Investeren in de kwaliteit van VVE. Optimale ontwikkelingskansen voor het jonge kind

Investeren in de kwaliteit van VVE Optimale ontwikkelingskansen voor het jonge kind

Inhoudsopgave Inleiding

3

Hoofdstuk 1: Het verbeterplan VVE

5

Hoofdstuk 2: Format verbeterplan VVE

9

Hoofdstuk 3: Format voor de deelplannen

11

Bijlage: namenlijst Educatief ondersteuners en VVE coördinatoren

23

2

Investeren in de kwaliteit van VVE in Nijmegen Voor jullie ligt het format Verbeterplan VVE voor de periode 2013 -2015. VVE staat voor de vooren vroegschoolse Educatie. Dit verbeterplan wordt voor iedere VVE locatie in Nijmegen opgesteld door de Educatief Ondersteuners van KION / KINOP en de VVE coördinatoren van Stichting Sint Joseph Scholen / Conexus. Het doel is het behalen van de gestelde kwaliteitsdoelen voor VVE. Aan de hand van het Toezichtskader VVE van de Inspectie van het Onderwijs onderscheiden we de volgende onderdelen: Condities voor VVE (integraal VVE-programma, voldoende VVE tijd, kwaliteit beroepskrachten) Ouders De kwaliteit van de uitvoering van VVE Ontwikkeling, begeleiding en zorg Kwaliteitszorg binnen de vooren vroegschool Doorgaande lijn Opbrengsten van VVE Het verbeterplan op de VVE locatie voor één schooljaar is een gezamenlijk product van de vooren vroegschool en dient als werken verantwoordingsdocument. Aan het eind van ieder schooljaar wordt het verbeterplan geëvalueerd. De verbeterplannen VVE worden door de projectleiders vanuit de vooren vroegschool gemonitord. Dit houdt in dat de projectleiders weten waar iedere VVE locatie mee bezig is en dat de locaties hierbij ondersteuning kunnen vragen en mogen verwachten van de projectleiders.

Wij wensen jullie veel succes bij het opstellen en uitvoering geven aan de verbeterplannen! Annemiek Elsing [email protected] Projectleider namens Conexus en St. Sint Josephscholen Astrid Snelder [email protected] Projectleider namens KINOP Monique Vos [email protected] Projectleider namens KION

3

4

Hoofdstuk 1 Het verbeterplan VVE 1.1.

Inleiding

In de gemeente Nijmegen willen we elk kind een succesvolle schoolloopbaan laten doorlopen, passend bij de capaciteiten van het kind. De Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) heeft als doel om onderwijsachterstanden bij jonge kinderen te voorkomen en waar nodig effectief te bestrijden. De voorschoolse educatie is gericht op peuters van 2 1/2 tot 4 jaar en vindt plaats in de peutergroepen. Aansluitend is er een doorgaande lijn naar de voorschoolse educatie voor kleuters van 4 tot en met 6 jaar in groep 1 en 2 van het basisonderwijs.

1.2.

Uitgangspunten van het verbeterplan VVE

Algemeen Het Verbeterplan VVE wordt voor iedere VVE locatie in Nijmegen opgesteld. Het Verbeterplan moet beknopt zijn en het voorstel is om het te laten bestaan uit een aantal deelplannen, die volgens het in hoofdstuk 3 aangereikte format worden opgesteld. Niet alle deelplannen zijn direct verplicht om te maken! We gaan uit van minimaal twee deelplannen per schooljaar afhankelijk van de eigen en gezamenlijke VVE kwaliteitsanalyse. De kwaliteitsanalyse op basis van het rapport van de Inspectie van het Onderwijs, het GGD rapport (voor de voorschool) en de eigen analyse vormt een basis voor het Verbeterplan. Het verbeterplan moet aan de kwaliteitscriteria van de Inspectie van het Onderwijs voldoen. Bij het opstellen van het verbeterplan VVE staan de volgende uitgangspunten centraal: Het kwaliteitskader van de Inspectie van het Onderwijs is leidend voor het opstellen van het verbeterplan VVE per locatie. Het verbeterplan op de VVE locatie voor één schooljaar is een gezamenlijk product van de vooren vroegschool en dient als werken verantwoordingsdocument. Aan het eind van ieder schooljaar wordt het verbeterplan geëvalueerd. Per schooljaar worden er in ieder geval twee onderdelen van het verbeterplan per vooren vroegschool uitgewerkt. Een van de onderdelen voor 2013-2014 is het implementeren van AKIB (Alle Kinderen In Beeld). De deelplannen zijn onderdeel van het grotere plan om te voldoen aan alle onderdelen van het toetsingskader van de Onderwijs Inspectie. De verbeterplannen VVE worden door de projectleiders vanuit de vooren vroegschool gemonitord. Dit houdt in dat de projectleiders weten waar iedere VVE locatie mee bezig is en dat de locaties hierbij ondersteuning kunnen vragen en mogen verwachten van de projectleiders.

5

Bij de evaluatie van de verbeterplannen wordt ook ingezoomd op verantwoordelijkheidsverdeling; op vormen en structuur van overleg, op besluitvorming VVE en op afstemming tussen vooren vroegschool. Ook aan de rol van de directie van de basisschool en de rol van het management van de voorschool wordt aandacht besteed. Iedere organisatie die verantwoordelijk is voor VVE organiseert haar eigen professionalisering ten aanzien van VVE. Het is ook mogelijk om gezamenlijke professionalisering te organiseren/volgen.

1.3.

De VVE locaties in Nijmegen

In Nijmegen hebben we te maken met 16 VVE locaties: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.

KINOP Paradijs/ KINOP Kasteel - Klumpert/Vossenburcht (Conexus) Notedop (KION) –Octaaf (Stichting. Sint Joseph Scholen) Waterlelie (KION) –Aquamarijn (Conexus) Sloepje (KION) –Zonnewende (Conexus) Verrekijker (KION)- Wingerd, Montessori Lindenholt (Conexus) Wolfjes(KION)-Wieken (Stichting. Sint Joseph Scholen) De Willem(KION) –Kleurrijk (Stichting Sint Joseph Scholen) Grootstal-Kleine Wereld (Stichting Sint Joseph Scholen Draaitol- KDV Samsam(KION) -Nutsschool Lankforst, Montessori Dukenburg (Conexus) 10. Wigwam (KION)-Michiel de Ruyterschool (Conexus) 11. Duikelaar (KION-Dukendonck (Conexus) 12. Meibloem(KION) –Meiboom (Conexus) 13. Bellenboom (KION)-Aldenhove (Conexus) 14. Pino(KION) - Bloemberg /Lindenhoeve (Conexus) 15. De Prins (KION) – Prins Maurits (Conexus) 16. Goffertrakkertjes (KINOP) – NSV II / Zonnewende (Conexus) Vanuit KINOP zijn er 2 Educatief Ondersteuners op de KINOP locaties werkzaam voor VVE. Vanuit KION zijn er 9 Educatief Ondersteuners. De Stichting Sint Joseph Scholen heeft 4 VVE coördinatoren en bij Conexus zijn 17 coördinatoren verantwoordelijk voor VVE.

1.4.

Inzet, kerncompetenties, taken en rollen van de Educatief Ondersteuners en de VVE Coördinatoren

De inzet: • KINOP/KION: 4 uur coördinatie: schrijven VVE plan, overleg en afstemming, verantwoording, inhoudelijke bijeenkomsten. 8 uur uitvoerend op de eigen groepen (met kinderen uit de vooren vroegschool).

6

• Basisonderwijs: 1 dag per week (52 weken  7,6 uur) op jaarbasis 395 uur 4 uur coördinatie: schrijven VVE plan, overleg en afstemming, verantwoording, inhoudelijke bijeenkomsten, deskundigheidsbevordering. 4 uur uitvoerend op de groep (met kinderen uit de vooren vroegschool).

Kerncompetenties: • Kennis van beredeneerd aanbod/ VVE programma’s, het werken met een kindvolgsysteem, opbrengstgericht werken. • Zicht op de bredere setting van ketenpartners en hulpverleners. • Coachingsvaardigheden. • De capaciteiten en ambities om verander- en verbeterprocessen in gang te zetten en een voorbeeldrol te vervullen. • Sociale en communicatieve vaardigheden. • Reflecterend vermogen.

Taken en rollen: 1. Samen met de collega’s de locatie specifieke VVE deelplannen opstellen. 2. Uitvoering geven aan de VVE-verbeterplannen: • Verbeteren van de kwaliteit van de uitvoering van VVE. • Verbeteren van het aanbod aan leerstof en ontwikkelingsinhouden. • Het verhogen van de kwaliteit van de doorgaande lijn. • Mede uitvoering geven aan Alle kinderen in beeld: de (warme) overdracht van kindinformatie. • Het samenwerken bij het opstellen en uitvoering geven aan het ouderbeleid. • Het ontwikkelen en afstemmen van vernieuwingen t.a.v. het opbrengstgericht werken.

7

8

Hoofdstuk 2

Format Verbeterplan VVE

De onderwerpen van de verschillende deelplannen staan hieronder vermeld. 1. De kwaliteit van de uitvoering van VVE: Pedagogisch – didactisch handelen Om inzicht te krijgen in het pedagogisch-didactisch handelen van de pedagogisch medewerker en de leerkracht in groep 1/2 zijn kijkwijzers ontwikkeld, die ingezet kunnen worden op de VVE locaties. Alle afzonderlijke organisaties maken zelf de keuze welke kijkwijzer zij gebruiken. Het doel van een kijkwijzer is om inzicht te krijgen in de competenties van de pedagogisch medewerkers en leerkrachten en/of de pedagogische kwaliteiten van de groep. Het instrument wordt ingezet om een analyse te maken en het ontwikkelperspectief van de locaties vast te stellen. Het instrument kan ook ingezet worden om te focussen op een ontwikkelpunt van de vooren vroegschool. De uitkomsten van de groepsobservaties vormen een belangrijke basis voor dit deelplan. 2. Aanbod aan leerstof en ontwikkelingsinhouden Bij dit aspect gaat het over de afstemming van het VVE aanbod van de vooren vroegschool. KION werkt met de VVE methode Uk en Puk en Piramide en KINOP werkt met de VVE methode Kaleidoscoop. Scholen werken met diverse methoden zoals Schatkist, Kleuterplein, Piramide en aanvullend met onderdelen uit andere methoden/methodieken om een beredeneerd aanbod voor VVE aan te bieden. Het gaat om de cyclus van beredeneerd aanbod, het plannen van een gevarieerd en gedifferentieerd aanbod (verwoord in dag- en weekplanning en gebaseerd op systematisch volgen), verantwoorden van het aanbod door middel van observeren en evalueren met het oog op een vervolgplanning op de eigen VVE locatie. Ook de planning en registratie zijn bij dit aspect betrokken. Er wordt ook gekeken naar een doorgaande lijn in het aanbod in verband met de ononderbroken ontwikkeling van de kinderen. Hoe stemmen de vooren vroegschool het aanbod aan leerstof met elkaar af en zijn zij op de hoogte van elkaars aanbod en ontwikkelingsinhouden? Welke onderdelen van de thema’s worden in gezamenlijkheid uitgevoerd en op elkaar afgestemd? 3. Zorg en begeleiding Bij dit aspect wordt gekeken naar de wijze waarop de zorg en begeleiding in de vooren vroegschool zijn georganiseerd. Is er sprake van een structurele zorg in de organisatie? Zijn er functionele vormen van overdracht? Wordt er gebruik gemaakt van genormeerde instrumenten? En worden die instrumenten valide afgenomen? Is er betekenisvolle zorg voor de ononderbroken ontwikkeling van (individuele) kinderen. Ook worden de vroegsignalering in relatie tot kennis en ervaring van de betreffende pedagogisch medewerkers en leerkracht bekeken; het systematisch vaststellen van hulpvragen en het vaststellen van ontwikkelingsdoelen en leerlijnen. Ook wordt de samenwerking tussen de zorgcoördinatoren en de intern begeleiders bij dit aspect betrokken.

9

4.Ouders Onderwerpen die hier aan bod komen: inzicht in ouder(populatie), didactisch partnerschap (met focus op de ontwikkelingsondersteunende rol van ouders: ouders medeverantwoordelijk voor de schoolontwikkeling), ouderparticipatie, oudercommunicatie, doorgaande lijn in ouderbetrokkenheid, plannen en beleid. 5. Alle kinderen in beeld Voor een succesvolle schoolloopbaan van kinderen is het van belang dat alle doelgroepkinderen een volledige VVE loopbaan doorlopen tussen 2 ½ en 6 jaar. Daartoe is een gestructureerde samenwerking tussen de voorschool en de vroegschool van groot belang. Onder dit aspect wordt gekeken naar de overdracht van kindgegevens door middel van het Nijmeegse overdrachtsinstrument ‘Alle kinderen in beeld’ en de rol van ouders, de voorschool en vroegschool daarin. 6. Leer- en ontwikkelingsopbrengsten Hoe de kinderen presteren hangt voor een belangrijk deel af van de kwaliteit van de vooren vroegschool waar ze op zitten. De voorschool kan inzicht krijgen in de opbrengsten door te observeren en hanteert hiervoor het instrument KIJK. Een groot aantal basisscholen hanteren ook het instrument KIJK en nemen daarnaast toetsen af. Wanneer zij deze gegevens systematisch verzamelt, analyseert, diagnosticeert en de interventies in kaart brengt, zal duidelijk worden of de vooren vroegschool inderdaad optimaal bijdraagt aan zo hoog mogelijke opbrengsten van de kinderen. Op basis van die resultaten zal de vooren vroegschool voor de kinderen doelen moeten bepalen om de kinderen zich optimaal te laten ontwikkelen. 7.Condities voor VVE en professionalisering (geen deelplan in het format) Bij dit onderdeel gaat het om een integraal VVE-programma, voldoende VVE tijd en de kwaliteit van de beroepskrachten. Wordt er gewerkt met een integraal VVE programma /beredeneerd aanbod en zijn de pedagogisch medewerkers/leerkrachten geschoold in een VVE programma? De afzonderlijke organisaties, die betrokken zijn bij VVE, zijn zelf verantwoordelijk voor dit onderdeel. Iedere organisatie die verantwoordelijk is voor VVE organiseert dus haar eigen professionalisering ten aanzien van VVE. Het is wel mogelijk om met de partners van de VVE locaties gezamenlijke scholing te volgen of te organiseren. Er worden een aantal gezamenlijke VVE scholingsbijeenkomsten georganiseerd in het schooljaar 2013/2014: 1. gezamenlijke kick-off: 28 oktober 2013; 2. feedback en ondersteuning bij het opstellen van de deelplannen: december 2013/januari 2014 3. Inhoudelijke scholing Educatief Ondersteuners/VVE coördinatoren: 27 januari 2014 4. Inhoudelijke scholing Educatief Ondersteuners/VVE coördinatoren: 8 april 2014 5. Ondersteuning op maat door de projectleiders Onder dit aspect wordt ook gekeken naar hoe de kwaliteitszorg is ingericht. Er wordt ingezoomd op de verantwoordelijkheidsverdeling, op vormen en structuren van overleg, op besluitvorming en op afstemming tussen de voor en vroegschool. Ook aan de rol van de directie van de basisschool en de rol van het management van de voorschool wordt aandacht besteed.

10

Hoofdstuk 3 Format voor de deelplannen VERBETERPLAN Deelplan 1: kwaliteit van uitvoering VVE Pedagogisch-didactisch handelen

Educatief Ondersteuner : VVE Coördinator : Schooljaar: Uitgangssituatie (Analyse Inspectierapport 2011/GGD rapport/eigen analyse)

Algemeen:

Specifiek voor voor- of vroegschool:

Doelstelling(en)

-Welke opbrengsten behalen? -Aan welke kwaliteitscriteria wil je voldoen?

Implementatie

Evaluatie (wanneer en met wie)

Borging

Ondersteuning /Professionalisering 11

1. RICHTLIJN KWALITEIT VAN DE UITVOERING VAN VVE: PEDAGOGISCH – DIDACTISCH HANDELEN

-

De uitkomsten van de groepsobservaties vormen de basis voor dit deelplan. Een kijkwijzer/observatie instrument pedagogisch–didactisch handelen wordt minimaal twee keer per jaar ingezet en besproken. Het instrument wordt ingezet om het ontwikkelperspectief van de locatie vast te stellen. Het instrument mag ook ingezet worden om te focussen op een ontwikkelpunt vooraf bepaald door de pedagogisch medewerkers of leerkrachten.

12

VERBETERPLAN Deelplan 2: Aanbod aan leerstof en ontwikkelingsinhouden


Algemeen:

Specifiek voor voor- of vroegschool:

Doelstelling(en)


Implementatie


Borging

Ondersteuning /Professionalisering

13

2. RICHTLIJN AANBOD AAN LEERSTOF EN ONTWIKKELINGSINHOUDEN

-

-

-

-

-

-

-

Er wordt gebruik gemaakt van een VVE programma of het beredeneerd aanbod is aangetoond ten aanzien van: taal, rekenen, sociaal emotionele ontwikkeling en motorische ontwikkeling. Er wordt gewerkt met een jaarrooster passend bij VVE/beredeneerd aanbod. Er wordt gewerkt met een week- en/of dagplanning, passend bij het gebruikte VVE programma/beredeneerd aanbod. In de planning zijn doelen en activiteiten opgenomen die aandacht besteden aan taalontwikkeling, rekenontwikkeling, motorische ontwikkeling en sociaal-emotionele ontwikkeling. De planning wordt aangepast als dit nodig is. De planning en jaarrooster wordt tenminste 1 keer per jaar geëvalueerd. Het jaarrooster en de planning wordt op basis van de evaluatie aangepast. Het programma/planning laat zien dat activiteiten oplopen in moeilijkheidsgraad. In de planning wordt gedifferentieerd in ontwikkelingsniveau/leeftijd van kinderen. Inrichting van de ruimte: o De speelleeromgeving is verdeeld in hoeken waarin verschillende ontwikkelingsaspecten worden aangesproken. o Er zijn hoeken ingericht met zoveel mogelijk echte materialen rekening houdend met de interesses en achtergrond van kinderen . Er is een huishoek, bouwhoek, kunst/creahoek, taal-en denkhoek, water-/zandtafel, computerhoek, leeshoek, rekenhoek, ontdekhoek, themahoek, verteltafel, lettermuur, themawoorden op ooghoogte, boeken passend bij het thema, schrijfmateriaal passend bij het thema. o De materialen maken verschillende soorten spel mogelijk (zoals manipulatief en rollenspel). o De materialen zijn zo neergelegd dat kinderen daar altijd zelf bij kunnen en deze ook zelf terug kunnen leggen. Afstemmen leeraanbod; Er is sprake van een doorlopend aanbod/programma tussen de vooren vroegschoolse instellingen en /of duidelijke afspraken over het aanbod op het gebied van taal, rekenen en de sociaal emotionele ontwikkeling. De stadia van taalontwikkeling zijn duidelijk omschreven: de basisschool bouwt voort op de eerdere ontwikkeling van kinderen en maakt gebruik van de SLO doelen. Het beginniveau rekenen/wiskunde van de kinderen, die doorstromen vanuit de voorschool is bekend en de school bouwt voort op de eerdere ontwikkeling van kinderen. Er worden minimaal 4 inhoudelijke thema’s op elkaar afgestemd en er worden activiteiten samen uitgevoerd. Ouders worden actief betrokken bij de gezamenlijke uitvoering van de thema’s. Het is duidelijk waar aan en hoe er gewerkt is voor wat betreft de sociaal emotionele ontwikkeling. De basisschool werkt voort aan vaardigheden omtrent jezelf, jezelf en de ander en jezelf en de groep.

14

VERBETERPLAN Deelplan 3 : ZORG EN BEGELEIDING


Algemeen:

Eventueel specifiek voor voor- of vroegschool: Samenwerking/overdracht vooren vroegschool:

Doelstelling(en)

-Welke opbrengsten behalen? - Aan welke kwaliteitscriteria wil je voldoen?

Implementatie


Borging

Ondersteuning /professionalisering

15

3. RICHTLIJN KWALITEIT ZORG EN BEGELEIDING

-

-

-

-

-

De beginsituatie is vastgelegd m.b.t. de ontwikkeling op het gebied van taal, rekenen,motoriek en sociaal emotionele ontwikkeling (binnen drie tot zes maanden na de start van het kind op de voor-en vroegschool). De ontwikkeling van kinderen wordt gevolgd met een observatie-instrument (taalontwikkeling, rekenontwikkeling, motorische ontwikkeling en sociaal emotionele ontwikkeling). De ontwikkeling van kinderen in de vroegschool wordt gevolgd met een toetsinstrument (taalontwikkeling, rekenontwikkeling, motorische ontwikkeling en sociaal emotionele ontwikkeling). De brede ontwikkeling wordt minimaal 2 tot 4 x per jaar in beeld gebracht. Resultaten van observaties en /of toetsen worden vastgelegd in een kind/leerlingvolgsysteem. Er worden overzichten van de ontwikkeling van de kinderen gemaakt bijvoorbeeld m.b.v. het kind/leerlingvolgsysteem. De resultaten van observaties/toetsen worden gebruikt om te bepalen welke begeleiding en zorg kinderen nodig hebben. Er is omschreven aan welke kinderen begeleiding en zorg gegeven wordt (definitie zorgleerling). De aard en duur van de benodigde extra begeleiding wordt door de pedagogisch medewerker/leerkracht vastgelegd. De doelen, het aanbod, de begeleiding, wanneer en hoe de evaluatie plaatsvindt van de zorg wordt vastgelegd. De evaluatie van de zorg wordt vastgelegd en gebruikt voor beredeneerde keuzes in het vervolg. Ouders van kinderen die in aanmerking komen voor begeleiding en zorg worden hiervan op de hoogte gebracht. Ouders van kinderen die in aanmerking komen voor begeleiding en zorg worden hierbij actief betrokken. Er zijn vaste afspraken voor het ingang zetten van externe zorg en over het af te leggen traject. De aanmelding van het kind bij de externe zorg(bijv. ZAT/BSOT) wordt ondersteund door de vooren vroegschool. Er wordt met ouders overlegd over de mogelijkheden van externe zorg. Er zijn regelmatig contacten met externe zorgverleners om de zorg en begeleiding op elkaar af te stemmen. De zorgstructuur en de wijze waarop dit wordt uitgevoerd wordt geëvalueerd.

16

VERBETERPLAN Deelplan 4: OUDERS


Algemeen:


Doelstelling(en)


Implementatie


Borging

Ondersteuning /Professionalisering

17

4. RICHTLIJN KWALITEIT OUDERBELEID

Ouderbeleid: - Er is een uitgeschreven ouderbeleid (PLAN-DO-ACT-CHECK). - Het ouderbeleid bevat concrete doelen. - Het ouderbeleid bevat een heldere analyse van de ouderpopulatie. - Het ouderbeleid is vraaggestuurd, d.w.z. er is expliciet aan ouders gevraagd waar zij behoefte aan hebben en daar is gehoor aan gegeven. - Het ouderbeleid wordt 1 keer per jaar geëvalueerd. - Conclusies uit de evaluatie van het ouderbeleid leiden tot verbeterplannen. Intake/overdracht van kindinformatie - Ouders worden voorafgaand aan de plaatsing van hun kind over de VVE-doelen en activiteiten geïnformeerd. (vermelden in informatie boekje- schoolgids/schoolplan). - Checken of ouders de informatie hebben gekregen die ze moeten krijgen voorafgaand aan het plaatsen van hun kind en nagaan of ze het hebben begrepen. - Gebruik standaard intake formulier, en ingevuld voor alle kinderen. - Intake: mondeling/schriftelijk. Ontwikkelingsgerichte activiteiten thuis - Ouders worden gestimuleerd om ontwikkelingsgerichte activiteiten thuis te doen: minimaal 4 keer per jaar. - Er is een schatting hoeveel ouders deze thuis ontwikkelingsstimulerende activiteiten. - Er wordt een overzicht gemaakt welke activiteiten ouders thuis uitvoeren. - Ouders koppelen terug welke activiteiten zij thuis hebben gedaan. - Ouders worden ondersteunt in het aanleren van ontwikkelingsgericht gedrag, d.w.z. dat de ouders doelbewust aansluiten op wat het kind al kan en wat (nog) niet. Het organiseren van ouderactiviteiten - Minimaal 4 per jaar. - Er wordt een ouderbijeenkomst georganiseerd over: VVE, themabijeenkomsten, inloopmomenten, koffieochtenden etc. - Schatting aantal ouders dat mee doet. - Bij het brengen van hun kind samen activiteiten doen. - Ten minste twee oudergesprekken + informele gesprekken bij halen/brengen. - bekendheid met de thuistaal van ouders/kinderen. - Er zijn afspraken over de manier waarop met anderstalige ouders wordt omgegaan.

18

VERBETERPLAN Deelplan 5: ALLE KINDEREN IN BEELD


Algemeen:


Doelstelling(en)


Implementatie


Borging

Ondersteuning /professionalisering 19

5. RICHTLIJN KWALITEIT ALLE KINDEREN IN BEELD

Er is voor de gemeente Nijmegen een handleiding beschikbaar Alle kinderen in beeld over de overdracht van kindinformatie. Daarnaast zijn er formulier beschikbaar voor de overdracht van kindinformatie. - Voor alle kinderen die gebruik maken van een voorschoolse voorziening met VVE vindt er een warme overdracht plus plaats. - De warme overdracht plus is ingevoerd voor 1 juni 2014. - Er is een implementatieplan opgesteld om de invoering van de warme overdracht plus vorm te geven. - Op de voor – en vroegschoolse locatie zijn de taken en verantwoordelijkheden van een ieder voor de uitvoering van de warme overdracht plus bekend. - Er wordt gebruik gemaakt van de ontwikkelde overdrachtsformulieren. - Er wordt door de voor – en vroegschool gezamenlijk een planning gemaakt voor de uitvoering van de warme overdracht plus. - Het ontwikkelde stappenplan wordt doorlopen. - Er wordt gebruik gemaakt van de richtlijnen voor het voeren van een warme overdracht plus. - Informatie voorziening aan ouders over warme overdracht plus.

20

VERBETERPLAN Deelplan 6 : LEER- EN ONTWIKKELINGSOPBRENGSTEN


Algemeen:


Doelstelling(en)


Implementatie


Borging

Ondersteuning /professionalisering

21

6. RICHTLIJN KWALITEIT LEER- EN ONTWIKKELINGSOPBRENGSTEN

-

Er zijn op gemeentelijk niveau nog geen afspraken gemaakt welke toetsen observatie instrumenten gebruikt moeten worden en welke normen behaald moeten worden.

-

Het toetsen van kinderen start op de vroegschool. In de voorschoolse periode worden kinderen niet getoetst. Wel worden kinderen gevolgd met behulp van een erkend kindvolgsysteem KIJK!.

-

Vanuit de Inspectie van het Onderwijs zijn richtlijnen geformuleerd voor kleutergroepverlenging (12 % van de leerlingen) en zittenblijven 3% van de leerlingen).

22

BIJLAGE: Educatief ondersteuners en VVE Coördinatoren Educatief Ondersteuners KION Locatie(s) Waterlelie/Wigwam Notedop Grootstal/Willem Verrekijker/Pino Meibloem/Bellenboom Draaitol Duikelaar Prins Sloepje/Wolfjes

Naam EO-er Yvonne Fokker Gery Huiberts Natascha van Zelst Irma van den Berg Imke Ermers Karlijn Bartels Rita Leenders Suus Sas Loes Bijl

Educatief Ondersteuners KINOP KINOP Paradijs Tamara Vosbeek KINOP Kasteel Miene Lenders

Emailadres [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]

[email protected] [email protected]

VVE coördinatoren Stichting Sint Joseph Scholen en Conexus Aquamarijn Henny Bomert [email protected] Montessori Dukenburg Cobi Oudsen [email protected] Nutsschool Marloes Kuster-Hermsen [email protected] Michiel de Ruyter Daphne van Strien/ [email protected] Femmy Augustus [email protected] Prins Maurits Gerda Eendhuizen [email protected] De Meiboom Marga van schalkwijk/ [email protected] Rebecca Kemper [email protected] De Adenhove Willeke van Groningen [email protected] De Klumpert Renske de Jong [email protected] De Vossenburcht Gerry van der Donk [email protected] De Lindehoeve Pauline de Santy [email protected] De Wingerd Jenny van Elk [email protected] De Zonnewende Stephanie de Jong [email protected] De Dukendonck Boukje Schoonhoven [email protected] De Bloemberg Iris kokoskydeforchaux [email protected] NSV2 Bea KLaus [email protected] De Kampus Marieke Gommans [email protected] Montessori Lindenholt Olga Reuvers [email protected] Kleurrijk Mascha Mali-Den Dulk [email protected] De Wieken Maaike Brouwers /Sandra [email protected] van der Linden Octaaf Marian Schrijen [email protected] De kleine wereld Judith Heymans [email protected]

23

Investeren in de kwaliteit van VVE. Optimale ontwikkelingskansen voor het jonge kind

Recommend Documents