inzicht #17
E E N I N I T I AT I E F VA N E R N ST & YO U N G I N S A M E N W E R K I N G M E T D E T I J D E N L’ EC H O l 1 6 D EC E M B E R 2 01 1
NIEUW TIJDPERK VOOR BANKEN EN VERZEKERAARS Interview met Sylvie Goethals, Kris Volkaerts, Gibert Van fraeyenhoven en Philippe Desombere 2 - 3
WAT BETEKENT EEN KREDIET VOOR EEN BANK? De impact van de regelgever 4
DE FINANCIËLE DIENSTENSECTOR Totaalperspectief voor totale aanpak
5
SOLVENCY-II HARMONISEERT RISICOBEHEER Regelgeving bij verzekeringsmaatschappijen 6
BANKIEREN VOOR DE NIEUWE GENERATIE Van smarthphone over geolokalisatie tot sociale media 7
Vragen over deze problematiek? Wilt u dit dossier ook online raadplegen? www.tijd.be/inzicht
Transformaties in de financiële sector In de nasleep van de crisis staan financiële instellingen voor ingrijpende transformaties. Het vertrouwen van Europese klanten in hun bank is dramatisch gedaald. Ook de toezichthouder en de politiek voeren de druk op. De Basel-III normen staan centraal in dit perspectief. De striktere vereisten voor het beheer van krediet- en liquiditeitsrisico’s wegen weliswaar zwaar op de bancaire systemen en processen, niet alleen op de financiële kant van de zaak. Maar ze bieden ook transparantie en zekerheid aan de klant en andere belanghebbenden. Voor verzekeraars zijn de normen strenger geworden. Voor hen staat de implementatie van Solvency-II met stip op één. Vanuit een totaal andere hoek vormt de opkomst van smartphones en tablets, sociale netwerken en geolokalisatie een uitdaging voor de financiële sector. Deze trend biedt een waaier van mogelijkheden om de banden met de klant aan te halen, maar geeft ook een resem uitdagingen. Hoe te voldoen aan de verwachtingen van die nieuwe generatie, die met internet opgegroeid is? Een naadloze integratie van dienstverlening en voldoende veiligheid zijn daarbij de belangrijkste aandachtspunten. Naast deze externe uitdagingen zijn de financiële instellingen ook volop bezig de interne processen en producten te rationaliseren. Zo moet vereenvoudiging van de producten leiden tot structurele kostenbesparing in de administratieve processen. De instellingen die opgewassen zijn tegen deze uitdagingen, verwerven een concurrentieel voordeel.
2
FINANCIAL SERVICES
EDITORIAAL Uitdagingen voor de financiële sector Sinds het begin van de financiële crisis, beheersen banken en hun financiële gezondheid het nieuws. Zoals de economische crisis die op de financiële crisis volgde ten overvloede aantoonde, zijn financiële instellingen nog steeds even relevant voor het maatschappelijk welzijn als vroeger. Op de crisis volgde een golf van nieuwe regelgeving. De regelgevers en de actoren uit de sector proberen het evenwicht te vinden tussen enerzijds een betere bescherming van de spaarders en de belastingbetaler door hogere kapitaaleisen, en anderzijds de rol die banken spelen in het verschaffen van krediet, de zuurstof van de economie. De Basel-III normen tekenen het kader uit voor dat nieuwe evenwicht binnen de banksector. Het implementeren ervan heeft voor elke bank een bedrijfsoverspannende, zelfs strategische impact, en wordt dan ook aangepakt als een door het topmanagement gedreven transformatieproject. Intussen werden de verzekeringsinstellingen eveneens door de regelgevers onder de loep gehouden. Het regelpakket dat voor hen op maat werd gesneden heet Solvency-II. De impact daarvan laat zich niet enkel intern voelen, maar ook in de productmix: de klant zal meer dan vroeger een faire prijs moeten betalen voor het reële risico van de verzekeringsproducten. Terwijl dit alles zich afspeelt op het voorplan, zijn er nog enkele stille revoluties aan de gang. Daarbij denken we ten eerste aan de opkomst van nieuwe media als smartphones, tablet-pc's, geolokalisatie en sociale netwerken, die de relatie tussen bank en klant grondig zullen wijzigen. Ten tweede zijn er een aantal rationalisatieprojecten aan de gang, die de banken moeten toelaten op een kostenefficiënte manier hun producten en diensten te leveren. Dat zijn stuk voor stuk stevige uitdagingen die de nodige management-aandacht en professionele opzet vereisen. Op de volgende pagina's gaan we dieper in op deze thema's. We hopen dat de hier en daar wat technische toon u niet van uw leesplezier zal beroven. Het resultaat van deze veranderingen zal ons immers allen raken, en dus zijn we maar beter terdege geïnformeerd.
Rudi Braes, Managing Partner Ernst & Young België
COLOFON Een initiatief van Ernst & Young Philippe Desombere, Vennoot Ernst & Young EMEIA FSO Advisory Bernard Ghigny, Vennoot Ernst & Young EMEIA FSO Advisory Sylvie Goethals, Vennoot Ernst & Young EMEIA FSO Advisory Kris Volkaerts, Vennoot Ernst & Young EMEIA FSO Advisory Gibert Van fraeyenhoven, Vennoot Ernst & Young EMEIA FSO Advisory Verantwoordelijke uitgever : Marc Cosaert, vennoot Ernst & Young Transaction Advisory Services www.ey.com/be Volg Ernst & Young op Twitter: Twitter.com/EY_Belgium Tel. : 02 774 91 11
Een realisatie van : Mediafin Publishing Coördinatie : Veronique Soetaert Redactie : Mediafin Lay-out : Laure Jans-Cooremans Fotograaf : Thomas De Boever Sofie Van Hoof Uitgever : Dieter Haerens Info?
[email protected]
BIJLAGE i.s.m. ERNST & YOUNG
3
FINANCIAL SERVICES
BIJLAGE i.s.m. ERNST & YOUNG
VERANDEREND VERWACHTINGSPATROON BEÏNVLOEDT FINANCIËLE SECTOR
Nieuw tijdperk voor banken en verzekeraars In de nasleep van de financiële en kredietcrisis ontstaan er voor banken en verzekeringsinstellingen belangrijke uitdagingen. Met complexe nieuwe regelgeving, veranderende verwachtingspatronen bij de klanten en een onophoudende stroom nieuwe technologie, staat de hele sector voor belangrijke transformaties die een grote impact hebben op processen, producten en systemen. Vier vennoten van Ernst & Young EMEIA Financial Services Organisation (FSO) Advisory laten hun licht schijnen over het hoe en waarom.
Nieuwe regelgeving Wat zijn de krachtlijnen van de nieuwe regelgeving? Kris Volkaerts: Ten eerste wordt de regelgeving gedreven door brede principeakkoorden die in de G20 zijn afgesproken. Voor de banken gebeurt dat in het kader van het Basel-III programma, voor de verzekeraars is er Solvency-II. De klemtoon ligt vooral op ver-
Kris Volkaerts
Impact op processen
Banken en regelgevers focussen op het terugwinnen van het consumentenvertrouwen. Sylvie Goethals, Vennoot Ernst & Young EMEIA FSO Advisory
Gilbert Van fraeyenhoven
Philippe Desombere FOTO: THOMAS DE BOEVER
strenging en harmonisering van de kapitaal- en liquiditeitsvereisten. Philippe Desombere: Centraal staat een betere en vooral ook conservatievere inschatting van het eigen kapitaal dat een bank moet aanhouden om de verhoogde risico’s van bijvoorbeeld wanbetalingen te dragen. Daarnaast is ook het beheer van het liquiditeitsrisico cruciaal. Daar werd voor de financiële crisis nauwelijks over gesproken: we gingen ervan uit dat op de markten altijd voldoende liquiditeit zou zijn. Nu moet een bank bij wijze van spreken voor elk langlopend krediet dat ze verstrekt, afwegen of ze nog voldoende financiële middelen snel kan vrijmaken, als klanten hun spaarcenten sneller dan verwacht willen opnemen.
De omgeving waarin financiële instellingen zich bewegen, is sinds de crisis grondig veranderd. Wat zijn de belangrijkste trends en uitdagingen? Sylvie Goethals: Ten eerste heeft het klantenvertrouwen een stevige knauw gekregen. Dat moet worden rechtgetrokken. Ten tweede werd in de nasleep van de crisis een karrenvracht nieuwe regelgeving geïntroduceerd. De implementatie van die regels is volop aan de gang, en dat is een hele klus. Een derde uitdaging is de integratie van nieuwe media als smartphones en de impact van sociale netwerken. Philippe Desombere: Financiële instellingen hebben heel wat ervaring met transformatieprocessen; er zijn altijd crisissen geweest. Het verschil met vandaag? Nu moet aan een aantal transformaties tegelijkertijd het hoofd geboden worden. Daar zijn visie en ervaring voor nodig, en een degelijke methodologie. Hoe moeten banken reageren op het tanende consumentenvertrouwen? Sylvie Goethals: Eind vorig jaar ondervroeg Ernst & Young wereldwijd 20.000 bankklanten. Wat bleek? De sterke merken verliezen aan slagkracht en het vertrouwen in de banken is afgenomen met gemiddeld 44 procent. In Europa is deze trend nog nadrukkelijker aanwezig. Het zwaarst getroffen zijn het VK met 63 procent en Duitsland met 61 procent. Ook interessant: 36 procent van de klanten veranderde vorig jaar van bank en 7 procent is van plan om dit vooralsnog te doen. De meest geciteerde redenen zijn een gebrekkige service (41%), hoge kosten (36%) en onvoldoende fysieke nabijheid (22%). In België is het vertrouwen gelukkig wat minder gedaald. Gilbert Van fraeyenhoven: Opmerkelijk is voorts dat meer dan 54 procent klant is bij meer dan één bank. De klant heeft een voorkeur voor internetbanking, bankautomaten en agentschappen om met zijn bank in contact te treden. Mobile banking en callcenters kennen minder succes. Philippe Desombere: Intussen werken de banken aan het vertrouwen, verhogen ze de loyauteit en ontwikkelen ze nieuwe diensten. Ook de wet- en regelgevers trachten door de invoering van bijkomende regulering het vertrouwen in de financiële sector te herstellen.
Sylvie Goethals
Wat zijn de praktische gevolgen van de nieuwe regelgeving voor de financiële instellingen? Kris Volkaerts: Banken en verzekeringsinstellingen maken werk van de manier waarop ze risico’s in de praktijk beheren. Belangrijke vragen zijn: Hoe worden risico's tijdig herkend? Wie wordt op de hoogte gebracht? Hoe beïnvloedt het gewenste risicoprofiel de individuele beslissingen om een krediet te verlenen of een polis te onderschrijven? Hoe wordt risico meegenomen in de beoordeling en remuneratie van de professionals? Philippe Desombere: Die trends zorgen voor een grote belasting op de processen en systemen. Traditioneel waren die vaak op rendement gericht, nu moeten ze ook naar de impact op de balans en liquiditeit kijken. Bovendien beschikten departementen als risicobeheer, boekhouding en thesaurie vaak elk over hun eigen processen en systemen. Nu moeten die geïntegreerd worden zodat de basisgegevens identiek zijn en men sneller en efficiënter kan analyseren en rapporteren. Ook qua rapporteringsvereisten zijn er grote wijzigingen nodig. Vroeger lag de focus op de opvolging van de commerciële resultaten. Nu zoomt men in op de inschatting van toekomstige verwachte kapitaalnoden en van de verwachte evolutie van de actief- en passiefposten van de balans, en op de afweging in real time van de balans tussen risico en rendement. Stresstesting en “worst case” -scenario planning zijn daar de modewoorden. Kris Volkaerts: Al die trends convergeren in één richting: tijdig kwalitatieve informatie verstrekken om snel beslissingen te kunnen nemen op alle niveaus van de organisatie. De nodige aanpassingen doorvoeren, dat vraagt vaak herstructureringen in de IT tot op het grondniveau. Daar zonder kleerscheuren doorkomen is een van de voornaamste uitdagingen voor de financiële instellingen. Het gaat echt om zeer complexe, bedrijfsoverspannende transformatieprojecten die gepaard gaan met belangrijke investeringen. Daar is begeleiding voor nodig, door een partner met een degelijke visie en een efficiënte methodologie.
De nieuwe trends in de financiële sector resulteren in bedrijfsoverspannende transformatieprocessen. Philippe Desombere, Vennoot Ernst & Young EMEIA FSO Advisory
Sylvie Goethals: Uiteraard heeft de nieuwe regelgeving ook een directe invloed op de kostprijs van de producten en diensten die de bank of verzekeringsonderneming aanbieden. Financiële instellingen zijn daarom voortdurend op zoek naar oplossingen om de complexere regelgeving te combineren met een betere dienstverlening en met kostprijsbeheersing wat een belangrijke uitdaging is. Dit vereist performante processen, kwalitatieve gegevens en transparante sytemen voor rapportering en analyse. Kris Volkaerts: Financiële dienstverleners waren ook zonder deze druk van de nieuwe regels al bezig met een meer bewuste productpolitiek. De laatste twee decennia werden er steeds vaker variaties aan bestaande producten toegevoegd. Die bezwaarden vaak jarenlang de informaticasystemen van de instellingen. Een stille revolutie is daar aan de gang, om tot meer performante, gestandaardiseerde producten en bouwstenen van producten te komen vanuit een puur operationeel perspectief. Kostenefficiëntie is ook daar een grote drijfveer. Bovendien maken gestandaardiseerde producten het mogelijk om de risico’s beter in te schatten. Nieuwe technologie Een derde uitdaging is het gebruik van nieuwe media. Hoe gaan de financiële instellingen daarmee om? Gilbert Van fraeyenhoven: De nieuwe generatie wil een naadloze communicatie: overal, de hele tijd, via elk mogelijk kanaal.
We kunnen niet voorbij aan de opkomst van smartphones, tabletcomputers en sociale media als Facebook, Twitter en LinkedIn. Wie de klant daar niet tegemoet komt, mist de trein. Dat biedt tal van mogelijkheden om het klantenvertrouwen te herstellen, de service-ervaring te verbeteren en de merknaam perceptie op te trekken. Het kan ook een schat aan informatie opleveren over het profiel van de klanten. Sylvie Goethals: Opmerkelijk is dat de klant zich niet op één kanaal richt. Vaak willen ze de meeste alledaagse transacties met een pc of smartphone afwikkelen. Maar ze waarderen een persoonlijke ontmoeting als ze een belangrijke financiële beslissing moeten nemen. De klant verwacht bovendien dat de verschillende kanalen naadloos met elkaar verbonden zijn. Veroorzaakt dat nieuwemediaverhaal grote kosten? Gilbert Van fraeyenhoven: Elk nieuw communicatiekanaal brengt extra lasten mee voor de instelling, zowel op het gebied van ontwikkeling en implementatie als op het niveau van onderhoud. Ook veiligheid is een complex en duur issue. Bovendien zien we echt een wildgroei van kanalen: de introductie van internet of smartphone heeft niet geleid tot het einde van de meer traditionele kanalen, zoals bankkantoren of phonebanking. Dat leidt uiteraard tot een stijging van de kosten. Die onder controle houden en een positieve businesscase kunnen voorleggen is een hele uitdaging.
4
FINANCIAL SERVICES
BIJLAGE i.s.m. ERNST & YOUNG
Totaalperspectief voor totale aanpak
LIQ UI DI T EI TS RI S I CO, KR E DI E TR I S ICO E N RE N T ERIS ICO: D E IMPAC T VAN D E REG E LG EVE R
Wat betekent een krediet voor een bank?
Andy Baldwin is hoofd van de FSO (Financial Services Organisation) afdeling van Ernst & Young EMEIA. Vanuit zijn bevoorrechte waarnemerspositie belicht hij de huidige toestand van de financiële sector.
Wat zijn de gevolgen voor het eigen vermogen, het rendement, de operationele processen, het renterisico en de
In tegenstelling tot de concurrentie, is Ernst & Young een geïntegreerde wereldspeler. Wat is de plaats van FSO daarin? Andy Baldwin: Wereldwijd werken we met vier regio's. Een daarvan is EMEIA, kort voor Europa, Midden-Oosten, India en Afrika. Die is goed voor 60.000 personeelsleden en meer dan 10 miljard dollar omzet. Ik sta aan het hoofd van FSO: dat is een verticale organisatie die voor de EMEIA-regio alle opdrachten in verband met financiële dienstensector bestaande uit banken, verzekeringsondernemingen en vermogensbeheerders verzorgt.
liquiditeit? Op welke manier beïnvloedt de Basel-III regelgeving de kredietkosten? RENTERISICO
De risico’s die financiële instellingen aangaan en de impact op de kostprijs van de producten ontleden we in de illustratie. Het voorbeeld situeert zich in het hart van het bankiersvak: het gebruik van spaartegoeden van de particulier voor de verstrekking van kredieten aan een kmo. Dat proces kan in vier stappen opgesplitst worden: 1. De spaarder geeft zijn spaargeld aan de bank onder de vorm van een deposito. 2. Dat geld gebruikt de bank om een krediet te verstrekken aan een kmo. 3. De kmo betaalt de bank een vergoeding onder de vorm van rente. 4. Ten slotte betaalt de bank zelf ook een (andere) rente aan de depositohouders. Bij een aantal van deze stappen, loopt de bank een risico. Bij de bepaling van de rente die ze aan de kmo zal aanrekenen voor het krediet, en ook bij de bepaling van de rente die uitgekeerd wordt aan de depositohouders, wordt rekening gehouden met de risico's die de bank loopt.
nancieerd en wanneer de rente plots stijgt. De banken ondergaan dan een sterke verhoging van hun rente kost maar kunnen deze niet doorrekenen aan hun kredietnemers. Banken hebben verschillende instrumenten ter beschikking om deze rentemarge actief te beheren, waaronder de zogenaamde renteswaps. Daarbij wordt de vaste rente omgezet in een variabele rente en wordt bijgevolg het renterisico geëlimineerd.
Wat zijn de voordelen voor de klant van zo'n organisatie? Baldwin: De financiële dienstensector is een erg internationale industrie. De meeste van onze klanten zijn grote spelers, en vragen ook een totaalaanpak. Zo kunnen we ook grensoverschrijdende uitdagingen als Basel-III en Solvency-II aanpakken. We zijn ook in staat op een eenvoudige manier internationale projectteams samen te stellen die door de bundeling van ervaring de klant een helikoptervisie kunnen bieden.
Impact van de regelgever De impact van Basel-III op de rentecomponent valt moeilijker te becijferen. Maar door de eis om grotere kapitaalbuffers aan te leggen voor het kredietrisico op tegenpartijen van renteswaptransacties, kan ook hier een verhoogde kostprijs verwacht worden.
Foto: Sophie VanHoof
Banken kunnen de rente op de zicht- en spaarrekeningen onmiddellijk wijzigen, en dit in functie van de kortetermijnrente zoals de Europese Centrale Bank die bepaalt, of in functie van de concurrentiële positie in de markt. De kmo kan er bijvoorbeeld voor kiezen om gedurende de hele looptijd van het krediet dezelfde, vaste rentevoet te betalen. Het verschil tussen de langetermijnrente-inkomsten uit het krediet en de kortetermijnrentekosten op de deposito’s noemen we de rentemarge van de bank. Die zal dus variëren in de tijd en kan zelfs negatief worden. Dit gebeurt wanneer de bank langetermijnkredieten heeft toegekend en deze met kortetermijndeposito’s heeft gefi-
5
FINANCIAL SERVICES
BIJLAGE i.s.m. ERNST & YOUNG
2. KREDIET
1. DEPOSITO
(lan
KREDIETRISICO De kmo kan failliet gaan tijdens de looptijd van het krediet. De bank kan dan misschien niet het volledig geleende bedrag recupereren. Om dit risico te verkleinen, kan de bank de machine die de kmo bijvoorbeeld kocht met het krediet, in onderpand nemen. Uiteraard ontslaat een mogelijk faillissement van de kmo de bank niet van haar verplichtingen tegenover haar spaarders. Om de vergoeding voor deze risicocomponent te berekenen, houdt de bank rekening met twee factoren. Ten eerste met de gemiddelde kredietverliezen op zulke kredieten door de tijd heen, en ten tweede met de vergoeding
LIQUIDITEITSRISICO
voor het eigen vermogen dat de bank moet aanhouden voor dit krediet binnen het regelgevend kader. Impact van de regelgever Om spaarders te beschermen tegen het kredietrisico, moeten banken een hoeveelheid kapitaal aanhouden in functie van de hoeveelheid en het risico dat verbonden is aan de kredieten. Dit wordt voorgeschreven door de zogenoemde Basel-II normen. Hoe meer kapitaal de bank aanhoudt, hoe kleiner de kans dat een kredietverlies gevolgen heeft voor de spaarders of de overheid, die de facto spaartegoeden garandeert tot 100.000 euro. De recente Basel-III hervormingen gaan nog verder: die eisen dat banken
Andy Baldwin, Managing Partner Ernst & Young EMEIA FSO
4. RENTE OP DEPOSIT O (korte termijn)
TE OP KRE 3. RENge termijn) DIET
meer kapitaal aanhouden per euro verleend krediet. Bovendien stellen ze hogere eisen aan de kwaliteit van dat kapitaal. Het gevolg? Er is meer dekking met eigen vermogen voor de verstrekte kredieten maar voor een gegeven kapitaalbasis kan de bank minder kredieten verstrekken en potentieel minder winst maken op deze activiteit van de bank.
Spaarders kunnen in theorie op elk moment hun tegoeden op deposito's opvragen bij de bank. De bank mag dan niet het krediet opzeggen aan de kmo om middelen vrij te maken. Gelukkig vragen in de praktijk niet alle spaarders tezamen hun tegoeden op. Maar het mag duidelijk zijn: banken moeten een buffer aanleggen van financiële activa die onmiddellijk in cash omzetbaar zijn, om de opvragingen van spaarders te beantwoorden. Gevolg? Banken kunnen niet alle aangetrokken de-
Ik ben er van overtuigd dat de Eurozone een oplossing zal vinden voor de problemen van de kernlanden. Over het lot van de perifere Eurolanden ben ik minder zeker.
Wat is uw visie op de huidige toestand van de financiële industrie? Baldwin: Sinds 2008 zien we significante hervormingen die gedreven worden door de regelgevers, met een focus op kapitaal- en risicobeheer. Denk maar aan Basel-III en Solvency-II. In 2010 zagen we een voorzichtig herstel, maar intussen is de crisis rond de staatsschuld in de Eurozone opgelaaid. De interbancaire leningen staan weer op een zeer laag pitje, en er is heel wat heisa rond de eis dat Europese banken 9 procent TierOne kapitaal moeten aanhouden. Dat vreet aan het vertrouwen. Onze klanten vragen het vaakst: Heb ik genoeg kapitaal en liquiditeit? En zijn de tegenpartijen van mijn beleggingen wel betrouwbaar? Wat zijn de opties om te voldoen aan die nieuwe kapitaalbehoefte? Baldwin: Banken kunnen trachten kapitaal op te halen door aandelen uit te geven, maar in de huidige markt is dat erg moeilijk. Anderen trachten risicovolle activa te verkopen en krimpen effectief hun balans in om zo hun kapitaalbehoefte onder controle te houden. Een derde optie is de verkoop van afdelingen, maar er zijn nu nauwelijks kopers op de markt. De laatste optie zijn de kostenreductie en ontslagen, en dat zien we vooral bij de zakenbanken gebeuren.
posito's herbeleggen in meer aantrekkelijke langlopende kredieten. Impact van de regelgever Basel III omvat een significante verstrenging van de vereiste buffers die bestaan uit meer liquide middelen. Dit soort activa zal meestal een lager rendement opleveren voor de bank dan bijvoorbeeld het krediet aan een kmo. Daarnaast vereisen de nieuwe regels ook dat de impliciete kostprijs voor het aantrekken van de liquide middelen wordt doorgerekend in de tarifering van de kredieten.
Philippe Desombere Vennoot Ernst & Young EMEIA FSO, Hoofd Advisory België
[email protected]
Wat denkt u van de reactie van de politiek? Baldwin: Er is een enorme druk om de situatie recht te trekken, maar de getroffen maatregelen gaan niet ver genoeg. Langs de ene kant is er een overdaad aan regulering die de sector dreigt te verstikken, aan de andere kant lukt het de Europese Centrale Bank niet het reddingfonds voldoende te stijven om landen als Italië of Spanje te redden. Gevolg? Een klimaat van onzekerheid waarin bedrijven het moeilijker hebben om aan krediet te geraken en waarin krediet duurder wordt. Ik zie de kans op een nieuwe recessie stijgen. Maar voor de middellange termijn ben ik optimistisch. Ik verwacht een heropleving rond 2013, 2014. Ik ben er ook van overtuigd dat de Eurozone een oplossing zal vinden voor de problemen van de kernlanden. Over het lot van de perifere Eurolanden ben ik minder zeker.
6
FINANCIAL SERVICES
BIJLAGE i.s.m. ERNST & YOUNG
REG ELGE VI N G BI J VER Z EK E R IN GS MAATSC H A PPIJ E N
DE VIJF UITDAGINGEN VAN SOLVENCY-II
Zowel de banken als de verzekeringsinstellingen staan sinds de financiële crisis van 2008 voor grote uitdagingen. De Solvency II-richtlijnen, beogen een betere bescherming van de klant opdat de verzekeraars te allen tijde hun engagementen tegenover de verzekerden, kunnen nakomen.
Niet alleen de banken, ook de verzekeringsinstellingen staan sinds de financiële crisis van 2008 voor grote uitdagingen. De nieuwe Solvency-II normen moeten de klanten tegen faillissementen beschermen, maar de implementatie van de nieuwe regels is een hele klus. Bart De Smet, CEO van Ageas en voorzitter van sectororganisatie Assuralia, licht de vijf belangrijkste uitdagingen toe.
1. Kapitaalbehoefte De oude Solvency-I normen lieten de verzekeraars toe hun kapitaalvereisten op een eenvoudige manier te berekenen. De nieuwe normen zijn veel complexer. Om het reële risico beter af te dekken, wordt een risico gebaseerde solvabiliteit en een transparante werkwijze opgelegd. Het belangrijkste gevolg is dat verzekeraars extra reservekapitaal moeten aanleggen dat afhankelijk is van het producttype dat ze aanbieden en van de activa waarin ze beleggen. Voor aandelen zal bijvoorbeeld meer kapitaal nodig zijn dan voor obligaties. Teneinde de kapitaalvereisten te verlagen, hebben verzekeraars bijgevolg geleidelijk aan hun investeringen in aandelen verminderd ten voordele van (overheids)obligaties. Sinds de crisis in de Eurozone is dat helemaal geen weerspiegeling meer van de realiteit. Een bijkomende aanpassing ligt dus in het verschiet.
S
Modellen en risico Het gebruik van interne modellen en risico-informatie tijdens strategische en operationele beslissingsprocessen blijft de grootste uitdaging. Traditioneel concentreerden verzekeraars zich voornamelijk op het opzetten en verfijnen van modellen ter berekening van de kapitaalbehoeften. Solvency-II eist immers een robuust model dat die kapitaalbehoefte kan berekenen op een repetitieve, auditeerbare en accurate manier. De informatie over risico moet nu ook sneller en beter in beslissingsprocessen geïntegreerd worden. Daar kan dan bijvoorbeeld dankbaar van gebruik gemaakt worden tijdens de productontwikkeling, onder andere bij de bepaling van het gewenste productaanbod en prijszetting. De nodige processen opzetten is daarbij al een hele uitdaging, maar de resulterende culturele en gedragsverandering is een nog veel moeilijker karwei. Ook de opzet van de risicobeheerssystemen en de risicobeheerorganisatie vragen bijzondere aandacht. Best practice wijst uit dat het zogenaamde 'three lines of defense model' een geschikte aanpak biedt. Als er gekeken wordt naar de toepassing ervan bij de formalisering van een model-governance, dan wordt er vastgesteld dat er voorlopig nog weinig sprake is van standaardisatie. De benodigde documentatie, kwaliteit van het model, rapporteringen en de implementatie van de 'use-test' zijn daarbij terugkerende aandachtspunten. Op dat vlak kan bijvoorbeeld inspiratie gezocht worden bij de ITfunctie, die in het verleden al meermaals zulke organisatorische transformatietrajecten doorlopen heeft. Data en rapportering Tot dusver werd risico vooral benaderd vanuit historische data, waarbij gewerkt wordt met extreme schokken of gebeurtenissen die zich in het verleden voordeden. De bijdrage van de risicobeheerfunctie ligt echter ook in het bijdragen tot de bedrijfsplanning voor de komende jaren. Daarbij dient tevens rekening gehouden te worden met doordeweekse gebeurtenissen met een lagere impact. Risicobe-
7
FINANCIAL SERVICES
VAN S MARTPHO NES OVE R GEO LOKALISAT IE TOT SOCIALE ME DI A
Solvency-II harmoniseert risicobeheer
inds een aantal jaar werken verzekeringsmaatschappijen aan de implementatie van Solvency-II. De focus ligt vooral op het berekenen van de kapitaalvereisten op basis van de risico’s waaraan de verzekeraar daadwerkelijk is blootgesteld. Maar de regelgever gaat verder: zo eist hij ook dat het risicobeheerssysteem effectief is en geïntegreerd wordt in de organisatie tijdens het nemen van de bedrijfsbeslissingen.
BIJLAGE i.s.m. ERNST & YOUNG
heeroverwegingen die inzoomen op nieuwe competitie of op wijzigingen in klantengedrag, moeten hierbij ook veel meer in rekening worden gebracht. Ook efficiëntie is nog altijd een uitdaging, en zeker de snelheid waarmee gerapporteerd moet worden. Om te voldoen aan de Solvency-II normen zijn daar nog belangrijke inspanningen vereist. Het industrialiseren van dit proces door het vinden van de juiste mix tussen het gebruik van benaderingen, het aanbrengen van procesoptimalisaties, het inzetten van menselijk kapitaal en het toepassen van de juiste IT-optimalisaties, zal leiden tot een aanzienlijke versnelling van de oplevering van risicobeheersinformatie. Transformatie Implementatie van Solvency-II zal leiden tot belangrijke wijzigingen in IT, processen en organisatie. Bovendien moet er een ingrijpende culturele verandering plaatsvinden. Het wordt dus het best aangepakt als een bedrijfsbreed transformatieprogramma, en wordt bij voorkeur gestuurd door het volledige senior management. Daarbij gaat men het best te werk volgens een gedetailleerd stappenplan en een strikte methodologie. Kris Volkaerts Vennoot Ernst & Young EMEIA FSO Advisory
[email protected]
2. Producten en prijs Door de grotere kapitaalbehoeften voor producten op langere termijn en met meer risico, worden dergelijke producten voor verzekeraars duurder. Ook het aanbieden van bijvoorbeeld uitstapopties in levensverzekeringscontracten, zal hen meer kosten. De klant wordt meer beschermd maar zal voortaan ook het reële risico van de producten moeten vergoeden. Dat veroorzaakt vermoedelijk accentverschuivingen in de productenmix. Het resultaat van deze herbalancering zal meer bij de realiteit aansluiten. Verzekeraars moeten de nieuwe mogelijkheden aangeboden door de invoering van Solvency II, creatief benutten. 3. Distributiestrategie en productenmix Voor alle distributiekanalen moet er de komende maanden en jaren een enorme opleidingsslag gebeuren om de achterliggende concepten uit te leggen, zodat ze de nieuwe producten en de aangepaste prijzen aan de klanten kunnen toelichten. Vaak zal dat een verbreding van de kennis vragen van onze makelaars, bankmedewerkers en interne commerciële medewerkers, maar gelukkig zijn ze nu al vertrouwd met het aanbieden van een brede waaier producten. 4. Beleggingen De verplichting om meer kapitaal opzij te houden bij risicovolle beleggingen, daagt de verzekeraars uit om het juiste evenwicht te vinden tussen een deugdelijke bescherming van hun klanten en een voldoende winstgevendheid. Maar wil de verzekeringssector verder groeien en duurzame winsten generen dan is een sterke solvabiliteit cruciaal. Door de schommelingen in de solvabiliteitsratio’s en de impact van de IFRS-boekhoudregels dreigt de volatiliteit van de verzekeringsaandelen toe te nemen, wat langetermijn beleggers kan afschrikken. Maar de aandeelhouder krijgt dankzij een nog grotere transparantie en het pan-Europese karakter van de richtlijn wel een betere vergelijkingsbasis om investeringskeuzes te maken. 5. Gevolgen voor de organisatie In de eerste plaats is de complexiteit van de implementatie van Solvency-II en het tijdrovend karakter ervan een zware kostenpost. Bovendien moet het risicomodel niet alleen verfijnd worden, maar moet de hele risico-organisatie grondig gewijzigd worden. Dat gaat vaak gepaard met ingrijpende transformatieprojecten, waarvoor u het best met betrouwbare externe partners werkt. Het volledige kostenplaatje is moeilijk te berekenen, maar loopt alleszins in de tientallen miljoenen voor de grote verzekeringsgroepen.
Bankieren voor de nieuwe generatie Banken zijn volop bezig met nieuwe toepassingen voor bankieren via smartphones en tablets, denken na over geolokalisatie en zetten hun eerste stappen op de socialenetwerksites. Dat brengt niet alleen opportuniteiten mee, maar ook de uitdaging om al die nieuwe toepassingen naadloos én veilig te integreren met elkaar en met de bestaande diensten.
anken worden geconfronteerd met een nieuwe generatie die geen wereld kent zonder internet, Facebook, Twitter of LinkedIn. En die de klok rond toegang heeft tot informatie via pc, smartphones en tablets. Deze technische innovaties bieden een brede waaier van mogelijkheden. Zo zijn er naast de klassieke toepassingen voor betalingsverkeer en beurstransacties ook al toepassingen voor de aangifte van schadegevallen bij verzekeringsmaatschappijen en direct financieel advies bij vermogensbeheerders. De technologie van geolokalisatie biedt de gedroomde mogelijkheid om precies te weten waar de klant zich bevindt, en daar doelgerichte marketingcampagnes aan te koppelen. Dankzij socialenetwerksites heeft de financiële instelling toegang tot een schat van profielinformatie over de klant en krijgt deze op een directe manier feedback over producten en diensten. De nieuwe media bouwen een meer diepgaande en betekenisvolle relatie uit tussen de financiële instelling en haar klanten.
B
Uitdagingen Maar om ook de vruchten te plukken van deze nieuwe technologie, staan de financiële instellingen voor een aantal uitdagingen. Hoe benadert bijvoorbeeld de gebruikservaring van bankieren via smartphone zo dicht mogelijk de gebruikservaring van internetbankieren thuis? Want de verbinding van smartphones wordt soms verbroken, én smartphones worden makkelijker gestolen dan de pc thuis. De bank moet haar voorzorgen nemen, en de gebruiker moet gewaarschuwd worden voor de risico’s en gevaren van nieuwe technologie. Ook geolokalisatie is een technologie die met de nodige reserves gebruikt moet worden. Zo mogen geografische gegevens van klanten niet zonder expliciete toestemming gebruikt worden. Bovendien moeten deze gegevens de hoogste bescherming genieten, zodat malafide organisaties de gegevens van de klanten niet zomaar kunnen bemachtigen en misbruiken. Beveiliging en fraudebestrijding van klassieke internettoepassingen staan meestal op punt. Maar de maturiteit voor de beveiliging van nieuwe technologie zoals smartphones ligt een stuk lager. Daarom moeten financiële instellingen het nieuwe risicolandschap in kaart brengen, om zo de integriteit en vertrouwelijkheid van hun klantengegevens te vrijwaren, en de continuïteit van hun dienstverlening te garanderen.
Wie efficiënt omgaat met de uitdaging van nieuwe media, genereert een concurrentieel voordeel.
Denk aan de vertrouwelijke gegevens die op een smartphone opgeslagen worden. Wie een toestel steelt, heeft daar meteen toegang toe. Encryptie (of het coderen van gegevens) is een uitweg, maar lang nog niet standaard op de meeste smartphones. Ook sociale media kunnen het doelwit zijn van malafide praktijken. Persoonlijke informatie
De gebruikers moeten worden geïnformeerd over de mogelijkheden en de risico’s van de nieuwe media.
kan misbruikt worden om in te breken in de omgeving van de klant. Niet alleen de financiële wereld, maar ook iedere klant moet zich ervan bewust zijn dat socialemediasites een speeltuin zijn voor frauduleuze praktijken. Integriteit van gegevens In deze complexe omgeving rijst de volgende vraag: hoe kan een financiële instelling haar politiek en praktijken over het persoonsgebonden karakter van bepaalde gegevens formuleren en afdwingen? Een andere vraag is: hoe moeten medewerkers van een financiële instelling omgaan met persoonlijke informatie van klanten die ze vinden op socialenetwerksites? Deze en vele andere vragen moet elke financiële instelling die met de nieuwe media aan de slag gaat beantwoorden. Gepaste maatregelen voor de controle van deze omgevingen zijn broodnodig, maar niet eenvoudig te vinden in deze snel veranderende omgevingen. Bovendien hinkt de internationale regelgeving veelal achterop. Een bijkomende moeilijkheid voor de financiële instellingen is dat ze de juiste gegevens op de juiste plaats, op het juiste ogenblik met de juiste kwaliteit moeten opleveren. We zien dan ook een actieve zoektocht naar oplossingen in de systeemarchitectuur om complexe gegevensverzamelingen te lokaliseren en te beheren. Meestal wordt bij deze projecten gestreefd naar standaardisatie van gegevens en gegevensdefinities, naar productvereenvoudiging en naar een degelijk datagovernancemodel. Al deze uitdagingen maken van de naadloze integratie van de nieuwe media een grote uitdaging. Maar de instellingen die daar op een efficiënte manier mee omgaan, creëren zeker een concurrentieel voordeel. Gilbert Van fraeyenhoven Vennoot Ernst & Young EMEIA FSO Advisory
[email protected]
ADVERTENTIE
Zelfs in het meest extreme klimaat is groei mogelijk.
Nieuwe groeikansen ontdekken terwijl anderen moeite hebben om het hoofd boven water te houden kan een uitdaging zijn. Ons Growing Beyondprogramma toont aan hoe de meest succesvolle organisaties nieuwe markten betreden, innovatie stimuleren en hun talent koesteren om – zelfs in moeilijke omstandigheden – nog te blijven groeien. Ga voor meer informatie naar ey.com/growingbeyond.
© 2011 EYGM Limited. All Rights Reserved.
See More | Growth