De Waarheid
Het zien van de waarheid is tegelijkertijd het ontmaskeren van illusies. Is dat wat je wilt of is het zo dat je eigenlijk liever leeft in een vertrouwde wereld van dikke mist om je heen? Wie met de waarheid wordt geconfronteerd, kijkt als het ware naar een hoger deel van zichzelf als in een spiegel. Soms wordt dit intuïtieve beeld in eerste instantie afgewezen en niet herkend. Er is vaak moed voor nodig om de waarheid onder ogen te zien. Wie verbinding opbouwt met de ziel gaat geleidelijk de dingen zien zoals ze in werkelijkheid zijn. Ben jij voldoende voorbereid om de confrontatie met deze waarheid aan te gaan?
De Waarheid In deze periode wordt de waarheid op ruime schaal overal aan het licht gebracht. Is dat werkelijk wat mensen willen horen? Is het niet veel aangenamer om te blijven hangen in de vertrouwde mistige wolken om je heen, die vanuit het verleden op de één of andere manier daar ooit terecht zijn gekomen? Het onthullen van de waarheid brengt vaak pijnlijke herkenning naar voren. Niets blijft dan meer hetzelfde. Is dit werkelijk wat jij wilt? Over dit pijnlijke thema gaat dit artikel, bedoeld voor degene die de moed hebben om zich hierin te willen verdiepen. In deze periode geloven veel mensen in illusies en begoochelingen, die gewoonlijk op één hoop worden gegooid. Met andere woorden er wordt meestal weinig onderscheid gemaakt tussen illusies en begoocheling. In de esoterische literatuur wordt dit onderscheid wel degelijk gemaakt. Een emotionele wensgedachte gevuld met begeerte naar iets, wordt aangeduid met de term “begoocheling”. Een “illusie” is iets waarin er veel meer een kern van een denkbeeld bij betrokken is, afkomstig uit de werelden van het mentale gebied. Er is dus een “technisch” onderscheid tussen illusies en begoochelingen maar voor de meeste mensen is dit niet zo relevant. In de dagelijkse praktijk zou het geheel kunnen worden samengevat als “onjuiste opvattingen van de werkelijkheid”, zoals die wordt gezien door de Meesters van Wijsheid, die gewoonlijk de Leraren van de mensheid worden genoemd. Dergelijke begoochelingen en illusies zijn zichtbaar op de astrale en mentale gebieden. Wanneer ze sterk genoeg zijn vormen ze wezens (elementalen) die kortere of langere tijd kunnen bestaan. Deze entiteiten hebben allen hun eigen kleuren, vormen en mogelijkheden. Ze worden gemaakt door mensen die dit soms bewust doen maar vaker nog volkomen onbewust en onwetend zijn van hun de effecten van hun handelingen. Soms kunnen dergelijke gedachten heilzaam zijn zoals bijvoorbeeld wanneer iemand in grote genegenheid aan iemand denkt. Gedachten gevuld met jaloezie, boosheid en haat daarentegen kan schadelijk zijn zowel voor degene waar dergelijke gedachten op zich gericht als voor de maker van dergelijke krachten. Gedachten zijn immers krachten. Veel dagelijkse gedachten die mensen onbewust denken fungeren als een soort van muur tussen hen en de hogere gedachten die afkomstig zijn van de ziel en van de Leraren. Dit vormt soms een grote moeilijkheid om mensen te kunnen bereiken. Wat is het dan dat de Leraren zien? Hebben zij dan werkelijk zo’n andere kijk op wat wij doen en laten dan wij dat zelf hebben ontwikkeld in de loop van de vele jaren? Missen wij dan het onderscheid tussen goed en kwaad zoals zij dat zien? Of is het zo dat wij voldoende sterk zijn ontwikkeld om zelf al het één en ander te kunnen vaststellen wat juist is en wat niet? Het is misschien zinvol om op dit thema wat dieper in te gaan, bedoeld als ondersteuning van hen die werkelijk op zoek zijn naar de dieperliggende waarheid zoals die door de ziel wordt gekend. Allereerst kan er worden opgemerkt dat er vanuit het standpunt van de Leraren beschouwd wel degelijk onderscheid bestaat tussen goed en kwaad, hoewel sommige mensen vinden dat er geen fundamenteel slechte keuzes zijn. Het is immers dit grote onderscheid tussen goed en kwaad dat wij gezamenlijk aan het leren zijn, zodat uiteindelijk steeds meer het goede en het betere wordt gedaan en het slechtere in onszelf steeds meer achterwege blijft. Op die manier wordt de universele Broederschap opgebouwd op Aarde en ontstaan er steeds meer juiste menselijke verhoudingen op alle gebieden van onze samenleving. Dit onderscheid tussen goed en kwaad is daarom een fundamenteel gegeven waarmee vooruitgang wordt geboekt in de ontwikkeling van een volkomen nieuwe beschaving, waarin de wereld beter zal zijn afgestemd op de normen en waarden zoals die vanuit de instroom van het ziele-leven worden aangevoeld. Vele mensen in vele landen werken daarom nu aan het ontwikkelen van een goed onderscheidingsvermogen onder leiding van de ziel. _____________________________________________________________________________ 2
Het kunnen maken van een juist onderscheid tussen goed en kwaad, is een belangrijk fundament voor alle vooruitgang. Wanneer dit onderscheidingsvermogen niet verder wordt ontwikkeld, kunnen er geen betere beslissingen worden genomen dan tot nog toe gebruikelijk is in onze samenleving. Het resultaat van de huidige toestand van ons gezamenlijke onderscheidingsvermogen, is heden ten dage overal zichtbaar. Wanneer de mensheid kiest voor een verdere ontwikkeling van haar gezamenlijke onderscheidingsvermogen dan zullen als gevolg daarvan uiteindelijk ook betere keuzes en betere omstandigheden in onze samenleving het resultaat zijn. Is dit onredelijk om te veronderstellen ? In deze periode zijn er heel veel mensen die dit onderscheid tussen goed en kwaad niet zo serieus nemen. Met andere woorden men houdt zich niet zozeer bezig met de vraag wat is goed en wat is kwaad. Het zoeken naar het goede ligt in het verlengde van het op je nemen voor de eigen verantwoordelijkheid en het beter leren kennen van jezelf. Het minder goede en het kwade wordt dan automatisch ook meer zichtbaar. Dit kan beangstigend zijn en akelig maar uiteindelijk leert iemand zo zichzelf beter kennen en kunnen er steeds betere keuzes worden gemaakt. Iemand die deze weg probeert te volgen zal hierin altijd gesteund worden vanuit de ziel, het hogere zelf. Het gaat bij veel mensen gewoonlijk vooral om het behartigen van de eigen belangen, hoe mooi dit ook kan zijn verpakt in een ideaal van een carrière dat aan de buitenwereld wordt gepresenteerd. De grote massa dient nog vooral de eigen belangen. Dit is niet wezenlijk anders dan bijvoorbeeld duizend jaar geleden. Misschien dat er zelfs kan worden gezegd dat er in onze tijd steeds meer idealisten komen die geld verdienen minder belangrijk vinden dan nuttig werk en zelfontplooiing. De grote massa leeft eigenlijk vooral voor zichzelf. De eigen belangen staan gewoonlijk voorop. Het gaat om de eigen opleiding, de eigen baan, de eigen carrière, het welzijn van het eigen gezin, de eigen familiegroep, de eigen vriendenkring, het eigen (nationale) voetbalelftal en ga zo maar door. Zelfs wanneer men zelf “goede dingen doet” en geeft aan één of ander goed doel via bijvoorbeeld giro 555 dan doet men dat nog vaak voornamelijk voor zichzelf. Men krijgt daarmee immers een goed gevoel over het eigen functioneren in deze samenleving en in werkelijkheid vindt men dan eigenlijk dat men zelf toch wel heel royaal is om “zomaar” iets te geven aan zo’n ver weg liggend doel zoals bijvoorbeeld de bestrijding van de gevolgen van een tsunami in zuid oost Azië of de hongersnood ergens in Afrika om maar eens wat stereotype voorbeelden te gebruiken. Vaak geeft men niet echt vanuit een gevoel van oprechte betrokkenheid in het hart, beschouwd vanuit het standpunt van de Meesters van Wijsheid die waken over de ontwikkeling van de mensheid en die de motieven kunnen zien die leven in het hart. Het is gewoonlijk met name om de eigen behoeftes te bevredigen om toch maar vooral een vriendelijk en aardig iemand te zijn, die zich voordoet als een sociaal wezen dat betrokken is bij het leed in de wereld, dat er wordt gegeven. Gelukkig zijn er vele uitzonderingen van mensen die het werkelijk goed met anderen voor hebben. Toch is het meestal de schone schijn die regeert en niet zozeer de ware aard van de mens zelf, die naar boven komt. De ware aard wordt vaak zorgvuldig gecamoufleerd door de persoonlijkheid. Het woord “persona” betekent masker. Met andere woorden daar achter speelt zich iets af wat vaak niet onmiddellijk zichtbaar is. Vaak heeft een mens zelf ook niet goed in de gaten waarom er wordt gehandeld zoals het gaat. Met andere woorden vele mensen kennen hun ware motieven niet. Zo lang iedereen blijft roepen dat het goed gaat dan zijn er velen die dit graag willen geloven. Dit beeld geeft immers een bepaalde rust en dat is iets wat mensen graag willen. Het geeft een zekere stabiliteit en overheden en bedrijfsleven hebben er veel belang bij om dit zo te houden. Het doet er dan vaak niet toe of deze rust misschien eigenlijk eerder een soort van zoete slaap is. _____________________________________________________________________________ 3
Wanneer er wordt gezegd dat het niet zo goed gaat als het lijkt dan is dit feitelijk een aansporing om dingen beter te onderzoeken en waar nodig aan te passen. Dit brengt vaak tijdelijk onrust mee en vraagt bovendien een grote inspanning. Gewoonlijk zijn mensen pas bereid om werkelijk te veranderen wanneer de omstandigheden bedroevend zijn en men als het ware wel gedwongen wordt om de situatie opnieuw te bekijken. Dit is de ervaring van de Meesters gedurende vele duizenden jaren observaties van de mensheid. Is dit beeld van mensen die zichzelf en hun motieven niet goed kennen, overdreven? Zijn de Meesters misschien niet goed in staat om de motieven van mensen in te schatten? Enige voorbeelden kunnen het standpunt van de innerlijke Broederschap misschien enigszins toelichten, voor wie er open voor staat om een andere waarheid aan te horen dan men gewoonlijk graag wil geloven. Laten we er eens van uit gaan dat de gemiddelde Europeaan enigszins te vergelijken is met het gedrag van de Europese Unie. Dit lijkt niet onredelijk te zijn omdat de Europese Unie immers een afspiegeling is van het standpunt van haar inwoners zoals een nationale overheid dat is voor een volk. Nu dan, deze Europese Unie geeft jaarlijks veel geld uit aan ontwikkelingssamenwerking aan de arme landen. Daarmee wordt het bijvoorbeeld mogelijk gemaakt voor vele arme boeren om in hun eigen arme landen hun eigen producten te verbouwen in hun eigen kleine dorpjes ergens in de meest noodlijdende gebieden op aarde. Deze boeren kunnen uiteindelijk gewoonlijk veel goedkoper produceren dan de westerse collega boer waarvan hij dan eigenlijk een soort van concurrent is geworden. Deze concurrentie is voor veel westerse landen een doorn in het oog. Men wil best iets geven aan ontwikkelingshulp. Men wil ook best deze boeren ondersteunen om een eigen bestaan op te bouwen maar als het zo is dat er op die manier concurrentie dreigt te ontstaan dan vindt men dat daarmee de grenzen worden overschreden van wat nog goed te noemen is voor het eigen land. Belangen komen dan met elkaar in botsing. De eigen belangen komen dan in botsing met de belangen van de landen die men probeerde te helpen. Immers wanneer het zo is dat men de arme boeren in arme landen eerst leert hoe ze voordelig en goed de waardevolle producten kunnen verbouwen, dan vormt dit uiteindelijk kennelijk een grote bedreiging voor de eigen broodwinning wanneer deze producten van arme boeren in het westerse land zouden kunnen worden verkocht tegen de prijzen die de arme boeren daarvoor vragen. Men snijdt zich dan zelf in de vingers, zo is dan gewoonlijk het standpunt. Men is een dief van de eigen portemonnee zo zeggen anderen, wanneer men zoiets toestaat. Dit is de manier van denken die achter dergelijke maatregelen verscholen is als het heffen van importtarieven. Dit houdt in dat wanneer de boeren uit de arme landen hun producten bij ons willen verkopen, zij daarvoor enorme invoertarieven moeten betalen, waardoor elke eerlijke handel al bij voorbaat onmogelijk is geworden. Wanneer er bijvoorbeeld een ton suiker (1000 kg) wordt ingevoerd uit Afrika, dan moet een Afrikaanse boer daar enige honderden euro’s op toeleggen middels een importtarief, terwijl een westerse boer dat onmiddellijk vrij kan verkopen op de markt zonder importtarief maar met zijn eigen winstmarge die hij daarvoor in rekening brengt. “Oneerlijke concurrentie” vinden sommigen. “Bescherming van de economie” zeggen anderen. “Het veilig stellen van de eigen belangen”, zo constateren de Leraren. Het is aan de lezer zelf om te onderzoeken welk standpunt het beste past bij de eigen normen en waarden. Het is mogelijk dat een dergelijk standpunt nog wat verschuift in de loop van één enkel leven. Maar gewoonlijk duurt het langere tijd voordat een visie fundamenteel verandert. _____________________________________________________________________________ 4
Dan een andere situatie. De Nederlandse boer of zijn Europese collega maken allerlei producten in hoeveelheden die hier vaak helemaal niet nodig zijn. Er is eigenlijk teveel van alles. Er is teveel melk, teveel boter, teveel vlees en ga zo maar door. Een deel van deze productie zou evengoed achterwege kunnen blijven. Het enige verschil zou dan zijn dat er vele werkelozen bij zouden komen die zouden moeten zoeken naar een andere besteding van hun tijd, al dan niet in betaalde arbeid. Welnu, al deze producten die toch worden gemaakt, ondanks het feit dat dit overbodig is, worden verkocht op de markten in andere landen buiten Europa. Het opslaan van dergelijke goederen is immers heel duur en dit wordt dus daarom vaak afgeraden door de deskundigen die dergelijke vraagstukken behandelen. Om toch te kunnen verkopen op de markten in andere landen buiten Europa, is het vaak nodig dat de prijs concurrerend is met die van de plaatselijke boer. Dit is in principe nauwelijks mogelijk in een land als Afrika, waar de plaatselijke bevolking aanzienlijk goedkoper kan produceren dan zijn Europese collega. Daar komen dan ook nog eens alle transportkosten bij die moeten worden gemaakt door de Europese collega voordat de goederen daar eenmaal ter plaatse kunnen worden geleverd. Dit lijkt dus in principe een onmogelijke opgave wanneer de natuurlijke lijn van de ontwikkeling zou worden gevolgd. Maar dan komen de economische belangen in het spel! Vanuit deze “economische” gezichtspunten beschouwd is het “noodzakelijk” dat deze Europese producten toch worden verkocht op de markten in bijvoorbeeld Afrika. De Europese agrarische sector kan dan gewoon blijven produceren en dat is goed voor de werkgelegenheid in die regio. Op die manier kan in Europa de werkeloosheid immers blijven op het peil waarop het nu is en voorkomt men verdere opstuwing van dit cijfer. Niemand is erbij gebaat dat allerlei onderdelen van de agrarische sector komen te vervallen omdat ze in werkelijkheid volkomen overbodig zijn, zo wordt er vaak in overheidskringen en in het bedrijfsleven gedacht. Een dergelijk standpunt (gedachte) heeft nu nog de overhand maar er komt steeds meer bezwaar vanuit onze samenleving omhoog vanuit de groep die vindt dat dit eigenlijk te gek is voor woorden. (zie *1 op bladzijde 8) De Europese boer uit ons voorbeeld heeft zijn veel te dure producten, overgebracht naar laten we zeggen een Afrikaans land en kan dat daar op de plaatselijke markten verkopen ver onder de prijs van zijn Afrikaanse collega, vanwege een fenomeen dat exportsubsidie wordt genoemd. Als een ton Europese suiker bijvoorbeeld vierhonderd euro zou kosten (kostprijs) en de plaatselijke suiker zou voor driehonderd euro per ton te koop zijn, dan wordt het voor de Europese boer mogelijk gemaakt de suiker toch tegen bijvoorbeeld tweehonderd euro te verkopen op de plaatselijke markt in Afrika, waarbij hij zelf een gegarandeerde hoge prijs krijgt van laten we zeggen zeshonderd euro per ton. Dit pakket van maatregelen heet met een mooi woord exportsubsidie. Het geld dat nodig is om dit systeem in stand te houden is voor het overgrote deel afkomstig uit de begroting van de Europese Unie (zie *2) en is ook gedeeltelijk afkomstig uit de opbrengsten van levensmiddelen in Europa zelf. Zonder deze omvangrijke stroom van belastingen zouden allerlei producten in bijvoorbeeld de Nederlandse supermarkt, aanzienlijk goedkoper zijn, soms zelfs gehalveerd ten opzichte van de winkelprijs van nu. Het is om die reden dat de levensmiddelen in Europa gewoonlijk aanzienlijk duurder zijn dan elders in de wereld. De prijzen in de supermarkten worden op deze manier kunstmatig hoog gehouden. (zie*3) Het is duidelijk dat dit dure systeem een open en vrije wereldhandel volkomen in de weg staat. Het is of het één of het ander. Nu geeft men met de ene hand en pakt men het met de andere hand weer terug. Het is deze mentaliteit die in de Europese landen nog de dienst uitmaakt, om het maar eens zo te noemen. Het geven om niet is dus nog volstrekt niet van toepassing. Het eerlijk delen in de goederen, die in wezen de rijkdommen van de Aarde zijn en daarom feitelijk geen mens toebehoren, is al evenmin een feit. _____________________________________________________________________________ 5
Het zijn deze waarheden die voor de gemiddelde Europeaan onthutsend en schokkend kunnen zijn. De illusie van het bestaan van een vrije wereldhandel wordt daarmee doorboord. Wanneer er maar genoeg helder denkende mensen in verzet komen tegen een dergelijk oneerlijk systeem, dan kan dat niet langer blijven bestaan, zo is het uitgangspunt van Hen die het Plan van Geestelijke Evolutie proberen te bevorderen. (Zie *4) De publieke opinie is immers een belangrijke macht. Is het standpunt van de Leraren van de mensheid overdreven, waarin Zij stellen dat het geven om niet nog niet op zo’n grote schaal voorkomt in Europa? Nu de feiten over de handelspolitiek enigszins zijn belicht kan het zijn dat de lezer over dit standpunt toch iets anders zal gaan denken dan voorheen mogelijk was toen men nog niet over deze informatie kon beschikken. Dit brengt ons bij een andere illusie namelijk het denkbeeld dat wij in onze Europese samenleving overal goed over geïnformeerd zouden zijn. Wij kennen immers de persvrijheid en op de één of andere manier zal dit er wel voor zorgen dat wij altijd goed op de hoogte zijn van wat er zoal speelt in ons land, zo wordt er vaak gedacht. De werkelijkheid is volkomen anders zoals dit eenvoudige voorbeeld aantoont. Het is niet anders met tal van andere onderwerpen die door de media nauwelijks of sterk eenzijdig worden belicht. Het zijn de organisaties zoals de NOVIB, Artsen zonder grenzen, het Rode Kruis, etc. die de waarheid over tal van dergelijke vaak schrijnende situaties kunnen vertellen. Toch krijgen zij hiervoor relatief weinig gelegenheid wanneer we dit vergelijken met bijvoorbeeld de zendtijd voor sport. Men zou anders verwachten wanneer het er om te doen is de gemiddelde toeschouwer te informeren over belangrijke zaken in de wereld. Dit alles is slechts illustratief voor het standpunt van de Leraren van de mensheid, die stellen dat velen nog niet werkelijk op zoek zijn naar de waarheid en gewoonlijk al tevreden zijn met het leven in een wolk van illusies, die gewoonlijk wordt ervaren als een “gelukkig” leven. Nadat men is gehuwd, een baan heeft bemachtigd of werkt in het eigen gezin en nadat er één of meerdere kinderen zijn verwekt, heeft menig volwassene het idee dat dit het dan wel zo ongeveer is, wat iemand van het leven mag verwachten. Het onrecht is kennelijk vaak ver weg in de wereld of is beperkt tot datgene waar men zelf direct de schadelijke gevolgen van ondervindt zoals de chaos in het verkeer, criminaliteit, etc. Over de grote verschillen tussen arm en rijk en de verdeling van de welvaart wordt betrekkelijk weinig aandacht besteed door de gemiddelde Europeaan, zolang het iemand maar niet direct zelf aangaat. Toch is het deze ongelijke verdeling van welvaart die een grote bron van moeilijkheden is voor onze hele planeet. Wanneer we er niet in slagen om hiervoor een juiste oplossing (middenweg) te vinden, dan blijven er voortdurend spanningen bestaan die vroeg of laat een uitweg zoeken in oorlog, hongersnood, epidemieën, etc. Het willen weten van de waarheid is iets wat nog maar betrekkelijk weinig voorkomt. Zelfs wanneer een land de beschikking heeft over veel bibliotheken, internet, etc. dan wordt dit nog zeer veel voor het vermaak van mensen zelf gebruikt en niet om zich te verdiepen in wat er gaande is in de wereld en zich te richten op de vraag hoe dat eventueel te verbeteren zou kunnen zijn. Het is om die reden dat kennis vaak niet het resultaat brengt wat ervan had mogen worden verwacht wanneer de verzamelaar ervan zou hebben gekozen voor het dienen van de mensheid. Zelfs die mensen die de royale mogelijkheden om kennis te verzamelen in deze tijd ruimschoots benutten, doen dat gewoonlijk vooral als een soort van hobby, iets wat men doet omdat men dit zelf zo leuk vindt of omdat men daardoor zelf sterker komt te staan. Kennis is immers macht, zo wordt er vaak gedacht. Kennis zou veel meer benut kunnen worden om anderen mee van dienst te zijn. _____________________________________________________________________________ 6
Is het dan onredelijk dat mensen vanuit de hobbysfeer zich verdiepen in allerlei onderwerpen? Zou het beter zijn om dit dan maar niet te doen? Het lijkt redelijk dat mensen gebruik maken van de mogelijkheden die er nu worden geboden om kennis te nemen van allerlei onderwerpen. Toch is het doorslaggevende motief vaak eigenbelang, hoe mooi het ook wordt verpakt en dit is het punt dat nu onder de aandacht wordt gebracht. Vaak neemt men kennis tot zich om daar zelf beter van te worden. Dit maakt dat er veel tijd nodig is voordat er een bewust besef komt welke dingen er nu het meest nodig zijn voor de huidige generatie mensen, die eenvoudig de weg voorbereiden voor een volgende generatie. Er is nog maar een kleine minderheid die vooral de belangen van het grotere geheel overzien en zich daarvoor inzet. Het verdelen van de natuurlijke hulpbronnen en rijkdommen van de Aarde zelf, lijkt wel een eerste vereiste te zijn om ooit een meer uitgebalanceerde beschaving op te kunnen bouwen. Voor hen die toch de pijnlijke weg willen volgen van het herkennen van de waarheid is het waardevol om dan maar gewoon in het eigen dagelijkse leven hiermee een begin te maken. Er is niets ingewikkelds voor nodig om langzamerhand het ware te leren onderscheiden van het onware. Het begint al bij een dagelijkse training om in het eigen leven te handelen naar beste vermogen. Vaak voelt men aan dat er een KEUZE is tussen twee wegen. Innerlijke wordt door velen wel degelijk in het hart zachtjes aangevoeld wat in één of andere situatie het meest nodig is. Door dit spoor consequent te blijven volgen en te handelen aan de hand van wat er nodig is, ongeacht alle mogelijke gevolgen dat dit kan hebben, wordt men uiteindelijk steeds meer vertrouwd met deze innerlijke waarheid die zo steeds duidelijker wordt herkend. Langs deze weg kan iemand in zichzelf het onderscheidingsvermogen ontwikkelen tussen goed en kwaad uit de vele ervaringen die hiermee dan dagelijks kunnen worden opgedaan. Men zou daarom aan het einde van iedere dag een avondoverzicht kunnen houden waarin men de eigen motieven en het eigen handelen van die dag kort de revue laat passeren. Goed en kwaad worden dan beide herkend en men leert dan door de ruime ervaringen met het kwade dat het goede uiteindelijk toch het beste is. Zonder de herkenning en de ervaringen met het kwaad wordt het goede NIET herkend ondanks de vele mensen die ten onrechte veronderstellen dat zoiets toch mogelijk is. Zonder dat men de tegenwerkende krachten herkent die de ware geestelijke evolutie van de mensen remmen, wordt in werkelijkheid ook het Plan van Geestelijke Evolutie Zelf en de mensen die dit proberen te bevorderen, NIET herkend. Deze training in herkenning van goed en kwaad is daarom zo noodzakelijk in deze periode. Zonder dit onderscheid is er weinig te verwachten van vooruitgang op de korte termijn van enkele generaties. Het is aan belangstellenden om gehoor te geven aan de oproep vanuit de innerlijke Broederschap om het onderscheidingsvermogen te versterken en daarnaar te handelen in het gewone dagelijkse leven of dit uit te stellen tot een veel latere periode. Het aankweken van het eigen onderscheidingsvermogen is wonderlijk genoeg in het belang van het grotere geheel. Velen denken dat zoiets wel vanzelf gaat maar dit is meestal niet het geval. Voor wie werkelijk op zoek is naar de waarheid is de weg slechts smal en vlijmscherp. Daar waar er openingen zijn gemaakt in het denkvermogen door middel van het instromende licht van de ziel, daar zullen de tegenwerkende elementen alles doen om deze opening zo snel mogelijk weer te dichten en de persoon weer in slaap te sussen met nietszeggende clichés als “stil maar wacht maar alles komt goed”. Wie zichzelf niet gedurende langere tijd heeft geoefend om in het eigen dagelijkse leven de waarheid te willen herkennen in het onderscheid tussen goed en kwaad, zal dit in het grotere geheel van een groep, een volk, een werelddeel of de mensheid als geheel, evenmin kunnen herkennen. _____________________________________________________________________________ 7
Het is een illusie om te denken dat men de waarheid zou kunnen herkennen waar het gaat om het landsbelang terwijl men in het dagelijkse leven voor zichzelf goed en kwaad niet uit elkaar kan houden. Het is langs deze weg dat politici en leiders van groepen en organisaties zichzelf zouden kunnen trainen om betere beslissingen te nemen, beschouwd vanuit het standpunt van de ziel. Zo kunnen mensen zichzelf trainen om de hogere waarheid innerlijk aan te voelen in het hart, nog voordat het lager denkvermogen de kans krijgt om dit in te kapselen en om te vormen. Het is op die manier dat er een fundament wordt opgebouwd voor het maken van betere keuzes en het opbouwen van juiste menselijke verhoudingen. Zolang het ontbreekt aan onderscheidingsvermogen tussen goed en kwaad, zolang is het nauwelijks mogelijk om te werken aan het opbouwen van juiste menselijke verhoudingen. Het opbouwen van juiste menselijke verhoudingen vraagt eenvoudig het leren luisteren naar het hogere weten in het hart, dat intuïtief kan worden aangevoeld. Dit hogere weten is de waarheid, zoals een persoon die op enig moment kan aanvoelen. Door ontwikkeling groeit dit vermogen om de waarheid te kunnen ontvangen in het hart. Naarmate dit onderscheidingsvermogen is ontwikkeld kan men ook betere keuzes maken in het ondersteunen van anderen. Voor vele waarheidlievende mensen is er een sterk verband tussen de ziel en de Waarheid. De mensen die werkelijk op zoek zijn naar het juiste onderscheid tussen goed en kwaad kunnen zich daarom gesteund weten door de gedachte dat een dergelijk streven naar het zoeken van de innerlijke geestelijke waarheid en de volhardende pogingen om van daaruit te willen leven, ongeacht alle mogelijke gevolgen, iemand uiteindelijk in aanraking zal brengen met de brengers van de waarheid, de Leraren van de mensheid, de innerlijke Broederschap.
Moge het Plan van Geestelijke Evolutie ons leiden. Moge het ons leiden van duisternis naar Licht, van het onwerkelijke naar het werkelijke, van dood naar onsterfelijkheid en van onwetendheid naar wijsheid. Voetnoten; *1 Volgens inschattingen van deskundigen zouden ruim de helft van de Europese boeren failliet gaan wanneer zij geen gegarandeerde prijzen voor hun producten zouden ontvangen. *2
Per jaar geeft de Europese Unie ongeveer veertig miljard euro uit om de agrarische sector te steunen. Dit is ongeveer de helft van de hele begroting !
*3
De marktprijzen voor etenswaren liggen in de Europese Unie bijna veertig procent boven de prijzen op de wereldmarkt.
*4
Een Nederlandse boer kon in 2002 ongeveer 30 cent per liter melk ontvangen. Dit is aanzienlijk hoger dan de prijs op de wereldmarkt. In 2001 lag de melkprijs in Europa zestig procent boven de prijs op de wereldmarkt.
Bron; Intermediair nr. 44 van 31 oktober 2002, blz. 22. OESO rapport Agricultural policies 2002.
_____________________________________________________________________________ 8
COLOFON Redactie en correspondentie: Internet:
www.degroepemmanuel.org
E-mail:
[email protected]
Informatie en bestellingen Themabrieven:
[email protected] Gironummer:
9350332
Inschrijving K.v.K. in Meppel:
nummer 04067627
Dit is een uitgave van Esoterische School de groep Emmanuël, met als doel het uitdragen van esoterische kennis in een praktische vorm, zodat dit toegepast kan worden in het gewone dagelijkse leven, als een levenswijze.
_____________________________________________________________________________ 9