Discussie over liturgie – 23 reacties op vragenlijst (Drumalis, 2015) Niet iedereen gaf overal altijd een antwoord, en niet iedereen heeft een eigen gemeente.
Huidige situatie Aantal leden en vrienden in je gemeente: Zes gemeenten hebben minder dan 100 leden, zeven gemeenten tussen de 100 en 250, drie gemeenten tussen 250-500 leden en twee gemeenten zijn nog groter. Hoe vaak avondmaal per jaar: (of dienst van de tafel, agapé en andere varianten) Eerst de uitersten: in één gemeente gebeurt dit eens per jaar, in één gemeente 9 of 10 keer per jaar. De rest zit er tussen in: vijf gemeenten 2 x, acht gemeenten 3 of 4 keer, drie gemeenten 5 of 6 keer. Is er een gezongen kyrië? In vier gemeenten meestal, in acht gemeenten soms en zelden in zes gemeenten. Wat is het antwoordlied na votum en groet? In veel gemeenten wordt meer dan één antwoordlied gebruikt. Het vaakst wordt gezongen “Tot u Heer is ons hart gericht” of een couplet van het openingslied. Andere genoemde liederen: “Laat dan mijn hart u toebehoren”, “Omdat gij het zijt”, “Hoor Heilige geest”, “Vrede van God zij ook met u”, een gezongen groet uit het liedboek of een eigen antwoordlied uit de gemeentebundel Vrijburg. Wat is het antwoordlied na de zegen? Het vaakst wordt “Amen” gezongen. Daarnaast worden liederen uit het liedboek genoemd (215, 416 en 425), of het laatste lied uit het slotlied of een gezongen zegen als slot. In enkele gemeenten wisselt het antwoord, en in één gemeente wordt er niets gezongen na de zegen. De liturgieklapper In hoeverre maak je gebruik van de liturgieklapper? Varieer je geregeld met teksten of gebruik je meestal dezelfde? Twee predikanten gebruiken de klapper, vier niet (meer), elf doen dat soms. Er worden ook teksten uit het nieuwe liedboek gebruikt of andere bundels. De meeste predikanten variëren hun teksten, en zes geven aan (ook) eigen teksten te gebruiken. Betrokkenheid gemeenteleden bij vormgeving van de liturgie (liturgiecommissie, lectoren, cantorij, anders) of is het liturgisch gebeuren geheel in handen van de predikant? Twee predikanten geven aan de diensten meestal alleen vorm te geven. In de meeste gemeenten (16) is er een liturgiecommissie (commissie diensten, werkgroep eredienst, werkgroep liturgie) – meestal structureel, vaak wel wat op afstand betrokken. In drie gemeenten worden enkele keren per jaar diensten voorbereid door deze groep, al dan niet met medewerking van een predikant. De liturgiewerkgroepen hebben vaak een praktische taak, maar denken soms ook inhoudelijk mee. Dat laatste is soms lastig als de kennis ontbreekt, dan blijft de predikant degene die het initiatief neemt voor verandering of vernieuwing.
Ook zijn er predikanten die ad hoc diensten voorbereiden met een lees- of gesprekskring, de dienstdoende musici of de werkgroep diaconie. Rondom feestdagen gebeurt het vaker dat de diensten in samenspraak met gemeenteleden worden voorbereid. Lectoren zijn er in meer dan de helft van de gemeenten (soms niet elke week). Een cantorij, koor of zanggroep is er in acht gemeenten. In vier gemeenten worden nieuwe liederen ingestudeerd met een gelegenheidskoor of voor de dienst met de organist. Opmerkingen: In PKN gemeenten (waar men als gastpredikant voorgaat) is er meer betrokkenheid van gemeenteleden. Enkele gemeenten hebben een bijeenkomst georganiseerd om met gemeenteleden te overleggen over mogelijkheden en ideeën. Variatie of experimenten m.b.t. andere vormen van diensten of liturgie – en / of andere invulling van het bijeenzijn op zondagmorgen. Variaties binnen de gevolgde liturgie: een gast doet de overweging (leek of theoloog) de schriftlezing in dialoogvorm met verschillende stemmen andere muziek (instrumenten, koor, muzikanten, meerstemmige liederen of CD) vriendendienst andere opstelling: in een kring andere vormen avondmaal (brood en wijn, agapè, vredesmaal) beelden in de dienst (in ‘t echt of via beamer) als illustratie of als uitgangspunt interactie: gesprek, spel of een open ruimte voor inbreng kerkgangers Andere vormen van diensten: Diensten met poëzie Muziekdienst (niet het woord, maar de muziek staat centraal) Stiltedienst of meditatievieringen (ook beeldmeditatie) Viering met dans Andere liturgie: Thomasviering of Taizédienst Diaconale viering Herbergdienst Dienst zonder predikant op zondag (of andere dag, b.v. “tussen werk en kerk”) Dienst voor en door kinderen (kinderkring, tieners, scholendienst, 0 tot 100) Liturgie gecombineerd met maaltijd (b.v. kerstontbijt, paaslunch, pinksterbrunch) Iets heel anders op zondagmorgen: Filmdienst, concert of toneel op zondagmorgen, dit alles zonder liturgie. Wel of geen verandering? Uit het onderzoek van Motivaction blijkt dat buitenstaanders de vrijzinnige boodschap en de klassieke vorm van liturgie (met predikant in zwarte toga) niet altijd met elkaar kunnen rijmen. Hoe zou je iets kunnen veranderen terwijl je tegelijkertijd het oude vasthoudt? Eigenlijk niet? Nee, dat kan denk ik niet. Dat kan niet: veranderen en het oude (wat is dat?) vasthouden.
Binnen de prachtige indeling van de liturgie kan je eindeloos variëren met woorden en vormen. Die ruimte is er al in de huidige grondstructuur. Nieuwe mensen komen niet voor een opgedirkte dienst! Soberheid kan ook een pré zijn, we zijn toch niet bang voor eenvoud? Liturgie blijft voor mij persoonlijk verbonden met een bijzonder gewaad dat benadrukt dat niet ik als persoon daar sta, maar in de functie van voorganger.
Misschien toch? Dat weet ik niet meer. Het moet gaan om het zoeken van de kruising van Gods spoor en het mijne in het leven. God zoekt ons, ik zoek God samen met anderen – in grote eerbied voor ’t mysterie en niet vanuit gezelligheid, maar vanuit ernstige levensvragen. Mag wel met lach en traan, onder de lach is de ernst – het is geen grapje, geloven en eredienst. Zorg voor afwisseling op gewone zondagen en voor ijkpunten in het kerkelijk jaar. Niet veranderen als het niet nodig is. Er zijn altijd mensen die gewoon in de kerk willen zitten en er zijn er die “iets anders” willen. Goed communiceren is belangrijk. Niet het oude, maar het bestaande. Niet radicaal, maar wel beslist variëren, ruimte scheppen voor gebruik van symbolen. Moeilijke zaak: heel langzaam nieuwe liederen invoeren, regelmatig gewone diensten en de experimentele diensten helder aankondigen. N.B. jongeren waarderen de traditionele liturgie! Vaste sobere liturgie met eigentijdse teksten en liederen. Naast bijbel ook andere bronnen. Stiltes, stukjes meditatie. Variatie in instrumenten en muziek. Zeker wel Meer interactie en stem geven aan kerkgangers. Ruimte voor spontane dingen. Andere teksten en muziek. Taal is van belang, het nieuwe liedboek is al een vooruitgang. U en Gij, soms jou en jij. Naar buiten toe goede informatie geven, ook nagaan wat anderen verwachten. Toga: niet altijd, of alleen op hoogtijdagen een liturgisch gewaad aan. Niet zwart, liever gebedskleed in andere kleur. Of helemaal geen toga, is niet meer nodig. Opstelling stoelen anders om eenrichtingsverkeer te doorbreken. Ook iets meer beweging. Minder liederen, meer muziek, solozang of duetten. Minder plechtstatig, ernstig en serieus. Vertel een goed verhaal, met ruimte voor vrolijkheid, varieer naar hartenlust als dat past bij de gelegenheid. Misschien meer kleur en iets meer ritueel. Ruimte voor beeldende kunst. Een stilteviering of meditatieve viering. In ieder geval wel een dienst (geen concert of lezing), maar met andere accenten: meer op beleving, minder op het woord. Klassieke diensten met gespreksruimte of echte maaltijd (herbergvieringen). Nieuwe bijeenkomsten zonder gebed en lied, maar met teksten, meditatiebeoefening en CDmuziek. Waar het eigenlijk om gaat: Nog belangrijker dan nieuwe vormen is dat de boodschap aansluit bij het concrete leven van mensen. Zelf experimenteer ik wel graag met rituelen en symboliek.
Dynamiek van in- en uitademen in de onderdelen van de viering: die moeten een geheel zijn. Wezenlijk is wat er voorbij de woorden gebeurt. Hoe raak je de mensen, hoe breng je inspiratie en verbinding met elkaar op gang. Naar Elze Jan Kuiper: wees je bewust waarom je dingen doet. niet een kaars aansteken omdat je denkt dat mensen dat mooi vinden, maar er goed over nadenken. Niet de krant in voorbeden erbij slepen om actueel te zijn, maar gebeden moeten uit preek voortvloeien. Geen beamer gebruiken omdat er een plaatje bij moet, maar alleen beeld laten zien als dat inhoudelijk met de rest verbonden is. Als de innerlijke samenhang in een dienst van tekst, muziek, woord en beeld duidelijk is, dan kun je de mensen ook mee nemen.
Andere “losse” ideeën voor diensten: Dienst met vrije liturgie waarbij alles kan. Meditatieve dienst zonder preek, wel met liederen en gebeden. In Utrecht diensten “woord en meditatie” en “meditatie in beweging”: daar zou ik graag anderen over vertellen en van laten proeven. Lezingen met muziek in plaats van een dienst. Zorgvuldigheid is belangrijk: geen gehannes met apparatuur. Stelling: Omdat de liturgie van de remonstranten niet meer voor iedereen voldoet, moet er een landelijke groep gevormd worden die gaat inventariseren welke bijzondere vormen van liturgie of diensten er nu zijn en die zich vervolgens gaat bezinnen op de mogelijkheden van liturgievernieuwing. De meeste predikanten vinden dit een goed idee. Opmerkingen: Vaak genoemd: breng nieuwe ideeën bij elkaar op een forum of website. Vaak genoemd: de taak van zo’n groep moet niet zijn een nieuwe liturgie te maken, maar voorbeelden, tips verzamelen die passen bij remonstrantse manier van doen. Ondogmatische, speelse en kwalitatief goed geheel van inhoud en vorm. Paar keer de suggestie dit vooral ook met nieuwe leden en buitenstaanders te doen. Ja, naar analogie van “belijdenisgroep” (2006). Nu ploetert iedereen zelf en ondervindt weerstand in bestaande groep kerkgangers, dan “vaardigt” de CoZa een nieuwe liturgie uit die direct meer gezag kan hebben in gemeenten. Eens. Moet kerkdienst anders, of moeten we iets anders dan kerkdiensten? Vieren in een bijna post-christelijke tijd blijft soms lastig, maar is ook een uitdaging. Zoek nieuwe taal en beelden, maar blijf bij de eenvoud die bij ons past. Remonstrantse liturgie vernieuwing had ingrijpend veel eerder in gang gezet moeten worden. Ik ben blij met dit initiatief. Goed idee: wie zou ons nieuwe wegen kunnen wijzen, waar gaan we luisteren en kan het in iedere gemeente? Er zijn veel lokale verschillen. Verschillende keren suggesties om te verzamelen en te bundelen: Maak een bundel alternatieve diensten: songfestivaldienst, dienst voor ongelovigen, Harry Potterdienst – met plaatjes. Lijkt me van groot belang, om inventarisatie te maken van best practices en pioniersplekken op liturgisch gebied binnen PKN. Daarnaast een proefpolder kunnen opzetten waarin ook ruimte is om te experimenteren met multi mediale middelen.
Zou mooi zijn om aantal ontwikkelingen door te geven en nieuw materiaal te verzamelen als inspiratiebron. Er zijn veel mooie teksten en misschien ook beelden mee te geven of ideeën voor het begin of einde van een dienst.
Oneens of twijfel, opmerkingen: Laten gemeenteleden en predikant zelf met elkaar in gesprek gaan over verlangens, gemis en verwachtingen, wie weet wat er dan ontstaat. Eigenlijk ouderwets voorstel, iets landelijks waardoor afstand met grondvlak blijft. Ander voorstel: maak een liturgiegroep aan (zoals leesroostergroep en vieringendienstgroep) waarin voorgangers en liturgie geïnteresseerden elkaar kunnen inspireren en adviseren. Vooral “ouderen” niet voor het hoofd stoten door geliefde teksten / liederen af te schaffen. Dat leidt tot niets. Het nieuwe liedboek heeft genoeg in zich om mee aan de slag te gaan. Twijfel over landelijke groep, ik vermoed dat er vooral geëxperimenteerd moet worden op landelijk niveau, zoals in liturgische momenten op conventsreis, bij Arminius, op AV, etc. Ook op plaatselijk niveau, b.v. commissie experiment (Eindhoven), die van alles uitprobeerde. De voorgangers en predikanten zijn zo verschillend dat geen uniformiteit bereikt kan of zal worden. Andere “losse” ideeën en opmerkingen hierover: Laat gemeente in de kerk een liturgie-feedback en vernieuwingsbrievenbus plaatsen, voor leden, vrienden, belangstellenden, buitenstaanders en verzamel die regelmatig. Heeft voorganger zelf plezier in wat hij brengt? Heeft hij zelf zin in verandering of niet? Graag trainingsdagen organiseren, in samenspraak met het Arminius instituut. Ik mis in enquête aandacht voor: toga (is dat wenselijk of vervreemdend), muziek (goede pianist / organist maakt de sfeer), aankleding kerk (mooie tafel, kaarsen, bloemen, paassymboliek), water, voorbedeboek (rol diakenen?), indeling en gebruik van de ruimte en of voorganger er plezier in heeft. Het helpt soms (een beetje) om in een gemeente bij de keuze voor andere teksten en liederen te kunnen verwijzen naar de liturgieklapper, als ze daar in staan. Toch heeft het landelijk gebeuren in die zin geen autoriteit, gemeenteleden willen dan liever veel comfort en liefst geen challenge. Is er wel zoiets als remonstrantse liturgie en heeft ’t zin je daarop te focussen? Zie je eigenheid daar in? Kernvraag: hoe wil je kerk zijn? Kijk je met nieuwkomers vanuit de campagne naar binnen, dan constateer ik dat liturgie + vernieuwing niet meer kan werken. Het gaat uit van een verouderd paradigma van kerk zijn. Dat is achterhaald.