INVENTARISATIE RIJKSWATERSTAAT IN VERKENNINGEN WEGINFRASTRUCTUUR
Niels Heeres M.m.v. Jos Arts en Taede Tillema Rijksuniversiteit Groningen In opdracht van: Robert van Winden Staf DG Rijkswaterstaat
Inventarisatie verkenningen Rijkswaterstaat Augustus 2010
Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Overzicht resultaten 3. Factsheets 1
A10 Zuidas
2
Regionale wegverbinding A8-A9
3
Rotterdam VooRuit (masterplan)
4
Verkenning Haaglanden
5
Integrale benadering Holland Rijnland
6
Verkenning Antwerpen-R’dam (VAR)
7
A15 Papendrecht-Gorinchem
8
ZO Brabant
9
N35 Zwolle-Wythmen
10
A1-zone Apeldoorn - Duitse grens
11
Toekomst afsluitdijk
12
Gebiedsgerichte verkenning Lelystad-Zuid
13
N50 Emmeloord - Ens
14
Amsterdam-Gooi-Utrecht (AGU)
15
OV Almere IJmeer
16
Zaan IJ-oevers
17
Metropoolregio Amsterdam Zuidwest
18
A10 Noord
19
A58-N65 Bergen op Zoom-Tilburg-den Bosch
20
A67 Eindhoven-Venlo
21
A73 Ewijk-Rijkevoort
Inventarisatie verkenningen Rijkswaterstaat Augustus 2010
1.
Inleiding Dit document is een inventarisatie van verkenningsstudies omtrent weginfrastructuurprojecten. Het doel is om door de presentatie van zogenaamde factsheets, waarin informatie op een thematisch geordende wijze wordt gepresenteerd, een algemeen inzicht te verwerven in verkenningstudies rondom weginfrastructuur in Nederland. Hierbij richt deze inventarisatie zich in het bijzonder op de positie die Rijkswaterstaat binnen de verkenningsstudies in neemt. Het initiatief voor de totstandkoming van dit inventarisatiedocument ligt bij Robert van Winden, Staf DG Rijkswaterstaat. In totaal zijn er voor deze inventarisatie 21 projecten onder de loep genomen. De meeste projecten die zijn opgenomen in de inventarisatie bevinden zich momenteel in de verkenningsfase of staan op het punt daartoe over te gaan. Enkele van de projecten bevinden zich reeds in de afrondende fase van de verkenning of hebben het eindrapport reeds aangeboden en wachten op een vervolgbesluit. Gezien het dynamisch karakter van infrastructuur projecten en verkenningen kan dit document gezien worden als een moment opname van de periode juli-augustus 2010. De in deze inventarisatie gepresenteerde informatie is verzameld door middel van bestudering van relevante beleidsdocumenten met betrekking tot de verkenningen en interviews met betrokkenen binnen RWS. Het verzamelen van de informatie heeft plaatsgevonden in de periode april-juni 2010. De volgende personen hebben hun medewerking verleent aan het bijeen brengen van informatie: Peter Silvis en Marcel van der Wal (RWS NH); Roger Salden, Igor Heller, Joost van Nierop, Jacco Peters, Ruud Arts en Peter van der Ham (RWS ZH); Bart Stuyven (RWS NB); Peter Hermsen (RWS ON) en Eras Wijkhuizen (RWS IJG). Op 16 augustus 2010 is dit document gepresenteerd en besproken in een bijeenkomst van de werkgroep verkenningen (LAPD). Opmerkingen geplaatst voorafgaand en tijdens dit overleg zijn zo ver mogelijk meegenomen is deze versie. De resultaten van de inventarisatie worden in dit document als volgt gepresenteerd. Als eerste zal in het hiernavolgende deel zal een globaal overzicht van de resultaten worden gegeven. Hier zal kort en bondig op de negen behandelde thema’s ingegaan worden. Voor enkele thema’s worden de resultaten in diagram weergegeven. Het is hierbij van belang in het achterhoofd te houden dat er verschillende methoden zijn gebruikt. Bij de secties 1. betrokkenen en verantwoordelijkheden en 6. beoogde planning konden door de geïnterviewde meerdere procesrollen voor RWS, dan wel planningrisico’s worden genoemd. De figuren geven aan in hoeveel verkenningen t.o.v. het totaal van de in deze studie geïnventariseerde verkenningen een bepaalde rol/risico terugkomt. Hierbij is het belangrijk in het achterhoofd te houden dat RWS in een verkenningen meerdere rollen in kan nemen en dat er meerdere risico’s per project kunnen bestaan. Er moet tevens aangetekend worden dat er geen rekening gehouden is met de zwaarte van de verschillende rollen; alle aangenomen rollen zijn als gelijkwaardig zwaarwegend meegenomen. De afgebeelde figuren geven de frequentie van voorkomen aan en tellen derhalve niet op tot 100%. De gebruikte cirkeldiagrammen geven wel een absolute verdeling aan en tellen derhalve wel op tot 100%. De negen thema’s die in de factsheets achtereenvolgens aan bod komen zijn: Betrokkenen en verantwoordelijkheden; Projectstatus; Projecthistorie; Belangen; Scope; Beoogde planning; Risico’s en kwaliteit; Markt; en Bedrijfsvoering. Hierna worden de afzonderlijke factsheets gepresenteerd met daarin de geïnventariseerde feiten voor elk van de behandelde projecten, geordend aan de hand van de negen thema’s.
Inventarisatie verkenningen Rijkswaterstaat Augustus 2010
2.
Overzicht resultaten De factsheets voor de afzonderlijke projecten worden in het volgende deel van dit document gepresenteerd. Dit gedeelte bevat een kort en bondig overzicht van algemene uitkomsten. De informatie over de betrokken projecten die in dit document wordt gepresenteerd is geordend naar een aantal thema’s. De negen thema’s die in de factsheets achtereenvolgens aan bod komen zijn: Betrokkenen en verantwoordelijkheden; Projectstatus; Projecthistorie; Belangen; Scope; Beoogde planning; Risico’s en kwaliteit; Markt; en Bedrijfsvoering. Deze thema’s verschaffen voor Rijkswaterstaat een algemeen beeld in de stand van zaken van weginfrastructuur projecten waarbij de organisatie betrokken is.
1. Betrokkenen en verantwoordelijkheden De rollen die Rijkswaterstaat binnen de verkenningsstudies inneemt verschillen per project. In bepaalde projecten heeft RWS slechts een rol als behartiger van het netwerkbelang of het inbrengen van bepaalde specifieke kennis. In andere projecten neemt RWS een meer toonaangevende positie met meerdere rollen in. Het behartigen van het netwerkbelang en het inbrengen van kennis over het bestaande netwerk door RWS blijkt echter in bijna alle projecten een rol te spelen. In 90% van de bestudeerde projecten komt tenminste een van beiden (kennis van netwerk, dan wel behartigen netwerkbelang) terug. Verwonderlijk is dit niet, gezien de rol van RWS als beheerder van het nationale wegennet. Naast het netwerk is een steeds terugkerend rol voor RWS het leveren van expertise op verschillende vlakken. Het gaat dan met name om kennis met betrekking tot het areaal, omgevingskennis en technische kennis. Tenslotte gebeurt het ook regelmatig dat RWS een rol inneemt als plaatsvervanger van DGMo en de uitvoering van kostenramingen op zich neemt (overige rollen). De onderstaande figuur geeft een overzicht van de frequentie van rollen die Rijkswaterstaat in kan nemen in verkenningen. Zoals in de inleiding opgemerkt, geeft de figuur aan in hoeveel verkenningen t.o.v. het totaal van de in deze studie geïnventariseerde verkenningen een bepaalde rol terugkomt. Hierbij is het belangrijk in het achterhoofd te houden dat RWS in een verkenningen meerdere rollen in kan nemen.
Rollen Rijkswaterstaat in verkenningen Kennis netwerk
62%
Kennis areaal
48%
Kennis MER
14%
Omgevingskennis Marktkennis
43% 5%
Technische kennis
43%
Behartigen netwerkbelang Projectmanagement Overige rollen
62% 10% 43%
2. Projectstatus De meerderheid van de bestudeerde projecten zijn momenteel lopende verkenningen, grotendeels gestart in 2008 en 2009. Voor een aantal projecten, zoals de verkenning A10-Zuidas en de Toekomstverkenning Afsluitdijk, is het lastig om het formele startmoment van de verkenning te bepalen. Verder maakt ook de verwevenheid met andere (overkoepelende) projecten of
Inventarisatie verkenningen Rijkswaterstaat Augustus 2010 programma’s het in bepaalde gevallen lastig om een formeel startmoment aan te wijzen. Daarnaast zijn er in dit document enkele potentiële verkenningen opgenomen, waarvan in ieder geval twee dit jaar nog van start zouden kunnen gaan (A58-N65 Bergen op Zoom-Tilburg-den Bosch en A67 Eindhoven-Venlo).
3. Projecthistorie De aanleiding voor het starten van een verkenningsstudie voor weginfrastructuur projecten verschilt. Deze kan liggen in een infrastructureel vraagstuk, maar het kan ook onderdeel zijn van een geheel van bredere ruimtelijke ontwikkelingen die gewenst worden. Voor de hier bestudeerde verkenningen geldt dat de aanleidingen ongeveer gelijk verdeeld zijn.
Aanleiding voor projecten Overwegend van infrastructurele aard 48% 52%
Bredere doelen in de zin van ruimtelijke ordening
Voor veel projecten is het lastig gebleken om een schatting te maken van de periode die na de verkenning benodigd zal om tot realisatie te komen. Dit heeft enerzijds te maken met de brede doelen van sommige projecten, anderzijds speelt ook onzekerheid over de exacte inhoud van de plannen – die tijdens een verkenning vaak nog aanwezig is – een rol.
4. Belangen Zoals in het begin van de inventarisatie al is gebleken, is het specifieke belang van Rijkswaterstaat in de geïnventariseerde verkenningstudies het behartigen van het netwerkbelang. Logischerwijs liggen de belangen van andere partijen over het algemeen anders. Betrokken regionale en lokale partijen lijken, naast bereikbaarheid, vaak in te zetten op aspecten van ruimtelijke ordening en op openbaar vervoer. Daarnaast zijn er in de meeste van de bestudeerde projecten ook nog externe partijen aan te wijzen. Echter, over het algemeen lijkt de invloed die deze partijen proberen uit te oefenen niet bijzonder groot te zijn in de verkenningsfase.
5. Scope Van de bestudeerde projecten wordt er binnen 55% gekozen voor een geïntegreerde aanpak van de verkenning, waarbij mogelijke infrastructurele maatregelen worden gecombineerd met andere maatregelen met betrekking tot ruimtelijke ordening. Bij projecten met bredere ruimtelijke doelstellingen wordt er gesproken van een gebiedsgerichte aanpak, dan wel gebiedsontwikkeling. Het onderscheid tussen deze benaderingen ligt in de wijze waarop de infrastructurele en gebiedsopgaven benaderd worden in een project. Bij gebiedsgericht werken wordt er in principe gedacht vanuit de infrastructurele opgave en wordt de omliggende omgeving daarbij betrokken (van binnen naar buiten). Daarentegen wordt in gebiedsontwikkelingsprojecten geredeneerd vanuit een ontwikkelingsvisie voor een gebied als geheel, waar de infrastructurele opgave een onderdeel van is (van buiten naar binnen). Bij projecten waar de doelstellingen hoofdzakelijk infrastructureel of verkeerkundig zijn, is de noodzaak en ambitie om gebiedsgericht te werken veel minder aanwezig. Bij deze projecten (45% in deze inventarisatie) wordt over het algemeen gekozen voor een infrastructureel georiënteerde verkenning, waarbij men zich in bepaalde gevallen wel op multimodale oplossingen richt.
Inventarisatie verkenningen Rijkswaterstaat Augustus 2010
Scope verkenningen 17% Gebiedsontwikkeling 33% Gebiedsgericht werken Infrastructuur (sectoraal) 28%
Infrastructuur (multimodaal)
22%
6. Beoogde planning Er zijn verschillende factoren die van invloed kunnen zijn op de haalbaarheid van de beoogde planning voor de in deze inventarisatie bestudeerde projecten. Een in veel projecten terugkerend thema is de onzekerheid die wordt geschapen door het veranderende politieke landschap in Nederland. Zowel de verkiezingen die onlangs plaats gevonden hebben, als de bezuinigingen die op stapel staan in verband met de economische crisis zorgen binnen veel projecten voor onzekerheid over de toekomst van de projecten. Voor 43% van de projecten betekenen de verkiezingen en veranderend bestuurlijk draagvlak een zeker planningsrisico. Bij 29% van de behandelde projecten geeft men aan dat de uitkomsten van de financiële heroverweging van het kabinet van invloed kunnen zijn. Een risico dat daarnaast voor 19% van de projecten speelt is een scheve verhouding tussen de geraamde kosten en het beschikbare budget. Voor 14% van de geïnventariseerde projecten kan het planningsproces zelf moeilijkheden opleveren, doordat dit bijvoorbeeld niet duidelijk is vastgelegd of betrokken partijen zich er niet (meer) in kunnen vinden. Tenslotte worden bij een tweetal projecten potentiële moeilijkheden genoemd door de koppeling van verschillende projectonderdelen in een overkoepelend geheel. Hier kan frictie ontstaan door grote verschillen (in bijvoorbeeld tempo of scope) tussen de afzonderlijke projectonderdelen in een gebiedsgericht of gebiedsontwikkelingsproject. De onderstaande figuur verschaft inzicht in de frequenties van genoemde risico’s voor het planningsproces van de behandelde verkenningen, waarbij meerdere risico’s per project genoemd konden worden door geïnterviewde. Genoemde risico's voor planningsproces Verki ezi ngen en vera nderend bes tuurl ijk draagvl ak
43%
Fi na nci ël e heroverwegi ngen
29%
Project fi na nci ën (verhouding kos ten/budget)
19%
Loka le fa ctoren
19%
Pl anni ngs proces (niet geheel op orde)
14%
Regel gevi ng
10%
Koppel ing en ui ts pl its ing va n projectonderdel en (ve rs chi ll end i n s cope/tempo/etc.)
10%
Overi ge fa ctoren
10%
7. Risico’s en kwaliteit Met betrekking tot risicomanagement en kwaliteitsborging worden over het algemeen de binnen RWS gangbare methoden toegepast. Echter, meestal alleen op de producten waarvoor RWS de verantwoordelijkheid heeft. Aangezien de eindverantwoordelijkheid voor de projecten over het algemeen bij andere partijen ligt, ligt daar over het algemeen ook het zwaartepunt met betrekking tot risicomanagement en kwaliteitsborging. Een instrument dat in opkomst lijkt te zijn is de zogenaamde
Inventarisatie verkenningen Rijkswaterstaat Augustus 2010 gate review. Bij veel projecten is dit instrument nog niet toegepast omdat het nog geen verplichting vormde voor deze verkenningen. In toekomst zal dit steeds vaker wel gaan gebeuren. Over het algemeen is men binnen RWS positief gestemd over de gate reviews.
8. Markt Voor veel projecten wordt door Rijkswaterstaat onderkend dat er mogelijkheden bestaan voor samenwerking met de markt. In welke vorm deze samenwerking plaats zou moeten vinden is in veel gevallen echter nog onduidelijk. Daarnaast is het in veel gevallen ook niet duidelijk hoe groot de toegevoegde waarde van publiek-private samenwerking zou kunnen zijn. Een zogenaamde publicprivate comparator (PPC) – een instrument dat inzicht in de meerwaarde van samenwerking met de markt zou kunnen verschaffen – is in geen van de gevallen (reeds) uitgevoerd. Ter stimulering van het verkennen van mogelijkheden voor marktsamenwerking, ligt de grens voor het uitvoeren van een PPC op 60 miljoen euro. In reactie hierop wordt in de werkgroep verkenningen (LAPD) gesteld dat de rol die marktpartijen kunnen spelen in de verkenning nog vrij beperkt is. Redenen hiervoor zijn onder andere dat de scope van de projecten nog erg vaag en breed is. Daarnaast wordt ook aangegeven dat het vroegtijdig prijsgeven van kennis aan marktpartijen een moeilijk punt is. Op dit moment wordt een werkwijzer MIRT en Markt opgesteld, waarin uitgewerkt wordt welke rol de markt kan spelen in verkenningsfase.
9. Bedrijfsvoering De inzet van Rijkswaterstaat in de bestudeerde verkenningen varieert formeel van 0 fte tot circa 2 fte. De verkenning Toekomst Afsluitdijk is een uitzondering, waarbij 7 tot 12 fte worden ingezet. De meningen over de beschikbare capaciteit voor de geïnventariseerde verkenningen zijn verdeeld. Binnen de onderzochte verkenningen wordt bij 48% aangegeven dat de beschikbare inzet momenteel voldoende is. Echter, bij 10% hiervan zou in de toekomst een knelpunt kunnen ontstaan. Bij 38% van de geïnventariseerde verkenningen wordt opgemerkt dat de beschikbare inzet reeds als een knelpunt ervaren wordt.
Inzet Rijkswaterstaat in verkenningen 14%
Voldoende
38%
Momenteel voldoende, maar potentieel knelpunt Knelpunt Onduidelijk
38% 10% Er zijn verschillende mogelijkheden voor de financiering van de geleverde inzet. Bij een meerderheid van de geïnventariseerde verkenningen (52%) wordt de inzet van Rijkswaterstaat gefinancierd door middel van zogenaamde BOA-financiering. Bij deze wijze van financieren betaalt DGMo voor capaciteitslevering door RWS. Bij andere projecten wordt de inzet uit eigen middelen gefinancierd (37%). In bepaalde gevallen is er sprake van een combinatie van BOA en eigen middelen (11%).
Inventarisatie verkenningen Rijkswaterstaat Augustus 2010
Financiering inzet regionale diensten RWS 11% BOA Eigen middelen
52% 37%
Combinatie BOA en eigen middelen
Inventarisatie verkenningen weginfrastructuur Juni 2010
3.
Factsheets Vanaf hier worden de factsheets voor de afzonderlijke verkenningen omtrent weginfrastructuur gepresenteerd. Als eerste worden de lopende verkenningen behandeld, gevolgd door potentiële verkenningen. Daarnaast zijn de factsheets geordend naar de verantwoordelijke regionale dienst van Rijkswaterstaat die bij de betreffende verkenning betrokken is. Een overzicht van de volgorde van de hier gepresenteerde verkenningen is te vinden in de inhoudsopgave.
Inventarisatie verkenningen weginfrastructuur Juni 2010
FACTSHEET: A10 Zuidas (#1) Inventarisatie Verkenningen RWS Contactpersoon: Peter Silvis, RWS NH Status: Planstudie met voorkeursbesluit (Een echte verkenning heeft niet plaatsgevonden). 1. Betrokkenen en verantwoordelijkheden a. Projectmanager/leider: DGMo/Folkert Schaap b. Rol van RWS: Inbreng RWS mn. technische kennis, verkeersprognoses en onderzoek naar financiele haalbaarheid. c. Belangrijke deelnemers in de projectorganisatie (bestuurskernen, DGMO, andere overheden?) DGMO, VROM opdrachtgevers. Verder gemeente Amsterdam, ProRail en RWS NH (deelopdrachten).
2. Projectstatus a. Startbeslissing genomen? Ja, maar met diverse tussenstappen, geen echte startbeslissing. In 2001 lag er al een intentieovereenkomst tussen rijk en gemeente. b. Verdere beslissingen/convenanten/brieven/besluiten BO’s? Infrastructuur en gebiedsontwikkeling zijn in het belang van de voortgang uit elkaar getrokkken in dit project. Voor de infrastructuur wordt nu gewerkt richting een planstudiebesluit en volgens de tracewet-procedure.
3. Projecthistorie a. Aanleiding (alleen infra of bredere RO-doelen) Dit project is een sleutelproject in de Nota Ruimte, gebiedsonwikkeling van nationaal belang. b. Welke periode is voorzien na afsluiting van de verkenningen t/m de oplevering (jaartallen) De weg zou in 2020 ondergronds moeten liggen. De planning is echter weinig hard in dit geval en ook afhankelijk van de ontwikkeling op de A9 (deze kunnen niet tegelijkertijd aangepakt worden).
4. Belangen a. Wie van de (hierboven beschreven) betrokkenen wil wat? De gemeente wil de infrastructuur onder de grond en zo goedkoop mogelijk. V&W wil een robuust netwerk en de doorstroming verbeteren. De provincie en de stadsregio hebben OV-belangen, die spelen een beperktere rol. b. Wat zijn de belangen van externe partijen Private financiers, die zijn echter nooit ingestapt.
5. Scope a. Hoe is het plangebied gedefinieerd? Oorspronkelijk tussen de bruggen over de Amstel en de Schinkel. Nu tussen knooppunten De Nieuwe Meer en Amstel. b. Wat zijn de problemen die spelen/aangepakt worden? Het is een voortslepend project gericht op zowel infrastructuur als gebied. c.
Mogelijke oplossingen:
Inventarisatie verkenningen weginfrastructuur Juni 2010 Infrastructuur ondergronds om gebiedsontwikkeling mogelijk te maken. d. Integratie functies; meer dan een infrastructuurproject (wonen, werken, RO, infra, recreatie, klimaat, water): Weginfrastructuur, OV, projectontwikkeling. e. Is er sprake van: a) gebiedsontwikkeling; b) gebiedsgericht werken of c) infrastructuur (sectoraal/multimodaal)? Gebiedsontwikkeling (al zijn infrastructuur en gebied nu uit elkaar getrokken tbv. het proces). f. Uit welk budget moet de oplossing worden betaald (orde grootte, hoeveel nullen)? MIRT-budget. g. Wat zijn de geraamde kosten (orde grootte, hoeveel nullen)? Voor de A10 zelf worden de kosten geraamd op 321 miljoen euro.
6. Beoogde planning a. Wanneer welk product geleverd? Tracébesluit: 2011, Start realisatie: 2011 (delen Zuidas worden gerealiseerd via OV-SAAL), Oplevering: afhankelijk van het alternatief b. Wanneer beslissingen voorzien? Een ontwerptracebesluit is verwacht in 2012 of later. c. Wat zijn mogelijke risico’s voor het planningsproces? Politiek: bezuinigingen (Echter: de kosten van dit project zijn misschien hoger dan het beschikbare budget doordat veel aanvullende kosten die gemaakt moeten worden).
7. Risico’s en kwaliteit a. Hoe is kwaliteitsborging vormgegeven? DGMO heeft daar zijn eigen algemene procedures voor. RWS is alleen verantwoordelijk voor deelopdrachten. b. Wordt er een vorm van risicomanagement toegepast? Idem c. Is een Gate Review uitgevoerd bij startbeslissing? Niet echt, al heeft de DI meegekeken volgens commissie van den Berg. d. Is een Gate Review voorzien bij overgang verkenning-planstudie? Zal moeten gaan gebeuren.
8. Markt a. Marktscan/marktconsultatie/marktverkenning gedaan? De markt is uitgestapt. b. Mogelijkheden voor PPS (ideeën): Dat is voor dit project behoorlijk uitgemolken. Weinig innovatieve opties over, al behoort DBFM nog steeds tot de mogelijkheden. c. Wat is de meerwaarde van PPS (public-private comparator)? Niet te zeggen.
Inventarisatie verkenningen weginfrastructuur Juni 2010 9. Bedrijfsvoering a. Hoeveel fte zet RWS in (van RD, van LD’en)? RWS NH: officieel 0 fte. In werkelijkheid is de projectmanager (Folkert Schaap) geleverd en hebben de deelopdrachten ook fte's gekost. Daarnaast heeft DI ook uren gemaakt voor kosten en tunnelbouw. b. Hoe is deze inzet gefinancierd (BOA, eigen middelen RWS)? Geen BOA (staf DG heeft hier beter inzicht in) c. Is deze inzet voldoende of wordt een knelpunt ervaren? Knelpunt, project komt niet voor in baseline RWS NH, toch wordt er iets van hen verwacht. d. Worden er opdrachten uitbesteed of worden er externen ingehuurd? Wie betaalt? De verkeerskundige analyse is uitbesteed aan een ingenieursbureau.
FACTSHEET: Regionale wegverbinding A8-A9 (#2) Inventarisatie Verkenningen RWS Contactpersoon: Peter Silvis, RWS NH Status: Provinciaal project/lopend 1. Betrokkenen en verantwoordelijkheden a. Projectmanager/leider: Provincie Noord Holland b. Rol van RWS: Adviseur/toetsen: verkeerskundig, netwerk en financiering c. Belangrijke deelnemers in de projectorganisatie (bestuurskernen, DGMO, andere overheden?) Provincie Noord Holland, Stadsregio Amsterdam, Gemeente Zaanstad, de Ijmond gemeenten, RWS NH (en ook DVS).
2. Projectstatus a. Startbeslissing genomen? Geen MIRT-startbeslissing, de provincie heeft een startbesluit genomen. b.
Verdere beslissingen/convenanten/brieven/besluiten BO’s?
3. Projecthistorie a. Aanleiding (alleen infra of bredere RO-doelen) Ontlasting van een bestaande provinciale weg, netwerk robuster maken en sturend verkeersmanagement. b. Welke periode is voorzien na afsluiting van de verkenningen t/m de oplevering (jaartallen) De provincie start nu een planstudie op. Men zou graag na drie willen gaan bouwen, maar er is nog geen zicht op voldoende geld.
4. Belangen a. Wie van de (hierboven beschreven) betrokkenen wil wat? Voor de provincie: ontlasting van een bestaande provinciale weg. Voor RWS: netwerk robuster maken en sturend verkeersmanagement. b. Wat zijn de belangen van externe partijen Provincie heeft ideeen over kansen met nieuwe invalshoeken, zoals een innovatief energie project.
5. Scope a. Hoe is het plangebied gedefinieerd? Kleine bandbreedte b. Wat zijn de problemen die spelen/aangepakt worden? Kernen aan de bestaande provinciale weg ontlasten. Inpassing van een weg in een kwetsbaar gebied. c. Mogelijke oplossingen: Aanleg nieuwe wegverbinding, eventueel in combinatie met een bredere blik op bijvoorbeeld energie. d. Integratie functies; meer dan een infrastructuurproject (wonen, werken, RO, infra, recreatie, klimaat, water):
Inventarisatie verkenningen weginfrastructuur Juni 2010 Aanleg van infrastructuur, in combinatie met bescherming kwetsbaar gebied en eventueel energie (idee van provincie). e. Is er sprake van: a) gebiedsontwikkeling; b) gebiedsgericht werken of c) infrastructuur (sectoraal/multimodaal)? Gebiedsgerichtwerken, geen gebiedsontwikkeling maar wel meerwaarde creeeren door breder te kijken dan sec de weg. f. Uit welk budget moet de oplossing worden betaald (orde grootte, hoeveel nullen)? Op het budget is nog geen zicht. Alle betrokken partijen (rijk/regio/lokaal) zouden mee moeten betalen. Er is echter nog nergens geld gereserveerd, behalve door de gemeente Zaanstad (7 mln euro). g. Wat zijn de geraamde kosten (orde grootte, hoeveel nullen)? Nog moeilijk te schatten, paar miljoen euro.
6. Beoogde planning a. Wanneer welk product geleverd? Een besluit moet genomen worden door de volgende minister. De beslisinformatie is aan het einde van dit jaar gereed. b. Wanneer beslissingen voorzien? Start van de planstudies hangt vervolgens ook van bestuurlijk overleg af. c. Wat zijn mogelijke risico’s voor het planningsproces? Politiek: waar moet welk bedrag vandaan gaan komen? Inpassing in de omgeving is ook nog lang niet duidelijk.
7. Risico’s en kwaliteit a. Hoe is kwaliteitsborging vormgegeven? Ligt bij de provincie. b. Wordt er een vorm van risicomanagement toegepast? Idem c. Is een Gate Review uitgevoerd bij startbeslissing? Kent men niet bij de provincie. d. Is een Gate Review voorzien bij overgang verkenning-planstudie? Idem
8. Markt a. Marktscan/marktconsultatie/marktverkenning gedaan? Er zijn contacten met de markt. b. Mogelijkheden voor PPS (ideeën): In een innovatieve aanpak (energie) zou de markt van toegevoegde waarde kunnen zijn. c. Wat is de meerwaarde van PPS (public-private comparator)? Provincie doet geen PPC.
9. a.
Bedrijfsvoering Hoeveel fte zet RWS in (van RD, van LD’en)?
Inventarisatie verkenningen weginfrastructuur Juni 2010 RWS NH en in minder mate DVS: in totaal 0,5 fte. b. Hoe is deze inzet gefinancierd (BOA, eigen middelen RWS)? BOA, deels ook eigen middelen. c. Is deze inzet voldoende of wordt een knelpunt ervaren? Ja. d. Worden er opdrachten uitbesteed of worden er externen ingehuurd? Wie betaalt? Door de provincie voor het uitvoeren van onderzoeken.
FACTSHEET: Rotterdam VooRuit (masterplan) (#3) Inventarisatie Verkenningen RWS Contactpersoon: Igor Heller, RWS ZH Status: MIRT-verkenning, lopend (over de helft, in Elevrding-termen) 1. Betrokkenen en verantwoordelijkheden a. Projectmanager/leider: Opdrachtgever:DGMO, Provincie Zuid-Holland, Stadsregio Rotterdam, Gemeente Rotterdam. Projectleider: extern. b. Rol van RWS: Expertise: zowel netwerkkennis, kennis van het areaal, Mer-kennis en omgevingskennis, alsmede marktkennis (nog weinig tot op heden) en tot op zekere hoogte technische kennis. Daarnaast ook indirect het behartigen van het netwerkbelang en inbreng RO-ervaring. c. Belangrijke deelnemers in de projectorganisatie (bestuurskernen, DGMO, andere overheden?) DGMO, Provincie Zuid-Holland, Stadsregio Rotterdam, Gemeente Rotterdam, VROM
2. Projectstatus a. Startbeslissing genomen? Loopt sinds september/oktober 2008. b. Verdere beslissingen/convenanten/brieven/besluiten BO’s? BO oktober 2009: masterplan en opsplitsing in zes projecten en een overkoepelend project.
3. Projecthistorie a. Aanleiding (alleen infra of bredere RO-doelen) Mn. verkeer (bereikbaarheid en reistijden) in eerste instantie. Daarnaast speelt ook het belang van de ontwikkeling van de haven van Rotterdam en een kwaliteitsverbetering voor de binnenstad en Rotterdam-zuid, op sociaal-economisch vlak. b. Welke periode is voorzien na afsluiting van de verkenningen t/m de oplevering (jaartallen) Het project valt uiteen in delen. Het zou voor 2020 klaar moeten zijn, maar dat kan niet. Voor de westelijke oeververbinding richt men zich daar wel op, voor de andere projecten wordt het 2030/2040.
4. Belangen a. Wie van de (hierboven beschreven) betrokkenen wil wat? Het rijk heeft een infrastructureel belang. Andere partijen hebben eigen/uiteenlopende invalshoeken, maar de belangen spreken elkaar op zich niet tegen. Men staat voor een project. Spanning zit er nog wel het gebied van OV. b. Wat zijn de belangen van externe partijen Een aantal gemeenten (zowel binnen als buiten de stadsregio) probeert ook invloed uit te oefenen.
5. Scope a. Hoe is het plangebied gedefinieerd? Groot Rotterdam, Westland, Voorneputten en de Drechtsteden. b. Wat zijn de problemen die spelen/aangepakt worden? Congestie, leefbaarheid, bereikbaarheid
Inventarisatie verkenningen weginfrastructuur Juni 2010
c. Mogelijke oplossingen: Het Masterplan bevat een investerings- en actieprogramma waarbij: mobiliteit in samenhang met ruimtelijke, economische en sociale ontwikkelingen is uitgewerkt en er wordt gekeken naar de lange termijn, zonder de korte termijn uit het oog te verliezen. Betrokken bestuurders hebben op basis van het Masterplan besloten de volgende vijf projecten in gang te zetten: Netwerkverbeteringen; Nieuwe Westelijke Oeververbinding; Kwaliteitssprong OV op Zuid; Herinrichting Brienenoordcorridor; Wegverbredingen (A20-oost bij Nieuwerkerk aan den IJssel en A15 tussen Papendrecht en Gorrinchem, waarvoor momenteel reeds een verkenning loopt ) d. Integratie functies; meer dan een infrastructuurproject (wonen, werken, RO, infra, recreatie, klimaat, water): Ruimtelijke en sociaal-economische oplossingen voor gecombineerd met duurzaamheid. e. Is er sprake van: a) gebiedsontwikkeling; b) gebiedsgericht werken of c) infrastructuur (sectoraal/multimodaal)? Gebiedsontwikkeling in brede zin. Strategische opties mbt mobiliteit, bereikbaarheid, veiligheid voor het hele plangebied worden meegenomen. f. -
Uit welk budget moet de oplossing worden betaald (orde grootte, hoeveel nullen)?
g. -
Wat zijn de geraamde kosten (orde grootte, hoeveel nullen)?
6. Beoogde planning a. Wanneer welk product geleverd? Er worden onder andere een Plan-Mer en een MKBA uitgevoerd. b. Wanneer beslissingen voorzien? Tijdens de (twee) aankomende BO's zijn veel voorkeursbeslissingen voorzien. c. Wat zijn mogelijke risico’s voor het planningsproces? Uitsplitsen in delen, verschillend tempo onderdelen, grote scope
7. a. -
Risico’s en kwaliteit Hoe is kwaliteitsborging vormgegeven?
Wordt er een vorm van risicomanagement toegepast? RWS? DGMO ook?
b.
c. -
Is een Gate Review uitgevoerd bij startbeslissing?
d. -
Is een Gate Review voorzien bij overgang verkenning-planstudie?
8. Markt a. Marktscan/marktconsultatie/marktverkenning gedaan? Mogelijkheden voor samenwerking met de markt worden onderzocht in de afzonderlijke verkenningen voor de deelprojecten.
Inventarisatie verkenningen weginfrastructuur Juni 2010 b. -
Mogelijkheden voor PPS (ideeën):
c. -
Wat is de meerwaarde van PPS (public-private comparator)?
9. a. -
Bedrijfsvoering Hoeveel fte zet RWS in (van RD, van LD’en)?
b. Hoe is deze inzet gefinancierd (BOA, eigen middelen RWS)? BOA (geld van DGMo voor capaciteitleveren door RWS). c. -
Is deze inzet voldoende of wordt een knelpunt ervaren?
d. Worden er opdrachten uitbesteed of worden er externen ingehuurd? Wie betaalt? Pieter Janse (CE) als projectleider voor de milieueffectrapportage.
FACTSHEET: Verkenning Haaglanden (#4) Inventarisatie Verkenningen RWS Contactpersoon: Joost van Nierop, RWS ZH Status: Lopend 1. Betrokkenen en verantwoordelijkheden a. Projectmanager/leider: Weg: Rebel Group (Peter Blok) OV: projectleiding bij stadsgewest Haaglanden b. Rol van RWS: RWS vertegenwoordigd in regiegroep (coordinatie) en kernteam (ook als vertegenwoordiger van DGMo). Expertise: netwerk, omgeving en technische kennis (modellen). Verder behartigen netwerkbelang en inbrengen verkeerskundige kennis. c. Belangrijke deelnemers in de projectorganisatie (bestuurskernen, DGMO, andere overheden?) DGMo, VROM, RWS ZH, Provincie ZH, Stadsgewest Haaglanden, Stadsregio Rotterdam, Gemeente Den Haag,
2. Projectstatus a. Startbeslissing genomen? BO MIRT voorjaar 2009 b. Verdere beslissingen/convenanten/brieven/besluiten BO’s? BO 2008, MIT verkenning naar knelpunten gestart. BO najaar 2009, verkenning stilgelegd, wegens gebrek aan prioriteit binnen RWS.
3. Projecthistorie a. Aanleiding (alleen infra of bredere RO-doelen) Het project is een gevolg van de bereikbaarheidsanalyse (LCMA, netwerk analyse). Het rijk heeft het vervolgens opgenomen in het MIRT: OV/RO/verkeer en vervoer. b. Welke periode is voorzien na afsluiting van de verkenningen t/m de oplevering (jaartallen) Niet te zeggen want er is nog geen zicht op geld.
4. Belangen a. Wie van de (hierboven beschreven) betrokkenen wil wat? Rijk: verbetering van de A4 passage. Den Haag: verbetering poorten en inprikkers van de A4 en verbeteren van de internationale zone. Het OV is voornamelijk vanuit de regio ingegeven. Het rijk wil hier een betere onderbouwing van. b. Wat zijn de belangen van externe partijen Consultatie: Milieufederaties en brancheorganisaties vervoerders. Door hun betrokkenheid zijn al enkele varianten afgevallen.
5. Scope a. Hoe is het plangebied gedefinieerd? Uit de probleemanalyse zijn 5 specifieke problemen gebleken die worden aangepakt. 1. A4 weg, 2. A4 poorten en inprikkers, 3. OV: internationale ring, 4. OV: bereikbaarheid luchthaven/TIC, 5. OV: Goudse lijn. b.
Wat zijn de problemen die spelen/aangepakt worden?
Inventarisatie verkenningen weginfrastructuur Juni 2010 Bekreikbaarheid Haaglanden, in combinatie met realisatie ruimtelijke ambities. c. Mogelijke oplossingen: Maatregelen mbt tot weginfrastructuur en openbaar vervoer. d. Integratie functies; meer dan een infrastructuurproject (wonen, werken, RO, infra, recreatie, klimaat, water): Worden als gegeven beschouwd. e. Is er sprake van: a) gebiedsontwikkeling; b) gebiedsgericht werken of c) infrastructuur (sectoraal/multimodaal)? Infrastructuur en OV f. Uit welk budget moet de oplossing worden betaald (orde grootte, hoeveel nullen)? Deels regio (BDU??), deels rijk (infrafonds, fes-gelden) g. Wat zijn de geraamde kosten (orde grootte, hoeveel nullen)? Nog geen concrete bedragen te noemen, een wijde range tot 2,5 miljard euro.
6. Beoogde planning a. Wanneer welk product geleverd? Najaar 2010 een mastplan, voorjaar 2011 afronding verkenning. b. Wanneer beslissingen voorzien? BO MIRT oktober 2010: vastellen masterplan. BO MIRT mei 2011: startbesluit nemen c. Wat zijn mogelijke risico’s voor het planningsproces? Internationale interactie, trekvliettracé, tweede kamerverkiezingen, herbezinningscommissies.
7. Risico’s en kwaliteit a. Hoe is kwaliteitsborging vormgegeven? Monitoring en verantwoording komt niet direct voor de rekening van RWS, want RWS is geen trekker. b. Wordt er een vorm van risicomanagement toegepast? idem c. -
Is een Gate Review uitgevoerd bij startbeslissing?
d. Is een Gate Review voorzien bij overgang verkenning-planstudie? Zal waarschijnlijk plaats gaan vinden. Momenteel geldt het project als voorbeeldproject voor Sneller en Beter.
8. Markt a. Marktscan/marktconsultatie/marktverkenning gedaan? Duidelijk nog niet. b. -
Mogelijkheden voor PPS (ideeën):
c. -
Wat is de meerwaarde van PPS (public-private comparator)?
Inventarisatie verkenningen weginfrastructuur Juni 2010 9. Bedrijfsvoering a. Hoeveel fte zet RWS in (van RD, van LD’en)? 1,5 fte b. Hoe is deze inzet gefinancierd (BOA, eigen middelen RWS)? BOA c. Is deze inzet voldoende of wordt een knelpunt ervaren? Het kost RWS moeite om de inzet ook echt te realiseren. d. Worden er opdrachten uitbesteed of worden er externen ingehuurd? Wie betaalt? Beiden, bijvoorbeeld voor modelberekeningen en projectleider. Betaling door DGMo.
FACTSHEET: Integrale benadering Holland Rijnland (#5) Inventarisatie Verkenningen RWS Contactpersoon: Jacco Peters, RWS ZH Status: Afrondend 1. Betrokkenen en verantwoordelijkheden a. Projectmanager/leider: DGMo: Michel Hoppenbrouwer b. Rol van RWS: Expertise: kennis netwerk, kennis MER, omgevingskennis en (in minder mate) technische kennis. Daarnaast ook het behartigen van het netwerkbelang. c. Belangrijke deelnemers in de projectorganisatie (bestuurskernen, DGMO, andere overheden?) Rijk (VROM, DGMo, RWS ZH) en Regio (Provincie ZH en regio Holland Rijnland (11 gemeenten))
2. Projectstatus a. Startbeslissing genomen? 2008 b. Verdere beslissingen/convenanten/brieven/besluiten BO’s? Voorkeursbesluit genomen in BO oktober 2000. Momenteel verdere verdieping, mn. Omwille van financiering.
3. Projecthistorie a. Aanleiding (alleen infra of bredere RO-doelen) Een lange historie. In eerste instantie door de provincie opgepakt, daarna door rijk nationaal belang erkend voor infrastructuur. Verder ook woningbouw en economische motieven. b. Welke periode is voorzien na afsluiting van de verkenningen t/m de oplevering (jaartallen) Momenteel punt van discussie, men lijkt een gefaseerde aanpak voor te staan (aanstaande BO-MIRT). Periode realisatie: 2020 en verder.
4. Belangen a. Wie van de (hierboven beschreven) betrokkenen wil wat? De oplossing van het probleem is toch mn. In regionaal belang. Regio wil het gehele trace met alle inpassingen. Rijk prefereert een gefaseerde aanpak, dat is ook financieel beter. b. Wat zijn de belangen van externe partijen Bewonersgroepen, direct aan het trace wonenden. Milieugroepering Rijnland in 't groen. Deze heeft zich nog weinig geroerd, komt wellicht nog in de MER-fase.
5. Scope a. Hoe is het plangebied gedefinieerd? Vanaf de A4 tot aan Katwijk aan Zee. 11 Gemeenten in regio Holland Rijnland. b. Wat zijn de problemen die spelen/aangepakt worden? Bereikbaarheid, woningbouwopgave, economie stimuleren (Bioscience park, Flora Holland). c.
Mogelijke oplossingen:
Inventarisatie verkenningen weginfrastructuur Juni 2010 Het verbeteren van de bereikbaarheid van de regio Holland Rijnland om daarmee een belangrijke voorwaarde te creëren voor de verdere economische ontwikkeling van de regio (onder andere Greenports Duin- en Bollenstreek) en de realisatie van de woningbouwopgave. Alternatieven: langs Leiden of een geboorde tunnel door Leiden. d. Integratie functies; meer dan een infrastructuurproject (wonen, werken, RO, infra, recreatie, klimaat, water): Insteek van in principe integraal, kijken wat over het algemeen de beste optie is. Zo wordt het in het rapport ook behandeld. De uitwerking is echter niet heel innovatief. e. Is er sprake van: a) gebiedsontwikkeling; b) gebiedsgericht werken of c) infrastructuur (sectoraal/multimodaal)? Gebiedsgericht werken. f. Uit welk budget moet de oplossing worden betaald (orde grootte, hoeveel nullen)? Regio heeft momenteel 130 miljoen euro beschikbaar. Het rijk draagt 50% van het totaal bij, met een maximum van 422 miljoen. g. Wat zijn de geraamde kosten (orde grootte, hoeveel nullen)? 844 miljoen euro (marge van 30%).
6. Beoogde planning a. Wanneer welk product geleverd? Eindrapport: 2009. Verdieping: BO MIRT mei 2010 b. Wanneer beslissingen voorzien? BO MIRT, mei 2010: beslissen over de fasering. c. Wat zijn mogelijke risico’s voor het planningsproces? Geld, verschuivingen in bestuurlijk draagvlak.
7. Risico’s en kwaliteit a. Hoe is kwaliteitsborging vormgegeven? Alles is op een goed niveau doorgerekend door een ingenieursbureau. b. Wordt er een vorm van risicomanagement toegepast? Ja, door de provincie. Er is een risicoanalyse gemaakt, maar dat is lastig gezien de flexibiliteit van het project. In het geval dat er fasering zal gaan worden toegepast, zal er voor elke fase een analyse worden gemaakt. c. Is een Gate Review uitgevoerd bij startbeslissing? Nee d. Is een Gate Review voorzien bij overgang verkenning-planstudie? Ja, komt nog
8. Markt a. Marktscan/marktconsultatie/marktverkenning gedaan? Ja, marktpartijen zijn betrokken geweest bij de planvorming. b. Mogelijkheden voor PPS (ideeën): Onderzocht, maar er lijken weinig/geen mogelijkheden te bestaan. c.
Wat is de meerwaarde van PPS (public-private comparator)?
Inventarisatie verkenningen weginfrastructuur Juni 2010 Nog niet bekend.
9. Bedrijfsvoering a. Hoeveel fte zet RWS in (van RD, van LD’en)? 1 fte b. Hoe is deze inzet gefinancierd (BOA, eigen middelen RWS)? BOA c. Is deze inzet voldoende of wordt een knelpunt ervaren? Voldoende d. Worden er opdrachten uitbesteed of worden er externen ingehuurd? Wie betaalt? Niet direct door RWS, wel door DGMo via de raamcontracten van RWS (RWS als tussen persoon). Ingenieursbureau verantwoordelijk voor tekeningen en berekeningen.
FACTSHEET: Verkenning Antwerpen-R’dam (VAR) (#6) Inventarisatie Verkenningen RWS Contactpersoon: Ruud Arts, RWS ZH (RWS NB/VROM) Status: Lopend (betere term was geweest: MIRT-onderzoek) 1. Betrokkenen en verantwoordelijkheden a. Projectmanager/leider: VROM b. Rol van RWS: Kennis van het netwerk en het behartigen van het netwerkbelang. In het begin ook plaatsvervanger van DGMo. c. Belangrijke deelnemers in de projectorganisatie (bestuurskernen, DGMO, andere overheden?) VROM, V&W (DGMo, water, spoor, maritiem), LNV, EZ, provincies Zuid Holland, Noord Brabant, Zeeland en stadsregio's Rotterdam, Drechtsteden en West Brabantse vergadering. Tevens klankbordgroep met overige stakeholders en informatieuitwisseling met Vlaanderen (die verloopt echter moetizaam).
2. Projectstatus a. Startbeslissing genomen? Bo MIRT voorjaar 2008 b. Verdere beslissingen/convenanten/brieven/besluiten BO’s? De ontwikkelingen omtrent de delta hebben voor wat vetraging gezorgd.
3. Projecthistorie a. Aanleiding (alleen infra of bredere RO-doelen) Zoektocht naar ruimte voor havengerelateerde bedrijventereinen. Brede insteek. b. Welke periode is voorzien na afsluiting van de verkenningen t/m de oplevering (jaartallen) Richtjaar 2040, maar is moeilijk te zeggen want de verkenning is momenteel nog erg breed/divers.
4. Belangen a. Wie van de (hierboven beschreven) betrokkenen wil wat? VROM is trekker. V&W hoeft niet zoveel, doen al veel andere dingen. Provincie ZH heeft weinig belang. Brabant heeft groot belang. Zeeland zit erbij als waakhond voor negatieve ontwikkelingen. b. Wat zijn de belangen van externe partijen Havenbedrijf Rotterdam is geinteresseerd in de mogelijkheden en let op concurrentie met Antwerpen, heeft echter vooralsnog weinig invloed uitgeoefend.
5. Scope a. Hoe is het plangebied gedefinieerd? Een grote schil van de belgische kust, via Antwerpen, Bergen op Zoom naar de haven van Rotterdam. Plus een breder beinvloedingsgebied. b. Wat zijn de problemen die spelen/aangepakt worden? Onderzoeken wat de relaties zijn. De functie van de haven van Rotterdam wordt vanuit een mondiaal perspectief benaderd. Daarnaast worden brede maatschappelijke vraagstukken betrokken.
Inventarisatie verkenningen weginfrastructuur Juni 2010 c. Mogelijke oplossingen: No regret maatregelen. Aanzet is het zoeken naar mogelijke bedrijventereinen. Verder wil V&W graag een (dedicated) goederenspoorlijn (Robel). d. Integratie functies; meer dan een infrastructuurproject (wonen, werken, RO, infra, recreatie, klimaat, water): Infrastructuur en een zoektocht naar bedrijventereinen e. Is er sprake van: a) gebiedsontwikkeling; b) gebiedsgericht werken of c) infrastructuur (sectoraal/multimodaal)? Uit deze verkenning zouden een aantal gebiedsverkenningen kunnen komen (zoals oa de A16). f. -
Uit welk budget moet de oplossing worden betaald (orde grootte, hoeveel nullen)?
g. -
Wat zijn de geraamde kosten (orde grootte, hoeveel nullen)?
6. Beoogde planning a. Wanneer welk product geleverd? Verkenning afronden voor BO MIRT 2011 b. Wanneer beslissingen voorzien? Voorkeursbesluit: BO MIRT 2011 c. Wat zijn mogelijke risico’s voor het planningsproces? Geen volwaardige startbeslissing, geen voorafgaande langetermijnvisie hebben geleid tot een verlenging van de planning. Regio vindt dat het te snel gaat en voelt zich voor het blok gezet.
7. Risico’s en kwaliteit a. Hoe is kwaliteitsborging vormgegeven? Niet zichtbaar voor RWS, want VROM is de trekker van dit project. b. Wordt er een vorm van risicomanagement toegepast? Idem, RWS heeft nog nooit een risicoanalyse gezien. c. Is een Gate Review uitgevoerd bij startbeslissing? Nee d. Is een Gate Review voorzien bij overgang verkenning-planstudie? Onduidelijk, hangt ook af van mogelijk vervolgstappen.
8. Markt a. Marktscan/marktconsultatie/marktverkenning gedaan? Ja, is gedaan. Heeft weinig nieuwe inzichten opgeleverd, alleen de wens van het bedrijfsleven voor beschikbaar ruimte. b. Mogelijkheden voor PPS (ideeën): Nog niet aan de orde. c. -
Wat is de meerwaarde van PPS (public-private comparator)?
Inventarisatie verkenningen weginfrastructuur Juni 2010 9. Bedrijfsvoering a. Hoeveel fte zet RWS in (van RD, van LD’en)? Maximaal 0,5 fte. b. Hoe is deze inzet gefinancierd (BOA, eigen middelen RWS)? BOA c. Is deze inzet voldoende of wordt een knelpunt ervaren? Inzet van RWS (mn. Vanuit Brabant) had beter gekunt. Maar er is onvoldoende capaciteit. d. Worden er opdrachten uitbesteed of worden er externen ingehuurd? Wie betaalt? Buck, economischn gebied. Een bureau voor burgerparticipatie. Eerste deel verkenning (inventarisatie) hoofdzakelijk eigen menskracht. Tweede deel (mogelijke oplossingen) is uitbesteed.
FACTSHEET: A15 Papendrecht-Gorinchem (#7) Inventarisatie Verkenningen RWS Contactpersoon: Peter van der Ham, RWS ZH Status: Lopend, onderdeel van Rotterdam Vooruit 1. Betrokkenen en verantwoordelijkheden a. Projectmanager/leider: RWS: Peter van der Ham b. Rol van RWS: Rol RWS: adviserend aan DGMo en leveren kennis over het netwerk. RWS wordt steeds bepalender op het gebied van structuur en aansturing. c. Belangrijke deelnemers in de projectorganisatie (bestuurskernen, DGMO, andere overheden?) DGMo, Provincie Zuid-Holland, Rotterdam Vooruit en RWS ZH.
2. Projectstatus a. Startbeslissing genomen? Start: BO-MIRT oktober 2009, echter geen formele startbeslissing volgens MIRT. b. -
Verdere beslissingen/convenanten/brieven/besluiten BO’s?
3. Projecthistorie a. Aanleiding (alleen infra of bredere RO-doelen) De verkenning komt eigenlijk voort uit de bestuurlijke heisa die ontstond rond het stopzetten van de ZSM 2 studie naar de A15. Verder is de verbreding van de A15 voor de containerterminal van Alblasserdam. Voornamelijk verkeer dus als aanleding. b. Welke periode is voorzien na afsluiting van de verkenningen t/m de oplevering (jaartallen) Optie 1 (kortere en snellere aanpak): 5 jaar vanaf nu. Optie 2 (volledige aanpak): 10 jaar vanaf nu.
4. Belangen a. Wie van de (hierboven beschreven) betrokkenen wil wat? Geen uiteenlopende belangen eigenlijk. b. Wat zijn de belangen van externe partijen Gemeenten Gorinchem, Drechtsteden en Gieserlanden hebben ook een belang.
5. Scope a. Hoe is het plangebied gedefinieerd? A15 Gorinchem - Papendrecht (trajectlengte N3-A27) en daarbinnen alles wat redelijk met verkeer in verband te brengen is. b. Wat zijn de problemen die spelen/aangepakt worden? Doorstroming op de zuidbaan en mogelijk ook op de noordbaan. Het volledige traject heeft te maken met een complex ontwerpprobleem. c. Mogelijke oplossingen: Verbreding
Inventarisatie verkenningen weginfrastructuur Juni 2010 d. Integratie functies; meer dan een infrastructuurproject (wonen, werken, RO, infra, recreatie, klimaat, water): Eigenlijk alleen infrastructuur en mogelijk ook water (Binnen Merwede) e. Is er sprake van: a) gebiedsontwikkeling; b) gebiedsgericht werken of c) infrastructuur (sectoraal/multimodaal)? Infrastructuur f. -
Uit welk budget moet de oplossing worden betaald (orde grootte, hoeveel nullen)?
g. Wat zijn de geraamde kosten (orde grootte, hoeveel nullen)? Totale kosten: 150 miljoen euro
6. a. -
Beoogde planning Wanneer welk product geleverd?
b. Wanneer beslissingen voorzien? Startbeslissing voorzien voor BO MIRT oktober 2010 of voorjaar 2011. c. Wat zijn mogelijke risico’s voor het planningsproces? Kabinetsformatie, heroverwegingen, beschikbaarheid NRM 2010, complexiteit van het technisch ontwerpvraagstuk.
7. Risico’s en kwaliteit a. Hoe is kwaliteitsborging vormgegeven? Buiten gangbare acties, geen specifieke aandacht. b. Wordt er een vorm van risicomanagement toegepast? In context van Rotterdam Vooruit als totaal zijn de bestuurlijke risico's in beeld gebracht, alsmede risicomanagement voor de uitwerking van het technisch verhaal. c. -
Is een Gate Review uitgevoerd bij startbeslissing?
d. Is een Gate Review voorzien bij overgang verkenning-planstudie? Nog niet expliciet, maar komt over het algemeen steeds meer in beeld binnen RWS richtlijnen.
8. Markt a. Marktscan/marktconsultatie/marktverkenning gedaan? Nee b. Mogelijkheden voor PPS (ideeën): Nee c. Wat is de meerwaarde van PPS (public-private comparator)? Nee
9. Bedrijfsvoering a. Hoeveel fte zet RWS in (van RD, van LD’en)? 0,4 fte
Inventarisatie verkenningen weginfrastructuur Juni 2010 b. Hoe is deze inzet gefinancierd (BOA, eigen middelen RWS)? Vooralsnog BOA. Echter gezien de veranderende rol van RWS binnen dit project in de toekomst mogelijk een andere constructie. c. Is deze inzet voldoende of wordt een knelpunt ervaren? Krap, zeker gezien de combinatie van dit project met de A20 d. Worden er opdrachten uitbesteed of worden er externen ingehuurd? Wie betaalt? Verkeer en ontwerp wordt uitbesteed vanuit het budget van Rotterdam Vooruit.
FACTSHEET: ZO Brabant (#8) Inventarisatie Verkenningen RWS Contactpersoon: Sander Wegbrans (en Bart Stuyven), RWS NB Status: Pilot MIRT-verkenning 1. Betrokkenen en verantwoordelijkheden a. Projectmanager/leider: Mw W.H.M. van Oosterhout-de Bok, provincie NB. Formeel is DGMo projectleider b. Rol van RWS: Netwerkbeheerder, kennis van het netwerk, areaal en omgevingskennis c. Belangrijke deelnemers in de projectorganisatie (bestuurskernen, DGMO, andere overheden?) Een brede groep deelnemers: DGMo, VROM, EZ, LNV, RWS NB, en de gemeenten in een samenwerkingsverband
2. Projectstatus a. Startbeslissing genomen? Najaar 2008. b. Verdere beslissingen/convenanten/brieven/besluiten BO’s? Voor kerst 2009 convenant tussen rijk en regio, met daarin status, gemaakte afspraken en vervolgtrajecten Andere:??
3. Projecthistorie a. Aanleiding (alleen infra of bredere RO-doelen) Brede, integrale gebiedsopgave: ruimte, economie en bereikbaarheid (mn. Infrastructuur ten westen van Eindhoven). b.
Welke periode is voorzien na afsluiting van de verkenningen t/m de oplevering (jaartallen)
4. Belangen a. Wie van de (hierboven beschreven) betrokkenen wil wat? Het project heeft absolute prioriteit voor heel Brabant. Er is een goede Brabantbrede lobby, waarvan de regie ligt bij de provincie. b. -
Wat zijn de belangen van externe partijen
5. Scope a. Hoe is het plangebied gedefinieerd? Het gebied Eindhoven-Helmond en wat daar tussen ligt. Dit is vrij klein, wat heeft geleid tot een negatieve KBA b. Wat zijn de problemen die spelen/aangepakt worden? Positie van de regio zuid-oost Brabant verder uitbouwen onder de noemer Brainport c. Mogelijke oplossingen: Aanpakken van de infrastructuur ten westen van Eindhoven.
Inventarisatie verkenningen weginfrastructuur Juni 2010 d. Integratie functies; meer dan een infrastructuurproject (wonen, werken, RO, infra, recreatie, klimaat, water): Alle functies in de regio worden onder de loupe genomen (groen, rood, blauw, ruimtelijke ordening, recreatie en toerisme) voor een integraal sociaal-economische plaatje. Alsmede het internationale aspect van Eindhoven als brainport. e. Is er sprake van: a) gebiedsontwikkeling; b) gebiedsgericht werken of c) infrastructuur (sectoraal/multimodaal)? Gebiedsontwikkeling, dit is het summum van een regio die alle functies gewogen heeft. f. Uit welk budget moet de oplossing worden betaald (orde grootte, hoeveel nullen)? Het grootste deel van het budget zal toch uit het rijksbudget voor infrastructuur moeten komen. Momenteel is daar 200-250 miljoen gereserveerd. De bijdrage van andere (regionale) partners wordt momenteel nog bekeken. g. Wat zijn de geraamde kosten (orde grootte, hoeveel nullen)? Afhangend van de gekozen variant (bijv. met dure tunnelbak) tussen ca. 300 miljoen en 1 miljard euro.
6. a. -
Beoogde planning Wanneer welk product geleverd?
b. Wanneer beslissingen voorzien? Er is momenteel alleen een bestuurlijk akkoord over de verdere uitwerking van de plannen. De verkenning moet nog officieel bestuurlijk afgerond worden. c. Wat zijn mogelijke risico’s voor het planningsproces? Te weinig geld vanuit Rijk. Regio draagt meer bij dan rijk
7. a. -
Risico’s en kwaliteit Hoe is kwaliteitsborging vormgegeven?
b. -
Wordt er een vorm van risicomanagement toegepast?
c. Is een Gate Review uitgevoerd bij startbeslissing? Nee d. Is een Gate Review voorzien bij overgang verkenning-planstudie? Zal gaan gebeuren.
8. a. -
Markt Marktscan/marktconsultatie/marktverkenning gedaan?
b. Mogelijkheden voor PPS (ideeën): Uitvoeringsorganisatie kan PPS projecten tot stand brengen en bundelen in uitvoeringsorganisatie. Bedrijven zijn aangehaakt (zoals Philips, TNO en de automotive sector). Co-financiering zal gaan plaatsvinden, naar goede Brabantse traditie. c. -
Wat is de meerwaarde van PPS (public-private comparator)?
Inventarisatie verkenningen weginfrastructuur Juni 2010
9. Bedrijfsvoering a. Hoeveel fte zet RWS in (van RD, van LD’en)? Gemiddeld 1 à 2 fte vanuit RWS NB, verspreid over een grote groep personen. b. Hoe is deze inzet gefinancierd (BOA, eigen middelen RWS)? BOA, geen projectcapaciteit c. Is deze inzet voldoende of wordt een knelpunt ervaren? Ja. Worden er opdrachten uitbesteed of worden er externen ingehuurd? Wie betaalt? Boer en Croon doet de verkenning. Opdrachtgevers: Provincie NB, Samenwerkingsverband regio Eindhoven, VenW, VROM, LNV, EZ
d.
FACTSHEET: N35 Zwolle-Wythmen (#9) Inventarisatie Verkenningen RWS Contactpersoon: Peter Hermsen, RWS ON Status: Verkenning aangeboden (in de vorm van een voorkeurszoekgebied) 1. Betrokkenen en verantwoordelijkheden a. Projectmanager/leider: Provincie Overijssel (met DGMo als opdrachtgever) b. Rol van RWS: Kennis netwerk, kennis areaal, kennis verkeer en uitvoering kostenraming c. Belangrijke deelnemers in de projectorganisatie (bestuurskernen, DGMO, andere overheden?) Provincie Overijssel, DGMo, RWS ON, Gemeente Zwolle, Gemeente Dalfsen, Gemeente Raalte
2. Projectstatus a. Startbeslissing genomen? Verkenning 2 jaar geleden gestart (de gehele N35 is opgeknipt in tracédelen). Een formele startbeslissing (zoals die nu voor het gedeelte Wierden-Nijverdal zal worden genomen) is nooit genomen. b. Verdere beslissingen/convenanten/brieven/besluiten BO’s? 2010: overeenkomst dat de regio het grootste deel van de financiering voor zijn rekening neemt.
3. Projecthistorie a. Aanleiding (alleen infra of bredere RO-doelen) Infrastructuur: verkeersveiligheid en doorstroming. b. Welke periode is voorzien na afsluiting van de verkenningen t/m de oplevering (jaartallen) In het derde kwartaal van 2010 wordt gestart met de planstudie. In 2014 is de oplevering van het totale project voorzien.
4. Belangen a. Wie van de (hierboven beschreven) betrokkenen wil wat? De betrokken partijen zitten op dezelfde lijn. Voor de gemeente Zwolle is woningbouw in Wythmen hieraan gerelateerd. Daarnaast wenst de gemeente ook de aansluiting met de Kroesenallee te verplaatsen. b. Wat zijn de belangen van externe partijen Het voorkeurszoekgebied gaat door een landgoed. De vraag is echter in hoeverre het definitieve alternatief dit landgoed zal doorkruisen/beinvloeden.
5. Scope a. Hoe is het plangebied gedefinieerd? Voornamelijk de weg, met een breder zoekgebied als eindresultaat van de verkenning. b. Wat zijn de problemen die spelen/aangepakt worden? Groeiend autiverkeer dient gefaciliteerd te worden (gecombineerd met een opwaardering van de ruimtelijke kwaliteit). Daarnaast spelen ook verkeersveiligheid en leefbaarheidsproblemen een rol. c.
Mogelijke oplossingen:
Inventarisatie verkenningen weginfrastructuur Juni 2010 Opwaardering tot 2x2 rijstroken, 100 km/u d. Integratie functies; meer dan een infrastructuurproject (wonen, werken, RO, infra, recreatie, klimaat, water): Dorpsuitbreiding van Wythmen is hieraan gerelateerd maar niet direct onderdeel van de verkenning. e. Is er sprake van: a) gebiedsontwikkeling; b) gebiedsgericht werken of c) infrastructuur (sectoraal/multimodaal)? Er zijn geen integrale plannen, dus hoofdzakelijk infrastructuur. De mogelijke uitbreiding van Wythmen en de verlegging van de aanlsuiting op de Kroesenallee voorzien het project wel van gebiedsgerichte elementen. f. Uit welk budget moet de oplossing worden betaald (orde grootte, hoeveel nullen)? De regio draagt 30 miljoen euro bij (minus de kosten van de verkenning). Het overige deel is voor het rijk, evenals de planstudiekosten. g. Wat zijn de geraamde kosten (orde grootte, hoeveel nullen)? 52 miljoen euro
6. Beoogde planning a. Wanneer welk product geleverd? Verkenning Zwolle - Wythmen: 2010 b. Wanneer beslissingen voorzien? Momenteel wordt een overeenkomst over de financien gesloten. RWS ON verwachtte per 1 juni 2010 de opdracht voor de planstudie te krijgen. Dit is vertraagd. c. Wat zijn mogelijke risico’s voor het planningsproces? Heroverwegingen (klein risico ivm geld dat door de regio is toegezegd). Verder: het voorkeurszoekgebied bevat nog twee varianten, dus nog geen voorkeursalternatief (dat komt in OTB).
7. Risico’s en kwaliteit a. Hoe is kwaliteitsborging vormgegeven? RWS heeft zelf de kostenramingen gedaan. b. Wordt er een vorm van risicomanagement toegepast? Lichte vorm, dat kan beter. Er ligt bij de overgang verkenning-planstudie geen risicodossier. c. Is een Gate Review uitgevoerd bij startbeslissing? Nee. d. Is een Gate Review voorzien bij overgang verkenning-planstudie? Ja.
8. Markt a. Marktscan/marktconsultatie/marktverkenning gedaan? Ja, marktscan is uitgevoerd b. Mogelijkheden voor PPS (ideeën): Nee, te klein project (< 60 miljoen euro) c. Wat is de meerwaarde van PPS (public-private comparator)? Idem.
Inventarisatie verkenningen weginfrastructuur Juni 2010
9. Bedrijfsvoering a. Hoeveel fte zet RWS in (van RD, van LD’en)? Verkenning: formeel 0 fte van RWS. Planstudie 2010: 0,9 fte, 2011/2012: 3 fte (volgens uitvraag). b. Hoe is deze inzet gefinancierd (BOA, eigen middelen RWS)? Verkenning: eigen fte's, intern. Voor de planstudie wordt dat binnen de opdracht geregeld. c. Is deze inzet voldoende of wordt een knelpunt ervaren? 0 fte is niet voldoende voor een verkenning. d. Worden er opdrachten uitbesteed of worden er externen ingehuurd? Wie betaalt? De verkenning is gedaan door een ingenieursbureau. Financiering door de provincie.
FACTSHEET: A1-zone Apeldoorn - Duitse grens (#10) Inventarisatie Verkenningen RWS Contactpersoon: Peter Hermsen, RWS ON Status: Lopend 1. Betrokkenen en verantwoordelijkheden a. Projectmanager/leider: Provincie Overijssel (is samen met DGMo ook opdrachtgever) b. Rol van RWS: RWS is lid van de stuurgroep. Expertise: kennis netwerk, kennis areaal, MER-kennis en toetsing van kosten, verkeersberekeningen en opzet van plannen. Tevens behartigen van het netwerkbelang. c. Belangrijke deelnemers in de projectorganisatie (bestuurskernen, DGMO, andere overheden?) Provincie Overijssel, Gelderland, DGMo, RWS DVS (MER-toetsing), RWS ON, Regio Twente, Stedendriehoek Zutphen, Deventer, Apeldoorn.
2. Projectstatus a. Startbeslissing genomen? Verkenning loopt al twee jaar, dus 2007. b. Verdere beslissingen/convenanten/brieven/besluiten BO’s? Momenteel richt men zich op de plan-MER en het veiligstellen van de financiering.
3. Projecthistorie a. Aanleiding (alleen infra of bredere RO-doelen) Het project heeft een lange voorgeschiedenis. Voor de capaciteitsuitbreiding van de A1 – op zich – was zelfs al bijna een trajectnota vastgesteld. De verkenning is nu breder uitgezet dmv. gebiedsgerichte aanpak van de regio (bundeling infra en andere functies). Rijk en RWS zitten voornamelijk op infrastructuur. b. Welke periode is voorzien na afsluiting van de verkenningen t/m de oplevering (jaartallen) In 2013 wil men starten met de planstudie om in 2020 realisatie te kunnen starten. Realisatie in 2028 (lang, want financiele dekking is nog onduidelijk en tot 2020 heeft het rijk geen geld).
4. Belangen a. Wie van de (hierboven beschreven) betrokkenen wil wat? Belangrijk twistpunt: De regio heeft twijfels bij de robuustheid van de bestaande brug over de IJssel. RWS wil alles over de bestaande brug. b. Wat zijn de belangen van externe partijen Onlangs heeft Bouwend Nederland opgeroepen tot spoed.
5. Scope a. Hoe is het plangebied gedefinieerd? Brede A1-zone: weg en naastliggende gebieden. Opgesplitst in trajecten Apeldoorn-Deventer en Deventer-Azelo. b. Wat zijn de problemen die spelen/aangepakt worden? De capaciteit van de weg: robuustheid.
Inventarisatie verkenningen weginfrastructuur Juni 2010 c. Mogelijke oplossingen: Apeldoorn-Deventer: 2x4 rijstroken en brug. Deventer-Azelo: 2x3 in de middenberm. In combinatie met gebiedsontwikkeling (bijvoorbeeld rond vliegveld Twente en bedrijventereinen in Twente, Deventer en Apeldoorn). d. Integratie functies; meer dan een infrastructuurproject (wonen, werken, RO, infra, recreatie, klimaat, water): Naast de uitbreiding van de weg ook wonen, werken, recreatie en water betrokken. e. Is er sprake van: a) gebiedsontwikkeling; b) gebiedsgericht werken of c) infrastructuur (sectoraal/multimodaal)? In de A1-zone wordt gebiedsgericht gewerkt. RWS is daar minder bij betrokken. f. Uit welk budget moet de oplossing worden betaald (orde grootte, hoeveel nullen)? Financiering in nog onduidelijk. g. Wat zijn de geraamde kosten (orde grootte, hoeveel nullen)? Puur voor de A1: Apeldoorn-Deventer: 400-800 miljoen euro. Deventer-Azelo: 100-200 miljoen euro.
6. Beoogde planning a. Wanneer welk product geleverd? Planstudie zal op z'n vroegst in 2013 worden gestart. b. Wanneer beslissingen voorzien? BO MIRT najaar 2010 c. Wat zijn mogelijke risico’s voor het planningsproces? Geld, nut en noodzaak (reistijd), politiek en verkiezingen (kan ook een kans zijn).
7. Risico’s en kwaliteit a. Hoe is kwaliteitsborging vormgegeven? Ja (door RWS DVS en ON), maar zou meer mogen zijn (provincie toetst weinig). Personele bezetting is daarvoor niet optimaal. b. Wordt er een vorm van risicomanagement toegepast? Te beperkt. c. Is een Gate Review uitgevoerd bij startbeslissing? Nee d. Is een Gate Review voorzien bij overgang verkenning-planstudie? Gaat komen, RWS stuurt daarop aan. De provincie zal er wel bij betrokken moeten worden.
8. Markt a. Marktscan/marktconsultatie/marktverkenning gedaan? Uitvraag aan DGMo ligt klaar, maar in 2010 zal dit niet meer plaats gaan vinden. b. Mogelijkheden voor PPS (ideeën): Als het doorgaat waarschijnlijk een DBFM constructie. Trajecten zullen als losse projecten gezien worden, beiden zijn interessant. c. Wat is de meerwaarde van PPS (public-private comparator)? PPC zal in planstudie uitgevoerd worden.
Inventarisatie verkenningen weginfrastructuur Juni 2010
9. Bedrijfsvoering a. Hoeveel fte zet RWS in (van RD, van LD’en)? RWS ON, 2010: 1,5 fte voor bemensing stuurgroepen ed., klein door ook voor toetsing. b. Hoe is deze inzet gefinancierd (BOA, eigen middelen RWS)? BOA c. Is deze inzet voldoende of wordt een knelpunt ervaren? Knelpunt is de late betrokkenheid van RWS. Als RWS in het begin sterker betrokken was geweest, was het nu beter geweest. Afstemming van de taken van RWS is lastig, zeker omdat RWS de planstudie zal gaan doen. d. Worden er opdrachten uitbesteed of worden er externen ingehuurd? Wie betaalt? De provincie besteed alles uit. Ingenieurs Bureau Haskoning heeft de verkenning gedaan. Tauw: kostenramingen. Ecorys: MKBA. De kosten zijn ca. 50/50 voor de regio en DGMo.
FACTSHEET: Toekomst afsluitdijk (#11) Inventarisatie Verkenningen RWS Contactpersoon: Joost van de Beek, RWS IJG Status: 1. Betrokkenen en verantwoordelijkheden a. Projectmanager/leider: Yolande van der Meulen (projectdirecteur), Joost van de Beek (projectmanager) b. Rol van RWS: Opdrachtnemer van DGW voor deze verkenning c. Belangrijke deelnemers in de projectorganisatie (bestuurskernen, DGMO, andere overheden?) Rijkwaterstaat, Provincies Friesland en Noord Holland + LNV + DGW. In bredere zin ook gemeenten W’diel en Wieringen, waterschappen HHNK en Wetterskip en ministeries OCW, EZ, fin, VROM, Defensie
2. Projectstatus a. Startbeslissing genomen? Niet formeel. b. Verdere beslissingen/convenanten/brieven/besluiten BO’s? De dijk moet worden aangepast om te kunnen blijven voldoen aan de veiligheidseisen voor de toekomst. Deze gelegenheid schept een kans om meer met de Afsluitdijk te doen. In de toekomstverkenning, die vorig jaar van start gegaan is, wordt gezocht naar idee
3. Projecthistorie a. Aanleiding (alleen infra of bredere RO-doelen) Bredere doelen (infrastructuur, veiligheid en duurzaamheid). Aanleiding infra, hierbij bredere ROdoelen b. Welke periode is voorzien na afsluiting van de verkenningen t/m de oplevering (jaartallen) 2020
4. Belangen a. Wie van de (hierboven beschreven) betrokkenen wil wat? V&W veiligheid. Regio en andere ministeries overige ambities b. Wat zijn de belangen van externe partijen Zie reacties in 'Dijk en meer'.
5. Scope a. Hoe is het plangebied gedefinieerd? In NRD: Afsluitdijk met brede strook eromheen waarbinnen alle visies vallen. b. Wat zijn de problemen die spelen/aangepakt worden? Onder andere: veiligheid, duurzaamheid en mobiliteit. c. Mogelijke oplossingen: De Afsluitdijk dient vernieuwd te worden. Dit moment biedt kansen om het gebied integraal aan te pakken.
Inventarisatie verkenningen weginfrastructuur Juni 2010
d. Integratie functies; meer dan een infrastructuurproject (wonen, werken, RO, infra, recreatie, klimaat, water): Integratie van allerlei mogelijke ruimtelijke ontwikkelingen met infrastructuur. e. Is er sprake van: a) gebiedsontwikkeling; b) gebiedsgericht werken of c) infrastructuur (sectoraal/multimodaal)? Gebiedsontwikkeling. f. Uit welk budget moet de oplossing worden betaald (orde grootte, hoeveel nullen)? Veiligheid 750 mln g. Wat zijn de geraamde kosten (orde grootte, hoeveel nullen)? Zie F.
6. Beoogde planning a. Wanneer welk product geleverd? 2020 b. Wanneer beslissingen voorzien? 2011 zal een voorkeursbeslissing genomen moeten worden. c. Wat zijn mogelijke risico’s voor het planningsproces? Te uitgebreid om hier te behandelen.
7. Risico’s en kwaliteit a. Hoe is kwaliteitsborging vormgegeven? Te uitgebreid om hier te behandelen. b. Wordt er een vorm van risicomanagement toegepast? Ja. c. Is een Gate Review uitgevoerd bij startbeslissing? Nee. d. Is een Gate Review voorzien bij overgang verkenning-planstudie? Ja.
8. Markt a. Marktscan/marktconsultatie/marktverkenning gedaan? Tijdens de verkenning hebben verschillende consortia toekomstconcepten ontwikkeld voor de afsluitdijk. b. Mogelijkheden voor PPS (ideeën): Ja, drijfveer achter het project. c. Wat is de meerwaarde van PPS (public-private comparator)? PPC moet nog worden gedaan
9. Bedrijfsvoering a. Hoeveel fte zet RWS in (van RD, van LD’en)? 7 fte, uitbreiding richting planstudie naar 12 fte
Inventarisatie verkenningen weginfrastructuur Juni 2010 b. Hoe is deze inzet gefinancierd (BOA, eigen middelen RWS)? Projectsturing (20% BLD-bijdrage) c. Is deze inzet voldoende of wordt een knelpunt ervaren? Op dit moment te weinig. d. Worden er opdrachten uitbesteed of worden er externen ingehuurd? Wie betaalt? Ja, zowel inhuren als uitbesteden, RWS betaalt uit EPK
FACTSHEET: Gebiedsgerichte verkenning Lelystad-Zuid (#12) Inventarisatie Verkenningen RWS Contactpersoon: Eras Wijkhuizen, RWS IJG Status: 1. Betrokkenen en verantwoordelijkheden a. Projectmanager/leider: Dick Everwijn (gemeente Lelystad) in samenwerking met Wim Kaljouw (provincie Flevoland) b. Rol van RWS: Het behartigen van het netwerkbelang, en vertegenwoordigen DGMo. c. Belangrijke deelnemers in de projectorganisatie (bestuurskernen, DGMO, andere overheden?) Stuurgroep: DGMO/DGLM (Lidwien Ongering), NS(Ravoo), Prorail (Lodder) , Schiphol Airport (Krul), Lelystad Airport (Oude Weernink) Provincie Flevoland (van Diessen), gemeente Lelystad (Fakeldij), Staatsbosbeheer (de Snoo), RWS IJG (Smeijers), VROM/LNV/EZ (agendalid)
2. Projectstatus a. Startbeslissing genomen? Nee. b. Verdere beslissingen/convenanten/brieven/besluiten BO’s? BO MIRT voorjaar 2009: Afspraak om gebiedgerichte verkenning Lelystad Zuid, waarbij de verkenning wordt getrokken door de regio. Koppeling afspraken Alders tafel (luchthaven)
3. Projecthistorie a. Aanleiding (alleen infra of bredere RO-doelen) Problemen met ontsluiting Lelystad op de A6 (Aansluiting lelystad is overbelast). Lelystad Zuid wil Woonwijk Warande ontsluiten en wil rechtstreekse derde aansluiting op A6. Discussie over ontwikkeling Luchthaven Lelystad (ontlasten Schiphol) b. Welke periode is voorzien na afsluiting van de verkenningen t/m de oplevering (jaartallen) Onbekend
4. Belangen a. Wie van de (hierboven beschreven) betrokkenen wil wat? RWS:Oplossing voor problemen huidige aansluiting (overbelasting en daardoor verkeersveiligheid); oplossing voor eventuele gevolgen voor A6 Lelystad Almere. Staatsbosbeheer wil grootschalige publieksontwikkeling Oostvaardersplassen. Regionale partijen: Lel b. Wat zijn de belangen van externe partijen Nvt.
5. Scope a. Hoe is het plangebied gedefinieerd? Het project richt zich op de landzijdige bereikbaarheid van Lelystad en de ontwikkelingen die hierbij plaatsvinden. Studiegebied: Vogelweg-A27-A6-Knardijk-Oostvaardersdijk-Houtribweg-A6-Larserweg. Invloedsgebied: zuidelijke en oostelijk flevoland. b.
Wat zijn de problemen die spelen/aangepakt worden?
Inventarisatie verkenningen weginfrastructuur Juni 2010 De gebiedsverkenning schets een beeld van de (ruimtelijke) ontwikkeling van Lelystad tot 2030. Tevens wordt de verwachte mobiliteitsgroei in kaart gebracht. c. Mogelijke oplossingen: Derde aansluiting; Station Lelystad Zuid; Verbreding A6 Almere Lelystad; Aanpassing onderliggend wegennet; Hoogwaardig OV verbinding luchthaven-station; Dienstregeling met intercity op Lelystad d. Integratie functies; meer dan een infrastructuurproject (wonen, werken, RO, infra, recreatie, klimaat, water): Verschillende beschreven ruimtelijke functies komen ter tafel in de zoektocht naar een toekomstige ontwikkelingsrichting. e. Is er sprake van: a) gebiedsontwikkeling; b) gebiedsgericht werken of c) infrastructuur (sectoraal/multimodaal)? Gebiedsontwikkeling. f. Uit welk budget moet de oplossing worden betaald (orde grootte, hoeveel nullen)? Onbekend. g. Wat zijn de geraamde kosten (orde grootte, hoeveel nullen)? Er is geen PRI raming beschikbaar.
6. Beoogde planning a. Wanneer welk product geleverd? Gebiedsvise gereed najaar 2010. Daarna start een regionale verkenning. Eventuele MIRT afspraken ook in najaar 2010. b. Wanneer beslissingen voorzien? Najaar 2010 startbeslissing c. Wat zijn mogelijke risico’s voor het planningsproces? Aansturing project niet goed geregeld. Onvoldoende bestuurlijk draagvlak en urgentie (o.a noorzaak uitbreiding Luchthaven Lelystad en woningbouw Warande)
7. Risico’s en kwaliteit a. Hoe is kwaliteitsborging vormgegeven? Nee. b. Wordt er een vorm van risicomanagement toegepast? Nee. c. Is een Gate Review uitgevoerd bij startbeslissing? Nee. d. Is een Gate Review voorzien bij overgang verkenning-planstudie? Nee.
8. Markt a. Marktscan/marktconsultatie/marktverkenning gedaan? Nee. b. Mogelijkheden voor PPS (ideeën): Onbekend
Inventarisatie verkenningen weginfrastructuur Juni 2010 c. Wat is de meerwaarde van PPS (public-private comparator)? Onbekend
9. Bedrijfsvoering a. Hoeveel fte zet RWS in (van RD, van LD’en)? RWS IJG gaat uit van 0,1 fte b. Hoe is deze inzet gefinancierd (BOA, eigen middelen RWS)? Eigen middelen RWS. Geen afspraken over BOA inzet. c. Is deze inzet voldoende of wordt een knelpunt ervaren? Er zijn geen smart afspraken met DGMo over opdracht d. Worden er opdrachten uitbesteed of worden er externen ingehuurd? Wie betaalt? Het opstellen van de gebiedsvisie wordt gedaan door een extern bureau in opdracht van de provincie Flevoland (kosten ca. € 40.000,-).
FACTSHEET: N50 Emmeloord - Ens (#13) Inventarisatie Verkenningen RWS Contactpersoon: Eras Wijkhuizen, RWS IJG Status: Actualisering van een conceptverkenning uit 2006 1. Betrokkenen en verantwoordelijkheden a. Projectmanager/leider: Provincie Flevoland Bart-Jan Tabak (Johan Pruim) b. Rol van RWS: Behartigen van het netwerkbelang. c. Belangrijke deelnemers in de projectorganisatie (bestuurskernen, DGMO, andere overheden?) Provincie Flevoland, Gemeente Noord-Oostpolder, RWS IJG. DGMO is opdrachtgever namens bestuurskern.
2. Projectstatus a. Startbeslissing genomen? Nee. Er is door provincie voorstel gedaan richting opdrachtgever voor het actualiseren van de conceptverkenning. Voorjaar 2009 is in BO MIRT afgesproken dat provincie verkenning gaat trekken. Er wordt gewacht op startbeslissing DGMo. b. Verdere beslissingen/convenanten/brieven/besluiten BO’s? Regio Specifiek Pakket: Hieruit komt een deel van de financiering (10 mln) voor dit project. Regio draagt daarnaast 6 mln bij.
3. Projecthistorie a. Aanleiding (alleen infra of bredere RO-doelen) Omgevingsplan Flevoland en de Nota Mobiliteit Flevoland streven ernaar de ontwikkeling en bereikbaarheid van de Noord-Oost Polder op peil te houden. De financiering is geregeld via de RSP afspraak (compensatie voor niet doorgaan Zuiderzeelijn). Verbredin b. Welke periode is voorzien na afsluiting van de verkenningen t/m de oplevering (jaartallen) De openstelling van de vernieuwde weg is gepland voor 2013.
4. Belangen a. Wie van de (hierboven beschreven) betrokkenen wil wat? Regio wil het imago van de regio verbeteren door de bereikbaarheid te verbeteren (2 x2 in plaats van 2x1). Daarnaast is ook veiligheid een factor die meespeelt. Weggebruikers kunnen officieel niet inhalen op duurzaam veilig wegprofiel en irriteren zich. b. Wat zijn de belangen van externe partijen Connexxion, concessiehouder busvervoer in Noordoostpolder: Optimale dienstregeling met haltes langs de N50. Direct aanwonenden aan de N50 Emmeloord-Ens: geluidsoverlast voor verspreide bebouwing , goede busverbinding. Gemeente Urk; Kamer van Koophandel: V
5. Scope a. Hoe is het plangebied gedefinieerd? Het plangebied is de N50 tussen Emmeloord en Ens en het knooppunt met de A6. Het studiegebied (het gebied dat mogelijk van invloed is op de verkeersbewegingen) is een bredere corridor rond de N50 en de kernen Emmeloord en Ens.
Inventarisatie verkenningen weginfrastructuur Juni 2010
b. Wat zijn de problemen die spelen/aangepakt worden? Ombouw van de N50 om de economische ontwikkeling, bereikbaarheid en veiligheid in de regio te verbeteren. c. Mogelijke oplossingen: Ombouw naar 2x2 rijstroken (Geheel of gedeeltelijk tot aansluiting). Gedeeltelijke of volledige aansluiting voor personenverkeer en/of openbaar vervoer. Verbreden verbindingsbaan in knooppunt Emmeloord d. Integratie functies; meer dan een infrastructuurproject (wonen, werken, RO, infra, recreatie, klimaat, water): Nvt. e. Is er sprake van: a) gebiedsontwikkeling; b) gebiedsgericht werken of c) infrastructuur (sectoraal/multimodaal)? Infrastructuur (sectoraal). f. Uit welk budget moet de oplossing worden betaald (orde grootte, hoeveel nullen)? Het taakstellend budget bedraagt 16 miljoen euro. Dit bedrag is afkomst uit het RSP-ZZL en bestaat uit 10 miljoen van het rijk en 6 miljoen van de regio. g. Wat zijn de geraamde kosten (orde grootte, hoeveel nullen)? Er is geen PRI raming beschikbaar.
6. Beoogde planning a. Wanneer welk product geleverd? Er is geen startbeslissing genomen. Verkenning heeft volgens provincie doorlooptijd van half jaar (initiatiefdocument) b. Wanneer beslissingen voorzien? Nog onbekend c. Wat zijn mogelijke risico’s voor het planningsproces? Krappe planning provincie (door koppeling met openstelling Ramspol Ens). Verder besluitvorming DGMo en te volgen juridische procedure.
7. Risico’s en kwaliteit a. Hoe is kwaliteitsborging vormgegeven? Vanuit RWS nog niet ingevuld b. Wordt er een vorm van risicomanagement toegepast? Nee c. Is een Gate Review uitgevoerd bij startbeslissing? Nee d. Is een Gate Review voorzien bij overgang verkenning-planstudie? Nee.
8. Markt a. Marktscan/marktconsultatie/marktverkenning gedaan? Nee.
Inventarisatie verkenningen weginfrastructuur Juni 2010 b. Mogelijkheden voor PPS (ideeën): Niet meegenomen in projectplan c. Wat is de meerwaarde van PPS (public-private comparator)? Onbekend
9. Bedrijfsvoering a. Hoeveel fte zet RWS in (van RD, van LD’en)? RWS IJG gaat uit van 0,1 fte. b. Hoe is deze inzet gefinancierd (BOA, eigen middelen RWS)? Eigen middelen RWS. c. Is deze inzet voldoende of wordt een knelpunt ervaren? Geen knelpunt als stakeholder. Indien RWS taken voor DGMo moet invullen , dan ontstaat er mogelijk een knelpunt (capaciteit). Er zijn geen afspraken over BOA inzet gemaakt d. Worden er opdrachten uitbesteed of worden er externen ingehuurd? Wie betaalt? Het laten actualiseren van de conceptverkenning wordt gedaan door een extern bureau in opdracht van de provincie Flevoland (kosten ca. € 50.000,-). Een externe projectleider is ingehuurd door de provincie Flevoland (ca. € 17.500,-). (Excl. BTW)
FACTSHEET: Amsterdam-Gooi-Utrecht (AGU) (#14) Inventarisatie Verkenningen RWS Contactpersoon: Eras Wijkhuizen en Peter Silvis, RWS IJG, NH Status: Pre-verkenning (abstracter en globaler) 1. Betrokkenen en verantwoordelijkheden a. Projectmanager/leider: DGMo (Randstad Urgent: Bart Witmond) b. Rol van RWS: RWS heeft meegedraaid als algeheel adviseur en contacten met regio en omgevingsmanagement. Tevens behartigen netwerkbelang. c. Belangrijke deelnemers in de projectorganisatie (bestuurskernen, DGMO, andere overheden?) DGMo, RWS Ijsselmeergebied en Utrecht, en de regio: provincie Flevoland, Noord Holland, Utrecht, Regio Gooi en Vechtstreek, gemeente Almere en de Gooise gemeenten.
2. Projectstatus a. Startbeslissing genomen? Nee. Minister Eurlings heeft aangegeven hier geen besluiten meer over te nemen. Waarschijnlijk na 2011. b. Verdere beslissingen/convenanten/brieven/besluiten BO’s? Voorjaar 2010 is in BO MIRT afgesproken dat in najaar 2010 besluit genomen wordt over vervolg. Komende tijd uitzoeken van: verkeersprognose , kostenraming volgens PRI, financiele dekking, juridische procedure. Daarbij wordt betrokken Beheer en Onderhoud A
3. Projecthistorie a. Aanleiding (alleen infra of bredere RO-doelen) Breder RO-doel: Dit project komt voort uit de RAAMbrief, onderdeel van het programma Randstad Urgent. Het hangt daarbinnen samen met onder andere de schaalsprong van Almere en OV Almere IJmeer. Doelen zijn verkeerskundig: doorstroming en knelpunten aanpak b. Welke periode is voorzien na afsluiting van de verkenningen t/m de oplevering (jaartallen) Structureel 2020 en verder. Voor deze periode worden benuttingsmaatregelen genomen. Echter is nog onbekend of er een vervolg komt.
4. Belangen a. Wie van de (hierboven beschreven) betrokkenen wil wat? Almere en provincie wil uitbreiden A27 tussen knooppunt Eemnes en knooppunt Almere; Aansluiting N305 op A27 aanpassen ivm uitbreiding N305 van 2x1 naar 2x2; verbetering busverbinding. Huizen Gooi en vechtstreek en Utrecht willen verbetering OV, liefst me b. -
Wat zijn de belangen van externe partijen
5. Scope a. Hoe is het plangebied gedefinieerd? Scope preverkenning is A27, A30 (N305) en A1. Niet nauwkeurig afgebakend b.
Wat zijn de problemen die spelen/aangepakt worden?
Inventarisatie verkenningen weginfrastructuur Juni 2010 Verkeerscapaciteit tbv. realiseren ambitie van schaalspong Almere. Bereikbaarheidsprobleem Almere Utrecht. Aansluiting A27 Amere Haven met N305 (tussen Almere Overgooi en Zeewolde) c. Mogelijke oplossingen: Ombouw naar 2x3 rijstroken (regulier, spits- of plusstroken). Verbetering bestaande aansluiting op N305 of nieuwe aansluiting (knooppunt). HOV busverbinding via vluchtstrook A27 of aparte busbaan d. Integratie functies; meer dan een infrastructuurproject (wonen, werken, RO, infra, recreatie, klimaat, water): Infrastructuur en OV e. Is er sprake van: a) gebiedsontwikkeling; b) gebiedsgericht werken of c) infrastructuur (sectoraal/multimodaal)? Infrastructuur (multimodaal). Inpassing vindt wel plaats in overleg met in acht neming van de uitbreiding van Almere. f. Uit welk budget moet de oplossing worden betaald (orde grootte, hoeveel nullen)? Onbekend, maar zal bij Verkeer en Waterstaat vandaan moeten komen. g. Wat zijn de geraamde kosten (orde grootte, hoeveel nullen)? Er is geen PRI raming beschikbaar: desalniettemin uiteenlopend van benuttingsmaatregelen (100 miljoen euro) tot een groots project van vele miljarden.
6. Beoogde planning a. Wanneer welk product geleverd? Najaar 2010 antwoord op vragen BO MIRT. Eventueel gevolgd door startbeslissing of verkorte tracewetprocedure. b. Wanneer beslissingen voorzien? Over eventuele verkenning in najaar 2010. Planstudie wellicht in 2012 c. Wat zijn mogelijke risico’s voor het planningsproces? Geen capaciteit geregeld voor beantwoording vragen BO MIRT. Verdeeldheid regio over OV oplossing. Verder: het veranderende politieke landschap in Nederland.
7. Risico’s en kwaliteit a. Hoe is kwaliteitsborging vormgegeven? Vanuit RWS nog niet ingevuld. Ligt bij DGMO (dat kan tot conflicten leiden, bijvoorbeeld met betrekking tot kosten). b. Wordt er een vorm van risicomanagement toegepast? Idem c. Is een Gate Review uitgevoerd bij startbeslissing? Wil RWS graag doen in geval van een startbeslissing (kosten zijn nog niet getoetst). d. Is een Gate Review voorzien bij overgang verkenning-planstudie? Idem
8. Markt a. Marktscan/marktconsultatie/marktverkenning gedaan? Nog niet, maar in verkenning zal dit verplicht zijn. b.
Mogelijkheden voor PPS (ideeën):
Inventarisatie verkenningen weginfrastructuur Juni 2010 Nog niet meegenomen. Mogelijkheid is gebiedsontwikkeling bij Almere, wellicht DBFM. c. Wat is de meerwaarde van PPS (public-private comparator)? Nog niet te zeggen.
9. Bedrijfsvoering a. Hoeveel fte zet RWS in (van RD, van LD’en)? RWS NH en Utrecht: weinig. RWS IJG: geen inzet afgesproken. b. Hoe is deze inzet gefinancierd (BOA, eigen middelen RWS)? RWS NH financiert uit eigen middelen. c. Is deze inzet voldoende of wordt een knelpunt ervaren? RWS NH: ok. RWS IJG: Geen knelpunt als stakeholder. Indien RWS taken voor DGMo moet invullen , dan ontstaat er afhankelijk van afspraken mogelijk een knelpunt (capaciteit). Er zijn geen afspraken over BOA inzet gemaakt. d. Worden er opdrachten uitbesteed of worden er externen ingehuurd? Wie betaalt? DGMo regelt deze opdrachten en inzet. Via Randstad Urgent is Bart Witmond van Ecorys betrokken.
FACTSHEET: OV Almere IJmeer (#15) Inventarisatie Verkenningen RWS Contactpersoon: Peter Silvis, RWS NH Status: Onderdeel van OV SAAL 1. Betrokkenen en verantwoordelijkheden a. Projectmanager/leider: DGMO Spoor, Ronald van der Meys b. Rol van RWS: Behartigen van het netwerkbelang en advies als beheerder van het Ijmeer. c. Belangrijke deelnemers in de projectorganisatie (bestuurskernen, DGMO, andere overheden?) DGMO, RWS IJG (en NH), Provincies Noord en Zuid Holland, Gemeente Almere, Amsterdam en stadsregio Amsterdam.
2. Projectstatus a. Startbeslissing genomen? Dit project komt voort uit OV Saal en de Noordvleugelbrief. b. -
Verdere beslissingen/convenanten/brieven/besluiten BO’s?
3. Projecthistorie a. Aanleiding (alleen infra of bredere RO-doelen) Dit project komt voort uit de RAAMbrief, onderdeel van het programma Randstad Urgent. Het hangt daarbinnen samen met onder andere de schaalsprong van Almere en is onderdeel van het programma OV SAAL. b. Welke periode is voorzien na afsluiting van de verkenningen t/m de oplevering (jaartallen) Het programma bevat maatregelen op korte termijn(2015), middellange termijn (hoogfrequent spoor 2020) en lange termijn 2030.
4. a. -
Belangen Wie van de (hierboven beschreven) betrokkenen wil wat?
b. -
Wat zijn de belangen van externe partijen
5. Scope a. Hoe is het plangebied gedefinieerd? Regio Amsterdam en Almere, inclusief het totale netwerk in de regio. b. Wat zijn de problemen die spelen/aangepakt worden? Opvangen schaalsprong en negatieve uitkomsten MKBA. c. -
Mogelijke oplossingen:
Inventarisatie verkenningen weginfrastructuur Juni 2010 d. Integratie functies; meer dan een infrastructuurproject (wonen, werken, RO, infra, recreatie, klimaat, water): Met name infrastructuur en OV, maar zeker ook samenhang met wonen: gebiedsontwikkeling gelden komen ten gunste van OV verbinding. e. Is er sprake van: a) gebiedsontwikkeling; b) gebiedsgericht werken of c) infrastructuur (sectoraal/multimodaal)? Met name infrastructuur en OV. f. Uit welk budget moet de oplossing worden betaald (orde grootte, hoeveel nullen)? OV SAAL: Voor korte temijn maatregelen is E 551 mln beschikbaar. Voor extra kosten beheer en onderhoud (2014-2020) E 77 mln en voor overige spoorse maatregelen E 771 mln. g. Wat zijn de geraamde kosten (orde grootte, hoeveel nullen)? Vele miljarden
6. Beoogde planning a. Wanneer welk product geleverd? RAAMbrief in 2009 b. Wanneer beslissingen voorzien? Voorkeursbesluit: 2014, Tracebesluit 2016/2017 c. Wat zijn mogelijke risico’s voor het planningsproces? Ontwikkeling van de woningmarkt (Almere) en politieke ontwikkelingen.
7. Risico’s en kwaliteit a. Hoe is kwaliteitsborging vormgegeven? Ligt bij DGMO spoor b. Wordt er een vorm van risicomanagement toegepast? Idem c. Is een Gate Review uitgevoerd bij startbeslissing? Gebeurt alleen bij RWS, dus niet in dit geval. d. Is een Gate Review voorzien bij overgang verkenning-planstudie? Idem
8. Markt a. Marktscan/marktconsultatie/marktverkenning gedaan? Veel gedaan, icm met zuiderzeelijn. b. Mogelijkheden voor PPS (ideeën): Geen zuiderzeelijn betekent minder mogelijkheden. Op het vlak van gebiedsontwikkeling, bouw, exploitatie en financiering wel legio mogelijkheden. c. Wat is de meerwaarde van PPS (public-private comparator)? Zou groot kunnen zijn, ligt bij werkmaatschaap Amsterdam-Almere.
9. Bedrijfsvoering a. Hoeveel fte zet RWS in (van RD, van LD’en)? Maximaal 1 fte door RWS IJG en NH
Inventarisatie verkenningen weginfrastructuur Juni 2010
b. Hoe is deze inzet gefinancierd (BOA, eigen middelen RWS)? BOA, eigen middelen. c. Is deze inzet voldoende of wordt een knelpunt ervaren? Ja. d. Worden er opdrachten uitbesteed of worden er externen ingehuurd? Wie betaalt? Ja, door DGMO spoor. 80% van het projectteam is ingehuurd.
FACTSHEET: Zaan IJ-oevers (#16) Inventarisatie Verkenningen RWS Contactpersoon: Peter Silvis, RWS NH Status: MIRT-onderzoek in sterke samenhang met A8/A10 Noord 1. Betrokkenen en verantwoordelijkheden a. Projectmanager/leider: VROM (WWI) b. Rol van RWS: Kennis van areaal en het behartigen van het netwerkbelang. c. Belangrijke deelnemers in de projectorganisatie (bestuurskernen, DGMO, andere overheden?) Rijk: VROM en V&W, RWS kijkt mee. Regio: Provincie Noord Holland.
2. a. -
Projectstatus Startbeslissing genomen?
b. -
Verdere beslissingen/convenanten/brieven/besluiten BO’s?
3. Projecthistorie a. Aanleiding (alleen infra of bredere RO-doelen) Vanuit de gebiedsagenda voor de regio is het streven naar gebiedsontwikkeling ontstaan. b. Welke periode is voorzien na afsluiting van de verkenningen t/m de oplevering (jaartallen) Voor het totaal, rond 2030
4. Belangen a. Wie van de (hierboven beschreven) betrokkenen wil wat? De stadsregio Amsterdam zet in op OV, DGMO zit vooral op verkeer en vervoer. b. -
Wat zijn de belangen van externe partijen
5. Scope a. Hoe is het plangebied gedefinieerd? Corridor Amsterdam-noord/Zaandam b. Wat zijn de problemen die spelen/aangepakt worden? Binnenstedelijke woningbouwopgave. c. Mogelijke oplossingen: Transformatie van bedrijventereinen. d. Integratie functies; meer dan een infrastructuurproject (wonen, werken, RO, infra, recreatie, klimaat, water): Dit is een ruimtelijk project waarbij zowel wonen, bedrijvigheid, bereikbaarheid, milieu en water worden meegenomen.
Inventarisatie verkenningen weginfrastructuur Juni 2010 e. Is er sprake van: a) gebiedsontwikkeling; b) gebiedsgericht werken of c) infrastructuur (sectoraal/multimodaal)? Gebiedsontwikkeling. f. -
Uit welk budget moet de oplossing worden betaald (orde grootte, hoeveel nullen)?
g. -
Wat zijn de geraamde kosten (orde grootte, hoeveel nullen)?
6. Beoogde planning a. Wanneer welk product geleverd? Een verkenning zal op z'n vroegst in 2011 starten (dat zal hoogstwaarschijnlijk later worden). b. Wanneer beslissingen voorzien? In 2013 en verder. c. Wat zijn mogelijke risico’s voor het planningsproces? Bestaande milieucontouren en de aanwezige wateropgave.
7. a. -
Risico’s en kwaliteit Hoe is kwaliteitsborging vormgegeven?
b. -
Wordt er een vorm van risicomanagement toegepast?
c. Is een Gate Review uitgevoerd bij startbeslissing? Gate reviews zijn typisch RWS. Dus als de A8/A9 hierbij betrokken wordt zal dat plaatsvinden. d. Is een Gate Review voorzien bij overgang verkenning-planstudie? Idem
8. a. -
Markt Marktscan/marktconsultatie/marktverkenning gedaan?
b. Mogelijkheden voor PPS (ideeën): Er is een werkgroep die kijkt naar onothodoxe maatregelen voor financiering, zoals bijvoorbeeld verevening. c. -
Wat is de meerwaarde van PPS (public-private comparator)?
9. Bedrijfsvoering a. Hoeveel fte zet RWS in (van RD, van LD’en)? Nihil. b. Hoe is deze inzet gefinancierd (BOA, eigen middelen RWS)? Eigen middelen. c. Is deze inzet voldoende of wordt een knelpunt ervaren? Voldoende, het is dan ook eigenlijk geen echt project voor RWS (RWS kijkt alleen mee).
Inventarisatie verkenningen weginfrastructuur Juni 2010
d. Worden er opdrachten uitbesteed of worden er externen ingehuurd? Wie betaalt? Nee.
FACTSHEET: Metropoolregio Amsterdam Zuidwest (#17) Inventarisatie Verkenningen RWS Contactpersoon: Peter Silvis, RWS NH Status: MIRT-onderzoek: vierde prioriteit in gebiedsagenda Noordwest Nederland (evt. MIRTverkenning) 1. Betrokkenen en verantwoordelijkheden a. Projectmanager/leider: VROM en Provincie Noord Holland b. Rol van RWS: Kennis van areaal en het behartigen van het netwerkbelang. c. Belangrijke deelnemers in de projectorganisatie (bestuurskernen, DGMO, andere overheden?) Rijk: VROM en V&W. Regio: Provincie Noord Holland.
2. a. -
Projectstatus Startbeslissing genomen?
b. -
Verdere beslissingen/convenanten/brieven/besluiten BO’s?
3. Projecthistorie a. Aanleiding (alleen infra of bredere RO-doelen) De planstudie naar de A4 is in bredere context bezien. Van daaruit streeft men naar gebiedsontwikkeling voor woningen en bedrijven in het gebied rond schiphol, de westflank van de Haarlemmermeer en de Bollenstreek. b. Welke periode is voorzien na afsluiting van de verkenningen t/m de oplevering (jaartallen) Voor het totaal, rond 2030
4. Belangen a. Wie van de (hierboven beschreven) betrokkenen wil wat? Met name VROM en de provincie spelen een sterke rol in de gebiedsontwikkeling. V&W is nog wat terughoudend ivm de beschikbaarheid van geld voor infrastructuur. b. -
Wat zijn de belangen van externe partijen
5. a. -
Scope Hoe is het plangebied gedefinieerd?
b. -
Wat zijn de problemen die spelen/aangepakt worden?
c. -
Mogelijke oplossingen:
Inventarisatie verkenningen weginfrastructuur Juni 2010 d. Integratie functies; meer dan een infrastructuurproject (wonen, werken, RO, infra, recreatie, klimaat, water): Dit is een breed project waarin alle facetten van de ruimtelijke inrichting van het gebied aan bod komen (wonen, werken, RO, infra, recreatie, klimaat en water). e. Is er sprake van: a) gebiedsontwikkeling; b) gebiedsgericht werken of c) infrastructuur (sectoraal/multimodaal)? Gebiedsontwikkeling. f. Uit welk budget moet de oplossing worden betaald (orde grootte, hoeveel nullen)? Voor de infrastructurele opgave zijn de kosten nog niet gedekt. Andere zaken zijn waarschijnlijk wel kostendekkend te realiseren. g. Wat zijn de geraamde kosten (orde grootte, hoeveel nullen)? Voor de aanpak van de A4 is 300 miljoen euro geraamd (parallel structuur).
6. Beoogde planning a. Wanneer welk product geleverd? Een verkenning zal op z'n vroegst in 2011 starten (dat zal hoogstwaarschijnlijk later worden). b. Wanneer beslissingen voorzien? In 2013 en verder. c. Wat zijn mogelijke risico’s voor het planningsproces? De koppeling van verschillende ruimtelijke zaken in een project en de politieke reactie daarop.
7. a. -
Risico’s en kwaliteit Hoe is kwaliteitsborging vormgegeven?
b. -
Wordt er een vorm van risicomanagement toegepast?
c. Is een Gate Review uitgevoerd bij startbeslissing? Gate reviews zijn typisch RWS. Het hangt dus af van de plaats van de ontwikkelingen rond de A4 of er een gate review plaats vindt. d. Is een Gate Review voorzien bij overgang verkenning-planstudie? Idem
8. Markt a. Marktscan/marktconsultatie/marktverkenning gedaan? Buiten de infrastructurele opgave is men hier zeker mee bezig. b. Mogelijkheden voor PPS (ideeën): Hierbij wordt sec gekeken naar de locatie gebonden ontwikkelingen. Voor de bovenplanse infrastructuur is het lastig. Evenals de verwevenheid van infrastructuur met wonen, recreatie en groen etc. Dit levert ook weinig op. c. -
Wat is de meerwaarde van PPS (public-private comparator)?
9.
Bedrijfsvoering
Inventarisatie verkenningen weginfrastructuur Juni 2010 a. Hoeveel fte zet RWS in (van RD, van LD’en)? Nihil. b. Hoe is deze inzet gefinancierd (BOA, eigen middelen RWS)? Eigen middelen. c. Is deze inzet voldoende of wordt een knelpunt ervaren? Voldoende, het is dan ook eigenlijk geen echt project voor RWS (RWS kijkt alleen mee). d. Worden er opdrachten uitbesteed of worden er externen ingehuurd? Wie betaalt? Nee.
FACTSHEET: A10 Noord (#18) Inventarisatie Verkenningen RWS Contactpersoon: Marcel van der Wal, RWS NH Status: Niet in MIRT-projectenboek 2010 1. Betrokkenen en verantwoordelijkheden a. Projectmanager/leider: RWS NH (Marcel van der Wal) b. Rol van RWS: Brede kennis (netwerk, areaal, omgeving, markt, technisch, systems engineering), netwerkbelang behartigen, aansturen van uibestede verkenning en relaties met DGMO/regionale overheden. c. Belangrijke deelnemers in de projectorganisatie (bestuurskernen, DGMO, andere overheden?) Scope, opdrachtgever, eindproduct: DGMo/SDG/RWS-NH. Begeleiding verkenning: RWS-NH, provincie NH, Amsterdam ‘centraal’, stadsdelen noord en Zeeburg, stadsregio Amsterdam, gemeenten Oostzaan en Landsmeer. Bestuurlijke afstemming: Metropool Regio Amsterdam
2. Projectstatus a. Startbeslissing genomen? December 2007, in opdrachtbrief SDG aan RWS-NH. b. Verdere beslissingen/convenanten/brieven/besluiten BO’s? Bestuurlijk overleg najaar 2008: Project wordt niet naar planstudie gepromoveerd, ondanks dat de problematiek op (middel)lange termijn wordt erkend (bevestigd in brief DGMo). In BO najaar 2010 nogmaals bevestigd.
3. Projecthistorie a. Aanleiding (alleen infra of bredere RO-doelen) Aanleiding is uitsluitend gelegen in de slechte - toekomstige - doorstroming op de A10 Noord en de negatieve gevolgen daarvan voor het regionale wegennetwerk als geheel. b. Welke periode is voorzien na afsluiting van de verkenningen t/m de oplevering (jaartallen) N.v.t., niet naar planstudiegepromoveerd
4. Belangen a. Wie van de (hierboven beschreven) betrokkenen wil wat? Brede consensus dat capaciteitsuitbreiding op de A10 Noord gewenst is, inclusief noodzaak van een tweede Zeeburgertunnel. b. Wat zijn de belangen van externe partijen Goede regionale bereikbaarheid. Verder: gemeente Amsterdam heeft een forse (woning)bouwopgave, ook nabij de A10 Noord. De vormgeving van de weguitbreiding moet zo min mogelijk verstorend werken op de ruimtelijke plannen.
5. Scope a. Hoe is het plangebied gedefinieerd? Het onderzoeksgebied betreft de A10 Noord, inclusief de knooppunten Coenplein en Watergraafsmeer en alle tussenliggende aansluitingen;het studiegebied is ruimer (netwerk A10 Noord).
Inventarisatie verkenningen weginfrastructuur Juni 2010 b. Wat zijn de problemen die spelen/aangepakt worden? A10 Noord is een cruciale schakel in wegennet van Amsterdam. Het is tevens de zwakste schakel ivm congestie en overschrijding reistijdennorm. c. Mogelijke oplossingen: 1. benutten; 2. verbreden (2 x 4 rijstroken); 3. wisselstrook (2 x 3 + 2 rijstroken); 4. ontvlechten ofwel parallelstructuur (4 x 2 rijstroken); 5. openbaar vervoer intensiveren d. Integratie functies; meer dan een infrastructuurproject (wonen, werken, RO, infra, recreatie, klimaat, water): Het is sec een infrastructuurproject. e. Is er sprake van: a) gebiedsontwikkeling; b) gebiedsgericht werken of c) infrastructuur (sectoraal/multimodaal)? Infrastructuur f. Uit welk budget moet de oplossing worden betaald (orde grootte, hoeveel nullen)? Infrafonds, eventueel regionale bijdrage (NB dit is hypothetisch want project is stopgezet) g. Wat zijn de geraamde kosten (orde grootte, hoeveel nullen)? Ca. 500 miljoen euro
6. Beoogde planning a. Wanneer welk product geleverd? Verkenning eind 2008 afgerond en aan DGMo aangeboden. b. Wanneer beslissingen voorzien? Eind 2008 is besloten de verkenning niet naar de planstudiefase te promoveren. Wel is de A10 Noord als knelpunt erkend, maar lage prioriteit c. Wat zijn mogelijke risico’s voor het planningsproces? N.v.t.
7. Risico’s en kwaliteit a. Hoe is kwaliteitsborging vormgegeven? Specificaties opgesteld bij de offerte-uitvraag, interne toets door deskundigen (RWS-NH en de –toen nog- Bouwdienst) b. Wordt er een vorm van risicomanagement toegepast? Nee c. Is een Gate Review uitgevoerd bij startbeslissing? Nee, toen nog geen issue d. Is een Gate Review voorzien bij overgang verkenning-planstudie? Nee, geen promotie naar planstudie
8. Markt a. Marktscan/marktconsultatie/marktverkenning gedaan? Ja, marktscan is uitgevoerd b.
Mogelijkheden voor PPS (ideeën):
Inventarisatie verkenningen weginfrastructuur Juni 2010 Vervlechten van tracé en aanbestedingsprocedure; Creëren van win-win situaties door bijvoorbeeld inzetten op tegelijkertijd verbeteren doorstroming stedelijk, provinciaal en rijkswegennet; Mogelijkheden onderzoeken voor geïntegreerd inkopen, DBFM contract c. Wat is de meerwaarde van PPS (public-private comparator)? Is niet onderzocht
9. Bedrijfsvoering a. Hoeveel fte zet RWS in (van RD, van LD’en)? ca 2,5 fte b. Hoe is deze inzet gefinancierd (BOA, eigen middelen RWS)? BOA c. Is deze inzet voldoende of wordt een knelpunt ervaren? Voldoende voor een relatief eenvoudige verkenning van het type A10 Noord d. Worden er opdrachten uitbesteed of worden er externen ingehuurd? Wie betaalt? Het project is integraal uitbesteed aan Witteveen+Bos. Er zijn geen externen ingehuurd.
FACTSHEET: A58-N65 Bergen op Zoom-Tilburg-den Bosch (#19) Inventarisatie Verkenningen RWS Contactpersoon: Bart Stuyven, RWS NB Status: Voorbereiding startbesluit 1. Betrokkenen en verantwoordelijkheden a. Projectmanager/leider: DGMo b. Rol van RWS: Expertise: kennis netwerk, omgevingskennis, kennis areaal, technische kennis. Echter, rol van RWS voornamelijk ondersteunend (mean & lean). c. Belangrijke deelnemers in de projectorganisatie (bestuurskernen, DGMO, andere overheden?) DGMo, RWS NB, Provincie NB (tevens spreekbuis voor regio), gemeente Vught, gemeenten Brabantstad
2. Projectstatus a. Startbeslissing genomen? Moet nog starten, BO mei 2010. b. Verdere beslissingen/convenanten/brieven/besluiten BO’s? BO 2008, MIT verkenning naar knelpunten gestart. BO najaar 2009, verkenning stilgelegd, wegens gebrek aan prioriteit binnen RWS.
3. Projecthistorie a. Aanleiding (alleen infra of bredere RO-doelen) Knelpunten op de A58, landelijke prioriteit. Op de N65 met name een veiligheidsprobleem, voornamelijk regionale prioriteit. De verknoping is voornamelijk politiek-bestuurlijk van aard. Praktisch gesproken is er sprake van twee subprojecten. b. Welke periode is voorzien na afsluiting van de verkenningen t/m de oplevering (jaartallen) Vooralsnog niet te bepalen.
4. Belangen a. Wie van de (hierboven beschreven) betrokkenen wil wat? Allen: doorstroming verbeteren. Voor de gemeente Vught isl de veiligheid op de N65 prioriteit. b. Wat zijn de belangen van externe partijen Nog geen inmenging externe partijen, zoals bijv. KvK en milieufederatie. Deze zijn wel goed op de hoogte. Communicatie en samenwerking verloopt goed.
5. Scope a. Hoe is het plangebied gedefinieerd? A58: Primair op de weg gericht, Bergen op Zoom-Eindhoven. N65: Enigszins meer gebiedsgericht. b. Wat zijn de problemen die spelen/aangepakt worden? A58: Doorstroming rondom knelpunten. N65: Veiligheid. c. Mogelijke oplossingen: A58: Inzoomen op knelpunten bij steden. N65: Verbreding, tunnelbakken, RO-maatregelen
Inventarisatie verkenningen weginfrastructuur Juni 2010
d. Integratie functies; meer dan een infrastructuurproject (wonen, werken, RO, infra, recreatie, klimaat, water): Toch voornamelijk infrastructuur. e. Is er sprake van: a) gebiedsontwikkeling; b) gebiedsgericht werken of c) infrastructuur (sectoraal/multimodaal)? Zwaartepunt ligt toch voornamelijk op sectorale infrastructurele aanpak (ook veroorzaakt door achtergrond van MIT-verkenning 2008). N65 is wel iets meer integraal waarschijnlijk. f. -
Uit welk budget moet de oplossing worden betaald (orde grootte, hoeveel nullen)?
g. -
Wat zijn de geraamde kosten (orde grootte, hoeveel nullen)?
6. Beoogde planning a. Wanneer welk product geleverd? Mei 2010, start verkenning volgens Elverding, 2 jaar. b. Wanneer beslissingen voorzien? Hoogstwaarschijnlijk een positief startbesluit in mei. c. Wat zijn mogelijke risico’s voor het planningsproces? Huidige politieke situatie (verkiezingen en heroverwegingen, alhoewel deze verkenning niet genoemd wordt)
7. Risico’s en kwaliteit a. Hoe is kwaliteitsborging vormgegeven? In de verkenning en voorbereiding daarvan zijn de stappen voor sneller en beter nog niet zo strak uitgewerkt als in bijvoorbeeld een planstudie. Een handreiking is wel in de maak. b. Wordt er een vorm van risicomanagement toegepast? Er wordt gestuurd op de planning van het BO-MIRT. Nog niet zo intensief. c. Is een Gate Review uitgevoerd bij startbeslissing? Ja, is voorzien. d. Is een Gate Review voorzien bij overgang verkenning-planstudie? Ja, zal zeker komen.
8. Markt a. Marktscan/marktconsultatie/marktverkenning gedaan? Nog niet echt gedaan, nog geen inzichten. b. Mogelijkheden voor PPS (ideeën): Er bestaan zeker mogelijkheden. In Brabant heeft men positieve ervaringen met PPS. Actieve participatie en co-financiering in infrastructuur door de markt zijn zeer gebruikelijk. c. Wat is de meerwaarde van PPS (public-private comparator)? Moeilijk om nu al vast te stellen, alle is nog te prematuur.
9.
Bedrijfsvoering
Inventarisatie verkenningen weginfrastructuur Juni 2010 a. Hoeveel fte zet RWS in (van RD, van LD’en)? RWS NB: A58-N65 icm. A67: 1,5 fte. Verspreid over ca. 10 man tot aan de startbeslissing. Wat daarna gaat gebeuren moet nog kortgesloten worden met DGMo. b. Hoe is deze inzet gefinancierd (BOA, eigen middelen RWS)? BOA c. Is deze inzet voldoende of wordt een knelpunt ervaren? Krap d. Worden er opdrachten uitbesteed of worden er externen ingehuurd? Wie betaalt? Niet door RWS. Wel door DGMo, ingenieursbureau voor projectleding.
FACTSHEET: A67 Eindhoven-Venlo (#20) Inventarisatie Verkenningen RWS Contactpersoon: Bart Stuyven, RWS NB Status: Voorbereiding startbesluit (loopt op met A58-N65) 1. Betrokkenen en verantwoordelijkheden a. Projectmanager/leider: DGMo b. Rol van RWS: Expertise: kennis netwerk, omgevingskennis, kennis areaal, technische kennis. Echter, rol van RWS voornamelijk ondersteunend (mean & lean). c. Belangrijke deelnemers in de projectorganisatie (bestuurskernen, DGMO, andere overheden?) DGMo, RWS NB, Provincie NB en limburg, Stadsregio Eindhoven
2. Projectstatus a. Startbeslissing genomen? Moet nog starten, BO mei 2010. b. Verdere beslissingen/convenanten/brieven/besluiten BO’s? In het verleden hebben er kleinschalige maatregelen plaatsgevonden (bijv verzorgingsplaatsen, weghavens, kunstwerken).
3. Projecthistorie a. Aanleiding (alleen infra of bredere RO-doelen) Voor vrachtvervoer is dit het drukste traject van Nederland. Aanleiding is de doorstroming en capaciteit van de weg. b. Welke periode is voorzien na afsluiting van de verkenningen t/m de oplevering (jaartallen) Vooralsnog niet te bepalen.
4. Belangen a. Wie van de (hierboven beschreven) betrokkenen wil wat? Consensus dat er doorstromings en capaciteitsmaatregelen plaats moeten vinden. b. Wat zijn de belangen van externe partijen De minister zelf (ivm A74).
5. Scope a. Hoe is het plangebied gedefinieerd? Eindhoven-Venlo. Daartussen ligt een kwetsbaar natuurgebied waarmee nadrukkelijk rekening wordt gehouden. b. Wat zijn de problemen die spelen/aangepakt worden? Doorstroming. c. Mogelijke oplossingen: Doorstromingsmaatregelen, capaciteitsuitbreiding, vooral rond aansluitingen en kunstwerken.
Inventarisatie verkenningen weginfrastructuur Juni 2010 d. Integratie functies; meer dan een infrastructuurproject (wonen, werken, RO, infra, recreatie, klimaat, water): Infrastructuur, natuur/landschap en economie e. Is er sprake van: a) gebiedsontwikkeling; b) gebiedsgericht werken of c) infrastructuur (sectoraal/multimodaal)? Zwaartepunt ligt op weginfrastructuur, maar het bevat ook zeker gebiedsgerichte elementen f. -
Uit welk budget moet de oplossing worden betaald (orde grootte, hoeveel nullen)?
g. -
Wat zijn de geraamde kosten (orde grootte, hoeveel nullen)?
6. Beoogde planning a. Wanneer welk product geleverd? Mei 2010, start verkenning volgens Elverding, 2 jaar. b. Wanneer beslissingen voorzien? Hoogstwaarschijnlijk een positief startbesluit in mei. c. Wat zijn mogelijke risico’s voor het planningsproces? Huidige politieke situatie, het zicht op geld en Natura2000 en stikstofproblematiek.
7. Risico’s en kwaliteit a. Hoe is kwaliteitsborging vormgegeven? In de verkenning en voorbereiding daarvan zijn de stappen voor sneller en beter nog niet zo strak uitgewerkt als in bijvoorbeeld een planstudie. Een handreiking is wel in de maak. b. Wordt er een vorm van risicomanagement toegepast? Er wordt gestuurd op de planning van het BO-MIRT. Nog niet zo intensief. c. Is een Gate Review uitgevoerd bij startbeslissing? Zal gaan gebeuren d. Is een Gate Review voorzien bij overgang verkenning-planstudie? Zal gaan gebeuren.
8. Markt a. Marktscan/marktconsultatie/marktverkenning gedaan? Nog niet echt gedaan, nog geen inzichten. b. Mogelijkheden voor PPS (ideeën): Er bestaan zeker mogelijkheden. In Brabant heeft men positieve ervaringen met PPS. Actieve participatie en co-financiering in infrastructuur door de markt zijn zeer gebruikelijk en mag in dit project voorzien worden, gezien het grote aandeel goederenvervo c. Wat is de meerwaarde van PPS (public-private comparator)? Moeilijk om nu al vast te stellen, alle is nog te prematuur.
9. Bedrijfsvoering a. Hoeveel fte zet RWS in (van RD, van LD’en)? RWS NB: A58-N65 icm. A67: 1,5 fte. RWS Limburg: 1 fte, is in verhouding meer capaciteit.
Inventarisatie verkenningen weginfrastructuur Juni 2010
b. Hoe is deze inzet gefinancierd (BOA, eigen middelen RWS)? BOA c. Is deze inzet voldoende of wordt een knelpunt ervaren? Krap, maar sluit aan bij afspraken met DGMo (mean and lean). d. Worden er opdrachten uitbesteed of worden er externen ingehuurd? Wie betaalt? Niet door RWS. Wel door DGMo, ingenieursbureau Arcadis, voor projectleding.
FACTSHEET: A73 Ewijk-Rijkevoort (#21) Inventarisatie Verkenningen RWS Contactpersoon: Loek van Schie (en Peter Hermsen), RWS ON Status: Potentiele verkenning (onder de baseline) 1. Betrokkenen en verantwoordelijkheden a. Projectmanager/leider: Staat nog ter discussie, wellicht RWS b. Rol van RWS: Mogelijkheden: Kennis netwerk, kennis areaal, kennis verkeer en uitvoering kostenraming c. Belangrijke deelnemers in de projectorganisatie (bestuurskernen, DGMO, andere overheden?) Stadsregio Arnhem-Nijmegen. Gemeenten Beuningen en Nijmegen trekken het hardst
2. Projectstatus a. Startbeslissing genomen? Nog niet. b. Verdere beslissingen/convenanten/brieven/besluiten BO’s? Hopelijke zsm een startbesluit (BO MIRT najaar 2010)
3. Projecthistorie a. Aanleiding (alleen infra of bredere RO-doelen) Het project is ingegeven door infrastructuur. RO lijkt er nu niet in te zitten. b. Welke periode is voorzien na afsluiting van de verkenningen t/m de oplevering (jaartallen) Niet voor 2020
4. Belangen a. Wie van de (hierboven beschreven) betrokkenen wil wat? Nijmegen en Beuningen willen knoppunt Neerbosch uitbreiden b. -
Wat zijn de belangen van externe partijen
5. a. -
Scope Hoe is het plangebied gedefinieerd?
b. Wat zijn de problemen die spelen/aangepakt worden? Verkeersprobleem bij knooppunt Neerbosch. Al is de reistijd eigenlijk niet zo'n groot probleem. c. Mogelijke oplossingen: Verbreding naar 2x3 en knooppunt Neerbosch verbeteren. d. Integratie functies; meer dan een infrastructuurproject (wonen, werken, RO, infra, recreatie, klimaat, water): Weinig RO vooralsnog.
Inventarisatie verkenningen weginfrastructuur Juni 2010 e. Is er sprake van: a) gebiedsontwikkeling; b) gebiedsgericht werken of c) infrastructuur (sectoraal/multimodaal)? Infrastructuur f. Uit welk budget moet de oplossing worden betaald (orde grootte, hoeveel nullen)? Veel onduidelijkheid nog. Waarschijnlijk niet alleen het rijk, want dat zie je bijna niet meer. g. Wat zijn de geraamde kosten (orde grootte, hoeveel nullen)? Nog niet gezien door RWS.
6. Beoogde planning a. Wanneer welk product geleverd? Er zal ten eerste een startbesluit (volgens Sneller en Beter) genomen moeten worden. b. Wanneer beslissingen voorzien? Startbesluit in najaar 2010, of begin 2011 c. Wat zijn mogelijke risico’s voor het planningsproces? Heroverwegingen.
7. Risico’s en kwaliteit a. Hoe is kwaliteitsborging vormgegeven? Afhankelijk van de rol van RWS. RWS zou zwaarder inzetten op Sneller en Beter. Keuzes vastleggen komt ook ten goede van de kwaliteit. b. -
Wordt er een vorm van risicomanagement toegepast?
c. Is een Gate Review uitgevoerd bij startbeslissing? Een goede startbeslissing is eigenlijk bijna een gate review. d. Is een Gate Review voorzien bij overgang verkenning-planstudie? Tzt.
8. Markt a. Marktscan/marktconsultatie/marktverkenning gedaan? Zal uitgevoerd gaan worden, want dit is een MIRT-project b. Mogelijkheden voor PPS (ideeën): Nog onduidelijk. c. Wat is de meerwaarde van PPS (public-private comparator)? Nog onduidelijk. Is ook afhankelijk van de prijs. Maar aangezien die waarschijnlijk boven de 60 miljoen euro zal liggen, zal er meerwaarde zijn.
9. Bedrijfsvoering a. Hoeveel fte zet RWS in (van RD, van LD’en)? Afhankelijk van wie de verkenning uit gaat voeren. b. Hoe is deze inzet gefinancierd (BOA, eigen middelen RWS)? Verkenning door andere partij: BOA. Verkenning door RWS zelf: fte's zullen worden toegewezen. c.
Is deze inzet voldoende of wordt een knelpunt ervaren?
Inventarisatie verkenningen weginfrastructuur Juni 2010 d. Worden er opdrachten uitbesteed of worden er externen ingehuurd? Wie betaalt? Ongetwijfeld. Er is onvoldoende fte beschikbaar en zelf alles doen is niet meer van deze tijd.