Investeren in burgerschap is winst voor de wereld Speech Annemarie Jorritsma, voorzitter VNG Millennium Gemeente Symposium, 7 oktober 2010 (alleen het gesproken woord geldt) Dames en Heren, Heeft u Vrijheid en Verantwoordelijkheid, het nieuwe regeerakkoord, al gelezen? Nee? Dan heeft u echt wat gemist. Het is een hart onder de riem voor de Millennium Gemeenten en voor de Nederlandse gemeenten en waterschappen die kennis overdragen aan partnerorganisaties in ontwikkelingslanden. Ik noem drie punten uit het regeerakkoord: In de eerste plaats noemt het regeerakkoord de internationale solidariteit die in ontwikkelingssamenwerking tot uitdrukking komt ‘traditioneel kenmerkend voor het Nederlands buitenlands beleid’. In de tweede plaats wordt één van de speerpunten van het nieuwe beleid het bijdragen aan het behalen van de Millennium Development Goals. En in de derde plaats zal de nieuwe regering focussen op thema’s binnen de ontwikkelingssamenwerking waarin Nederlands goed in is en noemt daarbij onder andere watermanagement en maatschappelijk middenveld. Ook neemt zij zich voor om de in Nederland aanwezige expertise in te zetten op de gebieden als klimaat, energie en water. Nederlandse gemeenten zijn graag bereid hun kennis op deze terreinen te delen. Vier jaar geleden innoveerde de VNG zelf haar ontwikkelingssamenwerkingprogramma, LOGO South genaamd, waarbij LOGO staat voor Local Government. Dit is een programma waarbinnen Nederlandse gemeenten kennis uitwisselen en praktijkgerichte leertrajecten vormgeven met gemeenten in dertien ontwikkelingslanden. De VNG is dan ook vol verwachting over de aankondiging van de regering om het ontwikkelingsbeleid fundamenteel te herzien en te moderniseren. Vooral het feit dat het rapport ‘Minder pretentie, meer ambitie’ van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid oftewel ‘het WRR rapport’ daarbij als leidraad zal dienen vinden wij verheugend. Begin dit jaar organiseerde de VNG een debat tussen professor Van Lieshout, hoofdauteur van het WRR rapport en professor Isa Baud, hoogleraar Internationale ontwikkelingsstudies van de Universiteit van Amsterdam. Het debat vond plaats bij het ministerie van Buitenlandse Zaken. Professor Baud had drie maanden daarvoor, met een team van wetenschappers van de Universiteit van Amsterdam en de universiteit van Utrecht een evaluatie afgerond naar het LOGO South programma. In het debat zette Professor Baud punt voor punt de bevindingen van de evaluatie van LOGO naast de uitkomsten van het WRR rapport. Haar conclusie: het LOGO South programma sluit zeer goed aan op de aanbevelingen van het WRR rapport. Hierbij noemde zij de volgende punten:
1
LOGO South projecten zijn relevant voor het ontwikkelingsland en passen binnen de lokale context. De onderwerpen worden immers door de lokale overheden zelf aangedragen. Het zijn onderwerpen waarvoor zij verantwoordelijk zijn. Het kanaal van gemeentelijke samenwerking is goed geëquipeerd om een diagnose van de vraag te maken. Hierbij kunnen dan ook ontbrekende schakels vastgesteld worden. Om een voorbeeld te noemen: de Zuid-Afrikaanse overheid vroeg specifiek om Nederlandse expertise op het terrein van watermanagement en sociale huisvesting. Via LOGO South kon die expertise geleverd worden door respectievelijk waterschappen en woningbouwcorporaties. LOGO South werkt met lokale overheden, die op de terreinen waarop samengewerkt wordt wettelijke taken en verantwoordelijkheden hebben. Bovendien voelen zij zich eigenaar van de projecten. Dit maakt de hulp effectief. Ook gaat er een katalyserende werking vanuit omdat de toewijding aan beide zijden erg sterk is en omdat de uitwisseling niet alleen Noord-Zuid, is maar ook Zuid-Zuid en Zuid-Noord. Met andere woorden ook gemeenten in andere landen, inclusief die in Nederland leren van de ervaringen. De soort kennis die overgedragen wordt is buitengewoon relevant voor de gemeenten in de ontwikkelingslanden omdat de collega´s onderling niet alleen verstand hebben van afval, maar ook van het functioneren van gemeentelijke organisaties. Het wederzijds begrip leidt tot een vertrouwensrelatie. De kennisuitwisseling loopt van beleidsvorming tot en met uitvoering. En ten slotte, en wellicht het belangrijkste punt van overeenkomst tussen het WRR rapport en LOGO South: beide hebben de ambitie om voorbij de traditionele armoedebestrijding te gaan en zich in te zetten voor echte ontwikkeling. Wat wij willen met LOGO South, en nu geef ik even mijn eigen mening en niet die van professor Baud, gaat verder dan ‘een man niet een vis geven maar een hengel’. Wat wij willen is een visserijbeleid: scholing, krediet, koelhuizen, markthallen, transportmogelijkheden, kwaliteitscontroles. Dát is ontwikkeling. Tot zover de vergelijking door professor Baud van de uitkomsten van de evaluatie van het LOGO South programma met de aanbevelingen van het WRR rapport. In zijn reactie op die vergelijking zei professor Van Lieshout het volgende: “Uit onderzoek blijkt dat de kwaliteit van de uitvoerende taken van de overheid (zowel lokaal als nationaal) een grote rol speelt in ontwikkeling, een grotere rol dan bijvoorbeeld de kwaliteit van het politieke systeem, de vrije markt of het maatschappelijk middenveld. (…) Wij in het Westen meten het succes van die overheden in termen van verkiezingen, maar het is beter dit te meten naar de mate waarin executieve taken worden uitgevoerd.(…) Een ander sterke punt van jullie werk is dat jullie langdurige relaties aan kunnen gaan. Als je een band hebt van 10 jaar dan kun je echt investeren. Dan creëer je begrip over en weer. Dan heb je een toegevoegde waarde. Het is maar de vraag of je dat soort verbindingen kunt maken met het bedrijfsleven en het maatschappelijk middenveld. Er ligt nog een hele markt om de overheid in haar executieve taken te verbeteren. En LOGO South is gericht op de uitvoeringscapaciteit van de lokale overheid.” Het spijt me dat ik zo langs stil stond bij dit debat tussen professoren. Als u er overigens nog geen genoeg van heeft: u kunt bij VNG International het woordelijke verslag van het debat opvragen. LOGO South ligt mij aan het hart. Ik zou het verschrikkelijk vinden als zo’n effectief programma, dat zo goed aansluit bij het nieuwe beleid zou verdwijnen. Op 31 december loopt
2
de financiering van LOGO South namelijk af. VNG International heeft zes maanden geleden een voorstel ingediend voor een vervolg op LOGO South, maar heeft nog steeds geen antwoord gekregen. Wel heb ik vernomen dat de commissie die de minister over projectvoorstellen adviseert unaniem lovend is over de uitwerking van de plannen voor LOGO South II. Ik hoop vurig op een snel en positief besluit. Onze partners in Afrika, Azië en Latijns Amerika en wij hebben zeer veel geïnvesteerd in de vervolgfase van LOGO South. Zij en wij staan in de startblokken! Dames en heren, Het thema van dit symposium is Nieuwe Ronde, Nieuwe Kansen. Niet alleen nieuwe gemeenteraden, maar ook een nieuwe regering. Dat is een moment van bezinning. Ik wil met u drie vragen langs lopen: Wat is de motivatie van gemeenten om zich in te zetten buiten de eigen gemeentegrenzen? Wat is hierbij de toegevoegde waarde van gemeenten? Wat zijn de Nieuwe Ronde en de Nieuwe Kansen voor de Millennium Gemeente campagne ? Ik wil u oproepen om VNG International met zoveel mogelijk ideeën te voeden. Dat kan op dit symposium via twitter, via de email, of door iemand van het Millennium gemeente team aan te schieten of later te bellen. Ik begin bij die motivatie. Wat is het dat gemeenten beweegt om internationaal beleid te willen maken? Ik kan hier kort over zijn. Elke gemeente maakt immers haar eigen afwegingen op basis van de politieke kleur van raad en college. Zo werkt de lokale democratie. Ikzelf zie onze stedenband bijvoorbeeld als één van de weinige tradities die we hebben als jonge gemeente zijnde. De stedenband helpt bij het scheppen van een gevoel van gemeenschap. In de internationale beleidsnota’s van gemeenten worden vele motieven genoemd: van rentmeesterschap tot solidariteit, van het leren van het buitenland tot het creëren van kansen voor het bedrijfsleven.Slechts een kleine minderheid van gemeenten heeft helemaal geen internatonaal beleid. De tweede vraag gaat over de toegevoegde waarde van gemeenten. Met andere woorden: kunnen andere organisaties het niet efficiënter of beter? De LOGO South evaluatie geeft hierop een zeer krachtig antwoord: Ik citeer uit het evaluatierapport: “The LOGO South programme is uniquely efficient in comparison to other aid programmes, in building on existing organizations on both sides, and on existing staff capacity”. Alleen gemeentemensen hebben verstand van het functioneren van gemeenten: alleen praktijkervaring geeft je begrip van de ingewikkelde relaties tussen politiek, ambtelijk apparaat en de burger. Het tastbare bewijs van de toegevoegde waarde van de internationale inzet van Nederlandse gemeenten is dat de koepel organisatie van alle Afrikaanse gemeenten VNG International (en daarmee alle LOGO South gemeenten) een onderscheiding heeft gegeven als organisatie die het lokaal bestuur in Afrika het meest versterkt heeft. Dit gebeurde op het congres dat eens in de drie jaar georganiseerd wordt en dat door 3000 Afrikaanse bestuurders bijgewoond werd. Gemeenten versterken democratisch lokaal bestuur maar zij zetten zich ook in voor wereldburgerschap. Nederlandse gemeenten doen dit al sinds de jaren zeventig, maar de VNG werd pas echt actief toen in 2005 de wereldkoepel van gemeenten haar leden opriep om zich
3
in te zetten voor de Millenniumdoelen. Dit raakte een snaar bij de VNG en zij besloot actief te worden. Er was niets gepland en dus niets begroot. Maar ook zonder budget is veel mogelijk. De VNG vroeg haar Centraal Inkoop Bureau om spandoeken te maken en bood die te koop aan. Zo’n honderd gemeenten kochten het spandoek. Op wereldhongerdag , of ‘White Band Day’, zoals het internationaal genoemd werd bevestigden deze gemeenten het spandoek aan het stadhuis. Daarnaast lieten de VNG en de gemeente Den Haag een professioneel bedrijf een reusachtig, dertig meter lang spandoek maken. Dit werd door de minister Van Ardenne en burgemeester Deetman uitgerold vanaf de bovenste verdieping van het stadhuis tot vlak boven de grond. Het bleef een paar weken hangen. De kosten werden fifty-fifty verdeeld tussen VNG en Den Haag. Daarna startte VNG International de Millennium Gemeente campagne, gefinancierd door de NCDO. VNG International koos voor een laagdrempelige methode. Het was voldoende dat een gemeente beloofde zich voor een millenniumdoel in te zetten en om het toegezonden Millennium Gemeente promotie materiaal te gebruiken. Vervolgens ontstond een interessante dynamiek. Zodra de gemeente het bordje aan de gemeentegrens had opgehangen kwamen de vragen los: hoe zo Millennium Gemeente? Wat doet de gemeente dan? Is dat niet veel te weinig om je Millennium Gemeente te noemen! En zo ontstond reuring in zowel de samenleving als in de gemeente. Met als resultaat veel energie en creativiteit. De financiering van de Millennium Gemeente campagne door de NCDO loopt per 31 december van dit jaar af. Er is een nieuwe Subsidiefaciliteit voor Burgerschap en Ontwikkelingssamenwerking waar wij een voorstel zullen indienen. We willen graag met de Millennium Gemeente campagne doorgaan. Het is een groot succes. Maar liefst 150 gemeenten doen mee die tesamen meer dan de helft van de Nederlandse bevolking vertegenwoordigen. Er zijn steeds meer particuliere initiatieven, het bedrijfsleven is actief geworden, ontwikkelingsorganisaties ontwikkelen actiemodellen samen met gemeenten en burgers, op Millennium Gemeente TV groeit het aantal filmpjes en gemeenten nemen steeds meer een regierol op zich als het gaat om internationalisering. Kortom, de Millennium Gemeente campagne heeft op lokaal niveau geweldig veel losgemaakt. We zijn wel trots, maar niet tevreden. De initiatieven, hoe goed ze ook zijn, zijn te geïsoleerd. Het WRR rapport geeft aan dat een oriëntatie op mondiale ontwikkeling betekent dat we systematisch in kaart moeten brengen wat de grensoverschrijdende gevolgen van ons beleid en handelen zijn. Dat wordt de nieuwe uitdaging voor de Millennium Gemeente campagne. In de nieuwe fase van de Campagne willen we dat de driehoek burger - gemeenschap – gemeente ‘het verschil gaat maken’. Dit leit mij tot de derde vraag: Wat zijn de Nieuwe Ronde en de Nieuwe Kansen voor de Millennium Gemeente campagne ? Uit dertig jaar betrokkenheid van de VNG en de gemeenten kunnen we de volgende lessen trekken die we kunnen gebruiken voor het formuleren van een nieuwe campagne voor wereldburgerschap. Dit zijn achtereenvolgens focus, bundeling van krachten, kwaliteitsverbetering, groot denken. Ik loop ze langs: Focus. De millenniumdoelen hebben als focus goed gewerkt. Zij blijven belangrijk, maar om mensen te mobiliseren is een nieuwe focus nodig. Ik ben zelf van de generatie dat de motivatie om iets voor de wereld te doen voortkwam uit grote idealen of woede over onrecht. Als ik nu met jonge mensen spreek valt het me op dat zij op een heel andere manier
4
gemotiveerd raken. Zij halen hun motivatie niet uit idealen of uit woede, maar uit plezier. Het plezier om een goed idee te delen, om ergens vreselijk goed in te zijn, om je eigen ding te ontwikkelen, om successen te vieren. Als we nadenken over de nieuwe focus is het goed dit in het achterhoofd te houden. Krachten bundelen. Een voorbeeld zijn estafettes, of het met elkaar delen van inspirerende en goed te kopiëren actiemethodes. Maar we kunnen ook denken aan het aanwenden van de gezamenlijke kracht van 150 Millennium Gemeenten. Om eisen te stellen op ethisch gebied, milieu, duurzaamheid en mensenrechten. En om het Rijk uit te nodigen om daarin samen met ons op te trekken. Kwaliteit verbeteren. Hiermee is een zeer grote slag te maken. VNG International kan samen met organisaties die hierin gespecialiseerd zijn trainingen ontwikkelen en zorgdragen voor inhoudelijke verdieping. Groot denken. Zweden heeft het model van de Millennium Gemeente campagne van ons overgenomen. Dat is een eerste stap. Zoals LOGO South zich heeft ontwikkeld tot een programma met vele partners over de hele wereld, zo kan ook de tweede fase van het Millennium Gemeente programma een uitstraling krijgen ver over de grenzen. Hierbij moeten we ons de techniek en de gedachtenwereld eigen maken van Web 2.0. Dit is een verzamelbegrip voor interactieve toepassingen van internet en sociale media. Kennis is niet langer aan ruimte en tijd gebonden. Op internet is iedereen gelijk en gelijkwaardig. Op internet kan je je boodschap, als je maar creatief genoeg bent, aan de hele wereldgemeenschap bekend maken, enz. De implicaties voor wereldburgerschap zijn geweldig. In heb het steeds over de ‘wereldburgers’ gehad als mensen buiten de gemeente, maar de gemeente is natuurlijk onderdeel van de gemeenschap. De projecten van de gemeente die gericht zijn op kennisoverdracht kunnen ook bronnen van inspiratie voor wereldburgerschap zijn. Door de bevolking in de eigen gemeente mee te laten leven met het project, door regelmatige persoonlijke updates, door ze mee te laten denken raken mensen betrokken. Ik acht het niet onwaarschijnlijk dat de gemeente Amsterdam, als zij de bevolking op deze manier had betrokken, de watertarieven niet had hoeven te verhogen. Als mensen bereid zijn om om geld over maken voor een goed doel of om meer te betalen voor Fair Trade producten waarom dan niet vrijwillig wat extra betalen voor de Amsterdamse waterprojecten die vele levens redden? Om af te sluiten. Steeds vaker vraagt men mij: wat hebben WIJ eraan. Wat is ONS belang dat de gemeente internationaal actief is. Niet alleen maar ‘brengen’ zeggen ze dan, maar ‘halen en brengen’. Ik betoog dan dat een wereld die veiliger is, rechtvaardiger en duurzamer in ons aller belang is. Als ik kansen voor ons bedrijfsleven zie of om Almere internationaal op de kaart te zetten geef ik een economisch getinte redenering. En als ik net een ambtenaar heb gesproken die vol ideeën terug is gekomen van een buitenlandse missie, dan antwoord ik dat de gemeente er zo veel van leert. Alle antwoorden zijn waar. Alleen belichten zij steeds een ander stukje van de werkelijkheid. Toch ontbreekt er iets: een waarde. Wie met anderen deelt, materieel of immaterieel, of zich voor een hoger doel in zet creëert een gemeenschap: die kan zo klein zijn als je portiek of zo groot als de wereld. Dat is de essentie van burgerschap. Maar burgerschap ontstaat niet vanzelf. Daar moet je in investeren. Wij gemeenten zijn daartoe bereid. Maar wij hebben de samenwerking nodig van andere partijen: het bedrijfsleven, maatschappelijke organisaties,
5
ontwikkelingsorganisaties en niet te vergeten de Rijksoverheid. Investeren in burgerschap betaalt zich uit als winst voor de wereld. Ik wens u veel inspiratie en succes.
6