2015: Jaar van de WaarheiD
www.bdo.nl/zorg
Nog 20% van de algemene ziekenhuizen financieel in de gevarenzone
BDO-benchmark Ziekenhuizen 2015
BDO is een op naam van Stichting BDO te Amsterdam geregistreerd merk. In deze publicatie wordt BDO gebruikt ter aanduiding van de organisatie die onder de merknaam ‘BDO’ actief is op het gebied van de professionele dienstverlening (accountancy, belastingadvies en consultancy). BDO Accountants & Adviseurs is een op naam van BDO Holding B.V. te Eindhoven geregistreerde handelsnaam en wordt gebruikt ter aanduiding van een aantal met elkaar in een groep verbonden rechtspersonen, die ieder afzonderlijk onder de merknaam ‘BDO’ actief zijn op een bepaald terrein van de professionele dienstverlening (accountancy, belastingadvies en consultancy). BDO Holding B.V. is lid van BDO International Ltd, een rechtspersoon naar Engels recht met beperkte aansprakelijkheid, en maakt deel uit van het wereldwijde netwerk van juridisch zelfstandige organisaties die onder de naam ‘BDO’ optreden. BDO is de merknaam die wordt gebruikt ter aanduiding van het BDO-netwerk en van elk van de BDO Member Firms.
02/2015 – BC1512
3
VOORWOORD
Jaar van de waarheid Vergeleken met twee jaar geleden, toen we constateerden dat de algemene ziekenhuizen in Nederland financieel in een stevige crisis zaten, zijn we duidelijk positiever. Dat is het goede nieuws. Maar toen we voor deze jongste benchmark dieper in de cijfers over 2013 doken, kwamen we ook veel onzekerheden tegen. Op het eerste gezicht is de gemiddelde financiële performance van de ziekenhuizen flink verbeterd. Maar een gemiddelde is tegelijk niet meer dan dat. En daar zit precies onze zorg! Het algemene beeld is dat voor alle categorieën de uitschieters – positief en negatief – groot zijn, waarbij opvalt dat kleine ziekenhuizen relatief vaak in de onderste regionen eindigen.
"Grote vraag is of de overheid het gevreesde Macro Beheersingsinstrument (MBI) gaat inzetten"
Dat ziekenhuizen onder aan onze ranking zich in de gevarenzone bevinden is voor ons duidelijk. Voor hen is het zaak om de financiële performance snel te verbeteren en te bouwen aan een stabiele toekomst. Hierbij helpt het niet dat zij worden geconfronteerd met ontwikkelingen zoals wegvallende vangnetregelingen, selectief contracteren en substitutie van de tweede naar de eerste lijn. Zulke ontwikkelingen veroorzaken krimp in de zorgmarkt voor ziekenhuizen. Uit een beknopte peiling onder een aantal ziekenhuizen blijkt dat veel bestuurders dit beeld herkennen, maar dat zij tevens concluderen dat dit niet geldt voor hun eigen ziekenhuis. Dit brengt met zich mee dat de effecten van het overheidsbeleid op de exploitatie mogelijk worden onderschat, waardoor maatregelen te laat worden genomen. Wij adviseren ziekenhuizen om hier alert op te zijn en niet te wachten met heldere keuzes over strategie, productaanbod en samenwerkingsverbanden.
Chris van den Haak
Een andere zorgwekkende onzekerheid is de vraag of de overheid het gevreesde Macro Beheersingsinstrument (MBI) gaat inzetten, waarmee overschrijdingen van het budgettair kader zorg (BKZ) kunnen worden teruggevorderd van de sector. Dit kan ervoor zorgen dat veel ziekenhuizen op korte termijn te maken krijgen met verliessituaties. Of dit echt gaat gebeuren wordt mogelijk al voor het einde van het eerste kwartaal van 2015 duidelijk. Wij hopen dat het rapport ziekenhuisbestuurders en andere betrokkenen weer inspireert en aanspoort om best practices uit te wisselen. Wij wensen u veel leesplezier, veel wijsheid en doorzettingsvermogen toe in de uitdagende tijd die voor de ziekenhuissector in het verschiet ligt.
Chris van den Haak, Frank van der Lee en Rob Karlas Onderzoekers/Partners BDO Branchegroep Zorg www.twitter.com/bdozorg
Frank van der Lee
Rob Karlas
4
BDO-benchmark Ziekenhuizen 2015
5
2015: JAAR VAN DE WAARHEID 20% van de ziekenhuizen financieel in de gevarenzone Hoe gezond zijn de Nederlandse ziekenhuizen? BDO onderwierp ze aan een ‘financiële stresstest’ en kwam tot positieve én zorgelijke conclusies.
20% van de ziekenhuizen zit nog in de gevarenzone, waarvan opvallend veel kleine ziekenhuizen. Bij hen staan de vermogens- en liquiditeitsratio’s het meest onder druk en brengen de discussies rond selectief contracteren en substitutie de grootste continuïteitsrisico’s. Het resultaat van de kleine ziekenhuizen was in 2013 relatief sterk afhankelijk van de transitiebaten. De jaren 2014 en 2015 moeten uitwijzen of deze ziekenhuizen erin slagen de wegvallende transitiebaten op te vangen in hun exploitatie.
FUSEREN HELPT… NIET? Is fuseren echt een oplossing voor de financiële uitdagingen in de sector? Het mogelijk vervallen van de vrije artsenkeuze kan een versnelling in portfoliomanagement, samenwerkingen en fusies gaan opleveren. Het effect daarvan op de financiële positie is echter lang niet altijd duidelijk. Sterker nog: er is al een voorbeeld van een faillissement na een fusie.
28%
+€123
MILJOEN De gezamenlijke resultaten van de
74 in de benchmark opgenomen ziekenhuizen zijn met ruim
€ 123 miljoen gestegen van € 263 miljoen in 2012 naar € 386 miljoen in 2013
1,08
van de jaarrekeningen van ziekenhuizen geven onvoldoende inzicht in de effecten van de overgangsregelingen. De toegenomen complexiteit van het financieel-verslaggevingsstelsel heeft mogelijk invloed op de opbrengsten van ziekenhuizen. Verslaggeving van ziekenhuizen kan en moet leaner & meaner en dus goedkoper.
ONZEKER De grootste onzekerheden voor ziekenhuizen in 2013 betroffen:
is de gemiddelde current ratio van de ziekenhuizen over 2013. Maar hoe liquide zijn de ziekenhuizen echt? Ze blijven sterk afhankelijk van de zorgverzekeraars, de NZa en de banken voor de financiële afwikkeling van transitiebedragen, bevoorschotting van onderhanden werk en nog te factureren zorgverlening. Feitelijk liggen zij aan het infuus van de zorgverzekeraars en de banken.
Macro Beheersingsinstrument
zelfonderzoek
transitie
3%
Dit onderzoek is gebaseerd op cijfers uit de gepubliceerde jaarverslagen van 74 algemene Nederlandse ziekenhuizen over 2013. Kijk voor het complete rapport op www.bdo.nl/zorg of vraag het aan via
[email protected].
Het gemiddelde rendement over 2013, tegenover 2% over 2012. Het rendement van de 10 best presterende ziekenhuizen is 3 tot 15%; bij de 10 minst presterende ziekenhuizen is dat -7 tot +2%.
resterende financieringsverschillen
rechtmatigheid
selectief inkopen
substitutie
7
ONZE CONCLUSIES & AANBEVELINGEN
ONZE conclusies Veel onzekerheden De transitie naar prestatiebekostiging en (door) ontwikkeling van DOT, de toegenomen marktwerking en het wegvallen van het transitievangnet in 2014 leiden tot veel financiële onzekerheid bij de ziekenhuizen. Deze wordt op onderdelen nog versterkt door onduidelijke regelgeving. Hoewel een deel van de onzekerheid wordt weggenomen door de uitgevoerde zelfonderzoeken naar de registraties en declaraties en de vaststelling van de transitiebedragen door de NZa, stond het jaarrekeningtraject 2013 vooral in het teken van het omgaan met alle onzekerheden. Doordat sommige ziekenhuizen in de jaarrekening 2013 niet hebben gewacht op de uitkomsten van het zelfonderzoek en de transitiebedragen, is een tweedeling ontstaan in de onderliggende zekerheid over de cijfers van de ziekenhuizen. De verwachting is dat dit bij een aantal ziekenhuizen in de jaarrekening 2014 nog tot correcties leidt.
Overall positief, maar nog veel onzekerheid
Ook de vraag of er vanuit de overheid wel of geen Macro Beheersingsinstrument (MBI) wordt ingezet hangt nog boven de markt. Met dit instrument kunnen overschrijdingen van het budgettair kader zorg (BKZ) worden teruggevorderd van de sector. Over de concrete uitwerking van de inzet van dit instrument, bijvoorbeeld in de vorm van een omzetheffing, is nog veel onduidelijkheid. Betrouwbare informatie over de exacte hoogte van de overschrijdingen 2012 en 2013 ontbreekt vooralsnog, maar ruwe schattingen lopen op tot € 600 miljoen over 2012 en € 300 miljoen over 2013. Dit kan per ziekenhuis leiden tot miljoenenheffingen. In combinatie met het wegvallen van het transitievangnet kan dit ervoor zorgen dat veel ziekenhuizen te maken krijgen met verliessituaties. Of dit echt gaat gebeuren wordt mogelijk nog voor het eind van het eerste kwartaal van 2015 duidelijk.
Opbrengsten erg afhankelijk van transitiebaten De gezamenlijke resultaten van de 74 in de benchmark opgenomen ziekenhuizen zijn over het boekjaar 2013 met ruim € 123 miljoen gestegen tot een totaal positief resultaat van € 386 miljoen (2012:
€ 263 miljoen). Bij de kleine ziekenhuizen is het belang van de transitiebate circa 2% van de opbrengsten; bij de middelgrote en grote ziekenhuizen is die circa 1% van de opbrengsten. Het resultaat bij de kleine ziekenhuizen is daarom voor een belangrijker deel afhankelijk geweest van de tijdelijke transitiegelden dan bij de grotere ziekenhuizen. Een zorgelijk beeld voor de kleinere ziekenhuizen, die gemiddeld genomen ook al over de laagste vermogensbuffers en de slechtste liquiditeitspositie beschikken.
Eigen vermogen toegenomen Het eigen vermogen van alle ziekenhuizen is eind 2013 ten opzichte van de oorspronkelijke cijfers over 2012 met € 0,5 miljard toegenomen naar € 2,8 miljard. De vermogenstoename wordt voor een kwart veroorzaakt door stelselwijzigingen en voor driekwart door positieve resultaten. Vooral de stelselwijziging onderhanden werk uit hoofde van DBC’s/DBC-zorgproducten (van kostprijs naar opbrengstwaarde) heeft positief bijgedragen aan de beginstand 2013 van de eigen vermogens van ziekenhuizen.
Kleine ziekenhuizen blijven achter De ratioanalyse volgens de BDO Financiële Stresstest Ziekenhuizen komt uit op een gemiddeld cijfer van 7,4 en ligt daarmee een punt hoger dan over 2012. Exclusief het transitiebedrag stijgt het gemiddelde over 2013 naar 6,4 tegenover 5,5 over 2012. Ook zonder het transitiebedrag 2013 en een eventueel resultaat uit correctie van het transitiebedrag 2012, is de gemiddelde financiële performance van de ziekenhuizen dus belangrijk verbeterd. Wel valt op dat kleinere ziekenhuizen meer dan gemiddeld vertegenwoordigd zijn in de laagste regionen van onze rangschikking: 6 van de 10 ziekenhuizen onderaan onze ranking zijn kleine ziekenhuizen. Dit is een zorgelijk beeld, gezien de kwetsbaarheid van de kleinere ziekenhuizen.
Marges zijn laag, risico’s groter. Groei om meer winst te maken is macro niet mogelijk en innovaties zorgen voor snellere en goedkopere levering van zorg, ook buiten het ziekenhuis. Wat is de nieuwe waardepropositie van het ziekenhuis? S. DREVERS Financieel Directeur Slingeland Ziekenhuis Ranking: 3 Omzet: € 135 miljoen Aantal fte: 1680 Rendement* in/ex transitiebedrag: 4,8%/5,2% Weerstandsvermogen** 24,4% * Resultaat/totale omzet ** Eigen vermogen/totale omzet
8
BDO-benchmark Ziekenhuizen 2015
Fusies niet altijd de oplossing
De gezonde financiële positie van ons ziekenhuis is essentieel voor de veranderingen en noodzakelijke innovaties die we de komende jaren willen doorvoeren. Het biedt ons de mogelijkheid om te investeren in ontwikkelingen die onze zorg tegelijkertijd state-ofthe-art én betaalbaar houden. J.L. Kleinjan Lid Raad van Bestuur Stichting Deventer Zorggroep Ranking: 4 Omzet: € 175 miljoen Aantal fte: 1600 Rendement* in/ex transitiebedrag: 8%/8% Weerstandsvermogen**: 34,9% * Resultaat/totale omzet ** Eigen vermogen/totale omzet
Thema’s als transitiebekostiging, rechtmatigheid, selectief inkopen, integrale bekostiging, substitutie en financiering houden de ziekenhuissector sterk bezig. Ook is een tendens zichtbaar tot verdergaande samenwerking en fusie tussen ziekenhuizen. De door het kabinet gewenste zorgveranderingen kunnen wel eens de katalysator zijn voor versnelling in portfoliokeuzes en verdere tendens tot fusies. Dit om tegenwicht te bieden aan de groeiende marktmacht van de verzekeraars. Het is echter de vraag of fusies helpen om de financiële uitdagingen van ziekenhuizen in een financieel lastige positie op te lossen. Het recente faillissement van Zorggroep Pasana lijkt helaas het tegendeel te bewijzen.
Positief beeld, maar niet overal De risico’s in de bedrijfsvoering en de continuïteit van ziekenhuizen zijn toegenomen. De financiële positie van algemene ziekenhuizen is mede door de transitieregelingen en stelselwijzigingen gemiddeld genomen verbeterd. Gemiddeld genomen scoren ziekenhuizen nu een ruime voldoende voor hun overall financiële positie. Maar dit geldt helaas niet voor alle ziekenhuizen, nog circa 20% van de ziekenhuizen scoort een onvoldoende in onze ranking.
ONZE AANBEVELINGEN Nog veel verbeterpotentieel Uit onze analyse blijkt dat ziekenhuizen gemiddeld genomen hun financiële positie hebben verbeterd. Dit is een belangrijke prestatie die voor een groot deel is gerealiseerd door de overgangsregelingen vanuit de overheid, maar zeker ook doordat ziekenhuizen in toenemende mate (moeten) sturen op financiële performance. Vast staat echter dat sprake is van een toenemend aantal onzekerheden en dat een deel van de ziekenhuizen nog niet beschikt over een voldoende financiële performance. Alertheid en daadkracht blijven dus geboden. Wij adviseren de ziekenhuizen om zelf de regie te pakken bij noodzakelijk door te voeren veranderingen in het zorglandschap en niet te wachten tot andere partijen, zoals zorgverzekeraars, de keuzes voor hen gaan maken. Vooral de ziekenhuizen die nu in de onderste regionen van de rangschikking verkeren, zullen baat hebben bij een weloverwogen marsroute richting financiële stabiliteit. Dit kan alleen wanneer zij de financiële exploitatie snel op orde krijgen.
Verlaging administratieve lasten Enkele jaren geleden stonden de kranten er bol van: in Nederland zouden de beklemmende administratieve lasten worden teruggebracht. De zorg is een schrijnend voorbeeld van een sector waar deze lasten juist explosief zijn gestegen. De kosten rond de jaarrekeningen van ziekenhuizen zijn in veel gevallen verdubbeld en de verslaggeving is helaas niet transparanter geworden. Dit is in tijden van transities wellicht onoverkomelijk. Toch adviseren wij de overheid en marktpartijen om snel werk te maken van de beperking van de regelgeving en het terugbrengen van de complexiteit van verslaggeving van ziekenhuizen. Dit kan onder meer door de keuzemogelijkheden in de verslaggeving te beperken door een eenvoudiger verslaggevingsstelsel verplicht te stellen. Daarmee kan de zo gewenste maatschappelijk transparantie in de financiële performance van ziekenhuizen enorm toenemen.
Meer toppers, minder tobbers
10
BDO-benchmark Ziekenhuizen 2015
OVERALL FINANCIËLE PERFORMANCE ZIEKENHUIZEN
11
Verklaring van de kengetallen Kengetal
Categorie
Berekening
Interpretatie
Solvabiliteit
Solvabiliteit
Eigen vermogen/ totaal vermogen
De mate waarin de organisatie over een buffer beschikt om eventuele verliezen op te vangen.
Current ratio
Liquiditeit
Vlottende activa/ vlottende passiva
De mate waarin de verschaffers van het kort vreemd vermogen uit de vlottende activa kunnen worden betaald.
Rendement oor het tweede jaar heeft BDO in het benchmarkonderzoek een ranking van de ziekenhuizen opgenomen op basis van de jaarrekeningen. De BDO Financiële Stresstest Ziekenhuizen (vorig jaar: BDO Financiële Ziekenhuisindicator) is onderdeel van onze benchmark. De ‘Stresstest Ziekenhuizen’ geeft een zo gebalanceerd mogelijk indicatief beeld van hoe een ziekenhuis er financieel voor staat. De beoordeling is gebaseerd op het gewogen gemiddelde van vijf algemeen aanvaarde kengetallen. Ieder kengetal weegt even zwaar mee, per kengetal zijn maximaal 2 punten te behalen. De maximale score is zodoende 10 punten, de minimale score 0 punten. De score correspondeert op deze wijze met een rapportcijfer. Ziekenhuizen scoren in de BDO Financiële Stresstest Ziekenhuizen een voldoende bij een 6 of hoger.
Vergelijking op basis van kengetallen De kengetallen van de BDO Financiële Stresstest Ziekenhuizen zijn ten opzichte van onze vorige benchmark niet veranderd. Dit vergemakkelijkt het vergelijken van de uitkomsten over de boekjaren 2013 en 2012. De gegevens die nodig zijn om de kengetallen te berekenen, komen rechtstreeks uit de gepubliceerde jaarrekeningen van de ziekenhuizen. Daarbij hebben wij bij noodzakelijke schattingen dezelfde uitgangspunten gehanteerd als voor de rest van dit rapport (schattingen hangen samen met het niet altijd publiceren van enkelvoudige balansen van ziekenhuizen, waardoor met segmentatieschattingen moet worden gewerkt). Alle uitkomsten zijn op individuele basis ter verificatie aan de ziekenhuizen aangeboden.
Ontwikkeling van de DSCR in de verschillende groottecategorieën
Resultaat
DSCR (Debt Service Coverage Ratio)
Liquiditeit
Rentabiliteit
Resultaat
Netto resultaat/ totale opbrengsten
Dit kengetal geeft de relatieve resultaatmarge van een organisatie weer.
EBITDA/ (rente+reguliere aflossing)
Dit kengetal geeft aan of er voldoende operationele kasstromen worden gegenereerd om aan rente- en reguliere aflossingsverplichtingen te kunnen voldoen.
Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening / balanstotaal
Dit kengetal geeft weer wat de verhouding is tussen het resultaat en het totale vermogen.
Twee waarschuwingen bij het gebruik van kengetallen zijn op zijn plaats. Een kengetal is slechts een momentopname. Verder bieden de verslaggevingsregels diverse keuzemogelijkheden op het gebied van waardering van balansposten en bepaling van het resultaat, waardoor kengetallen niet zonder meer onderling vergelijkbaar zijn.
Overall-score ziekenhuissector belangrijk verbeterd Het gemiddelde cijfer in de BDO Financiële Stresstest Ziekenhuizen over 2013 komt uit op een 7,4 en ligt daarmee een vol punt hoger dan over 2012. Exclusief het transitiebedrag komt het gemiddelde over 2013 uit op een 6,4 (tegenover een 5,5 in 2012). Ook zonder het transitiebedrag 2013 en een eventueel resultaat uit correctie van het transitiebedrag 2012 is de gemiddelde financiële performance van de ziekenhuizen dus sterk verbeterd. Van de 74 ziekenhuizen in onze BDO Financiële Stresstest Ziekenhuizen scoren 60 (2012: 46) ziekenhuizen (80%) een 6 of hoger. Exclusief het transitiebedrag daalt dit aantal naar 45
(2012: 33) ziekenhuizen (60%). Deze aantallen en percentages zijn belangrijk beter dan de scores over 2012.
Meer uitschieters, minder achterblijvers Het aantal ziekenhuizen met de maximale score van een 10 is over 2013 gestegen naar 9 tegenover 4 in 2012. Naast 4 grote en 3 middelgrote zijn 2 kleine ziekenhuizen erin geslaagd deze maximale score te behalen. Exclusief het transitiebedrag gerekend daalt het aantal ziekenhuizen met een maximale score naar 7. De scores van Onze Lieve Vrouwe Gasthuis, Medisch Centrum Leeuwarden, Wilhelmina Ziekenhuis Assen en Scheper Bethesda Ziekenhuis exclusief transitie komen dan uit op respectievelijk een 9,0 een 8,5 en 8,0 en een 7,0. Opvallend is dat het Rijnland Ziekenhuis en het St. Jans Gasthuis juist exclusief transitie op de maximale score van een 10,0 uitkomen. Van de koplopers uit de vorige editie van onze benchmark is alleen het Laurentius Ziekenhuis erin geslaagd de maximale score te evenaren. Het HagaZiekenhuis en St. Jansdal Ziekenhuis komen over 2013 uit op een 9,0 respectievelijk een 8,5.
7 Aantal verslechterd Aantal verbeterd
10 Klein
Landelijk
(totaal 25)
(totaal 29)
13
Middelgroot
Groot
Midden
(totaal 20)
Klein
10
19
15
Groot
Het laatste ziekenhuis met een maximale score over 2012 en nummer 1 in de ranking van de BDObenchmark 2013, Ziekenhuis Nij Smellinghe, ontbreekt in deze editie van de benchmark omdat de jaarrekening 2013 ten tijde van ons onderzoek nog niet was gepubliceerd. Kijken we naar de onderste 10 ziekenhuizen in onze ranking over 2013, dan valt op dat de scores van deze ziekenhuizen gemiddeld slechts beperkt hoger uitvallen dan over 2012. Over 2012 hadden 11 ziekenhuizen een score van 4,0 of lager, over 2013 hebben 8 ziekenhuizen een score van 4,0 of lager. Daarnaast heeft er op dit moment een vijftal ziekenhuizen niet gedeponeerd, waarvan er vorig jaar twee ziekenhuizen een 4,0 of lager scoorden.
KENGETALLEN Toegelicht Als we de kengetallen afzonderlijk bekijken, zien we het volgende beeld.
kenhuis is in 2013 meer dan verdubbeld en bedraagt op balansdatum 2013 32%. Deze sterke stijging wordt veroorzaakt door de relatief lage solvabiliteit ultimo 2012 (13%) in combinatie met het hoge resultaat over 2013. De sterke stijging van het resultaat over 2013 is gerealiseerd door een forse toename van de DBC-opbrengsten en de overige opbrengsten (totale toename € 12 miljoen), terwijl de bedrijfslasten en financiële lasten slechts stijgen met € 2 miljoen. De toename van de DBC-opbrengsten wordt conform de toelichting in de jaarrekening met name veroorzaakt door het inlopen van de achterstanden in de facturatie. De toename van de overige bedrijfsopbrengsten wordt veroorzaakt door de vrijval van de voorziening voor de transitie die ultimo 2012 was gevormd.
Current ratio De gemiddelde current ratio ultimo 2013 bedraagt 1,08 versus 0,98 ultimo 2012. De current ratio van de 10 best presterende ziekenhuizen varieert van 1,10 tot 2,30. Voor de 10 minst presterende ziekenhuizen ligt de bandbreedte tussen 0,21 en 1,35.
Solvabiliteit De gemiddelde solvabiliteit over 2013 komt uit op 19% tegenover 17% over 2012. De solvabiliteit van de 10 best presterende ziekenhuizen beweegt zich tussen 17% en 38%; voor de 10 minst presterende ziekenhuizen ligt de bandbreedte tussen de -6% en 17%. Opvallende stijger is het BovenIJ Ziekenhuis: de solvabiliteit van dit zie-
Rendement Het gemiddelde rendement over 2013 is 3% tegenover 2% over 2012. Het rendement van de 10 best presterende ziekenhuizen beweegt zich tussen 3% en 15%; voor de 10 minst presterende ziekenhuizen ligt de bandbreedte tussen -7% en 2%. Het BovenIJ ziekenhuis is het ziekenhuis met het
beste rendement over 2013, zoals hiervoor echter is aangegeven wordt dit rendement sterk bepaald door incidentele oorzaken. Het Deventer Ziekenhuis volgt met een rendement van 8% over 2013.
DSCR De gemiddelde DSCR over 2013 komt uit op 2,37 tegenover 2,26 over 2012. De DSCR van de 10 best presterende ziekenhuizen beweegt zich tussen 11,39 en 2,10; voor de 10 minst presterende ziekenhuizen ligt de bandbreedte tussen 0,53 en 2,06. De grafiek hierboven toont een overzicht van de ontwikkeling van de DSCR in de verschillende groottecategorieën. Hieruit valt af te leiden dat gemiddeld genomen de liquiditeit is verbeterd, maar dat er in alle categorieën ook ziekenhuizen zijn waarbij de liquiditeitspositie is verslechterd. Vooral voor ziekenhuizen die ook op andere onderdelen minder goed scoren kan dit leiden tot zorgelijke situaties.
Rentabiliteit De gemiddelde rentabiliteit over 2013 bedraagt 3% tegenover 2% over 2012. De rentabiliteit van de 10 best presterende ziekenhuizen varieert van 18% tot 3%; voor de 10 minst presterende ziekenhuizen ligt het bereik tussen -7% en 2%. Ook hier is het BovenIJ Ziekenhuis het best presterende ziekenhuis over 2013; de rentabiliteit van de eerstvolgende ziekenhuizen (Laurentius Ziekenhuis en Tergooiziekenhuizen) bedraagt 7%.
12
BDO-benchmark Ziekenhuizen 2015
Opvallend is het verhoudingsgewijs toegenomen aantal kleine ziekenhuizen in de staart van onze ranking Conclusies
De benchmark toont aan dat het financieel beter gaat met de ziekenhuissector. Het JBZ heeft in 2013 bovengemiddeld goede resultaten geboekt en dat is het gevolg van jarenlang investeren in verbetering van de kwaliteit van zorg. P. Langenbach Lid Raad van Bestuur Jeroen Bosch Ziekenhuis Ranking: 28 Omzet: € 344 miljoen Aantal fte: 2.943 Rendement* in/ex transitiebedrag: 5,3%/3,7% Weerstandsvermogen**: 21% * Resultaat/totale omzet ** Eigen vermogen/totale omzet
Kleine ziekenhuizen blijven achter
Aan het infuus van zorgverzekeraars
Op basis van de jaarverslagen 2013 hebben wij voor de tweede keer een rangschikking gemaakt van de financiële gezondheid van algemene ziekenhuizen. In 2013 is sprake van een belangrijke verbetering van de gemiddelde score: deze is gestegen naar een 7,4. Inmiddels zijn er 9 ziekenhuizen die de maximale score van het cijfer 10 in de ranking van BDO weten te behalen, een ruime verdubbeling ten opzichte van het jaar 2012.
Tot slot de liquiditeit. De gemiddelde current ratio van de ziekenhuizen ultimo 2013 ligt met 1,08 op het niveau wat in het algemeen wordt gezien als voldoende. Maar hoe liquide zijn de ziekenhuizen in werkelijkheid? Ze blijven onverminderd afhankelijk van de zorgverzekeraars, de NZa en banken voor wat betreft de financiële afwikkeling van de transitiebedragen, de bevoorschotting van het onderhanden werk en de nog te factureren zorgproducten. Deze afhankelijkheid (en als gevolg daarvan de voortdurende druk op de liquiditeit) kan de ziekenhuizen als het ware vleugellam maken in de discussie met de zorgverzekeraars over de veranderingen die nodig zijn voor de borging van de kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid van de medisch-specialistische zorg. Want eigenlijk liggen zij aan het infuus van de zorgverzekeraars en banken. Een andere kanttekening bij de stijging van de current ratio en daarmee de gemiddelde liquiditeitspositie is dat nagenoeg alle ziekenhuizen de transitievorderingen als kortlopend hebben gepresenteerd, terwijl dit veelal langlopende vorderingen zijn.
Betekent dit nu dat de ziekenhuizen de weg naar boven hebben gevonden en langzaam uit de financiële gevarenzone komen? Afgaande op de gemiddelden lijkt dit op het eerste gezicht zo te zijn, maar wanneer we inzoomen op de stijgers en dalers in de ranking, geldt dit beeld zeker niet voor alle ziekenhuizen. Opvallend is het verhoudingsgewijs toegenomen aantal kleine ziekenhuizen in de staart van onze ranking (de laatste 10 posities): over 2012 waren dit er nog 4, over 2013 zijn dit 6 ziekenhuizen. Daarnaast heeft er op dit moment een vijftal ziekenhuizen niet gedeponeerd, waarvan er vorig jaar 2 ziekenhuizen een 4,0 of lager scoorden. Eén daarvan is een klein ziekenhuis.
Veel invloed transitieregeling op resultaat Mogen we op basis van twee jaren waarin overall de financiële kengetallen van de ziekenhuizen zijn verbeterd, dan wel concluderen dat sprake is van een bestendige verbetering van de financiële performance van de ziekenhuizen? Wij denken van niet. Ook over 2013 werken de uitkomsten van de transitieregeling nadrukkelijk door in de resultaten en kengetallen van de ziekenhuizen. Na publicatie van de jaarverslagen 2014 kunnen we zien of, en welke ziekenhuizen er in zijn geslaagd het wegvallen van het transitievangnet te compenseren in hun exploitatie.
In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst. Pas na de publicatie van de jaarverslagen 2014 in 2015 kunnen we vaststellen welke ziekenhuizen hun score in de BDO Financiële Stresstest Ziekenhuizen verder verbeteren, en welke ziekenhuizen qua resultaatontwikkeling en vermogenspositie in de gevarenzone blijven of terechtkomen.
Over de hele linie verbeteringen zichtbaar
14
BDO-benchmark Ziekenhuizen 2015
iekenhuizen hebben in 2013 een financieel goed jaar achter de rug. Het resultaat in de sector heeft het eigen vermogen laten toenemen met € 386,3 miljoen. Stelselwijzigingen van vooral de waardering van het onderhanden werk uit hoofde van DBC’s/ DBC-zorgproducten (waarvoor circa eenderde van de onderzochte ziekenhuizen hebben gekozen) hebben een verdere positieve impuls aan het eigen vermogen gegeven. De stelselwijziging van het onderhanden werk heeft de vorderingen en schulden uit hoofde van transitiebedrag positief beïnvloed, maar door diverse andere factoren is dit positieve effect vrijwel volledig tenietgedaan.
Eigen vermogen Het eigen vermogen van alle ziekenhuizen is eind 2013 toegenomen met € 0,5 miljard naar € 2,8 miljard. In de tabel hiernaast is het verloop van het eigen vermogen weergegeven ten opzichte van het in ons voorgaande benchmark rapport gepubliceerde vermogen van de algemene ziekenhuizen. Uit de tabel blijkt vooral dat de vermogenstoename voor een kwart veroorzaakt wordt door stelselwijzigingen en voor driekwart door positieve resultaten. Met name de stelselwijziging onderhanden werk uit hoofde van DBC’s/DBC-zorgproducten heeft een positieve bijdrage geleverd aan de beginstand 2013 van de eigen vermogens van ziekenhuizen.
Onderhanden werk uit hoofde van DBC’s/DBC-zorgproducten Het onderhanden werk uit hoofde van DBC’s/ DBC-zorgproducten kan worden gewaardeerd: • tegen de vervaardigingsprijzen (de kostprijzen van de reeds bestede verrichtingen) of tegen de opbrengstwaarden van de zorgproducten indien deze lager is; • tegen de opbrengstwaarden waarbij rekening wordt gehouden met de voortgang (‘percentage of completion’).
15
Verloopoverzicht eigen vermogen (bedragen x € 1.000) Totaal
Klein
Middel
Groot
2.410.408
414.648
734.463
1.261.297
-128.885
-66.136
-62.749
0
40.460
-4.822
0
45.282
106.352
4.026
42.592
59.734
Stelselwijziging verwerking kosten groot onderhoud
4.904
-468
5.372
0
Stelselwijziging overig
4.210
2.089
0
2.121
0
-122.763
122.763
0
2.437.449
226.574
842.441
1.368.434
Eigen vermogen 31-12-2012 Af: Niet opgenomen ziekenhuizen Bij: Nieuw opgenomen ziekenhuizen Stelselwijziging OHW
Mutaties categorie K/M/G Eigen vermogen 1-1-2013
Het eigen vermogen van alle ziekenhuizen is eind 2013 toegenomen met € 0,5 miljard naar € 2,8 miljard De laatstgenoemde waarderingsmethode wordt als voorkeur aangemerkt in de ‘Handreiking Omzetverantwoording 2013’. Eind 2012 hebben 33 ziekenhuizen het onderhanden werk gewaardeerd tegen vervaarderingsprijzen en 41 ziekenhuizen tegen opbrengstwaarden. Eind 2013 hebben 64 ziekenhuizen het onderhanden werk tegen opbrengstwaarde gewaardeerd en nog slechts 10 tegen vervaardigingsprijzen. Per saldo hebben 23 ziekenhuizen een stelselwijziging
doorgevoerd, waarvan 8 in de categorie klein, 9 in de categorie middel en 6 in de categorie groot. Het totale positieve effect op de beginstand van het eigen vermogen 2013 is € 106,4 miljoen. De tabel op pagina 16 toont een overzicht van de top 10 ziekenhuizen waar de stelselwijziging tot een toename van het eigen vermogen heeft geleid. Door de ervaringen met de registratie van DOTzorgproducten kan de opbrengstwaarde van het
Balansontwikkeling & ratioanalyses
onderhanden werk beter worden voorspeld. Het is naar onze mening logisch dat meer ziekenhuizen het onderhanden werk op opbrengstwaarde waarderen en daarmee een positief effect op het eigen vermogen inboeken. Per saldo leveren de stelselwijzigingen bij alle ziekenhuizen een solvabiliteitsverbetering op en hebben zij mogelijk geleid tot hogere transitiebaten over 2012 en 2013. De doorgevoerde stelselwijziging in 2013 van het onderhanden werk (van waardering tegen vervaardigingsprijzen naar waardering tegen opbrengstwaarden) bij 23 ziekenhuizen heeft macro-economisch de totale vordering uit hoofde van transitiebedrag per saldo niet doen stijgen. Oorzaken die per saldo het effect van de stelselwijziging teniet hebben gedaan zijn onder meer: • De NZa heeft bij de vaststelling van de transitiebedragen het schaduwbudget naar beneden bijgesteld, waardoor de vordering uit hoofde van het transitiebedrag afneemt (of de schuld stijgt). Vooral op de kapitaallastencomponent zijn correcties doorgevoerd. • In 2013 hebben ziekenhuizen de opbrengsten 2012 opnieuw berekend op basis van de definitieve schadelast 2012. Dit heeft in de praktijk zowel een positief als een negatief effect gehad. • In de jaarrekeningen 2012 zijn voorzieningen opgenomen voor productie die naar verwachting niet meer kan worden gedeclareerd, omdat het omzetplafond al is bereikt. Bij het opmaken van de jaarrekening 2013 konden deze posities worden heroverwogen. • In 2013 zijn parameters die in 2012 zijn gehanteerd (onder meer de ‘kruisjestabel’) op basis van voortschrijdend inzicht heroverwogen.
Vorderingen en schulden uit hoofde van transitiebedrag Ziekenhuizen zijn in 2012 volledig omgeschakeld van budgetfinanciering naar prestatiebekostiging. Voor 2012 en 2013 geldt een vangnetregeling. De omzet in 2012 volgens het nieuwe bekostigingssysteem wordt vergeleken met de omzet volgens
de oude bekostigingssystematiek, het zogeheten schaduwbudget. Als de gerealiseerde omzet in 2012 lager is dan het schaduwbudget, krijgen ziekenhuizen in 2012 95 procent van het verschil gecompenseerd. Voor dit verschil krijgen ze in 2013 nog een keer compensatie, maar dan 70 procent. Is de gerealiseerde omzet in 2012 en 2013 hoger dan het schaduwbudget, dan moeten ziekenhuizen respectievelijk 95 en 70 procent van het verschil storten in het Zorgverzekeringsfonds. De transitiebedragen in de geconsolideerde jaarrekeningen bevatten zowel transitiegelden voor de ziekenhuisactiviteiten als ook voor GGZ en Revalidatiezorg. De volgende analyse slaat alleen op het deel van de transitiebaten dat betrekking heeft op de ziekenhuisactiviteiten voor zover dit transparant uit de jaarrekeningen is af te leiden. • In totaal claimen de 74 ziekenhuizen over 2012 en 2013 € 289,5 miljoen aan transitiebedrag. Dit betreft € 166,7 miljoen over 2012 en € 122,8 miljoen over 2013. • Dit bedrag bestaat uit een vordering van € 372,2 miljoen en een schuld van € 82,7 miljoen. • 53 ziekenhuizen hebben een vordering, 2 ziekenhuizen een nihil bedrag en 19 een transitieschuld. • 12 ziekenhuizen claimen meer dan € 10 miljoen. Dit is in totaal € 206,4 miljoen oftewel ruim 70% van de totale vordering. Wij constateren dat de kwaliteit van toelichting van het transitiebedrag (en de mutaties daarin ten opzichte van 2012) voor verbetering vatbaar is. Bij 21 van de 74 ziekenhuizen (28%) sluit de mutatie in de balans niet aan op het gepresenteerde bedrag in de resultatenrekening. Het in de winsten verliesrekening onder opbrengsten uit hoofde van transitie gepresenteerde bedrag is voor de ziekenhuizen ruim € 16 miljoen hoger. In een aantal gevallen is dit te verklaren door getroffen voorzieningen in de jaarrekening 2012 (welke niet direct op het transitiebedrag in mindering zijn gebracht).
De benchmark laat zien dat veel ziekenhuizen in staat zijn om, ondanks alle veranderingen, hun financiële performance te verbeteren. Het is te hopen dat banken en verzekeraars hun rol als betrokken financiers in de nieuwe verhoudingen nog beter zullen waarmaken. M. W. de Jong Lid Raad van Bestuur Alrijne Zorggroep (voorheen Diaconessenhuis Leiden) Ranking: 37 Omzet: € 91 miljoen Aantal fte: 869 Rendement* in/ex transitiebedrag: 4,2%/5,9% Weerstandsvermogen**: 17,1% * Resultaat/totale omzet ** Eigen vermogen/totale omzet
16
BDO-benchmark Ziekenhuizen 2015
17
Top 10 ziekenhuizen met hoogste positieve bedrag stelselwijziging OHW (bedragen x € 1.000) Nr Ziekenhuis
Stelselwijziging OHW
Solvabiliteit 2012
Solvabiliteit 2012 gecorrigeerd
Effect op solvabiliteit (procent punt)
Nr
Ziekenhuis
Omvang
Vordering uit hoofde van transitieregeling
Medisch Centrum Haaglanden G
15.115
22%
27%
4,3%
1
Isala Klinieken
G
39.635
2
Maasstad Ziekenhuis
G
11.054
9%
12%
2,7%
2
Catharina Ziekenhuis
G
20.042
3
Westfries Gasthuis
M
10.076
21%
25%
4,1%
3
HagaZiekenhuis
G
19.563
4
Reinier de Graaf Groep
G
9.329
27%
30%
3,4%
4
Flevoziekenhuis
M
18.823
5
Catharina Ziekenhuis
G
8.209
15%
17%
1,7%
5
St. Elisabeth Ziekenhuis
G
17.245
6
St. Elisabeth Ziekenhuis
G
8.146
17%
20%
2,7%
6
Meander Medisch Centrum
G
15.428
7
St. Anna Zorggroep
M
5.439
19%
23%
3,8%
7
Albert Schweitzer Ziekenhuis
G
14.637
8
Franciscus Ziekenhuis
M
5.137
15%
18%
3,4%
8
Maasstad Ziekenhuis
G
14.282
9
Amphia Ziekenhuis
G
5.123
23%
24%
1,3%
9
Jeroen Bosch Ziekenhuis
G
11.920
M
4.992
9%
11%
2,1%
10
Stichting Bronovo-Nebo
M
11.364
Treant Zorggroep gaat met een stevige financiële basis de uitdagingen aan om echt één ziekenhuis te worden. Die basis is nodig om krimp te managen en concurrerende, hoogwaardige zorg te bieden op drie locaties. De blik is naar buiten gericht! G. Veger Manager Financiën Treant Zorggroep (fusie Scheper-Bethesda en Refaja)
* Resultaat/totale omzet ** Eigen vermogen/totale omzet
Top 10 ziekenhuizen met hoogste vorderingen uit hoofde van transitiebedrag (bedragen x € 1.000)
1
10 Vlietland Ziekenhuis
Ranking: 9/15 Omzet: € 299 miljoen Aantal fte: 2.302 Rendement* in/ex transitiebedrag: 3,1%/2,6% Weerstandsvermogen**: 22,1%
Omvang
Balansontwikkeling & ratioanalyses
De tabel op pagina 17 laat een overzicht zien van de 10 ziekenhuizen met de hoogste vorderingen uit hoofde van transitiebedrag. Deze top 10 wordt vooral gedomineerd door grote ziekenhuizen (60%).
Voorzieningen De voorzieningen zijn toegenomen van € 614,6 miljoen eind 2012 naar € 710,9 miljoen eind 2013. Deze toename van € 96,3 miljoen doet zich vooral voor bij de grote ziekenhuizen (€ 67,4 miljoen). Bij de kleine ziekenhuizen nemen de voorzieningen af met € 16,4 miljoen; bij de middelgrote ziekenhuizen stijgen de voorzieningen met slechts € 15,4 miljoen. Opmerkelijk is dat bij alle ziekenhuizen vooral de voorziening Persoonlijk Levensfasebudget (PLB) stijgt. Van de totale stijging van € 96,3 miljoen maakt deze toename € 53,5 miljoen uit (56%). Bij de kleine ziekenhuizen wordt de toename van de PLB-voorziening (€ 6,3 miljoen) meer dan geheel gecompenseerd door een afname van de voorziening groot onderhoud (€ 12,6 miljoen). Voor reorganisaties is door ziekenhuizen een bedrag van in totaal € 68,3 miljoen in een voorziening opgenomen. Eind 2012 bedroeg dit bedrag € 70,7 miljoen.
Stakeholders zullen vanaf 2015 meer naar solvabiliteit als graadmeter van continuïteit kijken
Solvabiliteit De verhouding tussen het eigen vermogen en het balanstotaal, de solvabiliteit, is gemiddeld voor alle ziekenhuizen toegenomen van circa 16% eind 2012 naar circa 18% eind 2013. Deze toename is het gevolg van zowel een stijging van het eigen vermogen door stelselwijzigingen en positieve resultaten, als een daling van het balanstotaal door aflossingen op leningen en een lager bedrag aan overige kortlopende schulden. De solvabiliteit van zowel middelgrote als grote ziekenhuizen bedraagt afgerond 19%. De solvabileit van kleine ziekenhuizen blijft daarbij achter met circa 16%.
Weerstandsvermogen Het Waarborgfonds voor de Zorgsector (WfZ) hanteert bij de beoordeling van de continuïteit van zorginstellingen nog vooral het weerstandsvermogen (ook wel budgetratio genoemd) als belangrijke indicator. In tegenstelling tot de solvabiliteit die de banken hanteren, ziet het weerstandsvermogen toe op de verhouding tussen het eigen vermogen en de opbrengsten. Eind 2013 bedraagt de budgetratio voor alle ziekenhuizen gezamenlijk 20,4% (2012: 18,6%). Deze ratio is bij de kleine ziekenhuizen het laagst (16,2% eind 2013 vergeleken met 13,7% eind 2012). De bruikbaarheid van de budgetratio zal naar
onze mening vanaf boekjaar 2015 sterk afnemen. Vanaf dat jaar moeten alle ziekenhuizen de honoraria die aan de vrijgevestigd medisch specialisten worden betaald in de resultatenrekening opnemen (zowel onder de omzet als onder de kostpijs van de omzet). De optie om de te betalen honararia alleen in de balans te vermelden vervalt. Het ziekenhuis krijgt vanaf 2015 een integrale vergoeding waarbij het honorarium voor de medisch specialist is inbegrepen. Deze wijziging leidt tot een forse verhoging van de omzet van de ziekenhuizen en daarmee tot een aanzienlijke verlaging van het weerstandsvermogen. Stakeholders zullen hierdoor meer naar de solvabiliteit als graadmeter van de continuïteit kijken. Gelet op het bovenstaande is het weerstandsvermogen niet opgenomen in de BDO stresstest.
Liquiditeit De liquiditeit kan worden gemeten aan de hand van de current ratio. Deze ratio geeft de verhouding weer tussen de vlottende activa en de vlottende passiva. Eind 2013 is de current ratio bij de onderzochte ziekenhuizen toegenomen naar 1,08 (2012: 0,99). Deze toename houdt mede verband met een betere bevoorschotting door de zorgverzekeraars en beter liquiditeitsbeheer
door de ziekenhuizen. Alleen de kleine ziekenhuizen blijven met een current ratio van 0,84 eind 2012 en 0,87 eind 2013 nog achter op de rest. Een ratio van 1,0 wordt door de financiële sector als minimum beschouwd. Het belang van sterke liquiditeitsratio’s zal verder toenemen vanwege het hogere risicoprofiel dat financiers aan de ziekenhuizen toekennen. Hierdoor zal de druk op het actiever toepassen van balansmanagement door alle ziekenhuizen (en vooral de kleinere) groter worden. De debt service coverage ratio (DSCR) wordt in de praktijk vaak als een betere graadmeter voor de liquiditeit gezien. Dit kengetal geeft inzicht in de capaciteit om uit het resultaat (voor rente- en afschrijvingskosten) de rente en reguliere aflossingsverplichtingen te kunnen voldoen. Wij hebben de DSCR berekend op basis van de volgende formule: EBITDA / (rente + reguliere aflossing). Eind 2013 is de DSCR vergeleken met 2012 gemiddeld genomen verbeterd.
Deze benchmark op financiële prestaties juichen we toe, omdat het voor continuïteit nodig is dat zaken financieel op orde zijn. We moeten echter niet vergeten dat het voor ziekenhuizen niet draait om de hoogste winst, maar om de beste zorg en continuïteit. J. Taks Lid Raad van Bestuur Albert Schweitzer Ziekenhuis Ranking: 59 Omzet: € 278 miljoen Aantal fte: 3.365 Rendement* incl transitiebedrag: 2% Weerstandsvermogen**: 15,3% * Resultaat/totale omzet ** Eigen vermogen/totale omzet
19
Hogere opbrengsten en hogere kosten
ONTWIKKELINGEN IN HET RESULTAAT
e jaarrekeningen van de ziekenhuizen over 2013 gaan vooral over het omgaan met onzekerheden. Na de aankondiging van accountants dat zonder maatregelen er een collectieve niet-goedkeurende controleverklaring zou verschijnen, is er veel gebeurd. Een door veldpartijen overeengekomen zelfonderzoek in 2014 heeft de onzekerheden tot en met boekjaar 2013 over registraties en declaraties teruggebracht naar een aanvaardbaar niveau. Daarnaast is de (voorlopige) vaststelling van het transitiebedrag in 2014 door de NZa van belang geweest om meer zekerheid over de cijfers te krijgen. Omdat een deel van de ziekenhuizen ervoor heeft gekozen de jaarrekening 2013 vast te stellen zonder duidelijkheid over de uitkomsten van het zelfonderzoek en de transitiebedragen, is een tweedeling in de onderliggende zekerheid over de cijfers van de ziekenhuizen ontstaan. Gemiddeld zijn de uitkomsten van het zelfonderzoek binnen een marge van 1,21% gebleven. Onduidelijk is of de ziekenhuizen die niet hebben gewacht op de uitkomsten (24 van de totaal 74 ziekenhuizen uit dit onderzoek) voldoende hebben gereserveerd om de ultieme uitkomsten van zelfonderzoek en transitievaststelling op te vangen. Vooralsnog nemen wij aan van wel. Bij het kennisnemen van onderstaande analyse is het van belang om rekening te houden met deze restonzekerheid. Een andere onzekerheid die mogelijk enorme impact kan hebben op de cijfers, maar veelal door ziekenhuizen niet is verwerkt, betreft het Macro Beheersingsinstrument (MBI). De gezamenlijke resultaten van alle in de benchmark opgenomen ziekenhuizen zijn over het boekjaar 2013 met ruim € 123 miljoen gestegen tot een totaal positief resultaat van € 386 miljoen (2012: € 263 miljoen). Deze stijging van het resultaat wordt voor een groot deel verklaard door de resultaatstijging bij de middelgrote (€ 55 miljoen, +67%) en de grote ziekenhuizen (€ 39 miljoen, +25%). Maar ook de resultaten bij de kleine ziekenhuizen stij-
gen met bijna € 30 miljoen (+130%). Deze resultaatstijging heeft een positieve invloed op het eigen vermogen, zoals reeds beschreven en toegelicht in het vorige hoofdstuk. In dit hoofdstuk zullen we nader ingaan op de ontwikkelingen en tendensen in de resultaten.
Van hekkensluiter
Resultaatontwikkeling
trots op! We zijn
Zoals hiervoor benoemd zijn de totale resultaten van de ziekenhuizen in 2013 met € 123 miljoen gestegen ten opzichte van 2012. Als we het resultaat uitdrukken in een percentage van de bedrijfsopbrengsten dan zien we dat op totaalniveau deze ratio 2,79% bedraagt ten opzichte van 1,98% in 2012. De kleine ziekenhuizen laten zelfs de hoogste ratio zien: 3,09% (2012: 1,42%). Als we dezelfde ratio’s berekenen exclusief de transitiebaten dan zien we dat deze percentages behoorlijk lager liggen: 1,72% in 2013 en 0,89% in 2012. Opvallend hierbij is dat de kleine ziekenhuizen dan juist weer de laagste ratio laten zien: 1,25% (2012: 0,79%). Hieruit valt op te maken dat de transitiebaten een grote invloed hebben op de resultaten van ziekenhuizen en dat vooral de kleine ziekenhuizen hiervan in grote mate afhankelijk zijn. Het totaalresultaat 2012 (€ 263 miljoen) volgens deze benchmark is bepaald op basis van de gepubliceerde jaarrekeningen 2013 en wijkt af van het totaalresultaat dat in de benchmark 2012 is gepubliceerd (€ 284 miljoen). Dit wordt veroorzaakt doordat in de benchmark 2013 een vijftal ziekenhuizen niet is opgenomen, omdat deze hun jaarrekening (nog) niet hadden gepubliceerd op het moment van deze rapportage. Ook zijn de resultaten van enkele jaarrekeningen aangepast bijvoorbeeld als gevolg van fusies. De stijging van de resultaten op totaalniveau bestaat uit hogere bedrijfsopbrengsten (€ 606 miljoen), hogere bedrijfslasten (€ 467 miljoen) en hogere financiële lasten (€ 16 miljoen). De hogere opbrengsten zijn vooral te verklaren door hogere DBC-opbrengsten. Daar staat een daling van opbrengsten wettelijk budget tegenover. De transitiebaten stijgen in totaliteit licht met € 11 miljoen.
naar bovengemiddeld, daar zijn we enorm vastberaden om uit de gevarenzone te blijven. Sluitstuk daarvan is herfinanciering. Zelfs onze solvabiliteit - in 2013 nog matig - is nu bovengemiddeld. We zien uit naar onze score over 2014. J. VAN ROON Voorzitter Raad van Bestuur Rode Kruis Ziekenhuis Ranking: 42 Omzet: € 120 miljoen Aantal fte: 989 Rendement* incl. transitiebedrag: 5,3% Weerstandsvermogen** 13% * Resultaat/totale omzet ** Eigen vermogen/totale omzet
20
BDO-benchmark Ziekenhuizen 2015
21
Ontwikkelingen resultaat per categorie ziekenhuis De financiële resultaten staan
(bedragen x € 1.000) Post
Klein
Middelgroot
Groot
Totaal
1.743.000
4.736.000
7.389.000
13.868.000
12,6%
34,2%
53,3%
1.655.000
4.495.000
7.002.000
ONTWIKKELINGEN IN HET RESULTAAT
Resultaat uitgedrukt in % bedrijfsopbrengsten
onder druk; het is continu zoeken naar
Totale bedrijfsopbrengsten
het juiste optimum in de bedrijfs-
Aandeel in totaal
voering. Met de implementatie van
Totale bedrijfslasten
EPIC staan we aan de vooravond van
Aandeel in totaal
12,6%
34,2%
13.152.000
onverminderd groot. A.J.T. Poelarends Financieel Directeur St Jansdal Ziekenhuis
53,2%
Ranking: 29 Omzet: € 133 miljoen Aantal fte: 1.200 Rendement* incl transitiebedrag: 2,5% Weerstandsvermogen**: 40% * Resultaat/totale omzet ** Eigen vermogen/totale omzet
De stijging van de bedrijfslasten op totaalniveau is voornamelijk het gevolg van hogere personele kosten (€ 160 miljoen), hogere afschrijvingskosten (€ 17 miljoen) en hogere overige bedrijfskosten (€ 295 miljoen). De belangrijkste kostenpost is veel minder sterk gestegen dan de opbrengsten. Hieruit valt te concluderen dat ziekenhuizen erin slagen de personele bezetting (en daarmee de kosten) voor een belangrijk deel af te stemmen op de (in de toekomst) afnemende opbrengsten.
218.000
296.000
606.000
Mutatie Bedrijfslasten
62.000
164.000
241.000
467.000
300
-300
16.000
16.000
29.700
53.700
39.000
123.000
In bovenstaande tabel hebben we dat weergegeven. Uit deze tabel valt af te leiden dat in alle categorieën een toename van zowel de bedrijfsopbrengsten als de bedrijfslasten is waar te nemen, waarbij de opbrengsten in alle categorieën forser stijgen dan de lasten. Bij de kleine ziekenhuizen zit het kleinste verschil tussen de stijging van de opbrengsten en de stijging van de lasten: € 30 miljoen. Deze marge is nagenoeg gelijk aan de totale transitiebaten van de kleine ziekenhuizen. Bij de kleine ziekenhuizen wordt de stijging van de opbrengsten vooral veroorzaakt door de stijging van de DBC-opbrengsten (€ 119 miljoen), de opbrengsten uit hoofde van de transitie (€ 21 miljoen) en de overige opbrengsten (€ 38 miljoen). De opbrengsten uit hoofde van subsidies en het wettelijk budget nemen af met respectievelijk € 73 en € 12 miljoen. De stijging van de lasten wordt hoofdzakelijk verklaard door een stijging van de personele kosten (€ 16 miljoen) en overige bedrijfskosten (€ 44 miljoen).
Verschillen per categorie Op totaalniveau zijn op hoofdlijnen de volgende ontwikkelingen zichtbaar: hogere opbrengsten, minder snel gestegen kosten en lagere financiële lasten. Als we deze analyse uitvoeren op de categorieën klein, middelgroot en groot, dan zien we een redelijk vergelijkbaar beeld.
Landelijk Klein
92.000
Toename resultaat
Bij de middelgrote ziekenhuizen zien we ook een daling van de opbrengsten uit hoofde van het wettelijk budget (€ 41 miljoen), een stijging van de DBC-opbrengsten (€ 362 miljoen) én een stijging van de opbrengsten uit hoofde van de transitie (€ 13 miljoen). Daar staat een daling van de
Groot
0,80%
1,79%
Transitiebudget Autonome winst
Mutatie Bedrijfsopbrengsten
Mutatie Financiële lasten
Middelgroot
overige opbrengsten van € 109 miljoen tegenover. Per saldo stijgen de opbrengsten met € 218 miljoen. De totale lasten stijgen met circa € 164 miljoen, voornamelijk veroorzaakt door een stijging van de personele kosten (€ 52 miljoen) en de overige bedrijfskosten (€ 90 miljoen). Tenslotte zien we ook bij de grote ziekenhuizen een forse daling van de opbrengsten uit hoofde van het wettelijk budget (€ 397 miljoen), maar ook een grote stijging van de DBC-opbrengsten (€ 960 miljoen). De opbrengsten uit hoofde van de transitie nemen met € 30 miljoen af, de overige opbrengsten laten een daling zien van € 217 miljoen en tot slot dalen de subsidieopbrengsten met € 21 miljoen. Per saldo stijgen de opbrengsten met € 296 miljoen. Aangezien de bedrijfslasten (€ 241 miljoen) en de rentelasten (€ 16 miljoen) ook stijgen, stijgt het totale resultaat van de grote ziekenhuizen met € 39 miljoen tot een het totaalbedrag van bijna € 198 miljoen. De stijging van de lasten wordt vooral veroorzaakt door een toename van de personele kosten (€ 92 miljoen) en de overige bedrijfskosten (€ 161 miljoen). Alle categorieën ziekenhuizen zien in 2013 een stijging van de opbrengsten, met name in de kernactiviteiten (DBC-opbrengsten), maar ook een stijging van de bedrijfslasten. Vooralsnog
0,63% 0,79%
2012
1,53% 2,07%
1,25%
1,23%
2013
2012
Totaal
1,06%
1,06%
0,56%
een ambitieuze IT-veranderagenda. De opgave blijft de komende jaren
Klein
1,09% 1,61%
0,70%
2013
2012
2013
1,72% 0,89%
2012
2013
Middelgroot Groot overschrijdt de stijging van de lasten de stijging van de baten niet, maar blijft het wel van cruciaal belang dat de ‘flexibiliteit’ van de kosten gemonitord wordt. Het evenwicht bij de kleine ziekenhuizen tussen mutatie in de bedrijfsopbrengsten en bedrijfslasten wordt wel sterk beïnvloed door de baten uit transitiebedrag. Bij de kleine ziekenhuizen is het belang van de transitiebate bijna 2% van de opbrengsten en bij de middelgrote en grote ziekenhuizen circa 1% van de opbrengsten. Het resultaat bij de kleine ziekenhuizen is daardoor gevoeliger voor de transitieregeling dan het resultaat bij de grotere ziekenhuizen.
Impact transitiebaten op resultaat ziekenhuizen
Invloed van transitiebaten Post
(bedragen x € 1.000)
Klein
Middelgroot
Groot
Totaal
Resultaat inclusief transitiebaten
52.977
135.760
197.580
386.317
Transitiebaten
31.655
38.756
86.502
156.913
Resultaat exclusief transitiebaten
21.322
97.004
111.078
229.404
Verschil uitgedrukt in %
-60%
-29%
-44%
-41%
In de bovenste tabel op deze pagina zijn de transitiebaten uitgedrukt in een percentage van de totale opbrengsten per categorie ziekenhuizen voor de jaren 2013 en 2012. Hieruit blijkt dat de opbrengsten bij ziekenhuizen voor een relevant deel bestaan uit transitiebaten. Indien deze transitiebaten niet in de opbrengsten zouden worden meegenomen, zou het resultaat van de ziekenhuizen eruit zien als in de tabel Invloed van transitiebaten. De 78 ziekenhuizen in de benchmark 2013 (rapport vorig jaar) claimden gezamenlijk € 163,1 miljoen aan transitiebedrag over 2012. Voor de 74 ziekenhuizen in de BDO-benchmark 2015 (jaarrekeningen 2013) is deze claim over 2012 op basis van de balansposities eind 2013 verhoogd naar € 166,7 miljoen. Een toename van € 17,7 miljoen, want deze 74 ziekenhuizen claimden in de jaarrekening 2012 nog € 149 miljoen.
In totaal claimen de 74 in deze benchmark betrokken ziekenhuizen over 2012 en 2013 € 289,5 miljoen aan transitiebedrag. Dit betreft € 166,7 miljoen over 2012 en € 122,8 miljoen over 2013. Volgens de resultatenrekeningen 2013 wordt € 156,9 miljoen aan transitiebaten gepresenteerd. De verdeling hiervan naar categorie blijkt uit bovenstaande tabel. Vanwege afwijkingen in definitief vastgestelde transitiebedragen, mutaties voorzieningen en presentatiekwesties sluiten de genoemde verschillende bedragen niet geheel op elkaar aan. In totaal hebben 53 ziekenhuizen een vordering, 2 ziekenhuizen een nihil bedrag en 19 een transitieschuld. 12 ziekenhuizen claimen meer dan
€ 10 miljoen. Dit is in totaal € 206,4 miljoen oftewel ruim 70% van de totale vordering. Deze getallen sluiten niet geheel aan op de tabel omdat een deel van de transitiebate 2012 is verwerkt in het resultaat 2013. De toelichting rond het transitiebedrag (en de mutaties daarin ten opzichte van 2012) is voor verbetering vatbaar. Bij 21 van de 74 ziekenhuizen (28%) sluit de mutatie in de balans niet aan op het gepresenteerde bedrag in de resultatenrekening. In een aantal gevallen is dit te verklaren door getroffen voorzieningen in de jaarrekening 2012 (welke niet direct op het transitiebedrag in mindering zijn gebracht).
22
BDO-benchmark Ziekenhuizen 2015
23
BIJLAGE I: TOTALE RESULTATENREKENING X € 1.000
2013
2012
BIJLAGE II: TOTALE BALANS Mutatie absoluut
% mutatie 2013-2012
Wettelijke budget voor aanvaarbare kosten en/of subsidies
52.211
502.099
-449.888
-89,6%
Beschikbaarheidsbijdrage medisch specialisten
33.667
20.412
13.255
64,9%
Honorarium opbrengsten medisch specialisten
28.487
32.186
-3.699
-11,5%
900
2.407
-1.507
-62,6%
11.728.523
10.313.634
1.414.889
13,7%
Opbrengsten uit hoofde van te verrekenen transitiebedrag
156.913
145.739
11.174
7,7%
Niet gebudgetteerde zorgprestaties
376.103
383.684
-7.581
-2,0%
1.019.496
1.307.093
-287.597
-22,0%
Subsidies
471.853
555.800
-83.947
-15,1%
TOTAAL
13.868.153
13.263.054
605.099
4,6%
DBC opbrengsten
Overige bedrijfsopbrengsten
X € 1.000
Immateriële vaste activa
7.345.285
7.185.152
160.133
2,2%
10.033
15.152
-5.119
-33,8%
Afschrijvingen immateriele en materiele vaste activa
1.044.876
1.028.075
16.801
1,6%
Overige bedrijfskosten
4.752.019
4.457.070
294.949
6,6%
13.152.213
12.685.449
466.764
3,7%
715.940
577.605
138.335
23,9%
Totaal
Mutatie absoluut
% mutatie 2013-2012
-26,4%
12.615
17.148
-4.533
Materiële vaste activa
9.446.606
9.086.971
359.635
4,0%
Financiële vaste activa
252.189
312.592
-60.403
-19,3%
9.711.410
9.416.711
294.699
3,1%
Vlottende activa Voorraden
194.169
188.009
6.160
3,3%
OHW uit hoofde van DBC
314.934
583.964
-269.030
-46,1%
3.733.028
3.861.134
-128.106
3,3%
99.959
130.774
-30.815
-23,6%
358.224
192.881
165.343
85,7%
1
3
-2
-66,7%
Vorderingen, overlopende activa Vorderingen uit hoofde van transitiebedrag
BEDRIJFSLASTEN Personeelskosten
2012
Vaste activa
Vorderingen uit hoofde van fin.tekort
Honoraruimkosten medisch specialisten
2013
ACTIVA
Bedrijfsopbrengsten
Correctie bekend budget voorgaande jaren
Bijlage
Effecten Liquide middelen
Totaal activa
1.025.610
720.245
305.365
42,4%
5.725.925
5.677.010
48.915
0,9%
15.437.335
15.093.721
343.614
2,3%
PASSIVA Saldo opbrengsten en lasten
Groepsvermogen Kapitaal
Financiële baten en lasten
-330.494
-314.881
-15.613
5,0%
Collectief gefinancierd gebonden vermogen Niet collectief gefinancierd vrij vermogen
Resultaten uit gewone bedrijfsuitoefening Saldo buitengewone baten en lasten Belastingen resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening Aandeel derden Resultaat deelneming RESULTAAT
385.446
262.724
122.722
46,7%
31
0
31
100%
Aandeel derden
86.460
86.426
34
0,0%
2.540.340
2.174.335
366.005
16,8%
199.686
176.688
22.998
13,0%
2.826.486
2.437.449
389.037
16,0%
264
514
-250
-48,6%
710.888
614.648
96.240
15,7%
6.535.940
6.329.210
206.730
3,3%
-448.931
-72,1%
-365
-318
-47
14,8%
92
-782
874
-111,8%
1.113
1.214
-101
-8,3%
Langlopende schulden
386.317
262.838
123.479
47,0%
Schulden uit hoofde van fin.overschot
173.979
622.910
OHW uit hoofde van DBC
165.522
172.742
-7.220
-4,2%
83.443
52.099
31.344
60,2%
Voorzieningen
Schulden uit hoofde van transitiebedrag Schulden uit hoofde van honorariumplafond
15.456
30.969
-15.513
-50,1%
Kortlopende schulden, overlopende passiva
4.925.357
4.833.180
92.177
1,9%
15.437.335
15.093.721
343.614
2,3%
Totaal Passiva
BDO-benchmark Ziekenhuizen 2015
25
2,70
75
7,5
1,5
1
2
1
2
3
1
1
0
Rapportcijfer BDO 2013 excl. transitiebedrag
0,04
Ranking 2013 excl transitiebedrag
1,50
Rentabiliteit
0,04
Rendement
0,98
Current ratio
0,15
Solvabiliteit
M
Rapportcijfer BDO 2012
Kennemer Gasthuis
Opbouw cijfer 2012
Rentabiliteit
41
DSCR
10
Rendement
1
Current ratio
2
Solvabiliteit
2
Rapportcijfer BDO 2013
2
Ranking 2012
2
Som ratio's
2
Rentabiliteit
10
DSCR
2
Rendement
2
Current ratio
DSCR
2
Solvabiliteit
Rendement
2
Naam Ziekenhuis
Current ratio
2
Ranking 2013
Solvabiliteit
10
Rapportcijfer BDO 2013 excl. transitiebedrag
Rapportcijfer BDO 2012
2
Ranking 2013 excl transitiebedrag
Rentabiliteit
10,77
Opbouw cijfer 2013
DSCR
Ratio analyse 2013
Rentabiliteit
DSCR
0,07
Rendement
8,60
Current ratio
Rentabiliteit
0,05
Solvabiliteit
DSCR
1,67
Rapportcijfer BDO 2013
Rendement
0,38
Ranking 2012
Current ratio
M
*) Van deze ziekenhuizen waren per 31 januari 2015 nog geen jaardocumenten beschikbaar. Omdat van de ziekenhuizen wel de cijfers 2012 beschikbaar zijn, hebben wij deze ziekenhuizen voor de beeldvorming wel opgenomen in het overzicht. Vanwege het niet publiceren zijn deze ziekenhuizen onderaan de lijst opgenomen.
Opbouw cijfer 2012
Som ratio's
Solvabiliteit
Laurentius Ziekenhuis
Omvang ziekenhuis
Naam Ziekenhuis
Ranking 2013 1
Opbouw cijfer 2013
**) Dit ziekenhuis heeft aangeven dat de financiële positie wordt vertekend omdat de resultaten van het zelfonderzoek en de transitieafwikkeling nog niet zijn verwerkt in de jaarrekening 2013, hetgeen een wezenlijke impact heeft op de gepresenteerde cijfers. Dit zal volgens het ziekenhuis leiden tot een aanzienlijke bate in de jaarrekening van 2014. Wanneer deze bate wel meegenomen zou zijn, zou er sprake zijn van een positie in de top 40 van de ranking.
De uitkomsten van de score en de ranking zijn voor de cijfers over boekjaar 2012 gelijk gehouden aan het in 2013 door ons gepubliceerde rapport. Bij de berekening van de score over boekjaar 2013 hebben op detailniveau verbeteringen plaatsgevonden. Zo is bijvoorbeeld bij de uiteindelijke bepaling van de positie van een ziekenhuis in de ranking het cijfer exclusief transitiebedrag meegewogen.
Bijlage III: BDO FINANCIËLE STRESSTEST ZIEKENHUIZEN Ratio analyse 2013
bijlage
Omvang ziekenhuis
24
1
0
27
8
2
BovenIJ Ziekenhuis
K
0,32
1,22
0,15
4,57
0,18
6,44
21
10
2
2
2
2
2
8
1,5
0,5
2
2
2
2
10
42
Rode Kruis Ziekenhuis
M
0,14
0,83
0,05
2,94
0,06
4,01
76
7,5
1
0,5
2
2
2
2
0,5
0,5
0
1
0
46
5,5
3
Slingeland Ziekenhuis
M
0,23
1,15
0,05
2,96
0,04
4,44
22
10
2
2
2
2
2
8
1,5
2
1,5
1,5
1,5
3
10
43
VieCuri Medisch Centrum
M
0,22
0,99
0,02
1,90
0,02
3,15
18
7,5
2
1
1,5
1,5
1,5
8
1
2
1,5
2
1,5
49
5,5
4
Stichting Deventer Ziekenhuisgroep
M
0,26
1,66
0,08
2,12
0,06
4,17
37
10
2
2
2
2
2
6,5
1,5
2
1
1
1
5
10
44
Rivas Zorggroep Beatrixziekenhuis
K
0,19
0,53
0,05
1,75
0,05
2,57
30
7,5
1,5
0,5
2
1,5
2
7
1,5
0,5
1,5
2
1,5
59
4
5
Atrium Medisch Centrum
G
0,22
1,10
0,04
2,40
0,05
3,81
20
10
2
2
2
2
2
8
1,5
1,5
1,5
1,5
2
7
10
45
Flevoziekenhuis
M
0,12
1,64
0,04
1,36
0,02
3,18
60
7,5
1
2
2
1
1,5
5
0,5
2
1
1
0,5
68
3
6
Onze Lieve Vrouwe Gasthuis
G
0,22
1,18
0,03
3,11
0,04
4,59
7
10
2
2
2
2
2
9,5
1,5
2
2
2
2
13
9
46
Canisius-Wilhelmina Ziekenhuis
G
0,19
1,13
0,02
1,70
0,02
3,05
38
7
1,5
2
1
1,5
1
6,5
1,5
0,5
1,5
1,5
1,5
26
8
7
Medisch Centrum Leeuwarden
G
0,34
1,21
0,03
11,39
0,05
13,02
5
10
2
2
2
2
2
9,5
2
2
1,5
2
2
19
8,5
47
Westfries Gasthuis
M
0,27
0,94
0,02
2,36
0,02
3,61
46
7
2
1
1
2
1
6
2
0,5
1
1,5
1
34
7
8
Wilhelmina Ziekenhuis Assen
K
0,31
2,30
0,06
3,12
0,06
5,85
8
10
2
2
2
2
2
9
2
2
1,5
2
1,5
23
8
48
Zorgcombinatie Noorderboog
K
0,20
0,91
0,01
2,27
0,03
3,43
44
7
1,5
1
1
2
1,5
6
1,5
1
0,5
2
1
48
5,5
9
Scheper Bethesda Ziekenhuis
G
0,24
1,46
0,03
2,10
0,03
3,86
41
10
2
2
2
2
2
6
1,5
2
0,5
1,5
0,5
35
7
49
Ziekenhuis Rivierenland
M
0,19
1,03
0,02
1,76
0,02
3,03
39
7
1,5
1,5
1,5
1,5
1
6,5
1,5
1
1,5
1,5
1
51
5
10
Waterlandziekenhuis
K
0,17
1,19
0,05
2,71
0,04
4,16
23
9,5
1,5
2
2
2
2
7,5
1,5
1
1,5
2
1,5
10
9,5
50
Catharina Ziekenhuis
G
0,17
1,23
0,01
1,64
0,01
3,07
34
7
1,5
2
1
1,5
1
6,5
1,5
1,5
1
1,5
1
55
4,5
11
Tergooi Ziekenhuizen
M
0,26
1,01
0,05
3,02
0,07
4,40
64
9,5
2
1,5
2
2
2
4,5
1
1
0,5
1,5
0,5
39
6,5
51
Streekziekenhuis Koningin Beatrix
K
0,18
0,65
0,03
2,04
0,03
2,92
59
7
1,5
0,5
1,5
2
1,5
5
1
0,5
1
1,5
1
67
3
12
Rijnland Ziekenhuis
M
0,21
1,14
0,03
1,96
0,03
3,37
36
9
2
2
2
1,5
1,5
6,5
1,5
1,5
1
1,5
1
6
10
52
Ziekenhuisgroep Twente
G
0,21
0,76
0,03
1,25
0,03
2,27
31
6,5
2
0,5
1,5
1
1,5
7
1,5
1
2
1
1,5
42
6,5
13
Amphia Ziekenhuis
G
0,27
1,03
0,03
2,39
0,03
3,74
43
9
2
1,5
1,5
2
2
6
2
0,5
0,5
2
1
9
9,5
53
Antonius Ziekenhuis
M
0,17
0,74
0,02
5,04
0,02
5,99
16
6,5
1,5
0,5
1
2
1,5
8
1,5
0,5
2
2
2
56
4
14
Sint Lucas Andreas Ziekenhuis
M
0,21
1,44
0,03
2,24
0,03
3,94
19
9
2
2
1,5
2
1,5
8
1,5
2
1,5
2
1
15
9
54
Isala Klinieken
G
0,21
0,97
0,01
1,70
0,01
2,92
11
6,5
2
1
1
1,5
1
8,5
2
0,5
2
2
2
58
4
15
Refaja Ziekenhuis
K
0,25
0,90
0,03
2,58
0,04
3,80
27
9
2
1
2
2
2
7
1,5
0,5
1,5
2
1,5
11
9
55
Zaans Medisch Centrum
M
0,18
1,15
0,01
1,94
0,01
3,28
32
6
1,5
2
0,5
1,5
0,5
6,5
1,5
0,5
1
2
1,5
32
7,5
16
Medisch Centrum Alkmaar
G
0,22
0,94
0,05
2,48
0,05
3,73
72
9
2
1
2
2
2
3,5
1,5
1
0
1
0
12
9
56
Gelre Ziekenhuizen
G
0,17
0,92
0,02
1,53
0,01
2,65
26
6
1,5
1
1
1,5
1
7,5
1,5
1
2
1,5
1,5
33
7,5
17
Sint Franciscus Gasthuis
M
0,31
1,09
0,05
1,57
0,05
3,06
28
9
2
1,5
2
1,5
2
7
2
1,5
1
1,5
1
18
9
57
Stichting Rijnstate Ziekenhuis
G
0,11
1,17
0,02
1,23
0,02
2,54
66
6
1
2
1
1
1
4,5
0,5
2
0,5
1
0,5
45
6
18
Medisch Spectrum Twente
G
0,14
1,11
0,04
2,32
0,03
3,64
35
9
1
2
2
2
2
6,5
1
2
1
1,5
1
20
8,5
58
Vlietland Ziekenhuis
M
0,13
1,63
0,01
1,07
0,01
2,86
70
6
1
2
1
1
1
4
0,5
2
0,5
0,5
0,5
54
4,5
19
Ikazia Ziekenhuis
M
0,20
1,21
0,03
2,63
0,02
4,10
56
9
1,5
2
2
2
1,5
5,5
1,5
1
1
1
1
30
7,5
59
Albert Schweitzer Ziekenhuis
G
0,16
0,57
0,02
1,92
0,02
2,69
53
6
1,5
0,5
1
1,5
1,5
5,5
1
0,5
1
1,5
1,5
60
3,5
20
HagaZiekenhuis
G
0,22
1,23
0,03
3,15
0,03
4,66
4
9
2
2
1,5
2
1,5
10
2
2
2
2
2
43
6
60
Zuwe Hofpoort Ziekenhuis
K
0,17
0,93
0,02
1,38
0,02
2,52
73
6
1,5
1
1,5
1
1
3,5
1
0,5
0,5
1
0,5
62
3,5
21
Medisch Centrum Haaglanden
G
0,30
1,48
0,03
2,63
0,03
4,47
9
9
2
2
1,5
2
1,5
9
2
2
1,5
2
1,5
50
5
61
IJsselland Ziekenhuis **)
M
0,19
0,86
0,02
1,95
0,02
3,04
54
5,5
1,5
0,5
1
1,5
1
5,5
1,5
0,5
1
1,5
1
40
6,5
22
St. Elisabeth Ziekenhuis
G
0,23
1,21
0,02
2,08
0,02
3,56
13
9
2
2
1,5
2
1,5
8,5
1,5
2
1,5
2
1,5
53
5
62
St. Antonius Ziekenhuis
G
0,16
1,30
0,00
1,40
0,00
2,86
29
5,5
1,5
2
0,5
1
0,5
7
1,5
2
1
1,5
1
41
6,5
23
Diakonessenhuis Utrecht
M
0,19
1,42
0,03
2,62
0,02
4,27
14
8,5
1,5
2
1,5
2
1,5
8,5
1,5
1
2
2
2
8
9,5
63
Franciscus Ziekenhuis
M
0,16
0,91
0,00
2,11
0,00
3,19
47
5,5
1,5
1
0,5
2
0,5
5,5
1
0,5
1
2
1
47
5,5
24
Ziekenhuis De Gelderse Vallei
M
0,20
1,48
0,02
2,26
0,02
3,98
6
8,5
2
2
1,5
2
1
9,5
1,5
2
2
2
2
14
9
64
Spaarne Ziekenhuis
M
0,13
0,84
0,02
1,46
0,02
2,47
71
5
1
0,5
1,5
1
1
4
1
0,5
1
1
0,5
52
5
25
Máxima Medisch Centrum
G
0,19
1,06
0,03
1,89
0,03
3,20
57
8,5
1,5
1,5
2
1,5
2
5,5
1,5
1
1
1
1
17
9
65
Lievensberg Ziekenhuis
K
0,12
0,70
0,01
2,06
0,01
2,89
45
4,5
1
0,5
0,5
2
0,5
6
1
0,5
1,5
2
1
64
3
26
St. Anna Zorggroep
M
0,25
0,92
0,04
1,92
0,04
3,18
24
8,5
2
1
2
1,5
2
7,5
1,5
1
1,5
2
1,5
16
9
66
Maasziekenhuis Pantein
K
0,06
1,35
0,00
1,08
0,00
2,50
49
4,5
0,5
2
0,5
1
0,5
5,5
0,5
2
0,5
2
0,5
66
3
27
De Tjongerschans
K
0,14
1,21
0,05
1,72
0,05
3,17
61
8,5
1
2
2
1,5
2
5
1
1
1
1
1
22
8,5
67
Ziekenhuis Amstelland
K
0,12
0,79
0,01
1,91
0,01
2,83
65
4
1
0,5
0,5
1,5
0,5
4,5
1
0,5
1
1,5
0,5
63
3
28
Jeroen Bosch Ziekenhuis
G
0,14
1,41
0,05
1,99
0,03
3,63
50
8,5
1
2
2
1,5
2
5,5
0,5
2
1
1,5
0,5
25
8
68
IJsselmeerziekenhuizen
K
-0,02
0,68
0,01
1,23
0,02
1,92
33
4
0
0,5
1
1
1,5
6,5
0
0,5
2
2
2
70
2,5 2
29
St. Jansdal
M
0,30
2,04
0,03
3,28
0,02
5,66
3
8,5
2
2
1,5
2
1
10
2
2
2
2
2
28
7,5
69
Maasstad Ziekenhuis
G
0,12
0,84
0,01
1,16
0,01
2,14
69
4
1
0,5
1
1
0,5
4
0,5
0,5
0,5
2
0,5
74
30
Reinier de Graaf Groep
G
0,24
0,74
0,03
4,16
0,03
5,21
12
8,5
2
0,5
2
2
2
8,5
2
0,5
2
2
2
29
7,5
70
Orbis Medisch Centrum
M
-0,03
0,46
0,02
1,53
0,01
2,00
78
4
0
0
1,5
1,5
1
1,5
0
0,5
0
1
0
73
2
31
TweeSteden ziekenhuis
M
0,26
0,88
0,04
2,09
0,04
3,31
55
8,5
2
0,5
2
2
2
5,5
1,5
0,5
1
1,5
1
36
7
71
Admiraal De Ruyter Ziekenhuis
M
0,17
1,09
-0,03
0,53
-0,03
1,73
15
3,5
1,5
1,5
0
0,5
0
8,5
1,5
2
1,5
1,5
2
69
3
32
Meander Medisch Centrum
G
0,12
1,57
0,04
2,72
0,02
4,47
17
8,5
1
2
2
2
1,5
8
1
2
1,5
2
1,5
37
6,5
72
't Lange Land Ziekenhuis
K
-0,06
0,21
0,02
1,69
0,02
1,87
80
3,5
0
0
1
1,5
1
0
0
0
0
0
0
71
2,5
33
Ommelander Ziekenhuisgroep
K
0,17
0,94
0,03
2,94
0,05
4,14
48
8,5
1,5
1
2
2
2
5,5
1
0,5
1
2
1
38
6,5
73
Groene Hart Ziekenhuis
M
0,14
0,53
-0,01
1,56
0,00
2,22
58
3
1
0,5
0
1,5
0
5
1
0,5
1
1,5
1
65
3
34
Van Weel-Bethesda Ziekenhuis
K
0,30
0,75
0,05
2,69
0,04
3,83
62
8,5
2
0,5
2
2
2
5
2
0,5
0,5
1,5
0,5
57
4
74
Gemini Ziekenhuis
K
0,05
0,66
-0,07
1,16
-0,07
1,73
77
1,5
0
0,5
0
1
0
2
1
0,5
0
0,5
0
72
2
35
St. Jans Gasthuis
K
0,34
1,41
0,02
2,11
0,02
3,89
67
8
2
2
1
2
1
4,5
2
0,5
0,5
1
0,5
4
10
.
Nij Smellinghe *)
K
NB
NB
NB
NB
NB
NB
1
NB
NB
NB
NB
NB
NB
10
2
2
2
2
2
NB
NB
36
Elkerliek Ziekenhuis
M
0,15
1,26
0,04
1,89
0,03
3,36
51
8
1
2
2
1,5
1,5
5,5
1
2
0,5
1,5
0,5
21
8,5
.
ZorgSaam Zeeuws-Vlaanderen *)
M
NB
NB
NB
NB
NB
NB
40
NB
NB
NB
NB
NB
NB
6,5
2
0,5
1
1,5
1,5
NB
NB NB
37
Diaconessenhuis Leiden
K
0,18
0,65
0,04
2,99
0,04
3,90
63
8
1,5
0,5
2
2
2
5
1
0,5
1,5
1
1
24
8
.
Ziekenhuis Bernhoven *)
M
NB
NB
NB
NB
NB
NB
42
NB
NB
NB
NB
NB
NB
6
0,5
1
1,5
2
1
NB
38
Havenziekenhuis
K
0,19
0,97
0,03
2,54
0,03
3,76
52
8
1,5
1
1,5
2
2
5,5
0,5
0,5
1,5
1,5
1,5
31
7,5
.
Slotervaartziekenhuis *)
M
NB
NB
NB
NB
NB
NB
68
NB
NB
NB
NB
NB
NB
4
1,5
0,5
0
2
0
NB
NB
39
Martini Ziekenhuis
G
0,17
1,29
0,03
1,69
0,02
3,21
10
8
1,5
2
1,5
1,5
1,5
9
1
2
2
2
2
44
6
.
Stichting Saxenburgh Groep *)
K
NB
NB
NB
NB
NB
NB
74
NB
NB
NB
NB
NB
NB
3
1
0,5
0
1,5
0
NB
NB
40
Stichting Bronovo-Nebo
M
0,29
0,77
0,03
2,43
0,03
3,56
25
8
2
0,5
1,5
2
2
7,5
2
0,5
1,5
2
1,5
61
3,5
0,19
1,08
0,03
2,37
0,03
3,69
7,4
1,5
1,34 1,47
6,3
1,30
1,13
1,15
1,58
1,13
Gemiddelde score van de sector
1,67 1,44
6,4
26
BDO-benchmark Ziekenhuizen 2015
DE BDO Branchegroep Zorg Branchegroep Zorg: luisteren, meedenken en verder kijken In de zorgsector draait het om mensen. Tegelijkertijd moet zorg kwalitatief hoogstaand, kostenefficiënt en veilig zijn. Het behouden van een goede positie binnen de zorgmarkt vormt een steeds grotere uitdaging voor zorginstellingen. De overheid kort op de budgetten, de marktwerking wordt steeds verder doorgevoerd, de concurrentie neemt toe en tegelijkertijd wordt de zorgconsument steeds kritischer. Hoe behoudt u als zorginstelling toch uw positie als u wordt gedwongen om met hetzelfde budget, meer kwaliteit en service te verlenen? Is het nog wel mogelijk om betaalbare en goede zorg te leveren voor uw klanten? De BDO Branchegroep Zorg denkt van wel. Wij snappen dat u als ondernemer of bestuurder in de zorg denkt, handelt en organiseert op uw eigen manier. Dus wil een accountant of adviseur werkelijk van meerwaarde zijn, dan is het niet genoeg om kennis van de zorgsector te hebben. Gelukkig bestaat de BDO Branchegroep Zorg uit mensen die luisteren, meedenken en verder kijken dan de cijfers en de regels. Wij snappen dat goede zorg leveren hoge eisen stelt aan zorginstellingen, maar ook aan uw mensen en aan u persoonlijk. Dat telt.
Meer informatie BDO Branchegroep Zorg E-mail:
[email protected] Internet: www.bdo.nl/zorg www.twitter.com/bdozorg Voor meer informatie naar aanleiding van dit onderzoeksrapport of over de BDO Branchegroep Zorg kunt u contact opnemen met:
Accountants Regio Midden/Noord/Oost: drs. C.F. (Chris) van den Haak RA Tel: 06 5247 6882 E-mail:
[email protected] Regio West: R. (Rob) Karlas RA Tel: 06 2013 7937 E-mail:
[email protected] Regio Zuid: drs. M.M.H. (Mike) Tagage RA Tel: 06 4688 8588 E-mail:
[email protected]
Consultancy drs. F.J. (Frank) van der Lee RA Tel: 06 1100 3117 E-mail:
[email protected] Fiscaliteit mr. drs. N.T. (Nika) Stegeman-Kruijt Tel: 06 1309 5011 E-mail:
[email protected]
mr. J.C.M. (Jeroen) Cremers Tel: 06 - 2360 2343 E-mail:
[email protected] IT-dienstverlening R.C.A. (Robert) van Vianen RE Tel: 06 - 3007 9909 E-mail:
[email protected]
2
BDO-benchmark Ziekenhuizen 2015
FINANCIËLE STRESSTEST ZIEKENHUIZEN nummers 1-40
25
INHOUD
RANGLIJST VAN FINANCIËLE GEZONDHEID VAN DE ALGEMENE ZIEKENHUIZEN
FINANCIËLE STRESSTEST ZIEKENHUIZEN nummers 41-74
COLOFON
RANGLIJST VAN FINANCIËLE GEZONDHEID VAN DE ALGEMENE ZIEKENHUIZEN
IN NEDERLAND, OP BASIS VAN OPENBARE JAARCIJFERS OVER 2013
+ €123 MILJOEN 74
De gezamenlijke resultaten van de in de benchmark opgenomen ziekenhuizen zijn met ruim
€ 123 miljoen gestegen van € 263 miljoen in 2012 naar € 386 miljoen in 2013.
3%
Het gemiddelde rendement van de 74 onderzochte ziekenhuizen in 2013 was 3%, tegenover
2% over
2012. Het rendement van de 10 best presterende
3 tot 15%; bij de 10 minst presterende ziekenhuizen was dat -7 tot +2%.
ziekenhuizen was
2013
2012
1
2
IN NEDERLAND, OP BASIS VAN OPENBARE JAARCIJFERS OVER 2013
3
Naam Ziekenhuis Laurentius Ziekenhuis
2
21
BovenIJ Ziekenhuis
3
22
Slingeland Ziekenhuis
4
37
Stichting Deventer Ziekenhuisgroep
5
20
Atrium Medisch Centrum
6
7
6
Onze Lieve Vrouwe Gasthuis
2015: Jaar van de waarheid
Onze conclusies & aanbevelingen
Tekst BDO Branchegroep Zorg Concept & realisatie Monte Media Vormgeving Tot en met ontwerpen
2013
2012
Naam Ziekenhuis
41
75
Kennemer Gasthuis Rode Kruis Ziekenhuis
42
76
43
18
VieCuri Medisch Centrum
44
30
Rivas Zorggroep Beatrixziekenhuis
45
60
Flevoziekenhuis
46
38
Canisius-Wilhelmina Ziekenhuis Westfries Gasthuis
7
5
Medisch Centrum Leeuwarden
47
46
8
8
Wilhelmina Ziekenhuis Assen
48
44
Zorgcombinatie Noorderboog
9
41
Scheper Bethesda Ziekenhuis
49
39
Ziekenhuis Rivierenland
10
23
Waterlandziekenhuis
50
34
Catharina Ziekenhuis
11
64
Tergooi Ziekenhuizen
51
59
Streekziekenhuis Koningin Beatrix
12
36
Rijnland Ziekenhuis
52
31
Ziekenhuisgroep Twente Antonius Ziekenhuis
9
Overall financiële performance ziekenhuizen
13
43
Amphia Ziekenhuis
53
16
14
19
Sint Lucas Andreas Ziekenhuis
54
11
Isala Klinieken
15
27
Refaja Ziekenhuis
55
32
Zaans Medisch Centrum
16
72
Medisch Centrum Alkmaar
56
26
Gelre Ziekenhuizen
17
28
Sint Franciscus Gasthuis
57
66
Stichting Rijnstate Ziekenhuis
18
35
Medisch Spectrum Twente
58
70
Vlietland Ziekenhuis
19
56
Ikazia Ziekenhuis
20
4
HagaZiekenhuis
21
9
Medisch Centrum Haaglanden
22
13
St. Elisabeth Ziekenhuis
23
14
Diakonessenhuis Utrecht
24
6
Ziekenhuis De Gelderse Vallei
25
57
Máxima Medisch Centrum
26
24
St. Anna Zorggroep
27
61
De Tjongerschans
28
50
Jeroen Bosch Ziekenhuis
29
3
St. Jansdal
30
12
Reinier de Graaf Groep
31
55
TweeSteden ziekenhuis
13 Deze publicatie is zorgvuldig voorbereid, maar is in algemene bewoordingen gesteld en bevat alleen informatie van algemene aard. Deze publicatie bevat geen advies voor concrete situaties, zodat uitdrukkelijk wordt aangeraden niet zonder advies van een deskundige op basis van de informatie in deze publicatie te handelen of een besluit te nemen. Voor het verkrijgen van een advies dat is toegesneden op uw concrete situatie kunt u zich wenden tot BDO Accountants & Adviseurs of een van haar adviseurs. BDO Accountants & Adviseurs en haar adviseurs aanvaarden geen aansprakelijkheid voor schade die het gevolg is van handelen of het nemen van besluiten op basis van de informatie in deze publicatie. Februari 2015 © BDO
18 22 24
Balansontwikkeling & ratioanalyses
Ontwikkelingen in het resultaat
Bijlagen I en II: Totale Resultatenrekening en Totale balans Bijlage III: BDO Financiële Stresstest Ziekhuizen
59
53
Albert Schweitzer Ziekenhuis
60
73
Zuwe Hofpoort Ziekenhuis
61
54
IJsselland Ziekenhuis **)
62
29
St. Antonius Ziekenhuis
63
47
Franciscus Ziekenhuis
64
71
Spaarne Ziekenhuis
65
45
Lievensberg Ziekenhuis
66
49
Maasziekenhuis Pantein
67
65
Ziekenhuis Amstelland
68
33
IJsselmeerziekenhuizen
69
69
Maasstad Ziekenhuis
70
78
Orbis Medisch Centrum
71
15
Admiraal De Ruyter Ziekenhuis 't Lange Land Ziekenhuis
32
17
Meander Medisch Centrum
72
80
33
48
Ommelander Ziekenhuisgroep
73
58
Groene Hart Ziekenhuis
34
62
Van Weel-Bethesda Ziekenhuis
74
77
Gemini Ziekenhuis
35
67
St. Jans Gasthuis
.
1
Nij Smellinghe *)
36
51
Elkerliek Ziekenhuis
.
40
ZorgSaam Zeeuws-Vlaanderen *)
.
42
Ziekenhuis Bernhoven *)
.
68
Slotervaartziekenhuis *)
.
74
Stichting Saxenburgh Groep *)
37
63
Diaconessenhuis Leiden
38
52
Havenziekenhuis
39
10
Martini Ziekenhuis
40
25
Stichting Bronovo-Nebo
Zie binnenzijde achtercover voor overige ziekenhuizen. *), **) zie pagina 24/25 voor nadere toelichting
Zie binnenzijde cover voor overige ziekenhuizen. *), **) zie pagina 24/25 voor nadere toelichting
ONZEKERHEDEN De grootste ONZEKERHEDEN voor ziekenhuizen in 2013 betroffen: Macro Beheersingsinstrument
zelfonderzoek
transitie
resterende financieringsverschillen
rechtmatigheid
selectief inkopen
substitutie
financieel in gevarenzone De onderste 20% van de ziekenhuizen zit nog in de gevarenzone, waarvan opvallend veel kleine ziekenhuizen. Bij hen staan de vermogens- en liquiditeitsratio’s het meest onder druk, en brengen de discussies rond selectief contracteren en substitutie de grootste continuïteitsrisico’s.