussen kernen en de open ruimte ......... 132 landschappelijke structuren ............................................... 133 uitbouw wandel- en fietsnetwerken.................................... 133
3.2.3
uitwerking .................................................................135
3.2.3.1 3.2.3.2 3.2.3.3
actieve en realistische aanpak ............................................ 135 overleg en samenwerking met hogere overheden ............... 135 tot stand brengen van landschappelijke meerwaarden bij initiatieven van natuurontwikkeling en recreatief medegebruik ...................................................................... 135 uitbouw van Poeke met een regionale toeristisch-recreatieve attractiviteit ....................................................................... 136 ontwikkelingsperspectieven voor zonevreemde sport-, recreatie- en jeugdvoorzieningen........................................ 137
3.2.3.4 3.2.3.5
3.3
gewenste ruimtelijk-economische structuur ........................138 3.3.1 visie en doelstellingen .................................................138 3.3.1.1
gewenste open-ruimtestructuur...........................................128 3.2.1 visie en doelstellingen .................................................128 3.2.1.1 3.2.1.2
3.2.2.2 3.2.2.3 3.2.2.4 3.2.2.5 3.2.2.6 3.2.2.7
3.3.1.2
aanbieden van uitbreidingsmogelijkheden voor regionale bedrijvigheid...................................................................... 138 herschikken van lokale bedrijvigheid ................................. 138
3.3.2
ruimtelijk concept ......................................................139
3.3.2.1 3.3.2.2 3.3.2.3
lokale bedrijvigheid in Lobulck en aan de E40................... 139 beperkte inbreiding van het industrieterrein aan oostzijde. 139 suggestie tot uitbreiding van de regionale bedrijvigheid..... 139
3.3.3
uitwerking .................................................................141
3.3.3.1
samenwerken met de hogere overheid inzake de realisatie van de site Woestijne ................................................................ 141 geen verdere uitbreiding van het bedrijventerrein Bellem... 142 ontwikkelingsperspectieven voor zonevreemde bedrijven .. 142
3.3.3.2 3.3.3.3
3.4
gewenste lijninfrastructuur .................................................144 3.4.1 visie en doelstellingen .................................................144 3.4.2 ruimtelijk concept ......................................................144 3.4.2.1 3.4.2.2 3.4.2.3 3.4.2.4
categorisering van wegen ................................................... 144 herinrichting centrumgebieden .......................................... 145 openbaar vervoer............................................................... 145 fietsers en voetgangers ....................................................... 146
3.4.3
uitwerking .................................................................147 @ Grontmij Belgroma 6
12_105\RAP\GRS030930.doc
3.4.3.1 3.4.3.2
4 4.1
4.2
4.3 4.4
4.5
4.6
4.7
ombouwen van de N44 en de N37 tot primaire wegen........147 ondersteunende maatregelen ..............................................148
ONTWIKKELINGSPERSPECTIEVEN VOOR DE DEELRUIMTEN..............................................................149 Aalter-Centrum en de omringende open ruimte ..................149 4.1.1 algemeen ...................................................................149 4.1.2 het commerciële hart ..................................................149 4.1.3 de interne verkeerscirculatie .......................................150 4.1.4 nieuwe woningbouwprojecten afwisselend in het noorden en het zuiden van Aalter-Centrum...............................150 4.1.5 de relatie met de omgeving .........................................151 de kanaalzone met aanpalende industrie en Aalter-Brug.....153 4.2.1 algemeen ...................................................................153 4.2.2 de uitbouw van Aalter-Brug........................................153 4.2.3 suggestie tot uitbreiding van de regionale bedrijvigheid 154 de woonparken en het Markettebos....................................155 Bellem en het noordelijk landbouwgebied...........................156 4.4.1 Bellem als dorp in het groen........................................156 4.4.2 de relatie met het kanaal ............................................156 4.4.3 het noordelijk landbouwgebied....................................156 de bossen rond Sint-Maria-Aalter ......................................158 4.5.1 Sint-Maria-Aalter op een dambordstructuur ...............158 4.5.2 de bossen en natuurgebieden .......................................158 4.5.3 de gebieden ten noorden van de E40 ............................159 Poeke, Lotenhulle en het kasteelpark..................................160 4.6.1 algemeen ...................................................................160 4.6.2 Poeke als kasteeldorp.................................................160 4.6.3 Lotenhulle .................................................................160 het zuidelijk landbouwgebied .............................................162
1.1 1.2 1.3 1.4
nederzettingsstructuur........................................................164 open-ruimtestructuur .........................................................164 ruimtelijk-economische structuur .......................................165 lijninfrastructuur................................................................165
2 2.1 2.2 2.3 2.4
MAATREGELEN EN ACTIES .......................................166 ruimtelijke uitvoeringsplannen ...........................................166 verordeningen ....................................................................166 strategische projecten .........................................................166 overleg ...............................................................................167
DEEL 3 BINDEND GEDEELTE ........................... 163 1
SELECTIES.......................................................................164 @ Grontmij Belgroma 7
LIJST VAN FIGUREN
Figuur 22. Bestaande ruimtelijk-economische structuur.................... 46 Figuur 23. Bestaande lijninfrastructuur............................................. 47 Figuur 24. Openbaar vervoer ............................................................ 49
Figuur 1. Situering van Aalter ........................................................... 15 Figuur 2. Aanduiding van Aalter op de wegenkaart .......................... 17 Figuur 3. Bevolkingsevolutie 1961-2001 ............................................ 18
Figuur 25. Synthese van de bestaande ruimtelijke structuur .............. 51 Figuur 26. Aanduiding van de deelruimten ....................................... 52 Figuur 27. Gewenste ruimtelijke structuur in het RSV ...................... 59
Figuur 4. Topografische kaart........................................................... 18
Figuur 28. Gewenste ruimtelijke structuur in het voorontwerp PRS Oost-Vlaanderen ....................................................................... 63
Figuur 5. Structurerende elementen van bovengemeentelijk niveau ... 21
Figuur 29. Gewestplan ...................................................................... 66
Figuur 6. Bestaande nederzettingsstructuur....................................... 23
Figuur 30. Beschermde monumenten en landschappen ..................... 68
Figuur 7. Bestaande functionele structuur ......................................... 26
Figuur 31. Natuurbeschermingsgebieden in Aalter ........................... 68
Figuur 8. Bestaande ruimtelijke structuur van Aalter-Centrum ......... 28
Figuur 32. Overzicht van de BPA’s ................................................... 71
Figuur 9. Bestaande ruimtelijke structuur van Bellem ....................... 29
Figuur 33. Bevolkingsevolutie van Aalter ......................................... 74
Figuur 10. Bestaande ruimtelijke structuur van Lotenhulle ............... 30
Figuur 34. Evolutie van de natuurlijke aangroei en van het migratiesaldo in Aalter per duizend inwoners ............................ 76
Figuur 11. Bestaande ruimtelijke structuur van Sint-Maria-Aalter .... 31 Figuur 12. Bestaande ruimtelijke structuur van Aalter-Brug ............. 32 Figuur 13. Bestaande ruimtelijke structuur van Poeke....................... 33 Figuur 14. Bodemkaart volgens grondsoort ...................................... 36 Figuur 15. Reliëf en waterlopen in Aalter .......................................... 37
Figuur 35. Aandeel van de verschillende leeftijdsklassen in de migratie voor de periode 1991-95............................................................. 79 Figuur 36. Leeftijdsstructuur van de bevolking van Aalter in 1999.... 79 Figuur 37. Potentieel en effectief aanbod aan woonmogelijkheden.... 96
Figuur 16. Natuurlijke structuur ....................................................... 39
Figuur 38. Evolutie van de tewerkstelling en de werkgelegenheidsgraad in Aalter (bron: RSZ) ................................................................ 97
Figuur 17. Biologische waarderingskaart .......................................... 39
Figuur 39. Werkgelegenheidsgraad 1997 (bron: RSZ) ....................... 97
Figuur 18. Agrarische structuur van Aalter ....................................... 41
Figuur 40. Twee boscomplexen ....................................................... 106
Figuur 19. Landschappelijke structuur.............................................. 42
Figuur 41. Noordelijke en zuidelijke open ruimte............................ 107
Figuur 20. Landschapsatlas............................................................... 42
Figuur 42. Zes geselecteerde kernen ................................................ 108
Figuur 21. Toeristisch-recreatieve structuur ...................................... 43
Figuur 43. Identiteitsversterking van de kernen............................... 109
12_105\RAP\GRS030930.doc
Figuur 44. Economische activiteiten langs bovenlokale wegen ........ 110 Figuur 45. Samenhangend lokaal netwerk....................................... 111 Figuur 46. Gewenste nederzettingsstructuur.................................... 118 Figuur 47. Gewenste woonprojecten ............................................... 124 Figuur 48. Gewenste open-ruimtestructuur ..................................... 134 Figuur 49. Gewenste ruimtelijk-economische structuur ................... 143 Figuur 50. Categorisering van de wegen .......................................... 145 Figuur 51. Synthese van de gewenste ruimtelijke structuur .............. 148
@ Grontmij Belgroma 9
1
ALGEMENE INLEIDING
1.1
structuurplanning, een proces van visie- en beleidsvorming
Structuurplanning is de soort van ruimtelijke planning die momenteel gehanteerd wordt in Vlaanderen. Het wordt gezien als een middel om tot een goed ruimtelijk beleid te komen. In het document Structuurplanning: een handleiding voor de gemeenten (AROHM, Afdeling Ruimtelijke Planning, 1994) staat structuurplanning omschreven als ‘een dynamisch en continu proces van visie- en beleidsvorming met betrekking tot de kwaliteit van de ruimte en de realisatie ervan’. De structuurplanning situeert zich m.a.w. op het domein van de beleidsvoorbereiding: ze is gericht op de voorbereiding van de beleidsdoelstellingen en op het onderzoek en de toetsing ervan aan de beschikbare middelen.
1.2
het ruimtelijk structuurplan als kader voor ruimtelijke ontwikkelingen
Het ruimtelijk structuurplan is het resultaat van een structuurplanningsproces. Het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening vormt de juridische basis voor de opmaak van ruimtelijke structuurplannen. Dit decreet is, in licht gewijzigde vorm, in werking getreden op 1 mei 2000.
Artikel 18 van het decreet stelt het volgende: ‘Onder ruimtelijk structuurplan wordt verstaan een beleidsdocument dat het kader aangeeft voor de gewenste ruimtelijke structuur. Het geeft een langetermijnvisie op de ruimtelijke ontwikkeling van het gebied in kwestie. Het is erop gericht samenhang te brengen in de voorbereiding, de vaststelling en de uitvoering van beslissingen die de ruimtelijke ordening aanbelangen.’ Het geheel van de ruimtelijke ordening wordt als volgt gekaderd (art. 4): ‘De ruimtelijke ordening is gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling waarbij de ruimte beheerd wordt ten behoeve van de huidige generatie, zonder dat de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang gebracht worden. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen. Er wordt rekening gehouden met de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische en sociale gevolgen. Op deze manier wordt gestreefd naar ruimtelijke kwaliteit.’ In het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan is het ruimtelijk voorkomen een van de basisgegevens. Het volledige gemeentelijke structuurplanningsproces zal dan ook een sterk ruimtelijke invalshoek kennen. Het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan is bedoeld om het kader te creëren, waarbij een duidelijke ruimtelijke toekomstvisie bepaalt wat waar kan, zonder bepaalde sectoren te benadelen. Het structuurplan is een beleidsplan met een juridische indicatieve waarde. Het ruimtelijk kader wordt aangegeven voor het gemeentelijk huisvestings-, economisch-, mobiliteits- en milieu- en natuurbeleid. Alle gemeentelijke ruimtelijke aanlegplannen, gemeentelijke verordeningen en andere gemeentelijke uitvoeringstaken met ruimtelijk-structurele consequenties, zoals de (her)aanleg van wegen, dorpsherwaardering of milieu- en natuurinfrastructuur, dienen zich te richten naar het goedgekeurd ruimtelijk structuurplan.
12_105\RAP\GRS030930.doc
Artikel 3 van het decreet bepaalt dat ‘de ruimtelijke ordening van het Vlaams Gewest, de provincies en de gemeenten wordt vastgelegd in ruimtelijke structuurplannen, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verordeningen. Het decreet bepaalt verder dat het structuurplan moet bestaan uit drie delen: - het informatief gedeelte, met de bestaande ruimtelijke structuur, de problemen en potenties, de trends en prognoses; - het richtinggevend gedeelte, met de gewenste ruimtelijke structuur; - het bindend gedeelte, dat het kader levert voor de uitvoerende maatregelen waarmee men de gewenste ruimtelijke structuur wil realiseren. Het ruimtelijk structuurplan is slechts bindend voor de overheid, maar nooit voor de bewoner. Structuurplannen kunnen geen beoordelingsgrond vormen voor bouw- en verkavelingaanvragen of voor stedenbouwkundige attesten. Het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan wordt vastgelegd voor een termijn van vijf jaar, maar het blijft in ieder geval van kracht totdat het door een nieuw definitief gemeentelijk ruimtelijk structuurplan is vervangen.
1.3
structuurplanning: een proces op drie sporen
De omzendbrief RO 97/02 van 14 maart 1997 over het gemeentelijk structuurplanningsproces (B.S. 28.03.1997) geeft aan dat het ruimtelijk structuurplan niet een doel op zich is, maar slechts een van de producten in een continu proces voor een goed ruimtelijk beleid: ‘Het ruimtelijk beleid moet evenzeer gericht zijn op het procesmatige (het plannings- en besluitvormingsproces en de betrokkenheid van alle partners).’
In de aangehaalde Handleiding voor gemeenten wordt een aanpak voorgesteld waarbij gelijktijdig op drie sporen wordt gewerkt: - werken aan een lange termijnvisie op de gewenste ontwikkeling van de gemeente; - inpikken op dringende problemen en kansen; - creëren van een maatschappelijk draagvlak. Werken aan een langetermijnvisie is structureel bezig zijn vanuit een algemene visie op kwaliteit en duurzaamheid. Deze werkwijze, ook wel lineair planningsproces genoemd, wordt gekenmerkt door een analytische en geïntegreerde aanpak hetzij vanuit concrete problemen hetzij vanuit een veeleer abstracte benadering op basis van waarden en normen van de gewenste ruimtelijke ontwikkeling. Inpikken op dringende problemen en kansen is strategisch werken aan knelpunten en mogelijkheden die zich voordoen en niet kunnen wachten tot de langetermijnvisie is uitgewerkt. Het spreekt vanzelf dat deze bottom-up benadering moet gebaseerd zijn op de detectie van de aanwezige ruimtelijke kwaliteiten, en de intenties met betrekking tot een duurzame ontwikkeling niet mag hypothekeren. Op deze wijze zal het concreet werken aan knelpunten en mogelijkheden ook de visie op lange termijn mee helpen tot stand brengen. Beide werkwijzen of sporen zijn derhalve als complementair te beschouwen. Het werken met de bevolking heeft als doel: - de plannen en voorstellen inhoudelijk te verbeteren en ze een hogere realiteitswaarde te geven omwille van het feit dat ze op die manier worden geïnspireerd en gedragen door de bevolking; - een draagvlak te creëren; - een bijdrage te leveren tot een meer democratische en open samenleving; - bevolkingsgroepen te sensibiliseren voor ruimtelijke kwaliteit en een verantwoord ruimtelijk beleid; - een ‘contract’ tussen bevolking en overheid tot stand te brengen. @ Grontmij Belgroma 11
12_105\RAP\GRS030930.doc
Dit spoor doet de inzichten in het ruimtelijk gebeuren, de invloed erop en de verantwoordelijkheid ervoor bij de verschillende groepen in de bevolking toenemen. In die zin kan men hier spreken van emancipatorisch werk. Maar tegelijk is dit spoor een politiek proces, dat de geloofwaardigheid van beleid en administratie kan versterken.
1.4
inhoud van het structuurplan
Het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan wordt opgebouwd uit een informatie, een richtinggevend en een bindend gedeelte. 1. Het informatief gedeelte bevat informatie over de bestaande ruimtelijke structuur van de gemeente, over de toekomstige ruimtebehoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten en over de bestaande plannen voor het grondgebied van de gemeente. 2. Het richtinggevend gedeelte geeft de doelstellingen en prioriteiten weer van de gemeente inzake ruimtelijke ordening, en bevat een beschrijving van de gewenste ruimtelijke structuur en van de maatregelen, middelen, instrumenten en acties tot uitvoering ervan. De gemeente mag bij het nemen van beslissingen niet afwijken van het richtinggevend gedeelte, tenzij omwille van onvoorziene ontwikkelingen van de ruimtelijke behoefte van de verschillende maatschappelijke activiteiten of omwille van dringende sociale, economische of budgettaire redenen. 3. Het bindend gedeelte bevat de onderdelen van het ruimtelijk structuurplan die bindend zijn voor de gemeente.
1.5
procesverloop
Het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan van Aalter is tot stand gekomen door een intense wisselwerking tussen en met medewerking van verschillende mensen, groepen en instanties. Het structuurplanningsproces werd opgestart in 1998. De intentienota van 6 juni 1998 bevat een beschrijving van de beleidscontext waarin het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan wordt opgemaakt, en stelt het planningsproces en de erbijhorende communicatie voor. In een eerste fase werd dan het grondgebied van de gemeente geanalyseerd, en werden gegevens verzameld over bestaande plannen en studies. Na de inventarisatie werd op 6 februari 1999 een denkdag georganiseerd voor de bevolking. Deze eerste fase resulteerde in de startnota van 25 februari 1999. De startnota werd op 17 maart 1999 voorgelegd aan de Afdeling Ruimtelijke Planning (AROHM Brussel). In de loop van 2000 en 2001 werden bijkomende deelonderzoeken verricht en werd de bestaande woningbehoeftestudie geactualiseerd. Hierbij werd een nota ‘informatief gedeelte’ en een nota ‘richtinggevend gedeelte’ opgesteld. Deze nota’s werden besproken op de GECORO van Aalter op 3 en 24 september 2001. De nota ‘richtinggevend gedeelte’ werd op 3 oktober 2001 voorgelegd aan de Afdeling Ruimtelijke Planning (AROHM Brussel). Op basis van de geformuleerde opmerkingen werd het voorontwerp ruimtelijk structuurplan opgemaakt. De gemeente Aalter heeft op 21 januari 2003 een plenaire vergadering georganiseerd over dit voorontwerp. Op de vergadering heeft de Afdeling Ruimtelijke Planning (AROHM Brussel) haar mondeling en schriftelijk advies overgemaakt aan de gemeente. De GECORO heeft op 27 januari 2003 eveneens haar advies gegeven op het voorontwerp. De gemeenteraad heeft in zitting van 11 maart 2003 het ontwerp ruimtelijk structuurplan Aalter voorlopig vastgesteld. De voorlopige @ Grontmij Belgroma 12
12_105\RAP\GRS030930.doc
vaststelling vond plaats na advies van de GECORO, dat verleend werd op 3 maart 2003. Het College van Burgemeester en Schepenen heeft het ontwerp van gemeentelijk ruimtelijk structuurplan onderworpen aan een openbaar onderzoek van negentig dagen. Dit openbaar onderzoek is geopend op 2 april 2003 en liep tot en met 30 juni 2003. Tijdens de periode van dit openbaar onderzoek werden in totaal 11 overlegvergaderingen georganiseerd. Zes overlegvergaderingen vonden plaats in de verschillende kernen van de gemeente voor de bevolking (Aalter-Brug, Aalter-Centrum, Bellem, Lotenhulle, Poeke en SintMaria-Aalter); de overige waren overlegmomenten met de maatschappelijke geledingen (de middenstand, de landbouw, …). De GECORO heeft alle adviezen, bezwaren en opmerkingen gebundeld en gecoördineerd en op 18 augustus 2003 een gemotiveerd advies uitgebracht bij de gemeenteraad. In het voorliggende gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Aalter werd dit advies verwerkt.
@ Grontmij Belgroma 13
DEEL 1 INFORMATIEF GEDEELTE
1
BASISGEGEVENS OVER AALTER
1.1
situering
De gemeente Aalter is gelegen in het westen van de provincie OostVlaanderen, in het arrondissement Gent. Aalter bevindt zich in de open ruimte tussen de grote steden Gent en Brugge. Het grondgebied van de gemeente wordt doorsneden door een grootschalige infrastructuurbundel die deze twee steden met elkaar verbindt: de autosnelweg E40, de spoorlijn Gent-Brugge en het kanaal GentOostende. De gemeente grenst aan de provincie West-Vlaanderen. Ze wordt begrensd door de gemeente Knesselare in het noorden, door de gemeenten Zomergem en Nevele in het oosten, door de gemeenten Deinze en Tielt in het zuiden, en door de gemeenten Ruiselede en Beernem in het westen. In de gemeente kunnen zes afzonderlijke woonkernen onderscheiden worden: Aalter-Brug, Aalter-Centrum, Bellem, Lotenhulle, Poeke en Sint-Maria-Aalter. Op 1 januari 2002 telt Aalter 18.659 inwoners; de oppervlakte van de gemeente bedraagt 82,0 km². Aalter is, qua inwonersaantal, de grootste gemeente in het open-ruimtegebied tussen de steden Gent, Brugge, Eeklo, Tielt en Deinze.
Figuur 1. Situering van Aalter
INFORMATIEF GEDEELTE 12_105\RAP\GRS030930.doc
De bevolkingsdichtheid bedraagt 228 inwoners per km², en dat is heel wat lager dan die in Vlaanderen (430 inwoners per km²). Meer dan de helft van het aantal inwoners woont in Aalter-Centrum (10.756 inwoners). De overige kernen zijn heel wat kleiner. Bellem, Lotenhulle en Sint-Maria-Aalter hebben ca. 2.000 inwoners. Aalter-Brug heeft er ca. 1.000, en Poeke is nog kleiner: 545 inwoners. Van de totale oppervlakte van de gemeente is er in 1995 ongeveer 9,3 km² bebouwd (11,3% van het grondgebied). Hieruit blijkt duidelijk dat in Aalter de open ruimte overweegt. Ter vergelijking: het aandeel bebouwde oppervlakte in de provincie Oost-Vlaanderen bedraagt 15,3%; voor gans Vlaanderen is dit 15,0%. In 1996 biedt Aalter 6.961 arbeidsplaatsen. Hiervan situeren er zich 47% in de secundaire sector en 46% in de tertiaire sector. Aalter vormt een werkgelegenheidspool in de regio, sterk gebaseerd op de secundaire sector.
@ Grontmij Belgroma 16
Figuur 2. Aanduiding van Aalter op de wegenkaart
1.2
algemene kenmerken
Aalter is een grote gemeente in de open ruimte tussen de steden Gent, Brugge, Eeklo, Tielt en Deinze. De gemeente vervult een verzorgende functie ten aanzien van de kleinere kernen in de nabije omgeving.
20.000 18.000
Aalter bevindt zich op de overgang tussen verschillende gebieden, en op het knooppunt van verschillende infrastructuren. - Aalter bevindt zich op de overgang tussen de zandstreek en de zandleemstreek; - Aalter bevindt zich op de overgang tussen de Brugse Veldruimte en de westelijke agrarische zone van OostVlaanderen; - Aalter ligt op het knooppunt van belangrijke infrastructuren: de grootschalige infrastructuurbundel tussen Gent en Brugge enerzijds en de gewestwegen N44 Aalter-Maldegem en N37 Aalter-Tielt-Roeselare anderzijds; - Aalter bevindt zich ook op de grens tussen het gebied van de zuidelijke zijbeken van de Leie en het gebied van de noordelijke Gentse kanalen, met het Meetjesland. Kenmerkend voor de ruimtelijke structuur is de grote en aantrekkelijke open ruimte op het grondgebied van de gemeente. Deze open ruimte wordt weliswaar doorsneden door grootschalige infrastructuren, maar bezit heel wat kwaliteiten voor verschillende functies (natuur, landbouw, toerisme, …). Aalter kent de laatste jaren een bijzondere dynamiek. Het bevolkingsaantal is sterk toegenomen, veel meer dan het provinciaal en het Vlaams gemiddelde. Tussen 1981 en 1999 steeg het bevolkingsaantal met 17,9%: van 15.554 inwoners in 1981 tot 18.521 inwoners in 1999. In het arrondissement Gent bedroeg de stijging van het aantal inwoners in dezelfde periode slechts 1,8%. Bovendien kent Aalter ook een belangrijke tewerkstelling, vooral in de secundaire sector.
16.000 14.000 12.000 10.000 8.000 6.000 4.000 2.000 0 1961
1971
Figuur 3. Bevolkingsevolutie 1961-2001
Figuur 4. Topografische kaart
1981
1991
2001
INFORMATIEF GEDEELTE 12_105\RAP\GRS030930.doc
2
BESTAANDE RUIMTELIJKE STRUCTUUR
2.1
inleiding
-
de lijninfrastructuur. Het is belangrijk om op te merken dat deze componenten geen eenduidige onderverdeling aanbrengen in het grondgebied van de gemeente. Het is met andere woorden mogelijk dat dezelfde ruimtelijke elementen behoren tot verschillende componenten. Zo behoort een landbouwbedrijf tegelijkertijd tot de nederzettingsstructuur als de ruimtelijk-economische structuur, of behoort een lokale weg in het bebouwd gebied eveneens tot de nederzettingsstructuur.
De bestaande ruimtelijke structuur geeft de structuurbepalende elementen aan die aanwezig zijn in Aalter. Dit zijn die ruimtelijke elementen die een structurerend vermogen hebben, die invloed uitoefenen op de ruimtelijke ontwikkelingen in Aalter. De werking en de invloed van deze structuren moet beschouwd worden op – een niet nader te definiëren – lange termijn. De bestaande ruimtelijke structuur biedt belangrijke aanknopingspunten en bouwstenen voor de opbouw van de gewenste ruimtelijke structuur. Alhoewel het onderscheid niet altijd even duidelijk is, wordt de bestaande ruimtelijke structuur beschreven op bovengemeentelijk en op gemeentelijk niveau. Op het grondgebied van de gemeente komen namelijk ruimtelijke elementen en structuren voor van bovengemeentelijk niveau. Deze oefenen een grote invloed uit op de reële en mogelijke ruimtelijke ontwikkelingen van de gemeente, en leggen relaties tussen Aalter en de ruimere omgeving. De beleidsbevoegdheid voor deze structuren berust in principe (ook) bij hogere overheden. De bestaande ruimtelijke structuur op gemeentelijk niveau wordt beschreven aan de hand van vier componenten: - de nederzettingsstructuur; - de open-ruimtestructuur; - de ruimtelijk-economische structuur; @ Grontmij Belgroma 19
INFORMATIEF GEDEELTE 12_105\RAP\GRS030930.doc
2.2
2.2.1
Aalter in de ruimere omgeving: structurerende elementen op bovengemeentelijk niveau nederzettingsstructuur op macroniveau
Aalter is een goed uitgeruste, niet-stedelijke gemeente, gelegen in het open-ruimtegebied tussen de grote stad Gent, de goed uitgeruste regionale stad Brugge en de goed uitgeruste kleine steden Eeklo, Deinze en Tielt. Aalter is een van de grotere kernen in dit open-ruimtegebied. De gemeente situeert zich, qua inwonersaantal, op het niveau van de steden Eeklo en Tielt (ca. 20.000 inwoners). Het nederzettingspatroon omvat verder de kleine kernen Beernem, Knesselare, Zomergem, Nevele, Ruiselede en Wingene. Het gebied, waarin de gemeente zich bevindt, kenmerkt zich door de aanwezigheid van geconcentreerde en historisch verspreide bebouwing (kleine gehuchten). In mindere mate komt ook lintvormige bebouwing voor, hoofdzakelijk in het noordoostelijk deel van het grondgebied. Tussen Aalter enerzijds en Gent en Deinze anderzijds, staat de open ruimte onder een sterke verstedelijkingsdruk vanuit het grootstedelijk gebied Gent. Ook naar het zuiden toe, in de richting van Tielt en Roeselare, is het gebied meer verstedelijkt en economisch ontwikkeld. In het noorden daarentegen ligt het meer landelijke Meetjesland. Met haar uitrustingsniveau op het vlak van dienstverlening en kleinhandel komt Aalter tegemoet aan de behoeften van de eigen inwoners en aan dat van de omliggende kleinere gemeenten (Knesselare, Zomergem, Nevele, Ruiselede, …). Belangrijk in dit verband zijn de scholen (lager en secundair onderwijs, naschools onderwijs), de accommodaties voor bejaardenzorg (rusthuis, bejaardenwoningen) en het verpleegcentrum voor chronische patiënten. Het handelsapparaat van Aalter is vrij uitgebreid en bestaat hoofdzakelijk uit kleinschalige winkels.
2.2.2
Aalter in de open ruimte
Aalter bevindt zich in een prachtige en gediversifieerde open ruimte. Deze ruimte wordt vooral gebruikt door de landbouw, met een belangrijk aandeel van grondloze landbouw. Daarnaast bevindt zich in het gebied een relatief groot bosbestand, met relicten van de oude veldbossen, waaraan een rijk cultuurhistorisch patrimonium verbonden is. De open ruimte in Aalter maakt deel uit van verschillende grotere landschappelijke eenheden. - In het noorden van het grondgebied bevindt zich een uitloper van het Houtland, een zachtgolvend gebied in het interfluvium tussen de Leie, de kustvlakte en het Ijzerbekken. Het is een landelijk gebied met lokaal weidse vergezichten. Het is een landbouwland met hoofdzakelijk verspreide bebouwing en kleine kernen en dorpen. De traditionele perceelsrandbegroeiing bestaat nog slechts als lokale relicten. Het Houtland wordt in het noorden begrensd door de cuesta van Oedelem-Zomergem. - Het grootste deel van het grondgebied van de gemeente behoort tot het oude Veldgebied van Aalter. Dit vormt een onderdeel van het traditionele Houtland. Het is een vlak tot licht golvend, bosrijk landschap met grote compartimenten van kwadratische akkers en weiden, afgewisseld met bossen. Het betreft oude heidegebieden, die vroeger gemeenschappelijke graasgronden vormden, en in de 18de en de 19de eeuw herbebost werden. In dit gebied bevindt zich de cuesta Hertsberge-Lotenhulle, met een uitloper naar Aalter-Centrum. - Het noordoosten van het grondgebied behoort tot het straatdorpengebied van Waarschoot. Dit is een vlak gebied met gemengde land- en tuinbouw en een grote dichtheid aan bebouwing langs wegen. Weidse gezichten komen nauwelijks @ Grontmij Belgroma 20
INFORMATIEF GEDEELTE 12_105\RAP\GRS030930.doc
-
voor; het landschap is daarvoor te versnipperd door bebouwing, tuinen en serreteelt. In het uiterste zuiden van het grondgebied van Aalter bevindt zich een uitloper van het plateau van Tielt, een zachtgolvend open landschap met landelijk karakter. Dit gebied behoort tot de zandleemstreek. Er komen geen bossen voor en er is een hoge dichtheid van verspreide bebouwing.
autosnelweg E40, de spoorlijn Brussel-Oostende en het kanaal GentOostende. Ter hoogte van Aalter kruist deze bundel de belangrijke noord-zuidgerichte gewestwegen N44 Aalter-Maldegem (N49-A11) en de N37 Aalter-Tielt-Roeselare (A17).
Figuur 5. Structurerende elementen van bovengemeentelijk niveau
2.2.3
Aalter, een tewerkstellingspool
Aalter beschikt over een groot industrieterrein, waarop enkele regionale en multinationale bedrijven gevestigd zijn. De tewerkstelling is er het hoogst van alle gemeenten in het openruimtegebied tussen Gent, Brugge en de nabijgelegen kleine steden. Aalter speelt dan ook een zeer belangrijke rol inzake tewerkstelling voor haar eigen bevolking en deze van de omliggende gemeenten. De attractiviteit van Aalter als tewerkstellingscentrum is gebaseerd op de centrale ligging van de gemeente in het open-ruimtegebied tussen Brugge, Eeklo, Gent, Deinze en Tielt, en op de goede ontsluiting via de E40 en het kanaal Brugge-Gent.
2.2.4
Aalter, een knooppunt van belangrijke wegen
Aalter bevindt zich op het kruispunt van wegen van internationaal en Vlaams niveau, en wordt dus heel goed ontsloten. Een infrastructuurbundel tussen Gent en Brugge doorsnijdt de open ruimte in oost-west-richting over het grondgebied van Aalter: de
@ Grontmij Belgroma 21
Lovendegem
Wingene
E40
Aalter
Ruiselede
Sl ui s
uze n rne
al
Ge
ntO
os te
nd
e
Aalter
Af
E17
n
le
Af
Nederzettingsstructuur
a sk ng di i e
N
e ei Deinze
concentratie economische activiteiten 7
E1
l
stedelijke gebieden Kust Kustpolders Scheldepolders Zandstreek binnen de Vlaamse vallei Zandstreek buiten de Vlaamse vallei Zandleem- en leemstreek Scheldebekken zonder getijden Kustbekken met Ijzer
Lijninfrastructuur NEDERLAND
NEDERLAND
BRUGGE
economische polen
N6
lL
a na
0
43
N35
ie Le Deinze
kanaal
R4
Tielt
spoorweg
de
ka
autosnelweg belangrijke gewestweg
Sc he l
N37
gs in id
gemeenten
GENT
E40
Nevele
l aa
steden
0 N7
GENT
Tielt
gemeente Aalter
Ge ntTe
N31
ug ge Br rt
Eeklo
na
R4
Zomergem
Ka
R4
Waarschoot
nd e Beernem
Oostkamp
BRUGGE
naa l
Knesselare
provinciegrens
N49
N9
Ka
os te
Ka n aa l
en t-O
Landsgrens
N50
lG
Le
kan a
al
2
na a
pold
N3
Ka
anaa opoldk
N4 4
Eeklo
Maldegem
en
BRUGGE
Gen t-Te rne uz
Va a
naa l
LEGENDE
NEDERLAND l
Leo
Va a
Sl ui s ug ge -
Leop
dka
rt
Br
pol
aal oldkan
al ijnkana Boudew
al ijnkana Boudew
NEDERLAND
Leo
BRUGGE
Maldegem
1 - Houtland 2 - Oud veldgebied van Aalter 3 - Straatdorpenlandschap van Waarschoot 4 - Plateau van Tielt
Eeklo
Aalter
Aalter
E40 Wingene
1 2
3 E40
1
GENT
GENT
4 Tielt
Tielt
E17
Deinze
Deinze
Economische structuur
Natuurlijk - landschappelijke structuur
E17
K:\12105\Fase_50_ontwerp\structurerende elementen_bovengemniv.cdr
Eeklo
RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN AALTER
FIG. 5 : Structurerende elementen van bovengemeentelijk niveau Datum : 11/02/2003 Opdrachtgever : Gemeente Aalter Bron :
INFORMATIEF GEDEELTE 12_105\RAP\GRS030930.doc
2.3
bestaande ruimtelijke structuur van de gemeente
2.3.1
bestaande nederzettingsstructuur
2.3.1.1
morfologie
De gemeente Aalter beschikt over een gedifferentieerd en pluriform nederzettingspatroon, waarin meerdere soorten bebouwingsconcentraties en hiërarchieën kunnen waargenomen worden. Zo valt onmiddellijk het grote onderscheid op tussen enerzijds de samenhangende bebouwde gebieden en anderzijds de verspreide bebouwing in de open ruimte. Maar ook binnen de bebouwde gebieden en de verspreide bebouwing kunnen nog onderverdelingen aangebracht worden. Het bebouwde gebied valt samen met de zes kernen van de gemeente: Aalter-Brug, Aalter-Centrum, Bellem, Lotenhulle, Poeke en SintMaria-Aalter. Meestal vormt de open ruimte de scheiding tussen deze kernen; in het geval van Aalter-Brug en Aalter-Centrum zorgt het kanaal Gent-Oostende en de aanpalende bedrijventerreinen voor de ruimtelijke scheiding tussen de twee kernen. De kernen hebben zich historisch ontwikkeld tot autonome dorpen, met een centrumgebied rond het markt- en het kerkplein. In deze dorpscentra komt het wonen voor in sterke verwevenheid met andere functies en voorzieningen, die het wonen ondersteunen. Het gaat hierbij zowel om gemeenschapsvoorzieningen als om kleinhandel. Tijdens de voorbije decennia zijn de kernen sterk uitgebreid, meestal onder de vorm van monofunctionele verkavelingen met vrijstaande eengezinswoningen. Op basis van morfologie en uitrustingsgraad kunnen de kernen op een drieledige hiërarchie geplaatst worden. - Op het hoogste niveau bevindt zich Aalter-Centrum. De kern situeert zich ongeveer centraal op het grondgebied van de
-
-
gemeente, en vormt zowel qua omvang als qua voorzieningen het zwaartepunt van de gemeente. Meer dan de helft van de bevolking woont in Aalter-Centrum (10.756 van de 18.659 inwoners in 2002). Naast vrijstaande en aaneengesloten eengezinswoningen komen hier eveneens appartementen in middelhoogbouw voor. De voorzieningen op gemeentelijk niveau bevinden zich allemaal in AalterCentrum. Dit zijn o.m. het gemeentehuis, de politie, de brandweer, de post, de bibliotheek, de Academie voor Muziek, Woord en Dans, de middelbare scholen, de verzorgingstehuizen, het OCMW, de gemeentelijke sportterreinen en een belangrijke kleinhandelsconcentratie. In het eigenlijke centrumgebied, dat zich uitstrekt langsheen de as Stationsstraat-Markt-Lostraat, doet zich een sterke concentratie voor van woningen, gemeenschapsvoorzieningen en handelszaken. De dichtheid en de verwevenheid van deze functies vertonen hier quasi stedelijke kenmerken. Een trapje lager op de hiërarchie bevinden zich de kernen Bellem, Lotenhulle en Sint-Maria-Aalter. Ze zijn heel wat kleiner dan Aalter-Centrum, en tellen elk ca. 2.000 inwoners. De bebouwing is er meestal open; enkel in het centrumgebied komt aaneengesloten bebouwing voor. Gemeenschapsvoorzieningen en handelszaken zijn aanwezig op het niveau van de kern. De kernen Aalter-Brug en Poeke tenslotte zijn de kleinste kernen (500 à 1.000 inwoners), en bevatten slechts een beperkt aantal voorzieningen. Ze zijn sterk aangewezen op de nabijgelegen kernen. Voor Aalter-Brug is dat Aalter-Centrum, voor Poeke is dat Lotenhulle.
In de open ruimte buiten de kernen komen talrijke kleine woninggroepen en alleenstaande woningen voor. De woninggroepen bevatten enkel woningen, en hebben een heel verschillende aard en voorkomen. Sommige woninggroepen kenmerken zich door een lintvormige structuur, andere daarentegen @ Grontmij Belgroma 22
INFORMATIEF GEDEELTE 12_105\RAP\GRS030930.doc
door een sterke concentratie van bebouwing. Sommige bestaan hoofdzakelijk uit alleenstaande woningen, andere uit rijwoningen. Sommige bevinden zich langs verbindingswegen tussen kernen, andere langs smalle landbouwwegen. Sommige woninggroepen zijn vrij groot, andere bestaan slechts uit enkele woningen. Het gaat o.m. over de volgende woninggroepen (niet-limitatieve opsomming): Aaltebei, Barelhoek, Biesem, Bruggewijk, Buntelare, Charlestonstraat, Dries, Hageland, Kattewegel, Kannegat, Land van Nevele, Manewaarde, Markette, Oostmolen-Noord, Patersveld, Pauwelsbos, Proosdij, Savooien, Schoonberg, Sterrewijk (twee entiteiten), Stratem, Veldhoek, Weststraat, woninggroep aan de opstapplaats van de trein nabij Sint-Maria-Aalter. Op een beperkt aantal plaatsen is het onderscheid tussen de samenhangende bebouwde gebieden en de open ruimte minder duidelijk en verloopt de overgang gradueel. Dit is het geval bij enkele lintvormige uitwaaieringen van de kernen Aalter-Centrum en Lotenhulle. Lintbebouwing komt voor langs de Steenweg op Deinze tussen Aalter-Centrum en Lotenhulle, langs de Tieltsesteenweg, Stratem, de Oostmolenstraat en de Kestelstraat in Aalter-Centrum, langs de Lokouter in Lotenhulle, en langs de Blekkervijverstraat in Sint-Maria-Aalter. Ook in het geval van de twee woonparken van Aalter, Loveld en Beukenpark-Bosheide-Aalterveld-Ganzeplas, is het onderscheid tussen open ruimte en bebouwing niet zo eenduidig. De woonparken kenmerken zich als vrijliggende grote verkavelingen, van elkaar gescheiden door de E40. Het betreft ruime kavels en er is, in het bijzonder bij Loveld, een duidelijk accent op de integratie van woningen in een open-ruimtegebied (bosstructuur). In de woonparken zijn geen gemeenschapsvoorzieningen aanwezig.
Figuur 6. Bestaande nederzettingsstructuur @ Grontmij Belgroma 23
LEGENDE
N4
BRUGGE
Dries
centrumgebied
4
Buntelare
kern
9 N49
woninggroep in de open ruimte
Aalter-Brug
lintbebouwing
Weststraat Kan aal
Patersveld
Oostmolen-Noord Gen t-O ost end e
woonpark
Aaltebei Pauwelsbos
Manewaarde
Bruggewijk
E4 0 Charlestonstraat
Sint-Maria-Aalter
Bellem Aalter-Centrum
Savooien Stratem
Sterrewijk
Schoonberg
Loveld Markette
7
Biesem
Beukenpark-Bosheide Aalterveld
N3 Kattewegel
Veldhoek Barelhoek
GENT
Lotenhulle
Land Van Nevele
Poeke Kannegat Proosdij
N4 0 9
K:\12105\Fase_50_ontwerp\cd\Corel\bestaande nederzettingsstructuur_V9.cdr
Hageland
RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN AALTER
FIG. 6: Bestaande nederzettingsstructuur Datum : 11/02/2003 Opdrachtgever : Gemeente Aalter Bron :
Schaal: 1/65000
INFORMATIEF GEDEELTE 12_105\RAP\GRS030930.doc
2.3.1.2
functionele structuur scholen
administratieve diensten Het gemeentehuis bevindt zich in Aalter-Centrum aan de Europalaan. Het draagt aldus bij tot de versterking van het centrumgebied tussen de Stationsstraat en de Europalaan. Inzake administratieve diensten heeft Aalter een basisdienstverlening in de verschillende kernen behouden. In de verschillende kernen (Bellem, Sint-Maria-Aalter, Lotenhulle, Poeke en Aalter-Brug) bevindt zich een gemeentelijk dienstencentrum. Politie en brandweer bevinden zich tevens in Aalter-Centrum. De verkeerspost van de politie is aan de grote rotonde gevestigd. In Aalter-Centrum en in Sint-Maria-Aalter bevindt zich een postkantoor.
Het onderwijs is goed uitgebouwd met een duidelijke hiërarchie die overeenkomt met de hiërarchie van de woonkernen. In Aalter-Centrum is er kleuteronderwijs, lager en middelbaar onderwijs. Er zijn twee scholen voor middelbaar onderwijs, met samen ca. 1.000 scholieren. Ongeveer 50 % van het aantal leerlingen van het secundair onderwijs lopen school buiten Aalter. Ze gaan vooral naar Brugge, Gent en Deinze. 37 % van de leerlingen in het secundair onderwijs komt van buiten Aalter. Er is kleuteronderwijs en lager onderwijs in Aalter-Brug, Bellem, Lotenhulle en Sint-Maria-Aalter. In Poeke is er enkel kleuteronderwijs.
Op de Boomgaard in Aalter-Centrum is het OCMW gevestigd.
socio-culturele voorzieningen De bibliotheken zijn hiërarchisch gestructureerd met de hoofdbibliotheek in Aalter-Centrum, en met uitleenposten in Bellem, Lotenhulle, Poeke, Sint-Maria-Aalter en Ruiselede. Culturele activiteiten worden georganiseerd in het gemeentehuis en in de Academie voor Muziek, Woord en Dans in de Stationsstraat in Aalter–Centrum (vnl. onderwijs) en in Bellem. Binnen de verschillende kernen zijn er gemeentelijke feestzalen.
De scholen liggen over het algemeen in of nabij het centrum van de verschillende woonkernen. In Aalter-Brug situeert een afdeling van de lagere school zich langs de drukke Urselweg en kampt hiermee met problemen van verkeersveiligheid voor de scholieren. Deze school situeert zich buiten het eigenlijke centrum van Aalter-Brug, dat gelegen is aan de SintGodelievestraat, aan de overkant van de N44. Verder bevindt zich in Aalter-Centrum de Academie voor Muziek, Woord en Dans, en is er in Bellem een tekenacademie.
zieken- en bejaardenzorg De jeugdverenigingen zijn actief in Lotenhulle, Poeke en Sint-Maria-Aalter.
Aalter-Centrum,
Bellem, In Aalter is er geen ziekenhuis. Men richt zich hoofdzakelijk tot Eeklo, Tielt en Gent. @ Grontmij Belgroma 24
INFORMATIEF GEDEELTE 12_105\RAP\GRS030930.doc
Er zijn verscheidene verzorgingstehuizen in Aalter-Centrum, nl. ten zuiden van de Markt en nabij het station. Ze kennen een belangrijke tewerkstelling.
zone voor gemeenschapsvoorzieningen en openbaar nut, wordt niet meer gebruikt. De gebouwen staan er leeg.
kleinhandel sport en recreatie Zoals de gemeenschapsvoorzieningen, is ook de sport- en recreatieve infrastructuur hiërarchisch gestructureerd. De gemeentelijke sport- en ontspanningsinfrastructuur bevindt zich kenmerkend op de grens van het woongebied en de open ruimte. De sportinfrastructuur van het bovenlokaal niveau situeert zich in Aalter-Centrum (Lindestraat). Hier bevinden zich buitensportvelden, een zwembad, een sporthal voor zaalsporten en een atletiekpiste. Sportinfrastructuur van een lager niveau betreft hoofdzakelijk buitensportvelden (met kantine, kleedkamers, parking). Dergelijke voorzieningen zijn aanwezig in Bellem (Bellemdorpweg), Lotenhulle (nabij het kasteelpark van Poeke) en in Sint-Maria-Aalter (zuiden van woonkern). Er is geen infrastructuur in Aalter-Brug en in Poeke. Aansluitend aan de sportterreinen zijn er meestal speelterreinen. In Poeke is er een speelveld in het Kasteelpark; in Aalter-Brug naast de feestzaal. De infrastructuur van Bellem, Lotenhulle en Sint-Maria-Aalter situeert zich zonevreemd in agrarisch gebied. Het Kasteelpark van Poeke is een wandelgebied. Er is tevens een natuur-educatief centrum uitgebouwd.
specifieke gemeenschapsvoorzieningen In het gebied tussen Zouter, Savooien en Kliplo bevindt zich de vroegere Belgacom-site. Deze zone, in het gewestplan ingekleurd als
De handelsactiviteit in Aalter is heel sterk gegroeid en staat thans in voor ongeveer één vijfde van de tewerkstelling. Het aanwezige aanbod in de gemeente is goed. Men kan er terecht voor dagdagelijkse goederen, shopping-goederen (kledij, doe-het-zelf), en zelfs voor specialty-goederen (interieur, verkoop bepaalde automerken). De kleinhandel komt sterk verweven voor met het wonen en met de andere functies binnen de kernen. Aandachtspunten inzake handelsactiviteit situeren zich vooral op het niveau van de verschillende kernen. Binnen elke kern van Aalter situeert zich in meerdere of mindere mate een handelsactiviteit die gericht is op de specifieke woonkern. In Aalter-Centrum concentreren zich die voorzieningen die gericht zijn op gans de gemeente en ook op de omliggende gemeenten. Algemeen gesteld is de handelsactiviteit een goede toetssteen van de dynamiek van de woongemeenschap. Het ontbreken binnen een woonkern van een dagdagelijks aanbod (bakker, kruidenier, e.a.), zoals in Aalter-Brug, wijst op een onderliggend knelpunt van vitaliteit van de woonkern. In de verschillende kernen van de gemeente komen er handelsactiviteiten voor. De losse, autonome ontwikkeling ervan wordt echter onvoldoende ondersteund door o.m. het stedenbouwkundig kader (bv. Lotenhulle, Bellem). Hierdoor draagt het handelsgebeuren ook onvoldoende bij tot het creëren van een bepaald centrumgebied waarop de woongemeenschap zich kan enten. Aalter is met zijn basisstructuur met talrijke bovenlokale verkeersinfrastructuren (E40, N44, N409, N37) zeer interessant en tegelijkertijd kwetsbaar voor baanwinkels aan de rand van het @ Grontmij Belgroma 25
INFORMATIEF GEDEELTE 12_105\RAP\GRS030930.doc
centrum. Dit aanbod is thans heel beperkt. Grootschalige handelszaken komt enkel voor langs de Lostraat, tussen het kruispunt met de Kestelstraat en de rotonde. Ook langs de N409 (Steenweg op Deinze) en rond het kruispunt van de N44 met de N499 (Urselweg) komen enkele grotere handelszaken voor. Langs de Brugstraat is er ter hoogte van het industrieterrein een toenemende interesse voor bedrijven en handelsvestigingen met commercieel aspect gekoppeld aan een bepaalde productie- of verwerkingsaspect, zoals wasserijen, drukkerijen en garages. Voor de grote verkoopoppervlaktes moet men zich elders wenden.
Figuur 7. Bestaande functionele structuur
@ Grontmij Belgroma 26
LEGENDE autosnelweg A10-E40 bovenlokale wegen
N49
N4
BRUGGE
lokale wegen
9
4
kanaal Gent - Oostende
Aalter-Brug
9 9 2 12
Kan
8
spoorweg Gent - Brugge
aal G
B
ent-
Oos te
kleinhandel
nde
middenschalige handelsvoorzieningen
12
gemeenschapsvoorzieningen:
E4 0
8
7 8
10 B
Aalter-Centrum
Bellem 9
3 57 9 19 4 11 6 9 12 9 13
9 12 6 2 13
10
8
GENT
1
gemeentehuis
2
dienstencentrum
3
politie
4
brandweer
5
post
6
bibliotheek
7
academie voor Muziek, Woord en Dans
8
sport-, recreatie- en speelterreinen
9
school
10
zieken- en bejaardenzorg
11
OCMW
12
kerk
13
kerkhof
13
9 2 6 12
specifieke gemeenschapsvoorziening: Belgacom-site
Lotenhulle
8
6 2 12 9
Poeke
N40 9
K:\12105\Fase_50_ontwerp\cd\Corel\Bestaande functionele structuur.cdr
Sint-Maria-Aalter
7
9 5 6 12 9
N3
2
station
RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN AALTER
FIG. 7: Bestaande functionele structuur Datum :11/02/2003 Opdrachtgever : Gemeente Aalter Bron :
Schaal: 1/65000
INFORMATIEF GEDEELTE 12_105\RAP\GRS030930.doc
2.3.1.3
bestaande ruimtelijke structuur van de kernen
Aalter-Centrum De kern Aalter-Centrum bestaat uit een uitgestrekt bebouwd gebied, dat geënt is op de vroegere doortocht Lostraat-StationsstraatBrugstraat en op enkele lokale uitvalswegen zoals de Weibroekdreef, de Bellemstraat, de Sint-Maria-Aalterstraat en de Lindestraat. In het noorden kent de kern een scherpe begrenzing door de industriegebieden Langevoorde en Lakeland; in het zuiden vormt de E40 de grens van de kern. De begrenzing aan de westkant en vooral aan de oostkant is veel minder scherp. De aanwezige lintbebouwing zorgt hier voor een overgangsgebied tussen de dichtbebouwde kern en de eigenlijke open ruimte. Voor een deel vormt de N44 aan de westkant een duidelijke grens van bebouwing. De as Brugstraat-Stationsstraat-Kerkstraat-Lostraat vormt de ruimtelijke en functionele drager van Aalter-Centrum. Het is een vitaal centrumgebied dat ondersteund wordt door een recent heraangelegd openbaar domein en enkele voorzieningen (marktplein, Boomgaard, station, e.a.). - Tussen het station en de kerk vormt de Stationsstraat een lint van aaneengesloten bebouwing met woningen, gemeenschapsvoorzieningen en handelszaken. Het aantal bouwlagen varieert tussen twee en vijf. Op enkele plaatsen wordt de aaneengesloten bebouwing onderbroken door een openbaar plein (Markt, Boomgaard) of door een groot openbaar gebouw (jeugdcentrum, school). Hier bevindt zich het grootste deel van de studio’s en appartementen van Aalter. In dit historische centrum van Aalter is een dichte concentratie van kleinere handelszaken gevestigd. De handel is er verweven met dienstverlening, horeca en wonen. In deze zone bevinden zich ook winkels voor specialty-goederen, met een invloedssfeer die zich uitstrekt over gans de gemeente en die ook reikt tot in de omliggende gemeenten.
-
-
-
Er bestaat een goed uitgewerkt parkeersysteem met bewegwijzering. In de omgeving van Boomgaard en tussen Boomgaard en de Weibroekdreef is er echter onvoldoende parkeergelegenheid. Vanaf de Kerkstraat tot het groot rond punt heeft deze as een ander karakter. Hierlangs bevinden zich meer grootschalige voorzieningen in open bebouwing: verzorgingstehuizen, middenschalige kleinhandel en appartementsbouw. Ten noorden van de spoorweg heeft de Brugstraat vooral een woonkarakter, met hier en daar enkele kleinhandelszaken. Het verschillend karakter van dit gebied heeft vooral te maken met de barrièrevorming door de spoorweg, die enkel ongelijkvloerse kruisingen kent. Geconcentreerde bebouwing met middelhoge dichtheid komt ook voor langsheen de Brouwerijstraat en de Bellemstraat, en verder in de omgeving van het station en in de sociale woonwijk in de buurt van de Molenkouter en de SintGerolflaan.
De kern komt naar voor als één bebouwd gebied dat doorsneden wordt door de spoorweg en de N44. - De as Stationsstraat-Lostraat heeft zich kunnen ontwikkelen tot een leefbare hoofdstraat en centrumstraat door de parallelle aanleg van de Knokkeweg (N44) ten westen van het centrum. Deze heeft een belangrijke verkeersfunctie op zich genomen. In het noordelijk deel vormt hij de westelijke grens van bebouwing. In het zuidelijk deel vormt hij een barrière tussen de wijken ten westen en het centrum. De bebouwing aan de westelijke zijde van de N44 maakt wel integraal deel uit van Aalter-Centrum. Het westelijk deel wordt op twee plaatsen goed verbonden met het eigenlijke centrum (gelijkvloers en via een tunnel), en de dichtheid van de bebouwing is dezelfde als in het centrum. Bovendien is het westelijk deel, wegens de beperkte aanwezigheid van handel en dienstverlening, sterk aangewezen op het centrum. In het @ Grontmij Belgroma 27
INFORMATIEF GEDEELTE 12_105\RAP\GRS030930.doc
-
westelijk deel bevinden zich, langs de E40, wel de gemeentelijke sportterreinen. Langsheen de N44 hebben zich aan de westkant enkele KMO’s en kleinhandelszaken gevestigd, die inspelen op de goede bereikbaarheid, gekoppeld aan een uitstekende zichtbaarheid. De stationsomgeving vormt een belangrijk punt in de bebouwde kern. Het station ligt wat afgelegen van het centrum, aan de overkant van de sporen, en is bereikbaar via de tunnel op het einde van de Stationsstraat. Het station sluit aan bij het open landbouwgebied Houtem, en er is een grote parking en enkele handelszaken. Aan de kant van het centrum komt langs de Spoorweglaan en de Gouvernementstraat aaneengesloten bebouwing voor. De barrièrewerking van de spoorweg zorgt ervoor dat het noordelijk en het zuidelijk deel op een verschillende manier functioneren. Dit komt tot uiting in o.m. de specifieke aanwezigheid van commerciële activiteiten en dienstverlening, zoals de kleuterschool, in het noordelijk deel.
Figuur 8. Bestaande ruimtelijke structuur van Aalter-Centrum
Het woongebied met lage dichtheid maakt het grootste gedeelte van de bebouwde oppervlakte van de kern uit. Binnen dit gebied komen enkele grote binnengebieden voor. Een aantal van deze binnengebieden zijn opgevuld met grootschalige functies, zoals scholen, of het gemeentehuis. De overige binnengebieden zijn nog niet (volledig) ingevuld: Manewaarde, gebied tussen Knokkeweg (N44) en Brugstraat, gebied nabij station, de Warande, gebied tussen Bellemstraat en Kestelstraat, gebied aan de Biesemkerkweg, Sint-Jozef. Het Loveld kan als een aparte entiteit van de kern Aalter-Centrum worden aanzien; niet alleen omwille van het morfologische verschil wonen in bebost gebied - maar ook ruimtelijk is het van de kern afgezonderd. Langsheen de verbindingswegen tussen de twee entiteiten, de Loveldlaan en de Kestelstraat komt lintbebouwing voor.
@ Grontmij Belgroma 28
LEGENDE
Industriegebied Langevoorde
woonkern centrumgebied
N44
Industriegebied Lakeland
geconcentreerde bebouwing relatief hoge dichtheid
Br ee lb ie
handelslint
k
woonpark onbebouwd binnengebied
B
Oostmolenbeek
station spoorweg kerkplein kasteel in natuurgebied ruimtelijk geheel
B
open ruimte
10
bos waterloop - beek
2
K
5 3 1
9
e lb te u e
ek
grootschalig gebouw openbaar gebouw
9
gemeenschapsvoorzieningen:
7
1 2 3 4 52 6 7 8 9 10
4
9
11 6
9
11
8
gemeentehuis dienstencentrum politie brandweer post bibliotheek academie voor Muziek, Woord en Dans sport-, recreatie- en speelterreinen school zieken- en bejaardenzorg OCMW
10
E4 0 Loveld
K:\12105\Fase_50_ontwerp\cd\Corel\BRS-AALTER CENTRUM.cdr
RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN AALTER
FIG. 8: Bestaande ruimtelijke structuur van Aalter-Centrum Datum : 11/02/2003 Opdrachtgever : Gemeente Aalter Bron :
Schaal: 1/20000
INFORMATIEF GEDEELTE 12_105\RAP\GRS030930.doc
Bellem De kern Bellem heeft een vrij compacte structuur, die geënt is op de Bellemdorpweg en de Museumstraat. De kern is begrepen tussen het kanaal Gent-Oostende en de spoorweg Gent-Brugge. Bellem wordt aan drie zijden omgeven door beekvalleien: de Kranepoelbeek in het zuiden, de Keutelbeek-Leiken in het westen en de Fortloop in het oosten. De kern heeft een relatief kleine zone met bebouwing van middelhoge dichtheid langs de Bellemdorpweg. Langsheen de Bellemdorpweg bevindt zich het centrumgebied, tussen de Museumstraat en het kerkplein. Dit centrumgebied onderscheidt zich van de rest van de kern door een dichtere bebouwing (aaneengesloten bebouwing van twee bouwlagen) en door de aanwezigheid van enkele voorzieningen (school, handelsactiviteiten). Aan het kerkplein bevindt zich een mooi ruimtelijk geheel, met een plein, een vroegere dries, het kerkhof en een klein groengebied dat toegang heeft tot de school aan de Lotenhullestraat. De handelsactiviteit van Bellem komt verspreid voor langsheen de Bellemdorpweg tussen de Museumstraat en het kerkplein. Het bezit onvoldoende samenhang en uitstraling.
kasteelpark van Mariahove, dat aansluit bij de bossen ten zuiden van Bellem, en er van gescheiden wordt door de spoorweg. In Bellem is ook een halte van de stoptrein Brugge-Gent. In het westen van de kern bevinden zich, langs de Bellemdorpweg, de sporttereinen van de kern. In zijn totaliteit bestaat de kern voornamelijk uit open bebouwing met een lage dichtheid. De kern heeft een compacte vorm in de open ruimte, en ligt excentrisch ten opzichte van het centrumgebied. In de kern is er nog een beperkte inbreidingsmogelijkheid.
Figuur 9. Bestaande ruimtelijke structuur van Bellem
Ook langs de Museumstraat komen enkele handelszaken voor, en is de bebouwing wat geconcentreerder, zeker aan het kanaal GentOostende. Daar bevindt zich trouwens wat nog overblijft van een kleine nederzetting aan het kanaal, met wat lokale bedrijvigheid. Deze nederzetting aan de vroegere brug werd bij de verbreding van het kanaal en de aanleg van de nieuwe Bellembrug ten westen van de bebouwing in twee gesplitst. Het zuidelijk deel sluit direct aan bij de kern; het noordelijk deel ligt wat afgezonderd, gezien de barrièrewerking van het kanaal. Het centrumgebied bevindt zich aan de rand van het eigenlijke woongebied. Dit wordt in het zuidoosten begrensd door het @ Grontmij Belgroma 29
LEGENDE
woonkern centrumgebied geconcentreerde bebouwing relatief hoge dichtheid onbebouwd binnengebied
Bruggewijk e eik k-L
kanaal
n
spoorweg
e be
tel
u Ke
H
treinhalte kerkplein & kerkhof
7
kasteelpark ruimtelijk geheel
8
open ruimte bos waterloop -beek lokale bedrijvigheid grootschalig gebouw
9
op
lo Fort
openbaar gebouw gemeenschapsvoorzieningen: 2 6
dienstencentrum bibliotheek tekenacademie sport-, recreatie- en speelterreinen school
Kr
7
e lbe oe ep an
9 8 9
9
k
H
RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN AALTER
2 K:\12105\Fase_50_ontwerp\cd\Corel\BRS_BELLEM-KERN.cdr
6
FIG. 9: Bestaande ruimtelijke structuur van Bellem Datum : 11/02/2003 Opdrachtgever : Gemeente Aalter Bron :
Schaal: 1/15000
INFORMATIEF GEDEELTE 12_105\RAP\GRS030930.doc
Lotenhulle In tegenstelling tot de kernen van Bellem en Sint-Maria-Aalter bezit Lotenhulle, alhoewel eveneens relatief klein en compact, een complexe ruimtelijke structuur. De kern bestaat uit een samenspel tussen bebouwde en onbebouwde ruimtes, tussen compacte bebouwing en losstaande lintbebouwing, tussen natuurlijke fragmenten en eerder grootschalige functies. De complexiteit van de ruimtelijke structuur heeft ongetwijfeld te maken met de specifieke ligging van Lotenhulle. De kern bevindt zich op de cuesta Hertsberge-Lotenhulle, waarbij de hoogteverschillen een belangrijke invloed hebben op de bebouwingsstructuur, en wordt doorsneden door de drukke provincieweg N409, de Steenweg op Deinze. Een zone van compacte, aaneengesloten bebouwing strekt zich uit tussen het kerkplein en de Steenweg op Deinze, langs de Achterstraat en Lodorp. Hierlangs zijn diverse voorzieningen gelegen. De school van Lotenhulle bevindt zich achter het kerkplein. Het bosje en de vijver vormen een restant van de vroegere open ruimte die hier aanwezig was. De handelsactiviteit in Lotenhulle concentreert zich vooral op het kruispunt van de N409 en Lodorp. Het mikt hiermee op de bewoners van Lotenhulle en op het doorgaand verkeer op de N409. Ook langsheen Lodorp en aan het kerkplein bevinden er zich een aantal handelszaken.
Ten zuiden van Lodorp bevindt zich een gebied met relatief hoge dichtheid, langs de Lomolenstraat, het Guldensporenplein en de Pastorijstraat. Tussen de bebouwing bevindt zich nog een vrij groot onbebouwd binnengebied. Aan de oostzijde van de N409 bevindt zich het Blommekeskasteel, dat met zijn tuin direct aansluit bij de open ruimte van de vallei van de Neerschuurbeek. Opvallend hierbij is dat de woongebieden langs de Nevelestraat en de Lokouter iets afgezonderd zijn van de kern. De overige bebouwing is residentiële bebouwing van vrijstaande eengezinswoningen. De bebouwde oppervlakte heeft geen aaneengesloten karakter, waardoor nog relatief omvangrijke onbebouwde zones aanwezig zijn (gelegen in de woonuitbreidingsgebieden Pittemstraat, Nevelestraat en Kasteelstraat). Lintbebouwing is voornamelijk gesitueerd langs de N409 (Steenweg op Deinze) richting Aalter, en in Lokouter. Ten westen van de kern bevindt zich het kasteelpark van Poeke. Aansluitend hierbij de sportterreinen van Lotenhulle, het onbebouwde binnengebied tussen de Poekestraat, de Lomolenstraat en de Kasteelstraat, en een bedrijf in woongebied.
Figuur 10. Bestaande ruimtelijke structuur van Lotenhulle
De doortocht van de Steenweg op Deinze (N409) heeft een belangrijke impact op het centrumgebied. Enerzijds oefent deze weg een aantrekkingskracht uit op enkele commerciële activiteiten, waardoor een deel van de centrumfuncties zich langs deze weg bevinden. Anderzijds stoot deze weg ook af, vanwege de verkeersdrukte die gepaard gaat met verkeersonveiligheid en –onleefbaarheid. De weg vormt ook een barrière tussen het oostelijk en westelijk deel van Lotenhulle. @ Grontmij Belgroma 30
LEGENDE woonkern centrumgebied
N4 09
geconcentreerde bebouwing met relatief hoge dichtheid handelslint kerkplein lokale bedrijvigheid kasteelpark ruimtelijk geheel
eek
open ruimte
urb
e
Ne
hu rsc
onbebouwd binnengebied bos waterloop-beek
9
openbaar gebouw
6 2
gemeenschapsvoorzieningen: 2 6 8 9
8
dienstencentrum bibliotheek sport-, recreatie- en speelterreinen school
RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN AALTER
K:/12105/fase50_ontwerp/BRS-LOTENHULLE-2.cdr
FIG. 10: Bestaande ruimtelijke structuur van Lotenhulle Datum : 18/09/2003 Opdrachtgever : Gemeente Aalter Bron :
Schaal: 1/15000
INFORMATIEF GEDEELTE 12_105\RAP\GRS030930.doc
Sint-Maria-Aalter Sint-Maria-Aalter wordt omgeven door bossen. De kern is opgebouwd uit een orthogonaal wegenpatroon, dat overeenstemt met het patroon van de vroegere ontginningsdreven. In het noorden bevindt zich het Blekkerbos, in het oosten het Hooggoed, in het zuiden het Egypteveld, en in het westen Schuurlo. Enkel in het noorden komt het Blekkerbos met het kasteelpark tot tegen de kern, aan de Aalterstraat. In het oosten en het westen komen kleine versnipperde bosrestanten voor in de onmiddellijke nabijheid van de kern. De kern beslaat een rechthoekig gebied gevormd door de Wingenestraat, de Aalterstraat, de Sparhoekdreef en de Egypteveldstraat. Dichte bebouwing en handelsfuncties komen voor langs de Wingenestraat, tussen de Egypteveldstraat en het kerkplein. Ze richten zich hiermee op de bewoners van Sint-Maria-Aalter en op het (beperkt) doorgaand verkeer tussen Wingene en Knesselare. In het zuiden van het bebouwd gebied liggen de sportterreinen van de kern, bereikbaar vanuit de Egypteveldstraat. De rest van het woongebied bezit een lagere dichtheid en is monofunctioneel residentieel. Binnen dit patroon komen nog enkele onbebouwde binnengebieden voor, vooral in het oostelijk deel van de kern. Langsheen de Blekkervijverstraat en de Aalterstraat komt in beperkte mate lintbebouwing voor. De lintbebouwing langsheen de Blekkervijverstraat verbindt de kern met een afzonderlijke entiteit van bebouwing die in de omgeving van de treinhalte is ontstaan.
Figuur 11. Bestaande ruimtelijke structuur van Sint-Maria-Aalter
@ Grontmij Belgroma 31
LEGENDE
woonkern centrumgebied kerkplein Schuurlo kasteelpark
E4
open ruimte
0
onbebouwd binnengebied bos
Blekkerbos
waterloop-beek grootschalig gebouw hu ur lo be e
k
openbaar gebouw
Sc
gemeenschapsvoorzieningen:
6
5
9
2 5 6 8 9
2
9
8 K:\12105\Fase_50_ontwerp\cd\Corel\BRS-SINT-MARIA-AALTER.cdr
RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN AALTER Hooggoed
Egypteveld
dienstencentrum post bibliotheek sport-, recreatie- en speelterreinen school
FIG. 11: Bestaande ruimtelijke structuur van Sint-Maria-Aalter Datum : 11/02/2003 Opdrachtgever : Gemeente Aalter Bron :
Schaal: 1/15000
INFORMATIEF GEDEELTE 12_105\RAP\GRS030930.doc
Aalter-Brug De kern Aalter-Brug is gelegen langs de noordkant van het kanaal Gent-Oostende. De kern wordt in twee gesneden door de Knokkeweg (N44 Aalter-Maldegem). Aan de westelijke zijde van de N44 bevindt zich voornamelijk geconcentreerde bebouwing met middelhoge dichtheid (het eigenlijke centrum) en een sociale woonwijk. In Aalter-Brug was er voorheen enige handelsactiviteit rond het kerkplein. Thans is er met uitzondering van een kapper geen handelsactiviteit meer. De bewoners richten zich vooral tot Aalter-Centrum. Op het kruispunt van de Knokkeweg (N44) en de Urselweg (N499) zijn er enkele grotere handelszaken gevestigd, die vooral gericht zijn op het doorgaand verkeer. Tussen de Sint-Godelievestraat en de N44 bevindt zich het grootschalig bedrijf Sturzo. De aanwezigheid van dit bedrijf beperkt de mogelijkheden tot de uitbouw van een centrumgebied in AalterBrug. Tegelijkertijd vormt het een buffer ten opzichte van de N44. Aan de oostelijke zijde van de N44 bevindt zich residentiële bebouwing met een lage dichtheid. Er is ook een school aanwezig. Doorheen de kern loopt de Hollebeek, die in het centrum ingekokerd is. Aan de oostelijke zijde bevindt zich nog een stuk open ruimte tussen de residentiële bebouwing en het kanaal.
Figuur 12. Bestaande ruimtelijke structuur van Aalter-Brug
@ Grontmij Belgroma 32
LEGENDE woonkern centrumgebied geconcentreerde bebouwing met een relatief hoge dichtheid kerkplein
N44
lokale bedrijvigheid open ruimte waterloop-beek
N4
grootschalig gebouw
99
openbaar gebouw gemeenschapsvoorzieningen: 8 2 8 9
Hollebeek
dienstencentrum sport-, recreatie- en speelterreinen school
9
9 2
8
K:\12105\Fase_50_ontwerp\cd\Corel\BRS-AALTER-BRUG-2.cdr
RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN AALTER
FIG. 12: Bestaande ruimtelijke structuur van Aalter-Brug Datum : 18/09/2003 Opdrachtgever : Gemeente Aalter Bron :
Schaal: 1/15000
INFORMATIEF GEDEELTE 12_105\RAP\GRS030930.doc
Poeke In de kleinste kern Poeke komt bebouwing met middelhoge dichtheid voor langsheen de Poekedorpstraat, de Knokstraat en de Ruiseledestraat. Poeke heeft een zeer beperkt aantal handelszaken op het centrale plein en in de onmiddellijke omgeving ervan. Ten zuiden van de Poekedorpstraat komt een zone voor met bebouwing met een lage dichtheid. Ten oosten van de kern bevindt zich het kasteel van Poeke met het park. De Poekedorpstraat bevindt zich in het verlengde van een dreef van het park. In het noorden van de kern loopt de Reigersbeek, een zijbeek van de Poekebeek.
Figuur 13. Bestaande ruimtelijke structuur van Poeke
@ Grontmij Belgroma 33
LEGENDE woonkern centrumgebied kerkplein kasteelpark open ruimte waterloop-beek grootschalig gebouw openbaar gebouw gemeenschapsvoorzieningen: dienstencentrum bibliotheek school
9
6 2
Poekebeek
RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN AALTER
FIG. 13: Bestaande ruimtelijke structuur van Poeke K:\12105\Fase_50_ontwerp\cd\Corel\BRS-POEKE.cdr
Reig ers b ee k
2 6 9
Datum : 11/02/2003 Opdrachtgever : Gemeente Aalter Bron :
Schaal: 1/15000
INFORMATIEF GEDEELTE 12_105\RAP\GRS030930.doc
2.3.2
structuur van de open ruimte
2.3.2.1
algemeen
Aalter beschikt over een prachtige, aantrekkelijke open ruimte, waarin heel wat waardevolle elementen aanwezig zijn voor de natuur, voor het landschap, voor de landbouw, voor recreatie en toerisme. Zo zijn er de golvende akkerlanden van het plateau van Tielt, de boscomplexen rond Sint-Maria-Aalter, het gekende natuurgebied de Kranepoel, het fijnmazige landbouwgebied rond Bellem, de mooie kasteelparken en historische hoeves, de rechtlijnige ontginningsdreven in open landbouwgebied, de vallei van de Poekebeek, enz. Binnen de open ruimte komt ook niet-agrarische bebouwing voor, meestal onder de vorm van kleine woninggroepen. De waarde van de open ruimte in Aalter zit vooral vervat in de omvang, de continuïteit en de samenhang van de aanwezige structuren. De continuïteit heeft de bovenhand over de versnipperende factoren. Nochtans wordt het grondgebied van de gemeente in oostwest-richting doorsneden door drie grootschalige lijninfrastructuren: het kanaal Gent-Oostende, de spoorweg Gent-Brugge en de autosnelweg E40. Deze infrastructuren vormen barrières in de open ruimte, zowel voor de bereikbaarheid (doorknippen van verbindingen) als voor de zichtbaarheid (aanleg van taluds). Ook de gewestwegen N44, N37 en N409 vormen belangrijke barrières. Vooral in het geval van de N44 is de barrièrevorming heel sterk, door zijn ligging op een talud. De open ruimte zoals die nu bestaat in Aalter is het resultaat van een lange en ingewikkelde geschiedenis van menselijk ingrijpen en beïnvloeden van het grondgebied. Het is de ontginningsgeschiedenis die aan de basis ligt van het huidig bodemgebruik en de bestaande vegetatiestructuren. Het huidige bodemgebruik wordt sterk bepaald door de grootschalige 18de-eeuwse ontginningsbeweging.
Daarvóór bestond ongeveer de helft van het grondgebied van Aalter uit ‘wastines’. Dit waren woeste heidegronden die gelegen waren op de drogere bodems van stuifzandruggen en landduinen (o.m. deel Bulskampveld, Egypteveld, Loveld, …) of op de nattere bodems waarvan de waterhuishouding sterk verstoord was (o.m. deel Bulskampveld, omgeving Kranepoel, …). Deze wastines werden, op basis van gemeenschappelijke gebruiksrechten, vaak benut als extensieve weidegebieden. Er werd ook hout gesprokkeld en turf gestoken. In de wastines zijn veldvijvers ontstaan door de ontginning van turf, zand en veldsteen (Kranepoel, Blekkervijver). De wastines waren omgord door aaneengesloten loofhoutbossen, die de rest van de cuesta Hertsberge-Lotenhulle bedekten. Ook in de depressie van het kanaal Gent-Oostende kwamen uitgestrekte bosgronden voor. De kleine dorpskernen vormden landbouwgemeenschappen met plaatselijke akkerontginningen temidden van het uitgestrekte natuurlandschap. Enkel de zandleemgronden van Poeke en Lotenhulle werden, als uitlopers van het Plateau van Tielt, reeds vroeg ontgonnen en gaven aanleiding tot het ontstaan van typische kouters (o.m. Lokouter, Kasteelkouter). Het waren open akkerlandcomplexen met een onregelmatig perceleringspatroon. Ook de gronden ten noorden van Bellem werden al vroeg omgezet tot akkers en weilanden. Onder toenemende demografische druk en een nijpend tekort aan hout en voedsel hebben de ontginningen van de 18de eeuw geleid tot een inversie in het landschapsbeeld: bossen werden gerooid en wastines werden bebost. De oude bosaanplantingen werden omgezet tot akkerland of in nieuwe kasteeldomeinen ingekapseld. Er werd ook gepoogd om de voormalige wastines om te zetten in nieuwe landbouwgrond. Waar dit mislukte werden de resterende ‘velden’ grotendeels omgeploegd en systematisch beplant; aanvankelijk met streekeigen loofhout, later meer en meer met snelgroeiende uitheemse en standplaatsgeschikt geachte naald- en loofhoutsoorten. De veldontginning vond ingang via een dicht net van lange, rechtlijnige ontginningsdreven die aan de basis lagen van een kenmerkende @ Grontmij Belgroma 34
INFORMATIEF GEDEELTE 12_105\RAP\GRS030930.doc
geometrische indeling, in die mate zelfs dat van een dambordvormig landschapspatroon gesproken wordt. Ten gevolge van deze specifieke ontginningsgeschiedenis is op het grondgebied van de gemeente Aalter nu een duidelijk contrast te merken tussen het oudere ontginningspatroon en de jongcultuurlandschappelijke patronen. Op de oudere akkers en weilanden is een door houtkanten en (knot)bomenrijen sterk gesloten landschapsbeeld te zien met een onregelmatig percelleringspatroon. Het wordt door een systeem van talrijke, kronkelende landwegen doorsneden. De recentere ontginningspatronen daarentegen bestaan in hoofdzaak uit (gemengde) bosbestanden en akkerlanden, en worden doorsneden door lijnrechte ontginningsdreven. Een mooi voorbeeld hiervan is de omgeving van Schoonberg – Eendenkooi, op de grens met de gemeente Ruiselede.
@ Grontmij Belgroma 35
INFORMATIEF GEDEELTE 12_105\RAP\GRS030930.doc
2.3.2.2
fysische structuur
de bodem van Aalter Aalter is gelegen op de grens tussen de zandstreek en de zandleemstreek. Deze grens bevindt zich ter hoogte van Poeke en Lotenhulle. - Het zuidelijke deel van het grondgebied kenmerkt zich door de zandlemige bodems. Dit vormt een uitloper van het Plateau van Tielt, en is een gebied dat reeds in de Middeleeuwen ontbost werd en omgezet tot akkerland. - Het noordelijke en het centrale deel van de bodem van de gemeente bestaat hoofdzakelijk uit zand en lemig zand. In dit gebied bevinden zich de minder vruchtbare bodems die in de 18de eeuw bebost werden.
Figuur 14. Bodemkaart volgens grondsoort
Verspreid over het grondgebied van de gemeente komen alluviale kleigronden voor in beekvalleien, samen met zandleemgronden. Dit zijn meestal zeer natte gronden. De volgende beekvalleien kunnen hier vermeld worden: - de Zoutersbeek; - de Schuurlobeek; - de Brielbeek; - de Wantebeek; - de Poekebeek; - de Reigersbeek; - de Pidantbeek; - de Neringbeek-Reigerbeek; - de Neerschuurbeek. Op een aantal plaatsen komen in de zandstreek ook zandleembodems voor, vooral in de richting van Bellem: - het gebied Oostmolen – Nellebroek – Orgelveld tussen Aalter en Bellem; - het gebied Spildoorn ten noordoosten van Bellem; - het gebied ten noorden van Aaltebei – Pauwelsbos. @ Grontmij Belgroma 36
INFORMATIEF GEDEELTE 12_105\RAP\GRS030930.doc
orografie en hydrografie Aalter kent een weinig geprononceerd reliëf. De hoogtes van het maaiveld variëren van ca. 8 m tot ca. 28 m boven de zeespiegel. Het reliëf vertoont wel een eenvoudige, heldere structuur in een opeenvolging van valleien en heuvelruggen. Het geheel helt zachtjes af in oostwaartse richting, naar het Afleidingskanaal van de Leie toe. - Ongeveer centraal over het grondgebied van de gemeente loopt de cuesta Hertsberge-Lotenhulle, met een vertakking naar Aalter-Centrum toe. Ter plaatse van Egypteveld-Hoogveld bevindt zich het hoogste punt van de gemeente (ca. 28 m boven de zeespiegel). - Ten noorden van deze heuvelrug strekt zich de depressie van het kanaal Gent-Oostende uit. Hier liggen de laagste gronden van de gemeente, nabij Oostmolen en Bellem-Brug (ca. 8 m boven de zeespiegel). Nogmaals ten noorden hiervan, maar buiten het grondgebied van de gemeente, ligt de cuesta Oedelem-Zomergem. - Ten zuiden van de cuesta Hertsberge-Lotenhulle loopt de vallei van de Poekebeek, met als laagste punt de Breemeersen (ca. 10 m boven de zeespiegel). - Verspreid over het grondgebied van de gemeente komen enkele geïsoleerde kouters en lokale verhevenheden voor. In het zuiden van het grondgebied situeren zich de uitlopers van het plateau van Tielt.
Oostmolenbeek, Fortloop, Kouterloop, Gaverbeek en Bellembeek. - In het zuiden van het grondgebied voert de Poekebeek, met de zijbeken Wantebeek, Oud Leiken, Reigersbeek, Pidantbeek, Neringbeek-Reigerbeek en Neerschuurbeek, af naar het Afleidingskanaal van de Leie. Het Poekebeekbekken maakt integraal deel uit van het beschermingsgebied voor drinkwaterwinning van het Waterproductiecentrum te Kluizen (BVR 21.10.1987). Dat betekent dat de volgende waterlopen de bestemming drinkwaterkwaliteit hebben gekregen: - Poekebeek; - Wantebeek; - Oud Leiken; - Reigersbeek; - Pidantbeek; - Neringbeek-Reigerbeek; - Neerschuurbeek. Voor de overige waterlopen geldt de basiskwaliteitsdoelstelling.
Figuur 15. Reliëf en waterlopen in Aalter
Hydrografisch gezien behoort de gemeente Aalter gedeeltelijk tot het bekken van de Gentse kanalen (het bekken van het kanaal Gent-Oostende) en gedeeltelijk tot het bekken van het Afleidingskanaal van de Leie (Poekebeekbekken). - In het noorden van het grondgebied vloeien talloze, meestal kleinere beken af naar het kanaal Gent-Oostende: de Zouterbeek, Schuurlobeek, Zeilschootbeek, Kwadestroom, Brielbeek, Hollebeek, Woestijnebeek, Gottebeek, Leensvoorbeek, Kranepoelloop, Keutelbeek, Leiken, @ Grontmij Belgroma 37
INFORMATIEF GEDEELTE 12_105\RAP\GRS030930.doc
2.3.2.3
natuurlijke structuur
Een specifiek kenmerk van Aalter is de aanwezigheid van grote boscomplexen. Ongeveer 13% van het grondgebied wordt bedekt door bos. Ter vergelijking: de bosindex van Oost-Vlaanderen bedraagt slechts 4,4%, de bosindex van Vlaanderen 8,3%, maar de bosindex van de Europese Unie 24%. De grootste bossen die voorkomen in Aalter vormen een onderdeel van de oude veldgebieden ten zuiden van Brugge. Dit is een gebied waarvan de grond minder geschikt is voor de landbouw. Bossen komen er voor in grote compartimenten afgewisseld met akkers en weiden. In Aalter kunnen twee samenhangende grote boscomplexen onderscheiden worden, die aangeplant werden op vroegere wastines. - De bossen rond Sint-Maria-Aalter zijn gestructureerd en met elkaar verbonden door rechtlijnige ontginningsdreven. Ten westen van de kern bevindt zich Schuurlo en Vaanders, dat bestaat uit een afwisseling van bossen en weiden. Middenin bevindt zich het kasteel van Schuurlo; in het noorden bevindt zich – op het grondgebied van Beernem – het kasteel De Lanier. Aan de rand van het gebied situeren zich kleinere bosfragmenten die de overgang maken met de open ruimte. Ten oosten van de kern bevindt zich het aaneengesloten boscomplex Blekkerbos – Hoogveld – Egypteveld – Hooggoed. In dit bos bevinden zich twee kastelen en, nabij het vroegere klooster van Sint-Maria-Aalter, een oude veldvijver (de Blekkervijver). Het boscomplex wordt doorsneden door de E40 en, in mindere mate, door de spoorweg Gent-Brugge. - De bossen rond de Kranepoel, een oude veldvijver, vertonen eveneens een structuur van rechtlijnige ontginningsdreven. De eigenlijke bossen bevinden zich ten westen en ten zuiden van de Kranepoel: het Markettebos en de Gavers. In het gebied ten oosten bevinden zich de woonparken (Loveld en BeukenparkBosheide-Aalterveld-Ganzeplas). Hier zijn veel bomen aanwezig, maar het geheel kan niet echt beschouwd worden als
een bos. Ook in dit gebied komen enkele kastelen en kasteelparken voor (Mariahove, Markette, Loveld). Het geheel wordt doorsneden door de E40 en, in mindere mate door de spoorweg Gent-Brugge. Naast deze twee grote boscomplexen komen in Aalter nog talrijke, kleinere bossen voor. - Verschillende bossen langsheen de vallei van de WantebeekPoekebeek: de Vorte Bossen en het Slangenbos (op het grondgebied van de gemeente Ruiselede), de bossen van Schoonberg en Eendenkooi, Van Doorne’s bos, het kasteelpark van Poeke, bos in de Breemeersen; - enkele bossen in het gebied Nieuwendam-ManewaardePatersveld; - bossen langs het kanaal Gent-Oostende; - het bos tussen de Weibroekdreef en de Bellemstraat; - verspreide bosjes in het gebied Spildoorn en langs de Bellembeek; - enkele bossen langs de Gaverbeek en de Neerschuurbeek, die aansluiten bij het groter geheel van het Markettebos. Een ander belangrijk aspect van de natuurlijke structuur betreft de beekvalleien. - De belangrijkste beekvallei op het grondgebied van de gemeente is ongetwijfeld de vallei van de WantebeekPoekebeek. Het is een gebied met een grote ecologische en landschappelijke waarde, vooral stroomopwaarts van Poeke. Het vormt een opeenvolging van bossen en vochtige graslanden. - Andere beken die een ruimtelijk structurerend belang hebben in Aalter zijn o.m. de Zouterbeek, de Brielbeek, de Oostmolenbeek, de Keutelbeek, de Gaverbeek-Bellembeek en de Neerschuurbeek. - Verder komen nog talrijke kleine beken en waterlopen voor, die uitmonden in het kanaal Gent-Oostende of in de Poekebeek. @ Grontmij Belgroma 38
INFORMATIEF GEDEELTE 12_105\RAP\GRS030930.doc
-
Hierbij moet ook het kanaal Gent-Oostende zelf vermeld worden, omdat de bermen ervan een belangrijke ecologische verbindingsfunctie vervullen.
In de overige gebieden vormt de natuur niet de hoofdfunctie. Nochtans hebben ook enkele landbouwgebieden een belangrijke waarde voor de natuurlijke structuur. Dit heeft te maken met de aanwezigheid van kleine landschapselementen (KLE’s). Het zijn puntvormige (boom, poel, …) of lijnvormige (haag, houtkant, bomenrij, dreef, …) landschapselementen die de ecologische infrastructuur op microniveau uitmaken. In de volgende gebieden is er een hoge concentratie KLE’s aanwezig: - omgeving Bokhout; - omgeving Nieuwendam; - omgeving Manewaarde; - landbouwgebied tussen Aalter-Centrum en Bellem; - omgeving Aaltebei-Pauwelsbos; - gebied ten oosten van Bellem; - omgeving Schoonberg-Eendenkooi; - omgeving Braamdonk.
Figuur 16. Natuurlijke structuur Figuur 17. Biologische waarderingskaart
@ Grontmij Belgroma 39
LEGENDE N4
4
kern bos
BRUGGE
99 N4 kanaal Gent-Oostende
Vaanders
AALTER-BRUG
Patersveld
Schuurlo
2 omgeving Nieuwendam
2
E4 0
3 omgeving Manewaarde
4 Nieuwendam
4 landbouwgebied tussen Aalter-Centrum en Bellem
BELLEM
5 omgeving Aaltebei- Pauwelsbos
Brielbeek
Keutelbeek
Spildoorn
6 gebied ten oosten van Bellem
AALTER-CENTRUM
7 omgeving Schoonberg-Eendenkooi
6
8 omgeving Braamdonk
Kranepoel
7 Schoonberg Gaverbeek-Bellembeek
Wantebeek
8
GENT
Poekebeek
LOTENHULLE Neerschuurbeek
POEKE
Poekebeek N 40 9
K:\12105\Fase_50_ontwerp\cd\Corel\NATUURLIJKE-STRUCTUUR_V9.cdr
SINT-MARIA-AALTER
Oostmolenbeek
N3 7
Zouterbeek
gebied met concentratie van KLE’s
5
1 omgeving Bokhout
3
Blekkervijver
beekvallei
Kan aal Gen t-Oo sten de
1
RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN AALTER
FIG. 16 : Natuurlijk structuur
Datum : 11/02/2003 Opdrachtgever : Gemeente Aalter Bron :
Schaal: 1/65000
INFORMATIEF GEDEELTE 12_105\RAP\GRS030930.doc
2.3.2.4
agrarische structuur
Aalter is een sterk agrarische gemeente. Ongeveer 60% van het grondgebied is in gebruik als landbouwgrond. De landbouw staat ook in voor ca. 7% van de totale werkgelegenheid in Aalter, wat vrij hoog is. De gemeente situeert zich binnen een groot aaneengesloten openruimtegebied met een hoogdynamische landbouw. Het is een gebied met een gemengde landbouw, waarin intensieve vormen van veeteelt voorkomen. Binnen de provincie Oost-Vlaanderen doet zich in Aalter een concentratie voor van rundvee-, varkens- en pluimveehouderijen. Uit de jaarlijkse landbouwtellingen blijkt dat er zich tijdens de voorbije 15 jaar een belangrijke ontwikkeling voorgedaan heeft in de landbouw, die nu toch wat tot stilstand gekomen is. Deze evolutie, die zich voltrokken heeft in de ruimere regio, heeft te maken met een verandering van de teelten (opkomst van de maïsteelt), met een verschuiving van grondgebonden naar meer grondloze agrarische activiteiten (varkens, leghennen), en met schaalvergroting (toename van de gemiddelde bedrijfsoppervlakte). - Eerst en vooral is het aantal landbouwbedrijven sterk gedaald, tot een totaal van 300 bedrijven in 2000. Dit is een vermindering van 7,4% tov. 1996, en een vermindering van 29,1% tov. 1986. Daartegenover staat een vrij grote stijging van de gemiddelde bedrijfsgrootte, tot 16,70 ha in 2000. Dit is een stijging met 8,4% tov. 1996, en een stijging met 51,8% (!) tov. 1986. - Tussen 1996 en 2000 blijft het aantal werkkrachten in de landbouw in Aalter ongeveer stabiel. Dit in tegenstelling tot het decennium ervoor, waarin zich een grote daling voorgedaan heeft van het aantal werkkrachten. Wel heeft zich een verschuiving voorgedaan: in 2000 zijn er meer bestendige werkkrachten dan in 1996, maar minder niet-bestendige werkkrachten. - In de periode 1986-2000 valt de sterke toename op van het aantal varkens (+42,7%) en – vooral – het aantal leghennen
(+74,3%). De rundveestapel daarentegen is, na een lichte stijging in de periode 1986-1996, opnieuw afgenomen tussen 1996 en 2000. De agrarische activiteiten komen door elkaar voor op het grondgebied van de gemeente. Specifieke concentratiegebieden van bepaalde vormen van landbouw zijn er niet aan te duiden. Het is wel mogelijk om binnen Aalter een onderscheid te maken tussen een zuidelijk en een noordelijk landbouwgebied, waarbij de grens zich situeert ter hoogte van de E40. - Ten noorden van de E40 ligt de nadruk eerder op een extensief gevoerde landbouw, met een belangrijk aandeel van weiland. Het gebied kenmerkt zich ook door de aanwezigheid van veel kleine landschapselementen. - Het zuidelijk landbouwgebied kenmerkt zich door akkerbouw en niet-grondgebonden landbouw. Dit gebied vertoont een grotere openheid, door de beperkte aanwezigheid van kleine landschapselementen.
@ Grontmij Belgroma 40
INFORMATIEF GEDEELTE 12_105\RAP\GRS030930.doc
1986
1996
2000
aantal landbouwbedrijven
423
324
300
totale bedrijfsoppervlakte
4.651,95ha
4.992,69 ha
5.011,30 ha
gemiddelde bedrijfsgrootte
11,00 ha
15,41 ha
16,70 ha
bedrijfsleider van 50+ met vermoedelijke opvolger van 14+
34
42
31
bedrijfsleider van 50+ zonder opvolger
164
97
82
bedrijfsleider van 50+ waar opvolging nog niet gekend is
56
34
38
aantal bestendige werkkrachten in de landbouw
412
340
368
aantal niet-bestendige werkkrachten
225
185
154
5
9
9
serre-oppervlakte
1,56 ha
2,67 ha
2,17 ha
runderen
16.031
17.494
15.949
varkens
79.600
112.276
113.586
kippen
125.861
172.950
219.422
aantal serrebedrijven
Figuur 18. Agrarische structuur van Aalter Tabel 1. Typering en evolutie van de landbouw (bron: NIS landbouwtellingen)
@ Grontmij Belgroma 41
INFORMATIEF GEDEELTE 12_105\RAP\GRS030930.doc
2.3.2.5
landschappelijke structuur
In Aalter komen enkele samenhangende landschappelijke eenheden voor, die relictzones vormen van het traditionele landschap. Het zijn vrij gave, bewaard gebleven gebieden, waarop recente ontwikkelingen slechts in beperkte mate invloed hebben uitgeoefend. De volgende landschapseenheden kunnen onderscheiden worden: - de oude veldgebieden rond Sint-Maria-Aalter en rond Markette, met de aanwezigheid van bossen, akkers en weiland in een dambordpatroon van ontginningsdreven; - het landbouwgebied in de omgeving van Bellem, met een onregelmatig perceelspatroon, omzoomd met houtkanten en bomenrijen die een gesloten landschapsbeeld creëren; - het valleigebied van de Poekebeek en de zijbeken Wantebeek en Neerschuurbeek, met een opeenvolging van loofbossen en vochtige graslanden; - het lichtgolvend, open akkerlandschap ten zuiden van Poeke en Lotenhulle, als uitloper van het Plateau van Tielt. Daarnaast hebben de recente, grootschalige ontwikkelingen van de woningbouw en de industrie op enkele plaatsen geleid tot een verdringing van het traditionele landschap en de vorming van nieuwe landschappen. Deze nieuwe landschappen geven uitdrukking aan de aanwezigheid van de industriële moderniteit in Aalter, en staat vaak in schril contrast met de kleinschaligheid, de beslotenheid en de harmonie van de vroegere landbouwgemeenschap. Het gaat hierbij om twee gebieden in de onmiddellijke nabijheid van Aalter-Centrum: - het industriële landschap van de grootschalige industrieterreinen aan de N44 en het kanaal Gent-Oostende; - het overgangsgebied tussen Aalter-Centrum en de open ruimte, met een verwevenheid van woningbouw, landbouw en natuurelementen.
-
-
-
kasteelparken, landgoederen, historische hoeves, molens: - kasteelpark van Poeke; - kasteel van Schuurlo; - klooster van Sint-Maria-Aalter; - kasteel van het Blekkerbos; - kasteel Nobelstede; - kasteelpark Mariahove; - villa Kranepoel; - kasteel Loveld; - villa Vijf Ringen; - Artemeersmolen; ontginningsplassen: - Kranepoel; - Blekkervijver; - de Gavers; ontginningsdreven in Kattewegel, Biesem, Baarlaars, Ganzeplas, Nieuwendam, Orgelveld.
Figuur 19. Landschappelijke structuur Figuur 20. Landschapsatlas
Verspreid over het grondgebied komen nog tal van concrete landschapsstructuren voor: - het kanaal Gent-Oostende en de oude kanaalarm; @ Grontmij Belgroma 42
LEGENDE kern
N49
N4
BRUGGE
bos
9
4
landschapseenheden:
AALTER-BRUG Kan
2
oude veldgebieden aal
Gen
t-Oo
4
sten
landbouwgebied van Bellem de
beekvallei Poekebeek/ Wantebeek/Neerschuurbeek
Blekkervijver
8
3
uitloper van het plateau van Tielt
Nieuwendam
nieuwe landschappen:
BELLEM
industrieel landschap
AALTER-CENTRUM
overgangsgebied Aalter-Centrum
5 landschapselementen- en structuren:
Orgelveld Kranepoel
kanaal Gent-Oostende
7 6
10
oude kanaalarm 1 - kasteelpark van Poeke 2 - kasteel van Schuurlo 3 - klooster van Sint-Maria-Aalter 4 - kasteel van het Blekkerbos 5 - kasteelpark Mariahove 6 - villa Kranepoel 7 - kasteel Loveld 8 - kasteel Nobelstede/Manewaarde 9 - Artemeersmolen 10 - villa Vijf Ringen 11 - Blommekeskasteel
Biesem
Baarlaars Wantebeek 7
Ganzeplas Kattewegel
De Gavers
N40
N3
9
GENT
ontginningsplas
LOTENHULLE
Poekebeek
Neerschuurbeek
11 1 POEKE
Poekebeek
9
ontginningsdreven K:\12105\Fase_50_ontwerp\cd\Corel\LANDSCHAPPELIJKE_STRUCTUUR_V9.cdr
SINT-MARIA-AALTER
E4 0
RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN AALTER
FIG. 19: Landschappelijke structuur
Datum : 11/02/2003 Opdrachtgever : Gemeente Aalter Bron :
Schaal: 1/65000
INFORMATIEF GEDEELTE 12_105\RAP\GRS030930.doc
2.3.2.6
toeristisch-recreatieve structuur
Het voor een groot deel aantrekkelijke landschap van Aalter leent zich uitstekend tot recreatief medegebruik van de open ruimte. De toeristisch-recreatieve potenties van het gebied hebben tot nu toe slechts een beperkte invulling gekregen. - In Manewaarde ligt een camping. - Sommige kastelen hebben een culturele en/of gastronomische programmatie (kasteel van Poeke, kasteel Nobelstede). - Op het grondgebied werden enkele recreatieve netwerken uitgestippeld: - recreatieve netwerken van bovengemeentelijk niveau: - GR 129 Brugge-Ronse-Dinant; - Vlaanderen Fietsroute (728 km) langs de zuidelijke oever van het kanaal Gent-Oostende; - Bulskampveldroute (fietsroute; 43 km); - Poekebeekroute (fietsroute; 46 km); - gemeentelijke wandel- en fietsroutes: - ’t Groene Dorppad; - Parkroute; - Kranepoelpad; - Witte-Kaproenenpad; - Schoonbergpad; - Zes Dorpen Route; - Sneukeltoerroute.
Figuur 21. Toeristisch-recreatieve structuur
@ Grontmij Belgroma 43
N4
LEGENDE
4
99
N4
BRUGGE
camping
Aalter- Brug Kan aal
Kasteel Nobelstede
kastelen met culturele/gastronomische programmatie Gen t-
Oos tend e
Bovengemeentelijke recreatieve netwerken: GR 129: Brugge- Ronse- Dinant Vlaanderen fietsroute
Sint-Maria-Aalter
Bulskampveldroute
E4 0
Aalter- Centrum
Poekebeekroute
Bellem
Gemeentelijke wandel- en fietsroutes: Zes Dorpen Route Sneukeltoer ‘t Groene dorppad Kranepoelpad Schoonbergpad Witte Kaproenenpad
N3
7
Parkroute
GENT
Lotenhulle
Kasteel van Poeke
RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN AALTER
N4 0 9
K:/12105/fase50_ontwerp/TOERISTISCH- EN RECREATIEVE.cdr
Poeke
FIG. 21 : Toeristische-recreatieve structuur Datum : 11/02/2003 Opdrachtgever : Gemeente Aalter Bron :
Schaal: 1/65000
INFORMATIEF GEDEELTE 12_105\RAP\GRS030930.doc
2.3.2.7
belangrijkste aandachtspunten
De potenties voor natuurontwikkeling en voor natuurgericht bosbeheer bevinden zich vooral in het herstel van de vroegere heiderelicten en in de verdere ontwikkeling van het loofbos op de zandgronden. Dit betekent de verdere ontwikkeling van de natuurlijke structuren en de boscomplexen rond Sint-Maria-Aalter en het Markettebos. De valleien van de Poekebeek-Wantebeek (inclusief het kasteelpark) en van de Neerschuurbeek-Gaverbeek hebben eveneens zeer goede potenties voor natuurontwikkeling, vooral indien hierbij in een bovengemeentelijk kader samengewerkt wordt. Maatregelen kunnen hier betrekking hebben op o.m. de ontwikkeling van beekdalgraslanden en vochtige loofbossen, op de structuurverbetering van de beken en op de verhoging van de waterkwaliteit (algemeen milieubeheer). De potenties voor natuurontwikkeling worden beperkt door de barrièrewerking van de E40 en de spoorweg. Er is tevens een barrièrewerking ter hoogte de Tieltsesteenweg voor de vallei van de Poekebeek-Wantebeek. Deze barrière heeft een fysische basis (natuurlijk reliëf en bodem), en wordt versterkt door de verkeersinfrastructuur. Inzake natuurontwikkeling dient tevens gewezen te worden op de waarde van weilanden met talrijke kleine landschapselementen en open akkergebieden. De wandel- en fietsroutes belichten enkele van de mooiste delen van Aalter. Aandacht is vereist voor: - het binnenbrengen en rond Aalter leiden van fietsers langs het kanaal; - het sterker naar voor brengen van het Kasteelpark van Poeke; - het toegankelijk maken van het natuurwaardevolle valleigebied van de Poekebeek. @ Grontmij Belgroma 44
INFORMATIEF GEDEELTE 12_105\RAP\GRS030930.doc
2.3.3
ruimtelijk-economische structuur
2.3.3.1
het industrieterrein
In Aalter situeert ongeveer 47% van de tewerkstelling zich in de industrie en de ambachtelijke bedrijvigheid (gegevens 1996). De industrie bevindt zich in een groot industrieterrein, gelegen tussen Aalter-Centrum en het kanaal Gent-Oostende. Het industrieterrein bestaat uit twee delen, van elkaar gescheiden door de gewestweg N44: industrieterrein-oost (Lakeland) en industrieterrein-west (Langevoorde). Ze nemen samen ca. 165 ha in beslag (Lakeland ca. 130 ha; Langevoorde ca. 35 ha). Op het industrieterrein bevinden zich meerdere regionale en multinationale bedrijven, alsook enkele KMO’s. Alle bedrijven gelegen langs het kanaal (met uitzondering van één) benutten het kanaal voor aan- en afvoer of voor koelwater. Meerdere bedrijven zijn gericht op een toelevering of verwerking van producten van het agrarisch hinterland, zoals een melkfabriek en een leverancier van grondstoffen (AVEVE). In het Meetjesland bevindt zich trouwens een agro-voedingscluster. Er is een beperkte buffering t.o.v. het omliggende woongebied. Ambachtelijke bedrijvigheid en enkele groenschermen moeten deze buffer verwezenlijken, doch dit is slechts in beperkte mate gerealiseerd. Langs de Brugstraat is er een toenemende druk van bedrijven met een sterk commercieel aspect, zoals garages, drukkerijen, e.d. Het terrein is quasi volledig ingenomen en de inbreidingsmogelijkheden zijn er zeer beperkt. Enkel de oostelijke punt van Lakeland is nog niet aangesneden (5 à 6 ha). Het industrieterrein Langevoorde is thans in uitvoering conform het gelijknamige BPA (30/06/94). De terreinen zijn allemaal verkocht. Ze worden ingenomen o.m. door vleesverwerkende bedrijven, bouwondernemingen en bedrijven die uit hun bestaande infrastructuren op het industrieterrein gegroeid zijn. De
infrastructuren die deze laatste achterlaten op het industrieterrein worden onmiddellijk opnieuw ingenomen. De vraag naar industrieterrein in deze regio blijkt derhalve zeer groot te zijn. Uiteraard spelen de bijzondere troeven van deze locatie, m.n. de goede ontsluiting en de ligging t.o.v. een agrarisch hinterland, een rol in de vlotte verkoop van deze industriegrond. De bedrijven spreken nu ook hun eigen reserves aan om uit te breiden. Ook is er vraag van bedrijven om de verlengde kaaimuren te gebruiken voor overslag van bulkgoederen.
2.3.3.2
de ambachtelijke zones
Aalter beschikt over vier ambachtelijke bedrijventerreinen. Het gebied tussen Aalter-Centrum en het industrieterrein Lakeland vormt de overgang tussen de industrie en de woonzones. De overige drie ambachtelijke gebieden zijn gelegen in de kleinere kernen of in de open ruimte: Lobulck, Aalter-Brug en Bellem. -
Lobulck (ca. 10 ha) is gelegen langs en geënt op de N409. Het terrein is grotendeels ingenomen, zij het dat enkele percelen in reserve gehouden worden. Het betreft ambachtelijke bedrijven met een productie-, herstel- en handelsfunctie. De activiteit is dus eerder gericht op een verzorgingsfunctie voor Aalter en de omliggende gemeenten. Het bedrijventerrein zorgt voor tewerkstelling in het zuidelijk deel van het grondgebied van de gemeente. Omwille van zijn ligging langs de N409 is het tevens goed verbonden met het hinterland en kan het zijn verzorgende functie vervullen.
-
In het centrum van Aalter-Brug, net ten noorden van het kanaal Gent-Oostende, is het bedrijf Sturzo gevestigd. Dit meubelbedrijf is op het gewestplan opgenomen in een zone @ Grontmij Belgroma 45
INFORMATIEF GEDEELTE 12_105\RAP\GRS030930.doc
voor ambachtelijke bedrijvigheid. Het is een historische vestiging van slechts één bedrijf. In het centrum van Aalter-Brug is Sturzo aanwezig als een lange blinde gevel met een belangrijke visuele impact. Anderzijds kan ook in positieve zin gesteld worden dat Sturzo een buffer creëert tussen de N44 en het centrum van AalterBrug. -
2.3.3.3
Vaart–Zuid (ca. 3,5 ha) is een klein ambachtelijk bedrijventerrein in Bellem, gelegen langs het kanaal GentOostende. Het wordt niet via het kanaal ontsloten daar het slechts enkele kleine, ambachtelijke bedrijven betreft. Het is een historisch gegroeid terrein en is nog niet volledig gerealiseerd. De ontsluiting is beperkt. Het wordt meer en meer omgeven door een gebied waar het accent vooral ligt op de woonfunctie.
dienstverleningsgebied
Ter hoogte van de weg Jezuïetengoed werd op het gewestplan een dienstverleningsgebied voorzien langs de E40, voor de inplanting van een tankstation. De bestemming werd echter nooit gerealiseerd.
Figuur 22. Bestaande ruimtelijk-economische structuur
@ Grontmij Belgroma 46
LEGENDE autosnelweg A10-E40 bovenlokale wegen
9 N49
N4
BRUGGE
4
lokale weg
Aalter-Brug
Kan
aal
Sturzo
kanaal Gent - Oostende Gen
t- O
ost
spoorweg Gent - Brugge
end
e
B
Industrieterrein-West Langevoorde
0
Bellem Vaart- Zuid
B
Industrieterrein ambachtelijk bedrijventerrein
Aalter-Centrum
gebied voor dienstverlening
Lobulck
7
GENT
Lotenhulle
Poeke
N40 9
K:\12105\Fase_50_ontwerp\cd\Corel\BRS_ECONOMISCHE_STRUCTUUR.cdr
E4
N3
Sint-Maria Aalter
station
Industrieterrein-Oost Lakeland
RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN AALTER
FIG. 22 : Bestaande ruimtelijk economische structuur Datum : 11/02/2003 Opdrachtgever : Gemeente Aalter Bron :
Schaal: 1/65000
INFORMATIEF GEDEELTE 12_105\RAP\GRS030930.doc
2.3.4
lijninfrastructuur
2.3.4.2
2.3.4.1
algemeen
De autosnelweg E40 is een sterk structuurbepalend element in de gemeente. De verkeerswisselaar ter hoogte van Aalter-Centrum is een heel drukke verkeersknoop, waarop verschillende bovenlokale wegen aantakken. De autosnelweg vormt ook een scherpe fysische barrière voor het lokale verkeer, voor de natuurlijke, agrarische en landschappelijke structuren.
Het grondgebied van de gemeente Aalter wordt in oost-west-richting doorsneden door drie parallelle, grootschalige lijninfrastructuren van bovenlokaal niveau: het kanaal Gent-Oostende, de spoorweg GentBrugge en de autosnelweg E40. Deze infrastructuren bieden Aalter een bijzonder goede regionale ontsluiting met verschillende vervoersmodi. Op de lokale ruimtelijke structuur oefenen ze echter een grote barrièrewerking uit. Orthogonaal op deze infrastructuurbundel verlopen een aantal bovenlokale wegen in noord-zuid-richting, die Aalter verbinden met de N49 Antwerpen-Knokke en met de omliggende kleine steden Tielt, Deinze en Eeklo. Het zijn de gewestwegen N44, N37, N409 en N499. Tenslotte komt in de gemeente een dicht netwerk van lokale wegen voor. Het globale ruimtelijke patroon van de lijninfrastructuren creëert een onderscheid in bereikbaarheid van de verschillende kernen. - Aalter-Centrum is duidelijk het best ontsloten, met een op- en afrit aan de E40, een treinstation en loskades langs het kanaal. - Aalter-Brug en Lotenhulle bevinden zich op de noord-zuidgerichte bovenlokale wegen. Sint-Maria-Aalter en Bellem daarentegen liggen eerder geïsoleerd, maar hebben een halteplaats voor de stoptrein Gent-Brugge. Deze vier kernen hebben een goede verbinding met AalterCentrum, maar niet onderling. - Poeke wordt enkel ontsloten door lokale wegen.
Figuur 23. Bestaande lijninfrastructuur
wegennet
De vier noord-zuid-gerichte gewestwegen zijn dragers van de grootste verkeersstromen in de gemeente. - De N44 Aalter-Maldegem (Knokkeweg) is een 2x2-weg zonder rechtstreekse erfontsluiting. Enkel tussen Manewaarde en Brug Zuid is er rechtstreekse toegang tot de percelen vanop de weg. Langs de N44 komen talrijke aansluitingen voor met bovenlokale en lokale wegen, waardoor ook lokaal verkeer van de weg gebruik kan maken. De weg ligt verhoogd op een talud en vormt een fysische barrière. - De N37 Aalter-Tielt, de N409 Aalter-Deinze en de N499 Aalter-Eeklo zijn 2x1-wegen met rechtstreekse erfontsluiting. Ze vervullen een bovenlokale verbindingsfunctie, een lokale verbindingsfunctie en een ontsluitingsfunctie. Vooral de N409 kent, ter hoogte van Lotenhulle, een belangrijke ontsluitingsfunctie van woningen, handelszaken en bedrijven. In het dichte netwerk van lokale wegen kunnen er enkele wegen aangeduid worden die een lokale verbindings- of verzamelfunctie vervullen tussen de kernen onderling en met de kernen van de omliggende gemeenten: - Aalterstraat–Stratem–Sint-Maria-AalterstraatBrouwerijstraat: verbinding Aalter-Centrum met Sint-MariaAalter; - Wingenestraat: verbinding tussen Knesselare en Wingene via Sint-Maria-Aalter; - Zouter-Bakensgoed: verbinding tussen Sint-Maria-Aalter en Sint-Joris (Beernem); @ Grontmij Belgroma 47
LEGENDE autosnelweg A10-E40
N4
BRUGGE
499
bovenlokale weg
4
N
lokale weg
Kan aal Gen t- O ost end e
Aalter-Brug H
kanaal Gent - Oostende spoorweg Gent - Brugge
P
station
H
treinhalte hoogspanningsleiding
0 P B
Sint-Maria-Aalter
P
Bellem
aansluitingscomplex met E40
P
P
P
P P
grootste parkings
H
Aalter-Centrum
N3
7
P
9 N40 GENT
P
Lotenhulle
P
Poeke
K:\12105\Fase_50_ontwerp\cd\Corel\BRS_LIJNINFRASTRUCTUUR.cdr
E4
B
RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN AALTER
FIG. 23: Bestaande lijninfrastructuur
Datum : 11/02/2003 Opdrachtgever : Gemeente Aalter Bron :
Schaal: 1/65000
INFORMATIEF GEDEELTE 12_105\RAP\GRS030930.doc
-
-
Brugstraat-Stationsstraat-Lostraat: vroegere doortocht van Aalter-Centrum; Europalaan: interne ontsluiting van Aalter-Centrum; Venecolaan-Nijverheidslaan-Oostmolenstraat: ontsluiting van het industrieterrein Lakeland; Weibroekdreef-Bellemstraat-Bellemdorpweg: verbinding tussen Aalter-Centrum en Bellem; Moerstraat-Leistraat-Kloosterstraat-Gottebeekstraat: verbinding tussen Bellem en Ursel; Mariahovelaan: verbinding tussen Bellem en Hansbeke; Lotenhullestraat-Prinsenstraat-Lobulckstraat: verbinding tussen Bellem en Lotenhulle, en ontsluiting van de KMO-zone Lobulck; Poekestraat-Kasteelstraat-Poekedorp-Ruiseledestraat: verbinding tussen Lotenhulle, Poeke en Ruiselede; Nevelestraat: verbinding tussen Lotenhulle en Nevele.
2.3.4.3
openbaar vervoer
trein Aalter kent een goede treinverbinding met Gent en met Brugge: er is een station in Aalter-Centrum en er zijn halteplaatsen voor de stoptrein in Sint-Maria-Aalter en in Bellem. Vooral de stationsomgeving van Aalter-Centrum beschikt over grote potenties naar verdere ontwikkelingen toe. In verband met het treingebruik kunnen de volgende vaststellingen gemaakt worden: - Aalter-Centrum is het belangrijkste station, en heeft ook een bereik tot buiten de gemeentegrenzen. De haltes in Bellem en Sint-Maria-Aalter tellen heel wat minder reizigers. - De laatste jaren groeit het aantal instappende reizigers, vooral in Aalter-Centrum en Bellem. Dit heeft ongetwijfeld te maken met de groei van de gemeente en met een betere busontsluiting van het station en de treinhaltes (o.m. door het invoeren van de belbus). De spoorweg vormt een barrière in het landschap, die in de toekomst nog zal toenemen. De spoorweg zal immers op middellange termijn uitgebreid worden met een derde en vierde spoor, in functie van het goederenverkeer van en naar de haven van Zeebrugge. De bestaande gelijkvloerse kruisingen zullen dan wellicht vervangen worden door tunnels onder of bruggen over de spoorweg, ofwel door ventwegen op bestaande ongelijkvloerse kruisingen.
@ Grontmij Belgroma 48
INFORMATIEF GEDEELTE 12_105\RAP\GRS030930.doc
bus
2.3.4.4
De gemeente Aalter wordt bediend door vier buslijnen: - lijn 15: Tielt – Lotenhulle – Nevele – Gent; - lijn 64: Eeklo – Ursel – Aalter; - lijn 86: Bellem – Hansbeke – Merendree – Landegem – Vosselare – Deinze; - lijn 87: Maldegem – Aalter – Lotenhulle – Deinze. Daarnaast wordt het deel van het grondgebied met een lage bevolkingsdichtheid bediend door een belbus.
Voor de gemeente en voor de regio is het kanaal Gent–Oostende structuurbepalend. Het kanaal is bevaarbaar voor schepen tot 1.350 ton.
De busverbindingen functioneren enkel op schooldagen tijdens de spitsuren. Dat heeft tot gevolg dat tijdens de daluren en in de weekends de omliggende attractiepolen Eeklo, Maldegem en Tielt vanuit Aalter niet met het openbaar vervoer bereikbaar zijn. Hetzelfde geldt voor de verbindingen tussen de deelgemeenten Lotenhulle, Poeke en Sint-Maria-Aalter en het centrum.
waterwegennet
Het kanaal is een waterweg voor de binnenscheepvaart en de recreatieve scheepvaart, het levert koelwater voor de grotere aanpalende industriële bedrijven te Aalter, en het regelt de waterhuishouding in grote delen van de gemeente. Bepaalde delen van het kanaal zijn voorzien van kaaimuren. Het goederenvervoer naar de industrieterreinen Lakeland en Langevoorde is vrij belangrijk. Jaarlijks is er een gemiddelde aanvoer van 360.000 ton bulkgoederen over het water. Het kanaal doorsnijdt de gemeente in het noorden van oost naar west, en heeft zodoende een barrièrewerking (functioneel en landschappelijk). Hieraan wordt deels verholpen door op drie plaatsen in de gemeente bruggen te voorzien (N44, Moerstraat en Spenningstraat), en een voetveer.
Figuur 24. Openbaar vervoer
@ Grontmij Belgroma 49
LEGENDE MALDEGEM
N4 4
87
64
BRUGGE
EEKLO
autosnelweg A10-E40
9 N49
bovenlokale wegen lokale wegen
Kan aal Gen t- O ost end e
Aalter-Brug H
kanaal Gent - Oostende spoorweg Gent - Brugge B
station
H
treinhalte
E4 0
bushalte
Bellem
B
Sint-Maria-Aalter
spitsbuslijn
Aalter-Centrum
86
7
H
15
buslijn Tielt-LotenhulleNevele-Gent
64
buslijn Eeklo-Aalter
86
buslijn Bellem-HansbekeMerendree-LandegemVosselare-Deinze
87
buslijn Maldegem-AalterLotenhulle-Deinze
N3
GENT
Lotenhulle
15 15 GENT
Poeke
87 N4 0 9
DEINZE
K:\12105\Fase_50_ontwerp\cd\Corel\BRS_OPENBAAR VERVOER.cdr
TIELT
RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN AALTER
FIG. 24: Openbaar vervoer
Datum : 11/02/2003 Opdrachtgever : Gemeente Aalter Bron :
Schaal: 1/65000
INFORMATIEF GEDEELTE 12_105\RAP\GRS030930.doc
2.3.4.5
nutsleidingen
2.3.4.6
belangrijkste aandachtspunten
Onder nutsleidingen worden de hoogspanningsleidingen en de pijpleidingen verstaan.
In verband met de bestaande lijninfrastructuur kunnen de volgende aandachtspunten aangehaald worden.
Een hoogspanningsleiding komt vanuit de noordoosthoek van de gemeente toe aan de bedrijfsgebouwen van Bekaert. Deze heeft voornamelijk een beeldbepalend effect.
-
Door de parallelle aanleg van de N44 ten westen van het centrumgebied, kreeg de oude provinciebaan StationsstraatBrugstraat meer het karakter van hoofdstraat met verdeelfunctie. Deze as wordt door de provincie in samenwerking met de gemeente in verschillende fasen heringericht als leefbare hoofdstraat. Gelijktijdig worden enkele andere centrumstraten heraangelegd, waardoor het hele centrum een aantrekkelijk en leefbaar geheel wordt. De parkeercapaciteit rond het centrum is de jongste jaren aanzienlijk vergroot, wat een vernieuwd parkeerbeleid mogelijk maakt. Zo werd de Markt grotendeels parkeervrij. Problemen situeren zich thans nog inzake de snelheid van het verkeer in de Brugstraat en de verkeersonveilige toestand op het kruispunt Drogenbroodstraat-Oostmolenstraat.
-
Langsheen de N44 komen enkele knelpunten voor: - Het huidig aansluitingscomplex met de E40, waarbij regionale, bovenlokale en lokale wegen samenkomen op een grote rotonde, vormt een onoverzichtelijk en gevaarlijk kluwen. - Bij de inrichting van de N44 voor gescheiden verkeersafwikkeling dient bijzondere aandacht te gaan naar de kruispunten met de Brouwerijstraat, Brugstraat en Urselweg. - De ontsluiting van het industrieterrein Langevoorde (industrieterrein-west) dient verder onderzocht te worden (huidige kruispunt N44 – Groendreef).
-
Veiligheids- of leefbaarheidsproblemen met regionaal verkeer zijn er:
Het grondgebied van Aalter wordt tevens doorkruist door een hogedruk-pijpleiding van het Centraal-Europees pijpleidingensysteem (CEPS) van de NAVO. Deze pijpleiding loopt vanaf de N499 (ten westen van de Varenstraat), doorheen en oostwaarts van de woonkern van Bellem (ten noorden van Wallebilk).
@ Grontmij Belgroma 50
INFORMATIEF GEDEELTE 12_105\RAP\GRS030930.doc
-
-
langs de Steenweg op Deinze (N409): kruispunten Beukenpark, Bosheide en Ganzenplas, doortocht van Lotenhulle, fietsvoorzieningen over hele lengte; aan de schoolomgeving in de Urselweg (N499); langs de Tieltsesteenweg (N37).
-
De lokale ontsluitingswegen tussen de deelkernen zijn niet steeds aangepast voor deze functie, vooral omdat aparte fietsvoorzieningen er soms ontbreken. Recent werd een vrijliggend fietspad aangelegd tussen Lotenhulle en Poeke en tussen Sint-Maria-Aalter en het centrum.
-
Aandacht is vereist voor de verkeersveiligheid en leefbaarheid van de deelkernen door heraanleg van dorpspleinen en centrumstraten.
Figuur 25. Synthese van de bestaande ruimtelijke structuur
@ Grontmij Belgroma 51
LEGENDE kern centrumgebied woninggroep in de open ruimte
N4 4
BRUGGE
N49
lintbebouwing
9
woonpark bos
Aalter-Brug
KMO-zone
3 Sint-Maria-Aalter
Kan
4
aal
Gen t-
Oos tend
industrieterrein e
beekvallei
8 E4 0
oud veldgebied landbouwgebied van Bellem
Nieuwendam Bellem
uitloper van het plateau van Tielt
Aalter-Centrum
kanaal Gent-Oostende
5
oude kanaalarm
Orgelveld cultuurhistorisch patrimonium
7
1 - Kasteelpark Poeke 2 - Kasteel van Schuurlo 3 - Klooster in Sint-Maria-Aalter 4 - Kasteel (Blekkersbos) 5 - Maria Hove 6 - Villa Kranepoel 7 - Loveld kasteel 8 - Manewaarde/kasteel Nobelstede 9 - Artemeersmolen 10 - Villa Vijf Ringen 11 - Blommekeskasteel
6
10 Biesem Baarlaars N40
N3
9
Kattewegel 7
ontginningsplas
GENT
Lotenhulle 11 1
Poeke
N4 09
9
K:\12105\Fase_50_ontwerp\cd\Corel\synthese bestaande ruimtelijke structuur.cdr
2
ontginningsdreven
RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN AALTER
FIG. 25 : Synthese van de bestaande ruimtelijke structuur Datum : 11/02/2003 Opdrachtgever : Gemeente Aalter Bron :
Schaal: 1/65000
INFORMATIEF GEDEELTE 12_105\RAP\GRS030930.doc
2.4
analyse van enkele deelgebieden
2.4.1
identificatie van de deelruimten
De analyse van de bestaande ruimtelijke structuur brengt een aantal specifieke deelruimten naar voor. Deelruimten kunnen omschreven worden als schematisch aangeduide gebieden waar dezelfde ruimtelijke kenmerken en gelijkaardige en/of complementaire ruimtelijke problemen en kwaliteiten voorkomen. Het zijn gebieden waar inzake landschappelijke en natuurlijke kenmerken, nederzettingsstructuur, ontsluiting e.a. voldoende samenhang bestaat, om ze ook naar de verdere ontwikkeling toe als één eenheid te gaan beschouwen. In de ontwikkeling van de visie op de gewenste ruimtelijke structuur, zal er derhalve, naast standpunten inzake gewenste ruimtelijke structuur voor Aalter, specifieke aandacht gaan naar de ontwikkeling van een samenhangend ruimtelijk beleid voor deze deelruimten. Op basis van bovenstaande analyse van de ruimtelijke structuur worden volgende deelruimten onderscheiden: - Aalter-Centrum en de omringende open ruimte; - de kanaalzone met de aanpalende industrie en Aalter-Brug; - de woonparken en het Markettebos; - Bellem en het noordelijk landbouwgebied; - de bossen rond Sint-Maria-Aalter; - Poeke, Lotenhulle en het kasteelpark; - het zuidelijk landbouwgebied. Onderstaande geeft een beschrijving van de belangrijkste ruimtelijke karakteristieken. Het vat tevens de belangrijkste kwaliteiten, aandachtspunten en potenties voor de deelruimten samen.
Figuur 26. Aanduiding van de deelruimten @ Grontmij Belgroma 52
LEGENDE Aalter-Centrum en de omringende open ruimte
1
9 N49
N4
BRUGGE
de kanaalzone met de aanpalende industrie en Aalter-Brug
3
de woonparken en het Markettebos
4
Bellem en het noordelijk landbouwgebied
5
de bossen rond Sint-Maria-Aalter
6
Poeke, Lotenhulle en het kasteelpark
7
het zuidelijk landbouwgebied
4
2
Aalter-Brug
2
4
5 5 E4 0
1 Bellem
Aalter-Centrum
7
3 N3
N 40 9
7
GENT
Lotenhulle 6
RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN AALTER
Poeke
7
K:\12105\Fase_50_ontwerp\cd\Corel\BRSdeelgebieden.cdr
Sint-Maria-Aalter
FIG. 26: Aanduiding van de deelruimten Datum : 11/02/2003 Opdrachtgever : Gemeente Aalter Bron :
Schaal: 1/65000
INFORMATIEF GEDEELTE 12_105\RAP\GRS030930.doc
2.4.2
Aalter-Centrum en de omringende open ruimte
Aalter-Centrum is gelegen op een uitloper van de cuesta HertsbergeLotenhulle. Aan westelijke zijde wordt de kern gedeeltelijk begrensd door de N44; de zuidelijke tip overschrijdt evenwel die grens. Aan oostelijke zijde is er een sterke interactie van de open ruimte met het bebouwd gebied. De open ruimte penetreert het bebouwd gebied op verschillende plaatsen, in dergelijke mate zelfs dat bepaalde woonentiteiten (Weibroek) een vrij geïsoleerd voorkomen hebben. Aalter-Centrum sluit onmiddellijk aan bij het industrieterrein. Toch vormen ze twee duidelijk verschillende entiteiten, o.m. inzake schaal en functioneren.
-
Het bebouwde gebied kent een vrij hoge dichtheid. Er is een goede basisstructuur inzake centrumfuncties: de commerciële as Stationsstraat, de parallelle as Europalaan met vnl. openbare dienstverlening en ondersteuning van het centrum (bv. parking), enkele attractiepunten (Markt, Boomgaard, station). Deze centrumfuncties worden ondersteund door een goed ingericht openbaar domein.
-
-
verkeersonveiligheid en –onleefbaarheid langs de Brugstraat en de Drogenbroodstraat moeten aangepakt worden. De toegankelijkheid en de betrokkenheid van het westelijk deel van de kern moet gewaarborgd worden door oost-westverbindingen over de N44 heen. Aan de oostelijke zijde kent de kern geen duidelijke begrenzing. De open ruimte dringt er door in de bebouwing en omgekeerd heeft het bebouwde gebied enkele uitlopers in de open ruimte. De ruimtelijke interactie tussen bebouwing en open ruimte biedt de mogelijkheid om de oostelijke open ruimte meer te betrekken bij Aalter-Centrum. Hierbij zal het belangrijk zijn om een evenwicht te vinden tussen de agrarische functie, de natuurontwikkeling en het recreatief medegebruik. De ingesloten open ruimten (bv. het gebied tussen de Lostraat, de Lovelddreef en de Kestelstraat) moeten een doelmatige functionele invulling krijgen.
Voor deze deelruimte kunnen de volgende aandachtspunten aangehaald worden: - De verdere uitbouw van Aalter-Centrum tot het zwaartepunt van de gemeente voor wat betreft huisvesting en centrumfuncties vergt de integratie en afwerking van woonentiteiten en de multifunctionele invulling van binnengebieden (waaronder de Warande) en van de stationsomgeving. - De functionele invulling van de Lostraat moet bekeken worden in relatie tot de centrumfuncties. - De barrièrewerking van de spoorweg zorgt ervoor dat het noordelijk deel van Aalter-Centrum onvoldoende geïntegreerd is in het geheel van de kern. Ook de problemen van
@ Grontmij Belgroma 53
INFORMATIEF GEDEELTE 12_105\RAP\GRS030930.doc
2.4.3
de kanaalzone met de aanpalende industrie en AalterBrug
Tenslotte vormt ook het beperkte beschikbaar aanbod aan bedrijventerreinen een knelpunt.
Deze deelruimte situeert zich langs het kanaal en aan beide zijden van de N44. Ten noorden van het kanaal bevindt zich de kern Aalter-Brug, waarin het bedrijf Sturzo gelegen is. Aan de zuidzijde van het kanaal ligt de industriële ontwikkeling. Het westelijk deel van Aalter-Brug wordt vooral bepaald door een sociale woonwijk en diverse bebouwing langsheen het kanaal en de Weststraat. Het oostelijk deel is een vrij coherente woonwijk, met aan zuidelijke zijde nog een gebied voor verdere woonuitbreiding. AalterBrug kent een minder sterke groei dan de andere kernen. De problematiek van het gebied situeert zich op twee vlakken: - De barrièrewerking van het kanaal en de aanpalende industrie leidt tot een geïsoleerde ligging van Aalter-Brug ten opzichte van Aalter-Centrum. Deze problematiek dient tevens gezien te worden in het licht van de uitbouw van de N44 als een primaire weg I (weg met gescheiden verkeersafwikkeling), vermits deze weg de directe verbinding vormt tussen AalterBrug en Aalter-Centrum. - De barrièrewerking van de N44 zorgt ervoor dat Aalter-Brug een tweeledige woonkern is, met een historisch centrumgebied en een woongebied aan de westzijde en met een afzonderlijk woongebied aan de oostzijde. De uitdaging bestaat erin een heropleving van Aalter-Brug tot stand te brengen. De globale woonkwaliteit en de leefbaarheid van de kern moet behouden en versterkt worden. Mogelijkheden hierbij zijn de uitbouw van een functionele structurele ondersteuning door de inplanting van nieuwe centrumfuncties (bv. handel en sport), het voorzien van verkeersveilige verbindingen over de N44 heen, de uitbouw van een woondynamiek door het bouwen van nieuwe woningen en het aantrekken van nieuwe inwoners. @ Grontmij Belgroma 54
INFORMATIEF GEDEELTE 12_105\RAP\GRS030930.doc
2.4.4
de woonparken en het Markettebos
Binnen deze ruimte zijn de woonparken, de Kranepoel en het Markettebos de belangrijkste structuurbepalende elementen. Het bindend element binnen deze ruimtelijke entiteit is de bebossing en de referentie in het ontsluitingspatroon naar de vroegere ontginningsdreven. In de bestaande ruimtelijke structuur is de vroegere uitbouw van de cuesta Hertsberge-Lotenhulle duidelijk herkenbaar. Enkel in het geval van het Markettebos kan men spreken van een ‘bos’ in ecologische zin. Het woonpark was dat oorspronkelijk, maar is verkaveld geworden tot woonpark. Hier is de bebossing vooral een landschappelijk element, met sterk gereduceerde natuurwaarden. Specifieke potenties voor dit gebied liggen in de optimale uitbouw van de natuurwaarden en de landschappelijke waarden van de landschapseenheid cuesta Hertsberge-Lotenhulle, binnen de randvoorwaarden van de bebouwing.
2.4.5
Bellem en het noordelijk landbouwgebied
Deze deelruimte omvat de woonkern Bellem en het landbouwgebied ten noorden van de E40. Het betreft de landbouwgronden hoofdzakelijk gelegen binnen de kanaaldepressie. Bellem is vooral door de recente sterke groei een woonkern van niveau geworden. Het centrum situeert zich rond het kerkplein. Een aanzet tot centrumstraat wordt gegeven in de Bellemdorpweg. Het centrum ligt hiermee vrij excentrisch ten opzichte van het woongebied en op de grens van de open ruimte. Deze basisstructuur vormt een interessant gegeven voor de uitbouw van Bellem tot een dynamische woonkern, ondersteund door een goed ingericht centrumgebied en, met die nabijheid van open ruimte en bos, een aantal bijzondere troeven voor de woonkwaliteit. De volgende aandachtspunten dienen zich aan voor Bellem: - de gewenste verdere groei en het tot stand brengen van een evenwichtig uitgebouwde woongemeenschap; - de relatie van de kern tot het kanaal en de mogelijke uitbouw van een toegangspoort tot Aalter langs het kanaal; - de discrepantie tussen functie en inrichting van de Museumstraat, die haar centrumfunctie verloren heeft; - de verdere uitbouw van het ambachtelijk bedrijventerrein aan het kanaal. Tot deze deelruimte behoort tevens het gehucht Bruggewijk ten noorden van het kanaal. Het is een kleine kern waar een minimale dynamiek van uitgaat. De band met Bellem is onzeker. Aandachtspunt is het vaststellen van de nodige randvoorwaarden opdat dit gehucht de nodige vitaliteit heeft voor een kleine woonkern. Het landbouwgebied ten noorden van Bellem bestaat hoofdzakelijk uit weiland en is rijk aan kleine landschapselementen. In een ruimere context dient dit gebied gesitueerd te worden in relatie tot @ Grontmij Belgroma 55
INFORMATIEF GEDEELTE 12_105\RAP\GRS030930.doc
natuurwaarden vervat in de vochtige weilanden in Vrekkem (noorden) en in Zomergem (oosten). Binnen het landbouwgebied bevinden zich ook enkele kleinere woonentiteiten (Aaltebei, Pauwelsbos, Dries, Buntelare, …).
2.4.6
de bossen rond Sint-Maria-Aalter
Sint-Maria-Aalter lijkt als dorp ‘uitgesneden’ te zijn uit een groot boscomplex. Het is evident de ontwikkeling van deze kern te zien in samenhang met de omringende boscomplexen. Het belangrijkste ruimtelijk kenmerk van de bebouwde omgeving is het dambordvormig wegenpatroon van de vroegere ontginningsdreven. De bebouwde kern neemt hierdoor een duidelijke rechthoekige vorm aan met als grenzen: de Wingenestraat, de Egypteveldstraat, de Sparrehoekdreef en de Aalterstraat. Binnen deze afbakening is er ruimte voor wooninbreiding. Aandachtspunt vormt de verdere implementatie van dit dambordvormig wegenpatroon, met mogelijks reservering van enkele bestaande kleine stegen of nieuwe assen voor langzaam verkeer. Ook de aansluiting tussen het woongebied en de sport- en recreatieterreinen kan verbeterd worden. Dit sport- en recreatieterrein bevindt zich thans zonevreemd binnen agrarisch gebied. Langsheen de Wingenestraat komen verschillende functies en voorzieningen voor, die het centrumgebied van Sint-Maria-Aalter vormen. Dit centrumgebied is sterk verbonden met de woongemeenschap en profiteert tevens van enig doorgaand verkeer De wegverbinding tussen Wingene en Knesselare veroorzaakt echter geen overmatige verkeersbelasting. Aandachtspunten hier zijn: - de adequate inrichting van het openbaar domein van de Wingenestraat; - de aanleg van voldoende goede verbindingen voor voetgangers tussen het centrumgebied en het woongebied. Wat de woonstructuren betreft verdienen volgende aspecten de aandacht:
@ Grontmij Belgroma 56
INFORMATIEF GEDEELTE 12_105\RAP\GRS030930.doc
-
-
de lintbebouwing langsheen de Blekkervijverstraat, die openingen bevat aan de E40 en aan het kerkplein (en hierdoor een prachtige relatie tussen het centrum en de open ruimte); het kleine gehucht rond de treinhalte van Sint-Maria-Aalter, met zijn woonlinten uitwaaierend vanaf de opstapplaats. de zonevreemde woningen aan Savooien.
Aan westelijke zijde situeert zich een open gebied met interessante dreefstructuren en rijen kleine landschapselementen. Dit open gebied vormt de overgang met de bossen en het kasteelpark van Schuurlo. Het gebied kenmerkt zich door zowel zeer natte bodems (Schuurlo) als door de zeer droge bodems ter hoogte van de voormalige Belgacomterreinen. De potenties voor natuurontwikkeling zijn er zeer groot. De bossen en de waardevolle natuurlijke structuren rond Sint-MariaAalter zijn omvangrijk. Beperkend voor verdere natuurontwikkeling zijn de barrières die de E40 en de spoorweg opwerpen. De natuurlijke structuren dienen vooral in een bovengemeentelijk perspectief gezien te worden; ze sluiten westwaarts en zuidwaarts aan bij belangrijke natuurentiteiten. Ze bieden grote potenties voor natuur, maar ook voor recreatief medegebruik en voor economische en andere functies.
2.4.7
Poeke, Lotenhulle en het kasteelpark
Poeke en Lotenhulle zijn twee afzonderlijke kernen. Twee aspecten dragen ertoe bij dat Poeke zich op Lotenhulle ent: - de beperkte omvang en het lage voorzieningenniveau van Poeke; - de ontsluiting van Poeke via Lotenhulle. Beide kernen worden van elkaar gescheiden door het kasteelpark. Het park behoort tot Poeke. Poeke omvat enerzijds oudere bebouwing met een sterke diversiteit van kleine woningen tot prachtige herenhuizen (vnl. op het dorpsplein en de Knokstraat) en anderzijds woningen in een recentere verkaveling. Er vallen volgende aandachtspunten te noteren: - onvoldoende dynamiek in de woongemeenschap (uiterst beperkte groei); - ondermaatse inrichting van het openbaar domein (o.m. het dorpsplein); - een aantal leegstaande en vervallen gebouwen; - de verdere uitbouw van het kasteelpark met recreatieve mogelijkheden en natuurwaarden. Bepalend voor Lotenhulle is thans de barrièrewerking van de N409. Deze splitst het woongebied op in twee delen, een oostelijk en een westelijk deel. - In het westelijk deel situeren zich de centrumfuncties. De bebouwing is er grotendeels aaneengesloten. Langsheen de Breestraat, de Poekestraat en de Kasteelstraat bevinden zich lintvormige uitwaaieringen, die woonuitbreidingsgebieden omsluiten. Tussen deze woonlinten zijn er bepaalde mooie open ruimtes, zoals deze tussen de Poekestraat en de Lomolenstraat, die aansluit op het kasteelpark van Poeke. - Het oostelijk deel kenmerkt zich door onsamenhangende woonentiteiten en woonlinten. De specifieke morfologie van de @ Grontmij Belgroma 57
INFORMATIEF GEDEELTE 12_105\RAP\GRS030930.doc
nederzettingsstructuur creëert hier een heel directe relatie met de omringende open ruimte. De commerciële activiteiten van Lotenhulle situeren zich gedeeltelijk nabij het kruispunt van de N409 en Lodorp, en gedeeltelijk langsheen Lodorp en aan het kerkplein. Aandachtspunten voor Lotenhulle zijn: - de verwezenlijking van een nauwere band tussen het westelijk en het oostelijk deel; - de uitbouw van de voorzieningen en de kleinhandel in het centrum; - de verdere afwerking van het woongebied; - het behoud en de valorisatie van de waardevolle open ruimten; - de problemen van verkeersonveiligheid en –onleefbaarheid van de doortocht van de N409; - de zonevreemde ligging van de sportinfrastructuur.
2.4.8
het zuidelijk landbouwgebied
Het zuidelijk agrarisch gebied omvat de landschapseenheden de cuesta van Hertsberge-Lotenhulle en het plateau van Tielt, met uitzondering van de bossen aan westzijde en oostzijde ervan (opgenomen in twee andere deelruimten). Het kenmerkt zich als één aaneengesloten landbouwgebied. Op de westelijke grens van Aalter situeert zich de Poekebeekvallei met valleibossen en weilanden. De vallei sluit onmiddellijk aan op de bossen van Sint-Maria-Aalter. De kenmerkende valleistructuren van de Poekebeekvallei eindigen thans in het kasteelpark van Poeke. Verder zuidwaarts is de waterloop minder sterk aanwezig in het landschap. Op dezelfde manier is er ook aan de oostzijde een nauwe band tussen de Markettebossen en de valleien van de Gaverbeek en de Neerschuurbeek. De Markettebossen waren vroeger door een bosgordel verbonden met de bossen van Sint-Maria-Aalter. In een ruimer perspectief sluit dit landbouwlandschap aan op een belangrijk agrarisch gebied. Er is een sterke aanwezigheid van nietgrondgebonden landbouw. Het is een open landschap met weinig kleine landschapselementen. Ten noorden van de Poekebeekvallei zijn er nog enkele restanten van vroegere ontginningsdreven te herkennen. Binnen dit landbouwgebied komen verscheidene woonentiteiten en woonlinten voor als zonevreemde bebouwing. Aandacht zal moeten gaan naar de gewenste verdere ontwikkeling van die structuren.
@ Grontmij Belgroma 58
INFORMATIEF GEDEELTE 12_105\RAP\GRS030930.doc
3
PLANNINGSCONTEXT
3.1
plannen van bovengemeentelijk niveau
3.1.1
Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (1997)
Het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV) werd op 23 september 1997 goedgekeurd. De bindende bepalingen werden bekrachtigd door het Vlaams parlement op 19 november 1997.
3.1.1.1
visie en ruimtelijke principes
De globale visie voor de ruimtelijke ontwikkeling van Vlaanderen wordt uitgedrukt door de metafoor Vlaanderen, open en stedelijk. Er wordt inderdaad geopteerd om in Vlaanderen een onderscheid door te voeren tussen stedelijke gebieden enerzijds en buitengebieden anderzijds. In elk van deze gebieden wordt een specifiek beleid gevoerd. Er zijn vier basisdoelstellingen: 1. de selectieve uitbouw van de stedelijke gebieden, het gericht verweven en bundelen van functies en voorzieningen binnen de stedelijke gebieden; 2. het behoud en waar mogelijk de versterking van het buitengebied; 3. het concentreren van economische activiteiten; 4. het optimaliseren van de bestaande verkeers- en vervoersstructuur.
Figuur 27. Gewenste ruimtelijke structuur in het RSV
@ Grontmij Belgroma 59
INFORMATIEF GEDEELTE 12_105\RAP\GRS030930.doc
De gewenste ruimtelijke structuur voor Vlaanderen wordt uitgewerkt aan de hand van de vier structuurbepalende elementen: de stedelijke gebieden en netwerken, het buitengebied, de gebieden voor de economische activiteiten en de lijninfrastructuur. De elementen van het RSV die relevant zijn voor het ruimtelijk structuurplan Aalter worden hieronder aangegeven.
3.1.1.2
stedelijke gebieden
Aalter wordt niet geselecteerd als stedelijk gebied, en behoort dan ook volledig tot het buitengebied. De bepalingen ivm. stedelijke gebieden zijn dan ook niet van toepassing op Aalter.
3.1.1.3
buitengebied
De gemeente Aalter behoort volledig tot het buitengebied. Het buitengebied is dat gebied waarin de open (onbebouwde) ruimte overweegt. In het buitengebied wordt een ‘buitengebiedbeleid’ gevoerd. De doelstellingen van dit beleid zijn de volgende: - het vrijwaren van het buitengebied voor de essentiële functies; - het tegengaan van de versnippering van het buitengebied; - het bundelen van de ontwikkeling in de kernen van het buitengebied; - het inbedden van landbouw, natuur en bos in goed gestructureerde gehelen; - het bereiken van een gebiedsgerichte ruimtelijke kwaliteit in het buitengebied; - het afstemmen van het ruimtelijk beleid en het milieubeleid op basis van het fysisch systeem; - het bufferen van de natuurfunctie in het buitengebied.
In verband met de natuurlijke structuur worden gebieden afgebakend om de interne samenhang en het functioneren van de natuurfunctie te versterken. Om hierbij een gedifferentieerd ruimtelijk beleid te kunnen voeren, worden vier ruimtelijke beleidscategorieën onderscheiden: - de grote eenheden natuur; - de grote eenheden natuur in ontwikkeling; - de natuurverbindingsgebieden; - de natuurverwevingsgebieden. Ook voor de agrarische structuur worden gebieden afgebakend die de ontwikkelingsmogelijkheden voor de landbouw moeten garanderen en die een differentiatie van agrarische bebouwingsmogelijkheden moeten toelaten. Zo wordt voor de regio Tielt – waartoe het zuidelijk deel van de gemeente Aalter behoort – geopteerd voor het behoud van de bestaande concentratie van grondloze veehouderij, eerder dan voor de verspreiding ervan naar de omliggende regio’s. Wat de nederzettingsstructuur betreft in het buitengebied wordt gestreefd naar een concentratie van wonen en werken in de kernen en, complementair hieraan, naar een stopzetting van de verdere groei van linten en verspreide bebouwing. Daarbij wordt beleidsmatig een onderscheid gemaakt tussen de hoofddorpen, de woonkernen, het bebouwd perifeer landschap, de linten en de verspreide bebouwing. In de kernen van het buitengebied wordt gestreefd naar een minimale woningdichtheid van 15 woningen per hectare. In verband met de landschappelijke structuur staat het behoud en de ontwikkeling (versterking) van de diversiteit en herkenbaarheid van landschappen in Vlaanderen voorop. Er wordt een gedifferentieerd beleid gevoerd voor karakteristieke elementen en componenten, gave landschappen en open-ruimteverbindingen. In het RSV worden het Houtland en de oude veldgebieden aangeduid als gave landschappen.
@ Grontmij Belgroma 60
INFORMATIEF GEDEELTE 12_105\RAP\GRS030930.doc
Voor recreatie en toerisme in het buitengebied vallen er mogelijkheden te situeren op het vlak van recreatief medegebruik en van netwerkvorming. De ontwikkelingsmogelijkheden van toeristischrecreatieve infrastructuur moeten bepaald worden door de positie ervan binnen en de impact ervan op de natuurlijke en agrarische structuur.
3.1.1.4
gebieden voor economische activiteiten
De gemeente Aalter wordt geselecteerd als een specifiek economisch knooppunt. Het is de bedoeling om economische activiteiten te bundelen in economische knooppunten, om de economische sterkte van iedere subregio te ondersteunen en om het ruimtelijk beleid te ondersteunen met het economisch ontwikkelingsbeleid. - Voor economische knooppunten worden de volgende ontwikkelingsperspectieven vooropgesteld: - gefaseerde ontwikkeling van bedrijventerreinen; - concentratie van bedrijventerreinen in economische knooppunten; - differentiatie van bedrijventerreinen; - realisatie van bedrijventerreinen in handen van de overheid; - optimale lokalisatie en kwaliteitsvolle inrichting van lokale, gemengd regionale en specifiek regionale bedrijventerreinen; - ontwikkelings- en uitbreidingsmogelijkheden voor bestaande bedrijven buiten de bedrijventerreinen. - In Aalter, geselecteerd als specifiek economisch knooppunt, bakent de provincie de regionale bedrijventerreinen af.
3.1.1.5
lijninfrastructuur
Het beleid in verband met mobiliteit en lijninfrastructuur is gericht op de volgende doelstellingen: - versterking van alternatieven voor het autoverkeer: - optimalisering door categorisering van het wegennet; - een mobiliteitsbeleid gericht op beheer van verkeer. Het wegennet wordt gecategoriseerd naar de gewenste functie. Voor elke categorie worden ook enkele inrichtingsprincipes aangeduid. In onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van de categorieën met de gewenste functie van de wegen: CATEGORIE
HOOFDFUNCTIE
HOOFDWEG
verbinden op internationaal niveau verbinden op Vlaams niveau
AANVULLENDE FUNCTIE verbinden op Vlaams niveau verzamelen op Vlaams niveau
PRIMAIRE WEG II
verzamelen op Vlaams niveau
verbinden op Vlaams niveau
SECUNDAIRE WEG
verbinden en/of verzamelen op lokaal en bovenlokaal niveau
toegang geven
LOKALE WEG
toegang geven
PRIMAIRE WEG I
INRICHTING autosnelweg, naar Europese normen autosnelweg/stedelijke autosnelweg; autoweg (2x2 of 2x1); weg (2x2 of 2x1) met gescheiden verkeersafwikkeling autoweg (2x2 of 2x1); weg (2x2 of 2x1) met gescheiden verkeersafwikkeling weg (2x1 of 2x2) niet noodzakelijk met gescheiden verkeersafwikkeling; doortochten in bebouwde kom weg (2x1) met gemengde verkeersafwikkeling
Het RSV maakt een selectie van de hoofdwegen, de primaire wegen I en de primaire wegen II (niet-limitatief). Op het grondgebied van Aalter worden de volgende wegen geselecteerd: - hoofdweg: A10 (E40); - primaire weg I: N44; @ Grontmij Belgroma 61
INFORMATIEF GEDEELTE 12_105\RAP\GRS030930.doc
-
primaire weg II: N37.
Voor het spoorwegennet wordt de spoorlijn Gent-Brugge geselecteerd als onderdeel van het hoofdspoorwegennet voor personenvervoer en van het hoofdspoorwegennet voor goederenvervoer. Op deze lijn wordt bovendien geopteerd voor een capaciteitsuitbreiding. Voor Aalter is ook de vermelde ondersteuning voor collectief en openbaar vervoer in het buitengebied belangrijk. Voor de waterwegeninfrastructuur wordt het kanaal Gent-Oostende geselecteerd bij het secundaire waterwegennet. Hiervoor geldt dat een maximale integratie moet nagestreefd worden van alle functies (vervoer, recreatief, landschappelijk, waterwinning). In het RSV wordt de verbetering van het kanaal Gent-Oostende wel beschouwd als één van de alternatieven om een waterweg met een internationele verbindingsfunctie tussen de havens van Zeebrugge en Oostende enerzijds en het hoofdwaterwegennet anderzijds mogelijk te maken.
@ Grontmij Belgroma 62
INFORMATIEF GEDEELTE 12_105\RAP\GRS030930.doc
3.1.2
Ruimtelijk Structuurplan Provincie Oost-Vlaanderen (voorontwerp, september 2002)
Het ruimtelijk structuurplan van de provincie Oost-Vlaanderen bevindt zich momenteel in fase van voorontwerp. Het voorontwerp dateert van september 2002. Het is een voorlopig document, dat geen enkele juridische of bindende kracht bezit.
3.1.2.1
spreiding van stedelijke gebieden en economische knooppunten. De gewenste ruimtelijke structuur wordt uitwerkt aan de hand van deelruimten en deelstructuren. De bepalingen die betrekking hebben op Aalter worden hieronder weergegeven.
globale ontwikkelingsvisie
In de provincie Oost-Vlaanderen staat een gedifferentieerde rol voor elke deelruimte voorop, en een samenhangende ontwikkeling van de deelstructuren over de deelruimten heen. - Er wordt een onderscheid gemaakt tussen enerzijds de OostVlaamse deelruimten in de Vlaamse Ruit en anderzijds de open-ruimtegebieden in Oost-Vlaanderen. Voor de openruimtegebieden, waartoe Aalter behoort, wordt gestreefd naar een versterking en een verweving van open-ruimtefuncties en naar een selectieve groei in kleine steden en belangrijke dorpen op maat van het open-ruimtegebied. - In verband met de deelstructuren staan de volgende hoofdlijnen voorop: - hiërarchische ontwikkeling van stedelijke gebieden en economische knooppunten verspreid over de provincie; - reliëfstructuren en waterloopsystemen als ecologische verbindingen en als dragers voor toerisme en recreatie; - landschapsstructuren als kader voor de verdere ontwikkeling van de landbouw; - open-ruimteverbindingen tussen en doorheen de sterk verstedelijkte gebieden; - bundels van lijninfrastructuren en enkelvoudige lijninfrastructuren als binding in de hiërarchische
Figuur 28. Gewenste ruimtelijke structuur in het voorontwerp PRS Oost-Vlaanderen
@ Grontmij Belgroma 63
INFORMATIEF GEDEELTE 12_105\RAP\GRS030930.doc
3.1.2.2
ontwikkelingsvisies voor de deelruimten
Aalter behoort tot de deelruimte westelijk open-ruimtegebied. Voor deze deelruimte worden de volgende ontwikkelingsperspectieven vooropgesteld: - gebiedsgerichte afstemming tussen landbouw, bos, natuur en recreatie op basis van de landschappelijke differentiatie; - bundeling van het wonen en woonondersteunende functies in een beperkt aantal centrale kernen; - evenwichtige geografische spreiding van de economie gekoppeld aan centrale plaatsen met de geschikte ontsluitingspotenties; - een gebiedsontsluiting gericht op de belangrijkste centrale kernen.
3.1.2.3
de gewenste deelstructuren
Voor de nederzettingsstructuur wordt Aalter-Centrum geselecteerd als hoofddorp. Een hoofddorp is een groeipool van de nederzettingsstructuur van het buitengebied, waar de lokale groei inzake wonen, voorzieningen en lokale bedrijvigheid gebundeld wordt. De volgende kernen worden geselecteerd als woonkern: - Bellem; - Lotenhulle; - Sint-Maria-Aalter. Woonkernen hebben een woonfunctie binnen de gemeente. Zij staan in voor het opvangen en bundelen van de eigen groei van de kern en (een deel van) de bijkomende woonbehoeften die in de verspreide bebouwing in de gemeente ontstaat. In woonkernen kunnen echter geen nieuwe lokale bedrijventerreinen ontwikkeld worden. Voor de periode 1991-2007 wordt een taakstelling voorzien van 1.050 bijkomende woningen in de gemeente Aalter.
In verband met de open-ruimtestructuur gelden de volgende bepalingen: - Aalter behoort bijna volledig tot een nieuw clusterlandschap met hoogdynamische landbouw. Hier wordt gestreefd naar een kwalitatieve landschapsopbouw. Het behoud en de versterking van de resterende landschapskwaliteiten (i.c. de veldgebieden en het interfluvium) en het ontwikkelen van een nieuw kwalitatief landschap staan hierbij voorop: - zo weinig mogelijk ruimtelijke beperkingen aan de landbouw; - behoud en mogelijke groei van de landbouwbedrijven in de vallei van de Poekebeek; - beperking van de ruimtelijke impact van nieuwe landbouwbedrijfsbebouwing in het interfluviumgebied en het veldgebied rond Aalter; - natuurlijke verbindingen langsheen de valleien van grote waterlopen en versterking van de ecologische infrastructuur langsheen beken en kanalen. - Voor de depressie van Aalter wordt geopteerd voor het maximale behoud van de landschapswaarden en accentuering van de gradiënten naar de andere zones. In de landschappelijke structuur worden de volgende selecties en ontwikkelingsperspectieven vooropgesteld: - structuurbepalende reliëfelementen: - depressie van Kanaal van Gent naar Oostende, gedeelte bij Aalter en Zomergem; - structuurbepalende hydrografische elementen: - Kanaal Gent-Oostende; - Poekebeek; - landschapsrelicten: - Veldgebied: Hoogveld, Blekkerbos; - nieuwe landschappen: - het landbouwlandschap van het Straatdorpengebied van Waarschoot en van het Plateau van Tielt. @ Grontmij Belgroma 64
INFORMATIEF GEDEELTE 12_105\RAP\GRS030930.doc
-
-
Voor de oude veldgebieden van Aalter wordt het behoud van het dambordvormig landschappelijk patroon van bossen en landbouwland met bijzondere aandacht voor het behoud van de dreven vooropgesteld. De landbouwzone van het Plateau van Tielt wordt geselecteerd als een prioritair aandachtsgebied voor pilootprojecten inzake landschapsopbouw.
Voor de natuurlijke structuur worden de volgende selecties gemaakt: - natuurverbindingsgebieden: - landbouwgebied Knesselare; - landbouwgebied Sterrewijk; - landbouwgebied Ursel; - landbouwgebied Nevele; - landbouwgebied Sleidinge – Waarschoot; - bovenlokale ecologische infrastructuur: - Driesbeek; - kanaal Gent-Oostende; - Bellembeek; - Neerschuurbeek; - Poekebeek; - prioritair bosuitbreidingsgebied: - Poekepark. Wat de agrarische structuur betreft worden de volgende ontwikkelingsperspectieven vooropgesteld: - ruimtelijk-structureel versterken van het agrarisch gebied; - realiseren van de gebiedsgebonden potenties in de land- en tuinbouw; - strategie voor het behoud van de landbouw in de valleigebieden; - coherent beleid t.a.v. de verbrede taakstelling van de land- en tuinbouw;
-
creëren van ontwikkelingsmogelijkheden voor zonevreemde land- en tuinbouwbedrijven en voor aan de land- en tuinbouw aanverwante sectoren. In het hoogdynamisch clusterlandschap, waartoe Aalter behoort, vormt een evenwichtige ontwikkeling van zowel de grondbehoevende sectoren als van de veredelingssector de basis voor de ruimtelijke ontwikkeling van land- en tuinbouw. Initiatieven zoals mestverwerking en glastuinbouwconcentratie moeten aan de ontwikkeling van hoogdynamische land- en tuinbouw nieuwe kansen geven. Voor de toeristisch-recreatieve structuur wordt het kanaal GentOostende geselecteerd als een onderdeel van het gebundelde netwerk, dat de drager vormt van de toeristisch-recreatieve bewegingen. Bij de ruimtelijk-economische structuur wordt voor Aalter een taakstelling voorzien van 30 ha bijkomende regionale bedrijventerreinen in de periode 1994-2007. In verband met mobiliteit en lijninfrastructuren wordt het station van Aalter geselecteerd als een station van regionaal belang. De dubbele bediening, zowel op IC- als L-niveau, maakt dat Aalter beschikt over een goede ontsluiting vanuit de omliggende kernen en over goede verbindingen met de hoofdstations in Gent en Brugge. Als knooppunt van reguliere buslijnen en de belbus vormt Aalter bovendien een centraal verzamelpunt binnen het Westelijk Open-ruimtegebied. De volgende wegen worden geselecteerd: - secundaire weg I: - N409 (tussen Aalter en Deinze). In Aalter worden ook enkele routes geselecteerd als onderdeel van het bovenlokaal functioneel fietsroutenetwerk. Langsheen het kanaal Gent-Oostende bevindt zich een hoofdroute.
@ Grontmij Belgroma 65
INFORMATIEF GEDEELTE 12_105\RAP\GRS030930.doc
3.1.3
gewestplan (1978)
Voor het grondgebied van Aalter geldt het gewestplan Aalter-Eeklo (KB 24.03.1978). De ruimtebalans zal in de toekomst van belang zijn bij de uitwerking van gemeentelijke uitvoeringsplannen, in het bijzonder deze die afwijken van het gewestplan. Het is nu reeds zo (omzendbrief RO 93/1) dat gemeentelijke plannen, die afwijken van het gewestplan en ‘zachte’ bestemmingen wijzigen in harde, gecompenseerd moeten worden met bestemmingswijzigingen - van ‘hard’ naar ‘zacht’ - elders. Uit deze tabel komt duidelijk het ruim aanbod aan openruimtebestemmingen naar voor, namelijk 84% van de oppervlakte van Aalter. Hiervan is 67% toegewezen aan de landbouw en 17% aan natuur. Het overgrote deel van de agrarische gebieden zijn bestemd als landschappelijk waardevolle gebieden. Het gewestplan bestemt 2% van de oppervlakte (177 ha) van Aalter als industriegebied.
-
-
-
-
Die gebieden waarvoor de bestemming niet gerealiseerd is en deze waar een conflict bestaat tussen de bestaande ruimtelijke structuur en de bestemming, worden aangeduid als aandachtsgebieden. In het ruimtelijk structuurplan moet in het bijzonder voor die aandachtsgebieden, een visie inzake gewenste ruimtelijke structuur uitgewerkt worden.
Het buffergebied langs de E40 (ten zuidwesten van AalterCentrum) is niet ingericht als buffer, en de vraag stelt zich of dat ook wenselijk is op deze locatie. Grote stukken lintbebouwing worden ingekleurd als woongebied. Het is noodzakelijk om deze structuren opnieuw te evalueren in functie van de realisatie van goede woongemeenschappen en het in stand houden van bepaalde open-ruimtecorridors. Sommige woninggroepen met niet-agrarische bebouwing bevinden zich zonevreemd in agrarisch gebied. De bestemming ‘landschappelijk waardevol agrarisch gebied’ werd nooit geïmplementeerd en stemt niet overeen met de huidige realiteit. Het is wenselijk om de landschappelijk waardevolle structuren aan te duiden en een beleid te voeren gericht op verdere landschapsopbouw. De woonuitbreidingsgebieden zijn niet (volledig) gerealiseerd. De voorziene omleidingsweg rond Lotenhulle werd niet gerealiseerd. Het gebied voor dienstverlening langsheen de E40 en de zone voor openbaar nut nabij Sint-Maria-Aalter (de zgn. “Belgacom-site”) werden niet gerealiseerd.
Figuur 29. Gewestplan
Volgende vaststellingen worden gedaan: - De bestemmingen natuurgebied en bosgebied zijn toegekend op basis van het bodemgebruik in de jaren ’70. Er zijn bijgevolg een aantal losse en versnipperde natuurgebieden bevestigd. Er is onvoldoende aandacht besteed aan het uitbouwen van aaneengesloten ecologische structuren. - De specifieke categorisering van de natuurgebieden (buffer, bos, natuur, vallei, enz.) dient herbekeken te worden in functie van een optimale natuurontwikkeling. @ Grontmij Belgroma 66
INFORMATIEF GEDEELTE 12_105\RAP\GRS030930.doc
ZONE GEWESTPLAN
opp. (ha)
opp. (%)
494 155 220 103 177 39 94
6,02 1,89 2,68 1,26 2,16 0,48 1,15
14 7 37
0,17 0,09 0,45
1.340
16,34
agrarisch gebied landschappelijk waardevol agrarisch gebied ontginningsgebied valleigebied
2.136 3.273 4 67
26,04 39,90 0,05 0,82
subtotaal bestemming landbouw
5.480
66,81
445 33 685 12 155 52
5,43 0,40 8,35 0,15 1,89 0,63
1.382
16,85
SUBTOTAAL ‘ZACHTE’ BESTEMMING
6.862
83,66
ALGEMEEN TOTAAL
8.202
100,00
woongebied woonuitbreidingsgebied woonpark woongebied met landelijk karakter industriegebied gebied voor ambachtelijke bedrijven gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbaar nut gebied voor dagrecreatie gebied voor verblijfsrecreatie waterweg
SUBTOTAAL ‘HARDE’ BESTEMMING
natuurgebied natuurreservaat bosgebied groengebied parkgebied bufferzone
subtotaal bestemming natuur
Tabel 2. Oppervlaktes volgens het gewestplan (bron: OC-GIS Vlaanderen, digitaal gewestplan 1999)
@ Grontmij Belgroma 67
INFORMATIEF GEDEELTE 12_105\RAP\GRS030930.doc
3.1.4
monumenten en landschappen
De bescherming van landschappen, monumenten, stads- en dorpsgezichten wordt geregeld door de wet van 07.08.1931, aangevuld door het decreet van 03.03.1976, gewijzigd door het decreet van 22.05.1995 voor de bescherming van monumenten, stads- en dorpsgezichten en van 16.04.1996 voor de bescherming van landschappen. Op het grondgebied van de gemeente Aalter gelden volgende beschermingen: - dorpsgezicht: 1. omgeving van de Artemeersmolen (11.09.1986); 2. omgeving Mariahove (24.09.1996); - landschap: 3. ensemble gevormd door de Kranepoel zelf, de laan die de waterpartij omgeeft, een strook grond errond van 10 m breed en de villa ‘Kranepoel’ met bijhorende tuin (27.05.1957); 4. omgeving van de Sint-Corneliuskerk (12.01.1977); 5. Oude Vaart (23.12.1977); 6. Kranepoel en Markettebossen (27.11.1978); 7. kasteeldomein Poeke (01.03.1978); 8. omgeving Schoonberghoeve (10.11.1995).
3.1.5
natuurbeschermingsgebieden
Binnen de gemeente Aalter zijn geen zones gelegen binnen een Vogelrichtlijngebied (B.Vl.Ex. van 17.10.1988 tot aanwijzing van speciale beschermingszones in de zin van Artikel 4 van de Richtlijn 79/409.E.E.G. van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 02.04.1979 inzake het behoud van de vogelstand). Tevens zijn er geen zones binnen een Ramsar-gebied (wet van 22.02.1979 houdende goedkeuring van de overeenkomst inzake watergebieden die van internationale betekenis zijn in het bijzonder als woongebied voor watervogels, opgenomen in België onder K.B. 27.09.1984). Er zijn twee zones opgenomen in de ontwerpversie van gebieden van communautair belang ter uitvoering van de Habitatrichtlijn 92/43/EEG van 21.05.1992: - Kranepoel; - omgeving Schoonberg.
Figuur 31. Natuurbeschermingsgebieden in Aalter
Voor de gemeente Aalter werd een beschermingsprocedure ingeleid voor de omgeving van de hoeve Manewaarde. Het betreft een bescherming als dorpsgezicht.
Figuur 30. Beschermde monumenten en landschappen
@ Grontmij Belgroma 68
INFORMATIEF GEDEELTE 12_105\RAP\GRS030930.doc
3.1.6
bosdecreet
Het bosdecreet bepaalt o.a. dat een bosbeheersplan dient opgemaakt te worden voor alle openbare bossen en voor alle privé-bossen met een oppervlakte van meer dan 5 ha. Binnen de gemeente Aalter zijn meerdere openbare boseigendommen gelegen, alsook enkele private boseigendommen met een oppervlakte groter dan 5 ha. De openbare eigendommen betreffen: - kasteeldomein Poeke (eigenaar gemeente Aalter); - domeinbos Hooggoed (eigenaar Vlaams Gewest, beheer AMINAL, Afd. Bos en Groen).
@ Grontmij Belgroma 69
INFORMATIEF GEDEELTE 12_105\RAP\GRS030930.doc
3.2
gemeentelijke plannen
3.2.2
3.2.1
gemeentelijk natuurontwikkelingsplan (1996)
In 1995 werd gestart met de opmaak van een verkeersleefbaarheidsplan. In 1996 ondertekende de gemeente Aalter het mobiliteitsconvenant. Er werd gestart met de opmaak van een mobiliteitsplan, gebruik makend van de informatie van het verkeersleefbaarheidsplan. Het mobiliteitsplan werd op 18 november 2002 definitief conform verklaard door de provinciale auditcommissie. Het werd door de gemeenteraad goedgekeurd op 19 december 2002.
In 1996 werd voor de gemeente Aalter een Gemeentelijk Natuurontwikkelingsplan opgemaakt. Dit GNOP werd goedgekeurd door de gemeenteraad en door de adviesverstrekkende administratie AMINAL. Op basis van een algemene inventarisatie werd de gemeente opgedeeld in 39 ecologische entiteiten waaraan maatregelen voor natuurontwikkeling werden gekoppeld. Uit deze entiteiten werden twee projecten uitgewerkt tot actieplannen: actieplan Zouter -Schuurlo en actieplan Charlestonstraat. -
-
actieplan Zouter-Schuurlo Gesitueerd op de voormalige terreinen van Belgacom. Natuurontwikkeling bewerkstelligen door verschillende zones te onderscheiden met elk karakteristieke ontwikkelingsmogelijkheden en -perspectieven zoals heideontwikkeling, bosontwikkeling en aanpassing van gangbaar graslandgebruik.
gemeentelijk mobiliteitsplan (2001)
In het mobiliteitsplan wordt vooropgesteld om de N409 als secundaire weg te categoriseren. De volgende wegen worden geselecteerd als lokale verbindingswegen (lokale wegen type I): - N499 Urselweg; - Nevelestraat; - Wingenestraat – Blekkervijverstraat – Knesselarestraat. Het beleidsplan betreft diverse maatregelen met consequenties op de ruimtelijke ontwikkeling. Bij de opmaak van het ruimtelijk structuurplan worden de aandachtspunten en de voorgestelde beleidsmaatregelen geanalyseerd en geïntegreerd.
actieplan Charlestonstraat Gesitueerd ten westen van Aalter-centrum en de N44. Natuurontwikkeling bewerkstelligen door verpleging van KLE’s en aanpassing van gangbaar graslandgebruik in combinatie met een beperkte passief-recreatieve ontsluiting (tussen Loskaaistraat, Charlestonstraat en MariaAalterstraat).
@ Grontmij Belgroma 70
INFORMATIEF GEDEELTE 12_105\RAP\GRS030930.doc
3.2.3
plannen van aanleg
3.2.4
3.2.3.1
algemeen plan van aanleg
Aalter beschikt over volgende totaalplannen voor gebiedsspecifieke inrichting: - Bellem: privé-verkaveling, uitgevoerd; - Sint-Jozefstraat-Sportlaan: privé verkaveling, nog niet goedgekeurd; - sociale woonwijk Lotenhulle: in uitvoering.
In 1992 werd de aanzet gegeven tot de opmaak van een APA. Het proces werd echter stopgezet, in de optiek van een meer geïntegreerde benadering via het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan.
3.2.3.2
totaalplannen
bijzondere plannen van aanleg
De gemeente heeft volgende BPA’s: 1. BPA Industriezone (09.05.1962): grotendeels uitgevoerd (industriezone Lakeland); 2. BPA Industriezone-West (30.06.1994): in uitvoering; 3. BPA Loveld (22.01.1973): privé woonpark – uitgevoerd; 4. BPA Bierweg (07.09.1993): gemeentelijke sociale verkaveling – grotendeels uitgevoerd; 5. BPA Kasteelpark Poeke (08.10.1982): bestemming als openbaar park voor passieve recreatie; Volgende BPA’s zijn in opmaak: - BPA Stationsomgeving/Houtem; - BPA Rondpunt.
3.2.5
gemeentelijke verordeningen en subsidies
De gemeente Aalter beschikt over een bouwverordening voor het plaatsen van een regenwaterreservoir. Voor het lozen van hemel- en afvalwater is er momenteel een stedenbouwkundige verordening in opmaak. Hieraan wordt ook een subsidiereglement gekoppeld voor de inplanting van kleinschalige waterzuiveringsinstallaties in niet-gerioleerd gebied. Voor het plaatsen van een regenwaterreservoir en van een zonneboiler bestaat een gemeentelijk subsidiereglement bij gemeenteraadsbeslissing van resp. 21.12.1999 en 23.12.1997. Er is een gemeentelijk subsidiereglement voor diverse kleine landschapselementen ingevolge de gemeenteraadsbeslissing van 30.05.1994 (aangepast op 10.12.1996, op 09.02.1999 en op 19.12.2002).
Figuur 32. Overzicht van de BPA’s
@ Grontmij Belgroma 71
INFORMATIEF GEDEELTE 12_105\RAP\GRS030930.doc
3.3
studies en projecten voor de gemeente
3.3.1
Warande-project (1998-99)
In het centrum van Aalter, tussen de Weibroekdreef, de Boomgaardstraat en de Bellemstraat, bevindt zich een belangrijk binnengebied van 6,39 ha. Het situeert zich in de bestemming woongebied op het gewestplan. Het is de site van een vroegere mergelgroeve en een oude molen. Om de centrumpositie van Aalter te versterken, heeft het gemeentebestuur in 1998 een stedenbouwkundige wedstrijd uitgeschreven voor de multifunctionele invulling van het gebied. Het geselecteerde project bevindt zich momenteel in ontwerpfase. Het ontwerp omvat: - een culturele invulling met bibliotheek en academie langs de Boomgaardstraat; - de inplanting van een politiesecretariaat; - nieuwe woonmogelijkheden: 120 woonmodules in een innoverend concept van schakeling; - openbare ontmoetingsfuncties; - fiets- en wandelroutes deel uitmakend van een ontdubbeld wegennet; - een ingericht groengebied (natuurpark).
3.3.2
masterplan sportcentrum (2001)
Om de verdere ontwikkeling van het bestaande sportcentrum in Aalter in goede banen te leiden werd in opdracht van het gemeentebestuur een masterplan opgesteld. Het masterplan bevat een globale visie voor het sportcentrum, in functie van een rationeel ruimtegebruik en van
een flexibiliteit naar mogelijke toekomstige noden, en enkele suggesties voor acties op korte termijn.
3.3.3
gebiedsvisie Natuur, Bos, Landschap en Recreatie in het centrale Bulskampveld (1997-98)
In overleg met de gemeenten Oostkamp, Beernem, Wingene, Ruiselede en Aalter, hebben de Provinciebesturen van Oost- en West-Vlaanderen een gemeentegrensoverschrijdende visie uitgewerkt voor het Bulskampveldgebied. Op basis van dit onderzoek worden in Aalter 2 projecten gerealiseerd: - omgeving Nieuwendam: herstel ontginningsdreven; - omgeving Biesem: herstel ontginningsdreven.
3.3.4
integraal waterbeheer Poekebeek (1997-98)
In dit project van Aminal, Afdeling Water, wordt een visie inzake integraal waterbeheer voor het stroomgebied van de Poekebeek ontwikkeld. De gemeente Aalter behoort tot het zandgebied, het zandleemgebied en het overgangsgebied. Voor ieder gebied worden specifieke maatregelen uitgewerkt ter behoud van de landschapskenmerken. Dit zijn respectievelijk: - het behoud en de versterking van de resterende kenmerken van het oude ontginningsgebied, zoals de kleinschaligheid en de geslotenheid, in het zandgebied; - het behoud en de versterking van het open karakter van het zandleemgebied;
@ Grontmij Belgroma 72
INFORMATIEF GEDEELTE 12_105\RAP\GRS030930.doc
-
3.3.5
het behoud en de versterking van het halfopen landschap in het overgangsgebied.
natuurontwikkelingsproject Kranepoel
Het natuurontwikkelingsproject omvat het behoud, de bescherming en het herstel van de Kranepoel met omgevingsbeheer. Het project wordt uitgevoerd door de gemeente Aalter in samenwerking met Aminal (Afdeling Natuur), en wordt ondersteund via het fonds Life-Natuur ’98.
@ Grontmij Belgroma 73
INFORMATIEF GEDEELTE 12_105\RAP\GRS030930.doc
4
PROGNOSES EN BEHOEFTEN
4.1
wonen
4.1.1
evolutie van de bevolking en van de gezinnen
4.1.1.1
algemeen
AALTER
ARR. GENT
1981
15.554
485.565
1991
16.893
487.220
1992
17.009
488.763
1993
17.241
489.883
1994
17.333
490.285
1995
17.468
490.790
1996
17.604
491.742
1997
17.778
492.517
1998
18.096
493.329
19.000
1999
18.331
494.440
18.000
2000
18.521
(niet gekend)
2001
18.575
(niet gekend)
2002
18.659
(niet gekend)
index 1999-1981
117,9
101,8
index 1999-1991
108,5
101,5
Aalter telt op 1 januari 2002 18.659 inwoners, verspreid over 6 kernen. Aalter heeft tijdens de voorbije decennia een sterke groei gekend: 3.000 inwoners erbij op 20 jaar tijd. De bevolking is over de periode 1991-1999 gegroeid met 8,5%. Op het niveau van het arrondissement Gent is er slechts een groei van 1,5 % tijdens deze periode. Onderstaande grafiek geeft de bevolkingsevolutie weer. De groei van Aalter is vrij continu.
17.000
16.000
15.000
14.000 1981
1986
1989
1992
1995
1998
2001
Tabel 3. Bevolkingsevolutie van Aalter en van het arrondissement Gent (bron: gemeente Aalter en NIS)
Figuur 33. Bevolkingsevolutie van Aalter @ Grontmij Belgroma 74
INFORMATIEF GEDEELTE 12_105\RAP\GRS030930.doc
Onderstaande tabel plaatst de bevolkingsevolutie van Aalter in de context van de omliggende gemeenten. We stellen vast dat Aalter veruit de sterkst groeiende gemeente is, met een toename van 8,5% tussen 1991 en 1999. De meeste gemeenten kenden over de periode 1991-1999 slechts een groei van 3 à 4 %. In Eeklo, Knesselare en Tielt is er geen groei of zelfs een licht negatieve evolutie.
4.1.1.2
bevolkingsevolutie op niveau van de verschillende kernen
Aalter-Centrum is een vrij omvangrijke kern, met meer dan 10.000 inwoners. Bellem en Lotenhulle zijn vrij gelijkwaardig met ca. 2.000 inwoners. Poeke is een zeer kleine kern met slechts 545 inwoners. Opmerkelijk hierbij is de daling van het aantal inwoners in Poeke en Lotenhulle. Bellem kende in deze periode een uitzonderlijk sterke uitbreiding. Aalter-Centrum en Sint-Maria-Aalter evolueerden eveneens positief.
1991
1999
AALTER
16.893
18.331
+ 8,5%
Beernem
14.018
14.504
+ 3,5%
Deinze
25.839
27.486
+ 6,4%
Eeklo
19.032
19.015
- 0,1%
Knesselare
7.812
7.821
+ 0,1%
Aalter-Brug
1.041
Lovendegem
8.978
9.239
+2,9%
Aalter-Centrum
10.702
Maldegem
21.418
21.965
+2,6%
Sint-Maria-Aalter
1.767
Nevele
10.561
10.986
+4,0%
Bellem
1.587
1.478
1.494
1.783
2.273
+ 27,5%
Ruiselede
4.933
5.076
+ 2,9%
Lotenhulle
2.189
2.170
2.324
2.287
2.193
- 4,1%
Tielt
19.339
19.241
- 0,5%
Poeke
700
644
515
592
545
- 7,9%
Wingene
11.949
12.420
+ 3,9%
TOTAAL
12.272
13.465
15.554
16.893
18.521
+ 9,6%
8.080
8.255
+ 2,2%
487.220
494.440
+ 1,5%
Zomergem ARR. GENT
Aalter
1961
1970
1981
1991
2000
evol 19912000
7.796
9.173
11.221
12.231
13.510
+ 10,5%
Tabel 5. Bevolkingsevolutie per kern (bron: gemeente Aalter)
Tabel 4. Bevolkingsevolutie van Aalter tov. de omliggende gemeenten (bron: NIS)
@ Grontmij Belgroma 75
INFORMATIEF GEDEELTE 12_105\RAP\GRS030930.doc
4.1.1.3
natuurlijke aangroei en migratie
De bevolkingsgroei van Aalter is de resultante van een natuurlijk accress en van een positief migratiesaldo. - We stellen vast dat Aalter een uitzonderlijk hoog natuurlijk saldo heeft. Het natuurlijk saldo van Ruiselede is eveneens hoog. Dat van Knesselare is dan weer bijzonder laag. - Het migratiesaldo van Aalter is eveneens bijzonder hoog. Ook Zomergem heeft een sterk positief migratiesaldo. Ruiselede en Tielt evolueren negatief. Het migratiesaldo van Aalter is continu positief, maar varieert wel sterk van jaar tot jaar afhankelijk van het ter beschikking komen van verkavelingen.
14 12 10 8 6 4 2 0 1992
1993
1994
1995
natuurlijke aangroei
1996
1997
1998
migratiesaldo
Figuur 34. Evolutie van de natuurlijke aangroei en van het migratiesaldo in Aalter per duizend inwoners
@ Grontmij Belgroma 76
INFORMATIEF GEDEELTE 12_105\RAP\GRS030930.doc
1992
1993
1994
1995
1996
1997
1998
AALTER
11,21
2,08
3,28
4,16
6,33
12,21
9,77
-0,28
Beernem
-1,84
5,94
8,08
3,08
4,87
4,01
0,41
1,29
2,37
Deinze
2,87
1,94
6,46
8,98
6,56
8,09
3,10
1,15
0,73
-3,46
Eeklo
1,52
3,09
-2,36
2,52
-2,04
-0,21
-0,79
1,41
1,78
0,13
-2,43
Knesselare
0,77
-6,55
1,67
6,51
-5,35
1,02
0,64
0,76
2,07
0,00
3,05
0,33
Lovendegem
6,37
7,51
-6,19
-4,80
-4,16
6,98
2,49
1,63
0,88
0,69
0,00
1,14
0,23
Maldegem
2,52
0,84
5,70
9,10
-0,87
1,19
3,10
3,12
3,77
4,39
1,30
2,49
1,92
0,09
Nevele
-2,27
3,30
4,39
2,42
6,83
5,77
1,73
Ruiselede
5,42
-0,60
0,40
2,36
-0,59
-1,37
2,76
Ruiselede
5,02
5,38
4,56
9,83
-1,96
-2,94
-4,53
Tielt
2,63
0,26
0,41
2,27
0,31
-1,04
1,20
Tielt
-4,02
4,33
-4,27
0,26
-3,61
-5,34
-2,08
Wingene
2,24
2,48
2,55
0,98
0,81
1,94
0,48
Wingene
4,74
1,49
3,70
6,62
1,71
2,91
2,74
Zomergem
-1,23
-0,37
-4,79
-7,72
-1,59
-1,10
-1,46
Zomergem
2,09
1,48
9,21
6,37
10,26
-0,85
7,17
ARR. GENT
1,61
1,02
0,85
0,75
1,19
0,90
0,98
ARR. GENT
0,65
-0,26
0,09
1,73
0,22
0,57
0,93
1992
1993
1994
1995
1996
1997
1998
AALTER
2,28
3,30
3,97
3,31
3,56
5,46
3,13
Beernem
2,48
-1,48
-1,26
1,05
0,90
1,38
Deinze
2,87
3,00
1,32
1,50
1,67
Eeklo
-0,31
-1,25
-1,31
-0,68
Knesselare
1,67
1,16
1,67
Lovendegem
3,19
1,74
Maldegem
0,98
Nevele
Tabel 6. Natuurlijke aangroei per duizend inwoners (bron: NIS)
Tabel 7. Migratiesaldo per duizend inwoners (bron: NIS)
@ Grontmij Belgroma 77
INFORMATIEF GEDEELTE 12_105\RAP\GRS030930.doc
Wat de herkomst en de bestemming van de migraties betreft valt een immigratie te noteren naar Aalter vanuit de aanpalende gemeenten en ook vanuit het stedelijk gebied Gent. Met uitzondering van Nevele, Ruiselede en Zomergem liggen de herkomst- en bestemmingsgegevens ongeveer in dezelfde grootteorde. Vanuit Nevele, Ruiselede, Knesselare en Zomergem is er een immigratie naar Aalter. De immigratie is het grootst vanuit Gent. Naar Evergem en Brugge is er een beperkte emigratie.
HERKOMST
BESTEMMING
SALDO
Beernem
16
21
-5
Deinze
38
39
+1
Eeklo
7
9
+2
Knesselare
68
53
+ 15
Lovendegem
5
6
-1
Maldegem
19
25
-6
Nevele
57
28
+ 29
Ruiselede
55
24
+ 31
Tielt
10
18
-8
Wingene
16
14
+2
Zomergem
24
3
+ 21
Brugge
21
35
- 14
Evergem
1
11
- 10
Gent
117
74
+ 43
Knokke-Heist
12
14
-2
Buitenland
39
31
+8
Afgevoerd van ambtswege
6
9
-3
205
159
+ 46
Andere
Tabel 8. Herkomst en bestemming van de migratie in Aalter in 1999 (bron: gemeente Aalter)
@ Grontmij Belgroma 78
INFORMATIEF GEDEELTE 12_105\RAP\GRS030930.doc
Het aandeel van de verschillende leeftijdsklassen in de migratie heeft een grote invloed op de leeftijdsopbouw van de gemeente. In de groep van de jonge gezinnen en alleenstaanden (categorieën 2534 jaar en 0-4 jaar) is er een sterk positieve migratie. De emigratie overweegt bij de groepen 15-19 jaar en 45-49 jaar.
4.1.1.4
leeftijdsstructuur van de bevolking
De onderstaande bevolkingspiramide geeft de leeftijdsstructuur van de bevolking van Aalter weer (referentiejaar 1999). De volgende vaststellingen worden gemaakt: - Een derde van de bevolking situeert zich in de leeftijdsklasse 25-44 jaar. - Bijna 20% van de bevolking van Aalter betreft kinderen onder de 15 jaar.
800
9 0 -9 4 8 0 -8 4
vrouw 700
7 0 -7 4
man
6 0 -6 4
600
5 0 -5 4 4 0 -4 4
500
3 0 -3 4 2 0 -2 4
400
1 0 -1 4
300
0 -4
-1 0
-5
0
5
10
15
20
25
30
Figuur 35. Aandeel van de verschillende leeftijdsklassen in de migratie voor de periode 1991-95
200
100
0 0
5
10 15 20 25 30 35 40 45 50 55 60 65 70 75 80 85 90 95 100
Figuur 36. Leeftijdsstructuur van de bevolking van Aalter in 1999
@ Grontmij Belgroma 79
INFORMATIEF GEDEELTE 12_105\RAP\GRS030930.doc
De leeftijdsstructuur van de bevolking verschilt van kern tot kern. De leeftijdsstructuur van de bevolking typeert de kernen. - Aalter-Brug heeft geen dominerende leeftijdscategorieën en kent een vrij evenwichtige leeftijdsopbouw. De kern bezit een relatief groot aandeel kinderen (20%). - De leeftijdsopbouw van Aalter-Centrum is eveneens vrij evenwichtig. Het relatief hoge aandeel ouderen is het gevolg van de situering van specifieke voorzieningen voor bejaarden (rusthuizen) in deze kern. - Bellem typeert zich als een zeer jonge woonkern. Het aandeel +65 jaar en 45-64 jaar ligt er bijzonder laag. De bevolkingsgroep 25-44 omvat 34 % van de bevolking; de leeftijdsklassen 0-9 jaar 18% van de bevolking. - Lotenhulle kent daarentegen een zeer groot aandeel + 65 jaar, nl. 17%. Kinderen en jongeren onder de 5 jaar zijn er niet sterk vertegenwoordigd. Lotenhulle heeft een groot aandeel 45-64 jaar. - Poeke typeert zich als een woonkern van de groep 45-64 jaar met oudere kinderen in het segment 15-24 jaar. - Sint-Maria-Aalter is eveneens een jonge woonkern. Qua opbouw is het gelijkaardig aan Bellem, alhoewel iets minder uitgesproken.
0-14
15-24
25-44
45-64
65+
TOT.
AalterBrug
AalterCentrum
Bellem
Lotenhulle
Poeke
SintMariaAalter
totaal
210
1.877
521
378
102
338
3.426
20%
18%
24%
17%
19%
19%
19%
143
1.333
237
270
92
200
2.275
14%
13%
11%
12%
17%
11%
12%
313
3.311
752
628
153
579
5.736
30%
31%
34%
29%
28%
33%
31%
252
2.490
408
520
124
373
4.167
24%
23%
19%
24%
23%
21%
23%
135
1.623
275
372
77
256
2.738
13%
15%
13%
17%
14%
15%
15%
1.053
10.634
2.193
2.168
548
1.746
18.342
Tabel 9. Leeftijdsstructuur van de bevolking van de kernen in 1999 (bron: gemeente Aalter)
@ Grontmij Belgroma 80
INFORMATIEF GEDEELTE 12_105\RAP\GRS030930.doc
Wat de bevolkingsevolutie per leeftijdsklasse betreft, valt onmiddellijk de negatieve evolutie van de jongeren (15-24 jaar) op. Aalter kent de sterkste groei in absolute cijfers in de categorie jonge gezinnen en alleenstaanden (25-44 jaar). Samenhangend daarmee is er ook een positieve evolutie inzake het aantal kinderen. De middengroep en de senioren kennen eveneens een positieve evolutie.
Tabel 10. Bevolkingsevolutie per leeftijdsklasse tussen 1992 en 1998 (bron: gemeente Aalter)
1992
1998
man
vrouw
totaal
man
vrouw
totaal
0-4
526
494
604
606
5-9
557
511
591
531
10-14
579
581
534
507
15-19
626
604
588
582
20-24
654
658
586
576
25-29
707
680
730
682
30-34
660
659
788
758
35-39
632
579
732
700
40-44
620
564
647
585
45-49
558
492
596
587
50-54
484
490
587
538
55-59
463
443
455
460
60-64
419
457
467
447
65-69
383
380
400
465
70-74
209
254
316
390
75-79
194
255
207
259
80-84
140
219
108
188
85-89
63
147
80
127
90-94
22
49
22
63
95+
1
5
5
14
8.497
8.521
1.020 6,0% 1.068 6,3% 1.160 6,8% 1.230 7,2% 1.312 7,7% 1.387 8,2% 1.319 7,8% 1.211 7,1% 1.184 7,0% 1.050 6,2% 974 5,7% 906 5,3% 876 5,1% 763 4,5% 463 2,7% 449 2,6% 359 2,1% 210 1,2% 71 0,4% 6 0,0% 17.018
9.043
9.065
1.210 6,7% 1.122 6,2% 1.041 5,7% 1.170 6,5% 1.162 6,4% 1.412 7,8% 1.546 8,5% 1.432 7,9% 1.232 6,8% 1.183 6,5% 1.125 6,2% 915 5,1% 914 5,0% 865 4,8% 706 3,9% 466 2,6% 296 1,6% 207 1,1% 85 0,5% 19 0,1% 18.108
TOTAAL
100,0%
+18,6% +5,1% -10,3% -4,9% -11,4% +1,8% +17,2% +18,2% +4,1% +12,7% +15,5% +1,0% +4,3% +13,4% +52,5% +3,8% -17,5% -1,4% +19,7% +216,7%
100,0%
@ Grontmij Belgroma 81
INFORMATIEF GEDEELTE 12_105\RAP\GRS030930.doc
4.1.1.5
evolutie van het aantal gezinnen
Het aantal particuliere gezinnen volgt de evolutie van het bevolkingsaantal. Opmerkelijk is wel de toename van het aantal alleenstaanden, een trend die zich ook elders in Vlaanderen doorzet. Het aantal leden in collectieve gezinnen (rusthuizen) blijft thans constant, na bijna een verdubbeling in de periode 1981-1991.
particuliere gezinnen
collectieve gezinnen
bevolkingsaantal
totaal
alleenstaanden
1970
3.886
332
121
13.465
1981
4.936
588
130
15.554
1991
5.819
936
229
16.893
1997
6.473
1.212
214
17.778
1998
6.631
1.281
212
18.096
Tabel 11. Evolutie van het aantal gezinnen in Aalter (bron: gemeente Aalter, NIS)
@ Grontmij Belgroma 82
INFORMATIEF GEDEELTE 12_105\RAP\GRS030930.doc
4.1.2
prognose van de bevolking en van de gezinnen
vaststellingen
4.1.2.1
gesloten bevolkingsprognose
In de gesloten bevolkingsprognose neemt het inwonersaantal van Aalter verder toe. Over de periode 1992-1997 zou er een toename zijn van 247 inwoners (1,5%); over de totaliteit van de planperiode een toename met 627 inwoners, hetzij 3,7%.
methodiek De bevolkingsprognose vertrekt van de bevolkingscijfers van de gemeente van 01.01.1992. Deze geeft een totale bevolking aan van 17.018 inwoners.
Deze toename is te wijten aan het feit dat Aalter een relatief jonge bevolking heeft, met een groot aantal geboorten.
Conform de uitwerking in het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen, neemt de prognose drie periodes in beschouwing: - 1992-1997; - 1997-2002; - 2002-2007.
In werkelijkheid heeft er zich evenwel in de periode 1992-1997 een sterkere bevolkingstoename voorgedaan, namelijk van 1.090 inwoners (6,5%). Dit is te wijten aan migratie. Ook in de volgende jaren zet de bevolkingsgroei zich voort. Het bevolkingspeil van 1997 was reeds 876 inwoners hoger dan hetgeen de gesloten bevolkingsprognose raamt voor 2007.
De bevolkingsprognose wordt opgebouwd door middel van de overlevingskansen per leeftijdsgroep en geslacht, gespecificeerd voor elke periode. Het aantal geboorten wordt berekend op basis van de fertiliteitscoëfficiënten (vrouwen 15-49 jaar). Van het totaal aantal geborenen betreft het ongeveer 52% jongens en 48% meisjes; vervolgens wordt voor deze jongste leeftijdsgroep eveneens de overlevingskans in rekening gebracht.
Wat de leeftijdsstructuur betreft kunnen met de open bevolkingsprognose de volgende evoluties vastgesteld worden: - De bevolkingsgroep ouder dan 35 jaar kent een positieve evolutie, met uitzondering evenwel van het segment 85-89 jaar. - De grootste toenames zitten in de bevolkingsgroepen 40-59 jaar en 70-79 jaar. - Er is een daling in alle leeftijdsklassen onder de 34 jaar. De sterkste daling wordt genoteerd bij de groep 15-29 jaar.
De bevolkingsprognose wordt in de eerste plaats bepaald voor een gesloten bevolking. Dit betekent dat migratie buiten beschouwing gelaten wordt en dat er enkel rekening gehouden wordt met het natuurlijk saldo, i.e. het verschil tussen het aantal geboortes en het aantal overlijdens. Bij een open bevolkingsprognose wordt migratie wel in rekening gebracht.
@ Grontmij Belgroma 83
INFORMATIEF GEDEELTE 12_105\RAP\GRS030930.doc
1992
1997 (prognose)
1998 (reëel)
0-4
1.020
1.042
1.210
1.019
964
95
5-9
1.068
1.018
1.122
1.042
1.018
95
10-14
1.160
1.068
1.041
1.018
1.041
90
15-19
1.230
1.159
1.170
1.065
1.017
83
20-24
1.312
1.225
1.162
1.154
1.061
81
25-29
1.387
1.305
1.412
1.219
1.148
83
30-34
1.319
1.380
1.546
1.298
1.212
92
35-39
1.211
1.310
1.432
1.371
1.288
106
40-44
1.184
1.201
1.232
1.300
1.361
115
45-49
1.050
1.171
1.183
1.189
1.288
123
50-54
974
1.033
1.125
1.142
1.173
120
55-59
906
950
915
1.009
1.118
123
60-64
876
868
914
915
975
111
65-69
763
820
865
817
867
114
70-74
463
681
706
742
746
161
75-79
449
384
466
572
634
141
80-84
359
325
296
287
430
120
85-89
210
213
207
199
181
86
90-94
71
93
85
97
94
133
95+
6
18
19
25
28
459
17.018
17.265
18.108
17.479
17.645
104
+ 247
+ 1.090
+ 461
+ 627
TOTAAL
2002 2007 index (prognose) (prognose) 2007-1992
Tabel 12. Gesloten bevolkingsprognose @ Grontmij Belgroma 84
INFORMATIEF GEDEELTE 12_105\RAP\GRS030930.doc
MANNEN
VROUWEN
1992
1997 (prognose)
1998 (reëel)
2002 2007 index (prognose) (prognose) 2007-1992
0-4
526
540
604
527
500
95
5-9
557
525
591
540
527
10-14
579
557
534
525
15-19
626
578
588
20-24
654
622
25-29
707
30-34
1992
1997 (prognose)
1998 (reëel)
0-4
494
502
606
492
465
94
95
5-9
511
493
531
502
491
96
539
93
10-14
581
511
507
493
502
86
555
524
84
15-19
604
581
582
510
493
82
586
574
552
84
20-24
658
603
576
580
510
77
650
730
617
570
81
25-29
680
655
682
602
579
85
660
703
788
646
613
93
30-34
659
677
758
652
600
91
35-39
632
655
732
698
639
101
35-39
579
655
700
673
648
112
40-44
620
626
647
649
692
112
40-44
564
575
585
651
669
119
45-49
558
612
596
618
641
115
45-49
492
559
587
571
647
131
50-54
484
547
587
589
608
126
50-54
490
486
538
553
565
115
55-59
463
468
455
531
573
124
55-59
443
482
460
478
545
123
60-64
419
437
467
445
506
121
60-64
457
431
447
470
468
102
65-69
383
382
400
402
413
108
65-69
380
438
465
415
455
120
70-74
209
327
316
330
353
169
70-74
254
354
390
412
393
155
75-79
194
160
207
255
262
135
75-79
255
224
259
317
372
146
80-84
140
125
108
106
171
122
80-84
219
200
188
181
259
118
85-89
63
72
80
66
58
92
85-89
147
141
127
133
124
84
90-94
22
24
22
28
27
124
90-94
49
69
63
69
67
137
95+
1
5
5
5
7
689
95+
5
13
14
20
21
413
8.497
8.614
9.043
8.706
8.774
103
8.521
8.651
9.065
8.773
8.871
104
+ 117
+ 546
+ 209
+ 277
TOTAAL VROUWEN
+ 130
+ 544
+ 252
+ 350
TOTAAL MANNEN
Tabel 13. Gesloten bevolkingsprognose (mannen)
2002 2007 index (prognose) (prognose) 2007-1992
Tabel 14. Gesloten bevolkingsprognose (vrouwen) @ Grontmij Belgroma 85
INFORMATIEF GEDEELTE 12_105\RAP\GRS030930.doc
4.1.2.2
open bevolkingsprognose
methodiek
-
Migraties zorgen voor een daling van het bevolkingssegement 45-49 jaar. Migratie kan een negatieve evolutie bij de groep 25-34 jaar ombuigen in een positieve evolutie.
Voor de berekening van het open bevolkingsscenario worden leeftijdsspecifieke migratiecijfers gehanteerd. De migratiecijfers worden bekomen door berekening van het gemiddelde migratiesaldo voor de periode 1987-1991. De bevolkingsevolutie door migratie wordt berekend voor de verschillende periodes: 1992-1997, 1997-2002 en 2002-2007. Deze cijfers worden opgeteld bij de prognoses van de gesloten bevolking.
vaststellingen In een open bevolkingsscenario zal de bevolking toenemen met 2.732 inwoners binnen de totaliteit van de planperiode 1992-2007. Dit is stijging van 16% over een periode van 15 jaar, of ongeveer 1% per jaar. De bevolkingsprognose voor 1997 ligt gelijk aan het reëel vastgestelde aantal. De bevolking van Aalter evolueerde dus in de periode 19921997 zoals verwacht. De groei, die Aalter kende in de periode 19871991, heeft zich verdergezet. In verband met de leeftijdsstructuur wordt het volgende genoteerd: - De volledige bevolkingsgroep ouder dan 25 jaar kent een positieve evolutie. - De grootste toenames zitten in de bevolkingsgroep 70-85 jaar. - Er is een sterke daling in de groep 5-24 jaar; vooral de leeftijdscategorie 15-19 jaar daalt sterk. - Migratie heeft de grootste effecten op de oudere leeftijdsklassen (> 70 jaar) en de groep 50-64 jaar, waarin bij de open bevolkingsprognose een omvangrijke toename vastgesteld wordt. @ Grontmij Belgroma 86
INFORMATIEF GEDEELTE 12_105\RAP\GRS030930.doc
1992
1997 (prognose)
1998 (reëel)
0-4
1.020
1.132
1.210
1.123
1.130
111
5-9
1.068
1.046
1.122
1.097
1.029
96
10-14
1.160
1.095
1.041
1.072
1.076
93
15-19
1.230
1.118
1.170
985
813
66
20-24
1.312
1.299
1.162
1.302
1.196
91
25-29
1.387
1.530
1.412
1.671
1.670
120
30-34
1.319
1.552
1.546
1.643
1.566
119
35-39
1.211
1.347
1.432
1.444
1.327
110
40-44
1.184
1.228
1.232
1.355
1.359
115
45-49
1.050
1.124
1.183
1.097
1.133
108
50-54
974
1.049
1.125
1.174
1.234
127
55-59
906
980
915
1.071
1.222
135
60-64
876
904
914
986
1.106
126
65-69
763
812
865
802
853
112
70-74
463
719
706
818
904
195
75-79
449
415
466
632
809
180
80-84
359
375
296
385
728
203
85-89
210
235
207
243
330
157
90-94
71
114
85
139
197
278
95+
6
28
19
46
68
1.140
17.018
18.106
18.108
19.086
19.750
116
+ 1.088
+ 1.090
+ 2.068
+ 2.732
TOTAAL
2002 2007 index (prognose) (prognose) 2007-1992
Tabel 15. Open bevolkingsprognose @ Grontmij Belgroma 87
INFORMATIEF GEDEELTE 12_105\RAP\GRS030930.doc
MANNEN
VROUWEN
1992
1997 (prognose)
1998 (reëel)
2002 2007 index (prognose) (prognose) 2007-1992
0-4
526
612
604
596
714
136
5-9
557
527
591
543
532
10-14
579
560
534
531
15-19
626
526
588
20-24
654
662
25-29
707
30-34
1992
1997 (prognose)
1998 (reëel)
0-4
494
520
606
527
415
84
95
5-9
511
519
531
554
497
97
549
95
10-14
581
535
507
541
526
91
451
368
59
15-19
604
592
582
534
446
74
586
655
674
103
20-24
658
637
576
647
522
79
760
730
839
902
128
25-29
680
770
682
832
768
113
660
828
788
896
989
150
30-34
659
724
758
747
577
88
35-39
632
670
732
727
683
108
35-39
579
677
700
717
644
111
40-44
620
645
647
688
750
121
40-44
564
583
585
667
609
108
45-49
558
559
596
514
485
87
45-49
492
565
587
583
648
132
50-54
484
547
587
589
608
126
50-54
490
502
538
585
626
128
55-59
463
479
455
553
607
131
55-59
443
501
460
518
615
139
60-64
419
457
467
484
565
135
60-64
457
447
447
502
541
118
65-69
383
370
400
379
378
99
65-69
380
442
465
423
475
125
70-74
209
335
316
347
377
180
70-74
254
384
390
471
527
208
75-79
194
167
207
268
282
145
75-79
255
248
259
364
527
207
80-84
140
147
108
149
235
168
80-84
219
228
188
236
493
225
85-89
63
82
80
86
87
138
85-89
147
153
127
157
243
165
90-94
22
27
22
35
37
168
90-94
49
87
63
104
161
328
95+
1
11
5
18
26
2.642
95+
5
17
14
28
42
839
8.497
8.972
9.043
9.347
9.848
116
8.521
9.134
9.065
9.739
9.902
116
+ 475
+ 546
+ 850
+ 1.351
+ 613
+ 544
+ 1.218
+ 1.381
TOTAAL MANNEN
Tabel 16. Open bevolkingsprognose (mannen)
TOTAAL VROUWEN
2002 2007 index (prognose) (prognose) 2007-1992
Tabel 17. Open bevolkingsprognose (vrouwen) @ Grontmij Belgroma 88
INFORMATIEF GEDEELTE 12_105\RAP\GRS030930.doc
4.1.2.3
overzicht bevolkingsprognoses
1992 (reëel)
1997
1998 (reëel)
1999 (reëel)
2000 (reëel)
2002
2007
GESLOTEN BEVOLKINGSPROGNOSE mannen
8.497
8.614
9.043
9.150
9.247
8.706
8.774
vrouwen
8.521
8.651
9.065
9.192
9.265
8.773
8.871
TOTAAL
17.018
17.265
18.108
18.342
18.521
17.479
17.645
OPEN BEVOLKINGSPROGNOSE mannen
8.497
8.972
9.043
9.150
9.247
9.347
9.848
vrouwen
8.521
9.134
9.065
9.192
9.265
9.739
9.902
TOTAAL
17.018
18.106
18.108
18.342
18.521
19.086
19.750
Tabel 18. Overzicht bevolkingsprognoses
@ Grontmij Belgroma 89
INFORMATIEF GEDEELTE 12_105\RAP\GRS030930.doc
4.1.2.4
gezinsprognose
methodiek Op basis van bovenstaande bevolkingsprognoses worden gezinsprognoses gemaakt, zowel voor de gesloten als voor de open bevolkingsprognose. De prognose is gebaseerd op leeftijds- en geslachtsspecifieke gezinscoëfficiënten. De gezinscoëfficiënten geven de kans weer dat een persoon als referentiepersoon (gezinshoofd of alleenstaande) optreedt. Het toepassen van de gezinscoëfficiënten op de verwachte bevolkingssamenstelling geeft de gezinsevolutie in de prognoseperiode weer. De toegepaste methodiek geeft niet alleen inzicht in de aangroei van het aantal gezinnen, ook de evolutie van het aantal referentiepersonen per leeftijdscategorie en per geslacht kan worden bepaald. De gezinscoëfficiënten van 1991 werden gehanteerd voor de volledige prognoseperiode. Aangenomen wordt dat de ontwikkelingen die zich tussen 1981 en 1991 hebben voorgedaan, identiek zullen blijven in de periode 1992-2007. Concreet wordt verondersteld dat het aandeel jonge mannelijke gezinshoofden in de toekomst identiek blijft op het niveau van 1991 en niet later het ouderlijk gezin verlaten, dat de trend tot versnippering van gezinnen op actieve leeftijd omwille van het groeiend aantal echtscheidingen zich verder zet, en dat ouderen door een betere gezondheid ook op hoge leeftijd langer zelfstandig kunnen leven.
vaststellingen In de gesloten bevolkingsprognose stijgt het aantal gezinnen in de totaliteit van de prognoseperiode (1992-2007) met 731, hetzij 12%. In het scenario van een open bevolking daarentegen stijgt het aantal gezinnen met 1.787, hetzij 30%. Dit is een zeer grote toename. Deze voorspelde evolutie correspondeert evenwel volledig met de huidige vastgestelde evolutie voor de periode 1992-1999. Gelijklopend met de bevolking stellen we vast dat in een gesloten bevolkingsprognose het huidig aantal gezinnen reeds hoger is dan de raming voor 2007.
1992 (reëel)
1997
1997 (reëel)
1998 (reëel)
1999 (reëel)
2002
2007
GESLOTEN BEVOLKINGSPROGNOSE inwoners
17.018
17.265
17.778
18.108
18.342
17.479
17.645
gezinnen
5.902
6.170
6.473
6.631
6.849
6.415
6.633
OPEN BEVOLKINGSPROGNOSE inwoners
17.018
18.106
17.778
18.108
18.342
19.086
19.750
gezinnen
5.902
6.473
6.473
6.631
6.849
7.022
7.689
Tabel 19. Gezinsprognoses
@ Grontmij Belgroma 90
INFORMATIEF GEDEELTE 12_105\RAP\GRS030930.doc
4.1.3
analyse van het woningaanbod
ouderdom van de woningen
4.1.3.1
het bestaande woningbestand
Het woningbestand in de gemeente Aalter is zeer jong. In 1991 bedroeg het aandeel woningen opgericht na de tweede wereldoorlog meer dan 73%. Meer dan de helft van aantal woningen werd vanaf de jaren ’60 gebouwd. 18% van de woningen dateert van vóór de eerste wereldoorlog en 9% werd opgericht tijdens het interbellum. De kern Aalter-Centrum telt het grootste aandeel na-oorlogse woningen: 4 op 5 woningen werden er opgericht na 1945. In AalterBrug bedraagt dit aandeel 78%. Het hoogste percentage oude woningen (gebouwd vóór 1919) bevinden zich in de kernen Poeke (37%), Lotenhulle (31%) en Bellem (28%).
aantal woningen Begin 2002 bedroeg het aantal wooneenheden 6.995, een stijging met 208 woningen ten opzichte van 1999. De wooneenheden zijn als volgt verdeeld over de verschillende kernen:
1999
2002
366
366
3.997
4.120
Bellem
757
789
Lotenhulle
814
838
Aalter-Brug
Poeke
204
209
Aalter-Centrum
Sint-Maria-Aalter
649
673
Bellem
6.787
6.995
Aalter-Brug Aalter-Centrum
TOTAAL
Tabel 20. Aantal wooneenheden in Aalter
vóór 1919
Lotenhulle Poeke Sint-Maria-Aalter TOTAAL
19191945
19461961
19621970
19711980
19811991
onbekend
44 29 26 39 122 28 40 13,4% 8,8% 7,9% 11,9% 37,2% 8,5% 12,2% 371 281 476 551 831 580 164 11,4% 8,6% 14,6% 16,9% 25,5% 17,8% 5,0% 171 48 63 57 115 114 39 28,2% 7,9% 10,4% 9,4% 18,9% 18,8% 6,4% 244 64 85 99 153 81 50 31,4% 8,2% 11,0% 12,8% 19,7% 10,4% 6,4% 71 24 16 7 21 42 9 37,4% 12,6% 8,4% 3,7% 11,1% 22,1% 4,7% 108 87 78 53 91 78 76 18,9% 15,2% 13,7% 9,3% 15,9% 13,7% 13,3% 1.009
533
744
806
1.333
923
378
totaal 328 100,0% 3.254 100,0% 607 100,0% 776 100,0% 190 100,0% 571 100,0% 5.726
17,6% 9,3% 13,0% 14,1% 23,3% 16,1% 6,6% 100,0%
Tabel 21. Bouwjaar van de woningen in Aalter (bron: NIS)
@ Grontmij Belgroma 91
INFORMATIEF GEDEELTE 12_105\RAP\GRS030930.doc
eigendomsstructuur
leegstand
Het groot aantal eigenaars (72,4%) impliceert een grote verankering van bewoners in de gemeente en tevens een hoog gemiddeld inkomensniveau.
In het kader van de heffing op de leegstand en de verkrotting van gebouwen en woningen, werd door de gemeente een onderzoek uitgevoerd naar leegstaande gebouwen.
De kern met het hoogste aandeel huurwoningen is Aalter-Brug (36,7%). Dit heeft te maken met de aanwezigheid van een grote sociale woonwijk in Aalter-Brug.
Op 01.11.1996 bedroeg het aantal onbewoonde woningen in de gemeente Aalter 211. Dit komt overeen met 3,3% van het totale woningbestand.
eigenaar
huurder
titel onbekend
totaal
206
63;0%
120
36,7%
1
0,3%
327
2.347
72,8%
832
25,8%
47
1,5%
3.226
Bellem
451
74,3%
150
24,7%
6
1,0%
607
Lotenhulle
568
73,2%
204
26,3%
4
0,5%
776
Poeke
148
77,9%
42
22,1%
0
0,0%
190
Sint-Maria-Aalter
425
70,8%
163
27,2%
12
2,0%
600
4.145
72,4%
1.511
26,4%
70
1,2%
5.726
Aalter-Brug Aalter-Centrum
TOTAAL
Het totaal aantal verwaarloosde en ongeschikte woningen met ernstig structurele gebreken of de saneringsbehoefte wordt op 50 geraamd. Het betreft vooral woningen die werden gebouwd vóór de tweede wereldoorlog. Ze liggen vrijwel gelijkmatig verspreid over het grondgebied van de gemeente. Het grootste deel ervan is gesitueerd buiten de kernen.
Tabel 22. Huur- en eigendomswoningen per kern in 1991 (bron: NIS)
@ Grontmij Belgroma 92
INFORMATIEF GEDEELTE 12_105\RAP\GRS030930.doc
16
2
Aalter-Centrum
514
193
36
743
83
Bellem
97
15
5
117
13
Lotenhulle
161
0
0
161
18
Poeke
14
0
2
16
2
Sint-Maria-Aalter
98
0
0
98
11
TOTAAL
900
208
43
1.151
128
jaargemiddelde
100
23
5
128
27
15
231
20
8
8
6
4
115
1
0
5
2
1
1
18
11
13
13
14
9
12
8
127
97
107 127 112 167 154
81
1302
1996
0
28
1995
0
14
1994
16
788
1993
Aalter-Brug
51
1992
appartementen / studio’s
117 106
1991
jaargemiddelde
1990
totaal
23
1989
eengezinswoningen
overheidsintitiatief
2
1988
privaat initiatief
2
1987
Het aandeel privaat initiatief bedraagt meer dan 96%. De woningen die vanuit overheidsinitiatief werden gerealiseerd zijn bijna uitsluitend bejaardenwoningen; het betreft hier o.a. 27 bejaardenwoningen in Kerkem.
totaal
In de periode 1987-1995 werden er gemiddeld 128 vergunningen per jaar afgeleverd voor nieuwe wooneenheden. Het betreft gemiddeld 100 bouwvergunningen voor eengezinswoningen en 23 bouwvergunningen voor appartementen. De verhouding appartementeneengezinswoningen bedraagt ongeveer 1 op 4.
De bouwintensiteit van eengezinswoningen varieert sterk van kern tot kern en van jaar tot jaar. Het ter beschikking komen van verkavelingen heeft hierop een heel grote invloed. Uit onderstaande tabel blijkt dat de toename van eengezinswoningen in Aalter-Brug en in Poeke heel beperkt is.
1998
analyse van de bouwactiviteit
1997
4.1.3.2
AalterBrug
0
3
1
1
2
1
1
6
1
3
AalterCentrum
39
64
72
54
51
55
53
56
70
Bellem
6
13
19
23
16
17
21
32
Lotenhulle
8
3
10
5
12
13
18
Poeke
2
2
1
0
3
0
SintMariaAalter
11
20
5
8
3
TOTAAL
66
105 108
91
87
Tabel 24. Aantal afgeleverde bouwvergunningen voor eengezinswoningen (privaat initiatief)
Tabel 23. Bouwactiviteit in Aalter in de periode 1987-1995
@ Grontmij Belgroma 93
INFORMATIEF GEDEELTE 12_105\RAP\GRS030930.doc
Meer dan de helft van het aantal eengezinswoningen werd in AalterCentrum gerealiseerd. De grootste relatieve groei in eengezinswoningen werd in Bellem verwezenlijkt: over de periode 1992-1998 bedroeg de relatieve groei 25%. In Aalter-Centrum en Sint-Maria-Aalter bedroeg de relatieve toename 13 à 15%. De relatieve toename van het aantal eengezinswoningen in Aalter-Brug en in Poeke is heel wat lager, ca. 5%. Bijna alle appartementen van de gemeente worden gerealiseerd in Aalter-Centrum.
aantal wooneenheden (1991)
bouwvergunningen eengezinswoningen (1992-1998)
aandeel in de bouwvergunningen
relatieve toename
308
16
2%
5%
3.274
508
60%
15,5%
Bellem
607
154
18%
25%
Lotenhulle
776
77
9%
10%
Poeke
190
10
1%
5%
Aalter-Brug Aalter-Centrum
Sint-Maria-Aalter TOTAAL
571
80
9%
14%
5.726
845
100%
15%
Tabel 25. Relatieve groei van het aantal eengezinswoningen (bron: gemeente Aalter)
@ Grontmij Belgroma 94
INFORMATIEF GEDEELTE 12_105\RAP\GRS030930.doc
4.1.3.3
overzicht van het aanbod
Er werd een actualisatie uitgevoerd van de inventaris van onbebouwde percelen van de woningbehoeftestudie, aan de hand van de gegevens over bouwvergunningen toegekend in de periode oktober 1996december 19981. Er werd een overzicht opgemaakt van woonuitbreidings- en wooninbreidingsgebieden (situatie oktober 1996 en beperkt geactualiseerd). De onderstaande tabel geeft de resultaten van de actualisatie weer. Hieruit blijkt dat er eind 1998 een potentieel aanbod van 1.242 woongelegenheden bestond in Aalter. Bij de berekening werd uitgegaan van een dichtheid van 15 woningen per hectare in de kernen. Het aanbod is heel groot in Sint-Maria-Aalter in verhouding tot de oppervlakte en het huidig inwonersaantal. Ook in Bellem en Lotenhulle zijn er nog mogelijkheden binnen goedgekeurde verkavelingen. In Poeke zijn er quasi geen groeimogelijkheden meer.
percelen langs uitgeruste wegen
loten in verkavelingen
onbebouwde binnengebieden (ha)
aanbod in binnengebieden
totaal potentieel aanbod
0
14
3,15
47
61
152
410
11,24
169
731
Bellem
0
106
0
0
106
Lotenhulle
35
76
0
0
111
Poeke
2
4
0
0
6
Sint-Maria Aalter
18
109
6,65
100
227
TOTAAL
207
719
21,04
316
1.242
Aalter-Brug Aalter-Centrum
Tabel 26. Potentieel aanbod aan woongelegenheden in Aalter (situatie eind 1998)
Er wordt bij deze berekeningen vooralsnog geen rekening gehouden met de realisatiegraad.
1
Aalter beschikt over een goedgekeurde woonbehoeftenstudie (januari 1997). De opname van gegevens eindigde in september 1996. @ Grontmij Belgroma 95
INFORMATIEF GEDEELTE 12_105\RAP\GRS030930.doc
4.1.4
confrontatie vraag-aanbod
Hieruit blijkt dat er in Aalter een effectief aanbod is van 701 woongelegenheden, te rekenen vanaf eind 1998.
Volgens de gesloten bevolkingsprognose bereikt Aalter in 2007 een totaal van 17.645 inwoners, en een totaal van 6.633 gezinnen. Dit is een heuse onderschatting van de reële en de te verwachten evolutie. Want het huidig inwonersaantal van Aalter overschrijdt reeds deze prognose. Reeds in 1999 had de gemeente 18.342 inwoners, en telde ze 6.849 gezinnen. Dit betekent dat er volgens de gesloten bevolkingsprognose geen enkele wooneenheid meer moet gerealiseerd worden binnen de planperiode (tot 2007). De gemeente Aalter beschikt nochtans over een vrij groot aanbod aan potentiële bouwmogelijkheden. Eind 1998 waren er nog 1.242 wooneenheden realiseerbaar op onbebouwde percelen binnen verkavelingen, langs uitgeruste wegen en in binnengebieden bestemd als woongebied. Voor de invulling van deze gebieden is een realisatiegraad van 100% binnen de planperiode (tot 2007) echter niet mogelijk. Er wordt gewerkt met gedifferentieerde realisatiegraden: 70% voor onbebouwde percelen binnen verkavelingen, 50% voor onbebouwde percelen langs uitgeruste wegen en 30% voor onbebouwde binnengebieden. Onderstaande tabel biedt een overzicht van het aanbod.
potentieel aanbod
realisatiegraad
effectief aanbod
percelen langs uitgeruste wegen
207
50%
103
loten in verkavelingen
719
70%
503
aanbod in binnengebieden
316
30%
95
TOTAAL
1.242
Volgens de open bevolkingsprognose worden er in de 2007 in Aalter 19.750 inwoners verwacht, en 7.689 gezinnen. Ten opzichte van eind 1998 betekent dit een toename van 1.408 inwoners, en van 840 gezinnen. Deze verwachte toename kan niet volledig opgevangen binnen het bestaande, effectieve aanbod. Er zal een tekort zijn van 139 woningen. De optie bestaat om vanuit de gemeente meer sturend te gaan optreden inzake de invulling van binnengebieden. De realisatiegraad van de binnengebieden kan in bepaalde mate verhoogd worden bijvoorbeeld door projecten zoals de Warande. Niettemin zal binnen de planperiode de aansnijding van woonuitbreidingsgebied noodzakelijk zijn om aan de behoefte te voldoen. Binnen woonuitbreidingsgebied moeten ongeveer 139 woongelegenheden gerealiseerd worden, hetzij – aan een dichtheid van 15 woningen per hectare gerekend – 9,3 hectare woonuitbreidingsgebied.
701
Figuur 37. Potentieel en effectief aanbod aan woonmogelijkheden
@ Grontmij Belgroma 96
INFORMATIEF GEDEELTE 12_105\RAP\GRS030930.doc
4.2
economie
4.2.1
omvang en evolutie van de tewerkstelling
In 1997 had Aalter 5.296 tewerkstellingsplaatsen. De werkgelegenheidsgraad wordt gedefinieerd als de verhouding van het aantal werknemers tot de totale actieve bevolking (aantal inwoners tussen 20-64 jaar). De werkgelegenheidsgraad van Aalter kent in zijn globaliteit een positieve evolutie. In 1994 heeft de tewerkstelling wel een stevige deuk gekregen, maar die is ondertussen opgevangen.
aantal werknemers
werkgelegenhe idsgraad
1993
5.196
49,62
1994
4.913
46,51
1995
5.130
48,31
1996
5.193
48,54
1997
5.296
48,87
werkgelegenheidsgraad van 67. De andere omliggende gemeenten, Maldegem inclusief, bieden allen een veel lagere werkgelegenheidsgraad. Bovenstaande gegevens bevestigen de selectie van Aalter als economisch knooppunt.
aantal werknemers AALTER
5.296
10.838
48,87
Beernem
3.116
8.578
36,33
Deinze
9.117
16.495
55,27
Eeklo
6.714
11.590
57,93
965
4.759
20,28
Lovendegem
1.392
5.862
23,75
Maldegem
3.744
13.075
28,64
Nevele
1.544
6.514
23,70
Ruiselede
1.137
2.913
39,04
Tielt
7.668
11.414
67,18
Wingene
1.958
7.261
26,97
Zomergem
1.112
4.887
22,75
180.706
298.432
60,55
Knesselare
Figuur 38. Evolutie van de tewerkstelling en de werkgelegenheidsgraad in Aalter (bron: RSZ)
ARR. GENT
Uit de vergelijking met de omliggende gemeenten en met het arrondissement Gent, komt Aalter naar voor als een van de gemeenten met de beste werkgelegenheidsgraad. Het situeert zich met een werkgelegenheidsgraad van 49 op een iets lager niveau dan Eeklo en Deinze (ongeveer 55). Tielt scoort het best met een
actieve bevolking werkgelegenheids graad
Figuur 39. Werkgelegenheidsgraad 1997 (bron: RSZ)
@ Grontmij Belgroma 97
INFORMATIEF GEDEELTE 12_105\RAP\GRS030930.doc
4.2.2
sector van de tewerkstelling
Cijfers van het RSZ van 1997 geven aan dat Aalter een secundariseringsgraad van 27,94 en een tertiariseringsgraad van 20,63 heeft. De secundariseringsgraad resp. tertiariseringsgraad is de tewerkstelling in de secundaire resp. tertiaire sector ten opzichte van de totale actieve bevolking. Ter vergelijking: het arrondissement Gent heeft hiervoor respectievelijk 17,90 en 42,02. Aalter dankt zijn tewerkstelling dan ook aan een bijzonder sterke aanwezigheid van industrie. De tewerkstelling in de secundaire sector in de jaren ’90 daalde licht; de tewerkstelling in de tertiaire sector steeg daarentegen sterk. Naast de algemene trend tot tertiarisering heeft dit in Aalter ook te maken met de bevolkingsgroei en de daarop afgestemde verhoging van het voorzieningenniveau van Aalter.
1986
land- en
467
25
492
1
0
1
industrie
311
3.070
3.381
handel
396
499
vrije
88
-
visserij
443
21
8,2%
tuinbouw
1
0
1
376
2.911
3.287
548
919
200
-
14,9% 88
93
981
1.074
62
-
62
174
1.342
4.575
5.993
100%
0
0
+ 65
- 159
0 0,0%
15
2
1.757
5.195
- 94
47,2%
- 2,8%
1.467 + 152 + 420
+ 581
200
+63,9% + 112
0
1.516 17
+ 112 +127,3%
+ 81 + 361
21,8%
1,0% 1.418
- 28 - 5,7%
2,9%
17,9% overige
-4
21,1%
1,4%
beroepen
- 24
0,0%
56,4% 895
464 6,7%
0,0%
TOTAAL
Zoals ook elders in Vlaanderen is er in Aalter een daling van de tewerkstelling in de landbouw. Op basis van de gegevens van de landbouwtellingen kan men vermoeden dat een groot aantal bedrijven zonder opvolger in 1986 inmiddels zijn overgenomen door andere bedrijven met een beter toekomstperspectief en dat er een algemene schaalvergroting is doorgevoerd.
evolutie 1986-96
zelfst. werkn. totaal zelfst. werkn. totaal zelfst. werkn. totaal
diensten
In de industrie kan een beperkte daling van de tewerkstelling vastgesteld worden in de periode 1986-1996: van 3.070 arbeidsplaatsen naar 2.911. Dit is een daling van 3%. De industrie staat toch nog altijd in voor 47% van de tewerkstelling.
1996
+ 442 +41,2%
- 47
+2
- 45
0,2%
-72,6%
6.961 + 339 + 620
+ 968
100%
+ 16,2%
Tabel 27. Evolutie van de tewerkstelling per sector (bron: RSZ en RSVZ)
@ Grontmij Belgroma 98
INFORMATIEF GEDEELTE 12_105\RAP\GRS030930.doc
4.2.3
omvang en evolutie van de werkloosheid
In 1997 waren er in Aalter 593 werklozen. De werkloosheidsdruk, omschreven als het werklozen t.o.v. de actieve bevolking (20-64 jaar), ligt op 5,47. De werkloosheid zit in een dalende trend; in 1995 waren er 699 werklozen, in 1996 nog maar 607. Deze trend is algemeen en geldt ook voor de omliggende gemeenten en het arrondissement. Toch is hij in Aalter, samen met de gemeente Lovendegem, het sterkst uitgesproken. Met een werkloosheidsdruk van 5,47 situeert Aalter zich rond een gemiddelde. De gemeenten Maldegem en Knesselare en het arrondissement scoren veel minder goed. Eeklo heeft een problematische werkloosheid.
AALTER Beernem Deinze Eeklo Knesselare Lovendegem Maldegem Nevele Ruiselede Tielt Wingene Zomergem ARR. GENT
aantal werklozen
actieve bevolking
werkloosheids -druk
593 412 956 1.518 419 265 1.094 292 133 600 371 292 24.463
10.838 8.578 16.495 11.590 4.759 5.862 13.075 6.514 2.913 11.414 7.261 4.887 298.432
5,47 4,80 5,80 13,10 8,80 4,52 8,37 4,48 4,57 5,26 5,11 5,98 8,20
Tabel 28. Aantal werklozen en werkloosheidsdruk in 1997 (bron: RVA)
@ Grontmij Belgroma 99
INFORMATIEF GEDEELTE 12_105\RAP\GRS030930.doc
4.2.4
woon-werkverplaatsingen
Om de pendelstromen van en naar Aalter van dichterbij te bekijken, wordt enerzijds gezocht waar de inwoners van Aalter uit werken gaan en anderzijds van waar de mensen die in Aalter werken, afkomstig zijn. Een eerste vaststelling is de gunstige verhouding van het aantal tewerkgestelden tot de werkende beroepsbevolking. De werkende beroepsbevolking bedraagt 5.852 personen en het aantal tewerkgestelden in Aalter 5.063 personen. Aalter heeft dus een zeer grote eigen tewerkstelling. De linkerhelft van de tabel geeft aan van waar de tewerkgestelden in Aalter afkomstig zijn. Van de 5.063 arbeidsplaatsen in Aalter werd ca. 45% ingenomen door inwoners van Aalter zelf. In tweede orde komen de tewerkgestelden van Knesselare (9%) en Maldegem (5%). De andere aanpalende gemeenten Nevele, Zomergem, Ruiselede en Beernem staan elk in voor ongeveer 4%. Tenslotte zijn er tewerkgestelden vanuit de grotere kernen, Gent, Tielt, Deinze en andere omliggende gemeenten, samen 26% van de tewerkgestelden. Aalter speelt derhalve een zeer belangrijke rol inzake tewerkstelling voor haar eigen bevolking en deze van de omliggende gemeenten. De rechterhelft van de tabel schept een beeld van de werkplaats van de beroepsbevolking van Aalter. We zien dat ca. 39% in Aalter zelf werkt. De tweede grootste aantrekkingspool die instaat voor 17% van de tewerkstelling is Gent. In derde orde komen andere grote gemeenten en steden, m.n. Brussel, Brugge en Deinze met elk 4%. Tenslotte valt er niet geringe tewerkstelling van 6% in Nederland te noteren. Naast haar functie van tewerkstelling voor eigen inwoners, heeft Aalter tevens een functie als woongemeente voor het type werkforensen dat een relatief
grote afstand woon-werkplaats (Brussel, Vlaamse Ruit algemeen) overbrugt.
woonplaats
werkplaats Aalter
AALTER Knesselare Maldegem Nevele Zomergem Ruiselede Beernem Gent Eeklo Tielt Deinze overige totaal tewerkgestelden
2.276 444 272 189 185 180 177 148 141 124 117 810 5.063
totaal werkforensen
2.787
45% 9% 5% 4% 4% 4% 3% 3% 3% 2% 2% 16% 100%
aandeel van werkforensen 16% 10% 7% 7% 6% 6% 5% 5% 4% 4% 29%
werkplaats
woonplaats Aalter
AALTER Gent Brussel Deinze Brugge Beernem Knesselare Ruiselede Nederland overige
2.276 999 235 234 224 103 102 91 330 1.258
39% 17% 4% 4% 4% 2% 2% 2% 6% 21%
totaal werkende beroepsbevolking
5.852
100%
Tabel 29. Woon-werk-verkeer in 1991 (bron: NIS)
@ Grontmij Belgroma 100
DEEL 2 RICHTINGGEVEND GEDEELTE
1
ALGEMENE VISIE OP DE RUIMTELIJKE ONTWIKKELING VAN AALTER
1.1
gewenste rol en positie
1.1.1
Aalter als beheerder van waardevolle open ruimten
Aalter situeert zich binnen een omvangrijk en aaneengesloten openruimtegebied. De gemeente wenst de nodige initiatieven te nemen om deze open ruimte te behouden en te vrijwaren voor haar essentiële functies, natuur en landbouw. Aalter wenst: - het waardevolle agrarische landschap met een dynamische landbouw verder te ondersteunen; - de bovenlokale groenstructuren met hoge natuurwaarden verder uit te bouwen, via gemeentelijke initatieven en via samenwerking in bovengemeentelijk en regionaal verband; - het recreatief medegebruik, de woonfunctie en de bedrijvigheid in dit agrarisch en natuurlijk kader in te passen.
1.1.2
Aalter als knooppunt binnen het open-ruimtegebied
Aalter is gelegen op een knooppunt van bovenlokale verkeersinfrastructuren en vervult een centrumfunctie inzake dienstverlening en bedrijvigheid op bovengemeentelijk en regionaal
niveau. De gemeente wenst deze taakstelling te behouden en verder uit te bouwen. Aalter is aldus: - een knooppunt in de betekenis van een gemeente met een hoge zelfvoorzieningsgraad; - een centrum van dienstverlening en voorzieningen (o.m. scholen, medische verzorging), met een uitstraling naar de omliggende gemeenten; - een economische ontwikkelingspool, met een accent op industriële bedrijvigheid en tewerkstelling, en geënt op de goede ontsluiting.
1.1.3
Aalter als aanbieder van hoogwaardige woonomgevingen
Aalter zal zich verder blijven profileren als aanbieder van hoogwaardige woonomgevingen. Aalter wenst hiertoe: - het accent te leggen op de versterking van de eigen identiteit en volwaardige ontwikkeling van de verschillende kernen; - te werken aan de uitbouw van een evenwichtig samengesteld woonaanbod; - het natuurlijk en landschappelijk kader van de woonomgevingen nog verder op te waarderen.
RICHTINGGEVEND GEDEELTE 12_105\RAP\GRS030930.doc
1.2
basisdoelstellingen
1.2.1
versterken van de kernen op basis van de eigen identiteit
De opwaardering van de woonomgeving stoelt op het onderkennen van de eigen identiteit en de diversiteit van de verschillende woonkernen. Iedere kern wordt geconcipieerd als een dynamische leefgemeenschap, met een specifieke ruimtelijke structuur en een eigen ruimtelijk functioneren. Het verhogen van de woonkwaliteit in haar ruime betekenis staat voorop. Daarbij wordt gestreefd naar een voldoende samenhang en dichtheid van de kernen. Bovendien wordt voor de verschillende woonkernen onderzocht hoe de kern attractiever kan worden door bestaande karakteristieke ruimtelijke structuren (bv. het wegenpatroon) als randvoorwaarde voor de toekomstige ontwikkeling in te bouwen. Bijzondere ruimtelijke elementen, zoals een dorpsplein, en het eigen karakter van elke kern fungeren als aanknopingspunten voor een dergelijke ruimtelijke uitbouw. De ruimtelijke structuur en inrichting worden afgestemd op de ondersteuning van de centrumfuncties. Het voorzieningenniveau, dat uitgebouwd wordt, situeert zich op het hiërarchisch niveau van de kern.
1.2.2
ontwikkelen van samenhang en uitwerken van een duidelijke hiërarchie
Aalter is één gemeente en heeft in zijn globaliteit een duidelijke gemeentelijke taakstelling. Daarnaast wenst zij tevens taken met een bovengemeentelijke en regionale oriëntatie op zich te nemen. Het ruimtelijk beleid zal zich daarom richten op duidelijke opties inzake de taakstelling hierin van de verschillende kernen. Hiervoor wordt vooraf een duidelijke hiërarchie bepaald op basis waarvan dit zal gebeuren. Het woningaanbod en het voorzieningenniveau zullen dan uitgebouwd worden op het niveau van de kern. Binnen deze gedifferentieerde taakstelling en ruimtelijke uitbouw van de kernen zal tevens gewaakt worden over de samenhang tussen de verschillende kernen onderling binnen de gemeente. De verschillende kernen vormen een onderdeel van een groter geheel.
@ Grontmij Belgroma 103
RICHTINGGEVEND GEDEELTE 12_105\RAP\GRS030930.doc
1.2.3
aanbieden van ontwikkelingsmogelijkheden voor economische activiteiten
De uitbouw van Aalter als economisch knooppunt vereist dat ruimte wordt voorzien voor de inplanting van nieuwe, regionale economische activiteiten. De afbakening van een regionaal bedrijventerrein is de taak van de provincie Oost-Vlaanderen. In het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan wenst Aalter hiervoor een aanzet te geven onder de vorm van een ruimtelijke evaluatie van potentiële locaties en van een beschrijving van het voor de gemeente wenselijke ontwikkelingstraject. De gemeente probeert hierbij de grootst mogelijke synergie tot stand te brengen tussen de gewenste ontwikkelingen vanuit een bovengemeentelijk perspectief en de effecten op het lokaal niveau.
1.2.4
ondersteunen van de agrarische functie en bedrijvigheid
Aalter wenst de agrarische functie te beschermen en te ondersteunen als een belangrijke beheerder van de open ruimte. De gemeente wil dit verwezenlijken door middel van een actief ruimtelijk beleid, gebaseerd op twee uitgangspunten: - het aanbieden van voldoende ontwikkelingsmogelijkheden voor de gemengde landbouw en de grondloze veehouderij, binnen gebiedsgerichte randvoorwaarden met betrekking tot natuur en landschap; - het aantrekken van activiteiten die de agrarische bedrijvigheid kunnen ondersteunen, zoals bv. veevoederbedrijven, melkerijen en vleesverwerkende bedrijven.
De ontwikkeling van het economisch knooppunt vereist: - de verdere ontwikkeling van regionale bedrijvigheid; - het uitbuiten van de bijzondere locatietroeven: - de mogelijkheden voor watergebonden bedrijvigheid; - de vlotte ontsluiting via de weg en via het spoor (enkel personenvervoer); - de mogelijkheden voor toelevering en verwerking van producten van het agrarisch ommeland.
@ Grontmij Belgroma 104
RICHTINGGEVEND GEDEELTE 12_105\RAP\GRS030930.doc
1.2.5
verbinden en versterken van natuurlijke gebieden
Aalter wil vanuit het ruimtelijk beleid bijdragen tot de realisatie van een samenhangend geheel van natuurlijke gebieden. De gebieden van bovenlokaal niveau (bv. vallei van de Poekebeek) krijgen op gemeentelijk niveau bijzondere aandacht inzake natuurontwikkeling. Lokale elementen worden hiermee verbonden. De natuur wordt actief ontwikkeld. Het beleid hiertoe omvat drie sporen: - intensieve natuurontwikkeling in enkele geselecteerde gebieden; - natuur als streefbeeld: inpassen en uitwerken van natuur binnen het bestaande kader en bepaalde randvoorwaarden (bv. eigendomsstructuur, dynamiek van de landbouw) in bepaalde gebieden; - algemeen ondersteunend natuurontwikkelingsbeleid.
1.2.6
maximaliseren van de beleving van de open ruimte
De open ruimte wordt gehanteerd om duidelijk merkbare ruimtelijke meerwaarden tot stand te brengen in de woonomgeving. De woonkernen worden omgeven en doorsneden door open ruimte; de woonkernen worden hiermee tevens duidelijk afzonderlijke entiteiten. In de onmiddellijke omgeving van woonkernen wordt selectief de open ruimte uitgebouwd met het accent op landschapsinrichting en recreatieve uitbouw. Recreatieve voorzieningen worden ingepast binnen de bebouwde ruimte van Aalter-Centrum of in het overgangsgebied tussen Aalter-Centrum en de open ruimte. Het recreatief medegebruik wordt ingepast binnen de vooropgestelde natuurlijke structuur. Ook binnen de open ruimte wordt gewerkt aan identiteitsversterking door specifieke ecotopen (bv. vallei-ecotopen) en landschappelijke kenmerken (bv. ontginningsdreven) sterker uit te bouwen. Als instrument om die eigen identiteit en diversiteit te benadrukken werkt het ruimtelijk structuurplan met deelruimten. Voor elke deelruimte wordt een ruimtelijk ontwikkelingsperspectief opgesteld.
@ Grontmij Belgroma 105
RICHTINGGEVEND GEDEELTE 12_105\RAP\GRS030930.doc
2
RUIMTELIJKE CONCEPTEN VOOR AALTER
2.1
twee sterke boscomplexen
In Aalter komen twee sterke boscomplexen voor, die onderdelen vormen van het oude veldgebied van Aalter. Vooral in het westen is er een duidelijke samenhang met de veldgebieden in West-Vlaanderen, ten zuiden van Brugge. Het betreft: - de bossen van Schuurlo, Blekkerbos, Hoogveld en Egypteveld rond Sint-Maria-Aalter; - de bossen van Markette en Loveld ten zuiden van AalterCentrum en Bellem. Deze boscomplexen worden verder uitgebouwd en versterkt als twee afzonderlijke ruimtelijke gehelen. Het beleid is er gericht op verdere natuurontwikkeling, op het creëren van een ecologische meerwaarde en op beperkte bosuitbreiding.
Figuur 40. Twee boscomplexen
@ Grontmij Belgroma 106
RICHTINGGEVEND GEDEELTE 12_105\RAP\GRS030930.doc
2.2
twee landbouwgebieden met een natuurlijklandschappelijke ader
In complementariteit met de sterke, aaneengesloten, grootschalige bosstructuren worden twee landbouwgebieden ontwikkeld. - Het noordelijk landbouwgebied, waar de extensieve veeteelt overheerst, wordt beleidsmatig afgebakend als een gefragmenteerde ruimte, met een kleinschalige percellering en een sterke aanwezigheid van kleine landschapselementen. Hier contrasteert de kleinschaligheid en de onregelmatigheid van het gebied met de grootschalige, orthogonale ontginningsstructuur van de boscomplexen. - Het zuidelijk landbouwgebied wordt uitgebouwd als een open landschap met de aanwezigheid van een dynamische landbouw. Doorsnijding (bv. door verkeersinfrastructuur) en versnippering (bv. door bebouwing) wordt geminimaliseerd door de continuïteit in de landschappelijke en functionele uitbouw. Hier is het de openheid van het landschap die contrasteert met de geslotenheid van de boscomplexen. In beide landbouwgebieden komt een belangrijke natuurlijklandschappelijke ader voor, die verder ontwikkeld wordt. - In het noordelijk landbouwgebied vormt het kanaal GentOostende een drager voor natuur en recreatie. - In het zuidelijk landbouwgebied vormt de vallei van de Poekebeek en zijbeken (Wantebeek, Neerschuurbeek) een belangrijke natuurlijke structuur in het open landschap. De vallei maakt ook deel uit van een waterwingebied.
Figuur 41. Noordelijke en zuidelijke open ruimte
@ Grontmij Belgroma 107
RICHTINGGEVEND GEDEELTE 12_105\RAP\GRS030930.doc
2.3
uitbouw van zes kernen
In de gemeente worden zes kernen geselecteerd. Nieuwe bebouwing zal zoveel mogelijk geconcentreerd worden in deze kernen. De zes kernen vormen de ruimtelijke dragers voor bijkomende huisvesting en voor bijkomende functies zoals gemeenschapsvoorzieningen en handel. Er wordt gestreefd naar een compacte, kwalitatieve kernontwikkeling, als ondersteuning van een autonoom dorpsleven. Aalter-Centrum ligt centraal op het grondgebied van de gemeente, en vormt het zwaartepunt in de ruimtelijke ontwikkeling. Het grootste aandeel aan woningbouw wordt hier gerealiseerd; voorzieningen op gemeentelijk niveau worden hier ingeplant. In de uitgestrekte open ruimte errond bevinden zich Bellem in het oosten, Lotenhulle en Poeke in het zuiden, en Sint-Maria-Aalter in het westen. Ten noorden van Aalter-Centrum ligt Aalter-Brug, aansluitend bij het kanaal Gent-Oostende en bij het industrieterrein.
Figuur 42. Zes geselecteerde kernen
@ Grontmij Belgroma 108
RICHTINGGEVEND GEDEELTE 12_105\RAP\GRS030930.doc
2.4
identiteitsversterking van de kernen
Voor de verdere ontwikkeling van elke kern wordt de specifieke ruimtelijke structuur ervan genomen als uitgangspunt, en gebruikt als middel om het karakter en de identiteit van iedere kern te versterken. -
Aalter-Brug: compacte, rechthoekige structuur aan het kanaal;
-
Aalter-Centrum: opbouw vanuit een noord-zuid-gerichtheid, met orthogonale zijarmen;
-
Bellem: spiegelsymmetrie rond het kerkplein met enerzijds de woongebieden en anderzijds het kasteelpark Mariahove;
-
Lotenhulle: gefragmenteerde kern op de cuesta HertsbergeLotenhulle;
-
Poeke: kleine kern op een historisch stratenpatroon met enerzijds de Poekedorpstraat en anderzijds de KnokstraatRuiseledestraat;
-
Sint-Maria-Aalter: aanwezigheid van een orthogonale structuur van de ontginningsdreven van de omringende bossen. Figuur 43. Identiteitsversterking van de kernen
@ Grontmij Belgroma 109
RICHTINGGEVEND GEDEELTE 12_105\RAP\GRS030930.doc
2.5
economische activiteiten op de noord-zuid-as van bovenlokale wegen
Ruimte voor bijkomende bedrijvigheid wordt voorzien langsheen de bovenlokale wegen, en in aansluiting met bestaande kernen of bestaande bedrijfsactiviteiten. Op het grondgebied van Aalter komen aldus de volgende concentraties van economische activiteiten voor: -
Ten noorden van Aalter-Centrum, langsheen het kanaal GentOostende, situeert zich een cluster van regionale bedrijvigheid met de industrieterreinen Langevoorde en Lakeland. Aan de overkant van het kanaal wordt een locatie voorgesteld voor een bijkomend regionaal bedrijventerrein (site Woestijne). De precieze lokalisatie en afbakening van dit bijkomend regionaal bedrijventerrein is een taak van de provincie Oost-Vlaanderen.
-
Ter hoogte van de verkeerswisselaar met de E40 wordt een bijkomend terrein voor lokale economische activiteiten voorzien, ten noorden van de autosnelweg.
-
Het bestaande lokale bedrijventerrein Lobulck blijft behouden en wordt in beperkte mate uitgebreid.
Figuur 44. Economische activiteiten langs bovenlokale wegen
@ Grontmij Belgroma 110
RICHTINGGEVEND GEDEELTE 12_105\RAP\GRS030930.doc
2.6
samenhangende ruimtelijke structuur op lokaal niveau
Aalter wordt doorsneden door talrijke bovengemeentelijke verkeersinfrastructuren. De barrièrewerking die uitgaat van deze infrastructuren wordt geminimaliseerd. Deze minimalisering wordt nagestreefd zowel voor de landschappelijke structuur, de natuurlijke structuren als voor de woonkernen. Aldus ontstaan in feite twee lagen: - het doorlopende ruimtelijk weefsel van Aalter; - de bovengemeentelijke verkeersinfrastructuren.
Figuur 45. Samenhangend lokaal netwerk
@ Grontmij Belgroma 111
RICHTINGGEVEND GEDEELTE 12_105\RAP\GRS030930.doc
3
GEWENSTE RUIMTELIJKE DEELSTRUCTUREN
3.1
gewenste nederzettingsstructuur
3.1.1
visie en doelstellingen
3.1.1.1
creëren van een ruim en een evenwichtig woningaanbod
In het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen wordt Aalter geselecteerd als een gemeente in het buitengebied. Hiervoor geldt in principe dat de gesloten bevolkingsprognose dient gehanteerd te worden. Aalter wenst echter een dynamische gemeente te blijven en over voldoende woningaanbod te blijven beschikken. De gemeente wenst daarom een groter aanbod te creëren dan de behoefte vanuit een gesloten bevolkingsprognose kan aantonen. De redenen hiervoor zijn de volgende: - De gesloten bevolkingsprognose voorspelt voor 2007 een totaal aantal gezinnen van 6.633. Reeds in 1999 werd dit cijfer overschreden; toen waren er in Aalter 6.849 gezinnen. Het strikt aanhouden van deze gesloten prognose zou de toekomstige ontwikkeling van Aalter en de mogelijkheid tot het creëren van nieuwe woongelegenheden helemaal hypothekeren. - Aalter-Centrum is een grote kern in het buitengebied, die een verzorgende rol vervult in de regio. In de kern is een belangrijke concentratie van voorzieningen en kleinhandel aanwezig, die Aalter-Centrum op een hoger niveau tillen dan een kleine landelijke gemeente. De gemeente Aalter wenst de rol van Aalter-Centrum als centrum van handel en
-
-
voorzieningen voor de omliggende kernen te behouden en te versterken. De dichtheid van het bebouwde weefsel in Aalter-Centrum, de aanwezigheid van verscheidene woningtypes en de verweving van diverse functies nemen in Aalter-Centrum quasi een stedelijk karakter aan. Zo komen in het centrumgebied appartementsgebouwen voor van 4 à 5 bouwlagen, met handels- en horecazaken op het gelijkvloers. Aalter wenst voor de toekomstige ontwikkelingen verder in te spelen op deze kenmerken en de ermee gepaard gaande dynamiek. Bovendien wordt Aalter-Centrum in het voorontwerp van provinciaal ruimtelijk structuurplan Oost-Vlaanderen geselecteerd als hoofddorp. De kern vormt aldus een groeipool in het buitengebied, waar de lokale groei inzake wonen, voorzieningen en lokale bedrijvigheid gebundeld wordt. De gemeente krijgt een taakstelling toebedeeld van 1.050 woningen voor de periode 1991-2007.
De uitbouw van het woningaanbod zal gefaseerd gebeuren. Aalter wenst hierbij tot een evenwichtig samengesteld aanbod van verschillende woningtypes te komen. Hierbij moet rekening gehouden worden met de woningbehoeften die ontstaan uit de demografische evolutie. Onder druk van de versnippering van de gezinnen en van de vergrijzing van de bevolking doet zich een sterke gezinsverdunning voor. Dit betekent dat er een grotere behoefte is aan kleinere woningen, die gelegen zijn dicht bij de voorzieningen en die vlot bereikbaar zijn. Het is dan ook belangrijk om het aandeel appartementen en aaneengesloten bebouwing in nieuwe woonprojecten te vergroten. Daarnaast moet ook de sociale huisvesting inspelen op de vraag naar nieuwe woningtypes (vraag naar aanpasbare woningeenheden, kleinere woningen ed.).
@ Grontmij Belgroma 112
RICHTINGGEVEND GEDEELTE 12_105\RAP\GRS030930.doc
3.1.1.2
uitbouw van compacte, multifunctionele kernen
In de gemeente vormen de bestaande kernen belangrijke entiteiten, zowel ruimtelijk als sociaal-economisch. Aalter wenst de positie van deze kernen verder te versterken. De behoefte aan bijkomende woningen en nieuwe ontwikkelingen op het vlak van diverse ondersteunende functies (gemeenschapsvoorzieningen, handel, kleine bedrijven) wordt grotendeels opgevangen in de kernen. De ruimtelijke ontwikkeling van de kernen wordt vooral gestuurd door middel van woonprojecten. De uitwerking van de woonprojecten houdt rekening met de bestaande ruimtelijke structuur van de kernen. Het huisvestingsbeleid verschilt dan ook van kern tot kern. In sommige gevallen worden woonprojecten heel selectief gelokaliseerd om de woonstructuur af te werken en om de woongemeenschap op te waarderen. Dit is o.m. het geval in Aalter-Brug en in Poeke, waar door middel van nieuwe woonprojecten gestreefd wordt naar een kwalitatieve versterking van de kern en het behoud van de leefbaarheid op lange termijn. Bij de verdere uitbouw van de kernen wordt, om de ruimte-inname te beperken, gestreefd naar een minimale woningdichtheid van 15 woningen per hectare. In Aalter-Centrum wordt zelfs een hogere dichtheid nagestreefd (20 à 25 woningen per hectare). Een differentiatie van dichtheden is noodzakelijk op basis van de bestaande ruimtelijke structuur en van de omgevingskwaliteiten (openbare ruimte, groenvoorzieningen, …). Het bestaande aanbod aan voorzieningen (administratieve dienstverlening, onderwijs, jeugdwerking, socio-culturele werking, bejaardenzorg, sportvoorzieningen, kleinhandel) in de kernen wordt minstens behouden. Bijkomende voorzieningen worden gelokaliseerd binnen de kernen of in directe aansluiting op de kernen. Ze komen zo veel mogelijk voor in kleinschalige verweving met de woonfunctie. De kernen moeten ruimtelijk als één samenhangend geheel functioneren. Het ontstaan van grote, monofunctionele zones zonder directe
ruimtelijke en functionele relaties met de woonomgeving wordt tegengegaan. In dit verband moet zeker de ontwikkeling van de kleinhandel opgevolgd worden. De handelsactiviteiten in Aalter moeten steeds volwaardig deel uitmaken van het ruimtelijk functioneren van de gemeente. Er worden geen grootschalige detailhandel of handelslinten uitgebouwd, die zouden kunnen functioneren op basis van een gunstige ligging nabij de bovengemeentelijke verkeersinfrastructuren.
3.1.1.3
aandacht voor de openbare ruimte en groenvoorzieningen in de kernen
Bij de uitbouw van compacte, multifunctionele kernen vervullen de openbare ruimte en de groenvoorzieningen een belangrijke rol, die de kwaliteit van de woonomgeving in positieve zin kan beïnvloeden. De openbare ruimte van de kernen dient afgestemd te worden op een belangrijke verblijfsfunctie. De inrichting ervan moet gebeuren in het kader van een meervoudig gebruik door autoverkeer, openbaar vervoer, fiets- en voetgangersverkeer. Op deze manier kan de openbare ruimte opnieuw een structurerende drager worden van de woongemeenschap. Er moet voldoende aandacht besteed worden aan de aanleg en de inrichting van groenvoorzieningen in de kern. Dit kan gebeuren onder verschillende vorm: als beplanting langs openbare wegen, als private tuinen, als openbaar park, enz. Vooral in Aalter-Centrum is dit belangrijk. De overige kernen bezitten een directe relatie met de omliggende open ruimte, maar ook hier kunnen kleinschalige groenvoorzieningen bijdragen tot een meer kwalitatieve woonomgeving.
@ Grontmij Belgroma 113
RICHTINGGEVEND GEDEELTE 12_105\RAP\GRS030930.doc
3.1.1.4
beperken van wonen in de open ruimte
De open ruimte in Aalter bezit heel wat kwaliteiten. Complementair met de kernversterking wordt een beleid gevoerd van bescherming en versterking van de hoofdfuncties van de open ruimte, nl. natuur, bos en landbouw. Nochtans zijn er heel wat woningen aanwezig buiten de kernen, in de open ruimte van de gemeente. Historisch gezien komt in de open ruimte van Aalter een vrij grote verweving voor van de landbouwfunctie, de natuurfunctie en de woonfunctie. De ruimtelijke structuur van het wonen in de open ruimte wordt behouden, maar wordt niet substantieel uitgebreid en versterkt.
3.1.2
ruimtelijk concept
3.1.2.1
hiërarchische structuur
Om de ruimtelijke ontwikkelingen van het wonen en de ondersteunende functies in goede banen te leiden wordt in de nederzettingsstructuur een hiërarchie aangebracht. Deze hiërarchie is richtinggevend naar de invulling van bijkomende woningen, voorzieningen en commerciële activiteiten. Nieuwe ontwikkelingen moeten steeds getoetst worden aan de vooropgestelde ontwikkelingsperspectieven binnen de hiërarchie. De structuur van de gemeenschapsvoorzieningen geeft mee vorm aan de kernversterking en de uitbouw van een hiërarchie van kernen. Het aanbod van de voorzieningen wordt afgestemd op het niveau van de specifieke kern. Het ruimtelijk structuurplan Aalter bouwt verder op de selecties van het voorontwerp Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan OostVlaanderen. Hierin wordt Aalter-Centrum geselecteerd als hoofddorp en Bellem, Lotenhulle en Sint-Maria-Aalter als woonkern. De gemeente wenst bijkomend ook Aalter-Brug en Poeke te selecteren als woonkern. Deze dorpen onderscheiden zich duidelijk van de kleine gehuchten in de open ruimte en bezitten een specifiek karakter. - Aalter-Brug is een kern van meer dan 1.000 inwoners, die beschikt over een aantal gemeenschapsvoorzieningen (dienstencentrum, speelterrein, school, …). Door de geïsoleerde ligging ten opzichte van Aalter-Centrum (veroorzaakt door de barrièrewerking van het kanaal en de industrieterreinen) functioneert de kern voor een stuk autonoom. Aalter-Brug heeft gedurende de laatste decennia een relatief sterke groei doorgemaakt en kent een evenwichtige socio-demografische samenstelling. - Poeke is de kleinste kern van de gemeente (545 inwoners in 2000). Het is een historisch dorp, dat vroeger als een zelfstandige gemeente functioneerde. In de kern zijn een beperkt aantal voorzieningen en ondersteunende functies voor @ Grontmij Belgroma 114
RICHTINGGEVEND GEDEELTE 12_105\RAP\GRS030930.doc
het wonen aanwezig (dienstencentrum, bibliotheek, kleuterschool, enkele handelszaken, …). De gemeente wenst ook deze kernen te behouden als vitale leefgemeenschappen met een eigen identiteit. Het aanwezige gemeenschapsleven wordt verder ondersteund. De selectie als woonkern moet de gemeente toelaten om hiertoe initiatieven te nemen. Aalter-Brug en Poeke functioneren echter niet op hetzelfde niveau als de andere kernen in de gemeente. Daarom wordt een planologisch onderscheid voorgesteld tussen woonkernen van niveau I (Bellem, Lotenhulle en Sint-Maria-Aalter) en woonkernen van niveau II (Aalter-Brug en Poeke).
hoofddorp Aalter-Centrum wordt aangeduid als hoofddorp. Het hoofddorp is het zwaartepunt van de gemeente, en vervult een dienstverlenende functie naar de omliggende gemeenten toe. Hier wordt het grootste woningaanbod gerealiseerd, en worden de voorzieningen en handelsactiviteiten op gemeentelijk niveau geconcentreerd. Deze selectie betekent dat de behoefte aan bijkomende woongelegenheden, buiten de juridische voorraad, voorzien wordt in Aalter-Centrum. De behoefte aan nieuwe woningtypes, zoals appartementen en groepswoningbouw, wordt grotendeels opgevangen in AalterCentrum. Deze taakstelling valt samen met de uitbouw van AalterCentrum als hoofddorp. De bebouwing kan gaan tot maximaal vijf bouwlagen, behalve in de stationsomgeving, waar omwille van de specifieke potenties van het gebied, hogere volumes kunnen gerealiseerd worden.
woonkern I De kernen Bellem, Lotenhulle en geselecteerd als woonkern van niveau I.
Sint-Maria-Aalter
worden
Woonkernen I zijn volwaardige woonkernen, die weliswaar functioneren op een lager niveau dan Aalter-Centrum. Deze kernen worden uitgebouwd tot autonome dorpen, waarbij de verschillende basisbehoeften voorzien worden op lokaal niveau. De woonbehoefte in deze kernen wordt opgevangen binnen de juridische mogelijkheden van het woongebied op het gewestplan en bestaande verkavelingen. De voorzieningen en handelsactiviteiten functioneren op lokaal niveau, op het niveau van de kern en de onmiddellijke omgeving. Tevens zal een evaluatie gebeuren in functie van eventueel verdere ontwikkelingen op lange termijn. In de kernen wordt vooral gewerkt met open en halfopen bebouwing. In de centrumgebieden wordt aaneengesloten bebouwing en appartementsbouw toegelaten van twee bouwlagen. Uitzondering hierop vormt Lotenhulle, waar ter hoogte van het kruispunt van de Steenweg op Deinze (N409) en Lodorp, hogere bouwvolumes toegelaten worden, om dit gebied te accentueren als toegangspoort. Ook in Bellem kan het bestaande, leegstaande bedrijfsgebouw omgevormd worden tot een woongebouw.
woonkern II De kernen Aalter-Brug en Poeke worden geselecteerd als woonkern van niveau II. Deze woonkernen II zijn kleiner en bieden een beperkt aantal basisvoorzieningen. In de woonkernen wordt de woonbehoefte volledig opgevangen binnen de marges van de juridische mogelijkheden, i.e. binnen woongebied en bestaande verkavelingen. @ Grontmij Belgroma 115
RICHTINGGEVEND GEDEELTE 12_105\RAP\GRS030930.doc
Hier worden ook in de toekomst geen verdere woonuitbreidingen voorzien. Het gemeentebestuur wenst in Aalter-Brug en in Poeke initiatieven te nemen om deze kernen te behouden als vitale woongemeenschappen, als levendige dorpen met een zekere autonomie. De initiatieven die zullen genomen worden streven vooral een kwalitatieve verbetering van de woonomgeving na. - De opsplitsing van Aalter-Brug door de N44 en de uiterst beperkte aanwezigheid van kleinhandel vormen belangrijke knelpunten voor deze kern. De kern heeft een onduidelijk centrum en ten westen van de N44 ligt een geïsoleerde sociale woonwijk. Daarom zal de Sint-Godelievestraat uitgebouwd worden tot de centrumstraat van Aalter-Brug en zullen maatregelen genomen worden om de barrièrevorming van de N44 te beperken. De bijkomende woongelegenheden die hier voorzien worden moeten het draagvlak van de voorzieningen op peil houden. - Het historische dorp Poeke heeft gedurende de laatste decennia een relatief grote daling van het inwonersaantal gekend. Ook voorzieningen en ondersteunende functies voor het wonen zijn grotendeels uit de kern verdwenen. De toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen van Poeke zullen plaatsvinden binnen de bestaande bebouwde structuur, zonder een sterke bijkomende dynamiek te creëren. Daarbij wordt uitgegaan van de specifieke potenties die de nabijheid van het kasteel van Poeke met zich meebrengt op het vlak van toerisme en recreatie. De uitbouw van Poeke tot kasteeldorp vormt de aanleiding tot het inbrengen van nieuwe functies in de kern en tot een verbetering van de ruimtelijke kwaliteit.
woonpark De bestaande woonparken Loveld en Beukenpark-BosheideAalterveld-Ganzeplas blijven residentiële gebieden met grote kavels binnen een bosstructuur.
gehucht De stationswijk van Sint-Maria-Aalter, Sterrewijk, Biesem, Kattewijk en Proosdij worden geselecteerd als gehuchten. Hier gelden de voorzieningen van het woongebied volgens het gewestplan. Bijkomende woningen zijn mogelijk binnen de bepalingen van het gewestplan.
woonkorrel Bepaalde woninggroepen in de open ruimte worden geselecteerd als woonkorrel. De functie van deze woninggroepen als onderdeel van de woonstructuur van de gemeente wordt erkend en bevestigd naar de toekomst toe. De woonkorrel blijft behouden als een landelijke woninggroep, zonder dat er een bijkomend woningaanbod gecreëerd wordt. De herbestemming van deze woongroepen tot woonkorrel betekent niet dat ze omgevormd worden tot volwaardig woongebied. Door de erkenning als woonkorrel kunnen dan ook geen bijkomende beperkingen aan de ingesloten of de omgevende agrarische bedrijfsactiviteiten opgelegd worden. Binnen een woonkorrel kunnen de woningen verbouwen, herbouwen en uitbreiden. De concrete ontwikkelingsmogelijkheden van de woningen worden bepaald op basis van de specifieke kenmerken van de woninggroep (schaal en typologie van de woningen, relatie met het landschap, …). Hierbij wordt gestreefd naar een versterking van de @ Grontmij Belgroma 116
RICHTINGGEVEND GEDEELTE 12_105\RAP\GRS030930.doc
samenhang van de groep, naar een inpassing van de korrel in het landschap en naar een kwalitatieve verbetering van de woningen. Respect voor de schaalgrootte is belangrijk. De vrijliggende percelen in een woonkorrel kunnen niet bebouwd worden.
12. 13. 14. 15.
Een woonkorrel bestaat uit minimum 5 woningen, die zonevreemd zijn en niet horen bij een landbouwbedrijf. De woonkorrel bestaat uit een basiskorrel en de woningen errond waarvan de afstand tussen gevels van de woningen minder dan 80 m bedraagt. De basiskorrel bestaat uit minstens 5 woningen langs een uitgeruste lokale weg, waarvan de afstand tussen de woningen minder dan 40 m bedraagt. De selectie van woninggroepen als woonkorrel gebeurt op basis van een afweging tussen de volgende criteria: - de grootte van de woninggroep; - het historisch karakter; - de ruimtelijke draagkracht van de omgeving; - de bereikbaarheid van de woninggroep ten opzichte van voorzieningen; - de uitrustingsgraad van de weg.
17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25.
16.
Sterrewijk 38 Sterrewijk 64 Stratem Aaltebei (Zwagershullestraat – Eksterstraat) Pauwelsbos (Pauwelsbos – Stekelbeekstraat) Gottebeekstraat Switten Lotenhullestraat – Oude Gentweg Markettestraat Weitingstraat Nevelestraat Prinsenstraat Lokouter – Haringstraat Steenweg op Deinze – Nauterkensstraat TOTAAL
afd. 3, sectie H3 afd. 3, sectie H3 afd. 3, sectie H3 afd. 4, secties A en B1 afd. 4, sectie B1
5 13 7 35
afd. 4, sectie B1 afd. 4, sectie C1 afd. 4, sectie C2 afd. 4, sectie E2 afd. 4, sectie E2 afd. 4, sectie C3 afd. 5, sectie B1 afd. 5, sectie B2 afd. 5, sectie A2
8 7 14 19 5 12 16 5 9
26
293
Op basis van deze criteria worden de volgende woninggroepen geselecteerd als woonkorrels: straat 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11.
Patersveld Weststraat Dries Oostmolen Noord Bellemstraat – Oostmolenstraat Sterrewijk Biesemveldstraat Schoonberg – Hageland Wingenestraat – Savooien Savooien Nieuwendam
kadastrale ligging
aantal woningen
afd. 1, sectie A afd. 1, sectie A2 afd. 1, sectie A3 afd. 1, sectie A4 afd. 2, sectie C1 afd. 2, sectie D2 afd. 2, sectie D1 afd. 3, sectie E3 afd. 3, sectie F3 afd. 3, sectie F3 afd. 3, sectie H1
7 13 6 14 5 5 9 21 12 14 6 @ Grontmij Belgroma 117
RICHTINGGEVEND GEDEELTE 12_105\RAP\GRS030930.doc
3.1.2.2
uitbouw van een centrumgebied in de kernen
Binnen elke kern worden de diverse voorzieningen geconcentreerd aangeboden binnen een centrumgebied, dat functioneert op het niveau van de kern. In deze centrumgebieden is er een bundeling van (openbare) dienstverlening (kerk, scholen, administratie, openbaar vervoer, bejaardenzorg, culturele voorzieningen, banken, e.a) en handel. Deze functies ondersteunen en versterken elkaar. De voorzieningen zijn er verweven met de woonfunctie, die in verhouding tot de rest van de kern de relatief hoogste dichtheid bezit. Afhankelijk van de kern betreft het hier aaneengesloten bebouwing of appartementsbouw. Het centrumgebeuren wordt ondersteund door een attractieve inrichting van het openbaar domein (aanwezigheid van terrassen, openbaar groen, parking, focuspunten (bv. standbeeld), enz.) en door de toegankelijkheid voor voetgangers, fietsers en openbaar vervoer. De hoofdstraten, dorpspleinen en markten vormen het aanknopingspunt voor deze centrumgebieden.
-
-
-
In Lotenhulle worden de centrumactiviteiten gericht op Lodorp. In Sint-Maria-Aalter wordt het gebied langs de Wingenestraat tussen het kerkplein en de Egypteveldstraat uitgebouwd tot centrumgebied. In Aalter-Brug is de handelsactiviteit uiterst verzwakt. Het structuurplan beoogt de minimale drempelwaarden voor een leefbare handelsactiviteit tot stand te brengen door een herstructurering van de kern en door een attractieve herinrichting van het centrumplein. In Poeke wordt ook een toeristisch-recreatieve attractiviteit van het dorpsplein nagestreefd, verbonden aan het kasteelpark en de vallei van de Poekebeek.
Figuur 46. Gewenste nederzettingsstructuur
Bovenstaande principes worden consequent toegepast voor de verschillende kernen. - In Aalter-Centrum wordt het centrumgebied uitgebouwd tussen de stationsomgeving en de rotonde aan de Lostraat. In dit gebied concentreren zich de meeste voorzieningen en handelszaken van de gemeente, met een invloedssfeer die reikt over gans de gemeente en zelfs tot de omliggende gemeenten. De Stationsstraat en de Markt worden ingericht als verkeersluwe winkelstraten met een kleinschalige en gespecialiseerde handel. De Lostraat biedt meer mogelijkheden voor handelszaken die een betere toegankelijkheid met de wagen wensen, zoals supermarkten. De bestaande activiteiten worden er dan ook behouden. - In Bellem wordt het centrumgebied afgebakend tussen de Museumstraat en het kerkplein. @ Grontmij Belgroma 118
LEGENDE
Knokke
centrumgebied hoofdkern: Aalter-Centrum
N4 4
3
Brugge Oostende
N4
Eeklo
99
woonkern 1: Bellem, Lotenhulle, SintMaria-Aalter woonkern 2: Aalter-Brug, Poeke
17
Aalter-Brug 2
woonpark: Loveld en BeukenparkBosheide-Aalterveld-Ganzeplas
4 15
1
gehucht/woonlint
16
woonkorrel:
11 18
5
Sint-Maria-Aalter
Bellem 14
Aalter-Centrum 19
8
13 12 6 20
7
25
21
E40 24
Gent Brussel
23 7
Tielt
Lotenhulle 22 Poeke
N4 09
Deinze
RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN AALTER K:\12105\Fase_50_ontwerp\cd\Corel\GRS_nederzetting-2.cdr
9
Patersveld Weststraat Dries Oostmolen Noord Bellemstraat-Oostmolenstraat Sterrewijk Biesemveldstraat Schoonberg-Hageland Wingenestraat-Savooien Savooien Nieuwendam Sterrewijk 38 Sterrewijk 64 Stratem Aaltebei Pauwelsbos Gottebeekstraat Switten Lotenhullenstraat-Oude Gentweg Markettestraat Weitingstraat Nevelestraat Prinsenstraat Lokouter-Haringstraat Steenweg op Deinze-Nauterkensstraat
N3
10
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25
FIG. 46 : Gewenste nederzettingsstructuur Datum : 18/09/2003 Opdrachtgever : Gemeente Aalter Bron :
Schaal: 1/65000
RICHTINGGEVEND GEDEELTE 12_105\RAP\GRS030930.doc
3.1.3
uitwerking
3.1.3.1
locatie en type van het te realiseren woonaanbod
Binnen de planperiode wenst Aalter de bijkomende huisvesting prioritair te realiseren binnen de onbebouwde percelen in woongebied, de bestaande verkavelingen en wooninbreidingsprojecten (zoals de Warande). Er wordt gestreefd naar een realisatiegraad van 70% voor onbebouwde percelen in verkavelingen, van 50% voor onbebouwde percelen langs uitgeruste wegen en van 30% voor onbebouwde binnengebieden. De gemeente ontwikkelt de instrumenten om percelen vervroegd op de markt te krijgen (bv. belasting op onbebouwde percelen, bouwverplichting voor nieuwe verkavelingen, …). Beperkte aansnijdingen van woonuitbreidingsgebied zijn noodzakelijk om bepaalde woongebieden af te werken en te versterken, bv. rond het station van Aalter (Houtem) of aan de Sint-Jozefstraat. Op lange termijn kunnen ook nieuwe woongebieden voorzien worden. De gemeente zal het woonaanbod, vooropgesteld voor de planperiode, hoofdzakelijk realiseren binnen Aalter-Centrum, om de centrumfunctie van deze kern verder te versterken. De verdere uitbouw van Aalter-Centrum laat ook toe een sterk gedifferentieerd woonaanbod tot stand te brengen met appartementsbouw en nieuwe verdichtingsconcepten (cfr. de Warande) naast de bestaande open en halfopen bebouwing. Aalter speelt hiermee in op de behoeften van een gediversifieerd bevolkingsprofiel zowel in leeftijdsstructuur als inkomensklasse. De ontwikkeling van Aalter-Centrum gebeurt beurtelings in het noorden en het zuiden van de gemeente, om ook ruimtelijk een evenwicht te creëren tussen de verschillende onderdelen van de kern. In Bellem en Lotenhulle, die de laatste jaren een zeer sterke groei kenden, wordt de verdere ontwikkeling binnen de planperiode (tot 2007) sterk in de hand gehouden. De bestaande projecten bieden veelal voldoende mogelijkheden. Voor deze kernen wordt voor de resterende
termijn van de planperiode gewerkt aan de realisatie van de bestaande projecten. Voor Poeke en Aalter-Brug is het gewenst initiatieven te nemen tot het behoud en de versterking van een levendige woongemeenschap. In Poeke wordt dit gerealiseerd door wooninbreidings- en renovatieprojecten. In Aalter-Brug wordt een woongebied verder ingevuld. Bij de uitbouw van het woningaanbod in de gemeente wordt rekening gehouden met de nood aan sociale woningen. Daarbij wordt een verweving nagestreefd van private woningen, sociale huur- en koopwoningen en sociale kavels. Bij de ontwikkeling van woonuitbreidingsgebieden groter dan 1 ha worden de volgende verhoudingen nagestreefd: - gronden eigendom van een sociale huisvestingsmaatschappij: 85% sociale woningen; - gronden eigendom van lokale publieke overheden (gemeente, OCMW, kerkfabriek, intercommunale, …): 33% sociale woningen en 33% sociale verkavelingen; - gronden eigendom van een privé-verkavelaar of een bouwpromotor: minstens 25% sociale woningen.
3.1.3.2
gewenste woonprojecten
De bijkomende taakstelling inzake huisvesting die Aalter op zich wenst te nemen, wordt evenwel bepaald op basis van de ruimtelijke draagkracht en de gewenste nederzettingsstructuur. Verschillende potentiële woonprojecten worden geëvalueerd binnen hun ruimtelijke context. Daarnaast wordt ook de realiseerbaarheid van de projecten binnen de planperiode in beschouwing genomen. Hier wordt rekening gehouden @ Grontmij Belgroma 119
RICHTINGGEVEND GEDEELTE 12_105\RAP\GRS030930.doc
met o.m. de tijd nodig voor de opmaak en de juridisch-administratieve behandeling van ruimtelijke uitvoeringsplannen en inrichtingsplannen. Daarom wordt een onderscheid gemaakt tussen de woonprojecten binnen de planperiode en de initiatieven die de planperiode overstijgen. Op deze manier worden de ontwikkelingsperspectieven voor elk potentieel woongebied verduidelijkt. De geselecteerde woonprojecten voor de planperiode resulteren in een bijkomend aanbod van 1.009 wooneenheden.
Voor dit project is een BPA in opmaak. 3. Manewaarde (3,5 ha): ca. 45 woningen Het wooninbreidingsproject, gelegen net ten noorden van de spoorweg, zorgt voor een bijkomende versterking van het centrum van Aalter. De krachtlijnen voor de uitbouw van het gebied inzake ontsluiting, woningtypes en ondersteunende functies van openbaar groen en recreatie worden vastgesteld in een ruimtelijk uitvoeringsplan.
Aanbod in woonuitbreidingsgebied: 100 woningen Aalter-Centrum Aanbod in woongebied: 578 woningen -
Percelen langs uitgeruste wegen: 76 wooneenheden.
-
Loten in verkavelingen: 287 wooneenheden.
-
Aanbod in binnengebieden: 215 wooneenheden 1. Warande (4,6 ha): 135 wooneenheden Het betreft een centrumversterkend wooninbreidingsproject, met inbegrip van de inrichting van een stedelijke open ruimte, ondersteunend voor aanpalende openbare functies. Het project bevindt zich in ontwerpfase en omvat een vooruitstrevend concept van geschakelde woningen, goed voorzien van publieke, semi-publieke en private open ruimte. Binnen de planperiode wordt gestreefd naar de volledige realisatie van dit woonproject. 2. Stationsomgeving (1,4 ha): ca. 35 wooneenheden Het totaalproject omvat een wooninbreiding, de herinrichting van de stationsomgeving met parking en busterminal en de complementaire uitbouw van handel en dienstverlening.
De gemeente wenst een evenwichtige uitbouw tot stand te brengen van Aalter-Centrum, waarbij een gedeelte van het bijkomend aanbod voorzien wordt in het noorden en een gedeelte in het zuiden van de kern. Binnen het plangebied zullen twee woonuitbreidingsgebieden aangesneden worden. Binnen de planperiode wordt ernaar gestreefd om in woonuitbreidingsgebied een 100-tal wooneenheden te bereiken. De fasering en realisatie zullen beoordeeld worden op basis van de ruimtelijke uitvoeringsplannen van betreffende gebieden en mogelijkheden tot realisatie. 4. Houtem (4 ha): ca. 70 wooneenheden De woonuitbreiding Houtem sluit direct aan bij de stationsomgeving van Aalter. Het gebied ligt quasi volledig ingesloten door de nabijgelegen woningbouw. Voor het gebied is een BPA in opmaak. 5. Sint-Jozef (2 ha): ca. 30 woningen Het woonuitbreidingsgebied Sint-Jozef heeft een totale oppervlakte van 4,7 ha. Het is volledig omgeven door bebouwing (woningen, een school en de gemeentelijke sporten recreatie-infrastructuur) en beschikt over een goede verbinding met Aalter-Centrum. @ Grontmij Belgroma 120
RICHTINGGEVEND GEDEELTE 12_105\RAP\GRS030930.doc
Van het gebied wordt slechts een deel gerealiseerd. De uitwerking ervan gebeurt in een ruimtelijk uitvoeringsplan opgemaakt.
Bijzondere initiatieven: Voor het centrumgebied gabarietenplan vastgesteld.
wordt
een
rooilijnenplan
en
een
Initiatieven die de planperiode overschrijden: Bijzondere initiatieven: Voor het centrumgebied gabarietenplan vastgesteld.
wordt
een
rooilijnenplan
en
een
Initiatieven die de planperiode overschrijden: Het woonuitbreidingsgebied Houtem zal na de planperiode verder ontwikkeld worden. Binnen de planperiode wordt een globaal inrichtingsconcept uitgewerkt, dat de basis zal vormen voor de fasering van de ontwikkeling en voor de inrichting van de open ruimte.
Het woonuitbreidingsgebied aan de Moerstraat wordt afgewerkt na de planperiode. Het betreft kleine restgebieden van een woonuitbreidingsgebied dat reeds grotendeels ingevuld is. Deze gebiedjes, gelegen aan de Moerstraat, zijn volledig ingesloten door wegen en woningen. Ze vormen dan ook geen structureel onderdeel van de open ruimte rond Bellem en tasten de agrarische structuur niet aan. De Moerstraat fungeert als westelijke grens voor de kern van Bellem. Voor het leegstaande fabriekspand aan het water wordt een huisvestingsproject voorzien.
Bellem
Lotenhulle
Aanbod in woongebied: 74 woningen
Aanbod in woongebied: 70 woningen
-
Percelen langs uitgeruste wegen: 0 wooneenheden.
-
Percelen langs uitgeruste wegen: 17 wooneenheden.
-
Loten in verkavelingen: 74 wooneenheden.
-
Loten in verkavelingen: 53 wooneenheden.
-
Aanbod in binnengebieden: 0 wooneenheden.
-
Aanbod in binnengebieden: 0 wooneenheden.
Aanbod in woonuitbreidingsgebied: 0 woningen
Aanbod in woonuitbreidingsgebied: 0 woningen
@ Grontmij Belgroma 121
RICHTINGGEVEND GEDEELTE 12_105\RAP\GRS030930.doc
Bijzondere initiatieven: Voor het centrumgebied gabarietenplan vastgesteld.
wordt
een
rooilijnenplan
en
een
Sint-Maria-Aalter Aanbod in woongebied: 118 woningen
Initiatieven die de planperiode overschrijden:
-
Percelen langs uitgeruste wegen: 9 wooneenheden.
De verdere invulling van het woonuitbreidingsgebied aan de Breestraat-Pittemstraat wordt uitgesteld tot na de planperiode. Het betreft een oppervlakte van ongeveer 2,5 ha. Er wordt gerekend op de mogelijkheid tot het realiseren van een 40-tal woningen.
-
Loten in verkavelingen: 76 wooneenheden.
-
Aanbod in binnengebieden: 33 wooneenheden. Een oppervlakte van 6,7 ha woongebied kan aangesproken worden. De verdere ontwikkeling van Sint-Maria-Aalter en de aansnijding van het wooninbreidingsgebied dient sterk gefaseerd te gebeuren. De realisatie van dit wooninbreidingsgebied zal de planperiode overschrijden. In de planperiode zal één derde van de oppervlakte aangesneden worden (2,2 ha). Het gebied sluit het best nauw aan bij het bestaande woonconcept van de aanpalende gebieden, m.n. dit van open of halfopen bebouwing in een dichtheid van 15 woningen/ha. Hiermee kunnen dan ongeveer 33 wooneenheden gerealiseerd worden. Teneinde een goede woonstructuur tot stand te brengen zal binnen de planperiode inrichtingsconcept opgesteld worden dat in hoofdzaak de dambordvormige ontsluiting van het gebied moet vormgeven.
De verdere woonuitbreiding aan de Kasteelstraat zal niet gebeuren tijdens deze planperiode. Voorlopig behoudt het gebied zijn agrarische, groene en recreatieve functies. In de toekomst kan dit woonuitbreidingsgebied gedeeltelijk ontwikkeld worden, met respect voor de natuurlijke en landschappelijke kwaliteiten ervan. Structuurbepalende en identiteitsbepalende elementen dienen maximaal behouden te blijven (voetwegen, oude trambedding) en belangrijke zichten (o.m. vanuit de Kasteelstraat en de Lomolenstraat) dienen open gehouden te worden. Het groen moet substantieel zijn en mag niet herleid worden tot restgroen. De relatie tussen het gebied en de omgeving is hierbij essentieel. De ontwikkeling van het gebied moet passen binnen een globaal inrichtingsplan of stedenbouwkundig ontwerp. Reeds tijdens de planperiode worden initiatieven genomen om de randvoorwaarden voor een toekomstige ontwikkeling van het woonuitbreidingsgebied vast te leggen.
Aanbod in woonuitbreidingsgebied: 0 woningen Het woonuitbreidingsgebied Nevelestraat wordt in de planperiode niet aangesneden. Het blijft behouden zoals voorzien op het gewestplan. Een minstens gedeeltelijke invulling is op langere termijn aangewezen om de samenhang tussen de westelijke en de oostelijke zijde van Lotenhulle te versterken.
Bijzondere initiatieven: Voor het centrumgebied gabarietenplan vastgesteld.
wordt
een
rooilijnenplan
en
een
@ Grontmij Belgroma 122
RICHTINGGEVEND GEDEELTE 12_105\RAP\GRS030930.doc
Aanbod in woonuitbreidingsgebied: 0 woningen Aalter-Brug Aanbod in woongebied: 56 woningen
Bijzondere initiatieven: 10 woningen
-
Percelen langs uitgeruste wegen: 0 wooneenheden.
-
Loten in verkavelingen: 9 wooneenheden.
-
Aanbod in binnengebieden: 47 wooneenheden. Aan de oostzijde van Aalter-Brug is een binnengebied (i.e. woongebied) beschikbaar van 3,15 ha. Deze binnenruimte dient verder ontwikkeld te worden volgens het huidig nederzettingsstramien van alleenstaande woningen, derhalve met een dichtheid van ongeveer 15 woningen per ha. In dit gebied kunnen dan ongeveer 47 wooneenheden gerealiseerd worden. Binnen de planperiode wordt ernaar gestreefd een ruimtelijk uitvoeringsplan tot stand te brengen dat de globale structuur van dit binnengebied vormgeeft.
Het gemeentebestuur ondersteunt privé-initiatieven van heringebruikname van leegstaande panden langs de Ruisleedsestraat (leegstaand klooster en school) en Knokstraat (leegstaand herenhuis), hetzij nieuwbouw op deze locaties. De werken hiervoor zijn momenteel aan de gang. Geraamd wordt dat dit maximaal in een 10-tal wooneenheden zal resulteren.
Aanbod in woonuitbreidingsgebied: 0 woningen
Poeke Aanbod in woongebied: 3 woningen -
Percelen langs uitgeruste wegen: 1 wooneenheid.
-
Loten in verkavelingen: 2 wooneenheden.
-
Aanbod in binnengebieden: 0 wooneenheden. @ Grontmij Belgroma 123
RICHTINGGEVEND GEDEELTE 12_105\RAP\GRS030930.doc
3.1.3.3
samenvatting
Aalter-Centrum
aanbod in woongebied
aanbod in woonuitbreidingsgebied
bijzondere initiatieven
totaal
578
100
0
678
Warande
135
Stationsomgeving
35
Manewaarde
45
Houtem
70
Sint-Jozef
30
Bellem
74
0
0
81
Lotenhulle
70
0
0
95
Sint-Maria-Aalter
118
0
0
118
Aalter-Brug
56
0
0
56
Poeke
3
0
10
13
899
100
10
1.009
TOTAAL
Tabel 30. Samenvatting woonprojecten
Figuur 47. Gewenste woonprojecten
uitbouw van sport- en recreatiemogelijkheden op het niveau van de kern
Zoals met de (openbare) dienstverlening en handel wordt ook op het vlak van sport en recreatie op lokaal niveau een duidelijke hiërarchie nagestreefd, die de hiërarchie van de kernen volgt. Het concept waarbij Aalter-Centrum als hoofddorp over een infrastructuur van gemeentelijk niveau (o.m. binnensport, zwembad en atletiekpiste), en iedere woonkern over een eigen goede infrastructuur op het niveau van de woonkern (voetbalvelden, omnisport en speeltuin) beschikt, is thans reeds grotendeels geïmplementeerd. Het hoofddorp Aalter-Centrum beschikt over een zwembad, zalen voor binnensport, een atletiekpiste en een heel goed aanbod aan buitensportvelden. Het aanbod is voldoende. De sport- en recreatieterreinen zijn zeer goed gesitueerd in relatie tot het centrum en de open ruimte. Positief is tevens dat de jeugdverenigingen daar ook gehuisvest zijn. Aandachtspunt is de ontsluiting vanuit de andere woonkernen langs verkeersveilige routes voor fietsers. De initiatieven hiertoe kaderen in de uitbouw van het fietsroutenetwerk. De sport- en recreatieterreinen vormen ook een knoop of vertrekpunt voor het passief recreatief gebeuren aan de westzijde van Aalter-Centrum. De sport- en recreatievoorzieningen van de drie woonkernen I – Bellem, Lotenhulle en Sint-Maria-Aalter – bevinden zich op de grens van de woonkern en de open ruimte, in een groene omgeving met mogelijkheden tot passieve recreatie. Ze zijn goed ingericht met verzorgde infrastructuur. De aantasting van de open ruimte is trouwens beperkt, en de voorzieningen zijn gelegen dicht bij de woningen en de scholen. Alle drie zijn echter gesitueerd binnen agrarisch gebied (de terreinen van Bellem zijn gedeeltelijk zonevreemd). Gezien hun belang voor het functioneren van deze kernen en hun gunstige ligging in aansluiting bij de bebouwing, wordt er voor geopteerd om een rechtszekere situatie tot stand te brengen voor deze voorzieningen via een ruimtelijk uitvoeringsplan. @ Grontmij Belgroma 124
LEGENDE Kern
Knokke
Woonproject binnen planperiode
N44 99 N4
Brugge Oostende
Eeklo
Woonproject buiten planperiode
Aalter-Brug
Bellem Sint-Maria-Aalter Aalter-centrum
N3
7
E40
Lotenhulle
Tielt
Gent Brussel
Poeke
N4 09
Deinze
K:\12105\Fase_50_ontwerp\cd\Corel\GRS_woonproject-2.cdr
RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN AALTER
FIG. 47 : Gewenste woonprojecten
Datum : 18/09/2003 Opdrachtgever : Gemeente Aalter Bron :
Schaal: 1/65000
RICHTINGGEVEND GEDEELTE 12_105\RAP\GRS030930.doc
-
-
-
De sportterreinen van Bellem zijn gelegen langsheen de Bellemdorpweg. Dit blijft ook in de toekomst de ontsluiting van de sporttereinen. Eventuele uitbreidingen moeten hier rekening mee houden en moeten aandacht hebben voor de ruimtelijke inpassing in het omliggende agrarische landschap. De terreinen van Lotenhulle situeren zich tussen de Breestraat, het Boterstraatje en het bos van het kasteelpark van Poeke. Ze vormen een ruimtelijke overgang tussen de kern van Lotenhulle en het kasteelpark van Poeke. De terreinen van Sint-Maria-Aalter worden ontsloten via de Sparhoekdreef. Ze schakelen zich in in het orthogonale patroon van de nabije bosstructuur.
Wat de woonkernen II betreft, worden de sport- en recreatiegebieden slechts in beperkte mate uitgebouwd. - De kern van Aalter-Brug, die meer dan 1.000 inwoners telt, heeft nood aan een sport- en recreatieterrein. De kern beschikt momenteel enkel over een klein speelterrein. Het sport- en recreatieterrein wordt ingericht aan de westelijke zijde van Aalter-Brug, als onderdeel van het project voor heropwaardering van het centrum van de kern. Er wordt hierbij gedacht aan het inrichten van een voetbalveld en een basket/omnisportterrein. - Poeke bezit onvoldoende draagkracht voor eigen voorzieningen. Het is aangewezen dat Poeke zich richt tot de infrastructuur van Lotenhulle en de recreatieve voorzieningen binnen het kasteelpark.
3.1.3.4
strikt binnen handelszaken
de
perken
houden
van
middenschalige
Er wordt in Aalter niet voor geopteerd om grootschalige handel te creëren of om het aanbod aan middenschalige commerciële activititeit noemenswaardig te verhogen. De middenschalige commerciële
activiteit vindt zijn plaats in het bebouwde gebied. Handelslinten worden niet uitgebouwd. Bij de (her)inrichting van de bovengemeentelijke verkeersinfrastructuren wordt erover gewaakt dat de attractiviteit van de nieuwe locaties en de mogelijke commerciële ontwikkelingen strikt in de hand gehouden worden. Het ontwikkelen van stedenbouwkundige concepten ten aanzien van deze locaties dringt zich op. Deze concepten kunnen het ontwerp van de infrastructuur begeleiden en dienen desgevallend uitgewerkt te worden tot op het niveau van ruimtelijk uitvoeringsplan met stedenbouwkundige voorschriften. Dit is onder meer het geval: - ter hoogte van de aansluitingen met de N44; - ter hoogte van het nieuw rond punt; - langsheen de E40 en de N44 (een buffer dient de affichering van handelszaken in de hand te houden).
3.1.3.5
ontwikkelingsperspectieven woningen
voor
verspreide
zonevreemde
De zonevreemde woningen, die niet behoren tot een geselecteerde woonkorrel, maken deel uit van de open-ruimtestructuur. De eigenschappen en de kwaliteiten van de agrarische structuur, van de natuur en van het bos stellen randvoorwaarden aan de ontwikkelingsmogelijkheden van deze verspreide woningen. Voor de bestaande, vergunde woningen kan de woonfunctie behouden blijven onder beperkte voorwaarden. Instandhoudings- en onderhoudswerken zijn mogelijk voor alle vergunde woningen. In de open ruimte worden echter geen nieuwe woningen of nieuwe verkavelingen meer toegelaten buiten de bestaande wettelijke mogelijkheden.
@ Grontmij Belgroma 125
RICHTINGGEVEND GEDEELTE 12_105\RAP\GRS030930.doc
De voorwaarden die gesteld worden aan de ontwikkelingsmogelijkheden van zonevreemde woningen zijn afhankelijk van het gebied waarin de woning gelegen is. - De zonevreemde woningen die gelegen zijn in het deelgebied van de bossen rond Sint-Maria-Aalter en in het deelgebied van de Markettebossen beschikken over de mogelijkheid tot verbouwen en herbouwen binnen het bestaande bouwvolume. In de zones die gebruikt worden door de landbouw zijn beperkte uitbreiding van de woningen mogelijk, voor zover ze verenigbaar zijn met de landschappelijke kwaliteiten van het gebied. Voor de woningen die zich bevinden in de bosstructuur zijn uitbreidingsmogelijkheden uitgesloten. Deze bepalingen zijn ook van toepassing op de woningen die gelegen zijn in de natuurgebieden en de natuurverbindingen op lokaal niveau, zoals geselecteerd in de gewenste open-ruimtestructuur. Voor de zonevreemde woningen die gelegen zijn in ruimtelijk kwetsbare gebieden van bovenlokaal niveau bepalen de hogere overheden (het Vlaams Gewest of de provincie OostVlaanderen) de ontwikkelingsperspectieven. Tot de ruimtelijk kwetsbare gebieden van bovenlokaal niveau behoren de grote eenheden natuur (GEN), de grote eenheden natuur in ontwikkeling (GENO) en de natuurverbindingsgebieden. Zo wordt in het voorontwerp van provinciaal ruimtelijk structuurplan Oost-Vlaanderen het bosgebied Sint-MariaAalter en de Kranepoel aangeduid als hypothese grote eenheden natuur. - De zonevreemde woningen die direct aansluiten bij de kernen, de gehuchten of de woonlinten hebben de mogelijkheid tot verbouwen, herbouwen en uitbreiden. Ze betekenen slechts een geringe aantasting van de open ruimte. De mogelijkheden zijn dan ook gelijkaardig aan deze van het aangrenzende woongebied. - In het noordelijk landbouwgebied stellen de specifieke landschapskenmerken randvoorwaarden aan de
-
ontwikkelingsmogelijkheden. Hier wordt gestreefd naar een verwevenheid van agrarisch grondgebruik en kleine landschapselementen. De zonevreemde woningen mogen geen afbreuk doen aan de agrarische structuur en de landschappelijke kwaliteiten. Ze beschikken over de mogelijkheid tot verbouwen, herbouwen en uitbreiden. Daarbij moet steeds de schaal van de omgeving en de schaal van de woning gerespecteerd worden. Ook in het zuidelijk landbouwgebied kunnen de zonevreemde woningen verbouwen en herbouwen. In dit gebied staat het behoud van de landbouw en het streven naar een maximale openheid van het landschap voorop. In functie hiervan worden de uitbreidingsmogelijkheden van de zonevreemde woningen beperkt gehouden tot de decretale bepalingen.
Bij de opmaak van uitvoeringsplannen zal een gedetailleerde, specifieke afweging en beoordeling gebeuren in functie van de plaatselijke ruimtelijke situatie. Daarnaast verdienen ook de volgende aspecten voldoende aandacht. - Bij de evaluatie en de uitwerking van ontwikkelingsperspectieven van zonevreemde woningen wordt rekening gehouden met de cultuurhistorische waarde ervan. De patrimoniumwaarde – al dan niet beschermd – van sommige woningen moet erkend worden en de ontwikkelingsperspectieven moeten hierop afgestemd worden. - De woonhuizen horend bij bestaande landbouwbedrijven kunnen na stopzetting van de activiteit als eengezinswoning blijven bestaan. De voorwaarden voor zonevreemde woningen zijn ook hier van toepassing. De bedrijfsgebouwen kunnen een nevenfunctie krijgen onder de vorm van bepaalde laagdynamische activiteiten. Het kan hierbij gaan om toeristischrecreatieve activiteiten (bv. hoevetoerisme, plattelandstoerisme), de uitoefening van ambachtelijke beroepen of ateliers (bv. handenarbeid, kunst), enz. Dit moet gebeuren binnen de bestaande bebouwing. Uitbreidingen zijn @ Grontmij Belgroma 126
RICHTINGGEVEND GEDEELTE 12_105\RAP\GRS030930.doc
hier niet toegestaan; verbouwingen om het geheel functioneel te maken kunnen wel.
@ Grontmij Belgroma 127
RICHTINGGEVEND GEDEELTE 12_105\RAP\GRS030930.doc
3.2
gewenste open-ruimtestructuur
3.2.1
visie en doelstellingen
3.2.1.1
uitbouw van een samenhangend ecologisch netwerk
Op het grondgebied van Aalter komen veel natuurgebieden en bossen voor. Sommige daarvan zijn heel belangrijk, zowel naar omvang als naar ecologische en landschappelijke waarde; andere daarentegen zijn kleine, geïsoleerde relictzones met een beperkte natuurwaarde. Om de natuurwaarden in hun totaliteit te versterken, streeft de gemeente Aalter naar de uitbouw en de ontwikkeling van een samenhangend ecologisch netwerk. De grote natuurgebieden vormen de dragers hiervan, terwijl de kleinere gebiedjes een meerwaarde krijgen door de opname in een groter geheel. De ontwikkeling van het ecologisch netwerk op gemeentelijk niveau bestaat in de eerste plaats in het benutten van de aanwezige potenties tot natuurontwikkeling. Hierbij wordt rekening gehouden met de specifieke ecologische karakteristieken van de gebieden in kwestie. Dit betekent bijvoorbeeld dat binnen de bossen rond Sint-Maria-Aalter bepaalde heidelandschappen kunnen ingericht worden. Tevens kan een bosontwikkeling, die vanuit ecologisch standpunt meer waarde heeft, aangemoedigd worden (bv. omzetting van naaldbos naar loofbos). Het onderscheid tussen bos en natuur lijkt in deze optiek niet langer wenselijk. Andere voorbeelden van dergelijke potenties zijn onder meer: - bos- en heidelandschappen op de dekzandgronden; - vochtige weiden en valleibossen binnen plaatselijk nattere gebieden (bv. Zouter) en in de beekvalleien; - ontwikkeling van waardevolle weidelandschappen met structuren van kleine landschapselementen (bv. Orgelveld); - ontwikkeling van open akkerlandschappen (bv. zuidelijk landbouwgebied).
Daarnaast worden ook natuurlijke verbindingen gecreëerd tussen de verschillende natuurgebieden. Dit kan op verschillende manieren gebeuren: - uitbreiden van bestaande natuurgebieden en creëren van nieuwe gebieden voor natuurontwikkeling; - versterken van lineaire structuren, zoals beekvalleien, dreven, enz.; - aanleg van kleine landschapselementen. De uitbouw van een dergelijk netwerk moet gezien worden op lange termijn. Sommige verbindingen kunnen tot stand komen via concrete acties, andere verbindingen vergen een globaler beleid dat slechts op termijn zijn uitwerking zal hebben. Voor het bepalen van prioriteiten van natuurontwikkeling wordt rekening gehouden met de echte omvang van het natuurgebied, omdat dit de mogelijkheden voor ontwikkeling zeer sterk bepaalt. Barrièreeffecten, zoals door de E40 en de spoorweg, worden mee in beschouwing genomen.
3.2.1.2
ondersteunen van de dynamische ontwikkeling van de landbouw, inclusief grondloze landbouw, in de agrarische gebieden
De dynamische agrarische bedrijvigheid wordt ten volle ondersteund. Dit betekent globaal gezien dat aan de landbouw – inclusief de grondloze landbouw – de mogelijkheid gegeven wordt zich verder te ontwikkelen en te groeien. Dit vertaalt zich concreet in het ruimtelijk principe dat algemeen genomen binnen het noordelijk en het zuidelijk landbouwgebied geen
@ Grontmij Belgroma 128
RICHTINGGEVEND GEDEELTE 12_105\RAP\GRS030930.doc
beperkingen opgelegd worden aan de uitbreiding van bestaande agrarische bedrijven2. De mogelijke ontwikkelingen van de agrarische bedrijven de deelgebieden van de bossen rond Sint-Maria-Aalter en van de Markettebossen worden steeds afgewogen ten opzichte van de natuurlijk-landschappelijke waarden van het gebied. In de gebieden die geselecteerd worden als onderdeel van het ecologisch netwerk op lokaal niveau en als overgangsgebied tussen bebouwd gebied en de open ruimte wordt een verdere intensivering door grondloze land- en tuinbouw niet toegestaan.
Bij de ontwikkeling van deze gebieden dient rekening gehouden te worden met die intrinsieke waarde. Ontwikkeling staat hier voor o.m. de afbakening van gebieden (bv. valleien), natuurontwikkeling (optie bos/heide), de inrichting van wegenis (selectie en dreefaanplant), de inrichting van percelen (bv. natuurbeheer), de ondersteuning van kleine landschapselementen, e.a. Bij tal van maatregelen, ook selecties in het kader van het structuurplan, wordt rekening gehouden met de intrinsieke landschapswaarden.
3.2.1.4 3.2.1.3
bescherming en opwaardering van gebieden en structuren met een hoge landschappelijke waarde
Aalter kenmerkt zich door een aantal gebieden en structuren met een hoge landschapsbelevingswaarde en/of met relictwaarde. Het betreft bossen (Sint-Maria-Aalter, Markette), valleien (Wantebeek, Poekebeek, Neerschuurbeek), kasteelparken en gebieden met veel kleine landschapselementen. De relictwaarde komt vooral tot uiting in de dreven, wegenis en perceelsgrenzen/oriëntatie. Zij worden gehanteerd om een ordening in het landschap te brengen die de versnippering door bebouwing en wegenis kan overstijgen. De bebouwing en wegenbarrières zijn hierdoor visueel minder dominant aanwezig. Er is plaats om de andere landschapskenmerken (bv. openheid van het agrarisch landschap) meer tot uiting te laten komen. Het is de bedoeling om de opbouw van de verschillende landschappen opnieuw duidelijk tot zijn recht te laten komen, om op die manier de leesbaarheid van het gebied te vergroten.
2
Als randvoorwaarde geldt dat de draagkracht van het milieu o.m. inzake mestverwerking en afvalwaterproductie niet overschreden wordt.
multifunctionaliteit van de open ruimte versterken en medegebruik ondersteunen
Verwevenheid van de landbouw, de natuur en het bos in Aalter is een veelvoorkomend en historisch gegroeid verschijnsel. De aanwezigheid van wonen, bedrijvigheid en allerlei vormen van toerisme in de open ruimte blijft mogelijk onder strikte voorwaarden. In elk geval moet de landbouw, de natuur of het bos de hoofdfunctie blijven in de open ruimte. Aalter beschikt over enkele troeven op het vlak van natuur en landschap met potenties inzake toeristische attractiviteit, en wenst deze potenties verder uit te bouwen. Het betreft de bos- en valleilandschappen (de Poekebeekvallei, de bossen rond Sint-MariaAalter en Kranepoel voorop) en het Kasteelpark van Poeke. De open ruimte van Aalter leent zich uitstekend voor recreatief medegebruik. Fietsen en wandelen worden ondersteund door: - een tamelijk omvangrijk veilig en recreatief netwerk in beeld te brengen; - de nodige (her)inrichting; - een consequent mobiliteitsbeleid dat rekening houdt met dit medegebruik; - de bevolking hierover te informeren. @ Grontmij Belgroma 129
RICHTINGGEVEND GEDEELTE 12_105\RAP\GRS030930.doc
Daarnaast wordt ook de mogelijkheid onderzocht voor de aanleg van ruiterpaden in Aalter.
3.2.2
ruimtelijke concepten
3.2.2.1
vier deelgebieden van de open ruimte
Beleidsmatig worden op het grondgebied van Aalter vier deelgebieden van de open ruimte onderscheiden. Het betreft: - de bossen rond Sint-Maria-Aalter; - de Markettebossen en woonparken; - het noordelijk landbouwgebied; - het zuidelijk landbouwgebied. De begrenzing van deze deelgebieden is schematisch weergegeven. Het beleid voor deze deelgebieden definieert de verhouding tussen de versterking van de natuurlijk-landschappelijke kwaliteiten en de uitbouw van de agrarische potenties. Voor de bossen rond Sint-Maria-Aalter en de Markettebossen en woonparken wordt gestreefd naar de verdere uitbouw van de ecologische potenties van het gebied en naar de versterking van de landschappelijke structuren. Daarbij wordt een maximale samenhang tot stand gebracht tussen de aanwezige bossen. Bepaalde ontbrekende verbindingen worden tot stand gebracht en bepaalde bestaande verbindingen worden versterkt, zoals tussen de bossen van Hooggoed en Egypteveld. De landbouw is hier ondergeschikt aan de natuurlijklandschappelijke waarden van het gebied. In de zones die deel uitmaken van de natuurlijke structuur en van de bosstructuur worden geen uitbreidingen noch verdere intensivering van de landbouwbedrijvigheid toegestaan. Het noordelijk landbouwgebied kent een versnipperde perceelsstructuur en heeft een kleinschalig karakter. De landbouw blijft hier de hoofdfunctie. Doorheen dit gebied wordt de aanwezigheid van een fijnmazig netwerk van kleine landschapselementen uitgebouwd. Deze elementen moeten een verbinding vormen tussen de kleinere natuurgebieden die aanwezig zijn in het gebied. De natuurfunctie is hier belangrijk, maar ondergeschikt aan de landbouw. @ Grontmij Belgroma 130
RICHTINGGEVEND GEDEELTE 12_105\RAP\GRS030930.doc
-
Het open zuidelijk landbouwgebied wordt als dusdanig opgenomen. Hier wordt gestreefd naar het behoud van de openheid van het landschap en worden maximale ontwikkelingskansen voorbehouden aan de landbouw. Het is niet wenselijk dat dit landschap overmatig aangekleed wordt met kleine landschapselementen. Slechts daar waar zij een onderdeel vormen van een ruimere landschappelijke en natuurlijke structuur (bv. beekvalleien) is de inrichting met kleine landschapselementen aangewezen.
3.2.2.2
-
elementen van bovenlokaal niveau
Het bovenlokaal ecologisch netwerk vormt een kader voor de selectie van natuurgebieden en natuurverbindingen van lokaal niveau. Deze vormen een verfijning van het bovenlokaal ecologisch netwerk en vullen het verder aan. Het Vlaams Gewest bakent de grote eenheden natuur, de grote eenheden natuur in ontwikkeling en de natuurverwevingsgebieden af. De provincie bakent de natuurverbindingsgebieden en de bovenlokale ecologische infrastructuur af. De grote eenheden natuur en de grote eenheden natuur in ontwikkeling vormen samen het Vlaams ecologisch netwerk (VEN); de natuurverwevingsgebieden en de natuurverbindingsgebieden vormen samen het integraal en verwevend ondersteunend netwerk (IVON). De afbakening van het bovenlokaal ecologisch netwerk is nog aan de gang. In het voorontwerp van het provinciaal ruimtelijk structuurplan Oost-Vlaanderen worden de volgende gebieden aangegeven: - hypothese grote eenheden natuur: - bosgebied Sint-Maria-Aalter; - Kranepoel; - natuurverbindingsgebied:
-
landbouwgebied Knesselare (tussen het bosgebied SintMaria-Aalter en Burkel nabij Knesselare); - landbouwgebied Sterrewijk (tussen het bosgebied SintMaria-Aalter en Kranepoel); - landbouwgebied Ursel (tussen DrongengoedMaldegemveld en Kranepoel); - landbouwgebied Nevele (tussen Kranepoel en Vinderhoutse bossen); bovenlokale ecologische infrastructuur: - Driesbeek; - kanaal Gent-Oostende; - Bellembeek; - Neerschuurbeek; - Poekebeek; prioritair bosuitbreidingsgebied: - Poekepark.
De gewenste ontwikkeling van de open ruimte in Aalter op gemeentelijk niveau kadert binnen dit bovenlokaal ecologisch netwerk. Op twee plaatsen wenst het gemeentebestuur hierop echter een uitzondering te maken. - Voor het natuurverbindingsgebied van het landbouwgebied Sterrewijk stelt de gemeente Aalter een andere ontwikkeling voorop. Ze streeft hier naar het behoud van een open landbouwgebied. Het gebied is al sterk versnipperd door de verspreide bebouwing en de woninggehuchten en door de verkeersaders. De gemeente wenst dit gebied landschappelijk open te houden, en te voorzien voor de verdere ontwikkeling van de landbouw. In het zuidelijk landbouwgebied vormen de valleien van de Poekebeek en de Neerschuurbeek een natuurlijklandschappelijke drager. - De gemeente wenst voor het Poekepark het bestaande bosbestand te behouden en duurzaam te beheren. Het kasteelpark bezit toeristisch-recreatieve potenties, die kunnen bijdragen tot de attractiviteit van Poeke als woonkern. Voor de gemeente is @ Grontmij Belgroma 131
RICHTINGGEVEND GEDEELTE 12_105\RAP\GRS030930.doc
bosuitbreiding hier niet prioritair, maar wel de toeristischrecreatieve uitbouw binnen de ecologische draagkracht van het park.
3.2.2.3
natuurgebieden van lokaal niveau
Bepaalde open ruimte corridors in woonstructuren worden als open ruimte bestendigd, indien de landschappelijke analyse uitwijst dat hierdoor belangrijke meerwaarden tot stand gebracht worden. Dit is o.m. het geval voor de open ruimte aan de noordoostelijke zijde van het kerkplein van Sint-Maria-Aalter. Waar deze open ruimte corridors zich in woongebied bevinden wordt een herbestemming uitgevoerd.
De natuurgebieden van lokaal niveau worden behouden en verder ontwikkeld. Ze worden ingeschakeld in een netwerk. De volgende gebieden worden geselecteerd: - bossen rond Jezuïetengoed – Manewaarde; - bossen rond Bellem; - bossen langs de Neerschuurbeek; - bos Stratem; - bos Stalingsgoed; - veldvijvers.
Voor de delen van het Markettebos ten noorden en ten zuiden van de E40 wordt een ecologische verbinding voorgesteld. Voor de realisatie hiervan zou een bestaande brug heringericht kunnen worden, met name de Cromekestraat. Er wordt weerszijden de E40 een beperkte uitbreiding van het natuurgebied voorzien en ingericht ter ondersteuning van deze overbrugging. De brug wordt verkeersluw gemaakt.
Voor twee gebieden werd in het kader van het GNOP een actieplan uitgewerkt. Het betreft de volgende gebieden: - oude Belgacom-site nabij Sint-Maria-Aalter; - gebied aan de Charlestonstraat, onmiddellijk ten westen van Aalter-Centrum.
3.2.2.5
3.2.2.4
natuurverbindingen van lokaal niveau
De volgende elementen worden geselecteerd als natuurverbindingen op lokaal niveau. - beekvalleien: Zouterbeek, Brielbeek, Oostmolenbeek, Keutelbeek; - open-ruimtecorridor in Sint-Maria-Aalter en Lotenhulle; - ecologische verbinding over de E40 (Cromekestraat); - buffer tussen Aalter-Centrum en industriegebied.
overgangsgebieden tussen kernen en de open ruimte
De overgangsgebieden betreffen open ruimtes in de onmiddellijke nabijheid van de woonkernen. Bijzondere initiatieven worden hier genomen voor landschapsinrichting met het accent op recreatief medegebruik, landschapsbelevingswaarde en natuurbouw. Inzake recreatie betreft het vooral het uitzetten van het netwerk voor fietsen en wandelen voor de bewoners van Aalter. In de overgangsgebieden worden bestaande natuurlijke structuren (bosperceel, beekvallei) verder uitgebouwd. Deze uitbouw is evenwel vooral gericht op de landschappelijke en recreatieve waarden en – met voldoende realiteitszin – slechts secundair op het realiseren van meerwaarden voor de natuur. De initiatieven hebben in bepaalde gevallen uitsluitend betrekking op het huidig openbaar domein met selectieve aankoop van bepaalde percelen voor de ontwikkeling van natuurelementen. In bepaalde gevallen zullen door herverkaveling nieuwe mogelijkheden voor een @ Grontmij Belgroma 132
RICHTINGGEVEND GEDEELTE 12_105\RAP\GRS030930.doc
efficiënte landbouwbedrijfsvoering geschapen worden. De landbouw blijft de belangrijkste beheerder van de open ruimte in de overgangsgebieden. Binnen overgangsgebieden geldt hetzelfde standpunt t.a.v. nietagrarische bebouwing als binnen agrarisch gebied. Overgangsgebieden hebben vooral betrekking op de open ruimte in de onmiddellijke nabijheid van Aalter-Centrum. In vele gevallen zijn deze ruimtes sterk omgeven door bebouwing. De verstedelijkingsdruk is er groot. De gebieden zijn veelal sterk versnipperd. Ze zijn moeilijk efficiënt te incorporeren in de huidige landbouwbedrijfsvoering. Veelal worden zij in gebruik genomen door “vrijetijds”-landbouw (schapenen paardenweiden). Voor bepaalde locaties is hier op lange termijn een verdere woonuitbreiding voorzien, bv. aan de oostzijde van Aalter-Centrum en aan de Kasteelstraat in Lotenhulle. De volgende overgangsgebieden worden geselecteerd: - Houtem; - Weibroek; - Hellebroek; - Loveld; - Stratem; - Brielbeekvallei; - Kasteelstraat (Lotenhulle). Voor deze gebieden zal een landschapsontwikkelingsplan opgesteld worden dat de objectieven inzake landschapsinrichting, natuurontwikkeling en recreatie vorm geeft. Op korte termijn wordt dit uitgevoerd voor Houtem en voor het gebied aan de Kasteelstraat in Lotenhulle. De inrichting van het overgangsgebied aan de Kasteelstraat legt randvoorwaarden op aan de toekomstige ontwikkeling van het woonuitbreidingsgebied.
3.2.2.6
landschappelijke structuren
De landschappelijke structuren hebben een belangrijk cultuurhistorisch patrimonium en getuigen van de rijke geschiedenis van de gemeente. Het is belangrijk om deze structuren te behouden, te bevestigen en eventueel te herstellen in hun waarde. Het betreft o.m. de kasteelparken en de oude vaart. De volgende selecties worden gemaakt: - kasteelpark van Poeke; - kasteel van Schuurlo; - klooster van Sint-Maria-Aalter; - kasteel van het Blekkerbos; - kasteel Nobelstede; - kasteelpark Mariahove; - villa Kranepoel; - kasteel Loveld; - villa Vijf Ringen; - Schoonberg-Slangebossen; - Artemeersmolen; - oude vaart. Voor wat betreft het Kasteelpark van Poeke wordt via deze weg geprobeerd een heropleving van Poeke tot stand te brengen.
3.2.2.7
uitbouw wandel- en fietsnetwerken
De recreatieve structuur wordt vooral uitgebreid inzake passieve recreatie en toeristisch-recreatief medegebruik van de open ruimte. Hierbij wordt vertrokken van twee verschillende behoeften: enerzijds de behoefte aan geleide wandel- of fietsroutes, voornamelijk gericht op bezoekers van buiten Aalter, en anderzijds de behoefte aan recreatief @ Grontmij Belgroma 133
RICHTINGGEVEND GEDEELTE 12_105\RAP\GRS030930.doc
medegebruik binnen de totaliteit van de open ruimte en dit vanuit de verschillende woonkernen. Om tegemoet te komen aan de eerste behoefte, wordt vertrokken van aanknopingspunten met een regionale attractiviteit. In Aalter behoren hiertoe: - het kasteelpark van Poeke en potentieel de Poekebeekvallei en het dorpsplein van Poeke; - het heringericht dorpsplein van Bellem; - Kranepoel en de omgevende bossen, en potentieel de vallei van de Neerschuurbeek; - de bossen rond Sint-Maria-Aalter; - de Oude Vaart; - het kanaal. Vanuit die aanknopingspunten wordt een fietsroute uitgestippeld. Het kanaal moet over zijn volledige lengte toegankelijk zijn als regionale toeristisch-recreatieve verbinding. Het veer aan Oostmolen kan gehanteerd worden om de oversteek naar een andere oever te maken. Oostmolen-Noord en het noordelijk landbouwgebied zijn hierbij geen specifieke doelgebieden maar eerder verbindingsgebieden. Ten westen van Aalter wordt de verbinding langs Jezuïtengoed geleid. In de gemeente wordt een eerste prioritair net ingericht. Bijkomende ontsluitingen van de noordelijke oever zijn afhankelijk van een ondersteuning op bovengemeentelijk en provinciaal vlak. Op korte termijn worden geen initiatieven in die richting verwacht.
Om tegemoet te komen aan de tweede gestelde behoefte, namelijk de recreatieve verbindingen vanuit de verschillende woonkernen, wordt een tamelijk omvangrijk netwerk van recreatieve verbindingen geconcipieerd. In het structuurplan worden een aantal prioritaire verbindingen aangeduid. Het betreft bij voorkeur functionele relaties (woon-school, woonkern-centrum). Het wordt tevens gericht op recreatieve focuspunten. In principe wordt ook hier uitgegaan van het uitgebreide wegennet dat Aalter rijk is. Plaatselijk kan een beperkte herinrichting of bijkomende schakel noodzakelijk zijn. In bepaalde gevallen zal een privé-weg moeten opengesteld worden. Het netwerk wordt ondersteund door de landschapsinrichting en de natuurontwikkeling. Het netwerk wordt zeer illustratief op kaart voorgesteld met aanduiding van bezienswaardigheden/focuspunten. Het objectief van dit netwerk is dat de fietser of wandelaar zelf een route bepaalt in functies van interesses, afstanden of specifieke verbindingen. Met het naar voor brengen van dit netwerk wordt de algemene recreatieve toegankelijkheid van de open ruimte verhoogd.
Figuur 48. Gewenste open-ruimtestructuur
Vertrekkend enerzijds vanaf de regionale recreatieve as langs het kanaal en anderzijds vanaf het dorpsplein van Poeke worden de belangrijkste attractiepolen van Aalter (zie hoger) ontsloten met een uitgestippelde fietsroute. Doordat goed ingerichte landbouwwegen aangewend worden, zal de implementatie hoofdzakelijk beperkt blijven tot het aanbrengen van bewegwijzering.
@ Grontmij Belgroma 134
LEGENDE de vier deelgebieden van de open ruimte: Deelgebied I.
Knokke
Deelgebied II.
III.
Eeklo Aalter-Brug
Zo ut er sb ee k
4
12
hypothese grote eenheden natuur: bosgebied Sint-Maria-Aalter Kranepoel
l Gent-
Ooste
nde
structurerende elementen: veldvijvers
k Brielbee
2
kanaa
Deelgebied IV.
ek be ies Dr
Brugge Oostende
Deelgebied III.
bos beekvalleien
5
3
Oostm
olenb
eek
open-ruimtecorridor in Sint-Maria-Aalter en Lotenhulle ecologische verbinding over E40
Bellem
Sint-Maria-Aalter Aalter-Centrum
k ee elb ut Ke
buffer tussen Aalter-Centrum en industriegebied 6 overgangsgebieden tussen kernen en de open ruimte
Wingene 8
be ek
7
10
Be lle m
Neers
Lotenhulle
II. Gent Brussel
chuu
rbeek
GNOP-actie
Tielt
RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN AALTER
1
Poeke
IV. Poekebeek
11
Deinze
K:\12105\Fase_50_ontwerp\cd\Corel\open-ruimte_GRS-2.cdr
I.
9
landschappelijke structuren: 1. kasteelpark van Poeke 2. kasteel van Schuurlo 3. klooster van Sint-Maria-Aalter 4. kasteel van het Blekkerbos 5. kasteel Nobelstede 6. kasteelpark Mariahove 7. villa Kranepoel 8. kasteel Loveld 9. villa Vijf Ringen 10. Schoonberg-Slangebossen 11. Artemeersmolen 12. oude vaart
FIG. 48: Gewenste open-ruimtestructuur Datum : 18/09/2003 Opdrachtgever : Gemeente Aalter Bron :
Schaal: 1/65000
RICHTINGGEVEND GEDEELTE 12_105\RAP\GRS030930.doc
3.2.3
uitwerking
3.2.3.1
actieve en realistische aanpak
Aalter geeft een hoge prioriteit aan de opwaardering van de natuurlijke structuur en wenst hier actief in mee te participeren. Tegelijk wenst de gemeente ook een pragmatische, realistische aanpak toe te passen, teneinde op termijn daadwerkelijk resultaten te kunnen boeken. Voor die gebieden die deel uitmaken van het ecologisch netwerk staat de effectieve uitbouw tot volwaardig natuurgebied voorop. De natuurontwikkeling wordt gerealiseerd binnen de financiële mogelijkheden van de gemeente of derden en op vrijwillige basis van de gebruikers van de gebieden. Bij de realisatie kan de gemeente de volgende initiatieven nemen: - bosbeheersplannen (eigen plannen en overleg met de bevoegde overheid); - natuurinrichtingsplannen (eigen plannen en plannen van andere overheden); - gemeentelijke groenaanleg – en beheer; - inrichting wegenis; - subsidiëring van initiatieven inzake natuurbeheer; - subsidiëring voor de inrichting van bomenrijen en houtkanten; In bepaalde zones van de agrarische ruimte wordt een grotere landschapsontwikkeling nagestreefd. De initiatieven van de gemeente omvatten: - eigen natuurgericht groenbeheer; - voorlichting inzake meer ecologisch gericht ruimtegebruik (bv. gebruik van inheemse soorten voor tuinen landschapsinrichting); - subsidiëring van projecten, bv. inrichting en beheer van kleine landschapselementen; - het aanmoedigen van vrijwillige inititatieven van gebruikers van het gebied en derden (bv. natuurverenigingen, scholen).
Dit is bijvoorbeeld het geval in het noordelijk landbouwgebied. Naast gemeentelijke initiatieven voor inrichting (bv. ontginningsdreven) worden de landbouwers gestimuleerd in deze projecten mee in te stappen, bijvoorbeeld met subsidies voor de aanplant en het onderhoud van kleine landschapselementen. De gemeente wenst middelen aan te reiken die deze participatie financieel interessant maken.
3.2.3.2
overleg en samenwerking met hogere overheden
Voor de gebieden die deel uitmaken van de ecologische infrastructuur van bovenlokaal niveau worden de afbakening en de vaststelling van uitvoeringsmaatregelen bepaald door de hogere overheden (het Vlaams Gewest en de provincie Oost-Vlaanderen). De gemeente Aalter wenst vanuit het lokale niveau haar bijdrage te leveren tot de verwezenlijking van de gewenste natuurlijke structuur. Zo zal de gemeente binnen de grote eenheden natuur zelf natuurinrichtingsprojecten realiseren. De gemeente zal tevens projecten van andere overheden (bv. AMINAL, VLM, provincie) en derden (bv. natuurverenigingen) prioritair naar deze gebieden dirigeren.
3.2.3.3
tot stand brengen van landschappelijke meerwaarden bij initiatieven van natuurontwikkeling en recreatief medegebruik
Bij de initiatieven voor natuurontwikkeling en recreatief medegebruik van de open ruimte wordt steeds rekening gehouden met het tot stand brengen van landschappelijke meerwaarden. Zo wordt er bijvoorbeeld naar gestreefd de Poekebeekvallei ten zuiden van Poeke sterker als valleigebied te laten naar voor komen, bv. door herpercelering en bestendiging van de graslanden. De natuurlijke structuur wordt op die
@ Grontmij Belgroma 135
RICHTINGGEVEND GEDEELTE 12_105\RAP\GRS030930.doc
manier aangegrepen om een perspectief in het open landschap tot stand te brengen. Dominante landschapsstructuren worden gehanteerd om de verschillende landschappen in hun eigenheid te versterken. Er wordt daarbij gestreefd naar scherpe grenzen die de diverse landschapsstructuren tot hun volle recht laten komen. De landschapsstructuren omvatten wegenis, perceelstructuren en bomenrijen en houtkanten. De structuren worden in hun huidige toestand behouden of worden duidelijker tot uiting gebracht, bv. door dreefbeplanting langs wegenis of door perceelsrandbeplanting. De nadruk ligt hierbij op streekeigen groen. Binnen de waardevolle landschappen wordt gestreefd naar het behoud van de intrinsieke landschapskenmerken. Dit is onder meer: - boslandschap: - dominante aanwezigheid van bebossing met inheemse soorten; - herstel en situering van de heidelandschappen als subtype binnen het boslandschap; - herstel van de kasteelparken, eventueel in relatie tot historische inrichtingsplannen; - behoud van de bestaande structuur van dreven als brandgangen; - behoud, herstel en onderhoud van de bestaande dreefbeplanting; - valleilandschappen: - percelering in langsrichting of loodrecht erop; - accentuering van de beek door beplanting in langsrichting of loodrecht erop; - broekbossen; - hooi- en weiland als grondgebruik; - buffering van beken en waterlopen ten opzichte van het omgevende landgebruik door de aanleg van oeverzones;
-
3.2.3.4
Houtland: - versterking van het lineair netwerk van groen; - boom/houtkantontwikkeling met nadruk op gebruik van streekeigen groen.
het
uitbouw van Poeke met een regionale toeristisch-recreatieve attractiviteit
Het kasteelpark van Poeke met het natuureducatief centrum bezit een recreatieve attractiviteit die het niveau van Aalter overschrijdt. Het gemeentebestuur blijft de actieve beheerder van dit park en investeert verder in de inrichting. Daarnaast worden recreatieve evenementen en natuureducatieve programma’s opgezet die op een regionale belangstelling moeten kunnen rekenen. De toeristisch-recreatieve uitbouw gebeurt binnen de ecologische draagkracht van het park. De inspanningen in het kasteelpark zelf worden ondersteund door de herinrichting van het dorpsplein van Poeke. Het objectief is dat het dorpsplein het vertrek- en het eindpunt wordt van een bezoek. De inrichting zorgt voor voldoende parkeergelegenheid maar creëert daarnaast een kader waarin horeca-zaken en handel algemeen kunnen floreren. Het is hierbij essentieel dat de herinrichting hoogkwalitatief is, bijdraagt tot de centrumfunctie van het plein voor Poeke en hierdoor de attractiviteit van Poeke als woonkern versterkt. Omdat de inrichting van het dorpsplein meer is dan de heraanleg van het openbaar domein, maar ook de functie en de vormgeving van de omgevende gebouwen moet omvatten, wordt ervoor geopteerd om vanuit een stedenbouwkundig concept van het plein, stedenbouwkundige voorschriften voor de bebouwing te bepalen.
@ Grontmij Belgroma 136
RICHTINGGEVEND GEDEELTE 12_105\RAP\GRS030930.doc
3.2.3.5
ontwikkelingsperspectieven voor zonevreemde sport-, recreatieen jeugdvoorzieningen
De sport- en recreatievoorzieningen in Aalter worden hiërarchisch uitgebouwd, conform de selectie van de kernen. De sport- en recreatieterreinen in Bellem, Lotenhulle en Sint-Maria-Aalter voldoen aan deze vooropgestelde ontwikkeling. Ze zijn echter (geheel of gedeeltelijk) zonevreemd gelegen in agrarisch gebied. Deze terreinen kunnen behouden blijven en in functie van de behoefte van de kern kunnen ze uitgebreid worden. Daarbij gelden de volgende aandachtspunten. - De terreinen van elke kern vormen een compact geheel van voorzieningen op het niveau van de kern met een duidelijke begrenzing. - De terreinen sluiten onmiddellijk aan bij de bebouwing van de kern. - Er wordt een landschappelijke overgang gecreëerd naar de open ruimte toe. - De terreinen kennen een veilige ontsluiting voor voetgangers en fietsers.
-
De voorzieningen zijn op een veilige manier bereikbaar voor voetgangers, fietsers en autoverkeer. De bereikbaarheid met openbaar vervoer is een pluspunt. - De voorzieningen zijn ingebed in het groter geheel van een toeristisch-recreatief netwerk. Bij de opmaak van uitvoeringsplannen zal een gebiedsgerichte visie uitgewerkt worden en zal een gedetailleerde, specifieke afweging en beoordeling gebeuren in functie van de plaatselijke ruimtelijke situatie.
De gemeente wenst tevens het recreatief medegebruik van de open ruimte te ondersteunen. Dit zal echter op een selectieve manier gebeuren. De belangrijke open-ruimtestructuren en –functies (landbouw, natuur, bos) mogen hierbij niet aangetast worden. Aan de verspreide zonevreemde sport-, recreatieen jeugdvoorzieningen worden de volgende voorwaarden gesteld: - Het gaat om kleinschalige, laagdynamische voorzieningen die de ruimtelijke draagkracht van de omgeving respecteren. - De voorzieningen dragen bij tot de identiteitsversterking van het landschap. Afhankelijk van de ruimtebehoefte kunnen ze de overgangen tussen verschillende zones versterken of verzachten.
@ Grontmij Belgroma 137
RICHTINGGEVEND GEDEELTE 12_105\RAP\GRS030930.doc
3.3
gewenste ruimtelijk-economische structuur
3.3.1
visie en doelstellingen
3.3.1.1
aanbieden van uitbreidingsmogelijkheden voor regionale bedrijvigheid
De goede ontsluiting langs de weg en de mogelijkheid tot gebruik van het kanaal voor ontsluiting zijn zeer belangrijke troeven van Aalter. De bedrijvigheid in Aalter staat uiteraard in relatie tot het functioneren van de omliggende open ruimte. Door de verdere intensivering van de landbouw in de regio, is de relatie met bedrijvigheid voor toelevering of verwerking (bv. voeders, melkfabriek, slachthuizen) groot. Men stelt bijvoorbeeld vast dat het bedrijventerrein Langevoorde (bedrijventerrein-west) in hoge mate ingenomen wordt door bedrijven met een onmiddellijke relatie tot het achterland. Ook naar de toekomst toe wordt een dergelijke ondersteuning van de landbouw in de regio van Aalter zeer belangrijk.
kandidaat om de uitbreiding van de industriële bedrijvigheid reeds op korte termijn te realiseren.
3.3.1.2
herschikken van lokale bedrijvigheid
Om de behoefte aan lokale bedrijvigheid op een meer gestructureerde manier op te vangen in de gemeente Aalter, worden enkele terreinen herschikt. De KMO-zone in Bellem en het dienstverleningsgebied aan de E40 worden geschrapt. Deze zones worden gecompenseerd door de uitbreiding van het terrein Lobulck en door het voorzien van een nieuwe handel- en dienstenzone aan de verkeerswisselaar met de E40. Op deze manier kan voor de terreinen een betere ontsluiting voorzien worden, en wordt gerekend op een effectieve realisatie van de terreinen.
Het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen onderkent deze ruimtelijke kwaliteiten door Aalter te selecteren als economisch knooppunt. In een ruim regionaal perspectief is een uitbreiding van industrieterreinen aan de orde (cfr. voorontwerp van provinciaal ruimtelijk structuurplan, GOMOV). De ontwikkeling van bijkomende regionale bedrijventerreinen zal bovengemeentelijk gestuurd worden, met name door de taakstelling die aan de economische knooppunten toegewezen wordt in het provinciaal ruimtelijk structuurplan. Ruimtelijke kwaliteitscriteria moeten naast aspecten van evenwichtige tewerkstelling van doorslaggevend belang zijn bij de toewijzing van deze taakstelling. Op basis van haar goede ontsluiting, de beschikbaarheid van geschikte uitbreidingsruimte en de meerwaarden voor de agrarische ontwikkeling in de regio, stelt Aalter zich
@ Grontmij Belgroma 138
RICHTINGGEVEND GEDEELTE 12_105\RAP\GRS030930.doc
3.3.2
ruimtelijk concept
3.3.2.1
lokale bedrijvigheid in Lobulck en aan de E40
De behoeften van de kleinschalige, lokale bedrijvigheid worden opgevangen in aansluiting op bovenlokale wegen. Dit ondersteunt de vlotte ontsluiting van de bedrijventerreinen en beperkt de hinder voor de woongebieden en de open ruimte. Hiervoor is er een verschuiving nodig van het aanbod aan bedrijventerreinen. Het nog niet gerealiseerde deel van de ambachtelijke zone Vaart-Zuid in Bellem (ca. 2 ha) en het dienstverleningsgebied aan de E40 (ca. 6 ha) worden geschrapt. Voor de opvang van kleinschalige, lokale bedrijvigheid wordt een bijkomend aanbod gecreëerd: - een uitbreiding van de bestaande ambachtelijke zone Lobulck (ca. 5 ha); - een nieuwe lokale handel- en dienstenzone in aansluiting op de geplande verkeerswisselaar van de E40 (ca. 5 ha). De beperkte uitbreiding van de ambachtelijke zone Lobulck situeert zich achter de bestaande percelen, in de hoek gevormd door de Steenweg op Deinze en de Lobulckstraat. De uitbreiding voorziet in een ruimtelijke begrenzing van het terrein in de richting van de Markettebossen. Daarbij wordt er geïnvesteerd in de landschappelijke omkadering van het terrein, zodat het als bebouwd geheel ingepast wordt in het open zuidelijk landbouwgebied. De handel- en dienstenzone aan de verkeerswisselaar van de E40 zal aangelegd worden in samenhang met de herinrichting van het verkeersknooppunt. De ruimtelijke inpassing zal bekeken worden in functie van de ontsluitingsmogelijkheden. Voor deze zone worden de volgende principes vooropgesteld: - De oppervlakte van dit terrein bedraagt ca. 5 ha, en is uitsluitend bedoeld voor lokale bedrijven en handelszaken. Gezien de uitstekende ontsluitingsmogelijkheden vlak aan de E40 moet het lokale karakter ervan zeker in het oog gehouden
-
-
3.3.2.2
worden. Dit betekent dat er strikte randvoorwaarden zullen opgesteld voor de schaalgrootte en de uitbreidingsmogelijkheden van de bedrijven en de handelszaken. Het gaat om een handel- en dienstenzone met de nadruk op kennisintensieve activiteiten en kantoorachtigen, waarbij de productie van ondergeschikt belang is. De zone wordt geconcipieerd als een poort tot Aalter-Centrum en vormt een strategisch project in de uitbouw van de kern. De zone is gelegen ten noorden van de E40, in aansluiting met de bestaande bebouwing van Aalter-Centrum. Hierbij moet zeker rekening gehouden worden met de kwaliteit van de bestaande bebouwing en met de ontsluiting van de woonstraten.
beperkte inbreiding van het industrieterrein aan oostzijde
Een beperkte inbreiding van het industrieterrein Lakeland wordt voorzien aan oostelijke zijde (5 à 6 ha). Het is een deel van het industriegebied, voorzien op het gewestplan, dat nog niet ingevuld is. Deze inbreiding kan op korte termijn gerealiseerd worden. Er worden bij deze inbreiding geen milieubelastende bedrijven toegelaten. Een voldoende omvangrijke en ingerichte buffer wordt voorzien voor de woningen langs de Oostmolenstraat. De bufferzone thans voorzien op het gewestplan dient herbekeken te worden naar functionaliteit. Deze inbreiding wordt heel beperkt gehouden, omdat het gebied moeilijk te ontsluiten is.
3.3.2.3
suggestie tot uitbreiding van de regionale bedrijvigheid
In het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen wordt Aalter geselecteerd als een specifiek economisch knooppunt. Het is de taak van de @ Grontmij Belgroma 139
RICHTINGGEVEND GEDEELTE 12_105\RAP\GRS030930.doc
provincie Oost-Vlaanderen om een taakstelling op te leggen aan de gemeente voor bijkomende regionale bedrijventerreinen en om een regionaal bedrijventerrein af te bakenen. In het voorontwerp van Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan OostVlaanderen (september 2002) krijgt de gemeente Aalter een taakstelling toebedeeld van 30 ha bijkomende regionale bedrijventerreinen. De precieze lokalisatie en afbakening van die bijkomende regionale bedrijventerreinen zal gebeuren in een provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan. Op basis van deze gegevens wil de gemeente Aalter in haar ruimtelijk structuurplan enige suggesties formuleren naar de provincie OostVlaanderen toe met betrekking tot de regionale bedrijvigheid op haar grondgebied. In de huidige toestand zijn er in Aalter twee grote bedrijventerreinen, Lakeland en Langevoorde, beiden ontsloten via de N44 en gelegen aan het kanaal Gent-Oostende. Deze bestaande bedrijventerreinen zijn momenteel reeds volledig ingenomen. Voor de bijkomende regionale bedrijvigheid wenst de gemeente Aalter de volgende locatieprincipes te hanteren: - ontsluiting rechtstreeks via bovenlokale wegen, gescheiden van de lokale ontsluiting; - mogelijkheid tot goederentransport over het water, gebruik makend van het kanaal Gent-Oostende; - lokalisatie bij voorkeur aansluitend bij de bestaande bedrijvigheid; - sterke buffering met eventueel nabije woongebieden; - geen aantasting van waardevolle natuurlijke en landschappelijke gebieden. Mogelijke locaties die in aanmerking komen om een taakstelling van 30 ha op te nemen zijn de volgende: - het Patersveld, gelegen tussen het kanaal Gent-Oostende en de oude kanaalarm, als westelijke uitbreiding van Langevoorde;
-
het gebied tussen de Oostmolenstraat en het kanaal GentOostende, als oostelijke uitbreiding van Lakeland; de site Woestijne, gelegen tussen de Urselweg (N499) en het kanaal Gent-Oostende, ten oosten van Aalter-Brug; het gebied net ten zuiden van de verkeerswisselaar met de E40, gelegen aan de N37.
Bij toetsing van deze locaties aan de hierboven beschreven principes worden de volgende vaststellingen genoteerd. - Het Patersveld sluit direct aan bij een bestaand bedrijventerrein, en de ontsluiting kan vlot georganiseerd worden via dezelfde ontsluiting naar de N44 toe. Bovendien bestaat, gezien de ligging aan het kanaal, de mogelijkheid tot transport over water. In de buurt van het terrein bevinden zich geen woongebieden, en het terrein kan sterk gebufferd worden ten opzichte van het omliggende landschap door zijn ligging tussen het kanaal en de oude kanaalarm. Negatief aspect van deze locatie zijn de sterke natuurlijke, landschappelijke en recreatieve waarden en potenties van dit gebied. - Het gebied tussen de Oostmolenstraat en het kanaal GentOostende sluit vrij nauw aan bij het bestaande bedrijventerrein Lakeland. Nochtans bevindt er zich tussen Lakeland en deze locatie een vrij grote woninggroep (Oostmolen-Zuid), die op deze manier gekneld komt te liggen tussen twee regionale bedrijventerreinen. Dit kan ook problemen opleveren naar ontsluiting toe: ofwel wordt het gebied ontsloten via deze woninggroep, ofwel wordt een nieuwe ontsluiting voorzien naar de N44 toe (bv. langsheen het kanaal). De ontsluiting naar het centrum van Aalter zal dan wel verlopen via de Oostmolenstraat of zelfs via de Weibroekdreef, wat niet echt wenselijk is. Voor goederenvervoer bestaat de mogelijkheid om gebruik te maken van het kanaal. De aanleg van een bedrijventerrein in dit gebied zal ook een heel belangrijke landschappelijke impact hebben, omdat het gebied gelegen is
@ Grontmij Belgroma 140
RICHTINGGEVEND GEDEELTE 12_105\RAP\GRS030930.doc
-
-
in een aaneengesloten landbouwgebied en aansluitend aan de vallei van de Oostmolenbeek. De site Woestijne kan ontsloten worden via de Urselweg (N499) naar de N44 toe, en kan gebruik maken van het kanaal. Het gebied bevindt zich vrij dicht tegen Aalter-Brug, maar kan sterk gebufferd worden ten opzichte van het woongebied. Enkel de ontsluiting loopt gedeeltelijk doorheen Aalter-Brug. Het gebied sluit ruimtelijk aan bij het bedrijventerrein Lakeland, gelegen aan de overkant van het kanaal. Dit beperkt tevens de visuele impact van het terrein op het omliggende landschap. Dit landbouwgebied bezit trouwens weinig ecologische en recreatieve waarden en potenties. Het gebied net ten zuiden van de verkeerswisselaar met de E40 beschikt over een uitstekende ontsluiting voor het wegverkeer, maar goederentransport over het water is hier uitgesloten. Bovendien ligt dit terrein geïsoleerd ten opzichte van de overige regionale bedrijvigheid in Aalter. De E40 vormt een sterke buffer tussen het terrein en het centrum van Aalter, maar een buffering ten opzichte van de nabijgelegen woningen (Biesem of Beukenpark, afhankelijk van de precieze locatie van het bedrijventerrein) is zeker noodzakelijk. De visuele impact op het nabije landschap is vrij groot, enerzijds omdat het hier een open landbouwlandschap betreft en anderzijds omdat het gebied hoger gelegen is op de cuesta Hertsberge-Lotenhulle.
Vanuit deze vaststellingen gaat de voorkeur van het gemeentebestuur van Aalter uit naar een bijkomend regionaal bedrijventerrein op de site Woestijne.
3.3.3
uitwerking
3.3.3.1
samenwerken met de hogere overheid inzake de realisatie van de site Woestijne
Voor de uitbreiding van de industriële bedrijvigheid stelt Aalter – het wordt hierin ondersteund door het streekplatform Meetjesland – de site Woestijne voor. De site kan profiteren van een goede ontsluiting via de N499 naar de N44. Bij de voorziene herinrichting van de N44 als primaire weg I kan de aanknoping afgestemd worden op het voorziene goederenverkeer. Deze site is thans bestemd als agrarisch gebied. De landschappelijke waarde die aan dit gebied is toegekend, is uiterst beperkt door het zicht op de bestaande bedrijven aan de andere zijde van het kanaal. Het bedrijventerrein zou over ca. 45 ha kunnen uitgebouwd worden. Een voldoende omvangrijke en ingerichte buffer wordt voorzien voor de woonwijk. Van de bedrijven langs het kanaal kan worden vereist dat ze gebruik maken van het vervoer over water. De uitbreiding zou moeten beslist worden vooraleer de ontwerpen van herinrichting van de N44 vastgelegd worden, teneinde de aansluitingen te incorporeren bij de werken. Aalter zal met de bevoegde overheden samenwerken om deze site te realiseren. De gemeente wenst hier reeds te wijzen op een belangrijk aandachtspunt voor de uitwerking van een regionaal bedrijventerrein op deze plaats, namelijk de leefbaarheid van de kern Aalter-Brug. Vooraleer het bedrijventerrein gerealiseerd wordt, is het noodzakelijk om een oplossing te bieden aan de problematiek van de ontsluiting via de Urselweg en om een substantiële buffer te voorzien tussen de woonkern en het bedrijventerrein. - De ontsluiting via de Urselweg naar de N44 vereist een herinrichting van de Urselweg in functie van de leefbaarheid van Aalter-Brug en van de schoolomgeving in het bijzonder. Een zo sterk mogelijke scheiding van economisch verkeer en lokaal verkeer is wenselijk. Daarbij moet een alternatieve ontsluiting onderzocht worden voor de schoolomgeving, @ Grontmij Belgroma 141
RICHTINGGEVEND GEDEELTE 12_105\RAP\GRS030930.doc
-
3.3.3.2
doorheen de woonwijken via Brug Noord. Deze elementen moeten opgelost zijn vóór de uitgifte van het regionaal bedrijventerrein. Het is noodzakelijk om een substantiële buffer uit te bouwen tussen het bedrijventerrein en Aalter-Brug. Het is wenselijk om deze buffer te realiseren vooraleer gestart wordt met de uitgifte van het bedrijventerrein.
-
-
De aantasting van de natuurlijke, landschappelijke en agrarische structuur wordt beperkt tot een minimum. De bedrijven zijn vlot bereikbaar zonder hinder voor omwonenden. Aandacht gaat uit naar de verkeersveiligheid en –leefbaarheid. De aanwezigheid van de bedrijven levert een belangrijke bijdrage tot de verweving van functies en tot de tewerkstelling in de omgeving (economisch belang). Daarbij wordt ook rekening gehouden met het historische karakter van de bedrijven.
geen verdere uitbreiding van het bedrijventerrein Bellem
Er wordt geen uitbreiding voorzien voor het bedrijventerrein van Bellem. De bestaande bedrijven binnen de zone Vaart-Zuid kunnen behouden blijven. De beperkte oppervlakte die nog niet uitgebouwd is, zal opgenomen worden in het woongebied van Bellem. Na de planperiode wordt voor deze herbestemming een ruimtelijk uitvoeringsplan opgemaakt dat tevens de krijtlijnen vastlegt voor een kwalitatieve invulling van deze woonzone.
3.3.3.3
-
ontwikkelingsperspectieven voor zonevreemde bedrijven
Parallel met de realisatie van een nieuw aanbod voor lokale bedrijvigheid in Lobulck en aan de verkeerswisselaar met de E40 worden randvoorwaarden opgelegd aan de verdere ontwikkeling van zonevreemde bedrijven in de gemeente. In verband met toekomstige ontwikkeling van zonevreemde bedrijven gelden de volgende algemene principes: - De bedrijven mogen naar omvang en naar aard van activiteiten de ruimtelijke draagkracht van de omgeving niet overschrijden.
De ontwikkelingsmogelijkheden voor zonevreemde bedrijven in de gemeente zijn afhankelijk van de specifieke ruimtelijke context en van de deelruimte waarin deze bedrijven zich bevinden. De algemene beleidslijnen, die hieronder beschreven staan, vormen de leidraad bij de opmaak van ruimtelijke uitvoeringsplannen. - Bedrijven die onmiddellijk aansluiten bij een woonkern of een woonkorrel worden bestendigd en krijgen, indien noodzakelijk, uitbreidingsmogelijkheden door middel van een gepaste bestemming. - De aanwezigheid van zonevreemde bedrijven is niet verenigbaar met de ruimtelijke beleidsdoelstellingen die gelden voor de landschappelijk gevoelige gebieden (deelruimte ‘de bossen van Sint-Maria-Aalter’ en deelruimte ‘de woonparken en het Markettebos’). Voor deze bedrijven wordt in de eerste plaats uitgekeken naar mogelijkheden tot herlokalisatie. Het herlokalisatieproces gebeurt in overleg met de gemeente. - In het noordelijk landbouwgebied stelt de agrarische functie, de aanwezigheid van kleine landschapselementen en de kleinschalige perceelsstructuur randvoorwaarden aan de ontwikkeling van zonevreemde bedrijven. De bedrijven moeten zorgen voor een goede landschappelijke inpassing. Uitbreidingen zijn toegelaten indien de ruimtelijke draagkracht van de omgeving niet overschreden wordt.
@ Grontmij Belgroma 142
RICHTINGGEVEND GEDEELTE 12_105\RAP\GRS030930.doc
-
Voor het zuidelijk landbouwgebied wordt het behoud van de landbouw en de maximale vrijwaring van de open ruimte nagestreefd. Zonevreemde bedrijven kunnen blijven indien ze geen afbreuk doen aan de kwaliteiten van het open agrarisch landschap. In functie hiervan worden de uitbreidingsmogelijkheden van de bedrijven sterk beperkt. Bij uitdoving dient de voorziene bestemming op het gewestplan opnieuw gerealiseerd te worden.
Figuur 49. Gewenste ruimtelijk-economische structuur
@ Grontmij Belgroma 143
LEGENDE Knokke bestaande industriezone
N4 4
inbreiding regionale bedrijvigheid
Eeklo
suggestie bijkomend regionaal bedrijventerrein
99
N4
Brugge Oostende
KMO-zone Aalter-Brug
bijkomende KMO-zone
Sturzo
nieuwe lokale handel- en dienstenzone Industrieterrein-Oost Lakeland
te herbestemmen
Industrieterrein-West Langevoorde
Vaart- Zuid
Sint-Maria-Aalter Bellem
Aalter-Centrum
Lobulck
N3
7
Gent Brussel
Lotenhulle
Tielt
Poeke
N4 09
Deinze
K:\12105\Fase_50_ontwerp\cd\Corel\GRS_ruimtelijke-economische- structuur.cdr
E40
RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN AALTER
FIG. 49 : Gewenste ruimtelijkeconomische structuur Datum : 11/02/2003 Opdrachtgever : Gemeente Aalter Bron :
Schaal: 1/65000
RICHTINGGEVEND GEDEELTE 12_105\RAP\GRS030930.doc
3.4
gewenste lijninfrastructuur
3.4.2
ruimtelijk concept
3.4.1
visie en doelstellingen
3.4.2.1
categorisering van wegen
Voor Aalter wordt globaal gezien een grotere verkeersveiligheid en – leefbaarheid nagestreefd. Dit betekent dat de infrastructuur moet gericht zijn op de vermindering van het aantal en de ernst van de ongevallen, en dat de omgevingshinder door het verkeer in de woongebieden moet verminderd worden. Daarnaast wordt er ook gestreefd naar de vermindering van de autoverplaatsingen door het stimuleren van andere vervoerswijzen, en wordt de bereikbaarheid van het centrumgebied selectief. Daarbij wordt ook gewerkt aan een samenhang tussen de verschillende ingrepen. Dit mogen immers geen geïsoleerde acties zijn, maar moeten passen binnen een ruimer concept.
De gemeente bouwt een hiërarchie in in het wegennet op lokaal niveau, in navolging van de provincie Oost-Vlaanderen en het Vlaamse Gewest op hun respectievelijke niveaus. Het ruimtelijk beleid wordt op deze categorisering afgestemd. Dit uit zich o.m. in het niet verder ontwikkelen van woonstructuren langs de Tieltsesteenweg waar geen nieuwe rechtstreekse toegang tot particulier terrein kan bekomen worden. Voor Aalter worden in het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen de volgende wegen geselecteerd: - hoofdweg: E40; - primaire weg I: N44 (Knokkeweg); - primaire weg II: N37 (Tieltsesteenweg). In het voorontwerp van Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan OostVlaanderen worden de volgende wegen geselecteerd op het grondgebied van Aalter: - secundaire weg I: geen selectie; - secundaire weg II: N409 (Steenweg op Deinze – Heirstraat); - secundaire weg III: geen selectie. De gemeente maakt een onderscheid tussen drie types lokale wegen: - lokale weg type I: lokale verbindingsweg; - lokale weg type II: gebiedsontsluitingsweg; - lokale weg type III: erftoegangsweg. De selecties op lokaal niveau zijn de volgende: - lokale weg type I: - N499 (Urselweg); - Nevelestraat; - Wingenestraat – Blekkervijverstraat Knesselarestraat;
–
@ Grontmij Belgroma 144
RICHTINGGEVEND GEDEELTE 12_105\RAP\GRS030930.doc
-
-
lokale weg type II: - Brugstraat – Stationsstraat – Lostraat; - Aalterstraat – Stratem – Sint-Maria-Aalterstraat; - Zouter – Bakensgoed; - Brouwerijstraat; - Weibroekdreef; - Bellemstraat; - Oostmolenstraat – Bellemdorpweg; - Moerstraat – Leistraat – Kloosterstraat; - Eksterstraat – Pauwelsbos – Zuttershoek; - Mariahovelaan; - Lotenhullestraat – Prinsenstraat – Lobulckstraat; - Lodorp – Poekestraat – Kasteelstraat Poekedorpstraat – Ruiseledestraat; lokale weg type III: alle andere wegen van de gemeente.
De heraanleg van een leefbare doortocht op de N409 in Lotenhulle vormt voor de gemeente een absolute prioriteit. Aandachtspunten hierbij zijn onder meer: aangepaste snelheid, oversteekbaarheid, goede fietsvoorzieningen, ruimteljike kwaliteit en samenhang.
–
Ook in de overige kernen wordt gewerkt aan een gelijkaardige aanpak. Daarbij wordt een kwalitatieve vormgeving beoogd met aandacht voor het verblijfskarakter en de specifieke kenmerken van elke kern: - Aalter-Brug: Sint-Godelievestraat; - Bellem: Bellemdorpweg en dorpsplein (recent gerealiseerd); - Lotenhulle: Lodorp; - Poeke: Poekedorpstraat met dorpsplein; - Sint-Maria-Aalter: Wingenestraat – Blekkervijverstraat. In de woonstraten en de woonwijken wordt zone 30 ingevoerd, met in principe gemengd verkeer.
Figuur 50. Categorisering van de wegen 3.4.2.3 3.4.2.2
herinrichting centrumgebieden
De centrumgebieden van de verschillende kernen vergen een aangepaste inrichting die het verblijfskarakter ervan benadrukt. Aalter-Centrum wordt selectief bereikbaar en er wordt een sturend parkeerbeleid ingevoerd. - as Brugstraat – Stationsstraat – Lostraat: enkel bestemmingsfunctie; - polyvalente inrichting van het centrumgebied; - opmaak parkeerbeleidsplan met bewegwijzerde parkeerroute; - herwaardering en verbeterde ontsluiting van de stationsomgeving.
openbaar vervoer
In verband met het treinverkeer wordt het volgende vooropgesteld: - Aalter-station wordt opgewaardeerd tot IC-station. Vanaf 2001 stopt er één IC-trein en één stoptrein per uur richting Gent en Oostende. Het treinaanbod in Aalter stijgt met ca. 50% (van 69 tot 103 treinen per dag). - Opvoering van de snelheid tot 200 km per uur na de aanleg van het derde en het vierde spoor. - Parkeer- en spoorstation richting Gent-Brussel, met verzorgde overstapaccommodaties voor openbaar vervoer, fiets en auto. - Behoud van het aanbod en herwaardering van de stationsomgevingen in Bellem en in Sint-Maria-Aalter. Wat het busverkeer betreft wordt gestreefd naar de opbouw van een samenhangend streekvervoernetwerk gebaseerd op de @ Grontmij Belgroma 145
LEGENDE
Knokke Ursel
hoofdweg
N44
Knesselare
primaire weg I 99
N4
primaire weg II
Eeklo
secundaire weg II
Brugge Oostende
lokale weg I lokale weg II leefbare doortocht spoorlijn - Station- halte
Wingene
Hansbeke
Gent Brussel
N3
RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN AALTER
Ruiselede
Nevele
N4 09
Deinze
K:\12105\Fase_50_ontwerp\cd\Corel\lijninfrastructuur_GRS.cdr
Tielt
7
E40
FIG. 50 : Categorisering van de wegen Datum : 11/02/2003 Opdrachtgever : Gemeente Aalter Bron :
Schaal: 1/65000
RICHTINGGEVEND GEDEELTE 12_105\RAP\GRS030930.doc
complementariteit trein – bus en naar het waarborgen van een basismobiliteit. In het recente verleden werden hiertoe reeds een aantal projecten uitgevoerd: - Vanaf oktober 2000 werd de lijn 87 (Maldegem – Aalter – Deinze) versterkt als verbindende stamlijn. Er werd een uurdienst ingevoerd tussen Knesselare en Aalter, met een verlenging naar Lotenhulle – Poeke en naar Maldegem tijdens de spitsuren. - Vanaf november 2000 werd een belbussysteem ingevoerd voor het gebied Aalter-Maldegem. Er zijn twee belbussen, waarvan er één Aalter-station als vertrekbasis heeft. Tijdens de eerste vier maanden steeg het gebruik van de belbus gestaag van 545 (november 2000) naar 1.811 (maart 2001) vervoerde reizigers per maand. Het gebruik is het hoogst op weekdagen. Verder worden de volgende acties vooropgesteld: - Markt- en haalbaarheidsonderzoek ivm. een mogelijke versterking van lijn 64 als verbindende stamlijn tussen Eeklo, Aalter en Tielt, en van lijn 15 als ontsluitende verbinding tussen Gent en Lotenhulle. - Uitbouw van Aalter-station als overstappunt trein – bus, met verzorgde overstapaccommodatie en een onderlinge afstemming van de uurregelingen. - Uitbouw van Lotenhulle (en Knesselare) tot overstappunten bus – bus.
3.4.2.4
fietsers en voetgangers
In de gemeente Aalter wordt in verschillende fases een geïntegreerd fietsroutenetwerk uitgebouwd. De gemeente selecteert hierbij de lokale fietsroutes in aanvulling op het provinciale fietsroutenetwerk. Het bovenlokale fietsroutenetwerk bestaat uit:
-
non-stop hoofdroutes: hoogwaardige fietsroutes voor langeafstandsverplaatsingen, zoveel mogelijk conflictvrij (bv. langs spoorlijnen, jaagpaden, fietsweg parallel met de N44, enz.); - bovenlokale fietsroutes: fietsverbindingen tussen woonkernen en bestemmingen van bovenlokaal belang; het kan gaan om fietsvoorzieningen langs verkeerswegen of alternatieve rustige fietsroutes langs parallelle trajecten (bv. landelijke wegen). De lokale fietsroutes zijn fietsverbindingen van lokaal belang. Het gaat meestal om trajecten waar geen aparte fietsvoorzieningen nodig zijn (bv. verblijfsgebieden, landelijke wegen, enz.) of om lokale doorsteken in bouwblokken. Het is de bedoeling om langsheen het fietsroutenetwerk voorzieningen aan te brengen die het fietsverkeer comfortabeler maken: - wegwerken van hiaten, barrières en knelpunten; - comfortabele fietsstallingen, voldoende dicht bij belangrijke bestemmingen (bv. gemeentehuis, sportcentrum, winkelconcentratries, enz.); - bike-and-ride: afstemming van fietsroutes op de drie stations, fietsstallingen aan de belangrijkste bushalten, overdekt en beveiligd aan de stations, eventueel gekoppeld aan fietsverhuurdienst en –herstelplaats; - fietsroutes door industrieterrein, korte fietsroute naar station en centrum; - goede bewegwijzering van de fietsroutes. Ook voor de voetgangers wordt gestreefd naar een samenhangend netwerk, waarbij de continuïteit en de uniforme vormgeving belangrijk zijn: - In alle centrum- en woonstraten wordt bij de heraanleg een voldoende brede en comfortabele voetgangersruimte voorzien (min. 100 cm obstakelvrije loopweg; min. 150 cm voetgangersruimte vanaf een rooilijnbreedte van 9 m). - De verschillende wegbeheerders hebben bijzondere aandacht voor een goede en veilige oversteekbaarheid van @ Grontmij Belgroma 146
RICHTINGGEVEND GEDEELTE 12_105\RAP\GRS030930.doc
-
-
-
verkeerswegen en beperkte wachttijden voor voetgangers aan verkeerslichten. Bij alle herinrichtingsprojecten wordt rekening gehouden met een toegankelijkheid voor rolstoelpatiënten, kinderwagens, blinden, enz. Aantrekkelijke, korte en veilige looproute naar het station; aantrekkelijkere inrichting van de voetgangerstunnel; parkeervrije voetpadverbredingen aan bushalten, toegangen tot publieke gebouwen, kruispunten, enz. Streven naar looptijdverkorting door het creëren van voetgangersdoorsteken door binnengebieden (bv. de Warande). Aantrekkelijke en sociaalveilige looproutes tussen langparkeerplaatsen en het centrumgebied.
3.4.3
uitwerking
3.4.3.1
ombouwen van de N44 en de N37 tot primaire wegen
De categorisering in het RSV van de N44 tot een primaire weg I en van de N37 tot een primaire weg II zal in de volgende jaren moeten gerealiseerd worden. Dit heeft zijn gevolgen op het verkeerskundig en ruimtelijk functioneren van Aalter. De ombouw van deze wegen is een bevoegdheid van het Vlaamse Gewest. Hieronder formuleert de gemeente Aalter een suggestie naar de hogere overheid toe ivm. de herinrichting ervan. -
In plaats van de huidige rotonde aan de E40 moet er een nieuwe verkeerswisselaar komen, waarop de E40, de primaire wegen en de N409 op aansluiten. De wegen van een lager niveau worden op een tweede niveau met elkaar aangesloten.
-
Op de N44 zullen de kruispunten moeten aangepast worden volgens de inrichtingsprincipes van primaire wegen I. Daarbij moet voldoende aandacht besteed worden aan voetgangers en fietsers.
-
De N44 moet ook stedenbouwkundig ingepast worden in zijn omgeving. Dit kan in de eerste plaats door een lineaire groenstructuur te voorzien. Ook kunnen geluidswerende maatregelen getroffen worden ter hoogte van het centrumgebied. Gekoppeld aan een lineaire groene bufferstrook kan een noord-zuid-fietsroute aangelegd worden parallel met de N44. De verbindingen tussen Aalter-Centrum enerzijds en Lotenhulle en Aalter-Brug anderzijds zijn hierin heel belangrijk.
@ Grontmij Belgroma 147
RICHTINGGEVEND GEDEELTE 12_105\RAP\GRS030930.doc
3.4.3.2
ondersteunende maatregelen
Om de visie en de doelstellingen ivm. de gewenste lijninfrastructuur te realiseren worden een aantal ondersteunende maatregelen uitgewerkt. - vervoersmanagement woon-werk- en woon-winkelverkeer (bedrijfsvervoerplannen, informatie, sensibilisatie, vervoersorganisatie, financiële tegemoetkomingen); - vervoersmanagement woon-schoolverkeer (informatie, sensibilisatie, vervoersorganisatie); - tarifering openbaar vervoer en parkeren; - handhavingsbeleid; - beleidsondersteuning.
Figuur 51. Synthese van de gewenste ruimtelijke structuur
@ Grontmij Belgroma 148
LEGENDE centrumgebied woonkern
III.
ie Dr
gehucht/woonlint Woonkorrel
sb
Aalter-Brug
woonpark: Loveld en Beukenpark- BosheideAalterveld-Ganzeplas
k ee
bestaande industriezone er sb ee k
inbreiding industriezone
Zo ut
suggestie bijkomend regionaal bedrijventerrein k Brielbee
KMO-zone
Oostm
olenb
eek
bijkomende KMO-zone
Aalter-Centrum nieuwe lokale handels- en dienstenzone
Sint-Maria-Aalter
Deelgebied I.
Bellem
Deelgebied II.
k ee
ut Ke
elb
Deelgebied III. Deelgebied IV. hypothese grote eenheden natuur
Be lle
m
be ek
bosgebied Sint-Maria-Aalter Kranepoel
I.
beekvalleien
II.
open-ruimtecorridor in Sint-Maria-Aalter en Lotenhulle ecologische verbinding over E40 buffer tussen Aalter-Centrum en industriegebied overgangsgebieden tussen kernen en de open ruimte
Lotenhulle
Neers
chuu
landschappelijke structuren
rbeek
Poeke
IV.
k
Poekebee
K:\12105\Fase_50_ontwerp\cd\Corel\GRS-Synthese-2.cdr
RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN AALTER
FIG. 51: Synthese gewenste ruimtelijke structuur Datum : 18/09/2003 Opdrachtgever : Gemeente Aalter Bron :
Schaal: 1/65000
RICHTINGGEVEND GEDEELTE 12_105\RAP\GRS030930.doc
4
ONTWIKKELINGSPERSPECTIEVEN VOOR DE DEELRUIMTEN
4.1
Aalter-Centrum en de omringende open ruimte
4.1.1
algemeen
Aalter-Centrum wordt uitgebouwd als de belangrijkste kern. Het gewenste voorzieningenniveau voor de gemeente wordt uitgebouwd binnen Aalter-Centrum. Ook inzake woonfunctie weegt AalterCentrum veruit het zwaarst door. De doelstellingen op korte en middellange termijn zijn erop gericht om de voorzieningen volledig op het peil te brengen van de behoeften van de gemeente, en om tegelijkertijd het ruimtelijk kader te scheppen of te verfijnen dat de aanwezigheid van deze voorzieningen ondersteunt. De voorzieningen, die geconcentreerd worden in Aalter-Centrum, omvatten openbare en particuliere dienstverlening en handel in al hun facetten: medische verzorging, scholen, culturele, sociale en recreatieve voorzieningen, winkels, enz. Het centrumgebeuren en de verzorgingsfunctie van Aalter worden vormgegeven en verder uitgebouwd met de nodige dichtheid en uitstraling. Enkele wooninbreidingsprojecten en de herinrichting van de stationsomgeving moeten het centrum een nieuwe impuls geven.
4.1.2
het commerciële hart
De voorzieningen worden aangeboden in een kleinschalig ruimtelijk kader, waarin openbare dienstverlening en handel sterk met elkaar verweven zijn. Het centrumgebeuren wordt opgebouwd rond enkele bestaande en te verwezenlijken strategische locaties. Dit zijn o.m. het station, de Markt en de Boomgaard. Het gewicht van de commerciële functies ligt in de Stationsstraat-Lostraat, tussen het station en het klein rond punt. Een parallelle as met openbare dienstverleningsfuncties en ondersteunende voorzieningen (parking) wordt gevormd langsheen de Europalaan. Tussen de ronde punten op de Lostraat worden middenschalige commerciële activiteiten toegelaten. Deze activiteiten kennen een grotere ruimte-inname dan de kleinschalige handelszaken in het centrum, maar kunnen toch verweven voorkomen met de woonomgeving. Ook in de Brugstraat, in het deel tussen de N44 en de Venecolaan, worden middenschalige commerciële activiteiten toegelaten, waar een bepaalde bedrijvigheid aan verbonden is (zoals garages, drukkerijen). Het betreft een activiteit die gericht is op gans de gemeente of de omliggende gemeenten als markt, en niet met een ruimere regionale attractiviteit. Ter hoogte van de verkeerswisselaar met de E40 wordt een lokale handels- en dienstenzone ontwikkeld, net ten noorden van de autosnelweg. Dit vormt een strategisch project voor Aalter-Centrum en vormt een poort tot de kern. De locatie wordt ingericht op basis van de te vernieuwen verkeerswisselaar.
@ Grontmij Belgroma 149
RICHTINGGEVEND GEDEELTE 12_105\RAP\GRS030930.doc
4.1.3
de interne verkeerscirculatie
Teneinde het centrum niet overmate te belasten moet er een goede verkeersgeleiding aanwezig zijn naar de parkeerplaatsen. De bestaande ruimtelijke structuur met de Europalaan als ondersteunende as voor het centrum, wordt in deze optiek zeer positief geëvalueerd. De ontsluiting vanuit de kernen moet tevens gecoördineerd worden met de regionale ontsluiting van Aalter-Centrum. Bijzondere aandacht voor deze problematiek is vereist bij de herinrichting van de N44 en het rond punt. De oost-west-ontsluiting is zeer belangrijk: AalterCentrum moet over twee overgangen met de N44 (LindestraatBrouwerijstraat en Sint-Maria-Aalterstraat) kunnen blijven beschikken. Binnen het gebied ten noorden van de spoorweg, is er een beperkte ontwikkeling van handel en dienstverlening langs de Brugstraat, tussen de Tervennelaan en de Drogenbroodstraat. De verkeersveilige inrichting van de Drogenbroodstraat wordt hierop afgestemd. Doorgaand verkeer op de as Stationsstraat-Drogenbroodstraat wordt ontmoedigd door een routeverlegging aan het station.
4.1.4
nieuwe woningbouwprojecten afwisselend in het noorden en het zuiden van Aalter-Centrum
Aalter-Centrum wordt in haar functie als centrum ondersteund door een belangrijke woonfunctie. De woonfunctie kenmerkt zich door een relatief hoge woningdichtheid en een specifiek en gevarieerd aanbod van woningtypes (o.m. appartementen, halfopen en gesloten bebouwing, e.a.). Het accent wordt gelegd op wooninbreidingsprojecten.
Aalter-Centrum wordt geconcipieerd als één geheel; er wordt geen onderscheid gemaakt tussen een noordelijk en zuidelijk deel. De barrièrewerking van de spoorweg wordt geminimaliseerd. De stationsomgeving fungeert hier als scharnierpunt. Bij de verdere uitbouw van Aalter-Centrum gebeurt de aansnijding van de woongebieden en de woonuitbreidingsgebieden gefaseerd. Daarbij wordt afwisselend een deel in het noorden en een deel in het zuiden gerealiseerd. Prioritaire projecten voor de korte termijn betreffen de invulling van het binnengebied de Warande en de uitbouw van de stationsomgeving in samenhang met het woonuitbreidingsgebied Houtem. - De Warande is een woningbouwproject met ca. 135 woongelegenheden. Het project bevindt zich in ontwerpfase; - De stationsomgeving omvat de ingesloten ruimte ten noorden van het station en een gedeelte van het woonuitbreidingsgebied Houtem. Hier wordt voorzien in een multifunctionele uitbouw met beperkte handel, woningen, parking (park & ride), met integratie van het station en een bestaand grootwarenhuis. Tevens wordt de noord-zuid-verbinding heringericht. Voor dit project is thans een BPA in opmaak. Voor de verdere uitbouw van Aalter is eveneens het woonuitbreidingsgebied Houtem aangewezen. Hierdoor wordt er in eerste instantie beoogd de woonwijk Ter Weibroek uit zijn isolement te halen en nauwer te laten aansluiten bij Aalter-Centrum. Op lange termijn (voorbij de planperiode) voorziet het structuurplan in een strooksgewijze uitbouw van het woongebied aan oostelijke zijde. De woonstroken worden onderbroken door open ruimte/natuurlijke structuren met een sterk passief recreatieve uitbouw. De Oostmolenbeek wordt gehanteerd als principiële drager van de natuurlijke structuur. Langsheen deze natuurlijke structuren wordt de recreatieve verbinding van Aalter-Centrum met het open ruimte gebied gelegd. Tevens wordt een ecologische verbinding gelegd tussen de Oostmolenbeek en het natuurgebied Stalingsgoed. @ Grontmij Belgroma 150
RICHTINGGEVEND GEDEELTE 12_105\RAP\GRS030930.doc
Het meest oostelijk deel en het deel ten noorden van de spoorweg moeten volledig als open ruimte behouden blijven ter ondersteuning van de omliggende woonstructuren. Aan deze open ruimte wordt een recreatief medegebruik toegekend. In dit verband zal het woonuitbreidingsgebied tussen de Weibroekdreef en de Bellemstraat geschrapt worden. In het zuidelijk deel wordt de uitbreiding van de woonwijk aan de SintJozefstraat voorzien. De bestaande semi-natuurlijke structuur (kasteelpark) ter hoogte van het kasteel van Loveld, wordt weerhouden als grens en overgangsgebied tussen de dichte bebouwing van Aalter-Centrum en het woonpark Loveld. Met uitzondering van de zuidwestelijke woonwijk en de sport- en recreatie-infrastructuur, vormt de N44 een grens aan het bebouwd gebied. Verdere ontwikkeling van de woonfunctie aan de westelijke zijde is beperkt tot datgene wat nodig is om de bestaande woongemeenschap te vervolledigen, tenzij de woonfunctie zich opdringt als de beste invulling van bepaalde zones. In die optiek wordt de bufferzone tussen Stratem en de E40 op lange termijn omgevormd tot woonuitbreidingsgebied. De zone heeft immers slechts een beperkte agrarische waarde en quasi geen natuurwaarden.
4.1.5
de relatie met de omgeving
Aalter-Centrum onderhoudt een nauwe band met het openruimtegebied ten westen van de N44. Dit open-ruimtegebied ondersteunt de kern en verzorgt de behoeften inzake recreatie van Aalter-Centrum. De open ruimte van het westelijk gebied, gelegen tussen de E40 en de oude kanaalarm, wordt uitgebouwd in functie van een ondersteuning van Aalter-Centrum en haar recreatieve behoeften. Een sterk accent
wordt gelegd op natuurinrichting, landschapsinrichting en recreatief medegebruik. Het project van natuurinrichting van de Charlestonstraat (cfr. GNOP) is hiertoe een eerste aanzet. Er wordt tevens een verbinding voorzien tussen enkele versnipperde bosgebieden, en er komt een recreatieve verbinding tussen de sport- en recreatie-infrastructuur van Aalter, het domein Manewaarde, de oude kanaalarm en het kanaal. De campingzone en het domein Manewaarde worden als een recreatief attractiepunt weerhouden. De vooropgestelde ontwikkelingen worden ingepast in de verdere agrarische uitbating van het gebied. Aan zuidelijke zijde vormt de ontwikkeling aan de geplande, nieuwe verkeerswisselaar met de E40 de grens van het woongebied. In het noorden onderhoudt Aalter-Centrum minimale relaties met het bedrijventerrein. In de mate van het mogelijke in de huidige ruimtelijke context wordt een buffer uitgebouwd tussen het woongebied en het industriegebied. Ook in het gebied ten oosten van Aalter-Centrum en ten westen van Bellem primeert de agrarische functie. Ter ondersteuning van de omgevende bebouwing wordt evenwel een belangrijk accent gelegd op natuur- en landschapsinrichting. De inrichting van sterke landschapsen natuurlijke structuren vertrekt van de beekvalleien en bestaande natuurgebieden. Aldus verwerft het gebied een verhoogde landschapsbelevings- en recreatieve waarde. Aalter-Centrum bezit zeer goede verbindingen met de verschillende woonkernen en dit zowel voor de wagen, de fiets als de bus. Verschillende aspecten worden in beschouwing genomen: - verkeersveiligheid; - kortste route, gericht op attractiepolen (station, scholen, commercieel centrum, …); - geleiding, o.m. naar de parkings.
@ Grontmij Belgroma 151
RICHTINGGEVEND GEDEELTE 12_105\RAP\GRS030930.doc
Ten aanzien van de bovenlokale verkeersinfrastructuur wordt in de mate van het mogelijke gestreefd naar gescheiden netwerken, met minimalisatie van de barrièrewerking. Zowel de stedelijke als de openruimtestructuren lopen door over de bovenlokale lijninfrastructuren heen. Het bovenlokaal, doorgaand verkeer wordt zoveel mogelijk gescheiden van het lokale verkeer. Aalter benut de bovengemeentelijke infrastructuur, o.m. ten behoeve van de ontsluiting van de bedrijventerreinen en woon-werk-verkeer. Nochtans wenst de gemeente het doorgaande verkeer niet naar het centrum te trekken. Er worden geen grootschalige commerciële activiteiten geënt op het doorgaande verkeer.
@ Grontmij Belgroma 152
RICHTINGGEVEND GEDEELTE 12_105\RAP\GRS030930.doc
4.2 4.2.1
de kanaalzone met aanpalende industrie en Aalter-Brug algemeen
De kanaalzone wordt uitgebouwd tot een goed functionerende en kwalitatieve woonomgeving en een dynamisch regionaal bedrijvencentrum met ontwikkelingsperspectieven. Aalter-Brug wordt hersteld tot een kwalitatieve woonkern, waarvan het centrum gelegen is aan de Sint-Godelievestraat, ten westen van de N44. Tegelijk wordt ook de uitbreiding van de regionale bedrijvigheid goed gestructureerd. Het ruimtelijk concept van twee ruimtelijke lagen wordt hierbij toegepast.
4.2.2
de uitbouw van Aalter-Brug
In Aalter-Brug staat de opwaardering van de woonomgeving voorop. Dit vereist enkele nieuwe impulsen om naar de toekomst toe een dynamische leefgemeenschap te kunnen garanderen. Het belangrijkste knelpunt hierbij vormt de doorsnijding door de N44. Het accent van verdere ontwikkeling wordt aan de westzijde gelegd. Hier worden bijkomende centrumfuncties voorzien, ter versterking van de reeds bestaande functies (kerk, handelsactiviteit, gemeentelijke feestzaal, e.a.). Met uitzondering van de school blijft de oostelijke zijde een woonwijk. De centrumfuncties moeten geconcentreerd worden rond het kerkplein. Inzake het ruimtelijk concept dient een goede interactie tussen de sociale woonwijk en het kerkplein tot stand gebracht te worden. Het kerkplein en de Sint-Godelievestraat worden in bovenstaande optiek heringericht. Het zwaartepunt ligt langs de SintGodelievestraat.
De attractiviteit die van het centrumgebeuren zal uitgaan, moet voldoende groot zijn om de oostelijke zijde erbij te betrekken. De attractiviteit kan worden bewerkstelligd door het optrekken van de bestaande functies of de uitbouw van nieuwe functies op sociaal, cultureel of recreatief vlak, en door een aangepaste ruimtelijke inrichting. De centrumfuncties die minimaal in Aalter-Brug dienen aanwezig te zijn, zijn dagdagelijkse voorzieningen op het niveau van de woonkern (school, kerkgemeenschap, e.a.) en dagdagelijkse goederen (bakker, kruidenier, e.a.). Sportinfrastructuur op het niveau van de woonkern van Aalter-Brug wordt gehanteerd als bijkomende katalysator. Deze infrastructuur wordt gesitueerd tussen de Weststraat en Brug Noord. Er is een goede verbinding noodzakelijk tussen het westelijke en het oostelijke deel van Aalter-Brug. Bijzondere aandacht moet gaan naar het inrichten van een verkeersveilige verbinding tussen beide delen onder de N44 en naar de aansluiting van de wijk met de N44. Brug Noord, met de onderdoorgang onder de brug van de N44, wordt aangeduid als de verbindingsweg tussen de oostelijke woonwijk van Aalter-Brug en het centrum van Aalter-Brug. Deze alternatieve verbinding tussen beide delen van Aalter-Brug is essentieel indien een regionaal bedrijventerrein gerealiseerd wordt op de site Woestijne. Daarbij moet een alternatieve ontsluiting gerealiseerd worden voor de school langsheen de Urselweg. Dit gebeurt door een verbinding te creëren tussen de school en de weg Brug Noord. Tenslotte wordt het nog niet aangesneden woongebied aan de oostelijke zijde verder ingevuld. Deze nieuwe woonuitbreiding moet bijdragen tot de nodige revitalisatie van Aalter-Brug en de centrumfuncties.
@ Grontmij Belgroma 153
RICHTINGGEVEND GEDEELTE 12_105\RAP\GRS030930.doc
4.2.3
suggestie tot uitbreiding van de regionale bedrijvigheid
In het voorontwerp van Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan OostVlaanderen (september 2002) krijgt de gemeente Aalter een taakstelling toebedeeld van 30 ha bijkomende regionale bedrijventerreinen. De precieze lokalisatie en afbakening van die bijkomende regionale bedrijventerreinen zal gebeuren in een provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan. De voorkeur van het gemeentebestuur van Aalter gaat uit naar een bijkomend regionaal bedrijventerrein op de site Woestijne, gelegen tussen de Urselweg (N499) en het kanaal Gent-Oostende, ten oosten van Aalter-Brug. De site Woestijne kan ontsloten worden via de Urselweg (N499) naar de N44 toe, en kan gebruik maken van het kanaal. Het gebied bevindt zich vrij dicht tegen Aalter-Brug, maar kan sterk gebufferd worden ten opzichte van het woongebied. De ontsluiting via de Urselweg vereist een herinrichting van deze weg en een alternatieve ontsluiting van de school. Het gebied Woestijne sluit ruimtelijk aan bij het bedrijventerrein Lakeland, gelegen aan de overkant van het kanaal. Dit beperkt tevens de visuele impact van het terrein op het omliggende landschap. Dit landbouwgebied bezit trouwens weinig ecologische en recreatieve waarden en potenties. Het is noodzakelijk dat op het moment van uitgifte van het regionaal bedrijventerrein de voorzieningen in verband met de ontsluiting en de buffer tussen het bedrijventerrein en de woonkern gerealiseerd zijn. De twee bestaande grote bedrijventerreinen, Lakeland en Langevoorde, worden beiden ontsloten via de N44 en zijn gelegen aan het kanaal Gent-Oostende. Deze bestaande bedrijventerreinen zijn momenteel reeds volledig ingenomen. Een kleine zone ten oosten van de huidige bedrijvigheid in Lakeland is industrieterrein volgens het gewestplan, en nog niet aangesneden. Dit zal verder ingevuld worden.
@ Grontmij Belgroma 154
RICHTINGGEVEND GEDEELTE 12_105\RAP\GRS030930.doc
4.3
de woonparken en het Markettebos
Deze zone, gesitueerd aan beide zijden van de E40, bezit hoge natuurwaarden en heeft veel potenties tot natuurontwikkeling. Deze worden echter gedeeltelijk teniet gedaan door de doorsnijding van de E40. Het accent binnen deze deelruimte wordt gelegd op de verdere natuurontwikkeling als een ecologisch netwerk dat aansluit bij de vallei van de Poekebeek-Neerschuurbeek. Het geheel moet een natuurgebied vormen van regionaal belang. Het is als dusdanig ook opgenomen in het ruimtelijk structuurplan van de gemeente Nevele. Om het effect van de doorsnijding van de E40 te verminderen zou over de autosnelweg heen een bestaande brug uitgebouwd kunnen worden tot ecologische verbinding (Cromekestraat). Tevens wordt een beperkte uitbreiding van het natuurgebied voorzien. In dit gebied wordt eveneens een zo groot mogelijke integratie van het woonpark in het natuurgebied beoogd. Indien niet ten volle ecologisch, wordt op zijn minst een landschappelijke integratie nagestreefd. Hiertoe zullen door het gemeentebestuur richtlijnen voor de inrichting van het woonpark opgesteld worden.
@ Grontmij Belgroma 155
RICHTINGGEVEND GEDEELTE 12_105\RAP\GRS030930.doc
4.4
Bellem en het noordelijk landbouwgebied
4.4.2
4.4.1
Bellem als dorp in het groen
Een andere belangrijke doelstelling bestaat erin om de relatie met het kanaal te herstellen. Deze is namelijk door de autonome ontwikkeling van Bellem verzwakt. Dit komt tot uiting in het afnemende belang van de Museumstraat.
Bellem wordt verder uitgebouwd tot een attractieve, volwaardige woonkern, omgeven door een mooie open-ruimtegordel. Deze openruimtegordel bestaat uit het Markettebos in het zuiden en het open agrarisch gebied in het westen, het noorden en het oosten. Bellem is een woongemeenschap die op korte tijd heel sterk gegroeid is. De doelstelling op korte en middellange termijn bestaat er dan ook in om geen verdere uitbreiding meer te voorzien, maar wel om de nodige aandacht te besteden aan de versterking van de leefgemeenschap. Slechts op lange termijn kan gedacht worden aan verdere uitbreiding, en dan nog sterk gefaseerd. Deze versterking van de leefgemeenschap gebeurt vooral door een goed ingericht, samenhangend centrumgebied uit te bouwen. Bepalend hierbij is de herinrichting van het openbaar domein van de Bellemdorpweg en het kerkplein. De recente herinrichting van het kerkplein heeft reeds voor een ondersteuning van deze centrumfunctie gezorgd. Eenzelfde bijdrage aan de woonkwaliteit wordt nagestreefd voor de rest van het openbaar domein. Mogelijkheden hierbij zijn de Museumstraat of de groene verbinding tussen het kerkplein en de school aan de Lotenhullestraat. Aan de westzijde wordt erover gewaakt dat de open ruimte behouden blijft, zodat de groene gordel van Bellem aaneengesloten blijft en het dorp goed identificeerbaar is. Door landschapsinrichting wordt de belevingswaarde van de open ruimte versterkt.
de relatie met het kanaal
De relatie tussen dorp en kanaal situeert zich in de eerste plaats op toeristisch-recreatief vlak. Bellem moet het verwelkomingspunt worden op de fietsroute langsheen het kanaal en de fietser vandaar Aalter binnenleiden. Er wordt dan ook geen verdere invulling voorzien van de ambachtelijke zone langsheen het kanaal. Dit gebied krijgt dan ook een herbestemming die kadert binnen de visie op Bellem als dorp in het groen. Bellem-Brug blijft een klein gehucht. De wijk is inzake voorzieningen aangewezen op Bellem, maar is door de barrièrewerking van het kanaal toch een vrij zelfstandige entiteit. Ondersteuning van de woonfunctie bestaat vooral in de aandacht voor een kwalitatief openbaar domein. In het bijzonder wordt het openbaar domein aan het kanaal verzorgd, om als focus voor de wijk te fungeren. Daarnaast kan het leegstaande bedrijfsgebouw aangepast worden aan de woonfunctie.
4.4.3
het noordelijk landbouwgebied
Het noordelijk landbouwgebied vormt een aaneengesloten geheel vanaf de Oostmolenstraat en de Mariahovelaan tot het gebied ten westen van Aalter-Brug. Het is een agrarisch gebied van het Houtlandtype. De natuurwaarden zitten vervat in de aanwezigheid van de talrijke kleine landschapselementen.
@ Grontmij Belgroma 156
RICHTINGGEVEND GEDEELTE 12_105\RAP\GRS030930.doc
Het beleid voor het noordelijk landbouwgebied is in de eerste plaats gericht op het behoud van de agrarische functie. Secundair wordt een coherent beleid gevoerd van landschapsinrichting en natuurontwikkeling via de ontwikkeling van structuren van kleine landschapselementen. Dit beleid wordt in de eerste plaats toegepast op het gebied ten noordoosten van Bellem. De huidige inrichting van dit gebied (bodemgebruik en voorkomen van kleine landschapselementen) leunt het best aan bij bovenstaande doelstelling. Tevens kan hiermee een ecologische verbinding gerealiseerd worden tussen Vrekkem in het noorden en Zomergem in het oosten. Deze ecologische uitbouw wordt tevens ondersteund door het ruimtelijk structuurplan van de gemeente Zomergem.
@ Grontmij Belgroma 157
RICHTINGGEVEND GEDEELTE 12_105\RAP\GRS030930.doc
4.5
de bossen rond Sint-Maria-Aalter
4.5.1
Sint-Maria-Aalter op een dambordstructuur
Sint-Maria-Aalter dient zich te typeren als een attractieve woonkern omgeven door bossen. De dambordstructuur, herkenbaar in de wegenis en de dreven, verbindt de woonkern met de open ruimte en structureert het geheel. Deze structuur kent een historische verankering en werkt identiteitsversterkend. De dambordstructuur wordt binnen de woonkern sterker tot uiting gebracht in de wegenis en verkavelingsconcepten. Binnen de open ruimte blijven de ontginningsdreven structurerend als dreven, houtkanten en wegenis. Ook de geïsoleerde ligging werkt identiteitsversterkend. De uitdaging bestaat erin om voldoende de relatie met Aalter te onderstrepen. De verbindingen met Aalter (Aalterstraat-Stratem, openbaar vervoer) zijn hiervoor cruciaal. Het centrumgebeuren van Sint-Maria-Aalter speelt zich af langs de Wingenestraat, tussen het kruispunt met de Aalterstraat en dat met de Egypteveldstraat-Zouter. Het woongebied is nog volop in ontwikkeling. Het zal verder afgewerkt worden met een diversiteit van woningtypes (open, halfopen en gesloten bebouwing). Langs of aansluitend op de Wingenestraat zijn bijna uitsluitend woningtypes met een hogere dichtheid, zoals aaneengesloten bebouwing, opportuun. Belangrijk voor de goede ruimtelijke structuur van het woongebied is het structureren van de wegenis door het opstellen of in uitvoering brengen van rooilijnenplannen, met behoud van de dichte woonstructuur aan de Wingenestraat. Deze moeten betrekking hebben op de wegen en in de mate van het mogelijke ook op wandel- en fietsverbindingen. Op termijn moet op basis van deze plannen de wegenis adequaat ingericht worden. Dit zal de samenhang tussen de oudere delen en de nieuwbouw ten goede komen.
Bestaande kleine stegen kunnen ingeschakeld worden als fiets- en voetgangersassen. In het bijzonder dient een goede verbinding voor fietsers en voetgangers vanuit het woongebied met het centrumgebied aan de Wingenestraat en met de sport- en recreatieterreinen gerealiseerd te worden.
4.5.2
de bossen en natuurgebieden
Sint-Maria-Aalter is omgeven door gebieden met zeer hoge natuurwaarden: de bossen, het kasteelpark van Schuurlo, en het Zouter. De ontwikkeling van deze bijzondere natuurwaarden binnen een gemeentegrensoverschrijdend ecologisch netwerk staat voorop. Vooral voor de grote bossen en natuurgebieden in openbaar eigendom (zoals Hooggoed, dat eigendom is van het Vlaams Gewest) wordt een duidelijk accent op natuurontwikkeling gelegd. Dit kan zich uiten in de omvorming van naald- naar loofhout en in de ontwikkeling van heiderestanten. Ook privé-eigenaars worden gestimuleerd ecologische meerwaarden in hun bosbeheersplan in te bouwen. Aan de zuid- en oostzijde worden de bossen plaatselijk uitgebreid om een samenhangend netwerk te vormen. Voor het domein Schuurlo, dat zich kenmerkt door zijn eikenbossen en vochtige weilanden, wordt zuidwaarts een aansluiting nagestreefd met het ecologisch waardevolle gebied Sint-Pietersveld. Het project Zouter, opgestart als maatregel van het GNOP, wordt ten volle ondersteund. Het open landbouwgebied tussen de woonkern van Sint-Maria-Aalter en Schuurlo, wordt weerhouden. Enkele opmerkelijke landschappelijke structuren, de vroegere ontginningsdreven (waaronder de dreef tussen het centrum en het kasteelpark), worden @ Grontmij Belgroma 158
RICHTINGGEVEND GEDEELTE 12_105\RAP\GRS030930.doc
met dreefbeplanting en kleine landschapselementen nog sterker naar voor gebracht. De open ruimte corridor aan het kerkplein wordt gevrijwaard van verdere lintbebouwing, zodat het centrum van Sint-Maria-Aalter intens met de omringende open ruimte verbonden kan blijven.
4.5.3
de gebieden ten noorden van de E40
Voor de natuurgebieden tussen de E40 en de spoorweg zijn de potenties sterk gereduceerd. Zij worden ondersteund, maar niet prioritair verder ontwikkeld. Voor de woonkern rond de opstapplaats van Sint-Maria-Aalter wordt geen verder woonuitbreiding voorzien. Rond de opstapplaats wordt een tweeledig recreatief focuspunt uitgebouwd onder de vorm van een speelpark of een buurtplein, dat identiteitsversterkend zal werken voor deze wijk. Wel moet hierbij rekening gehouden worden met de toekomstige aanleg van een derde en een vierde spoorlijn.
@ Grontmij Belgroma 159
RICHTINGGEVEND GEDEELTE 12_105\RAP\GRS030930.doc
4.6
Poeke, Lotenhulle en het kasteelpark
4.6.1
algemeen
Poeke en Lotenhulle worden beschouwd als twee afzonderlijke woonkernen, waartussen een specifieke relatie bestaat onder de vorm van het kasteelpark van Poeke. Dit kasteelpark zorgt enerzijds voor een ruimtelijke scheiding tussen de twee kernen, maar creëert anderzijds een ruimtelijk aaneengesloten geheel dat zich onderscheidt van de omliggende open ruimte.
attractief kader vormen als onthaalruimte voor bezoekers van het kasteelpark. Het dorpsplein is immers rechtstreeks verbonden met de ingang van het kasteelpark, via de Poekedorpstraat en de Kasteelstraat. Langsheen het dorpsplein wordt het centrumgebeuren van Poeke gelokaliseerd, met enkele handels- en horecazaken. De inrichting van het plein moet ook afgestemd worden op een toeristisch-recreatieve uitbating.
Lotenhulle is een woonkern op het niveau van Bellem en Sint-MariaAalter, terwijl Poeke zich op het lagere niveau van Aalter-Brug bevindt. Dit betekent dat in Poeke slechts een beperkt aantal voorzieningen aanwezig zijn, en dat Poeke hierdoor gedeeltelijk aangewezen is op Lotenhulle.
Het is de bedoeling dat de herinrichting van het dorpsplein een voorbeeld vormt voor de verdere vernieuwing van gans het dorp. De opwaardering van het ruimtelijk kader moet met andere woorden resulteren in een stimulans voor privé-eigendommen. Wooninbreidings- en renovatieprojecten, zoals dat van het oud klooster, worden aangemoedigd. Binnen de planperiode wordt geen woonuitbreiding voor Poeke voorzien.
4.6.2
4.6.3
Poeke als kasteeldorp
Een belangrijke doelstelling in verband met Poeke is dat het wordt uitgebouwd tot een klein dorp met een bijzondere uitstraling. Poeke moet een charmant en karaktervol dorp worden, als een aangename plaats om te wonen. De potentiële attractiviteit van Poeke ligt in de eerste plaats in de onmiddellijke nabijheid van het kasteelpark, met een natuureducatief centrum. Poeke wordt dan ook gedefinieerd als een kasteeldorp. Een tweede doelstelling is de uitbouw van Poeke als een knooppunt voor passieve recreatie, op gemeentelijk en zelfs op bovengemeentelijk niveau. Van cruciaal belang voor de ontwikkeling van Poeke is een kwalitatieve herinrichting van het dorpsplein. De Poekedorpstraat moet een levendige uitstraling krijgen als dorpscentrum en een
Lotenhulle
Lotenhulle wordt verder uitgebouwd tot een volwaardige woonkern, met een voorzieningenniveau dat vervat zit in een goed ingericht en ondersteunend centrum. Er wordt een goede samenhang bewerkstelligd tussen het westelijk en oostelijk deel, die van elkaar gescheiden worden door de Steenweg op Deinze (N409). Het gewicht van Lotenhulle wordt aan westelijke zijde gelegd; verdere woonuitbreiding en voorzieningen worden daar gesitueerd. De ontwikkelingen aan de oostelijke zijde hebben enkel betrekking op een beperkte invulling van woonuitbreidingsgebied om het bestaande woonweefsel en de samenhang met het westelijk deel te versterken.
@ Grontmij Belgroma 160
RICHTINGGEVEND GEDEELTE 12_105\RAP\GRS030930.doc
Om de vooropgestelde samenhang te bewerkstelligen worden aan het Kerkplein en Lodorp een centrumfunctie toegekend waar de inrichting van het openbaar domein op afgestemd wordt. Commerciële activiteiten en voorzieningen in Lodorp en ter hoogte van het kerkplein worden gestimuleerd. De aanzet tot die centrumfuncties wordt gegeven op de N409. De omgeving van het kruispunt van de Steenweg op Deinze (N409) met Lodorp wordt ruimtelijk uitgebouwd tot een ‘toegangspoort’ tot het centrumgebied. Dit gebeurt door de gebouwen op de hoekpunten te accentueren. Daarnaast moet ook de verkeersveiligheid en de oversteekbaarheid van de N409 verhoogd worden, om de verbinding tussen het oostelijk en het westelijk deel van Lotenhulle te verbeteren. Het creëren van een leefbare doortocht is hiervoor een prioritair project.
-
belangrijke zichten naar de open ruimte toe. Het binnengebied wordt voorlopig niet ingevuld. Aan de Nevelestraat wordt na de planperiode een beperkte uitbouw voorzien omdat de verdichting een grotere samenhang tussen het oostelijk en het westelijk deel van Lotenhulle kan bewerkstelligen.
Eén van de ruimtelijke kwaliteiten van Lotenhulle bestaat in de nabijheid en de verweving van open ruimte en woongebied. Het is belangrijk om op microniveau enkele open-ruimtestructuren aan te duiden waarvan het behoud gewenst is. Lotenhulle wordt sterk gefaseerd verder uitgebouwd, gericht op een goed evenwicht inzake woningtypes. Nieuwe ontwikkelingen worden voorzien binnen woongebied en bestaande verkavelingen. De woonuitbreidingsgebieden worden pas aangesneden na de planperiode. - Een gefaseerde verdere invulling van het woonuitbreidingsgebied Pittemstraat wordt voorzien na de planperiode. - De woonuitbreiding Kasteelstraat wordt uitgesteld tot na de planperiode. Hierbij moet rekening gehouden worden met de landschappelijke waarde van het binnengebied, en de mogelijke ruimtelijke verbinding die kan gelegd worden met het kasteelpark van Poeke. Enkel langs de Lomolenstraat en de Kasteelstraat wordt bijkomende bebouwing voorzien, als verlenging van het centrumgebied en met behoud van
@ Grontmij Belgroma 161
RICHTINGGEVEND GEDEELTE 12_105\RAP\GRS030930.doc
4.7
het zuidelijk landbouwgebied
Het zuidelijk landbouwgebied bestaat uit een aaneengesloten zone ten zuiden van de E40, en strekt zich uit van Hageland-Hooggoed tot aan de grens met Nevele. De ontwikkeling van een dynamische landbouw in dit gebied staat voorop, samen met het visueel openhouden van het landschap. Dit is een gebied dat aansluit bij het Plateau van Tielt, en waarin zich vooral de akkerbouw en de intensieve veeteelt sterk ontwikkeld heeft. Deze landbouw heeft geleid tot een heel open landschap, met weinig kleine landschapselementen en met weidse vergezichten. Doorheen het gebied loopt immers de cuesta van Hertsberge-Lotenhulle. Landschappelijk wordt het gebied ontwikkeld in contrast met de gesloten bosstructuren van Sint-Maria-Aalter en de Markettebossen. Doorheen het gebied loopt een belangrijke natuurlijke ader: de beekvallei van de Poekebeek en zijbeken (Wantebeek en Neerschuurbeek). Deze structuur wordt opgenomen in een gemeentegrensoverschrijdend ecologisch netwerk, en wordt tevens aangegrepen om het recreatief medegebruik binnen dit gebied te verhogen. Ter hoogte van de Tieltsesteenweg wordt een ecologische doorgang ontwikkeld.
@ Grontmij Belgroma 162
DEEL 3 BINDEND GEDEELTE
1
SELECTIES
1.1
nederzettingsstructuur
-
hoofddorp: Aalter-Centrum;
-
woonkern I: Bellem, Lotenhulle, Sint-Maria-Aalter;
-
woonkern II: Aalter-Brug, Poeke;
-
woonkorrel (niet-limitatieve opsomming): -
Patersveld; Weststraat; Dries; Oostmolen Noord; Bellemstraat – Oostmolenstraat; Sterrewijk; Biesemveldstraat; Schoonberg – Hageland; Wingenestraat – Savooien; Savooien; Nieuwendam; Sterrewijk 38; Sterrewijk 64; Stratem; Aaltebei; Pauwelsbos; Gottebeekstraat; Switten; Lotenhullestraat – Oude Gentweg; Markettestraat;
-
1.2 -
open-ruimtestructuur
vier deelgebieden: -
-
de bossen rond Sint-Maria-Aalter; de Markettebossen en de woonparken; het kleinschalige noordelijk landbouwgebied; het open zuidelijk landbouwgebied;
natuurgebieden van lokaal niveau: -
-
Weitingstraat; Nevelestraat; Prinsenstraat; Lokouter – Haringstraat; Steenweg op Deinze – Nauterkensstraat.
bossen rond Jezuïtengoed – Manewaarde; bossen rond Bellem; bossen langs de Poekebeek; bossen langs de Neerschuurbeek; bos Stratem; bos Stalingsgoed; veldvijvers Blekkervijver en Gavers;
natuurverbindingen van lokaal niveau: -
Poekebeek-Neerschuurbeek; kanaal Gent-Oostende; beekvalleien Zoutersbeek, Brielbeek, Oostmolenbeek, Keutelbeek, Bellembeek; open-ruimtecorridor Sint-Maria-Aalter; open-ruimtecorridor Lotenhulle; ecologische verbinding over de E40 (Cromekestraat); buffer tussen Aalter-Centrum en industriegebied;
BINDEND GEDEELTE 12_105\RAP\GRS030930.doc
-
overgangsgebieden: -
-
-
Houtem; Weibroek; Nellebroek; Loveld; Stratem; Brielbeekvallei; Kasteelstraat (Lotenhulle);
landschappelijke structuren: -
-
kasteelpark Poeke, Schuurlo, klooster Sint-Maria-Aalter, Blekkerbos, Mariahove, Kranepoel, Loveld, Nobelstede, Blommekeskasteel; oude vaart. -
1.3 -
lokale weg type III: alle andere wegen
lokaal bedrijventerrein: zone Lobulck (met uitbreiding);
lokale handels- en dienstenzone: -
1.4 -
Brugstraat – Stationsstraat – Lostraat; Aalterstraat – Stratem – Sint-Maria-Aalterstraat; Zouter – Bakensgoed; Brouwerijstraat; Weibroekdreef; Bellemstraat; Oostmolenstraat – Bellemdorpweg; Moerstraat – Leistraat – Kloosterstraat; Eksterstraat – Pauwelsbos – Zuttershoek; Mariahovelaan; Lotenhullestraat – Prinsenstraat – Lobulckstraat; Lodorp – Poekestraat – Kasteelstraat – Poekedorpstraat – Ruiseledestraat;
ruimtelijk-economische structuur -
-
lokale weg type II:
zone verkeerswisselaar E40.
lijninfrastructuur
lokale weg type I: -
N499 (Urselweg); Nevelestraat; Wingenestraat – Blekkervijverstraat – Knesselarestraat;
@ Grontmij Belgroma 165
BINDEND GEDEELTE 12_105\RAP\GRS030930.doc
2
MAATREGELEN EN ACTIES
-
-
2.1 -
ruimtelijke uitvoeringsplannen
-
opmaak rooilijnenplan en gabarietenplan centrumgebied AalterCentrum; uitbouw stationsomgeving; uitbouw woonwijk Sint-Jozef; uitbouw woonwijk Manewaarde; uitbouw woonuitbreidingsgebied Houtem;
-
opmaak rooilijnenplan en gabarietenplan centrumgebied Bellem;
-
opmaak rooilijnenplan en gabarietenplan centrumgebied Lotenhulle; visievorming en ontwerp open-ruimtegebied Kasteelstraat Lotenhulle; uitbreiding lokaal bedrijventerrein Lobulck;
-
herbestemming en eventuele uitbreiding zonevreemde sport- en recreatievoorzieningen in Bellem, Lotenhulle, Sint-Maria-Aalter en Aalter-Brug; afbakening woonkorrels voor zonevreemde woningen in agrarisch gebied; selectie en afbakening van open-ruimtecorridors;
opmaak rooilijnenplan en gabarietenplan centrumgebied SintMaria-Aalter; wooninbreiding Sint-Maria-Aalter; herbestemming oude Belgacom-site;
2.2 -
ivm. natuur- en landschapsinrichting om de vrijwillige participatie van landbouwers in natuur- en landschapsinrichting en beheer aan te moedigen;
2.3 -
-
herinrichting openbaar domein dorpsplein Poeke en Knokstraat met stedenbouwkundige voorschriften voor de bebouwing;
-
-
invulling woongebied Aalter-Brug
-
verordeningen
strategische projecten
Aalter-Centrum de Warande: realisatie van een inbreidingsproject; Aalter-Centrum: uitbouw handel- en dienstenzone aan verkeerswisselaar E40; Bellem: centrumproject seniorenwoningen – kinderopvang – ontmoetingsruimte; Lotenhulle: uitwerking van de poortfunctie van Lodorp; Sint-Maria-Aalter: definiëring ruimtelijk karakter en behoud orthogonale structuur; Aalter-Brug: herinrichting van het centrum; Poeke kasteelpark: renovatie en beheer van kasteel en park; toeristisch-recreatieve fietsroute door Aalter: inrichting openbaar domein en bewegwijzering; recreatief netwerk: beperkte inrichting openbaar domein en publicatie van kaart;
@ Grontmij Belgroma 166
BINDEND GEDEELTE 12_105\RAP\GRS030930.doc
2.4
overleg
Overleg met hogere overheden is noodzakelijk ivm. volgende aspecten: - attractiviteit voor handel van de bovengemeentelijke verkeersinfrastructuur: in de hand houden van deze handelsactiviteit; - realisatie van de taakstelling bijkomend regionaal bedrijventerrein; - herinrichting van de N44, de N37 en de N409.
@ Grontmij Belgroma 167
BINDEND GEDEELTE 12_105\RAP\GRS030930.doc
@ Grontmij Belgroma 168
@ Grontmij Belgroma
projectteam Afdelingshoofd
Karel Vanackere Projectleider
Christophe Cneut Projectmedewerkers
Hilde Naesens Ines Van Limbergen Freia Vandegehuchte Piet De Rycke Anne-Thérèse Cools
Grontmij Belgroma n.v. Raghenopark Hanswijkvaart 51 2800 Mechelen Telefoon (015) 45 13 00 Telefax (015) 45 13 10 E-mail:
[email protected] Handelsregister Mechelen nr. 78 955 BTW
BE 400.410.159
@ Grontmij Groep