Inventarisatie V&W-activiteiten stedelijk verkeer
Rapportage
Dirk Ligtermoet Koos Louwerse
Gouda, 10 september 1999
Oorspronkelijke en aangepaste opdracht Vier V&W-ambtenaren die eind 1998 sterk betrokken waren bij het onderwerp 'stedelijk verkeersbeleid' namen toen het initiatief om binnen alle (relevante) V&W-onderdelen de lopende en toekomstige activiteiten die gericht zijn op stedelijk verkeer (variërend van omvangrijke en veelvormige beleidsprogramma's tot enkelvoudige onderzoeksprojecten) te laten inventariseren en ordenen. Dit teneinde te kunnen zien tussen welke activiteiten er afstemming moet/kan komen en overlaps zoveel mogelijk weg te nemen. Daartoe werd eind 1998 bijvoorbeeld gedacht aan een V&W-intern overlegplatform van de meest relevante 'activiteit-trekkers' en/of aan een informatieset voor de huidige betrokkenen maar zeker ook nieuwkomers op dit terrein. Door vooral interne reorganisaties bij V&W-DGP werd het voor de vier oorspronkelijke initiatiefnemers (Steven Schepel en Ton Welleman van DGP; Hans Kramer en Pieter van Vliet van AVV) echter in het voorjaar van 1999 minder relevant om deze opdracht te laten uitvoeren. Soms omdat men persoonlijk weinig meer met het onderwerp te maken had; meer algemeen omdat het totale onderwerp van stedelijk verkeersbeleid bij V&W weer wat verder uit beeld leek te geraken. Eind mei 1999 werd daarom besloten dat degene die binnen DGP nu het meest verantwoordelijk is voor dit onderwerp (Bert Zinn), de begeleiding overnam. Tegelijk werd de opdracht ook inhoudelijk aangepast. Gezien de inmiddels meer beperkte gebruikswaarde van de inventarisatie voor V&W, is de inventarisatie minder uitgebreid, minder diepgaand uitgevoerd.
Afbakening en structuur van het gemaakte activiteiten-overzicht De activiteiten die hierna zijn geordend en beschreven betreffen de direct aan V&Wgerelateerde lopende en toekomstige activiteiten (variërend van omvangrijke en veelvormige beleidsprogramma's tot enkelvoudige onderzoeksprojecten van een redelijke omvang) die (mede) tot doel hebben stedelijk verkeersbeleid te beïnvloeden. 'Stedelijk verkeersbeleid' is hier bedoeld als omschrijving voor 'gemeentelijk verkeersbeleid voor grotere kernen'. 'V&Wgerelateerd wil zeggen dat er minimaal één V&W-ambtenaar mee bezig is of bij betrokken is (bijvoorbeeld doordat hij/zij deelneemt in de begeleidingsgroep van een programma of project van een ander departement), dan wel dat het project (zelfstandig) wordt uitgevoerd door een nauw aan V&W gelieerde organisatie (bijvoorbeeld CROW of NOVEM). De beschrijving van de activiteiten is grotendeels gebaseerd op documenten van de betreffende activiteiten zelf. De activiteitbeschrijvingen hebben de volgende structuur:
nr activiteit hoofdinstrumenten contactpersoon
activiteitbeschrijving relatie stedelijk verkeer
de activiteiten-nummering binnen dit document; de naam van de activiteit; de werkwijze van de activiteit, vertaald in een keuze uit de 5 onderscheiden hoofdtypen van beleidsinstrumenten (zie hierna); minstens 1 naam van een sterk betrokken persoon (vaak de projectleider), via wie een gebruiker van het overzicht op weg geholpen kan worden (van de contactpersoon wordt ook organisatie en het telefoonnummer vermeld); een korte beschrijving, in principe in een enkele alinea, van de inhoud van de activiteit; een verwijzing naar nauw verbonden activiteiten, via nummer en naam.
In totaal zijn 53 activiteiten onderscheiden. Zeker gezien dat aantal is het nodig om het overzicht een bepaalde ingang te geven, en dat maakt dus een bepaalde clustering gewenst. De 53 projecten zijn in het navolgende totaal-overzicht op 2 manieren gekarakteriseerd: - Hoofd-ingang (de volgorde in de nummering) is een indeling naar beleidsthema. - 'Zij-ingang' is een indeling naar 'typen overheidshandelen': instrumentarium. In de indeling naar beleidsthema worden 'opeenvolgende onderscheidingen' gehanteerd: * beleidsorganisatie versus beleidsinhoud; * binnen beleidsinhoud 4 hoofdthema's: - ruimtelijke ordening - ruimtelijke inrichting - veiligheidsbeleid - mobiliteitsbeleid * binnen mobiliteitsbeleid de tweedeling goederen versus personen; * binnen personenverkeersbeleid de tweedeling 'bedrijfsgericht' (over alle thema's heen) versus 'themagericht' (en impliciet meestal op gemeentelijke of provinciale overheden gericht); * binnen het themagerichte personenverkeersbeleid tot slot de 6 thema's die zo ongeveer als 'vervoerwijzen' kunnen worden gezien: - lopen - fiets - OV - ketens (nagenoeg alleen OV-ketens; vooral OV+fiets en OV+auto) - autodate - auto (incl. auto-parkeren). Op de horizontale as staat in het navolgende overzicht de indeling naar instrumentarium. Basis van die indeling is een bekende vierdeling van het spectrum aan instrumenttypen: - infrastructuur: 'fysiek beleid'; - geld (subsidies etc): 'financieel beleid'; - regels (wet- en regelgeving, in een vloeiende lijn naar 'algemeen aanvaarde richtlijnen': 'juridisch beleid' of 'regulerend beleid'; - kennis: 'communicatief beleid' Binnen kennis/communicatie onderscheiden we vervolgens: - verzameling/-ontwikkeling;
-
verspreiding.
Beleidsorganisatie
.
.
Beleidsinhoud - Ruimtelijke ordening .
-
Ruimtelijke inrichting .
-
Veiligheidsbeleid .
.
-
Mobiliteitsbeleid .
.
.
.
-
Goederen
-
Personen Bedrijfsgericht
-
Themagericht -
Lopen
.
-
Fiets
.
-
OV .
.
-
-
Ketens .
Autodate Auto .
Verdi-convenant Nationaal Verkeer en Vervoer Plan (NVVP) Milieubeleid DGP ABC-lokatiebeleid Netwerk-stad Onderzoeken ruimtelijke ordening Modellen veiligheid & RO Verstedelijking & mobiliteit Focus VerkeersPrestatie op Lokatie (VPL) Nationaal Pakket Duurzame Stedebouw (NPDS) Afstemming CPV en RO Onderzoeken ruimtelijke inrichting Ruimtelijke structuur en vervoerkeuze Duurzaam Veilig Infopunt DVV KEnnisinfrastructuur VERkeersveiligheid (KEVER) Plan veiligheidseducatie ISA Tilburg Herziening ASVV Integraal gem. verkeersmanagement Stiller, Schoner en Zuiniger (SSZ) Platform Stedelijke Distributie (PSD) Brochure Stedelijke distributie Onderzoeken stedelijke distributie Progr. Kennisverspreiding Vervoermanagem. (PKV) Stimulering vervoermanagement Duurzame bedrijventerreinen Branchebenadering MJA's Kennisplatform Verdi (Kp Verdi) Korte Ritten Programma Voetstappen in de sneeuw Ontwerpen voor kinderen De Nieuwe Normmens Benchmarking fietsbeleid Herziening Leidraad fietsparkeren Eindgebruikers-subsidiering Marktwerking OV Infra-projecten lokaal/regionaal OV OV te water Centrum Vernieuwing Openbaar Vervoer (CVOV) Marketing OV People-mover Ketenmobiliteit Stallingen NS-stations Inrichting/beheer OV-knooppunten Pilots transferia Stimulering autodaten Decentrale carpool-stimulering Infra-projecten OWN Vernieuwing parkeer-/transferpuntenbeleid Onderzoeken parkeerbeleid Parkeerbalans
Infrastructuur Financiering Regelgeving Kennisontwikkeling Kennisverspreiding I F R KO KV X X 1 X X X 2 X 3 X 4 X 5 X 6 X 7 X X 8 X X 9 X X 10 X X 11 X X 12 X 13 X 14 X X X X X 15 X 16 X 17 X 18 X X X 19 X X 20 X X 21 X X X 22 X X 23 X 24 X 25 X X X
X X X
X
X X X
X
X X X
X X X X
X X X
X
X
X X X X
X
X
X X X X X X X
X X X X X X X X X
X X X
X X X X X
X X
X X X
X X
X X X
X X
26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53
nr activiteit hoofdinstrumenten contactpersoon
activiteitbeschrijving
relatie stedelijk verkeer
relaties activiteiten
nr activiteit hoofdinstrumenten contactpersoon
activiteitbeschrijving
relatie stedelijk verkeer
relaties activiteiten
1 VERDI-convenant: Verkeer en vervoer: regionaal decentraal, integraal: convenant tussen V&W, BiZa, IPO en VNG financiering, regelgeving Wil Hamberg organisatie S&C telefoon 070-351.7415 Convenant (maart 1996) tussen Rijk en andere overheden, over vooral (1) decentralisatie van OV-beleid en (2) een ontschotte decentralisatie van subsidieregelingen (fiets, veiligheid, OWN) richting Gebundelde Doeluitkering en uiteindelijk Provinciefonds/Gemeentefonds. Ten dele is 'flankerend beleid' c.q. 'vraaggericht beleid' hierin betrokken. Het convenant is uitgevoerd; wat nog loopt is vooral de overdracht naar de fondsen, de nadere invulling voor vraaggericht beleid en het Kennisplatform Verdi. OV-decentralisatie betreft stadsvervoer en streekvervoer. Overdracht van subsidieregelingen betreft voor een belangrijk deel vooral verkeer over kortere afstanden - vaak lokaal verkeer. Vooral: 3 NVVP 26 PKV 27 Stimulering vervoermanagement 30 Kp Verdi 39 Infra-projecten lokaal/regionaal OV 41 CVOV 50 Infra-projecten OWN
2 NVVP: nationaal verkeers- en vervoerplan infrastructuur, financiering, regelgeving Ronald Annaert/Jan Ploeger organisatie S&C telefoon 070-351.7382/6262 Ter vervanging van SVV-2 wordt door Rijk, provincies, Kaderwetgebieden en gemeenten tezamen een NVVP gemaakt. De eerste stap, een Perspectievennota inclusief Intentieverklaring, is in februari 1999 gezet; begin 2000 moet er een NVVP-beleidsvoornemen liggen. In het NVVP wordt direct de uitwerking voor het rijksbeleid opgenomen; andere overheden dienen hun plannen vervolgens ook op het NVVP te baseren. Deze sterk gedecentraliseerde constructie is overeengekomen in de Planwet, waarin ook geregeld is dat Rijk t.o.v. provincies en provincies t.o.v. gemeenten op 'essentiële onderdelen' van het NVVP een aanwijzingsbevoegdheid hebben. Als nationaal plan en daarmee de basis voor plannen van gemeenten, automatisch de 'basis-planvorm' voor gemeentelijk en dus ook stedelijk verkeersbeleid. Nagenoeg alles; specifiek: 1 Verdi 38 Marktwerking OV 51 Vernieuwing parkeer- en transferpuntenbeleid
nr activiteit hoofdinstrumenten contactpersoon
activiteitbeschrijving
relatie stedelijk verkeer relaties activiteiten
nr activiteit hoofdinstrumenten contactpersoon
activiteitbeschrijving
relatie stedelijk verkeer
relaties activiteiten
3 Milieubeleid DGP Regelgeving Hans-Peter Benschop organisatie DGP-I&O telefoon 070-351.6205 Vanuit DGP-I&O is, begin 1999, een (samenhangend) aantal acties rond milieu-aspecten van verkeer ingezet. Enkele daarvan ('heroriëntatie op lokale milieukwaliteit' en 'rijksbeleid inzake inpassing in woonomgeving en natuur' hebben relevantie voor stedelijk verkeer). DGP-I&O vervult een coördinerende rol. Veel actie worden getrokken vanuit VROM. Het meeste heeft betrekking op milieuwet- en regelgeving. Zie boven. 31 Korte Ritten 35 Benchmarking fietsbeleid
4 ABC-lokatiebeleid regelgeving B. Doedens organisatie VROM-RPD telefoon 070-3393342 Het lokatiebeleid van VROM werkt met bereikbaarheidsprofielen. Er wordt onderscheid gemaakt tussen A-, B- en C-lokaties. A-lokaties zijn optimaal ontsloten voor OV, B-lokaties redelijk goed en C-lokaties slecht. Het ABClokatiebeleid is in 1990 ontwikkeld met als doel "geleiding van de mobiliteit" door een goede afstemming tussen lokatiebeleid en verkeers-en vervoersbeleid: bij de vestiging van bedrijven en voorzieningen reeds uitgaan van de aard en omvang van verwachte verkeersstromen in relatie tot de aanwezige of noodzakelijke verkeers- en vervoersvoorzieningen. Als is bepaald welk profiel een lokatie heeft, leidt dit automatisch tot bepalingen in het bestemmingsplan ten aanzien van welke activiteiten zijn toegestaan en maimum-aantallen parkeerplaatsen. Er is een belangrijke relatie met het stedelijk verkeers- en vervoersbeleid, met name vanwege de gehanteerde parkeernormen en de te bieden kwaliteit van het OV. 5 6 Onderzoeken ruimtelijke ordening 9 Focus 12 Afstemming CPV en RO 13 Onderzoeken ruimtelijke inrichting 14 Ruimtelijke structuur en vervoerwijzekeuze. 31 Korte Ritten programma 51 Vernieuwing parkeer- en transferpuntenbeleid 52 Onderzoeken parkeerbeleid 53 Parkeerbalans
nr activiteit hoofdinstrumenten contactpersoon
activiteitbeschrijving
relatie stedelijk verkeer
relaties activiteiten
nr activiteit hoofdinstrumenten contactpersoon
activiteitbeschrijving
relatie stedelijk verkeer relaties activiteiten
nr activiteit hoofdinstrumenten contactpersoon
activiteitbeschrijving
relatie stedelijk verkeer relaties activiteiten
5 Netwerk-stad kennisontwikkeling Lodewijk Lacroix organisatie DGP-I&O telefoon 070-351.7465 In de Houtskoolschets (begin 1999) van VROM, voor de 5e Nota RO, wordt het ontstaan van netwerksteden (verschillende aanpalende stedelijk centra, die richting '1 eenheid' groeien - met 1 arbeidsmarkt en 1 woningmarkt) aanvaard. De vraag is of het inderdaad zo is dat er steeds meer sprake is van -de daaruit volgende- 'regionale verplaatsingsmarkten', en hoe VenW daar dan op in moet spelen. De activiteit, die ruimschoots in 1999 afgerond moet zijn, omvat enig kwantitatief onderzoek en verder vooral interviews, essays en workshops. Uitkomst moet zijn beslispunten voor NVVP. Beperkt, in die zin dat het er in dit globale aandachtsveld van ruimtelijke ordening eerder over gaat 'waar(heen) gaat de stad' dan 'hoe ziet de stad eruit'. 6 Onderzoeken ruimtelijke ordening
6 Onderzoeken ruimtelijke ordening kennisontwikkeling Peter Jorritsma organisatie AVV-VMO telefoon 010-282.5666 AVV verricht in opdracht van DGP-I&O en in samenwerking met de RPD enkele onderzoeken naar de mobiliteitseffecten van ruimtelijk ordening: - uitwerking 'ladder'-concept in het kader van RUIMPAD: toepassing op Amsterdam, Knooppunt-Arnhem-Nijmegen (KAN) en Den Bosch; - verdere ontwikkeling en uitvoeren analyses met het TIGRIS-model: doorrekening netwerk-concepten voor Randstad Rail, KAN en de regio Leiden, Haarlem, Amsterdam. Gekeken wordt naar toepassing van ruimtelijke netwerk-concepten in stadsgewestelijk gebied in relatie tot de mobiliteitseffecten daarvan. 5 Netwerk-stad 13 Onderzoeken ruimtelijke inrichting
7 Modellen veiligheid en RO kennisontwikkeling Alex van Loon organisatie AVV-VMV telefoon 070-351.5799 AVV is al geruime tijd in verschillende projecten bezig met modelontwikkeling rond het thema 'verkeersveiligheid en ruimtelijke structuur'. Het gaat erom verkeersveiligheidseffecten van ruimtelijke keuzes modelmatig in te schatten. Juist waar verkeersveiligheid verband houdt met ruimtelijk beleid, gaat het voor een belangrijk deel om stedelijk gebied/verkeer 9 Focus 10 VPL
15 Duurzaam Veilig
nr activiteit hoofdinstrumenten contactpersoon
activiteitbeschrijving
relatie stedelijk verkeer relaties activiteiten
nr activiteit
hoofdinstrumenten contactpersoon
activiteitbeschrijving
relatie stedelijk verkeer relaties activiteiten
8 Verstedelijking en mobiliteit kennisontwikkeling, kennisverspreiding Teun de Wit organisatie CROW telefoon 0318-620.410 Project gericht op het verzamelen en ontwikkelen van gereedschappen voor met name gemeenten om bij de stedelijke (her-)inrichting ongewenste mobiliteitseffecten tot een minimum te beperken. Looptijd tot in 2000. Project gericht op de verkeersaspecten van stedelijke (her)inrichting. 9 Focus 10 VPL 11 NPDS 13 Onderzoeken ruimtelijke inrichting 31 Korte Ritten programma
9 Focus: 'het bevorderen van een integrale benadering van verkeersveiligheid in het ruimtelijk planproces als basis voor een structurele uitwerking op diverse planniveaus' kennisontwikkeling, kennisverspreiding Ad Kranenburg organisatie AVV-VMV telefoon 010-282.5948 Onder de 'fantasienaam' Focus zijn vanuit AVV, gesteund door provincie Gelderland, ROV-G en RD Oost, vanaf 1998 een aantal samenhangende projecten opgezet, gericht op het creëren van draagvlak voor verkeersveiligheid bij stedebouwers. Een 'inspiratieboek 1', Verkeers-leefbaarheid in nieuwbouwlocaties, met algemene concepten en concrete voorbeelden rond verkeersleefbaarheid, werd vervaardigd en richting gemeenten verspreid. Een tweede inspiratieboek, meer gericht op kleinere uit- en inbreidingslocaties, is in de maak. Verder zijn 'panelen' gemaakt, zijn er in Gelderland rondes gehouden met 'consultatiegroepen' (gemeenten leggen hun probleem aan een groep deskundigen voor) en is er een minisymposium gehouden. Het programma is nog niet volledig afgerond; vooral over de verbreding naar andere regio's en een 'slotcongres' wordt nog gedacht. Het gaat om verkeersleefbare inrichting in stedelijk en klein-stedelijk gebied. 7 Modellen veiligheid en RO 8 Verstedelijking en mobiliteit 11 NPDS 12 Afstemming CPV en RO 14 Ruimtelijke structuur en vervoerwijzekeuze 32 Voetstappen in de sneeuw
nr activiteit hoofdinstrumenten contactpersoon
activiteitbeschrijving
relatie stedelijk verkeer relaties activiteiten
nr activiteit hoofdinstrumenten contactpersoon
activiteitbeschrijving
10 VPL: VerkeersPrestatie op Locatie kennisontwikkeling, kennisverspreiding Albert Jansen organisatie Novem telefoon 030-2393.459 De VPL is een planproces-aanpak, waarin gepoogd wordt de stedebouwkundige en verkeersplanologische benadering werkelijk te integreren - met modelberekeningen als hulpmiddel. De verkeerskundige probleemstelling komt in deze methodiek eerder op de agenda en maakt (dus) meer kans daar te blijven. In de ontsluitings-planvorming worden vervoerwijzen functioneel benaderd (elk vervoermiddel inzetten op verplaatsingen waar ze sterk in zijn), omdat dat niet alleen voor het energiegebruik gunstig is, maar ook door de reiziger gewenst zal worden. Om te garanderen dat ruimte en prioriteit op lagere schaalniveaus inderdaad aan de langzame vervoerwijzen wordt toegekend, hanteer VPL de 'omgekeerde-ontwerp-methode': eerst de voetgangers-ruimte, dan die van de fietser en daarna pas auto- en collectief vervoer-netwerken. Inmiddels hebben zo'n 30 gemeenten besloten de VPL-aanpak experimenteel toe te passen op nieuwe bouwlocaties. VPL betreft de verkeersaspecten van het ontwerp van nieuwe grotere (woon)wijken, en dus automatisch 'stedelijk verkeer'. 7 Modellen veiligheid en RO 8 Verstedelijking en mobiliteit 11 NPDS 12 Afstemming CPV en RO 14 Ruimtelijke structuur en vervoerwijzekeuze 31 Korte Ritten programma
11 NPDS: Nationaal Pakket Duurzame Stedebouw kennisontwikkeling, kennisverspreiding J.C. Heemrood organisatie Nationaal DuBo Centrum telefoon 030-232.2222 In 1995 verscheen het 1e plan van aanpak duurzaam bouwen, op basis waarvan uniforme en bindende richtlijnen voor woningbouw en utiliteitsbouw zijn geïmplementeerd. Het 2e plan van aanpak duurzaam bouwen (1997) gaf 6 nieuwe accenten aan het DuBo-beleid, waaronder 'duurzame stedenbouw'. En binnen duurzame stedenbouw is 'verkeer' weer een van de 5 vaste thema's, naast water, natuur/ecologie, leefbaarheid en energie. In juni 1999 is het Nationaal Pakket Duurzame Stedenbouw gelanceerd: een document van 200 pagina's met "vrijwel alle kennis en ervaringen die voorhanden zijn op het gebied van duurzame stedebouw. Tegelijk is het pakket door zijn encyclopedische samenstelling een bron van inspiratie geworden." Het NPDS heeft procesdeel, een conceptendeel (onderlegger/ planstructuur/milieutypen) en een maatregelendeel. Het wil betrokkenen bij (her)ontwikkeling van woningbouw- en bedrijfslocaties informeren en inspireren; het biedt geen uniforme en bindende richtlijnen. Vervolg: een educatietraject voor leden/achterbannen van de vele ingeschakelde 'koepels' (neprom, bnsp, aedes, enfb, n&m, rws e.a.); SEV
relatie stedelijk verkeer relaties activiteiten
nr activiteit hoofdinstrumenten contactpersoon
activiteitbeschrijving
relatie stedelijk verkeer relaties activiteiten
nr activiteit hoofdinstrumenten contactpersoon
activiteitbeschrijving
relatie stedelijk verkeer relaties activiteiten
heeft het voornemen een programma 'voorbeeldprojecten duurzame stedebouw' te ontwikkelen. Het thema verkeer binnen het NPDS is logischerwijs voluit 'stedelijk verkeersbeleid'. 8 Verstedelijking en mobiliteit 9 Focus 10 VPL
12 Afstemming CPV en RO kennisontwikkeling, kennisverspreiding Carola Prins organisatie CROW telefoon 0318-620.410 Voor het OV is het van belang om al vroegtijdig met de RO-sector om tafel te zitten bij de ontwikkeling van nieuwe woon- en werkgebieden. Behalve vroegtijdig is het punt dat inhoudelijk de afstemming vaak nog veel beter kan. Dit project wil hiertoe (eind 1999) aanbevelingen formuleren en goede voorbeelden tonen. Verkeersvoorzieningen in en naar nieuwe woon- en werkgebieden is een zaak van gemeentelijk/stedelijk verkeersbeleid. 9 Focus 10 VPL
13 Onderzoeken ruimtelijke inrichting kennisontwikkeling Peter Jorritsma organisatie AVV-VMO telefoon 010-282.5666 AVV verricht in opdracht van DGP-I&O en in samenwerking met de RPD monitoring-onderzoek naar de mobiliteitseffecten van VINEX-lokaties die in aanleg zijn. Onderzoek gericht op de verkeerseffecten van de ruimtelijke inrichting van woonwijken. 8 Verstedelijking en mobiliteit 14 Ruimtelijke structuur en vervoerwijzekeuze 32 Voetstappen in de sneeuw 33 Ontwerpen voor kinderen 34 De Nieuwe Normmens
nr activiteit hoofdinstrumenten contactpersoon
activiteitbeschrijving
relatie stedelijk verkeer relaties activiteiten
nr activiteit hoofdinstrumenten contactpersoon
activiteitbeschrijving
relatie stedelijk verkeer
relaties activiteiten
14 Ruimtelijke structuur en vervoerwijzekeuze kennisontwikkeling Rianne Zandee organisatie IVVS telefoon 015-251.6572 In dit onderzoek van MuConsult wordt, via literatuurstudie en (vooral) primaire dataverzameling en 'ruimtelijke observaties', bezien in hoeverre verplaatsingsgedrag wordt beïnvloed door de ruimtelijke inrichting en vormgeving op micro-niveau: OV- en auto-ontsluiting, parkeermogelijkheden, woningdichtheden, winkelvoorzieningen e.d. Het resultaat wordt verwerkt in de VPL. Effect van ruimtelijke inrichting op vervoerwijzekeuze is een 'binnen-stedelijk' onderwerp. 9 Focus 10 VPL 13 Onderzoeken ruimtelijke inrichting
15 Duurzaam Veilig infrastructuur, financiering, regelgeving, kennisontwikkeling, kennisverspreiding Steven Schepel en Pieter van Vliet organisatie DGP-VV resp AVV-VMV telefoon 070-351.6401 resp. 010-282.5696 Het concept Duurzaam Veilig, inhoudelijk uitgedacht en geconcretiseerd door vooral de SWOV, werd in december 1997 bestuurlijke werkelijkheid met de ondertekening door IPO, VNG, UvW en V&W van het Startprogramma Duurzaam Veilig. Concrete maatregelen daarin: - uitbreiding 30 km-gebieden binnen bebouwde kom; - uitbreiding 60 km-gebieden buiten bebouwde kom; - voorrang van verkeersaders op kruispunten buiten 30 km gebieden; - uniformering van voorrang op rotondes; - bromfiets op de rijbaan; - voorrang fietsers van rechts. 50% van de programmakosten (geschat op 400 mln) zijn voor V&W. Tegelijk is afgesproken dat er in 2000 een nieuwe afspraak wordt gemaakt over Duurzaam Veilig fase 2, waarin in ieder geval de nu nog wat vooruitgeschoven punten van handhaving, educatie en actieplan 30 km/uur algemeen (binnen bebouwde kom) een plaats zullen krijgen. Aan 'DV2' wordt inmiddels gewerkt door GoudappelCoffeng en een ambtelijke werkgroep. Veel werk is gemaakt van kennisverspreiding: zie 15. Twee belangrijke richtlijnen-projecten die nog lopen bij CROW: - DV herinrichten bestaande wijken; - Ontwerpcriteria DV wegen bibeko. De maatregelen van Startprogramma en DV2 hebben natuurlijk een veiligheidsoptiek, maar hebben zeker ook sterke relaties met bijvoorbeeld mobiliteitsbeleid: zaken als 30 km gebieden zijn duidelijke facilitaties van langzaam verkeer. Een belangrijk deel van de maatregelen betreft 'bibeko'. 7 Modellen veiligheid en RO 16 Infopunt DVV 19 ISA Tilburg
20 Herziening ASVV
nr activiteit hoofdinstrumenten contactpersoon
activiteitbeschrijving
relatie stedelijk verkeer relaties activiteiten
nr activiteit hoofdinstrumenten contactpersoon
activiteitbeschrijving
relatie stedelijk verkeer relaties activiteiten
nr activiteit hoofdinstrumenten contactpersoon
activiteitbeschrijving
relatie stedelijk verkeer relaties activiteiten
16 Infopunt DVV (Duurzaam Veilig Verkeer) kennisverspreiding Eddy Westdijk organisatie CROW telefoon 0318-620.410 De instelling van het Infopunt DV, ondergebracht bij het CROW, is een afspraak uit het Startprogramma Duurzaam Veilig; het convenant tussen V&W, IPO, VNG en UvW. Belangrijkste doel is het gevraagd en ongevraagd verstrekken van informatie over DV, via een telefonische helpdesk, het uitgeven van de nieuwsbrief Signalen en andere brochures en het beheren en onderhouden van een website (met daarin uitgebreide literatuurverwijzingen). Het Infopunt dient ook kennislacunes te signaleren. Doelgroep: beleids- en beheer-medewerkers van gemeenten, provincies, waterschappen en RD's; ROV's; adviesbureaus. Een belangrijk deel van de afspraken in het Startprogramma DV betreffen maatregelen binnen de bebouwde kom. 15 Duurzaam Veilig 17 KEVER 30 Kp Verdi
17 KEVER: Kennisinfrastructuur Verkeersveiligheid kennisverspreiding Ad Kranenburg organisatie AVV-VMV telefoon 010-282.5948 Het programma KEVER, lopend van 1998 tm 2000, wil de kennisinfrastructuur in verkeersveiligheid verbeteren: bestaande kennis beter toegankelijk maken voor lokale/regionale actoren. In het programma wordt aandacht geschonken aan een landelijke facilitering via een website en een daarin opgenomen 'kennisatlas', aan professionalisering van de kennisfunctie bij ROV's middels drie pilotprojecten en aan kennismanagement in het onderwijs (naast begeleidende communicatie). Veel verkeersveiligheidsbeleid heeft betrekking op stedelijk verkeer. 16 Infopunt DVV 30 KpVerdi
18 Plan veiligheidseducatie Kennisverspreiding Peter Snoeren organisatie IPO telefoon 070-3143457 In het kader van het Startprogramma Duurzaam Veilig wordt door de samenwerkende ROV's een Werkplan opgesteld voor verkeerseducatie. Daaruit moeten activiteiten voortvloeien gericht op scholen, voortgezet onderwijs, CBR, INNOVAM, auto-rijscholen en uitgeverijen van onderwijspakketten. Verkeersveiligheidseducatie draagt bij aan de verkeersveiligheid op straat, ook in het stedelijk gebied. 15 Duurzaam Veilig
16 Infopunt DVV nr activiteit hoofdinstrumenten contactpersoon
activiteitbeschrijving
relatie stedelijk verkeer
relaties activiteiten
nr activiteit hoofdinstrumenten contactpersoon
activiteitbeschrijving
relatie stedelijk verkeer relaties activiteiten
nr activiteit hoofdinstrumenten contactpersoon
activiteitbeschrijving
19 ISA Tilburg: proefproject Intelligente Snelheids Adaptie in Tilburg infrastructuur, kennisontwikkeling, kennisverspreiding Angelien van Boxtel organisatie AVV-VMT telefoon 010-282.5711 In Tilburg-Campenhoef wordt, na uitgebreid verkennend onderzoek, in 1999-2001 een praktijkproef ISA gehouden. Een aantal wijkbewoners gebruikt enige tijd een auto waarvan via GPS de snelheid binnen de woonwijk gelimiteerd wordt (met verschillende limieten, per straat). Het project wil nagaan of ISA realiseerbaar is: technisch operationaliseerbaar en maatschappelijk haalbaar. De Tilburgse proef is specifiek stedelijk gericht; betreft ISA op het snelheidsniveau van wijkverkeer, in een woonwijk. ISA kan natuurlijk ook buiten stedelijk gebied worden toegepast, met andere snelheidslimieten, maar de toepassing in woonwijken lijkt wel een essentiële te zijn. 15 Duurzaam Veilig
20 Herziening ASVV: Aanbevelingen voor verkeersvoorzieningen binnen de bebouwde kom regelgeving, kennisverspreiding Hilly Talens organisatie CROW telefoon 0318-620.410 De ASVV, het dikke handboek vol ontwerpregels voor verkeerskundigen, wordt periodiek herzien. De huidige versie is van 1996. Er zijn zo'n 4 jaar nodig om een nieuwe versie gereed te hebben. Om in 2003 gereed te zijn, wordt daarom in 1999 de voorbereiding gestart. Verkeerskundig ontwerp is natuurlijk zeker niet alleen een zaak van gemeentelijk/lokaal niveau, maar voor een belangrijk deel wel. Alle verkeerskundige ontwerp-activiteiten; vooral: 15 Duurzaam Veilig 33 Ontwerpen voor kinderen 34 De Nieuwe Normmens 36 Herziening Leidraad fietsparkeren 53 Parkeerbalans
21 Integraal gemeentelijk verkeersmanagement kennisontwikkeling, kennisverspreiding Hilly Talens organisatie CROW telefoon 0318-620.410 Op gemeentelijke wegen zijn vaak diverse informatiesystemen geplaatst om het verkeer te monitoren/geleiden. Deze systemen zijn dikwijls slechts voor 1 doel geplaatst, zoals verkeersregelinstallaties of een parkeerverwijssysteem. De verschillende systemen zijn dan niet in staat met elkaar te communiceren. Dit project is erop gericht een plan van aanpak op te stellen voor een 'stedelijke verkeerscentrale', waarmee het verkeer op het
relatie stedelijk verkeer relaties activiteiten nr activiteit hoofdinstrumenten contactpersoon
activiteitbeschrijving
relatie stedelijk verkeer relaties activiteiten
nr activiteit hoofdinstrumenten contactpersoon
activiteitbeschrijving
relatie stedelijk verkeer relaties activiteiten
stedelijk wegennet gevolgd en desgewenst geleid kan worden. Betreft volledig stedelijk verkeersbeleid. Enerzijds ongeveer alle; anderszijds weinige specifiek. 22 SSZ: Stiller, Schoner en Zuiniger verkeer en vervoer in stedelijk gebied financiering, kennisontwikkeling, kennisverspreiding Paul Pilgram organisatie DGP-I&O telefoon 070-351.7206 Het programma ondersteunt onderzoeks- en ontwikkelingsprojecten en praktijkproeven die gericht zijn op vermindering van de geluidsemisse, de uitlaatemissie en het brandstofverbruik, in het goederenvervoer en het collectief personenvervoer - in stedelijk gebied. Ontwikkelde producten moeten op grote schaal (kunnen) worden toegepast. Aandachtsvelden zijn vervoersystemen, voertuigen, aandrijfsystemen en energiedragers. Jaarlijks budget ca. 6 mln. Begin 1999 is voor een vervolgverkenning bij een aantal individuele gemeenten nagegaan waar zij precies (nog) behoefte aan hebben. Inmiddels draait een 'Tweede Meerjarenprogramma SSZ 1999-2003' (35 mln beschikbaar, voor 70-80% bedoeld voor technologie), waarin meer aandacht wordt besteed aan de toepassing van innovatieve technieken in de vervoerspraktijk. Het onderwerp is nadrukkelijk 'verkeer in steden', al gaat het dan alleen om de negatieve bijwerkingen van dat verkeer. 23 PSD 31 Korte Ritten Programma
23 PSD: Platform Stedelijke Distributie kennisontwikkeling, kennisverspreiding Elly de Gooijer en/of Roeland van Bockel organisatie V&W-G telefoon 070-351.6236 resp. 070-351.1697 In het PSD participeren VNG, IPO, V&W, EZ, VROM, EVO, KNV, TLN, MKB-Nederland, NVG (groothandel) en RND (detailhandel). Het PSD wil overlegorgaan zijn, maar ook initiator en stimulator van vernieuwende projecten, kennisverspreiding en kennismakelaar. PSD voert/voerde verschillende inventariserende onderzoeken uit (o.a. naar cargo-bikes, bakfietsen voor de 21ste eeuw), doet aan benchemarking en ondersteunt enkele lokale projecten en maakt brochures (bijv. Tipper 1: Een brochure voor gemeenten met een beschrijving (voor- en nadelen) van mogelijke verkeersmaatregelen). PSD richt zich op alle betrokkenen bij stedelijke distributie in de grotere gemeenten. 22 SSZ 24 Brochure Stedelijke distributie 25 Onderzoeken stedelijke distributie
nr activiteit hoofdinstrumenten contactpersoon
activiteitbeschrijving
relatie stedelijk verkeer relaties activiteiten
nr activiteit hoofdinstrumenten contactpersoon
activiteitbeschrijving
relatie stedelijk verkeer relaties activiteiten
nr activiteit hoofdinstrumenten contactpersoon
activiteitbeschrijving
relatie stedelijk verkeer
relaties activiteiten
24 Brochure Stedelijke distributie kennisverspreiding Teun de Wit organisatie CROW telefoon 0318-620.410 Het project wil een overzicht geven, in een op vooral gemeenten gerichte brochurevorm, van de thans bekende organisatorische en technologische instrumenten die bij kunnen dragen aan een verbetering van de stedelijke distributie in termen van milieu- en ruimtebeslag. Stedelijke distributie is een belangrijk item in stedelijk verkeersbeleid. 23 PSD 25 Onderzoeken stedelijke distributie
25 Onderzoeken stedelijke distributie kennisontwikkeling Marjet Dekker organisatie AVV-VMG telefoon 010-282.5695 In enkele steden in Nederland worden met als basis een nul-meting effectmetingen verricht met de toepassing van bepaalde logistieke concepten in de praktijk : Amsterdam (7,5 tons gebied met ontheffingsregime), 's-Hertogenbosch (selectief toegangsregime), Haarlem (dalurendistributie) en Groningen (gebruik busbanen voor goederenvervoer). Het betreft monitoring van voertuigbewegingen en doorrekening van effecten op bereikbaarheid en milieu-aspecten. Mogelijk volgen binnenkort ook andere gemeenten. Evident. 23 PSD 24 Brochure stedelijke distributie
26 PKV: Programma Kennisverspreiding Vervoermanagement kennisverspreiding Mieke van der Spek organisatie AVV-VMP telefoon 010-282.5663 In tien jaar stimulering van vervoermanagement is vooral op regionaal niveau veel geprobeerd en geleerd. De praktijklessen zijn echter te weinig vastgelegd en breed verspreid. Dat is vooral een probleem nu gemeenten en provincies een grotere betrokkenheid bij vervoermanagement moeten krijgen (zie 26): Het wiel behoeft niet opnieuw uitgevonden te worden, maar hoe krijg je de geleerde lessen bij die 'nieuwkomers'? Daartoe is het PKV gemaakt dat in 1999-2001 uitgevoerd wordt: zo'n 35 projecten van regionale/lokale kennis-verzameling en vervolgens 'landelijke' kennisverspreiding. Het thema vervoermanagement richt zich op bedrijven en hun verkeer. Natuurlijk betreft dat niet altijd stedelijk gebied, maar vaak wel - en sowieso gaat het bij vervoermanagement nadrukkelijk om de directe verkeersomgeving van bedrijven. 1 Verdi
27 Regionale stimulering vervoermanagement
nr activiteit hoofdinstrumenten contactpersoon
activiteitbeschrijving
relatie stedelijk verkeer relaties activiteiten
nr activiteit hoofdinstrumenten contactpersoon
activiteitbeschrijving
relatie stedelijk verkeer relaties activiteiten
nr activiteit hoofdinstrumenten contactpersoon
activiteitbeschrijving
27 Stimulering vervoermanagement financiering, regelgeving Jan van Donkelaar organisatie DGP-M telefoon 070-351.6719 Vervoermanagement is vele jaren vooral gestimuleerd door de financiering van regionale adviespunten (en hun voorlopers). Voor de komende jaren staan hierin verschillende wijzigingen, of 'accentverschuivingen', op stapel: * Meer accent op verplichtende regelgeving voor bedrijven, die bedrijven als het ware 'richting vervoermanagement drijft'. * Een trekkersrol voor provincies, Kaderwetgebieden en gemeenen in de regionale stimulering. * Een accentverschuiving in die regionale stimulering van 'benaderen en stimuleren' naar 'adviseren en afspreken'. De komende 5 jaar is er maximaal 10 mln per jaar beschikbaar. zie bij 25 1 Verdi 26 PKV 28 Duurzame bedrijventerreinen 28 Branchebenadering MJA's
28 Duurzame bedrijventerreinen financiering en kennisontwikkeling John Lammers organisatie Novem telefoon 030-2393578 Het betreft een programma waarin getracht wordt op concrete bedrijventerreinen in de praktijk samenwerking op gang te trekken tussen bedrijven, gemeente en andere belanghebbende, gericht op verduurzaming van bestaande en nieuwe terreinen. Daarbij worden ook de duurzame aspecten van verkeer (personen en goederen) in beschouwing genomen. Beperkt: afhankelijk van ligging van bedrijventerrein. 27 Regionale stimulering vervoermanagement
29 Branchebenadering MJA's: Meerjarenafspraken energie-efficiency financiering, regelgeving, kennisontwikkeling, kennisverspreiding Gea van Oortmarssen organisatie Novem telefoon 030-239.3408 In MJA's worden, vanuit EZ gestimuleerd, branche-gewijs afspraken met het bedrijfsleven gemaakt over een te bereiken energiebesparing - terwijl tegelijk voor de bedrijven een winstpunt is dat regelgeving achterwege blijft. In de concretisering van MJA's wordt veel onderzoek, communicatie, proefprojecten en monitoring ingezet, gecoordineerd door Novem. Daar zijn opvallend goede resultaten mee geboekt. EZ wil de MJA's, nu nog vooral gefocust op 'productieprocessen', verbreden naar thema's die ook met energie te maken hebben - waaronder bedrijfs-gebonden verkeer. In een verkenning is geconstateerd dat voor vervoer-management een branchegewijze stimulering, als impuls voor het regionale werk, zeker
relatie stedelijk verkeer relaties activiteiten
nr activiteit hoofdinstrumenten contactpersoon
activiteitbeschrijving
relatie stedelijk verkeer relaties activiteiten
nr activiteit hoofdinstrumenten contactpersoon
activiteitbeschrijving
relatie stedelijk verkeer relaties activiteiten
zinvol is. Daarom zal via pilots bekeken worden of en hoe een koppeling van vervoermanagement aan MJA's effectief realiseerbaar is. MJA's zijn niet gericht op 'stedelijk verkeer'; alleen de verbinding met vervoermanagement maakt MJA's in deze relevant; zie verder bij 25. 27 Regionale stimulering vervoermanagement
30 KpVerdi: Kennisplatform Verdi kennisverspreiding Rob Visser organisatie KpVerdi telefoon 010-282.5000 Op basis van het VERDI-convenant, met de afspraak dat het Rijk haar kennisverzameling en -verspreiding meer ten dienst stelt van andere overheden, is in 1997 KpVerdi ingesteld.Dit kennisplatform stimuleert en faciliteert de kennisuitwisseling tussen de overheden op verkeers- en vervoersterrein m.b.t. anticiperend onderzoek, beleidsgericht onderzoek, basisinformatie en praktijkkennis. KpVerdi kent de beschikbare kennis en verspreidt die passief (info-desk) en actief (workshops, nieuwsbrief, website). KpVerdi is kennismakelaar voor gemeenten, Kaderwetgebieden en provincies. 1 Verdi 16 Infopunt DVV 17 KEVER 41 CVOV
31 Korte Ritten programma regelgeving, kennisverspreiding Nynke Sijtsma organisatie DGP-M telefoon 070-351.6652 Een aanzienlijk deel van korte verplaatsingen en deel-verplaatsingen (tot 5 km) gaat per auto. Juist in dit 'segment' is beleid gericht op vervanging van autogebruik door andere vervoerwijzen (in concreto vooral fietsen, en soms OV en lopen) haalbaar en kansrijk. Het KRP, waarin ook VROM en Novem deelnemen, start (momenteel) met een 'analyse mobiliteitsontwikkelingen': inzicht in de ontwikkeling van korte ritten en verklaringen voor die ontwikkelingen. Vandaar zijn 2 sporen onderscheiden: Pogen het fenomeen van 'verlenging van verplaatsingen' tegen te gaan. Gedacht wordt aan een doorlichting van het Rijksbeleid op mobiliteitseffecten: het 'bijeffect' afstandsverlenging van ander beleid. In een vervolg daarop zou een 'mobiliteitstoets' mogelijk zijn. Pogen binnen het segment van korte ritten een overstap van auto naar andere vervoerwijzen te bereiken, via kennisverspreiding en/of stimuleringsprojecten. Korte ritten zijn automatisch vooral verplaatsingen in de directe leefomgeving, vaak in stedelijk gebied. 3 Milieubeleid DGP 7 Verstedelijking en mobiliteit 10 VPL
35 Benchmarking fietsbeleid
nr activiteit hoofdinstrumenten contactpersoon
activiteitbeschrijving
relatie stedelijk verkeer relaties activiteiten
nr activiteit hoofdinstrumenten contactpersoon
activiteitbeschrijving
relatie stedelijk verkeer relaties activiteiten
nr activiteit hoofdinstrumenten contactpersoon
activiteitbeschrijving
relatie stedelijk verkeer relaties activiteiten
32 Voetstappen in de sneeuw: vervoer in de dagelijkse leefomgeving kennisontwikkeling, kennisverspreiding Nynke Coesel organisatie PbIVVS/Connekt telefoon 015-251.6579 Een aan RIGO en OD205 uitbesteed lopend onderzoek, dat 'wensen en bewegingen' van voetgangers wil bekijken, om uiteindelijk 'beweegredenen en handreikingen voor een voetgangersvriendelijke omgeving' overzichtelijk te presenteren aan relevante overheidsdiensten. Bij uitstek korte verplaatsingen - nagenoeg altijd lokaal - en dus vaak 'stedelijk'. 9 Focus 13 Onderzoeken ruimtelijke inrichting 33 Ontwerpen voor kinderen 34 De Nieuwe Normmens
33 Ontwerpen voor kinderen regelgeving, kennisontwikkeling, kennisverspreiding Eddy Westdijk organisatie CROW telefoon 0318-620.410 Het huidige gebruik van de straat maakt het (steeds) minder vanzelfsprekend, zelfs in verblijfsgebieden, dat ook kinderen zelfstandig van die straat gebruik maken. In het project worden ontwerpcriteria beschreven die dienen te worden gehanteerd bij situaties waar kinderen gebruik moeten kunnen maken van de openbare ruimte. Betreft ontwerp van 'leefomgeving' en daarmee de gemeentelijk/stedelijke openbare ruimte. 13 Onderzoeken ruimtelijke inrichting 20 Herziening ASVV 33 Voetstappen in de sneeuw 34 De Nieuwe Normmens
34 De Nieuwe Normmens regelgeving, kennisontwikkeling, kennisverspreiding Teun de Wit organisatie CROW telefoon 0318-620.410 Beoordeling bestaande ontwerprichtlijnen voor openbare ruimte op hun gebruikswaarde voor mensen met een functiebeperking, wat moet leiden tot bepaalde aanpassingen van die richtlijnen. Project loopt tot eind 2000. Bij ontwerp voor mensen met functiebeperkingen gaat het vooral om voetgangers - en daarmee vooral om lokaal/stedelijk verkeer. 13 Onderzoeke ruimtelijke inrichting 20 Herziening ASVV 32 Voetstappen in de sneeuw 33 Ontwerpen voor kinderen
nr activiteit hoofdinstrumenten contactpersoon
activiteitbeschrijving
relatie stedelijk verkeer relaties activiteiten
nr activiteit hoofdinstrumenten contactpersoon
activiteitbeschrijving
relatie stedelijk verkeer
relaties activiteiten
35 Benchmarking fietsbeleid kennisontwikkeling, kennisverspreiding Ton Welleman organisatie DGP-M telefoon 070-351.6269 Na beëindiging van het MPF is in 1998 door de minister aan de Kamer toegezegd dat o.a. een actie zal volgen ter versterking van de rol van de Fietsersbond enfb als kennis- en informatieverschaffer aan lokale actoren die fietsbeleid beïnvloeden. V&W hecht nl. waarde aan -ook- een sterke belangenbehartiging van fietsers. Mede om zo de aandacht voor fietsverkeer ook na het MPF vast te houden. Het voornemen is geconcretiseerd in een project Benchmarking: Verzamelen, vergelijken en verspreiden van informatie over de lokale en regionale praktijk van verkeersbeleid, met een accent op fietsverkeer, gericht op lokale en regionale beleids-beslissers, -voorbereiders en -beïnvloeders. In de periode 1999-2002 krijgt een speciaal opgezet team van de enfb ca. 6 ton per jaar om de benchmarking uit te voeren. Dit team zal voor verschillende 'referentiepunten' informatie moeten gaan verzamelen, vergelijken en weer verspreiden. Fietsverkeer speelt zich af op kortere afstanden en dus in de directe leefomgeving - vaak in stedelijk gebied. 3 Milieubeleid DGP 31 Korte Ritten programma 36 Herziening Leidraad fietsparkeren
36 Herziening Leidraad fietsparkeren Regelgeving, kennisontwikkeling, kennisverspreiding Herman Weijers en Hilly Talens organisatie DGP-M resp. CROW telefoon 070-351.6232 resp. 0318-620.410 De Leidraad fietsparkeren (CROW-publicatie 98) was feitelijk het eerste 'basiswerk' op dit thema. Op basis van gebruikerservaringen, die inmiddels geïnventariseerd zijn, worden eerst ca. 6 onderzoeksprojecten uitgevoerd, waarna de Leidraad inhoudelijk en qua vorm/structuur zal worden aangepast. Het project is begin 1999 gestart; de nieuwe Leidraad is naar verwachting eind 2000 gereed. Fietsparkeren is een issue bij herkomsten en bestemmingen van fietsverplaatsingen, en dus bijna altijd 'binnen bebouwde kom'. Vooral in grotere gemeenten is fietsparkeren beleidsmatig relevant. 20 Herziening ASVV 35 Benchmarking fietsbeleid 45 Stallingen NS-stations 52 Vernieuwing parkeer- en transferpuntenbeleid V&W 53 Parkeerbalans
nr activiteit hoofdinstrumenten contactpersoon
activiteitbeschrijving
relatie stedelijk verkeer
relaties activiteiten
nr activiteit hoofdinstrumenten contactpersoon
activiteitbeschrijving
relatie stedelijk verkeer relaties activiteiten
37 Eindgebruikers-subsidiëring regelgeving, kennisontwikkeling Marian Jongman organisatie DGP-M telefoon 070-351.6350 In drie VINEX-lokaties (Leidsche Rijn, Almere en Groningen) wordt een proef uitgevoerd met een systeem van eindgebruikerssubsidie. Bewoners van de locaties kunnen in zo’n systematiek de beschikking krijgen over een chipkaart met geoormerkt geld voor een vergoeding van een deel van de kosten van het vervoer van de woning naar het dichtstbijzijnde OVknooppunt, zolang het aanbod van openbaar vervoer in zo’n lokatie nog niet volwaardig is. Concreet kan het budget besteed worden aan bijvoorbeeld fietsenstallingen, taxi's en -voorzover toch al aanwezig- OV. In eerste instantie wordt sterk gedacht aan het vervoer per taxi, maar ook andere aanbieders van vervoersfaciliteiten kunnen aan de proeven meedoen. Deze proeven bieden tevens het voordeel, dat ervaring kan worden opgedaan met concurrentie tussen verschillende aanbieders van vervoer op grond van een vrije keuze van dit vervoer door de burger. Bovendien is de verwachting, dat het aanbod van verschillende vervoerwijzen meer mensen aanspreekt als alternatief voor de auto. Nadrukkelijk speelt deze proef zich af binnen stedelijk gebied: In grotere nieuwbouwlocaties en gericht op de relatief korte ritten naar OVknooppunten. 38 Marktwerking OV
38 Marktwerking OV financiering, regelgeving, kennisontwikkeling, kennisverspreiding Fred Fonseca Guerra en Ed Buddenbaum organisatie DGP-M/E telefoon 070-351.7704/7839 De organisatie van de OV-aansturing, specifiek m.b.t. stads- en streekvervoer, wordt ingrijpend gewijzigd. Eerste stap was/is de decentralisatie van bevoegdheden (opdrachtgeverschap) naar provincies, Kaderwetgebieden en enkele gemeenten in 1998. Verzelfstandiging van gemeentelijke vervoerbedrijven is een tweede stap. Aanbesteding kan gezien worden als de derde stap: Op basis van de nieuwe Wet Personenvervoer moeten regionale overheden een start maken met de aanbesteding van regionaal OV. De regionale overheden die gaan aanbesteden worden daarbij financieel ondersteund. Verder krijgen zij van het CVOV inhoudelijk ondersteuning bij aanbesteding. En dat alles moet dan vooral leiden tot meer marktwerking, teneinde de kostendekkingsgraad van het stads- en streekvervoer te verhogen. Stads- en streekvervoer is deels of grotendeels te zien als een element in het stedelijk verkeer. 2 NVVP 37 Eindgebruikers-subsidiëring 41 CVOV 42 Marketing OV
nr activiteit hoofdinstrumenten contactpersoon
activiteitbeschrijving
relatie stedelijk verkeer
relaties activiteiten
nr activiteit hoofdinstrumenten contactpersoon
activiteitbeschrijving
relatie stedelijk verkeer
relaties activiteiten
nr activiteit hoofdinstrumenten contactpersoon
activiteitbeschrijving
39 Infra-projecten regionaal/lokaal OV infrastructuur, financiering G.A. van Kesteren organisatie DGP-VI telefoon 070-3517178 In de Verdi-decentralisatie is afgesproken dat 'grote projecten' (boven 25 mln) buiten de GDU blijven en nagenoeg volledig door V&W betaald zullen blijven worden. OV-infraprojecten komen al snel boven die grens; de momenteel veel besproken en voor stedelijk verkeer erg relevante initiatieven voor light rail (bedoeld voor midden-afstanden) al helemaal. Daarnaast was al afgesproken dat er ('De Boer-gelden') een extra investeringsimpuls voor de infrastructuur voor stads- en streekvervoer zou komen (1996-2000) - met een totaalbudget van 900 mln. Tezamen maakt dit dat V&W een belangrijke speler is en blijft als het gaat om infrastructuur voor stedelijk OV. Investeringsbeslissingen en prioriteringen blijven namelijk primair een V&W-zaak. 1 Verdi 50 Infra-projecten OWN
40 OV te water financiering, kennisontwikkeling Marian Jongman organisatie DGP-M telefoon 070-351.6350 In het jaar 1998 is het eerste experiment met OV te water, te weten het traject IJmond-Amsterdam, van start gegaan. Daarna volgden/volgen nog drie trajecten, te weten Almere-Huizen, Rotterdam-Dordrecht en Waterbus Drechtsteden. Deze vier projecten worden tijdens de aanloopperiode door middelen in het kader van Samen werken aan bereikbaarheid gesubsidieerd. De experimenten worden vooral ingegeven door de wens om op stadsgebonden relaties meer mensen in het OV en uit de auto te krijgen. De mate waarin ze tot 'stedelijk verkeer' gerekend kunnen worden verschilt; Waterbus Drechtsteden in ieder geval het meest duidelijk wel. -
41 CVOV: Centrum Vernieuwing OV kennisverspreiding Jan van Selm organisatie CVOV telefoon 010-282.7569 Dit binnen AVV ondergebrachte, in 1999 gestarte informatiepunt wil de overheidsinstanties die OV-opdrachtgevers zijn geworden, helpen bij de opzet en uitvoering van aanbestedingsprocedures. Die overheden zullen uiterlijk in 2005 al hun OV hebben aanbesteed en zo voor marktwerking hebben gezorgd. Daartoe is de nieuwe Wet personenvervoer 2000 gemaakt. Om de implementatie daarvan te faciliteren, levert CVOV de 'nieuwe kennis' op dit terrein: kennis over de 'aanbestedingscyclus'; juridisch, aanbestedingstechnisch, financieel, vervoerkundig, marketing, OV-bedrijfskundig, bestuurlijk-organisatorisch.
relatie stedelijk verkeer relaties activiteiten
Een deel van het hier relevante OV is duidelijk 'stadsgebonden'. 1 VERDI 2 NVVP 30 KpVerdi 38 Marktwerking OV 42 Marketing OV
nr activiteit hoofdinstrumenten contactpersoon
42 Marketing OV kennisontwikkeling, kennisverspreiding Teun de Wit organisatie CROW telefoon 0318-620.400 Verschaffen van gestructureerde informatie over doelgroepen en potentieel succesvolle systemen van collectief vervoer, in binnen- en vooral buitenland. Mogelijk in de vorm van een brochurereeks, waarin de nadruk ligt op slaag- en faalfactoren en op effecten. OV is ten dele een zaak van stedelijk schaalniveau. 38 Marktwerking OV 41 CVOV
activiteitbeschrijving
relatie stedelijk verkeer relaties activiteiten
nr activiteit hoofdinstrumenten contactpersoon
activiteitbeschrijving
relatie stedelijk verkeer
relaties activiteiten
nr activiteit hoofdinstrumenten contactpersoon
activiteitbeschrijving
43 People mover infrastructuur, financiering, kennisontwikkeling Paul Pilgram Gerben Bootsma organisatie DGP-I&O resp. AVV-VMP telefoon 070-351.7229 010-282.5988 V&W ondersteunde (met o.a. EZ en de gemeenten Rotterdam en Capelle a/d IJssel) de ontwikkeling van een people mover: 10 persoons voertuigen zonder chauffeur, die de 1200 mtr tussen Metro-station Kralingse Zoom en kantorenwijk Rivium in 3 minuten afleggen (met een interval van 2 a 3 minuten). Het project is eind 1998 van start gegaan. De people mover is in april 1999 in gebruik genomen. Het evaluatie-onderzoek moet voorjaar 2000 worden afgerond. People movers kunnen ingezet worden waar grote aantallen mensen over extreem korte afstanden naar een bestemming moet worden vervoerd - en dat is bijna automatisch in stedelijk gebied. -
44 Ketenmobiliteit: programma financiering, kennisontwikkeling, kennisverspreiding Gea van Oortmarssen organisatie MOVE (Novem/Senter) telefoon 030-239.3408 V&W-nota Dienstverlening en Ketenmobiliteit (1998): Ketenmobiliteit is een nieuwe vorm van dienstverlening die het gebruik van verschillende vervoerswijzen (auto, openbaar vervoer, fiets e.a.) in combinatie met elkaar gemakkelijker maakt. De wensen van de gebruiker staan daarbij centraal.
relatie stedelijk verkeer
relaties activiteiten
nr activiteit hoofdinstrumenten contactpersoon
activiteitbeschrijving
relatie stedelijk verkeer relaties activiteiten
V&W wil de ontwikkeling versterken door stimulansen te geven aan de ontwikkeling van de vraag, het aanbod, het ondernemerschap, de intermodale infrastructuur en de technologie (reisinformatie en telematica). De uitvoering van een omvangrijke subsidieregeling is neergelegd bij MOVE, een samenwerking van Novem en Senter. In april 1999 is de subsidieregeling van start gegaan - tot 1/1/2000 is 4 mln beschikbaar. Het programma biedt financiële en inhoudelijke ondersteuning bij haalbaarheidsprojecten, onderzoek- en ontwikkelingsprojecten, demonstratie- en praktijk-experimenten. MOVE, 1999: Het draait bij ketenmobiliteit om het ontwikkelen van schakels en logische overgangen van de ene vervoersvorm naar de andere. Daarbij gaat het vooral om het bevorderen van het collectief personenvervoer, eventueel in combinatie met individueel personenvervoer en gedeeld autogebruik. Ketenverplaatsingen bestaan bijna automatisch mede uit 'korte ritten', die dus in de directe omgeving van herkomsten en bestemmingen worden gemaakt: zeker binnen de bebouwde kom en vaak in stedelijk gebied. De preciese afbakening van het onderwerp 'ketenmobiliteit' is in de voorgaande formuleringen niet echt duidelijk. Het lijkt soms niet en soms wel meer te zijn dan het verkeerskundige begrip 'keten-verplaatsingen'. Immers, voorbeelden van Waterbus Drechtsteden, eindgebruikerssubsidiëring en Utrecht-UCP wijzen niet direct naar multimodaal vervoer; de MOVE-formulering over 'eventueel in combinatie met ....' evenmin. Daardoor is het moeilijk aan te geven met welke andere activiteiten dit programma verband houdt.
45 Stallingen NS Stations infrastructuur, financiering, regelgeving Peter de Leeuw organisatie DGP-I telefoon 070-351.6467 Bij de verzelfstandiging van NS in 1995 heeft het Rijk de verantwoordelijkheid op zich genomen voor alle fietsparkeervoorzieningen bij stations, omdat dit onderdeel is van de transfer-functie van stations, en die transfer-functie net als de infrastructuur zelf een zaak van het Rijk moest blijven. V&W betaalt nu, uit het Infrastructuurfonds, 100% van de kosten van bouw, onderhoud en instandhouding van alle benodigde beveiligde en onbeveiligde fietsparkeer-voorzieningen bij de stations. Samen met NS-onderdelen zijn voor de deze activiteit een aantal kwaliteitsen capaciteitsvoorwaarden geformuleerd. NS RIB is daarbij verantwoordelijk voor het bepalen van de benodigde capaciteit; Railned zorgt vervolgens voor de planvorming - en NS Stations voor bouw, onderhoud, instandhouding en -bij beveiligde voorzieningen- exploitatie. Tussen 2000 en 2006 is jaarlijks 40 mln beschikbaar voor het op peil brengen (qua capaciteit en kwaliteit) van de bestaande fietsparkeervoorzieningen bij stations. Voor- en natransport naar NS-stations is vooral een zaak van stedelijk verkeer. 36 Herziening Leidraad fietsparkeren 46 Inrichting en beheer van OV-knooppunten 47 Pilots transferia
nr activiteit hoofdinstrumenten contactpersoon
activiteitbeschrijving
relatie stedelijk verkeer relaties activiteiten
nr activiteit hoofdinstrumenten contactpersoon
activiteitbeschrijving
relatie stedelijk verkeer
relaties activiteiten
46 Inrichting en beheer van OV-knooppunten kennisontwikkeling, kennisverspreiding Eddy Westdijk organisatie CROW telefoon 0318-620.410 Project wil aanbevelingen maken voor reizigers- en exploitatie-vriendelijke OV-knooppunten (van busstation en tramhalte tot Intercity-station): stedelijke en verkeerskundige inpassing, klantgerichtheid, logistieke afwikkeling, exploitatie en organisatievorm. Project gestart in 1998 en publicatie voorzien in 2000. Vooral grotere OV-knooppunten zijn belangrijke elementen in stedelijk verkeersbeleid. 45 Stallingen NS-stations 47 Pilots transferia
47 Pilots transferia infrastructuur, financiering, kennisontwikkeling Gerard Weerdesteijn organisatie DGP-M telefoon 070-351.6458 In het SVV-2 werd een project Transferia voorgesteld: realisatie van een aantal hoogwaardige overstappunten auto-OV, om te beproeven welke bijdrage deze voorzieningen kunnen bieden aan een vermindering van het autogebruik. Het project Transferia (projectleiding bij Bouwdienst) startte met theorievorming en vervolgens ideevorming/prijsvraag. Daarna volgde een voorbereidingsfase, tot op heden leidend tot de (grotendeels al gerealiseerde) bouw van 7 transferia: Groningen-Noorddijk, AmsterdamArena, Hoorn, Arnhem-Gelredome, Renesse, Leiden-'t Schouw, UtrechtWestraven en Sittard. Wellicht worden er, omdat de beschikbare 40 mln nog niet volledig besteed zijn, nog 1 of 2 transferia extra gerealiseerd binnen dit SVV-project. Daarna volgt, vanaf 1999 een evaluatiefase. Vooral waar het gaat om stadsrand-transferia is er een duidelijke relevantie voor stedelijk verkeer: Juist het laatste stuk verplaatsing richting bestemming, door stedelijk gebied, wordt per OV in plaats van per auto afgelegd. 45 Stallingen NS-stations 46 Inrichting en beheer van OV-knooppunten 52 Vernieuwing parkeer- en transferpuntenbeleid
nr activiteit hoofdinstrumenten contactpersoon
activiteitbeschrijving
relatie stedelijk verkeer
relaties activiteiten
nr activiteit hoofdinstrumenten contactpersoon
activiteitbeschrijving
relatie stedelijk verkeer
relaties activiteiten
nr activiteit hoofdinstrumenten contactpersoon
activiteitbeschrijving
relatie stedelijk verkeer relaties activiteiten
48 Stimulering autodaten financiering, kennisontwikkeling, kennisverspreiding Marien Bakker organisatie DGP (naast AVV en Stichting Gedeeld Autogebruik) telefoon Verdere professionaliseren van autodate en het verder invullen van een landelijk netwerk is de kerntaak in het thema autodaten. Aanvullend worden ook acties ontplooid om meer gemeenten in interesseren: voorbeeldprojecten en implementatie van stedebouwkundige ideeen uit de prijsvraag 'Wijken voor autodaten'. Autodaten gedijt het best in een omgeving waar het bezit van een auto enige problemen geeft (parkeren) en alternatieven (OV en fiets) voorhanden zijn. Feitelijk gaat het meestal om centra en woonwijken van grotere steden. -
49 Decentrale carpool-stimulering kennisontwikkeling, kennisverspreiding Jaap Grilk organisatie DGP-M telefoon 070-351.6275 Eind 1998 heeft CEA een onderzoek naar decentralisatie van carpoolbeleid afgerond. Naar aanleiding daarvan zullen de activiteiten van enkele reeds actieve provincies gestructureerd in kaart worden gebracht. Het is de bedoeling deze in hanteerbare vorm vervolgens in IPO-verband over te dragen aan andere provincies. Beperkt: carpoolen draagt bij aan terugdringen van autoverkeer; effecten binnen stedelijke omgeving zijn echter beperkt mede omdat thuisblijvende auto toch deels in eigen omgeving wordt gebruikt door thuisblijvende partner. -
50 Infra-projecten OWN (onderliggend wegennet) infrastructuur, financiering Gerard van Kesteren organisatie DGP-I telefoon 070-351.7178 Zie ook 38: In de Verdi-decentralisatie is afgesproken dat 'grote projecten' (boven 25 mln) buiten de GDU blijven en nagenoeg volledig door V&W betaald zullen blijven worden. OWN-infraprojecten komen al snel boven die grens. V&W blijft belangrijke speler bij stedelijk hoofdinfrastructuur voor de auto. 1 Verdi 39 Infra-projecten regionaal/lokaal OV
nr activiteit hoofdinstrumenten contactpersoon
activiteitbeschrijving
relatie stedelijk verkeer relaties activiteiten
nr activiteit hoofdinstrumenten contactpersoon
activiteitbeschrijving
relatie stedelijk verkeer relaties activiteiten
51 Vernieuwing parkeer- en transferpuntenbeleid regelgeving, kennisontwikkeling, kennisverspreiding Ton Welleman organisatie DGP-M telefoon 070-351.6232 De beleidsvisie van V&W op parkeren en transferpunten (bijeen genomen omdat transferpunten een specifieke vorm van parkeren betreffen) is aan vernieuwing toe; de vigerende beleids- en activiteitenlijn is direct afkomstig uit het SVV-2. Deze vernieuwing is wellicht om inhoudelijke redenen (vooral m.b.t. transferpunten) nodig, maar zeker ook om bestuurlijke redenen: ervaringen met de implementatie van het parkeerbeleid en de decentralisatie van verkeerstaken. V&W wil projectmatig, en in samenspraak met betrokken partijen, tot in 2000 werken richting een gedragen nieuwe visie. Parkeerbeleid is het grote issue van stedelijk verkeer. 2 NVVP 36 Herziening Leidraad fietsparkeren 47 Pilots transferia 52 Onderzoeken parkeerbeleid 53 Parkeerbalans
52 Onderzoeken parkeerbeleid kennisontwikkeling Cees Harteveld organisatie AVV telefoon 010-282.5670 AVV heeft de afgelopen jaren vele onderzoeken t.b.v. het parkeerbeleid van V&W uitgevoerd. Momenteel worden uitgevoerd of staan in de planning: publieke kosten parkeerinfrastructuur: belangen en kosten transparant maken; doorwerking SVV-parkeernormen in bouwverordening; nulmeting parkeervoorzieningen A- en B-locaties Randstad; economische concurrentie tussen gemeenten. Parkeerbeleid is bij uitstek een onderwerp dat vooral in stedelijk gebied speelt. 51 Vernieuwing parkeer- en transferpuntenbeleid 53 Parkeerbalans
nr activiteit hoofdinstrumenten contactpersoon
activiteitbeschrijving
relatie stedelijk verkeer relaties activiteiten
53 Parkeerbalans kennisontwikkeling, kennisverspreiding Teun de Wit organisatie CROW telefoon 0318-620.410 Om structuur te brengen in de discussie tussen gemeenten enerzijds en projectontwikkelaars, winkeliers e.d. anderzijds, wordt in dit project een systematiek gemaakt om per gebied in beeld te brengen: de (relatieve) bereikbaarheid in relatie tot parkeren; de (relatieve) kwaliteit vanuit het voorzieningenniveau en de parkeerkwaliteit; de mogelijkheden om deze kwaliteit en bereikbaarheid te beïnvloeden (loopafstanden, shuttle services, P+R etc). De parkeerbalans wordt neergezet als een instrument voor een effectieve invulling van het gekozen parkeerbeleid. Dit project betreft een centraal thema in stedelijk verkeersbeleid: parkeren. 20 Herziening ASVV 36 Herziening Leidraad fietsparkeren 51 Vernieuwing parkeer- en transferpuntenbeleid 52 Onderzoeken parkeerbeleid