Inventariserend onderzoek campagne Taal maakt gezonder
In opdracht van
Dr. Marloes Martens Dr. Arlette Hesselink
Inventariserend onderzoek campagne Taal maakt gezonder
ResCon, research & consultancy Haarlem, augustus 2014 Projectnummer: 14/20
Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Taal maakt gezonder 1.2 Opbouw rapport
1 1 1
Hoofdstuk 2 Opzet van het onderzoek 2.1 Doel- en vraagstellingen onderzoek 2.2 Methode 2.2.1 Dataverzameling 2.2.2 Respons en type zorgverlener 2.3 Analyses
2 2 2 2 3 4
Hoofdstuk 3 Resultaten 3.1 Kennis over laaggeletterdheid 3.1.1 Definitie laaggeletterdheid 3.1.2 Inschatting aantal laaggeletterden in Nederland 3.1.3 Inschatting aantal autochtone laaggeletterden 3.2 Agendasetting laaggeletterdheid 3.2.1 Nadenken over laaggeletterdheid 3.2.2 Nadenken over de gevolgen van laaggeletterdheid 3.2.3 Praten over laaggeletterdheid 3.2.4 Praten over de gevolgen van laaggeletterdheid 3.3 Houding ten aanzien van laaggeletterdheid 3.3.1 Aanmoediging lezen en schrijven door zorgverleners 3.3.2 Druk maken om laaggeletterdheid 3.3.3 Tijdwinst en behandelrelatie 3.3.4 Taak bespreken laaggeletterdheid 3.3.5 Invloed laaggeletterdheid op gezondheid 3.4 Herkenning laaggeletterdheid 3.4.1 Herkenning laaggeletterdheid afgelopen half jaar 3.4.2 Reden niet herkennen laaggeletterdheid 3.5 Bespreking laaggeletterden 3.5.1 Bespreking laaggeletterdheid afgelopen half jaar 3.5.2 Reden niet bespreken laaggeletterdheid 3.5.3 Bespreking laaggeletterdheid door patiënt 3.6 Doorverwijzing laaggeletterden 3.7 Relaties tussen verschillende variabelen 3.8 Ondersteuningsbehoefte 3.9 Extra vragen huisarts 3.10 Extra vragen apothekers
5 5 5 6 7 8 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 18 19 20 20 21 22 23 25 25 27 28
Hoofdstuk 4 Samenvatting onderzoeksopzet, conclusies en aanbevelingen 4.1 Samenvatting onderzoeksopzet 4.2 Kanttekeningen onderzoek 4.3 Conclusies 4.4 Aanbevelingen voor Stichting Lezen & Schrijven en VELO
29 29 29 33 32
Bijlage 1 Vragenlijst eerstelijnszorgverleners
34
Bijlage 2 Print screens werving
40
Bijlage 3 Frequenties vragenlijst Taal maakt gezonder
44
Bijlage 4 Open antwoorden
52
Hoofdstuk 1 Inleiding In Nederland zijn 1,3 miljoen mensen tussen de 16 en 65 jaar laaggeletterd1. Laaggeletterdheid heeft een negatieve invloed op de kwaliteit van leven en met name ook op de gezondheid. Een laaggeletterde heeft minder gezondheidsvaardigheden en ervaart ook eerder gezondheidsproblemen dan iemand die geletterd is1. Vandaar dat Stichting Lezen & Schrijven in samenwerking met VELO de campagne Taal maakt gezonder heeft ontwikkeld. VELO is het samenwerkingsverband van beroeps- en brancheorganisaties van eerstelijnszorgverleners en aanbieders. Het doel van de campagne is om eerstelijnszorgverleners bewust te maken van het probleem laaggeletterdheid en hen te enthousiasmeren voor de oplossing ervan. Met deze rapportage geven we inzicht in de huidige stand van zaken in de zorg ten aanzien van laaggeletterdheid. De resultaten worden door Stichting Lezen & Schrijven en VELO gebruikt om de campagne(materialen) verder inhoud en vorm te geven, afgestemd op de dagelijkse zorgpraktijk. Aanvullend worden de gegevens die voor dit onderzoek verzameld zijn, gebruikt als basis om te zijner tijd uitspraken te kunnen doen over de impact van de campagne. 1.1
Taal maakt gezonder
De campagne Taal maakt gezonder is erop gericht om de zorg bewust te maken van laaggeletterdheid. Ook dienen eerstelijnszorgverleners geënthousiasmeerd te worden laaggeletterdheid te herkennen en te weten wat eraan te doen. Dat betekent dat ze laaggeletterdheid bespreekbaar maken met de patiënt2 en de weg weten om hen gericht door te verwijzen naar een taalscholing in de buurt. Stichting Lezen & Schrijven werkt in de campagne samen met VELO. Op donderdag 11 september 2014, de gezondheidsdag in de Week van de Alfabetisering, wordt de campagne gelanceerd. 1.2
Opbouw rapport
Na deze inleiding vindt u in hoofdstuk 2 een beschrijving van de onderzoeksopzet. In hoofdstuk 3 wordt de stand van zaken van eerstelijnszorgverleners ten aanzien van laaggeletterdheid en hun ondersteuningsbehoefte daarbij beschreven. Het rapport wordt in hoofdstuk 4 afgesloten met een samenvatting van de onderzoeksopzet, conclusies en aanbevelingen.
1
Stichting Lezen & Schrijven in samenwerking met M de Greef, M. Segers en J Nijhuis. Feiten & cijfers geletterdheid: Overzicht van de gevolgen van laaggeletterdheid en opbrengsten van investeringen voor samenleving en individu. Den Haag: Stichting Lezen & Schrijven. 2 Wanneer we het in dit rapport over patiënten hebben, bedoelen we ook cliënten. Voor de leesbaarheid is gekozen voor één term.
1 Inventarisatie Taal maakt gezonder
Hoofdstuk 2 Opzet van het onderzoek In dit hoofdstuk wordt de onderzoeksopzet beschreven. In de eerste paragraaf wordt ingegaan op de doel- en vraagstellingen van het onderzoek. Vervolgens worden in de tweede paragraaf de methode van onderzoek en de respons toegelicht. Het hoofdstuk besluit met een beschrijving van de analyses. 2.1
Doel- en vraagstellingen onderzoek
Het doel van dit onderzoek is inzicht te krijgen in de stand van zaken van eerstelijnszorgverleners ten aanzien van laaggeletterdheid. Ook wordt inzicht verkregen in de behoefte voor toekomstige ondersteuning van VELO en Stichting Lezen & Schrijven. De hieruit afgeleide vraagstellingen zijn als volgt: 1 Wat is de stand van zaken van eerstelijnszorgverleners ten aanzien van laaggeletterdheid? Dit betreft de stand van zaken ten aanzien van kennis, agendasetting, houding en gedrag ten aanzien van laaggeletterdheid. 2 Wat zijn de ondersteuningsbehoeftes van eerstelijnszorgverleners ten aanzien van laaggeletterdheid? 3 Zijn er verschillen in kennis, agendasetting, houding en gedrag tussen verschillende type eerstelijnszorgverleners? De resultaten worden door Stichting Lezen & Schrijven en VELO gebruikt om de campagne(materialen) verder inhoud en vorm te geven, afgestemd op de dagelijkse zorgpraktijk. Aanvullend worden de gegevens die voor dit onderzoek verzameld zijn, gebruikt als basis om t.z.t uitspraken te kunnen doen over de impact van de campagne. 2.2
Methode
2.2.1 Dataverzameling Om antwoord te krijgen op de vraagstellingen is er een digitale vragenlijst (zie bijlage 1) uitgezet via zeven aangesloten VELO partners, namelijk: ACTIZ, LHV, LVE, KNGF, KNOV, KNMP en V&VN. Door omstandigheden is de vragenlijst niet uitgezet via KNMT. De vragenlijst is opgesteld door Stichting Lezen & Schrijven en verder uitgewerkt in samenwerking met de VELO partners en ResCon. Een deel van de vragen is afgestemd op het evaluatieonderzoek campagne laaggeletterdheid uitgevoerd onder een landelijk internetpanel door Maastricht University.3 De vragenlijst is via nieuwsbrieven, oproepen op de website, sociale media en directe mailing onder de aandacht gebracht. Enkele partners hebben ook een reminder uitgezet. 3
M de Greef, J Nijhuis en M. Segers. Evaluatieonderzoek campagne laaggeletterdheid: Duurzame impact van landelijke activiteiten en de regionale campagne van Taal voor het Leven door Stichting Lezen & Schrijven. Maastricht: Maastricht University.
2 Inventarisatie Taal maakt gezonder
De dataverzameling heeft plaatsgevonden tussen 18 juni en 9 juli 2014. De invultijd van de vragenlijst was ongeveer 10 minuten. Het onderzoek heeft alleen online plaatsgevonden. De vragenlijst bestond uit gesloten vragen en één open vraag. Deze open vraag is opgenomen om inzicht te krijgen in de behoefte voor toekomstige ondersteuning van VELO en Stichting Lezen & Schrijven. Aan de VELO partners is aangeboden om enkele extra vragen op te nemen specifiek voor de beroepsgroep. De LHV (huisartsen) en KNMP (apothekers) hebben hier gebruik van gemaakt. 2.2.2 Respons en type zorgverlener In totaal zijn 562 zorgverleners gestart met het invullen van de vragenlijst. Vragenlijsten van zorgverleners die in ieder geval de eerste vier vragen hebben ingevuld, zijn meegenomen in de analyses. Dit betrof 535 zorgverleners. Van deze 535 respondenten hebben 466 de vragenlijst in zijn geheel ingevuld. Figuur 2.1 geeft een overzicht van de respons per type zorgverlener. In dit figuur is af te lezen dat de vragenlijst vooral is ingevuld door huisartsen, fysiotherapeuten en verpleegkundigen. Figuur 2.1
Respons per type zorgverlener (N=535; in %)
* In de categorie anders is o.a. genoemd: verzorgende (N=17), Apotheker (N=16), verloskundige (N=15), eerstelijns-/GZ-psycholoog (N=4), apotheekhoudend huisarts (N=3), (beleids)adviseur (N=5), niet -praktiserend zorgverlener (N=4) en praktijkondersteuner (N=4).
3 Inventarisatie Taal maakt gezonder
2.3
Analyses
De gegevens zijn verwerkt en geanalyseerd met behulp van het statistische programma SPSS. Om de stand van zaken ten aanzien van laaggeletterdheid in kaart te brengen zijn beschrijvende statistiek en frequenties gebruikt. Om antwoord te geven op de vraag of er verschillen zijn in kennis, agendasetting, houding en gedrag tussen verschillende type eerstelijnszorgverleners zijn chi-kwadraattoetsen uitgevoerd. Ook zijn door middel van de chi-kwadraattoetsen de relaties tussen de kennis, agendasetting, houding en gedrag bestudeerd. Hiervoor zijn de vragen over kennis samengevoegd tot één variabele. Hetzelfde is gedaan voor gedrag en agendasetting. Daar waar we relevante en significante (P-waarde < 0.05) verschillen hebben gevonden, zijn deze beschreven bij de resultaten.
4 Inventarisatie Taal maakt gezonder
Hoofdstuk 3 Resultaten 3.1
Kennis over laaggeletterdheid
Om zorgverleners te motiveren voor het thema laaggeletterdheid moeten ze op zijn minst weten wat laaggeletterdheid is en dat het een veel voorkomend probleem is. In de vragenlijst zijn daarom drie vragen opgenomen met betrekking tot kennis over laaggeletterdheid. 3.1.1 Definitie laaggeletterdheid In de eerste vraag is nagegaan in hoeverre zorgverleners bekend zijn met de definitie van laaggeletterdheid. Stichting Lezen & Schrijven hanteert daarvoor de volgende definitie: 1,3 miljoen Nederlanders hebben grote moeite met lezen en schrijven. Deze mensen noemen we laaggeletterd. Ze zijn niet in staat gedrukte of geschreven informatie te gebruiken en kunnen hierdoor minder goed functioneren in de samenleving, thuis en op het werk. Figuur 3.1 geeft de resultaten weer van de gegeven antwoorden met betrekking tot de definitie van laaggeletterdheid. Gevraagd is: ‘Wat houdt volgens u de term laaggeletterdheid in?’ Uit het figuur blijkt dat het kennisniveau onder zorgverleners redelijk goed te noemen is. Bijna drie kwart van de zorgverleners (72,5%) is bekend met de juiste definitie van laaggeletterdheid. Verder geeft bijna een kwart van de zorgverleners een antwoord dat redelijk veel lijkt op de juiste definitie. Er zijn geen significante verschillen gevonden tussen de verschillende type zorgverleners. Figuur 3.1
*
Definitie laaggeletterdheid (N=535; in %)
Juiste antwoord.
5 Inventarisatie Taal maakt gezonder
3.1.2 Inschatting aantal laaggeletterden in Nederland In Nederland zijn 1,3 miljoen mensen tussen de 16 en 65 jaar laaggeletterd en 65% daarvan is autochtoon4. Wanneer er gevraagd wordt om een inschatting te maken van het aantal laaggeletterden in Nederland maakt bijna drie kwart (73,3%) van de zorgverleners een onjuiste inschatting (zie figuur 3.2). Het probleem wordt vooral onderschat, namelijk 58,7% van de ondervraagde zorgverleners onderschat het aantal laaggeletterden. De resterende 14,6% overschat het aantal laaggeletterden. Er zijn geen significante verschillen gevonden tussen de verschillende type zorgverleners. Figuur 3.2
*
Inschatting aantal laaggeletterden in Nederland (N=535; in %)
Juiste antwoord.
4
Stichting Lezen & Schrijven in samenwerking met M de Greef, M. Segers en J Nijhuis. Feiten & cijfers geletterdheid: Overzicht van de gevolgen van laaggeletterdheid en opbrengsten van investeringen voor samenleving en individu. Den Haag: Stichting Lezen & Schrijven.
6 Inventarisatie Taal maakt gezonder
3.1.3 Inschatting aantal autochtone laaggeletterden Ook het percentage laaggeletterden van autochtone afkomst wordt ernstig onderschat (zie figuur 3.3). Maar liefst 85.2% van de zorgverleners denkt dat het percentage van autochtone afkomst lager is dan het werkelijke percentage. Er zijn geen significante verschillen gevonden tussen de verschillende type zorgverleners. Figuur 3.3
*
Inschatting percentage afkomst (N=535; in %)
laaggeletterden
van
autochtone
Juiste antwoord.
7 Inventarisatie Taal maakt gezonder
3.2
Agendasetting laaggeletterdheid
3.2.1 Nadenken over laaggeletterdheid Voor een geslaagde politieke en maatschappelijke agendasetting is het onder andere van belang dat zorgverleners nadenken over de mogelijkheid dat één of meer van zijn/haar patiënten laaggeletterd is. Uit de totaal balk van figuur 3.4 is op te maken dat ruim een derde (33,6%) van de zorgverleners hier in het afgelopen half jaar (heel) vaak over heeft nagedacht, 41,5% af en toe en 24,8% niet zo vaak tot nooit. Huisartsen hebben in het afgelopen half jaar significant vaker dan andere type zorgverleners nagedacht over de mogelijkheid dat één of meer van zijn/haar patiënten laaggeletterd is. Van de huisartsen heeft 41,4% hier (heel) vaak aan gedacht tegenover 27,6% van de rest van de zorgverleners. Fysiotherapeuten hebben in het afgelopen half jaar significant minder vaak dan andere type zorgverleners erover nagedacht (respectievelijk 25,6% en 36,1% heeft hier (heel) vaak aan gedacht). Figuur 3.4
Nagedacht over mogelijkheid dat één of meer patiënten laaggeletterd is (N=520; in %)
8 Inventarisatie Taal maakt gezonder
3.2.2 Nadenken over de gevolgen van laaggeletterdheid Vervolgens is aan de zorgverleners gevraagd hoe vaak ze in het afgelopen half jaar hebben nagedacht over de gevolgen van laaggeletterdheid op het kunnen omgaan met gezondheid(sproblemen) en ziekte (zie figuur 3.5). Uit de totaal balk van figuur 3.5 is op te maken dat 37,3% van de zorgverleners hier in het afgelopen half jaar (heel) vaak over heeft nagedacht, 35,4% af en toe en 27,3% niet zo vaak tot nooit. Huisartsen hebben in het afgelopen half jaar significant vaker dan andere type zorgverleners hierover nagedacht (respectievelijk 41,5%5 en 34,1% heeft hier (heel) vaak aan gedacht). Figuur 3.5
5
Nagedacht over de gevolgen van laaggeletterdheid op het omgaan met gezondheid(sproblemen) en ziekte (N=520; in %)
Door afrondingsverschillen wijkt dit percentage af van figuur 3.5.
9 Inventarisatie Taal maakt gezonder
3.2.3 Praten over laaggeletterdheid Ook is nagegaan of zorgverleners in het afgelopen half jaar met andere zorgverleners/collega’s gepraat hebben over de mogelijkheid dat één of meer van zijn/haar patiënten laaggeletterd is. Uit de totaal balk van figuur 3.6 is op te maken dat 16,7% van de zorgverleners in het afgelopen half jaar hier (heel) vaak over gepraat heeft, 32,2% af en toe en 51,2% niet zo vaak tot nooit. Huisartsen hebben in het afgelopen half jaar significant vaker dan andere type zorgverleners gepraat met anderen over de mogelijkheid dat één om meer patiënten laaggeletterd is (respectievelijk 20% en 14% heeft hier (heel) vaak over gepraat). Fysiotherapeuten hebben in verhouding tot de andere type zorgverleners het minst vaak hierover gepraat (respectievelijk 60% en 48,5% heeft hier niet zo vaak tot nooit over gepraat). Van de fysiotherapeuten heeft slechts 10% hier (heel) vaak over gepraat. Figuur 3.6
Gepraat met anderen over de mogelijkheid dat één om meer patiënten laaggeletterd is (N=510; in %)
10 Inventarisatie Taal maakt gezonder
3.2.4 Praten over de gevolgen van laaggeletterdheid Tenslotte is nagegaan of zorgverleners in het afgelopen half jaar met andere zorgverleners/collega’s gepraat hebben over de gevolgen van laaggeletterdheid op het kunnen omgaan met gezondheid(sproblemen) en ziekte. Uit de totaal balk van figuur 3.7 is op te maken dat 16,7% van de zorgverleners hier in het afgelopen half jaar (heel) vaak over heeft gepraat, 29% af en toe en 54,3% niet zo vaak tot nooit. Wanneer de type zorgverleners tegen elkaar afgezet worden blijft hetzelfde beeld ontstaan dat huisartsen hier in het afgelopen half jaar significant vaker dan andere type zorgverleners over hebben gepraat (respectievelijk 20% en 14% heeft hier (heel) vaak over gepraat). Figuur 3.7
Gepraat met anderen over de gevolgen van laaggeletterdheid op het omgaan met gezondheid(sproblemen) en ziekte (N=510; in %)
11 Inventarisatie Taal maakt gezonder
3.3
Houding ten aanzien van laaggeletterdheid
Om na te gaan wat zorgverleners vinden van de problematiek van laaggeletterdheid, zijn zeven stellingen voorgelegd. Respondenten konden op een schaal van 1-5 (hoe hoger hoe positiever) aangeven of ze het eens waren met de stelling. De resultaten op deze stellingen worden in figuur 3.8 tot en met 3.14 gepresenteerd en gegroepeerd per type zorgverlener. Uit de figuren is op te maken dat zorgverleners over het algemeen een positieve houding hebben ten aanzien van de (winst van de) aanpak van laaggeletterdheid (zie figuur 3.8 t/m 3.14). Zorgverleners zijn het vooral (helemaal) eens met de stelling dat mensen zich meer zorgen moeten maken over het probleem laaggeletterdheid in onze samenleving. Van de zorgverleners is 86,4% het hier (helemaal) mee eens (zie figuur 3.8). Figuur 3.8
Mensen zouden zich meer zorgen moeten maken over het probleem laaggeletterdheid in onze samenleving (N=492; in %)
12 Inventarisatie Taal maakt gezonder
3.3.1 Aanmoediging lezen en schrijven door zorgverleners Figuur 3.9 laat zien dat zorgverleners in verhouding tot de andere stellingen wat neutraler zijn in hun score met betrekking tot de stelling ‘Ik denk dat we genoeg doen om mensen aan te moedigen om goed te kunnen lezen en schrijven’. Huisartsen zijn het significant minder vaak (helemaal) eens met de stelling dan de andere type zorgverleners (respectievelijk 9,1% en 17,9%). Fysiotherapeuten zijn het juist significant vaker (helemaal) eens met de stelling dan de andere type zorgverleners (respectievelijk 19,5% en 12,3%). Figuur 3.9
Ik denk dat we genoeg doen om mensen aan te moedigen om goed te kunnen lezen en schrijven (N=492; in %)
Huisarts
55,7
35,2
9,1
Fysiotherapeut
19,5
Verpleegkundige
17,2
31,3
51,6
Anders
16,5
34,1
49,5
Totaal
52
33,9
14 0
47,4
33,1
20
(Helemaal) mee eens
40 Neutraal
60
80
100
(Helemaal) mee oneens
13 Inventarisatie Taal maakt gezonder
3.3.2 Druk maken om laaggeletterdheid Verder geeft 82,1% van de zorgverleners het helemaal oneens te zijn met de stelling dat mensen zich te druk maken om het probleem laaggeletterdheid (zie figuur 3.10). Figuur 3.10
Ik heb het gevoel dat mensen zich te druk maken om het probleem laaggeletterdheid (N=492; in %)
Huisarts 1,8 13,7 Fysiotherapeut 1,6
84,5 80,5
17,8
Verpleegkundige 4,7 7,8 Anders 5,5 Totaal 2,8 0
87,5 74,7
19,8
82,1
15 20
(Helemaal) mee eens
40 Neutraal
60
80
100
(Helemaal) mee oneens
14 Inventarisatie Taal maakt gezonder
3.3.3 Tijdwinst en behandelrelatie Figuur 3.11 en 3.12 laten zien dat zorgverleners het veelal (helemaal) mee eens zijn dat geletterdheid hen tijdwinst en een betere behandelrelatie oplevert. Figuur 3.11
Als mijn patiënten goed kunnen lezen en schrijven, levert mij dat veel tijdswinst op (N=492; in %)
Figuur 3.12
Een grotere taalvaardigheid draagt bij aan behandelrelatie tussen patiënt en zorgverlener (N=492; in %)
een
betere
15 Inventarisatie Taal maakt gezonder
3.3.4 Taak bespreken laaggeletterdheid Verder vindt iets meer dan de helft van alle zorgverleners dat ze een taak hebben om laaggeletterdheid te bespreken met patiënten waarvan vermoed wordt dat ze laaggeletterd zijn. Fysiotherapeuten zijn het significant minder vaak (helemaal) mee eens met de stelling dan de andere type zorgverleners (respectievelijk 33,1% en 63,6%). Maar ook een grote groep (tussen de 25,6% en 44,1%) geeft een neutraal antwoord op deze stelling. Figuur 3.13
Ik vind het mijn taak als zorgverlener om laaggeletterdheid te bespreken met patiënten waarvan ik het vermoeden heb dat ze laaggeletterd zijn (N=492; in %)
16 Inventarisatie Taal maakt gezonder
3.3.5 Invloed laaggeletterdheid op gezondheid Meer dan drie kwart van de zorgverleners (77,4%) is het (helemaal) eens met de stelling dat laaggeletterdheid een grote invloed heeft op hoe patiënten omgaan met hun gezondheid(sproblemen) en ziekte (zie figuur 3.14). Huisartsen vinden dit significant vaker dan de andere type zorgverleners (respectievelijk 83,6% en 72,5%) en fysiotherapeuten significant minder vaak ten opzichte van de rest (66,1% en 81%) Figuur 3.14
Laaggeletterdheid heeft een grote invloed op hoe mijn patiënten omgaan met hun gezondheid(sproblemen) en ziekte (N=492; in %)
17 Inventarisatie Taal maakt gezonder
3.4
Herkenning laaggeletterdheid
3.4.1 Herkenning laaggeletterdheid afgelopen half jaar Om de herkenning van laaggeletterdheid inzichtelijk te maken, is gevraagd hoe vaak de zorgverleners in het afgelopen half jaar laaggeletterdheid bij zijn/haar patiënten heeft herkend. Figuur 3.15 laat zien dat de meeste zorgverleners aangeven soms laaggeletterdheid te herkennen. De huisarts geeft dit significant het vaakst aan en de groep andere type zorgverleners bestaande uit onder andere verzorgenden, apothekers en verloskundigen het minst vaak (respectievelijk 70,6% en 60,8%). Figuur 3.15
Herkenning laaggeletterdheid afgelopen half jaar (N=491; in %)
18 Inventarisatie Taal maakt gezonder
3.4.2 Reden niet herkennen laaggeletterdheid Aan de respondenten die aan hebben gegeven in het afgelopen half jaar soms of nooit laaggeletterdheid te herkennen, is vervolgens gevraagd naar de reden daarvoor (zie figuur 3.16). De belangrijkste reden is dat zorgverleners niet weten hoe ze laaggeletterdheid kunnen herkennen (34,4%). Daarnaast geven respondenten aan dat ze geen contact hebben met laaggeletterde patiënten (13,6%) en/of er geen tijd voor hebben (12,9%). Ook is er een grote groep respondenten (48,1%) die de categorie anders aanklikt.6 Veel genoemde andere redenen zijn dat de zorgverlener er niet altijd alert op is/bewust mee bezig, dat patiënten hun laaggeletterdheid goed kunnen verhullen, de populatie laaggeletterden laag is en dat het geen invloed heeft op de werkzaamheden. Huisartsen geven in verhouding tot de andere type zorgverleners significant vaker de reden dat ze niet weten hoe ze laaggeletterdheid kunnen herkennen (respectievelijk 45,1% en 25,9%) en juist significant minder vaak dat ze geen contact hebben met laaggeletterden (respectievelijk 1,2% en 23,6%). Figuur 3.16
Reden niet herkennen laaggeletterdheid (N=398; in %)1,2
1. Deze vraag is alleen gesteld aan respondenten die soms of nooit laaggeletterdheid herkennen. 2. Meerdere antwoorden mogelijk. * In de categorie anders is o.a. genoemd: Ik ben er niet altijd alert op/bewust mee bezig (N=36), patiënten kunnen hun laaggeletterdheid goed verhullen (N=32), populatie laaggeletterden is laag (N=20), laaggeletterdheid heeft geen invloed op de werkzaamheden (N=15), gebrek aan deskundigheid (N=10), weet niet wat ik mis (N=6), tijd gerelateerd (N=6), geen erkenning bij laaggeletterden zelf (N=6), meeste patiënten zijn in beeld (N=4), allochtone populatie (N=4), geen prioriteit (N=3), en weinig patiëntencontact N=3.
6
In bijlage 4 (tabel 4.1 t/m 4.4) staat een opsomming van de categorie anders gegroepeerd per thema en type zorgverlener.
19 Inventarisatie Taal maakt gezonder
3.5
Bespreking laaggeletterdheid
3.5.1 Bespreking laaggeletterdheid afgelopen half jaar Om inzichtelijk te maken in hoeverre zorgverleners laaggeletterdheid bespreken, is gevraagd hoe vaak de zorgverleners in het afgelopen half jaar laaggeletterdheid met zijn/haar patiënten heeft besproken. Figuur 3.17 laat zien dat de meeste zorgverleners (86,3%) aangeven soms of nooit laaggeletterdheid te bespreken. De huisarts geeft significant minder vaak dan andere type zorgverleners soms of nooit aan laaggeletterdheid te bespreken (respectievelijk 82,8% en 89,5%). Figuur 3.17
Bespreking laaggeletterdheid afgelopen half jaar (N=408; in %)
20 Inventarisatie Taal maakt gezonder
3.5.2 Reden niet bespreken laaggeletterdheid Aan de respondenten die aan hebben gegeven in het afgelopen half jaar soms of nooit laaggeletterdheid te bespreken (N=347), is vervolgens gevraagd naar de reden daarvoor (zie figuur 3.18). De belangrijkste redenen zijn dat zorgverleners het lastig vinden om laaggeletterdheid te bespreken (34,9%) en dat ze te weinig van laaggeletterdheid weten om het te bespreken (22,5%). Ook geeft ruim een derde van de zorgverleners (34,3%) een andere reden aan.7 Veel genoemde andere redenen zijn dat zorgverleners hun werkzaamheden erop aanpassen, ze verder geen hulp kunnen aanbieden, ze er onvoldoende alert op zijn, er geen erkenning is bij de laaggeletterden zelf en tijdgerelateerde redenen. Huisartsen geven in verhouding tot de andere type zorgverleners significant minder vaak de reden dat ze geen contact hebben met laaggeletterde patiënten (respectievelijk 1,2% en 23,6%). Daarentegen geven huisartsen in verhouding tot de andere type zorgverleners significant vaker de reden dat ze niet weten hoe ze laaggeletterdheid kunnen herkennen (respectievelijk 45,1% en 25,90%). Figuur 3.18
Reden niet bespreken laaggeletterdheid (N=347; in %)1,2
1. Deze vraag is alleen gesteld aan respondenten die soms of nooit laaggeletterdheid bespreken. 2. Meerdere antwoorden mogelijk. * In de categorie anders is o.a. genoemd: pas werkzaamheden erop aan (N=16), kan ze verder geen hulp aanbieden (N=8), niet alert/denk er onvoldoende aan (N=7), tijd gerelateerd (N=7), geen erkenning bij laaggeletterde zelf (N=7), indien relevant voor de hulpvraag (N=6), populatie laaggeletterden is laag (N=6), gebrek aan deskundigheid (N=5), allochtone populatie (N=5) en patiënten kunnen hun laaggeletterdheid goed verhullen (N=3).
7
In bijlage 4 (tabel 5.1 t/m 5.4) staat een opsomming van de categorie anders gegroepeerd per thema en type zorgverlener.
21 Inventarisatie Taal maakt gezonder
3.5.3 Bespreking laaggeletterdheid door patiënt Naast dat een zorgverlener laaggeletterdheid bespreekbaar kan maken, kan ook een patiënt dit uit zichzelf kenbaar maken bij zijn of haar zorgverleners (zie figuur 3.19). Dit blijkt in de praktijk van zorgverleners nog niet veel te gebeuren, namelijk 69% van de zorgverleners geeft aan dat dit nooit is voorgekomen in het afgelopen half jaar. Er zijn daarbij geen significante verschillen gevonden tussen de verschillende type zorgverleners. Figuur 3.19
Bespreking laaggeletterdheid afgelopen half jaar op initiatief van patiënt (N=472; in %)
22 Inventarisatie Taal maakt gezonder
3.6
Doorverwijzing laaggeletterden
Aan de zorgverleners is vervolgens gevraagd of ze laaggeletterde patiënten hebben doorverwezen naar (hulp bij) taalscholing (zie figuur 3.20). Ruim drie kwart van de zorgverleners (77,8%) heeft dit geen één keer gedaan in het afgelopen half jaar. Er zijn daarbij geen significante verschillen gevonden tussen de verschillende type zorgverleners. Figuur 3.20
Doorverwijzing laaggeletterden afgelopen half jaar (N=401; in %)
23 Inventarisatie Taal maakt gezonder
Aan de respondenten die aan hebben gegeven in het afgelopen half jaar soms of nooit laaggeletterde patiënten te hebben doorverwezen naar (hulp bij) taalscholing (N=379), is vervolgens gevraagd naar de reden daarvoor (zie figuur 3.21). De belangrijkste reden is dat zorgverleners te weinig weten van doorverwijsmogelijkheden op het gebied van taal (55,9%). Huisartsen benoemen dit significant vaker en verpleegkundigen significant minder vaak als reden (respectievelijk 65,1% en 36,4%). Eén vijfde van de zorgverleners geeft aan dat ze het niet hun taak vinden om laaggeletterden door te verwijzen. Fysiotherapeuten geven in verhouding tot de andere type zorgverleners significant vaker de reden dat ze het niet tot hun taak vinden horen om de gevolgen van de problematiek rondom laaggeletterdheid te bespreken (respectievelijk 25,3% en 14,1%). Ook geeft bijna een derde van de zorgverleners een andere reden aan.8 Veel genoemde andere redenen zijn dat de patiënt zijn probleem niet kan of wil erkennen, er geen hulpmogelijkheden (bekend zijn) en dat er geen aandacht voor is/er niet aan wordt gedacht. Geen tijd en geen contact hebben met laaggeletterde patiënten zijn redenen die minder vaak worden aangehaald door zorgverleners. Verder benoemen huisartsen in verhouding tot de andere type zorgverleners significant minder vaak de reden dat ze geen contact hebben met laaggeletterde patiënten (respectievelijk 2,2% en 14,1%). Figuur 3.21
Reden niet doorverwijzen laaggeletterden (N=379; in %)1,2
1. Deze vraag is alleen gesteld aan respondenten die soms of nooit laaggeletterdheid bespreken. 2. Meerdere antwoorden mogelijk. * In de categorie anders is o.a. genoemd dat de patiënt niet wil/kan of zijn probleem niet erkent (N=19), er is geen hulp mogelijk is (N=15), geen aandacht/ denk er niet aan (N=13), weinig patiëntencontact (N=4), geen verbetering mogelijk (N=3), tijd gerelateerd (N=3), geen prioriteit (N=3), gebrek aan deskundigheid (N=3), bang om te kwetsen (N=2) en reeds doorgestuurd (N=2). 8
In bijlage 4 (tabel 6.1 t/m 6.4) staat een opsomming van de categorie anders gegroepeerd per thema en type zorgverlener.
24 Inventarisatie Taal maakt gezonder
3.7
Relaties tussen verschillende variabelen
De relaties tussen kennis, agendasetting, houding en gedrag zijn bestudeerd. Op deze manier kan inzichtelijk worden gemaakt of kennis van invloed is op de concepten agendasetting, houding en gedrag. Dit blijkt niet het geval te zijn. Vervolgens is nagegaan of er een relatie is tussen agendasetting en gedrag. Uit de analyse blijkt dat er een sterke relatie is tussen deze twee variabelen. Hoe vaker men heeft nagedacht of gepraat met andere zorgverleners over (de gevolgen van) laaggeletterdheid hoe vaker men een positief gedrag vertoont ten aanzien van het signaleren, bespreken en verwijzen van laaggeletterden. Wanneer tenslotte de relatie tussen de houding ten aanzien van laaggeletterdheid en agendasetting en gedrag wordt bestudeerd, blijken er verschillende significante relaties te zijn. Zo blijken zorgverleners die aangeven dat mensen zich meer zorgen moeten maken over het probleem laaggeletterdheid, zorgverleners die het hun taak vinden om laaggeletterdheid te bespreken en zorgverleners die vinden dat laaggeletterdheid grote invloed heeft op hoe hun patiënt omgaat met hun gezondheid, het ook significant vaker agenderen en positief gedrag vertonen ten aanzien van laaggeletterdheid. Aanvullend is er een positieve relatie gevonden tussen agendering en zorgverleners die vinden dat men niet genoeg doet om laaggeletterdheid aan te pakken. 3.8
Ondersteuningsbehoefte
Aan het eind van de vragenlijst is in een open vraag, gevraagd een advies te geven over hoe Stichting Lezen & Schrijven en VELO zorgverleners via de campagne Taal maakt gezonder kunnen ondersteunen. In tabel 3.1 staat een samenvatting van de gegeven adviezen gegroepeerd per thema en type zorgverlener. In bijlage 4 (tabel 7.1 t/m 7.4) staat een opsomming van de gegeven adviezen gegroepeerd per thema en type zorgverlener. Bijna drie kwart van de ondervraagde zorgverleners heeft een ondersteuningsbehoefte. Er is met name behoefte aan het inzichtelijk maken van doorverwijsmogelijkheden. Vooral huisartsen en verpleegkundigen hebben deze ondersteuningsbehoefte. Verder hebben veel zorgverleners behoefte aan een goede sociale kaart met doorverwijsmogelijkheden inclusief adres en instantie waar de zorgverlener naar door kan verwijzen. Ook informatie over de kosten van de taalscholing is wenselijk. Een deel van de zorgverleners benoemt specifiek dat ze de doorverwijsmogelijkheden willen ontvangen specifiek voor hun werkgebied. Verder hebben zorgverleners behoefte aan voorlichtingsmateriaal en informatie. Dit betreft zowel algemeen voorlichtingsmateriaal als patiëntmateriaal, zoals posters en folders die ook begrijpelijk en toegankelijk zijn voor (familieleden) van laaggeletterden. Volgens zorgverleners zijn afbeeldingen, iconen, pictogrammen, filmpjes, gesproken tekst, storytelling en strips bij patiëntmateriaal aansprekende vormen.
25 Inventarisatie Taal maakt gezonder
Bij één op de vijf zorgverleners is behoefte aan handreikingen om (signalen van) laaggeletterdheid (zo snel mogelijk) te herkennen. Door 14,6% van de zorgverleners wordt aangegeven dat ze graag handvatten en informatie ontvangen om laaggeletterdheid op een respectvolle manier te bespreken met de doelgroep. Andere ondersteuningsbehoeften die zorgverleners benoemen, zijn scholing (vooral ten aanzien van herkenning en verwijzing), vergroten van de bewustwording rondom laaggeletterdheid en toegankelijke meetinstrumenten voor laaggeletterden. Tabel 3.1 Ondersteuningsbehoefte zorgverleners (N=405; in %)1,2 Ondersteuningsbehoefte Doorverwijsmogelijkheden Voorlichtingsmateriaal en informatie Herkenning laaggeletterdheid Tips communicatie met de doelgroep Scholing Vergroten bewustwording laaggeletterdheid Meetinstrumenten Anders3 Geen ondersteuningsbehoefte N
Huisarts
Fysiotherapeut
Verpleegkundige
Anders
52,1 31,8
32,6 24,2
78,3 13,5
19,7 31,8
40,7 27,7
21,4 10,9
21,1 12,6
21,2 5,8
18,2 24,2
20,7 14,6
9,9 7,7
4,2 X
7,7 5,8
7,6 4,5
7,9 5,2
2,1 14,6 14,6
3,2 12,6 37,9
1,9 5,8 36,5
1,5 24,2 31,8
2,2 14,6 25,7
192
95
52
66
405
Totaal
1. Meerdere antwoorden mogelijk. 2. Open vraag en daarna gestructureerd per thema en type zorgverlener. 3. In de categorie anders is o.a. genoemd: extra tijd (N=3) contact en uitwisseling ervaringen, gesprek op locatie, toetsen voorlichtingsmateriaal op effectiviteit.
26 Inventarisatie Taal maakt gezonder
3.9
Extra vragen huisartsen
Voor de huisartsen zijn een viertal extra vragen opgenomen, gericht op momenteel beschikbare ondersteunende materialen voor huisartsen. Er is gevraagd of huisartsen bekend zijn met de ‘Toolkit laaggeletterdheid’ en de map ‘Begrijp je lichaam’ van onder andere de LHV. De ‘Toolkit laaggeletterdheid’ van de LHV bevat onder andere een checklijst om laaggeletterdheid te herkennen en tips voor de communicatie met deze groep patiënten. De map ‘Begrijp je lichaam’ is een coproductie van onder andere de LHV met eenvoudig te begrijpen afbeeldingen en voorlichtingsteksten over het menselijk lichaam, bedoeld voor gebruik door huisartsen. De bekendheid van de ondersteunende materialen is redelijk te noemen. Ruim de helft van de huisartsen (51,2%) kent de ‘Toolkit laaggeletterdheid’ en ongeveer een derde (32,1%) kent de map ‘Begrijp je lichaam’ (niet in figuur). Indien ze bekend zijn met (één van) de ondersteunende materialen is gevraagd in hoeverre ze er gebruik van maken (figuur 3.22). Uit dit figuur is af te lezen dat de ‘Toolkit laaggeletterdheid’ door ongeveer een kwart van de huisartsen af en toe tot (heel) vaak wordt gebruikt. De map ‘Begrijp je lichaam’ wordt door ongeveer een derde (32,4%) van de huisartsen af en toe tot (heel) vaak gebruikt. Figuur 3.22
1.
Gebruik ondersteunende materialen huisartsen (N=68-109; in %)1
Alleen gevraagd indien de huisarts bekend is met de toolkit/map
27 Inventarisatie Taal maakt gezonder
3.10
Extra vragen apothekers
Voor de apothekers zijn een drietal extra vragen opgenomen. In de eerste vraag is gevraagd naar de ondersteuningsbehoefte vanuit de koepelorganisatie KNMP. Slechts veertien apothekers hebben deze vragen ingevuld. Negen van de veertien apothekers hebben behoefte aan extra informatiemateriaal en vier van de veertien apothekers geven aan behoefte te hebben aan een trainingsaanbod. Vervolgens is gevraagd of men in de dagelijkse werkzaamheden te maken heeft met laaggeletterden. Bij zeven van de veertien van de apothekers is dit het geval. Vier apothekers hebben in de dagelijkse praktijk niet te maken met laaggeletterden en nog eens drie apothekers geven aan dit niet te weten of er niet mee bekend te zijn. Tenslotte is gevraagd welke instrumenten apothekers inzetten om de doelgroep efficiënt te kunnen begeleiden in hun medicatie. Apothekers geven veelal mondelinge uitleg en maken gebruik van plaatjes en pictogrammen om uitleg te geven over de medicatie. Eén van de apothekers maakt gebruik van de ‘Bijsluiter in beeld’ klapper om uitleg te geven over medicatie.
28 Inventarisatie Taal maakt gezonder
Hoofdstuk 4 Samenvatting onderzoeksopzet, conclusies en aanbevelingen 4.1
Samenvatting onderzoeksopzet
Stichting Lezen & Schrijven heeft in samenwerking met VELO de campagne Taal maakt gezonder ontwikkeld. Via deze campagne willen zij de zorgverleners bewuster maken van het probleem laaggeletterdheid. Ook willen zij eerstelijnszorgverleners enthousiasmeren hun bijdrage te leveren aan de oplossing ervan door laaggeletterdheid bij hun patiënten herkennen en met hen bespreken en hen vervolgens doorverwijzen naar een taalscholing in de buurt. Om inzicht te krijgen in de huidige stand van zaken in de zorg ten aanzien van laaggeletterdheid en de ondersteuningsbehoefte is onderzoek uitgezet. Voor de verzameling van de data is een digitale vragenlijst uitgezet. In totaal hebben 535 eerstelijnszorgverleners de vragenlijst ingevuld. Op basis van dit onderzoek kunnen Stichting Lezen & Schrijven en VELO de campagne(materialen) verder inhoud en vorm geven, afgestemd op de dagelijkse zorgpraktijk. Aanvullend worden de gegevens die voor dit onderzoek verzameld zijn, gebruikt als basis om te zijner tijd uitspraken te kunnen doen over de impact van de campagne. In dit hoofdstuk worden eerst enkele kanttekeningen geplaatst, gevolgd door de conclusies en enkele aanbevelingen aan Stichting Lezen & Schrijven en VELO. 4.2
Kanttekeningen onderzoek
Bij dit onderzoek en de interpretatie van de resultaten is een aantal kanttekeningen te plaatsen. Doordat het niet bekend is hoeveel zorgverleners de oproep voor deelname aan het onderzoek hebben gezien is er mogelijk sprake van selectiebias. Dat komt bijvoorbeeld door de plaatsing van de oproepen via nieuwsbrieven, websites en sociale media. Het is aannemelijk dat deelnemers aan het onderzoek meer affiniteit en betrokkenheid hebben met het thema laaggeletterdheid in vergelijking met de gehele populatie zorgverleners. Het kan dus zijn dat de resultaten van dit onderzoek een positiever beeld schetsen dan de werkelijkheid is. Ondanks dit gegeven geeft het onderzoek wel inzicht in de kennis, het gedrag en de ondersteuningsbehoefte van zorgverleners. Ondanks de inzet van zeven VELO partners is het niet goed gelukt een goede afspiegeling van eerstelijnszorgverleners te krijgen. Vooral huisartsen, fysiotherapeuten en verpleegkundigen hebben deelgenomen aan het onderzoek. Verzorgenden, apothekers, verloskundigen en eerstelijnspsychologen hebben in verhouding minder vaak deelgenomen. Dit heeft de vergelijking tussen de type zorgverleners beperkt.
29 Inventarisatie Taal maakt gezonder
4.3
Conclusies
Vooral het aantal autochtone laaggeletterden wordt onderschat Er is winst te behalen in het vergroten van de bekendheid met het aantal (autochtone) laaggeletterden in Nederland. Veel zorgverleners weten wat laaggeletterdheid is, maar onderschatten het aantal (autochtone) laaggeletterden in ons land. Er heerst vooral een misperceptie over het voorkomen van laaggeletterdheid onder de autochtone bevolking. Door de bekendheid te vergroten wordt ook de noodzaak van de aanpak van laaggeletterdheid vergroot. Vergroten agendasetting laaggeletterdheid wenselijk De onderzoeksresultaten laten zien dat het onderwerp laaggeletterdheid weinig aandacht krijgt van zorgverleners. Daarbij denken zorgverleners vaker over (de gevolgen van) laaggeletterdheid dan dat ze erover praten. Ongeveer één op de drie zorgverleners denkt er (heel) vaak over na en ongeveer één op de zeven zorgverleners praat (heel) vaak over (de gevolgen van) laaggeletterdheid. Verder blijkt dat huisartsen vaker dan andere type zorgverleners nadenken en praten over laaggeletterdheid. Ook op het terrein van agendasetting is winst te behalen. Door positieve houding van zorgverleners veel kans op aanpak laaggeletterdheid Zorgverleners hebben over het algemeen een positieve houding ten aanzien van de (winst van de) aanpak van laaggeletterdheid. Het overgrote deel van de zorgverleners vindt dat men zich meer zorgen moet maken over het probleem laaggeletterdheid. Hierbij vindt meer dan de helft van de zorgverleners dat men op dit moment te weinig doet om laaggeletterden aan te moedigen te leren lezen en schrijven. Zorgverleners onderkennen dat laaggeletterdheid een negatieve invloed heeft op de kwaliteit van leven en de gezondheid. Ook geven ze aan dat geletterdheid hen tijdwinst en een betere behandelrelatie op kan leveren. Vooral huisartsen en verpleegkundigen zien het als hun taak om laaggeletterdheid te bespreken met patiënten waarvan vermoed wordt dat ze laaggeletterd zijn. Bij fysiotherapeuten bestaat twijfel over hun rol ten aanzien van laaggeletterdheid. Herkenning en bespreking laaggeletterdheid en doorverwijzing laaggeletterden voor verbetering vatbaar Uit het onderzoek komt verder naar voren dat de herkenning en bespreking van laaggeletterdheid en doorverwijzing van laaggeletterden voor verbetering vatbaar zijn. Een gebrek aan kennis en bewustzijn rond laaggeletterdheid, hoe het te herkennen en hoe en waarnaar door te doorverwijzen lijken hierin een belangrijke rol in te spelen. Ook missen zorgverleners vaardigheden om laaggeletterdheid te bespreken. Inherent hieraan hebben zorgverleners veelal behoefte aan het inzichtelijk maken van doorverwijsmogelijkheden, voorlichtingsmateriaal over laaggeletterdheid en handreikingen om laaggeletterdheid (zo snel mogelijk) te herkennen. Uit de toelichting die zorgverleners geven op het niet herkennen en bespreken van laaggeletterdheid, blijkt dat ze er niet voldoende bewust mee bezig zijn, dat patiënten hun laaggeletterdheid goed kunnen verhullen en dat het geen invloed heeft op hun werkzaamheden. Tenslotte blijkt dat zorgverleners veelal weinig door hun patiënten direct benaderd worden om hun moeite met lezen en schrijven te bespreken. 30 Inventarisatie Taal maakt gezonder
Huisartsen vertonen een positiever beeld Er is de afgelopen jaren, door met name de LHV en Stichting Lezen & Schrijven, op kleine schaal geïnvesteerd in het vergroten van de bekendheid en aanpak van laaggeletterdheid onder huisartsen. Het effect van deze investering lijkt zich terug te vertalen in de onderzoeksresultaten. Huisartsen vertonen over het algemeen een positiever beeld ten aanzien van laaggeletterdheid. Zo hebben zij bijvoorbeeld vaker nagedacht en gepraat met andere zorgverleners/collega’s over laaggeletterdheid en de gevolgen daarvan. Ook vinden zij vaker dan andere type zorgverleners dat laaggeletterdheid een grote invloed heeft op hoe patiënten omgaan met hun gezondheid(sproblemen). Deze positieve resultaten vertalen zich niet duidelijk door naar het beter herkennen en vaker bespreken van laaggeletterdheid ten opzichte van de andere type zorgverleners. Er kan geconcludeerd worden dat de eerste stappen gezet zijn, maar dat er meer aandacht voor laaggeletterdheid nodig is om daadwerkelijk tot activering te komen. Duidelijke behoefte aan inzicht in doorverwijsmogelijkheden Er is een duidelijke behoefte aan inzicht in doorverwijsmogelijkheden inclusief adres en instantie waar de zorgverlener naar door kan verwijzen. Hierbij is vooral behoefte aan inzichtelijkheid van doorverwijsmogelijkheden in hun eigen werkgebied. Ook is informatie over de kosten die met de taalscholing gepaard gaan wenselijk. Voorlichtingsmateriaal, informatie en handreikingen gericht op herkenning van laaggeletterdheid ondersteunen zorgverleners Aanvullende ondersteuningsbehoeften van zorgverleners betreft voornamelijk voorlichtingsmateriaal en informatie en handreikingen gericht op herkenning en bespreekbaar maken van laaggeletterdheid. Dit betreft zowel algemeen voorlichtingsmateriaal als patiëntmateriaal om laaggeletterdheid met patiënten te bespreken. Onder andere de “Toolkit Laaggeletterdheid’ en de map ‘Begrijp je lichaam’ spelen in op de behoefte aan voorlichtingsmateriaal, informatie en handreikingen gericht op herkenning van laaggeletterdheid. De bekendheid van deze ondersteunende materialen kan echter nog wel verder worden vergroot. Voldoende aanknopingspunten campagne Taal maakt gezonder De onderzoeksresultaten ondersteunen het belang van een campagne om zorgverleners bewuster en actiever te maken ten aanzien van laaggeletterdheid. Met de campagne Taal maakt gezonder is veel winst te boeken op het vergroten van de bekendheid van het aantal (autochtone) laaggeletterden, de agendasetting en de taak van de verschillende type zorgverleners in de aanpak van laaggeletterdheid. Ook is er winst te behalen in het herkennen, bespreken en doorverwijzen van laaggeletterdheid, vooral door het aanpakken van de redenen waarom zorgverleners dit nu nog niet (altijd) doen. Indien er rekening wordt gehouden met de ondersteuningsbehoeften van de zorgverleners staat niets een succesvolle uitrol van de campagne Taal maakt gezonder in de weg.
31 Inventarisatie Taal maakt gezonder
4.4
Aanbevelingen voor Stichting Lezen & Schrijven en VELO
Door het vragenlijstonderzoek is de stand van zaken in de zorg ten aanzien van laaggeletterdheid en de ondersteuningsbehoefte inzichtelijk gemaakt. Dit heeft geresulteerd in zeven aanbevelingen aan Stichting Lezen & Schrijven en VELO: 1 Vergroot de bekendheid van het aantal (autochtone) laaggeletterden De bekendheid van het aantal (autochtone) laaggeletterden kan verder vergroot worden in de campagne Taal maakt gezonder. Daarbij is het belangrijk om niet alleen aan te geven hoe vaak laaggeletterdheid in Nederland voorkomt, maar ook dat laaggeletterdheid vooral voorkomt onder de autochtone bevolking. 2 Vergroot de noodzaak van de aanpak In het kader van de agendasetting is er zowel winst te behalen dat zorgverleners (meer) gaan nadenken over laaggeletterdheid als dat ze er over gaan praten met anderen zorgverleners. Wanneer het gaat om communicatie tussen zorgverleners laten vooral huisartsen een positief beeld zien. Het is raadzaam om gebruik te maken van hun ervaringen. Uit andere onderzoeken blijkt dat het raadzaam is om positieve ervaringen van collega-deskundigen te gebruiken. 3 Overtuig zorgverleners van hun taak Om ervoor te zorgen dat zorgverleners laaggeletterdheid bespreken en patiënten doorverwijzen naar taalscholing is het essentieel dat zorgverleners het als hun taak zien. Uit de resultaten van het onderzoek blijkt dat een grote groep zorgverleners twijfelen over hun taak hierin. Het is belangrijk om dit ter sprake te brengen in de campagne Taal maakt gezonder. Zeker omdat zorgverleners erkennen dat geletterdheid tijdswinst, een betere behandelrelatie en het beter omgaan met gezondheid(sproblemen) op kan leveren. 4 Voorzie zorgverleners van de juiste kennis en tools Zorgverleners kunnen de verbindende factor zijn om laaggeletterden door te verwijzen naar taalscholing. Daarvoor is het belangrijk dat ze toegerust zijn met meer facts en achtergrondinformatie over laaggeletterdheid. Naast handreikingen om laaggeletterdheid te herkennen dienen ze ook tips te ontvangen om laaggeletterdheid op een respectvolle manier te bespreken. Door zorgverleners uit te rusten met de juiste tools wordt tevens de kans vergroot dat ze laaggeletterdheid van patiënten eerder signaleren. 5 Stimuleer een duurzame oplossing Wanneer zorgverleners met laaggeletterdheid te maken hebben lossen zij dit vaak op door hun werkwijze aan te passen, bijvoorbeeld door de patiënt mondeling meer uitleg te geven. Dit is echter een korte termijn oplossing van het probleem. Beter is het wanneer zorgverleners (ook) laaggeletterdheid actief erkennen, bespreken en mensen doorverwijzen naar taalscholing. De campagne Taal maakt gezonder kan deze aangepaste werkwijze van zorgverleners stimuleren, zodat (ook) een lange termijn oplossing gerealiseerd kan worden en de eigen regie van mensen wordt vergroot.
32 Inventarisatie Taal maakt gezonder
6 Vergroot de bespreekbaarheid ook via de patiënt Vooralsnog worden zorgverleners niet via hun patiënten benaderd om zijn/haar moeite met lezen en schrijven te bespreken. Door de campagne ook direct op de doelgroep te richten en hen te stimuleren om het probleem te bespreken met hun zorgverlener wordt de kans vergroot dat de bespreekbaarheid van laaggeletterdheid in de zorg toeneemt. Aandacht over laaggeletterdheid bij de doelgroep kan mogelijk drempelverlagend werken. Vooral omdat het vermoeden bestaat bij zorgverleners dat er veel schaamte is bij patiënten over deze problematiek. 7
Zet doorverwijzers, voorlichtingsmateriaal en handreikingen gericht op herkenning van laaggeletterdheid in Het lijkt kansrijk om in de campagne Taal maakt gezonder te investeren in doorverwijzers/kaart, voorlichtingsmateriaal (algemeen en patiëntmateriaal) en handreikingen gericht op herkenning van laaggeletterdheid. Het is bij de doorverwijsmogelijkheden naar taalscholing belangrijk om zo concreet mogelijk te verwijzen. Verder dient het voorlichtingsmateriaal ook geschikt te zijn voor de doelgroep. Zorg daarom voor afbeeldingen, iconen, pictogrammen, filmpjes, gesproken tekst, storytelling en strips bij de ontwikkeling van de voorlichtingsmaterialen voor de doelgroep. Hierbij is het ook van belang dat de ondersteunende materialen die al beschikbaar zijn voor huisartsen nogmaals onder de aandacht te brengen. Tenslotte dienen de handreikingen gericht op herkenning van laaggeletterdheid tips te bevatten hoe ermee om te gaan.
33 Inventarisatie Taal maakt gezonder
Bijlage 1 Vragenlijst laaggeletterdheid in de zorg Digitale versie [Terugbladeren niet mogelijk] Fijn dat u bereid bent deel te nemen aan deze korte vragenlijst. Uw antwoorden worden uiteraard vertrouwelijk beantwoord en anoniem verwerkt. Klik bij elke vraag één antwoord aan. Als er meerdere antwoorden gegeven kunnen worden, wordt dat expliciet bij de betreffende vraag weergegeven. Klik op ‘Verder’ om de vragenlijst te starten. A1 U bent eerstelijnszorgverlener. Wat is uw beroep? 1 Huisarts 2 Tandarts 3 Fysiotherapeut 4 Verpleegkundige 5 Eerstelijns/GZ-psycholoog 6 Verloskundige 7 Apotheker 8 Verzorgende 9 Anders, namelijk . 2
Wat houdt volgens u de term laaggeletterd in? 1 Dat mensen in de lage landen geletterd zijn 2 Dat mensen moeite hebben met lezen, schrijven, luisteren, rekenen, gebruik van computers en spreken 3 Dat mensen de taal zich nooit eigen kunnen maken 4 Dat mensen dyslexie hebben 5 Dat mensen moeite hebben met het gebruik van computers en hanteren van digitale systemen 6 Dat mensen niet goed kunnen lezen en schrijven en daardoor niet volwaardig kunnen deelnemen aan de samenleving 7 Goede antwoord staat er niet bij
3
Hoeveel mensen in Nederland hebben volgens u moeite met lezen en schrijven? 1 0-10.000 2 10.000-250.000 3 250.000-1 miljoen 4 1 miljoen-1,5 miljoen 5 meer dan 1,5 miljoen
4
Hoe groot is het percentage laaggeletterden van autochtone afkomst? 1 23% 2 52% 3 65%
1,3 miljoen Nederlanders hebben grote moeite met lezen en schrijven. Deze mensen noemen we laaggeletterd. Ze zijn niet in staat gedrukte of geschreven informatie te gebruiken en kunnen hierdoor minder goed functioneren in de samenleving, thuis en op het werk. 34
5a Hoe vaak heeft u in het afgelopen half jaar nagedacht over de mogelijkheid dat één of meer van uw patiënten/cliënten laaggeletterd zijn? 1 Heel vaak 2 Vaak 3 Af en toe 4 Niet zo vaak 5 Nooit 5b Hoe vaak heeft u in het afgelopen half jaar nagedacht over de gevolgen van laaggeletterdheid op het kunnen omgaan met gezondheid(sproblemen) en ziekte? 1 Heel vaak 2 Vaak 3 Af en toe 4 Niet zo vaak 5 Nooit 6a Hoe vaak heeft u in het afgelopen half jaar gepraat met andere zorgverleners/collega’s over de mogelijkheid dat één of meer patiënten/cliënten mogelijk laaggeletterd zijn? 1 Heel vaak 2 Vaak 3 Af en toe 4 Niet zo vaak 5 Nooit 6b Hoe vaak heeft u in het afgelopen half jaar gepraat met andere zorgverleners/collega’s over de gevolgen van laaggeletterdheid op het kunnen omgaan met gezondheid(sproblemen) en ziekte? 1 Heel vaak 2 Vaak 3 Af en toe 4 Niet zo vaak 5 Nooit
35
7
In hoeverre bent u het eens met de volgende stellingen? [verwerken in een matrix] [vragen] A Mensen zouden zich meer zorgen moeten maken over het probleem laaggeletterdheid in onze samenleving. B Ik denk dat we genoeg doen om mensen aan te moedigen om goed te kunnen lezen en schrijven. C Ik heb het gevoel dat mensen zich te druk maken om het probleem laaggeletterdheid. D Als mijn patiënten/cliënten goed kunnen lezen en schrijven, levert mij dat veel tijdswinst op. E Een grotere taalvaardigheid draagt bij aan een betere behandelrelatie tussen patiënt/cliënt en zorgverlener. F Ik vind het mijn taak als zorgverlener om laaggeletterdheid te bespreken met patiënten/cliënten waarvan ik heb vermoeden heb dat ze laaggeletterd zijn. G Laaggeletterdheid heeft een grote invloed op hoe mijn patiënten/cliënten omgaan met hun gezondheid(sproblemen) en ziekte. [antwoorden] 1 Helemaal mee eens 2 Mee eens 3 Niet mee eens/niet mee oneens 4 Mee oneens 5 Helemaal mee oneens
8a Hoe vaak heeft u in het afgelopen half jaar laaggeletterdheid bij uw patiënten/cliënten herkend? 1 Altijd [ga door naar 9a] 2 Vaak [ga door naar 9a] 3 Soms 4 Nooit 8b Wat is de reden dat u soms of nooit laaggeletterdheid bij uw patiënten/cliënten heeft herkend? (meerdere antwoorden mogelijk) 1 ik heb geen contact met laaggeletterde patiënten/cliënten 2 ik weet niet hoe ik laaggeletterde patiënten/cliënten kan herkennen 3 ik vind het niet mijn taak 4 ik heb er geen tijd voor 5 anders namelijk [indien bij vraag 8a ‘nooit’, ga door naar 11] 9a Hoe vaak heeft u in het afgelopen half jaar met patiënten/cliënten, waarvan u het vermoeden heeft dat ze laaggeletterd zijn, de gevolgen van deze problematiek besproken? 1 Altijd [ga door naar 10a] 2 Vaak [ga door naar 10a] 3 Soms 4 Nooit
36
9b Wat is de reden dat u soms of nooit de gevolgen van de problematiek rond laaggeletterdheid met hen heeft besproken? (meerdere antwoorden mogelijk) 1 ik heb geen contact met laaggeletterde patiënten/cliënten 2 ik weet te weinig van laaggeletterdheid om het met hen te bespreken 3 ik vind het lastig om laaggeletterdheid te bespreken met mijn patiënten/cliënten 4 ik vind het niet mijn taak 5 ik heb er geen tijd voor 6 anders namelijk 10a Hoe vaak heeft u in het afgelopen half jaar laaggeletterde patiënten/cliënten doorverwezen naar (hulp bij) taalscholing? 1 Altijd [ga door naar 11] 2 Vaak [ga door naar 11] 3 Soms 4 Nooit 10b Wat is de reden dat u soms of nooit laaggeletterde patiënten/cliënten heeft doorverwezen naar (hulp bij) taalscholing? (meerdere antwoorden mogelijk) 1 ik heb geen contact met laaggeletterde patiënten/cliënten 2 ik weet te weinig van doorverwijsmogelijkheden op het gebied van taal 3 ik vind het niet mijn taak 4 ik heb er geen tijd voor 5 anders namelijk 11 Hoe vaak heeft een patiënt/cliënt u in het afgelopen half jaar benaderd om zijn/haar moeite met lezen en schrijven te bespreken? 1 Heel vaak 2 Vaak 3 Af en toe 4 Niet zo vaak 5 Nooit 6 Ik heb geen contact met laaggeletterde patiënten/cliënten
37
12 VELO en Stichting Lezen & Schrijven willen samen met u en de andere eerstelijnszorgverleners het probleem van laaggeletterdheid in de zorg voor het voetlicht brengen. Bewustwording van het probleem is het eerste begin van oplossingen aanreiken voor laaggeletterde patiënten/cliënten. Momenteel zijn VELO en Stichting Lezen & Schrijven bezig met de invulling van de campagne en willen zij daarbij graag gebruik maken van uw mening. Kunt u aangeven welke ondersteuning u wenst? Indien u geen behoefte heeft aan ondersteuning, vul dan in ‘geen behoefte’ [niet verplicht] 1 2 3 Indien huisarts [Indien vraag 1 = 1] B1 Kent u de Toolkit Laaggeletterdheid (van de LHV) met onder andere een checklist om laaggeletterdheid te herkennen en tips voor de communicatie met deze groep patiënten?
1 Ja 2 Nee [ga door naar B3] 2
Hoe vaak gebruikt u de Toolkit Laaggeletterdheid? 1 Heel vaak 2 Vaak 3 Af en toe 4 Niet zo vaak 5 Nooit
38
3
Kent u de map 'Begrijp je lichaam' (een coproductie van o.a. de LHV) met eenvoudig te begrijpen afbeeldingen en voorlichtingsteksten over het menselijk lichaam, bedoeld voor gebruik door huisartsen?
1 Ja 2 Nee [einde vragenlijst] 4
Hoe vaak gebruikt u de map ‘Begrijp je lichaam’? 1 Heel vaak 2 Vaak 3 Af en toe 4 Niet zo vaak 5 Nooit
Indien apotheker [indien vraag 1 is 7] C1 Welke extra ondersteuning vindt u wenselijk vanuit uw koepelorganisatie? 1 Trainingsaanbod 2 Extra informatiemateriaal 3 Anders, namelijk . 2
Heeft u in uw dagelijkse werkzaamheden te maken met laaggeletterden? 1 Ja 2 Nee [einde vragenlijst] 3 Weet niet; niet mee bekend [einde vragenlijst]
3
Welke instrumenten zet u in om de laaggeletterde doelgroep efficiënt te kunnen begeleiden in hun medicatie? [Open antwoord mogelijkheid, niet verplicht]
Dit waren alle vragen. Hartelijk dank voor uw medewerking!
39
Bijlage 2 Printscreens werving
40
41
42
43
Bijlage 3 Frequenties vragenlijst Taal maakt gezonder huisarts
fysiotherapeut
verpleegkundige
anders
totaal
Huisarts Fysiotherapeut Verpleegkundige Anders, namelijk N=
43,4 n.v.t. n.v.t. n.v.t. 232
n.v.t. 22,6 n.v.t. n.v.t. 121
n.v.t. n.v.t. 13,5 n.v.t. 72
n.v.t. n.v.t. n.v.t. 20,6 110
43,4 22,6 13,5 20,6 535
Dat mensen in de lage landen geletterd zijn Dat mensen moeite hebben met lezen, schrijven, luisteren, rekenen, gebruik van computers en spreken Dat mensen de taal zich nooit eigen kunnen maken Dat mensen dyslexie hebben Dat mensen moeite hebben met het gebruik van computers en hanteren van digitale systemen Dat mensen niet goed kunnen lezen en schrijven en daardoor niet volwaardig kunnen deelnemen aan de samenleving Goede antwoord staat er niet bij N=
0,0 25,9 0,0 0,4 0,0 70,3 3,4 232
0,0 19,0 0,0 0,0 0,0 79,3 1,7 121
0,0 18,1 0,0 1,4 0,0 76,4 4,2 72
0,0 28,2 0,0 0,0 0,0 67,3 4,5 110
0,0 23,7 0,0 0,4 0,0 72,5 3,4 535
0-10.000 10.000-250.000 250.000-1 miljoen 1 miljoen-1,5 miljoen meer dan 1,5 miljoen N=
0,4 18,1 35,3 27,6 18,5 232
1,7 23,1 35,5 28,9 10,7 121
2,8 23,6 36,1 27,8 9,7 72
2,7 33,6 28,2 21,8 13,6 110
1,5 23,2 34,0 26,7 14,6 535
23% 52% 65% N=
57,3 28,4 14,2 232
63,6 24,0 12,4 121
44,4 37,5 18,1 72
48,2 35,5 16,4 110
55,1 30,1 14,8 535
A A1 U bent eerstelijnszorgverlener. Wat is uw beroep?
2 Wat houdt volgens u de term laaggeletterd in?
3 Hoeveel mensen in Nederland hebben volgens u moeite met lezen en schrijven?
4 Hoe groot is het percentage laaggeletterden van autochtone afkomst?
44
Bijlage 3 Frequenties vragenlijst Taal maakt gezonder huisarts
fysiotherapeut
verpleegkundige
anders
totaal
19,4 22,0 44,1 13,7 0,9 227
7,4 18,2 43,0 23,1 8,3 121
10,0 18,6 35,7 28,6 7,1 70
11,8 17,6 38,2 26,5 5,9 102
13,8 19,8 41,5 20,4 4,4 520
15,9 25,6 38,8 16,7 3,1 227
8,3 24,0 33,9 28,1 5,8 121
10,0 28,6 30,0 18,6 12,9 70
13,7 19,6 33,3 22,5 10,8 102
12,9 24,4 35,4 20,8 6,5 520
8,9 11,1 36,4 30,7 12,9 225
3,3 6,7 30,0 26,7 33,3 120
7,4 10,3 33,8 32,4 16,2 68
5,2 11,3 23,7 37,1 22,7 97
6,7 10,0 32,2 31,2 20,0 510
1,3 miljoen Nederlanders hebben grote moeite met lezen en schrijven. Deze mensen noemen we laaggeletterd. Ze zijn niet in staat gedrukte of geschreven informatie te gebruiken en kunnen hierdoor minder goed functioneren in de samenleving, thuis en op het werk. 5a Hoe vaak heeft u in het afgelopen half jaar nagedacht over de mogelijkheid dat één of meer van uw patiënten/cliënten laaggeletterd zijn? Heel vaak Vaak Af en toe Niet zo vaak Nooit N=
5b Hoe vaak heeft u in het afgelopen half jaar nagedacht over de gevolgen van laaggeletterdheid op het kunnen omgaan met gezondheid(sproblemen) en ziekte? Heel vaak Vaak Af en toe Niet zo vaak Nooit N=
6a Hoe vaak heeft u in het afgelopen half jaar gepraat met andere zorgverleners/collega’s over de mogelijkheid dat één of meer patiënten/cliënten mogelijk laaggeletterd zijn? Heel vaak Vaak Af en toe Niet zo vaak Nooit N=
45
Bijlage 3 Frequenties vragenlijst Taal maakt gezonder huisarts
fysiotherapeut
verpleegkundige
anders
totaal
Heel vaak Vaak Af en toe Niet zo vaak Nooit N=
8,0 12,0 33,3 27,6 19,1 225
1,7 9,2 26,7 30,0 32,5 120
5,9 8,8 30,9 32,4 22,1 68
6,2 11,3 20,6 36,1 25,8 97
5,9 10,8 29,0 30,4 23,9 510
Helemaal mee eens Mee eens Niet mee eens / niet mee oneens Mee oneens Helemaal mee oneens N=
26,0 57,1 14,2 1,8 0,9 219
24,6 62,7 8,5 3,4 0,8 118
31,3 60,9 7,8 0,0 0,0 64
24,2 64,8 8,8 1,1 1,1 91
26,0 60,4 11,0 1,8 0,8 492
Helemaal mee eens Mee eens Niet mee eens / niet mee oneens Mee oneens Helemaal mee oneens N=
0,9 8,2 35,2 49,3 6,4 219
3,4 16,1 33,1 41,5 5,9 118
3,1 14,1 31,3 50,0 1,6 64
1,1 15,4 34,1 42,9 6,6 91
1,8 12,2 33,9 46,3 5,7 492
6b Hoe vaak heeft u in het afgelopen half jaar gepraat met andere zorgverleners/collega’s over de gevolgen van laaggeletterdheid op het kunnen omgaan met gezondheid(sproblemen) en ziekte?
7 In hoeverre bent u het eens met de volgende stellingen? a Mensen zouden zich meer zorgen moeten maken over het probleem laaggeletterdheid in onze samenleving.
b Ik denk dat we genoeg doen om mensen aan te moedigen om goed te kunnen lezen en schrijven.
46
Bijlage 3 Frequenties vragenlijst Taal maakt gezonder huisarts
fysiotherapeut
verpleegkundige
anders
totaal
Helemaal mee eens Mee eens Niet mee eens / niet mee oneens Mee oneens Helemaal mee oneens N=
0,0 1,8 13,7 63,5 21,0 219
0,8 0,8 17,8 57,6 22,9 118
1,6 3,1 7,8 60,9 26,6 64
1,1 4,4 19,8 56,0 18,7 91
0,6 2,2 15,0 60,4 21,7 492
Helemaal mee eens Mee eens Niet mee eens / niet mee oneens Mee oneens Helemaal mee oneens N=
16,0 58,0 19,6 5,0 1,4 219
18,6 51,7 22,0 5,1 2,5 118
7,8 56,3 32,8 3,1 0,0 64
15,4 58,2 19,8 6,6 0,0 91
15,4 56,3 22,0 5,1 1,2 492
24,7 57,1 15,1 2,3 0,9 219
22,9 59,3 11,9 3,4 2,5 118
18,8 67,2 10,9 3,1 0,0 64
19,8 65,9 11,0 3,3 0,0 91
22,6 60,6 13,0 2,8 1,0 492
8,7 58,0 25,6 5,9 1,8 219
6,8 26,3 44,1 18,6 4,2 118
12,5 51,6 26,6 7,8 1,6 64
12,1 44,0 33,0 9,9 1,1 91
9,3 47,0 31,5 10,0 2,2 492
c Ik heb het gevoel dat mensen zich te druk maken om het probleem laaggeletterdheid.
d Als mijn patiënten/cliënten goed kunnen lezen en schrijven, levert mij dat veel tijdswinst op.
e Een grotere taalvaardigheid draagt bij aan een betere behandelrelatie tussen patiënt/cliënt en zorgverlener. Helemaal mee eens Mee eens Niet mee eens / niet mee oneens Mee oneens Helemaal mee oneens N=
f Ik vind het mijn taak als zorgverlener om laaggeletterdheid te bespreken met patiënten/cliënten waarvan ik heb vermoeden heb dat ze laaggeletterd zijn. Helemaal mee eens Mee eens Niet mee eens / niet mee oneens Mee oneens Helemaal mee oneens N=
47
Bijlage 3 Frequenties vragenlijst Taal maakt gezonder huisarts
fysiotherapeut
verpleegkundige
anders
totaal
Helemaal mee eens Mee eens Niet mee eens / niet mee oneens Mee oneens Helemaal mee oneens N=
24,2 59,4 14,2 1,8 0,5 219
15,3 50,8 27,1 4,2 2,5 118
23,4 56,3 18,8 1,6 0,0 64
22,0 53,8 19,8 4,4 0,0 91
21,5 55,9 18,9 2,8 0,8 492
Altijd Vaak Soms Nooit N=
0,5 19,7 70,6 9,2 218
0,0 16,1 70,3 13,6 118
3,1 18,8 56,3 21,9 64
1,1 19,8 51,6 27,5 91
0,8 18,7 65,2 15,3 491
8b Wat is de reden dat u soms of nooit laaggeletterdheid bij uw patiënten/cliënten heeft herkend? (meerdere antwoorden mogelijk) ik heb geen contact met laaggeletterde patiënten/cliënten ik weet niet hoe ik laaggeletterde patiënten/cliënten kan herkennen ik vind het niet mijn taak ik heb er geen tijd voor anders namelijk N=
1,2 45,1 6,4 17,3 52,0 173
17,3 30,6 8,2 6,1 51,0 98
20,8 20,8 10,4 22,9 37,5 48
34,3 22,9 10,0 4,3 41,4 70
13,6 34,4 8,0 12,9 48,1 398
2,5 14,6 58,1 24,7 198
5,1 2,0 42,4 50,5 99
6,3 8,3 39,6 45,8 48
6,3 6,3 41,3 46,0 63
4,2 9,6 49,5 36,8 408
g Laaggeletterdheid heeft een grote invloed op hoe mijn patiënten/cliënten omgaan met hun gezondheid(sproblemen) en ziekte.
8a Hoe vaak heeft u in het afgelopen half jaar laaggeletterdheid bij uw patiënten/cliënten herkend?
9a Hoe vaak heeft u in het afgelopen half jaar met patiënten/cliënten, waarvan u het vermoeden heeft dat ze laaggeletterd zijn, de gevolgen van deze problematiek besproken? Altijd Vaak Soms Nooit N=
48
Bijlage 3 Frequenties vragenlijst Taal maakt gezonder huisarts
fysiotherapeut
verpleegkundige
anders
totaal
2,4 22,0 39,6 13,4 26,2 38,4 164
11,0 27,5 29,7 25,3 15,4 29,7 91
10,0 20,0 32,5 15,0 15,0 30,0 40
23,1 17,3 30,8 15,4 9,6 32,7 52
8,6 22,5 34,9 17,0 19,6 34,3 347
Altijd Vaak Soms Nooit N=
2,6 2,6 22,4 72,4 196
0,0 4,1 12,2 83,7 98
2,1 2,1 14,9 80,9 47
5,0 3,3 8,3 83,3 60
2,2 3,0 17,0 77,8 401
10b Wat is de reden dat u soms of nooit laaggeletterde patiënten/cliënten heeft doorverwezen naar (hulp bij) taalscholing? (meerdere antwoorden mogelijk) ik heb geen contact met laaggeletterde patiënten/cliënten ik weet te weinig van doorverwijsmogelijkheden op het gebied van taal ik vind het niet mijn taak ik heb er geen tijd voor anders namelijk N=
2,2 65,1 16,1 12,9 31,7 186
9,6 51,1 28,7 9,6 35,1 94
9,1 36,4 22,7 6,8 36,4 44
21,8 49,1 20,0 1,8 25,5 55
7,7 55,9 20,6 9,8 32,2 379
0,5 1,9 9,8 19,1 67,9 0,9 215
0,0 0,9 7,9 18,4 65,8 7,0 114
1,7 3,4 5,1 15,3 67,8 6,8 59
1,2 1,2 8,3 8,3 65,5 15,5 84
0,6 1,7 8,5 16,5 66,9 5,7 472
9b Wat is de reden dat u soms of nooit de gevolgen van de problematiek rond laaggeletterdheid met hen heeft besproken? (meerdere antwoorden mogelijk) ik heb geen contact met laaggeletterde patiënten/cliënten ik weet te weinig van laaggeletterdheid om het met hen te bespreken ik vind het lastig om laaggeletterdheid te bespreken met mijn patiënten/cliënten ik vind het niet mijn taak ik heb er geen tijd voor anders namelijk N=
10a Hoe vaak heeft u in het afgelopen half jaar laaggeletterde patiënten/cliënten doorverwezen naar (hulp bij) taalscholing?
11 Hoe vaak heeft een patiënt/cliënt u in het afgelopen half jaar benaderd om zijn/haar moeite met lezen en schrijven te bespreken? Heel vaak Vaak Af en toe Niet zo vaak Nooit Ik heb geen contact met laaggeletterde patiënten/cliënten N=
49
Bijlage 3 Frequenties vragenlijst Taal maakt gezonder huisarts
fysiotherapeut
verpleegkundige
anders
totaal
Indien huisarts B1 Kent u de Toolkit Laaggeletterdheid (van de LHV) met onder andere een checklist om laaggeletterdheid te herkennen en tips voor de communicatie met deze groep patiënten? Ja Nee N=
51,2 48,8 213
n.v.t. n.v.t.
n.v.t. n.v.t.
n.v.t. n.v.t.
51,2 48,8 213
Heel vaak Vaak Af en toe Niet zo vaak Nooit N=
0,9 0,9 23,9 26,6 47,7 109
n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t.
n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t.
n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t.
0,9 0,9 23,9 26,6 47,7 109
Ja Nee N=
32,1 67,9 212
n.v.t. n.v.t.
n.v.t. n.v.t.
n.v.t. n.v.t.
32,1 67,9 212
Heel vaak Vaak Af en toe Niet zo vaak Nooit N=
0,0 13,2 19,1 27,9 39,7 68
n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t.
n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t.
n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t.
0,0 13,2 19,1 27,9 39,7 68
2 Hoe vaak gebruikt u de Toolkit Laaggeletterdheid?
3 Kent u de map 'Begrijp je lichaam' (een coproductie van o.a. de LHV) met eenvoudig te begrijpen afbeeldingen en voorlichtingsteksten over het menselijk lichaam, bedoeld voor gebruik door huisartsen?
4 Hoe vaak gebruikt u de map ‘Begrijp je lichaam’?
50
Bijlage 3 Frequenties vragenlijst Taal maakt gezonder huisarts
fysiotherapeut
verpleegkundige
Trainingsaanbod Extra informatiemateriaal Anders, namelijk N=
n.v.t. n.v.t. n.v.t.
n.v.t. n.v.t. n.v.t.
Ja Nee Weet niet, niet mee bekend N=
n.v.t. n.v.t. n.v.t.
n.v.t. n.v.t. n.v.t.
anders
totaal
n.v.t. n.v.t. n.v.t.
21,4 57,1 21,4 14
21,4 57,1 21,4 14
n.v.t. n.v.t. n.v.t.
50,0 28,6 21,4 14
50,0 28,6 21,4 14
Indien apotheker C1 Welke extra ondersteuning vindt u wenselijk vanuit uw koepelorganisatie?
2 Heeft u in uw dagelijkse werkzaamheden te maken met laaggeletterden?
51
Bijlage 4 Open antwoorden Op enkele vragen konden de respondenten hun vraag toelichten en de toekomstige ondersteuningsbehoefte is in een open vraag opgenomen. In onderstaande tabellen staat een opsomming van deze open antwoorden. De antwoorden zijn gegroepeerd per thema en type zorgverlener. Vanwege de leesbaarheid van de tekst zijn de gegeven toelichtingen geredigeerd. Tabel 4.1
Reden anders soms of nooit herkennen laaggeletterdheid huisartsen
Reden anders soms of nooit herkennen laaggeletterdheid huisartsen Zorgverlener is er niet alert op/ niet bewust mee bezig Ik ben er niet altijd alert op/ niet bewust mee bezig / denk er onvoldoende aan (N=21) Ik denk er niet altijd expliciet bij na, maar intuïtief pas je je aan Heb er geen aandacht voor, heb wel aandacht voor een verminderd IQ, maar ben er bewust van dat beide niet identiek zijn Patiënten kunnen hun laaggeletterdheid goed verhullen Patiënten kunnen hun laaggeletterdheid goed verhullen (N=17) Ik herken er dagelijks enkelen, maar ik weet dat er veel meer zijn. De mensen camoufleren het graag en slim Disharmonisch intelligentieprofiel zet me op het verkeerde been. Verbaal lijken mensen in orde, maar in de praktijk scoren ze slechter Het probleem wordt doorgaans niet gepresenteerd. Er heerst schaamte bij de (familie van de) patiënt Mensen lopen er niet mee te koop en ik heb de vooronderstelling dat mensen het wel vervelend zullen vinden als ik ze ‘betrap’. Dat is natuurlijk een slechte reden, dat besef ik ook Populatie laaggeletterden is laag in de praktijk In mijn huidige patiëntenpopulatie is het aantal laaggeletterden niet heel hoog Ik heb een hoogopgeleide praktijk Ik heb niet veel laaggeletterde in mijn praktijk Ik werk in een gebied met relatief hoge SES en geletterdheid. Ik zie het niet vaak, dat zal de herkenning ook niet helpen Werken in een regio waar laaggeletterdheid weinig voorkomt, vandaar mijn antwoord ‘soms’ Weinig allochtone klanten, veel ondernemende gezinnen met familiebedrijven, dus moeten schrijven Laaggeletterdheid heeft geen invloed op de werkzaamheden Het is vaak niet relevant. Ik praat met de patiënt en leg mondeling dingen uit Het staat niet altijd een goede behandeling in de weg Loop niet tegen zaken aan vanwege laaggeletterdheid De meeste informatie gaat mondeling, pas als het schriftelijk word begin ik het te merken Veel informatie gaat auditief en ik controleer niet of mensen een info site als thuisarts.nl gebruiken Weet niet wat ik mis Dat weet ik natuurlijk niet, anders had ik ze wel herkend Ik denk ook dat ik het nog regelmatig mis Ik weet niet wat ik niet herken, slechts wat ik wel herken Ik herken het soms, het behoort tot mijn taak. Maar ik weet natuurlijk niet hoe vaak ik het mis Je weet niet of je het vaak herkent. Ik denk dat ik het vaak wel weet. Maar het zou goed kunnen dat er nog veel meer mensen in mijn praktijk laaggeletterd zijn dan dat ik weet. Ik vraag er vaak maar niet altijd naar
52
Meeste patiënten zijn in beeld De meeste laaggeletterden heb ik (hopelijk) nu in beeld Het staat al als probleem episode vermeld bij veel patiënten Ik herken het wel. Maar van de meeste weet ik het al heel lang Ik heb een langdurige behandelrelatie Tijd gerelateerd Het is lastig ter sprake te brengen en de tijd ontbreekt het te onderzoeken Het percentage laaggeletterden is in mijn regio heel hoog. Ik heb er geen tijd en geld voor in mijn werk Korte consultduur Vaak een sterk vermoeden en dan probeer ik te zorgen dat deze patiënten extra zorg zoals AMW of begeleiding in de zorg krijgen, formulieren, wijkcentrum en dergelijke. Dit is echter vaak tijdelijk en vergt veel tijd Geen erkenning bij laaggeletterde zelf Mensen durven vaak niet te erkennen dat ze een leesprobleem hebben Laaggeletterde geven dit niet toe Schaamte bij de klant Mensen zeggen vaak dat ze zich wel redden, terwijl ik dat betwijfel Geen prioriteit Geen top of mind Er spelen genoeg andere problemen om aan te pakken Mijn focus ligt meer op diagnostiek van ziekte dan die van laaggeletterdheid Gebrek aan deskundigheid Ik heb het 1 keer in de gaten gehad, maar gezien de prevalentie mis ik het dus ook in veel gevallen Ik heb het niet altijd door Het is niet gemakkelijk te herkennen Allochtone populatie Veel mensen die Nederlands niet als moedertaal hebben. Hierdoor is het lastig onderscheid te maken tussen laaggeletterdheid en onvoldoende beheersing van de Nederlandse taal Taalbarrière Overig Bij slecht medicatiegebruik vraag ik altijd actief of mensen kunnen lezen In mijn praktijk komt laaggeletterdheid alleen voor bij dementerenden. Dus eigenlijk zijn dat exgeletterden. In mijn diensten op de huisartsenpost heb ik waarschijnlijk wel veel geletterden gezien maar niet herkend Vaak toch nog onduidelijk. Je vraagt niet altijd naar het aantal jaar schoolopleiding Laaggeletterdheid heeft vaak te maken met de sociale ladder en onderwijs Komt vaak niet ter sprake Probleem om het te herkennen in de spreekkamer Het is eerder een vermoeden Ik denk er pas aan bij problemen, mensen at risk Weinig spreekuur contacten Wie naar welke organisatie kan ik mensen doorverwijzen? Foute vraag zolang niet gedefinieerd wordt wat vaak of soms is N=90
53
Tabel 4.2
Reden anders soms of nooit herkennen laaggeletterdheid fysiotherapeuten
Reden anders soms of nooit herkennen laaggeletterdheid fysiotherapeuten Populatie laaggeletterden is laag in de praktijk Er zijn in onze praktijk weinig cliënten die laaggeletterd zijn (N=8) Ik behandel momenteel slechts weinig patiënten Ik denk dat ik het afgelopen jaar maar 1 laaggeletterde dame heb gezien Misschien niet vaak aanwezig, of gebagatelliseerd Soms betekent het niet anders dan dat het niet vaak is voorgekomen, heeft niets met contact, herkenning, taak of tijd te maken Laaggeletterdheid heeft geen invloed op de werkzaamheden Meest mondeling contact (N=2) Ik probeer me altijd af te stemmen op het ingangsniveau van de cliënt en zal bij twijfel iemand mondeling helpen met vragenlijsten en meer visualiseren uitleggen Ik werk meer met vraaggesprekken dan dat ik mensen wat laat invullen Je herkent het wel, maar je doet er niets mee. Een enkele keer biedt je hulp om iets uit te leggen/ formulier in te vullen Misschien accepteer ik de mensen meteen zoals ze zijn en pas ik mijn werkwijze, onbewust, direct aan? Professionele aanpassing van eigen taalgebruik maakt het probleem al minder ernstig / ik vraag veel na of de boodschap die ik uitdraag begrepen wordt Wel herkend maar geen probleem geweest in de behandeling Patiënten kunnen hun laaggeletterdheid goed verhullen Mensen proberen het goed te verstoppen / verhullen (N=5) Mogelijk zijn er veel meer cliënten laaggeletterd, tot nu toe valt mij op dat mensen het goed verbloemen Gebrek aan deskundigheid Bij lichtere vormen misschien niet herkend Ik ken denk ik niet alle symptomen Ik vermoed het wel maar weet niet wat ik er mee moet Ik vond het moeilijk bespreekbaar te maken Niet herkennen Zorgverlener is er niet alert op/ niet bewust mee bezig Niet altijd bij stil gestaan (N=2) Ik ben bij mijn patiënten niet bewust bezig met het verschijnsel en heb dit ook niet als probleem erkend in onze behandelrelatie Nooit op gelet Allochtone populatie Vaak allochtonen, ze beheersen vaak de Nederlandse taal niet. Daarmee bespreek ik wel hoe en waar ze dit kunnen leren Ze zijn vaak ook de Nederlandse taal niet machtig Weet niet wat ik mis Geen idee Geen prioriteit Andere zaken hadden een andere prioriteit
54
Overig Behandel kinderen, waarvan ouders soms laaggeletterd zijn Het komt niet altijd duidelijk naar voren Ik ben niet meer werkzaam als fysiotherapeut Ik ben ondeskundig op dat gebied Ik heb het een paar keer herkend, echter het bespreken roept problemen op door schaamte Ik richt me er niet specifiek op om het te ontdekken maar help wel indien ik het bemerk Omdat ik ze soms heb (als patiënt) dus niet vaak Voor mijn gevoel niet veel gezien Wat een onduidelijke vraag! Wel mogelijk herkend, maar moeilijk om oplossing te bieden Niet van toepassing Niet van toepassing (N=3) N=50
55
Tabel 4.3
Reden anders soms of nooit herkennen laaggeletterdheid verpleegkundigen
Reden anders soms of nooit herkennen laaggeletterdheid verpleegkundigen Zorgverlener is er niet alert op/ niet bewust mee bezig Ik ben mij er niet altijd van bewust Ik heb er aandacht voor maar kan het vast verbeteren, tijdgebrek speelt wel een rol Ik werk nog maar sinds kort in de zorg en heb mijn aandacht vooralsnog bij andere zaken In de waan van de dag let ik er niet goed op Niet alert op geweest Populatie laaggeletterden is laag in de praktijk Weinig laaggeletterden in de praktijk (N=4) De meesten tonen wel te kunnen lezen Laaggeletterdheid heeft geen invloed op de werkzaamheden Geen problemen dat actie vereiste Geen erkenning bij laaggeletterde zelf Mogelijk zijn er meer maar mensen zijn hier meestal niet open over Patiënten kunnen hun laaggeletterdheid goed verhullen Kom er bij toeval achter, mensen kunnen goed verbloemen Weinig patiënten contact Korte zorgmomenten Overig Cliënten wisselen snel, hangt dus van aanbod af In het spreken merk je het niet zo goed, pas als er vragenlijsten ingevuld moeten worden of vragen over medicijnen Mijn bewoners zijn dementerend Niet van toepassing Werk op uitslaapkamer N=18
56
Tabel 4.4
Reden anders soms of nooit herkennen laaggeletterdheid overige eerstelijnszorgverleners
Reden anders soms of nooit herkennen laaggeletterdheid overige eerstelijnszorgverleners Zorgverlener is er niet alert op/ niet bewust mee bezig Ik ben er niet alert op (N=2) Ik ben me er nog onvoldoende bewust van om hierop te letten Ik denk er niet altijd aan Patiënten kunnen hun laaggeletterdheid goed verhullen De mensen verbergen dit uit schaamte, dus moeilijk te herkennen Laaggeletterdheid is niet altijd en meteen zichtbaar Lastig om dat aan de balie te herkennen, vaak wordt er ontwijkend gereageerd. Pas aan details zoals een kruisje zetten op doosjes oid merk ik het Ze hebben vaak foefjes waardoor het niet direct opvalt Populatie laaggeletterden is laag in de praktijk Ik zie weinig cliënten die hier moeite mee hebben, niet mijn doelgroep. Maar herken het soms toch wel in de omgeving Niet vaak contact, staat contact niet wezenlijk in de weg, indien probleem voor mensen zelf, dan zoeken naar cursus Weinig tot geen laaggeletterden in onze populatie Weinig patiënten contact Weinig cliënten gehad Zie weinig patiënten Tijd gerelateerd Contact te vluchtig, geen tijd om dit uit te diepen Het contact is daarvoor te kort Gebrek aan deskundigheid Bij mijn cliënten is het moeilijk te herkennen (psycho-geriatrie) Het is niet gemakkelijk het te herkennen Laaggeletterdheid heeft geen invloed op de werkzaamheden Deze patiënten worden hierbij geholpen wat betreft belangrijke brieven/zaken. Wat betreft de gezondheidsbevordering levert dit problemen op Overig De situatie heeft zich niet voorgedaan ik hoop als cliënt laaggeletterd is dat we dat herkennen zodat we juist kunnen handelen Ik merk het soms op Ik merk het vooral bij het schrijven van teksten en reacties hierop Ik werk op een pg afdeling Niet van toepassing Geen cliëntencontact Geen praktijk meer Ik ben nog niet echt actief als therapeut Ik werk ’s nachts N=29
57
Tabel 5.1
Reden anders soms of nooit bespreken problematiek rond laaggeletterdheid huisartsen
gevolgen
Reden anders soms of nooit bespreken gevolgen problematiek rond laaggeletterdheid huisartsen Pas werkzaamheden erop aan Als het in spreekuurcontact goed gaat vraag ik er niet naar ook als ik weet dat patiënt laaggeletterd is en ook als de patiënt weet dat ik het van hem/haar weet Als ik het besproken heb begin ik er niet weer elk consult over. Ik hou er wel rekening mee in mijn uitleg. Ik kan dan geen gebruik maken van voorlichtingsmateriaal of thuisarts.nl Bedreven geworden in non verbale communicatie en andere noodoplossingen Bij ongeletterden zie ik wel een rol, maar bij laaggeletterden focus ik eerder op aanpassing van mijn communicatie Ik houd er rekening mee en bij problemen probeer ik naar toe te leiden naar zorg/ begeleiding Ik maak het heel vaak mee en ik probeer me zo goed mogelijk aan te passen aan de cliënten Ik probeer meer tijd te nemen voor uitleg in plaats van het probleem laaggeletterdheid bij de naam te noemen Je moet rekening mee houden ( dus geen folder enz. naar korte en duidelijke orale informatie Indien relevant voor de hulpvraag Indien relevant voor de hulpvraag/ uitleg/ behandeling (N=2) Als ik het vermoed bespreek ik het wel. Blijkt met name bij maken van afspraken (maakt assistente meestal) Als ik het zie bespreek ik het Ik bespreek het als het de behandeling in de weg staat of zoek andere oplossingen Ik doe het als het nodig is voor de zorgrelatie, maar ik vind het niet mijn taak om me bezig te houden met laaggeletterdheid. Dat is een taak van overheden Zorgverlener is er niet alert op/ niet bewust mee bezig Ik ben er voldoende alert op, denk er niet altijd aan (N=2) Als ik eraan denk bespreek ik het wel Ik vergeet het vaak als routine mee te nemen Onvoldoende specifieke aandacht (blinde vlek?) Te weinig bewustzijn van het probleem Tijd gerelateerd Vanuit de zorgverzekeraar krijgt een huisarts veel te weinig tijd Er is al veel te bespreken Ik benoem het als ik het herken en rijk oplossingen aan. Maar om daarbuiten ook nog de gevolgen voor de rest van hun leven te bespreken, dat kost veel tijd, is niet mijn taak en er zijn onvoldoende verwijsmogelijkheden in de wijk Ik krijg er geen tijd voor Patiënten met wie ik éénmalig contact had via een dienst op de huisartsenpost, dus geen tijd voor en (nog) geen goede vertrouwensband Weinig contact maar ook heeeeeel veeleer meer te doen Geen erkenning bij laaggeletterde zelf De patiënt moet het eerst zelf erkennen, dan is het bespreekbaar Mensen bagatelliseren het probleem Patiënten staan er niet altijd direct voor open Schaamte bij patiënt, ontkent het vaak! Staan er niet altijd voor open Wordt vaak handig omzeild door patiënten , schaamte om het te bespreken
58
Kan verder geen hulp aanbieden En wat dan is de vraag. Alle hulp is om zeep geholpen Ik kan geen oplossing bieden voor hen. Ik kan alleen mijn communicatie aanpassen, 40 jaar achterstand haal je niet in Ik kan ze niet helpen. Wie wel ? Ik weet niet wat er vervolgens mee kan doen Ik weet niet wat ik ze te bieden heb Ik zie weinig oplossingen voor deze problematiek Gebrek aan deskundigheid Ik heb er nog niet genoegpositieve/helpende uitlegwoorden voor Ik herken het te weinig Omdat ik ze niet vaak herken Patiënten kunnen hun laaggeletterdheid goed verhullen Patiënten proberen het te verbergen waardoor je als hulpverlener het soms niet goed herkent; vaak pas in tweede instantie Allochtone populatie Veel allochtonen in de praktijk die de taal niet beheersen Overig De patiënt komt met een gezondheidsprobleem. Ik probeer dat zo goed mogelijk te benaderen met respect voor zijn ‘environment personnel’ Het is meer een gegeven Het is vaak een afweging om het wel of niet te doen. Hangt te veel van de casus af Ik bespreek de gevolgen voor in de praktijk. Geschreven informatie is lastig, op vaste tijden afspraken. Medicatie tijdstippen met zon of maan etc. Ik hou er zoveel mogelijk rekening mee, maar daar blijft het bij Ik kan het benoemen en meer niet Ik weet niet of het zin heeft In de loop der jaren vaak besproken met de mensen die het betreft. Kan het niet blijven herhalen! Komt niet vaak naar ‘boven’ en dus soms Niet in mijn aandachtsgebied, zal er voortaan aan denken Poh neemt veel over Situatie moet zich voordoen, bij een eenvoudige klachten door de patiënt denk ik niet meteen dat hij laaggeletterd is--> dan doen zich problemen voor op andere gebieden Suggestieve vraagstelling Vaak hebben deze patiënten ergere (in hun ogen) problemen om dit probleem aan te pakken en was dit in het verleden ook zo, de motivatie is er pas om er iets aan te doen als zij relatief geen problemen hebben en dan zie je ze als huisarts minder vaak Van velen weet ik het al jaren en de mensen weten dat ik het weet dan ga ik het niet telkens bespreken N=63
59
Tabel 5.2
Reden anders soms of nooit bespreken gevolgen problematiek rond laaggeletterdheid fysiotherapeuten
Reden anders soms of nooit bespreken gevolgen problematiek rond laaggeletterdheid fysiotherapeuten Pas werkzaamheden erop aan Ik heb het niet als probleem ervaren in de behandelrelatie Het is lang niet zodanig belemmerend dat er noodzaak ontstaat er iets mee te doen Paar keer een vermoeden, maar 1 keer besproken. Er zijn meerdere factoren die invloed op een behandeling hebben en als je dingen uitbeeld dan snappen ze het ook Zodra ik laaggeletterdheid vermoedde, ben ik overgestapt op een behandelwijze die wel voor hen begrepen werd, want de mens is voor mij belangrijker dan de wijze waarop hij iets begrijpt Allochtone populatie Meestal betreft het allochtonen die ook de taal niet vaardig zijn. Dan wordt het lastig bespreken. Bij autochtonen is het afhankelijk of het een probleem voor de patiënt zelf is Patiënten van allochtone afkomst Veelal is deze groep patiënten allochtoon, heeft een slecht betaalde baan en/of is werkeloos en heeft weinig dekking voor fysiotherapie; de prioriteit ligt dan in het behandelen van hun klachten en is er geen ruimte voor bespreken van hun laaggeletterdheid Zijn vaak de Nederlandse taal niet machtig Populatie laaggeletterden is laag in de praktijk Ik behandel momenteel weinig patiënten Mijn praktijk staat in een buurt met relatief veel hoogopgeleiden, kapitaalkrachtigen en weinig mensen met chronische klachten Kan verder geen hulp aanbieden Ik kan een advies geven, ik kan hun geen scholing aanbieden Ik weet er geen oplossing voor en probeer via omwegen mensen te helpen Zorgverlener is er niet alert op/ niet bewust mee bezig Bij betreffende patiënten heb ik dit niet bewust onderkend Tijd gerelateerd Het bespreken van de klacht kost al meer tijd, dan kan ik niet nog eens meer tijd uittrekken hiervoor Gebrek aan deskundigheid Onvoldoende kennis over dit onderwerp Patiënten kunnen hun laaggeletterdheid goed verhullen Patiënten proberen het te verbergen, verdoezelen Overig Alweer een onduidelijke vraag!! Het is niet de primaire contactreden Ik geef het aan maar kan er verder weinig aan doen Niet willen kwetsen van patiënten Patiënten komen nooit met deze hulpvraag en daar richt ik mij op Soms betekent niet automatisch dat sprake is van een van de bovenstaande redenen Vanwege de cognitieve toestand of taalbarrière Wel besproken met degene waarvan ik het wist Wordt wel besproken Niet van toepassing Het was niet van toepassing Niet meer werkzaam als fysiotherapeut N=27
60
Tabel 5.3
Reden anders soms of nooit bespreken gevolgen problematiek rond laaggeletterdheid verpleegkundigen
Reden anders soms of nooit bespreken gevolgen problematiek rond laaggeletterdheid verpleegkundigen Populatie laaggeletterden is laag in de praktijk Het komt amper voor bij mijn patiënten, bovendien is het dan vaak al bekend via de intake Kom het denk ik niet vaak tegen Niet zo vaak mee gemaakt Verder niet tegen gekomen Geen prioriteit Ik heb op dat moment andere prioriteiten gesteld Ik werk in de ouderen psychiatrie en dan zijn er soms andere prioriteiten. Bovendien heeft het niet zo veel zin om op je 80 of zo nog te gaan leren dan is het meer kijken hoe patiënten ondersteund kunnen worden Pas werkzaamheden erop aan Ik probeer op een andere manier begrijpelijke informatie te geven Geen erkenning bij laaggeletterde zelf Patiënten zijn meestal niet alert Patiënten kunnen hun laaggeletterdheid goed verhullen Mensen schamen zich en gebruiken andere redenen waarom zij de vragenlijst op de polikliniek niet zelf in kunnen vullen. Ik zie ze maar kort en weet niet goed hoe ik in een paar minuten dit bespreekbaar maak Overig Ik heb er niet specifiek naar gevraagd, mensen hebben het bij mij zelf niet aangegeven Was al gebeurd door collega Werk in de nachtdienst in de psychogeriatrie. Dat is niet de tijd en cliënt om dit soort problemen te bespreken N=12
61
Tabel 5.4
Reden anders soms problematiek rond eerstelijnszorgverleners
of
nooit bespreken laaggeletterdheid
gevolgen overige
Reden anders soms of nooit bespreken gevolgen problematiek rond laaggeletterdheid overige eerstelijnszorgverleners Pas werkzaamheden erop aan Als ik merk dat ze problemen hebben met de taal neem ik vaak administratieve handelingen zelf in handen Ik kan er geen goed advies in geven. Ik zelf vind het belangrijk. Maar ik heb de mogelijkheid anders met de mensen om te gaan, waardoor ze zich toch begrepen en veilig voelen Ik pas mij aan aan de cliënt en verduidelijk op haar/zijn niveau Gebrek aan deskundigheid Niet herkend, weet er te weinig van Overig Alleen als het om gezondheidsadvisering ging Als je het niet hebt herkend, kun je het ook niet bespreken Bij cliënten met het dementieel syndroom, lastig voor beiden Daar waar nodig wel gedaan Door het niet herkennen, ook niet besproken Er niet aan toe gekomen Laaggeletterdheid gaat heel vaak samen met minderbegaafdheid waardoor het moeilijk te bespreken is. Grote groepen binnen onze doelgroep spreken daarnaast geen of hebben onvoldoende kennis van de Nederlandse taal Wel gevraagd aan cliënt of hij vroeger heeft leren lezen en schrijven en ook waarom niet Niet van toepassing Ik ben nog niet echt werkzaam als fysiotherapeut Ik zie de patiënt niet, maar doe coördinerende taken voor artsen Werk ‘s nachts Werk met verstandelijk beperkten en alleen 's nachts N=17
62
Tabel 6.1
Reden anders soms of nooit doorverwijzen laaggeletterden huisartsen
Reden anders soms of nooit doorverwijzen laaggeletterden huisartsen Patiënt wil niet / erkenning patiënt / patiënt kan niet Cliënten wilden niet (N=4) De mensen die het hadden zijn niet in staat of niet gemotiveerd hiervoor De patiënt dient er zelf voor open te staan zijn probleem te erkennen benoemen De persoon is ziek en op leeftijd Men ziet zelf geen opties nog te leren Niet alle laaggeletterden willen verwezen worden Patiënten gaven aan geen behoefte te hebben, dat ze al te oud waren ed. Patiënten vinden dat stigmatiserend en het is in de omgeving geaccepteerd Patiënten zijn niet geïnteresseerd/gemotiveerd Schaamte is zo groot dat de meesten niet willen (met name volwassen autochtonen) Zij hebben geen tijd voor taalcursus, sommige werken als ZZP’er en niet werken is geen inkomen Hulp is niet mogelijk / weet niet de doorverwijsmogelijkheden Allochtone patiënten verwijs ik door voor taalcursus, maar voor autochtone mensen weet ik niet zo goed waar ik ze moet verwijzen Geen idee hoe, als zelfs tolken zijn afgeschaft, zou het mij verbazen als er iets is voor laaggeletterden Ik ben niet op de hoogte van de doorverwijs mogelijkheden Ik weet niet waar naartoe te verwijzen Ik wist niet dat deze mogelijkheid bestaat en wat betreft de patiënt in kwestie, hij is 90 jaar, dus dat laten we maar zo Ik zou niet weten naar wie/wat ik een laaggeletterde patiënt zou kunnen verwijzen voor (hulp bij) taalscholing Niet bedacht dat ik ze er voor kon doorverwijzen. heb het probleem meer 'voor lief' genomen Waar dien ik deze mensen dan naar toe te verwijzen? Zou niet weten waar ze naar toe kunnen daarvoor Geen aandacht / denk er niet aan Ik denk er niet aan Nooit aan gedacht Onvoldoende specifieke aandacht Ook weer te weinig bewustzijn Geen verbetering mogelijk Bij velen is het niet mogelijk een hoger niveau te bereiken ivm verstandelijke beperkingen, zij hebben al lessen gehad maar het blijft onvoldoende voor de huidige maatschappij in Nederland Bij velen is verbetering van de mate van geletterdheid naar mijn mening niet mogelijk, dus geen optie Vermoedelijk is het ze(ouderen) niet meer te leren Tijd gerelateerd Ik ken het telefoonnummer 0800 023 44 44 , maar kost veel extra tijd, herkennen, bespreken, motiveren en dan nog het telefoonnummer geven is gewoon een extra consult (of2!) Ik krijg er geen tijd voor Zoals eerdere antwoord, vaak geen motivatie/geld/mogelijkheden zien om er iets aan te doen Geen prioriteit Andere problemen hadden prioriteit Ik richt mij op de problemen tav van vakgebied (uitleg/therapie) Bang om te kwetsen Bang om mensen te kwetsen, vaak doen ze zich beter voor dan ik denk Ik ben bang dat het pijnlijk is Weinig patiënten contact Weinig contact
63
Reeds gedaan Heb ik in de afgelopen 7 jaar al gedaan Overig Afgelopen half jaar niet doorverwezen, daarvoor wel Het zijn er zoveel in mijn praktijk Ik herken ze niet Ik neem alleen waar op de HAP, geen praktijkhouder meer Meestal logopedie voor kinderen Naar SWW, MEE of andere instantie voor bredere aanpak Niet besproken met ze, dus ook niet verwezen Patiënt had zelf al een manier gevonden om met het probleem om te gaan. Zijn vrouw is degene die zijn post voorleest en formulieren invult Patiënten gewezen op de mogelijkheid Praktisch niet makkelijk Patiënt zeer laag denk-/opleidingsniveau Soms weet ik oorzaak niet, soms weet ik dat er begeleiding is of is geweest en geen verbetering te verwachten is Veel allochtonen in onze praktijk hebben al taalles, of taalles gevolgd. voor oudere analfabeten is het leren van een andere taal zeer zeer lastig Veel mensen zijn analfabeet, dat is nog veel ingewikkelder Weinig opgespoord Niet van toepassing De enkelen die ik herkend heb waren daar al naar verwezen N=59
64
Tabel 6.2
Reden anders soms of nooit doorverwijzen laaggeletterden fysiotherapeuten
Reden anders soms of nooit doorverwijzen laaggeletterden fysiotherapeuten Patiënt wil niet / erkenning patiënt / patiënt kan niet Er is erg veel schaamte, cliënten willen of durven er niets mee Is veelal niet de hulpvraag van de patiënt Mensen willen vaak niet of zijn bang voor de kosten Niemand tegen gekomen die daar behoeft aan had Hulp is niet (goed) mogelijk / weet niet de doorverwijsmogelijkheden Ik weet ook niet goed waar ik hen heen zou moeten verwijzen en of die instantie ook iets kan beginnen met de doelgroep waar ik mee werk (complexe ouderenzorg) Er is stevig bezuinigd op taalonderwijs voor eerste generatie allochtone vrouwen, het is er vaak niet Geen idee waar ik ze naar toe moet verwijzen Ik verwijs ze naar de huisarts als dit probleem speelt, als fysiotherapeut kan ik niemand doorverwijzen naar scholing of maatschappelijk werk; ik heb wel een lijstje met telefoonnummers wat ik ze soms meegeef (afhankelijk van de situatie) Geen aandacht / denk er niet aan Nooit aan gedacht (N=2) Ben niet bewust alert op het verschijnsel laaggeletterdheid en ervaar het ook niet als probleem in onze behandelrelatie Niet nagedacht over die mogelijkheid Pas mijn werkzaamheden erop aan/belemmert niet mijn werkzaamheden Binnen mijn behandeling bespreek ik de behandeling en herhaal ik dit. Niet kunnen lezen betekent niet dat (herhaald) besproken geen effect heeft Niet genoeg gehinderd door dit feit/ ook niet mijn taak om door te verwijzen Reeds gedaan Patiënt was al bij taalscholing (N=2) Gebrek aan deskundigheid Onvoldoende kennis Overig Alleen met autochtonen raad ik aan om taalscholing te volgen De huisarts meende dat het geen laaggeletterde was Figuurlijke afstand naar cursuswereld is soms te groot Geen aanleiding voor gezien of er was al sprake van hulp op dat gebied Ik doe het wel maar soms Vanwege de cognitieve toestand Veel te lange vragenlijst Vermoedens niet uitgesproken of bespreekbaar gemaakt Niet van toepassing Het was niet van toepassing (N=3) Ik behandel momenteel weinig patiënten Ik ben niet meer werkzaam als fysiotherapeut N=33
65
Tabel 6.3
Reden anders soms of nooit doorverwijzen laaggeletterden verpleegkundigen
Reden anders soms of nooit doorverwijzen laaggeletterden verpleegkundigen Weinig patiënten contact Kort patiënten contact waardoor ik niet weet welke effectieve vragen ik zou kunnen stellen Weinig patiënten contact Werk niet direct met patiënten maar met medewerkers Geen aandacht / denk er niet aan Ik denk er te laat aan Ik heb er niet bij stil gestaan dat die mogelijkheid er is! Niet bij stil gestaan Hulp is niet (goed) mogelijk / weet niet de doorverwijsmogelijkheden Werk met uitgeprocedeerde asielzoekers, deze mensen worden meestal uitgesloten van taalonderwijs binnen het juridisch kader Geen prioriteit Ik heb er geen prioriteit aan gegeven Overig Het gaat om terminale patiënten in een hospice Ik werk in de terminale zorg Ligt niet in mijn taakgebied Meer kansen in "onze" participatiesamenleving / toename zelfvertrouwen Niet van toepassing Niet nodig Paar waren al aan het inburgeren, andere 1e generatie 70 N=16
66
Tabel 6.4
Reden anders soms of nooit doorverwijzen laaggeletterden overige eerstelijnszorgverleners
Reden anders soms of nooit doorverwijzen laaggeletterden overige eerstelijnszorgverleners Geen aandacht / denk er niet aan Het merendeel in onze praktijk dat laaggeletterd is, is asielzoeker. Die hebben meestal al les (of daar ga ik vanuit) Niet aan gedacht om dit te doen Gebrek aan deskundigheid Niet herkend Zou wel iets kunnen zijn om mijn leerlingen mee te helpen. Weet daar eigenlijk te weinig van af Patiënt wil niet / erkenning patiënt / patiënt kan niet Niet iedereen wil doorverwezen worden Hulp is niet (goed) mogelijk / weet niet de doorverwijsmogelijkheden Geen netwerk hiervoor bekend bij mij Overig Dit doen wij wel actief maar de respons is nihil. Mi is dit een maatschappelijke politieke taak die niet alleen bij de zorgverleners thuis hoort Heeft geen meerwaarde voor cliënt Niet mijn taak Omdat het niet het goede moment was, daarvoor kun je beter een ander kanaal gebruiken Niet van toepassing Ik ben nog niet echt werkzaam als therapeut Werk met geriatrische bewoners N=14
67
Tabel 7.1
Ondersteuningsbehoefte huisartsen
Ondersteuningsbehoefte huisartsen
Doorverwijsmogelijkheden Goede sociale kaart met doorverwijsmogelijkheden inclusief adres en instantie waar zorgverlener naar door kan verwijzen en wat de kosten daarvan zijn (indien de doelgroep dat wenst) (N=59) Laagdrempelige doorverwijsmogelijkheden in werkgebied/regio, inclusief informatie over de kosten (N=23) Ik zou graag goed op de hoogte willen zijn waar mensen taal cursussen kunnen volgen, in de buurt plaatsvinden, hoeveel het kost (liefst niets) en wat mogelijkheden zijn voor vergoeding (N=3) Informatie over mogelijkheden van behandeling/begeleiding (vanuit de zorg) en wie daar verantwoordelijk voor is (N=3) Welke hulp is geschikt voor welke doelgroep Per regio 1 aanspreekpunt, die verdere gang van zaken met cliënten opneemt, dus geen woud van organisaties en wisselende telefoonnummers, e-mailadressen en websites Duidelijk stroomdiagram waar mensen hulp/ informatie kunnen krijgen Informatie op een a4 met verwijsmogelijkheden. Als ik weet wat ik iemand kan voorstellen wordt het makkelijker bespreekbaar Als ondersteuning zijn regionale taalcoaches ook prima Adressen in Amsterdam, met vermelding wachttijden en kosten Tips hoe je iemand kan doorverwijzen die niet kan lezen en schrijven. Alles gaat tegenwoordig schriftelijk of digitaal Het zou mooi zijn als de mensen met laag geletterdheid zich zouden kunnen wenden tot bijv. iemand die spreekuur houdt in wijkcentrum om geschreven teksten te laten uitleggen Welke vervolgstappen kan ik zetten als patiënt mijn vermoeden heeft bevestigd Doorverwijsmogelijkheden voor allochtonen. Sommige wonen hier al 45 jaar en dan? Voor de doelgroep laaggeletterdheid en laag IQ is er naar mijn idee geen/nauwelijks aanbod Wat kan ik bieden aan laaggeletterden? Herkenning laaggeletterdheid Handreiking/herkenningslijstje/ handvatten om (signalen van) laaggeletterdheid (zo snel mogelijk) te herkennen, onderkennen en hoe ermee om te gaan (N=32) Voorlichting en informatie hoe je laaggeletterdheid kunt herkennen (N=3) Flowchard, aanpak/diagnostiek Herkenning in 3 korte adviezen Voorbeelden en casuïstiek, zodat ik leer waar ik op moet letten Achtergrondinformatie over laaggeletterdheid, hoe te herkennen en wat zijn aandachtspunten in de zorg voor deze mensen Hulp bij allochtonen om onderscheid te maken tussen te laag zijn opgeleid/ niet kunnen en laaggeletterdheid door te weinig aanbod te hebben gekregen Eventueel een signalerende rol
68
Voorlichtingsmateriaal en informatie Algemeen Voorlichtingsmateriaal, posters, folders (voor in de wachtruimte) (N=5) Een website (N=3) Aanvulling op en afstemming ervan op bestaande eenvoudige voorlichtingsproducten met ruime aandacht voor marketing en verspreiding onder huisartsen, poh en praktijkassistenten Informatiemateriaal in alle talen Informatie per mail Schriftelijke informatie Tools op het eenvoudig op te sporen Zelfhulpmethoden Enkele voorbeelden die je op video kunt downloaden Informatie over wat er aan gedaan kan worden Gelijk voorlichtingsmateriaal voor gemeente, onderwijs en gezondheidszorg Makkelijk aan te reiken informatie dat weinig tijd kost Informatie over wat er aan te doen is op volwassen leeftijd Adviezen over inrichting praktijk. Symbolen i.p.v. tekst die ook door allochtonen worden begrepen Achtergrondinformatie over verschillen binnen laaggeletterdheid Behoefte aan informatieoverdracht van begeleidende instanties (als cliënten reeds ondersteuning hebben). Wat zijn de doelstellingen. Vooral ook behoefte aan communicatie naar huisarts als de begeleiding stopt en de reden daarvan Al veel ontwikkelingen, door Pharos en achterstandsfondsen. Ik ben erg geïnteresseerd in reeds bestaande health communicator Graag stapels papier en meer toolkits Ik zie vooral veel laaggeletterdheid onder allochtonen dus in combinatie met een taalbarrière. Materiaal voor deze combi. Misschien een mooie link voor op een website Zorgverleners Informatie voor huisartsen Ondersteuningsmateriaal voor poh-s en poh-GGz in handzame vorm Voorlichting aan de zorgsector Doelgroep Voorlichtingsmateriaal, posters en folders dat ook begrijpelijk is door en toegankelijk voor (familieleden van) laaggeletterden, bijvoorbeeld in de vorm van afbeeldingen, iconen, pictogrammen, filmpjes, gesproken tekst, storytelling en strip (bijvoorbeeld uitbreiding van onderwerpen Begrijp je lichaam, simpele anatomische platen en thuisarts.nl voor laaggeletterden) (N=16) Materiaal voor in de wachtruimte met aanbod van cursussen in de buurt (N=2) Patiëntbrieven zouden ook afbeeldingen moeten bevatten en geschreven op F2 niveau (N=2) Praktisch materiaal om mee te geven (in eenvoudige taal) zodat patiënten zich voor een taalcursus kunnen aanmelden Goede informatie over lesmogelijkheden Uitlegmateriaal in de vorm van plaatjes voor veel voorkomende chronische ziektes Inzetten tolkentelefoon indien nodig Ondersteuningsmogelijkheden voor de consultvoering Vanuit overheid en ziekenhuizen brieven die maximaal uit 3 zinnen bestaan, waarin met grote letters de belangrijkste informatie staat Hulpmaterialen tijdens spreekuur huisarts en poh Medicatieoverzichten met symbolen i.p.v. tijden van inname Materiaal om mensen of hun partner/kind uit te nodigen over laaggeletterdheid te spreken dan wel te weten waar ze naartoe moeten Algemene informatie. Mensen hebben vaak het idee dat zij in deze er alleen voorstaan Coach/ maatje die patiënt gaat begeleiden naar een taal/schrijftraject 24 uurs taalkundige ondersteuning on site Te vaak wordt verwezen naar www. Achter een kwart van de voordeuren tref ik als huisarts geen computer aan
69
Bewustwording Algemeen Bewustwording verhogen (door een campagne) zodat de problematiek makkelijker bespreekbaar wordt (N=6) Bewustwording richting overheden die hier invloed en verantwoordelijkheid in hebben (N=2) Meer algemeen bekend maken van het probleem (N=2) Duidelijk maken aan verantwoordelijke instanties (is m.i. niet de zorg) dat dit probleem op meerdere fronten negatieve consequenties heeft In campagne laten zien dat schaamte tegenover laaggeletterdheid tegenwerkt en de mogelijkheden voor de mensen enorm beperkt Bespreekbaar maken Doelgroep Voorlichting aan de bevolking om ze bewuster te maken van de problematiek (N=2) Scholing Korte gerichte (digitale) (na)scholing om laaggeletterdheid te herkennen en hoe mensen door te verwijzen (N=8) Taalcursus voor allochtonen (N=2) Lees- en schrijfcursussen voor iedereen e-learning Indien er subsidies voor bestaan, dit duidelijk maken. Veel cliënten mogen slechts 1 jaar naar school (allochtoon) en daarna eindigt de taalles In opleiding van huisartsen en doktersassistenten informatie geven over laaggeletterdheid en het probleem onder de aandacht brengen. Mijns inziens is het meer is dan niet kunnen lezen en schrijven Info aan huisartsen in opleiding over taalgebruik naar patiënten en dan met name aan laaggeletterden Onderwijs in de buurt, zodat het makkelijk bereikbaar is voor een patiënt Gratis mogelijkheid tot scholing, dichtbij de patiënt. Computer is al te moeilijk Lesaanbod Stel als eis voor import mensen taal en schrijfvaardigheden te verkrijgen Tips communicatie met de doelgroep Handvatten en informatie om laaggeletterdheid te op een respectvolle manier te bespreken met de doelgroep (N=11) Ondersteunende tips en adviezen (voor een huisartsenpraktijk) (N=2) Tips over hoe het beste uitleg en voorlichting te geven aan laaggeletterde mensen. Waarin verschilt dat van mensen met normale taalvaardigheid Vaardigheden aanleren om patiënten/ cliënten te helpen herkennen van hun probleem Tips wat te doen zodat laaggeletterden de dingen in de praktijk begrijpen Advies aan zorgverleners t.a.v. communicatie met laaggeletterden Leren hoe je laaggeletterden kunt interesseren voor onderwijs Een goede eerste vraag ernaar One liners om het bespreekbaar te maken, best practices en hoe doen mijn collega’s dat? Verlagen van het bespreken door de mensen die ermee zitten Meetinstrumenten Diagnostische tools en instrumenten om laaggeletterdheid te meten (N=2) Richtlijn/protocol rondom laaggeletterdheid Uniform maken van noteren in EMD met ICPC codes. Laaggeletterdheid of lichtverstandelijke beperking als probleemcode. Deze diagnose is net zo belangrijk als probleem status na hartinfarct, DM of COPD
70
Overig Extra tijd (N=2) Laaggeletterden hebben vaak geen geld. Schaamtegevoel daarbij dient onderkent te worden en de hulp dient laagdrempelig en anoniem aangeboden te worden Lokale inventarisatie wat er wel/niet is gedaan en vervolgens op de wijk gerichte lokale aanpak Samen met consultant de praktijk screenen en de knelpunten voor laaggeletterden identificeren en opzoek gaan naar oplossingen Ondersteuning lijkt me wenselijk Vaak hangt laaggeletterdheid samen met sociale problematiek, behoefte aan een integrale aanpak Wat doet VELO en Stichting Lezen & schrijven bij mij in de regio We hebben al besloten om met de ROS een middag te organiseren rondom dit probleem Poh die analyseert waar de mensen zelf persoonlijk nood aan hebben Bedrijven zouden vaker een balie moeten hebben in plaats van een webshop Bewezen doeltreffend actie ondernemen. Nederland is kampioen in luchtkastelenbeleid (het probleem luid en richting bekend te maken en vervolgens een prachtig plan op papier hebben die niets oplevert) Hoe ziet u de brug tussen spreek- en of wachtkamer en de oplossing van dit probleem? Extra financiële ondersteuning bij aanpassingen van de praktijk voor laaggeletterden Wie betaalt extra onderwijs voor laaggeletterden? Financiering dus Laaggeletterdheid en dan? Is preventie niet veel beter Scholing moet gewoon op de basis- en middelbare school plaatsvinden. Daar mogen kinderen niet aan ontsnappen aan goede opbrengst van taalonderwijs De huisarts wordt steeds meer overladen met taken (zowel patiëntgebonden als bureaucratische) die buiten zijn directe bekwaamheid en bevoegdheid vallen. Hierdoor dreigt de 'core-business' te verwateren. Per acuut moeten zorgverzekeraars stoppen met het preferentiebeleid met als gevolg dat er vaak van merk gewisseld moet worden van medicament Voor die mensen die al lees en taalles hebben gehad en nog steeds laaggeletterdheid blijven en de. Verstandelijke mogelijkheden niet hebben om op een hoger nivo te komen wat is er dan nog voor hen? Verzorgende dienen goed geletterd te zijn, is nu volgens mij niet zo Vooral oplossingen in kaart hebben Het is geen medisch probleem, maar een opvoedingsprobleem In kaart brengen in welke regio welke percentages laaggeletterdheid voorkomt Stel handvatten, doorverwijzing en het bespreekbaar maken met een patiënt niet verplicht. Ik vind het niet in de eerste plaats mijn taak Er moet we aandacht voor zijn. Maar waag het eens om dit ook op het bordje van de huisarts te schuiven Kort geleden een bijeenkomst over laaggeletterdheid meegemaakt. Wat betreft de allochtone patiënt, daar kan ik weinig aan veranderen, dat zullen ze toch zelf voornamelijk moeten doen Stop met import van niet laaggeletterden Geen behoefte Geen behoefte (N=23) Geen behoefte. Er is al ondersteuningsmateriaal dat POH zo nodig gebruikt, ik kom er zelf niet aan toe Geen behoefte, het is belangrijker dat de bevolking er weet van heeft Geen behoefte, lijkt mee een probleem van scholen en de gemeente Geen behoefte, hoort bijvoorbeeld thuis in de categorale hulpverlening thuis. Deze is echter afgeschaft Geen behoefte weet nu dat VELO bestaat N=192
71
Tabel 7.2
Ondersteuningsbehoefte fysiotherapeuten
Ondersteuningsbehoefte fysiotherapeuten Doorverwijsmogelijkheden Goede sociale kaart met doorverwijsmogelijkheden inclusief adres en instantie waar zorgverlener naar door kan verwijzen en wat de kosten daarvan zijn (indien de doelgroep dat wenst en durft) (N=28) Laagdrempelige doorverwijsmogelijkheden in werkgebied/regio, inclusief informatie over de kosten (N=2) Overzicht hulpverlenende instanties als pdf bijvoorbeeld via KNGF met korte beschrijving van diens mogelijkheden een aanmeldingsprocedure Herkenning laaggeletterdheid Handreiking/herkenningslijstje/ handvatten/ richtlijn om (symptomen van) laaggeletterdheid (zo snel mogelijk) te herkennen, onderkennen en hoe ermee om te gaan (binnen de grenzen van mijn vak als fysiotherapeut) (N=19) Cliënten zijn heel handig in het camoufleren van hun laaggeletterdheid Korte zelftest voor deze mensen Voorlichtingsmateriaal en informatie Algemeen Voorlichtingsmateriaal, posters, folders (voor in de wachtruimte) over laaggeletterdheid en de aanpak ervan (N=5) Beeldmateriaal dat aangeeft dat men zich mag laten horen Foldermateriaal voor zowel patiënt als behandelaar Extra geld en tijd om materialen te ontwikkelen en implementeren. Zoals health communicator en talking touch screen Goede reclamecampagne Campagne kunnen lezen maakt het leven duidelijker Gaarne informatie Voorlichting liefst in company Zorgverleners Inzicht in hulpmiddelen die mij ten dienste staan Doelgroep Voorlichtingsmateriaal, posters en folders dat ook begrijpelijk is door en toegankelijk voor (familieleden van) laaggeletterden, bijvoorbeeld in de vorm van afbeeldingen, iconen, pictogrammen, filmpjes, gesproken tekst, storytelling en strip (N=5) Folder materiaal waar mensen terecht kunnen in geval van laaggeletterdheid (ze hebben daarbij een ander nodig om het te kunnen lezen) (N=2) Digitale informatie hierover dat je op een tv scherm kan laten zien bijvoorbeeld in de wachtzaal of in de oefenzaal Informatie in gesproken vorm Voorlichtingsmateriaal voor laaggeletterden in de huisartsen- of fysiopraktijk Scholing Een cursus/opleiding over laaggeletterdheid (N=2) Kennis met betrekking tot laaggeletterdheid Geld voor deelname aan activiteiten, reiskosten, scholing in baas zijn tijd zijn vaak ook belemmerende factoren Tips communicatie met de doelgroep Handvatten en informatie om laaggeletterdheid te op een respectvolle manier te bespreken met de doelgroep (N=10). Ik ervaar grote schaamte en weerstand als ik het ter sprake breng Adviezen voor zorgverleners over gebruik van woorden die een duidelijker uitleg mogen maken
72
Meetinstrumenten Vragenlijsten in gesproken vorm die dan omgezet kunnen worden naar geschreven teksten, zoals bij de doventelefoon het geval is Objectiveren van klachten in deze doelgroep is erg lastig. Schaal van 0-10 om iets te objectiveren wat op het oog dan de makkelijkste optie is i.p.v. lange vragenlijst. Het is handig als daar meetinstrumenten voor zouden komen Er is steeds meer druk om meer meetinstrumenten zoals vragenlijsten te gebruiken. Dat is voor de behandeling van laaggeletterden lastig. De drempel om dan naar de fysiotherapeut te gaan die dan ook weer te moeilijke vragenlijsten geeft kan daardoor hoger worden Overig Meer tijd. Ik werk met kinderen en merk dat sommige ouders laaggeletterd zijn. Ik heb dan meer tijd nodig voor de uitleg van de problematiek van thuisopdrachten enz. Tijdfactor in hulpverlening wordt een duur goed Op dit moment is de realiteit van de vergoeding fysiotherapie dermate laag is dat wij veel patiënten moeten behandelen en veel tijd moeten steken in kwaliteit administratief en de organisatie van een particuliere praktijk ook veel tijd vergt De zorg wordt steeds digitaler. Dat is moeilijk en zorgelijk voor deze doelgroep. De zorg wordt daarmee minder toegankelijk Hoe kan je directe winst boeken. Als mijn laaggeletterde patiënt eerst de taal beter moet leren, dan is er nog steeds een beperking voor mijn zorg In de wijk, Amsterdam-West wordt er al veel ondernomen in deze richting waar gebruik van gemaakt kan worden Welke stappen kan ik als hulpverlener zetten? Anderstaligen die ook niet hebben kunnen leren lezen en schrijven kunnen duiden hoe zij hun problemen kunnen aanduiden In geval van laaggeletterdheid een alternatief circuit aanbieden waarbij de persoon in kwestie uitgedaagd wordt om iets met de laaggeletterdheid te doen Duidelijke organisatie ondersteuning overheid in brede zin Bijna altijd zijn financiële mogelijkheden een drempel om de stap te zetten naar een andere hulpverlener in dit geval taallessen. Handig dan ook te weten hoe deze hulp bekostigd wordt Feitelijk hoop ik dat zorgverzekeraars en diverse instellingen gaan snappen dat niet iedereen zal kunnen lezen en schrijven. Wat niet inhoudt dat die mensen dom zijn Ik houd uw campagne in de gaten. Heb nu nog geen idee of ik behoefte heb in ondersteuning. Dit omdat ik weinig bekend ben met laaggeletterdheid Geen behoefte Geen behoefte (N=35) Ondersteuning maak ik zelf met plaatjes voor de oefen therapie. In eerste instantie geen behoefte N=95
73
Tabel 7.3
Ondersteuningsbehoefte verpleegkundigen
Ondersteuningsbehoefte verpleegkundigen Doorverwijsmogelijkheden Goede sociale kaart met doorverwijsmogelijkheden inclusief adres en instantie waar zorgverlener naar door kan verwijzen en wat de kosten daarvan zijn (indien de doelgroep dat wenst en durft) (N=17) Doorverwijzingfolders indien patiënten dat wensen Mogelijkheid voor hulp kenbaar maken Gratis cursus voor mensen en/of anoniem Meer bijlessen aangeboden voor Nederlandse mensen met laag taalontwikkeling Herkenning laaggeletterdheid Handreiking/herkenningslijstje/ handvatten/ richtlijn om (signalen van) laaggeletterdheid (zo snel mogelijk) te herkennen, onderkennen en hoe ermee om te gaan (N=10) Hulp bij herkenning bij dementerenden Voorlichtingsmateriaal en informatie Algemeen Dat communicatiemedewerkers van onze organisatie hier beter rekening mee houden in hun teksten op website en voorlichtingsmaterialen Achtergrondinformatie over laaggeletterdheid met daarin praktische tips. Bijvoorbeeld in de vorm van een toolkit Pr materialen in verschillende talen Ondersteuning in het maken van toegankelijke brieven en foldermateriaal om mensen te motiveren om mee te doen aan een onderzoek Zorgverleners Ik heb behoefte aan meer informatie over de gevolgen van laaggeletterdheid en gevolgen die dit heeft voor de regievorming van de cliënt Doelgroep Voorlichtingsmateriaal diabetes, COPD/astma en CVRM in plaatjes Loket waar mensen zich kunnen melden, want juist het schrijven- via computer levert problemen Bewustwording Algemeen Meer aandacht in de media over laaggeletterdheid zodat mensen het ook bespreekbaar durven te maken Doelgroep Besef creëren dat laaggeletterdheid ook door mensen zelf bespreekbaar gemaakt moet worden en niet iets is om je voor te schamen. Ik kom er bijna altijd achter, maar dan ken je de cliënt al een tijd en heb je al zorg verleend en dat is jammer Ik werk in een hospice dus met terminale patiënten. Is er informatie beschikbaar voor mij als professional hoe met laaggeletterdheid om te gaan. Is er informatie beschikbaar in de vorm van een folder voor deze specifieke groep patiënten Scholing Meer aandacht hiervoor in (zorg)opleiding (N=2) Cursus voor werkers in zorg thema’s Ik krijg regelmatig scholing. Zit in een werkgroep laaggeletterdheid Tips communicatie met de doelgroep Handvatten en informatie om laaggeletterdheid te op een respectvolle manier te bespreken met de doelgroep (N=4) Handvatten om, om te gaan met schaamte rondom laaggeletterdheid Graag tips hoe je kortdurend patiënten contact de juiste vragen stelt om laaggeletterdheid bespreekbaar te aken. Ik werk als verpleegkundige op polikliniek anesthesie waar men vooral een vragenlijst over zijn/haar gezondheid moet invullen Meetinstrumenten Vragenlijsten voor COPD en astmapatiënten in plaatjes in plaats van teksten
74
Overig Het zou mooi zijn als mensen zich niet hoeven te schamen voor laaggeletterdheid Ik werk met patiënten die graag naar taalles willen, maar binnen hun juridische beperking dit niet mogen Gebarentaal als moedertaal voor doven cliënten Geen behoefte Geen behoefte (N=18) In de setting waarin ik werk geen behoefte N=52
75
Tabel 7.4
Ondersteuningsbehoefte overige eerstelijnszorgverleners
Ondersteuningsbehoefte overige eerstelijnszorgverleners Doorverwijsmogelijkheden Goede sociale kaart met doorverwijsmogelijkheden inclusief adres en instantie waar zorgverlener naar door kan verwijzen en wat de kosten daarvan zijn (indien de doelgroep dat wenst en durft) (N=12) Bijvoorbeeld via een website met een zoekfunctie Laagdrempelige doorverwijsmogelijkheden in werkgebied/regio/provincie, inclusief informatie over de kosten Herkenning laaggeletterdheid Handreiking/herkenningslijstje/ handvatten/ richtlijn om (signalen van) laaggeletterdheid (zo snel mogelijk) te herkennen, onderkennen en hoe ermee om te gaan (N=10) Handvatten hoe laaggeletterdheid beter te herkennen bij autochtonen Tijd en geld voor herkenning Voorlichtingsmateriaal en informatie Algemeen Voorlichtingsmateriaal, posters, folders (voor in de wachtruimte/ apotheek) (N=6) In apotheek systeem zou het gemakkelijker moeten zijn om in groot lettertype etiketten en gebruiksinstructies te printen Welke hulpmiddelen zijn bruikbaar voor apothekers? Informatie over laaggeletterdheid Tips en tools om patiënten informatie zodanig te schrijven dat zoveel mogelijk mensen het begrijpen Informatie afgestemd op de doelgroep Informatie waar je naartoe kan met je hulpvraag Hulpmiddelen om medicijngebruik uit te leggen aan laaggeletterden zodanig dat het helder en duidelijk is Wij werken met toolkit laaggeletterden Meer toegang via beroepsvereniging tot andere manieren van voorlichting Zorgverleners Materialen ok collega’s te informeren Doelgroep Voorlichtingsmateriaal, posters en folders dat ook begrijpelijk is door en toegankelijk voor laaggeletterden, bijvoorbeeld in de vorm van afbeeldingen, iconen, pictogrammen, filmpjes, gesproken tekst, storytelling en strip (N=2) Wij willen graag visueler onze informatie overbrengen maar weten niet hoe Posters in wachtruimte TV programma’s gericht op deze doelgroep. Net als sesamstraat. Iets waar moeders en kinderen die de hele dag voor de buis hangen samen naar kunnen kijken Bewustwording Algemeen Het probleem onder de aandacht brengen bij de gehele bevolking. Buren, collega’s etc. zouden ook bij kunnen dragen aan het verkleinen van het percentage leeggeletterden Er zou meer bekendheid aan gegeven moeten worden Doelgroep Zichtbaarheid van laaggeletterdheid voor de patiënt vergroten Scholing Korte gerichte (digitale) (na)scholing om laaggeletterdheid te herkennen en hoe mensen door te verwijzen (N=2) Oplossingsgerichte scholing Meer aandacht voor laaggeletterdheid in het MBO onderwijs Ik ga waarschijnlijk nog een workshop over dit thema volgen
76
Tips communicatie met de doelgroep Handvatten en informatie om laaggeletterdheid te op een respectvolle manier te bespreken met de doelgroep zonder dat je hen beledigd (N=4) Wij worstelen met het kunnen bereiken van onze laaggeletterde patiënten op een andere manier dan per brief/website/infoboekje. Hoe kunnen wij dit anders doen? Handvatten om taalproblemen met patiënten te bespreken en wat dit voor gevolgen kan hebben voor hun gezondheid/ziekte inzicht Handvatten om laaggeletterden van de juiste informatie te voorzien zodat zij zelf de juiste keuze kunnen maken Meer informatie hoe je mensen hierin kunt doorverwijzen, begeleiden en stimuleren. Deze mensen hebben vaak een laag zelfbeeld en geven snel op Hoe om te gaan met laaggeletterden Meetinstrumenten Tips bij invullen vragenlijsten Overig Wij zijn altijd benieuwd naar verbeteringen en activiteiten die van meerwaarde zijn voor de patiënten Contact en uitwisseling ervaringen Een gesprek op locatie zodat wij ervaringen kunnen uitwisselen daar dit probleem heel vaak voorkomt en ik graag meerdere zorgverleners het probleem wil laten verwoorden Ik lees eerlijk gezegd pas voor het eerst over deze stichting en de mogelijkheden. Meer naamsbekendheid/advertentie/symposia Ondersteuning bij het opzetten van een project bij huisartsen en apothekers Voorlichtingsmateriaal toetsen op effectiviteit middels onderzoek Hoe kunnen we deze patiënten includeren in onderzoek? Tolken Chinees Taalonafhankelijk alles telefonisch Wanneer denk je eraan en maak je het bespreekbaar? Inzicht welke ondersteuning je een patiënt kan bieden Wel ondersteuning, maar hoe en in welke vorm daarvoor heb ik te weinig te maken met laaggeletterdheid Hoe mantelzorgers te betrekken Melding van patiënt aan zorgverlener Meer plek in bestaande cursussen Zijn er vrijwilligers beschikbaar? Geen behoefte Geen behoefte (N=20) Geen behoefte, heb reeds scholing gehad N=66
77