Bulletin
PROTECT
Trimestriële nieuwsbrief van Verzekeringsmaatschappij
Protect
40
Jaargang 10 - nummer 40 - 2007 O N Z E E R VA R I N G , U W Z E K E R H E I D
Editoriaal
Protect Bulletin blaast tien kaarsjes uit Het nummer dat u nu leest, is het 40ste nummer van ons trimestrieel Bulletin. Dit betekent meteen ook dat de tiende jaargang afgesloten wordt. Toen we tien jaar terug het initiatief namen om een trimestrieel Bulletin uit te geven, was de achterliggende reden de idee dat wij toen meenden dat Protect meer moest zijn dan een verzekeraar. We vonden dat we aan onze klanten diensten moesten aanbieden die verder gingen dan het verzekeren van hun professionele aansprakelijkheid. We discussieerden samen over wat dan wel de inhoud moest zijn van zo’n Bulletin en besloten uiteindelijk dat we ons breed moesten opstellen en basisinformatie moesten geven die de verzekerden zou toelaten om hun beroep op een performantere manier uit te oefenen. Niet alleen op het vlak van architectuur, maar ook op het vlak van algemeen beleid. In de 40 nummers die tot nu toe verschenen, werden de meest uiteenlopende thema’s behandeld. We bespraken uiteraard de aansprakelijkheid van de ontwerper en alles wat daarmee verband houdt. Tal van technische onderwerpen kwamen aan bod: waterinfiltraties, schimmelvorming, platte daken, … Ook thema’s over de sociale zekerheid (pensioenstelsel, schijnzelfstandigheid en inkomstenderving), juridische aspec-
10 jaar Protect Bulletin ! ten (onder meer in verband met budgetoverschrijding, werken met geregistreerde aannemers, de vrijwillige tussenkomst en overheidsopdrachten) passeerden de revue. Elk jaar, goed of minder goed, gaven we informatie over onze cijfers. Transparantie is trouwens altijd een sleutelwoord geweest bij Protect. Steeds hebben we geprobeerd om professionele informatie op een eenvoudige manier in een beperkt aantal lijnen over te brengen, zodat de lezer snel en efficiënt de onderwerpen kon bevatten. Bij onze eerste uitgave bedroeg de oplage 2.000 exemplaren. Gezien onze interne en externe groei drukken we nu al 7.000 exemplaren! Bij de start had Protect zijn mission statement nog niet gedefinieerd. Nu blijkt dat tien jaar terug deze missie reeds vervat was in wat we toen deden. Volgend jaar start het tweede decennium van ons Bulletin. Velen dachten
bij de aanvang, zoals het veel tijdschriften vergaat: zo verscheen, zo verdween. Wij zeggen echter dat over tien jaar het derde decennium van ons Bulletin zal starten... Ides Ramboer Gedelegeerd Bestuurder
Mission statement Protect wenst de onbetwiste en onbesproken marktleider te zijn in het ondersteunen en beschermen van intellectuele vrije dienstverlenende beroepen, preferentieel in de bouw en aanverwante activiteiten, in de Beneluxregio, bouwend op onze kennis en vaardigheden als nichespeler. NB: Elke klant ontving een handige opbergmap. Wie van bij de aanvang alle nummers bijhield, heeft nu een volle map. Hij kan een nieuwe opvragen. Wie de map niet meer heeft, kan eveneens een nieuw exemplaar aanvragen via het bijgevoegde faxformulier.
In dit nummer:
Ides Ramboer
• Protect Bulletin blaast tien kaarsjes uit
1
• Samenwerking - tijdelijke vereniging - onderaanneming: hoe samenwerken met andere ontwerpers?
2
• Beroepsaansprakelijkheidsverzekering: Welke gewaarborgde kapitalen kiezen?
5
• Duurzaam bouwen met Triodos-bank
6
• Bestuurdersaansprakelijkheid: persoonlijk en solidair
7
• Wettelijke intrestvoet: een nieuwe en correcte regeling
8 PROTECT Bulletin - 1 -
Samenwerking - tijdelijke vereniging - onderaanneming: hoe samenwerken met andere ontwerpers?
Aangezien samenwerking in het bouwproces tussen diverse types van gespecialiseerde ontwerpers een noodzaak is geworden, worden nu ook regelmatig vragen gesteld rond de juridische implicaties hiervan. We zullen het in deze bijdrage niet hebben over de verschillende vormen van permanente samenwerking in een vennootschapsvorm, maar enkel over de vormen van tijdelijke en projectgebonden samenwerking. In grote lijnen kunnen we de aard van de samenwerking herleiden tot drie situaties: 1. De bouwheer zelf sluit diverse contracten af met telkens één specialist. Hierbij stelt zich dan de problematiek hoe deze diverse, juridisch met elkaar niet verbonden partners zullen samenwerken. 2. In het andere extreme geval sluit de bouwheer één contract af met één ontwerper die voor alles zal zorgen: de architect is het enige aanspreekpunt voor alle studies. In die situatie kan het gebeuren dat deze architect gespecialiseerde studies door derden laat uitvoeren in onderaanneming (contract tussen architect en de door hem aangestelde specialist). 3. Een tussenoplossing kan erin bestaan dat de opdrachtgever een contract afsluit met verschillende ontwerpers die zich dan onder elkaar verbonden hebben in een tijdelijke projectgebonden vereniging. Deze drie verschillende situaties zullen we dan ook verder in deze bespreking analyseren, om er de aansprakelijkheids- en verzekeringsconclusies uit te trekken. Omdat we in België geconfronteerd worden met het monopolie van de architect voor ontwerp en controle van de bouwwerken die aan een stedenbouwkundige vergunning zijn onderworpen, moeten we dus nagaan in welke mate de architect deze opdracht kan delegeren. Algemeen komen de rechtspraak en de rechtsleer tot het
- 2 - PROTECT Bulletin
besluit dat delegatie kan, mits inachtname van de volgende beginselen: 1. De delegatie kan als ze niet resulteert in het overbodig maken van de architect en dat telkens waar de verantwoordelijkheid van de specialist stopt, de verantwoordelijkheid door de architect hernomen wordt. 2. Bij delegatie is de architect er ook toe gehouden de bekwaamheid van de specialist te beoordelen. 3. Bij delegatie moet de architect zich ervan vergewissen dat de gespecialiseerde studies uitgevoerd en in de praktijk ook toegepast worden. 4. De architect mag niets uit zijn verantwoordelijkheid uitsluiten als hij niet zeker is dat een ander en meer bekwaam iemand die taak uitoefent. In diezelfde zin besloot het hof van Cassatie in zijn arrest van 03.03.1978 (JT 13/1/1979 p. 28) dat de delegatie van zeer gespecialiseerde studies toegestaan wordt, maar dat de residuaire aansprakelijkheid en de controle op de implementatie van de studie bij de architect blijft. 1. Loutere samenwerking met onderscheiden contracten Voorbeeld: de opdrachtgever stelt een architect aan. Hij maakt een tweede contract met een ingenieur stabiliteit en een derde met de ingenieur technieken. In deze situatie is de opdracht van elke partij duidelijk omschreven en zijn voor elke partij de aansprakelijkheden naar de bouwheer toe vastgelegd. Belangrijk hierbij is dat de werkzaamheden van alle partijen hoe dan ook op elkaar afgestemd worden, en de tussenkomsten gecoördineerd. In deze situatie doet de architect er dan ook goed aan om in zijn contract met de bouwheer een aantal bepalingen op te nemen zodat hij dit overzicht behoudt (bv. een clausule waarbij hij inspraak heeft bij de aanstelling van specialisten door de bouwheer; de verplichting van de bouwheer om de studies mee te delen...).
Opgelet: door het aanstellen van specialisten voor bepaalde onderdelen door de bouwheer geeft de architect zijn prerogatieven niet op. Hij blijft verantwoordelijk voor het opmaken van de ontwerpplannen en de controle op de werken. In die situatie worden we dus geconfronteerd met het spanningsveld dat ontstaat tussen het principe van de contractuele vrijheid enerzijds en de dwingende bepalingen van de Wet op de Architectuur van 20 februari 1939 anderzijds, waarbij bepaalde taken toevertrouwd moeten worden aan de architect. Dit betekent dat uiteindelijk, ook al zijn er specialiteitsstudies, de architect deze nog altijd moet toetsen. Hij moet als architect zelfs de vergissing van de specialisten opmerken als hij die met zijn normale beroepskennis en bekwaamheid had moeten ontdekken. Daarbuiten heeft elk natuurlijk zijn eigen aansprakelijkheid. Zo kunnen we een aantal situaties aanhalen waarbij de architect toch nog specifiek aansprakelijk gesteld wordt. Bijvoorbeeld: - bij een uitvoeringsfout begaan in strijd met de gespecialiseerde studies; - als contractueel is overeengekomen dat hij de plannen en berekeningen van het gespecialiseerde bureau moet nazien; - voor schade die haar oorsprong vindt in het totale concept (bundeling van gespecialiseerde studies); - voor schade die bij de controle door elk vakbekwaam architect opgemerkt zou zijn; voor schade aan derden; - voor schade resulterend onder de algemene tienjarige aansprakelijkheid van de architect. Een onmiskenbaar voordeel van deze vorm van samenwerking bestaat in de rechtstreekse contractuele band tussen de bouwheer en de specialist. Elkeen wordt dan ook maar rechtstreeks aangesproken voor zijn eigen verantwoordelijkheden. Het nadeel voor de architect kan erin bestaan dat de bouwheer specialisten raadpleegt die een totaal andere visie op het bouwwerk kunnen hebben, zodat het moeilijk wordt om gecoördineerd te gaan samenwerken. Dit nadeel kan voor een groot deel ondervangen worden door een aangepaste clausule in het contract architect-bouwheer, waarbij partijen contractueel de keuzevrijheid van de opdrachtgever beperken en in inspraak voorzien voor de architect bij de keuze. Maar dit brengt uiteraard opnieuw verantwoordelijkheden mee in verband met de juiste keuze. Het nadeel voor de opdrachtgever kan erin bestaan dat de aangesproken partijen de verantwoordelijkheden in een eindeloze discussie van de ene naar de andere pro-
beren te verleggen (vorderingen in tussenkomst en vrijwaring). 2. Onderaanneming Het kan ook zijn dat de bouwheer de totale opdracht toevertrouwt aan de architect en dat de architect in onderaanneming specialisten aanstelt. In deze situatie is er geen rechtstreekse band tussen de opdrachtgever en de specialist. De opdrachtgever kent maar één aan te spreken contractpartij: de architect. Nadeel is dat de volledige verantwoordelijkheid ten overstaan van de bouwheer in dit geval bij de architect zal liggen, die bovendien ook nog eens aansprakelijk kan gesteld worden voor de verkeerde keuze van de specialist. Hooguit kan de aangesproken architect zijn onderaannemer dan in vrijwaring roepen, maar het risico zowel juridisch als financieel blijft in hoofde van de architect behouden. Het zal in eerste instantie de architect-contractpartner van de bouwheer zijn die hem zal moeten vergoeden. Of en hoeveel de architect eventueel kan verhalen op zijn onderaannemer is en blijft zijn probleem. Met andere woorden, het risico voor de fouten van de onderaannemer blijft wegen op de architect als ‘hoofdaannemer’. We wijzen er dan ook graag op dat de architect die werkt met specialisten in onderaanneming dan ook best vraagt dat deze zich ook persoonlijk engageren en niet enkel hun vennootschap. De financiële draagkracht van de vennootschap kan immers zeer beperkt zijn. Het voordeel voor de opdrachtgever: hij moet maar tegen één partij procederen. 3. Tijdelijke vereniging De bouwheer sluit een contract af met een groep ontwerpers en specialisten die aan zijn project zullen samenwerken. Deze groep dient zich naar de opdrachtgever toe aan als één geheel. Bij een permanente samenwerking zullen deze groepen zich meestal ook structureren in één of andere vennootschapsvorm. Projectgebonden zal het meestal onder de vorm van een tijdelijke vereniging als maatschap zijn. Deze vereniging heeft dan geen afzonderlijke rechtspersoonlijkheid. Ze kan dus als vereniging ook niet in rechte optreden (noch als eiser om bijvoorbeeld het ereloon op te vorderen, noch als verweerder bijvoorbeeld in verband met een aansprakelijkheidsvordering). Dit betekent dat in de verhouding met de opdrachtgever elkeen hoofdelijk gehouden blijft voor de totaliteit van de opdracht. Het is slechts onder elkaar dat ze
PROTECT Bulletin - 3 -
kunnen afspreken hoe de taken, aansprakelijkheden en erelonen verdeeld worden. Administratief en financieel kunnen de leden (en niet de vennoten) wel een samenwerkingsovereenkomst tijdelijke vereniging opmaken waarbij ze bijvoorbeeld één correspondentieadres kiezen, één vertegenwoordiger aanduiden, fiscaal zelfs kunnen opteren voor een eigen btwregime en onderling dan een verdeling van de taken, aansprakelijkheden en erelonen overeenkomen, maar voor de bouwheer is dit een overeenkomst waaraan hij in principe vreemd blijft; ze regelt immers enkel de onderlinge verhouding tussen de leden van de vereniging. Fiscaal zullen de saldi-erelonen die verdeeld worden ook belast worden in de personenbelasting, de maatschap is niet onderhevig aan de vennootschapsbelasting. Concreet betekent dit alles dat de oprichting van zo’n feitelijke vereniging soepel en informeel verloopt. De deelnemers (leden) stellen via een onderhandse overeenkomst de statuten op van de tijdelijke vereniging waarin ze minimaal volgende gegevens vermelden: - de leden; - het doel (te realiseren project); - de wijze van bestuur; - adres en vertegenwoordiging; Deze gegevens kunnen aangevuld worden met een verwijzing naar “huishoudelijke afspraken tussen de leden” of verder uitgewerkt worden (zoals hierboven reeds aangegeven: btw, interne taakverdeling, ereloonafspraken, verdeling van de verantwoordelijkheid...) in de statuten zelf. Aansprakelijkheden en verzekeringen Uit het bovenstaande blijkt overduidelijk dat de vorm die men kiest voor zijn samenwerking uiteraard consequenties heeft voor wat de aansprakelijkheden betreft en dat deze verschillende aansprakelijkheden dan ook best leiden naar een aangepaste verzekeringsformule. Situatie 1: hier geldt het principe dat alle ut singuli met de opdrachtgever verbonden zijn en elk contractueel zijn eigen aansprakelijkheid heeft. Voor de architect die in het kader van zijn monopolie ook nog de residuaire aansprakelijkheid draagt, is het van belang dat hij bij de bouwheer ook inspraak bedingt in de keuze van de specialisten en tevens laat bedingen dat zij afdoende verzekerd zijn en blijven (het gaat om individuele polissen). Situatie 2: bij onderaanneming blijft de totale aansprakelijkheid tegenover de opdrachtgever bij de architect liggen. Hij is voor de bouwheer de enige contractpartij.
- 4 - PROTECT Bulletin
Het enige wapen dat hem rest, is het eventuele verhaal op zijn onderaannemer. We staan hier dus voor de getrapte aansprakelijkheid: bouwheer claimt bij de architect, de architect verhaalt zich op een onderaannemer. Het betekent dus ook dat de architect moet zien dat hij in zijn polis voor de totaliteit van de opdracht is verzekerd en dat zijn onderaannemers zelf ook voldoende verzekerd zijn. De erelonen die hij doorbetaalt aan zijn onderaannemers-specialisten kunnen slechts in mindering gebracht worden als - de onderaannemers verzekerd zijn in beroepsaansprakelijkheid; - de onderaannemers afdoende verzekerd zijn (kapitalen per schadegeval en per jaar); - van dat alles een attest wordt bezorgd. We kunnen dan ook maar aanraden in het contract met de onderaannemer duidelijk een aantal bepalingen over diens verzekering op te nemen. Situatie 3: de leden van de vereniging zijn hoofdelijk solidair aansprakelijk ten overstaan van de opdrachtgever. De bouwheer kan elk individueel lid van de vereniging aanspreken en desgevallend uitvoeren op één van de leden. Degene die heeft betaald, kan dan weliswaar verhalen op de andere leden in verhouding tot hun aandeel in de verantwoordelijkheid zoals contractueel voorzien onder hen (dit kan bijvoorbeeld een procentuele verdeling zijn of het scenario waarbij elkeen verantwoordelijk blijft voor eigen fouten). Hier lijkt het ons aangewezen om een polis op naam van de tijdelijke vereniging te onderschrijven, specifiek afgestemd op de werf en met een indekking onmiddellijk voor de periode van bouw en tienjarige en dit voor afdoende verzekerde bedragen en opname van alle partners. Als elkeen deze werf immers aangeeft in zijn eigen polis, dan is iedereen ook maar verzekerd voor zijn aandeel, terwijl hij door de bouwheer voor de totaliteit aangesproken zou kunnen worden. Zo zou het kunnen gebeuren dat je voor 100% aangesproken wordt, maar slechts in de polis gedekt bent voor je aandeel in de schade. Solidariteit is immers niet gewaarborgd in de polis. In een tussenformule kan je bij Protect mits bijpremie ook dit surplus nog werf per werf laten waarborgen. Niettemin blijft de eenmalige werfpolis, die ook onmiddellijk de periode van 10 jaar waarborgt, een betere oplossing.
Besluit Algemeen stellen zich bij iedere samenwerking op verzekeringstechnisch vlak de volgende problemen: - zijn alle partijen verzekerd voor een voldoende kapitaal? - is er bij alle partijen continuïteit in de waarborg tot op het einde van de tienjarige periode? - hoe ben ik zeker dat de polis van mijn contractpartner niet geschorst of opgezegd wordt of in dekking (en uitsluitingen) niet gewijzigd wordt? Wanneer dit alles nagegaan dient te worden, lijkt het me bij alle projecten van een zekere omvang waar we met één of andere vorm van samenwerking geconfronteerd worden een noodzaak om een enige werfpolis af te sluiten met een voldoende ruime dekking voor alle partijen en onmiddellijk voor de duurtijd inclusief de periode van de tienjarige aansprakelijkheid. Marijke Evens Juriste Studiedienst
Beroepsaansprakelijkheidsverzekering: Welke gewaarborgde kapitalen kiezen? jaar. Daarnaast moeten lichamelijke letsels gewaarborgd worden tot een bedrag van 50.000.000 BEF. Sinds geruime tijd sluit Protect geen polissen af waarvan de gewaarborgde kapitalen lager liggen dan € 350.000 per schadegeval en € 700.000 per verzekeringsjaar, uitgebreid tot € 1.250.000 voor de lichamelijke letsels.
De schade die door de architect of ingenieur vergoed dient te worden, kan zeer hoog oplopen, vooral als men weet dat die schade meestal niet beperkt blijft tot de louter materiële schade, maar meestal ook gepaard gaat met immateriële gevolgschade (bv. genotsderving). De tussenkomst van uw polis beroepsaansprakelijkheid in de vergoeding van de schade is beperkt tot wat in de polis ‘de gewaarborgde kapitalen’ genoemd wordt. Het is dus zeer belangrijk om als verzekerde de omvang van deze gewaarborgde kapitalen goed te kiezen. In een aanbeveling van 1993 betreffende de inwerkingtreding van artikel 15 van het reglement van beroepsplichten (verplichte verzekering) stelt de Orde dat de polis minstens 10.000.000 BEF dient te waarborgen per schadegeval en 20.000.000 BEF per verzekerings-
vlug een schadevergoeding toegekend worden van enkele miljoenen. Dan is er nog het monster van de veroordeling ‘in solidum’ met de aannemer, waarbij de ontwerper aangesproken wordt voor de totale vergoeding van de schade, niettegenstaande zijn technische aansprakelijkheid beperkt is en zonder dat hij over een mogelijkheid van verhaal op de aannemer beschikt wegens het faillissement van deze laatste.
Voor startende architecten en architecten die hoofdzakelijk eengezinswoningen toegewezen krijgen, volstaan Als u uw beroepsdeze waarborgen activiteiten als goed Voor het bepalen van het ongetwijfeld. Is men huisvader of -moeverzekerd kapitaal speelt evenwel eerder der wil beheren, dan niet alleen de waarde van actief in meergezinslijkt het me aangewoningen, handelswezen om op gerede werken die u in studie en industriële gelde tijdstippen in neemt een rol maar evengebouwen of ingeuw loopbaan te eens de beoordeling van wikkeldere construconderzoeken of de ties, dan is het zeker gewaarborgde kapide kans op materiële, niet onverstandig talen van uw polis immateriële en lichameom over te stappen niet aangepast moenaar hogere gewaarten worden. Dat uit lijke gevolgschade. borgde kapitalen. een verhoging van Om u te helpen bij de gewaarborgde de keuze van de gewaarborgde kapitakapitalen een verhoging van de verzelen geven we hierna een aantal criteria keringspremie volgt, is logisch. De verdie u in overweging kan nemen. hoging van de premie is echter niet rechtevenredig met de verhoging van De grootte van de materiële schade de kapitalen. Zo zal een verdubbeling blijft niet noodzakelijk beperkt tot de van de gewaarborgde kapitalen aanleiwaarde van het bouwwerk. Denken we ding geven tot een bijpremie van 25 à maar aan schade bij de buren door bij30%. voorbeeld ondermetselingswerken of Protect voorziet regelmatig in waarmateriële schade aan de inboedel ten borgen tot € 2.500.000 per schadegegevolge van brand of waterschade die val, soms zelfs tot € 5.000.000 per het gevolg is van een conceptiefout. schadegeval. Wanneer voor een Deze materiële schades kunnen een bepaald project nog hogere gewaarveelvoud zijn van de uitgevoerde werborgde kapitalen noodzakelijk zijn ken. omwille van de omvang van de werWaar in de huisvesting de immateriële ken of een verhoogd risico en men gevolgschade zich meestal zal beperniet wenst over te gaan tot een algeken tot verlies aan huur of genotsdermene verhoging in zijn abonnementsving, kan dat in de commerciële en polis, dan kan men dit bewuste proindustriële sector veel verder gaan en ject onderbrengen in een afzonderlijkan men ook productiestilstand of ke ‘enige werf polis’ met hogere kapiwinstverlies vorderen. talen. De schadevergoeding bij lichamelijke Een beperkte verhoging van uw premie letsels is sterk afhankelijk van het feit kan u heel wat onheil en slapeloze of het letsel al dan niet aanleiding nachten besparen. Het is aan u om de geeft tot een blijvende ongeschiktheid limieten van de gewaarborgde kapitaof overlijden van het slachtoffer, alsook len van uw polis te bepalen. Wij zullen van de verdiensten uit arbeid, de graag op uw vraag uw dossier ondergezinstoestand en de leeftijd van het zoeken. slachtoffer. Zo zal aan een dertiger met een gezinslast en een behoorlijk inkoMarcel Mertens men, die blijvend ongeschikt is waarDirecteur productie door hij voor de rest van zijn leven geen beroep meer kan uitoefenen, al
PROTECT Bulletin - 5 -
Duurzaam bouwen met Triodos-bank
Onlangs besliste de directie van Protect om, naast de relatie met zijn huidige bankiers, een partnership aan te gaan met Triodos Bank. Deze beslissing past helemaal in het raam van de opdracht die Protect zich toegemeten heeft en die vervat zit in zijn mission statement.
Denk maar aan Théâtre de Namur, het seniorentehuis Beerzelhof en het ecologische gebouw van Oxfam Fairtrade in Gent, die allen gefinancierd werden door Triodos Bank.
Als ontwerper komt u ongetwijfeld in contact met bouwheren die hun projecten gedeeltelijk laten financieren door bankinstellingen. In deze optiek kan u uw klant van nut zijn door hem te informeren dat Triodos Bank zich richt op een aantal specifieke sectoren en aldaar een bijzondere expertise opgebouwd heeft. Zo komen in cultuur- en welzijnsprojecten onder meer onderwijs, kinderopvang, gezondheidszorg, culturele centra, buurtwijken... in aanmerking.
Op de website www.triodos.be vindt u meer gegevens over de mogelijkheden voor uw klanten die in deze specifieke sectoren actief zijn. Wij meenden dat deze informatie nuttig kon zijn, omdat Triodos Bank een geschikte partner kan zijn voor een aantal van uw klanten.
In de natuur- en milieusector denkt de bank aan biologische bedrijven, winkels, restaurants, voedselverwerkende Triodos Bank onderscheidt zich van andere bankiers industrie voor natuurvoeding en energieprojecten waarbij wegens haar unieke visie op het gebruik gemaakt wordt van bankieren. In haar missie vinden wind- en zonne-energie, we begrippen zoals levenskwaliwaterkracht en biomassa. Goed om weten: voor bouwheren die teit en duurzame ontwikkeling Aldus werden voor Ecopower actief zijn in de welzijns-, sociale of cultuterug... Deze ingesteldheid en Aspiravi diverse projecten rele sector en in de sectoren rond natuur wordt dan ook volledig toegegefinancierd. Ook studiebupast in de toekenning van krereaus die actief zijn in duuren milieu, biedt een bank als Triodos degedieten en financieringen. zaam bouwen en die projeclijke oplossingen aan op het vlak van kreten begeleiden in hernieuwdietverlening. Bij de toekenning van de krediebare energie, behoren tot ten houdt de bank rekening met haar cliënteel. de culturele waarde en het sociale karakter van het project. Ze onderzoekt of de proTriodos bank is internationaal georganiseerd en heeft vesjecten een meerwaarde bieden aan de natuur en het milieu tigingen in tal van Europese landen. In België is de bank en zeker of ze duurzaam zijn. actief sedert 1993 en opereert ze vanuit Brussel.
- 6 - PROTECT Bulletin
Ides Ramboer Gedelegeerd Bestuurder
Bestuurdersaansprakelijkheid: persoonlijk en solidair Als het algemeen geweten is dat de aansprakelijkheid van de intellectuele en vrije beroepen de laatste decennia een vlucht naar omhoog heeft genomen, dan is het minder bekend dat de aansprakelijkheid van mandatarissen (zaakvoerders en bestuurders) van vennootschappen eveneens in vraag gesteld wordt en er regelmatig vorderingen tegen hen als mandataris ingesteld worden.
kening waarop de financiële instelling zich gebaseerd had om het krediet toe te kennen. Straks wordt de wet Laruelle van kracht. Protect is zich bewust van de noodzaak om een degelijke waarborg aan te bieden, waardoor de persoonlijke aansprakelijkheid van de bestuurders beschermd wordt. Protect deed hiervoor een beroep op de experten van de verzekeringsmaatschappij AIG Europe, marktleider in België (en in de wereld) in deze materie, en stelde samen met deze specialist een polis samen waarbij vanaf heden de bestuurdersaansprakelijkheid verzekerd kan worden.
De wet-Laruelle zal aan architecten eerlang de kans geven om hun aansprakelijkheid te beperken. Een schitterende zaak, doch met een kleine maar. Waar de persoonlijke aanIn deze nieuwe formule wordt de aansprakelijkheid van alle sprakelijkheid als architect wegvalt, wordt er een nieuwe mandatarissen van de vennootschap verzekerd. Bovendien gecreëerd, nl. die van mandataris van een vennootschap. wordt een waarborg gegeven voor Mandatarissen kunnen immers de juridische bijstand, en dat ook omwille van een fout in het bij onderzoeken naar strafrechterbestuur, een aquiliaanse fout De ontwerper die werkt in het kader lijke daden. De materie van juridi(gedrag dat afwijkt van het van een vennootschap draagt naast sche bijstand bij bestuurdersaangedrag van een zorgvuldig en zijn aansprakelijkheid als ontwerper sprakelijkheid is immers erg ingevoorzichtig ondernemer), omwille wikkeld en slechts enkele advocavan een overtreding van het venook een aansprakelijkheid als bestuurtenkantoren zijn hier echt in thuis. nootschapsrecht of van de statuder van een vennootschap. Het is aanEn daar zijn zij zich ook van ten van de vennootschap pergewezen deze te verzekeren. bewust... soonlijk en hoofdelijk verantwoordelijk gesteld worden. Een aantal voorbeelden van beroepsfouten verduidelijken dit: afwezigheid op de Raad van Bestuur, het onzorgvuldig innen van vorderingen, contracteren met niet-geregistreerde aannemers, onredelijk voortzetten van een deficitaire activiteit, aangaan van verbintenissen die de vennootschap niet kan nakomen, toekennen van een bestuursvergoeding zonder machtiging via de statuten,... We geven ook enkele voorbeelden van schadegevallen:
Protect creëerde een formule met aangepaste limieten en zorgde ervoor dat zowel kleinere als grotere bureaus er hun gading in kunnen vinden. De tabel hieronder toont aan dat tegen een zeer redelijke prijs vrij hoge waarborgen verleend worden. Premie en waarborgen: Omzet in €
(*) Premie voor verzekerde kapitalen in €
500.000 800 950 1.100
• De vennootschap doet een investering op een ogenblik dat de onderneming financieel wankel staat. De facturen worden nooit betaald. De bestuurders werden aansprakelijk gehouden ter betaling omdat zij hadden moeten voorzien dat er geen betaling zou gebeuren.
< 500.000 500.000 – 1.000.000 > 1.000.000
• Een financiële instelling dagvaardt de bestuurders omdat zij een krediet niet kunnen recupereren na onvermogendheid van de onderneming. De instelling meent dat de vennootschap geen getrouw beeld heeft weergegeven van de jaarre-
Vraag nu meer informatie op 02/411 41 14.
1.000.000 1.100 1.300 1.500
(*) premies te verhogen met taksen en kosten
Rebecca Ramboer Bestuurder - Directeur
PROTECT Bulletin - 7 -
Wettelijke intrestvoet: een nieuwe en correcte regeling
Gedurende vele jaren poogde Assuralia om een herziening te verkrijgen. Persoonlijk heb ik hierover ook diverse keren artikels geschreven in het dagblad De Tijd en in de vakbladen De Verzekeringswereld (Kluwer) en Ondernemers (VOKA, de Vlaamse Ondernemerskamer). In de beleidsverklaring van 17 oktober lichtte de eerste minister al een tipje van de sluier op, door mee te delen dat de regering de wettelijke intrestvoet wenste terug te brengen tot een niveau dat overeenstemt met de gebruikelijke rentetarieven. Het ontwerp van Programmawet werd op 24 november in de ministerraad goedgekeurd en werd eind 2006 aangenomen. Hierin wordt ook de herziening van de wettelijke
intrestvoet behandeld. Door een hervorming van een wet uit 1865 (!) zal de wettelijke intrestvoet jaarlijks gekoppeld worden aan de marktrente en zal hij niet meer afhangen van een arbitraire beslissing van de Minister van Justitie. Het nieuwe systeem zal immers verwijzen naar de Euribor (Europese intrestvoet) op één jaar, verhoogd met 2%. Voor 2006 geeft dit 5%. Voor 2007 wordt dit ongeveer 6%. Voortaan zal de wettelijke intrestvoet jaarlijks aangepast worden. Wie het artikel dat ik vorig jaar voor ons Bulletin schreef opnieuw ter hand neemt, zal vaststellen dat het principe dat ik daar aangebracht heb nu weerhouden wordt. Zowel u als verzekerde, voor zover u lopende schadegevallen heeft, als wij als verzekeraar zullen hier goed bij varen. Immers, als de uitgaven van de verzekeraars dalen, vermindert enerzijds uw vrijstelling en dalen anderzijds de uitgaven bij een schadegeval. Uw individuele schadestatistiek kan hierdoor beïnvloed worden. Omdat goed nieuws eerder zeldzaam wordt, zou het jammer zijn dit niet mee te delen... Ides Ramboer Gedelegeerd Bestuurder
Protect Pensioenfonds Fonds: Accent Global Fund 30/06/2003: 31/12/2003: 31/12/2004: 31/12/2005: 31/12/2006:
188,820 (start) 198,700 213,580 233,510 243,320
groei sedert start: 28,86% gemiddeld rendement op jaarbasis: 7,5% (samengestelde interest) * De aangeslotenen bij het P.P.F. vinden hier trimestrieel de stand van het fonds waardoor het rendement van hun pensioenkapitaal kan nagegaan worden.
Protect Bulletin Gratis trimestriële nieuwsbrief voor Protect-verzekerden Protect nv - Jetsesteenweg 221, B-1080 Brussel T 02 411 41 14 - F 02 411 19 29
[email protected] - www.protect.be Redactie: Ides Ramboer, Rebecca Ramboer, Marcel Mertens, Christophe Roelandt Verantwoordelijke uitgever: Ir. Ides Ramboer Verzekeringsonderneming toegelaten onder codenummer 1.009
- 8 - PROTECT
Bulletin
www.creacommunication.be
In het Bulletin nr. 35 van 2005 hield ik een pleidooi voor de herziening van de wettelijke intrestvoet. Die werd immers niet meer gewijzigd sedert 1996 en bedraagt 7%. Al geruime tijd heb ik heel wat inspanningen geleverd om een herziening te bekomen, onder meer door meerdere tussenkomsten bij verschillende ministers. Tevens stond dit punt al jaar en dag op de agenda van Assuralia, de beroepsvereniging van de verzekeringsmaatschappijen.