DE KWALITEIT VAN VVE IN DE GEMEENTE ALKMAAR IN 2011
Utrecht, april 2012
HB3266627 De kwaliteit van VVE in de gemeente Alkmaar 2011
HB3266627
Voorwoord
In het Memorie van Toelichting bij de OKE-wet wordt een zgn. VVE-bestandsopname aangekondigd. In 2007 (en 2008 en 2009) heeft de onderwijsinspectie die al uitgevoerd in de vier grote steden. Nu wordt ‘doorgestart’ met de middelgrote steden, waaronder de gemeente Alkmaar. Inmiddels is de OKE-wet aangenomen (in de Tweede Kamer) en wordt vanuit dat kader na de bestandsopname in de gemeente Alkmaar het inspectietoezicht op de kwaliteit van VVE “signaalgestuurd” vorm gegeven. Dat houdt in dat periodiek afspraken met de gemeente Alkmaar gemaakt worden over de onderwerpen en de locaties waarop ‘VVE-toezicht’ zal worden gehouden. De bevindingen uit dit rapport over de bestandsopname VVE in Alkmaar kunnen daarvoor als uitgangspunt worden genomen. De Hoofdinspecteur primair onderwijs, Dr. L.S.J.M. Henkens
HB3266627
HB3266627
INHOUD
Voorwoord 3 Inleiding 7 1 1.1 1.2
Plaatsbepaling van VVE in de gemeente Alkmaar 9 Bezochte VVE-locaties in de gemeente Alkmaar 9 Gebruikte VVE-contextdocumenten 10
2 2.1 2.1.a 2.1.b 2.1.c 2.2 2.2.a 2.2.b 2.2.c 2.2.d 2.2.e
De VVE-beleidscontext op gemeentelijk niveau 11 De VVE-context 11 Het gemeentelijke VVE-beleid 11 De VVE-coördinatie op gemeentelijk niveau 14 Systematische evaluatie en verbetering van VVE op gemeentelijk niveau 15 De VVE-condities 15 Recente GGD-rapporten 15 De locaties voldoen aan de VVE-subsidievoorwaarden 15 Groepsgrootte en dubbele bezetting 15 VVE-tijd per week 15 Kwaliteit beroepskrachten 15
3 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7
De feitelijke kwaliteit op de VVE-locaties in 2011 17 Context en condities 17 De ouders 17 Kwaliteit van de uitvoering van VVE (=proceskwaliteit)18 Ontwikkeling, begeleiding en zorgKwaliteitszorg 19 Kwaliteitszorg 20 Doorgaande lijn 21 De resultaten van VVE 21
4
Conclusies 23
HB3266627
HB3266627
Inleiding
Dit rapport is het verslag van een onderzoek van de Inspectie van het Onderwijs naar de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie (VVE) in de gemeente Alkmaar. VVE is bedoeld voor jonge kinderen die onvoldoende zijn toegerust voor een soepele instroom in het basisonderwijs, waardoor ze grote kans lopen om achterop te raken. In het rapport wordt allereerst de kwaliteit van het VVE-beleid op gemeentelijk niveau gewaardeerd. Vervolgens wordt de feitelijke VVE-kwaliteit beschreven zoals die is waargenomen op in totaal 12 peuterspeelzalen, 3 kinderdagverblijven en 16 basisscholen waar VVE gegeven wordt. Tenslotte worden de geconstateerde kwaliteit en het beleid met elkaar in verband gebracht en worden enkele conclusies getrokken. In dit rapport worden de volgende onderwerpen besproken: 1. Plaatsbepaling van VVE in de gemeente Alkmaar 2. De beleidscontext op gemeentelijk niveau 3. Beoordeling van de feitelijke kwaliteit van VVE op de VVE-locaties 4. Conclusies Daarnaast is in de bijlage een overzicht opgenomen van de oordelen per locatie. Bij de beoordeling wordt gewerkt met een vierpuntsschaal: 1.
Staat in de kinderschoenen: verbeteringen zijn dringend nodig. Deze kwalificatie geeft aan dat echt iets verbeterd dient te worden.
2.
Enigszins ontwikkeld: verbeteringen zijn nodig Deze kwalificatie geeft aan dat het wenselijk is dat iets verbeterd wordt.
3.
Voldoende
4.
Goed ontwikkeld: een voorbeeld voor anderen. Deze kwalificatie geeft aan dat dit aspect in orde is, en wel op een zodanige manier dat anderen hiervan kunnen leren.
HB3266627
Pagina 7 van 24
HB3266627
Pagina 8 van 24
1
Plaatsbepaling van VVE in de gemeente Alkmaar
1.1 Bezochte VVE-locaties in de gemeenteAlkmaar De inspectie heeft in Alkmaar in totaal 12 peuterspeelzalen, 3 kinderdagverblijven en 16 basisscholen bezocht waar VVE wordt gegeven. Het gaat om de volgende scholen, kinderdagverblijven en peuterspeelzalen: Kinderdagverblijf
Peuterspeelzaal
De Stulp, Hobbemalaan De Fontein
Organisatie /Bestuur St. Kinderopvang Alkmaar St. Kinderopvang Alkmaar
Basisschool
De Driemaster De Fontein De Oranjehof De Prinsenhof 2 De Regenboog, Meidoornlaan De Regenboog, Tochtwaard
’t Rakkertje Bambi De Wegwijzer
’t Zandmannetje De Dondersteentjes De Wachtertjes ’t Speelhuisje Toermalijn De Stulp, Judith Leysterstraat Matthias Rollebol Het Rondeel
Toermalijn
HB3266627
St. Kinderopvang Alkmaar St. Kinderopvang Alkmaar St. Kinderopvang Alkmaar St. Kinderopvang Alkmaar St. Kinderopvang Alkmaar St. Kinderopvang Alkmaar St. Kinderopvang Alkmaar St. Kinderopvang Alkmaar St. Kinderopvang Alkmaar St. Kinderopvang Alkmaar Rollebol Kindercentra
Organisatie /Bestuur St. Alkmaarse Kath.scholen St. Ronduit St. Tabijn St. Tabijn St. Alkmaarse Kath.scholen St. Alkmaarse Kath.scholen St. Ronduit
De Sterrenwachter St. Ronduit
De Vlieger
De Zandloper
St. Alkmaarse Kath.scholen St. Ronduit
De Zes Wielen
St. Ronduit
Jules Verne, Schermereiland Jules Verne, Drechterwaard Kardinaal de Jongschool
St. Ronduit
De Wegwijzer
St. Ronduit St. Alkmaarse Kath.scholen St. Ronduit
Nicolaas Beets St. Matthiasschool ’t Baeken
St. Alkmaarse Kath.scholen St. Alkmaarse Kath.scholen St. Kinderopvang Alkmaar St. Kinderopvang Alkmaar
Pagina 9 van 24
1.2
Gebruikte VVE-contextdocumenten
- aanpassing convenant GSB 2006- 2008 (convenant GSB 2006-2010) - Peuterestafette - Programmaplan Opvoeden en Opgroeien 2010, februari 2010 - rapportage budgetsubsidie aug 2011 - rapportage toeleiding en werving 1e kwartaal 2011 - Projectvoorstel GGD Hollands Noorden Toeleiding van Doelgroepkinderen naar VVE voorzieningen in de gemeente Alkmaar, juni 2010 - Uitgangspuntennotitie voor- en vroegschoolse educatie, mei 2006 - De toekomst van de Alkmaarse peuterspeelzalen, november 2008 - Uitvoeringsprogramma lokaal jeugdbeleid 2006-2009
HB3266627
Pagina 10 van 24
2
De VVE-beleidscontext op gemeentelijk niveau
In onderstaande tabel staan de oordelen op de aspecten en indicatoren t.a.v. de VVE-beleidscontext op gemeentelijk niveau. Hierbij is zoveel mogelijk de OKE-wet als referentie genomen (zie het Toezichtkader VVE 2010). Bij elke indicator is een oordeel gegeven. In de toelichtende tekst onder de tabel wordt toegelicht waarom dat oordeel gegeven is, met name als het om een verbeterpunt (‘2’) of een voorbeeldig punt (‘4’) gaat.
1 1a 1a1 1a2 1a3 1a4 1a5 1a6 1a7 1a8 1a9 1a10 1b 1c
DE VVE-CONTEXT Gemeentelijk VVE-beleid Definitie doelgroepkind Bereik Toeleiding Ouders Integraal VVE-programma Externe zorg Interne kwaliteitszorg van de voor- en de vroegscholen Doorgaande lijn Resultaten Overige gemeentelijke afspraken met de vroegscholen VVE-coördinatie op gemeentelijk niveau Systematische evaluatie en verbetering van VVE op gemeentelijk niveau
2 2a 2b 2c 2c1 2c2 2d 2e 2e1 2e2 2e3 2e4
VVE-CONDITIES Er is een recent GGD-rapport De locaties voldoen aan de VVE-subsidievoorwaarden Groepsgrootte en dubbele bezetting Groepsgrootte Dubbele bezetting VVE-tijd per week Kwaliteit van de leidsters Gekwalificeerde leidsters Leidsters beheersen en gebruiken de Nederlandse taal voldoende Leidsters zijn geschoold voor VVE Opleidingsplan per VE-beroepskracht
2.1 2.1.a
3 3 3 2 3 3 2 2 1 3 2
3 3 3 3 3 3 3 4 3
De VVE-context
Het gemeentelijke VVE-beleid De basis voor het VVE-beleid in de gemeente Alkmaar ligt in de uitgangspuntennotitie voor- en vroegschoolse educatie van mei 2006. De gemeente heeft daarin de volgende doelstellingen geformuleerd: 1 Eind 2009 maakt 70 % van de doelgroepkinderen gebruik van effectieve vooren vroegschoolse programma’s (VVE-doelstelling). 2 Eind 2007 moet in 40 % van de basisscholen sprake zijn van een inhoudelijk doorgaande ontwikkelingslijn ten opzichte van voorschoolse voorzieningen (doorgaande ontwikkelingslijn). HB3266627
Pagina 11 van 24
3
De doorgaande ontwikkelingslijn heeft niet alleen betrekking op de relatie peuterspeelzalen en basisscholen, maar ook op de relatie consultatiebureaus en peuterspeelzalen.
Om deze doelstellingen tijdig te halen ontwikkelde de gemeente de volgende uitgangspunten per augustus 2006: - Gewenst aantal doelgroepkinderen: voor de komende jaren streeft de gemeente ernaar dat meer doelgroepkinderen gebruik maken van effectieve voor- en vroegschoolse programma’s. Hierbij gaat het om peuterspeelzalen en basisscholen die wel doelgroepkinderen hebben maar tot nu toe geen VVE programma uitvoerden. - Doelgroeppeuters worden met voorrang geplaatst op de peuterspeelzaal. - Peuterspeelzalen worden, zoveel mogelijk, in of in de directe nabijheid van een basisschool gehuisvest. - Op peuterspeelzalen waar meer dan 20% doelgroepkinderen zijn is sprake van een dubbele bezetting van professionele leidsters. - Alleen doelgroepkinderen krijgen extra dagdelen peuterspeelzaal aangeboden. - Bij het efficiënt en effectief inzetten van de middelen is het nodig dat VVE meer gedifferentieerd ingezet gaat worden. - De samenwerkende uitvoerende partijen in de stad zijn verantwoordelijk voor één uniforme vorm van registratie en overdracht van alle doelgroepkinderen. - Bij inschrijving voor de peuterspeelzaal wordt een vraag opgenomen om te bepalen of een kind doelgroepkind is. - Het consultatiebureau neemt een centrale plaats in bij de toeleiding van peuters naar een VVE programma. De SKOA onderhoudt daartoe contacten met het consultatiebureau. - Mocht blijken dat de gemeente er niet in slaagt om in 2009 239 doelgroepkinderen in de voorschoolse periode te bereiken, dan wordt de mogelijkheid onderzocht van uitbreiding van de VVE naar de kinderopvang; van inzet van “vliegende tutors” op peuterspeelzalen met minder dan 20% doelgroepkinderen. Deze uitgangspunten vormden de basis voor de subsidiesystematiek vanaf augustus 2006 voor peuterspeelzalen en basisscholen met een aanbod voor voorrespectievelijk vroegschoolse educatie. De gemeente heeft deze lijn in de daaropvolgende jaren voortgezet en uitgebouwd. In het programmaplan Opvoeden en Opgroeien van 2010 heeft de gemeente het doel geformuleerd om de VVE-methodiek vanaf 2010 uit te breiden naar de kinderopvang. 1a1 Definitie doelgroepkind In de aanpassing van het Convenant GSB 2006-2008 heeft de gemeente bepaald dat zowel peuters die onder de gewichtenregeling vallen, als peuters bij wie een taalachterstand wordt geconstateerd aan een VVE-programma deel kunnen nemen. In 2010 heeft een specificatie van de criteria voor het bepalen van de doelgroep plaatsgevonden. Deze staan beschreven in het projectvoorstel GGD Hollands Noorden Toeleiding van Doelgroepkinderen naar VVE voorzieningen in de gemeente Alkmaar, juni 2010: 1. Kinderen met het leerlinggewicht van 0,3 en 1,2. 2. Kinderen met een geconstateerde taalachterstand welke niet de speciaal hiervoor bestemde school bezoeken. 3. Kinderen waarbij sprake is van taalarmoede in de thuissituatie. 4. Kinderen met een sociaal emotionele achterstand waarbij risico op een taalachterstand aanwezig is of al geconstateerd is. 5. Kinderen met een niet-Nederlandstalige opvoeding waarbij sprake is van een dreigende taalachterstand. HB3266627
Pagina 12 van 24
1a2 Bereik De gemeente Alkmaar ontvangt van de kinderopvangorganisatie kwartaalrapportages over het aantal gerealiseerde VVE-plaatsen. Per 1 augustus 2011 zijn de 168 VVE-plaatsen die de gemeente gecreëerd heeft, ook daadwerkelijk ingevuld. 1a3 Toeleiding De toeleiding van doelgroepkinderen naar VVE-voorzieningen heeft de gemeente belegd bij de GGD. Het toeleidingsprotocol start vanaf het moment van intake van iedere nieuwgeborene bij GGD Hollands Noorden met de bepaling en registratie van het leerlinggewicht van 0.3 of 1.2. Vervolgens vindt tijdens het reguliere consultatiebureau bezoek dat rond de leeftijd van 18 maanden plaats heeft, een indicatiestelling plaats voor een VVE-voorziening op basis van het leerlinggewicht, de taalomgeving en de taalontwikkeling van het kind. Ouders worden direct geïnformeerd en gemotiveerd om de mogelijkheden van een VVE-voorziening te onderzoeken en krijgen een informatiemap uitgereikt. Tijdens het reguliere 2 jarige consult vraagt de consultatiebureauarts kort na wat ouders met de informatie gedaan hebben. Indien ouders hun kind nog niet aangemeld hebben en er wel een duidelijke indicatie is voor VVE, vindt een extra begeleidingscontact plaats met de jeugdverpleegkundige. Indien ouders instemmen met plaatsing op een VVEvoorziening krijgen zij, waar nodig administratieve ondersteuning bij de aanmelding. Daarna nodigt de SKOA ouders uit om kennis te maken met een VVE-voorziening bij hen in de buurt. 1a4 Ouders De gemeente heeft diverse voorzieningen gecreëerd waar opvoedingsondersteuning van ouders plaatsvindt zoals de Centra voor Jeugd en Gezin, de Steunpunten Opvoeding, Home Start en in een aantal wijken ouderkamers. Deze zijn bedoeld als ontmoetingsplekken voor ouders. Zij kunnen er ook deelnemen aan activiteiten op het gebied van opvoedingsondersteuning en voorlichting over gezondheid en schoolloopbaan. De gemeente heeft echter nog geen samenhangend ouderbeleid vastgelegd op basis van een analyse van de ouderpopulatie. Verbeterpunt: het maken van een analyse van de ouderpopulatie en op grond daarvan beleid maken over de ouderactiviteiten die passen bij de kenmerken en behoeften van de ouderpopulatie. 1a5 Integraal VVE-programma Een aantal peuterspeelzalen en basisscholen hebben al jarenlang ervaring met intensieve voor- en vroegschoolse programma’s. De gemeente heeft met de betrokken instellingen afgesproken om vanaf 2011-2012 met één programma te werken in heel Alkmaar. 1a6 Externe zorg Alkmaar heeft de samenwerking tussen de diverse instanties die verantwoordelijk zijn voor de jeugdgezondheidszorg, verbeterd door de functies en activiteiten van deze instanties te bundelen in de Centra voor Jeugd en Gezin. Daarnaast zijn er de buurtnetwerken waardoor bij geconstateerde problemen zo snel mogelijk de geëigende hulpverlening ingeschakeld kan worden. 1a7 Interne kwaliteitszorg van de voor- en de vroegscholen Volgens de OKE-wet dient op gemeentelijk niveau aangegeven te zijn wat belangrijk is met betrekking tot de kwaliteit van VVE en hoe deze kwaliteit gemeten wordt. HB3266627
Pagina 13 van 24
Uit de subsidiesystematiek blijkt dat de gemeente wel globale kwaliteitseisen hanteert voor VVE. Er is echter nog geen sprake van een gemeentelijk kwaliteitsbeleid waarin de interne kwaliteitszorg met betrekking tot VVE op de vooren vroegschoolse instellingen wordt gestimuleerd. Evenmin is vastgelegd hoe de kwaliteit van VVE gemeten wordt. Verbeterpunt: het formuleren van gemeentelijk kwaliteitsbeleid en het maken van bestuurlijke afspraken over de wijze waarop de kwaliteit van VVE gemeten wordt. 1a8 Doorgaande lijn Al vanaf 2006 heeft de gemeente ervoor gekozen om peuterspeelzalen zoveel mogelijk in of nabij een basisschool te huisvesten om zoveel mogelijk kinderen te laten doorstromen naar een (VVE)basisschool. Deze lijn zet de gemeente door via het Brede School-beleid. Een belangrijk speerpunt daarin is het realiseren van een doorlopende (leer)lijn. Zoals bij 1a5 al vermeld is, is gemeentebreed gekozen voor één VVE-programma voor de voor- en vroegschoolse periode. De scholing van de leidsters en leerkrachten in het werken met een VVE-programma heeft gezamenlijk plaatsgevonden en is door de gemeente gefinancieerd. Via netwerkbijeenkomsten na afloop van de VVE-training, wordt getracht de samenwerking tussen voor- en vroegschool te versterken. Ook voor de overdracht van kindgegevens bestaan gemeentebrede afspraken. Alle voorscholen hanteren de observatielijst Peuterestafette. Deze wordt twee keer in de peuterperiode ingevuld en overgedragen aan de basisschool. Een aspect dat nog om nadere uitwerking vraagt is de inhoudelijke invulling van de doorgaande lijn in met name het pedagogisch en educatief handelen. Verbeterpunt: afspraken maken op welke wijze de doorgaande lijn in het pedagogisch en educatief handelen invulling krijgt. 1a9 Resultaten Als gevolg van de OKE-wet moeten gemeenten afspraken maken over de resultaten van de vroegschoolse educatie. Tot nu toe heeft de gemeente Alkmaar dit nog niet gedaan. Afspraak: Vóór 1 januari 2013 maakt de gemeente afspraken met de schoolbesturen over de te bereiken resultaten in de vroegschoolse periode. 1a10 Nadere VVE-afspraken op gemeentelijk niveau De OKE-wet gaat vooral over de voorscholen en op enkele punten over de vroegscholen. Omdat deze (nadere) afspraken niet zijn verplicht, worden ze bij deze indicator wel beschreven, maar niet beoordeeld. Zoals in het voorgaande al vermeld is, heeft de gemeente nadere afspraken gemaakt over: - de huisvesting van peuterspeelzalen: zoveel mogelijk in de directe nabijheid van een basisschool. Daarbij is het wel mogelijk dat een peuterspeelzaal met meer basisscholen uit de wijk samenwerkt in het kader van het VVE-programma; - het aanbod: één VVE-programma voor de hele gemeente; - overdracht: één uniforme vorm van registratie en overdracht van alle doelgroepkinderen. 2.1.b
De VVE-coördinatie op gemeentelijk niveau De VVE-aansturing op gemeentelijk niveau gebeurt door een bestuurlijke werkgroep VVE onder leiding van de onderwijsbegeleidingsdienst. De gemeente neemt daar aan deel. HB3266627
Pagina 14 van 24
2.1.c
Systematische evaluatie en verbetering van VVE op gemeentelijk niveau Er zijn geen afspraken gemaakt over een jaarlijkse gemeentelijke evaluatie. Wel staan in het Programmaplan Opvoeden en Opgroeien resultaatverwachtingen. Deze beperken zich echter tot het bereik van VVE. Er zijn geen resultaatverwachtingen geformuleerd met betrekking tot de kwaliteit en opbrengsten van VVE. Verbeterpunt: de resultaatverwachtingen verbreden naar kwaliteit en opbrengsten en in verband met een tijdige bijstelling van het VVE-beleid jaarlijks evalueren. 2.2
De VVE-condities
2.2.a
Recente GGD-rapporten Tijdens de onderzoeken op de VVE-locaties in het kader van de bestandsopname had de GGD in de gemeente Alkmaar nog nauwelijks peuterspeelzalen beoordeeld. De gemeente heeft echter met de GGD afgesproken dat deze vanaf 1 januari 2012 de peuterspeelzalen inspecteert en dat domein 8 daar onderdeel van uitmaakt. Inmiddels heeft de GGD bijna alle peuterspeelzalen geïnspecteerd.
2.2.b
De locaties voldoen aan de VVE-subsidievoorwaarden Naast de subsidie voor het programma is er subsidie voor het afdekken van de ontbrekende ouderbijdrage voor de extra dagdelen bij de peuterspeelzalen. Alkmaar werkt met de Kaderverordening subsidieverstrekking. De subsidie wordt verstrekt via een budgetregeling en een beschikking. Afrekening vindt plaats via de jaarrekening en het controleprotocol waar is vastgelegd op welke wijze de verantwoording moet worden ingediend. Subsidieaanvragen moeten voor 1 september worden ingediend, de jaarrekening voor 1 juni na afloop van het kalenderjaar, het activiteitenverslag voor 1 april en de tussentijdse rapportages in mei en september.
2.2.c
Groepsgrootte en dubbele bezetting Op alle voorscholen is sprake van twee gekwalificeerde leidsters per groep.
2.2.d
VVE-tijd per week Voor doelgroepkinderen biedt de gemeente 4 dagdelen per week aan.
2.2.e
Kwaliteit van de leidsters 2.e.1 Kwaliteit beroepskrachten De kwaliteit van de beroepskrachten voldoet aan de in de OKE-wet gestelde eisen. 2.e.2 Beheersing Nederlandse taal Volgens de kwaliteitseisen wordt de Nederlandse taal als voertaal gebruikt. 2.e.3 VVE-scholing De scholing van leidsters is op bijna alle voorscholen een voorbeeld voor anderen te noemen. Vrijwel alle leidsters zijn gecertificeerd voor het werken met het VVEprogramma. 2.e.4 Drie keer per jaar is er overleg met de OBD over de opleiding. In dit overleg zitten de schoolbesturen, kinderopvang en de gemeente.
HB3266627
Pagina 15 van 24
HB3266627
Pagina 16 van 24
3
De feitelijke kwaliteit op de VVE-locaties in 2011
In dit hoofdstuk wordt de beoordeling van de circa 23 VVE-peuterspeelzalen, kinderdagverblijven en basisscholen samengevat. Daar waar een duidelijk verschil zichtbaar is tussen de voor- en vroegscholen is dit in de toelichtende tekst aangegeven. 3.1
Context en condities
CONDITIES
1 In %
A0.1 Er is een recent GGD-rapport beschikbaar A1.2 Een integraal VVE-programma A2 De groepsgrootte voldoet aan de wettelijke maximumeisen (voorschool) A3 Leidster - kind ratio ("dubbele bezetting") A4.1 De kinderen krijgen voldoende dagdelen VVE op de voorschool (per week) A5.2 Alle beroepskrachten zijn toereikend gekwalificeerd (opleiding) A5.3 Alle beroepskrachten spreken voldoende Nederlands A5.4 Alle beroepskrachten zijn toereikend VVEgeschoold A5.5 Er is een jaarlijks geactualiseerd VVEscholingsplan
2 In % 67
3 In % 33 100 100
10
90 100
4 In %
100 6
94 39
61
100
Op de GGD-rapporten na zijn de condities voor VVE op de locaties over het geheel genomen goed op orde. Alleen op de kinderdagverblijven en een enkele peuterspeelzaal is een recent GGD-rapport aanwezig. Op alle voorscholen is sprake van een dubbele bezetting. Op sommige basisscholen is dat niet het geval. Wel constateert de inspectie dat op het merendeel van de basisscholen op een beredeneerde en doelmatige wijze gewerkt wordt met de grote groep, subgroep en/of individuele leerlingen die extra begeleiding nodig hebben. De scholing van leidsters is op de meeste voorscholen een voorbeeld voor anderen te noemen. Bijna alle leidsters zijn gecertificeerd voor het gebruikte VVEprogramma. Op de helft van de basisscholen is dat ook het geval. Op de overige vroegscholen hebben de leerkrachten wel een specifieke VVE-scholing gevolgd. 3.2
Ouders 1 In %
B1 Gericht ouderbeleid B2 Ouders zijn vooraf adequaat geïnformeerd B3 Intake B4 Stimuleren om thuis ontwikkelingsstimulerende activiteiten te doen B5 Participatie in VVE-activiteiten in de voor/vroegschool B6 Informeren over de ontwikkeling van hun kind B7 Rekening houden met de thuistaal
HB3266627
2 In % 61 30
4 In %
23
3 In % 39 70 100 68
45
48
6
26 10
74 90
10
Pagina 17 van 24
Op alle instellingen is sprake van voldoende informeel contact met ouders. Er is echter slechts op tweederde van de peuterspeelzalen en basisscholen sprake van een op VVE gericht ouderbeleid. Het beschikken over een gericht ouderbeleid vormt een duidelijk ontwikkelpunt voor de peuterspeelzalen en basisscholen. Wat veelal ontbreekt is een analyse van de ouderpopulatie, waardoor het moeilijk is te beoordelen of een bewuste keuze van ouderactiviteiten, afgestemd op de wensen en behoeften van de ouderpopulatie, gemaakt is. Dit is des te meer van belang voor de locaties waar de participatie van ouders onvoldoende van de grond komt. Dit is bij ruim de helft van de basisscholen, bij tweederde van de kinderdagverblijven en bij een derde van de peuterspeelzalen het geval. Het aanzetten van ouders tot het uitvoeren van ontwikkelingsstimulerende activiteiten met hun kinderen, komt daarentegen op de meeste locaties veel beter van de grond. Bij 10% is dit zelfs een voorbeeld voor anderen. 3.3
Kwaliteit van de uitvoering van VVE (= proceskwaliteit)
1 In % 1 Kwaliteit van de educatie: het aangeboden programma C1.1 Een integraal VVE-programma C1.2 Werken met een doelgerichte planning C1.3 Het activiteiten aanbod gericht op de taalontwikkeling is voldoende dekkend C1.4 Het aanbod klimt op in moeilijkheidsgraad en er wordt gedifferentieerd 2 Kwaliteit van de educatie: het pedagogisch klimaat C2.1 Het pedagogisch handelen van de leidsters/leerkrachten is respectvol C2.2 De leidsters/leerkrachten hanteren duidelijke pedagogische gedragsgrenzen C2.3 De leidsters/leerkrachten stimuleren de sociale vaardigheden en competenties van de kinderen C2.4 De leidsters/leerkrachten stimuleren de zelfstandigheid van het kind C2.5 De inrichting van de ruimte is aantrekkelijk, uitdagend en spel- en taaluitlokkend 3 Kwaliteit van de educatie: het educatief handelen C3.1 Het educatief handelen van beide leidsters/leerkrachten is goed op elkaar afgestemd C3.2 Er worden effectieve en gerichte activiteiten voor de taalontwikkeling uitgevoerd C3.3 De leidsters/leerkrachten bevorderen de interactie met en tussen kinderen C3.4 De leidsters stimuleren actieve betrokkenheid van de kinderen en verrijken het spelen en werken C3.5 De leidsters/leerkrachten bevorderen de ontwikkeling van aanpakgedrag (strategieën) bij de kinderen C3.6 Het gedrag van de leidsters/leerkrachten met de kinderen is responsief C3.7 De leidsters/leerkrachten stemmen de activiteiten af op verschillen in de ontwikkeling van het individuele kind HB3266627
2 In %
3 In %
3 39 42
97 61 58
58
42
80
4 In %
20
100 10
90 100
27
73
24
76 100
3
100
3
90
7
100 100 17
83
Pagina 18 van 24
Het aangeboden programma Op een enkele basisschool na werken alle voor- en vroegscholen in Alkmaar met een integraal VVE-programma. Een belangrijk ontwikkelpunt betreft de doelgerichte planning van het aanbod. Een uitwerking van het aanbod in een doelgerichte weekplanning waarin de aan te bieden doelen voor de groep, dan wel individuele of groepjes kinderen beschreven staan, komt op bijna 40% van de peuterspeelzalen en basisscholen nog in onvoldoende mate voor. De planning is in deze gevallen vooral activiteitgericht. Ook kan de meerderheid van de peuterspeelzalen en de helft van de basisscholen onvoldoende laten zien dat zij het aanbod laten opklimmen in moeilijkheidsgraad en hoe zij in het aanbod rekening houden met de verschillen in ontwikkelingsbehoeften van de kinderen. Speciale aandacht verdient het aanbod voor de taalontwikkeling Dit vormt op tweederde van de peuterspeelzalen en een derde van de basisscholen een ontwikkelpunt. Omdat de betrokken locaties dit ook nog onvoldoende in een planning hebben uitgewerkt, is het niet duidelijk of het aanbod voldoende breed is. Het pedagogisch klimaat De kwaliteit van het pedagogisch handelen op de voor- en vroegscholen is voldoende en op enkele peuterspeelzalen en basisscholen dusdanig goed dat de inspectie dit een voorbeeld voor anderen vindt. De leidsters en leerkrachten treden de kinderen respectvol tegemoet en hanteren duidelijke gedragsgrenzen. Dit beeld wordt door de ouders waarmee de inspectie gesproken heeft bevestigd. Het taaluitlokkend karakter van de inrichting vormt bij ruim de helft van de peuterspeelzalen een ontwikkelpunt. Het educatief handelen Het educatief handelen is over het algemeen voldoende. Op alle locaties valt waar te nemen dat leidsters en leerkrachten voldoende tijd besteden aan gerichte taalontwikkelingsactiviteiten. Zij weten de betrokkenheid van kinderen voldoende te stimuleren, tonen zich beschikbaar en stemmen de activiteiten af op verschillen in ontwikkeling van de individuele leerlingen. 3.4
Ontwikkeling, begeleiding en zorg
1 2 In % In % 1 Ontwikkeling, begeleiding en zorg binnen de groep D1.1 Volgen van de brede ontwikkeling van alle 13 kinderen D1.2 De begeleiding is planmatig voor: de hele 90 groep, de kleine (tutor)groep en het individuele kind D1.3 De evaluatie van de aangeboden begeleiding 71 en zorg D1.4 Specifieke aandacht voor de taalontwikkeling 58 2 Ontwikkeling, begeleiding en zorg in de bredere zorgketen D2.1 De leidsters/leerkrachten hebben een overzicht van de kinderen die zorg nodig hebben die de voor- resp. vroegschool niet kan leveren en van de aard van die zorg D2.2 De leidsters/leerkrachten melden kinderen aan voor externe zorg, wanneer de voor/vroegschool de gewenste zorg niet kan leveren D2.3 De leidsters/leerkrachten blijven de ontwikkeling van kinderen met extra zorg HB3266627
3 In %
4 In %
81
6
10 29 42 100
100 100
Pagina 19 van 24
bijhouden Ontwikkeling, begeleiding en zorg binnen de groep Op bijna alle voor- en vroegscholen wordt de ontwikkeling van kinderen systematisch gevolgd. De planmatige opzet van de begeleiding en de evaluatie van de begeleiding vormen echter belangrijke ontwikkelpunten. De specifieke hulp en begeleiding wordt onvoldoende vastgelegd. In de handelingsplannen zijn de doelen, activiteiten en evaluaties niet concreet beschreven. Het is onduidelijk of de kinderen die extra zorg behoeven, ook die zorg geboden krijgen die past bij hun zorgbehoefte. De doelen, activiteiten en de evaluatie van de zorg zijn daardoor onvoldoende. Ontwikkeling, begeleiding en zorg in de bredere zorgketen Op alle locaties verlopen de contacten met de externe zorginstellingen voldoende efficiënt. Voor de peuters verlopen deze via de specifieke afdeling pedagogiek van de SKOA. Wanneer de problemen met een peuter te groot zijn dan komt een medewerker van deze afdeling om een peuter te observeren. Deze medewerker bespreekt de bevindingen met de ouders waarna de ouders (indien nodig) zelf hulp zoeken bij een instantie buiten de speelzaal. 3.5
Kwaliteitszorg 1 In %
E1 Er is VVE-coördinatie op de voor- resp. vroegschool E2 De voor- resp. vroegschool evalueert de kwaliteit van haar VVE E3 De voor- resp. vroegschool evalueert de resultaten van VVE E4 De voor- resp. vroegschool werkt planmatig aan VVE-verbetermaatregelen E5 De voor- resp. vroegschool borgt de kwaliteit van haar educatie E6 VVE is onderdeel van de kwaliteit in de vroegschool
2 In % 3
3 In % 97
81
19
71
29
87
13
77
23
56
44
4 In %
Hoewel de uitvoerende coördinatie van VVE functioneel is belegd, maakt de kwaliteit van VVE als zodanig nog geen deel uit van de beleidscyclus op zowel voor- als vroegscholen. De inspectie concludeert dat de evaluatie van de uitvoering van VVE en het uitwerken van verbeteronderwerpen in een concreet meetbaar plan van aanpak nog versterkt kan worden. Weliswaar worden evaluatieve activiteiten ondernomen. In specifieke zin hebben zij echter te weinig betrekking op de kwaliteit van de uitvoering van het programma, de effecten van de beschikbare en bestede tijd, de kwaliteit van het pedagogisch en het educatief handelen van leidsters en leerkrachten, het ouderbeleid en de participatie van ouders en de specifieke zorg voor kinderen. Ook de evaluatie van de resultaten van VVE vraagt om gerichte aandacht. Evaluatie van de resultaten gebeurt op dit moment nog niet bij de voorscholen, mede omdat daarover gemeentebreed nog geen afspraken zijn vastgelegd. Het merendeel van de vroegscholen brengt de resultaten van de leerlingen wel in kaart. Er is echter onvoldoende sprake van een gerichte evaluatie vanwege het ontbreken van een referentiepunt in de vorm van gemeentelijke afspraken en/of eigen doelen van de scholen.
HB3266627
Pagina 20 van 24
3.6
Doorgaande lijn 1 In %
F1 Er is VVE-coördinatie tussen de voor- en vroegschool F2 Voldoende kinderen stromen door naar een vroegschool F3 De voor- en vroegschool zorgen voor een warme overdracht F4 Het aanbod van de voor- en vroegschool is op elkaar afgestemd F5 Het pedagogisch klimaat en het educatief handelen van de voor- en vroegschool is op elkaar afgestemd F6 De manier om met ouders om te gaan op de voor- en vroegschool is op elkaar afgestemd F7 De interne begeleiding en zorg zijn op de vooren vroegschool op elkaar afgestemd
2 In % 4
3 In % 96
4 In %
100 4
62
35
3
59
38
4
71
25
4
63
25
4
83
13
8
Bij deze VVE-bestandsopname is gebleken dat een doorgaande lijn tussen de vooren vroegscholen over het geheel genomen onvoldoende is gerealiseerd. Er is wel op de meeste locaties sprake van VVE-coördinatie tussen voor- en vroegscholen en de meeste kinderen stromen door van een voorschool naar een (VVE)basisschool. Een warme overdracht van de kinderen en een afstemming van het aanbod beperkt zich echter in het merendeel van de gevallen tot die situaties waar van oudsher een goede samenwerking bestaat. De overlegvormen, met name in Brede Schoolverband zullen nog verder moeten leiden tot meer eenduidige afspraken over het aanbod en nadere afstemming in het pedagogisch en educatief handelen, de zorg en begeleiding en het ouderbeleid. Een specifiek probleem voor de kinderdagverblijven is hierbij dat zij veelal geen 'bijbehorende' basisschool hebben. De kinderen stromen door naar verschillende basisscholen in en buiten de wijk. Het is in die gevallen zo goed als onmogelijk om VVE af te stemmen. Hier ligt met name een taak voor de centrale organisaties. 3.7
De resultaten van VVE 1 In %
G1 De resultaten worden gemeten conform de afspraken G2 De resultaten zijn van voldoende niveau G3 Voldoende kinderen hebben geen verlengde kleuterperiode
2 In %
25
3 In %
4 In %
75
De inspectie spreekt geen oordeel uit over de resultaten van VVE, daar noch op gemeentelijk niveau, noch op de locaties normen voor de opbrengsten zijn gedefinieerd. Wel concludeert de inspectie dat op het merendeel van de basisscholen het percentage leerlingen met verlengde kleuterperiode in de huidige groep 3 onder het landelijk gemiddelde ligt. Bij een kwart van de scholen is dit niet het geval.
HB3266627
Pagina 21 van 24
HB3266627
Pagina 22 van 24
4
Conclusies
De inspectie van het onderwijs heeft zowel op het niveau van de gemeente, als op het niveau van de afzonderlijke locaties, gekeken naar de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie in de gemeente Alkmaar. VVE op gemeenteniveau De gemeente Alkmaar heeft vanaf 2006 beleid gevoerd met betrekking tot de invoering van VVE. In de Uitgangspuntennotitie voor- en vroegschoolse educatie van mei 2006 heeft zij dit beleid vastgelegd. Uitwerking van dit beleid is onder andere terug te vinden in het Programmaplan Opvoeden en Opgroeien 2010. Gezamenlijke scholing van leidsters en leerkrachten, de gezamenlijke invoering van VVEprogramma’s en de uniforme vorm van registratie en overdracht van alle doelgroepkinderen is mede het resultaat hiervan. De inspectie concludeert dat de gemeente het VVE-beleid op dit moment op een aantal punten nog verder kan uitwerken en vastleggen. Tevens voldoet de gemeente op twee punten niet aan de eisen die de OKE-wet stelt. Punten die om nadere uitwerking vragen zijn: het maken van een analyse van de ouderpopulatie en op grond daarvan beleid maken over de ouderactiviteiten die passen bij de kenmerken en behoeften van de ouderpopulatie; interne kwaliteitszorg: het formuleren van gemeentelijk kwaliteitsbeleid en het maken van bestuurlijke afspraken over de wijze waarop de kwaliteit van VVE gemeten wordt; doorgaande lijn: afspraken maken op welke wijze de doorgaande lijn in het pedagogisch en educatief handelen invulling krijgt; systematische evaluatie: de resultaatverwachtingen verbreden naar kwaliteit en opbrengsten en in verband met een tijdige bijstelling van het VVE-beleid jaarlijks evalueren. Afspraken: de gemeente maakt vóór 1 januari 2013 afspraken met de schoolbesturen over de te bereiken resultaten in de vroegschoolse periode. VVE op locatieniveau De kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie op peuterspeelzalen, kinderdagverblijven en basisscholen in Alkmaar is met name in het pedagogisch en educatief handelen aangetroffen. De kwaliteit van onderdelen van het pedagogisch klimaat is op enkele kinderdagverblijven en basisscholen dusdanig goed dat dit een voorbeeld voor anderen is. Daarnaast zijn er ook ontwikkelpunten:
ouderbeleid: het opstellen van een gericht ouderbeleid waarbij op basis van een analyse van de ouderpopulatie doelen geformuleerd worden en het beleid voor de te ondernemen ouderactiviteiten bepaald wordt; programma: het programma uitwerken in een doelgerichte planning waarin de aan te bieden doelen voor de hele groep, subgroepjes of individuele leerlingen staan beschreven. De doelen uitwerken in een aanbod dat opklimt in moeilijkheidsgraad en rekening houdt met de verschillen in ontwikkelingsbehoeften per kind. Specifieke aandacht is daarbij nodig voor de planning van het aanbod voor de taalontwikkeling; pedagogisch klimaat: het verhogen van het taaluitlokkend karakter van de inrichting bij de peuterspeelzalen;
HB3266627
Pagina 23 van 24
interne zorg en begeleiding: de planmatige opzet van de begeleiding en de evaluatie van de begeleiding; kwaliteitszorg: de evaluatie van de uitvoering van VVE en het uitwerken van verbeteronderwerpen in een concreet meetbaar plan van aanpak. De evaluatie van de resultaten van VVE vraagt bij de overgrote meerderheid van de voor- en vroegschoolse instellingen om nadere concretisering; doorgaande lijn: in het overleg tussen voor- en vroegscholen meer aandacht besteden aan de afstemming van het pedagogisch en educatief handelen, het ouderbeleid en de zorg en begeleiding.
HB3266627
Pagina 24 van 24