Jaar van de Ruimte 2015 (excursies naar) vernieuwende praktijk 25 juni 2015 De vernieuwende praktijken zijn gekozen ter illustratie van ‘het beste van 2 werelden’ dat het oosten van ons land aan Nederland te bieden heeft: het samengaan van economische kracht en een hoogwaardige kwaliteit van de leefomgeving. We laten onze innovatiekracht zien, geven voorbeelden hoe stedelijke netwerken elkaar kunnen versterken en hoe de fysieke ruimte in Oost Nederland zich leent voor proeftuinen. Zo schept het oosten toegevoegde waarde voor BV Nederland. Ontwerpend onderzoek is essentieel om de complexiteit van de opgaven waar we voor staan te kunnen begrijpen. Om de interacties tussen diverse gebruiksvormen op passende schaalniveaus (object, omgeving, gebied) te kunnen vertalen naar maatregelen die kwaliteit en draagvlak opleveren. Hieronder vernieuwende praktijken waarbij mensen op deze manier samen aan de slag zijn. Er zijn per excursie 3 ‘wildcards’ beschikbaar om met jouw kennis en ervaring meerwaarde toe te voegen aan de dialoog. Geef je snel op! Bij Riet Dumont
[email protected] De excursies zijn hieronder gerangschikt naar de perspectieven die ze illustreren.
Eén grote stad/Groen Blauw 1. Koningsweg/ Verborgen Landschap, Hans Jungerius, kunstenaar De vernieuwende praktijk op het voormalige militair terrein aan de Koningsweg in Arnhem zoekt naar een culturele en recreatieve verbinding tussen de stad Arnhem en de Hoge Veluwe. De Veluwe is een belangrijk recreatiegebied voor heel Nederland. Het is ons grootste aaneengesloten natuurgebied op het land met veel cultuurhistorisch erfgoed zoals het Kröller Müller museum. De aaneengesloten bossen zijn de groene long van ons land. Dit alles maakt de Veluwe van belang voor het woon- en werkklimaat van Nederland. De uitdaging is de recreatieve potentie verder te benutten met behoud en versterking van de natuurlijke en landschappelijke kwaliteiten. Het vraagt creatieve denkkracht om verrassend te zijn bij het inspelen op wat het gebied te bieden heeft en de behoeften van mensen in hun vrije tijd. Het initiatief van Stichting Verborgen Landschap is een goed voorbeeld van gebiedsontwikkeling waarbij creatieve denkkracht een positieve beweging in gang zet. Arnhem is door de A12, de omheinde defensieterreinen en vakantieparken, ‘losgeraakt’ van de Veluwe. Bevlogen kunstenaars werken al geruime tijd aan herstel van de verbinding met de stad via een Landschapspark en een Culturele Enclave aan de noordrand van Arnhem. Met partners in het gebied vormen ze een vergeten bosgebied om tot een 'culturele as' die de stad verbindt met de Veluwe. Een groene verbinding waarin beeldende kunst, architectuur, landschap en erfgoed op elkaar reageren en waarin nieuwe vormen van toerisme worden ontwikkeld. Een fysieke verbindingen over de A12 in de vorm van een kunstzinnig vormgegeven fiets- en voetgangersbrug zou de kroon op dit werk zijn. Het Landschapspark is feitelijk een openlucht-laboratorium: een ambitie die organisch vorm krijgt. Er is geen blauwdruk. Je doet mee of je doet niet mee. Mensen met een ‘droom’ zoeken partners die wat willen en werken samen aan de realisatie van hun ambitie. Wie meedoet voegt meerwaarde toe, in welke vorm dan ook. De aanpak is doen: de initiatiefnemers gaan niet wachten tot alle randvoorwaarden voor het gehele programma zijn ingevuld, maar gaan aan de slag met wat al bereikt kan worden. De tijd doet zijn werk en er ontstaat eenheid in verscheidenheid.
Productieland 2. Nevengeul Veur-Lent en containerterminal Nijmegen. Jan Looman, ondernemer
3 wildcards De excursie laat zien wat speelt in de internationale corridor. We gaan zien hoe je door goede samenwerking tussen overheden, ondernemers en (kennis)organisaties prachtige resultaten bereikt. Het gaat om voortdurende interacties tussen gezamenlijke doelen en ambities en wat het gebied en haar bewoners in zich hebben. Vanaf het water bekijken we de nevengeul Veur-Lent waar een eiland ontstaat met een nieuw waterfront (stadsontwikkeling), waar ondernemers zich melden die er een watersportcentrum ontwikkelen. We varen naar de containerterminal Nijmegen en praten over de betekenis ervan in de belangrijkste Europese corridor van Rotterdam tot Genua.
Gelderland ontwikkelt de corridor samen met (inter)nationale partners. Op regionaal, nationaal en internationaal niveau is er focus op logistiek, water (hoog en laag) en duurzaamheid. In deze corridor komen diverse gebruiksfuncties samen. Hier proberen partners economische doelen rond multimodaal transport en internationaal personenvervoer te combineren met hoogwaterveiligheid en hergebruik van steenfabrieken, recreatie en andere riviergebonden functiecombinaties. Tegelijkertijd werken we samen aan de kwaliteitsversterking van natuur, landschap en cultuur(historie). Dat is een zeer complexe opgave. De Gelderse corridor is een onderdeel van dit internationale netwerk. Het duurzaam ontwikkelen van logistieke knooppunten is ook in ons belang. We werken samen aan het ontwikkelen van logistieke hotspots. Bij Valburg ligt zo’n plek die om allerlei redenen gunstig gelegen is. Een ontwerpend onderzoek is wat ons betreft een must om tot inzichten te komen over wat hier kan, in relatie tot de veelheid aan belangen, uitgezet in de tijd. Een relevante vraag is wat de meerwaarde van deze hotspot is voor BV Nederland in relatie met Nordrhein-Westfalen.
3. Noviotech campus/NXP (Hightech cluster) Theo Föllings Oost NV Ook de inzet van kenniswerkers gebeurt op een vernieuwende manier in de vorm van uiteenlopende kennisclusters. De vraag die hier wordt opgeworpen is hoe de kennisclusters elkaar door gerichte samenwerking kunnen versterken. Wat gaat er goed? Wat kan beter? Hoe kijken we aan tegen ‘open source’ versus het verdedigen van patenten? De agglomeratiekracht van grote steden/stedelijke netwerken berust niet louter op de kracht van het getal. Het gaat in essentie om het delen van kennis en ervaring. Om mensen die elkaar ontmoeten en weten te inspireren tot een andere kijk op een opgave. Dat kan leiden tot oplossingen waar niet eerder aan is gedacht. Bevorderen van innovatie en start-ups doen we in Oost Nederland via kennisclusters zoals Food en Health-valley, via campussen zoals Noviotech campus, Pivotpark in Oss en Kennispark Twente. Brabant heeft BrabantKennis, een kennisnetwerk van hogescholen en universiteiten. Gelderland richt zich op het versterken van de economische kracht van stedelijke netwerken. De universiteiten en hogescholen zijn daarvoor onontbeerlijk. De inzet van triple helix (overheden, ondernemers, kennis) is een belangrijk hulpmiddel bij het succesvol inspelen op maatschappelijke opgaven. Noviotech Campus is hiervan een voorbeeld waar we trots op zijn..
Kringloopland 4. Stexfiber, Ben Ratelband en Pantanova, Rene Saveur; Hennep als groene grondstof
3 wildcards Deze excursie brengt een bezoek aan het proefbedrijf Stexfiber op bedrijventerrein de Kleefse waard in Arnhem, waar hennepvezels bewerkt wordt zodat ze geschikt worden voor textiel. Vlakbij de fabriek is onlangs enkele ha.’s hennep ingezaaid. De zakelijk partner van het bedrijf, Pantanova, zoekt in een straal van 35 km. 100 ha. voor de teelt van hennep. Dat brengt ons op het ruimtelijk vraagstuk van een mogelijke rangorde in het grondgebruik (food, farma, feed, fiber, fuel). Wat vinden wij daarvan? Daar staat tegenover dat bv. in de Achterhoek in een rap tempo weiden worden omgezet in akkers (maïs, aardappelen). De koe in de wei is een wens die in de praktijk moeilijk te verwezenlijken is. Hoe zien we nieuwe teelten in relatie tot de schaalvergroting in de (melk)veehouderij? Is het ruimtegebruik door de landbouw eigenlijk wel stuurbaar? Gaat het lukken landbouwgrond in te zetten voor groene grondstoffen? Het Bio-economy Innovation Cluster Oost Nederland (BIC-ON) richt zich op divers sporen die leiden naar een circulaire economie. Een van die sporen is vezels als groene grondstoffen ter vervanging van fossiele grondstoffen. Vanuit dit programma worden initiatieven als Stexfiber op weg geholpen.
5. Duurzame grondstofbewerker Dusseldorp
3 wildcards Dusseldorp is een voorloper als het gaat om duurzaam gebruik van grondstoffen. Er zijn voorbeelden van het gebruik van Stabilizer/natuurlijke halfverharding (uit 100% natuurproduct) in Utrecht en Rotterdam. We gaan in Utrecht naar zo’n project kijken. Ter plekke praten we over de noodzaak om deze stap naar gebruik van hernieuwbare grondstoffen te zetten en over de rol van overheden als launching customer. Dat laatste lukt alleen als het gebruik van hernieuwbare grondstoffen in het bestek verplicht wordt gesteld, stelt Rene Plaggenburg van Dusseldorp. Waarom komt het gebruik van recycled beton zo moeizaam van de grond? Wat is nodig om vertrouwen te krijgen in dit duurzame product? Daarnaast gaan we het gesprek aan over de omvangrijk sloop van vastgoed die bv. in krimpregio’s speelt. In hoeverre kunnen we op gebiedsniveau afspraken maken over een planmatige aanpak? In hoeverre kunnen we het sloopmateriaal hergebruiken en zo kosten beperken? Wie zijn bereid mee te doen met een herstructureringsfonds om de vastgoedmarkt weer gezond te maken?
6. Zonnepanelen op landbouwgrond, Nico Wissink
3 wildcards Ook in de Achterhoek spelen een aantal uitdagende opgaven op het grensvlak tussen energietransitie en ruimte. Tijdens de excursie gaan we kijken naar een ontwerp voor Hengelo waar op gronden van een voormalige kwekerij (agrarische bestemming) zonnepanelen geplaatst gaan worden. Daarnaast bezoeken we een van de deelnemers van ‘zon op erf’.
Elke nieuwe vorm van hernieuwbare energie vraagt ruimte. Partners in de Achterhoek hebben de lat hoog gelegd: energieneutraliteit per 2030. Er is routeplan voor een energiemix gemaakt om aan die doelstelling te voldoen. Zon speelt daarin een belangrijke rol. In de energiemix wordt voor wat betreft zon uitgegaan van omgerekend 2,5 miljoen zonnepanelen. Ook in de andere Gelderse regio’s maken partners zo’n ‘routeplan’. Tijdens de excursies gaan we een aantal actuele toepassingen van zonne-energie demonstreren en de rol van de verschillende publieke en private partijen hierin. Daarnaast willen we inzichtelijk maken welk potentieel een aantal partijen onder regie van de AGEM (Achterhoekse Groene Energie Maatschappij) willen aanboren op het gebied van grootschalige toepassing van zonne-energie. In een onlangs afgeronde verkenning hebben we geconcludeerd dat het grote aantal vrijkomende erven (bedrijfsbeëindiging) uitdagen tot een integrale aanpak. Leegstand van agrarisch vastgoed concurreert met leegstand in de (kleine) kernen. Om verrommeling door vrijkomende erven zonder herbestemming te voorkomen en daarnaast te voldoen aan saneringsverplichting van asbest per 2024, zoeken we naar alternatieven. We hebben geconcludeerd dat reële mogelijkheden bestaan om grootschalig zon op te wekken op vrijkomende erven, onder gelijktijdige asbestsanering en behoud van ruimtelijke kwaliteit. Er zijn nog voldoende hobbels op de weg om dit te realiseren wat ons niet weerhoudt om hieraan op het grensvlak van energietransitie en ruimte te werken.
7. Lokale energiecoöperaties, Frans Wittenberg en Michael Boddeke
3 wildcards We brengen bezoek aan IJsselwind B.V in oprichting, een gezamenlijk initiatief van energiecoöperaties uit Lochem, Zutphen, Brummen en Voorst. De excursie leidt eerst naar de locatie die ze op het oog hebben voor hun burgerwindpark, de Mars/Twentekanaal, waar ook de bestaande windmolens van de Mars te zien zijn. Daarna zal door 3D-visualisatie worden getoond hoe het eruit zal komen te zien en vertelt Frans Wittenberg hoe met dit initiatief tot stand is gekomen (methode Frisse Wind). De molens zijn bedoeld voor maatschappelijk nut. De bedoeling is dat ze ook bijdragen aan de ontwikkeling van het gebied waar ze komen, bv door een gebiedsfonds.. U hoort hoe burgers, maatschappelijk middenveld en overheden samenwerken om dit van de grond te krijgen. Het tweede deel van de excursie leidt naar de Ecofactorij in Apeldoorn, thuisbasis van deA, energiecoöperatie van en voor Apeldoorn. Samen met verschillende andere partijen zet deA zich in voor een duurzame gebiedsontwikkeling onder de naam Energiebeleving Beekbergsebroek. Hierin worden natuur, recreatie en duurzame energie met elkaar verenigd. Specifieke rol voor deA is het verwerven van lokaal draagvlak bij bewoners en omwonenden voor enkele windmolens. Deze windmolens zullen de andere geplande activiteiten in het gebied van groene energie voorzien en het gebied aan een bescheiden, maar continue inkomstenbron helpen. In de Ecofactorij gaat Michael Boddeke in detail in op de plannen, inclusief de rol die de provincie zou kunnen spelen.