Inzicht in de Gelderse woningmarkt Monitoringsrapportage Wonen in Gelderland 2015
Wonen in Gelderland 2015 September 2015 Elk jaar verschijnt de monitoringsrapportage Wonen in Gelderland met daarin een beschrijving van de belangrijkste ontwikkelingen op de Gelderse woningmarkt. Wonen in Gelderland 2015 beschrijft de ontwikkelingen van de afgelopen jaren en de stand van zaken over de eerste helft van 2015 voor Gelderland totaal en de zes Gelderse regio’s. De rapportage geeft tevens inzicht in de voortgang van het provinciale woonbeleid, dat is verwoord in de Omgevingsvisie Gelderland. Het doel van het provinciale woonbeleid is het in balans brengen en houden van vraag en aanbod op de Gelderse woningmarkt, zowel kwalitatief als kwantitatief. De Regionale Woonagenda’s vormen een belangrijk onderdeel van het nieuwe provinciale woonbeleid.
Coalitieakkoord ‘Ruimte voor Gelderland’
In het coalitieakkoord ‘Ruimte voor Gelderland’ voor de periode 2015-2019 is gekozen om door te gaan met de eerder ingezette verandering van de bestuursstijl. De provincie kan alleen maar knelpunten oplossen en kansen grijpen samen met gemeenten, bedrijfsleven, maatschappelijke organisaties en mensen. Vanuit een gemeenschappelijk doel en ambitie wil de provincie samen zoeken naar een concrete aanpak met bijbehorende programma’s, projecten en plannen. Verantwoordelijkheden moeten daarbij zo dicht mogelijk bij mensen en hun samenwerkingsverbanden worden neergelegd. Zij komen met initiatieven, de provincie helpt. De provincie doet dat binnen haar kerntaken. Zij heeft diverse instrumenten tot haar beschikking, zoals regelgeving, verbindingen leggen, kennis delen en eventueel het inzetten van geld (subsidie, lening e.d.). De andere betrokkenen zullen ook hun instrumenten moeten inzetten en bijdragen aan de uitvoering. Op deze wijze probeert de provincie ook focus aan te brengen in de gebiedsopgaven. De Regionale Woonagenda’s zijn processen met partijen in de regio’s, die gezamenlijk de opgaven op de regionale woningmarkt in kaart brengen en aanpakken. Naast regio’s, gemeenten, woningcorporaties en andere (markt)partijen neemt ook de provincie daar aan deel. Deze werkwijze past zeer goed bij de provinciale bestuursstijl, zoals beschreven in ‘Ruimte voor Gelderland’. In hoofdstuk 5 vindt u meer informatie over de woonagenda’s.
2/56 Monitoringsrapportage Wonen in Gelderland 20155
Digitale woningmarktmonitor Gelderland
De digitale woningmarktmonitor Gelderland biedt inzicht in de belangrijkste ontwikkelingen in relevante woningmarktthema’s. De informatie wordt steeds op provinciaal, regionaal en gemeentelijk niveau gepresenteerd en, waar beschikbaar, op het niveau van kernen. Ook van de niet-Gelderse gemeenten die onderdeel uitmaken van de woonregio’s met Gelderse gemeenten zijn gegevens beschikbaar. Het gaat dan om de gemeenten Veenendaal, Rhenen en Renswoude (FoodValley), Deventer (Stedendriehoek) en Mook & Middelaar (Stadsregio). Echter, wanneer in deze rapportage de cijfers van de Gelderse regio’s worden gepresenteerd, betreft het alleen de Gelderse gemeenten. Per hoofdstuk wordt steeds voor nadere verdieping en detaillering verwezen naar de digitale woningmarktmonitor of voor meer achtergrond en discussie naar het digitale platform GLDWonen.
3/56 Monitoringsrapportage Wonen in Gelderland 20155
Leeswijzer Deze rapportage bestaat uit drie informatielagen; een samenvatting per thema, meer inhoudelijke informatie per thema in de hoofdstukken en links naar de website Woningmarktmonitor Gelderland. In de samenvatting op pagina 5 t/m 7 kunt u op de titel van elk thema klikken en gaat u naar het betreffende hoofdstuk waar u meer informatie kunt lezen. Bovenaan elke pagina vindt u een link terug naar de samenvatting en een link naar de Woningmarktmonitor Gelderland. Met het pictogram linksboven komt u altijd terug bij de inhoudsopgave.
Inhoud Samenvatting
5
1 Demografische ontwikkelingen
8
2 Trends op de woningmarkt
14
3 Nieuwbouw in 2014
21
4 Plancapaciteit per 1 januari 2015
28
5 Voortgang Regionale Woonagenda’s
37
6 Impulsplan Wonen
43
7 Langer zelfstandig wonen
47
8 Energietransitie en woningmarkt
50
9 Collectief Particulier Opdrachtgeverschap (cpo)
53
(Inhoudsopgave is aanklikbaar)
4/56 Monitoringsrapportage Wonen in Gelderland 20155
Samenvatting Demografische ontwikkelingen
Trends op de woningmarkt
• Opmerkelijke bevolkingsgroei in 2014 (+ 6.900 inwoners). De groei is significant hoger ten opzichte van 2013, en dat terwijl deze al jaren een neerwaartse trend vertoonde.
• Aantal transacties koopsector is in 2014 flink gestegen (+37% t.o.v. 2013), maar ligt nog steeds ongeveer 30% onder het niveau van 2007. Op het dieptepunt van de crisis (2013) werden in Gelderland ca. 45% minder woningen verkocht dan vlak voor de crisis.
• De bevolkingsgroei is voor bijna 60% het gevolg van het (binnenlands en buitenlands) migratieoverschot. In de afgelopen jaren was dit aandeel aanzienlijk lager of zelfs negatief. • De taakstelling voor huisvesten asielzoekers is sterk gegroeid vanaf 2013. In Gelderland moeten in 2015 ruim 3.400 statushouders worden gehuisvest. In 2013 (bijna 1.200) en 2014 (bijna 1.900) lag dit aantal aanzienlijk lager. De verwachting van bzk voor de eerste helft 2016 komt voor Gelderland neer op ca. 2.400 te huisvesten statushouders. • De vergrijzing blijft toenemen (door talrijke vijftigers en zestigers die de komende jaren instromen in de hogere leeftijdsgroepen en door de stijging gemiddelde levensduur). Dit heeft gevolgen voor de woningvoorraad.
5/56 Monitoringsrapportage Wonen in Gelderland 20155
• Het herstel van de huizenmarkt zet door, vooral door de lage rente. In 2014 is in alle regio’s weer sprake van een (lichte) stijging van de gemiddelde verkoopprijs t.o.v. 2013. In de eerste helft 2015 is de gemiddelde verkoopprijs verder licht gestegen. • Huizen staan minder lang te koop. De theoretische verkooptijd van de bestaande koopwoningen is in de eerste helft 2015 verder gedaald en komt medio 2015 uit op 18 maanden (medio 2014 was dit nog 25 maanden). Voor alle prijsklassen is de verkooptijd gedaald (met de sterkste daling in de hoogste prijsklassen). • Het aantal afgegeven bouwvergunningen is in 2014 ook weer toegenomen (5.700 tegenover ca. 4.000 in 2013). De toename is vooral te danken aan de bouwers voor de markt, zoals projectontwikkelaars. De corporatiesector blijft achter.
Nieuwbouw in 2014
Plancapaciteit per 1 januari 2015
• Het lijkt erop dat de nieuwbouw in 2014 met netto bijna 4.900 woningen wat achterblijft bij de aantallen in voorgaande jaren. Dit komt overeen met het landelijke beeld.
• Vier regio’s werken medio 2015 met nieuwe kwantitatieve afspraken over woningaantallen (periode tot 2025). In de overige twee regio’s wordt naar verwachting na de zomer de discussie over de aantallen afgerond.
• Van 2010 t/m 2014 zijn er in Gelderland ongeveer 30.500 woningen toegevoegd, ofwel gemiddeld 6.100 per jaar. De gerealiseerde netto groei is wat achtergebleven bij de kwp3-opgave, maar in vergelijking met de bouwproductie voor Nederland als geheel, zijn de resultaten in Gelderland veel gunstiger. De gemiddelde jaarlijkse realisatie over de periode 2010-2014 ligt bij de meeste regio’s dichtbij hun jaarlijkse opgave.
• De kwantitatieve opgave wonen (2014 t/m 2024) bedraagt bijna 64.000 woningen voor de periode 2015 t/m 2024 (en komt hiermee lager uit dan de opgave in de kwp3periode (ca. 69.000 woningen in periode 2010 t/m 2019).
• Of er sprake is van een kentering van de groei rond de 5.000 woningen per jaar, is op dit moment niet uit de cijfers af te leiden. Het aantal afgegeven bouwvergunningen en het aantal woningen in aanbouw per 1 januari 2015 wijzen in ieder geval op een verwachte toename in 2015.
6/56 Monitoringsrapportage Wonen in Gelderland 20155
• Op Gelderse schaal is er geen overcapaciteit aan harde plannen. Op 1 januari 2015 is er voor ca. 47.500 woningen harde plancapaciteit. Uit de beschikbare gegevens blijkt dat ongeveer een kwart van de totale plancapaciteit na 2025 staat geprogrammeerd. • Alle regio’s zijn bezig om hun bouwplannen door te lichten en om de plancapaciteit in overeenstemming met de aangetoonde vraag te brengen (of hebben dat al gedaan). Om goede afwegingen te maken wordt gekeken naar de kwantiteit en kwaliteit van de plannen. Meerdere regio’s maken daarbij gebruik van het stoplichtenmodel of een vergelijkbare methode.
Voortgang Regionale Woonagenda’s
Energietransitie en woningmarkt
• Bijna alle regio’s beschikken over een Regionale Woonagenda. Alleen in Rivierenland is deze nog in voorbereiding.
• Het extra energiezuinig maken van corporatiewoningen (i.k.v. Robuuste investeringsimpuls) is in 2014 voortvarend opgepakt (ca. 10.000 woningen).
• Betaalbaarheid, de bestaande woningvoorraad, duurzaamheid en wonen en zorg zijn thema’s die in de meeste regio’s op de woonagenda staan. Ook de problematiek van de statushouders wordt in diverse regio’s opgepakt in de woonagenda. Thema’s als huisvesting van arbeidsmigranten (NoordVeluwe en Rivierenland) of de aanpak van (toekomstige) leegstand (Achterhoek) zijn meer regio specifiek.
Impulsplan Wonen • Ca. 80 fysieke knelpunten in Gelderse steden en dorpen worden verholpen, mede dankzij het Impulsplan Wonen.
Langer zelfstandig wonen • Vooral als gevolg van het beleid van scheiding van wonen en zorg zijn processen complexer geworden. Meer partijen (gemeenten, corporaties, zorg-instellingen, welzijnsinstellingen e.d.) zijn betrokken en committeren zich steeds vaker aan verplichtingen over een groter gebied en een langere periode.
7/56 Monitoringsrapportage Wonen in Gelderland 20155
• In 2014 zijn 9.000 woningen beter geïsoleerd met behulp van de Isolatieregeling. Als Isolatieregeling eind 2015 afloopt, zullen met behulp van deze regeling vanaf 2010 ca. 40.000 woningen energiezuiniger gemaakt zijn. Huishoudens kunnen hierdoor ervaring opdoen met de voordelen van energiebesparende maatregelen, zoals extra wooncomfort en lagere woonlasten.
Collectief Particulier Opdrachtgeverschap (cpo) • In de periode 2012-2015 hebben 39 projecten subsidie ontvangen uit de cpo-regeling (totaal ca. 1,5 miljoen). Het merendeel van de projecten (32) betrof projecten van bewonersinitiatieven; bij 7 projecten ging het om gemeentelijke aanvragen. • Er zijn zowel cpo projecten in de nieuwbouw als in de bestaande bouw gerealiseerd.
1 Demografische ontwikkelingen
8/56 Monitoringsrapportage Wonen in Gelderland 2015
Samenvatting
Woningmarktmonitor
Demografische ontwikkelingen Opmerkelijke bevolkingsgroei in 2014 Op 1 januari 2015 telde Gelderland ruim twee miljoen inwoners. De bevolking is in 2014 met bijna 6.900 inwoners gegroeid ten opzichte in 2013. Dit is significant hoger dan de afgelopen jaar, en dat terwijl de groei al jaren een neerwaartse trend vertoonde. Zelfs in de krimpregio de Achterhoek is de afname lager dan in 2013. Niet overal in de Achterhoek is de bevolking overigens afgenomen; in Doetinchem en Winterswijk is de bevolking gegroeid in 2014.
Vermeldenswaardig is verder nog de groei in Nijmegen (+ ca. 2.400); binnen de Noord-Veluwe valt de groei in Putten (+ ca. 500) op. Per saldo is de bevolkingsgroei in de Stedendriehoek beperkt van omvang terwijl de bevolking in Apeldoorn nog met ruim 500 inwoners is gegroeid.
Tabel 1 Jaarlijkse bevolkingsgroei 2000 t/m 2014 en aantal inwoners per 1 januari 2015 per regio en voor Gelderland totaal Gemiddelde groei per jaar 2000 t/m 2004
Gemiddelde groei per jaar 2005 t/m 2009
Groei in 2010
Groei in 2011
Groei in 2012
Groei in 2013
Groei in 2014
Bevolking per 1-1-2015
Achterhoek
1.086
-360
-234
-378
-599
-969
-585
262.546
FoodValley
2.150
1.484
609
1.745
1.927
1.633
2.083
254.456
625
677
902
679
615
210
1.233
199.264
Rivierenland
2.093
516
501
841
696
395
556
255.842
Stadsregio
3.613
2.940
3.382
2.612
2.123
2.597
3.549
739.168
Stedendriehoek
1.003
129
575
575
284
35
50
315.302
10.570
5.386
5.735
6.074
5.046
3.901
6.886
2.026.578
Noord-Veluwe
Gelderland Bron: cbs 2015
9/56 Monitoringsrapportage Wonen in Gelderland 20155
Samenvatting
Bevolkingsgroei in Gelderland is voor bijna 60% het gevolg van het migratieoverschot
Bevolkingsgroei is het resultaat van de natuurlijke aanwas en het saldo van de binnenlandse en buitenlandse migratie. De natuurlijke aanwas is, ondanks de dalende trend, al jaren de belangrijkste groeicomponent. In 2014 is deze voor het eerst weer licht toegenomen. Opvallend is dat de Gelderse bevolkingsgroei in 2014 voor bijna 60% het gevolg is van het (binnenlands- en buitenlands) migratieoverschot. In de afgelopen jaren was dit aandeel aanzienlijk lager of zelfs negatief (periode 2003-2007). In 2014 hebben zich vanuit Nederland meer mensen gevestigd in Gelderland dan dat er mensen uit Gelderland zijn vertrokken naar elders in Nederland (+ ca. 2.000). Het buitenlands migratiesaldo heeft een ongeveer vergelijkbare omvang (+ ruim 1.900).
Woningmarktmonitor
Figuur 1 Geboorteoverschot, binnenlands- en buitenlandsmigratiesaldo Gelderland 2000-2014. 10.000 8.000 6.000 4.000 2.000 0 -2.000 -4.000 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 Geboorteoverschot Buitenlands migratiesaldo Binnenlands migratiesaldo
Bron: cbs, cijfers 2014 zijn gebaseerd op voorlopige maandcijfers 2014.
Vooral de buitenlandse migratie kan van jaar tot jaar erg fluctueren, afhankelijk van onder meer economische en politieke factoren. In het algemeen worden vijf motieven voor (buitenlandse) migratie onderscheiden: arbeid, asiel, gezin, studie en ‘overige motieven’ (waaronder au pairs en adoptiekinderen). In 2013 en 2014 is de arbeidsmigratie vanuit de eu verder toegenomen (vooral groei immigranten vanuit Polen). Ook zijn er meer studiemigranten, vanwege het beleid van universiteiten en hogescholen om buitenlandse studenten aan te trekken. Vooral het aantal asielmigranten vanuit Syrië en - in mindere mate - Eritrea is de afgelopen twee jaar sterk gestegen. 10/56 Monitoringsrapportage Wonen in Gelderland 20155
Samenvatting
Woningmarktmonitor
Taakstelling voor huisvesten statushouders sterk gegroeid vanaf 2013 Gemeenten in Nederland zijn wettelijk verplicht te zorgen dat statushouders (asielmigranten met een verblijfsvergunning) geschikte woonruimte krijgen. De Rijksoverheid (bzk) bepaalt elk half jaar per gemeente de taakstelling. Voor heel Nederland bedroeg de taakstelling voor de eerste helft 2015 14.000 statushouders, voor de tweede helft 2015 14.900. Maar voor de eerste helft 2016 verwacht bzk ca. 20.000 te huisvesten statushouders. In Gelderland bedraagt de taakstelling over 2015 ruim 3.400 personen (exclusief de achterstand van 325 personen per 1 januari 2015). In de jaren 2013 en 2014 bedroegen deze aantallen 1.173 respectievelijk 1.875. De verwachting van bzk voor de eerste helft 2016 komt voor Gelderland neer op ca. 2.400 te huisvesten statushouders.
Figuur 2 Taakstelling huisvesting statushouders voor Gelderse gemeenten 2.000
In 2014 en 2015 (en naar verwachting ook in 2016) is het aantal asielzoekers en het aantal statushouders hoger dan voorspeld. Op basis van de Gelderse bevolkingsprognose 2014 (vastgesteld 1 april 2014) heeft de provincie aan elke regio een voorzet gestuurd voor het gesprek over het toe te voegen aantal woningen tot 2025. In deze bevolkingsprognose is de groei van het aantal migranten (vooral op kortere termijn) niet in de huidige omvang meegenomen. Dit betekent dat ook de woningbehoefte hoger uitvalt dan waar in de afspraken met de regio’s vanuit is gegaan. Als gemeenten en corporaties op korte termijn de sociale huurvoorraad willen uitbreiden, zou dat kunnen wringen met de afspraken die ze hebben gemaakt over woonprogrammering met de andere gemeenten en corporaties in de regio en met de provincie. gs hebben de gemeenten die hiermee worstelen aangeboden om gezamenlijk naar maatwerkoplossingen te zoeken. Daarbij kan worden gedacht aan het (al dan niet tijdelijk) herbestemmen van bestaand vastgoed, het verhogen van het aandeel sociale huurwoningen in bestaande bestemmingsplannen en eventueel het naar voren halen van bouwplannen met sociale huurwoningen die voor later in de planning staan.
1.500 1.000 500 0 2007 2001 2008 2003 2009 2005 2010 2007 2011 2009 2012 2011 2013 2013 2014
11/56 Monitoringsrapportage Wonen in Gelderland 20155
2015
1 De provincie Gelderland stelt tweejaarlijks een nieuwe bevolkingsprognose op basis van de nieuwste inzichten. In 2014 is de Bevolkingsprognose 2014 (Primos 2012 trend plus) vastgesteld; begin 2016 is een nieuwe Gelderse bevolkingsprognose voorzien.
Samenvatting
STATUSHOUDERS – aanpak FoodValley In de regio FoodValley werken de gemeenten en woningcorporaties sinds maart 2015 gezamenlijk aan innovatieve concepten om statushouders op goede wijze te kunnen huisvesten en een perspectief te kunnen bieden op integratie, leren en werken. Daartoe zijn vijf pilots gestart, waarin gemeenten, provincie, vluchtelingenwerk, coa, woningcorporaties en ondernemingen samenwerken. Door deze samenwerking worden taken verdeeld en maken gemeenten en andere partijen optimaal gebruik van elkaars kennis en ervaring bij het zoeken naar nieuwe oplossingen. Zo werkt Ede aan innovatieve tijdelijke concepten als pop-up wijken en bouwt Veenendaal een kantoorpand om waarin verschillende doelgroepen samen gaan wonen met statushouders. Meepraten over dit onderwerp kan op het interactieve digitale platform GLDWonen
12/56 Monitoringsrapportage Wonen in Gelderland 20155
Woningmarktmonitor
Samenvatting
Vergrijzing blijft toenemen
Op 1 januari 2015 is 18% van de Gelderse bevolking 65 jaar of ouder; in 2000 was dit nog ruim 13%. Het aantal ouderen zal in de komende decennia sterk stijgen door de talrijke vijftigers en zestigers van de ‘babyboomgeneratie’ die instromen in de hogere leeftijdsgroepen. Ook de stijgende gemiddelde levensduur draagt bij aan de groei (‘dubbele vergrijzing’). Volgens de Gelderse bevolkingsprognose 2014 is in 2030 een kwart van de Gelderse bevolking 65 jaar of ouder. Sommige regio’s vergrijzen meer; in de Achterhoek en de Stedendriehoek ligt het aandeel 65-plussers naar verwachting op bijna 30% in 2030.
45% 40% 35% 30% 25% 20% 15% 10% 5% 0% 2015
2030 55+
65+
Bron: cbs (2000, 2015) en Primos 2012 trend plus (2030)
13/56 Monitoringsrapportage Wonen in Gelderland 20155
De wereld van wonen en zorg is volop in beweging. Vanaf 2013 is een traject ingezet van extramuralisering van de zorg voor grote groepen zorgvragers. Concreet betekent dit dat zorgvragers met een zorg-zwaartepakket (zzp) lager dan 5, langer zelfstandig thuis moeten blijven wonen. Om een beeld te krijgen van de mate waarin de extramuralisering zich voordoet, vindt u cijfers van het Centrum Indicatiestelling Zorg (ciz) in de digitale woningmarktmonitor onder het thema Wonen en Zorg. Ook vindt u hier de factsheets Monitor Wonen en Zorg 2013 met gegevens op gemeente- en kernniveau over de vraag naar en aanbod van wonen en zorg. Langer zelfstandig thuis wonen, dat is wat veel ouderen en zorgvragers zelf als hun voorkeur aangeven. Maar door het voortschrijdende beleid van extramuralisering wordt langer zelfstandig wonen ook min of meer verplicht. Dit heeft gevolgen voor de woningvoorraad. Overheden, (markt) partijen en woningeigenaren zullen er voor moeten zorgen dat er voldoende geschikte ‘levensloopbestendige’ woningen aan de woningvoorraad worden toegevoegd voor mensen met (bewegings)beperkingen. En bestaande woningen zullen op grotere schaal aangepast en geschikt gemaakt moeten worden voor deze doelgroep. Gemeenten vervullen hier een centrale rol. Vanwege de decentralisaties in het sociale domein is deze rol alleen maar groter geworden. In hoofdstuk 6 staat meer informatie over het provinciale beleid Langer Zelfstandig Wonen.
Figuur 3 Ontwikkeling 55+, 65+ en 80+ 2000, 2015 (realisatie) en 2030 (prognose).
2000
Woningmarktmonitor
80+
Meer gegevens over de bevolkingsontwikkeling per gemeente vindt u in de digitale woningmarktmonitor.
2 Trends op de woningmarkt
14/56 Monitoringsrapportage Wonen in Gelderland 2015
Samenvatting
Woningmarktmonitor
Trends op de woningmarkt Aantal transacties koopsector in 2014 flink gestegen (+37%) In 2014 werden door het Kadaster in Gelderland weer 16.601 woningtransacties geregistreerd, fors meer dan in 2013 (+37%), maar nog steeds ongeveer 30% onder het niveau van 2007 (met bijna 22.000 transacties). De toename van het aantal transacties is vooral zichtbaar in de tweede helft van 2014. Het aantal transacties (verkopen) is vanaf het begin van de crisis in 2007 in alle regio’s flink gedaald. Het dieptepunt werd in alle regio’s, en dus ook op Gelderse schaal, bereikt in 2013. Op het dieptepunt werden in Gelderland ca. 45% minder woningen verkocht dan vlak voor de crisis. In de regio NoordVeluwe lijkt de woningmarkt het minst van de crisis te lijden. Daar herstelt het aantal transacties zich bovendien sneller dan in de andere regio’s (figuur 4). In de eerste helft van 2015 zijn in Gelderland bijna 8.100 transacties geregistreerd. Dit is een stijging van bijna 20% in vergelijking met dezelfde periode in 2014. Dit komt overeen met het landelijke beeld. Regio’s met een meer dan gemiddelde stijging in de eerste helft van 2015 zijn de Achterhoek (+27%) en de Stadsregio (+22%).
15/56 Monitoringsrapportage Wonen in Gelderland 20155
Figuur 4 Aantal transacties op jaarbasis naar Gelderse regio’s, 2007-2014 (2007=100). 110 100 90 80 70 60 50 40 2007
2008
2009
2010
2011
Achterhoek
Stadsregio
FoodValley
Stedendriehoek
Noord-Veluwe
Gelderland
Rivierenland
Bron: Woningmarktcijfers.nl en Kadaster
2012
2013
2014
Samenvatting
Woningmarktmonitor
Het herstel van de huizenmarkt zet door, vooral door de lage hypotheekrente De vraag naar koopwoningen hangt voor een deel af van de hypotheekrente. Deze rente is de afgelopen jaren gedaald. Een lage rente in combinatie met daling van de huizenprijzen leidt tot betere betaalbaarheid van koopwoningen. Dit, en de stijging van de huurprijzen, in combinatie met strengere regels voor instroom in de sociale huurvoorraad, stimuleert de lagere middeninkomens tot aanschaf van een (betaalbare) koopwoning. Er zijn in Gelderland in de afgelopen jaren slechts kleine verschillen zichtbaar in het verloop van het aantal transacties naar woningtype. In onderstaande grafiek zijn de aantallen transacties voor een aantal woningtypen voor drie afzonderlijke jaren gepresenteerd: 2007 (vóór de crisis), 2011 (in de crisis) en 2014 (voorzichtig herstel).
Figuur 5 Aantal transacties naar woningtype in Gelderland voor de jaren 2007, 2011 en 2014. 7.000 6.000 5.000 4.000 3.000 2.000 1.000 0
2007
2011
2014
appartementen
twee-onder-een-kap
tussenwoningen
vrijstaand
hoekwoningen
onbekend
Bron: Woningmarktcijfers.nl
De grafiek toont dat het aantal transacties voor onderscheiden woningtypen gaande de crisis (in 2011 ten opzichte van 2007) is gedaald. In 2014 is echter voor alle woningtypen sprake van herstel ten opzichte van 2011. Opvallend is dat het aantal transacties van vrijstaande woningen in vergelijking met de twee-onder-een-kap- en hoekwoningen relatief sterk is gestegen.
16/56 Monitoringsrapportage Wonen in Gelderland 20155
Samenvatting
Woningmarktmonitor
Voorzichtige stijging gemiddelde verkoopprijs 2014 in alle regio’s t.o.v. 2013 De gemiddelde koopsom bedraagt in Gelderland in 2014 € 221.900 (bijna 3% hoger dan in 2013). Deze procentuele stijging is vergelijkbaar met het landelijke beeld. Nadat vanaf 2008 ieder jaar in bijna alle regio’s sprake was van daling, is in 2014 weer in alle regio’s sprake van een (lichte) stijging van de gemiddelde verkoopprijs t.o.v. 2013. De daling van de gemiddelde verkoopprijs vanaf 2008 werd voorafgegaan door een daling van het aantal transacties, die begon in 2007. De gemiddelde verkoopprijs van woningen in Gelderland lag in 2007 (voor de crisis) op € 261.500; 5% boven het landelijk gemiddelde. De top van € 265.000 werd bereikt in 2008; het laagste niveau van € 215.900 in 2013 lag 18% onder het topniveau van 2008. In de eerste helft van 2015 is de gemiddelde koopsom in Gelderland licht gestegen naar € 223.100 (dit is bijna 3% meer in vergelijking met dezelfde periode in 2014 en 0,6% meer ten opzichte van het hele jaar 2014.
Figuur 6 Ontwikkeling gemiddelde verkoopprijs in Gelderland in de periode 2007-2014. €330.000 €310.000 €290.000 €270.000 €250.000 €230.000 €210.000 €190.000 €170.000 €150.000 2007
2008
2010
2011
2012
2013
2014
Achterhoek
Stadsregio
FoodValley
Stedendriehoek
Noord-Veluwe
Gelderland
Rivierenland
Bron: Woningmarktcijfers.nl
17/56 Monitoringsrapportage Wonen in Gelderland 20155
2009
Samenvatting
Woningmarktmonitor
Huizen in Gelderland staan minder lang te koop De theoretische verkooptijd van bestaande koopwoningen is in 2015 verder gedaald en komt medio 2015 uit op 18 maanden. Medio 2014 was dit cijfer nog 25 maanden. De theoretische verkooptijd (tvt) is een door Woningmarktcijfers.nl ontwikkeld meetinstrument om de marktkansen in beeld te brengen 2. In Nederland bedraagt de tvt medio 2015 gemiddeld 15 maanden, het laagste niveau sinds 2009. In onderstaande tabel is de theoretische verkooptijd in Gelderland per prijsklasse voor de jaren 2011 t/m half 2015 weergegeven. Verkooptijden lopen meestal op naarmate het prijsniveau stijgt. In de prijsklasse tot € 100.000 -
€ 200.000 bedraagt de theoretische verkooptijd medio 2015 bijna 14 maanden. In de prijsklasse boven de € 500.000 loopt de tvt op tot bijna 51 maanden (in 2013 ging het hier zelfs om ongeveer 86 maanden). Voor alle prijsklassen is de tvt gedaald in de eerste helft van 2015. De afname ten opzichte van 2014 is het kleinst in goedkopere segmenten en het sterkst (21%) in de hoogste prijsklasse (tabel 2). Medio 2015 hebben tussenwoningen met ongeveer 10 maanden de laagste tvt, daarna volgen hoekwoningen (met 14,5 maanden). De vrijstaande woningen hebben met 35 maanden de hoogste verkooptijd (relatie prijsniveau) (figuur 7).
Tabel 2 Theoretische verkooptijd (in maanden) Gelderland naar prijsklasse 2011
2012
2013
2014
1e helft 2015
<100
11,6
14,6
10,6
9,3
8,8
100-200
20,8
21,4
19,7
15,3
13,7
200-300
25,3
26,7
29,9
19,6
17,3
300-400
37,7
45,8
55,9
33,1
27,6
400-500
54,0
67,0
86,6
48,9
44,2
>500
59,3
66,9
85,7
64,1
50,6
Bron: Woningmarktcijfers.nl 2 De tvt berekent het aantal maanden, dat nodig is om het gehele woningaanbod te verkopen op basis van het aantal transacties van de laatste 12 maanden Als beide getallen gelijk zijn, dan bedraagt de tvt 12 maanden. Als het aanbod 1.000 is en de transacties 500, dan bedraagt de tvt 1.000/500 x 12 = 24 maanden.
18/56 Monitoringsrapportage Wonen in Gelderland 20155
Samenvatting
Woningmarktmonitor
Figuur 7 Theoretische verkooptijd (in maanden) Gelderland per woningtype. 70 60 50 40 30 20 10 0 appartement
hoekwoning
twee-ondereen-kap-woning
tussenwoning
vrijstaand
2011
2014
2012
eerste helft 2015
2013
Bron: Woningmarktcijfers.nl
Courantheid De courantheid (gewildheid) van de bestaande voorraad zal steeds vaker een rol gaan spelen bij de verkoopbaarheid en de prijsstelling (waarde) van woningen. De courantheid wordt vooral bepaald door eigenschappen van de woning plus de locatie. Steeds meer overheden, consumenten en bedrijven hebben doelen op het gebied van duurzaamheid en energiebesparing. Mogelijk dat ook het verplichte energielabel dit onderwerp in toenemende mate agendeert. Een ander punt is de geschiktheid voor ouderen. Verwacht wordt dat, met de toenemende vergrijzing, de vraag en verkoopbaarheid naar nultredenwoningen op goede locaties groeit.
19/56 Monitoringsrapportage Wonen in Gelderland 20155
In de digitale woningmarktmonitor wordt onder het thema ‘Verkoop en verhuur’ de ontwikkeling van de gemiddelde transactieprijzen en het aantal transacties in de koopsector in beeld gebracht per regio en gemeente. Het gaat hier om halfjaarlijkse cijfers, met een nadere uitsplitsing naar woningtype. Gegevens over verhuringen (wachttijden en slaagkansen) zijn beperkt beschikbaar.
Samenvatting
Woningmarktmonitor
Aantal afgegeven bouwvergunningen in 2014 weer toegenomen. Vooral stijging bij bouwers voor de markt, corporatiesector blijft achter. In 2014 is voor ongeveer 5.700 nieuwbouwwoningen een vergunning afgegeven en dat is meer dan in 2013 (ca. 4.000) en op hetzelfde niveau als in 2012. De toename is vooral te danken aan de bouwers voor de markt, zoals projectontwikkelaars. Zij hebben in Gelderland in 2014 vergunningen voor ruim 4.000 woningen gekregen, een groei van bijna 1.600 woningen vergeleken met 2013 en ruim 1.000 woningen meer dan in 2012. De corporatiesector blijft achter (landelijke trend). Het aantal vergunningen voor woningcorporaties is vanaf 2011 met meer dan 60% afgenomen (van ruim 2.400 naar ruim 900 bouwvergunningen in 2014). Andere particuliere opdrachtgevers, die voor eigen gebruik bouwen, hebben iets meer vergunningen gekregen dan in 2013. In vrijwel alle regio’s is het aantal verleende bouwvergunningen toegenomen in 2014 t.o.v. 2013 en neemt het aandeel van vergunningverlening aan de marktsector toe en blijven de corporaties achter. De Achterhoek is de enige regio waar het aantal nieuw te bouwen woningen in opdracht van overheden en corporaties procentueel is toegenomen in 2014 (ten gunste van particuliere opdrachtgevers). In de FoodValley is het overgrote deel van de verleende vergunningen voor bouwers van de markt (83% in 2014). In de Stedendriehoek ligt dit aandeel in 2014 met 77% ook boven het Gelders gemiddelde. Het niveau van 2008 (ruim 12.000 afgegeven vergunningen) hoeft waarschijnlijk nooit meer gehaald te worden. Om de opgave voor de komende jaren te kunnen realiseren (op 20/56 Monitoringsrapportage Wonen in Gelderland 20155
Gelderse schaal groei van de woningvoorraad met gemiddeld ca. 6.400 woningen per jaar) zullen jaarlijks ongeveer 6.000 7.000 vergunningen afgegeven moeten worden. Op basis van cijfers van enkele jaren geleden kan het stuwmeer van in het verleden afgegeven, nog niet benutte bouwvergunningen worden geschat op 15.000 tot 20.000 vergunningen. De exacte omvang van het stuwmeer is op dit moment niet bekend, omdat dit niet meer wordt geregistreerd. Welke invloed het stuwmeer aan vergunningen heeft op de groei van de woningvoorraad is evenmin bekend. Figuur 8 Aantal afgegeven vergunningen voor nieuwbouwwoningen naar opdrachtgever in Gelderland, 2007-2014. 14.000 12.000 10.000 8.000 6.000 4.000 2.000 0 2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
Overheid of woningcorporatie Bouwers voor de markt Andere particuliere opdrachtgevers
Bron: cbs 2015
3 Nieuwbouw in 2014
21/56 Monitoringsrapportage Wonen in Gelderland 2015
Samenvatting
Nieuwbouw in 2014
Woningmarktmonitor
De (netto) groei van de woningvoorraad blijft in 2014 met bijna 4.900 woningen wat achter
Sinds 2012 maakt de provincie Gelderland een schatting van de ontwikkeling van de woningvoorraad op basis van de gemeentelijke informatie. Achtergrond hiervan is de overstap van het cbs van het Woningregister (tot 2012) naar de bag (vanaf 2012) voor het tellen van de omvang van de woningvoorraad. Vooral in de beginjaren was de bag nog onvoldoende betrouwbaar (zie kader pagina 27).
Het lijkt erop dat de nieuwbouw in 2014 met bijna 4.900 woningen wat achterblijft bij de aantallen in voorgaande jaren. Vooral in de jaren 2011 en 2012 was er sprake van een aanzienlijke toename. Een wat achterblijvende nieuwbouw komt ook overeen met het landelijke beeld. Naast nieuwbouw worden ook woningen toegevoegd door splitsingen of doordat andere gebouwen geschikt worden gemaakt voor wonen. Niet alle gemeenten hebben dergelijke mutaties in de woningvoorraad als zodanig volledig aangeleverd in hun cijfers.
Tabel 3 Netto-groei van de woningvoorraad 2010-2014 en de gemiddelde opgave per jaar conform kwp3 2010
2011
2012
2013
2014
Gemiddelde opgave per jaar 2010 t/m 2014 cf. kwp3
Achterhoek 3
493
894
596
255
241
393
FoodValley
849
1.278
1.405
1.043
1.026
1.200
Noord-Veluwe
841
619
642
405
437
670
Rivierenland
768
1.484
862
704
883
980
1.856
2.577
3.150
2.005
1.700
2.600
775
879
849
629
582
850
5.282
7.731
7.504
5.041
4.869
Ca 6.700
Stadsregio Stedendriehoek Totaal
Bron: cbs (2010, 2011) en gemeentelijke informatie vanaf 2012
22/56 Monitoringsrapportage Wonen in Gelderland 20155
3 Voor de Achterhoek is de aanvankelijke groeiopgave van 5.900 woningen over de periode 2010-2019 uitgesmeerd over een periode van 15 jaar, namelijk t/m 2024. Dit betekent dat de jaarlijkse groeiopgave niet 590 maar (5.900/15 =) 393 woningen is.
Samenvatting
In tabel 3 zijn de netto-toevoegingen opgenomen. Dit betekent dat op het totaal aantal gerealiseerde nieuwbouwwoningen (bruto) de onttrekkingen in mindering zijn gebracht. Bij onttrekkingen van de woningvoorraad gaat het om sloop of samenvoeging van woningen. In de Stadsregio blijft de realisatie in 2014 met 1.700 woningen wat achter bij de realisatie in het voorgaande jaar. In deze regio zijn in 2014 ruim 2.100 woningen (bruto) toegevoegd en bijna 440 woningen onttrokken (waarvan bijna 300 in Nijmegen). Binnen de Achterhoek valt de gemeente Berkelland op met relatief veel sloop in 2014 (114 woningen). De cijfers moeten met enige voorzichtigheid worden gebruikt. In sommige regio’s wijken de gepresenteerde cijfers over de voorgaande twee jaren wat af van die in eerdere rapportages, omdat enkele gemeenten hierop correcties hebben uitgevoerd. De realisatiecijfers van de Achterhoek wijken af van de gebruikte cijfers in de regio (Woningmarktmonitor Achterhoek 2015) 4.
4 De realisatiecijfers 2010 t/m 2014 in de Achterhoek wijken af van de cijfers die in de Woonmonitor Achterhoek 2015 zijn gebruikt (door afwijkende cijfers voor de jaren 2010 en 2011). Dit heeft te maken met een verrekening van de sloop in 2009 in de toevoegingen voor de jaren 2010 en 2011 in de Achterhoekse monitor. In de Achterhoek zijn in de periode 2010 t/m 2014 2.133 woningen (bron Woningmarktmonitor Achterhoek 2015) toegevoegd. Het gemiddelde jaarlijkse realisatiecijfer volgens deze berekening dan ook lager uit (427 woningen) dan gepresenteerd in figuur 9.
23/56 Monitoringsrapportage Wonen in Gelderland 20155
Woningmarktmonitor
Nieuw totaalconcept Een bouwopdracht bestaat steeds vaker uit het maken van het ontwerp, de financiering, de bouw en het onderhoud of de exploitatie van het gebouwde. Bouwend Nederland ziet hier kansen voor de bij haar aangesloten bouwbedrijven en draagt dit totaalconcept actief uit. Op deze manier wordt toekomstige onzekerheid voor de opdrachtgever gereduceerd. Dat wil niet zeggen dat de risico’s regelrecht verschuiven naar de opdrachtnemer. Al voordat de bouw begint wordt beter en creatiever nagedacht over de behoefte aan het op te richten gebouw en alle consequenties daarvan, waardoor de risico’s juist afnemen. Bovendien heeft de opdrachtnemer zekerheid wat betreft het werkaanbod over een langere periode.
Samenvatting
Woningmarktmonitor
De gemiddelde realisatie over de periode 2010-2014 ligt bij de meeste regio’s dichtbij hun jaarlijkse opgave Volgens het Kwalitatief Woonprogramma 2010-2019 (kwp3) is de opgave om de Gelderse woningvoorraad van 2010 t/m 2019 met ca. 66.900 woningen te laten groeien, ofwel gemiddeld bijna 6.700 per jaar. In dit aantal is verdisconteerd dat de gemeenten in de Achterhoek gezamenlijk hebben besloten om hun opgave vanwege nieuwe demografische prognoses uit te smeren over een langere periode (t/m 2024). Van 2010 t/m 2014 zijn in Gelderland bijna 30.500 woningen toegevoegd, ofwel gemiddeld bijna 6.100 per jaar. De gerealiseerde netto groei is dan ook wat achtergebleven bij de kwp3-opgave.
In figuur 9 is de gemiddelde jaarlijkse opgave conform kwp3 afgezet tegen de realisatie (jaarlijks gemiddelde in de periode 2010 t/m 2014). Zichtbaar wordt dat de meeste regio’s dichtbij hun jaarlijkse opgave zitten. In de Stadsregio, de regio met de grootste opgave, is het verschil het grootst. De oorzaken hiervoor zijn niet bekend. Figuur 9 Jaarlijkse opgave conform kwp3 afgezet tegenover de gemiddelde jaarlijkse realisatie 2010-2014. 3.000 2.500 2.000 1.500 1.000 500 0 Achter- FoodValley hoek
NoordVeluwe
Rivieren- Stadsregio Stedenland driehoek
KWP3 (jaarlijkse opgave) Realisatie (gemiddeld per jaar 2010 t/m 2014)
Bron: gegevens gemeenten
24/56 Monitoringsrapportage Wonen in Gelderland 20155
Samenvatting
Woningmarktmonitor
Verwachting nieuwbouw in 2015 Of er sprake is van een kentering van de groei rond de 5.000 woningen per jaar, is op dit moment niet uit de cijfers af te leiden. In hoofdstuk 2 is geconstateerd dat het aantal afgegeven bouwvergunningen in 2014 hoger is dan dat in 2013. Dit leidt waarschijnlijk in 2015 en 2016 tot realisatie van meer woningen dan in 2014. Landelijk wordt onder invloed van het toenemend aantal bouwvergunningen in 2014 verwacht dat de nieuwbouwproductie van woningen in 2015 met 15% toeneemt. Voor 2016 wordt een groei in dezelfde orde van grootte voorzien.
In Gelderland zal een dergelijke groei niet optreden, aangezien de daling in de afgelopen jaren veel minder sterk was dan het gemiddelde voor Nederland en de toename van het aantal vergunningen niet zo hoog was.
Tabel 4 Aantal woningen in aanbouw per 1 januari 2014 en per 1 januari 2015 In aanbouw 1 januari 2014
In aanbouw 1 januari 2015
Achterhoek
406
524
FoodValley 5
1.000
1.000
Noord-Veluwe
358
>345 6
Rivierenland
550
665
2.199:
2.101:
Subregio Arnhem
967
912
Subregio Liemers
228
161
1.004
1.028
564
568
Ca 5.100
Ca 5.200
Stadsregio:
Subregio Nijmegen Stedendriehoek Gelderland Bron: gemeentelijke informatie
25/56 Monitoringsrapportage Wonen in Gelderland 20155
5 Voor de FoodValley is vanwege het ontbreken van gegevens een schatting gemaakt voor het aantal woningen in aanbouw per 1 januari 2014 resp. 2015. 6 Het cijfer over het aantal woningen in aanbouw op 1 januari 2015 in de Noord-Veluwe is onvolledig. Gegevens van de gemeenten Heerde en Putten ontbreken.
Samenvatting
Ook het aantal woningen in aanbouw op 1 januari van een jaar kan worden gebruikt om de groei van de woningvoorraad in dat jaar te voorspellen. Op 1 januari 2015 zijn er iets meer woningen in aanbouw in vergelijking met 1 januari 2014. Uiteraard valt de groei van de woningvoorraad over 2015 niet met zekerheid te voorspellen (want er is hier deels gebruik gemaakt van schattingen en ook de sloopcijfers zijn niet bekend). Er zijn ook omstandigheden die de realisatie van woningen zullen afremmen. We noemen het wegvallen van de impuls van de tijdelijke Btw-verlaging per 1 juli 2015 en het drukkend effect van de verhuurdersheffing op de investeringsruimte van woningcorporaties. Ondanks deze positieve cijfers en verwachtingen blijft de uitbreiding van de woningvoorraad in 2014 en waarschijnlijk ook in 2015 nog steeds achter bij de huishoudensgroei.
Woningmarktmonitor
Geen kwalitatieve informatie over de opgeleverde woningen op Gelderse schaal In kwp3-verband is met regio’s afgesproken dat een deel van de netto groei van de woningvoorraad over de periode 2010 t/m 2019 (minimaal) een bepaald aandeel huur, betaalbare of nultredenwoning is. Gemeenten hebben de afgelopen jaren meer ruimte gekregen om zelf te bepalen hoe en welke gegevens ze registreren. Dat past bij het werken volgens de Regionale Woonagenda’s, waarbij partijen in een regio gezamenlijk meer verantwoordelijkheid nemen (en krijgen). Door afnemende uniformiteit wordt het helaas ook moeilijker om op een aantal variabelen een beeld te vormen van ontwikkelingen op Gelderse schaal. Zo is het nu niet meer mogelijk om aan te geven hoeveel betaalbare, huur- en nultredenwoningen er in 2014 in Gelderland zijn bijgekomen. De laatste jaren is het door allerlei ontwikkelingen steeds moeilijker om de regionale opgaven op het gebied van huur-, betaalbare en levensloopbestendige woningen in te schatten. Vooral het veranderende Rijksbeleid is daar debet aan. Er zijn (inkomens)eisen voor huurders van corporatiewoningen, de hypotheekeisen zijn aangescherpt en de instroom van ouderen in zorgcentra is beperkt (zorgzwaartepakket 1-3). Tevens verschilt de woningmarkt en de samenstelling van de woningvoorraad per regio en vaak zelfs per gemeente en kern. In de digitale woningmarktmonitor zijn onder het thema Woningvoorraad diverse gegevens opgenomen over de bestaande woningvoorraad in de Gelderse regio’s en gemeenten, zoals woningtype, bouwjaar en prijsklasse.
26/56 Monitoringsrapportage Wonen in Gelderland 20155
Samenvatting
Basisregistraties Adressen en Gebouwen (bag) Tot 2012 hield het cbs een statistiek bij van het aantal zelfstandige woningen per gemeente (woningvoorraad) en de mutaties daarin (het Woningregister). De Basisregistraties Adressen en Gebouwen (bag) zijn de opvolger van deze cbs-statistiek. De bag biedt o.m. een overzicht van het aantal ‘Verblijfsobjecten met een woonfunctie’ (ruwweg alle zelfstandige woningen plus onzelfstandige wooneenheden). De vroegere cbs-registratie en de bag bieden dus andere informatie (trendbreuk). Zo zijn er bijvoorbeeld door de toepassing van de afbakeningsregels van de bag voor zorgcomplexen, veel nieuwe afzonderlijke verblijfsobjecten opgevoerd (terwijl er in feite niets is veranderd aan de huisvesting van bewoners). Deze toename in verblijfsobjecten heeft geen invloed op de regionale programmering zolang de functie van de gebouwen in het bestemmingsplan niet wijzigt.
Woningmarktmonitor
Woonzorgeenheden en de bag Als gevolg van het veranderende beleid zullen zorginstellingen zorgplekken afstoten en kunnen hier deels zelfstandige extramurale zorgwoningen en deels modernere (onzelfstandige) intramurale zorgplekken voor terugkomen. In de gemeentelijke programmering is hier niet altijd rekening mee gehouden. Binnen de nieuwe (of nog vast te stellen) kwantitatieve opgave wonen tot 2025 is het nieuwe Rijksbeleid met betrekking tot zzp 1 t/m 3 meegenomen en vormt hierbij dus (in tegenstelling tot kwp3) een goed afwegingskader bij de aantallen. Er zijn ook verschillende mengvormen waarin de afbakening naar bestemming (maatschappelijk of wonen) of type woning (zelfstandig of onzelfstandig) minder uitgesproken zijn. In de programmering gaan provincie en gemeenten hier pragmatisch en met gezond verstand mee om, waarbij rekening wordt gehouden met de lokale en regionale context. bag-eenheden en programmering Het ligt in de bedoeling van de provincie om, als er in de loop van 2016 een prognose is van het in de toekomst benodigde aantal bag-eenheden (Verblijfsobjecten met woonfunctie), de kwantitatieve opgave wonen uit te drukken in bag-eenheden. Woonprogrammering kan vervolgens ook in bag-eenheden gebeuren. De (gecorrigeerde) bag garandeert dan nauwkeurige informatie van mutaties in de voorraad. In de regio Stedendriehoek loopt momenteel een pilot rond programmering in bag-eenheden met medewerking van ABF Research.
27/56 Monitoringsrapportage Wonen in Gelderland 20155
4 Plancapaciteit per 1 januari 2015
28/58 Monitoringsrapportage Wonen in Gelderland 2015
Samenvatting
Plancapaciteit per 1 januari 2015 De vraag naar de kwantitatieve opgave wonen in de regio’s (hoeveel woningen moeten er nog bijkomen?) komt ook in het kader van de woonagenda’s aan de orde. De provincie streeft ernaar om minstens iedere vijf jaar nieuwe afspraken over de aantallen te maken. Deze afspraken kunnen uiteraard tussentijds worden bijgesteld als de ontwikkelingen op de woningmarkt daar aanleiding toe geven.
Vier regio’s werken medio 2015 met nieuwe kwantitatieve afspraken over woningaantallen
De kwantitatieve opgave wonen heeft een horizon t/m 2024 (vijf jaar verder dan het kwp3). • In de Achterhoek en de Noord-Veluwe is in de loop van 2015 overeenstemming bereikt over de kwantitatieve opgave wonen en is deze in juli 2015 door gs vastgesteld. • Voor Rivierenland hebben gs in juli 2015 de opgave ‘voorlopig’ vastgesteld, in de verwachting dat partijen in deze regio het proces van afstemming rond de regionale programmering in de tweede helft van 2015 afronden. Daarna kan definitieve vaststelling plaatsvinden. • In de Stadsregio Arnhem Nijmegen vindt het gesprek over de opgave plaats in drie subregio’s. In twee daarvan is overeenstemming over de opgave t/m 2019. Alleen in de subregio Nijmegen is een opgave t/m 2024 overeengekomen. Er wordt verder gepraat over de opgave t/m 2024. Aangezien de kwantitatieve opgave t/m 2024 nog niet voor de hele regio is vastgesteld, is voor de Stadsregio in onderstaand schema als gemiddelde jaarlijkse kwantitatieve opgave t/m 2024 de voorzet als uitgangspunt genomen. • Voor de regio’s FoodValley en de Stedendriehoek hebben gs de opgave in juli 2015 nog niet vastgesteld, omdat naar verwachting de discussie hierover na de zomer wordt afgerond. Definitieve vaststelling kan dan aansluitend plaatsvinden. Voor deze regio’s is in onderstaand schema nog de voorzet opgenomen die de provincie aan de regio/ gemeentes heeft voorgelegd voor het gesprek over de aantallen (gs april 2014).
29/56 Monitoringsrapportage Wonen in Gelderland 20155
Woningmarktmonitor
Samenvatting
De kwantitatieve opgave wonen bedraagt bijna 64.000 woningen voor de periode 2015 t/m 2024
De kwantitatieve opgave voor Gelderland totaal tot 2025 (bijna 64.000 woningen) is deels gebaseerd op door gs vastgestelde opgaven (voor drie regio’s) en deels op de voorzet voor het gesprek in de regio’s over die opgaves, zoals door gs in april 2014 aan de regio’s toegezonden (tabel 5). De realisatiecijfers uit 2013 en 2014 (tabel 3) zijn afgetrokken van de opgave (over de periode 2013 t/m 2024). De Gelderse bevolkingsprognose 2014 dient als basis voor de afspraken. De definitieve kwantitatieve opgave wonen t/m 2024 voor Gelderland is pas bekend als deze voor alle (sub)regio’s is vastgesteld. Tabel 5 Vastgestelde Kwantitatieve Opgave Wonen dan wel de Voorzet voor kwantitatieve opgave t/m 2024 Kwantitatieve Opgave Wonen t/m 2024; vastgesteld door gs) Achterhoek
Voorzet Kwantitatieve Opgave Wonen
3.145 woningen (2015 t/m 2024)
FoodValley
13.700 woningen (2013 t/m 2024)
Noord-Veluwe
8.850 woningen (2013 t/m 2024)
Rivierenland
8.600 woningen (2013 t/m 2024)
Stadsregio
31.500 woningen (2013 t/m 2024)
Stedendriehoek
7.500 woningen (2013 t/m 2024)
30/56 Monitoringsrapportage Wonen in Gelderland 20155
Woningmarktmonitor
Samenvatting
Op Gelderse schaal geen overcapaciteit aan harde plannen Op 1 januari 2015 is er voor ca. 47.500 woningen harde en voor ca. 39.500 woningen zachte plancapaciteit beschikbaar. Bij de plancapaciteit in de regio’s FoodValley en Noord-Veluwe is de status bij aantal woningbouwplannen nog onduidelijk of niet uit de gegevens te herleiden (tabel 6). Deels gaat het om bouwplannen die worden heroverwogen en waarvan het nog niet duidelijk is of deze in de oorspronkelijke vorm worden uitgevoerd of worden bijgesteld. Om te bepalen hoe de harde capaciteit zich verhoudt tot de opgave, vergelijken we de plancapaciteit per 1 januari 2015 met de opgave voor de komende tien jaar. Bestemmingsplannen moeten in principe immers binnen tien jaar worden uitgevoerd. Uit de gegevens van de gemeenten blijkt dat ongeveer een kwart van de (harde) plancapaciteit voor na 2025 staat geprogrammeerd. Met andere woorden: het bestemmingsplan wordt niet binnen tien jaar uitgevoerd. Voor de Achterhoek en de NoordVeluwe gaat het om beperkte aandelen (rond de 5%). Voor Rivierenland zijn deze gegevens niet volledig beschikbaar.
31/56 Monitoringsrapportage Wonen in Gelderland 20155
Woningmarktmonitor
Samenvatting
Tabel 6 Netto harde en zachte plancapaciteit per 1 januari 2015 en de opgave 2015 t/m 2024 op basis van de vastgestelde kwantitatieve opgave wonen dan wel de voorzet voor de kwantitatieve opgave t/m 2024 Plancapaciteit (netto) per 1 januari 2015 Totaal
Opgave 2015 t/m 2024
6.342
3.145
1.113
15.494
11.631
867
6.746
8.008
8.267
15.542
7.013
16.477
17.388
33.865
27.795
Subregio Arnhem e.o
6.779
5.272
12.051
Subregio Liemers
3.101
1.494
4.595
Subregio Nijmegen e.o
6.597
10.622
17.219
Stedendriehoek 7
6.647
4.499
11.142
6.289
47.521
39.572
89.125
63.881
Hard
Zacht
Achterhoek
5.416
926
FoodValley
8.474
5.907
Noord-Veluwe (excl. Hattem en Heerde)
3.281
2.598
Rivierenland
7.265
Stadsregio:
Gelderland totaal
onbekend
1.980
Bron: gemeentelijke informatie
7 De plancapaciteit van de regio Stedendriehoek is exclusief de plancapaciteit van Deventer.
32/56 Monitoringsrapportage Wonen in Gelderland 20155
Woningmarktmonitor
Samenvatting
Alle regio’s zijn bezig om hun bouwplannen (kwantiteit en kwaliteit) door te lichten en eventuele overcapaciteit terug te brengen (of hebben dat al gedaan). In onderstaand overzicht is per regio beschreven hoe de regio omgaat met de programmering. Regio’s
Programmering: aanpak in de regio
Achterhoek
De harde capaciteit is nog te hoog, mede omdat na 2025 geen substantiële groei meer wordt verwacht • D e kwp3-afspraak (2010-2019) van 5.900 woningen is uitgesmeerd tot 2025. In Woonagenda Achterhoek is afgesproken om de opgave verder te verlagen met 10% naar 3.145 (2015 t/m 2024). • De zeven gemeenten staan voor de opgave om hun woningbouwprogramma nog verder in te perken. Dat is niet alleen een kwantitatieve opgave, maar ook een kwalitatieve opgave. De regio gebruikt het ‘Stoplichtmodel’ om inzicht te krijgen in kwaliteit en kwantiteit van de plannen zodat juiste keuzes worden gemaakt. • Eind 2016 vindt evaluatie plaats van realisatie, aanwezige plancapaciteit en verwachte woningbehoefte. Sturen op beperken van leegstand, op waardebehoud en op balans vraag en aanbod.
FoodValley
Overcapaciteit op korte termijn, maar voor langere termijn is nog veel vraag (verwachting). • Nog geen kwantitatieve opgave Wonen vastgesteld; het overleg hierover in de regio wordt naar verwachting kort na de zomer 2015 afgerond. • Op de korte termijn is sprake van overcapaciteit, maar gezien de relatief grote behoefte op langere termijn, kan de aanpak van de regio (faseren en doseren) afdoende zijn. • De echte uitdaging is kwalitatief, namelijk om de plannen aan te laten sluiten bij de veranderende woningbehoefte.
33/56 Monitoringsrapportage Wonen in Gelderland 20155
Woningmarktmonitor
Samenvatting
Noord-Veluwe
Woningmarktmonitor
In de regio wordt behoudend omgegaan met het ontwikkelen van plancapaciteit. Hierdoor blijft voldoende ruimte over om de komende jaren (onvoorziene) transformatielocaties in de programmering op te nemen. • O p basis van eigen en provinciale prognoses zijn afspraken gemaakt over de uitbreiding van de woningvoorraad in de gemeenten. Deze afspraken zijn door de gemeenten bij de behandeling van de regionale woonvisie bekrachtigd. • Er wordt gewerkt met bandbreedte per gemeente (passend binnen de berekende netto toevoeging).
Rivierenland
Er is voldoende harde capaciteit; de regio zou eventueel bestaande plannen kunnen inruilen voor andere (betere) locaties. • D e regio streeft naar een vorm van regionaal programmeren met een belangrijke rol voor de kwaliteit van plannen. Hiertoe wordt eerst een monitor ontwikkeld, waarin zowel kwantitatief als kwalitatief (doelgroep, woningtype en fasering) wordt gestuurd en rekening wordt gehouden met trends en ontwikkelingen. • G edeputeerde Staten hebben de Kwantitatieve opgave wonen voor Rivierenland ‘voorlopig’ vastgesteld om de regio voldoende tijd te geven om tot regionale programmering te komen. Afhankelijk van de resultaten van het proces en recente ontwikkelingen (bijv. de huisvesting van statushouders), gaan gs het gesprek aan en wordt de kwantitatieve opgave definitief vastgesteld. • g s hebben regio verzocht voorlopig geen nieuwe plannen in te dienen, totdat de regionale programmering afgerond is en er overeenstemming is over de woningbehoefte.
Stadsregio
Afspraken die in de regio zijn gemaakt: Arnhem: evt. plancapaciteit uitbreiden en grote kwaliteitsopgave in bestaande voorraad. Liemers: overcapaciteit hard en zacht verkleinen. Nijmegen: voorraad zachte plannen verkleinen. • V oor de subregio Nijmegen e.o. is de kwantitatieve opgave vastgesteld voor de periode t/m 2024; voor de subregio’s Liemers en Arnhem e.o. is de opgave vastgesteld t/m 2019. • G ebruik ‘Stoplichtenmodel’. Elke gemeente kan haar opgegeven groene plannen ontwikkelen binnen de kwantitatieve opgave. Gemeenten en subregio’s hebben een inspanningsverplichting om eventuele overcapaciteit terug te brengen tot de kwantitatieve opgave. • G emeenten krijgen tijdelijk meer ruimte om in te spelen op nieuwe kansen, maximale inzet om slechte plannen uit de markt te halen • V oornemen om voortgang en ontwikkeling en realisatie samen te monitoren en opgave periodiek te ijken a.d.h.v. recente prognoses.
34/56 Monitoringsrapportage Wonen in Gelderland 20155
Samenvatting
Stedendriehoek
Woningmarktmonitor
Enkele gemeenten hebben ruimte voor het ontwikkelen van nieuwe woningbouwmogelijkheden. Het aantal woningen in (harde) bestemmingsplannen op regionale schaal hoeft voorlopig niet te groeien. • N og geen Kwantitatieve opgave wonen vastgesteld, omdat de discussie hierover in de regio naar verwachting na de zomer 2015 wordt afgerond. • R egio wil adaptief programmeren en zo vraag en aanbod op de juiste wijze bij elkaar brengen. Uitdaging is om te zorgen dat woningbouw in de toekomst plaatsvindt op de beste locaties in de regio, waar ook in de toekomst, voor zover nu bekend, huishoudens willen wonen. Dat kan ten koste gaan van een aantal bestaande (harde) plannen. • R egio werkt aan pilot rond programmeren met de bag met als doel te komen tot nieuwe afspraken over de kwantitatieve opgave.
Intrekken zonder planschade Omdat alle bouwplannen in Gelderland opgeteld meer woningen bevatten dan waar behoefte is, vraagt de provincie de gemeenten, projectontwikkelaars en woningcorporaties samen in de Regionale Woonagenda’s te bespreken aan welke type woningen en locaties etc. – ook voor de langere termijn – de meeste behoefte is. Op basis hiervan kan er een prioritering in plannen worden aangebracht. Behalve financiële posities staat de vrees voor planschadeclaims een goede prioritering vaak in de weg.
In 2014 hebben acht Gelderse gemeenten advies gekregen over het beperken of intrekken van bouwmogelijkheden in een specifiek bestemmingsplan. De adviezen waren informatief van aard en zijn gegeven door een team van externe deskundigen. Volgens het adviesteam is het in bijna alle gevallen mogelijk om bouwmogelijkheden te onttrekken zonder planschade, als maar de juiste weg wordt bewandeld. Lees hier het verslag van de adviesronde ‘Intrekken zonder planschade’ (2014) Lees hier het interview van de wethouder van de gemeente Buren over de aanpak van Buren.
35/56 Monitoringsrapportage Wonen in Gelderland 20155
Samenvatting
Woningmarktmonitor
Aandeel huur in de bouwplannen is relatief laag In tabel 7 zijn de aandelen huur- en koopwoningen in de (bruto) bouwplannen per regio weergegeven; hetzelfde geldt voor het aandeel betaalbare woningen. Nog geen kwart van de toekomstige bouwplannen betreft huurwoningen; meer dan 70% zijn koopwoningen. In de stedelijke regio’s Arnhem en Nijmegen ligt het aandeel huur- en betaalbare woningen boven het Gelderse gemiddelde. Naast de subregio Nijmegen valt de regio Liemers op met een hoog aandeel betaalbare woningen in hun bouwplannen (koop goedkoop). Niet van alle woningbouwplannen is kwalitatieve informatie beschikbaar. Het gaat dan vooral om plannen waarvan de start bouw wat
verder weg ligt. Hiermee houden gemeenten/regio’s flexibiliteit, in afwachting hoe de markt (de vraag) zich ontwikkelt. Gezien de druk op de woningmarkt (mede vanwege de actuele ontwikkelingen rond de huisvesting van statushouders) lijkt uitbreiding van de huurvoorraad op korte termijn wenselijk. Dit zou kunnen door plannen met huurwoningen in de fasering naar voren te halen of meer plannen te hebben. In de regionale woonagenda’s worden kwalitatieve afspraken gemaakt; betaalbaarheid van het wonen is naast duurzaamheid en geschiktheid voor ouderen daarbij een thema dat gezamenlijk worden opgepakt.
Tabel 7 Aandeel huur- en koopwoningen in de (bruto)woningbouwplannen (1 januari 2015) per regio en aandeel plannen voor betaalwoningen % huur
% koop
% onbekend
% betaalbaar 8
Achterhoek
20%
80%
-
28%
FoodValley
20%
65%
15%
24%
Noord-Veluwe
14%
50%
36%
23%
Rivierenland
21%
79%
-
29%
Stadsregio
28%
72%
-
37%
Subregio Arnhem e.o
26%
74%
-
29%
Subregio Liemers
20%
80%
-
43%
Subregio Nijmegen e.o
31%
69%
-
41%
Stedendriehoek
23%
77%
-
28%
Gelderland
23%
72%
5%
33%
36/56 Monitoringsrapportage Wonen in Gelderland 20155
8 Het aandeel betaalbare woningen in de woningbouwplannen is berekend door een optelling van het aantal plannen voor huur goedkoop, huur betaalbaar en koop goedkoop. Het percentage betaalbare woningen is berekend exclusief de aantallen waarbij prijsklasse van de toekomstige woningen nog niet bekend zijn. Bij de regio’s FoodValley en de Noord-Veluwe is van een aanzienlijk deel van de plancapaciteit de prijsklasse nog onbekend of niet volledig ingevuld in de planmonitor. Ook in de Stadsregio gaat het om een aanzienlijk aantal ( ca 3.500 woningen).
5 Voortgang Regionale Woonagenda’s
37/56 Monitoringsrapportage Wonen in Gelderland 2015
Samenvatting
Voortgang Regionale Woonagenda’s Bijna alle regio’s beschikken over een Regionale Woonagenda. In Rivierenland is deze nog in voorbereiding.
De Regionale Woonagenda is bedoeld om de (relevante) partijen op de regionale woningmarkt beter te laten samenwerken. Samen brengen ze de problematiek op de woningmarkt in kaart en maken ze afspraken over wat zij hieraan gaan doen. De provincie is een van de partijen. De woonagenda’s zijn veel meer dan een document. Ze zijn een proces binnen een regionaal netwerk of waarvoor een regionaal netwerk wordt opgericht en/of uitgebreid. Binnen deze (nieuwe) samenwerkingsverbanden ontstaat meer onderling vertrouwen en uitwisseling en worden nieuwe oplossingsrichtingen bedacht voor en afspraken gemaakt over regionale opgaven. Op de volgende pagina’s is de stand van zaken van de Regionale Woonagenda’s per 1 juli 2015 op hoofdlijnen samengevat in een tabel.
38/56 Monitoringsrapportage Wonen in Gelderland 20155
Woningmarktmonitor
Samenvatting
Woningmarktmonitor
Regio’s
Stand van zaken Regionale Woonagenda’s medio 2015
Achterhoek
Regionale Woonagenda (2015-2025) vastgesteld door de Stuurgroep Regiovisie Wonen (maart 2015) Regionale Woonagenda tevens vastgesteld door gs (juli 2015) Uitvoeringsprogramma in voorbereiding (planning eind 2015) Afspraken tussen gemeenten, woningcorporaties en provincie over doelstellingen en ambities: • g roei woningvoorraad via Kwantitatieve opgave wonen verlaagd en vastgesteld op +3.145 woningen (2015 t/m 2024); • i ntegrale aanpak toekomstbestendig maken bestaande voorraad (onderhoud, isoleren, energieopwekking en levensloopbestendig), evt. sloop; • - aanpak leegstand; • - wonen en zorg. • W oonagenda schetst kaders en geeft ruimte aan andere partijen om de inhoud in te vullen. Begin oktober start een uitvraag richting organisaties, bedrijven en bewonersorganisaties. De projecten die hieruit voortkomen worden eind 2015 toegevoegd aan het uitvoeringsprogramma, waarvan in september 2015 de hoofdlijnen en kaders zijn vastgesteld door de Stuurgroep regiovisie wonen.
FoodValley
Regionale Woonagenda vastgesteld door de regio (december 2014) Woonagenda kent programmalijnen: - Betaalbaarheid; - Kwaliteit (woonmilieus, kansen voor kenniswerkers etc.); - Wonen en zorg; - Duurzaamheid - Statushouders. • I n de eerste helft 2015 het meest actief opgepakt: • - B etaalbaarheid: marktpartijen, gemeenten, corporaties en provincie hebben informatie gedeeld en besproken. Dit heeft geleid tot concrete vervolgafspraken. • - Statushouders: gezamenlijk initiatief van gemeenten en corporaties om met coa, Vluchtelingenwerk, enkele marktpartijen en onderwijsinstellingen mogelijkheden voor regionale samenwerking te verkennen. Dit heeft geleid tot enkele pilots. De regio is hiermee landelijk voorloper. • Najaar 2015 wordt het onderwerp ‘wonen en zorg’ vergelijkbaar opgepakt.
39/56 Monitoringsrapportage Wonen in Gelderland 20155
Samenvatting
• O ver de kwantitatieve opgave wonen worden in de tweede helft 2015 afspraken verwacht. Daarbij worden ook afspraken gemaakt over een regionaal proces om te komen tot afspraken over kwalitatieve behoefte waarin de bestaande voorraad nadrukkelijk wordt meegenomen. • E r zijn teveel plannen voor de korte termijn, de regio werkt aan ‘faseren en doseren’, gebruik makend van de projectenmonitor van de Stichting Vastgoedmonitor. Noord-Veluwe
Regionale Woonvisie vastgesteld door bestuur Regio Noord-Veluwe (april 2015) De uitvoeringsagenda bij de woonvisie fungeert in de praktijk als woonagenda • I n de woonvisie worden vier thema’s uitgewerkt: potentie bestaande voorraad, woningmarkt in beweging (programmering), wonen-welzijn-zorg en duurzaamheid. • I n de bijbehorende uitvoeringsagenda staan concrete acties, die op regionaal of lokaal niveau worden opgepakt, zoals afspraken over programmering (o.a. de kwantitatieve opgave), monitoring, huisvesting arbeidsmigranten, loslaten bindingseisen en betaalbaarheid. In de tweede helft 2015 meer aandacht voor huisvesting statushouders. • C orporaties zijn betrokken bij het opstellen van de woonvisie. Andere partijen (ontwikkelaars, woonconsumenten, andere belanghebbenden) zijn geconsulteerd. • D e woonvisie vormt een gezamenlijk kader (‘paraplu’) voor het lokale woonbeleid in de gemeenten (veel lokale uitwerking en maatwerk).
Rivierenland
Regionale Woonagenda is medio 2015 nog in voorbereiding. • B ouwstenen voor de woonagenda zijn het woningbehoefteonderzoek dat in 2014 door gemeenten, corporaties en provincie samen is uitgevoerd, het convenant wonen en zorg, de regionale aanpak opplussen en de ‘woonladder begeleid wonen’ (voor kwetsbare groepen). • V oorbereiding van de woonagenda vooral door groepjes ambtenaren. Bij sommige onderwerpen leveren corporaties een bijdrage. • D e gekozen onderwerpen zijn: arbeidsmigranten, statushouders, monitor programmering en nieuwbouw, bestaande woningvoorraad, betaalbaarheid en woonlasten, wonen en zorg, doorstroming en flexibiliteit, kennisdeling en borging. De vaststelling van de woonagenda door de gemeenten (behalve de programmering) staat gepland voor najaar 2015.
40/56 Monitoringsrapportage Wonen in Gelderland 20155
Woningmarktmonitor
Samenvatting
Stadsregio
Regionale Woonagenda door de stadsregio vastgesteld (mei 2014). • M et het vervallen van de Wgr+ status is gekozen om voor het woonbeleid van de stadsregio op te delen in drie subregio’s. • S toplichtmodel (groen: uitvoeren, oranje: aanhouden en rood: intrekken) is gebruikt om per subregio afspraken over programmering te maken. • N u de discussie over programmering voorlopig is afgerond, kunnen de kwalitatieve opgaven worden opgepakt, zoals levensloopbestendigheid, betaalbaarheid en duurzaamheid. • O m de netwerken tussen de partners te stimuleren wordt ingezet op het agenderen van thema’s o.a. in subregionale stamtafels, die ruimtelijke, sociale en woningbouwvraagstukken met elkaar verbinden.
Stedendriehoek
Regionale Woonagenda ligt voor bij colleges ter vaststelling (zomer/najaar 2015). Algemeen Bestuur van de regio heeft ingestemd (voorjaar 2015). Vier agendapunten: • W oonkwaliteit: inzet op behouden, versterken en profileren van de kwaliteiten van de regio, want vestigingsfactor. Marktpartijen en corporaties zijn betrokken via gesprekstafels, zoals de Tafel Woonkwaliteit. Daar vindt ontmoeting en kennisuitwisseling plaats met als doel een beter woonklimaat. • V oorraadstrategie: zowel aandacht voor de bestaande voorraad als voor nieuwbouw. Via adaptief programmeren vraag en aanbod bij elkaar brengen en overcapaciteit tegengaan. Regio werkt aan een pilot programmering met de bag. • S ociale sector: opgaven vooral lokaal van aard, maar wel op meerdere plaatsen in regio. Regio wil meer kennisontwikkeling en informatie-uitwisseling. • W onen met zorg: vanwege demografie en uitbreiding taken steeds meer woon-, welzijn- en zorgvragen bij gemeenten. Gemeenten zien meerwaarde van uitwisselen en samenwerken.
Op het digitale platform GLDWonen vindt u de beschikbare Regionale Woonagenda’s.
41/56 Monitoringsrapportage Wonen in Gelderland 20155
Woningmarktmonitor
Samenvatting
Woningmarktmonitor
Thema’s Regionale Woonagenda’s Betaalbaarheid, de bestaande woningvoorraad, duurzaamheid en wonen en zorg zijn thema’s die in de meeste regio’s op de woonagenda staan. Ook de problematiek van de statushouders wordt in diverse regio’s opgepakt in de Woonagenda. Thema’s zoals huisvesting voor arbeidsmigranten (NoordVeluwe en Rivierenland) of aanpak (toekomstige) leegstand (Achterhoek) zijn meer regio specifiek. Programmering is ook onderdeel van de Regionale Woonagenda’s. Achterhoek Arbeidsmigranten Betaalbaarheid /woonlasten Bestaande woningvoorraad Doorstroming en flexibiliteit Duurzaamheid Kwaliteit Leegstand (aanpak) Levensloopbestendige woningvoorraad Statushouders Wonen en zorg/ welzijn Stand van zaken juli 2015
42/56 Monitoringsrapportage Wonen in Gelderland 20155
FoodValley
Noord-Veluwe
Rivierenland
Stadsregio
Stedendriehoek
6 Impulsplan Wonen
43/56 Monitoringsrapportage Wonen in Gelderland 2015
Samenvatting
Woningmarktmonitor
Impulsplan Wonen Ca. 80 fysieke knelpunten in Gelderse steden en dorpen worden verholpen. Met het Impulsplan Wonen zijn van 2012 t/m 2015 financiële bijdragen verleend aan twee typen projecten: 1) Investeringsbijdragen: het budget hiervoor bedroeg in totaal € 35,9 miljoen en 2) procesbijdragen (het budget hiervoor bedroeg in totaal € 1,9 miljoen). Het budget voor investeringsbijdragen was eind 2014 uitgeput. Het budget voor procesbijdragen raakte in de eerste helft van 2015 uitgeput.
Investeringsbijdragen Het Impulsplan Wonen geeft met een gering investeringsbijdrage het laatste zetje aan een snelle uitvoering van binnenstedelijke projecten bij transformatie en herbestemming. Daarmee is bereikt dat ‘rotte plekken’ in steden en dorpen versneld worden aangepakt en een impuls wordt gegeven aan de werkgelegenheid. In totaal is in vijf verdeelronden aan 86 projecten een investeringsbijdrage toegekend. Een groot deel van de projecten is in uitvoering of zelfs al afgerond. Een beperkt aantal projecten zal teruggetrokken worden of uitstel oplopen. Uiteindelijk zullen met het Impulsplan Wonen ongeveer 80 knelpunten met maatschappelijke impact worden opgelost. De uitvoering van deze projecten genereert een aanzienlijke hoeveelheid werkgelegenheid.
Tabel 8 Aantal projecten en investeringsbijdragen Impulsplan, stand per februari 2015. Stand projecten medio 2015 Aantal projecten
Investeringsbijdragen Impulsplan
Aantal woningen
Realisatie
In uitvoering
Gestopt
2012
9
€ 2,4 mln.
224
4
2
1
2013
23
€ 10,2 mln.
646
1
13
1
2014
54
€ 23,2 mln.
1.835
0
4
86
€ 35,9 mln.
2.705
5
19
Bedragen zijn afgerond
44/56 Monitoringsrapportage Wonen in Gelderland 20155
2
Nog starten
Samenvatting
Procesbijdragen In totaal zijn een veertigtal projecten ondersteund met een procesbijdrage, voor een totaalbedrag van € 1,9 miljoen. Een deel van deze projecten valt onder Langer Zelfstandig Wonen, en wel voor een bedrag van € 1,5 miljoen. Het aantal woningen dat bij de projecten is betrokken is niet goed aan te geven. Bij een aantal projecten is wonen niet aan de orde. Bij een aantal andere projecten is de spin off voor de woningmarkt niet bekend of niet te bepalen. Dit geldt bijvoorbeeld voor projecten waar het gaat om haalbaarheidsonderzoek en waarbij nog geen sprake is van uitvoering. Op het digitale platform GLDWonen vindt u op kaart de projectbeschrijvingen van de projecten die bijdragen hebben ontvangen vanuit het Impulsplan.
45/56 Monitoringsrapportage Wonen in Gelderland 20155
Woningmarktmonitor
Druten West De gemeente Druten wilde al jaren de woonwijk Druten-West herstructureren. Onderdeel van de herstructurering was de toevoeging van 115 woningen op drie locaties. Door de economische crisis en de effecten daarvan op de woningmarkt is de herstructurering gestagneerd. In 2014 deed zich de kans voor om samen met partner Standvast Wonen de locatie Het Hoefijzer alsnog uit te voeren. In dit projectgebied zijn 45 sociale huurappartementen in twee gebouwen gerealiseerd, inclusief de aanleg van de hiermee samenhangende boven- en ondergrondse infrastructuur. De totale investering bedroeg € 8,8 mln. Omdat bij de woningen sprake was van een aanzienlijke onrendabele top is, om de uitvoering mogelijk te maken, door de provincie subsidie uit het Impulsplan Wonen verleend. De subsidie is ingezet om de openbare ruimte in heel Druten-West bouw- en woonrijp te maken.
Samenvatting
Vervolg in de loop van 2015: Programma SteenGoed Benutten Bij motie 74 hebben Provinciale Staten in november 2014 gevraagd om een verdere verkenning te doen naar de transformatieopgave en daarover te rapporteren in het kader van de voorjaarsnota 2015. In motie 84 vroegen ps om nader te verkennen hoe met een vervolg op het Impulsplan Wonen de problematiek van leegstaand vastgoed in breder verband kan worden aangepakt. Volgend uit het nieuwe coalitieakkoord voor de periode 2015-2019 wordt in de loop van 2015 als opvolger van het Impulsplan Wonen het programma SteenGoed Benutten voorbereid. Vooruitlopend op dat nieuwe programma is € 6,4 mln. beschikbaar voor de korte termijn. Hiermee wordt in 2015 in een verdeelronde een aantal projecten ondersteund, zoals dat gebeurde met het Impulsplan Wonen, maar dan meer redenerend volgens de denktrant van het nieuwe coalitieakkoord en voorsorterend op SteenGoed Benutten. Bij de voorjaarsnota 2016 komt er een voorstel voor de lange termijn aanpak SteenGoed Benutten. Collectief Particulier Opdrachtgeverschap (cpo) zal hierin worden meegenomen. Op de provinciale website vindt u de relevante documenten over SteenGoed Benutten.
46/56 Monitoringsrapportage Wonen in Gelderland 20155
Woningmarktmonitor
7 Langer zelfstandig wonen
47/56 Monitoringsrapportage Wonen in Gelderland 2015
Samenvatting
Langer zelfstandig wonen Het doel van het overheidsbeleid is om mensen langer zelfstandig thuis te laten wonen en meer eigen verantwoordelijkheid te geven. Uit Gelders woonwensenonderzoek blijkt dat ouderen zelf ook het liefste thuis willen blijven wonen. Dit betekent voor de hele provincie, maar zeker in de kleinere kernen een complexe opgave om dat mogelijk te maken. De provincie ondersteunde projecten Langer zelfstandig wonen door via het Impulsplan Wonen procesondersteuning ter beschikking te stellen aan lokale projecten waarin gemeente, corporatie en zorg- en welzijnsaanbieder samenwerken. Onderdeel van deze trajecten is het vergroten van de bewustwording bij bewoners en het aanbrengen van bouwkundige en thuistechnologische maatregelen aan bestaande koop- en huurwoningen. En de provincie deelde de kennis en ervaring uit deze projecten en het ontwikkelde instrumenten en onderzoeken die weer ter beschikking werden gesteld aan de lokale samenwerkingstrajecten. Tabel 9 bevat een overzicht van de gesubsidieerde projecten rond Langer zelfstandig wonen. De onlangs verschenen brochure Iedereen wil oud worden, niemand wil het zijn, het vervolg laat twaalf goede Gelderse voorbeelden zien. Onder de knop ‘Langer zelfstandig wonen’ van het digitale platform staan de projecten op kaart.
Elburg: Naar een toekomstbestendige ondersteuning door thuistechnologie De gemeente Elburg heeft eerder een project opplussen uitgevoerd onder de naam ‘Gewoon Gemak’. Met de procesondersteuning vanuit Langer Zelfstandig Wonen verdiepen de organisaties zich in zelfstandig wonen voor mensen met (beginnende) dementie. Een belangrijke vraag is hoe thuistechnologie daarbij ondersteunend kan zijn. De partijen hebben in een aantal concrete thuissituaties gekeken wat er moet gebeuren en is op basis hiervan de subsidieregeling aangevuld met de vijf meest gebruikte maatregelen voor mensen met dementie. Mantelzorgers kunnen nu een kleine subsidie aanvragen. Ook in het opplussen (woningaanpassingen) worden nu de maatregelen specifiek voor mensen met dementie opgenomen. Tabel 9 Aantal projecten en procesbijdragen Langer zelfstandig wonen vanuit Impulsplan Wonen Aantal projecten
Procesbijdragen Impulsplan en ‘Langer zelfstandig wonen’
2012
2
€ 100.000
2013
13
€ 614.000
2014
8
€ 384.000
2015
9
€ 402.000
32
€ 1.500.000
Bedragen zijn afgerond op duizendtallen
48/56 Monitoringsrapportage Wonen in Gelderland 20155
Woningmarktmonitor
Samenvatting
Woningmarktmonitor
Door scheiding wonen en zorg zijn processen complexer geworden en zijn steeds meer partijen betrokken. Het provinciale beleid rond wonen en zorg heeft de afgelopen jaren een ontwikkeling doorgemaakt. • Rond het jaar 2000 was de aandacht vanuit de provincie vooral gericht op het aanpassen (‘opplussen’) van woningen en (appartementen)gebouwen voor mensen met een rollator of rolstoel. Termen als ‘levensloopbestendig’ en ‘nultredenwoning’ raakten ingeburgerd (o.m. in het eerste Kwalitatief Woonprogramma van 2002 en in de nota ‘Goed wonen voor ouderen’). • In het programma Ontgroening en Vergrijzing (2005-2008) lag het accent op vernieuwende integrale projecten met wonen, welzijn en zorg. Dit programma ondersteunde de start en ontwikkeling van ruim 20 ‘woonservicegebieden’, gebieden waarvan de bewoners voor allerlei voorzieningen en ondersteuning (bijvoorbeeld alarmering en noodhulp) konden leunen op de centraal gelegen zorginstelling. • Het programma Thuisgeven (2008-2011) ondersteunde een diversiteit aan (kleinere) initiatieven, van domotica en particuliere initiatieven tot keten- en netwerksamenwerking. Net zo belangrijk was kennisdelen door het uitvoeren van onderzoeken, het uitgeven van brochures en het aanbieden van intervisietrajecten. Parallel hieraan werd in het woonbeleid ook aandacht gegeven aan realisatie van nultredenwoningen en aan het opplussen van bestaande woningen. • In de afgelopen coalitieperiode (2011-2015) is onder de noemer Langer Zelfstandig Wonen verder gewerkt aan het thema. Nieuwe elementen in de aanpak zijn de doelgroep thuiswonende mensen met dementie en het gebruik van thuis49/56 Monitoringsrapportage Wonen in Gelderland 20155
technologie (domotica). De provincie bood van 2012-2015 ruim dertig projecten procesondersteuning uit het Impulsplan Wonen. Tevens bleef ze zich richten op het ontwikkelen en delen van kennis. In de komende coalitieperiode wordt het thema verder samen met betrokkenen in de regio’s opgepakt in het kader van de Regionale Woonagenda’s. Vooral als gevolg van het beleid van scheiding van wonen en zorg zijn de processen complexer geworden, en is de rol van de gemeente veranderd. Meer partijen (gemeenten, corporaties, zorginstellingen, welzijnsinstellingen e.d.) zijn betrokken. Er is een ontwikkeling ontstaan waarbij gemeenten en zorgpartijen de toepassing van thuistechnologie verder willen uitdiepen om het langer zelfstandig wonen van doelgroepen, zoals dementerenden of mensen met een psychiatrische achtergrond, beter mogelijk te maken (bijvoorbeeld initiatieven in Elburg en Rheden). Niet alleen ouderen zullen zelfstandig blijven wonen, dit geldt ook voor mensen met beperkingen of met psychiatrische problematiek. Daarnaast is er een ontwikkeling waarbij op lokaal niveau de gemeente met de zorgpartij en de woningcorporatie haar rol oppakt door het in beeld brengen van de woonzorgbehoefte in relatie tot de geschiktheid van de bestaande woningvoorraad en het bestaande zorg- en maatschappelijk vastgoed. Voorlopers met goede initiatieven zijn de gemeenten Nijkerk, Wijchen en Heumen. Dit zal relevanter worden voor steeds meer gemeenten.
8 Energietransitie en woningmarkt
50/56 Monitoringsrapportage Wonen in Gelderland 2015
Samenvatting
Woningmarktmonitor
Energietransitie en woningmarkt
Extra energiezuinig maken van corporatiewoningen in 2014 voortvarend opgepakt
In 2014 is op een voortvarende manier gestart met het project in het kader van de Robuuste Investeringsimpuls om 10.000 sociale huurwoningen van woningcorporaties extra energiezuinig te maken. Voor deze woningen is vanuit de Robuuste Investeringsimpuls in totaal € 70 miljoen beschikbaar gesteld. Met dat geld worden, bovenop de al bestaande plannen, aanvullende maatregelen getroffen om de woningen extra energiezuinig te maken (tenminste één energielabelstap extra). In de eerste helft van 2014 is vooral gewerkt aan het aanpassen van de al bestaande plannen, aan overleg met bewoners en aan voorbereiding van de uitvoering. Daarnaast zijn in dat jaar bij ongeveer 2.000 woningen de extra maatregelen daadwekelijk uitgevoerd. Bij nog eens 2.000 woningen zijn de werkzaamheden gestart. In 2015 worden de overige woningen aangepakt. Zoals het er nu naar uitziet zullen uiteindelijk ongeveer 11.000 woningen in het kader van dit project extra worden verbeterd.
51/56 Monitoringsrapportage Wonen in Gelderland 20155
Verduurzamen sociaal woningbezit Woningcorporatie Vivare voert energetische verbetering uit op divers locaties in en om Arnhem. In totaal worden in 2014 en 2015 364 woningen door Vivare extra energiezuinig gemaakt met behulp van een provinciale bijdrage. Deel 1 van het project betreft 237 woningen met energielabel f, e en d. Deze woningen werden door Vivare toch al naar label b gebracht, maar dankzij de provinciale impuls worden ze nu verbeterd naar label A. Deel 2 betreft 127 woningen die door Vivare van label g, f, e en d naar label c werden gebracht. Dankzij de provinciale bijdrage worden deze woningen nu extra verbeterd naar label b. Naast ca. 25 arbeidsplaatsen hebben de projecten van Vivare ook nog vier leerlingwerkplaatsen opgeleverd. De foto toont het informatiebord bij de Arnhemse wijk Het Broek.
Samenvatting
In 2014 9.000 woningen beter geïsoleerd met behulp Isolatieregeling Begin 2014 hadden de Gelderse gemeenten die meedoen met de Isolatieregeling nog ongeveer € 5 miljoen in kas (opgave gemeenten). Dit geld is bedoeld voor isolatiemaatregelen aan particuliere woningen (subsidie van maximaal € 500 per woning). In de loop van 2014 is er door de provincie een aanvullend bedrag van € 3,1 miljoen beschikbaar gesteld. Eind 2014 was er volgens opgave van de gemeenten nog plusminus € 3,5 miljoen over. Hieruit valt op te maken dat er in 2014 voor een bedrag van € 4,6 miljoen aan subsidie is uitgegeven. Met dit bedrag is bijgedragen aan het beter isoleren van ongeveer 9.000 woningen. Als de Isolatieregeling eind 2015 afloopt, zullen met behulp van deze regeling vanaf 2010 tegen de 40.000 woningen energiezuiniger zijn gemaakt. Minstens zo belangrijk: grote aantallen huishoudens kunnen hierdoor ervaring opdoen met en overtuigd raken van de voordelen van energiebesparende maatregelen, zoals extra wooncomfort en lagere woonlasten. Het provinciale coalitieakkoord 2015 – 2019 is ambitieus: de provincie streeft naar het energiezuinig maken van 100.000 woningen. Het Gelders college heeft er voor gekozen om in het kader van het Gelders Energieakkoord met haar partners te overleggen over welke maatregelen de partners, inclusief de provincie, kunnen nemen om de doelstelling van de 100.000 woningen te realiseren. Onder de knop ‘Verduurzamen corporatiewoningen’ van het digitale platform staan de projecten op kaart.
52/56 Monitoringsrapportage Wonen in Gelderland 20155
Woningmarktmonitor
9 Collectief Particulier Opdrachtgeverschap (cpo)
53/56 Monitoringsrapportage Wonen in Gelderland 2015
Samenvatting
Woningmarktmonitor
Collectief Particulier Opdrachtgeverschap (cpo) Sinds 2006 heeft de provincie een cpo-subsidieregeling gehad die ‘samen zelf bouwen’ stimuleert. Deze regeling is in de loop der jaren aangepast aan de ontwikkelingen in de tijd. Er is sprake van cpo als meerdere mensen samen gaan bouwen. Samen zelf bouwen heeft voordelen. Het geeft toekomstige bewoners meer keuzevrijheid in hoe ze willen wonen. Samen bouwen levert ook een prijsvoordeel op. Bovendien raken de bewoners meer betrokken bij de woonomgeving en dit heeft weer positieve effecten op de buurt.
54/56 Monitoringsrapportage Wonen in Gelderland 20155
32 initiatieven van bewoners ondersteund, zowel in nieuwbouw als in bestaande bouw
In 2014 is de cpo-regeling door de Radboud Universiteit Nijmegen geëvalueerd. De procesbegeleider die met de subsidie wordt ingeschakeld helpt door zijn/haar kwaliteiten en activiteiten het cpo-woningbouwproject te realiseren. De belangrijkste bevindingen van de evaluatie staan in het infoblad ‘Collectief Particulier Opdrachtgeverschap’. Per 30 april 2015 kunnen geen nieuwe cpo-aanvragen meer worden ingediend aangezien het beschikbare budget is uitgeput. Op 8 juli 2015 is motie aangenomen door Provinciale Staten, met als gevolg dat zij op in de tweede helft 2015 besluiten over het beschikbaar stellen van € 300.000 voor cpo. In juli 2016 besluiten ps over een lange termijn aanpak SteenGoed Benutten, waar cpo onderdeel van zal zijn.
Samenvatting
Woningmarktmonitor
In de periode 2012 tot april 2015 hebben in totaal 7 gemeenten en 32 woningbouwprojecten een bijdrage cpo gekregen (in totaal ca. €1,5 miljoen). Daarvan zijn 12 projecten gerealiseerd, 19 projecten in uitvoering en 1 project is gestopt. Deze cpoprojecten staan op de kaart van het digitale platform onder de knop ‘Samen zelf bouwen’. Samen zelf (ver)bouwen kan ook plaats vinden in de bestaande bouw; lees hier het interview over het cpo-project op de voormalige kazerne op Saksen Weimar. Tabel 10 Aantal gemeentelijke aanvragen en aantal projecten van bewonersinitiatieven met cpo-bijdragen, periode 2012-2015 Stand projecten medio 2015 Aantal gemeentelijke aanvragen
Aantal projecten van bewonersinitiatieven
Aantal betrokken woningen
Realisatie
In uitvoering
Gestopt
2012
2
7
85
3
3
1
2013
4
8
115
5
3
2014
0
9
100
4
5
2015
1
8
130
0
9
7
32
430
12
19
55/56 Monitoringsrapportage Wonen in Gelderland 20155
1
56/56 Monitoringsrapportage Wonen in Gelderland 20155
15 761 000
Provincie Gelderland 026 359 99 99
[email protected] www.gelderland.nl