It takes two...
Angelika Raths
Leuk vak hebben wij toch: mensen in aanraking brengen met wat wij wezenlijk, waardevol of verrijkend vinden. In november heb ik de kans gegrepen jullie kennis te laten maken met de Argentijnse (niet ballroom!) tango. Iets waar ik al heel wat jaren plezier aan beleef. In 1997 heb ik het door mijn toenmalige groepsdocentcollega Wim Willems leren kennen (de eerste stappen met een cassetterecordertje in een lege collegezaal), om daarna samen heel veel lessen te volgen, o.a. bij Rob en Inez, die ook na 18 jaar nog even bezield en aanstekelijk les geven. We hebben met onze aios op de terugkomdag gestoethaspeld en met vrienden gedanst langs Seine, Hudson en Spree. De tango is internationaal, daar heb je geen woorden voor nodig. En dat maakte dit ludieke intermezzo in Doorn ook tot zo'n verademing. Ik was blij verrast dat op beide avonden zeker wel de helft van de aanwezigen de handschoen heeft opgepakt. Goed voor twee uur plezier en prachtige foto’s. Opleiders, collega’s, stafleden (op de omslag zijn alle drie rollen vertegenwoordigd!), Samantha incluis, met z’n tweeën verstrengeld in het vermakelijke gevecht tegen de zwaartekracht en weerbarstige (eigen of andermens) ledematen. De Argentijnse tango is voor mij meer dan alleen sensueel plezier. Het is een treffende metafoor voor het opleiden, want deze dans heeft een hoog interactief gehalte. De stappenvolgorde staat niet vast, je improviseert ter plekke. Leider en volger moeten goed op elkaar, de muziek en de omgeving afstemmen. Leiden is uitnodigen tot een beweging, voelend waar de ander is. Het is aan de ander daar wel of niet op in te gaan. En de volger heeft ruimte het tempo mede te bepalen en versieringen aan te brengen. Je leunt net zoveel tegen elkaar, dat je je eigen balans kunt houden. Dat gaat alleen lukken als je met je lijf naar de ander ‘luistert’ en duidelijk bent over wat je wilt. De leider houdt het geheel in de gaten, want je bent nooit alleen op de dansvloer. Misverstanden en misstappen horen erbij. De kunst is samen weer in evenwicht te komen. Makkelijk is het niet, maar de momenten dat het lukt zijn des te lekkerder. Peter en Samantha
3 hao-proVUssioneel - maart 2014
We willen jullie dit jaar tot nóg een duetje verleiden: een halve dag bij een haocollega op bezoek om een aantal consulten en een leergesprek te observeren en na te bespreken. Waarom? De praktijk is dé hotspot om te leren. Jullie hebben elkaar veel te bieden. De collega’s die het eerder hebben gedaan, bv vorig jaar in Twente, waren er tevreden over - zie het verslag van Margreeth Oijevaar en Wilfred de Boer (de meesterfotograaf van onze coverfoto). Het geeft de aios een goed voorbeeld van jullie bereidheid tot intercollegiale toetsing. En uit zichzelf blijkt niemand dit te organiseren. We vragen eenieder (voor zover nog niet gedaan) het dit jaar één keer uit te proberen. Vanuit jullie bevindingen kijken we hoe ermee verder te gaan. Blijft het een vrijblijvende suggestie voor liefhebbers of wordt het eens in de zoveel tijd een vast onderdeel van ons hao-curriculum? En dan nog een laatste matchmaker-actie: Wij verzoeken vanaf nu iedere 2e of 3e opleider contact op te nemen met de vorige om uit te wisselen over haar/zijn ervaringen met de begeleiding van de aios, zodat men daarbij aan kan sluiten. De contactgegevens heeft de aios toegevoegd aan het laatste beoordelingsdocument en vrijgegeven ter inzage voor de volgende opleider. Opleiden is een doorlopend proces, dus beginnen met een ‘schone lei’ is voor sommigen misschien een uitdaging, maar niet in de lijn van onze visie. It takes two…. Ter illustratie een opmerkelijk nieuw tweetal bij de proVU! Hao Jurgen Andrea maakt ons deelgenoot van het wel en wee van het ‘Lekker koppel’ (zie pag. 31). Herkenbaar? Laat ik nog even vermelden dat wij bij de visitatie eind november een dikke pluim kregen voor onze activiteiten van en met opleiders. We zijn er blij mee. 21 januari op de tweede landelijke hao-teamdag hebben we onze good practices gepresenteerd. 4 van de 9 workshop zijn door ons verzorgd. Als primeur hebben Samantha Paijens en Sylvia Vlak als ondersteuners zelf een workshop gegeven – over relatiebeheer. We hebben natuurlijk ook weer interessante ideeën opgedaan. Wat te denken van een medisch filmfestival, zoals Groningen gaat uitproberen? Of een ondersteuner die alle parallelgroepen langs gaat om te informeren over nieuws en om logistieke knelpunten te peilen… De verschillen tussen de instituten blijven boeien en het bevleugeld in gesprek te zijn met anderen die zich net als wij inzetten voor de opleiders. Instituten en opleiders, let’s tango!
markt op de landelijke hao-teamdag
onze VUmc-kraam
hao-coördinator 4 hao-proVUssioneel - maart 2014
Hoofdzaken Nettie Blankenstein
In 1974 startte op het gloednieuwe Huisartsen Instituut VU de eerste groep HAIOs met hun opleiding tot huisarts. Dus in 2014 bestaat onze Huisartsopleiding VUmc 40 jaar! Dat gaan we natuurlijk vieren. Jullie mogen donderdag 15 mei alvast in je agenda zetten. Dan is er overdag een symposium voor aios, opleiders en medewerkers en ’s avonds gaan we met z’n allen feesten. De voorbereidingswerkgroep kan nog wel wat opleiders gebruiken, dus als je zin hebt meld je dan bij Sylvia el Gannouti: s.elgannouti@ vumc.nl Het komende jaar lijkt een rijk oogstjaar te worden: een aantal mooie ontwikkelingen die in de voorgaande jaren zijn gezaaid zullen tot bloei komen. Ik ga enkele in knop staande bloempjes noemen. De EBM-modules voor opleiders, waarvoor ik jullie al eerder ´waarschuwde´, worden vanaf maart geïntegreerd in de paralleldagen. Op pag. 35 vertelt expertdocent Hans van der Wouden er meer over. Naast de start in maart gaat in 2014 een groep aios beginnen in september. In 2015 zijn dat twee groepen vanaf 2016 drie. Het AMC maakt een tegengestelde beweging: zij verschuiven steeds een groep naar maart. Hiermee gaan we in de pas lopen met de andere huisartsopleidingen. Dat is nodig omdat we vanaf 2015 aios beter over het land gaan spreiden met een landelijke plaatsingsprocedure. De overgang naar twee startmomenten geeft meer voordelen: minder massale selectieweken, minder overplaatsingsverzoeken tussen VUmc en AMC, meer instapmomenten voor tussendoor vrijkomende opleiders en efficiënter gebruik van schaarse SEH-stageplekken. Om beginnende opleiders snel scholing te kunnen aanbieden en het leergangritme van 1e deel juni, 2e deel november te kunnen handhaven laten wij beginners in maart starten. Zoals Angelika in haar column aangeeft, hebben we nagedacht over een punt dat al jaren rondzingt: hoe verbeteren we de overdracht tussen de hao van jaar 1 en jaar 3. Overdracht is gewenst omdat het de continuïteit en kwaliteit van het opleiden versterkt. De hao jaar 3 krijgt een indruk van de competenties door via de aios de eindbeoordeling jaar 1 en 2 in te zien. Dit is vooral informatief als de scores in de vrije tekstruimte concreet zijn toegelicht. Daarnaast hebben hao’s behoefte om ‘de gebruiksaanwijzing van de aios’ over te dragen. Het is echter niet passend dit in de eindbeoordeling te zetten. We menen een praktische oplossing te hebben: de hao jaar 1 geeft in de eindbeoordeling niet alleen scores met geschreven toelichting, maar zet bovendien haar/
zijn (mobiele) telefoonnummer op het formulier. Zo kan de hao van jaar 3 gemakkelijk contact opnemen om de ervaringen en tips te kunnen meenemen. De hao jaar 1 krijgt een eenvoudig memoblad om de eigen aandachtspunten te onthouden. Dit werkt natuurlijk alleen als de hao jaar 3 de aios naar het formulier vraagt (en nu nog even zelf het nummer aan de aios vraagt) en vervolgens ook echt de telefoon pakt. Iets om elkaar op de eerste paralleldag aan te herinneren en op de volgende paralleldag de winst te melden? Een ander bloempje dat er lang over heeft gedaan om zijn kopje boven de grond uit te steken is het nieuwe e-portfolio Scorion. De nieuwe aios gaan er nu mee werken. Scorion draait al proef in Nijmegen, Groningen, Utrecht en Rotterdam. Negen stafleden van VUmc en AMC hebben een introductiebijeenkomst bijgewoond: het ziet er zeer bruikbaar uit. Scorion maakt de aios echt verantwoordelijk voor haar/zijn voortgang. De aios beheert het portfolio en nodigt de beoordelaars uit: als hao krijg je een mailtje met een link naar een in te vullen Combel, een verzoek om feedback te geven op een videoconsult of een beroepsactiviteit te observeren. De vruchten van de beroepsactiviteiten die in 2013 zijn gerijpt gaan we dit voorjaar oogsten. Expertgroepen met docenten en hao’s hebben voor een aantal essentiële beroepsactiviteiten omschreven wat je van je aios wilt zien voordat je hem deze activiteit zelfstandig toevertrouwt. Na een fase waarin de expertgroepen steeds mooiere maar te uitgebreide omschrijvingen maakten, worden ze nu ingekort tot hanteerbare proporties. Ik ben benieuwd hoe deze verse vruchten jullie zullen smaken. Erg blij ben ik met het nieuwe landelijke onderwijscurriculum Arts-Patient Communicatie. Chris Rietmeijer heeft een centrale rol in de ontwikkeling en implementatie. APC is van oudsher een sterk punt van ons. De ouderen onder ons zijn opgevoed met het Methodisch werken, geconcretiseerd in de gevleugelde uitdrukking van Herman van Aalderen: ‘Waarom komt déze patiënt nú met déze klacht bij míj?’. Dit was een grote stap in de richting van patiëntgerichte communicatie. Maar er bleef altijd een afstand tussen de consultvoering zoals wij die onderwezen en de weerbarstige praktijk. De aios kreeg een dubbele boodschap: op het instituut is methodisch werken de norm, maar in de praktijk wordt de soep niet zo heet gegeten. Je kunt toch niet in elk consult zo’n expliciete vraagverheldering én zo’n uitgebreide uitleg én zo’n mooi via shareddecision making opgesteld plan realiseren. Nee, dat kan inderdaad niet. En in het nieuwe APC-curriculum hoeft het ook niet. APC-vaardigheden moet je nog steeds beheersen, maar in de praktijk mag je het beeld van ‘het mengpaneel’ gebruiken. Het ene consult vergt meer vraagverheldering, het andere meer diagnostiek, uitleg, motiveren of planning. De context en het doel dat je wilt bereiken bepalen je keuze. Overigens mag je als hao ook feedback geven op het doel dat de aios zich stelt. Dit doet recht aan de verwevenheid van APC met vakinhoudelijk handelen. Ik denk en hoop dat dit nieuwe curriculum docent, hao en aios dichter bij elkaar zal brengen. 5
hao-proVUssioneel - maart 2014
COMO Gerda Visser
HaDiDoc is intussen omgedoopt tot COMO. De afkorting staat voor Commissie Ondersteuning en Monitoring Opleiders. “Alweer een afkorting?” heb ik al een aantal malen gehoord. Dat is helemaal waar en ook minder fraai. Maar de vlag dekt dit keer wel echt de lading en daar ben ik dan weer heel tevreden over. Ik ben vooral blij dat het woord “ondersteuning” er zo duidelijk staat. Daarmee geven we ook te kennen veel oog te hebben voor onze opleiders.
In de vorige ProVu konden jullie lezen dat Lili van Rhijn afscheid genomen heeft als voorzitter van HaDiDoc. Zoals Lili in haar column al liet weten heb ik het voorzitterschap van haar overgenomen. Tijd dus om in deze ProVU iets van mij te laten horen. Ik ben een paar maanden geleden met veel enthousiasme begonnen aan deze nieuwe klus. Enthousiast, omdat ik onze opleiders een warm hart toedraag, omdat ik kwaliteit belangrijk vind en omdat ik me na 11 jaar docent te zijn heel goed realiseer wat je allemaal tegen kunt komen als opleider. Ik hoop op een prettige samenwerking en ik zou jullie willen uitnodigen vooral het contact te zoeken als er vragen leven!
Er heeft nog een nieuwe afkorting zijn intrede gedaan: de LEOh - landelijke evaluatie opleider huisartsgeneeskunde. Deze vervangt met ingang van heden de hao-aios-toets. Het is een landelijk ontwikkelde toets, waar een ieder van jullie veel in zal herkennen uit de hao-aios-toets. De LEOh zullen we inzetten op precies dezelfde wijze als we deden met de hao-aios-toets: halverwege en aan het eind van het opleidingsjaar. Eén van de voordelen is, dat de LEOh digitaal ingevuld kan worden. We zijn benieuwd naar de ervaringen met dit nieuwe toetsinstrument. Hieronder meer over de LEOh. Dit zijn de belangrijkste ontwikkelingen rond COMO. Een volgende keer meer.
Landelijke Evaluatie Opleiders huisartsgeneeskunde De Landelijke Evaluatie Opleiders huisartsgeneeskunde (LEOh) is de opvolger van de hao-aios-toets - de evaluatie van het handelen van de opleider door de aios. De inhoud van de LEOh is afgeleid van het Landelijk Plan Scholing en Toetsing Huisartsopleiders. Wat is het verschil t.o.v. hao-aios toets? We praten niet meer over een ‘toets’, maar over ‘evaluatie’. De evaluatie is ingedeeld naar de vier activiteiten van de opleider: 1. Eigen expertise overdragen 2. Een leeromgeving van de praktijk maken, 3. Begeleiden en toetsen 4. Professioneel gedrag.
persoonlijke leerdoelen. • denkt mee over de manier waarop ik mijn leerdoe- len kan behalen. • komt terug op de door mij gestelde leerdoelen. • daagt mij uit tot het verleggen van mijn grenzen. • biedt mij ruimte om een persoonlijke stijl als huis- arts te ontwikkelen. • stimuleert mij tijdens het leerproces zelf antwoor- den te vinden op vragen en problemen. • stimuleert mij tot reflectie op mijn handelen. Het nieuwe formulier kan digitaal worden ingevuld. Aan de kinderziektes daarbij wordt gewerkt! Op basis van een evaluatie in het eerste jaar van gebruik en een ‘item-response analyse’, zal het aantal vragen verder worden ingeperkt, door de ‘slechtst scorende’ vragen te laten vervallen.
In de nieuwe LEOh is met name meer aandacht voor ‘begeleiden en toetsen’. Een rol van de opleider die de laatste jaren prominenter is geworden: De opleider • toetst de ontwikkeling van mijn medisch handelen. • toetst de ontwikkeling van mijn overige huisarts- geneeskundige competenties. • ondersteunt mij bij het formuleren van relevante 6 hao-proVUssioneel - maart 2014
HAOVU Hans Burggraaff
Wij zijn allen diep geschokt door het overlijden van een onze collega-opleider Nico Tromp. De omstandigheden rond zijn overlijden ervaren wij als dramatisch. Ook zijn er sterke gevoelens van ongeloof, verontwaardiging en boosheid over de gang van zaken rond het overlijden van Nico Tromp. Het bestuur van de HAOVU heeft zich over deze situatie beraden en is tot een standpunt gekomen dat voor ons een leidraad is geweest in de afgelopen periode. Dat standpunt is verwoord in een verklaring: De HuisArtsOpleidersVereniging van het VUmc te Amsterdam (HAOVU), in vergadering bijeen op 15 oktober 2013, heeft met zorg kennisgenomen van de dramatische gebeurtenissen rondom een van onze leden in Tuitjenhorn: Nico Tromp. Het bestuur van de HuisArtsOpleiders Vereniging van het VUmc wenst haar zorgen kenbaar te maken aan de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) en de afdeling Huisartsgeneeskunde van de Universiteit van Amsterdam. Onze zorgen gelden de procedure die gevolgd wordt bij een melding over een huisartsopleider/huisartsdocent, namelijk dat er geen sprake is van hoor en wederhoor door de afdeling Huisartsgeneeskunde van de UvA. Een handelswijze waarbij de opleider als eerste in staat wordt gesteld zijn reactie te geven op een melding (zoals het geval is bij de Huisartsopleiding van het VUmc) ervaart het bestuur van de HAOVU als juist en zorgvuldig en bevordert een veilig opleidingsklimaat in de huisartsstagepraktijk. De reflectie op de eigen handelswijze van de afdeling huisartsgeneeskunde van de Universiteit van Amsterdam op deze dramatische gebeurtenissen stelt ons tot nu toe niet gerust. Ook maakt het bestuur van de HAOVU zich zorgen over de effecten van de agressieve wijze van optreden door het IGZ, het openbaar ministerie en het politieapparaat na een melding over onze collega op het klimaat van de opleiding in de huisartspraktijk. Het brengt een gevoel van onveiligheid in de huisartspraktijk binnen. Dit is schadelijk voor de opleiding.
de afdeling huisartsgeneeskunde onjuist is gehandeld, met dramatische gevolgen. Er is van de kant van de UvA te veel compassie en te weinig distantie geweest richting de meldende co-assistente. Dat lijkt nog steeds het geval. Dat is natuurlijk een teken van betrokkenheid met de co-assistente, maar daardoor niet per se goed. Er is afgegaan op een enkelvoudige bron - hoe ernstig de inhoud van de berichten ook is - daarmee is dit nog geen goede en te rechtvaardigen handelswijze (geweest) in de ogen van huisartsopleiders. In tegendeel. Er is geen enkel contact geweest richting de huisartsopleider. De beoordeling van de UvA dat het handelen van Nico Tromp te ernstig was om contact met hem op te nemen is een vorm van willekeur. Het heeft hem gecriminaliseerd. In de ogen van de huisartsopleiders van de VU dient hoor en wederhoor JUIST en VOORAL ook bij, op het oog, alarmerende meldingen plaats te vinden. Daar was alle reden voor. Het was ook goed mogelijk geweest. Huisartsopleiders van de VU vinden dat opleiders hiervan verzekerd moeten zijn. In onze contacten met de UvA hebben wij ook de gevoelens van teleurstelling en onbegrip onder huisartsopleiders van de VU over de reacties van de kant van de UvA tot nu toe aangegeven. Met deze aanpak hebben wij het idee dat wij opkomen voor de belangen van huisartsopleiders en voor het noodzakelijke veilige opleidingsklimaat. Door dit onderwerp niet te laten rusten, komen wij ook op voor onze overleden collega Nico Tromp.
Met deze verklaring hebben wij buiten de publiciteit contact gezocht met de verantwoordelijke personen van de afdeling Huisartsgeneeskunde van UvA te Amsterdam en de raad van bestuur van de UvA. In die contacten hebben wij geprobeerd te verduidelijken dat in onze ogen door verantwoordelijken van 7 hao-proVUssioneel - maart 2014
'Plaatjes in je hoofd' – terugblik november 2013 Douwe de Vries
werk van al die modellen gemaakt worden, weet je nog van de Roos van Leary, de leercirkel van Kolb en de … Hoe al die modellen op elkaar aansluiten en of er eigenlijk wel een beetje een consistente theorie achterzit vraag je je soms af. Of is het allemaal beeldspraak, een set metaforen die het zicht op de sores verhelderen? We presenteren deze in een ‘collegetour’: drie minuten om je casus in te brengen en een dilemma te formuleren, waarop de collega’s je kritisch bevragen.
Enige persoonlijke impressies en overpeinzingen na de novembermodule "Mediation" voor de juni‘spijbelaars’ - de opleiders die toen niet konden. De deelnemerslijst geeft me zin. Elke keer weer zijn opleidersdagen een soort reünie. Je ziet collega’s die je graag weer wilt spreken: hoe lang zit je nu al in de praktijk, hoe oud zijn de kinderen, hoe gaat het met ze, nog zin in het vak, al denkend aan je pensioen, fiets en schaats je nog? Je ontmoet weer een aantal Twentse collega’s die je lang niet gezien hebt, omdat ze hun eigen terugkomdagen in de regio hebben. En in de Doornse bossen, het Maarten Maartenshuis, waar de beroemde Engelse dichter Sir Edmund Gosse nog gelogeerd en over de paden gelopen heeft; literair historische grond! We krijgen van tevoren een mailtje over huiswerk en worden er nog eens aan herinnerd. Dus mail ik na de opgegeven datum snel nog een aantal casussen door die als gespreksstof voor het onderwerp kunnen dienen. Je hebt dan alvast nagedacht over je verwachtingen. Het gaat over conflicten waar je (zijdelings) bij betrokken bent, stagnerende communicatie of als lastig ervaren gesprekspartners. Mediation beslaat het gebied tussen de overlegfase bij meningsverschillen en conflicten – waarbij je er zelf en samen met redelijk overleg wel uitkomt – en de strijdfase, waarbij het ‘advocatenwerk’ wordt en de ruzie dusdanig escaleert dat er geen redelijk gesprek meer mogelijk is. Als je elkaars bloed wel kunt drinken kan een mediator weinig goeds meer doen.
Conflicten in de omgang met patiënten blijken voor ons niet de hoofdmoot, net zo min als conflicten met aios. Het gaat eigenlijk vooral om de omgang met collega’s, de dokters waarmee we in een gezondheidscentrum of anderszins onder een dak werken. En de omgang met personeel, in het bijzonder de assistentes, blijkt bron van zorg en ergernis. Zo komen we al gauw op gebrek aan leiderschap. De huisartspraktijk is een gezellige boel, waar je conflicten vermijdt en waar veel slecht functioneren met de mantel der liefde bedekt wordt. Maar als dan zo’n praktijk in een groter geheel opgaat komt die cultuur irritant aan de oppervlakte. Want dan ontstaat er heibel aan de balie, of blijkt gezamenlijk koffiedrinken veel wrevel te geven. Iedereen opereert in dit soort situaties met ‘plaatjes in zijn hoofd’, patronen die je in de loop van je leven hebt opgedaan en die je blijft hanteren. Vaak heb je die patronen ontwikkeld in je gezin van herkomst. In positieve zin heb je ze geënt op rolmodellen. Dus bedenken we wie voor ons een rolmodel waren: een gewaardeerde hoogleraar of collega, een juffrouw van de lagere school, een oppas van de kinderen of misschien toch ook je moeder of vader? Ik kom op de huisartsbegeleider van mijn opleidingsgroep en ook lang mijn eigen huisarts: Frans Weisz. En mijn omke Wieger, goede vriend van mijn opa, die mijn puberale opstandigheid naar enige beschaving geleide. En ook – maar dat besef en erken je pas op latere leeftijd – mijn moeder en mijn vader, een gereformeerde dorpsbakker, waar ik me hevig tegen af heb gezet en waarvan ik dan later een kloon blijk te zijn.
Ruud Groenteman is een echte onderwijzer, die ons bij aanvang een schriftje uitreikt waarin we zaken die we het onthouden waard vinden kunnen opschrijven. Nee, er is geen hand-out. Zelf notities maken is beter. En Ruud is een geduldige en nadrukkelijke docent. ‘Is dat duidelijk en begrepen?’. Arineke Elsenaar is van oorsprong agoog en houdt zich al jaren met mediation bezig. Dit is de eerste keer dat ze met huisartsen werken. Er wordt theorie gepresenteerd. De dramadriehoek, de escalatieladder of -trap. De Mediation-piramide, diverse interventies, de communicatiematrix. Uiteraard hebben we al veel van dat soort theorie elders en in andere vorm opgedaan, want de groep bestaat uit huisartsen met gemiddeld meer dan vijftien jaar praktijk- en opleiderservaring. Modellen om de werkelijkheid inzichtelijk te maken en te leren begrijpen. Inmiddels kan er een boek8 hao-proVUssioneel - maart 2014
We bedenken wat onze normen en waarden in het huisartsenvak zijn. Wat blijft er over van je idealen, die je dit beroep deden kiezen, in deze turbulente tijden van meer dan honderd standaarden, pluspraktijken, accreditatie, ketenzorg en onderhandelingen met de zorgverzekeraar? Ik ging en ga voor de zieke, of meer nog voor de persoon in zijn/haar context, waarbij ik het levensverhaal niet wil beperken tot de ziektegeschiedenis. Ik vind het niet meevallen om mensen die het moeilijk hebben in het leven terug te brengen tot een psychiatrische diagnose die in een ‘zorglijn depressie’ ondergebracht moet worden. ‘Geeft u maar vast dit of dat antidepressivum, dan sturen wij de vragenlijsten op en laten de patiënt over een week of acht op de poli komen om e.e.a. te evalueren’. Ik vind weinig houvast in de commerciële en bureaucratische maalstroom die de gezondheidszorg is geworden. Mijn waarden en idealen stroken niet met de taal van de zorgverzekeraar maar ook niet met die van mijn beroepsverenigingen.
nadering ook sprake van mediation ? We scoren zijn interventies, waarin hij soms nogal boud partij lijkt te kiezen. In deze uitzending komen de partijen, die in het begin elkaars bloed wel lijken te kunnen drinken, nogal verrassend tot een verzoening. Waarschijnlijk vooral doordat erkenning - en dan vooral van elkaars belang, standpunt en kwetsing - het belangrijkste is. De jurist laat het omstreden landje door een medewerker van het kadaster bemeten en stelt de lijn van de erf-afscheiding vast, waarop duidelijk wordt dat de stadsbewoner ruim in haar recht staat en de boer wel erg grof asfalt gestort heeft om bij zijn weiland te komen. Maar met een royaal gebaar geeft ze hem het genoegen van overpad, als duidelijk is geworden dat ze in haar recht staat. Dat is wat ons vooral duidelijk is geworden in deze dagen. Dat het steeds gaat om communicatie en het fatsoenlijk met elkaar omgaan. En dat de inhoud de werktijden en beloning, de kleur van de kopjes of wat dan ook - er bij het escaleren en oplossen van conflicten meestal minder toe doet. Als extraatje voor alle deelnemers van november deze keer een korte en krachtige lezing van Toine Lagro-Janssen over sekseverschillen in gezondheid en gezondheidszorg. Ze verleidt ons met een quiz om daarover na te denken en provoceert ons met stevige stellingen. In de avond nog een lesje Argentijnse tango. Melancholische elegantie wordt ons door Rob en Inez gedemonstreerd en we mogen schuifelend en tenentrappend oefenen. Kunnen vrouwen dit leidinggeven door de mannelijke danspartner nog verdragen? Of leren ze hier ook hoe met elegante kruispasjes hem uit te dagen tot zwieriger bewegen en leiden hem met tegendruk tot meer sturing over de vloer? In de vroege ochtend bij de introductie gaat het alweer even over de kwestie die ieder de afgelopen maand heftig beroerd heeft: de tragische dood van collega-opleider Nico Tromp uit Tuitjenhorn. Hij was hier in juni op cursus en had er nu weer bij moeten zijn…
We kijken tot slot gezamenlijk naar een uitzending van De Rijdende Rechter. Tot mijn vreugde gaat het weer eens over het recht van overpad. We zien mr. Frank Visser zijn bezwerende formules uitspreken: ‘Ik heb het hier wel gezien’ en ‘Dit is mijn uitspraak en daar zult u het mee moeten doen’. In hoeverre is bij een dergelijke juridische conflictbe-
De collega’s van de andere Amsterdamse opleiding, het AMC, ‘hebben wat uit te leggen’ want de norm is dat vertrouwelijkheid in de relatie tussen opleider, arts in opleiding en opleidingsinstituut uitgangspunt is en er dus bij signalen van disfunctioneren altijd sprake moet zijn van hoor en wederhoor. Dus is het melden bij de inspectie met als gevolg justitiële stappen en onderzoek, en grote publiciteit met alle desastreuze gevolgen van dien, niet acceptabel. Wij ervaren een vanzelfsprekende loyaliteit naar collega’s. Maar wat als een collega toch wel erg ‘in de fout gaat’? Gaat dan solidariteit en intercollegiale loyaliteit boven waarheidsvinding? En is ‘bijval van het volk’ een signaal van waarheid? Het gesprek over deze zaak gaat tijdens iedere pauze en maaltijd door. De kwestie raakt bij iedereen een heel gevoelige snaar. Vooral als het heel direct om leven en dood gaat opereren we altijd op ‘het scherp van de snede’. 9
hao-proVUssioneel - maart 2014
Dappere dokters zijn de toekomst! Bart Meijman hao en voorzitter HKA
In de huidige curatieve zorg ligt het accent vooral op maximale zorg. De financieringsstructuur stimuleert (over)behandelen en vergroting van (soms onzinnig) aanbod. Bij het spreken over de kosten van de zorg wordt te vaak gefocust op aanpassingen in de financieringsstructuur om tot kostenbeheersing te komen. Dit in plaats van juist op de zorginhoud te concentreren, die kan leiden tot kostenbesparing. De huisartsenkring Amsterdam (HKA), Henriette van der Horst, Marcel Levi en Ab Klink besloten anderhalf jaar geleden een initiatief te starten om samen met medische professionals uit de Amsterdamse eersteen tweedelijn op zoek te gaan naar concrete mogelijkheden om de zorg te optimaliseren. Zij noemen het initiatief “Optimale zorg – Dappere dokters”. Optimale in plaats van maximale zorg is nodig, zodat zowel patiënt als betaler profiteren en daarnaast de dokter meer bevrediging uit het werk haalt. Optimale zorg draait om de gunstigste zorg voor de patiënt waarbij de persoon van de patiënt belangrijker is dan de ziekte. Om deze zorg te leveren hebben we dappere dokters nodig. Dappere dokters gaan in gesprek met de patiënt over het kiezen van optimale zorg. Deze dokters hebben aandacht voor de betrokkenheid en eigen verantwoordelijkheid van de patiënt bij de besluitvorming over de behandeling, maar schuiven hun professionele verantwoordelijkheid daarmee niet van zich af. Dit kan betekenen dat afgezien wordt van behandeling als je zelf de behandeling ook niet zou verkiezen of afzien van een verwijzing voor een relatief weinig betekenende klacht, het proactief in gesprek gaan met de oudere mensen over welke verwachtingen en wensen er zijn voor leven en zorg. Een dappere dokter durft ook naar zijn eigen functioneren te kijken; wat bepaalt zijn verwijspatroon: onkunde, tijdgebrek, overbelasting of moedeloosheid, moeite om te gaan met de eisende patiënt, het gevoel alleen te staan of onvoldoende steun in de werkomgeving, etc. Dit soort persoonlijke factoren speelt waarschijnlijk een grote rol bij de kosten die je als arts genereert, zowel in eerste als in tweede lijn. Daarnaast kijkt zo’n dokter kritisch naar de standpunten en handelwijzen van zijn beroepsgroep en naar de maatschappelijke verantwoordelijkheden van alle artsen. Tevens laat de dokter zich aanspreken
op zijn professionaliteit en durft anderen aan te spreken op hun professionaliteit. Denk daarbij aan regelmatige intervisie, onderlinge benchmarking en concrete verbeterdoelen en -plannen. Dappere dokters zorgen voor een intensieve samenwerking tussen huisarts, specialist en andere zorgverleners om te komen tot optimale zorg. Hiervoor is een andere samenwerking tussen huisarts en specialist wenselijk. Dit vraagt om betere communicatie tussen beide beroepsgroepen. Niet alleen door slimmer gebruik te maken van alle technische mogelijkheden, maar vooral door een houdingsverandering als het gaat om communicatie over en met individuele patiënten. Ook is het van belang om constructief met elkaar te werken aan eenduidige transmurale (samen-) werkafspraken. Het regelmatig "in elkaars keuken kijken” kan al veel inzicht geven in elkaars kwaliteiten. Tijdens bijeenkomsten waar huisartsen en specialisten met elkaar casuïstiek bespreken en benchmarkgegevens analyseren ontstaat er een basis om afspraken te maken over kwaliteits- en doelmatigheidsverbeteringen. Zo kunnen we komen tot nieuwe vormen van samenwerken waarin keuzevrijheid voor de patiënt en kwaliteit van zorg, zich uitend in patiëntgerichtheid, effectiviteit, veiligheid én doelmatigheid samenkomen. Het afgelopen jaar zijn een aantal projecten uitgevoerd, zoals specialisten en huisartsen – in de vervolgopleidingen en tijdens nascholing – leren de juiste vragen te stellen aan elkaar. Ook aios van de huisartsenopleiding van het VUmc hebben hieraan meegedaan. Meer over de projecten kunt u lezen via: http://lhv.artsennet.nl/amsterdam/Optimale-zorgDappere-dokters.htm Toenemend voelen artsen zich aangesproken tot het gedachtegoed van “Optimale zorg – Dappere dokters”, omdat het appelleert aan de fundamentele motivatie om arts te worden. Wij hopen dat het binnen de (huisarts)opleiding voldoende aandacht gaat krijgen. Mocht u goede suggesties hebben om de ideeën verder in praktijk te brengen dan horen wij graag van u.
[email protected]
10 hao-proVUssioneel - maart 2014
Berichten Berichtenuit uitde dehao-kwaliteitscommissie hao-kwaliteitscommissie Scholingsaanbod 2014
SPELREGELS MEERDAAGSE Je kunt je alleen inschrijven voor een cursus als je ook in de desbetreffende leergang bent ingedeeld (zie pagina 41). Heb je andere wensen? Neem dan contact op met hao-coördinator Angelika Raths,
[email protected]. Met alle logistieke vragen kun je terecht bij Samantha Paijens,
[email protected]. >
Een cursus duurt vier dagen, te weten twee achtereenvolgende dagen in juni en in november. Uitzondering is de 2-daagse novembermodule voor opleiders die in juni niet deel konden nemen.
>
Het is aan de docenten te beoordelen of de cursus als voldoende kan worden afgesloten en je doorstroomt naar een volgende leergang. Het doen van aanvullende of compenserende opdrachten kan tot de mogelijkheden behoren.
>
Duo-opleiders zijn altijd beiden welkom; uiteraard word allebei geacht alle vier de dagen aanwezig te zijn.
>
Inschrijving voor de keuzecursussen van leergang 5 geschiedt in volgorde van binnenkomst.
>
Wij proberen zoveel mogelijk de zelfstandige periode van de aios te plannen tijdens de meerdaagse hao-cursussen.
>
Kosten en annuleringsregeling: dit jaar sturen wij twee afzonderlijke facturen. Een factuur na het juni-gedeelte en een factuur na het november-gedeelte van de cursus. Deelnemers aan de novembermodule krijgen één factuur, na november. De kosten zijn inclusief maaltijden en overnachting. Alleen wanneer je minimaal 7 dagen voor aanvang van de cursus aangeeft niet aanwezig te zullen zijn bij de cursus of niet te overnachten, kunnen wij de kosten in mindering brengen op de rekening. Niet genoten maaltijden kunnen wij helaas niet in mindering brengen.
>
Als een opleider binnen de termijn van 7 dagen genoodzaakt is af te zeggen omdat de aois onverwacht en door overmacht niet in staat is in de praktijk aanwezig te zijn, dan kun je dit aan ons kenbaar maken. Als instituut willen wij dan onderzoeken of een financiële regeling getroffen kan worden.
>
De landelijke regeling toekenning forfaitaire accrediteringspunten geeft aan dat een huisartsopleider die een aios opleidt 20 forfaitaire punten ontvangt voor zijn/haar opleidingsactiviteiten en het volgen van de scholing. Als hij/zij een deel van het jaar opleidt ontvangt de opleider naar rato het aantal punten. Per kwartaal worden 5 punten toegekend. De landelijke regeling is na te lezen op de websites van HOVUmc en Huisartsopleiding Nederland. Zie voor verdere informatie “Regelgeving financiële afhandeling meerdaagse cursussen” op www.hovumc.nl/hao/opleiding opleiders/meerdaagse of vraag Samantha Paijens (
[email protected] of 020 – 444 8238).
11 hao-proVUssioneel - maart 2014
Het basiscurriculum – Leergang 0 t/m 4 Basiscurriculum – leergang 0 – Oriëntatiecursus Titel cursus
ORIENTATIECURSUS
Doelgroep
Erkende huisartsen of opleiders van andere instituten die geïnteresseerd zijn in het opleiden van een aios aan de HOVUmc.
Cursusdagen
Woensdag/donderdag 10 en 11 september 2014 De cursussen vinden plaats van 15.00 uur 15.00 uur de volgende dag met een overnachting in Conferentieoord Zonheuvel in Doorn. De verblijfskosten worden in rekening gebracht als men later dan een week van tevoren afzegt.
Docenten
Jolijn de Graaff en Angelika Raths
Aantal deelnemers
minimaal 8, maximaal 15
Competenties
De opleider 2.1 realiseert een evenwichtige en uitdagende werk-leerplek 3.1 past samenwerkingsvaardigheden gericht toe 3.2 stemt het eigen handelen af met andere betrokkenen bij de ondersteuning van de aios 4.1 organiseert personeelsinzet, middelen en informatiestromen zodanig dat er efficiënt gewerkt en geleerd kan worden 4.3 creëert binnen zijn/haar organisatie/praktijk draagvlak voor het opleiden van aios 5.2 werkt systematisch en doelgericht aan verbetering van het eigen beroepsmatig functioneren
Inhoud cursus
Deze geaccrediteerde cursus is een eerste, vrijblijvende oriëntatie op de rol van huisartsopleider en het opleiderschap aan de HOVUmc. Een doel van de cursus is dat de belangstellende huisartsen en het instituut na afloop kunnen besluiten of men met elkaar in zee wil gaan.
Thema’s
• Visie van de HOVUmc ten aanzien van het opleiderschap • Verwachtingen en wensen van deelnemers en instituut ten aanzien van de functie van huisartsopleider • De competenties van de (beginnende) opleider • Voor- en nadelen van het opleiden • Praktische consequenties voor de praktijkvoering • Het leergesprek en de planning ervan • Didactische scholing voor opleiders bij de HOVUmc • Structurele evaluatie en toetsing van de opleider • De koppelingsprocedure • Het individuele profiel van de opleider • Het leerwerkplan • Kennismaking met en keuze van de aios • Ondersteuning van de beginnende opleider • Wat is waar te vinden op de website? • Kiezen voor de HOVUmc?
Werkwijze
Aan de hand van opdrachten en tijdens praktische oefeningen maken de deelnemers kennis met de taken van het opleiderschap. De deelnemers kunnen ervaring opdoen met de sfeer en de interactieve werkwijze van het instituut. We laten voorbeelden van leergesprekken zien. We geven informatie, bespreken, wisselen uit en gaan praktisch oefenen o.a. met echte aios. Er is ruime gelegenheid alles aan de orde te stellen dat helpt bij het maken van een weloverwogen keuze voor het opleiderschap aan de huisartsopleiding van het VUmc. Het is de bedoeling dat aan het einde alle vragen zijn beantwoord. In de pauzes en tijdens de maaltijden kan men informeel van gedachten wisselen.
12 hao-proVUssioneel - maart 2014
Basiscurriculum – leergang 0 – Startersdagen Titel cursus
STARTERSDAGEN
Doelgroep
Beginnende opleiders die na hun erkenning gekoppeld zijn aan de eerste aios of AMA
Cursusdagen
Woensdag 21 januari en woensdag 18 februari 2015
Docenten
Simone van den Hil en Gerda Visser
Competenties
De opleider 0.0 expliciteert en motiveert eigen handelen 1.1 draagt zorg voor een veilig opleidingsklimaat en is goed toegankelijk voor aios bij vragen en problemen 1.2 bouwt een constructieve relatie op met de individuele aios 2.1 realiseert gerichte opleidingsactiviteiten op basis van het opleidingsplan 2.2 ondersteunt de aios bij het opstellen van diens individuele opleidingsschema 3.2 stemt het eigen handelen af met andere betrokkenen bij de ondersteuning van de aios 4.1 organiseert het eigen werk zodanig dat er voldoende tijd en ruimte is voor het opleiden 5.1 toont inspirerend gedrag om te onderwijzen en te leren; toont plezier in het werk als opleider en als huisarts
Inhoud cursus
Tijdens deze dagen vindt een eerste kennismaking plaats met onderwerpen die bij aanvang van het opleiden aan de orde komen. De cursus dient als voorbereiding op de komst van de aios. Er wordt een begin gemaakt met het oefenen van de meest basale didactische vaardigheden.
Thema’s
• Kennismaking met hoofd opleiding • Organisatie in de praktijk • Het leerwerkplan van ieders praktijk • Rondleiding en kennismaken met ondersteuners • Themagesprek • Dagrapportage • Consultatie van de aios • Hoe ziet het eerste jaar eruit? Wat wordt er van jou als opleider verwacht? De website en Blackboard. • Standaardrooster 1e jaar Docentenronde; hoe feedback vragen, geven en ontvangen • Het individueel ontwikkelingsplan (IOP) van de hao • Hao-mentoraat • Kwaliteit en voortgang van de opleider (COMO: commissie Ondersteuning en Monitoring Opleiders)
Werkwijze
Afwisselend wordt in de grote groep gewerkt (informatieoverdracht en groepsdiscussie) en in kleinere groepjes (oefenen van didactische vaardigheden). Zo komen theorie en praktijk telkens aan de orde en krijg je praktische tools voor de eerste weken. Bijvoorbeeld de opzet van een leergesprek wordt behandeld en we bekijken een video van een leergesprek tussen hao en aios, zodat je een idee hebt van hoe het kan. Daarnaast oefen je zelf en krijg je feedback. We sluiten natuurlijk aan bij jullie vragen zodat je aan het eind van de dagen beter weet hoe verder te gaan.
LORENZO
13 hao-proVUssioneel - maart 2014
Het basiscurriculum – Leergang 0 t/m 4 Basiscurriculum – leergang 1 Titel cursus
DE DUIZENDPOOT
Doelgroep
Beginnende opleiders die de startersdagen hebben gevolgd en de eerste aios of AMA opleiden
Cursusdagen
Dinsdag/woensdag 17 en 18 juni, 11 en 12 november
Docenten
Groep A: Karin Verschoor en Berend Jansen (hao) Groep B: Jolijn de Graaff en Margreeth Oijevaar Groep C: Willem Veerman, Ruud van den Berg en Jan de Heer (hao)
Competenties
De opleider 1.1 realiseert een constructief werk-leerklimaat en draagt zorg voor een veilig oplei- dingsklimaat waarbij de opleider respectvol, reflectief en ondersteunend is naar de aios 1.2 bouwt een constructieve relatie op met de individuele aios 2.1 realiseert een evenwichtige en uitdagende werk-leerplek door gerichte opleidings- activiteiten op basis van het opleidingsplan en bewaakt en evalueert proces en resultaat 2.2 begeleidt de individuele aios naar zelfsturing in het realiseren van diens opleiding door de aios te ondersteunen bij het opstellen van diens individuele opleidings- schema en bevordert het eigenaarschap van de aios bij diens eigen leerproces 2.3 beoordeelt resultaten en adviseert over de consequenties voor de voortgang door leerresultaten terug te koppelen, te beoordelen en de voortgang van het leerproces vast te leggen 5.1 beschouwt het opleiderschap als een wezenlijk aspect van de eigen professie door inspirerend gedrag om te onderwijzen en te leren 5.2 werkt systematisch en doelgericht aan verbetering van het eigen beroepsmatig functioneren door het eigen handelen als opleider te sturen op basis van wetenschappelijke inzichten en ‘best practices’
Inhoud cursus
Deze cursus is bedoeld als ondersteuning van hao’s die op dit moment bezig zijn met hun eerste jaar als opleider. Op de eerste bijeenkomst in juni neem je kennis van het onderwijs aan de huisartsopleiding bij het VUmc en de gebruikte leermiddelen. De beoordelingsprocedure voor aios met de daarbij behorende evaluatieformulieren wordt besproken. Aan hand van een opname van een eigen consult bespreken we wat we de aios leren over consultvoering en we gaan oefenen met bespreken van de consulten van de aios. Met behulp van een casus gaan we observatie van het lichamelijk onderzoek oefenen. Daarnaast is er aandacht voor de organisatie van de praktijk: hoe stuur ik de patiëntenstroom. In november zullen we doorgaan op het thema leergesprekken waarbij we gebruik zullen maken van een scoringslijst, de ALVU. Hiervoor neem je een opname van een leergesprek mee. We gaan oefenen met het geven van lastige feedback en het voeren van een beoordelingsgesprek. Naar analogie van het individueel ontwikkelingsplan (IOP) van de aios zul je een persoonlijk ontwikkelingsplan voor jezelf opstellen: wat wil ik als opleider leren, hoe en wanneer?
Thema’s
• Het persoonlijk ontwikkelingsplan van de aios en de hao • Voortgangskwalificatie en beoordelingsprocedure • Leergesprek over consultvoering • Kenmerken van: consultbespreking, dagrapportage, consultatie • Werken met de video en directe observatie • Feedback: theorie en vooral oefenen • Leercondities in de eigen praktijk, knelpunten
Werkwijze
We werken tijdens deze leergang afwisselend in de gehele groep en in kleinere groepen. Wij gaan daarbij uit van jullie werkervaring op dit moment en oefenen zoveel mogelijk met jullie eigen casuïstiek. Ervaren knelpunten zullen we aan de orde laten komen. Inleiding en nabespreking doen we plenair maar verder oefenen we vooral in kleine groepen. Tijdens het tweede deel in november wordt gewerkt met eigen video-opnames van leergesprekken. We sluiten aan bij actuele leerwensen.
14 hao-proVUssioneel - maart 2014
Basiscurriculum – leergang 2 Titel cursus
LEERGESPREKKEN
Doelgroep
Beginnende opleiders die leergang 1 hebben afgesloten
Cursusdagen
Dinsdag/woensdag 17 en 18 juni, 11 en 12 november
Docenten
Groep A: Thil Tolkamp, Willem Stronck (hao) en Angelika Raths Groep B: Simone van den Hil, Erik Koelma en Moniek van den Ende
Competenties
De opleider 1.1 realiseert een constructief werk-leerklimaat en draagt zorg voor een veilig oplei- dingsklimaat waarbij de opleider respectvol, reflectief en ondersteunend is naar de aios. 1.2 bouwt een constructieve relatie op met de individuele aios. 2.1 past voor de situatie geschikte gesprekstechnieken efficiënt toe, hanteert de ver- schillende rollen flexibel en passend bij de leersituatie en bewaakt en evalueert proces en resultaat. 2.2 begeleidt de individuele aios naar zelfsturing in het realiseren van diens opleiding. 2.3 beoordeelt resultaten en adviseert over de consequenties van de voortgang. 4.1 organiseert eigen werk zodanig dat er voldoende tijd en ruimte is voor opleiden. 5.1 beschouwt het opleiderschap als een wezenlijk aspect van de eigen professie. 5.2 maakt het eigen persoonlijk en professioneel functioneren bespreekbaar en stelt verbeterpunten vast op basis van verkregen feedback. 5.3 bewaakt de balans tussen betrokkenheid en distantie en kan het onderscheid tussen zakelijke en persoonlijke aspecten in het werk adequaat hanteren. 5.4 handelt conform geldende gedrags- en omgangsregels en gaat integer en zorgvul- dig om met eigen invloed op de aios.
Inhoud cursus
In deze cursus staan de eigen leervragen van de deelnemers centraal, uitgaande van hun ervaringen met de aios tot nu toe. Uitgangspunten zijn de door de hao’s ervaren ‘hobbels’ en succeservaringen bij het voeren van leergesprekken. Wat stimuleert de interactie tussen opleider en aios en wat kan de interactie belemmeren? Hoe maak je ruimte voor het leren van de aios? Hoe vind je de goede balans tussen achteroverleunen, luisteren, doorvragen en sturen, je eigen opvattingen als ervaren huisarts en opleider? Aan het einde van de cursus heeft iedere deelnemer het eigen repertoire vergroot en duidelijke aandachtspunten voor de verdere persoonlijke ontwikkeling.
Thema’s
• Plaats en functie van het leergesprek • Het verschil tussen verschillende doelen en soorten leergesprekken • Basisvaardigheden voor het voeren van leergesprekken, zoals het structureren, doorvra- gen en concretiseren van leervragen • De balans tussen leiden en volgen • Persoonlijke valkuilen • De Roos van Leary • Het effectieve gebruik van de ALVU als hulpmiddel - een door de HOVUmc in samenwer king met opleiders ontwikkeld instrument voor de analyse van eigen leergesprekken • Praktische tips, zoals het geanimeerd bespreken van de ComBeL en andere good practices • Het individueel ontwikkelingsplan van de hao
Werkwijze
Wij gaan in deze cursus uit van de begeleidingservaringen van de deelnemers aan de hand van door de cursisten meegenomen video’s van eigen leergesprekken, liefst op USB in VCL-formaat. Als het om een consult- of patiëntenbespreking gaat naar aanleiding van een consult van de aios is het handig als dit consult ook op video wordt meegenomen. We werken veel in kleine groepjes. Waar nodig bieden wij aanvullende theorieën aan die helpen interactie te analyseren en doelgericht te beïnvloeden. In november oefenen we ook het voeren van een leergesprek met een acteur aan de hand van een eigen situatie. We proberen in deze leergang maatwerk te leveren door goed te focussen op individuele leerwensen en te werken in kleine groepjes met intensieve begeleiding.
15 hao-proVUssioneel - maart 2014
Basiscurriculum – leergang 3 Titel cursus
EXPEDITIELEIDER
Doelgroep
Gevorderde opleiders die leergang 1 en 2 hebben afgesloten
Cursusdagen
Dinsdag/woensdag 17 en 18 juni, 11 en 12 november
Docenten
Groep A: Angelique Bongers en Chris Rietmeijer Groep B: Willem Feijen en Angela Weesie
Competenties
De opleider 0.0 maakt bewust gebruik van de eigen voorbeeldfunctie en expliciteert en motiveert het eigen handelen 1.1 realiseert een constructief werk-leerklimaat 1.2 bouwt een constructieve relatie op met de individuele aios 1.3 kan omgaan met diversiteit 2.1 realiseert een evenwichtige en uitdagende werk-leerplek 2.2 begeleidt de individuele aios naar zelfsturing in het realiseren van diens opleiding 3.1 past samenwerkingsvaardigheden gericht toe 5.1 beschouwt het opleiderschap als een wezenlijk aspect van de eigen professie. 5.2 werkt systematisch en doelgericht aan verbetering van het eigen beroepsmatig functioneren 5.3 bewaakt de balans tussen betrokkenheid en distantie 5.4 gaat integer en zorgvuldig om met eigen invloed op de aios
Inhoud cursus
Opleiden is een proces - vergelijkbaar met een expeditie: je gaat een tijd met elkaar op weg en bent op elkaar aangewezen zonder dat je elkaar van tevoren heel goed kent. Het doel staat vast, maar op de weg ernaartoe kan veel onverwachts gebeuren. Wat zijn je rollen/taken als expeditieleider? Velen leiden niet alleen op maar doen dat samen met een ander. Wat zijn mogelijke verschillen en hoe ga je daarmee om? Waar en waarom ontstaan ‘schuurplekken’ tijdens de expeditie ‘opleiden’? Hoe faseer je de begeleiding? Wat is een goede timing voor je interventies? Waar mag je aankomen en waar misschien (nog) niet? Hoe dichtbij sta je en hoe veraf? In deze cursus staan wij ook stil bij jouw persoon in de rol van opleider. Hoe ziet ‘jouw’ meetlat eruit? Wat zijn jouw opvattingen, normen, waarden en gewoontes? Welk gedrag van een ander vind jij lastig? Wat als zich een conflict aandient? Wat als het beter is de expedities af te breken? Welke inzichten, theorieën en tools helpen bij dit alles?
Thema’s
• Eigen ervaringen met het (samen) begeleiden van aios • Begeleiden van leerprocessen over een langere periode • Leervoorkeuren van hao en aios • Kernkwaliteiten en allergieën • Diversiteit, zoals etniciteit, gender, leeftijd en levensfase • Eigen normen en waarden • Belangentegenstellingen • Eigen mogelijkheden, grenzen en valkuilen • Feedback geven en ontvangen • Ontkoppelingen
Werkwijze
Uitgangspunt van de cursus zijn de persoonlijke ervaringen van de deelnemers tijdens de voorafgaande en lopende begeleidingstrajecten. Het werk aan de eigen doelen staat centraal en bepaalt mede welke theorieën ter ondersteuning worden aangeboden. De meeste deelnemers kennen elkaar al uit de eerdere leergangen. Dat maakt het mogelijk ook persoonlijkere punten ter sprake te brengen. We werken individueel, in 2- of 3-tallen, in de hele groep, soms in twee subgroepen en mogelijk ook met beide parallelgroepen samen. We maken gebruik van voorbereidingsopdrachten en eigen materiaal, theorieën en modellen, film- en video-opnames, paneldiscussies, veel praktische oefeningen, zoals rollenspelen met ‘echte’ aios.
16 hao-proVUssioneel - maart 2014
Basiscurriculum – leergang 4 Titel cursus
DOORSTART
Doelgroep
Gevorderde opleiders die leergang 1, 2 en 3 succesvol hebben afgesloten of ervaren opleiders die een ‘pas-op-de-plaats’ willen maken.
Cursusdagen
Woensdag/donderdag 18 en 19 juni, 12 en 13 november
Docenten
Groep A: Harry Schleypen en Rinel van Beest Groep B: Gerda Visser en Helle Poulsen
Competenties
De opleider 0.0 is rolmodel voor de verschillende competenties uit het competentieprofiel van de huisarts 1.1 realiseert een constructief werk-leerklimaat 2.1 realiseert een evenwichtige en uitdagende werk-leerplek 3.1 past samenwerkingsvaardigheden gericht toe 4.3 creëert binnen zijn organisatie/praktijk draagvlak voor het opleiden van aios 5.2 werkt systematisch en doelgericht aan verbetering van het eigen beroepsmatig functioneren als huisarts en als opleider
Inhoud cursus
In deze leergang willen wij jouw ervaringen met het opleiderschap evalueren en de resultaten van deze analyse in een perspectief van de toekomst plaatsen. Hoe was de opleidingssituatie bij de start van jouw opleiderschap? Wat is sindsdien ontwikkeld? Waar bevind jij je nu? Waar wil je naartoe? En wat ga je doen om de kwaliteit van jouw opleiderschap op peil te houden c.q. verder te ontwikkelen (een succesvolle doorstart maken)? Met deze leergang sluit je het verplichte curriculum af. Met de oogst ervan kun je verder invulling geven aan leergang 5.
Thema’s
• Wat hoopte ik dat het opleiderschap me zou brengen? Wat is werkelijkheid geworden en hoe bevalt dat? • Wat heb ik inmiddels geleerd/verworven en hoe bevalt dat? • Wat heb ik als opleider in huis? • Wat zijn mijn persoonlijke kwaliteiten die kenmerkend zijn voor mijn opleiderschap en hoe maak ik daar actief gebruik van ? • Waarin zit de ‘pit’ van het opleiden? Wat geeft energie? Zijn geven en ontvangen in ba- lans? Hoe behoud en/of bewaak ik dat? • Waarin wil ik me verder ontwikkelen en hoe pak ik dat aan? (verbinding met het IOP van de hao)
Werkwijze
We introduceren het begrip Kenmerkende Beroepsactiviteiten voor het opleiderschap. We plaatsen de betekenisvolle interventies van de opleider centraal. Met behulp van eigen presentaties van opleidersvaardigheden en daaruit afgeleide oefeningen onderzoeken we de thema’s, afwisselend plenair en in kleine groepjes. Tussendoor zijn er korte theoretische inleidingen om handvatten te bieden of het geheel in een kader te plaatsen. In juni neemt de hao een video van een leergesprek mee ter toetsing aan de hand van de ALVU. In november wordt de ontwikkeling van de hao getoetst en de voortgang beoordeeld. Dit gebeurt aan de hand van een presentatie over een door hem/haar zelf in juni geformuleerd leerdoel. We ronden de leergang af met een feedbackronde. Bij goed gevolg ontvangen de deelnemers aan het eind van de leergang het certificaat/ de bekwaamheidsverklaring van ervaren opleider. Bij onvoldoende prestaties wordt een aanvullende opdracht geformuleerd.
17 hao-proVUssioneel - maart 2014
Novemberdagen Doorn
16 hao-proVUssioneel - maart 2014
17 hao-proVUssioneel - maart 2014
Keuzecurriculum – leergang 5 0 t/m 4 Het basiscurriculum – Leergang Titel cursus
GESTALT EN BEGELEIDING
Doelgroep
Ervaren opleiders die leergang 1, 2, 3, en 4 hebben afgesloten
Cursusdagen
Woensdag/donderdag 18 en 19 juni, 12 en 13 november
Docenten
Marten Bos
Aantal deelnemers
Minimaal 10, maximaal 16
Competenties
De opleider 0.0 is rolmodel voor de verschillende competenties uit het competentieprofiel van de huisarts (specialist) 1.1 realiseert een constructief werk-leerklimaat 1.2 bouwt een constructieve relatie op met de individuele aios 1.3 kan omgaan met diversiteit 2.1 realiseert een evenwichtige en uitdagende werk-leerplek 2.2 begeleidt de individuele aios naar zelfsturing in het realiseren van diens opleiding 3.1 past samenwerkingsvaardigheden gericht toe 5.1 beschouwt het opleiderschap als een wezenlijk aspect van de eigen professie 5.2 werkt systematisch en doelgericht aan verbetering van het eigen beroepsmatig functioneren 5.3 bewaakt de balans tussen betrokkenheid en distantie De Gestalttheorie is een veelomvattende theorie, die zowel in de therapeutische context als binnen de begeleidingsmethodieken veel invloed heeft (gehad). Het is een methodiek dit zich richt op het contact in de hier en nu relatie; daarmee worden veel communicatieve houdings- en vaardigheidsaspecten belicht vanuit een systemische en holistische visie. De theorie is ontwikkeld en tot methodiek gemaakt door Frits Perls, een leerling van Sigmund Freud. Perls rebelleerde tegen diens werkwijze, waarbij Freud steeds het verleden en de vroege jeugd centraal stelde en dat interpreteerde. Perls richt zijn aandacht (het gewaar zijn) juist op de hier en nu situatie, op de relatie en het gehele veld. Contact is hierbij een centraal begrip, de relatie staat centraal en daarmee de dialoog, de subject – subject relatie. Juist de context, het veld, speelt een belangrijke rol in de wisselwerking tussen individuele en contextuele ontwikkelingen. De mens als onderdeel van het geheel. Gestalt heeft met haar communicatieve werkwijze, grote invloed (gehad) vele begeleidingstheorieën, zeker in de wereld van supervisie. In deze training zullen we ons, met behulp van een aantal basisprincipes van de Gestalttheorie en -methodiek, richten op die onderdelen die ondersteunend en verhelderend zijn in jullie begeleidingswerk.
Inhoud cursus
Thema’s
We werken vooral aan onderstaande 5 belangrijke Gestaltthema’s: • Contact als centrale houding en vaardigheid, het concept ‘contact’ en houdingsaspecten • Het werken met Gewaarzijn (mindfull) in de Dialoog • Werken in en met het Hier en Nu/parallel proces • Begeleiding binnen en vanuit de Veldtheorie, het contextuele/systemische werk
Werkwijze
Bovenstaande thema’s zullen in deze training aangereikt worden en door middel van oefeningen, experimenten, ingebrachte casuïstiek uitgewerkt, verdiept en toegelicht in hun concrete toepassingsmogelijkheden. Elk onderdeel wordt steeds ondersteund met een korte theoretische uitleg en reflectie. Het oefenen/ervaren is een grondmethode van de Gestalt, dit ervaringsgerichte leren, zal op diverse manieren terugkomen. Het ervaren/het experiment zal een belangrijke plaats innemen en als voorbeeld dienen voor de eigen praktijk. Creatieve en praktische oefeningen ondersteunen het ervaringsgerichte werk. Met eigen ingebrachte casuïstiek gaan we ook bekijken wat de Gestalt-manier van doen toevoegt en/of verheldert aan de eigen stijl van begeleiden. Hierbij richten we ons zeker ook op de manier waarop een vraag in het hier en nu wordt voorgelegd door de aios en op welke wijze jullie die vraag lerend, in contact en met gewaarzijn kunnen benaderen. Belangwekkende literatuur is geschreven door: Gary Yontef: Awareness Dialogue & Process GJP1993 NY George Wollants: Gestalt Therapy, Therapy of the situation. FMS, Belgie 2008 In de boeken van Irvin D. Yalom, zowel de romans als de theoretische boeken, komen ook veel Gestalt-aspecten aan bod.
20 hao-proVUssioneel - maart 2014
Keuzecurriculum – leergang 5 SEKS, DAT SPREEKT VANZELF
Doelgroep
Ervaren opleiders die leergang 1, 2, 3, en 4 hebben afgesloten
Cursusdagen
Woensdag/donderdag 18 en 19 juni, 12 en 13 november
Docenten
Peter Leusink (huisarts, seksuoloog NVVS), Willemien Avenarius en Joan Boeke (hao)
2
0
er
Topp
Titel cursus
13
Aantal deelnemers Minimaal 8, maximaal 12
Competenties
De opleider 0.0 is rolmodel voor de verschillende competenties uit het competentieprofiel van de huisarts (specialist). Deze is in staat: - klachten te benoemen die een signaal kunnen zijn voor bepaalde seksuele pro- blemen - een gerichte seksuele anamnese af te nemen en de belangrijkste oorzaken in een biopsychosociaal perspectief te plaatsen - eigen waarden en normen t.a.v. seksualiteit te (her)kennen - door te vragen naar de beleving van seksualiteit als dit zinvol is - aan te geven wanneer en hoe een eventuele partner bij diagnostiek en behande- ling betrokken dient te worden - een behandelplan op te stellen - adequaat te kunnen verwijzen 2.2 ondersteunt de aios op het terrein van seksuologie bij het formuleren van haalbare leerdoelen en bijbehorend plan van aanpak en daagt uit tot het verleggen van grenzen en bespreekt de haalbaarheid 5.1 toont inspirerend gedrag om te onderwijzen en te leren; heeft inzicht in het effect van eigen gedrag en waardoor dit gedrag wordt veroorzaakt; identificeert eigen valkuilen en gebruikt deze valkuilen als leerinstrument in het opleiden 5.3 bewaakt de balans tussen betrokkenheid en distantie; kan het onderscheid tussen zakelijke en persoonlijke aspecten in het werk adequaat hanteren
Inhoud cursus
Het trias attitude, kennis en vaardigheden zal de structuur zijn waar de inhoud aan wordt opgehangen. Er wordt stilgestaan bij het belang van seksualiteit ten aanzien van gezondheid en welzijn en de rol van de huisarts om dit onderwerp bespreekbaar te maken. De belangrijkste seksuele problemen komen aan bod en nieuwe inzichten in de seksuologie worden besproken. Het biopsychosociaal model staat daarin centraal. Er zal geoefend worden in gespreksvoering en er worden aandachtspunten gegeven voor het begeleiden van de aios.
Thema’s
• Welke taakopvattingen over seksuele problematiek hanteert de opleider en hoe werken deze door in het opleiden van de aios? Wanneer en hoe komt het onderwerp ter sprake? Spelen eigen waarden en normen daarin door? Zijn er belemmeringen, waar liggen kansen? Hoe kun je omgaan met erotiserende patiënten, herken je eigen erotische overdracht? • Erotiek, overdracht in de relatie tussen hao en aios • Hoe werkt seks? • Circulair in plaats van causaal denken: onderhoudende factoren bij seksueel disfunctio- neren en praktische richtlijnen om dit te doorbreken • Anamnese en/of gesprek • Indicaties lichamelijk onderzoek • Indicaties verwijzing en naar wie • Begeleiden van de aios
Werkwijze
Er wordt zowel plenair, in subgroepen als individueel gewerkt. Waar het gaat om de attitude van de huisarts zijn het de taakopvattingen als professional die centraal staan. Als een appel wordt gedaan aan persoonlijke ervaringen ten aanzien van seksualiteit zal in eerste instantie gewerkt worden met individuele opdrachten. Ieder bewaakt zijn/haar eigen grenzen. Ieder bepaalt zelf wat wordt gedeeld met anderen. In juni zullen we eerst stilstaan bij deze taakopvattingen. Plenair zal er aandacht zijn voor een update van de seksuologische kennis. De tweede dag oefenen we gespreksvoering. Ieder krijgt de kans eigen leerdoelen op te stellen voor de vervolgbijeenkomst in november. In november kan videomateriaal van gesprekken met patiënt en/of aios worden ingebracht en besproken. Op grond van ervaringen in juni bepalen we samen welke thema’s in november verder worden uitgediept. 21 hao-proVUssioneel - maart 2014
Het basiscurriculum – Leergang 0 t/m 4 Keuzecurriculum - leergang 5 Titel cursus
STRESS- EN BURN-OUTPREVENTIE: Hoe houd je je vuur brandend?
Doelgroep
Ervaren opleiders die leergang 1, 2, 3, en 4 hebben afgesloten
Cursusdagen
Dinsdag/woensdag 17 en 18 juni, 11 en 12 november
r voor "aanrade
rts"
elke huisa
Docenten
Anouk Bogers en Claar Spierdijk
Aantal deelnemers
Minimaal 8, Maximaal 12
Competenties
De opleider: 0.0 is rolmodel m.b.t. effectief bewaken van work life balance en duurzame zelfzorg 1.1 realiseert een constructief werk-leerklimaat 2.2 begeleidt de individuele aios naar zelfsturing in het realiseren van diens opleiding 3.1 past samenwerkingsvaardigheden gericht toe in het kader van het optimaliseren van het werkplezier voor de opleider en het leerklimaat voor de aios 4.1 organiseert personeelsinzet, middelen en informatiestromen zodanig dat er ef- ficiënt en gezond gewerkt en geleerd kan worden 5.1 beschouwt het opleiderschap als een wezenlijk aspect van de eigen professie; toont plezier in het werk als opleider en als huisarts (specialist), gaat bewust en toont adequaat om met de eigen houding als opleider, heeft inzicht in het effect van eigen gedrag en waardoor dit gedrag wordt veroorzaakt, identificeert eigen eigen valkuilen en gebruikt deze valkuilen als leerinstrument in het opleiden 5.3 bewaakt de balans tussen betrokkenheid en distantie; kan het onderscheid tussen zakelijke en persoonlijke aspecten in het werk adequaat hanteren, hanteert de verschillende rollen als opleider (expert, coach, beoordelaar) , huisarts, collega en werkgever, flexibel en passend bij de leersituatie
Inhoud cursus
Veel huisartsen kampen met stress!, aldus het onderzoek van Movir, wat geciteerd is in de Volkskrant en Huisarts en Wetenschap, november 2012. Hoe is dat voor jou? De opleider heeft met het onderwerp stress en burn-out vanuit verschillende rollen, perspectieven en situaties te maken: • Als persoon in relatie tot werk. Herken en onderken je je eigen signalen van stress, hoe ga je ermee om en hoe bied jij jezelf de ruimte gezond en met plezier in je vak te staan? • Als opleider. Steeds meer aios lijken te stranden door de combinatie privé en opleiding. Je bent werkgever, beoordelaar en voor je het weet hulpverlener. Hoe ga je hiermee om? • Als huisarts met patiënten. Een op de tien werknemers wordt geconfronteerd met een (dreigende) burn-out. Je komt deze problematiek vaak tegen in je spreekkamer. Herken je de signalen bij de ander, wat doet dat met je als professional en hoe breng je dit over op je aios? • Als werkgever. Hoe voorkom je dat werknemers ziek thuis komen te zitten? Kun je hierin preventief regie geven?
22 hao-proVUssioneel - maart 2014
We bieden een preventief en signalerend perspectief met praktische handvatten. Jouw materiaal en inbreng als persoon, professional en opleider staan centraal. We werken vraaggestuurd. De kern is je bewust maken van je mogelijkheden, zodat je vrijer kunt kiezen hoe om te gaan met jezelf, de ander, situaties en vraagstukken. Met als resultaat meer kans op voldoening, plezier en zingeving in leven en werk. Thema’s
• Begrippenkader: stress, surmenage, burn-out • Signaleren/diagnosticeren/copingstrategieën • Oorzaken van stress (werk/privé /persoonlijk) • Je persoonlijke aanpak van stress • Doelen en levensrollen (o.a. persoon, opleider, huisarts, werkgever) • Waarden in leven en werk • Omgaan met tijd en energie, prioriteiten stellen, regie nemen in de hectiek van alledag • Timemanagement tools • De voorwaarden voor het verkrijgen/behouden van werkplezier
Werkwijze
Tijdens de cursus ligt de nadruk op ervaringsgericht leren. Theorie, zelfonderzoek en ervaringsoefeningen wisselen elkaar af. Dat houdt in dat je reflecteert op je gedrag en bereid bent ervaringen uit te wisselen. Juni staat in het teken van reflectie op je huidige situatie. Wat zijn jouw energiegevers en energienemers? Waar zit je op koers en wat wil je anders? Wat is je persoonlijke aanpak van stress? Hoe neem je (weer) regie? Je eindigt deze dagen met een concreet persoonlijk plan en handvatten. In november zien we hoe het ieder is vergaan. Wat werkt? Wat nog niet? We kijken wat er (nog meer) nodig is voor gezond gedrag. We verdiepen en werken verder aan wat in juni in beweging is gezet. Je rondt de training af met een plan om het geleerde vast te houden.
23 hao-proVUssioneel - maart 2014
Het basiscurriculum – Leergang Keuzecurriculum – leergang 5 0 t/m 4 Titel cursus
DEEP LISTENING: het onuitgesprokene horen.
Doelgroep
Ervaren opleiders die leergang 1, 2, 3, en 4 hebben afgesloten
Cursusdagen
Dinsdag, woensdag én donderdag 17-19 juni, follow-up dinsdag 11 november De 3-daagse training in juni, met 2 overnachtingen, wordt georganiseerd in Pulsar, een bijzondere plek op Landgoed Den Alerdinck in Laag Zuthem. De follow-up-dag in november vindt wél plaats in Doorn.
Docenten
Rosamund Oliver (internationaal trainer/psychotherapeut (Reg. UK), bestudeert sinds 1979 de filosofie en praktijk van het Boeddhisme), Gert Roos (hao) en Anne Heynen
Aantal deelnemers
Minimaal 8, maximaal 24
Competenties
De opleider 0.0 is rolmodel voor de verschillende competenties uit het competentieprofiel van de huisarts (specialist) - maakt bewust gebruik van eigen voorbeeldfunctie - expliciteert en motiveert eigen handelen 1.1 realiseert een constructief werk-leerklimaat 1.2 bouwt een constructieve relatie op met de individuele aios - creëert een veilige, vertrouwelijke omgeving waarin aios wordt gestimuleerd emotioneel en intellectueel uitdagende situaties te bespreken - toont empathie 1.3 kan omgaan met diversiteit 2.1 past voor de situatie geschikte gesprekstechnieken efficiënt toe 2.2 begeleidt de individuele aios naar zelfsturing in het realiseren van diens opleiding - daagt uit tot het verleggen van grenzen en bespreekt de haalbaarheid 5.1 beschouwt het opleiderschap als een wezenlijk aspect van de eigen professie - toont inspirerend gedrag om te onderwijzen en te leren - gaat bewust en adequaat om met de eigen houding als opleider - heeft inzicht in het effect van eigen gedrag en waardoor dit gedrag wordt veroorzaakt 5.2 werkt systematisch en doelgericht aan verbetering van het eigen beroepsmatig functioneren - maakt het eigen persoonlijk en professioneel functioneren bespreekbaar en stelt verbeterpunten vast op basis van verkregen feedback 5.3 bewaakt de balans tussen betrokkenheid en distantie
Inhoud cursus
‘Luisteren’ is een basiselement in ons professioneel handelen. We besteden er vele uren per week aan en beschouwen het als een essentiële beroepsactiviteit. Toch staan we er zelden bij stil. Binnen al het communicatieonderwijs is maar minimaal aandacht voor dit onderdeel, waarbij niet het spreken centraal staat. Is er dan niets over te zeggen? Rosamund Oliver ontwikkelde in de afgelopen tien jaar de training Deep Listening®, waaraan inmiddels ruim duizend mensen deelnamen (waaronder diverse opleiders en stafleden van de VU). Zij baseert zich daarbij zowel op haar ervaring als psychotherapeut als op haar uitgebreide studie van mindfulness en compassie. Binnen deze training wordt het eigen luisteren op een praktische manier onderzocht. Niet alleen vaardigheden komen aan de orde, maar met name ook attitudeaspecten: wat moeten we begrijpen om goed te luisteren, hoe blijven we in contact met de ander én met onszelf, hoe ontwikkelen we veerkracht als luisteraar en hoe kunnen we ons hierin ontwikkelen en onze luistervaardigheid vergroten? De cursus kan ook beschreven worden als een brede toepassing van de inmiddels bekende methode mindfulness, toegespitst op het luisteren.
Thema’s
• Eigen ervaringen met ‘luisteren’: wat werkt, wat leidt af? • De drie basis-skills: presentie, compassie en ‘embodiment’ • Voorwaarden voor goed luisteren, o.a. invloed van de (werk)ruimte • Omgaan met storingen bij het luisteren • Hanteren van grenzen • Perspectiefwisseling, verplaatsen in de ander
24 hao-proVUssioneel - maart 2014
Werkwijze
De voertaal is Engels! Eigen ervaring en inbreng staat centraal. Daarbij gaat het zowel om ervaringen uit de beroepspraktijk als om ervaringen opgedaan tíjdens deze cursus. De training is ‘experiëntieel’: deelnemers krijgen volop gelegenheid om te oefenen met de praktijk van ‘deep listening’. Focus is om de methode toe te kunnen passen in korte ‘luistercontacten’, zoals tijdens het spreekuur en het leergesprek. Daarnaast wordt in de training gebruik gemaakt van korte (interactieve) voordrachten. Gezien het specifieke karakter van deze cursus is er ook dagelijks ruimte voor (geleide) meditaties. Er wordt hiervoor geen enkele ervaring verlangd, wel de bereidheid om enigszins ‘out of the box’ te denken.
De foto's op deze pagina's zijn van Dzogchen Beara in Ierland, waar de training Deep Listening al jaren wordt gegeven.
LORENZO
25 hao-proVUssioneel - maart 2014
Het basiscurriculum – Leergang Keuzecurriculum – leergang 5 0 t/m 4
Doelgroep
Ervaren opleiders uit het hele land die leergang 1, 2, 3, en 4 hebben afgesloten
Cursusdagen
17 t/m 20 juni (in de week van onze meerdaagse!) 18 t/m 21 maart 30 september t/m 3 oktober 25 t/m 28 november Kosten € 600,00 Aanmelding en verdere info zie www.sboh.org
per p o 2
STARclass Spoedzorg in de huisartspraktijk
T
Titel cursus
201
Locatie
De STARclass voor huisartsopleiders vindt plaats in Schola Medica, Orteliuslaan 750 te Utrecht (Papendorp) op loopafstand van Domus Medica. De overnachtingen vinden plaats in het Holiday Inn Express, Van Deventerlaan 10 te Utrecht (Papendorp).
Competenties
De opleider 0.0 is rolmodel voor de verschillende competenties uit het competentieprofiel van de huisarts (specialist) - past het diagnostisch en therapeutisch arsenaal van het vakgebied m.b.t. spoed- eisende zorg evidence based toe - draagt bij aan effectieve intra- en interdisciplinaire samenwerking - past samenwerkingsvaardigheden doelgericht toe - verwijst doelgericht op basis van actueel inzicht in de expertise van andere zorg- verleners 2.2 begeleidt de individuele aios naar zelfsturing in het realiseren van diens opleiding 5.2 werkt systematisch en doelgericht aan verbetering van het eigen beroepsmatig functioneren
Inhoud cursus
Deze STARclass richt zich op hetgeen kan voorkomen in de huisartspraktijk overdag en tijdens diensten op de HAP. De spoedeisende omstandigheden worden zo realistisch mogelijk nagebootst. U wordt getraind in het herkennen van een voor de patiënt levensbedreigende situatie. Hierbij gaat u methodisch te werk volgens de ABCDE-systematiek. Ook leert u de noodzakelijke levensreddende interventies toe te passen, zowel bij volwassenen als bij kinderen. Het programma is opgebouwd rond de ABCDE-benadering waarbij de toestand van de patiënt bepalend is voor de noodzakelijk te nemen beslissingen en uit te voeren handelingen. In de nabespreking wordt de nadruk gelegd op de wijze waarop u als opleider de aios gericht kunt coachen bij de acute casuïstiek.
Thema’s
Voorlopig programma: • Inleiding in de methodische benadering van ernstig zieke patiënten volgens de ABCDE- methodiek • Training basisvaardigheden ABCDE (diverse handgrepen, iv-toegang aanleggen, zuur- stoftoediening) • Het acuut bedreigde kind • BLS+AED met certificering • Oefenscenario’s met simulatiepatiënten: ademhalingsproblemen, circulatie- en bewust- zijnsstoornissen • Lichamelijk onderzoek en beleidsbepaling bij patiënten met trauma’s op een HAP met simulatiepatiënten
Werkwijze
Het onderwijs is vooral gericht op zelf oefenen in kleine groepjes onder leiding van de deskundige trainers/docenten. De docenten zijn ook betrokken bij de STARtclass voor aios huisartsgeneeskunde. Er wordt veel gewerkt met simulatiepatiënten.
26 hao-proVUssioneel - maart 2014
Het basiscurriculum – Leergang Keuzecurriculum – leergang 5 0 t/m 4 Titel cursus
HOE TEMMEN WE HET EVIDENCE BEEST?
Doelgroep
Ervaren opleiders die leergang 1, 2, 3, en 4 hebben afgesloten
Cursusdagen
Woensdag/donderdag 18 en 19 juni, 12 en 13 november
Docenten
Hans van der Wouden (senior onderzoeker VUmc en docent wetenschappelijke vorming) en Katinka Prince (hao)
Aantal deelnemers
Minimaal 8, maximaal 12
Competenties
De opleider 0.0 is rolmodel voor de verschillende competenties uit het competentieprofiel van de huisarts 1.1 realiseert een constructief werk-leerklimaat 1.2 bouwt een constructieve relatie op met de individuele aios 2.1 realiseert een evenwichtige en uitdagende werk-leerplek 2.2 begeleidt de individuele aios naar zelfsturing in het realiseren van diens opleiding 5.1 beschouwt het opleiderschap als een wezenlijk aspect van de eigen professie 5.2 werkt systematisch en doelgericht aan verbetering van het eigen beroepsmatig functioneren
Inhoud cursus
In de cursus maken we nader kennis met diverse onderdelen van Evidence Based Medicine. Hoe vertaal je een probleem uit de dagelijkse praktijk in een gestructureerde vraag? Welke databronnen staan ter beschikking als je op zoek wilt naar wetenschappelijk bewijs? Gegeven een bepaalde vraag, wat is dan de beste onderzoeksopzet om naar te zoeken voor een bruikbaar antwoord? Hoe beoordeel je of een onderzoek goed is opgezet? Waar moet je op letten bij het beoordelen van systematische reviews en richtlijnen? Hoe kun je zelf bijdragen aan het vullen van kennislacunes? Hoe integreer je een wetenschappelijke attitude in de opleidingssituatie?
Thema’s
• Van praktijkprobleem naar gestructureerde vraag • Hiërarchie van bewijs • Handig zoeken op internet • Onderzoeksdesigns • Interpretatie van diagnostische tests • Kritisch lezen • De opleidingssituatie • Zelf onderzoek doen, wat zijn de mogelijkheden?
Werkwijze
We beginnen met inventariseren wat er in de opleidingssituatie gebeurt aan wetenschappelijke vorming. Dat is wellicht meer dan je denkt, bijv. in een leergesprek over beargumenteerd afwijken van de NHG-standaarden, een discussie over hoe je risico’s op hart- en vaatziekten aan patiënten uitlegt en hoe je uitslagen van een diagnostische test interpreteert. Afwisselend plenair en in subgroepen worden interactieve voordrachten afgewisseld met oefeningen. Daarbij wordt aangesloten bij de concrete leerbehoeften van de deelnemers en voorbeelden uit de eigen praktijksituatie. Zoals de vraag van een patiënt die wil weten hoe zeker de negatieve uitslag is van de test na een tekenbeet, of de waarde van glucosamine voor artrosepijn. Na het opzoeken van de informatie kunnen we de consulten opnieuw voeren. We gaan oefenen met zoeken van antwoorden op de praktijkvragen van de deelnemers, bespreken het leesgedrag, gaan abstracts maar ook een volledig artikel beoordelen en gevonden bewijs uitleggen aan de patiënt. Tussen juni en november ga je aan de slag met nieuwe activiteiten rond EBM met jouw aios en maak je een opname van een leergesprek met de aios. In november bouwen we voort op de opgedane ervaringen en gaan we in op de vraag hoe je wetenschappelijke vorming leuk en leerzaam maakt voor de aios.
27 hao-proVUssioneel - maart 2014
Novemberdagen Doorn
26 hao-proVUssioneel - maart 2014
27 hao-proVUssioneel - maart 2014
Het basiscurriculum Leergang 0 t/m 4 Alternatieven leergang– 5 Voor vragen, uitzonderingen of nadere informatie over deze alternatieven binnen leergang 5 kun je terecht bij de hao-coördinator (
[email protected], 020 444 9347). Vul jouw keuze altijd in op het aanmeldingsformulier voor de meerdaagse en lever, zo nodig, eind november een verklaring in bij Samantha Paijens (
[email protected]). WERKGROEPEN/COMMISSIES Als men vanuit de hao-functie als lid deelneemt aan een structurele werkgroep of commissie, zoals het haoteam, de curriculumcommissie, het landelijke overleg voor hao-coördinatoren, de werkgroep APC of praktijkmanagement, kan men hiermee de vier dagen van de meerdaagse compenseren. SUPERVISIE Wij juichen het toe als opleiders supervisie gaan volgen! (Mocht je supervisie willen volgen terwijl je in leergang 1-4 zit, vragen wij je toch deel te nemen aan je vierdaagse en je supervisie te ‘verzilveren’, zodra je in leergang 5 hebt bereikt.) Zouden jullie aub rekening willen houden met de onderstaande richtlijnen: • De supervisie richt zich niet alleen op het huisarts-zijn, maar ook op het opleider-zijn. • De supervisor is LVSC- en/of NHG-geregistreerd. • De supervisieserie duurt in principe 12 bijeenkomsten, in principe om de 14 dagen. Voor individuele super- visietrajecten kan een serie van 10 gesprekken voldoende zijn. • Minimale duur van elke bijeenkomst is: individueel 1 uur, 2-tal 1½ uur, 3-tal 2 uur. • De kosten van de supervisie worden door de deelnemers zelf gedragen. Elk contactuur supervisie bij een NHG-geregistreerde supervisor wordt gehonoreerd met 1 accrediteringspunt naast de forfaitaire punten. Voor verdere informatie, hulp bij het vinden van een geschikte supervisor, het samenstellen van een supervisiegroepje of het contact leggen met collega’s die als opleiders supervisie-ervaring hebben opgedaan en daarover informatie willen verstrekken, kun je contact opnemen met Angelika Raths. INTERVISIE- of BALINTGROEP Deelname aan minimaal zeven bijeenkomsten van een Balint- over intervisiegroep, begeleid of onbegeleid met hao-collega’s gedurende maximaal twee jaar. Herhalen BASISLEERGANG De inhoud van de basiscursussen is in de loop der jaren flink veranderd en nieuwe docenten zetten altijd weer eigen accenten. Als je denkt dat je toe bent aan het opfrissen van de thema’s van leergangen 2, 3 of 4 dan ben je van harte welkom, mits er vrije plaatsen zijn. CO-DOCENTSCHAP HAO-BASISCURRICULUM Wie ervoor voelt en denkt didactische kwaliteiten te hebben kan zich bij de hao-coördinator opgeven als codocent voor de startersdagen, leergang 1 of 2. Eventueel nodigen we je eerst uit voor een oriënterend gesprek. Je zult altijd naast een staflid-docent werken. De hoofdverantwoordelijkheid zal altijd bij het staflid liggen. Jouw activiteiten zijn van ondersteunende aard. De cursussen zijn heel goed uitgewerkt en men kan volstaan met ongeveer één dag inlezen en voorbespreken. Zou het je meer werk kosten, dan kunnen voor de extra tijd waarnemingskosten worden gedeclareerd. Als je dit werk binnen je scholing als ervaren hao doet wordt je er niet voor betaald (wél betalen wij jouw verblijf in het conferentieoord en reiskosten). Valt je aios onverwacht uit, kun jij de contacturen wel declareren. Dit alternatief kun je maximaal 2 jaar achter elkaar kiezen. ONDERWIJSONTWIKKELING EN (CO)-DOCENTSCHAP HAO-KEUZECURRICULUM Als je zelf ideeën hebt voor het opzetten van een nieuwe didactisch gerichte cursus c.q. onderwijsactiviteit voor ervaren opleiders, dan nodigen we je graag uit om jouw ideeën met ons te bespreken. Wij zullen kijken of jouw ideeën passen in het kader van ons hao-curriculum en zo ja, hoe we jou kunnen ondersteunen bij het vormgeven ervan. Denk je ook over didactische kwaliteiten te beschikken, dan zou je de cursus eventueel zelfs samen met een ervaren staflid of een gastdocent(e) kunnen geven. Daarvoor zullen wij je van tevoren uitnodigen voor een oriënterend gesprek. Waarschijnlijk zal het ontwikkelen, geven en mee-organiseren je meer tijd kosten dan de vier scholingsdagen. Je kunt deze activiteiten dan voor twee jaren scholing laten tellen of voor de meertijd (in overleg) waarneemkosten declareren. Als je dit werk binnen je scholing als ervaren hao doet, wordt je er niet voor betaald (wél betalen wij jouw verblijf in het conferentieoord en reiskosten). Valt je aios onverwacht uit, kun jij de contacturen wel declareren. Dit alternatief kun je maximaal 2 jaar achter elkaar kiezen. 30 hao-proVUssioneel - maart 2014
WORKSHOPS VOOR AIOS EN/OF HAO’S Het geven van workshops voor hao’s of aios kan, als het gelijk staat aan vier dagen, een alternatief zijn voor onze meerdaagse cursussen. Je wordt dan voor deze activiteit niet betaald (behalve reiskosten). Voor dit alternatief kun je maximaal twee achtereenvolgende jaren kiezen. EIGEN PROJECTEN Misschien heb je alleen of samen met hao-collega’s een eigen idee hoe je jouw didactische scholing vorm zou willen geven. Bijvoorbeeld door het schrijven van een artikel, het doen van een onderzoek, het houden van een enquête, het organiseren van een reis voor en met hao-collega’s naar een andere huisartsopleiding, nationaal of internationaal. Het project(je) dient gerelateerd te zijn aan het competentieprofiel van de opleider. Lever vooraf een korte beschrijving in bij de hao-coördinator en een kort berichtje, schriftelijk of mondeling achteraf. HAO-MENTORSCHAP Ervaren hao’s, die over langere tijd goed geëvalueerd zijn als opleider, kunnen zich opgeven als hao-mentor. Kijk voor meer informatie over deze functie op de website. Hao-mentoren worden desgewenst ook ingeschakeld voor het voeren van voortgangsgesprekken met beginnende hao’s. Het instituut organiseert (scholings)bijeenkomsten voor het invullen van deze functie. Na twee jaar achtereenvolgend mentorschap vragen we jullie wel om ook weer deel te nemen aan een meerdaagse of ander alternatief. Helle Poulsen (
[email protected]) is aanspreekpersoon voor het hao-mentorschap. KADEROPLEIDING Wij gaan ervan uit dat het volgen van een kaderopleiding ook iets oplevert voor de functie van huisartsopleider. Je kunt gedurende de opleiding maximaal twee keer je vier scholingsdagen (van de meerdaagse) hiermee compenseren.
31 hao-proVUssioneel - maart 2014
Peerassessment hao's Margreeth Oijevaar en Wilfred de Boer
Vanuit de VU werd het voorstel gedaan om creatief na te denken hoe te investeren in hao’s, een andere manier om te investeren in het opleiden van aios. In Twente werd het idee geboren van een peerassessment onder de hao's, o.b.v. selfassessments. We dachten dat het meerwaarde zou kunnen opleveren om bij elkaar in de praktijk te kijken, elkaars spreekuur en een leergesprek te observeren en elkaar feedback te geven over kwaliteiten en ontwikkelingsmogelijkheden. Iedereen was enthousiast over dit experiment. Als voorbereiding hebben we o.b.v. eerdere feedback van aios, docenten en HaDiDoc, sterke en verbeterpunten geformuleerd. Op een paralleldag werden in tweetallen deze punten besproken en middels speeddating werden de "koppels" gekozen o.b.v. wat er bij elkaar te “halen” viel. Vervolgens werden afspraken gemaakt om een dag bij elkaar in de praktijk te komen kijken. Wij, Wilfred, huisarts in een groepspraktijk met 3 andere huisartsen in een stadspraktijk in Almelo en Margreeth, ook huisarts in een groepspraktijk met inmiddels 3 huisartsen, verstedelijkt platteland, werden na het speeddaten gekoppeld. Met een gezonde spanning vooraf hebben we een halve dag bij elkaar in de praktijk meegelopen en elkaar tijdens een spreekuur en leergesprek (beide met een videobespreking) geobserveerd. Een van de eerste dingen die opviel waren de verschillen in praktijkopzet. Het spreekuur samen was erg leuk om te doen. Veel is herkenbaar natuurlijk, maar ook leuk om uit te wisselen: wat doe je aan lichamelijk en vervolgonderzoek en waarom, verschillen in hoe je een kennismakingsgesprek voert, verschillen in wat je delegeert aan de assistente. Ook het leergesprek was zinvol om op deze manier onder de loep te nemen: zit er een duidelijke kop/ staart aan het gesprek, zien dat je als opleiders goed uitgerust bent om door te vragen, vragen niet direct te beantwoorden, maar terug te spelen aan de aios, elkaar aan te vullen in wat opvalt. Als observant zie je soms weer andere dingen, omdat je met net wat meer afstand kijkt.
Dankzij de voorbereiding konden er makkelijk leerpunten opgedaan worden. Margreeth nam de afspraakbriefjes voor delegeren van taken van huisarts naar assistente mee naar Borne. Wilfred nam het verder doorvragen mee voor de leergesprekken en consultaties.
Geobserveerd worden door en feedback krijgen van een collega blijft toch altijd spannend en zijn we weinig direct gewend. Vaker doen helpt, zowel in het geven als ontvangen van feedback. Bovendien is het ook erg leuk elkaars sterke kanten te benoemen naast mogelijke verbeterpunten. Voor onszelf hebben we een duidelijk leerpunt kunnen formuleren om mee door te gaan, wel herkenbaar, maar weer als opfrisser. Kortom, voor ons een positieve ervaring, met een duidelijke meerwaarde boven video’s, die wat ons betreft jaarlijks op de agenda mag staan. Voorwaarden voor slagen van dit project: • Goede voorbereiding: hoe duidelijker je eigen leervraag, hoe beter je je “peer” kunt kiezen en zinvolle feedback kunt vragen en krijgen. • Een halve dag was voldoende om een indruk te krijgen van de praktijkorganisatie, een stuk spreekuur samen te doen en een leergesprek bij te wonen. • De MAAS-globaal en ALVU-scorelijsten zijn goede hulpmiddelen om elkaar feedback te geven. • De feedback wordt alléén ter beschikking gesteld van de geobserveerde collega. • Neem de tijd om de feedback samen na te bespreken, het mooist is als daar weer een concreet leerdoel uit geformuleerd kan worden (DARTN). • De aios neemt op de dag van het peerassessment de patiëntenzorg over. Wij realiseerden ons weer eens dat huisarts(opleider) soms ook wel een “eenzaam” vak is en dat je je professionele overwegingen veelal alleen doorloopt, ook al werk je in samen in een HOED. Het voelt dan ook heel ondersteunend eens samen achter de tafel te zitten! Wat ons betreft voor herhaling vatbaar!
32 hao-proVUssioneel - maart 2014
Aios op de HAP, leuk om te begeleiden! Een workshop voor 'waarnemend opleiders' De door Eddy Reynders en Simone van den Hil begeleide, geaccrediteerde workshop is speciaal opgezet voor (ervaren) praktijkhouders, (ervaren) waarnemend huisartsen die al interesse hebben om waarnemend opleider te worden/zijn èn eventuele 'twijfelaars'. Deelnemers moesten ten minste 5 jaar huisarts zijn, waarvan 1 jaar in de regio.
Simone vd Hil
Renée Weersma
Eric Booij: "Een prima workshop als je als 'waarnemend opleider' op de HAP wilt starten, maar ook voor waarnemend opleiders die al aios begeleiden is het leuk om je ervaringen te kunnen delen en weer eens te oefenen in het geven van constructieve feedback." Het kan voorkomen dat de hao de begeleiding van de aios m.b.t. de diensten tijdelijk moet overdragen aan een 'waarnemend opleider'. Een waarnemend opleider is een niet-opleidende huisarts die voldoet aan de volgende strikte voorwaarden: • minimaal 5 jaar praktijkervaring (0,5 fte of meer) • ten minste 20 diensten verricht op de betreffende huisartsenpost • aantoonbare affiniteit met opleiden Dit wordt met een schriftelijke verklaring vastgelegd, zie de leidraad dienstdoen (zie kader). Aios doen meestal diensten met een waarnemend opleider omdat ze de 20 diensten bij hun eigen hao niet halen. Dit signaal is door de opleiding opgepakt, in samenwerking met de HAP's Amstelland en Haarlemmermeer. Daarop is een pilot georganiseerd voor waarnemend opleiders. Een nuttige avond waar vijf enthousiaste deelnemers hun vragen kwijt konden, informatie kregen en oefenden met feedback geven.
De volgende vragen kwamen aan bod: • Ik vind het leuk om aios te begeleiden, alleen hoe doe ik dat in alle drukte? • Hoe zit het met mijn verantwoordelijkheid en die van de aios? • Wat kan een 1e- of 3e-jaars aios eigenlijk? • Hoe voer ik een leergesprek over een onderwerp dat tijdens de dienst aan de orde is geweest? • Hoe is de overdracht van mijn ervaringen met de aios naar de opleider geregeld? • Hoe zit het met verzekeringen? • Welke ondersteuning mag ik van mijn HAP ver- wachten? • Hoe geef ik constructieve feedback? Renée Weersma (coördinator dienst en opleiding van aios op de HAP en huisartsdocent VUmc), Eddy Reynders (huisartsdocent VUmc), Eric Booij (medisch coördinator en opleidingscoördinator HAP Haarlemmermeer), Miguel Konijnendijk (opleidingscoördinator HAP Amstelland), Nathalie Vessaz (kwaliteitsmedewerker HAP Amstelland) en Simone van den Hil (docent 1e en 3e jaar en supervisor VUmc) hebben deze workshop geïnitieerd. Een succes! Met zeer waarschijnlijk een vervolg. Meegedaan hebben: Caroline Spencer, Julius Marmelstein, Monique Buwalda, Onne Logemann, Eric Booij en Miquel Konijnendijk Dus opleiders, benut de waarnemend opleiders bij de opleiding! Met vragen kun je terecht bij Renée Weersma of Simone van den Hil
’Dienstdoen’ wordt voornamelijk uitgevoerd op een HAP. Het maakt deel uit van integrale huisartsgeneeskundige zorg en is anders dan dagzorg in de praktijk. Het vormt een belangrijk onderdeel van de opleiding. De instituten hebben hun gezamenlijke visie op het opleiden op de post verwoord in het document Aios op de huisartsenpost: leidraad voor het leren dienstdoen (te vinden op onze website). Het onderwijs aan aios op de HAP is sinds januari 2012 de verantwoordelijkheid van de 8 instituten, in samenwerking met de HAP's (voor HOVUmc: Twente, Haarlemmermeer, Hoorn, Amstelland en huisartsenpost Amsterdam). Elk instituut heeft een coördinator dienst en opleiding van aios op de HAP (Renée Weersma voor HOVUmc, Peter Paardekooper voor AMC) en elke HAP heeft een opleidingscoördinator. Gezamenlijk zorgen zij voor het implementeren van de leidraad. De coördinatoren van HOVUmc en AMC werken nauw samen om ervoor te zorgen dat de leeromgeving voor aios op de HAP's geborgd wordt. Tevens adviseren ze de curriculumcommissie over het onderwijs dat aansluit of specifiek bedoeld is voor het leren dienst doen en betrekken opleiders hierbij. Taken van de opleidingscoördinator op de HAP: • trait d’union tussen de betrokken partijen • planning en organisatie van onderwijs op de post • vertegenwoordiger in regionaal netwerk 33 hao-proVUssioneel - maart 2014
Novemberdagen Doorn
33
POH-middag 28 november 2013 Dorijn Curvers POH bij Paul Houben en Willemien Avenarius, Barbera van Duijn, Petra Elders en Willem Maschhaupt.
Op een donderdagmiddag in november werden wij, 10 POH’s, hartelijk ontvangen door Karin Verschoor en Helle Poulsen. Er stonden lekkere broodjes klaar en toen iedereen aanwezig was en de kruimels van tafel waren geveegd kon het programma beginnen. Uit het kennismakingsrondje bleek dat iedere POH weer andere verwachtingen heeft van de aios en ook andersom, de ene aios is de andere niet. Een van de vragen was bijvoorbeeld: als er iets te overleggen is doe je dat direct met de aios of via de huisarts? Tja, dan is het aan de betrokkenen om te bepalen welke lijn er gevolgd wordt. De voorkeur ging voornamelijk uit naar een directe lijn met de aios. Een aantal POH’s biedt de aios aan een dagdeel mee te kijken, om te laten zien wat ze zoal doen in de spreekuren. Ik heb twee weken na deze middag ‘onze’ derdejaars aios een spirometrie laten blazen en een snelle introductie gegeven in het assortiment puffers. Dat was een leuk resultaat van deze scholing en die houd ik erin! Een onderdeel was inzicht krijgen in het ‘lesprogramma’ van de opleiding. Wat zijn de leerdoelen, waaruit bestaan de opdrachten. Karin liet op de website o.a. zien waar alle opdrachten vrij toegankelijk te vinden zijn. We hebben in groepjes twee opdrachten besproken. Voor het derde jaar hebben we gebrainstormd over onze mogelijke bijdrage aan een aios-opdracht over polifarmacie bij ouderen. De algemene conclusie was dat wij kunnen signaleren en goed zijn in tijdrovend
detectivewerk, uitzoeken wat en hoeveel er werkelijk ingenomen wordt en wat er bij komt aan zelfzorgmedicijnen. Bij de opdracht over praktijkorganisatie kwam het gesprek even op kwaliteitszorg en wat dat inhoudt, met de zure bijsmaak van de verzekering-targets. Sommige POH’s vinden dat het erbij hoort, de getallen goed op een rij, anderen vinden het voldoen aan de opgelegde indicatoren een hinderlijk obstakel om goede zorg te leveren. Maar ja, als beginnend huisarts is het, lijkt mij, goed om te bedenken op welke manier je zorg wilt verlenen. In de pauze hebben we staan mijmeren voor de fotowand Wall of Fame en geprobeerd zoveel mogelijk huisartsen te herkennen. Ik kwam tot 8, een aardig aantal. De Roos van Leary is een mooi hulpmiddel om gedrag van jezelf, collega’s, patiënten en (schoon)familie langs te leggen, om te zien hoe je in een gesprek reageert op de energie van de ander. Helle legde dit model uit en daarna hebben we geoefend hoe je verandering in de gesprekssfeer teweeg kunt brengen als je op een ander blaadje van de bloem gaat zitten. Dit was leerzaam en ook leuk: een boze, geïrriteerde patiënt met de hakken in het zand, die door één doortastende vraag van de praktijkondersteuner meewerkend werd. Alles bij elkaar een leuke middag. Ik heb inzicht gekregen in het leerproces van de aios en een idee gekregen hoe ik daar mijn steentje aan kan bijdragen. En ik denk dat ik niet de enige was.
36 hao-proVUssioneel - maart 2014
Het basiscurriculum – Leergang 0 t/m 4 AMA's opleiden, waarom eigenlijk? Tjitske Dijkstra Na de huisartsmodule bekwamen ze zich nog verder in spoedeisende hulp (6 maanden SEH) en sociale geneeskunde. Opleiders Twee keer per jaar komt er een nieuwe groep in opleiding. Voor elke nieuwe groep zoeken we naar opleiders die een AMA zouden willen begeleiden en de laatste jaren is dit een gedeelde verantwoordelijkheid van alle opleidingsinstituten. Wij hebben zelf nl. niet altijd genoeg opleiders om alle AMA’s van een plek te voorzien. HOVUmc en Defensie, deze combinatie bestaat al 12 jaar en heeft naast huisartsgeneeskundig geschoolde militairen ook een aantal opleiders de kans gegeven een kijkje in de militaire wereld te nemen. Tot nu toe zijn er ca. 280 AMA’s (Algemeen Militair Artsen) opgeleid tijdens een module van 6 maanden. En door het enthousiasme van zowel AMA als opleider maken er regelmatig AMA’s later alsnog de keus om de hele huisartsopleiding te gaan doen. Net als onze aios hebben de AMA's eerst de opleiding Geneeskunde gedaan. Waarom doen we dit? Het ontstaan van deze module is gebaseerd op verzoek van Defensie, aangezien ze daar behoefte hadden aan een huisartsgeneeskundige scholing van de militair artsen. Daar was duidelijk een lacune geconstateerd, zowel in kennis als in attitude. Dat deze module bij de HOVUmc terechtgekomen is, is te danken aan ons vorig hoofd, Piet Schoonheim. Hij heeft zich als enig hoofd van de opleidingsinstituten bereid verklaard dit op te pakken. Wat houdt de verdere AMA-opleiding in? De AMA’s volgen de 2-jarige profielopleiding Beleid en Advies Militair Arts, waarvan de module Huisartsgeneeskunde een geïntegreerd onderdeel is. Artsen van Landmacht, Luchtmacht en Marine volgen samen dezelfde opleiding. Voordat ze met de huisartsmodule starten, hebben ze onderstaande onderdelen al afgerond:
Hoe zou je het beste het opleiden van een AMA kunnen omschrijven? Ooit hebben we daarvoor een korte, maar krachtige tekst voor bedacht die nog steeds actueel is: Houdt u van uitdaging en aanpakken: grijp hier uw kans! In korte tijd de basisprincipes van het huisartsenvak leren (concreet: goed kunnen omgaan met acute situaties, veelvoorkomende klachten, arts-patiëntcommunicatie en reflectie op eigen handelen.) Werken met jonge, sportieve “aanpakkers” die in eerste instantie niet kiezen voor het huisartsenvak op zich, maar er wel zeer geïnteresseerd in zijn. Na 3 maanden een voorlopige beoordeling geven en na 6 maanden een definitieve beoordeling, waarbij de 7 kerncompetenties onderbouwd worden. Benodigde opleiderskwaliteiten: planning, actie en reflectie! Dit is een lang verhaal in een notendop, er is uiteraard veel meer over te zeggen. Neem daarvoor eens een kijkje op de website onder het kopje AMA (opleidingsplan). En natuurlijk geldt hier ook: een beeld zegt meer dan duizend woorden!
• Advanced Trauma Life Support (2dg) • Basiscursus Infectieziekten en Uitheemse Patholo- gie (11 dg), Koninklijk Instituut v.d. Tropen (KIT) • Forensische Geneeskunde (3 dg) • Geneeskundig Luchttransport • Gezondheidszorg in Ontwikkelingslanden (5dg), KIT • Hygiëne en Preventieve Gezondheidszorg (5 dg) • Instructiebekwaamheid Vergadertechnieken (4 dg) • Lichamelijke opvoeding, sport & Defensie Conditie- proef (2 dg) • Medische Aspecten Chemisch Biologisch Radiolo- gisch (5 dg) • Militaire Psychiatrie (1 dg) • Organisatie van Zorg (4 dg) • Praktijkopleiding Gezondheidscentrum (26 dg) • Sociale Geneeskunde Basisdagen (6 dg) • TrainingsGeneeskunde en TrainingsFysiologie (3dg) 37 hao-proVUssioneel - maart 2014
Insider - Final test... Wouter van Kempen
Tot ongeveer 40% van de consulten bij de huisarts gaat over lichamelijke klachten waarvoor geen of een onvoldoende somatische verklaring gevonden wordt. Aldus de NHG-standaard over SOLK, die in mei 2013 verscheen. In ons gezondheidscentrum met zijn grote aantallen allochtone patiënten zou dat percentage nog wel eens hoger kunnen liggen. Wij hebben gemeend dat het goed zou zijn om met elkaar een ‘zorgprogramma’ voor solkpatiënten op te zetten. Om ons daarbij te helpen werden wij in een serie van vier bijeenkomsten van ieder vier uur, onder de bezielende leiding van Nettie Blankenstein, bijgeschoold over dit onderwerp. Aan deze cursus op ons gezondheidscentrum deden alle huisartsen mee, maar ook alle aios, de psychologen, de fysiotherapeuten en de POH-GGZ. Het is bij de behandeling van solkpatiënten van groot belang dat we in de eerste plaats deze patiënten herkennen. Om te voorkomen dat deze patiënten steeds maar weer verwezen worden voor verder onderzoek is het ook nodig om te werken met een plan, een strategie. De cursus van Nettie heeft ons hierbij zeer geholpen. Ons zorgprogramma SOLK biedt geselecteerde patiënten een cursus van 8 bijeenkomsten. Deze cursus staat onder leiding van een psychosomatisch georiënteerde fysiotherapeut en een psychomotore therapeut/lichaamsgericht psychotherapeut. Er zijn een aantal doelen gedefinieerd: • inzicht in het ontstaan/voortbestaan van klachten • vergroting van de zelfregulatie • hergebruik van de eigen hulpbronnen • herziening en realisatie van (persoonlijke) korte- en lange-termijndoelen op activiteitenniveau
Maar aan de selectie van patiënten voor deze cursus gaat wel wat vooraf. Het is de taak van de huisarts om de patiënt duidelijk te maken dat zijn of haar klachten niet berusten op een ernstige aandoening. Dat kan soms nog behoorlijk lastig zijn! Sommige patiënten hebben een heel sterke overtuiging dat er iets helemaal niet in orde is. Het kan dan soms helpen met de patiënt af te spreken dat er nog één goed onderzoek wordt gedaan om zeker te zijn. De zogenaamde ‘final test’. Nettie hield ons voor dat we dan ook niet kinderachtig moeten zijn en echt een goede test zouden doen! Met deze woorden in gedachten sprak ik met Hannah, een jonge Marokkaanse vrouw, waarvan de moeder op sterven lag met uitgezaaide cervixkanker. Het zat ook in de buikwand. Hannah had al langer last van de buik en was hier al enkele malen voor op het spreekuur geweest. Er was een echo gemaakt van de buik en later zelfs een scopie van de gehele dikke darm. Er kwam niets uit en de diagnose was wat mij betreft: ‘spastische dikke darm’. Aanvankelijk nam Hannah dit wel van mij aan, maar door de ziekte van haar moeder werd ze steeds angstiger. “Er moest iets zijn; bij moeder was het ook te laat ontdekt”. Hannah vroeg om een CT-scan van de buik. Vroeger zou ik daar nooit op ingegaan zijn, maar nu stemde ik toch in. Wel heb ik aan het doen van dit onderzoek voorwaarden verbonden. Als de uitslag goed zou zijn, dan zou Hannah dit accepteren. Bovendien zou zij dan mee gaan doen aan de cursus van ons gezondheidscentrum. Ik schreef de aanvraag voor een CT-scan van de buik met als indicatie: buikpijn en angst. Prompt kreeg ik de radioloog aan de lijn, die de indicatie wel erg zwak vond. Het kostte mij de nodige moeite om hem te overtuigen van het nut van deze ‘final test’. Op de dag dat haar moeder stierf, kon ik Hannah in ieder geval geruststellen. Met haar buik was alles goed.
38 hao-proVUssioneel - maart 2014
EBM voortaan vaste prik Hans van der Wouden
Academisering Eind 2011 verscheen de notitie “Academisering van de huisartsopleiding”, op initiatief van de hoogleraren Huisartsgeneeskunde, de hoofden van de opleidingsinstituten en Huisartsopleiding Nederland. Passend in de ontwikkeling die al decennialang gaande is, geeft de notitie de aanzet tot verdere verwetenschappelijk van de opleiding. Die verwetenschappelijking dient op verschillende terreinen gestalte te krijgen, zoals: • verdere integratie van opleiding, onderwijs en onderzoek binnen de afdelingen • meer docenten volgen een kaderopleiding • in de hele opleiding aandacht voor de competentie wetenschap en onderwijs • scholing van docenten in Evidence Based Medicine (EBM) • aandacht voor de wetenschappelijke vorming van opleiders Opleiders en EBM Opleiders zijn in verschillende opzichten een voorbeeld, zo niet rolmodel voor hunaios. Qua klinische ervaring, praktische vaardigheden, en praktijkorganisatie kan de aios veel van de opleider leren. Bij wetenschappelijke vaardigheden is dat vaak minder het geval. In de eerste plaats is in de medische opleiding de laatste decennia meer aandacht gekomen voor het gedachtengoed van Evidence
Based Medicine. Tijdens het basiscurriculum maken studenten tegenwoordig kennis met PICOs en CATs, zoeken in digitale bronnen, en basale epidemiologische begrippen. Voor veel opleiders, die vaak veel langer geleden hun artsenbul ontvingen, is deze kennis minder vanzelfsprekend. Juist in de opleidingspraktijk is het van belang dat er aandacht is voor evidence based medicine: een kritische attitude, waarbij, gedreven door nieuwsgierigheid, bij prangende vragen wordt gepoogd hierop een antwoord te vinden op basis van de beste evidence. En je leert het meest van vragen die zich in de eigen praktijk aandienen. Iedere paralleldag Met ingang van dit voorjaar willen we tijdens iedere paralleldag aandacht besteden aan EBM. Dit willen we doen door een serie op zichzelf staande korte modules aan te bieden (1-1,5 uur) waarin aandacht wordt besteed aan verschillende onderdelen, zoals PICOs formuleren, de hiërarchie van bewijs, de verschillende onderzoeksdesigns, en kritisch lezen van eenrecent onderzoeksartikel over een voor de huisartsrelevant onderwerp. Ook bieden we de mogelijkheid om zelf te gaan oefenen met het zoeken naar evidence. Een nieuwe cursus in leergang 5 Terug van weggeweest: aandacht voor EBM in leergang 5. Voor de ervaren opleider die zich enkele dagen wil concentreren op wetenschappelijke verdieping, is er weer de mogelijkheid geschapen om te werken aan kennis en vaardigheden rond evidence based medicine. Zie verder het cursusaanbod: “Hoe temmen we het Evidence Beest?” Tot slot Wat we hiervoor schetsten is werk in uitvoering. De wetenschap staat niet stil, het gereedschap om evidence op te sporen ontwikkelt zich gaandeweg, en het onderwijs evolueert mee. Een opleider die hierin de weg weet zal beter in staat zijn om zijn aios hierbij te begeleiden.
LORENZO
39 hao-proVUssioneel - maart 2014
Prikbord Leergesprekspel
Keuzeworkshops 2014
Tijdens de meerdaag se van november hebben alle opleidin gspraktijken die aanwezig waren een lee rgesprekspel ontvangen. Opleidingspraktijken die er nog geen bemachtigd hebben kunnen er een opha len bij Sylvia Vlak (O ZW-gebouw, ruimte 9A-02).
Landelijke Huisartsgeneeskundige Kennistoets Vorig jaar is Erik Fokke gekozen tot OR-lid bij het VUmc, waardoor hij minder tijd heeft gekregen om vragen te maken voor de LHK-toets. Twee van onze opleiders zijn bereid gevonden hem hierbij te helpen: Wim Schuurman en Wilko Berghoef. Wim zal tevens de landelijke LHK-overleggen bijwonen namens de HOVUmc.
ps voor hao's In 2014 zijn de keuzeworksho k 43, voor gepland op de paralleldag in wee ober en voor de dinsdaggroepen op 21 okt ober. de donderdaggroepen op 23 okt
Kosten meerdaagse 2013 Ook afgelopen jaar is het ons gelukt de kosten vo or de meerdaagse laag te houd en. Deelname aan de ge hele meerdaagse in 2013 is uit gekomen op
Data meerdaagse 2015
9-11 juni en 17-19 november Noteer ze vast in je agenda!
€ 685 Met ingang van 2014 ontvang je twee facturen. Een na juni en een na november.
Lustrum HOVUmc iIn 2014 bestaat de Huisartsople ! jaar 40 c VUm ding van het we Op donderdag 15 mei vieren deme en s aio , ers eid dit met opl werkers. en Overdag is er een symposium n alle z'n t me we n gaa 's avonds feesten.
BedtimeStories zoekt bestuursle den met medische achtergrond BedtimeStories is een initiatief om patiënten in ziekenhuizen en bewoners van zorginstellingen voor te laten lezen door speciaal opgeleide act eurs en actrices. De stiching (ANBI-nummer 854 980090) richt zich op jongeren, volw assenen en ouderen die voor kortere of langere tijd in ziekenhuizen, rev alidatiecentra, verpleeghuizen en woonzorgc entra verblijven. Ambassadeurs zijn Anne Wil Blan kers, Yvonne Keuls en Gijs Sch olten van Aschat. Het stichtingsbestuur van Bed timeStories, dat op dit moment uit drie leden bestaat, zoekt uitbreiding me t een of twee bestuursleden me t een medische achtergrond. Het bestuur komt zes maal per jaar bijeen. Kandidaten met ken nis van de institutionele zorgsector hebben de voorkeur. Maar nog belangrijker natuurlijk is affiniteit met het concept en enthousiasme om het doel van de stichting – het bieden van troost, inspirat ie en plezier – te realiseren. Reacties zijn welkom bij: Stichting BedtimeStories Koningsplein 38 A 2518 JH Den Haag
40
T 070 - 364 16 26 www.bedtimestories.nu
[email protected]
hao-proVUssioneel - maart 2014
In welke leergang zit je? Hieronder kun je zien bij welke leergang je dit jaat hoort. Mocht je van mening zijn dat dit niet klopt, dan vragen wij je vriendelijk zo spoedig mogelijk contact op te nemen met Samantha Paijens (
[email protected]). Leergang 1 Jonas Bader Kees Bastiaanse Ewald Beissel Marieke Bon Dilek Boyraz-Ikiz Peer Buijs Maayke van Cleef Paul Couvreur Ietje van Dongen André van Es Carla de Graaf Tilly Groot Peter Grootenhuis Marco den Haan Arlette Homan Thomas Kelling Mark Koster Erik Lubbers Koos Noordeloos Alexandra Parlevliet Monique van Pelt Sandra Rabenberg Ramon Schagen Alberte Schipper Martine Schneider-Spek Martin Simmelink Bas Smit Martijn Smits Ruth Veenvliet Esther Versteegh Karen Visser Caroline Waasdorp Dagmar v. Wijngaarden Willem van Zanten Leergang 2 Fatma Bassuoni Hans van Beek Martijn Blank Erwin Coster Pauline Daalmeijer Ton van Eerden Elvira van Gemerden Jeannette Greven Inez te Hennepe Robert Hermanussen Diane Jesurun Tamara Kruse-Obbens Dirk van Liebergen Beate Liebster Maartje Mateijsen Henk Quaak Remco Rietveld Betty Trum Erik Veenhof Cees in 't Veld Bas Verheul Vincent van Vliet Eline Wielaard-Simons Elbrig Wijbenga
Leergang 3 Daniël Barten René van den Berg Mascha Bevers Eric Blom Linda Blom-Zandbergen Rina Boot-ten Damme Mirella Buurman Ton Davids Annemiek Dekker Karin Duiser Elbert van den Ende Mirte Hemker Emmelien ten Hoor Paul Houben Barth Kappeyne Martine Kinders Marian de Lange Sander Muller Annemarie Munster Ramon Naarden Kaatje Sprij Patricia Swart Stephen Terborg Maaike Thoolen Judith Tjin-A-Ton Anton van de Vusse Roelof Welling Laura van Wiechen Stella Zonneveld Danielle van Zuylen Leergang 4 Jeroen Baars Wilfred deBoer Floor Boon Leo van Eeden Rob Foppen Frank Greeven Frank ten Hove Coen Kerbert Betty Kolenberg Bernard Kral Carine Kuiper Thom Laarhoven Monique Lappenschaar Ingeborg van Lingen Chris Marees Jan Mehrtens Anouk Meijer Martine Samsom Yvonne Schilthuis Teun Spies Barbara Toppers Mirna Veenema Gerrit-Jan vanVliet Marina Vlugter Willem Vos Inez de Vries Sylvia de Waal Dennis Wolthuis
Leergang 5 Jurgen Andrea Karin Arnold Willemien Avenarius Ingrid Averesch Arianne Baak Friederike Bakker-van Katwijk Nora Bartelsman Ferry Bastiaans Rinel van Beest Johan Berendse Jeroen Berentzen Maarten van Bergeijk Wilko Berghoef Corneliek Bisschop Elly Blok Joan Boeke Henk Boelhouwer Carine denBoer Joost Boink Ilona Bolhuis-Claasen Gerard Bongers Geert de Bont Gé Bontenbal Marlies Boon Martin Both Pieter Bots Jeroen Brendeke Gertjan de Bruijn Gerard de Bruijn Gert Bucher Hans Burggraaff Theo van Burink Lia Captein Wim Christiaans Sara Coningsby Peter Coppes Rob Corsten Erik Courant Roos Daan Oebele Dijkstra Rob Dijkstra Michiel van Doorn Barbera van Duijn Harriet Eekhof Helena van Eijkeren Ingrid Elfering Renée Elsas Anton van Empel Moniek van den Ende Herman van Enter Frans Fluitsma Ser van Gaalen Peter Geenen Jolijn de Graaff Jacques Groen Joke Groen-Evers Pim Grootenboers Paul Grootes Ine de Haas
Karol Habryka Maarten Hamming Tom Harding Willem Harmsen Henny de Hartog Ernst Heeneman Jan de Heer Emile van der Heijden Rene den Heijer Ulbo Heikens Heleen Hendriks Harry Frans Hesselink Karin van Heusden Hans Hirschfeld Folkert Hoekstra Gonda van der Horst Geerteke Ijff Mikel Israël Arjen de Jager Berend Jansen Henk Joosten Daan Kappelhoff Wouter van Kempen Wim van Kernebeek Hugo Klever Cor Koeman Sjors Konijn Henk Korfker Harry Kort Martijne Kruse Markus Kruyswijk Nico Kuijs Joost Laceulle Robert Leentjens Ria van Leeuwen Wim de Lege Hanneke Lesterhuis Peter Lesterhuis Ingrid Letsch Barbara van Maanen Kees Mak Peter Marinus Willem Maschhaupt Brenda van der Meer Carina Meereboer Quirine Meijer Bart Meijman Martin Mensink Tessa vanMierop Tjof Movig Halbo Jan Albert Mulder Jos Mulders Albert Nijland Anneke Nijman Ron Nof Annemarie Noor Kees Odijk Renee Oelderik Margreeth Oijevaar Rick Otjes Hans Padding
Frank Pieters Frederieke Pijbes Tessa Posthuma Katinka Prince Bernard Prins Eddy Reynders Lili vanRhijn Eddy Rijk Hugo Rol Bas de Rooij Gert Roos Abram Rutgers Jan Schellekens Rob Schure Wim Schuurman Wilko Seelt Erna Sleeboom Jaap Smaal Jaap vanSoest Martien v. Soestbergen Peter Paul Strikwerda Willem Stronck Willemijn Thunnissen Marga Timmerman Sietse van Turennout Peter Umbgrove Willem Vaarkamp Willem Veerman Jr. Karin Verschoor Aryan Visser Suzan van Vliet Godert v. Voorst Vader Douwe de Vries Sabine Vuister Frank Weenink Wouter van Weers Ingrid van Westing Dolores Wijs Addie Willems Jacqueline de Wit Wendy Wolfe Theo Zijp
41 hao-proVUssioneel - maart 2014
Agenda 2014/2015 POH-middagen 2014 In 2014 zijn er twee scholingsmiddagen voor praktijkondersteuners op 3 april en 25 september. LHK-toets april 2014 voor opleiders De Landelijke Huisartsgeneeskundige Kennistoets die in april 2014 wordt afgenomen bij aios is de hele maand mei beschikbaar voor hao's. De uitslag krijg je direct na afname op je scherm te zien. Je kunt de toets onderbreken en op een later moment ermee verder gaan, mits de toets op één dag gemaakt wordt. De inloggegevens ontvang je per e-mail van Huisartsopleiding Nederland. Meerdaagse 2014 De meerdaagse cursussen zijn dit jaar op 17-19 juni en 11-13 november in Conferentiecentrum Zonheuvel in Doorn. De programma's kun je vinden in deze hao-proVUssioneel. Maatjesmiddagen 2014 In 2014 zijn er twee maatjesmiddagen gepland: op woensdag 9 april voor de nieuwe maatjes en op woensdag 4 juni voor ervaren maatjes.
Praktijkassistentendagen 2014 1e jaar start maart 2014: dinsdag 2 september 1e jaar start maart 2014: donderdag 4 september 3e jaar start december 2013: donderdag 3 juli 3e jaar start maart 2014: donderdag 2 oktober De uitnodiging wordt t.z.t. verzonden door de onderwijsassistent van het desbetreffende jaar. Oriëntatiecursus 2014 Vrijblijvende, geaccrediteerde en kosteloze cursus voor belangstellende huisartsen op 10 en 11 september 2014 van 15.00 tot 15.00 uur in Conferentiecentrum Zonheuvel in Doorn. Informatie en aanmelden bij Sylvia Vlak (s.vlak@ vumc.nl). Keuzeworkshops hao's 2014 De keuzeworkshops voor hao's zijn tijdens de paralleldag op dinsdag 21 en donderdag 23 oktober. NHG-Congres 2014 Het NHG-congres is dit jaar op vrijdag 21 november in de RAI in Amsterdam.
Lustrum Huisartsopleiding VUmc Op donderdag 15 mei wordt een symposium georganiseerd voor hao's, aios en medewerkers HOVUmc.
Startersdagen 2015 Voor beginnende opleiders na hun eerste koppeling: 21 januari en 18 februari 2015 van 9.30 tot 16.30 uur op het instituut
WONCA Het WONCA-congres is van 2 t/m 5 juli in Lissabon. Zie www.woncaeurope2014.org
Meerdaagse 2015 In 2015 zijn de meerdaagse op 9-11 juni en 17-19 november.
In memoriam Nico Tromp Nico, je was een flamboyante man, betrokken, zorgzaam, open en leergierig. Je zocht het persoonlijke in het contact. We hebben je in verschillende situaties leren kennen, als opleider, collega, samenwerkend met je aios. Je was altijd totaal aanwezig, met je bravoure en je hart. En met je openheid over zaken die je bezighielden. Je stond open voor feedback. Je kon het goed horen en deed er ook iets mee. We hebben in november stilgestaan bij jouw overlijden en wat dat ons deed. Dat was belangrijk om het verlies ook een plek te geven. Zowel het verlies van jou als persoon als de situatie rondom je levenseinde. Je blijft in onze herinnering….
42 hao-proVUssioneel - maart 2014