Inventarisatie vragen van geïnteresseerde exploitanten Huis van Hilde nr. vragen 1 1.1
2
antwoorden / toelichting
algemeen Wat is het verschil tussen de bijeenkomsten op 9 en12 december?
De bijeenkomst van 9 december is alleen bedoeld voor potentieel geïnteresseerde exploitanten en potentiële combinaties (zie 2.2). 12 december is gericht op het gehele potentiële netwerk van het Huis van Hilde (o.a. bestuurlijk), waarbij potentiële exploitanten natuurlijk ook welkom zijn.
allianties/combinatie-inschrijvingen
2.1
Is het mogelijk om als exploitant alleen in te schrijven op het horecagedeelte?
Nee, interesse mag wel kenbaar gemaakt worden, maar in de definitieve inschrijving verwacht de provincie een inschrijving op het complete concept van toegang, tentoonstelling, museumwinkel en horeca.
2.2
Is een combinatie-inschrijving mogelijk?
Ja, de provincie wil echter één aanspreekpunt en dus één organisatie waarmee het een contract sluit.
2.3
Is het mogelijk een alliantie aan te gaan?
Ja, maar hiervoor geldt hetzelfde als bij vraag 2.2.
3 3.1
4
kosten Aan welk bedrag moet ik ongeveer denken voor wat betreft de exploitatiekosten?
De kosten bestaan uit marketing, personeel, inkoop horeca en museumwinkel en bij opening na 17.00 uit servicekosten zoals beschreven in het programma van eisen (p 5). Deze kosten zijn afhankelijk van het concept van de exploitant. Een totaalbedrag is door de provincie niet nader te noemen.
organisatie, onderbouwing plan, haalbaarheid, garanties etc.
4.1
Hoe is de prijsaanname (entreeprijs etc.) tot stand gekomen? (branchevergelijking/ onderzoek?)
De entreeprijs is gebaseerd op een branchevergelijking en op de wens om laagdrempelig toegang te bieden aan het publiek.
4.2
Hoe zit het met garanties? De exploitatie valt of staat met de prijsstelling en de aannames van verwachte bezoekers.
De provincie biedt geen garantie op een (verwacht) aantal bezoekers.
4.3
Is een gedeeld risico en gedeelde kostenstructuur tussen exploitant, Archeologisch Depot en Provincie bespreekbaar (m.b.t. tentoonstellingen/ exposities)? Nu drukken de kosten en het risico van de exposities volledig op de ondernemer, dit lijkt niet reëel. .
Het archeologisch depot is geen partij, de provincie is de enige partij naast de exploitant. De kosten voor de inrichting en het onderhoud (voor zover onder de garantie en het onderhoudscontract) vallen onder de provincie. De overige kosten, zoals beschreven in 3.1 zijn voor de exploitant. De provincie staat open voor suggesties voor een in uw ogen meer reële kostenverdeling, echter zonder dat daaraan op enigerlei wijze rechten kunnen worden ontleend.
4.4
Waarom worden in de brochure suggesties gedaan en wensen geuit t.a.v. onbetaald personeel of vrijwilligers en worden aannames gedaan t.a.v. mogelijke subsidies en sponsoring? Hierop kun je geen exploitatieberekening baseren; geeft geen reëel beeld van de werkelijkheid. Beter is het om wettelijke normen te voldoen en op basis van geschoolde krachten een kwalitatief sterk en kundig team neer te zetten.
In een commerciële horeca en museumwinkel is geen (volledig) vrijwillig personeelsbestand mogelijk. Een stichting zonder winstoogmerk die zorg draagt voor de educatieve aspecten kan wel vrijwilligers inzetten. Deze stichting kan een samenwerking aangaan met een horeca exploitant waarbij een taak- en inkomstenverdeling wordt afgesproken. Deze stichting kan echter ook zelf de horeca uitbaten, waarbij ook vrijwilligers of met social return gewerkt kan worden.
4.5
Is er inzage in het advies en haalbaarheidsonderzoek dat ten grondslag ligt aan de exploitatie?
Ja, dat is mogelijk op verzoek (via contactpersoon
[email protected]). Het onderzoek is echter niet voor verspreiding bedoeld.
4.6
Is er aanvullend advies ingewonnen over de horeca?
Royal Haskoning heeft de tekeningen voor het bestek van de bouw gemaakt. Aanvullend advies wordt nog ingewonnen, hierover is de provincie in gesprek met een adviesbureau.
4.7
Waarop is het verwachte bezoekersaantal gebaseerd?
Het bezoekersaantal is gebaseerd op onderzoek van de Cultuur Compagnie. Zij hebben zich gebaseerd op de ligging (naast het station), de grootte van het gebouw, het type voorzieningen en dit vergeleken met organisaties die qua aard overeenkwamen. Op basis hiervan is een schatting gemaakt.
.
Algemeen geïnteresseerden De geïnteresseerde bezoeker komt terug als er een nieuwe activiteit te zien is: een nieuwe tentoonstelling of topvondst, een lezing, een activiteit voor kinderen etc. De communicatie verloopt met name via free-publicity in de regionale en provinciale pers. De inschatting is dat deze groep ca. 7.500 bezoekers per jaar oplevert. Recreatieve bezoekers Het AIC zal door de bijzondere uitstraling van het gebouw en de relatie die het gebouw legt met de omgeving een sterke aantrekkingskracht hebben op passanten en recreanten. De inschatting is dat deze groep ca. 15.000 – 25.000 bezoekers per jaar betreft.
Het onderwijs Voor het onderwijs is het AIC een plek waar zij hun geschiedenisles of omgevingsonderwijs verdieping kunnen geven, aansluitend bij de lesmethode of bij een thematisch lesaanbod. De inschatting is dat deze groep ca. 7.500 – 10.000 bezoekers per jaar betreft. Station Castricum heeft op een gemiddelde werkdag 6.630 in/uitstappers. Van hen heeft 17% een sociaal of recreatief bestemmingsmotief. Op werkdagen gaat het om circa 1.125 personen. Er zijn geen tellingen van de weekenden maar men kan er vanuit gaan dat er dan minder in-en uitstappers zijn maar procentueel meer personen met een sociaal of recreatief bestemmingsmotief. Bezoekerscentrum De Hoep in Castricum telt per jaar circa 100.000 bezoekers, waarvan een groot deel als recreant in het duingebied voornamelijk komt voor gebruik van het sanitair en slechts kort in het centrum verblijft. Middelgrote musea trekken jaarlijks tussen de 20.000 en 40.000 betalende bezoekers. De basisschoolgroepen die het meest waarschijnlijk een bezoek zullen brengen aan het AIC komen zijn bovenbouwgroepen uit de regio en in mindere mate uit Noord-Holland (ca. 1000 groepen of 25.000 leerlingen). VO-groepen komen waarschijnlijk uit de hele provincie, en hier zal het vooral om onderbouwgroepen gaan (ca. 1000 groepen of 20.000 leerlingen). Op basis van de doelgroepenomschrijving is te verwachten dat jaarlijks ca. 25.000 bezoekers naar het AIC zullen komen. 5 5.1
ondersteunende horeca In het bestemmingsplan van de gemeente Castricum heeft de horeca een ondersteunende rol. De horeca ondersteunt de functie van het archeologisch informatiecentrum Huis van Hilde. Eén of meer niet-horeca-activiteiten moeten in gebruik zijn. Het verstrekken en nuttigen van eten en drinken mogen niet de primaire activiteit zijn. Onder de educatieve (op publiek gerichte) functies van het AIC staan in het BP genoemd: tentoonstellingsruimten, maar ook de multimediazaal voor bijeenkomsten. Met andere woorden: de activiteiten die het centrum onderneemt kunnen de basis zijn om horeca te bedrijven.
Vragen tijdens de informatieavond: Welke horecavergunningen zullen er worden afgegeven?
Drank en horecavergunning, terrasvergunning en exploitatievergunning.
Bestaat er een idee over de looptijd van de vaste tentoonstelling?
De permanente tentoonstelling bestaat uit een collectie van topvondsten. Die blijven in lengte der jaren. Wel gaat de provincie investeren in nieuwe vondsten die in de permanente tentoonstelling terecht zullen komen. Daarvoor zijn we natuurlijk ook afhankelijk van wat er gevonden wordt. De vernieuwing moet echter met name plaatsvinden in de tijdelijke tentoonstellingen.
Het kostenrisico van tijdelijke tentoonstellingen ligt bij de ondernemer. Wat is de invulling van het samenwerkingsverband?
De samenwerking zit in de voortdurende wisselwerking tussen de provincie en de exploitant. De exploitant kan ik overleg treden met het depot of andere partijen over inhoudelijke invulling van de tentoonstellingen.
Klopt het dat de ruimte voor de wisseltentoonstellingen niet is geklimatiseerd?
De ruimte voor de wisseltentoonstellingen is inderdaad niet museaal geklimatiseerd, maar is uiteraard wel geschikt gemaakt als museum- en bezoekersruimte.
Wat is er al geregeld voor het EduLab?
Voor het EduLab (het educatieve lab, bedoeld voor scholieren en schoolgaande jeugd) is een basisuitrusting samengesteld, bestaande uit een digibord, sensors, beeldschermen en twee programma’s voor basis- en voortgezet onderwijs. Dit zal nog verder ontwikkeld worden.
Hoe zit het met de vergunning voor gebruik van de buitenruimte?
Uiteraard kan van de buitenruimte gebruik worden gemaakt. Het dak van het depot (het landschap) staat tot beschikking van de exploitant. Daarnaast kan gebruik worden gemaakt van de uitloop voor het station.
Waarom is gekozen voor een exploitant die alle diensten gaat vervullen?
De keuze voor een exploitant die alle diensten gaat vervullen is gebaseerd op overzichtelijkheid, efficiency, eenduidige uitstraling naar de bezoeker en helderheid over winsten in alle bovenwettelijke taken van het centrum. Het moet geen ‘rommeltje’ worden. De ideaalvorm is daarom de meest complete inschrijving. Dat kan zijn van één ondernemer of van een combinatie van ondernemers die hetzelfde oogmerk hebben.
Is er gedacht aan bezoekers op de fiets? Hoeveel fietsen kunnen er worden gestald?
Aan de dorpskant van het station is in 2012 een nieuwe grotere fietsenstalling in gebruik genomen, deels onoverdekt. Aan de zijde van het Huis van Hilde wordt, indien het P+R terrein en stationsplein wordt heringericht, de bestaande fietsenstalling op een nieuwe plek terug geplaatst, maar dan zonder kappen. Dit project is echter nog niet helemaal zeker. Indien de herinrichting niet doorgaat blijft het P+R terrein met de huidige fietsenstallingen gehandhaafd,
Zijn de bezoekers aan het depot en de archeologische collectie betalende bezoekers?
De professionele bezoekers die daadwerkelijk het authentiek materiaal komen raadplegen hebben vrije toegang. Wanneer deze bezoekers het museum en de horeca bezoeken, dan moeten zijn betalen.
Bestaan er prijsafspraken voor het educatieve deel van het centrum?
Nee, er bestaan geen prijsafspraken over het educatieve deel van het centrum. De bedrijfsplannen worden wel mede beoordeeld op goede prijsafspraken in de educatieve beleidsvisie. Voor scholen moet de drempel zo laag mogelijk worden gehouden.
Klopt het dat de personeelskosten volledig voor rekening van de exploitant komen?
Het archeologisch depot (de wettelijke taak) heeft drie provinciale medewerkers voor depot (beheer, assistent en ondersteuning) en een huismeester. Binnen provinciale organisatie is een vast aanspreekpunt voor de exploitant. De andere formatieplaatsen moet de exploitant financieren vanuit de exploitatie. Hierbij kunnen ook vrijwilligers worden ingezet. De vaste kosten voor de exploitant bestaan uit een jaarlijkse huur van 45.000 euro (all-in) aan de provincie Noord-Holland plus verdere exploitatiekosten zoals personeel en inkoop. De provincie stelt gebouw, gebouwbeheer (inclusief schoonmaak) en inrichting (inclusief website) beschikbaar.
Hoe ziet de inrichting van het stationsplein eruit? Wordt daar bijvoorbeeld ook horeca gevestigd?
In het gemeenteplan zijn enkele winkels en ook horeca opgenomen.
Is er kans van slagen dat bezoekers de Museumkaart kunnen gebruiken bij entree?
Het centrum is met name een archeologisch depot en geen museum. Om deze reden is het gebruik van de Museumkaart (nog) niet aan de orde.
Hoeveel gelijktijdige bezoekers kan het centrum maximaal aan? Anders gezegd, wat staat de toekomstige gebruikersvergunning van Huis van Hilde toe?
De gebruikersvergunning wordt pas afgegeven na controle van de brandweer. Er wordt als gebruiksfunctie uitgegaan van 290 personen voor een bijeenkomst en 15 voor het kantoor.
Mag de horeca alleen overdag of ook ’s avonds zijn diensten verlenen?
Openingstijden van de horeca zijn vrij in te vullen door de exploitant, zolang het binnen het bestemmingsplan te vatten valt. Avondhoreca behoort tot de mogelijkheden (tot uiterlijk 24.00 uur). Bij avondopenstelling moet er wel een relatie zijn met de archeologie (bijvoorbeeld een evenement, bijeenkomst of vergadering die daaraan gerelateerd is).
Servicekosten: Welke prijs moet worden gerekend voor bijeenkomsten?
Voor schoonmaak staat nu een m2 prijs opgegeven in het PvE. De uur prijs waarmee de provincie rekent is ongeveer €20,0 p/u. Er moeten nog nadere afspraken gemaakt worden over het niveau van schoonmaken en welke ruimtes schoongemaakt moeten worden. Dit kan ook betekenen dat de exploitant overweegt om schoonmaak op een andere wijze te organiseren. Het lijkt echter vooralsnog praktischer om gebruik te maken van het provinciale raamcontract. Aangaande de beveiliging moet nog een besluit genomen worden over het niveau van beveiligen. Een mobiele surveillance betekent substantieel lagere kosten, terwijl een aanwezige bewaker meer kosten met zich meebrengt. Dat hangt ook van de type activiteiten en de aard van de (tijdelijke) collectie.
Hoe zit het met de controle van de kaartverkoop en toegang tot terrasruimte en museum (bijvoorbeeld wanneer mensen alleen het terras willen bezoeken)?
Het centrum zal worden voorzien van een toegangspoortjessysteem, zodat men niet vanuit het terras zonder betaling de rest van het centrum kan bezoeken. Het idee tot zover is dat men na betaling een munt ontvangt.
Is het vrij aan de ondernemer om voor de wisseltentoonstelling een wisselend bedrag te vragen?
Ja, het is aan de creativiteit van de exploitant om wisselende bedragen voor verschillende tentoonstellingen te innen. Dit moet wel worden omschreven in het bedrijfsplan.
Zijn er buitenactiviteiten voor kinderen te organiseren en in te passen.
Ja, er zijn mogelijkheden en er is ruimte om buitenactiviteiten voor kinderen te organiseren. Hiervoor is het groene dak boven het depot beschikbaar. Daarnaast wordt een geleidelijk zandpad naar het strand aangelegd, dat leidt langs een hoog duinpunt met uitzicht. Overleg over het gebruik hiervan vindt plaats met Duinbeheer, omdat we moeten waken voor overlap met al bestaande organisaties.
In hoeverre mag een exploitant meedenken over educatie?
Bij contractondertekening van de provincie en de exploitant vindt samenwerking plaats tussen deze twee partijen, die samen de educatie zullen ontwikkelen.
Hoe ziet de horeca-inrichting eruit, wat zijn de mogelijkheden?
Het café heeft een eigen keuken (ontkoppelde keukensituatie) met de mogelijkheid tot 100% assembleren van bereide componenten voor lunches en tussentijdse verstrekkingen. Er is een open keuken met afzuiging. Er is een berging, maar geen ruimte voor grote, aparte koelcellen. In samenspraak met de exploitant kunnen bepaalde technieken worden geïnstalleerd (bouwkundig niet). Royal Haskoning heeft advies uitgebracht en Koninklijke Horeca Nederland begeleidt nu.
Tijdens deze bijeenkomst zijn mensen uit verschillende vakgebieden aanwezig. Hoe kunnen we buiten de borrel met elkaar in contact komen, netwerken en plannen ontwikkelen? Is het mogelijk om dit te coördineren?
Geïnteresseerden kunnen hun vraag en aanbod per e-mail aan Annelies van der Horst sturen (
[email protected]). De inventarisatie hiervan wordt gevoegd bij het verslag van deze informatieavond. Daarnaast vindt aanstaande donderdag 12 december de netwerkbijeenkomst van het Huis van Hilde plaats in hotel Uitgeest.
Is het bedrag van 45.000 euro in- of exclusief btw?
Dit bedrag is exclusief btw.
Toekomstige ontwikkeling stationsgebied Er is een voorontwerp bestemmingsplan voor inspraak gelegd, tot begin januari. zie website voor het voorontwerp : http://www.castricum.nl/index.php?simaction=content&mediumid=2&pagid=384&rubriek_id=2497&bristukid=106&stukid=72568 Of www.ruimtelijkeplannen.nl Voor meer info over het planprogramma en verbeeldingen: http://www.castricum.nl/index.php?simaction=content&mediumid=2&pagid=63&fontsize=12&rubriek_id=2703&stukid=69717 In de begane grondlaag van het gebouw met de appartementen is max 300 m2 horeca toegestaan, categorie 1, z.g. dag horeca. Begripsbepaling bestemmingsplan De Duynkant: horeca categorie 1: Horecabedrijven, die gelet op de aard en omvang ervan zowel uit functioneel als uit milieuoverwegingen niet of nauwelijks storend kunnen werken op de bestaande en/of toekomstige functies van de omgeving van deze horecabedrijven; onder deze categorie vallen onder andere een broodjeszaak, theehuis en lunchroom.