Nieuwsbrief nummer 7, november 2012
In deze nieuwsbrief:
ROM Award naar GGZ Noord-Holland-Noord
Veel belangstelling voor ROM mini-symposium SynQuest
Wat is de betekenis van ROM-data?
Vergelijken in SynQuest: … patiënten, behandelingen en uitkomsten
Implementatietoppers ROM in de organisaties bij de verschillende doelgroepen
Introductie SynQuest CV is een samenwerkingsverband van zeven GGZ-instellingen. Aangesloten zijn: Dimence, GGz Breburg, GGZ Delfland, GGZ inGeest, GGZ Noord-Holland-Noord, Reinier van Arkel Groep en Rivierduinen. SynQuest stimuleert en faciliteert de doorontwikkeling en implementatie van Routine Outcome Monitoring (ROM) en de databewerking ROM. Door het delen van ervaringen en het uitwisselen van ideeën, helpt SynQuest de implementatie en doorontwikkeling van ROM in onze eigen organisaties en de GGZ-sector verder. Naast ROM, vindt ook regelmatig kennisuitwisseling plaats over aanverwante thema’s, zoals zorgprogramma’s en e-health. Binnen SynQuest stemmen bestuurders, projectleiders en behandelaren regelmatig af over actuele ontwikkelingen. Dit gebeurt centraal in Nederland of via telefonische vergaderingen. SynQuest werkt samen met VitalHealth aan de doorontwikkeling van QuestManager. VitalHealth QuestManager is een online softwareprogramma met gestandaardiseerde en gevalideerde meetinstrumenten, ontwikkeld in samenwerking met SynQuest. Actueel thema is de oriëntatie die de afgelopen maanden plaatsvond op samenwerking tussen SynQuest en twee andere ROM-samenwerkingsverbanden: RoQua en Centrum voor ZorgMonitoring. Het blijkt zinvol om de krachten te bundelen op de volgende gebieden: kennisuitwisseling over de inhoud en implementatie van ROM, onderzoek met en over ROM en feedback aan landelijke benchmark ontwikkelingen. In een latere nieuwsbrief volgt hierover meer informatie. In de nieuwsbrief beschrijven we de laatste ontwikkelingen waar SynQuest zich mee bezig houdt. Deze editie blikt terug op het geslaagde mini-symposium SynQuest van 6 november. Voor meer informatie en de volledige presentaties kun je terecht op het intranet van SynQuest via www.synquest.nl. Heb je vragen naar aanleiding van deze nieuwsbrief? Stuur dan een e-mail naar
[email protected].
1
ROM Award naar GGZ Noord-Holland-Noord Tijdens het mini-symposium SynQuest dat plaatsvond op dinsdag 6 november is het initiatief ‘Implementatie Routine Outcome Monitoring (ROM) bij persoonlijkheidsstoornissen’ van GGZ Noord-Holland-Noord benoemd tot Implementatietopper Synquest 2012. Voor deze prestatie kreeg GGZ Noord-Holland-Noord de VitalHealth Software ROM award uitgereikt, een wisseltrofee. Drs. Judith Ligthart, klinisch psycholoog en manager behandelzaken van het centrum persoonlijkheidsstoornissen van GGZ Noord-Holland-Noord nam de prijs in ontvangst van Prof. Dr. Aartjan Beekman, hoofd afdeling psychiatrie VUmc en lid van de Raad van Bestuur GGZ InGeest. Zij kreeg deze prijs omdat haar initiatief voor het structureel meten van de resultaten van de behandeling (Routine Outcome Monitoring/ROM) volgens het symposiumpubliek het beste voldoet aan de vooraf door SynQuest gestelde criteria:
draagt bij aan de kwaliteit van de behandeling;
is van meerwaarde voor patiënten en hulpverleners;
is overdraagbaar ter lering voor andere organisaties en teams;
bevordert de respons op ROM.
Veel belangstelling voor ROM mini-symposium SynQuest Het mini-symposium van SynQuest op 6 november trok veel belangstelling. Niet verbazingwekkend, want er waren veel interessante presentaties en discussies.
Betekenis van ROM-data: kader, methodiek en openstaande punten uit landelijke benchmark
Databewerking SynQuest: ROM ernstige psychiatrische aandoeningen (EPA) en depressie
Discussie over resultaten uit de databewerking SynQuest en de benchmark van de Stichting Benchmark GGZ
Implementatietoppers ROM in de organisaties bij de verschillende doelgroepen.
De algemene conclusie van het publiek: een boeiende middag, voor herhaling vatbaar! In deze nieuwsbrief gaan we kort in op de presentaties.
Wat is de betekenis van ROM-data? Door Edwin de Beurs en Astrid van Meeuwen van Stichting Benchmark GGZ (SBG) De eerste referentiegroep in de Benchmark Rapportage Module van SBG (BRaM) bestaat uit SynQuest-instellingen. De SBG benchmark is gebaseerd op DBC trajecten. Er is hiervoor gekozen om (de lengte van) behandelperiodes uniform en onderling vergelijkbaar te maken. Behandelingen die meerdere jaren duren worden dus opgeknipt in verschillende DBC trajecten. Een totale behandeling van een cliënt kan bestaan uit één of meerdere DBC trajecten. Verder maakt SBG onderscheid tussen verschillende patiëntengroepen (zorgdomeinen). SBG gebruikt de uitkomst van een DBC traject als de basale rekeneenheid om de landelijke benchmark en het gemiddeld behaalde resultaat bij een instelling te bepalen. Wanneer een zorgtraject bestaat uit een initieel en één of meer vervolg-DBC trajecten is het ook interessant wat het behaalde resultaat is voor het gehele zorgtraject. In een later stadium zal het daarom mogelijk worden gemaakt om de resultaten op te vragen van het gehele zorgtraject.
2
Op dit moment is er landelijk gezien een respons van ongeveer 10 procent geldige begin- en eindmetingen in de aangeleverde DBC’s. Daarbij is er momenteel nog een forse variatie te zien tussen de deelnemende instellingen. Dit kan bijvoorbeeld liggen aan de fase van het implementatieproces waarin de instelling zich bevindt of de manier waarop ROM geïmplementeerd wordt. Er zijn tussen instellingen verschillen in het gebruik van meetinstrumenten en meetmomenten van de ROM. Het verbeteren van de vergelijkbaarheid van de data zal de komende tijd een speerpunt zijn.
Vergelijken in SynQuest: … patiënten, behandelingen en uitkomsten Door Annet Nugter, Nanda Mooij en Kim de Jong van GGZ Noord-Holland-Noord De aanleiding voor de opdracht was de behoefte om gegevens van SynQuest instellingen op uniforme wijze te bewerken, met het oog op onderlinge vergelijking. Het doel was om te komen tot een inhoudelijke discussie over de uitkomsten en interpretaties van eventuele verschillen. De focus van de databewerking was ROM depressie en ROM ernstige psychiatrische aandoeningen (EPA). Hieronder volgen kort de conclusies uit de databewerking. Conclusies ROM depressie:
uitkomsten hebben betrekking op selectieve groepen;
belangrijk: rekening houden met relevante voorspellers (zoals geslacht, leeftijd, de score van de voormeting en soort DBC) bij het vergelijken van uitkomsten;
soort DBC (begin, vervolg of einde DBC) blijkt voorspellend voor de uitkomsten;
IDS-SR (depressie-schaal) laat grotere resultaten zien dan BSI/OQ (generieke instrumenten). Hogere (= slechtere) scores op vragenlijst, betekent grotere vooruitgang (meer ruimte voor verbetering). Echter met een groter percentage ernstige depressie of een klinische groep erin (hogere/slechtere scores), lijkt er sprake van minder goede uitkomsten.
Conclusies ROM EPA:
uitkomsten hebben betrekking op selectieve groepen patiënten en per meetinstrument op steeds wisselende groepen;
verschillen kunnen deels worden verklaard door scores op de voormetingen: hoe negatiever bij het begin, hoe negatiever bij het einde. Maar ook: hoe negatiever bij het begin, hoe meer kans op verbetering;
patiënten met psychotische klachten hebben een hogere (=positieve) score op de MANSA eindmeting (meet kwaliteit van leven) en minder kans op verbetering in de onvervulde behoeftes;
interpretaties zijn lastig. Gegevens die bijvoorbeeld relevant kunnen zijn om uitkomsten te voorspellen zijn: wel of geen klinische patiënten, wel of geen verslaving.
3
De onderzoekers raden aan om verdere analyses te maken van het huidige databestand, waarbij correcties worden gedaan voor de voorspellers. Daarnaast adviseren ze om de relevante voorspellers uit te breiden:
onderzoeken van mogelijkheden om per instelling databestanden met patiënt- en behandelkenmerken te genereren;
en die te koppelen aan de ROM-uitkomsten.
Discussie Natuurlijk roepen de eerste uitkomsten van de benchmarkgegevens nog veel vragen op. Bij welke percentages kun je nou serieus benchmarken en hoever zitten we daar nog vanaf? Edwin de Beurs van SBG gaf een voorbeeld van hoe het ROMmen in de Verenigde Staten werkt: “In de VS moet het responsepercentage simpelweg 100 procent zijn. Want: niet gemeten = niet vergoed. Het moet voor de GGZ-sector een heilig streven zijn dat we via ROM inhoudelijk zinvol meten en dit verweven in onze behandelcultuur.” De gebruikte meetinstrumenten en gehanteerde meetmomenten zijn van het grootste belang. Voor een goede benchmark is meer uniformiteit nodig, echter tegelijkertijd wil je via ROM per patiëntengroep op maat meten. Daar moeten we het goed met elkaar over hebben. In het bestuurdersoverleg SynQuest dat plaatsvond op donderdag 15 november was dit dilemma ook volop onderwerp van gesprek. De kloof tussen de ROM-praktijk en externe benchmark-vereisten dreigt nu te groot te worden. Dit vraagt aandacht van landelijke partijen. Daarnaast vinden de bestuurders van SynQuest het zinvol om de data uit ROM (en EPD) van de zeven instellingen verder te analyseren en na te gaan welke variabelen van invloed zijn op de resultaten.
Initiatief: Gebruik van HONOS in opnamekliniek GGZ InGeest Door Wendy Bruschke, Dirk Barten en Esther Spek Eind 2011 ging een pilot van drie maanden van start in een open en gesloten afdeling van een opnamekliniek van GGZ InGeest. Al snel werd besloten een nieuw HONOS invulformulier te ontwerpen; met meer uitleg en toevoeging van een schaalverdeling. De bruikbaarheid in de opnamekliniek bleek groot. Het gebruik van de HONOS heeft nu de volgende meerwaarde:
invullen helpt bij het maken van het behandel- en begeleidingsplan;
invullen kan leiden tot constructieve, multidisciplinaire discussies over de interpretatie van de observaties en kan nieuwe inzichten geven;
scores kunnen worden gevisualiseerd (voor- of achteruitgang is snel zichtbaar), omslagpunten zijn goed te duiden;
meer resultaten worden gebruikt als leidraad voor de behandelplanbesprekingen;
doordat beide afdelingen hetzelfde instrument gebruiken, is er geen verschil van inzicht over de zorgzwaarte.
4
Initatief: Implementatie ROM bij persoonlijkheidsstoornissen Door: Judith Ligthart van GGZ Noord-Holland-Noord De deelnemers aan het mini-symposium van 6 november hebben de ROM award toegekend aan de manier waarop GGZ Noord-Holland-Noord ROM heeft geïmplementeerd bij patiënten met een persoonlijkheidsstoornis. De truc: een agendalijst met alle belangrijke logistieke elementen van de behandeling per patiënt in één overzicht in Excel. Door te filteren kan de agendalijst per behandelaar een overzicht geven van wat er allemaal nog moet gebeuren: wat is mijn caseload, welke acties staan er op dit moment nog open en welke prioriteit hebben die? De agendalijst geeft met kleurcodes (waarschuwingssignalen) aan wat de status is van een DBC. Loopt die bijna af? Dan ROMmen! Het geheim van goed ROMmen zit hem volgens Judith vooral in het logistieke proces op orde hebben en behandelaren goed ondersteunen bij wat ze hiervoor moeten doen. Als extra hulpmiddel heeft GGZ Noord-Holland-Noord een interpretatielijst ROM ontwikkeld. Niet alleen de medewerkers zijn enthousiast over het systeem dat Judith en haar collega’s hebben geïntroduceerd, ook de patiënten zijn er tevreden mee. Judith: “Zo zei er laatst een patiënt bij binnenkomst tegen mij: ‘Ik denk dat ik vandaag in het groen zit!’. Het moet uiteindelijk een sport zijn om de resultaten van de behandeling zo goed mogelijk inzichtelijk te maken. Om alle informatie over ROM gemakkelijk beschikbaar te stellen voor alle medewerkers heeft de organisatie per 1 november een apart intranet over ROM gelanceerd: ROM-online.
De plek van ROM in shared decision making Door: Christina van der Feltz-Cornelis van GGZ Breburg Bij het centrum voor Lichaam, Geest & Gezondheid van GGz Breburg vond een pilot plaats op het gebied van ROM en shared decision making (SDM). De doelgroep bestond uit patiënten met een combinatie van lichamelijke en psychiatrische problemen die weinig baat hadden bij een andere vorm van hulpverlening. Het doel van SDM is een gemeenschappelijke (door patiënt en behandelaar) probleemdefinitie en gezamenlijke formulering van de behandeldoelen. De patiënt kiest in samenspraak met de behandelaar welke lichamelijke klacht en welke psychische klacht hoofdklacht zijn en dus gemonitord zullen worden. Er wordt vooral geROMd met specifieke lijsten; altijd één lichamelijke en één psychische vragenlijst die aansluiten op de vastgestelde hoofdklachten. De hulpverlener informeert de patiënt welke zorgpaden voor beide klachten beschikbaar zijn. Vervolgens kiezen zij daaruit samen de eerste stap voor beide trajecten. De hulpverlener informeert de patiënt over de werkwijze rond ROM en koppelt de resultaten uit een meting terug aan de patiënt. Na het vaststellen van het behandelplan worden zes wekelijkse ROMs ingepland. De resultaten van de pilot zijn veelbelovend:
meerwaarde voor patiënt in de behandeling en begeleiding;
bevordert het responspercentage ROM;
draagt bij aan de kwaliteit van de behandeling en de werkwijze is faciliterend voor behandelaren;
is overdraagbaar ter lering en gebruik naar andere afdelingen en instellingen.
5
De spreker nodigde de aanwezigen uit om te participeren in het onderzoek naar SDM & ROM, met als doel om na te gaan in welke mate deze werkwijze groter behandeleffect en doelmatigheid met zich meebrengt.
ROM, terug naar de eenvoud Door: Wim Schlooz en Bart Kreukels van de Reinier van Arkel Groep Bij het Centrum voor Kinder- en Jeugspsychiatrie Herlaarhof (onderdeel van de Reinier van Arkel Groep) hebben twee pilots plaatsgevonden met betrekking tot de implementatie van ROM. De eerste, in de periode 2007-2008, was gericht op het Zorgprogramma Emotionele Stoornissen en basseerde zich op metingen om de drie maanden met diverse meetinstrumenten. De doelgroep bleek te beperkt en de metingen te specifiek. De pilot leerde Herlaarhof tevens dat de belasting van de metingen te groot was voor ouders, jongeren en leerkrachten en veel draagkracht vroeg van behandelaren. Daarbij was de exploitatie veel te duur. De tweede pilot, tussen 2008 en 2011, had betrekking op alle zorgprogramma’s (van één locatie) en werkte vanuit een aantal specifieke uitgangspunten met betrekking tot de metingen. Zoals: het belang van een goede logistieke inbedding, minder, korter en op vaste momenten meten en ROMmen met generieke meetinstrumenten. Op basis van deze pilot ontstonden twijfels over de inhoudelijke meerwaarde van de eerste meting na drie maanden. Verder waren er destijds (in de oude versie van QuestManager) veel inlogproblemen en de bandbreedte bij het meten was te groot. De ervaringen van deze pilots zijn meegenomen in de inrichting van het huidige ROM-proces. Dit proces is strak ingericht. Op basis van het huidige proces kan Herlaarhof concluderen dat de logistiek behoorlijk staat en de eerste inhoudelijke discussies plaats kunnen vinden. Wel is de dataset nog beperkt en zijn uitspraken hierdoor niet valide te onderbouwen. De aanbeveling van het Centrum voor Kinder- en Jeugdpsychiatrie aan collega-instellingen over ROM is om het proces zo eenvoudig en begrijpelijk mogelijk te houden.
Colofon Deze nieuwsbrief is een uitgave van SynQuest, een samenwerkingsverband van zeven GGZorganisaties: Dimence, GGz Breburg, GGZ Delfland, GGZ inGeest, GGZ Noord-Holland-Noord, Reinier van Arkel Groep en Rivierduinen. Projectleiders SynQuest
GGz Breburg: Margot Metz, tevens bureaumanager SynQuest
Dimence: Erik de Groot
GGz inGeest: Natasja van Vliet
Rivierduinen: Monique van Bueren
GGZ Delfland: Sylvia Kesselaar
GGZ NHN: Tessy Verhagen
Reinier van Arkel Groep: Henri Reniers
SynQuest, P/a Rivierduinen, Postbus 405, 2300 AK Leiden, e-mail
[email protected] (communicatieadviseur Karlijn Hut)
6