Corporaties en de Stad was de titel van het onlangs gehouden jaarcongres van De
grootstedelijke corporaties en hun partners. Het beleid rondom het wonen, al dan niet in samenhang met andere maatschappelijke sectoren als zorg, welzijn en onderwijs, vraagt om een decentrale aanpak. Een aanpak (of Één) waarbij het DNA van een gebied (regio, stad, buurt of complex) het vertrekpunt zou moeten zijn. En een aanpak (of één) waarbij gemeenten, corporaties en huurders(organisaties) samenwerken om op een profijtelijke wijze het nieuwe krachtenveld in te kleuren. Het congres bood daar interessante ingrediënten voor.
De Vernieuwde Stad Postbus 9959 1006 AR AMSTERDAM
[email protected] www.devernieuwdestad.nl
Corporaties en de Stad; een hernieuwd krachtenveld
Vernieuwde Stad, het platform dat vragen agendeert die van belang zijn voor
Jaarcongres 26 juni 2015
Corporaties en de Stad; een hernieuwd krachtenveld
De Vernieuwde Stad is het platform voor grote, grootstedelijke, ontwik kelende en ondernemende woning corporaties. Met 25 leden vertegen woordigt het platform ruim één derde van de socialehuursector. Het richt zich op de vraagstukken én uit dagingen rondom het wonen in grote steden en in vitale wijken. De Vernieuwde Stad denkt na, onder zoekt, agendeert en zoekt het debat.
De publicatie Corporaties en de Stad; een hernieuwd krachtenveld verschijnt t.g.v. het gelijknamig jaarcongres op 26 juni 2015. Tekst Eric Harms (Harms Communicatie)/ De Vernieuwde Stad Foto's Driejuni – Tekst & Fotografie (Theo Scholten) Ontwerp/opmaak Carta – communicatie & grafisch ontwerp Druk Prezco augustus 2015
Jaarcongres 26 juni 2015
Corporaties en de Stad; een hernieuwd krachtenveld
Amsterdam, augustus 2015
1
Voorwoord Marien de Langen, voorzitter De Vernieuwde Stad
5
‘ We hebben de hulp van corporaties gewoon keihard nodig’ • Jantine Kriens, voorzitter directieraad Vereniging van Nederlandse Gemeenten 9
2
‘Woonvisie vergt serieus debat over volkshuisvesting’ • Peter van Lieshout, hoogleraar Maatschappijwetenschappen Universiteit Utrecht 13
3
Interactie leidt tot groot aantal aanbevelingen • Intermezzo 17
4
‘Focus op inhoud verbindt gemeenten, corporaties en bewoners’ • Rondetafelgesprek 23
4
Corporaties en de Stad; een hernieuwd krachtenveld Jaarcongres 2015
Voorwoord
Er verandert nadrukkelijk iets in het stedelijk landschap. Steden ontwikkelen zich, gemeen ten krijgen steeds meer een stuur in handen, bewoners willen en moeten participeren en corporaties versterken hun focus. Dit maakt duidelijk dat in de stad een nieuw krachtenveld ontstaat tussen gemeenten, huurders en corporaties. Een nieuwe invulling hiervan en nieuw partnerschap moeten worden gedefinieerd. De stad is onmiskenbaar ‘in’. Crisis of niet. Mensen zoeken en vinden er voorzieningen, winkels, een prettige openbare ruimte en goed OV, maar ook werk en een inspirerende leef omgeving. Hoe komen we tegemoet aan deze groeiende behoefte, hoe sturen we die? In het sociaal domein hebben gemeenten inmiddels een stevigere en sturende rol gekregen. In het woondomein bestaat nog de tegenstelling tussen een centrale regelgeving en sturing enerzijds en sterke, vaak regionaal georiënteerde, corporaties anderzijds. Moet daarom de sturing van het woondomein ook niet decentraal worden? Bewoners wordt dringend verzocht te participeren. Voor een deel doen ze dat al en kunnen ze het ook. Maar er zijn ook bewoners die daar moeite mee hebben. Bovendien is partici peren niet hetzelfde als het overnemen van het werk van professionals. Bewoners en cor poraties zijn natuurlijke partners. Corporaties hebben nog steeds een belangrijke beheerrol in de stad, de wijk, de buurt en het portiek. Dat vraagt om een heldere strategie en om focus. Maar ook om het vermogen op het niveau van zowel regio, gemeente, buurt en com plex te acteren. En dat vraagt om een vernieuwd partnerschap met gemeenten en huurders. Gedrieën zijn zij immers de hoofdrolspelers in het woondomein. Op ons jaarcongres ‘Corporatie en de Stad, een hernieuwd krachtenveld’ hebben we deze vernieuwing verkend. Jantine Kriens (VNG) schetste een veranderende gemeente. Een die werkt vanuit het DNA van het eigen stedelijk gebied, in nauw samenspel met corporaties. Ze riep gemeenten en corporaties op de agenda’s weer op elkaar te gaan afstemmen. Peter van Lieshout (Universiteit Utrecht) gaf aan dat de huidige decentralisaties nog lang niet af zijn. Hij pleitte ervoor om op regionaal niveau fundamenteel met elkaar in debat te gaan over waar het met het wonen in de toekomst naartoe gaat. Volgens hem mag dat geen ritu ele dans zijn. Nadat de congresdeelnemers in de gelegenheid waren gesteld zelf suggesties aan te dragen voor een verbetering in het partnerschap tussen gemeenten, corporaties en huurders, ging het in het slotdebat met Jan Laurier (Woonbond) en Cees van Boven (Parteon) over de schaal waarop je gesprekken met elkaar voert. Soms is dat op een schaalniveau boven dat van de gemeente, soms op het niveau van buurten en complexen waar partijen met elkaar samen (moeten) optrekken.
Corporaties en de Stad; een hernieuwd krachtenveld Jaarcongres 2015
5
Met ‘Corporaties en de Stad’ hebben we geagendeerd dat het krachtenveld tussen gemeen ten, corporaties en huurders(organisaties) opnieuw ingevuld moet worden. Dat vraagt om een andere invulling van het (woon)beleid, waarbij ‘decentraal’ een kernbegrip vormt. De komende tijd zal daar het gesprek over moeten gaan. Wij roepen u op, met het uitbrengen van deze impressie van ons congres, met ons daarover in debat te gaan.
Marien de Langen, voorzitter De Vernieuwde Stad
6
Corporaties en de Stad; een hernieuwd krachtenveld Jaarcongres 2015
Corporaties en de Stad; een hernieuwd krachtenveld Jaarcongres 2015
7
8
Corporaties en de Stad; een hernieuwd krachtenveld Jaarcongres 2015
Jantine Kriens, voorzitter directieraad Vereniging van Nederlandse Gemeenten
1 ‘We hebben de hulp van corporaties gewoon keihard nodig’ In de strijd tegen de problemen van de stad hebben gemeenten en woningcorporaties elkaar keihard nodig.Volgens Jantine Kriens, voorzitter van de directieraad van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, is het dan ook hoog tijd om de agenda’s gelijk te schakelen. ‘We kunnen eindeloos discussiëren over wat er allemaal niet deugt aan de herziene Woningwet, maar ik hoop dat we nu snel op basis van de inhoud weer het gesprek met elkaar kunnen aangaan.’
Van jongs af aan heeft Jantine Kriens ervaren hoe snel het leven van mensen in de stad en daarmee de maatschappelijke realiteit kan veranderen. Op het jaarcongres van De Vernieuwde Stad gaf ze een aantal voorbeelden ter illustratie. ‘Toen ik opgroeide in Rotterdam, merkte ik dat mensen die amper 200 meter van elkaar woonden toch een vol strekt ander leven konden leven, omdat de ene corporatie katholiek was en de ander protes tants. Dat was het segregatie-effect van de verzuiling. Daar is nu geen sprake meer van.’
Leven in de stad Later kocht de familie van Kriens een huis in Zaandam, in de wijk Poelenburg. ‘Destijds een wijk waar arbeiders naartoe verhuisden om zichzelf te verbeteren. Nu is het een bekende achterstandswijk.’ Toen zij op zichzelf ging wonen, kwam ze terecht in de Amsterdamse Pijp. ‘Het was daar in die tijd een enorme puinhoop, terwijl het anno 2015 een yuppenwijk is.’ Daarna volgde een woning aan de Heemraadsingel te Rotterdam. ‘Perron nul was net opge heven; daklozen en verslaafden zwierven door de hele buurt. Dat is inmiddels niet meer voor te stellen.’ Tegenwoordig woont Kriens in een appartementencomplex in de buurt van de Schiekade, pal naast een wijk met alleen maar corporatiewoningen. ‘Het is een fascinerende tegenstelling: Turkse en Marokkaanse gastarbeiders enerzijds, bakfietsgezinnen anderzijds. Maar ik voorspel u: ook in deze wijk gaat het allemaal enorm veranderen.’ Ingrijpende ontwikkelingen in steden, wijken en buurten, die grote invloed hebben op het leven van de mensen in de stad, voltrekken zich grotendeels autonoom, en dus zonder tus senkomst van gemeenten en corporaties, zo stelde Kriens. Maar dat neemt niet weg dat de gemeenten en de corporaties wel degelijke hele belangrijke partijen zijn in het mede vorm en inhoud geven aan het leven in de stad. Dat is ook de insteek van de operatie Gemeente 2020, in het kader waarvan de VNG in
Corporaties en de Stad; een hernieuwd krachtenveld Jaarcongres 2015
9
nauwe samenspraak met haar leden wil komen tot een gedragen toekomstvisie. ‘We willen een krachtige lokale overheid zijn, en denken dat te bereiken door het versterken en vitalise ren van de lokale democratie.’
Onmisbare partner Woningcorporaties zijn in dat proces onmisbare partners, aldus Kriens. ‘Ik heb in mijn bestuurlijke leven op lokaal niveau veel mogen samenwerken met woningcorporaties. En ook al kwamen sommige van hen negatief in het nieuws, altijd was er een zeer grote betrokken heid bij de stad. En dat is nog steeds het geval.’ Daarom is het ook zo belangrijk dat gemeenten en corporaties weer twee handen op een buik gaan vormen. ‘Natuurlijk: we kunnen eindeloos blijven discussiëren over wat er allemaal niet deugt aan de herziene Woningwet. Maar ik hoop dat we met elkaar weer in gesprek komen en ons beseffen dat we, ondanks de regelgeving die wel of niet deugt, kunnen bijdra gen aan een wezenlijke verbetering van het leven in de stad. Verandering komt tot stand door interactie tussen mensen. Die bereik je niet door tegenover elkaar te blijven staan.’ In dat licht bezien is de Amsterdamse volkshuisvester Arie Keppler een inspirerend voor beeld, vindt Kriens. Het feit dat hij als directeur van de Gemeentelijke Woningdienst Amsterdam in de periode vóór de Tweede Wereldoorlog 30.000 woningen heeft kunnen bij bouwen, was te danken aan zijn wens om samen te werken. ‘Hij acteerde samen met anderen op basis van een gemeenschappelijk en ook door velen gesteund verhaal over de toekomst van de stad. Exact hetzelfde is ook nu aan de orde.’ Samenwerking is alleen maar urgenter geworden omdat de samenleving zo snel verandert. Kriens: ‘Het tempo ligt inmiddels zo hoog dat we het amper kunnen bijhouden. Er ontstaan nieuwe verhoudingen, niet alleen met burgers, maar ook met andere overheden. En daardoor ook met partijen als de woningcorporaties. Want hoe gaan we bijvoorbeeld om met het feit dat gemeenten hetzelfde budget houden maar daarmee heel veel meer taken moet uitvoe ren? We hebben de hulp van de corporaties daarbij gewoon keihard nodig.’
Het DNA van de stad Het is daarom dat Kriens een warm pleidooi wil houden voor verbinding. ‘Ik roep u op om de agenda’s gelijk te schakelen met die van de gemeenten. In het besef dat de huidige politie ke en bestuurlijke realiteit gemeenten in een andere rol dwingt. We zullen ons op een nieuwe manier moeten zien te verbinden aan allerlei verschillende partijen in de stad, om ondanks alles toch tot investeren te komen. Niet alleen op lokaal maar ook op regionaal niveau.’ Dat is ook exact de reden waarom veel steden op zoek zijn naar het eigen DNA. ‘Zij brengen het allemaal veel scherper in kaart. Waar zijn wij sterk in? Wat is nu onze kracht? Wat is de eigenheid van deze regio? Op heel veel plekken zie je dat gemeenten niet meer met alge meenheden bezig zijn, maar echt op zoek zijn naar wat hen nu onderscheidt van de rest.’ De omvang is daarbij steeds minder een argument. ‘De technocratische illusie van de 100.000 plus-gemeenten is gelukkig doorgeprikt. Het besef is er dat geen enkel maatschappelijk vraag stuk zich op een en hetzelfde schaalniveau afspeelt. Natuurlijk: het belang van efficiency is
10
Corporaties en de Stad; een hernieuwd krachtenveld Jaarcongres 2015
evident, maar er is meer dan dat. Ook de democratische legitimiteit speelt bijvoorbeeld een rol.’ Duidelijk is dat de gemeentelijke opgave zich laat typeren door een enorme verscheidenheid. ‘In de Randstad spelen andere problemen dan in het noorden en oosten van Nederland. En waar veel grote gemeenten in het westen en zuiden zich alleszins weten te redden, stapelen de sociaaleconomische vraagstukken in gemeenten in het noorden, oosten en zuidoosten zich op. Wees dus heel precies in de bepaling wat er nu echt gaande is in uw gebied. Dat is de grote opgave voor de komende tijd. Wat is er aan de hand en wat is er nodig om de pro blemen op te lossen?’ Het ideale eindbeeld staat Kriens daarbij duidelijk voor ogen. ‘Het Kralingse Bos is een mooi voorbeeld ter illustratie. De beheerders daarvan hebben heel goed gekeken hoe het park precies wordt gebruikt, en daar de inrichting en de voorzieningen op aangepast. Iedereen is nu blij met het park. Want al die verschillende groepen van gebruikers hebben er allemaal een eigen plek gekregen. Zo zou het ook op stedelijk niveau moeten zijn.’
Corporaties en de Stad; een hernieuwd krachtenveld Jaarcongres 2015
11
12
Corporaties en de Stad; een hernieuwd krachtenveld Jaarcongres 2015
Peter van Lieshout, hoogleraar Maatschappijwetenschappen Universiteit Utrecht
2 ‘Woonvisie vergt serieus debat over volkshuisvesting’ Gemeenten maar ook corporaties denken te makkelijk over de Woonvisie. ‘Kennelijk zijn we heel slecht in staat om een fundamenteel debat met elkaar te voeren over de vraag waar het met het wonen naartoe gaat’, aldus Peter van Lieshout, hoogleraar Maatschappijwetenschappen aan de Universiteit Utrecht. Het gevaar daarvan is dat het gesprek zal gaan over de investeringen van woningcorporaties en niet over strategisch volkshuisvestingsbeleid. ‘Een magere rituele dans.’
Gemeenten bevinden zich op dit moment in een buitengewoon dynamische omgeving. En dat is ook van grote invloed op de relatie met de woningcorporaties, zo opende Van Lieshout zijn bijdrage aan het jaarcongres van De Vernieuwde Stad. ‘Bij veel gemeenten overheerst het gevoel: wij gaan het nu maken. Je kunt daar best je vraagtekens bij zetten als je die ambitie afzet tegen de wijze waarop zij bestuurlijk invulling krijgt. Maar duidelijk is dat de drie decen tralisaties in het sociale domein het nodige hebben losgemaakt.’ Het is dan ook vooral nog een werk in wording, vindt hij. ‘Van een eindsituatie is nog geen sprake. We zijn veel eerder in een overgangssituatie terecht gekomen, waarin nog helemaal niet duidelijk is wat de rol van de gemeente nu precies is en waar zij voor staat. Er is veel variatie in verantwoordelijkheden, en het aantal verantwoordelijkheden neemt de komende tijd alleen maar toe.’
Mengvorm is onhoudbaar Op het gebied van de volkshuisvesting krijgen de gemeenten met de herziening van de Woningwet er een belangrijke rol bij, en in en rond de kinderopvang en het onderwijs zul len zij volgens Van Lieshout ook een steeds belangrijkere positie krijgen. ‘De huidige meng vorm van hele, half, en helemaal geen verantwoordelijkheid is natuurlijk onhoudbaar. Als je het allemaal bij elkaar optelt, is het niet moeilijk voorstelbaar dat het sociale domein in zijn geheel vanaf 2023 het domein van de gemeente is. Like it or not. Als u bij een woningcorpo ratie werkt, heeft u voortaan met die realiteit te maken. U hebt rekening te houden met een gemeente die breed verantwoordelijk is.’ Uiteindelijk zelfs breder dan alleen het sociale domein, zo is zijn verwachting. ‘Want gemeen ten krijgen op het sociaal domein problemen naar zich toe geschoven die voor een deel ook
Corporaties en de Stad; een hernieuwd krachtenveld Jaarcongres 2015
13
economisch bepaald zijn. Dus ook op dat terrein zullen zij de verantwoordelijkheid claimen, en het bijbehorende instrumentarium om die problemen te bestrijden. Economisch groei beleid is daar een voorbeeld van. Een terrein waar de provincie zich met name bezig hield met de ruimtelijke ordening, maar waar de gemeente juist veel meer zou kunnen inzetten op verbindingen leggen tussen de kennisinstelling, de arbeidsmarkt en het bedrijfsleven op lokaal en regionaal niveau.’
Regionaal niveau Het klinkt allemaal logisch en goed om het op lokaal niveau te regelen, maar er kleeft wel degelijk een probleem aan, signaleert Van Lieshout. ‘Uiteindelijk zal toch blijken dat we dit alles alleen maar goed kunnen vormgeven op regionaal niveau. Niet voor niets gaat de pro fessionele wereld in het sociale domein zich ook steeds meer op regionaal niveau organi seren. De instituties van de verzorgingsstaat hebben zich langzaam maar zeker losgemaakt van de bestuurlijke structuur van overheden. Daardoor ontstaat de behoefte om alles weer bij elkaar te brengen. Wat weer de toename verklaart van het aantal bestuurlijke samen werkingsverbanden.’ Maar ook die ontwikkeling brengt een probleem met zich mee. ‘Want samenwerkingsverban den leiden tot vragen over de democratische legitimiteit van de besluiten die je neemt. Er is een grens aan de mate waarin de zaken op bestuurlijke wijze in achterkamertjes kunnen wor den geregeld. Dat soort besluiten zal uiteindelijk toch politiek beoordeeld moeten worden.’ Hierop zijn twee reacties mogelijk. ‘De bestuurlijke logica schrijft voor dat de schaal van de gemeenten vergroot moet worden. Dat proces is al in volle gang: in 1960 hadden we nog 1000 gemeenten, nu zijn dat er 386. Daarnaast heb je de inhoudelijke logica: welk bestuurlijk schaalniveau is nodig om een goed zorg- of volkshuisvestingsbeleid te voeren? Welke van die twee moet leidend zijn in de discussie? De strijd daarover is volop gaande. En sluipenderwijs is men volop bezig om het allemaal nog beter te organiseren.’
Grotere betrokkenheid Voor woningcorporaties betekent het dat zij zullen moeten leren leven met een grotere betrokkenheid van de gemeenten bij wat de corporaties doen. ‘De gemeenten zijn niet meer weg te redeneren. Maar daarmee zijn we er zeker nog niet. Zo is, na al die jaren van geringe betrokkenheid, de deskundigheid op het gebied van de volkshuisvesting niet altijd meer in even sterke mate aanwezig bij gemeenten.’ Ook wordt er veel te makkelijk over gedacht. ‘Ik verbaas me over de losheid waarmee wordt nagedacht over de gemeentelijke Woonvisie. We zijn kennelijk heel slecht in staat fundamen teel debat te voeren over de vraag waar het met het wonen naartoe gaat.’ Tot slot ontbreekt het de gemeenten aan het juiste instrumentarium. Van Lieshout: ‘Bij de herziening van de Woningwet is een historische blunder gemaakt. Gemeenten hebben name lijk verzuimd om het instrumentarium te eisen dat bij hun nieuwe verantwoordelijkheid past. De woningmarkt is niet lokaal maar regionaal. Dan is het niet meer dan logisch dat de gemeenten ook regionale instrumenten tot hun beschikking krijgen. Zodat zij bijvoorbeeld
14
Corporaties en de Stad; een hernieuwd krachtenveld Jaarcongres 2015
niet alleen de liberalisatiegrenzen regionaal kunnen bepalen, maar ook zaken als de huur toeslag, de maximale huurverhoging en de verhuurdersheffing.’ Een landelijke afspraak over het huurprijsbeleid, zoals recent is gemaakt door Aedes en de Nederlandse Woonbond, is volgens Van Lieshout dan ook niet meer van deze tijd. ‘Dat soort zaken moet je op gemeentelijk en regionaal niveau bepalen. Zo kan ook worden voorkomen dat gemeenten een heel beperkt debat over de Woonvisie aangaan met de woningcorpora ties: namelijk over het investeringsbeleid in plaats van strategisch volkshuisvestingsbeleid. Dan blijft het bij een magere rituele dans.’
Geen weg terug Van Lieshout verwacht dat het zover niet zal komen. ‘De gemeente zal zich de komende vijf, zes jaar sowieso door ontwikkelen. Dat moet ook, want anders blijft het onbevredigend. En de corporaties zullen zich moeten neerleggen bij de nieuwe situatie. Ik zie veel corpora ties nog met gemengde gevoelens reageren. Het blijkt niet alleen wennen aan de herziene Woningwet en de gedachten die erachter zitten. Want ik kom ook veel corporaties tegen die er moeite mee hebben om per regio of gemeente afspraken te maken over het woonbeleid. En dan zijn er nog corporaties die moeite hebben met de legitimatie van de besluiten die zijn genomen.’ Het zijn achterhoedegevechten, denkt hij. ‘Wie heel eerlijk is, zal erkennen dat er geen weg terug meer is. En dat moet je als woningcorporatie ook helemaal niet ambiëren. Nu blijkt wat het effect is geweest van het feit dat sinds de jaren vijftig de koppelingen met de bestuurs organisatie van de overheid steeds meer zijn losgelaten. Dat proces van losheid en professio naliteit heeft zijn grens bereikt. Niet in de laatste plaats omdat de druk vanuit de samenleving op meer verantwoording door de publieke sector alleen maar groter wordt. Er is veel wan trouwen jegens bestuurlijke elites.’ Ook daarom zou het goed zijn wanneer corporaties nadrukkelijk de verbinding zoeken met gemeenten, vindt Van Lieshout. ‘Als de gemeente haar Woonvisie moet maken, moet je daar als corporatie al je expertise voor ter beschikking stellen.’ Andersom moet de gemeente de deur voor de corporaties wijd open zetten. ‘Als gemeenten denken het alleen te kunnen, levert dat alleen maar hele platte woonvisies op. Dat zou echt een gemiste kans zijn.’
Corporaties en de Stad; een hernieuwd krachtenveld Jaarcongres 2015
15
16
Corporaties en de Stad; een hernieuwd krachtenveld Jaarcongres 2015
Intermezzo
3 Interactie leidt tot groot aantal aanbevelingen Meer interactie met de deelnemers. Dat wilde De Vernieuwde Stad bereiken door halverwege het jaarcongres de aanwezigen met elkaar in gesprek te laten gaan over goed partnerschap. Men sprak zowel over de relatie tussen corporaties en de lokale overheid als over de verbinding tussen corporaties en huurdersorganisaties. Het resultaat: tientallen volgeschreven kaartjes en een even groot aantal aanbevelingen om tot verbetering te komen.
Corporaties en overheid De oogst overziend zijn de belangrijkste, soms elkaar tegensprekende, conclusies uit de aan bevelingen over de relatie corporaties-overheid: • Investeer in de relatie: zorg dat mensen elkaar kennen, werk niet vanuit machtsdenken, voer de discussie open en investeer in vertrouwen. ‘Begin op een wijk-/buurtniveau te • Weet waar je het over hebt: zorg dat bespreken wat opgaven en oplossingen zijn, waarbij we kennis en informatie van alle betrokkenen “sociaal” en “wonen” verbinden.’ bij elkaar komen en bereik overeenstemming (Freya Mostert,VNG) over wat de opgave is (pro blemen en prioritering), wat ieders mogelijkheden zijn, aan welke knoppen je kunt draaien en welke instrumenten je kunt inzetten, en formuleer dan pas een visie en een uitvoeringsstrategie. • Niet ‘Den Haag’: werk op het niveau van de regio of gemeente en de buurt en wijk, maar niet op landelijk niveau. • Begin regionaal: werk op regionaal niveau eerst een visie uit en zorg dat het regionaal niveau bestuurlijk gelegitimeerd is. • Of, begin op buurt- en wijkniveau: bespreek oplossingen voor opgaven, maak praktische afspraken en schaal dan op.
Corporaties en de Stad; een hernieuwd krachtenveld Jaarcongres 2015
17
• Maak een brede visie: werk niet alleen aan een visie op het gebied van ‘Corporaties, gemeenten en huurders wonen, maar betrek ook zorg, welzijn en moeten niet in machtsverhoudingen denken maar onderwijs daarbij (een ‘leefvisie’ of hetzelfde verhaal zitten.’ ‘stadsvisie'' ) en zo mogelijk de markt. (Gerrit Breeman, Volkshuisvesting Arnhem) • Organiseer je goed: zorg voor voldoende professionali sering van de lokale overheid, zorg voor een goede samenwerking tussen corporaties onderling en organiseer – fuseer? – corporaties op het niveau van gemeente of woningmarkt.
18
Corporaties en de Stad; een hernieuwd krachtenveld Jaarcongres 2015
in
Corporaties en huurders En wat betreft de belangrijkste, soms elkaar tegensprekende, conclusies uit de aanbevelingen over de relatie corporaties-huurdersorganisaties: • Investeer in de relatie: vaak is er hetzelfde belang, dus leer elkaar kennen, werk op basis van gelijkheid en vertrouwen, luister naar elkaar, wees transparant over middelen en mogelijkheden, erken elkaars belangen en ga dan pas de inhoud in. • Varieer in inspraak: geef huurders een serieuze positie maar werk met andere vormen van ‘Stop met denken vanuit inspraak door individuele huur huurdersorganisaties. ders te mobili seren en door Werk aan betrekken huurders.’ huurdersverte genwoordigingen (Margriet Drijver, Woonconcept; Arjan Schakenbos,Vestia) projectmatig en thematisch in te zetten of vanuit vraagstukken op
Corporaties en de Stad; een hernieuwd krachtenveld Jaarcongres 2015
19
•
het sociaal domein in buurten en complexen, en doe niet te formeel. ‘Transparant en consistent handelen Bespreek vertegen woordiging: vraag is belangrijker dan transparante financiën. Leg je jezelf wel af wie welke huurders afwegingen en dilemma’s bloot en neem ons mee.’ vertegenwoordigt. • Ondersteun huur (G. Hoofs, Gemeente Delft) dersvertegenwoor digers: omdat inspraak nogal wat professionaliteit vergt moet er meer ondersteuning en scholing komen, mogelijk gemaakt door de corporatie. • Individueel budget: zorg voor wat meer ‘vrije regelruimte’ voor buurten, complexen en individuele huurwoningen en stel daar budget voor beschikbaar.
20
Corporaties en de Stad; een hernieuwd krachtenveld Jaarcongres 2015
Corporaties en de Stad; een hernieuwd krachtenveld Jaarcongres 2015
21
22
Corporaties en de Stad; een hernieuwd krachtenveld Jaarcongres 2015
Rondetafelgesprek
4 Focus op inhoud verbindt gemeenten, corporaties en bewoners De stad heeft niet alleen dringend een goed gesprek nodig tussen gemeenten en woningcorporaties. Ook de inwoners van de gemeente en de huurders van de corporaties moeten er nadrukkelijk bij worden betrokken, zo bleek in het afsluitende rondetafelgesprek tijdens het jaarcongres van De Vernieuwde Stad. ‘De historische verbinding tussen corporaties, hun huurders en de gemeenten zijn we in de loop der tijd kwijtgeraakt. Die moeten we de komende jaren weer zien te herstellen.’
Aldus Cees van Boven, bestuursvoorzitter van Parteon en lid van het dagelijks bestuur van De Vernieuwde Stad. Hij vormde met Jan Laurier, voorzitter van de Nederlandse Woonbond, Jantine Kriens, directievoorzitter van de VNG, en Peter van Lieshout, hoogleraar aan de Universiteit van Utrecht, het panel dat door Marien de Langen, voorzitter van de Vernieuwde Stad, aan de tand werd gevoeld over de toekomst van de stad. Volgens Jan Laurier is het een toekomst die niet alleen in het teken staat van decentralisatie maar vooral ook van differentiatie. ‘De verschillen tussen gemeenten en regio’s zijn enorm. Dat maakt het noodzakelijk om heel goed naar de schaal van de problemen te kijken, en hoe die op inhoudelijke gronden met elkaar verbonden kunnen worden. Mijn gevoel is dat veel gemeentebestuurders zich geestelijk teveel beperken tot de grenzen van hun gemeente. De stad en haar problemen zijn namelijk veel groter dan de gemeente. Die los je alleen op door samen te werken met andere steden.’ Van Boven stelde dat er duidelijk een transitie gaande is van achtereenvolgens alles overheid via alles markt richting civil society. ‘Ik prijs het kabinet dat het een belangrijk deel van de macht daar heeft neergelegd waar zij thuis hoort, namelijk bij de gemeenten. Nu is het ech ter wel zaak om door te pakken, en met elkaar tot concrete afspraken te komen hoe we de problemen van de stad te lijf gaan. Daarbij moeten we heel precies te werk gaan. Welke pro blemen doen zich waar voor en hoe pakken we die aan? Het maakt nogal verschil of de stad zich in een krimpgebied bevindt of onder hoge druk staat. Maatwerk is dringend gewenst om tot goede afspraken te komen.’
Bestuur en inhoud Kriens is het daarmee eens. ‘Differentiatie is absoluut noodzakelijk. Zowel op inhoud als in uitvoering. Waarom zou een centrumgemeente niet meer taken mogen uitvoeren dan een
Corporaties en de Stad; een hernieuwd krachtenveld Jaarcongres 2015
23
regiogemeente? Waarom kunnen we de decentralisaties niet koppelen aan meer ruimte om te experimenteren? We moeten daar echt een inhoudelijk debat met elkaar over voeren. Ook samen met de provincies en de waterschappen.’ Van Lieshout: ‘In Nederland zijn bestuur en inhoud teveel losgezongen van elkaar. Gelukkig zitten we nu op het traject om beide weer bij elkaar te brengen. Van belang is wel dat daarbij nadrukkelijk recht wordt gedaan aan de professionaliteit van alle betrokkenen en de poli tieke legitimatie van de besluitvorming. Dat is zeker niet eenvoudig. Het zal daarom ook nog wel een aantal jaren duren voordat we hiermee klaar zijn.’ ‘Het bijzondere is dat de bestuurlijke logica de inhoudelijke logica niet lijkt te volgen’, sig naleert Van Boven. ‘Terwijl mijn idee juist zou zijn, dat, als de werkelijkheid is veranderd, de bestuurlijke organisatie zich aan die nieuwe realiteit aanpast. Daarvan lijkt echter vaak geen sprake te zijn. Voor mij is dus nog maar de vraag hoe we dat gesprek met elkaar gaan voe ren. Wel is duidelijk dat wij als woningcorporaties enerzijds extreem moeten digitaliseren en professionaliseren, en anderzijds veel dichter op onze huurders moeten gaan zitten. Laten we onze klantencentra sluiten en zelf weer naar de mensen op zoek gaan.’ Laurier: ‘Het is opvallend dat gemeenten en corporaties beide met hun legitimiteit worste len, en beide ook met mensen te maken hebben wier houding wordt beïnvloed door de effecten van de diverse decentralisaties. Dat maakt het er niet eenvoudiger op.’ Van Lieshout: ‘De vraag is dan ook vooral hoe zij moeten komen tot een valide legitimatie van de besluitvorming door de mensen die daar het meest direct de gevolgen van ondervin den.’
24
Corporaties en de Stad; een hernieuwd krachtenveld Jaarcongres 2015
Kriens: ‘Of het nu huurders zijn of niet: het zijn allemaal inwoners van de stad. Wij zullen dus als eerste moeten kijken naar wat zij nodig hebben. Het belang van de inwoners staat wat mij betreft voorop. Daar begint het allemaal mee. En als dat belang niet binnen de bestaande kaders kan worden gediend, moet je bereid zijn over je eigen grenzen heen te stappen.’
Inzicht in de opgave ‘Het verbaast me wel eens dat er heel veel discussies worden gevoerd tussen woningcor poraties, gemeenten en inwoners, zonder dat duidelijk is wat de uitgangspunten nu eigenlijk zijn’, luidde een reactie vanuit de zaal. ‘Voordat je met elkaar een serieus gesprek kunt aan gaan, zal je toch eerst moeten begrijpen waarom de dingen gaan zoals ze gaan. Hoe meer inzicht in de opgave, des te groter is de kans dat er een gedragen oplossing kan worden gevonden.’ Kriens: ‘Daar herken ik me zeer in. Maar het is voor veel gemeenten wel een hele zoektocht. Het is toch de mens eigen om te denken dat de werkelijkheid bij onszelf begint. Ook al zit de praktijk heel wat ingewikkelder in elkaar.’ Het is juist daarom ook te simpel gedacht dat je alleen met je huurdersorganisatie het gesprek hoeft aan te gaan om erachter te komen wat er onder je populatie leeft, stelde een andere deelnemer. ‘De gemiddelde leeftijd van een actieve huurder is 70 jaar. De vraag is of dat nu zo representatief is. Je moet juist op zoek naar de mensen die je niet zo vaak spreekt.
Corporaties en de Stad; een hernieuwd krachtenveld Jaarcongres 2015
25
En kijk ook eens wat verder dan je eigen huurders. Ook woningeigenaren en ondernemers moeten bij de discussie worden betrokken. Ga samen op zoek naar manieren om het leven in de stad beter te maken.’ Kriens: ‘We moeten het afleren om de problemen hiërarchisch te benaderen en altijd maar op zoek te gaan naar een oplossing vanuit de eigen instituties. We moeten het allemaal juist veel meer horizontaal benaderen. Niet als een piramide, maar als een pannenkoek.’ Dat geldt zeker ook voor de woonvisie, vindt Van Lieshout. ‘Het is absoluut noodzakelijk dat dat een gezamenlijk ontwikkeld en gedragen product is. Maak de gemeentelijke woonvisie de inzet van de samenwerking, niet alleen op lokaal maar ook op regionaal niveau. Dat wordt helaas nog lang niet overal op die manier aangevlogen. Gemeenten en corporaties hebben op dat vlak nog echt een slag te slaan. Vaak is het een uitruil van stenen in plaats van een visie op de ontwikkeling van de volkshuisvesting in de stad en in de regio.’
Schaalniveaus Een probleem daarbij is mogelijk wel dat er teveel verschillende regionale schaalniveaus wor den gehanteerd. Op het terrein van de arbeidsmarkt zijn er 35 regio’s, die heel anders van samenstelling zijn dan bij andere decentralisaties het geval is. ‘Hoe voorkom je met ande re woorden dat er voor elk onderwerp een andere regionale schaal wordt gehanteerd?’ zo vroeg een deelnemer zich af.
26
Corporaties en de Stad; een hernieuwd krachtenveld Jaarcongres 2015
Volgens Kriens is en wordt altijd gezocht naar de meest logische verbanden. ‘We zitten voor de andere decentralisaties op circa 40 samenwerkingsverbanden. Veel van die samenwer kingsverbanden overlappen elkaar. En waar dat niet het geval is, is er doorgaans een goede reden voor.’ Laurier: ‘Ik zie wel gebeuren dat sommige gemeenten aan het shoppen zijn tussen de ver schillende samenwerkingsverbanden. Dat vind ik toch een probleem.’ Kriens: ‘Ik zie dat dus niet gebeuren. Ik constateer juist een zeer grote bereidheid bij gemeenten om de zaken op het vereiste regionale niveau op te pakken en af te stemmen.’ Het leidde tot de opmerking vanuit de zaal dat de inhoud dus eigenlijk te allen tijde leidend moet zijn. ‘Zo pakt Deltacommissaris Wim Kuijken het ook aan. Hij identificeert eerst het probleem, namelijk dat Nederland in het water zakt, en als iedereen het ermee eens is dat daar iets aan moet gebeuren, gaat hij samen met alle betrokkenen op zoek naar de beste oplossing. Zo zou het ook op het gebied van het wonen moeten gaan.’ Daarmee is volgens Marien de Langen de eerste aanzet tot een betere discussie over het wonen in de stad gegeven. ‘Helder is dat de decentralisatie een feit is. En dat een sterke focus op de inhoud verbinding kan geven maar ook veel energie kan opleveren. We moe ten het echter nog wel even samen zien te organiseren. Daar ligt wat De Vernieuwde Stad betreft dan ook een belangrijke uitdaging voor de komende periode.’
Corporaties en de Stad; een hernieuwd krachtenveld Jaarcongres 2015
27
De Vernieuwde Stad is het platform voor grote, grootstedelijke, ontwik kelende en ondernemende woning corporaties. Met 25 leden vertegen woordigt het platform ruim één derde van de socialehuursector. Het richt zich op de vraagstukken én uit dagingen rondom het wonen in grote steden en in vitale wijken. De Vernieuwde Stad denkt na, onder zoekt, agendeert en zoekt het debat.
De publicatie Corporaties en de Stad; een hernieuwd krachtenveld verschijnt t.g.v. het gelijknamig jaarcongres op 26 juni 2015. Tekst Eric Harms (Harms Communicatie)/ De Vernieuwde Stad Foto's Driejuni – Tekst & Fotografie (Theo Scholten) Ontwerp/opmaak Carta – communicatie & grafisch ontwerp Druk Prezco augustus 2015
Corporaties en de Stad was de titel van het onlangs gehouden jaarcongres van De
grootstedelijke corporaties en hun partners. Het beleid rondom het wonen, al dan niet in samenhang met andere maatschappelijke sectoren als zorg, welzijn en onderwijs, vraagt om een decentrale aanpak. Een aanpak waarbij het DNA van een gebied (regio, stad, buurt of complex) het vertrekpunt zou moeten zijn. En een aanpak waarbij gemeenten, corporaties en huurders(organisaties) samenwerken om op een profijtelijke wijze het nieuwe krachtenveld in te kleuren. Het congres bood daar interessante ingrediënten voor.
De Vernieuwde Stad Postbus 9959 1006 AR AMSTERDAM
[email protected] www.devernieuwdestad.nl
Corporaties en de Stad; een hernieuwd krachtenveld
Vernieuwde Stad, het platform dat vragen agendeert die van belang zijn voor
Jaarcongres 26 juni 2015
Corporaties en de Stad; een hernieuwd krachtenveld