Investeren in mensen, innovatie en mobiliteit
2 //
Economisch acceleratie- en koepelprogramma juni 2015
3 //
Het Dynamisch Actieplan Kempen, kortweg DYNAK, is het economisch koepelprogramma ter versterking van de regio Kempen. Het omvat economische hefboomprojecten die de Kempense economie op korte termijn groei-impulsen geven en duurzame tewerkstelling creëren. Het gaat om projecten waar nu direct aan begonnen moet worden. Enerzijds om de slagen van de-industrialisering op te vangen, anderzijds om de economische sterktes van de Kempen te blijven uitbouwen. De uitvoering van dit koepelprogramma betekent investeren in de Kempense sterke sectoren. Het betekent inzetten op het vinden en vasthouden van nieuwe tewerkstellingskansen zowel voor hoger- als lagergeschoolden.
De hefboomprojecten zijn geclusterd in vier prioritaire domeinen: • Kennisvalorisatie, Fabrieken van de Toekomst en strategisch clusterbeleid • Talentontwikkeling en jobcreatie • Flankerend beleid: mobiliteit, vlotte ontwikkeling van bedrijventerreinen, financiële steunmaatregelen • Bestuurskracht
De projecten binnen deze domeinen zijn volop in beweging om op kruissnelheid te geraken. Sommige lopen al en hebben op korte termijn geen extra impulsen nodig. Anderen willen we versnellen en dienen op korte termijn een extra duw in de rug te krijgen. Dit programma is daarom opgebouwd uit acceleratie-acties die onmiddellijke aandacht vragen van de Vlaamse en federale overheid. Ook de andere projecten verdienen een goede opvolging zodat vooropgestelde doelen en timing zeker niet in het gedrang komt gezien hun belang voor de economische sterkte van de regio. DYNAK is geen gesloten projectenprogramma, maar ‘dynamisch’ van aard. Andere initiatieven met een aantoonbaar hefboomkarakter kunnen later worden toegevoegd.
Foto: Lancering Streekpact 2013-2018
4 //
Snelheid, daadkracht, lokaal draagvlak en commitment Voor ieder project is een fiche opgemaakt die beknopt het volgende weergeeft:
WAT? Korte omschrijving van het project
WIE? Wie is trekker? Welke partners zijn betrokken?
WANNEER? Hoe zal de uitvoering van het project verlopen? Mijlpalen?
ECONOMISCHE MEERWAARDE VOOR DE KEMPEN? Effecten naar tewerkstelling? Versterking van sectoren?
NODIGE BELEIDSINSPANNINGEN? Wat verwachten we, binnen welke bevoegdheid?
U vindt ter samenvatting eerst een schematisch overzicht van de acceleratie-acties. Verder in de publicatie vindt u per prioritair domein de fiches van alle projecten. De acceleratieprojecten zijn herkenbaar aan de fast-forward knop.
De uitvoering van DYNAK vereist focus, snelheid en slagvaardigheid van sociale partners, ondernemers, onderwijs, overheden. RESOC Kempen vraagt voor de acceleratie-acties nadrukkelijk de steun van de Vlaamse en federale overheid. Ook voor de andere projecten is een volgehouden partnership en dialoog met hogere overheden nodig, opdat beloofde investeringen worden doorgezet. Voor de realisatie van DYNAK worden er, naast Vlaamse en federale budgetten, ook Europese middelen beoogd (o.a. EFRO/GTI Kempen, Interreg en thematische fondsen.) We rekenen erop dat Vlaanderen hierbij cofinanciering voorziet. DYNAK bouwt verder op het Streekpact 2013-2018 van RESOC Kempen en de studie van Idea Consult over de Kempense slimme specialisaties. Dit document kreeg vorm binnen het Beperkt Comité van RESOC Kempen: • Michel Meeus (voorzitter, provincie Antwerpen, IOK) • Kris Vreys (IOK) • Peter Bellens (provincie Antwerpen) • Jan Hendrickx (Voka) • Kristof Thijssens (Unizo) • Lieve Cox (ACV) • Joeri Hens (ABVV) Achteraan vindt u meer informatie over de totstandkoming van dit document.
5 // Figuur 1: overzicht DYNAK-prioriteiten en projecten
• • • • • • • • • • • • • •
Janssen Flanders Lab To Walk again Sunbuilt Bioraf Insectenkweek Geothermie Energieconversiepark Kempen Waterstofnet LITC OMC Wijk van Morgen LiCalab Watertrucks Crossroads
VENTERREIN DRIJ EN BE
• Greenfields • Campina
UNMAATREGELEN STE
MOBILITEIT
• Masterplan 2020 • Spoorvervoer • Noorderkempen
• GTI Kempen • Ontwrichte zone
Prio riteit 3
IKKELING & JO NTW BC O T • LITC • Werkbaar werk • Inhaalbeweging zorgcapaciteit • Bouw gevangenis van Merksplas
ATIE RE
Prio riteit 1
TAL EN
• OMC
STRATEGISCH CL
KENNI SVA L
T MS
FA
ER ANSF ETR
N VAN DE TOEK IEKE O BR
BELEID & SLIMM TER E US
AT CIALIS IES SPE
IE & TECHNOLO ISAT GI OR • SME-Bridge • VITO • SCK • Thomas More • Innovatiepark Geel
Prio
riteit 2 TUURSKRACHT BES
Sterk streekoverleg
Prio
riteit 4
6 //
Inhoudsopgave Investeren in mensen, innovatie en mobiliteit Acceleratie- en koepelprogramma Snelheid, daadkracht, lokaal draagvlak en commitment
1 2 4
Prioriteit 1 Kennisvalorisatie & technologietransfer SME Bridge MYRRHA Thomas More Kempen
10 11 12 16 18
Fabrieken van de Toekomst Open Manufacturing Campus
21 22
Strategisch clusterbeleid & slimme specialisaties Kempen als pilootregio voor diepe geothermie Energieconversiepark Kempen Waterstofnet Janssen Flanders Lab To Walk Again LiCalab Sunbuilt Bioraf Insectenkweekpilootinstallatie Watertrucks LITC Crossroads II De wijk van morgen
24 26 30 32 34 36 38 40 42 44 46 47 48 49
7 //
Prioriteit 2 Talentontwikkeling en jobcreatie Sociale investeringen Inhaalbeweging regionale zorgcapaciteit Uitbreiding gevangenis Merksplas
51 51 52 53 54
Prioriteit 3 Randvoorwaarden55 Ontwikkeling bedrijventerreinen 56 Campina 58 Masterplan 2020 59 Spoorvervoer 60 Duurzame mobiliteit 61 GTI 62 Erkenning regio Kempen als ontwrichte zone 63 Prioriteit 4 64 Bestuurskracht64 Sterk streekoverleg 65 Verwachte jobcreatie
66
Afgelegd traject Socio-economische kengetallen
67 71
Lijst van afkortingen
73
8 //
DYNAK acceleratieacties Schematisch overzicht PROJECT
PROJECT-EIGENAAR
NODIGE VERSNELLINGSACTIE
KENNISVALORISATIE EN TECHNOLOGIETRANSFER, FABRIEKEN VAN DE TOEKOMST, STRATEGISCH CLUSTERBELEID EN SLIMME SPECIALISATIE • VITO • Wetgevend kader (cf. fiche) Coördinatie en valorisatie• provincie Antwerpen • Cofinanciering netwerk diepe geothermie: • IOK GEOHEAT-NET (EFRO/GTI)
WIE?
Vlaamse ministers Schauvliege, Turtelboom & Muyters
• Voka • Smart Grids Flanders • Warmtenetwerk Vlaanderen • Stad Antwerpen • POM Antwerpen • Kamp C
Janssen Flanders Lab (EFRO/GTI) SME Bridge (EFRO/GTI)
• Janssen Pharmaceutica • Steun EFRO/GTI -aanvraag
Comité van Toezicht
• Thomas More
• Toezegging van €350.000 cofinanciering
Vlaamse ministers Muyters & Schauvliege provincie Antwerpen stad Geel
Nieuwbouw Balmatt-site
• VITO
• Vorige Vlaamse regering heeft de Vlaams minister Muyters principebeslissing genomen, nu moeten de middelen toegewezen worden.
To Walk Again postrevalidatie-centrum (EFRO/GTI) Bioraf II (economische rendabiliteit)
• AZ Herentals • Thomas More • vzw To Walk Again
• Cofinanciering EFRO/GTI • Financiering onderzoek naar kostenbesparing postrevalidatie
federaal minister De Block RIZIV
• SPK
• Cofinanciering €100.000 • EU-regelgeving i.v.m. gebruik eiwitten uit grassen in food (‘foodgrade’)
IWT, FISCH, bedrijfsleven
Insecten-kweekinstallatie (EFRO/GTI) Waterstofnet
• Thomas More
• Cofinanciering (€240.000) • Aanpassing Europese wetgeving
Vlaamse ministers Muyters & Schauvliege
• vzw Waterstofnet
• Investeringen in waterstoftoepas- Vlaamse ministers singen openbaar vervoer Weyts & Muyters • Steun technologische Provincie/LNE ontwikkeling waterstof • Traject vergunningen
LITC
• vzw LIITC
• cofinanciering EFRO-dossier (€300.000)
Vlaamse ministers Muyters & Crevits
OMC
• vzw OMC
• overbruggingsfinanciering voor behoud technische knowhow (€1 milj – 5 VTE)
Vlaamse ministers Muyters & Crevits
Crossroads II
• o.a. Innovatiecentrum Antwerpen
• cofinanciering accountmanager provincie Antwerpen voor uitrol
provincie Antwerpen & Vlaamse minister Muyters
9 //
PROJECT
PROJECT-EIGENAAR
NODIGE VERSNELLINGSACTIE
WIE?
TALENTONTWIKKELING & JOBCREATIE Sociale investeringen in werkbaar werk
• (G)oud brengt op netwerk
• Nieuwe wetgeving
Groep van 10 federaal minister Kris Peeters Vlaams minister Muyters
Inhaalbeweging zorgcapaciteit
• Kempens Welzijnsplatform
• Oplossing VIPA-middelen • Historisch gegroeide achterstanden wegwerken
Vlaams minister Vandeurzen
Bouw gevangenis Merksplas
• Martine Serneels (directeur)
• Uitvoering masterplan gevangenissen: voorrang Merksplas
federaal minister Geens Regie der Gebouwen
FLANKEREND BELEID: MOBILITEIT, VLOTTE ONTWIKKELING VAN BEDRIJVENTERREINEN, FINANCIËLE STEUNMAATREGELEN • Provincie Antwerpen • Heropstart studie PRUP regionale Agentschap Wegen en Verkeer Stenehei en Kievermont ontsluiting
provincie Antwerpen stad Geel
Masterplan 2020
• Vlaamse regering
• Aansluiting E313/E34 met ring van Antwerpen hoog op de agenda houden • Derde Scheldekruising • Verbreding E313 van Ranst naar Lummen
Vlaams minister Weyts
Verhoging bruggen Albertkanaal: spoorbrug Herentals Spoorstrategie Kempen
• Infrabel • NV De Scheepvaart
• opname in meerjareninvesteringsprogramma
Infrabel
• IOK
• Masterplan stationsomgevingen Turnhout en Herentals • Modernere treinstellen Turnhout-Binche • Elektrificatie Mol-Hamont/Hasselt • Betrokkenheid studie IJzeren Rijn
NMBS Infrabel federaal minister Galant Vlaams minister Weyts
GTI Kempen
• RESOC Kempen
• Open oproepsysteem
Vlaams minister-president Bourgeois Vlaams minister Muyters Agentschap Ondernemen
• RESOC Kempen
• financiële steun en participatie aan het sociaaleconomisch streekoverleg
Vlaams minister Muyters
BESTUURSKRACHT Slim streekoverleg
10 //
Prioriteit 1 • Kennisvalorisatie • Fabrieken van de Toekomst • Strategisch clusterbeleid & slimme specialisaties
11 //
Kennisvalorisatie & technologietransfer De regio Kempen kent verschillende gerenommeerde kennisinstellingen met gespecialiseerde kennisvelden, met name Thomas More, VITO, SCK.CEN en Kamp C. Deze kennisinstellingen moeten de mogelijkheid krijgen om zich verder te ontwikkelen. Het is belangrijk om de meerwaarde van deze kennisinstellingen ook ten volle economisch te valoriseren. Ze spelen een belangrijke rol in het vinden van oplossingen voor maatschappelijke uitdagingen en producten en diensten met een hoge toegevoegde waarde. Ze zijn ook een troef in het aantrekken van nieuwe bedrijven.
VDAB opleidingscentrum Brigands – foto door Christophe Hermans
12 //
PRIORITEIT 1
SME Bridge WAT? Met SME Bridge wordt letterlijk de brug geslagen van onderzoek naar bedrijven door samenwerking aan te gaan en kennis uit te wisselen met Thomas More en de betrokken partners (o.a. KUL, VITO). Het project stelt, in de vorm van demonstratieprojecten de aanwezige, unieke onderzoeksinfrastructuur1, en bijhorende expertise, open voor zowel starters als KMO’s, zowel voor jongere bedrijven (die 1 tot 3 jaar bestaan) als meer gevestigde (> 5 jaar). Het doel is om een 20-tal projecten/ studies op te starten.
• kennis opdoen over vernieuwende processen en technologieën op een laagdrempelige manier. Onderzoeksgroepen en opleidingen kunnen: • hun dienstverlening meer op maat van de vraag afstemmen en dus relevanter maken voor het werkveld waardoor de valorisatie tastbaarder zal zijn. • waardevolle ideeën zelf tot valorisatie brengen, door de geschikte match te maken met de juiste ondernemers.
Dit alles voor twee thematische flagships: • ‘Caring Society’: zorginnovatie, zorgtechnologie, zorgproeftuin • ‘Green Growth’: hernieuwbare energie, duurzame chemie, agro-bio, food, bio massa zoals algen- en insectenkweek en de afgeleide toepassingen daaruit Bedrijven kunnen hierdoor: • de haalbaarheid nagaan van nieuwe producten, diensten en processen die ze (wensen te) ontwikkelen en waarvoor ze zelf niet over de juiste expertise en/of infrastructuur beschikken om dit alleen te doen. • hun producten, diensten en processen meer marktklaar maken door ze uitvoerig en heel praktijkgericht te testen of op punt stellen met geschikte onderzoeksinfrastructuur en experten ter zake. 1 O.a. SUNbuilt algenkweekinstallatie, Mobilab ganglabo, thermisch-elektrolabo, installatiekolom duurzame chemie, voedingslabo…)
brug over Albertkanaal, fly-over Geel
13 //
• Thomas More Kempen
[email protected] • VITO • KUL • Communicatiepartners: KIR, IOK, Voka, stad Geel • Innovatiecentrum Antwerpen
ECONOMISCHE MEERWAARDE VOOR DE KEMPEN? • Versterking ondernemerschap en kennisvalorisatie in de regio • Sterkere samenwerking tussen de onderzoeksgroepen en opleidingen aan Thomas More en het bedrijfsleven
NODIGE BELEIDSINSPANNINGEN?
WANNEER? Januari 2016 tot januari 2018
Cofinanciering EFRO/GTI project (€350.000) gevraagd op verschillende niveaus: • • • •
Vlaamse overheid: minister Muyters Vlaamse overheid: minister Schauvliege Lokale overheid: stad Geel Provincie Antwerpen
Kennisvalorisatie // Fabrieken van de Toekomst // Strategisch clusterbeleid & slimme specialisaties
WIE?
14 //
PRIORITEIT 1
VITO ondersteunen in zijn groei en verankering in de Kempen WAT? VITO (Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek) is een gezaghebbende onderzoeksinstelling in cleantech en gezondheidstechnologie en een belangrijk kenniscentrum op het vlak van landgebruik. De onderzoeksagenda van VITO richt zich op de grote maatschappelijke uitdagingen, zoals klimaatverandering, voedselzekerheid, grondstoffenschaarste, duurzame energievoorziening, gezondheid. VITO biedt innovatief onderzoek, studies en adviezen op basis waarvan grote en kleine bedrijven en de overheid hun beleid kunnen bepalen. VITO telt zowat 750 medewerkers. VITO’s hoofdkantoor is gevestigd in Mol. Verschillende projecten van VITO vallen onder het DYNAK koepelprogramma.
Balmatt – diepe geothermie: verankering in de Kempen Voor de regio Kempen is het van belang dat VITO zich duurzaam verankert in de streek en dat de Kempense bedrijven en andere kennisinstellingen (o.a. Thomas More) optimaal samenwerken met VITO. De nieuwbouw op de Balmatt-site in Mol is daarom cruciaal, net als de uitvoering van het proefproject diepe geothermie en carbon-negatieve technologie. Samenwerking met het Kempense bedrijfsleven: ‘KMO vindt VITO’ In uitvoering van de beheersovereenkomst 2014-2018 zet VITO sterker in op het valoriseren van de ontwikkelde kennis en samenwerking met KMO’s. Via ‘KMO vindt VITO’ kunnen KMO’s genieten van financiële tegemoetkomingen in de kosten van een haalbaarheidsstudie, testen op laboschaal en andere
Ontwerp toekomstig gebouw van VITO op de Molse Balmatt-site // © Maxwan
15 //
WIE? • VITO
[email protected]
WANNEER? • Balmatt-gebouw: timing nog onzeker: 1 tot 5 jaar, afhankelijk van toewijzing middelen. • Eerste geothermie-proefboring: najaar 2015 • ‘KMO vindt VITO’ loopt tot 2018: jaarlijks 75 te bereiken KMO’s
ECONOMISCHE MEERWAARDE VOOR DE KEMPEN? • Verhoging innovatiekracht van het Kempense bedrijfsleven. • Duurzame tewerkstelling van 750 personen. • Proefproject diepe geothermie, kan indien succesvol leiden tot verdere uitrol van diepe geothermie over de regio (2020: 5 centrales, 2030: 25 centrales, 2050: 99 centrales) en een totale tewerkstelling genereren van 1.500-2.000 jobs.
NODIGE BELEIDSINSPANNINGEN? Aan minister Muyters wordt gevraagd: • Verhoging van de dotatie van VITO tot het niveau van IMEC en VIB. Indien het budget verhoogt met 10 miljoen euro kan de personeelsinzet stijgen tot 900 medewerkers. 2 • Vrijmaken van middelen binnen FFEU en Economie zodat de ontwikkeling van de Balmattsite in Mol, zowel qua onderzoeksinfrastructuur als projecten van start kunnen gaan. Er is 15,5 miljoen euro beschikbaar op de begroting voor VITO (ontsluiting van de site en onderzoeksinfrastructuur). Daarnaast heeft VITO tot max. 15 miljoen euro bijkomende middelen nodig. • Toezien op het waarmaken van valorisatieobjectieven, ook voor de regio.
2 Deze stijging zal resulteren in een toename van het totale VITO-budget tot ± 200M€/jaar (basisscenario). Momenteel heeft VITO een werkingsbudget van 130M€ en verhouding dotatie/budget van 1/3.
Kennisvalorisatie // Fabrieken van de Toekomst // Strategisch clusterbeleid & slimme specialisaties
onderzoeken. Dit naast contractonderzoek en andere onderzoeks- en ontwikkelingsprojecten (IWT, Belspo…). In 2014 heeft VITO 77 KMO’s begeleid in hun duurzame innovatieplannen. Het merendeel zijn Kempense bedrijven. Voor de volgende jaren wordt hezelfde target aangehouden.
16 //
PRIORITEIT 1
MYRRHA:
een nieuwe onderzoeksinfrastructuur voor de valorisatie van nucleaire knowhow en technologie WAT? De nucleaire zone in Geel-Mol-Dessel is een unieke zone in Vlaanderen waar nucleaire activiteiten, bedrijvigheid en onderzoek plaatsvinden. De belangrijkste kennisspeler is het Studiecentrum voor Kernenergie (SCK.CEN). De focus ligt op het ontwikkelen van nucleaire technologieën voor maatschappelijk waardevolle doeleinden. Het SCK.CEN stelt momenteel meer dan 700 hoog opgeleide werknemers te werk en financiert een zestigtal doctoraten via overeenkomsten met de (vooral Belgische) universiteiten. Financiering komt deels via de overheid, maar ook voor een aanzienlijke fractie (meer dan 50%) van verwerving van extra inkomsten. SCK.CEN is in die zin een belangrijke economische actor in de regio. De belangrijkste installatie op de site in Mol is de Belgische Reactor 2 (BR2). Deze flexibele onderzoeksreactor wordt onder meer ingezet voor het testen van materialen en het produceren van medische radio-isotopen. BR2 is operationeel sinds 1962 en heeft een exploitatievergunning tot 2016. Momenteel ondergaat de reactor een grote modernisering die zal leiden tot een verlenging van de uitbating tot 2026. Er is ook heel wat andere nucleaire bedrijvigheid in de Kempen met bedrijven zoals Belgo process, NIRAS en Transnubel.3
3 Belgoprocess: industriële dochteronderneming van NIRAS (de Nationale instelling voor radioactief afval en verrijkte splijtstoffen), gespecialiseerd in de verwerking en de tijdelijke opslag van het Belgisch radioactief afval en de ontmanteling van stilgelegde nucleaire installatie Transnubel: gespecialiseerd in het vervoer van radioactieve materialen.
MYRRHA Om zijn rol als kennis- en technologisch centrum te behouden en te versterken, is het SCK•CEN in 1998 gestart met het ontwerp van een nieuwe multifunctionele bestralingsinstallatie: de Multi-purpose hYbrid Research Reactor for High-tech Applications, beter bekend als het MYRRHA project. Een eerste belangrijke stap is in 2010 gerealiseerd met het GUINEVERE-project. Binnen dit project is het eerste schaalmodel ter wereld gebouwd van een subkritisch systeem bestaande uit een reactor met volledige loodkern, aangestuurd door een deeltjesversneller. Het is deze koppeling van een deeltjesversneller met een reactor die aan de basis ligt van het MYRRHA-concept. Deze configuratie wordt ook een Accelerator Driven System genoemd of kortweg ADS. De doelstellingen van het MYRRHA-project zijn: • Volume en toxiciteit van hoogradioactief afval verminderen • Productie van medische radio-isotopen • Materiaalonderzoek voor splijtings- en fusiereactoren • Onderzoek naar nieuwe reactorsystemen gekoeld met zware vloeibare metalen • Expertise in nucleair onderzoek uitbreiden en nieuwe generaties experts vormen MYRRHA zal gebouwd worden op de site van het SCK•CEN in Mol. MYRRHA zal een internationale aantrekkingspool zijn voor organisaties en wetenschappers die betrokken zijn
17 //
bij onderzoek naar kernreactoren en deeltjesversnellers, wat nieuwe samenwerkingen mogelijk maakt. Met MYRRHA zal België zijn baanbrekende traditie in vreedzame nucleaire toepassingen ook de komende vijftig jaar kunnen verderzetten.
• SCK.CEN, adjunct-directeur generaal, directeur MYRRHA Hamid Aït Abderrahim,
[email protected]
WANNEER? SCK.CEN wil MYRRHA tussen 2026 en 2030 operationeel hebben: Mijlpalen: • 2017 - Afsluiten van de eerste contracten voor de bouw van de onderdelen. • 2021 - Voltooien van de productie van de onderdelen en afwerken van de gebouwen op de site in Mol. • 2022 - Assemblage van MYRRHA op de site in Mol. • 2023 - Eerste inbedrijfstelling en operationele tests. • 2025 - Start van de uitbating op vol vermogen.
• De bouw van MYRRHA, gecombineerd met de andere activiteiten van het SCK.CEN, leidt tot nieuwe tewerkstelling. Volgens een studie van het Strategische Projectenorganisatie Kempen vzw (SPK)4 zullen tijdens de uitbatingsfase direct en indirect 2.000 duurzame banen gecreëerd worden. De dynamiek die voortvloeit uit de investering en de uitbating van MYRRHA, schept ook bijkomende banen in nieuwe ondernemingen. Studies rekenen op zo’n 300 jobs tegen 2020. Deze jobs ontstaan door het oprichten van spin-offs en het aantrekken van hoogtechnologische bedrijven die zich vestigen in de buurt van het SCK.CEN. • Uitbouwen van technologieclusters in de regio Mol-Dessel die een kennisgedreven economie voeden. • Vrijwaren van de Belgische positie in onderzoek en ontwikkeling, noodzakelijk voor het vrijwaren en innoveren van de burgerlijke nucleaire toepassingen ten voordele van Europa en de rest van de wereld.
NODIGE BELEIDSINSPANNINGEN? De federale regering, minister Marghem, dient een positieve beslissing te nemen voor de bouw en de exploitatie van MYRRHA, met minstens verzekering en verankering van de Belgisch voorziene toelage. 4 Assessment of the socioeconomic impact of MYRRHA, studie van strategische Projectenorganisatie Kempen vzw, oktober 2009
Helios III reactorvaten @SCK.CEN
Kennisvalorisatie // Fabrieken van de Toekomst // Strategisch clusterbeleid & slimme specialisaties
WIE?
ECONOMISCHE MEERWAARDE VOOR DE KEMPEN?
18 //
PRIORITEIT 1
Sterk opleidingsaanbod en innovatiepark
aan Thomas More Kempen WAT? De Kempen kent één hogeschool, Thomas More Kempen. Door toonaangevend onderwijs, toepassingsgericht onderzoek en dienstverlening vormt zij een motor van regionale ontwikkeling. Er werken in totaal 732 medewerkers en 6.790 studenten volgen er een opleiding in het academiejaar 2014-2015. Opleidingsaanbod Thomas More Kempen heeft vier campussen in Geel, Lier, Turnhout en Vorselaar. Thomas More is lid van de associatie KU Leuven. In de Kempense vestigingen zijn volgende onderzoeksgroepen aanwezig: • Agro-voeding: duurzame voedseltechnologie, Sunbuilt project (algen), waterzuivering • Duurzame energiesystemen (in gebouwen) • Biomedische technologie – Mobilab (revalidatietechnologie, orthopedie, wonen en zorg) • Chemie en farma (onderzoeksgroep RADIUS) • Sociale inclusie (K-point/digitale kloof), ouderen (VONK 3), zorg en ICT Een overzicht van het opleidingsaanbod in de Kempen vindt u hier. Innovatiepark Grenzend aan de terreinen van Thomas More in Geel wordt een Innovatiepark ontwikkeld. Het gaat om een zone van 20 ha met percelen van ca. 0,5 ha voor bedrijven zich willen vestigen.
In dit Innovatiepark zal ingezet worden op een toepassingsgerichte samenwerking tussen het bedrijfsleven en de onderzoeksgroepen en opleidingen van Thomas More. Het Innovatiepark staat ook open voor partnerschap met andere kennisinstellingen en bedrijven die nauw met hen samenwerken. Er zal een sterk dienstenaanbod voor startende en bestaande bedrijven voorzien worden. Onderzoeksinfrastructuur5 en expertise van de betrokken kennisinstellingen wordt ter beschikking gesteld aan bedrijven. Bedrijven die zich wensen te vestigen, moeten een engagement nemen tot samenwerking met Thomas More en haar kernprocessen (opleiding, onderzoek, dienstverlening) en/of met haar partnerorganisaties in dit project, dit gebeurt via de afsluiting van een innovatiecontract.
5 O.a. SUNbuilt algenkweekinstallatie, Mobilab ganglabo, thermisch-elektrolabo, installatiekolom duurzame chemie, voedingslabo…)
19 //
• Thomas More
[email protected] • Stad Geel • IOK • H.I. Kempen Stichting • Met steun van Voka Kempen
WANNEER? Het Innovatiepark wordt gefaseerd uitgebouwd, vertrekkende vanuit de aanwezige infrastructuur en diensten (o.a. bestaande BEMT-gebouw). Het masterplan voor de ruimtelijke ontwikkeling van het Innovatiepark is klaar medio 2015. Er moet rekening gehouden worden met een traject van 20-25 jaar voor de volledige ontwikkeling. Een eerste bedrijf zal zich in de loop van 2016 vestigen in het Innovatiepark. Bij verdere invulling van het innovatiepark wordt gekeken welke faciliteiten er bijkomend voorzien moeten worden (bedrijfsverzamelgebouw, parking, centrale faciliteiten (catering, vergaderlokalen…)).
ECONOMISCHE MEERWAARDE VOOR DE KEMPEN? Sterk opleidingsaanbod • Thomas More biedt naast haar kwaliteitsvol basisaanbod opleidingen, expertise met nationale en internationale aantrekkingskracht die aansluit bij de profilering van de regio. • Een afgestudeerde van Thomas More beschikt over een gedegen vakkennis én over de attitudes en skills die nodig zijn in de 21e eeuw.
• Thomas More spreekt de taal van het werkveld en is daardoor bevoorrechte partner in onderwijs, onderzoek en dienstverlening. • Een versterking van de relaties tussen Thomas More en het werkveld, gebaseerd op kwaliteit van onderzoek, zal bijdragen tot innovatie en ontwikkeling in de Kempen. Innovatiepark • Ruimte voor ca. 40 bedrijfsgebouwen, onderzoeksgebouwen, bedrijfsverzamelgebouwen of gemengde faciliteitengebouwen (parkeergebouw, horeca, vergaderruimte, ontspanning, kinderopvang, fietsenstalling…) • Ruimte voor starters, KMO’s, dochterbedrijven van internationale spelers • Jobcreatie: ca. 500 tot 1.000 mensen (werkzaam zowel op het park als bij dienstenleveranciers die elders gevestigd zijn)
NODIGE BELEIDSINSPANNINGEN • Een actieve samenwerking met stad Geel wordt gevraagd, in het bijzonder inzake promotie en communicatie van het Innovatiepark. • Het professioneel hoger onderwijs kreunt onder de besparingen. We zetten in op de basisopleidingen. De regio en het werkveld kunnen een bijdrage leveren door samenwerking inzake onderzoek en dienstverlening. In professioneel onderwijs zijn goede stageplaatsen onontbeerlijk.
Kennisvalorisatie // Fabrieken van de Toekomst // Strategisch clusterbeleid & slimme specialisaties
WIE?
20 //
PRIORITEIT 1
21 //
Fabrieken van de Toekomst Hoe kunnen we in de regio de bestaande industriële activiteit vernieuwen en bijkomende ‘slimme’ industriële activiteiten ontwikkelen? De Vlaamse overheid heeft met het Nieuw Industrieel Beleid (NIB) een ondersteunend kader gecreëerd om de transformatie van het industrieel weefsel te faciliteren. Samenwerking en clustering rond lead plants, innovatie binnen open productieketens, slimme specialisatie en energie- en mate riaalefficiënte technologieën zijn kernonderdelen van dit NIB.
Foto: lancering Kempens Streekpact: Voka voorzitter Ronny Van Broekhoven tekent zijn Fabriek voor de Toekomst
Kennisvalorisatie // Fabrieken van de Toekomst // Strategisch clusterbeleid & slimme specialisaties
De Kempen kent een hoge industrialisatiegraad, maar de-industrialiseert in een sneltempo. Ter illustratie: het aandeel van de nijverheid in de totale Kempense economie daalde in de periode 2003 tot 2011 van 36,2% naar 28,9%. Ter vergelijking, in dezelfde periode was er in Vlaanderen een daling van 23,7% naar 19,5%.
22 //
PRIORITEIT 1
Open Manufacturing Campus WAT? De Open Manufacturing Campus in Turnhout (OMC) wil zowel een fysieke plek zijn waar innovatieve maakbedrijven zich vestigen als een virtuele Open Manufacturing Community. OMC richt zich op productie-georiënteerde bedrijven die actief zijn in de hightech, life sciences en medische technologiesector. Bedrijven hebben er toegang tot een breed gamma aan meet- en testapparatuur, engineering en productie-advies, deelname aan nieuwe productie-concepten en de
valorisatie van die concepten. In het bijzonder kan het OMC begeleiding aanbieden in het opschalen van productie. Er zijn reeds een aantal hoogst innovatieve bedrijven gevestigd in het OMC: Borit, Peira, 2Bridge, Waterstofnet, Solenco Power en Brunel. De gesprekken zijn lopende om het OMC als proeftuin te laten fungeren voor Flanders Make, de SOC maakindustrie. www.openmanufacturingcampus.be
Open Manufacturing Campus - Philips © Olivier Anbergen for I Love Light sprl
23 //
• OMC vzw marc.corthout@ openmanufacturingcampus.com • IOK • Philips • SPK • Thomas More
WANNEER? Er zijn verschillende contacten met nieuwe bedrijven die interesse hebben in samenwerking met OMC, maar de strategische en financieringsdiscussies van die bedrijven voor hun opschaalfase duurt dikwijls verschillende jaren. Hierdoor onstaat het gevaar dat, door herstructuringen bij Philips, essentiële expertise voor de uitbouw van het OMC verdwijnt, voordat ze kan ingezet worden voor de bedrijven die op OMC landen. De discussies met Flanders Make zijn heel actief, maar gezien ook Flanders Make een jonge organisatie is, duurt het langer dan verwacht om projectfinanciering toegankelijk te krijgen voor OMC activiteiten.
ECONOMISCHE MEERWAARDE VOOR DE KEMPEN? • Dankzij de Open Manufacturing Campus kan de Kempen zich meer profileren en vermarkten als een topregio voor de high tech en life sciences industrie. • Behoud van tewerkstelling bij Philips (900 werknemers) + nieuwe tewerkstelling bij de bedrijven die zich vestigen op de campus. Er wordt gemikt op een tewerkstelling van 800 jobs tegen 2020.
NODIGE BELEIDSINSPANNINGEN? Aan minister Muyters en Crevits wordt gevraagd: • financiering te voorzien (1 miljoen EUR) voor het behoud van essentiële knowhow (cf. afbouw Philips), waarmee een vijftal key competence holders (vnl. technische profielen) voor een jaar of twee tijdelijk te werk gesteld kunnen worden in de uitbouw van het OMC. Dit naar analogie met de kennisborgings-/kenniswerkersregeling in Nederland6. • overheidssteun voor het OMC proeftuintraject, dat na het R&D werk van bv. Flanders Make nodig is om deze concepten praktisch opschaalbaar te krijgen, voor met name start-ups en KMO’s uit de regio.
6 N.a.v. van de economische crisis heeft de Nederlandse regering een regeling uitgewerkt waarbij bedrijven in moeilijkheden hun toptalent (kenniswerkers) gedurende twee jaar kon ‘onderbrengen’ bij universiteiten.
Kennisvalorisatie // Fabrieken van de Toekomst // Strategisch clusterbeleid & slimme specialisaties
WIE?
24 //
PRIORITEIT 1
Strategisch clusterbeleid & slimme specialisaties Kempen wil een sterke innoverende kenniseconomie zijn. Bij innovatie ligt de focus vaak op ketens, clusters en cross-overs realiseren tussen clusters. We moeten ook durven aansluiten en samenwerken met bestaande clusters. Vooral op snijvlakken tussen clusters (cross-overs) liggen veel ontwikkel- en innovatiekansen. Clusters vergroten onze zichtbaarheid. Ze werken als een magneet op bedrijven, kennisinstellingen en talentvolle mensen uit binnen- en buitenland. Het is van belang dat bedrijven in de clusters hun internationale concurrentiepositie versterken. Ook moeten er voldoende arbeidskrachten zijn, zowel hoger als lager opgeleiden. Er is een gemeenschappelijke visie en draagvlakvorming nodig voor een regionale aanpak inzake clusterbeleid bij het bedrijfsleven en kennis- en onderzoekscentra. Trekkers en engagementen zijn High Tech maakindustrie noodzakelijk om er een succesvol verhaal van te maken. De KIR, de Kempense Innovatieraad, kan een sleutelrol spelen in het verder stimuleren van strategische clusters in de Kempen. In de regio zien we een vruchtbare voedingsbodem om op een Logistiek zestal domeinen clusters te ontwikkelen (cf. slimme specialisaties). Diverse hefboomprojecten geven impulsen aan de verdere ontwikkeling van deze clusters.
Duurzame bouw Zorg- & Lifesciences Slimme Kempense specialisaties Biogebaseerde economie Energie
25 //
Cluster
Hefboomproject
Energie
Geothermie Waterstofnet
Zorg & Life sciences
Janssen Flanders Lab To Walk Again LiCalab
Biogebaseerde economie
Sunbuilt Bioraf Insectenkweekpilootinstallatie
Logistiek
Watertrucks LITC
High Tech maakindustrie
OMC Crossroads
Duurzame bouw
Wijk van Morgen
Kennisvalorisatie // Fabrieken van de Toekomst // Strategisch clusterbeleid & slimme specialisaties
De basis, Kamp C, Westerlo
26 //
PRIORITEIT 1
Energie //
Kempen als pilootregio voor diepe geothermie WAT? Aardwarmte is energie die onder de vorm van warmte zit opgeslagen in watervoerende lagen in de ondergrond. Deze warmte kan opgepompt en gebruikt worden voor de verwarming en koeling van gebouwen, maar ook voor de productie van elektriciteit. Aardwarmte wordt momenteel nog niet benut in Vlaanderen. Onderzoek toont aan dat de Kempense ondergrond potentieel heeft voor diepe geothermie, met warmwatervoerende lagen op dieptes gaande van enkele honderden meters tot 6 km. Men spreekt van diepe geothermie vanaf 400 meter diepte. Vaak wordt er enkele kilometers diep geboord. Omdat de beschikbare warmte van een centrale doorgaans hoger is dan ter plaatse kan benut worden, is het essentieel dat de opgepompte warmte efficiënt kan verdeeld worden naar andere eindgebruikers via warmtenetten. In de regio zijn er twee concrete plannen voor de bouw van een geothermiecentrale, nl. op de Balmattsite van VITO in Mol en bij Janssen Pharmaceutica in Beerse. Ook andere cases zitten in een gevorderde fase van haalbaarheidsonderzoek, zoals geothermische warmte voor glastuinbouwclusters in de Noorderkempen. Balmatt site Diepe geothermie is voor Vlaanderen een nieuwe materie. Ook de diepe ondergrond vergt nog veel onderzoek. VITO heeft de voorbije jaren haar kennis over de toepassing van geothermie stelselmatig uitgebouwd. De proefboring op de Balmattsite in Mol zal het onderzoek in een stroomversnelling brengen.
Janssen Pharmaceutica Voor industrie met een grote, geconcentreerde warmtebehoefte is diepe geothermie interessant. Janssen Pharmaceutica onderzoekt of ze voor haar vestiging in Beerse diepe geothermie, gekoppeld aan een warmtenet van de vierde generatie, kan inzetten. Restwarmte zou via warmtenetten naar de stadsregio Turnhout afgeleid kunnen worden, mits het sluitstuk van warmtenetten. Als Janssen in haar opzet slaagt, wordt het de eerste industriële speler in Vlaanderen die gebruik maakt van deze groene energiebron. Het project zou zo voor een ommekeer zorgen, zowel op vlak van energiekost als wat betreft CO2-uitstoot, die met meer dan 25% zou kunnen dalen. Het doel is om tegen 2050 100 geothermiecentrales in de Kempen en Limburg te bouwen. Geoheat-NET Het project richt zich op het uitbouwen van een coördinatie- en valorisatienetwerk dat vanuit een quadrupel-helixbenadering (burger & middenveld, industrie, onderzoekswereld en beleid) het kruis- en aanspreekpunt vormt voor de actoren die betrokken zijn bij de ontwikkeling en de uitrol van diepe geothermie en thermische netten in Vlaanderen. Het netwerk zal faciliterend optreden om piloot- en investeringsprojecten rond diepe geothermie en warmtenetten in Vlaanderen te realiseren. Volgende activiteiten zijn gepland om de doelstellingen te bereiken:
27 //
Valorisatie via adviesverlening en ondersteuning • Van 6 referentieprojecten op technisch, organisatorisch, juridisch-regelgevend, financieel, ruimtelijk-planologische en communicatief vlak; van deze referentieprojecten bevinden zich een tweetal in de Kempen (Geel–Innovatiepark in relatie tot het stedelijk gebied en Merksplas: diepe geothermie en collectieve warmtevoorziening in de glastuinbouw)7 7 Naast de cases in Merksplas en Geel, gaat om het ISVAG project – Antwerpen Nieuw-Zuid, het warmtenetproject van Antwerpen-Noord met restwarmte uit de haven van Antwerpen, case Agropolis Kinrooi en case Meeuwen-Gruitrode.
• Door begeleiding van de pre-haalbaarheidsfase van potentiële investeringsprojecten rond diepe geothermie en warmtenetten in Vlaanderen. Hierbij onder meer ook de uitrol van warmtenetten rond de geplande boringen (resp. regio Mol en Dessel en stadsregio Turnhout) • Door richtlijnen op te stellen voor de ontwikkeling van projecten rond diepe geothermie en warmtenetten in Vlaanderen (inclusief richtlijnen voor publieksparticipatie): Integratie en innovatie • Opzetten van een clusterwerking tussen economische actoren die actief zijn op het vlak van geothermie en warmtenetten in Vlaanderen • Opzetten van een overlegstructuur tussen verschillende stakeholders (overheid, industrie, glastuinbouw – landbouw, financiële wereld, kenniscentra en middenveldorganisaties) • Ad hoc definitie van onderzoeksprojecten • Begeleiding van de maatschappelijke transitie met diepe geothermie en warmtenetten als hefboom: uitwerken en opvolgen van een transitietraject met het oog op de uitrol van geothermie en warmtenetten in Vlaanderen. Informatieverstrekking • Informeren van verschillende stakeholders op het vlak van geothermie en warmtenetten (doelgroepen: overheden, industrie, glastuinbouw, financiers, middenveldorganisaties, onderwijs en burger); • Opzetten van een tentoonstelling rond geothermie en warmtenetten (doelgroepen: burger en onderwijs).
Kennisvalorisatie // Fabrieken van de Toekomst // Strategisch clusterbeleid & slimme specialisaties
Consolidatie van kennis • Over technische aspecten van geothermie en warmtenetten • Over publieke aanvaarding van geothermie en warmtenetten • Via de vertaling van de inzichten naar een ruimtelijk beleid dat (1) toelaat het potentieel aan groene warmte te maximaliseren en de mogelijkheden van de ondergrond optimaal te benutten; (2) een eenvormige integratie van de inzichten omtrent geothermie en warmtenetten in het lokaal ruimtelijk beleid garandeert; (3) de ruimtelijke en landschappelijke integratie van geothermiecentrales en warmtenetten bevordert. • Vanuit verschillende overlegstructuren over geothermie en warmtenetten op Vlaams en Europees niveau (o.a. Warmtenetwerk Vlaanderen, Platform Geothermie, EGEC, DHC+, EERA JPs Geothermal en Smart Cities, IRENA) • Door het verder onderzoeken van de mogelijkheid tot het oprichten van projectorganisaties met mogelijke participaties van lokale besturen, bedrijven en/of burgers
28 //
PRIORITEIT 1 WIE? • Projectpromotor: VITO
[email protected] • Partners: IOK, Voka Kempen met ondersteuning van Smart Grids Flanders, Warmtenetwerk Vlaanderen, provincie Antwerpen, stad Antwerpen.
WANNEER? Er is een GTI/EFRO-aanvraag in voorbereiding (1.140.000 EUR). Het project zal lopen van september 2015 (afhankelijk van de call) tot augustus 2017.
ECONOMISCHE MEERWAARDE VOOR DE KEMPEN? • Verhogen van de energie-efficiëntie, hoger aandeel van hernieuwbare energie • Lagere broeikasgasemissies • Verlagen van de afhankelijkheid van de geïmporteerde energie met een structurele verschuiving van de handelsbalans tot gevolg. • Garanderen van een continu aanbod aan warmte, koude en elektriciteit aan een stabiele prijs. • Economische impuls voor tal van aanverwante sectoren (boringen, engineering, bouwsector, installateurs, onderhoud warmtenetten). • Als geothermie op grote schaal wordt uitgerold in Vlaanderen over de periode 20152020 wordt een totaal tewerkstellingseffect voorzien van 1.168 VTE (directe en indirecte tewerkstelling bij Vlaamse bedrijven)8. 8 Cfr. studie Idea Consult: economische opportuniteiten van geothermische energie in Vlaanderen – 4 mei 2015.
NODIGE BELEIDSINSPANNINGEN Voor minister Schauvliege: • Uitwerken van een structuurvisie diepe ondergrond • Uitwerken van een doordacht concessiebeleid en regelgeving inzake exploitatie bij toepassingen van diepe geothermie • Nood aan een aangepaste ruimtelijke planning (bovengronds) die toelaat de beschikbare warmte op efficiënte wijze te benutten • Nood aan opvulling van hiaten in de (milieu)regelgeving (VLAREM, decreet diepe ondergrond, MER regelgeving,…) Voor minister Turtelboom: • Nood aan stimulansen om diepe geothermie tot een volwaardige en mature technologie te laten uitgroeien. Bv. nieuw steunbeleid voor strategische ecologische investeringen of superstrategische projecten. Van belang hierbij ook is het bewaken van een goede balans t.o.v. stimuli voor andere technieken (bijvoorbeeld groene stroom- en WKK certificaten…). • Inzake de uitrol van warmtenetten zijn er verschillende knelpunten weg te werken (o.a. EPB-regelgeving, marktstructuur en regulatie…) • Nood aan regulering inzake beheer van warmtedistributie (prijszetting, garantie van levering,…)
29 //
Kennisvalorisatie // Fabrieken van de Toekomst // Strategisch clusterbeleid & slimme specialisaties
werking geothermiecentrale (bron: VITO)
30 //
WAT?
WIE?
IOK Afvalbeheer wil het beschikbare energetische potentieel in het regionaal beschikbaar organisch afval (GFT, bermmaaisel,…) van de Kempense gemeenten maximaal valoriseren door de productie van biomethaan. Dit biomethaan zal worden aangewend in het historisch erfgoed van Merksplas-Kolonie en de strafinrichting. (equivalent van aardgasverbruik van 1.000 gezinnen) Dit project is een innovatief pilootproject in Vlaanderen en kan een hefboom worden voor alternatieve ontwikkelingen in de vergistingssector.
Inzameling van 35.000 ton groente- fruit- en tuinafval (particuliere herkomst)
• • • •
IOK Afvalbeheer Gemeentebestuur Merksplas EBEM Kempens Landschap
WANNEER? • Aanvraag MER (indien van toepassing), milieuvergunning, bouwvergunning: uiterlijk 17/11/2015 • Verkrijgen vergunningen: uiterlijk 17/11/2016 • Ingebruikname: uiterlijk 17/11/2018
biogas
digestaat Vergister
Opwerking tot 2.000.000 m3 biomethaan Nacompostering tot compost
AARDGASNET (TOTALE AFSTAND: CA 5KM)
PRIORITEIT 1
Energieconversiepark Kempen
31 //
Door het project wordt ook een belangrijke bijdrage geleverd aan de valorisatie van het historisch erfgoed ‘Kolonies’. Het is de doelstelling van de Vlaamse regering dit historisch erfgoed te laten erkennen door de UNESCO als werelderfgoed. De ambitie is om met dit project 80.000 bezoekers per jaar aan te trekken. Op die manier kan dit project een toeristische trekpleister worden met een belangrijk economisch potentieel in een eerder rurale regio.
NODIGE BELEIDSINSPANNINGEN? • Vlotte vergunningverlening • Ontwikkelen van ‘Groen gas’-label • Continuïteit en zekerheid bieden met ondersteuningsmechanismen • Bijkomende Vlaamse en EFRO-steun van 2,5 miljoen euro -- 1.500.000 euro met betrekking tot de innovatieve piloottoepassing inzake opschoningsen opwerkingsinstallatie biomethaan -- 1.000.000 euro demonstratieproject WKK en warmtenet op de kolonie
Door de inbedding van dit ecologisch project bij een toeristische trekpleister heeft het project ook een grote demonstratiewaarde, onder meer voor de ‘Kempen 2020’-doelstellingen inzake CO²-reductie. Voorsprong nemen in de ‘Energiewende’ kan onze competitiviteit op termijn enkel maar ten goede komen.
Kwalitatieve WKK van biomethaan op site Kolonie (gebruik equivalente hoeveelheid, balans op jaarbasis)
Electriciteit
Warmtenet
Warmte
Kennisvalorisatie // Fabrieken van de Toekomst // Strategisch clusterbeleid & slimme specialisaties
ECONOMISCHE MEERWAARDE VOOR DE KEMPEN?
Gebouwencomplex Grote Hoeve en Kapel Kolonie (15 gebouwen) Strafinrichting Merksplas Centrum Illegalen
32 //
PRIORITEIT 1
Waterstofnet WAT? In internationale toekomstverkenningen wordt een belangrijke rol toegedicht aan waterstof als energiedrager. Waterstof, mits duurzaam aangemaakt, biedt perspectieven op diverse domeinen. Minder emissies, geen afhankelijkheid van fossiele brandstoffen en tegelijkertijd high-tech ontwikkeling en hoogwaardige werkgelegenheid. Het project Waterstofregio Vlaanderen/ Zuid-Nederland focust op drie specifieke domeinen: • duurzame waterstofinfrastructuur (bv. brandstofcelplant bij Solvay, waterstoftankstation bij Colruyt, waterstofbussen van Van Hool in Antwerpen) • early market toepassingen (heftrucks, bussen, vuilniswagens,…) • opleidingsprogramma’s voor het onderwijs
WIE? • vzw WaterstofNet
[email protected]
WANNEER? WaterstofNet is in 2009 opgestart en is inmiddels uitgegroeid tot een projectorganisatie van vijf personen. Actueel zijn nieuwe Interreg-aanvragen voor ‘Vlaanderen-Nederland’ en voor ‘Noord-West-Europa’ ingediend (2015-2018).
ENE ENERGIE GRO
www.waterstofnet.eu EIT CIT
ELECTRI
TWATERSTOF RES
ONDERWIJS
33 //
Er is een stijgende belangstelling voor waterstof bij bedrijven. Perspectiefrijk zijn: • • • • •
openbaar vervoer vuilniswagens heftrucks bedrijventerreinen havens
Essentieel hierbij is dat een aantal bedrijven uit de Kempen bij deze ontwikkelingen betrokken zijn: Van Hool (bussen), Hydrogenics (waterstofgeneratoren), Borit (materialen voor brandstofcellen en elektrolyse), Umicore (katalysatoren), SPK (projectontwikkeling), Thomas More (onderwijs), WaterstofNet (projectontwikkeling), VITO (membraamontwikkeling).
LOGISTIEK
MARITIEM
INTERSTEDELIJK
ELECTRICITEIT
NODIGE BELEIDSINSPANNINGEN? • Waterstof is door de Vlaamse regering aangeduid als één van de perspectiefrijkste topics van het Nieuw Industrieel Beleid, aangezien een belangrijk deel van de waardeketen in Vlaanderen verankerd is. In opdracht van het Agentschap Ondernemen is een roadmap opgemaakt tot 2020 die de lead-markten kwantificeert en de lead-clusters identificeert. Ook Europa onderschrijft het belang van waterstof. De EU lanceerde hiervoor de Joint Undertaking on Fuel Cells and Hydrogen (JU-FCH) met voor de periode 2014-2020 een totaal budget van 1,3 miljard euro, specifiek voor waterstofprojecten. Voor minister Weyts, Muyters en Turtelboom: • Actueel is er nood aan het realiseren van demonstratieprojecten en het opschalen van bestaande initiatieven, zowel op het vlak van openbaar vervoer (minister Weyts). Naast technologische ontwikkelingen (minister Muyters) en kostprijsreducties, dienen de procedures voor vergunningen verder ontwikkeld te worden. Vergunningen zijn een provinciale aangelegenheid, waarbij LNE een coördinerende rol kan spelen. Op vlak van energieopslag (power to gas) en het implementeren van de Europese richtlijn ‘Clean Power for Transport’ is Vlaams minister Turtelboom de aan te spreken beleidspersoon.
Kennisvalorisatie // Fabrieken van de Toekomst // Strategisch clusterbeleid & slimme specialisaties
ECONOMISCHE MEERWAARDE VOOR DE KEMPEN?
34 //
PRIORITEIT 1
Zorg & Life Sciences
Janssen Flanders Lab WAT? Janssen Flanders Lab wil (buitenlandse) bedrijven, talent en financiering aantrekken en zo een (regionaal) ecosysteem op het gebied van gepersonaliseerde gezondheidsoplossingen uitbouwen. Buitenlandse start-ups van verschillende disciplines uit life sciences en nanotechnologie worden aangetrokken om zich te vestigen in Janssen Flanders Lab in Beerse of de nabij gelegen regio. Gezien de lange time-to-market (gemiddeld 7 jaar) en de hoge investeringskost is er nood aan zulk een incubatie-omgeving. Er wordt begeleiding voorzien in ondernemerschap en door het aanbieden van infrastructuur en expertise. Het ecosysteem rond de cluster zal ingezet worden om de groei en verankering van deze start-ups te bevorderen. Zo zal er bijvoorbeeld samengewerkt worden met de Open Manufacturing Campus in Turnhout om succesvolle start-ups te laten doorgroeien.
WIE? • Janssen Pharmaceutica
[email protected] • FIT • 2Bridge • Deloitte
WANNEER? Janssen Lab Flanders start in 2015. Er is een GTI/EFRO-aanvraag in voorbereiding.
35 //
Goedkeuring EFRO/GTI-project (2 miljoen EUR). Cofinanciering wordt gedragen door het bedrijf.
ECONOMISCHE MEERWAARDE VOOR DE KEMPEN? Janssen Flanders Lab heeft als onderliggende drijfveer om de kennis en innovatiekracht van de regio te versterken en een cluster/ ecosysteem te ontwikkelen rond de Janssen Campus. Door het aantrekken van buitenlandse startups en venture capital zal het een bijdrage leveren aan het aantal startende ondernemingen in de Kempen en Vlaanderen. Door het inzetten van expertise en infrastructuur zal het zowel de economische activiteiten als het niveau van innovatie verhogen. Tewerkstellingspotentieel: afhankelijk van de succesratio van de start-ups een directe tewerkstelling van 100-300 personen (indirecte tewerkstelling van ± 500 personen).
Kennisvalorisatie // Fabrieken van de Toekomst // Strategisch clusterbeleid & slimme specialisaties
NODIGE BELEIDSINSPANNINGEN?
36 //
PRIORITEIT 1
To Walk Again
postrevalidatiecentrum WAT? Het To Walk Again-postrevalidatiecentrum is een schakel in een breder ecosysteem rond revalidatie in de regio. Andere componenten zijn het residentieel zorghotel, de ontwikkeling van innovatieve producten en concepten (o.a. staprobot/exoskelet, ortheses, gangrevalidatie) voor thuisrevalidatie met Mobilab, LiCalab en private spelers en het belang van strategische afstemming binnen het regionaal netwerk van ziekenhuizen. Het To Walk Again-centrum biedt een stimulerende en progressieve (post)revalidatie op maat voor mensen met een fysieke beperking, gebruik makend van de nieuwste technologieën en onder begeleiding door een team van daartoe specifiek opgeleide experten. Er is een nauwe samenwerking met Mobilab voor de ontwikkeling en testen van nieuwe technieken inzake revalidatie, alsook met de nieuwe opleiding ‘Sport & Bewegen’ van Thomas More. Er is een EFRO/GTI-aanvraag in voorbereiding voor de bouw en opstart van het postrevalidatiecentrum en over de samenwerking tussen Thomas More (Mobilab) en het centrum. Het accent zal hierbij liggen op het testen van nieuwe staptechnologieën in het postrevalidatiecentrum (vb. kniescharnieren, exoskelet etc.). Er zullen ook stagemogelijkheden zijn voor studenten.
WIE? • AZ Herentals
[email protected] • To Walk Again vzw • Thomas More – Mobilab
[email protected] • Orthopedie van Haesendonck
WANNEER? Het To Walk Again-postrevalidatiecentrum is gestart in het voorjaar 2015.
ECONOMISCHE MEERWAARDE VOOR DE KEMPEN? • De uitdaging ligt in de ontwikkeling van een hoogstaand en onderscheidend aanbod op het vlak van revalidatie in de Kempen. Indien de regio hierin slaagt, kunnen er nieuwe publieke en private actoren op het vlak van revalidatie aangetrokken worden, die bijdragen aan technologische innovatie en productontwikkeling. • Het postrevalidatiecentrum beoogt revaliderende patiënten in de Kempen te houden en bijkomende vraag van elders aan te trekken. Dit zorgt voor extra bestedingen in de regio. • In het centrum zullen nieuwe technieken/ producten op het vlak van revalidatie getest worden, zodanig dat deze sneller op de markt gevaloriseerd kunnen worden. • Tewerkstelling: 1-10 personen.
37 //
NODIGE BELEIDSINSPANNINGEN? Momenteel is er slechts een terugbetaling van 30 min kinesessie/week postrevalidatie9, onvoldoende voor de stapsessies die 2 à 3 uur zouden duren. Er wordt getracht financiering te verkrijgen bij het RIZIV om de kostenbesparende effecten van postrevalidatie in kaart te brengen. 9 Nu is er een lidmaatschap bij vzw To Walk Again. Per stapsessie wordt het remgeld van een kinesessie betaald. Het huidige model is dus niet kostendekkend.
ECOSYSTEEM REVALIDATIE KEMPEN 1.
Gezamenlijk aanbod ziekenhuizen (strategische afstemming in regionaal netwerk)
4.
Postrevalidatiecentrum
Onafhankelijke coördinator
3.
Ontwikkeling van producten en concepten voor thuisrevalidatie
2.
Residentieel: zorg- en revalidatiehotel
Kennisvalorisatie // Fabrieken van de Toekomst // Strategisch clusterbeleid & slimme specialisaties
Op lange termijn, indien het zorghotel gebouwd wordt, zijn er tewerkstellingsmogelijkheden voor 10-100 mensen, alsook op het gebied van indirecte tewerkstelling (toeleveringsbedrijven zorghotel, uitstroom vanuit de opleiding Sport & Bewegen,…).
38 //
PRIORITEIT 1
LiCalab WAT? LiCalab staat voor ‘Living & Care lab’. LiCalab is een proeftuin voor wonen en zorg, gecreëerd om ouderen langer zelfstandig of ondersteund thuis te laten wonen. Nieuwe diensten en producten die kleine en grote problemen van oudere mensen oplossen, maken dit makkelijker. In LiCalab worden deze innovaties van bedrijven of zorgorganisaties getest door echte gebruikers. Nu is er een testpanel van 650 personen. Doel is om in 2016 uit te breiden naar 1.000 personen. Zo kunnen er betere producten en diensten ontwikkeld worden, want nu halen 60 tot 70% van alle zorginnovaties het nooit op de markt. Een business developer binnen LiCalab faciliteert in de ontwikkeling van nieuwe zorginnovaties. www.licalab.be
CROSS CARE Cross care is een grensoverschrijdend project Vlaanderen–Nederland (Interreg V) onder coördinatie van LiCalab met als doel bedrijven te ondersteunen die willen innoveren in de zorgsector. Concreet ontvangen deelnemende bedrijven een budget waarmee ze hun innovatie verder kunnen ontwikkelen en kunnen testen met eindgebruikers in Vlaanderen en Nederland. Enkele zorgproeftuinen in Vlaanderen en Nederland worden hiervoor ingezet. Zo krijgen Vlaamse bedrijven ook toegang tot de markt in Nederland en kunnen sterke innovatieve ideeën uit Nederland hier geïmporteerd worden.
WIE? • Thomas More
[email protected] • Stad Turnhout • SEL Kempen • Voka Health Community • Welzijnszorg Kempen • Aristoco bvba
WANNEER? LiCalab ontvangt tot september 2016 een subsidie van IWT. Het Cross Care project loopt van november 2015 tot november 2020.
39 //
• Regionaal, maar ook nationaal en internationaal onderzoek naar innovaties in de health en life sciences sector. • Verankering van de regionale kennis in lokale bedrijven. • Opstart van nieuwe bedrijven en aantrekken van toonaangevende bedrijven in de health en life sciences sector naar de regio.
• Minimaal kan LiCalab voor 50 nieuwe jobs zorgen binnen de komende 5 jaar, voornamelijk indirecte tewerkstelling, binnen de bedrijven die de LiCalab projecten economisch gaan valoriseren.
NODIGE BELEIDSINSPANNINGEN? Momenteel geen urgente vraag.
Kennisvalorisatie // Fabrieken van de Toekomst // Strategisch clusterbeleid & slimme specialisaties
ECONOMISCHE MEERWAARDE VOOR DE KEMPEN?
40 //
PRIORITEIT 1
Biogebaseerde economie
Sunbuilt WAT?
In het Sunbuiltproject worden algen gekweekt in een gesloten, continue fotobioreactor. Deze productie-installatie is gekoppeld aan een oogst- en verwerkingseenheid waar men componenten met een hoge toegevoegde waarde (o.a. antioxidanten, omegavetzuren) uit de algen haalt. Deze kunnen hun afzet vinden in voeding, veevoeding en chemische sector. Algenkweek levert zeer hoge rendementen op per hectare want het vraagt weinig ruimte. Het biedt nieuwe marktopportuniteiten voor de glastuinbouwsector. Momenteel zijn er verschillende projecten lopende10. Naast (industrieel) onderzoek op pilootschaal kunnen bedrijven er ook terecht voor advies omtrent haalbaarheid en kost van het gebruik van algen voor hun specifieke wens. Er wordt ook aandacht besteed aan het vertalen van onderzoeksresultaten naar commerciële activiteiten. www.sunbuilt.be
10 Huidige projecten: Miracles fp7 project over de algenindustrie (26 Europese partners) waarbij zowel VITO als Thomas More werken aan mediumrecyclage. Daarnaast heeft Thomas More nog een project met het kenniscentrum energie rond Energetische optimalisatie van de teelt. VITO is nog actief in i-Algaerpro i.v.m. eiwitten.
Algenkweekinstallatie Thomas More
WIE? • VITO
[email protected] • Thomas More
[email protected]
41 //
• Er is een regionale concentratie van afzetmarkten o.w.v. de sterke aanwezigheid van de voedingsindustrie, diervoederindustrie (en diens afnemer: veehouderij), chemische industrie en farmaceutische industrie. Algenkweek biedt ook opportuniteiten voor de glastuinbouwsector (kweek van algen, aanleveren van laagwaardige biomassastromen, nutriënten). • De DYNAK-studie schat het tewerkstellingspotentieel op korte termijn in op 1-10 personen. Op lange termijn kan het leiden tot indirecte tewerkstelling in bedrijven die algen gaan produceren en verwerken in Vlaanderen (10100 personen).
NODIGE BELEIDSINSPANNINGEN?
WANNEER? Momenteel wordt er voornamelijk ingezet op gecofinancierde projecten samen met het bedrijfsleven (tuinbouwsector/ voedingsbedrijven).
Voor minister Schauvliege: • Aanpassing Europese wetgeving (novel food) i.v.m. gebruik van algen(extracten) in food. Dit gaat nu (te) traag (1-3 jaar) in Europa in vergelijking met andere regio’s. Lobbywerk van Vlaams minister Schauvliege is nodig (cf. insectenwerkgroep). • Continuering van het Vlaams Algenplatform (FISCH) opdat er volop ingezet kan worden op het uitbouwen van een algenindustrie: financiering gevraagd (minister Schauvliege/ minister Muyters). • Actief meewerken aan een goed regelgevend kader voor de bouw van algen(piloot)installaties (o.a. op het gebied van milieuvergunningen). Algen opnemen als een vorm van aquacultuur (minister Schauvliege).
Kennisvalorisatie // Fabrieken van de Toekomst // Strategisch clusterbeleid & slimme specialisaties
ECONOMISCHE MEERWAARDE VOOR DE KEMPEN?
42 //
PRIORITEIT 1
Bioraf WAT? • Uitwerken van een nieuw productieconcept waarbij eiwitten uit gras geraffineerd worden. Hierbij worden verschillende bestanddelen van gras gescheiden en dan verder verwerkt in diverse toepassingen. Gras groeit snel en levert hoge eiwitopbrengsten.
• Uitbouw van een waardeketen van bedrijven rond dit nieuwe productieconcept. • Het project kadert in het Nieuw Industrieel Beleid en wordt in de schoot van de Open Manufacturing Campus (OMC) in Turnhout ontwikkeld.
43 //
• SPK
[email protected] • OMC • VITO • ILVO
WANNEER? Er is een EFRO-aanvraag in voorbereiding voor 2015-2017. • 2016: economische validatie: een aantal ontbrekende parameters – zowel technologisch, agrarisch als industrieel, moeten bekend zijn om de economische waarde en haalbaarheid van het traject te onderbouwen. • 2018: definitie van de businesscase. • 2019: eiwitten ‘foodgrade’ waarderen.
ECONOMISCHE MEERWAARDE VOOR DE KEMPEN? • Nieuwe optie voor landbouw uit de productie van gras: mogelijkheden om activiteiten te diversifiëren en afhankelijkheid van dalende vleesconsumptie in Europa te verminderen. • Lokale creatie van toegevoegde waarde en tewerkstelling uit grasproductie en raffinage van eiwitten uit gras, vermindering van import (vnl. soja). • Biogebaseerde grondstoffen ter beschikking stellen aan verschillende industrieën: voeding, maar ook chemie, dierenvoeding, ... . Zij kunnen zo op termijn hun inputkosten drukken en/of nieuwe, afgeleide producten gaan vervaardigen.
• Op middellange termijn: businesscase uitwerken van 500 ton eiwitten, wat 15 – 20 arbeidsplaatsen oplevert. • Op lange termijn: uitbouw van een eiwitfabriek van 10.000 ton met finale jaarlijkse toegevoegde waarde van €20 miljoen in Vlaanderen, wat tot 300 arbeidsplaatsen kan leiden, verspreid over landbouw, technologieproductie en verwerking. De toegevoegde waarde kan volledig in Vlaanderen gerealiseerd worden.
NODIGE BELEIDSINSPANNINGEN? Wetgeving en perceptie: • EU-regelgeving i.v.m. graseiwitten (foodgrade maken) • Draagvlak/promotie (FISCH – Vlaamse overheid)
Kennisvalorisatie // Fabrieken van de Toekomst // Strategisch clusterbeleid & slimme specialisaties
WIE?
44 //
PRIORITEIT 1
Insectenkweekpilootinstallatie WAT? Bouw van een kweekinstallatie om op pilootschaal en in conditioneerbare omstandigheden11 insecten te kweken. Insecten kunnen leven op laagwaardige organische reststromen (bv. mest) en zetten dankzij hun koudbloedigheid efficiënt laagwaardige grondstoffen om naar hoogwaardige grondstoffen zoals eiwitten, vetten en chitine. Ze vormen een duurzame bron voor componenten en kunnen gebruikt worden in verschillende toepassingsgebieden zoals voedings- en veevoederindustrie en biobased chemicals. De pilootinstallatie zal de opschaling van insectenkweek testen. Er zal aandacht uitgaan naar het automatiseren van de insectenkweek. Het project zal een brede waaier aan eindproducten bestuderen en ook het gebruik van verschillende reststromen testen. De pilootinstallatie zal openstaan voor geïnteresseerde insectenkwekers, die de mogelijkheid krijgen om in de pilootinstallatie de opschaling van een bepaald proces te komen testen en uitwerken alvorens tot commerciële productie over te gaan.
11 o.a. temperatuur, ventilatie en luchtvochtigheid
WIE? • Thomas More
[email protected] • KU Leuven • VITO
WANNEER? Er is een EFRO-aanvraag in voorbereiding voor 2015-2017 (±500.000 EUR). • 2015: Goedkeuring • 2016: Start bouw pilootinstallatie • 2017: Pilootinstallatie operationeel
45 //
• Nieuwe, biogebaseerde grondstoffen ter beschikking stellen van de voedingsindustrie, diervoederindustrie (indirect ook de veehouderij) en chemische industrie, zodat zij hun inputkosten kunnen drukken en/ of nieuwe, afgeleide producten kunnen vervaardigen. • Nieuwe afzetmarkten voor organische reststromen van bedrijven (bv. tuinbouw, veehouderij, voeding, retail, ...). • De DYNAK-studie schat het tewerkstellingspotentieel op korte termijn in op 1-10 personen. Op lange termijn kan het leiden tot indirecte tewerkstelling in bedrijven die insecten gaan produceren en verwerken in Vlaanderen (10-100 personen). • Voor toevoeging van 5% insecten aan het voeder van vleeskuikens in Vlaanderen is er ca. 35.000 ton insecten per jaar nodig. Een goed uitgebouwd insectenbedrijf zou ongeveer 1 ton insecten per dag kunnen produceren. Er zijn dan in Vlaanderen zo’n 100 insectenbedrijven nodig, met tewerkstellingsmogelijkheden voor 100 werknemers. • Insecten kunnen ook als biogebaseerde chemicaliën ingezet worden. De markt voor chitine en chitosan wordt tegen 2018 geschat op 118.000 ton per jaar, en een insect bevat gemiddeld 5% chitine. Indien een economisch haalbare methode wordt ontwikkeld, bestaat er dus potentieel een zeer grote markt hiervoor.
NODIGE BELEIDSINSPANNINGEN? • Wetgeving: er wordt beoogd dat in 2017 het gebruik van insecten in voeding van pluimvee en varkens toegelaten wordt (is zo voor vis sedert 2014). Voor humane voeding evolueert wetgeving trager, maar gunstig. De wetgeving moet Europees aangepakt worden. Vanuit IPIFF worden de belangen van de insectenindustrie verdedigd. Vanuit Vlaanderen/België is een duidelijk pro-standpunt noodzakelijk. Minister Schauvliege heeft het belang van het onderzoek naar insecten al aangehaald en in april 2015 een insectenwerkgroep in de steigers gezet om alle onderzoek en kennis te bundelen. • Perceptie consumenten: het gebruik van insecten voor humane voeding wordt nog als ‘vreemd’ bekeken, maar ook hierin zit vooruitgang, mede dankzij het intensieve werk van de FAO hierrond.
Kennisvalorisatie // Fabrieken van de Toekomst // Strategisch clusterbeleid & slimme specialisaties
ECONOMISCHE MEERWAARDE VOOR DE KEMPEN?
46 //
PRIORITEIT 1
Logistiek
Watertrucks WAT? Duurzaam en flexibel goederenvervoer over kanalen door het gebruik van duwboten en duwbakken die goederen van verschillende aard gecombineerd en vlot afkoppelbaar kunnen verplaatsen.
WIE? • IOK Afvalbeheer is partner in een Europees project waarbij afvalvervoer over het water gebeurt.
[email protected]
WANNEER? 2014-2020 Watertruck+ project: project om watertruck in de markt te zetten en te investeren in de aankoop van duwbakken en duwboten zodat het voor bedrijven aantrekkelijk wordt om te participeren.
Watertrucks met duwbakken (bron: IOK)
ECONOMISCHE MEERWAARDE VOOR DE KEMPEN? • Betere multimodale ontsluiting, vlottere logistiek. Het IOK project heeft tot doel om 75.000 ton/jaar via kanaal te vervoeren. Op de Kempense kanalen is er volgens een berekening van het VIM een potentieel van 2 miljoen ton op jaarbasis. • Betere combinatie werk-privé voor de binnenschippers. • Ca. 4 nieuwe jobs
NODIGE BELEIDSINSPANNINGEN? Momenteel geen urgente vraag.
47 //
Logistiek Innovatie en Training Centrum
LITC
LITC is gevestigd op de Nike-site in Laakdal en staat voor Logistiek Innovatie- en Training Centrum en heeft drie doelstellingen: (1) een inspirerende ontmoetingsplaats zijn voor de logistieke sector, (2) een voortrekkersrol spelen in open innovatie in duurzame logistiek en (3) talent aantrekken naar logistieke opleidingen, bijscholingen en beroepen. De doelgroep van het LITC is breed: van scholieren die voor een studiekeuze staan over kenniscentra en overheden tot bedrijfsleiders in heel Vlaanderen en de EU.
WIE? • Vzw LIITC
[email protected] • KU Leuven • Thomas More hogeschool • Nike
WANNEER? Oprichting in 2012. In volle expansie.
ECONOMISCHE MEERWAARDE VOOR DE KEMPEN? • De logistieke sector is een belangrijke sector in de Kempen. Heel wat logistieke beroepen zijn knelpuntberoepen. Dankzij het LITC worden jongeren warm gemaakt voor de verschillende facetten van logistiek met de bedoeling hun interesse te wekken om in de logistieke sector te werken. • Het LITC ondersteunt en promoot nieuwe logistieke concepten zodanig dat Vlaanderen verder kan doorgroeien als logistieke draaischijf en koploper inzake duurzame en slimme logistiek.
NODIGE BELEIDSINSPANNINGEN? Voor minister Muyters: Steun EFRO-dossier (600.000 EUR + 300.000 EUR cofinanciering)
LITC in Laakdal
Kennisvalorisatie // Fabrieken van de Toekomst // Strategisch clusterbeleid & slimme specialisaties
WAT?
48 //
PRIORITEIT 1
Crossroads II WAT? Door grensoverschrijdende kennis en bedrijvigheid te clusteren en te richten op slimme toepassingen van opkomende technologieën, kan de maakindustrie in Vlaanderen en Zuid-Nederland zich krachtiger ontwikkelen en kan dit gebied zich als regio onderscheiden. Crossroads richt zich specifiek tot KMO’s in Vlaanderen12 en Zuid-Nederland, aangevuld met kennisinstellingen. De focus ligt op cross-sectorale en cross-technologische innovaties. Er wordt naar clusters van bedrijven en/ of kennisinstellingen gezocht die gezamenlijk een Crossroadssubsidie aanvragen. Het gaat om een subsidie van 20 tot 50% (afhankelijk van bedrijfsgrootte) met een maximum van 150.000 EUR. Er kunnen ook subsidies aangevraagd worden om haalbaarheidsstudies en proeftuinexperimenten13 uit te voeren.
WIE? • Innovatiecentrum Limburg en Antwerpen • KU Leuven, Universiteit Antwerpen, Hogeschool Zuyd, Avans Hogeschool • I-Cleantech Vlaanderen • BOM (Brabantse Ontwikkelingsmaatschappij) • LIOF Industriebank • Economisch Impuls Zeeland • Kamer van Koophandel NL
WANNEER? Crossroads II (Interreg V) zal lopen van 1 september 2015 tot 31 augustus 2020 bij finale goedkeuring.
ECONOMISCHE MEERWAARDE VOOR DE KEMPEN? Kempense bedrijven kunnen intekenen op de subsidies en steun verkrijgen om vernieuwende diensten en producten te ontwikkelen. Het Innovatiecentrum voorziet hierin begeleiding.
NODIGE BELEIDSINSPANNINGEN? Cofinanciering door provincies Limburg en Antwerpen (deputé Caluwé) en de Vlaamse overheid, minister Muyters.
12 Met uitzondering van Halle-Vilvoorde en Westhoek. 13 Projecten vanuit hogescholen/universiteiten in opdracht van bedrijven die gericht zijn op het vaststellen van een proof of concept van een product of aanverwante dienst dan wel het bouwen van een rudimentair werkend prototype.
49 //
De wijk van morgen Transitie naar een duurzame samenleving versnellen door cross-sectorale netwerking, informatieoverdracht en kruisbestuiving in en rond de bouwsector. Inspireren door goede voorbeelden naar de juiste partners te brengen en kennis en informatie te laten stromen tussen de stakeholders onderling. Een belangrijk focus ligt daarbij op cleantechtechnologie. De wijk van morgen bestaat uit meerdere deelprojecten: • • • • • • •
cleantechcafé architectencafé transitiecafé klimaatcafé klimaatscholen innovatieacademies opleidingen voor werknemers, werkzoekenden, studenten • digitaal infoloket
WIE? • Kamp C
[email protected] • IOK • Bouwunie • Confederatie bouw • Unizo • Thomas More • provincie Antwerpen • VDAB • ArTur • VITO • Innovatiecentrum • Voka
WANNEER? 2015-…
ECONOMISCHE MEERWAARDE VOOR DE KEMPEN? Huidige en toekomstige ondernemers, werknemers versterken en klaar maken voor de veranderde en toekomstige realiteit in de bouwsector.
NODIGE BELEIDSINSPANNINGEN? Momenteel geen vraag naar het beleid.
Kennisvalorisatie // Fabrieken van de Toekomst // Strategisch clusterbeleid & slimme specialisaties
WAT?
50 //
Kringwinkel Web – foto: Christophe Hermans
51 //
Prioriteit 2 Talentontwikkeling Jobcreatie De arbeidsmarkt mag geen bottleneck vormen voor de economische groei van de regio. Blijvend inzetten op het wegwerken van de mismatch tussen vraag en aanbod vormt een belangrijk en continu werkpunt. De Kempen kent een grote tewerkstelling in sectoren onder druk (klassieke industrie). Er zullen nog herstructureringen en sluitingen volgen. Van belang daarbij is dat er voldoende flexibele mogelijkheden zijn naar heroriëntering en opleiding. Ondanks de crisis neemt het aantal jobs in de regio toe, maar dan voornamelijk in de tertiaire en quartaire sector. Er is nood aan voldoende en gekwalificeerde arbeidskrachten die aansluiten op de gevraagde competenties vanuit het bedrijfsleven. Het bedrijfsleven staat voornamelijk te springen om technisch talent. De te verwachte instroom vanuit het onderwijs zal niet voldoende zijn om aan de vervangingsvraag als gevolg van de toekomstige uitstroom van 60+’ers uit de arbeidsmarkt te voldoen. Investeren in het ontdekken en ontwikkelen van talent is een must.
52 //
PRIORITEIT 2
Sociale investeringen
ten gunste van werkbaar werk WAT? Een bedrijf dat investeert in werkbaar werk, door bijvoorbeeld aangepaste werkposten, aangepaste functies, arbeidsinnovatie, … wordt voor deze investering fiscaal beloond.
WIE? • Netwerk ‘(G)Oud brengt op’
[email protected]
WANNEER? Zo spoedig mogelijk.
ECONOMISCHE MEERWAARDE VOOR DE KEMPEN? • Jobbehoud voor mensen doordat het werk werkbaar wordt. • Een grotere poel van talent waaruit kan aangeworven worden.
NODIGE BELEIDSINSPANNINGEN? De sociale partners werken in de Nationale Arbeidsraad of Groep van 10 aan een beleidsvoorstel. Vlaamse regering, ministers Muyters en Turtelboom, en de federale regering, ministers Peeters en Van Overtveld creëren fiscaal gunstregime voor sociale innovatie en investeringen in werkbaar werk.
Het ‘(G)oud brengt op’ project
53 //
Inhaalbeweging regionale zorgcapaciteit Inhaalbeweging maken in de Kempense zorgcapaciteit: • Ouderzorg: hogere realisatiegraad residentiële ouderenzorg • Kinderopvang: aantal plaatsen voorschoolse kinderopvang optrekken van 1 op 3 naar 1 op 2 plaatsen per nul- tot en met tweejarigen • Uitbreiding CGG Kempen • Oprichting ‘t Kader: residentiële opvang drugsverslaafden
WIE? • De Kempense zorgondernemers en de Vlaamse overheid. • Kempens Welzijnsplatform
[email protected]
• Kinderopvang16: ca. 360 nieuwe jobs • CCG Kempen: bijkomende tewerkstelling van 21,3 VTE. • Residentiële opvang drugverslaafden: 24,25 VTE
NODIGE BELEIDSINSPANNINGEN? Minister Vandeurzen, moet op zeer korte termijn een alternatief bieden voor het schrappen van VIPA middelen voor ouderenvoorzieningen. Minister Vandeurzen, moet bij de uitbreiding van de plaatsen voor kinderopvang van baby’s en peuters primair investeren in gebieden met een zorgachterstand.
WANNEER? Zo spoedig mogelijk.
ECONOMISCHE MEERWAARDE VOOR DE REGIO? • Ouderenzorg: 5 Kempense uitbreidingsdossiers staan op de wachtlijst voor VIPA14, deze zijn samen goed voor bijna 360 plaatsen, omgezet gaat het om ca. 230 nieuwe jobs15. 14 Antwoord minister Vandeurzen op parlementaire vraag 7/01/2015: WZC Witte Meren in Mol 120pl, 3 kortverblijf en 1 dagopvang; Huize De Sterrewijzer Olen 64 pl, 3 kortverblijf en 1 dagopvang; De Winde Laakdal 30 pl; Sint-Anne Herentals 1 dagopvang; OLV van de Kempen Ravels 130 pl en 5 kortverblijf. 15 Zorgnet Vlaanderen berekende op basis van de data van 20072010 dat voor 100 plaatsen 43,7 zorg VTE en 21 niet zorg VTE aan de slag zijn.
16 30 juni 2014: 37,04% van de baby’s en peuters heeft een opvangplaats, goed voor 5.204, bij 50% nood aan 1.820 extra opvang. 2/5 van de Kempense opvang gebeurt bij opvanggezinnen, die gemiddeld 4,6 kind per gezin hebben; 3/5 gebeurt in groepsopvang die gemiddeld 5,5 kind per kindbegeleider hebben => trekken we deze lijn door naar nieuwe kindopvangplaatsen dan is er bijkomende tewerkstelling voor ca. 160 onthaalouders en ca. 200 kindbegeleiders in groepsopvang.
Talentontwikkeling // Jobcreatie
WAT?
54 //
PRIORITEIT 2
Uitbreiding gevangenis Merksplas
WAT? De renovatie van de huidige gevangenis op de kolonie (plaats voor 670 gedetineerden) en bouw van een nieuwe gevangenis (plaats voor 440 gedetineerden).
WIE? • Regie der gebouwen, minister Jambon • Federale overheidsdienst justitie, minister Geens
WANNEER? Onduidelijk. Afhankelijk van de uitvoering van het Masterplan gevangenissen 2008-2012-2016.
ECONOMISCHE MEERWAARDE VOOR DE KEMPEN? Behoud van tewerkstelling voor personeel (480 VTE).
NODIGE BELEIDSINSPANNINGEN? Snelle uitvoering ‘Masterplan gevangenissen 2008-2012-2016’ door Regie der gebouwen, minister Jambon en federale overheidsdienst justitie, minister Geens.
55 //
Prioriteit 3 Randvoorwaarden Het kunnen aanbieden van voldoende bedrijventerreinen en bedrijfsgebouwen met een aangepaste ontsluiting, voldoende parkeerfaciliteiten, bereikbaarheid via openbaar vervoer of fiets is een absolute meerwaarde voor de economische ontwikkeling van de regio. Het is ook een belangrijke pull-factor in het aantrekken van nieuwe investeerders en (internationale) bedrijven naar de regio. De fiscale gunstmaatregelen in het kader van de erkenning van Kempen en Limburg als ontwrichte zone, maken onze regio interessant voor investeerders en versterken onze concurrentiekracht. Dit moet zorgen voor heel wat nieuwe tewerkstelling.
56 //
PRIORITEIT 3
Ontwikkeling bedrijventerreinen WAT? Ontwikkeling van nieuwe lokale en regionale bedrijventerreinen en inbreiding van bestaande bedrijventerreinen. SITUATIE BEGIN 2015
AARD VAN HET BEDRIJVENTERREIN
OPPERVLAKTE (IN HA) BRUTO
NOG BESCHIKBAAR
Regionaal Regionaal Lokaal en regionaal Regionaal Regionaal Lokaal
9,0 14,5 16,5 56,4 64,4 13,5
0,5 6,0 0,5 15,0 30,0 0,5
Kasterlee – Gierlebaan Geel – Liessel Hoogstraten – De Kluis Mol-Gompel Olen – Portaal Lammerdries Ravels - Weelde
Lokaal Regionaal Regionaal Lokaal en regionaal Regionaal Lokaal
10,0 35,0 55,0 7,0 6,0 5,0
6,0 30,0 40,0 6,0 5,0 3,5
Uitvoering goedgekeurde plannen Mol – Berkenbossen Oost en West Dessel – Stenehei 3* Geel – Hezeschrans Meerhout –Zeggeman 2 Geel – Kievermont* Geel-woonwerkpark*
Regionaal Regionaal Lokaal Lokaal Lokaal Regionaal + innovatiezone
48,0 10,3 12,0 1,0 16,0 53,0
24,1 9,0 5,0 1,0 12,0
Huidig aanbod Balen – Holven 3 Balen - Driehoek Laakdal - Langvoort Beerse – Beerse-Zuid Turnhout - Veedijk Arendonk - Hoge Mauw Realisatie voorzien in 2015-2016
57 //
• IOK
[email protected]
WANNEER? 2015- … Voor meer details zie bovenstaande tabel
ECONOMISCHE MEERWAARDE VOOR DE KEMPEN? Gemiddelde tewerkstelling van 25 werknemers per ha => 10.000 jobs.
NODIGE BELEIDSINSPANNINGEN? De ontwikkeling van de bedrijventerreinen met een * zijn afhankelijk van het PRUP regionale ontsluiting Geel dat vernietigd werd door de Raad van State en door de provincie Antwerpen opnieuw moet worden opgestart.
Randvoorwaarden
WIE?
58 //
PRIORITEIT 3
Campina WAT? Ontwikkeling van een innovatieregio in GeelMol door de creatie van een businesslink tussen vier performante Kempense kennispolen (VITO, SCK, Thomas More, NIRAS). Het project bestaat uit 13 deelprojecten: • Masterplan Balmatt-Electrabel site met nieuw hoofdkwartier voor VITO • Geothermiecentrale Balmatt • Innovatiepark Thomas More • Campusontwikkeling • Conglomerate of the future • Verbinding station Geel – Thomas More • Verbinding station Mol – SCK/VITO/NIRAS • Fietsostrade Balen-Mol-Geel-Herentals • Quartier Latin Geel • Toekomst ‘Atoomdorp’ • Wegontsluiting N18-N118 • Campinalink N19-N118 • cAt-project Dit project is één van de participatieve testcases voor de opmaak van het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen. Volgende prioritaire quick wins worden uitgewerkt: • een kader scheppen voor potentiële investeerders in geothermieprojecten in de Kempen • opstart van het traject Atoomdorp • verbreding en management traject (ondernemingsvriendelijke gemeente ‘Campina – op weg naar een innovatieregio).
WIE? • IOK
[email protected] • SCK-CEN • Thomas More • VITO • NIRAS • gemeenten Geel, Mol, Dessel en Retie • provincie Antwerpen
WANNEER? 2013-…
ECONOMISCHE MEERWAARDE VOOR DE KEMPEN? Jobbehoud en jobcreatie: 1.125 jobs door verankering en versterking van de kenniseconomie in de regio.
NODIGE BELEIDSINSPANNINGEN? • Opmaak PRUP regionale ontsluiting Geel door provincie Antwerpen. • Voldoende middelen voor nieuwbouw van VITO op de Balmattsite. • Juridische duidelijkheid over geothermie creëren. • Ontwikkeling van een gebiedsgerichte duurzaamheidsstandaard voor bedrijventerreinen. • Opmaak van PRUP Woon-Werkpark-Ossenbruul. • Versterken van de verbinding station Geel – Thomas Moresite voor openbaar vervoer en fiets. • Versterken van de verbinding station Mol – VITO/SCK/NIRAS voor openbaar vervoer en fiets. • Opmaak PRUP N18-N118 • Opmaak PRUP N19-N118
59 //
Masterplan 2020 Uitvoering geven aan het Masterplan 2020 ter verbetering van de mobiliteit rond Antwerpen. Voor de Kempen zijn volgende dossiers van belang: • optimalisering E313/E34 (knooppunt met ring van Antwerpen, verbreding E313 tot Lummen, wissel E34-E313) • verhogen bruggen Albertkanaal
WIE? • Vlaamse overheid, minister Weyts • BAM
WANNEER? 2017-…
ECONOMISCHE MEERWAARDE VOOR DE KEMPEN? Goede bereikbaarheid van Antwerpen voor de Kempense werknemers, goede bereikbaarheid van de Kempense bedrijven voor werknemers en leveranciers. Verdere uitbouw van de Kempen als hinterland van de Antwerpse haven. Daling van de vervoerskost over het water.
NODIGE BELEIDSINSPANNINGEN? E313/E34 • De Vlaamse overheid stelt een uitvoeringsgericht actieplan op voor de verbreding van de E313 naar 2x3 rijstroken tot in Lummen en aanpak van de wissel E313/E34 in Ranst. • Oosterweel: gefaseerde aanpak: start is voorzien in 2017 -- het begin van de tunnel op Linkeroever -- de tunnel onder de Schelde -- het Oosterweelknooppunt -- de tweede tunnel onder de dokken -- het complex aan het Sportpaleis/viaduct Merksem • Ontwikkelen van een oplossing voor het knooppunt E313-ring Antwerpen en de verbinding A102 (tunnel richting Breda E19) en R11bis – Krijgsbaan (tunnel richting Brussel E19) Verhogen bruggen Albertkanaal Geen urgente vragen, wel waakzaam zijn dat Infrabel constructief meewerkt en budgetten voorziet voor de spoorbrug in Herentals.
Randvoorwaarden
WAT?
60 //
PRIORITEIT 3
Betrouwbaar, klantgericht en comfortabel
spoorvervoer WAT?
WIE?
Het verbeteren van de kwaliteit, de klantgerichtheid en de verbindingen tussen Kempense stations en Antwerpen en Brussel. Hiervoor moeten volgende stappen gezet worden:
• NMBS • Infrabel
• een rechtstreekse verbinding tussen Mol en Brussel • een halfuurverbinding tussen Turnhout en Antwerpen • een halfuurverbinding tussen Turnhout en Brussel • elektrificatie van de spoorlijn Mol-Hasselt/ Neerpelt • gebruikmaken van betrouwbaar, comfortabel en voldoende materiaal • stipte verbindingen realiseren • verbetering van de stations en stationsomgevingen van Geel, Herentals, Mol en Turnhout • flankerende maatregelen voor IJzeren Rijn realiseren
Zo spoedig mogelijk.
WANNEER?
ECONOMISCHE MEERWAARDE VOOR DE REGIO? Goede spoorontsluiting zorgt ervoor dat Kempenaren vlot op hun job geraken, dat Kempense bedrijven vlot bereikbaar zijn voor hun medewerkers, en dat de Kempense wegen ontlast worden zodat ook dit de bereikbaarheid van de regio weer verhoogt.
NODIGE BELEIDSINSPANNINGEN? • Infrabel voorziet voldoende budget en een realistische timing voor de elektrificatie van de spoorlijn Mol-Neerpelt-Hamont (lijn 19). • De NMBS blijft investeren in landelijke regio’s en past zijn dienstregeling en materiaal aan. • NMBS en Infrabel blijven investeren in klantvriendelijke, veilige en nette stations en stationsomgevingen. • Infrabel gaat in dialoog met de regio en voorziet voldoende budget en een realistische timing voor de flankerende maatregelen van de IJzeren Rijn. Bevoegdheid van federaal minister Galant.
61 //
Duurzame mobiliteit
met respect voor groene open ruimte in de Noorderkempen Realiseren van alle acties die het resultaat zijn van de Mobiliteitsstudie Noorderkempen zoals overeengekomen door de gemeenten Arendonk, Baarle-Hertog, Beerse, Hoogstraten, Merksplas, Oud-Turnhout, Ravels, Rijkevorsel, Turnhout en Vosselaar. Waaronder: • ARO-project: onderzoek naar valorisatiepotentieel open ruimte in Arendonk, Ravels en Oud-Turnhout • Visievorming over kanaal Dessel-Schoten • Opmaak planMER N14 Malle, Rijkevorsel, Hoogstraten • Opmaak masterplan Turnhout Zuid/Veedijk • Actualisatie streefbeeld R 13 • Opmaak RUP LOC Beerse • PRUP omleidingsweg Baarle & planMER • Corridorstudie Antwerpen-Turnhout • Haalbaarheidsonderzoek ontsluiting Beerse Oost • Opmaak en realisatie fietsplan
WIE? • Agentschap Wegen en Verkeer • Vlaams departement ruimtelijke ontwikkeling, woonbeleid en onroerend erfgoed • Provincie Antwerpen
[email protected] • Gemeenten Arendonk, Baarle-Hertog, Beerse, Hoogstraten, Merksplas, Oud-Turnhout, Ravels, Rijkevorsel, Turnhout en Vosselaar
WANNEER? 2015 - …
ECONOMISCHE MEERWAARDE VOOR DE KEMPEN? Vlottere logistiek, betere mobiliteit, leefbare handelskernen.
NODIGE BELEIDSINSPANNINGEN? • Opwaarderen N14 als secundaire weg type II – Vlaams minister Weyts • Aanpassen wegencategorisering N153 als secundaire weg type II – Vlaams minister Weyts • Opmaak RUP ROC-Beerse – Vlaams minister Weyts • PRUP omleidingsweg Baarle & PlanMER – provincie Antwerpen, deputé Lemmens
Randvoorwaarden
WAT?
62 //
PRIORITEIT 3
GTI –
Geïntegreerde territoriale investeringen Kempen WAT? Voor de programmaperiode 2014-2020 introduceerde de Europese Commissie het concept ‘Geïntegreerde Territoriale Investeringen’ (GTI’s). Binnen een GTI kunnen lidstaten een specifieke geïntegreerde strategie voor een bepaald gebied ontwikkelen en hiervoor middelen bundelen uit verschillende assen, operationele programma’s en fondsen. Concreet is het een regionaal budget van EFRO en ESF waarmee de regio Kempen de Kempense economie kan transformeren en versterken naar de toekomst. • EFRO: €9.500.000 – Voor projecten m.b.t. onderzoek, technologische ontwikkeling en innovatie; projecten die concurrentie vermogen van KMO’s versterken en/of projecten die de overgang naar een koolstofarme economie ondersteunen. • ESF: €338.114,44 – Voor projecten in de centrumstad Turnhout die de toegang tot werk van werkzoekenden of niet-actieven ondersteunen; projecten die de duurzame integratie van jongeren op de arbeidsmarkt bevorderen en/of projecten die gelijke kansen en actieve participatie versterken en inzetbaarheid verbeteren.
WIE? • Diverse projectpromotoren en partners
WANNEER? 2015-2020
ECONOMISCHE MEERWAARDE VOOR DE KEMPEN? Het GTI biedt extra mogelijkheid om projecten te realiseren die de Kempense economie en tewerkstelling naar de toekomst kunnen versterken.
NODIGE BELEIDSINSPANNINGEN Duidelijkheid bieden hoe er kan ingetekend worden op deze middelen. Aan de Vlaamse en provinciale overheid wordt gevraagd om voldoende middelen als cofinanciering te voorzien.
63 //
Erkenning regio Kempen als ontwrichte zone Randvoorwaarden
WAT?
WIE?
Maatregel om tewerkstellingsgroei in economische gebieden in moeilijkheden te ondersteunen door loonkostvermindering. Bedrijven kunnen gedurende twee jaar 25% van de bedrijfsvoorheffing voor nieuwe arbeidsplaatsen zelf behouden. Dit wanneer het bedrijf voldoet aan volgende voorwaarden:
• Vlaamse en federale overheid • Agentschap Ondernemen
[email protected]
• KMO: iedere extra arbeidsplaats (in VTE) die na een investering wordt gecreëerd en die gedurende 36 maanden wordt aangehouden. • Grote onderneming: gelegen in de gemeente Mol, Balen of Dessel (regionale steunzone) én de tewerkstelling het gevolg is van een nieuwe vestiging of een nieuwe activiteit. Bovendien moet de tewerkstelling 5 jaar aanhouden. (Voor grote ondernemingen zijn bepaalde sectoren uitgesloten: ijzer- en staalindustrie, kolenindustrie, scheepsbouw, synthetische vezelindustrie, vervoersector, energieproductie, -distributie
ECONOMISCHE MEERWAARDE VOOR DE KEMPEN?
en -infrastructuur.)
WANNEER? mei 2015 - april 2021
De steunmaatregel biedt een extra incentive aan bedrijven om te investeren in tewerkstelling in de Kempen.
NODIGE BELEIDSINSPANNINGEN Momenteel geen verdere beleidsinspanningen nodig.
64 //
Prioriteit 4 Bestuurskracht Voor de uitvoering van DYNAK is governance een belangrijk aandachtspunt. Bestuurskracht betekent in dit verband zowel de samenwerking tussen bedrijven, kennisinstellingen en overheden (triple helix) als ook de samenwerking tussen verschillende regio’s en de samenwerking tussen hogere en lagere overheden. Het bedrijfsleven en de sociale partners hebben een sleutelrol en elke geleding neemt verantwoordelijkheid voor haar eigen domein.
65 //
Sterk streekoverleg WAT? Vlaamse ondersteuning voor de professionele organisatie en uitvoering van sociaaleconomisch streekontwikkelingsbeleid door sociale partners en lokale besturen.
WIE? • Vlaamse regering, minister Muyters
WANNEER? 2015-…
ECONOMISCHE MEERWAARDE VOOR DE KEMPEN? Samenwerkingswinsten, efficiëntiewinsten door stroomlijning van transformatieprojecten en investeringen, draagvlakversterking.
NODIGE BELEIDSINSPANNINGEN? Vlaamse regering voorziet duurzame financiële ondersteuning en werkt actief mee aan de regionale organisatie van het sociaaleconomisch streekontwikkelingsbeleid.
66 //
Verwachte jobcreatie DYNAKproject
Verwachtte jobcreatiebinnen 3 jaar
Verwachte jobcreatie binnen 5 tot 10 jaar
SME-bridge/Innovatiepark
50
500
VITO (bouw, dotatie)
200
200
MYRRHA
200
2.000
Open Manufacturing Campus
50
800
Diepe geothermie
500
1.100
WaterstofNET
Geen gegevens
Geen gegevens
Janssen Lab Flanders
100
100-300
To Walk Again postrevalidatiecentrum
10
(indirect tot 100)
LiCalab
50
50
Sunbuilt
5
10
Bioraf
5
15-20
Insectenkweekpilootinstallatie
10
100
Watertrucks
4
LITC
Indirecte impact (behoud tewerkstelling)
Indirecte impact (behoud tewerkstelling)
Crossroads II
1-10
10 (afhankelijk van start-ups)
Wijk van Morgen
Indirecte impact (behoud tewerkstelling)
Indirecte impact (behoud tewerkstelling)
Inhaalbeweging zorg
635
Gevangenis Merksplas
Behoud tewerkstelling
Greenfields/bedrijventerreinen
500
500
Ontwrichte zone
?
?
TOTAAL:
3.388
5.575
67 //
Afgelegd traject DYNAK is niet van vandaag op morgen ontstaan. In 2013 hebben de RESOC partners, i.e. sociale partners en lokale besturen, samen een “urgentieoproep aan de Vlaamse regering” gelanceerd. Deze oproep bestond uit een 10-puntenplan om de economie in de Kempen op korte en lange termijn aan te zwengelen. Dit vanuit een “sense of urgency” dat het in de Kempen niet vijf voor twaalf, maar wel halfeen was op economisch vlak. De regio werd hard getroffen door een reeks van sluitingen, herstructureringen en faillissementen. Philips, IJsboerke, Plastic Omnium… ondertussen kunnen ook Heinz, Henrad, McCain, Proost … toegevoegd worden aan deze lijst, naast vele kleinere ondernemingen die onder de radar blijven. Het 10-puntenplan bestond uit twee sporen voor slimme investeringen in de regio. In een eerste spoor werden 10 slimme investeringen voorgesteld op het gebied van innovatie,
mobiliteit, ruimte om te ondernemen en regionale ontwikkeling. Indien de Vlaamse overheid de nodige stappen zou zetten, zouden deze investeringen kunnen leiden tot 2.000 nieuwe jobs. Het tweede spoor richtte zich op de opmaak van roadmaps (stappenplannen) voor een versnelde transformatie van de Kempense economie: bestaande industriële activiteit vernieuwen en nieuwe industriële activiteiten ontwikkelen, waarin ook een grote rol weggelegd is voor KMO’s in het opvangen van het verlies van jobs in de industrie. De regio moet namelijk meer dan gemiddeld inzetten op deze transformatiebeweging, gezien het historisch hogere aandeel maakindustrie (27, 4% in de Kempen t.a.v. 19,6% in Vlaanderen). Toenmalige Vlaamse minister-president en minister van economie Kris Peeters ging over tot realisatie van een aantal van de actiepunten in het 10-puntenplan (goedkeuring LiCalab, beslissingen inzake de ontwikkeling van bedrijventerreinen in Kasterlee, Geel en Dessel, alsook versnelling van de brownfieldconvenant voor Balen-Wezel). Daarnaast maakte hij middelen vrij om de Kempense slimme specialisaties
68 //
in beeld te brengen, vertrekkende van de regionale sterkten en het economisch ontwikkelingspotentieel. Dit onder de noemer van het Dynamisch Actieplan Kempen (DYNAK). In de periode januari–mei 2014 werd door Idea Consult de DYNAK studie uitgevoerd waarin twee onderzoeksvragen centraal stonden: • Welke nieuwe waardenketens en clusters kunnen de Kempen een sterke basis geven voor toekomstige groei en jobs? • En hoe kunnen de Vlaamse en Europese beleidskaders en bijhorende subsidieprogramma’s hierin ondersteuning bieden?
Slimme specialisatie
Een slimme specialisatie wordt van onderaf opgebouwd door onder meer bedrijven, onderzoekscentra en universiteiten in een ‘ondernemend proces’ te betrekken. Bedoeling is om de meest beloftevolle gebieden voor specialisatie van een regio vast te stellen, rekening houdend met de regionale innovatiecapaciteit en zwakke punten die innovatie en groei mogelijk in de weg staan. Activiteiten met een hoge toegevoegde waarde die de grootste kans hebben om het concurrentievermogen van een regio te versterken worden geïdentificeerd, eerder dan bepaalde sectoren of industrieën.
In de Kempen werden in de DYNAK-studie vijf Kempense slimme specialisatieterreinen geïdentificeerd: • Duurzame energie – geothermie • Nucleaire technologie • Productie van biogebaseerde grondstoffen • Innovatieve binnenvaart • Duurzame zorgtechnologie en concepten
Deze niches zijn uniek en onderscheidend omwille van de specifieke setting in de Kempen en dus minder snel te kopiëren naar andere regio’s. Ze sluiten nauw aan bij de bestaande lokale en regionaal-economische structuur en de aanwezige technologische, industriële en andere expertise. Voor elk van de vijf niches werden projectfiches uitgewerkt in de DYNAK-studie. Deze projecten zullen de komende jaren gerealiseerd worden met middelen vanuit het EU Horizon 2020 programma, EFRO Vlaanderen 2014-2020, Interreg 2014-2020 of andere fondsen. In de bovenstaande fiches vindt u deze slimme specialisatieprojecten meer gedetailleerd terug.
69 //
Streekpact 2013-2018
Het 10-puntenplan en de DYNAK-studie die eruit voortvloeide, geven uitvoering aan de doelstellingen die in het Streekpact 20132018 zijn geformuleerd. Het Streekpact is de globale visie en actieprogramma voor de sociaaleconomische ontwikkeling in de regio de komende jaren. Het omvat vijf speerpunten: • Ondernemen, innoveren & internationaliseren • Leren en werken • Mobiliteit & ruimte om te ondernemen • Welzijn en zorg • Groen & duurzaam
DYNAK geeft hoofdzakelijk invulling aan de doelstellingen binnen het speerpunt “Ondernemen, innoveren en internationaliseren”. Daarin worden de ambities en doelstellingen omschreven om de Kempen te laten doorbreken als kenniseconomie, aantrekkelijk voor investeerders op lokaal, regionaal en internationaal niveau en met duurzame tewerkstellingskansen voor hoog- en kortgeschoold talent.
70 //
DYNAK 2.0: VAN SLIMME SPECIALISATIES NAAR EEN ECONOMISCH IMPULSPROGRAMMA Opdat een slimme specialisatieprogramma haar volle uitwerking kan hebben, is er een goed functionerend regionaal ecosysteem nodig. Dit is opgebouwd uit verschillende componenten, zoals: • Kennis en R&D infrastructuur (kenniscentra, onderzoeks- en onderwijscentra) • Ondernemerschap (KMO’s, rolmodelbedrijven, starters) • Ondersteunende bedrijfsinfrastructuur (bedrijfshuisvesting, wetenschapsparken, incubatoren) • Financieringsmogelijkheden • Bestuur en strategie (specialisatiestrategie, regionale prioriteit) • Omgevingskwaliteit (bereikbaarheid, niveau van sociale dienstverlening, openheid/connectiviteit, milieukwaliteit)
De slimme specialisatieprojecten uit de DYNAK-studie zullen eerder op de lange termijn leiden tot economische groei en tewerkstelling. Daarom de keuze om DYNAK aan te vullen met projecten en acties die op de korte termijn (2 tot 5 jaar) impulsen geven aan de regionale economie. Deze projecten en acties zijn geselecteerd uit het Streekpact, het 10-puntenplan en memoranda die RESOC geschreven heeft voor de huidige Vlaamse en federale regering. Zij dragen bij aan de versterking van het regionaal ecosysteem en zijn te situeren in de verschillende componenten zoals hierboven vernoemd. Vanuit dat opzicht zijn het echte hefboomprojecten, die zowel op korte als lange termijn bijdragen aan de welvaart en welzijn van onze regio.
71 //
Socio-economische kengetallen BEVOLKINGSEVOLUTIE/ VERGRIJZING IN DE KEMPEN In 2014 telt de Kempen 447.046 inwoners (dit is 7% van Vlaanderen). Tegen 2030 zullen dit er 469.474 zijn, dit is 5% meer dan nu. In dezelfde periode zal de bevolking in Vlaanderen maar met 3,6% groeien. 18% van de bevolking is vandaag 65+ in de Kempen. In Vlaanderen is dit 18,2%. In 2030 zal het respectievelijk 24,2% en 23,8% zijn. De Kempen vergrijst dus iets sneller. Vandaag is 4,8% van de Kempenaren 80+; in Vlaanderen is dit 5,6%. In 2030 zal het respectievelijk 6,8% en 7,1% zijn. Ook de verzilvering zal sneller gaan in de Kempen (in absolute getallen is er een evolutie van 25.000 naar 40.000). Dit is tekenend voor de zorguitdaging. De afhankelijksratio (verhouding tussen jongeren en ouderen t.o.v. beroepsactieve leeftijd) bedraagt in de Kempen vandaag 64,1% (in Vlaanderen 68,8%). In 2030 zal dit 79,3% en 81,9% zijn. De afhankelijkheidsgraad is dus iets gunstiger in de Kempen dan in Vlaanderen.
ARBEIDSMARKT IN DE KEMPEN De werkzaamheidsgraad in de Kempen bedroeg in 2013 72,3% (in Vlaanderen 66,1%). In 2003 was dit respectievelijk 68,6% en 68,8%. In 2008, het jaar voor de crisis: 72,2% en 71%. De crisis is vrij goed doorstaan in de Kempen. De Kempen zijn dus werkzamer geworden dan Vlaanderen. In 2014 bedraagt de werkloosheidsgraad in de Kempen 7,7%; in Vlaanderen 7,87%. In 2003 was dit respectievelijk 7,4% en 7,7%. In 2008 het jaar voor de crisis: 5,8% en 5,9%. De werkloosheid is toegenomen sinds de crisis, maar blijft onder het Vlaams gemiddelde. In 2014 bedraagt de jeugdwerkloosheid in de Kempen 20,2%; in Vlaanderen 20,7%. In 2003 was dit respectievelijk 15,7% en 18,2%. In 2008 het jaar voor de crisis: 9,6% en 11,3%. De jeugdwerkloosheid is sterk toegenomen sinds de crisis.
ONDERNEMERSCHAP IN DE KEMPEN In 2013 waren er 32.263 ondernemingen in de Kempen. In 2003 maar 25.150. Dit is een groei met 28,3%. Dit is de sterkste groei van alle RESOC’s. In Vlaanderen bedroeg de groei maar 21,3%. Ook ten opzichte van het pre-crisisjaar 2008 is er een mooie groei: toen waren er 28.862 bedrijven. Het aandeel ondernemingen in de Kempen op totaal in Vlaanderen stijgt van 6,3% naar 6,7% In 2012 waren er in de Kempen 2.107 starters. Dit is
72 //
6,9% van alle starters in Vlaanderen. In 2003 waren er in de Kempen 1.298 starters; dat was 6,7% van het totaal. In aantal is er een stijging van 51%. De Kempen zijn dus ondernemender geworden. In 2013 waren er in de Kempen 463 faillissementen. Dit was 8,1% van het totaal in Vlaanderen. In 2008 telde de Kempen 317 falingen of 7,4% van het totaal in Vlaanderen. De belangrijkste sector in de Kempen qua bruto toegevoegde waarde is de industrie met 27,4%; terwijl dit in Vlaanderen maar 19,6% is. Ook de landbouw is in de Kempen sterker (1,3%) dan in Vlaanderen (0,7%). In 2003 was de industrie echter nog goed voor 36,2% van de bruto toegevoegde waarde en de landbouw 2,1%. De Kempen is dus een streek bij uitstek voor het NIB.
COMPETITIVITEIT De arbeidsproductiviteit voor 2012 bedraagt in de Kempen 82.446, dit is iets boven Vlaams cijfer van 82.184. Er is een toename met 26,7% t.o.v. 2000; toch stijgt de productiviteit in de Kempen minder snel dan in Vlaanderen (+ 34,5%). Qua loonkost per eenheid product komt de Kempen op een verhouding 0,57 in 2011; in Vlaanderen is dit ongeveer het zelfde 0,56. Dit is dezelfde verhouding dan in 2003. De investeringsratio in 2011 bedraagt 23,2%. Dit is lager dan in het pre-crisisjaar 2008 (25,1%) maar hoger dan in 2003 (20%). De investeringen liggen vandaag boven Vlaams niveau terwijl dit in 2003 er onder was.
73 //
LIJST VAN AFKORTINGEN
AZ BAM BR2 DHC+ DYNAK EERA JPs EFRO EGEC EPB EU FAO FFEU
FISCH FIT GTI H.I. Kempen IMEC IOK IPIFF IRENA IWT KIR
Algemeen ziekenhuis Beheersmaatschappij Antwerpen Mobiel Belgian reactor 2 District heating and cooling + technology platform Dynamisch actieplan Kempen European energy research alliance joint programmes Europees fonds voor regionale ontwikkeling European geothermal energy council Energie prestatiebewijs Europese unie Food and agricultural organization (VN) Financieringsfonds voor schuldafbouw en eenmalige investeringsuitgaven Flanders innovation hun for sustainable chemistry Flanders investment and trade Geïntegreerde territoriale investeringen Hoger instituut Kempen Interuniversitair micro electronica centrum Intercommunale ontwikkelingsmaatschappij Kempen International platform of insects for food and feed International renewable energy agency Vlaams agentschap voor innovatie, wetenschap en technologie Kempense innovatieraad
KMO KUL LiCalab LITC LNE MKB MYRRHA NIB NIRAS OMC PRUP RESOC RIZIV SCK.CEN SEL SME SMR SOC SPK VIM VIPA
VITO VLAREM WKK
Kleine en middelgrote onderneming Katholieke universiteit Leuven Living and care lab Logistiek innovatie en training centrum Vlaams departement leefmilieu, natuur en energie Midden en klein bedrijf (KMO) Multi-purpose hybrid research reactor for high-tech applications Nieuw industrieel beleid Nationale instelling voor radioactief afval en splijtstoffen Open manufacturing campus Provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan Regionaal sociaal-economisch overlegcomité Rijksdienst voor ziekte en invaliditeitsverzekering Studiecentrum voor kernenergie Samenwerkingsverband eerstelijnsgezondheidzorg Small, medium enterprise (KMO) Small modular reactor Strategisch onderzoekscentrum Strategische projectenorganisatie Kempen Vlaams instituut voor mobiliteit Vlaams infrastructuurfonds voor persoonsgebonden aangelegenheden Vlaams instelling voor technologisch onderzoek Vlaams reglement betreffende milieuvergunning Warmtekrachtkoppeling
Redactie: Dominique Van Dijck en Kim Nevelsteen Foto’s: Christophe Hermans, Dimitri Janssens, IOK, SCK-CEN, RESOC Kempen Vorm: Brand-ink.be Publicatiedatum: juni 2015
VU: Michel Meeus, RESOC Kempen, Antwerpseweg 1a, bus 2, 2440 Geel