Inzet Zorgpad Stervensfase - Thuiszorg Rotterdam -
Integraal Kankercentrum Rotterdam Bezoekadres: Rochussenstraat 125, 3015 EJ Rotterdam Postadres: Postbus 289, 3000 AG Rotterdam t (010) 440 58 00 f (010) 440 58 88
[email protected] www.ikr.nl
Inhoudsopgave 1
Inleiding .................................................................................................................................. 3
2
Achtergrond ........................................................................................................................... 4 2.1 Thuiszorg Rotterdam ........................................................................................................... 4 2.2 Zorgpad Stervensfase.......................................................................................................... 4 2.3 Implementatie Zorgpad Stervensfase bij Thuiszorg Rotterdam ................................................. 4
3. Opzet evaluatie ...................................................................................................................... 6
4
Resultaten .............................................................................................................................. 7 4.1 Respons ............................................................................................................................. 7 4.2 Zorg voor terminale cliënten ................................................................................................. 8 4.3 Bekendheid met het Zorgpad Stervensfase ............................................................................ 9 4.4 Inzet Zorgpad Stervensfase .......................................................................................................... 11 4.4.1 Gebruik van het Zorgpad Stervensfase in de afgelopen 6 maanden. ..................................... 11 4.4.2 Gebruik van het Zorgpad Stervensfase meer dan 6 maanden geleden .................................. 12 4.4.3 Beoordeling gebruik van het Zorgpad Stervensfase ............................................................... 13 4.4.4 Redenen om het Zorgpad Stervensfase niet te gebruiken ...................................................... 13 4.5 Toekomstig gebruik van het Zorgpad Stervensfase ..................................................................... 15 4.6 Zorgpad Stervensfase binnen team .............................................................................................. 18
5
Samenvatting ....................................................................................................................... 19
Bijlage I Vragenlijst Thuiszorg Rotterdam Inzet Zorgpad Stervensfase.................................... 21 Bijlage II (Geplande) publicaties................................................................................................. 23
Inzet zorgpad Stervensfase Thuiszorg Rotterdam, dec. 2010
2
1
Inleiding
In de regio Rotterdam is in de periode 2007-2009 ruime ervaring opgedaan met het werken met het Zorgpad Stervensfase. Nadat in maart 2009 de landelijke invoering ervan was gestart, is verspreid over Nederland een groot aantal thuiszorgorganisaties aan de slag gegaan met de implementatie van het zorgpad. Maar: zowel in de regio van het Integraal Kankercentrum Rotterdam (IKR) als in andere delen van Nederland verloopt de invoering bij thuiszorgorganisaties moeizamer dan voorzien. Thuiszorg Rotterdam heeft in 2008 en 2009 ruimschoots ingezet op de invoering van het Zorgpad Stervensfase. Alle medewerkers die patiënten in de palliatieve fase verzorgen en verplegen, zijn breed geschoold: daarbij is zowel de stervensfase in het algemeen aan de orde gekomen als het gebruik van het Zorgpad Stervensfase in het bijzonder. Desondanks lijkt Thuiszorg Rotterdam het zorgpad weinig in te zetten; het gebruik blijft achter bij de oorspronkelijke verwachtingen. Onduidelijk is welke achterliggende factoren hierbij een rol spelen. Naar aanleiding van signalen van Sarie Schneider over de beperkte inzet van het Zorgpad Stervensfase bij Thuiszorg Rotterdam heeft het IKR in nauwe samenwerking met de betreffende instelling een onderzoek uitgevoerd naar de kritische succes- en faalfactoren in het traject van implementatie en borging van resultaten. Uitkomsten van dit onderzoek bieden inzicht in factoren die kunnen bijdragen aan het stimuleren van het gebruik van het Zorgpad Stervensfase door Thuiszorg Rotterdam. Daarnaast kan de instelling deze resultaten ook toepassen bij de implementatie van andere projecten. Tevens kunnen de uitkomsten gebruikt worden bij de advisering van andere (thuiszorg)instellingen over de implementatie van het Zorgpad Stervensfase en andere kwaliteitsinstrumenten. Dit rapport is opgesteld door dr. Elsbeth Taminiau – Bloem & drs. Anneke Dekkers, afdeling Palliatieve Zorg van het Integraal Kankercentrum Rotterdam. Sarie Schneider & Alejandra Arias Mesa van Thuiszorg Rotterdam werkten mee aan hoofdstuk 2 (de achtergrond).
Inzet zorgpad Stervensfase Thuiszorg Rotterdam, dec. 2010
3
2
Achtergrond
2.1
Thuiszorg Rotterdam
Thuiszorg Rotterdam levert (huishoudelijke) verzorging en verpleging vanuit zeven locaties verdeeld over Rotterdam. Daarnaast biedt Thuiszorg Rotterdam specialistische verpleging. Deze specialistische medische zorg richt zich zowel op specifieke somatische aandoeningen zoals diabetes mellitus en oncologie als op ziekteoverstijgende terreinen zoals specialistische kinderzorg en palliatieve en terminale zorg. Het doel van de specialistische palliatieve en terminale zorg is het realiseren van een zo goed mogelijke kwaliteit van leven voor de patiënt en diens naaste(n). Medewerkers van Thuiszorg Rotterdam verlenen zorg en geven advies en begeleiding in samenwerking met huisarts, medisch specialist en andere betrokken hulpverleners.
2.2
Zorgpad Stervensfase
Het Zorgpad Stervensfase is ontwikkeld in 1997 in Liverpool, Groot-Brittannië, onder de naam ‘Liverpool Care Pathway for the Dying Patient’ (LCP). De LCP is in het Nederlands vertaald door het Erasmus MC en het IKR. Het IKR fungeert als trekker van de landelijke uitrol van het Zorgpad Stervensfase. Het Zorgpad Stervensfase is een kwaliteitsinstrument dat is ontwikkeld om de zorg gedurende de stervensfase zorgvuldig af te stemmen op de behoefte van patiënten en hun naaste(n). Het Zorgpad Stervensfase is een zorgdossier, checklist en een evaluatie-instrument in één en dient als hulpmiddel om de kwaliteit van zorg, de samenwerking tussen zorgverleners en de communicatie met de patiënt en diens naaste(n) te waarborgen. Uit onderzoek blijkt dat gebruik van het Zorgpad Stervensfase de symptoomlast van patiënten in de laatste levensdagen vermindert en bijdraagt aan de kwaliteit van zorg voor de stervende patiënt. Daarnaast verbetert de communicatie met zowel de patiënt als diens naaste(n) en levert het Zorgpad Stervensfase een bijdrage aan multidisciplinaire samenwerking. Het Zorgpad Stervensfase kan gebruikt worden in de eerste lijn en in intramurale zorginstellingen (ziekenhuizen, verpleeg- en verzorgingshuizen en hospices).
2.3
Implementatie Zorgpad Stervensfase bij Thuiszorg Rotterdam
Implementatie van het Zorgpad Stervensfase bij de Thuiszorg Rotterdam is in 2007 geïnitieerd door het toenmalige management. Sarie Schneider en Alejandra Arias Mesa zijn, als gespecialiseerd palliatief verpleegkundigen, aangesteld als projectleiders van de implementatie van het zorgpad. Sarie Schneider en Alejandra Arias Mesa hebben hiertoe de training projectleiders Zorgpad Stervensfase bij het IKR gevolgd. Naar aanleiding hiervan hebben zij zelf een scholing van 3 uur samengesteld voor de medewerkers van Thuiszorg Rotterdam. Deze scholing bestond uit informatie over de achtergrond, het doel en gebruik van het Zorgpad Stervensfase. Verpleegkundigen en verzorgenden werden apart geschoold. Gebruik van het zorgpad en deelname aan deze scholing waren vanuit het management Thuiszorg Rotterdam verplicht gesteld voor alle medewerkers die te maken kunnen hebben met palliatieve patiënten. In de periode september 2008 tot en met maart 2009 hebben Sarie Schneider en Alejandra Arias Mesa
Inzet zorgpad Stervensfase Thuiszorg Rotterdam, dec. 2010
4
circa 1.000 medewerkers van Thuiszorg Rotterdam geschoold in het gebruik van het Zorgpad Stervensfase. Uit een enquête na afloop van de scholing bleek dat vrijwel alle medewerkers meerwaarde zagen in het gebruik van het Zorgpad Stervensfase en van plan te zijn het Zorgpad te gaan gebruiken in hun zorg voor palliatieve patiënten. Na de scholing in het gebruik van Zorgpad Stervensfase hebben er geen georganiseerde activiteiten met betrekking tot het gebruik van het Zorgpad plaatsgevonden.
Inzet zorgpad Stervensfase Thuiszorg Rotterdam, dec. 2010
5
3.
Opzet evaluatie
Om succes- en faalfactoren in het traject van implementatie en borging van het Zorgpad Stervensfase bij Thuiszorg Rotterdam te onderzoeken, hebben we een vragenlijst voor de medewerkers ontwikkeld. Deze vragenlijst is gericht op bekendheid met en inzet van het Zorgpad Stervensfase, redenen om het zorgpad al dan niet te gebruiken en (onderwijs)behoeftes gericht op toekomstig gebruik van het zorgpad. Een eerste versie van deze vragenlijst is op Locatie Heemraadsingel uitgedeeld onder 20 medewerkers. Naar aanleiding hiervan zijn enkele aanpassingen gemaakt in woordkeuze en lay-out van de vragenlijst. De definitieve vragenlijst is opgenomen als bijlage bij dit rapport (zie bijlage 6.1). Sarie Schneider, Alejandra Arias Mesa en Debbie Vreeken hebben vragenlijsten uitgedeeld tijdens teamvergaderingen en de scholing cytostatica. Ingevulde vragenlijsten zijn per retourenveloppe teruggestuurd naar het IKR waar de data zijn verwerkt. De medewerkers die de vragenlijst hebben ingevuld zijn niet geselecteerd op representativiteit.
Inzet zorgpad Stervensfase Thuiszorg Rotterdam, dec. 2010
6
4
Resultaten
4.1
Respons
Van de 256 uitgedeelde vragenlijsten zijn er 235 (= 92%) ingevuld geretourneerd. De resultaten worden beschreven voor de complete groep respondenten en grafisch weergegeven per locatie en functieniveau. De staven in iedere figuur geven de absolute aantallen weer. De percentages boven de staven geven het relatieve deel van het aantal geretourneerde vragenlijsten per locatie of functieniveau weer, tenzij anders aangegeven. Voor de weergave per locatie wordt de indeling aangehouden zoals gehanteerd binnen Thuiszorg Rotterdam. Om anonimiteit te garanderen worden de locaties gecodeerd weergegeven. Voor de weergave per functieniveau is onderscheid gemaakt tussen hoog en laag functieniveau. In overleg met Sarie Schneider en Alejandra Arias Mesa vallen onder hoog niveau de functies op niveau 3, niveau 3 I.G., niveau 4 en niveau 5; onder laag niveau vallen de functies op niveau 2 en niveau 3 A.G. Staafdiagram O bevat de antwoorden van medewerkers waarvan de locatie of het functieniveau ontbrak op de geretourneerde vragenlijsten. Figuur 1a. Verdeling geretourneerde vragenlijsten per locatie
80
1
33%
70 60 50
30%
26%
31%
40 30 20
9%
8%
C
D
10%
10 0 A 1
B
E
F
G
O
Percentages geven het relatieve deel weer van het totaal aantal medewerkers per locatie
Figuur 1b. Verdeling geretourneerde vragenlijsten per functie
2
160 140
59%
120 100
37%
80 60 40 20
4%
0
Hoog 2
Laag
Onbekend
Percentages geven het relatieve deel weer van het totaal aantal geretourneerde vragenlijsten
Inzet zorgpad Stervensfase Thuiszorg Rotterdam, dec. 2010
7
4.2
Zorg voor terminale cliënten
141 respondenten (60%) gaven aan dat zij in het afgelopen jaar zorg hebben geleverd aan een terminale cliënt; 93 (40%) respondenten hebben het afgelopen jaar geen zorg geleverd aan een terminale cliënt.
Figuur 2a. Geleverde zorg aan terminale cliënten per locatie
45 40 35
55% 45%
30
65%
67%
25
Wel
58%
Niet
20 15
100%
10 5
Missing
40%
35%
33%
91%
80%
70% 30%
9%
3%
20%
0
A
B
C
D
E
F
G
0
Figuur 2b. Geleverde zorg aan terminale cliënten per functieniveau
100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0
67%
Wel
54%
33%
Niet
46%
Missing
90% 1%
Hoog
Inzet zorgpad Stervensfase Thuiszorg Rotterdam, dec. 2010
10%
Laag
8
Onbekend
4.3
Bekendheid met het Zorgpad Stervensfase
193 respondenten (82%) zijn bekend met het Zorgpad Stervensfase, 35 respondenten (15%) gaven aan het Zorgpad Stervensfase niet te kennen. Volgens de instructies bij de vragenlijst hoefden respondenten die niet bekend waren met het Zorgpad Stervensfase de overige vragen niet te beantwoorden. De hiernavolgende bespreking van de resultaten is dus alleen gebaseerd op de 193 respondenten die bekend zijn met het zorgpad. 183 (95%) van de 193 respondenten die het zorgpad kennen gaven aan de scholing Zorgpad Stervensfase te hebben gevolgd; 9 (5%) van hen hebben deze scholing niet gevolgd.
Figuur 3a. Bekendheid met het Zorgpad Stervensfase per locatie
70
89%
60 50 Wel
40
82%
20 10
9%
91%
13%
1%
5%
9%
9%
C
D
Missing
33%
91%
Niet
75%
65%
30
90%
3%
20% 10%
100%
5%
0
A
B
E
F
G
O
Figuur 3b. Bekendheid met het Zorgpad Stervensfase per functieniveau
140 120
86%
100 Wel
80
74%
Niet
60
Missing
40 20
23%
11% 3%
100% 3%
0
Hoog
Inzet zorgpad Stervensfase Thuiszorg Rotterdam, dec. 2010
Laag
9
Onbekend
44 respondenten omschrijven het Zorgpad Stervensfase als een vorm van begeleiding: “begeleiding geven aan cliënten en familie.” 20 respondenten benoemen de gestructureerde methode van zorgverlening die gebruik van het zorgpad oplevert: “protocol dat stapsgewijs aangeeft hoe te handelen in de laatste levensdagen”. Het overzichtelijk in kaart brengen van de zorg en behoeftes van de cliënt wordt genoemd door 26 respondenten: “goede verslaglegging rondom het levenseinde waarin je in één oogopslag kunt zien wie wat gedaan heeft en wat er gedaan moet worden” of “is een instrument om punten door te nemen zodat je dit niet vergeet en om (snel) inzichtelijk te krijgen hoe het gaat met de patiënt”. 32 respondenten zien het zorgpad als een hulpmiddel in de samenwerking met andere disciplines: “aantal formulieren die in de laatste fase in het zorgdossier worden gedaan om de zorg tussen Thuiszorg Rotterdam en andere hulpverleners af te stemmen”. Verschillende respondenten benoemen de praktische kant van het (gebruik van het) Zorgpad Stervensfase. Zo noemen 34 respondenten dat het zorgpad “aparte formulieren” zijn en/of een “aangepast blad in het zorgdossier”. Nog eens 8 respondenten noemen dat het zorgpad “niet standaard in het dossier zit” en aangevraagd moet worden door de wijkverpleegkundige. 17 respondenten geven een expliciete tijdsaanduiding voor het gebruik van het zorgpad, variërend van “als iemand nog 6 maanden de tijd heeft om te leven” tot “de laatste maanden of weken” en “wanneer de patiënt in zijn of haar laatste fase is en niet meer eet, drinkt, reageert”. Een aantal omschrijvingen worden door slechts één of enkele respondenten of gemaakt, zoals “gaat over de fasen van kanker en de bijbehorende symptomen of gedragsverandering bij zorgvragers”.
Inzet zorgpad Stervensfase Thuiszorg Rotterdam, dec. 2010
10
4.4
Inzet Zorgpad Stervensfase
4.4.1
Gebruik van het Zorgpad Stervensfase in de afgelopen 6 maanden.
33 respondenten (17%) gaven aan het Zorgpad Stervensfase in de afgelopen 6 maanden gebruikt te hebben en 153 respondenten (79%) hebben het zorgpad in deze periode niet gebruikt. Figuur 4a. Gebruik van het Zorgpad Stervensfase in de afgelopen 6 maanden per locatie
60
85%
50 40
Wel
30
81%
20 10
19% 6%
9%
50% 50%
Niet
80%
81%
Missing
100%
60%40% 12%
17%
8%
3%
20%
80%
0
A
B
C
D
E
F
G
O
Figuur 4b. Gebruik van het Zorgpad Stervensfase in de afgelopen 6 maanden per functieniveau
90
71%
80 70
94%
60
Wel
50
Niet
40 30
Missing
23%
20 6%
10
6%
20%
80%
0
Hoog
Inzet zorgpad Stervensfase Thuiszorg Rotterdam, dec. 2010
Laag
11
Onbekend
4.4.2
Gebruik van het Zorgpad Stervensfase meer dan 6 maanden geleden
49 respondenten (25%) hebben het Zorgpad Stervensfase meer dan 6 maanden geleden gebruikt en 117 respondenten (61%) hebben het zorgpad in deze periode niet gebruikt.
Figuur 4c. Gebruik van het Zorgpad Stervensfase meer dan 6 maanden geleden per locatie
45
62%
40 35 30
Wel
25 20 15
24%
Niet
67%
56%
Missing
54% 38%
14% 31%
10
100%
13% 40% 40% 50%40% 20% 10%
5
27%
60% 20%
7% 20%
8%
0 A
B
C
D
E
F
G
O
Figuur 4d.Gebruik van het Zorgpad Stervensfase meer dan 6 maanden geleden per functieniveau
70 49%
60
83%
50 34%
Wel
40
Niet
30
Missing 17%
20 10
8%
9%
20%
60% 20%
0 Hoog
Inzet zorgpad Stervensfase Thuiszorg Rotterdam, dec. 2010
Laag
12
Onbekend
4.4.3
Beoordeling gebruik van het Zorgpad Stervensfase
Zes respondenten (0,03%) hebben het Zorgpad Stervensfase zowel in de afgelopen 6 maanden als meer dan 6 maanden geleden gebruikt. Van de 76 respondenten (39%) die het zorgpad in de afgelopen 6 maanden en/of meer dan 6 maanden geleden gebruikten, hebben 53 respondenten het zorgpad 1-3 keer ingezet, 9 respondenten hebben het zorgpad 3-6 keer ingezet en 7 respondenten hebben dit 6-9 keer gedaan. Diegenen die het Zorgpad Stervensfase hebben ingezet beoordeelden het gebruik van het zorgpad op een schaal van 1 (negatief) tot 10 (positief). Gemiddeld beoordeelden zij de moeilijkheidsgraad van het Zorgpad Stervensfase met een 5,7, de mate van duidelijkheid met een 6,3 en de tijdsinvestering met een 5,6. De mate waarin het Zorgpad Stervensfase als een handig hulpmiddel werd gezien in de zorg voor de cliënt, in de samenwerking met de collega’s van Thuiszorg Rotterdam en in de samenwerking met huisarts(en) kreeg een gemiddelde beoordeling van respectievelijk 6.2, 6.0 en 5.9.
4.4.4
Redenen om het Zorgpad Stervensfase niet te gebruiken
109 respondenten (56%) hebben het zorgpad zowel in de afgelopen 6 maanden als meer dan 6 maanden geleden niet gebruikt. 37 respondenten (19%) gaven aan het Zorgpad Stervensfase niet te gebruiken, omdat ze niet weten wanneer de stervensfase begint en 33 respondenten (17%) gebruikten het zorgpad niet omdat ze niet weten wanneer het Zorgpad Stervensfase ingezet moet worden. Andere redenen om het zorgpad niet te gebruiken waren het niet weten hoe dit te vertellen aan de cliënt / familie (36 respondenten; 19%) of aan de huisarts (32 respondenten; 17%). 29 respondenten (15%) gebruikten het Zorgpad Stervensfase niet omdat ze niet weten hoe ze aan een exemplaar moeten komen. Op de open vraag naar overige redenen om het Zorgpad Stervensfase niet te gebruiken gaven 21 respondenten aan geen aanleiding te hebben gehad het zorgpad te gebruiken: “Ik ben nog geen zorgvrager tegengekomen bij wie het nodig is.” Nog eens acht respondenten gaven aan dat het zorgpad te weinig wordt gebruikt: “Het komt te weinig voor waardoor ik het gebruik vergeet. Dan kost het mij meer tijd om het weer op te pikken en dan kies ik uiteindelijk de ouderwetse rapportage.” 11 respondenten gebruikten het zorgpad niet omdat het inzetten ervan niet tot hun taken behoort: “Verpleegkundige coördineert en het is haar taak om het Zorgpad Stervensfase te gaan hanteren.” Daarnaast werden een aantal redenen door 1 tot 2 respondenten genoemd, zoals “vergeten om het toe te passen”.
Inzet zorgpad Stervensfase Thuiszorg Rotterdam, dec. 2010
13
.
Figuren 4e t/m 4j. Redenen om het Zorgpad Stervensfase niet te gebruiken per functieniveau 4e: Niet weten wanneer de Stervensfase begint
25
4f: Niet weten wanneer het Zorgpad ingezet moet worden
25
19%
17%
20
20
15
15
16%
10 5
10 5
10%
0 Laag
Onbekend
Hoog
4g: Niet weten hoe start Zorgpad Stervensfase te communiceren aan cliënt / familie
Laag
Onbekend
4h: Niet weten hoe wens tot start Zorgpad Stervensfase te communiceren aan huisarts
20
21%
13%
25
15
20 15
22%
10 13%
10
5
30%
5 0
20%
0 Hoog
Laag
Onbekend
Hoog
4i: Niet weten hoe aan een exemplaar van het Zorgpad Stervensfase te komen
20
20%
0
Hoog
30
23%
16 14 12 10 8 6 4 2 0
15 17% 10 5 10% 0 Laag
Inzet zorgpad Stervensfase Thuiszorg Rotterdam, dec. 2010
Onbekend
4j: Geen aanleiding gehad het Zorgpad Stervensfase te gebruiken
14%
Hoog
Laag
Onbekend
23%
5% 5% Hoog
14
Laag
Onbekend
4.5
Toekomstig gebruik van het Zorgpad Stervensfase
129 respondenten (67%) gaven aan het Zorgpad Stervensfase in de toekomst te willen gebruiken, 5 respondenten (3%) willen het zorgpad niet gebruiken in de toekomst en 50 respondenten (26%) gaven aan dit niet te weten. Figuur 5a. Toekomstig gebruik Zorgpad Stervensfase per locatie
45 40
61%
35 30 25
Wel
78%
80%
33%
Niet Weet niet
20
58%
15
100%
10 6%
5
19% 56% 44% 12% 12%
60% 40%
16% 3% 3%
0 A
B
C
Missing
D
E
17% 40% 50% 10% 3%
F
G
O
Figuur 5b. Toekomstig gebruik Zorgpad Stervensfase per functieniveau
90
71%
80 70 60
Wel
50 40
Weet niet Missing
22%
30
33%
20 10
Niet
61%
3%
3%
6%
0 Hoog
Laag
50%
10% 30% 10%
Onbekend
Respondenten noemden gemiddeld twee zaken die zij nodig hebben om het Zorgpad Stervensfase in de toekomst te kunnen gebruiken. Zo zouden 84 respondenten (44%) het zorgpad willen bespreken tijdens het teamoverleg, 64 respondenten (33%) zouden willen dat een collega een keer voordoet hoe het zorgpad moet worden ingevuld en 57 respondenten (30%) hebben begeleiding / overleg nodig bij het markeren van de stervensfase. 66 respondenten (34%) hebben een cursus met medische en verpleegkundige informatie over het stervensproces nodig om het Zorgpad Stervensfase in de toekomst te kunnen gebruiken, 61 respondenten (32%) geven aan hiervoor een cursus over communicatie met cliënt / familie en/of huisarts nodig te hebben en 56 respondenten (29%) hebben behoefte aan een cursus over het Zorgpad Stervensfase zelf.
Inzet zorgpad Stervensfase Thuiszorg Rotterdam, dec. 2010
15
.
Figuren 5c t/m 5h. Behoeftes m.b.t. toekomstig gebruik Zorgpad Stervensfase per functieniveau Figuur 5c. Bespreken tijdens teamoverleg
Figuur 5d. Voorbeeld van collega
60 50
35 30 25 20 15 10 5 0
40%
40
48%
30 20
50%
10 0 Hoog
Laag
Onbekend
Laag
Onbekend
Figuur 5e. Cursus over het stervensproces
50
25%
40
34%
34%
30
36%
20 50%
10
30%
0 Hoog
Laag
Onbekend
Hoog
Figuur 5f. Cursus communicatie
35 30 25 20 15 10 5 0
33%
30 30%
20 10
30%
0 Hoog
Laag
Inzet zorgpad Stervensfase Thuiszorg Rotterdam, dec. 2010
Laag
Onbekend
Figuur 5g. Cursus Zorgpad Stervensfase
50 40
48%
30% Hoog
Figuur 5d. Begeleiding markering stervensfase
35 30 25 20 15 10 5 0
25%
Onbekend
27% 34%
20% Hoog
16
Laag
Onbekend
Op de open vraag naar behoeftes voor toekomstig gebruik van het zorgpad gaven 13 respondenten aan behoefte te hebben aan “herhalende scholing” of “een opfriscursus” (“Eén keer in het jaar een opfrismoment omdat het iets is wat niet regelmatig gebruikt wordt.”). Daarnaast gaven 11 respondenten behoeftes aan die betrekking hebben op de randvoorwaarden voor gebruik, zoals “minder uitgebreide formulieren”, “het waarborgen van de beschikbaarheid van de formulieren” en “onleesbaarheid van het zorgpad” (formaat letters). Een aantal behoeftes werden door slechts 1 tot 2 respondenten genoemd, zoals “een voorbeeld ergens neerleggen”.
Inzet zorgpad Stervensfase Thuiszorg Rotterdam, dec. 2010
17
4.6
Zorgpad Stervensfase binnen team
42 respondenten (22%) gaven aan dat er in hun team wel eens gesproken wordt over het Zorgpad Stervensfase. Op een schaal van 1 (negatief) tot 10 (positief) werd de wijze waarop teams over het zorgpad spreken gemiddeld met een 5,9 beoordeeld. Volgens 139 respondenten (72%) komt het Zorgpad Stervensfase in hun team niet ter sprake.
Figuur 6a. Ter sprake komen van Zorgpad Stervensfase per locatie
60 79%
50 40 Wel
30
Niet 66%
10
17%
28%
70% 6% 30%
5%
0 A
B
C
89%
50% 19% 40% 10%
D
12%
E
Missing
67%
69%
20
27%
80% 7% 20%
11%
F
G
O
Figuur 6b. Ter sprake komen van Zorgpad Stervensfase per functieniveau
90 66%
80 70 60
84% Wel
50 40
Niet 29%
Missing
30 20 6%
10
8%
8%
30%
70%
0 Hoog
Inzet zorgpad Stervensfase Thuiszorg Rotterdam, dec. 2010
Laag
18
Onbekend
5
Samenvatting
Respons
235 medewerkers van Thuiszorg Rotterdam hebben de vragenlijst naar de inzet van het Zorgpad Stervensfase ingevuld (92% van de 256 uitgedeelde vragenlijsten). De 235 medewerkers zijn werkzaam op 7 verschillende locaties; per locatie varieert de respons van 10 tot 74 medewerkers (respectievelijk 8% tot 33% van het totaal aantal medewerkers per locatie). Het functieniveau van de 235 medewerkers is onderverdeeld in hoog (N=138) en laag (N=87) niveau (respectievelijk 59% en 37% van het totaal aantal geretourneerde vragenlijsten; 4% missing)
Zorg voor terminale cliënten
141 van de 235 respondenten (60%) hebben in het afgelopen jaar zorg geleverd aan een terminale cliënt. Per locatie varieert dit percentage van 30% tot 100%; per functieniveau bedragen de percentages 67% (hoog) en 46% (laag).
Bekendheid met het Zorgpad Stervensfase
193 (82%) van de 235 respondenten zijn bekend met het Zorgpad Stervensfase; 183 (95%) van deze 193 respondenten hebben bij Thuiszorg Rotterdam de scholing Zorgpad Stervensfase gevolgd. Per locatie varieert het percentage medewerkers dat bekend is met het Zorgpad Stervensfase van 65% tot 100%; per functieniveau bedragen de percentages 86% (hoog) en 74% (laag).
Inzet van het Zorgpad Stervensfase
33 respondenten (17%) gaven aan het Zorgpad Stervensfase in de afgelopen 6 maanden gebruikt te hebben en 153 respondenten (79%) hebben het zorgpad in deze periode niet gebruikt. Per locatie varieert het percentage medewerkers dat het Zorgpad Stervensfase in de afgelopen 6 maanden heeft gebruikt van 0% tot 60%; per functieniveau bedragen de percentages 23% (hoog) en 6% (laag).
49 respondenten (25%) hebben het Zorgpad Stervensfase meer dan 6 maanden geleden gebruikt en 117 respondenten (61%) hebben het zorgpad in deze periode niet gebruikt. Per locatie varieert het percentage medewerkers dat het Zorgpad Stervensfase meer dan 6 maanden heeft gebruikt van 0% tot 38%; per functieniveau bedragen de percentages 34% (hoog) en 9% (laag).
-
Redenen om het Zorgpad Stervensfase niet te gebruiken zijn gedifferentieerd naar functieniveau: medewerkers weten niet wanneer de stervensfase aanbreekt (hoog 17%; laag 23%) c.q. wat het moment is waarop het zorgpad ingezet dient worden (hoog 19%; laag 16%) zij weten niet hoe dit te communiceren aan de cliënt / familie (hoog 21%; laag 13%) of aan de huisarts (hoog 13%; laag 22%) zij weten niet hoe aan een exemplaar van het zorgpad te komen (hoog 14%; laag 17%) en/of hebben geen aanleiding gehad het zorgpad te gebruiken (hoog 5%; laag 23%)
Inzet zorgpad Stervensfase Thuiszorg Rotterdam, dec. 2010
19
Toekomstig gebruik van het Zorgpad Stervensfase
129 (67%) van de 193 respondenten willen het Zorgpad Stervensfase in de toekomst gebruiken. Per locatie varieert het percentage medewerkers dat het zorgpad in de toekomst zou willen gebruiken van 40% tot 100%; per functieniveau bedragen de percentages 71% (hoog) en 61% (laag).
-
Behoeftes genoemd door medewerkers als voorwaarde voor toekomstig gebruik zijn gedifferentieerd naar functieniveau: bespreken van het zorgpad tijdens het teamoverleg (hoog 40%; laag 48%) een collega die een keer voordoet hoe het zorgpad moet worden ingevuld (hoog 25%; laag 48%) begeleiding/overleg bij het markeren van de stervensfase (hoog 25%; laag 34%) een cursus met medische en verpleegkundige informatie over het stervensproces (hoog 34%; laag 36%) een cursus over communicatie met cliënt / familie en/of huisarts (hoog 33%; laag 30%) een (opfris)cursus over het Zorgpad Stervensfase zelf (hoog 27%; laag 34%)
Zorgpad Stervensfase binnen team
Volgens 42 respondenten (22%) komt het Zorgpad Stervensfase binnen hun team ter sprake. Per locatie varieert dit percentage van 0% tot 40%; per functieniveau bedragen de percentages 29% (hoog) en 8% (laag).
Inzet zorgpad Stervensfase Thuiszorg Rotterdam, dec. 2010
20
Bijlage I
Vragenlijst Thuiszorg Rotterdam Inzet Zorgpad Stervensfase
Inzet zorgpad Stervensfase Thuiszorg Rotterdam, dec. 2010
21
Inzet zorgpad Stervensfase Thuiszorg Rotterdam, dec. 2010
22
Bijlage II
(Geplande) publicaties
Abstract EAPC e Abstract ingediend voor het 12 congres van de ‘European Association for Palliatiev Care’, 18-21 mei 2011 te Lissabon IMPLEMENTING THE LIVERPOOL CARE PATHWAY FOR THE DYING PATIENT IN THE COMMUNITY: CHALLENGES ENCOUNTERED AND SOLUTIONS PROVIDED 1 1 2 3 (1) Dr. E.F. Taminiau-Bloem , Drs. A.Dekkers , S. Schneider , Dr. C. van Zuylen Comprehensive Cancer (2) (3) Centre Rotterdam, The Netherlands, Home Care Rotterdam, The Netherlands, Erasmus MC Rotterdam, The Netherlands Aims The Liverpool Care Pathway for the Dying Patient (LCP) is a multi-professional document, which guides healthcare professionals in providing high quality care for patients in the last hours and days of life. In the Netherlands, the LCP has been implemented into hospitals, nursing homes, hospices, and the community setting. However, actual use of the LCP in the community setting proves troublesome. Therefore, the aim of this study was to explore community nurses’ perceptions of the LCP, reasons for (not) using the LCP and educational needs. Design and methods Structured questionnaires on community nurses’ perceptions and use of the LCP and educational needs are distributed amongst approximately 150 community nurses working for a large Home Care organisation in Rotterdam, the Netherlands. Results Preliminary results based on data derived from 50 community nurses show that 42 nurses (84%) are familiar with and trained in using the LCP. Only twelve community nurses (24%) indicate to have used the LCP in the previous six months. On average community nurses rate the LCP’s comprehensibility a ‘7’, and consider its usefulness in providing patient care a ‘6’, using an evaluation scale ranging from 1-10. Thirtysix community nurses (72%) would like to use the LCP in the future. However, to become more skilled in using the LCP, a majority expresses a need to regularly discuss the LCP during team meetings, and for educational programmes on medical information about the dying process and on communication with the patient, family, and general practitioner about the LCP. Further results will be presented. Conclusion This study increases our insight into the challenges encountered in implementing the LCP in the community. As such, our results will be of wider interest to health care professionals aiming to implement guidelines and care pathways in the community setting. Further suggestions to improve the implementation of the LCP in the community setting will be presented. Presentatie themabijeenkomst Zorgpad Stervensfase en Thuiszorg Themabijeenkomst op 20 januari 2011 over implementatie en gebruik van het Zorgpad Stervensfase binnen thuiszorgorganisaties. Publicatie in Pallium Publicatie in IKR bulletin Publicatie op website Zorgpad Stervensfase (www.zorgpadstervensfase.nl) Publicatie(s) via Thuiszorg Rotterdam (bijvoorbeeld website Thuiszorg Rotterdam)
Inzet zorgpad Stervensfase Thuiszorg Rotterdam, dec. 2010
23