INVESTEREN VERSUS SPENDEREN
Het gedachtegoed van Burgemeester K.W.Th. van Soest in de aanloop naar de bezuinigingsdiscussie 2010
Februari 2010
Investeren versus spenderen. De gemeenteraadsverkiezingen zijn gehouden en de coalitiebesprekingen kunnen beginnen. Politieke partijen voerden campagne en gaven hun visie op de toekomst van Boxmeer en hoe dat bereikt moet worden. Het is te doen gebruikelijk en de verleiding is groot om beloften of tenminste toezeggingen aan de kiezers te doen. Het is niet aan een burgemeester om zich te mengen in het verkiezingsdebat of dat wat daarmee van doen heeft. Dat neemt niet weg dat ik mijn gedachten en ideeën als burgemeester en voorzitter van college en gemeenteraad, met u wil delen. De komende bestuursperiode van 4 jaren zal in financieel opzicht geen eenvoudige maar wel een zeer uitdagende periode zijn. Het economische tij en de financiële omstandigheden staan onder druk. Het staat vast. Landelijk zal de tering naar de nering gezet en politieke keuzes gemaakt moeten worden. Voorzichtige schattingen laten zien dat Boxmeer vanaf 2011 rekening zal moeten houden met een bezuinigingsopdracht van 5 tot 6.5 miljoen euro, maar dat is afhankelijk van de bezuigingen die het Rijk doorvoert. Met deze notitie wil ik vanuit mijn rol en functie een bijdrage en een denkkader leveren aan de discussie die de gemeenteraad i.s.m. het college zullen gaan voeren. Miljoenen bezuinigen kan niet zonder voelbare of zichtbare gevolgen. Verkiezingsbeloften die veel geld kosten kunnen mogelijk niet waar gemaakt worden. De bezuinigingsklus die geklaard moet worden is niet eenvoudig. Het wordt nog lastiger in een tijd waarbij de burger steeds vaker en eerder de vinger richting gemeente wijst. De gemeente lijkt en dreigt een “alles-oplosser” te moeten worden. Bezuinigingen die het Rijk doorvoert moeten gemeenten maar compenseren zoals de WMO en de maatregelen in de AWBZ, of het rijgedrag van eigen burgers, zwerfvuil, in stand houden van voorzieningen terwijl het aantal actieve vrijwilligers daalt en de kosten stijgen, scholen moeten méér doen aan opvoeden. De overheid, maar steeds meer “de gemeente” moeten volgens onze inwoners er iets mee doen!!! Hoe staat het met de verantwoordelijkheid die u en ik hebben ten aanzien van rijgedrag, opvoeding, leefbaarheid en een schone openbare ruimte, veiligheid als weggebruiker of als bewoner van een wijk? De overheid cq de gemeente wil en kan die verantwoordelijkheid niet overnemen. Een bezuinigingsdiscussie loopt al snel uit op het schrappen of uitstellen van investeringen of inkrimpen van het personeel. Discussies over voorzieningen in kernen en dorpen is politiek lastig. Toch ontkomen we er niet aan om over alle onderwerpen te praten. Om een onderbouwd antwoord op vele vragen te kunnen geven is een bezinning op de rol- en (kern)taken essentieel en bepalend voor de discussie. Een ander richtinggevend kader is de strategische visie “Van Hier naar 2020”. Boxmeer moet blijven investeren in ontwikkelingen die ons op termijn vooruit helpen. Het college moet daar wel de ruimte voor krijgen. Maar al te vaak worden initiatieven rondom bouwen door bezwaarmakers geblokkeerd. Wordt u in uw belangen geschaad of dreigt dat te gebeuren. Dan heeft u rechten, uiteraard, en dat moet ook zo blijven. Maar menigmaal rijst de vraag of elke bezwaarmaker een rechtstreekse belanghebbende is?
2
Een evenwichtig afweging tussen het individuele en het algemene belang is dringend noodzakelijk omdat de gevolgen ook door de gemeenschap moeten worden gedragen. De financiële situatie noopt ons tot bezuinigen. Minder spenderen maar blijven investeren lijkt tegenstrijdig maar niets is minder waar. Investeringen renderen en leveren geld op in de toekomst. Geld dat je spendeert, uitgeeft, ben je kwijt. Uitstellen of het schrappen van investeringen gericht op ontwikkeling en verbetering kunnen als een boemerang werken als het economisch tij ten goede keert. De bezuinigingsdiscussies zullen onder andere hierover gaan! Andere onderwerpen die onderdeel van de discussie kunnen zijn: Ouderen. De leeftijdsgroep 55+ van vandaag de dag is een andere dan die van 30 jaar geleden. Vitaliteit, vrijetijdsbesteding, mobiliteit, de behoefte om zich te verenigen in bonden voor ouderen etc. zijn gewijzigd. De financiële mogelijkheden zijn toegenomen. De ervaringen van deze groep inwoners zijn lessen voor de jeugd, maar ook voor ons als bestuurders en beleidsmakers. Wie de geschiedenis kent weet wat de toekomst brengt. De maatschappelijke betrokkenheid van deze groep inwoners is dan ook van groot belang voor de leefbaarheid. Het aantal 55+ers stijgt enorm, hun vitaliteit en mondigheid is over het algemeen goed en hun (levens)ervaring waardevol. Door de langere levensduur zal de zorgvraag toenemen en wordt er een tekort aan verzorgenden voorzien. De kanteling van intramurale zorg naar behoud van zelfstandige huisvesting en de daarmee toenemende vraag om thuiszorg, vergen nadrukkelijke aandacht. We hebben dan wel grote zorginstellingen binnen de gemeentegrenzen, maar daarmee nog niet binnen de muren van de zorgbehoeftigen van de toekomst. De substitutie van zorg is wel geregeld maar niet de financiën. Jongeren De toenemende vergrijzing, de uittocht van jongeren en de voorziene bevolkingskrimp maken jongeren het doelwit van bestuurders om hen naar hun gemeente te halen. Jongeren, jonge gezinnen houden dorpen/wijken en kernen leefbaar, zorgen ervoor dat basisscholen of sport- en cultuurvoorzieningen behouden kunnen blijven, dat winkels en andere detailhandel nog een boterham kunnen verdienen. Voor Boxmeer en deze regio is dat niet veel anders. Jongeren worden door schaarste (bijna) een economisch goed en dus geld waard. Om jongeren te behouden of aan te trekken is een aantal zaken van belang. Werk, scholen, passende woonruimte en een aantrekkelijk woon- en leefklimaat. In potentie hebben we het, maar wat gaan we ermee doen en hoe? Economie/werkgelegenheid/MKB Werkgelegenheid is een hele belangrijke motor voor onze samenleving. Werk zorgt voor financiële onafhankelijkheid, maatschappelijke en sociale participatie en draagt bij aan de welvaart. Het is dan ook van belang dat de gemeente Boxmeer de randvoorwaarden vervult zodat het MKB en (grote) bedrijven zich kunnen vestigen. Sterckwijck en de ontwikkelingen daar, bewijzen het belang van een doortastende en vasthoudend bestuur. Maar we moeten ook vooruit kijken en geleerde lessen praktiseren. Saxe Gotha kan meer betekenis krijgen, letterlijk in het “zicht” komen langs de A73 en aantrekkelijker worden.
3
De komst van de bedrijventerreinen de De Brem (Gennep) en Laaracker (Haps) heeft ook positieve effecten voor de werkgelegenheid voor onze gemeente. Gezamenlijk optrekken en afstemmen leveren voordelen op. Het Centrumplan moet de detailhandel een nieuwe impuls geven. Diversiteit in de detailhandel en goede bereikbaarheid zal de aantrekkelijkheid van het centrum van Boxmeer vergroten. Het groot aantal vervoersbewegingen als gevolg van aanwezigheid van supermarkten heeft gevolgen voor drukke toe- en afvoerwegen, de veiligheid van fietsers en de winkels leggen een groot beslag op de beschikbare ruimte. Cruciale vraag is “wat maakt een centrum aantrekkelijk”? Bereikbaarheid Boxmeer ligt goed ontsloten aan de rijkswegen, het spoor en het water. De ontsluiting van de industriegebieden is met de reconstructie van de rotondes verbeterd. Door de ontwikkelingen op en rondom Sterckwijck zal het aantal vervoersbewegingen fiks toenemen. Niet alleen op de aan- en afvoerwegen maar ook richting de kern Boxmeer. De vraag is dan ook of het centrum van Boxmeer die toenemende druk aankan of dat er andere voorzieningen getroffen moeten worden. Openbaar vervoer in deze regio staat weliswaar op de bestuurlijke agenda van de regio en de Provincie, maar er moeten concrete maatregelen genomen en resultaten geboekt worden. De bereikbaarheid via het openbaar vervoer van de vele kleinere kernen die wij in onze omgeving hebben, is belabberd. Autogebruik is bijna onontkoombaar als je spontaan en binnen redelijke termijn van A naar B wilt reizen. Voorzieningen in dorpen en wijken In de strategische visie van Hier naar 2020 gaat Boxmeer ervan uit dat alle voorzieningen in de kernen behouden (kunnen) blijven en dat het desnoods extra middelen mag kosten. Natuurlijk het mag wat kosten en we moeten er ook naar streven. Naar de toekomst gekeken moet de vraag gesteld worden of er goede en goedkopere alternatieven bestaan die beter passen in deze tijd van grote mobiliteit. Onze inwoners zijn gewend de auto of de fiets te pakken. Is het niet voor het werk, een theaterbezoek, te zwemmen, een sportschool bezoeken of om te winkelen? Is een centrale, moderne, goed toegeruste en multi-functionele accommodatie voor diverse verenigingen en kernen een alternatief? Sociale zekerheid en WMO Zelfstandig deelnemen aan het maatschappelijk verkeer of vinden van werk is niet zonder meer voor iedereen weggelegd. Natuurlijk is iedereen zelf verantwoordelijk voor zijn eigen welzijn en welbevinden. Maar als dat niet lukt dan is het van groot belang dat u hierin wordt geholpen cq ondersteund. Die ondersteuning is een investering die zich zal terugbetalen omdat u geen uitkering meer nodig heeft, of omdat u kunt deelnemen aan activiteiten. Die verantwoordelijkheid willen we als gemeenschap en als gemeentebestuur nemen. Solidariteit met hen die het nodig hebben is het uitgangspunt. Maar niet alle rijksbezuinigingen opgelegd door de gekozen volksvertegenwoordigers kunnen door gemeenten “zomaar” worden overgenomen of opgehoest. Volkshuisvesting Jongeren en ouderen cq 55+ plussers hebben al aandacht gekregen maar huisvesting voor deze groepen is een belangrijk vraagstuk. Ongebreidelde uitbreiding van het woningbestand is gelet op de krimp of tenminste stagnatie van de bevolkingsaanwas en de
4
veranderende behoeften, niet verstandig. Vraag- en doelgerichte bouw geeft een basis voor een demografische ontwikkeling en voorkomt leegstand in de toekomst. Regelmatige behoefteonderzoeken en monitoren van ontwikkelingen zijn essentieel. Met de komst van een aantal opleidingen, zoals het specialistische op HBO niveau t.b.v. het oncologisch ziekenhuis kan vraag naar studentenhuisvesting genereren. Het loont de moeite om te onderzoeken of een dergelijk nieuw segment voor Boxmeer relevant wordt. Samenwerken Samenwerken is niet altijd eenvoudig maar we worden genoodzaakt! Gemeenten, instanties en regio’s zoeken samenwerkingspartners en slaan de handen ineen. Om daarin te kunnen participeren en ook enige zeggenschap te hebben is het van belang om “groot genoeg te zijn”. Samenwerken is niet altijd eenvoudig omdat je bereid moet zijn een stukje identiteit prijs te geven, compromissen te sluiten en het grotere belang te dienen in plaats van het lokale. Feit is dat samenwerken ook tijd en capaciteit vergt. Niet meewerken of afzijdig blijven van samenwerken betekent dat je als “knikker in een ballenbak” moet zien te overleven. Niet zelden wordt het nut van samenwerken afgezet tegen de “financiële winst” die gemaakt kan worden. Samenwerken zal hier en daar kosten met zich meebrengen maar op onderdelen ook voordelen opleveren. Grosso modo moeten er voordelen behaald kunnen worden. Dat kan op kwaliteit, continuïteit of in de beheersing van kosten. Samenwerken is investeren. Land van Cuijk College en gemeenteraad van Boxmeer zijn het er over eens dat samenwerken een “must” is. Dat geldt overigens niet alleen voor Boxmeer maar ook voor de andere 4 gemeenten. Samenwerken om bestuurlijke en beleidsmatige afstemming maar ook om het Land van Cuijk op de kaart te zetten en meer voor het voetlicht te brengen bij Provincie en Rijk. Bij de burger is de indruk ontstaan dat met de wijzigingen van de samenvoeging van enkele ambtelijke afdelingen de samenwerking LvC ten einde is. Bestuurlijk maar ook ambtelijk is er nog steeds sprake van structureel overleg en beleidsmatige afstemming. Gelet op de andere samenwerkingsinitiatieven die bestaan zal binnen het LvC de samenwerking geïntensiveerd worden. Platform Noordelijke Maasvallei Dit platform dat geformeerd wordt door de drie “O-s” (onderwijs, ondernemers en overheid) dient als aanjager, denktank, initiatiefnemer voor tal van onderwerpen die binnen de regio Land van Cuijk en de Kop van Noord Limburg spelen. Daarmee is het platform ook provinciegrensoverschrijdend actief. Het project Beeldenstorm (drie scenario’s over toekomst van dit gebied) is inspiratiebron voor de strategische visie van die regio. Afhankelijk van de besluitvorming zal de Beeldenstorm uitgewerkt worden in verschillende projecten.
Regio NO-Brabant Gemeenten, 2 waterschappen en de Provincie zijn dit samenwerkingsverband aangegaan en hebben daartoe een convenant ondertekend. Er is inmiddels een regiofonds ingesteld waarmee diverse projecten en de samenwerking gefinancierd wordt. Binnen dit samenwerkingsverband worden lokale initiatieven die van belang zijn voor de hele of een groot deel van regio NO-Brabant opgepakt zodat krachten gebundeld kunnen worden, eventuele (co)financiering en de kans op realisatie toenemen.
5
Het Land van Cuijk en dus ook Boxmeer participeert ambtelijk en bestuurlijk actief hierin.
Tot slot. Ik wens alle politieke partijen vruchtbare formatiebesprekingen toe. Ik hoop dat deze notitie een bijdrage kan leveren.
Februari 2010 Burgemeester van Boxmeer K.W.Th. van Soest
6