ISBO Nieuwsbrief 2012, nummer 23 Amersfoort, november 2012
1. Even voorstellen: Mustafa Oulhanafi Mijn naam is Mustafa Oulhanafi en ik kom uit Ede. Ik zit in mijn laatste jaar van de opleiding Logistiek en Economie aan de HAN. Ik loop sinds kort stage bij de ISBO, waar ik onderzoek doe naar de efficiency van het leerlingenvervoer binnen het islamitisch onderwijs. Mijn onderzoek kent daarmee juridische en economische dimensies. Ik ben voor mijn onderzoek afhankelijk van de gegevens die de schoolbesturen en vervoersstichtingen hebben. Ik zal daarom contact opnemen met de schoolbesturen om te informeren naar de vervoerssituatie op de islamitische scholen. Mocht u mij willen bereiken: ik ben per e-mail te bereiken op
[email protected] of via het algemene telefoonnummer van de ISBO, 033 457 1001. Wij wensen Mustafa een leerzame periode toe en hopen dat zijn onderzoek een nuttige bijdrage zal zijn aan de kennis binnen het islamitisch onderwijsveld. 2. Islamitische scholen aan zet! Het driejarige kwaliteitsverbeteringsproject (KIO-project) van ISBO in samenwerking met APS en HAN is vóór de zomervakantie afgesloten met een geslaagde conferentie. De leden van de ISBO hebben aangegeven gevolg te willen geven aan de ingezette kwaliteitsverbetering, door een meer structureel KIOprogramma op te zetten. In dat kader participeren islamitische scholen in het eveneens driejarig programma School aan Zet. In dit programma voeren de scholen vier gesprekken met steeds twee zogeheten ambitie-experts en thema-experts. Het programma zal starten met de Ambitiegesprekken. Hierbij zal een duo van ervaren onderwijsdeskundigen/-adviseurs die werkzaam zijn binnen de educatieve infrastructuur, met de school in gesprek gaan om een soort nulmeting op te stellen. De school zal dan zijn ambities formuleren. Van daaruit wordt samen met de thema-experts een thema verder uitgewerkt in de Themagesprekken en Reflectiegesprekken. De scholen committeren zich aan School Aan Zet en kunnen dan ook gebruik maken van de faciliteiten uit de verschillende expertiseprogramma’s van School aan Zet. Voor meer informatie, kijk op www.schoolaanzet.nl of neem contact op met dhr. M. El Khayami via
[email protected].
3. Cursus Docentschap in het islamitisch onderwijs Het onderwijs op islamitische grondslag heeft een geheel eigen aard. Om die reden heeft de ISBO in samenwerking met de Hogeschool InHolland de cursus Docentschap in het islamitisch onderwijs opgezet. De post-HBO cursus duurt een half jaar, met wekelijks één lesdag, en leidt op tot het specialisme Docentschap in het islamitisch onderwijs. Studenten die in het bezit zjin van een PABO-diploma of een lerarenopleiding hebben afgerond, leren in deze cursus de uitgangspunten van de islamitische school. Van leerkrachten op een school voor onderwijs op islamitische grondslag wordt door schoolbesturen en directies veel verwacht. Leerkrachten moeten kennis hebben van de islam en de specifieke cultuur van de leerlingen. Meer informatie over deze bijzondere cursus vindt u op: www.inholland.nl -> zoek op: “docentschap in het islamitisch onderwijs”. Of anders op de site van de ISBO: www.deisbo.nl en zoek op “diensten.” 4. Universitaire Educatieve minor populair Steeds meer studenten volgen een Educatieve Minor, een verkorte universitaire lerarenopleiding aan de universiteit. In schooljaar 20092010 startten 200 studenten, een jaar later waren het er al 330 en nu volgen 450 studenten deze minor. Het ministerie beoogde met de invoering van de Educatieve Minor om het lerarentekort op scholen terug te dringen. Een Educatieve Minor leidt op voor een tweedegraads lesbevoegdheid in het voortgezet onderwijs, waarmee de afgestudeerde les mag geven aan alle klassen van de MAVO en de onderbouw van HAVO en VWO. Studenten kunnen een Educatieve Minor volgen als onderdeel van hun bacheloropleiding. Ze kunnen zich dan oriënteren op het leraarsberoep en het behalen van een onderwijsbevoegdheid. Onderdeel van de minor is een praktijkstage in het voortgezet onderwijs. Sinds dit schooljaar is de subsidie voor de praktijkstages echter afgeschaft. Scholen die studenten nu een stageplaats aanbieden voor de stage in het kader van een Educatieve Minor draaien nu zelf op voor de kosten voor de begeleiding en beoordeling van de stagiaire. 5. Sancties bij te weinig onderwijstijd VO Scholen die niet voldoen aan de wettelijke onderwijstijd, kunnen rekenen op een terugvordering van de bekostiging. De Inspectie onderzoekt of scholen de wettelijke onderwijstijd hebben gerealiseerd. Als wordt geconstateerd dat te weinig les is verzorgd, kan een financiële sanctie worden opgelegd, waarbij de bekostiging wordt teruggevorderd. De bekostiging wordt naar rato van feitelijk gegeven aantal uren onderwijstijd teruggevorderd. Per schooljaar 2012-2013 is de cesuur vervallen, die in de afgelopen jaren gold. De wettelijke onderwijstijd wordt vanaf dit schooljaar onverkort gecontroleerd en er wordt een sanctie opgelegd voor ieder te weinig gegeven uur.
6. Nieuw Toezichtkader VO Minister Van Bijsterveldt heeft op de valreep van haar termijn het Toezichtkader VO 2013 goedgekeurd en aangeboden aan het parlement. Dit nieuwe toezichtkader is het resultaat van anderhalf jaar lang over leggen met de VO-sector. Hiermee wordt ook afgestapt van het gezamenlijke Toezichtkader PO/VO 2012. Dat toezichtkader blijft echter wel gelden voor het primair onderwijs en voor VO-scholen die voor 1 januari 2013 een traject van aangepast toezicht kennen. Het Toezichtkader VO 2013 beoogt meer recht te doen aan verschillen tussen de scholen en richt zich nadrukkelijker op de effectiviteit van het onderwijs. Het nieuwe toezicht zal selectief en risicogericht zijn, zal aansluiten bij de verantwoordelijkheden van bestuurders, zal een waarborgfunctie vervullen en de onderwijskwaliteit bevorderen. Daarnaast gaat er een preventieve werking uit van het toezichtkader. Scholen die dreigen slecht te presteren, zullen eerder worden bezocht en onderzocht. Bovendien kan de Inspectie ook afgaan op andere signalen dan alleen matige opbrengsten. Met het Toezichtkader VO 2013 wordt het kwaliteitsonderzoek een stukje maatwerk met aandacht voor de context van de onderzochte school. Het onderzoeksrapport zal niet alleen melden waar de school tekort schiet, maar ook wat goed gaat op de school (excellentie). Meer informatie vindt u op: www.rijksoverheid.nl -> Toezichtkader VO 2013. 7. Inkomensgrens bestuurders in het onderwijs Op 6 december 2011 stemde de Tweede Kamer in met de Wet Normering Bezoldiging Topfunctionarissen in de Publieke en Semipublieke Sector, kortweg: WNT. Op 13 november jl. stemde ook de Eerste Kamer in met het wetsvoorstel, waardoor de WNT per 1 januari 2013 van kracht zal zijn. De WNT regelt dat de maximumbezoldiging voor bestuurders in de (semi)publieke sector niet meer zal zijn dan 130% van de bezoldiging van een minister. Dat komt neer op € 187.000, exclusief € 28.000 voor evt. pensioen en € 7.500 voor gemaakte onkosten. Het overgangsrecht bepaalt dat een reeds bestaande hogere bezoldiging nog vier jaar in stand mag worden gehouden, maar daarna moet dit geleidelijk worden rechtgetrokken. 8. Regeerakkoord: “enkele feitconstructie verdwijnt” In het regeerakkoord van de VVD en de PvdA lezen we op pagina 17 de volgende passage: “De algemene wet gelijke behandeling wordt aangepast naar Europees model. De ‘enkele feitconstructie’ verdwijnt uit de wet. Scholen mogen homoseksuele leraren niet ontslaan en homoseksuele leerlingen niet weigeren of wegsturen vanwege hun seksuele voorkeur.” Met het verdwijnen van de ‘enkele feitconstructie’, zullen scholen op bijzondere grondslag homoseksuele leerlingen en personeelsleden niet langer kunnen weigeren of
verwijderen/ontslaan als deze uiting geeft aan zijn seksuele geaardheid. geaardh Hierdoor komen twee grondrechten nog sterker tegenover elkaar te staan: het verbod op discriminatie (art. 1 Gw) versus het recht op vrijheid van onderwijs (art. 23 Gw) en de vrije uitoefening van de godsdienst (art. 6 Gw). Dat de ‘enkele feitconstructie’ op den duur zou verdwijnen, was al voorzienbaar. Het vorige kabinet was echter afhankelijk van de SGP,, die niet akkoord kon gaan met wetwet en regelgeving die volgens hen strijdig is met de leerstellingen van de Bijbel, waardoor een definitief besluit werd vooruitgeschoven. 9. Nauwere samenwerking onderwijsbesturenorganisaties onderwijsb De besturenorganisaties,, de PO-Raad PO en de VO-Raad willen in de toekomst een nauwere samenwerking realiseren. Zij hebben opdracht gegeven gegeve tot het uitvoeren van een verkenning naar de vorming van een brancheorganisatie voor het funderend onderwijs.. Zo’n brancheorganisatie zou kunnen bewerkstelligen dat de stem van de onderwijsorganisaties luider klinkt klin t in Den Haag. Drs. Ron Bormans van de Hogeschool Rotterdam beschrijft jft zijn bevindingen in zijn rapport ‘Vorming brancheorganisatie fundering onderwijs’. Ingeval van het voortgezet onderwijs zijn inmiddels stappen gezet om te komen tot een Overlegraad voor het Voortgezet Onderwijs. Deze zal de voorloper zijn voor een in 2014 tot stand te komen Vereniging VO. Naast andere besturenorganisaties draagt ook de ISBO deze nieuwe samenwerking een warm hart toe. 10. Methode Slachtoffer en delictpreventie ondervangt kerndoelen De methode “Veilig opgroeien en zo”, ontwikkeld door de ISBO in samenwerking met OAB de Koepel, ondervangt onderstaande onderwijskerndoelen. De ISBO wil hiermee de nadruk leggen op de kerndoelen die door de onderwijsinspectie worden getoetst. Steeds meer scholen ontdekken het belang van deze methode, die in ieder geval ziet op: 1. 2. 3. 4. 5.
De waarborg van de kwaliteit van het onderwijs. onderwijs (De De school stemt haar aanbod af op risico’s bij de eigen leerlingen t.a.v. burgerschap en integratie.) integratie. Aanbod burgerschap en integratie vanuit de school. school Onderdeel nderdeel van het Veiligheidsplan. Veiligheidsp Indicator ndicator van de Meldcode huiselijk geweld. geweld Aanvulling op de methodes inzake de sociaal-emotionele ontwikkeling.
Zie voor oor meer informatie over deze methode: www.deisbo.nl/wp-content/uploads/2012/05/2012 content/uploads/2012/05/2012-brochure_sdp.pdf 11. Inrichten schoollokaal als flexwerkplek De regering staat niet op voorhand negatief tegenover de verhuur van leegstaande lokalen aan ZZP-ouders. ouders. PvdA-kamerlid Mohandis stelde
Kamervragen naar aanleiding van een nieuwsbericht over een Arnhemse basisschool die een werkruimte verhuurt aan ouders. (Algemeen Dagblad, 3 oktober 2012) Ouders kunnen hun kind naar school brengen om vervolgens in een afzonderlijk lokaal gebruik te maken van wifi en een koffiezetapparaat. De ouders leveren soms een tegenprestatie als schoolpleinwacht, schooltuinier en schoolreisbegeleider. De proef duurt een half jaar en daarna zal er worden geëvalueerd. Juridisch kader Verhuur en medegebruik van een schoolgebouw of schoolterrein worden geregeld in artikel 108 WPO. Medegebruik betekent dat een andere entiteit, bijvoorbeeld een andere school of een organisatie voor culturele, maatschappelijke of recreatieve doeleinden, gebruikmaakt van de leegstaande ruimte. Als ook een andere school geen behoefte heeft aan de bij u aanwezige leegstaande ruimte, kunt u deze verhuren aan een derde, voor zover die ruimte niet zal worden gebruikt als woon- of bedrijfsruimte. Voor verhuur is toestemming van de gemeente vereist. In beide gevallen mag het nieuwe gebruik niet in strijd zijn met het onderwijs aan de eigen school. Het medegebruik en de verhuur eindigen indien de gemeente de ruimte vorderen voor een andere school of andere culturele, maatschappelijke of recreatieve doeleinden. Hieruit ontstaat geen schadeplicht. Het medegebruik en de verhuur eindigen voorts indien de ruimte nodig is voor gebruik door de eigen school. 12.
Casus van de maand:
Beleidsregel Inhouding bekostiging Per 1 juli 2012 is een beleidsregel (Stc. 19 juni 2012, nr. 12103) in werking getreden die de niet-naleving van wettelijke voorschriften in het onderwijs sanctioneert. De minister kan op grond van de beleidsregel bekostiging opschorten of zelfs inhouden, als wettelijke voorschriften niet worden nageleefd. De sanctie geldt iedere maand voor 1/12e deel van de jaarlijkse bekostiging. Deze beleidsregel beoogt om de sanctiebevoegdheden van de minister duidelijk te maken en daarmee de rechtszekerheid te bevorderen. De beleidsregel geeft vuistregels, maar biedt ook ruimte voor maatwerk. De in de beleidsregel genoemde sancties worden overigens niet onmiddellijk opgelegd, maar worden voorafgegaan door een intensief toezichttraject van de Inspectie. Bevoegde gezagen krijgen voldoende tijd om tekortkomingen te herstellen en de gebruikelijke rechtsbescherming (indienen van zienswijze, bezwaar maken en beroep instellen) staan steeds open. Hieronder in een schema de sancties:
Termijn
Correctie / Sanctie anctie
Onrechtmatig verkregen en/of bestede bekostiging:
Geen termijn
Terugvordering 100%
Niet-naleving wettelijk voorschrift:
0-3 3 maanden 3-6 6 maanden 0-3 3 maanden 3-6 6 maanden
Opschorting 15% van de bekostiging Inhouding ≧15% 15% van de bekostiging Opschorting 15% van de bekostiging Inhouding ≧15% 15% van de bekostiging
Na 6 maanden Indien bevoegd gezag volhardt in niet-naleving niet
Inhouding ≧ 30% van de bekostiging Inhouding 100% van de bekostiging
Niet-naleving voorschrift betreffende onderwijskwaliteit:
Mail uw vragen, opmerkingen en suggesties naar
[email protected],
[email protected] zodat wij deze kunnen opnemen in onze nieuwsbrief. nieuwsbrief. De volgende nieuwsbrief zal eind december verschijnen.
Disclaimer De medewerkers van de ISBO doen er alles aan om in deze nieuwsbrief de juiste, volledige en actuele informatie te verstrekken. Mocht er ondanks deze inspanning toch informatie ontbreken, onvolledig of onjuist zijn, dan horen wij dat graag. De ISBO aanvaardt aanvaar geen aansprakelijkheid voor ontbrekende, onvolledige of onjuiste informatie.