DE KWALITEIT VAN VVE IN DE GEMEENTE SCHIEDAM IN 2010
Utrecht, januari 2011
H3034542
Pagina 2 van 29
De kwaliteit van VVE in de gemeente Schiedam, concept v0.1
INHOUD
Voorwoord 5 Inleiding 7 1 1.1 1.2
PLAATSBEPALING VAN VVE IN DE GEMEENTE SCHIEDAM 9 Bezochte VVE-locaties in Schiedam 9 Gebruikte VVE-contextdocumenten 9
2 2.1 2.1.a 2.1.b 2.1.c 2.2 2.2.a 2.2.b 2.2.c 2.2.d 2.2.g 2.2.h 2.3 2.4
DE VVE-BELEIDSCONTEXT OP GEMEENTELIJK NIVEAU 11 De VVE-beleidscontext 12 Het gemeentelijke VVE-beleid 12 De VVE-coördinatie op gemeentelijk niveau 16 Systematische evaluatie en verbetering van VVE op gemeentelijk niveau 16 De VVE-condities 17 GGD-rapport 17 Gemeentelijk VVE-subsidiekader 17 Ouders 17 Kwaliteit beroepskrachten 17 Ambitieniveau, groepsgrootte en dubbele bezetting 18 VVE-tijd 18 Beschikbare informatie over de uitvoering (VVE-proceskwaliteit) 19 Beschikbare informatie over de VVE-opbrengsten 19
3 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7
DE FEITELIJKE KWALITEIT OP DE VVE-LOCATIES IN 2010 20 Context en condities 20 De ouders Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Kwaliteit van de uitvoering van VVE 21 Ontwikkeling, begeleiding en zorg 23 Kwaliteitszorg 23 Doorgaande lijn 24 De resultaten van VVE 24
4 4.1 4.2
CONCLUSIES 26 VVE op gemeenteniveau 26 VVE op locatieniveau 27
4.3
Tot slot 28
Pagina 3 van 29
De kwaliteit van VVE in de gemeente Schiedam, concept v0.1
Pagina 4 van 29
De kwaliteit van VVE in de gemeente Schiedam, concept v0.1
Voorwoord
In het Memorie van Toelichting bij de OKE-wet wordt een zgn. VVEbestandsopname aangekondigd. In 2007 (en 2008 en 2009) heeft de onderwijsinspectie die al uitgevoerd in de vier grote steden. Nu wordt ‘doorgestart’ met de middelgrote steden (de G27), waaronder Schiedam. Per 1 augustus 2010 is de OKE-wet in werking getreden en wordt vanuit dat kader na de bestandsopname in Schiedam het inspectietoezicht op de kwaliteit van VVE “signaalgestuurd” vorm gegeven. Dat houdt in dat periodiek afspraken met de gemeente Schiedam gemaakt worden over de onderwerpen en de locaties waarop ‘VVE-toezicht’ zal worden gehouden. De bevindingen uit dit rapport over de bestandsopname VVE in Schiedam kunnen daarvoor als uitgangspunt worden genomen. De Hoofdinspecteur Primair onderwijs, Dr. L.S.J.M. Henkens
Pagina 5 van 29
De kwaliteit van VVE in de gemeente Schiedam, concept v0.1
Pagina 6 van 29
De kwaliteit van VVE in de gemeente Schiedam, concept v0.1
Inleiding
Dit rapport is het verslag van een onderzoek van de Inspectie van het Onderwijs naar de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie (VVE) in de gemeente Schiedam. Het betreft hier een deelrapportage aangezien de inspectie zich in haar onderzoek beperkt heeft tot die VVE-locaties die al een jaar of langer met een erkende VVE-methodiek werken. VVE is bedoeld voor jonge kinderen die onvoldoende zijn toegerust voor een soepele instroom in het basisonderwijs, waardoor ze grote kans lopen om achterop te raken. In het rapport wordt allereerst de kwaliteit van het VVE-beleid op gemeentelijk niveau gewaardeerd. Vervolgens wordt de feitelijke VVEkwaliteit beschreven zoals die is waargenomen op in totaal 27 instellingen (13 peuterspeelzalen en 14 basisscholen) waar VVE gegeven wordt. Tenslotte worden de geconstateerde kwaliteit en het beleid met elkaar in verband gebracht en worden enkele conclusies getrokken. In 1. 2. 3. 4.
dit rapport worden de volgende onderwerpen besproken: Plaatsbepaling van VVE in de gemeente Schiedam De beleidscontext op gemeentelijk niveau Beoordeling van de feitelijke kwaliteit van VVE op de VVE-locaties Conclusies
Bij de beoordeling wordt gewerkt met een vierpuntsschaal: 1. Staat in de kinderschoenen: verbeteringen zijn dringend nodig. Deze kwalificatie geeft aan dat echt iets verbeterd dient te worden. Daar worden ook afspraken over gemaakt. 2. Enigszins ontwikkeld: verbeteringen zijn nodig Deze kwalificatie geeft aan dat het wenselijk is dat iets verbeterd wordt. 3. Voldoende 4. Goed ontwikkeld: een voorbeeld voor anderen. Deze kwalificatie geeft aan dat dit aspect in orde is, en wel op een zodanige manier dat anderen hiervan kunnen leren.
Pagina 7 van 29
De kwaliteit van VVE in de gemeente Schiedam, concept v0.1
Pagina 8 van 29
De kwaliteit van VVE in de gemeente Schiedam, concept v0.1
1
PLAATSBEPALING VAN VVE IN DE GEMEENTE SCHIEDAM
1.1
Bezochte VVE-locaties in Schiedam
Organisatie Locatie voorschoolse educatie (psz) St. Primo IP Het Startblok SIKO IP ’t Meesterwerk SWS Welzijn IP De Taaltuin IP Ababil IP El Furkan IP Ienie Minie Peperklip IP De Gorzen Komkids IP De Peutertuin
Bijbehorende Aantal groepen basisschool
VVEprogramma
3,5 2 2 2 1 3
Startblokken* Piramide Piramide Piramide Piramide Startblokken
Het Startblok ’t Meesterwerk De Taaltuin Ababil El Furkan De Peperklip
De Gorzen De Wieken Westfr. Str. IP De Wieken 1 De Wieken IP Katja 2 De Kring IP De Toverfluit 2 De Troubadour + Regenboog Groenoord IP Peuterland 1 Gravin Aleida IP Het Mirakel 1 Regenboog Woudhoek * ’Startblokken’ = ‘Startblokken / Basisontwikkeling’
1.2
1 1,5
Startblokken Startblokken Startblokken Startblokken Startblokken
Startblokken Startblokken
Gebruikte VVE-contextdocumenten Nota Kiezen voor kwaliteit 2003-2006 De nota Kiezen voor kwaliteit was er op gericht om de kwaliteit van de reguliere peuterspeelzalen op een hoger niveau te brengen. Dit niveau werd benoemd als het niveau van een basisfunctie met extra activiteiten. Deze extra activiteiten zijn gericht op ontwikkelingsstimulering of opvoedingsondersteuning en preventie Gemeente Schiedam, Voor- en Vroegschoolse Educatie, Schiedam in perspectief 2005-2010 In juli 2007 is de Vervolgnotitie Brede schoolontwikkeling 2007-2010 vastgesteld. Eén van de doelstellingen uit deze notitie is de realisatie van een reguliere peuterspeelzaal en/of voorschoolse educatie bij alle basisscholen. Dat wil zeggen dat waar mogelijk in of anders in de directe nabijheid van elke basisschool een dergelijke voorziening aanwezig is. Beleidsnota ‘Naar integraal peuterspeelzaalwerk’ (2008 vastgesteld). Monitor Peuterspeelzaalwerk (incl. bijlage): peildatum 1-10-2008 Beleidsregels “Gesubsidieerd integraal peuterspeelzaalwerk”, vastgesteld door het college van B&W op 15 december 2009.
Pagina 9 van 29
De kwaliteit van VVE in de gemeente Schiedam, concept v0.1
Pagina 10 van 29
De kwaliteit van VVE in de gemeente Schiedam, concept v0.1
2
DE VVE-BELEIDSCONTEXT OP GEMEENTELIJK NIVEAU
In onderstaande tabel staan de oordelen op de aspecten en indicatoren t.a.v. de VVE-beleidscontext en de VVE-condities op gemeentelijk niveau. Hierbij is zoveel mogelijk de OKE-wet als referentie genomen (zie het Toezichtkader VVE 2010). Bij elke indicator is een oordeel gegeven. Waar mogelijk heeft de inspectie ook een oordeel gegeven over de bij de gemeente aanwezige informatie over de uitvoering en de opbrengsten van VVE. In de toelichtende tekst wordt de Schiedamse situatie nader belicht en worden de oordelen in de tabel onderbouwd, met name als het om een verbeterpunt (‘2’) of een voorbeeldig punt (‘4’) gaat. 1 1a 1a1 1a2 1a3 1a4 1a5 1a6 1a7 1a8 1a9 1a10 1b 1c
DE VVE-BELEIDSCONTEXT Gemeentelijk VVE-beleid Definitie doelgroepkind Bereik Toeleiding Ouders [ 2c, 3c) Integraal VVE-programma [ 3a1] Externe zorg [3b2] Interne kwaliteitszorg van de voor- en de vroegscholen [3e] Doorgaande lijn [ 3d] Resultaten [4] Gemeentelijke afspraken met de vroegscholen VVE-coördinatie op gemeentelijk niveau Systematische evaluatie en verbetering van VVE op gemeentelijk niveau
2 2a 2b 2c 2c1 2d 2d1 2d2 2d3 2g 2g1 2g2 2h 2h1 2h2
DE VVE-CONDITIES GGD-rapport Gemeentelijk VVE-subsidiekader Ouders Informatie voor ouders Kwaliteit beroepskrachten Gekwalificeerde leidsters Voldoende Nederlands spreken Gecertificeerde leidsters Ambitieniveau, groepsgrootte en dubbele bezetting Groepsgrootte Dubbele bezetting VVE-Tijd Totale VVE-tijd Tijd per week
4 4 3 2 3 2 3 3 2 3 3 2
3 3 3 3 3 3 4/2 3 3 3
Pagina 11 van 29
De kwaliteit van VVE in de gemeente Schiedam, concept v0.1
2.1
3a 3a1 3a2 3a3 3b 3b1 3b2 3c 3d 3e
BESCHIKBARE INFORMATIE OVER DE UITVOERING (VVEPROCESKWALITEIT) Kwaliteit van de educatie Het aangeboden programma Pedagogisch klimaat Educatief handelen Ontwikkeling, begeleiding en zorg Ontwikkeling, begeleiding en zorg binnen de groep Inbedding in de bredere zorgketen Ouders Doorgaande lijn Interne kwaliteitszorg binnen de voor- en de vroegschool
4b
BESCHIKBARE INFORMATIE OVER DE VVE-OPBRENGSTEN Groep 2
3
3
2
De VVE-beleidscontext 2.1.a Het gemeentelijke VVE-beleid Bij de start in Schiedam is voor de uitvoering van de voor- en vroegschoolse educatie gekozen voor samenwerking van peuterspeelzaalorganisaties en basisscholen. De voorschoolse educatie wordt voor de peuterspeelzalen uitgevoerd door de Stichting Welzijn Schiedam en Komkids (voorheen de Stichting Kinderopvang Schiedam). Bij twee VVE-locaties is in onderling overleg besloten de coördinatie/begeleiding van het VVE-traject in de peutergroepen te beleggen bij de betrokken basisschool, waarbij het personeel van de voorschoolse locatie ondergebracht is in de formatie van de school. Dit betreft de peuterspeelzalen ‘Het Meesterwerk’ en ‘Het Startblok’. Het VVE-beleid is niet alleen gericht op de brede (talent)ontwikkeling van kinderen, maar ook op het vroegtijdig signaleren en bestrijden van onderwijs- en ontwikkelingsachterstanden en de bevordering van inburgering en burgerschap. Het integraal peuterspeelzaalwerk als nadere invulling van het VVE-beleid. Met de invoering van integraal peuterspeelzaalwerk sluit de gemeente aan bij de eerste twee prestatievelden van de Wmo. In de beleidsnota ‘Naar integraal peuterspeelzaalwerk’ staat hierover het volgende: Alle Schiedamse basisscholen worden een Brede buurtschool met daarbij een voorschoolse voorziening. Omdat een Brede school een basisvoorziening in de wijk of buurt vormt, sluit dit aan bij het eerste prestatieveld van de Wmo: het bevorderen van sociale samenhang en leefbaarheid (tegengaan van segregatie) in dorpen, wijken en buurten. Het model ‘integraal peuterspeelzaalwerk’ is voldoende flexibel om wijzigingen in de groepssamenstelling op te vangen. Fluctuaties in het aantal doelgroepkinderen zijn minder ingrijpend aangezien de methodiek en het aantal leidsters ongewijzigd blijven. Het gevolg van invoering van een VVE-methodiek bij alle peuterspeelzaallocaties is dat alle locaties toegankelijk zijn voor alle peuters, ongeacht of zij behoren tot de doelgroep van het onderwijsachterstandenbeleid. Het onderscheid tussen voorschoolse educatie en reguliere peuterspeelzalen komt hiermee te vervallen. Pagina 12 van 29
De kwaliteit van VVE in de gemeente Schiedam, concept v0.1
Het integraal peuterspeelzaalwerk zal bij alle peuterspeelzalen worden gerealiseerd die verbonden zijn aan een basisschool. Door te kiezen voor het tweede ambitieniveau 'spelen, ontmoeten, ontwikkelen, signaleren en ondersteunen' sluit het integraal peuterspeelzaalwerk binnen de brede school aan bij het tweede prestatieveld van de Wmo: op preventie gerichte ondersteuning van jeugdigen met problemen met het opgroeien alsmede ondersteuning van ouders met problemen met opvoeden. Het tweede ambitieniveau geeft aan dat kinderen waar nodig ondersteund worden bij ontwikkelingsachterstanden. Door invoering van een VVE-methodiek zal ook de oudercomponent op alle peuterspeelzalen een nadrukkelijke rol krijgen. Het Rijk heeft besloten dat de ouderbijdrage voor de voorschoolse educatie voor de doelgroepouders niet hoger mag zijn dan de bijdrage voor de kinderopvang. Omdat dit tot oneerlijke en ongewenste situaties zou kunnen leiden, heeft de gemeente Schiedam ervoor gekozen de ouderbijdrage voor alle peuters te verlagen tot het niveau van de kinderopvang. Met ingang van 2010 bedraagt de ouderbijdrage daarom € 105,- per jaar; dit betekent € 9,55 per maand per kind gedurende 11 maanden per jaar. Dit geldt zowel voor doelgroeppeuters die vier dagdelen deelnemen, als voor de overige peuters die twee dagdelen per week komen. Ouders met een minimuminkomen kunnen voor de ouderbijdrage ‘Bijzondere Bijstand’ aanvragen.
a1 Definitie doelgroepkind In de prestatieafspraken 2005-2009 in het kader van het Grote Stedenbeleid zal voor de berekening van het bereik van de voorschoolse educatie onder doelgroepkinderen uitsluitend uitgegaan worden van de nieuwe gewichtenregeling. Het staat gemeenten daarnaast vrij om aanvullende criteria te formuleren voor deelname aan de voorschoolse educatie. In de Vervolgnotitie Brede schoolontwikkeling 2007-2010 worden de volgende criteria voor deelname aan de voorschoolse educatie in Schiedam gehanteerd: Peuters met een leerlinggewicht van 0.3 of 1.2 volgens de nieuwe gewichtenregeling. Peuters met leerlinggewicht 0 waarvan de thuistaal niet het Nederlands is. Peuters met leerlinggewicht 0 met een grote taalachterstand. Toetsing van deze criteria vindt plaats door het consultatiebureau Careyn Ouder en Kindzorg. Met Careyn zijn inmiddels afspraken gemaakt voor een sluitende aanpak van de indicering. Vanwege de aanvullende taalcriteria en de georganiseerde toetsing is de inspectie van oordeel dat dit een voorbeeld voor anderen is. a2 Bereik Naast het bereik van 58% van de gewogen peuters wordt gestreefd naar het bereiken van ongewogen peuters die voldoen aan de aanvullende criteria van grote taalachterstand of een thuistaal die niet het Nederlands is. Het ITS schat in dat het hier om 15% gaat. Voor 2009 is in het meerjaren ontwikkelingsprogramma (MOP) van het GSB opgenomen dat 275 doelgroeppeuters volgens de brede doelgroepdefinitie deelnemen aan de voorschoolse educatie. Op 1 oktober 2009 nemen 250 2,5 t/m 4 jarigen vier dagdelen per week deel aan de voorschoolse educatie. Deze behoren allemaal tot de brede doelgroep van de voorschoolse educatie. In de laatste maanden van 2009 zijn nog zes peuterspeelzalen overgegaan op integraal peuterspeelzaalwerk met voorschoolse educatie. Op deze locaties Pagina 13 van 29
De kwaliteit van VVE in de gemeente Schiedam, concept v0.1
nemen inmiddels 29 doelgroeppeuters deel aan de voorschoolse educatie (peildatum 8 februari 2010). De doelstelling van een bereik van 275 doelgroeppeuters is met deze 279 doelgroeppeuters ruim gehaald. Het is de ambitie om in 2011 zoveel mogelijk doelgroeppeuters te bereiken met de voorschoolse educatie, maar in elk geval om alle peuters met een leerlinggewicht een VVE-plaats te bieden. Door de invoering van integraal peuterspeelzaalwerk wordt het bereik van VVE uitgebreid naar scholen met minder dan 50% zogenoemde doelgroepleerlingen. Op deze wijze kunnen in principe alle doelgroepkinderen op deze locaties deelnemen aan VVE. Een derde (30-35%) van de Schiedamse peuters maakt gebruik van de kinderopvang. Om uitbreiding van het doelgroepbereik van de VVE te realiseren gaan bij de kinderopvangorganisatie ‘Mundo’ begin 2010 pilots voor VVE in de kinderopvang van start. ‘Komkids’ heeft hierover nog geen besluit genomen. De pilot van ‘Mundo’ gaat van start op twee locaties, Holle Bolle Gijs en het inburgeringsproject ‘Schiedamseweg’ en wordt gaande weg uitgebreid naar nog twee andere locaties. Deze duurt tot en met het schooljaar 2010-2011. Met name het integrale peuterspeelzaalwerk is naar het oordeel van de inspectie een voorbeeld voor anderen. a3 Toeleiding De toeleiding van kinderen naar participatie aan een VVE-programma ligt in Schiedam in handen van het consultatiebureau en de gemeente. Het consultatiebureau stelt een indicatie op grond van de eerder genoemde criteria (zie 1a1: definitie doelgroepkind). De ouders van alle geïndiceerde kinderen krijgen een brief waarin vermeld staat dat zij voor hun kind recht hebben op 4 dagdelen VVE. Het is in principe de bedoeling dat zij kiezen voor die peuterspeelzaal die aangesloten is bij de basisschool waarop zij hun kind later willen inschrijven. Kiezen zij voor een gescheiden traject (dus een peuterspeelzaal bij hen in de buurt en een basisschool in een andere wijk), dan blijft het VVE-traject beperkt tot twee dagdelen. Het consultatiebureau stuurt de ouders rond de 2e verjaardag van hun kind een wijkfolder met informatie over de basisscholen in de wijk. Daarnaast stuurt de gemeente alle ouders op de 2e verjaardag van hun peuters een felicitatiebrief met een stedelijke folder over peuterspeelzalen, buitenschoolse opvang en basisscholen. Verder gaat de gemeente na of de gestelde doelen ten aanzien van toeleiding en bereik daadwerkelijk bereikt worden. a4 Ouders Bij het integrale peuterspeelzaalwerk is de oudercomponent gericht op het vergroten van de ouderbetrokkenheid en het aanbieden van opvoedingsondersteuning. De oudercomponent bestaat in elk geval uit zes ouderbijeenkomsten en twee individuele voortgangsgesprekken. Verbeterpunt: Op dit moment is niet beschreven wat het doel en de inhoud van deze bijeenkomsten en gesprekken is. a5 Integraal VVE-programma De gemeente stelt als voorwaarde voor de financiering dat de VVE-locaties werken met landelijk erkende VVE-programma’s. De methodieken die de Schiedamse VVE-locaties gebruiken (merendeels Startblokken en Piramide) voldoen daaraan. Pagina 14 van 29
De kwaliteit van VVE in de gemeente Schiedam, concept v0.1
Basisschool De Singel heeft ervoor gekozen VVE in de groepen 1-2 uit te voeren met een eigen methodiek. Deze methodiek is ter advies voorgelegd aan, en positief beoordeeld door Paul Leseman van de Universiteit Utrecht. De gemeente overweegt nog of het werken met deze methodiek voldoende tegemoet komt aan de bekostigingsvoorwaarden. Naast de genoemde programma’s wordt niet gewerkt met extra taalprogramma’s. a6 Externe zorg VVE staat niet op zichzelf. Het zou ingebed moeten zijn in een breder netwerk van wijkgerichte zorg. In Nieuwland is een wijk-zorgteam actief. De gemeente is ook begonnen met een tweejarige pilot gericht op schoolgebonden zorgadviesteams (ZAT). Aan deze pilot doet een aantal basisscholen mee, te weten de Gravin Aleida, Ababil, het Meesterwerk en CBS Kethel. Het is de bedoeling dat dit traject nog verder verbreed gaat worden. Verder heeft de gemeente inmiddels op alle Schiedamse basisscholen schoolmaatschappelijk werk gerealiseerd. Het schoolmaatschappelijk werk wordt ook ingezet voor ouders van peuters van de desbetreffende basisschool. Verbeterpunt: In de beleidsdocumenten wordt nog geen eenduidige zorgstructuur beschreven, met duidelijke afspraken en toedeling van verantwoordelijkheden. a7 Interne kwaliteitszorg van de voor- en vroegscholen De voorscholen dienen, bij voorkeur samen met de desbetreffende basisscholen, jaarlijks een door het bestuur ondertekend en gespecificeerd jaarverslag en jaarplan bij de gemeente in te dienen. Deze documenten dienen conform het format VVE-jaarverslag en -jaarplan te worden opgesteld (bron: beleidsregels ‘Gesubsidieerd integraal peuterspeelzaalwerk’). De gemeente heeft daarover in het LEA afspraken gemaakt met de vroegscholen (zie ook 1.c) a8 Doorgaande lijn Als de VVE-peuters vier jaar worden, stromen zij door naar de vroegschoolse educatie in de groepen 1-2 van de basisschool waar de voorschoolse educatie aan gekoppeld is. Om de doorgaande leerlijn te garanderen wordt zowel in de voor- als de vroegschoolse educatie dezelfde VVE-methodiek gehanteerd. Kinderen die vier dagdelen (dit zijn dus de doelgroepkinderen) gaan deelnemen aan integraal peuterspeelzaalwerk dienen voorafgaand aan plaatsing te zijn ingeschreven bij de bijbehorende basisschool, met de intentie na hun vierde verjaardag naar deze school door te stromen. De uitvoeringsorganisaties van integraal peuterspeelzaalwerk streven naar een doorstroom van minimaal 90 procent. Hiermee wordt het belang van de doorgaande leerlijn van de voornaar de vroegschoolse educatie benadrukt. Voor kinderen die twee dagdelen (dus de niet- doelgroepkinderen) deelnemen, geldt geen verplichte inschrijving bij de bijbehorende school. Er zijn op gemeentelijk niveau afspraken gemaakt over de overdracht van kindgegevens. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van het stedelijke overdrachtsprotocol, het zogenoemde “groene boekje”. Bij sommige voormalige VVE-peuterspeelzalen wordt een eigen, al bestaand, overdrachtsformulier gebruikt.
Pagina 15 van 29
De kwaliteit van VVE in de gemeente Schiedam, concept v0.1
a9 Resultaten Vanaf het schooljaar 2006-2007 is het de bedoeling dat de VVEbasisscholen jaarlijks landelijk genormeerde toetsen afnemen in medio groep 2. Dit gebeurt inmiddels ook op het merendeel van de Schiedamse scholen. Op enkele scholen blijft het beperkt tot kleutertoetsen die eens in de drie jaar afgenomen worden in het kader van het zogenaamde COOL-onderzoek, een opbrengstenonderzoek waar alle Schiedamse scholen aan deelnemen. De bedoeling is om na te gaan hoe de leerlingen presteren die een VVEprogramma doorlopen hebben in vergelijking tot leerlingen van de doelgroep die dit niet gedaan hebben. Op die manier kan onder andere het (korte termijn) rendement van het VVE-traject zichtbaar gemaakt worden.. Verbeterpunt: Het is in ieder geval van belang dat de betrokken partijen in overleg met elkaar streefdoelen formuleren ten aanzien van de gewenste (minimum)opbrengsten voor leerlingen die een VVE programma volgen. In principe ligt de regie hiervan bij de gemeente, zeker nu de OKE-wet is ingevoerd. Momenteel zijn er nog geen afspraken op gemeentelijk niveau over wat het (minimum)niveau van de toetsresultaten moet zijn. Het lijkt in dit verband ook zinvol om ook de taal- en leesopbrengsten van VVEleerlingen in groep 3 in dit onderzoek te betrekken. a10 Gemeentelijke afspraken met de vroegscholen Hoewel de regierol bij de gemeente is neergelegd, is er bij de uitvoering van het VVE-beleid sprake van een gezamenlijke verantwoordelijkheid van schoolbesturen, de organisaties van peuterspeelzalen en kinderdagverblijven, en de gemeente. Deze gezamenlijke verantwoordelijkheid moet volgens de OKE-wet worden vormgegeven door het maken van afspraken over de kaders en de randvoorwaarden, en het bewaken van de uitvoering van het VVE beleid. Dit gebeurt in Schiedam in de LEA (Lokale Educatieve Agenda). Voor de uitvoering van het VVE-beleid 2006-2010 is door alle partijen een convenant ondertekend. In dit convenant worden taken en verantwoordelijkheden nader geregeld. Daarnaast is er een uitvoeringsovereenkomst tussen de voorscholen en de basisscholen ondertekend, waarin afspraken vastgelegd zijn over de gebruikte methodieken en de duur van de samenwerking. 2.1.b De VVE-coördinatie op gemeentelijk niveau Gemeenten behoren de regie te voeren over de gemeentelijke middelen van de voor-en vroegschoolse educatie en de schakelklassen. De gemeente Schiedam heeft een VVE-functionaris aangesteld die VVE-zaken op gemeentelijk niveau coördineert. 2.1.c Systematische evaluatie en verbetering van VVE op gemeentelijk niveau Er zijn vanuit de gemeente initiatieven ontwikkeld om te werken met een plan- en evaluatiecyclus, zoals al gebruikelijk was bij sommige bestaande VVE-instellingen. De bedoeling is dat deze werkwijze gaat gelden voor alle VVE-locaties en -scholen. Er zijn echter bezwaren vanuit de schoolbesturen en Komkids vanwege de extra administratieve last die dit met zich meebrengt. De gemeente heeft daarom bij een externe organisatie een opdracht voor de verdere inrichting van de planning en control cyclus uitgezet.
Pagina 16 van 29
De kwaliteit van VVE in de gemeente Schiedam, concept v0.1
Beschikbare informatie: Er is in juli 2007een internet-enquête onder ouders verspreid. De respons op de vragenlijst was vrij laag (12%), maar desondanks zeer informatief. De meeste ouders die gebruik maken van een voorschoolse voorziening zijn tevreden. Het blijkt dat ouders een aantal aspecten van belang vinden als het gaat om voorschoolse voorzieningen. De volgende aspecten scoren hoog: Dat het een veilige plek is waar kinderen kunnen spelen (90%) Dat mijn kind andere kinderen kan ontmoeten (81 %) Dat de kosten voor de ouders acceptabel zijn (71 %) Dat de voorziening is gevestigd in de wijk waarin ik woon (71%) De gemeente is met partijen in overleg over de deelname aan het Pre-COOL onderzoek. Alle peuterspeelzalen en een aantal scholen nemen inmiddels deel aan dit onderzoek. Wel doen alle scholen mee aan het Cool onderzoek. Verbeterpunt: Hoewel er diverse goede aanzetten zijn stelt de inspectievast dat een systematische plan- en evaluatiecyclus op gemeentelijk niveau nog niet volledig is geëffectueerd.
2.2
De VVE-condities
2.2.a GGD-rapport Er dienen recente GGD-rapporten te zijn en dit is ook het geval in de praktijk. Deze worden opgesteld door de GGD Rotterdam en afgegeven aan de betreffende locatie en in afschrift aan de gemeente. 2.2.b Gemeentelijk VVE-subsidiekader De locaties voldoen aan de VVE-subsidievoorwaarden. De beleidsregels “Gesubsidieerd integraal peuterspeelzaalwerk” zijn op 15 december 2009 door het college van B&W vastgesteld en zijn met ingang van 1 januari 2010 in werking getreden. 2.2.c Ouders c1 Informatie voor ouders De gemeente zorgt voor verspreiding van folders en brochures over de basisscholen, de peuterspeelzalen en de kinderopvang. Dit gebeurt zowel op gemeentelijk niveau als op wijkniveau. Het consultatiebureau stuurt de ouders rond de 2e verjaardag van hun kind een wijkfolder met informatie over de basisscholen in de wijk. De gemeente stuurt alle ouders op de 2e verjaardag van hun peuters een felicitatiebrief met een stedelijke folder over peuterspeelzalen, buitenschoolse opvang en basisscholen. 2.2.d Kwaliteit beroepskrachten d1 Gekwalificeerde leidsters Het is uitdrukkelijk het streven van de gemeente om voor elke VVE-locatie te werken met gekwalificeerde leidsters (twee per groep). Op de voorschool gaat het om leidsters met minimaal MBO-niveau 3. Ook in de vroegschool wordt gewerkt met gekwalificeerde mensen (één leerkracht met minimaal Pabo en een onderwijsassistent met minimaal SPW-3 niveau). d2 Voldoende Nederlands spreken De kwalificatie-eisen voor de leidsters zullen dit in principe waarborgen. Pagina 17 van 29
De kwaliteit van VVE in de gemeente Schiedam, concept v0.1
d3 Gecertificeerde leidsters In Schiedam wordt gewerkt met de methodieken Startblokken/ Basisontwikkeling en Piramide en in één geval met Ko-totaal. Zowel de leidsters als de leerkrachten en onderwijsassistenten zijn of worden geschoold in de VVE-methodiek. Daarbij geldt (als uitvloeisel van de OKEwet) de eis dat voor elke niet gecertificeerde leidster/leerkracht een scholingsplan noodzakelijk is. Het CED, dat in Schiedam de scholing op het gebied van de VVE verzorgt, is actief betrokken bij het begeleiden van de invoering van het gedifferentieerd aanbieden van Startblokken en Piramide. De leidsters/leerkrachten krijgen een certificaat als zij de scholing met een voldoende afgesloten hebben. Overigens vereisen het gedifferentieerd werken met de methodiek en de wisselende samenstelling van de peutergroepen in de praktijk soms aanpassingen van de werkwijze volgens de VVE methodiek. 2.2.g Ambitieniveau, groepsgrootte en dubbele bezetting G1 Groepsgrootte Een peutergroep telt maximaal 14 peuters. Dat is twee minder dan de wettelijke norm. (Een voorbeeld voor anderen) Er is op stedelijk niveau geen maximum afgesproken voor de kleutergroepen. (Verbeterpunt) Vandaar dat de inspectie zowel een oordeel ‘4’ (voor de voorschool) als een ‘2’ voor de vroegschoo toekentl. G2 Dubbele bezetting In de voorschoolse educatie dienen twee gekwalificeerde en gecertificeerde leidsters te zijn. In de praktijk is dit gerealiseerd (kwalificatie) of deels gerealiseerd (certificatie). Ook in de vroegschoolse educatie dient gewerkt te worden met een dubbele bezetting van gecertificeerde leerkrachten aangevuld met gecertificeerde onderwijsassistenten. Dit is in de meeste gevallen ook daadwerkelijk het geval. 2.2.h
VVE-tijd
De doelgroeppeuters bezoeken de voorschool 4 dagdelen per week (10,5 uur per week). Het uiteindelijke doel is vier dagdelen voor alle kinderen (doelgroep of niet). Het kortere termijndoel is vier dagdelen voor doelgroepkinderen en twee dagdelen voor niet-doelgroepkinderen. De intensiteit van de extra inzet in de vroegschoolse educatie is afhankelijk van het percentage doelgroepkinderen in de groepen 1-2. Intensiteit
Percentage doelgroepkinderen
A
50% of meer
B
49% - 31%
C
30% of minder
Extra inzet 1-2 4 x per week, totaal minimaal 10 uur effectieve begeleiding per week 2 of 3 x per week, totaal minimaal 5 uur effectieve begeleiding per week Minimaal 30 minuten effectieve begeleiding per kind per week binnen 1 groep Pagina 18 van 29
De kwaliteit van VVE in de gemeente Schiedam, concept v0.1
Scholen die geen middelen “Verhagen” ontvangen, zijn niet verplicht tot het inzetten van extra leerkrachten of onderwijsassistenten. Daar waar binnen de school wel eigen middelen c.q. mogelijkheden zijn om dit te realiseren, moedigt de gemeente aan dat de school deze vrijwillig hiervoor inzet. 2.3
Beschikbare informatie over de uitvoering (VVE-proceskwaliteit) Een integraal VVE-programma De meeste peuterspeelzalen/scholen maken gebruik van Startblokken/Basisontwikkeling; een aantal gebruikt Piramide en één gebruikt KO-totaal. Doorgaande lijn Bij alle basisscholen is inmiddels een vorm van VVE gerealiseerd. De VVElocaties zijn gekoppeld aan basisscholen waarbij in elk geval in de groepen 1/2 met dezelfde VVE-methodiek wordt gewerkt als in de bijbehorende peuterspeelzaal.
2.4
Beschikbare informatie over de VVE-opbrengsten Opbrengsten groep 2 In het onderzoek naar de effecten van VVE is tot dusver vooral gebruik gemaakt van de toetsen ‘Taal voor kleuters’ en ‘Ordenen’. Bij de locaties, die werken met Piramide, worden deze toetsen standaard afgenomen. Ook zijn er scholen, die deze toetsen inmiddels in hun LVS hebben opgenomen. Verbeterpunt: Er is geen openbare rapportage beschikbaar met de resultaatgegevens van de groepen 2 van alle VVE-scholen.
Pagina 19 van 29
De kwaliteit van VVE in de gemeente Schiedam, concept v0.1
3
DE FEITELIJKE KWALITEIT OP DE VVE-LOCATIES IN 2010
In dit hoofdstuk wordt de beoordeling van de 27 VVE-instellingen (13 peuterspeelzalen en 14 basisscholen) samengevat. Daar waar een duidelijk verschil zichtbaar is tussen de voor- en vroegscholen is dit in de toelichtende tekst aangegeven. 3.1
Context en condities
Condities 1
GGD-rapport per voorschool
2
Groepsgrootte en dubbele bezetting 2a Groepsgrootte 2b Dubbele bezetting
3
VVE-tijd per week
4
Kwaliteit beroepskrachten 4a Gekwalificeerde leidsters 4b Voldoende Nederlands spreken 4c Gecertificeerde leidsters 4d Opleidingsplan per VEberoepskracht
‘1’
‘2’
‘3’
‘4’
100%
12%
100% 88% 100%
8%
100% 100% 92% *
Toelichting op de tabel: - *: Op slechts twee locaties is de aanwezigheid van een opleidingsplan beoordeeld. Dat komt omdat deze indicator gedurende de onderzoeken in Schiedam toegevoegd is naar aanleiding van een aanvulling in de OKEwet - Voor alle voorscholen is een recent GGD-rapport beschikbaar waarin de basisvoorwaarden, ook voor voorschoolse educatie zijn getoetst. - De groepsgrootte van alle voorschoolgroepen voldoet aan de eisen die de gemeente Schiedam daaraan heeft gesteld. In alle voorscholen is er sprake van dubbele bezetting. Bij 23% van de vroegscholen is niet structureel voorzien in een dubbele bezetting. - Alle peuters zijn voldoende uren (minimaal 10 uur per week) aanwezig op de voorschool. - In het algemeen zijn er zowel in de voorschool als in de vroegschool gekwalificeerde leidsters die voldoende Nederlands spreken. Op één voorschool en één vroegschool zijn echter onvoldoende gecertificeerde leidsters.
Pagina 20 van 29
De kwaliteit van VVE in de gemeente Schiedam, concept v0.1
Ouders - Gericht ouderbeleid - De ouders zijn vooraf adequaat geïnformeerd door de voor- resp. vroegschool - Intake - Stimuleren om thuis VVE-activiteiten te doen - Participatie in VVE-activiteiten in de voorschool - Informeren over ontwikkeling van hun kind - Rekening houden met thuistaal
‘2’ 72%
44% 5% 4% 20%
‘3’ 28% 92%
‘4’ 8%
100% 50% 16% 86% 10% 96% 80%
Toelichting op de tabel: De meeste ‘ouderindicatoren’ zijn als voldoende beoordeeld. Er zijn echter een aantal aandachtspunten. - In de eerste plaats is op bijna driekwart van de voor- en vroegscholen onvoldoende sprake van een gericht ouderbeleid, waarbij een analyse wordt gemaakt van de ouderpopulatie van de voor- en vroegschool die als basis dient voor de activiteiten die voor de ouders worden georganiseerd. De voorscholen scoren hierop iets beter dan de vroegscholen: 33% van de voorscholen scoort ‘voldoende’ en 23% van de vroegscholen. - De mate waarin de voor- en vroegscholen ouders stimuleren om thuis VVE-activiteiten te doen laat een gedifferentieerd beeld zijn. Een groot aantal voor- en vroegscholen kan zich hierop nog verbeteren (44%), terwijl een kleiner aantal van hen (16%) juist een ‘voorbeeld voor anderen’ is. De vroegscholen scoren hierbij iets beter dan de voorscholen: respectievelijk 62% en 50% ‘voldoende’ tot ‘voorbeeld voor anderen’. - De meeste voor- en vroegscholen houden in voldoende mate rekening met de taal die door en met het kind thuis gesproken wordt. Vijf (20%) voor- en vroegscholen kunnen hieraan nog extra aandacht besteden. 3.2
Kwaliteit van de uitvoering van VVE
Kwaliteit van de educatie Aangeboden programma - Integraal VVE-programma - Werken met een doelgerichte planning - Het activiteitenaanbod gericht op de taalontwikkeling is voldoende dekkend - Het aanbod klimt op in moeilijkheidsgraad en er wordt gedifferentieerd
‘2’ 12% 36% 48%
‘3’
‘4’
100% 84% 4% 60% 4% 44%
8%
Toelichting op de tabel: - Alle voor- en vroegscholen werken met een integraal VVE-programma. - De meeste locaties werken met een doelgerichte planning. Daarbij is het verschil tussen de voor- en vroegscholen opvallend. Alle vroegscholen werken met een doelgerichte planning, maar op 25% van de voorscholen is het werken met een doelgerichte planning nog in ontwikkeling. Dit verschilt komt ook tot uiting bij het dekkend activiteitenaanbod (42% van de voorscholen en 85% van de vroegscholen scoort ‘voldoende’ tot ‘voorbeeld voor anderen’) en het opklimmen in moeilijkheidsgraad en mate waarin wordt gedifferentieerd (33% van de voorscholen en 69% van de vroegscholen scoort ‘voldoende’ tot ‘voorbeeld voor anderen’). Pagina 21 van 29
De kwaliteit van VVE in de gemeente Schiedam, concept v0.1
Kwaliteit van de educatie Pedagogisch klimaat - Respectvol handelen van de leidsters/leerkrachten - Duidelijke pedagogische gedragsgrenzen - Stimuleren van sociale vaardigheden van de kinderen - Stimuleren zelfstandigheid van de kinderen - Inrichting van het lokaal Educatief handelen - Afstemming educatief handelen van de leidsters/leerkrachten op elkaar - Programmatische aanpak taalontwikkeling - Bevorderen van interactie tussen de kinderen - Actieve betrokkenheid van de kinderen - Ontwikkeling van aanpakgedrag bij de kinderen - (Taal)gedrag leidster/leerkracht is responsief - Afstemming op niveauverschillen tussen kinderen
‘2’
‘3’
‘4’
88% 12% 8% 8%
88% 4% 76% 16%
16% 76% 8% 29% 38% 33% 16% 60% 8%* 36% 64% 36% 16% 40% 32%
64% 32% 56% 84% 60% 68%
4% 8%
Toelichting op de tabel: - Het pedagogisch klimaat is op de meeste Schiedamse voor- en vroegscholen ‘voldoende’ tot ‘voorbeeld voor anderen’. De leidsters en leerkrachten handelen respectvol, de meesten hanteren duidelijke pedagogische gedragsgrenzen en stimuleren de sociale vaardigheden. Dat geldt ook voor het stimuleren van de zelfstandigheid van de kinderen. Opvallend daarbij is het verschil tussen de voor- en de vroegscholen. De vroegscholen scoren hierbij ‘voldoende’ (85%) tot ‘voorbeeld voor anderen’ (15%), terwijl op 33% van de voorscholen het stimuleren van de zelfstandigheid van de kinderen nog een verbeterpunt is. - Op een aantal voor- en vroegscholen is de inrichting van het lokaal nog een verbeterpunt (29%), maar er zijn ook voor- en vroegscholen waar de inrichting van het lokaal juist een ‘voorbeeld voor anderen’ is. - Het educatief handelen op de voor- en vroegscholen is over het algemeen ‘voldoende’, maar kan op een aantal indicatoren nog verbeteren. Op 36% van de voor- en vroegscholen kan de programmatische aanpak van de taalontwikkeling nog worden verbeterd. - *Bij een paar locaties waar er geen dubbele bezetting was, is de afstemming van de leidsters op elkaar niet beoordeeld. - Op meer dan de helft van de voor- en vroegscholen is het bevorderen van de interactie tussen de kinderen een aandachtspunt. Te vaak blijft de interactie beperkt tot interactie tussen de leerkracht/leidster en het kind en wordt de onderlinge interactie tussen kinderen onvoldoende gestimuleerd. - Een derde van de leidsters en leerkrachten slaagt er niet in om de kinderen actief te betrekken bij het onderwijs. - De voorscholen scoren op een aantal indicatoren lager dan de vroegscholen. Leidsters slagen er minder goed in om aanpakgedrag van de kinderen te ontwikkelen (33% van de voorscholen scoort hier een ‘2’). Zij gebruiken minder responsieve taal (50% ‘2’ op de voorscholen, 31% op de vroegscholen) en realiseren minder afstemming op niveauverschillen tussen de kinderen (50% ‘2’ op de voorscholen en 15% op de vroegscholen).
Pagina 22 van 29
De kwaliteit van VVE in de gemeente Schiedam, concept v0.1
3.3
Ontwikkeling, begeleiding en zorg
Ontwikkeling, begeleiding en zorg binnen de groep - Volgen van de brede ontwikkeling van alle kinderen - Bepalen van de begeleiding voor: de hele groep, de kleine/ tutor groep, het individuele kind - De evaluatie van de aangeboden begeleiding en zorg
‘2’ ‘3’ ‘4’ 12% 80% 8% 48% 44% 8% 72% 28%
Toelichting op de tabel: - De ontwikkeling, begeleiding en zorg is op de voorscholen minder ontwikkeld dan op de vroegscholen. Alle vroegscholen volgen de brede ontwikkeling van alle kinderen, terwijl dat op 25% van de voorscholen nog een verbeterpunt is. - De voorscholen slagen er minder in om de begeleiding voor de kinderen te bepalen: bij 75% van de voorscholen is dit een verbeterpunt (bij 23% van de vroegscholen). - Op zowel de voorscholen als de vroegscholen is de evaluatie van de aangeboden begeleiding en zorg een aandachtspunt. Ontwikkeling, begeleiding en zorg in de bredere zorgketen - Leidsters/leerkrachten kennen de kinderen die externe zorg nodig hebben - Leidsters/leerkrachten melden kinderen aan voor externe zorg, wanneer de voorschool/vroegschool de gewenste zorg niet kan leveren - De leidsters/leerkrachten blijven de ontwikkeling van kinderen met extra zorg bijhouden
‘2’
‘3’
‘4’
100% 100% 100%
Toelichting op de tabel: De leidsters en leerkrachten signaleren de kinderen die zorg nodig hebben en melden deze, zo nodig, aan bij externe zorginstellingen. Zij blijven deze kinderen in hun ontwikkeling volgen. 3.4
Kwaliteitszorg
Interne kwaliteitszorg binnen de voor- en de vroegschool - Er is VVE-coördinatie binnen de voor- en vroegschool - De voor/vroegschool evalueert de kwaliteit van haar VVE - De voor/vroegschool evalueert de opbrengsten van de (doelgroep)kinderen - De voor/vroegschool formuleert verbetermaatregelen en voert die aantoonbaar en planmatig uit - De voor/vroegschool borgt de kwaliteit van haar VVE - VVE in de kwaliteitszorg van de vroegschool
‘2’
‘3’
‘4’
4% 76% 20% 24% 64% 12% 8%* 4%* 24% 64% 12% 24% 64% 12% 46% 46% 8%
Toelichting op de tabel: - *Evaluatie van de opbrengsten van de (doelgroep)kinderen is (ten onrechte*) bij één voorschool en twee vroegscholen beoordeeld. Dit punt is eigenlijk voor geen van de VVE instellingen te beoordelen. Pagina 23 van 29
De kwaliteit van VVE in de gemeente Schiedam, concept v0.1
Dit vanwege het feit dat een gemeentelijke norm ontbreekt waar de opbrengstevaluaties tegen afgezet kunnen worden. Overigens hebben voor- en vroegscholen tot nu toe zelf ook geen normen voor de beoogde opbrengsten geformuleerd. De coördinatie binnen de voor- en vroegscholen is over het algemeen goed geregeld. Driekwart van de voor- en vroegscholen evalueert de kwaliteit van VVE, formuleert op basis van de evaluatie ook verbetermaatregelen, voert deze aantoonbaar en planmatig uit en borgt de kwaliteit van VVE. Op vrijwel de helft van de vroegscholen maakt VVE geen onderdeel uit van de kwaliteitszorg van de school.
-
-
3.5
Doorgaande lijn Doorgaande lijn - Er is VVE-coördinatie tussen de voor- en de vroegschool - Voldoende kinderen stromen door naar een vroegschool met een vergelijkbare VVE-aanpak - Zeker bij zorgkinderen is er een warme overdracht - Het aanbod van de voor- en vroegschool is op elkaar afgestemd - Het pedagogisch en educatief handelen van de voor- en vroegschool zijn op elkaar afgestemd - De voor- en de vroegschool gaan op een vergelijkbare manier met ouders om - De zorg en begeleiding is op de voor- en vroegschool op een vergelijkbare wijze georganiseerd
‘1’
‘2’ 20%
‘4’ ‘3’ 64% 16%
4%
80% 16% 50% 50%
8%
44%
40%
8%
56%
40%
4%
20%
80%
32%
68%
Toelichting op de tabel: - De VVE-coördinatie tussen de meeste voor- en vroegscholen is goed geregeld. - Er stromen voldoende kinderen door naar een vroegschool met een vergelijkbare VVE-aanpak. - De overdracht op de Schiedamse voor- en vroegscholen is ‘voldoende’ tot ‘voorbeeld voor anderen’. - De afstemming tussen de voor- en vroegscholen in Schiedam kan op een aantal punten worden verbeterd. Met name de afstemming van het aanbod en het pedagogisch en educatief handelen is een verbeterpunt en op één combinatie van voorschool en vroegschool is verbetering op dit punt zelfs dringend gewenst. De inspectie gaat er overigens van uit dat in dit betreffende geval de benodigde verbetering op zo kort mogelijke tijd gerealiseerd wordt. 3.6
1 2 3
De resultaten van VVE
RESULTATEN Resultaten volgens afspraken Resultaten voldoende niveau Weinig kinderen verlengde kleuterperiode
‘2’ -
‘3’ 64%*
‘4’ -
Pagina 24 van 29
De kwaliteit van VVE in de gemeente Schiedam, concept v0.1
Toelichting op de tabel: - Er is op gemeenteniveau afgesproken dat de vroegscholen de resultaten meten met een landelijk genormeerde toets halverwege groep 2. De meeste scholen doen dit nu ook. Een enkele beperkt zich tot de COOLmeting, waarbij de resultaten één keer in de drie jaar in groep 2 gemeten worden. Er zijn op geen enkel niveau streefdoelen geformuleerd over het beoogde minimumniveau van de leerlingen op deze toetsen. Daarom kan ook niet beoordeeld worden of het VVEprogramma tot aantoonbare resultaten geleid heeft. - Bij geen van de vroegscholen zijn er veel kinderen met een verlengde kleuterperiode. *Bij een vijftal vroegscholen is dit punt overigens niet beoordeeld.
Pagina 25 van 29
De kwaliteit van VVE in de gemeente Schiedam, concept v0.1
4
CONCLUSIES
De inspectie van het Onderwijs heeft zowel op het niveau van de gemeente, als op het niveau van de afzonderlijke locaties, de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie in Schiedam beoordeeld. 4.1
VVE op gemeenteniveau
In het kader van het onderwijsachterstanden beleid van de gemeente Schiedam vormt VVE al jarenlang een belangrijk speerpunt. Dit komt tot uiting in een vergevorderde en goed gecoördineerde uitwerking van het VVE-beleid op gemeentelijk niveau en op instellingsniveau. Schiedam onderscheidt zich hierin met de keuze voor integraal peuterspeelzaalwerk. Vanuit het oogpunt van achterstandsbestrijding maar ook van talentontwikkeling en bevordering van integratie en sociale cohesie streeft de gemeente naar deelname van alle Schiedamse kinderen van 2,5 tot 4 jaar, dus niet alleen de doelgroepkinderen, aan een VVE programma. Er is hierbij bewust gekozen voor een koppeling van voorscholen aan vroegscholen die met dezelfde VVE methodiek werken om zo een goede doorgaande lijn te realiseren. Door de keuze om 4 dagdelen VVE (voor doelgroepkinderen) en 2 dagdelen VVE (voor niet doelgroepkinderen) te bekostigen bevordert de gemeente de participatie van ouders aan een VVE traject op de peuterspeelzaal voor hun kinderen. Om het integraal peuterspeelzaalwerk tot een succes te maken is een convenant met alle hoofdrolspelers in Schiedam gesloten dat erin voorziet dat alle basisscholen en de daarbij aangesloten peuterspeelzaal een erkende VVE-methodiek hanteren. Inmiddels is dit ook in de praktijk het geval, al moet gezegd dat dit proces op sommige voorscholen en vroegscholen nog in een pril stadium verkeert. Dat neemt niet weg dat hier sprake is van een veelbelovende ontwikkeling. De randvoorwaarden en kaders voor het VVE-traject zijn duidelijk omschreven en het blijkt in de praktijk ook te lukken om de belangrijkste (tussentijdse doelen) ten aanzien van het bereik en toeleiding te verwezenlijken. Op een aantal gebieden liggen nog aandachtspunten voor de gemeente Schiedam om de kwaliteit van de VVE verder te verbeteren: - In het kader van de OKE-wet is het van belang dat de gemeente, samen met de betrokken VVE-partners nadrukkelijk(er) de beoogde resultaten van VVE gaan benoemen en meten. Op dit moment is namelijk niet duidelijk welk (meetbaar) effect verwacht en beoogd wordt van de extra VVE-inspanningen. Het vastleggen van concrete streefdoelen kan de opbrengstgerichtheid binnen de VVE-instellingen versterken en op langere termijn ook inzicht geven in welke onderdelen van de VVEprogramma’s meer of minder effectief blijken te zijn. Dit biedt ook concrete handvatten voor de gemeente om op termijn te kunnen (bij)sturen op grond van de beoogde en behaalde resultaten. - Om VVE tot een succes te maken zal ook de ouderbetrokkenheid goed gestimuleerd en gevolgd moeten worden. Op gemeentelijk niveau is echter nog niet duidelijk vastgelegd wat hiervoor nodig is en hoe dit proces effectief gestimuleerd en bewaakt zal worden.
Pagina 26 van 29
De kwaliteit van VVE in de gemeente Schiedam, concept v0.1
-
-
4.2 -
-
-
-
-
Verder kan de zorgstructuur waarbinnen de VVE ingebed zou moeten zijn nog versterkt worden. Hoewel er allerlei goede initiatieven zijn genomen om te komen tot een goede school- en wijkgerichte aanpak van zorgproblematiek, ontbreekt de samenhang daartussen nog veelal. Ook zijn de afspraken over wie waarvoor verantwoordelijk is nog niet altijd duidelijk vastgelegd. Tenslotte zal de kwaliteitszorg op gemeentelijk niveau nog verder geoptimaliseerd moeten worden. Hoewel er een begin gemaakt is met een gestructureerde plan- en evaluatiecyclus is deze in de praktijk nog een onderwerp van discussie tussen de betrokken partijen. VVE op locatieniveau De onderwijsinspectie stelt vast dat de VVE-instellingen op de meeste onderzochte indicatoren voldoende tot soms ‘voorbeeldig’ presteren. Dit hangt mede samen met het feit dat er een goed beleidsfundament ligt onder de uitvoering van de VVE in Schiedam en dat de betrokken partijen over het algemeen constructief samenwerken om dit beleid ook tot een succes te maken. Op instellingsniveau valt op dat bijna alle locaties voldoen aan de randvoorwaarden, voortvloeiend uit de OKE-wet en het gemeentelijk beleid, die noodzakelijk zijn om een goede uitvoering van VVE mogelijk te maken. Het werken met een integraal en erkend VVE programma dat aangeboden wordt door gekwalificeerde en gecertificeerde beroepskrachten in kleine groepen vormt hierbij de basis. Hoewel op gemeenteniveau het beleid ten aanzien van de zorgstructuur nog beter uitgewerkt kan worden blijkt op locatieniveau dat de VVE voldoende ingebed is in een brede zorgketen om de instellingen heen. De uitvoering van de VVE binnen de scholen en peuterspeelzalen wordt doorgaans goed gecoördineerd. Positief is ook dat de kwaliteit van de uitvoering van VVE in de meeste gevallen goed geëvalueerd wordt als onderdeel van een deugdelijk systeem van kwaliteitszorg. Verder valt op dat bij nagenoeg alle instellingen sprake is van een prettig en veilig pedagogisch klimaat, waarin kinderen adequaat gestimuleerd worden in het ontwikkelen van sociaal en zelfontdekkend gedrag. Ook het educatief handelen is merendeels van voldoende niveau al zijn op onderdelen nog wel verbeteringen wenselijk. Hoewel het rendement van het werken met een VVE-programma nog niet meetbaar is, is het in ieder geval verheugend om te merken dat er sprake is van relatief weinig verlenging van de kleuterperiode bij de onderzochte basisscholen.
Op een aantal aspecten van VVE kunnen de instellingen zich nog verbeteren: - Zo is er in de meeste gevallen geen sprake van een gericht en vastgelegd ouderbeleid en een daarvan afgeleide aanpak om de ouderparticipatie, met name in de thuissituatie, te stimuleren. - Verder kan de interne zorgstructuur vooral bij de voorscholen nog aanzienlijk versterkt worden, zowel in het volgen van de vorderingen van de kinderen als in het (zo nodig) aanbieden van extra begeleiding, en het vaststellen van het effect daarvan.
Pagina 27 van 29
De kwaliteit van VVE in de gemeente Schiedam, concept v0.1
-
-
-
-
Een ander belangrijk aandachtspunt is het versterken van de doorgaande lijn tussen de voor- en vroegscholen. Op het gebied van leerstofafspraken, pedagogisch en educatief handelen ontbreekt in veel gevallen een goede afstemming tussen de leidsters en leerkrachten van de samenwerkende VVE-instellingen. Hierdoor is nog onvoldoende sprake van een soepele overgang van voorschool naar vroegschool. Dit is temeer reden tot zorg aangezien de kracht van het VVE traject juist valt of staat bij een samenhangende aanpak en eenheid in handelen. Ook kan het educatief handelen van leidsters en leerkrachten op een aantal onderdelen nog verder aangescherpt worden. Vooral het bevorderen van interactie tussen kinderen en het stimuleren van de taalontwikkeling door middel van gericht responsief gedrag is zeker voor verbetering vatbaar. Met name bij de voorscholen kan de programmatische aanpak van de VVE methodiek beter uitgewerkt en opgebouwd worden. Tevens zou het educatief handelen nog beter afgestemd kunnen worden op niveauverschillen tussen kinderen. Dit is overigens geenszins verwonderlijk gezien het feit dat de voorscholen in veel gevallen minder ervaring hebben dan de vroegscholen met het werken volgens een VVE methodiek en met de daaruit voortvloeiende educatieve component. Tenslotte pleit de inspectie in algemene zin voor het versterken van de resultaatgerichtheid in het werken met VVE in Schiedam. Op de meeste vroegscholen wordt gebruik gemaakt van landelijk genormeerde toetsen om het niveau en de vorderingen van de leerlingen in beeld te brengen. Het verdient aanbeveling om deze vorderingen niet alleen te volgen maar ook regelmatig te analyseren en evalueren, afgezet tegen concrete resultaatdoelen waarin de verwachte meerwaarde van de VVE expliciet gemaakt is. Deze doelen zouden zowel op instellingsniveau als op gemeentelijk niveau gesteld dienen te worden om daarmee mogelijk te maken dat het bereikte effect van VVE, afgezet tegen het beoogde effect, ook daadwerkelijk zichtbaar kan worden. 4.3
Tot slot:
De onderwijsinspectie spreekt haar waardering uit voor de wijze waarop de gemeente Schiedam en alle betrokkenen in en om het werkveld vorm en inhoud geven aan het VVE beleid. Er zijn niet alleen goede aanzetten maar ook tastbare resultaten zichtbaar die erop wijzen dat de integrale VVE aanpak van Schiedam een goede is. Dat er nog de nodige punten ter verbetering en versterking zijn, mag ook duidelijk zijn. Zeker gezien het feit dat de invoering van VVE, met name op peuterspeelzalen, nog in een relatief pril stadium verkeert, is dit ook begrijpelijk. Op locatieniveau komen op onderdelen duidelijke verschillen aan het licht in de kwaliteit van VVE tussen de instellingen. Dit betreft onder andere het stimuleren van de ouderbetrokkenheid, de doorgaande lijn, de kwaliteit van de uitvoering van de educatie, en de zorgstructuur. Het pleit ervoor dat vanuit de gemeente en de verantwoordelijke bestuurders regie gevoerd wordt om ervoor te zorgen dat op instellingsniveau onderling van elkaars deskundigheden geleerd en gebruik gemaakt wordt.
Pagina 28 van 29
De kwaliteit van VVE in de gemeente Schiedam, concept v0.1
Tenslotte dient nogmaals benadrukt te worden dat deze (deel)rapportage het resultaat is van een traject waarin op alle niveaus door de onderwijsinspectie gekeken is naar de kwaliteit van VVE in Schiedam. Hierbij heeft de inspectie zich beperkt tot onderzoek bij 27 VVE-instellingen, zowel voorscholen als vroegscholen, waarbij het VVE traject al minstens een jaar lang operationeel was. Op basis van de bevindingen uit dit rapport zullen, in het kader van het signaal gestuurd VVE toezicht, nadere afspraken gemaakt worden tussen de onderwijsinspectie en de gemeente over een toekomstig vervolgtraject van toezicht op VVE in Schiedam.
Pagina 29 van 29