23 februari 2007 - 58e jaargang no. 7
De Centrale Dijk in de Dry Residue Disposal Area 1 wordt momenteel verlengd en verhoogd. De dijk die eerst als DRDA-1 een lengte van anderhalve kilometer had, was in 2005 tot 2006 met nog eens 600 meter verlengd om additioneel opslag van bauxietafval, residue, mogelijk te maken tot het jaar 2010. Door de stijgende productie is er meer opslagruimte nodig. Die wordt verkregen door de mudlijn op de Centrale Dijk te verhogen, waardoor er volume vrijkomt om mud te ‘stacken’. In DRDA-1 komt er dagelijks ongeveer 5000 ton afval bij, die vanuit Washer # 8 in Clarification verpompt wordt. De verhoging van de Centrale Dijk bestaat dit jaar uit twee fasen, n.l. • fase 1: het verhogen van de 600 meter lange ‘extension’ die is begonnen in november 2006 en in mei dit jaar opgeleverd moet worden. Dit
is noodzakelijk om op verantwoorde wijze residue disposal te kunnen continueren zonder dat er milieuproblemen zoals spills veroorzaakt worden; • fase 2: het verhogen van de oude Centrale Dijk over een lengte van ongeveer een kilometer van een elevatie van 110 voet naar 120 voet boven zeespiegel. Met deze verhoging is de vorige maand een aanvang gemaakt; de oplevering is voor oktober/november dit jaar gepland. Over zijn totale lengte wordt de Centrale Dijk met 10 voet verhoogd tot 120 voet. Het ‘nieuwe’ stuk, dat 65 voet hoog is, zal na beëindiging van dit project 75 voet hoog zijn. Residue zand en mud en lime classifier waste worden hiervoor gebruikt. Het gaat om een grondverzet van in totaal 95.000 m3. De werkzaamheden worden uitgewerkt en uitgevoerd
Bauxco Nieuws no. 7 - 23 februari 2007
1
Een overzichtsfoto van de Residue Area. De Centrale Dijk ligt tussen de DRDA-1 extension en de new cooling pond.
De verschillende secties, waarbij aangegeven is hoeveel ze worden verhoogd.
door medewerkers van Residue, waarbij het merendeel van het equipment van het contractorbedrijf Sewdajal wordt gehuurd. Dagelijks rijden tien trucks gemiddeld elk twintig ritten, waarbij elke truck 7 m3 residue zand transporteert. Terwijl de expansie van de dijk aan de gang is, is het ‘business as usual’. Het proces van het ‘gunnen’ gaat gewoon door. Afval dat vanuit de afdeling Clarification naar de Residue Area wordt verpompt, wordt vanaf de Centrale Dijk met gunspots op de stack gepompt. Suralco introduceerde in 1998 de dry stacking methode, waarbij bauxietafval zo droog mogelijk wordt opgeslagen. Om meer materiaal op hetzelfde oppervlak te kunnen opslaan, wordt de Centrale Dijk jaarlijks verhoogd. Safety wordt bij de job hoog in het banier gevoerd. Standard Work Instructions (SWI’s) worden uitvoerig behandeld. De Residue Area – medewerkers willen de trend van zero incidents voortzetten. Operators hebben op de dijk de laatste tijd last van (Braziliaanse) bijen, kennelijk omdat ze zich op de vlieghoogte van de insecten bevinden; de dijk en de bomen in het omliggende bosgebied zijn bijna even hoog. Ter bescherming hiertegen wordt er onder meer naar gestreefd om al het mobile equipment van luchtgekoelde cabines te voorzien. Waar dat niet direct kan, is er met screen een afscherming gemaakt voor de operator, zoals op het amfibisch voertuig, de RATV. De afdelingen MER en Electrical Services gaan na hoe ze hierbij adequaat hulp kunnen verlenen. De RATV ploegt de modder om en vormt drempels op de mud. Hierdoor wordt voorkomen dat de mud alle kanten op stroomt. De RATV maakt betere controle van de mudstroom mogelijk.
De afscherming met screen op de RATV (Residue All Terrain Vehicle).
2
Bauxco Nieuws no. 7 - 23 februari 2007
Reliability Excellence is een gestructureerd proces dat moet resulteren in ZERO UNPLANNED DOWNTIME van equipment tussen twee onderhoudsbeurten in. Unplanned equipment downtime resulteert altijd in waste (productieverliezen) en kan een onveilige situatie tot gevolg hebben. Ongeplande reparaties zijn minder efficiënt. • Ze moeten vaak gedaan worden in off shifts. • De omstandigheden zijn minder ideaal. • Er is tijdsdruk. • Ze kunnen resulteren in milieuincidenten.
Om unplanned equipment breakdown te voorkomen, moet er condition basic (PDM) maintenance worden toegepast (Predictive Maintenance). De resultaten van PDM bepalen het juiste tijdstip voor de volgende onderhoudsbeurt. Alcoa heeft in 1991 een proces ontwikkeld om Reliability Excellence (REX) te implementeren. Dit proces heeft zeven hoofdonderdelen: 1. Leadership commitment voor REX 2. Executie van planned maintenance 3.Toepassen van predictive maintenance (PDM) 4. Reliability tools (failure analysis) 5. Maintenance material management,
tool kits, on time delivery 6. Employee development (skills and knowledge training) 7. Apply best available technology (best practices) Vorig jaar is binnen Alcoa Primary Metals een hernieuwd initiatief genomen om tot Reliability Excellence te komen. De company Life Cycle Engineers is de consultant die de REX implementatie zal begeleiden bij Suralco. Als eersten hebben Refinery Manager Peter de Wit, Production Manager Michel Pengel en Reliability Manager Armand Tjong A Hung recentelijk deelgenomen aan een training in REX management.
We moeten er dus aan werken dat er 100% betrouwbaarheid is tussen twee onderhoudsmomenten – geen breakdown tussen de geplande onderhoudsbeurten. De REX implementatie omvat voor dit jaar: REX Wave trainingen,
-
het maken van een plant assessment, het verbeteren van de materiaalvoorziening door middel van het maken van een A-3 voor aanpak van de planning (reorganiseren van crib stores/plant material deliveries en besparing op Reliability en Maintenance kosten).
In de komende weken zal een ‘initial assessment’ worden gemaakt terwijl ook training van Plant Management zal plaatsvinden.
Ratan N. Tata, Chairman van Tata Sons Ltd., is op 16 februari 2007 benoemd tot elfde lid van Alcoa’s Board of Directors. Tata Sons is de holding company van de Tata Group, het grootste concern van particuliere bedrijven in India met 96 ondernemingen in zeven branches: informatiesystemen en communicatie, engi-
neering, materialen, dienstverlening, energie, consumptiegoederen en chemicaliën. Tata Group had vorig jaar US$ 21.9 miljard aan inkomsten. De Group heeft bedrijven in meer dan 50 landen in zes werelddelen. Ratan Tata werd in 1991 leider van de holding. Hij is wereldwijd in verschillende functies betrokken bij organisaties. In zijn eigen land, India, is hij onder meer voorzitter van de Government of India’s Investment Commission.
Bauxco Nieuws no. 7 - 23 februari 2007
3
De acht (8) barrières voor continue veiligheidsverbeteringen zijn de oorzaken van 1 Restricted Work Case, 1 Medical en 4 First Aid gevallen in de maand januari 2007. We moeten de Near Misses niet over het hoofd zien. In het ARGOS maandrapport van de afgelopen maand is aangegeven dat de barrière Personal Choice (Persoonlijke Keuze) het grootst is bij Procedures en het gebruik van Personal Protective Equipment (PPE). Deze barrière zegt heel veel: als werker vertoont u zelf riskant gedrag. Het ARGOS proces is er om u allen te motiveren een veilig gedrag te bewerkstelligen tijdens werkzaamheden. Ons motto is nog steeds: Geen ris-
4
kant gedrag, geen ongelukken! Door de riskante gedragingen boven water te brengen en het herkennen van de barrières vanuit de commentaren, wil ARGOS u beïnvloeden en motiveren om riskant gedrag te veranderen in veilig gedrag. Safety adviezen van ARGOS betreffende Procedures: het uitvoeren en naleven van procedures is standaard voordat een job begint. Indien blijkt dat u problemen ondervindt om de job veilig uit te voeren, praat eerst met uw superieuren hierover; neem niet het initiatief om onveilig te werken. Wat het niet gebruiken van de voorgeschreven PPE betreft, ons bedrijf verstrekt u de nodige beschermingsmiddelen en schrijft u voor deze te
Bauxco Nieuws no. 7 - 23 februari 2007
gebruiken opdat uw veiligheid geen gevaar loopt. Indien u niet voorzien kan worden van de nodige PPE, begin dan niet te werken zonder de benodigde beschermingsmiddelen. Laat aan uw superieuren weten dat iets u verhindert om uw job veilig uit te voeren en vraag om oplossing van dat probleem. Op leidinggevenden van de afdelingen wordt het beroep gedaan te luisteren naar de noden van de werkers. Dit komt niet alleen de veiligheid ten goede, maar wekt ook wederzijds respect op. Het ARGOS Management Team hoopt dat deze Safety adviezen ter harte worden genomen. We moeten samenwerken om de barrières zo snel mogelijk tot het verleden te laten behoren.
Maheschander Ramjiawan herdacht op 17 januari 2007 het feit dat hij dertig jaar geleden zijn intrede deed in ons bedrijf. Hij is Master Power System Operator en werkt in de Hydro Plant (Afobaka).
Hurtley Bernadine was op 7 februari 2007 dertig jaar in dienst bij Suralco. Hij is Control Operator Refining en werkt op de afdeling Precipitation.
Janine Riedewald is op 15 februari 2007 bij Suralco in dienst getreden in de functie van Business Advisor op de afdeling Accounting. Zij heeft in 2003 in Florida in de Verenigde Staten van Amerika haar Master degree in Business Administration behaald en daarna enkele jaren gewerkt in de sector onroerend goed en het bankwezen. Janine, die voornamelijk in de ‘white areas’ van de Refining als Business Advisor actief zal zijn, rapporteert aan Accounting Superintendent Aditpersad Moensi. Wij wensen Janine veel succes in haar carrière bij Suralco.
De Suralco Ergonomics Task Force wordt in ere hersteld. Per 1 maart 2007 gaat de task force met een missie aan de slag die omvat bestaande ergonomische risicofactoren op de werkvloer te identificeren en onder controle te brengen en het ontstaan van nieuwe risicofactoren te voorkomen. De task force wordt gevormd door: Firoz Habieb, Lead (Refinery) Dew Bhagwandin (Powerhouse)
Clement Bailey (Medical) Anand Bhairo (Administration) Jai Gobardhan (Engineering and Services) Mariska van den Berg (EHS Department). EHS Manager Jan Vandenbergh doet het beroep op een ieder om de task force te ondersteunen bij het bereiken van de doeslstellingen in de missie.
Bauxco Nieuws no. 7 - 23 februari 2007
5
De uitbreiding van de aluinaarderaffinaderij van Alumar blijft ondanks een kostenstijging binnen het budget van Alcoa. ,,Er is inderdaad sprake van een toename van kosten”, gaf een woordvoerder van Alcoa toe, ,,maar die stijging blijft binnen de overall capital investment”, zei Kevin Lowery. De investeringsplannen bedragen wereldwijd een budget van meer dan US$ 3 miljard. Alcoa heeft een aandeel van 54% in Alumar, BHP Billiton Ltd. heeft 36% aan aandelen en het Canadese Alcan Inc. 10%. Alumar werd in 1984 geopend. Alumar breidt de productiecapaciteit van de raffinaderij uit met 2.1 miljoen metrieke ton per jaar. De raffinaderij, die in São Luís staat, kan momenteel 1.5 miljoen ton produceren. BHP Billiton maakte recentelijk een schatting van de kostenstijging, die neerkwam op 40%. Lowery wilde geen details van de kosten verstrekken. “Different companies use different costs models and different people have different views (on costs).”
6
De mechanical completion van de uitbreiding staat op schema voor 2008. Er is nog geen datum aangekondigd voor de start van volledige commerciële productie. Alumar of Maranhão Aluminum Consortium is één van ‘s werelds grootste complexen waar aluinaarde en aluminium worden geproduceerd. Het managementmodel is het Alcoa Business System, ABS, dat de volgende doelstellingen omvat: • verbetering van kwaliteit in het productiesysteem • kostenvermindering • verkorting van de productietijd • verbetering van EHS condities op de werkvloer. Om sustainable development, duurzame ontwikkeling te garanderen, stelt Alumar financiële middelen aan haar medewerkers beschikbaar om de ‘quality of life’, niet alleen van employés maar ook van de gemeenschap in totaliteit te bevorderen. De medewerkers participeren actief in vrijwilligersprogramma’s en activiteiten, zoals BRAVO!, en hun deelname scoort het hoogst van alle Alcoa – vestigingen. In 1980, toen het consortium in voorbereiding was, investeerde Alcoa US$
Bauxco Nieuws no. 7 - 23 februari 2007
33 miljoen in een 40 kilometer lang waterbuizennet van Rosário naar São Luís, toen de grootste substantiële bijdrage van één bedrijf aan de stad. Het is niet daarbij gebleven wat investeringen betreft; in 1996 werd een educatiecentrum opgezet dat ongeveer US$ 625.000 ontving voor onderwijs aan 1200 leerlingen uit de rurale omgeving, en in 1999 werd US$ 44.000 geïnvesteerd in de bouw van de Banco do Leite Humano, een centrum waar borstvoeding wordt verzameld, verwerkt en gedistribueerd ten behoeve van moeders die zelf die voeding niet kunnen geven. Wat milieuaangelegenheden betreft, volgt Alumar een modern managementprogramma waaraan alle medewerkers deelnemen. In 1996 werd het Alumar Environmental Park geopend. Het dient ter ondersteuning van activiteiten op het gebied van milieuonderwijs en ter stimulering van de commitment aan het milieu van de gemeenschap en het consortium. De unit wordt zowel nationaal als internationaal erkend op milieugebied en kreeg tot vier maal toe het Environment Audit Excellence Certificate, de hoogste onderscheiding in Alcoa’s Corporate Environmental Audit.
Veranderend Antarctica Tegen de verwachtingen in lijkt het de afgelopen decennia niet warmer te zijn geworden aan de Zuidpool. Toch is het klimaat rond Antarctica wel sterk veranderd, met volksverhuizingen onder pinguïns en een achteruitgang van het zeeleven tot gevolg. De ene onderzoeker slaat alarm over massale verplaatsingen van pinguïns, veroorzaakt door een snelle opwarming hun Antarctische leefgebied. Zijn collega vertelt dat het Zuidpoolcontinent de laatste tien jaar niet warmer lijkt te worden, maar juist kouder. Deze twee onderzoeksresultaten, onlangs gepresenteerd op de jaarlijkse bijeenkomst van de Amerikaanse Vereniging ter Bevordering van de Wetenschap in San Francisco, lijken op het eerste gezicht in tegenspraak met elkaar. Maar dat zijn ze niet. David Bromwich is hoogleraar atmosferische wetenschappen bij het Byrd Centrum voor Poolonderzoek aan de universiteit van Ohio. Zijn boodschap: aan het eind van de twintigste eeuw is de temperatuur op het vasteland van Antarctica niet gestegen, terwijl klimaatmodellen dat wel hadden voorspeld. ,,Dat contrasteert sterk met de noordelijke punt van het Antarctisch Schiereiland, want dat is juist één van de snelst opwarmende gebieden op aarde”, aldus Bromwich. Het binnenland van Antarctica doet dus raar. Dat bleek vorig jaar ook al een beetje, toen de groep van Bromwich aantoonde dat de sneeuwval rond de Zuidpool achterbleef bij de verwachtingen van klimaatmodellen. Die had moeten toenemen, maar hij nam de laatste tien jaar juist wat af. Een mogelijke verklaring voor de temperatuurdaling in het Antarctische binnenland is het gat in de ozonlaag, oppert Bromwich. ,,Als je min-
der ozon hebt, wordt er minder ultraviolet licht geabsorbeerd en daardoor wordt de stratosfeer minder warm.” Dat effect zou sterker zijn dan de invloed van een verhoogde CO2-concentratie, die juist warmte vasthoudt. Althans: zolang het gat in de ozonlaag er is. Het is de bedoeling dat het gat verdwijnt, want de ozonlaag is hard nodig als schild tegen het kankerverwekkende ultraviolette licht. In 2006 was het ozongat echter groter dan ooit. Het team van Bromwich keek ook naar de wind die vrijwel altijd in westelijke richting om Antarctica heen waait. ,,Deze westenwinden zijn wel tien tot zelfs twintig procent sterker geworden in de laatste veertig jaar”, verklaart de meteoroloog. Die aantrekkende windkracht lijkt mede schuldig te zijn aan het versneld afbreken van ijsplaten rond het Antarctisch Schiereiland, waardoor het gebied er nu heel anders uit is gaan zien. Het schiereiland is de laatste decennia drastisch aan het veranderen, zegt ook Berry Lyons, de baas van het onderzoekscentrum waar Bromwich werkt. Het verdwijnen van zee-ijs aan de randen dwingt pinguïns tot grote volksverhuizingen: ,,Ezelspinguïns en keelbandpinguïns zakken naar het zuiden af tot gebieden die nu door Adéliepinguïns worden bewoond, en de Adélies worden verder naar het zuiden geduwd, allemaal door de veranderingen in het zee-ijs.” Dat is een heel zichtbaar gevolg van de klimaatverandering. Maar ook in het water is niets meer wat het was, aldus Lyons. ,,We zien de ecosystemen in zee dramatisch reageren op de temperatuurstijging rond het Antarctisch Schiereiland.” Aan de basis van de voedselketen gaat het mis: verdwijnend zee-ijs gaat gepaard met een grote achteruitgang van Bauxco Nieuws no. 7 - 23 februari 2007
krill, de verzameling kleine kriebelbeestjes waar vrijwel alle grotere beesten direct of indirect van afhankelijk zijn. Opwarming van de aarde, betoogt Lyons, zal veel meer kwaad doen dan de zeespiegelstijging die zo wordt gevreesd. Het zal drastische veranderingen veroorzaken in kwetsbare ecosystemen overal op aarde. Op het Antarctisch schiereiland zijn die veranderingen dus al volop bezig.
In 2006 was het gat in de ozonlaag boven Antarctica groter dan ooit.
Adéliepinguïns worden naar het zuiden verdrongen.
Keelbandpinguïns zakken af naar het zuiden, omdat het zeeijs in noorderlijker streken is verdwenen.
Noorderlicht Nieuws 7
Vermoeidheid als algemeen verschijnsel of bij ziekte Moeheid is een klacht die zeer veel voorkomt. Iedereen is wel eens moe. Moeheid is zelfs voor de meesten van ons een dagelijkse ervaring. De volgende morgen of na rust is het gewoonlijk weer over. Bij sommige mensen blijft de vermoeidheid langere tijd aanwezig. Toch spreken we dan nog niet van chronische vermoeidheid. Bekend is dat zeker bij 80% van de mensen de ernstige vermoeidheid binnen enkele weken tot enkele maanden weer overgaat. Chronische vermoeidheid als klacht komt ook zeer vaak voor bij mensen met chronische ziekten. Chronische vermoeidheid kan bijvoorbeeld voorkomen bij patiënten met spierziekten, patiënten met chronische alvleesklierontsteking, patiënten met multiple sclerose, patiënten met hartziekten of patiënten met een te traag werkende schildklier. Chronische vermoeidheid komt ook regelmatig voor lang na een ernstige ziekte, bijvoorbeeld na een beroerte (herseninfarct, hersenbloeding), of soms nog lang na behandeling van kanker.
te vinden is, de klachten tenminste zes maanden bestaan. Bijkomende klachten Naast de vermoeidheid kunnen één of meer van de volgende verschijnselen aanwezig zijn: beperking in het korte termijngeheugen of concentratieproblemen,zere keel, gevoelige hals- of okselklieren, spierpijn, gewrichtspijn, hoofdpijn, slaapklachten, malaiseklachten na inspanning die langer dan 24 uur duren, maag- of darmklachten, duizeligheid, slaapklachten, spierzwakte, prikkelbaarheid, spraakstoornissen of extreem transpireren. Maar ook andere niet genoemde klachten kunnen voorkomen. Invloed van klachten op het dagelijks leven CVS patiënten ondervinden ernstige gevolgen van hun klachten op het dagelijks leven: Na een lange nachtrust voelen veel patiënten zich bij het opstaan niet uitgerust. De meeste patiënten zijn veel minder actief dan zij voor het ontstaan van de klachten waren. De dagelijkse zelfzorg kan men meestal nog, zij het met moeite, zelfstandig uitvoeren.
Bij een klein deel kunnen de vermoeidheidsklachten langer dan zes maanden aanhouden. In dat geval kan sprake zijn van het chronisch vermoeidheidssyndroom (CVS). CVS is niet meer dan een naam voor ernstige vermoeidheidsklachten die niet aan een herkenbare ziekte kunnen worden toegeschreven. Er is sprake van het chronisch vermoeidheidssyndroom als: er ernstige aanhoudende of telkens terugkerende vermoeidheidsklachten aanwezig zijn die niet aanzienlijk verbeteren door rust en niet het gevolg zijn van voortdurende inspanning, de vermoeidheid heeft geleid tot forse afname van vroegere niveaus van beroepsmatig, sociaal en/of persoonlijk functioneren, voor deze klachten geen lichamelijke verklaring 8
Gevolgen voor werk: CVS patiënten zijn vaak absent op de werkplek, omdat ze ‘ziek’ zijn. De sociale contacten van patiënten lopen ten gevolge van de klachten sterk terug. De ernstige lichamelijke klachten en de toegenomen beperkingen in het dagelijks leven kunnen er bij sommige patiënten toe leiden dat zij zich lusteloos, somber en machteloos voelen.
Bauxco Nieuws no. 7 - 23 februari 2007