6 5
-
fcatiereeks
Grondstoffen*
Nr 1997/1.2^
«V %
*
•
•
Inventarisatie van Grondstöffenbanken in Nederland
B
I
D
O
C
(bibliotheek en documentatie) Dienst Weg- en Waterbouwkunde Van der Burghweg 1 Postbus 5044, 2600 GA DELFT Tel. 015-2699363/364
Ministerie van Verkeer en Waterstaat Directoraat-Generaal- Rijkswaterstaat
126
Dienst Weg- en Waterbouwkunde
s- (2,6
2. Serie nr. Publicatiereeks Grondstoffen 1997/12
1.
Rapport nr. W-DWW-97-051
4.
Titel en sub-titel Inventarisatie van grondstoffenbanken in Nederland
3. Ontvanger catalogus nummer
5.
Datum rapport mei 1997
6.
Code uitvoerende organisatie Nr. rapport uitvoerende organisatie
7.
Schrijvers A.B.M. Stax (Heidemij Advies b.v.) S, Seinen (IWACO b.v.) T.H.M. Bucx (DWW/IG)
8.
9.
Naam en adres opdrachtnemer Heidemij Advies b.v. Postbus 1018 5200 BA Den Bosch
10. Projectnaam GRONDBANK 11. Verplichtingennummer 62000245
12. Naam en adres opdrachtgever
13..Type rapport
Directoraat Generaal Rijkswaterstaat Dienst Weg- en Waterbouwkunde Postbus 5044 . 2600 GA DELFT
Inventarisatie 14. Code andere opdrachtgever
15. Opmerkingen Contactpersoon bij opdrachtgever: T.H.M. Bucx 16. Referaat In het kader van het DROP-programma is een inventarisatie uitgevoerd met als doel het verkrijgen van een overzicht van de huidige situatie en ontwikkelingen op het gebied van grondstoffenbanken binnen en buiten Rijkswaterstaat. Dit overzicht wordt aan de hand van met name interviewresultaten weergegeven. Daarnaast komen de belangrijkste factoren in het functioneren van grondstoffenbanken aan de orde. Tot slot wordt ingegaan op voordelen, nadelen en knelpunten bij de inzet van grondstoffenbanken als instrument voor uitvoering van het grondstoffenbeleid.
17. Trefwoorden:
18. Distributie Systeem Dienst Weg- en Waterbouwkunde Tel: 015-2699285
Grondstoffenbank, grondbank, inventarisatie, marktfactoren
19. Acceptatie:
20. Classificatie
21. Aantal blz.
22. Prijs
31 + 27 (bijlagen) Afdelingshoofd IG:
ir. P.M.C.B.M. Cools
Onderzoekscoördinator:
ir. J.T. van der Zwan
Projectleider:
drs. T.H.M. Bucx
B
I
D
O
C
(bibliotheek en documentatie) 'Dienst Weg- en Waterbouwkunde Van der Burghweg 1 Postbus 5044, 2600 GA DELFT Tel. 0 1 5 - 2 6 99 3 6 3 / 3 6 4
1 3 OKT. 1997
f 10,00
INHOUD
SAMENVATTING
4
1
7 7 8 8 8
INLEIDING 1.1 Achtergronden 1.2 Doelstelling 1.3 Afbakening 1.4 Opbouw rapport
2 AANPAK 2.1 2.2
3
Inleiding Informatieverzameling 2.2.1 Literatuur 2.2.2 Interviews
9 10 10 10
RESULTATEN
11
3.1
11 11 13 14 14 19 22 24 24 25 25
3.2
3.3
4
9
Stand van zaken binnen Rijkswaterstaat 3.1.1 Verkorte resultaten van de enquête 3.1.2 Analyse van Rijkswaterstaat intern Stand van zaken buiten Rijkswaterstaat 3.2.1 Verkorte resultaten van de enquête 3.2.2 Analyse van Rijkswaterstaat extern Belangrijkste factoren in het functioneren van grondstoffenbanken 3.3.1 Grondstoffenbeleid, wet- en regelgeving 3.3.2 Prijs/kwaliteit van grondstoffen 3.3.3 Omzet van grondstoffenbanken 3.3.4 Actoren bij grondstoffenstromen
GRONDSTOFFENBANKEN ALS INSTRUMENT VOOR HET GRONDSTOFFENBELEID
27
4.1
Voordelen, nadelen en knelpunten
27
4.2
Toekomstige mogelijkheden van grondstoffenbanken
29
5
CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN
32
6
LITERATUUR
34
Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3
Overzichtstabel Rijkswaterstaat intern Overzichtstabel huidige grondstoffenbanken buiten Rijkswaterstaat Omvang van de stromen secundaire grondstoffen en gebruik door RWS
-3 -
35 43 61
SAMENVATTING
Inleiding In het kader van het verbeteren van de afstemming van grondstoffenstromen heeft een inventariserend onderzoek plaatsgevonden naar de huidige situatie, ontwikkelingen en bruikbaarheid van grondstoffenbanken, zowel binnen als buiten Rijkswaterstaat. Hierbij is onderscheid gemaakt in verschillende typen grondstoffenbanken: een informatiepunt over grondstoffen, een databank met vraag- en aanbodgegevens van grondstoffen en een 'fysieke' bank waar grondstoffen tijdelijk zijn opgeslagen in een depot. Gezien de aard van het project, is gebruik gemaakt van reeds beschikbare kennis en informatie. Door middel van telefonische interviews is de informatie gecontroleerd en zonodig geactualiseerd en aangevuld. Het accent is daarbij gelegd op secundaire grondstoffen. Dit rapport beoogt daarom niet een volledig overzicht te geven maar een eerste verkenning en mogelijke aanzet voor een vervolgfase. Bestaande situatie binnen Rijkswaterstaat Binnen RWS is behoefte aan informatie-uitwisseling over benodigde en vrijkomende grondstoffen bij RWS-werken. Bovendien is er behoefte aan een betere afstemming van grondstoffenstromen aangezien momenteel bij diverse regionale directies initiatieven hiertoe plaatsvinden (bijv. in het Zandmaas-project). Aangezien binnen Rijkswaterstaat beperkt gebruik wordt gemaakt van grondstoffenbanken als mogelijke oplossing voor deze behoefte ligt het voor de hand om te bezien in hoeverre (meer) gebruik kan worden gemaakt van de huidige operationele banken en of oprichting van grondstoffenbanken binnen RWS tot de mogelijkheden behoort. Op welk schaalniveau de afstemming het beste kan plaatsvinden zal nader onderzocht moeten worden. Daarbij moet er rekening mee worden gehouden dat ten aanzien van landelijke of boven-regionale afstemming binnen RWS de meningen bij de regionale directies uiteenlopen. Bij oprichting van grondstoffenbanken binnen RWS valt gezien de huidige behoefte in eerste instantie te denken aan een informatiepunt en databank om vraag en aanbod van grondstoffen te koppelen. Dit betekent dat geruime tijd voorafgaand aan de aanbesteding en uitvoering van een werk de databank moet beschikken over gegevens over grondstoffenstromen. Er is daarom behoefte aan een informatiestructuur waarbinnen deze gegevensverzameling kan plaatsvinden. Bestaande situatie buiten Rijkswaterstaat Het merendeel van de huidige grondstoffenbanken in Nederland richt zich specifiek op (verontreinigde) grond (tabel 1). Deze 'grondbanken' zijn echter voornemens meer grondstoffen dan alleen grond te gaan verwerken. Daarbij kan de levering van veel grondstoffen in korte tijd een probleem zijn. Onderscheid is te maken in overheidsgrondstoffenbanken die primair gericht zijn op hergebruik, en particuliere grondstoffenbanken die primair gericht zijn op winst. De huidige (veelal 'fysieke') grondstoffenbanken lijken goed te functioneren ondanks de mogelijke knelpunten. De verwachtingen bij vrijwel alle geënquêteerde banken zijn positief ten aanzien van de hoeveelheden grondstoffen. In met name West-Nederland zijn veel grondstoffenbanken actief. In het midden en zuiden van het land is sprake van diverse initiatieven voor de oprichting van grondstoffenbanken zowel bij
-4 -
Tabel 1.
Overzicht huidige grondstoffenbanken soort beheerder
soort grondstoffenbank
LCHC-Noord (Leeuwarden)
semi-commercieel
fysiek
grond
40.000.
Van der Meulen/van der Wiel (Drac-
commercieel
fysiek
grond
70.000
databank
grond
75.000
fysiek
grond
60.000
2
130.000
Grondstoffenbank/regio
soort grondstoffen
hoeveelheden I opslagcapaciteit (ton in 1995) (ton)
Noord 170.000' 0
hten) Oost Grondbank Arnhem Grondbank regio Twente
I gemeente I regio
I
0
West Grondbank Den Haag
gemeente
fysiek
grond
100.000
34.0001
NV Grondbankcombinatie
provincie
fysiek
grond
100.0002
50.000
grond
4
0
LCHG Zuid-Holland
semi commercieel
fysiek
LCHG Midden Nederland
semi commercieel
fysiek
grond
55.0005
0
Grondbank Amsterdam
gemeente
fysiek
grond
250.000
175.000
Grondbank Rotterdam
gemeente
fysiek
grond
315.000
overige reststoffen
35.000
AVI-bodemas
400.000
puin uit Hoogovens
150.000
AVI-bodemas
400.000
puin uit Hoogovens
200.000
gepellet. slib
100.000
Feniks Recycling
Insulinde Recycling
commercieel
commercieel
fysiek
fysiek
150.000
O3
300.000
Zuid LCHG Zuid-Nederland6
semi-commercieel
fysiek
grond
445.000
Heijmans Milieutechniek
commercieel
fysiek
grond
250.000
200.000
Heros Aannemingsbedrijf
commercieel
fysiek
grond
120.000
200.000
AVI-bodemas
100.000
staalslakken
30.000
AVL-Sturing
provincie
fysiek
grond
250.000
23.500
Grondbank Zeeland
commercieel
fysiek
grond
20.000
100.000
grond
2.300.000
overig
1.415.000
totaal
3.715.000
TOTAAL
1: 2: 3: 4:
opgave in m3 is omgerekend naar ton op basis van 1 m3 = 1,7 ton schatting voor 1996 geen eigen opslagcapaciteit streven voor 1997 (gemiddelde van opgegeven hoeveelheden)
5: 6:
hoeveelheid in 1996 (bron: SCG) synoniem voor LCHG Noord-Brabant (gericht op Zeeland, Noord-Brabant, Limburg)
- 5-
1.382.500
de overheid als bij commerciële organisaties. Het zou een goede zaak zijn als deze verschillende initiatieven zo goed mogelijk op elkaar worden afstemd om zo tot een efficiënter en effectiever resultaat te komen. Daarbij zal voor zover noodzakelijk nader onderzocht moeten worden welk type grondstoffenbank en welk schaalniveau het meest wenselijk is. Marktfactoren en actoren De belangrijkste marktfactoren voor het functioneren van grondstoffenbanken zijn grondstoffenbeleid, wet- en regelgeving, prijs/kwaliteit van grondstoffen en omzet van grondstoffenbanken. Daarvan is grondstoffenbeleid, wet- en regelgeving het meest bepalend. De factoren zijn deels regionaal verschillend waardoor ook de grondstoffenmarkt regionaal verschillend is. Door de relatief hoge transportkosten werken de huidige grondstoffenbanken vrijwel uitsluitend op regionaal niveau (<70 km). Het blijkt dat momenteel de overheid met behulp van overheidsgrondstoffenbanken voor een aanzienlijk deel bijdraagt aan de uitvoering van het grondstoffenbeleid. Het is daarom van belang om initiatieven voor (nieuwe) overheidsgrondstoffenbanken die dreigen te 'stranden' door een onrendabel kostenplaatje voldoende te ondersteunen met specifieke beleidsmaatregelen. Daarbij moet er rekening mee worden gehouden dat een fysieke grondstoffenbank pas rendabel is als er gedurende een periode van 5-10 jaar minimaal 100.000 ton grondstoffen per jaar rond gaat. Een niet-fysieke grondstoffenbank zal ook bij relatief geringe hoeveelheden zinvol kunnen zijn. Een bijdrage aan een zo hoogwaardig mogelijk gebruik van grondstoffen zal alleen op aangeven van de opdrachtgever plaatsvinden. Momenteel is deze prikkel alleen op financiële gronden. Ontwikkelingen In met name west-Nederland worden grote investeringen gepleegd in de infrastructuur, w.o. grote RWS-werken. Daardoor zal de markt voor (secundaire) grondstoffen daar omvangrijk en actief zijn en is afstemming van groot belang om verschillende initiatieven zo goed en efficiënt mogelijk op elkaar af te stemmen. Met name in deze regio zijn veel grondstoffenbanken reeds actief. Specifiek voor de grote RWS-werken moet bezien worden in hoeverre deze grondstoffenbanken een rol kunnen spelen in de afstemming van grondstoffenstromen. Bruikbaarheid van grondstoffenbanken Grondstoffenbanken kunnen duidelijk bijdragen aan de uitvoering van het grondstoffenbeleid. De accenten liggen echter bij elk type grondstoffenbank anders, waardoor voor- en nadelen en mogelijke knelpunten verschillen. Het informatiepunt is met name gericht op kennisoverdracht, de databank stemt vraag en aanbod af 'op papier' én bij de fysieke bank gaat het vooral om de uitvoerende kant van het afstemmen van grondstoffenstromen. Bij de mogelijke inzet van een grondstoffenbank moet rekening worden gehouden met de bestaande situatie, ontwikkelingen, marktfactoren en het gewenste resultaat.
- 6-
1. INLEIDING 1.1
Achtergronden
In het kader van de beleidsontwikkeling voor een duurzame grondstoffenvoorziening vindt onderzoek plaats voor de ontwikkeling van instrumentarium gericht op afstemming van grondstoffenstromen. Het gaat hierbij om bijvoorbeeld onderzoek naar mogelijkheden om op regionaal niveau vraag en aanbod van grondstoffen bij uitvoering van werken beter op elkaar af te stemmen. Een belangrijk uitvoeringsinstrument daarbij kan een grondstoffenbank zijn. Hierbij is globaal onderscheid te maken in een informatiepunt over grondstoffen, een databank met vraag- en aanbodgegevens van grondstoffen en een 'fysieke' bank waar grondstoffen tijdelijk zijn opgeslagen in een depot. Onderhavige inventarisatie van grondstoffenbanken in Nederland is gefinancierd door Rijkswaterstaat/DWW en het Ministerie van VROM/DGM Directie Afvalstoffen in het kader van het DROP-programma.
Er is in Nederland een scala van secundaire materialen dat kan worden hergebruikt (zie bijlage 3). De afzet van verschillende materialen is reeds goed geregeld. Dit betreft met name: - Asfaltgranulaat zonder teer (in regeneratie-asfalt); - AVI-bodemas (vindt zijn weg via de tussenhandel naar grootschalige projecten van RWS); - Granulaten uit bouw- en sloopafval (via de huidige kanalen wordt 80-90% afgezet); - Fosforslakken (via de tussenhandel); - Restprodukten uit de Hoogovens (via de tussenhandel); - Staalslakken (via de tussenhandel); - Gereinigde grond (via de grondreinigers). Een gemeenschappelijke factor van een groot aantal van de bovenstaande materialen is het feit dat er een beperkt aantal bronnen is waar deze materialen vandaan komen. Sommige materialen hebben zelfs maar één bron. De aansluiting tussen vraag en aanbod van met name grond en teerhoudend asfaltgranulaat is nog niet volledig gerealiseerd in Nederland: - Grond komt in grote hoeveelheden, zeer diffuus en in verschillende kwaliteiten vrij in Nederland. Grondstoffenbanken zijn een middel om vraag en aanbod beter op elkaar af te stemmen. Daar hangt echter ook een prijskaartje aan vast, met name voor de aanbieders, niet voor de afnemers. - Teerhoudend asfaltgranulaat komt in kleinere hoeveelheden en diffuus vrij in Nederland. Dit materiaal kan als secundair materiaal alleen in wegfunderingen worden toegepast (minimaal 1000 ton aaneengesloten) en dan nog onder specifieke condities (zie bijlage H van de Uitvoeringsregeling Bouwstoffenbesluit). Een andere oplossing om dit materiaal volledig en milieuhygiënisch verantwoord toe te passen is nog niet gerealiseerd. Een initiatief daartoe wordt momenteel door enkele belanghebbenden uitgewerkt (o.m. teerbank provincie
-7-
Utrecht). 1.2
Doelstelling
Het onderzoek moet inzicht geven in: -
Overzicht van de huidige situatie en ontwikkelingen ten aanzien van grondstoffenbanken binnen Rijkswaterstaat; Overzicht van de huidige situatie en ontwikkelingen ten aanzien van grondstoffenbanken buiten Rijkswaterstaat; Bruikbaarheid van grondstoffenbanken als instrument ter bevordering van de afstemming van grondstofstromen en de daarmee samenhangende mogelijkheden, behoeften, voor- en nadelen en knelpunten. 1.3
Afbakening
Gezien de aard van het project, is gebruik gemaakt van reeds beschikbare kennis en informatie. Door middel van telefonische interviews met de regionale directies van Rijkswaterstaat en de grondstoffenbanken in Nederland is de informatie gecontroleerd en zonodig geactualiseerd en aangevuld. Het accent is daarbij gelegd op secundaire grondstoffen. Dit rapport beoogt daarom niet een volledig overzicht te geven maar een eerste verkenning en mogelijke aanzet voor een vervolgfase. 1.4
Opbouw rapport
Het rapport bestaat uit vijf hoofdstukken. In hoofdstuk twee is de aanpak van het onderzoek beschreven. Tevens wordt een onderverdeling in typen grondstoffenbanken aangegeven. Er is onderscheid gemaakt in activiteiten binnen Rijkswaterstaat en activiteiten van grondstoffenbanken buiten Rijkswaterstaat. Om inzicht te krijgen in de huidige activiteiten zijn interviews gehouden. De resultaten daarvan zijn in hoofdstuk drie beschreven. In hoofdstuk vier wordt ingegaan op de bruikbaarheid van grondstoffenbanken als instrument voor uitvoering van het grondstoffenbeleid. In hoofdstuk vijf staan de conclusies en aanbevelingen. De gebruikte literatuur is vermeld in de literatuurlijst. Het rapport bevat twee bijlagen met uitgebreide informatie over de huidige situatie binnen Rijkswaterstaat (bijlage 1) en over de huidige grondstoffenbanken buiten Rijkswaterstaat (bijlage 2).
- 8-
2. AANPAK 2.1
Inleiding
Om tot een zo volledig mogelijke inventarisatie van de grondstoffenbanken in Nederland te komen, is ten eerste een overzicht gemaakt van initiatieven en bestaande grondstoffenbanken. Onder grondstoffenbanken wordt verstaan: - Grondbanken: hier wordt alleen grond verhandeld; - Grond- en reststoffen ban ken: hier worden behalve grond ook materialen zoals betongranulaat, asfaltgranulaat enz. verhandeld. Globaal kan worden gesteld dat de grondstoffenbank zich richt op alle materialen die onder het Bouwstoffenbesluit vallen; - Niet-fysieke grondstoffenbank: hier zijn geen grondstoffen fysiek aanwezig. Er wordt een registratie bijgehouden van vrijkomende grondstoffen en van grondstoffen waar behoefte aan is. Door middel van de niet-fysieke grondstoffenbank (databank) worden de stromen op elkaar afgestemd. Bij het inventariseren is daarin geen onderscheid gemaakt. Alle banken zijn meegenomen, waaronder enkele '(tussen)handelaars'. Als in dit rapport wordt gesproken over grondstoffenbanken, dan worden alle bovengenoemde categorieën bedoeld. Een grondstoffenbank is een instantie die onder andere zorgt voor de afstemming van benodigde en vrijkomende (secundaire) grond(stoffen). Er wordt onderscheid gemaakt in drie typen grondstoffenbanken: - Informatiepunt: Dit is een centraal punt (per stad, regio of landelijk) waar een ieder informatie kan krijgen over het (her)gebruik van grondstoffen. Indien mogelijk worden vraag en aanbod aan elkaar gekoppeld (geen databank); - Databank: In dit geval worden vraag- en aanbodgegevens van grondstoffen verzameld en opgeslagen in een databank. Dit kan voor een regio (bijv. een dienst van Rijkswaterstaat) zijn of voor geheel Nederland; - Fysieke grondstoffenbank: Het gaat hierbij om het afhandelen van fysieke grondstoffenstromen. De grondstoffen kunnen al dan niet tijdelijk worden opgeslagen in een depot. Een databank zoals hierboven is omschreven, wordt bijgehouden. De informatie over de grondstoffenbanken is weergegeven in enkele tabellen. Hierbij wordt onderscheid gemaakt in activiteiten binnen en buiten Rijkswaterstaat: - Binnen Rijkswaterstaat betreft de activiteiten en initiatieven van de regionale directies van Rijkswaterstaat op het gebied van afstemming van grond- en reststoffen; - Buiten Rijkswaterstaat betreft de activiteiten en initiatieven ten aanzien van de (huidige) grondstoffenbanken. De regionale directies van Rijkswaterstaat en de ons bekende grond- en reststoffenbanken zijn hiervoor alle telefonisch geïnterviewd. Er wordt geschat dat daarmee meer dan 90% van de nu operationele grondstoffenbanken is geïnterviewd.
-9-
2.2
Informatieverzameling 2.2.1
Literatuur
Om een overzicht te krijgen van de bestaande grondstoffenbanken in Nederland is gebruik gemaakt van het rapport "Kwaliteitsverklaring grond", opgesteld door IWACO, KI WA en Gemeentewerken Rotterdam in opdracht van Stuurgroep Bodem en Water, juni 1996. Tevens is gebruik gemaakt van de interviewverslagen die gemaakt zijn voor het project "Verkenning van de markt voor schone grond en categorie 1 grond", uitgevoerd door Heidemij Advies, IWACO en Oranjewoud in opdracht van NOVEM BV in de periode van juli tot en met oktober 1996. Ook is gebruik gemaakt van het rapport "Voorbereiding gegevensbank Matflow" (Rijkswaterstaat, 1996). Ten aanzien van hoeveelheden is gebruik gemaakt van het rapport "Bepaling van de opnamecapaciteit van de wegenbouw voor secundaire materialen" (Oranjewoud, 1996) en van het Meerjarenprogramma Infrastructuur en Transport 1995 - 1999 en 1997 - 2 0 0 1 . 2.2.2
Interviews
De informatie uit de genoemde literatuur is gecontroleerd door middel van telefonische interviews. Tevens is hier ook nieuwe informatie uit naar voren gekomen. Daarmee is een zo actueel mogelijk beeld ontstaan. Interne interviews Voor de interviews met de regionale directies van Rijkswaterstaat zijn de contactpersonen telefonisch benaderd (zie bijlage 1). Externe interviews De ons bekende grond- en reststoffenbanken zijn telefonisch benaderd. De meeste grondstoffenbanken waren bereid om mee te werken aan het onderzoek en hebben de informatie (zie bijlage 2) meestal direct ter beschikking gesteld. Een aantal geïnterviewde aannemers geeft aan bezig te zijn met het oprichten van grondstoffenbanken. Om overwegingen van concurrentie wil men echter geen nadere informatie gepubliceerd zien. Om deze reden is geen informatie opgenomen in dit rapport van aannemers die nog geen daadwerkelijke grondstoffenbank hebben of die te kennen hebben gegeven hier geen informatie over gepubliceerd te willen hebben.
- 10-
3. RESULTATEN 3.1
Stand van zaken binnen Rijkswaterstaat 3.1.1
Verkorte resultaten van de enquête
De omschrijving van de stand van zaken binnen Rijkswaterstaat wordt weergegeven door per vraag van de enquête het verkregen totaalbeeld kort te schetsen. De nummers verwijzen naar de nummers van de vragen in bijlage 1. Voor de uitgebreidere informatie verwijzen we u derhalve naar bijlage 1. Een analyse van het totaalbeeld binnen Rijkswaterstaat is uitgewerkt in paragraaf 3.1.2. 1. Hoe worden momenteel secundaire grondstoffen voor werken verkregen? De grondstoffen worden deels uit eigen werken verkregen via een directielevering, of via bestekken door de aannemer. Hoe deze verdeling tussen beiden precies is, is niet bekend. 2. Welke secundaire grondstoffen worden met name toegepast? Met name funderingsmaterialen (asfaltgranulaat en slakken) worden veel toegepast. Nauwelijks wordt grond genoemd als secundaire grondstof. 3. Welke secundaire grondstoffen komen met name vrij? Het beeld van de vrijkomende grondstoffen is vrijwel gelijk aan het beeld van de toegepaste grondstoffen. 4. Hoe vindt momenteel afzet plaats van secundaire grondstoffen die vrijkomen uit werken? Afzet vindt indien mogelijk plaats door hergebruik binnen hetzelfde werk. Dat staat dan in het bestek omschreven. Hergebruik binnen hetzelfde werk is voor Rijkswaterstaat kostentechnisch het meest interessant. Hergebruik van beton- en asfaltgranulaat vindt plaatsvin de vorm van funderingsmateriaal of bijmengen met nieuw product (Definities en toepassingen van steenachtig bouwstoffen, CUR/CROW/NNI, 1992) 5. Vindt er samenwerking plaats met bestaande grondstoffenbanken? Bij diverse directies vindt samenwerking met grondstoffenbanken plaats: - Directie Limburg: voor de aanleg van de A30 vindt samenwerking met een grondstoffenbank (CHG) plaats. Ook bij het Zandmaaspróject wordt met een grondstoffenbank samengewerkt; - Directie Zuid-Holland gaat samenwerken met de Grond- en reststoffenbank Rotterdam met betrekking tot lichtverontreinigde grond; - Directie Noord-Brabant heeft grond afgenomen van SCG; - Directie Oost-Nederland heeft voor een specifiek project grond betrokken van CHG. Er is geen sprake van structurele samenwerking tussen Rijkswaterstaat en grondstoffenbanken. Hiervoor is een aantal argumenten genoemd: het is niet nodig aangezien hergebruik is geregeld via het bestek (werk met werk maken); het is moeilijk door regelgeving i.v.m.
- 11 -
vergunningen; er is geen grondstoffenbank in de regio. 6. Welke hoeveelheden grond- en reststoffen gaan in 1995/1996 rond bij uw dienst? Er wordt door de geënquêteerden verwezen naar de informatie die met behulp van Bestar wordt verkregen. In bijlage 3 is een opgave van 1995 weergegeven zonder de gegevens van de directies Zuid-Holland en Oost-Nederland. Daaruit blijkt dat vrijwel alle grondstoffen, behalve grond worden geregistreerd. Daarom sluit deze registratie slecht aan bij de opgaven van de grond(stoffen)banken. 7. Hoe vindt registratie plaats van grond- en reststoffenstromen? Registratie wordt meestal gedaan via de bestekken. Door de geënquêteerden wordt verwezen naar Bestar. Dit programma wordt nog niet overal gebruikt, maar dat is in de toekomst wel de bedoeling. Soms wordt helemaal niet geregistreerd. Opmerkelijk is dat slechts éénmaal wordt gezegd dat melding volgens de PMV (= het van kracht zijnde interimbeleid) plaatsvindt. 8. Vindt er afstemming plaats binnen uw dienst met betrekking tot benodigde en vrijkomende (secundaire) grondstoffen? Afstemming tussen vrijkomende en benodigde grondstoffen is niet structureel geregeld maar komt wel regelmatig voor. Een veelgenoemde vorm van afstemming is werk met werk. Verder geldt vrijwel zonder uitzondering dat zoveel mogelijk wordt gewerkt met een gesloten grondbalans. Als er geen gesloten grondbalans is, is afstemming buiten het project pas noodzakelijk. Soms vindt afstemming plaats per project of soms bemiddelt een materiaalkeuze-adviseur. In Noord-Holland is sinds twee jaar een coördinatiegroep, in Noord-Brabant vindt afstemming plaats via de afd. Nieuwe Werken en een 'materialen team'. Opgemerkt moet worden dat overtollige grond veelal via aannemers wordt afgevoerd als onderdeel van het bestek. Rijkswaterstaat hoeft dan niet meer af te stemmen. Afstemming boven projectniveau vindt plaats als: - Er twee werken op korte afstand van elkaar zijn gelegen en afstemming praktisch en civieltechnisch goed mogelijk is; - Opslag mogelijk is (soms buiten Rijkswaterstaat). Diverse initiatieven vinden plaats om afstemming van (secundaire) grondstoffenstromen te verbeteren: - Directie Zuid-Holland: een registratie-systeem voor grondstoffen wordt opgezet; - Directie Zeeland: afstemming via bestekken en dienstkringen; - Directie IJsselmeergebied: afstemming via 'domeinen'; - Directie Noord-Holland: afstemming zal plaatsvinden met de provincie; - Directie Limburg: binnen het Zandmaasproject wordt een grondstoffenbank opgezet, daarnaast zal overleg met een grondbank gaan plaatsvinden; - Directie Oost-Nederland: een informatie-systeem voor TAG wordt opgezet. 9. Verwacht u kostenbesparing als er landelijke of boven-regionale afstemming binnen Rijkswaterstaat plaats gaat vinden? De gedachten over de te bereiken voordelen lopen wat uiteen. Vaak wordt genoemd dat de
- 12 -
transport-afstanden beperkt dienen te zijn (< 70 km) omdat anders de kosten erg hoog worden. Opslag en vertraging dienen ook beperkt te zijn. Éénmaal worden mogelijk hogere kosten voor opslag genoemd. Ook wordt éénmaal genoemd dat de bestaande praktijk reeds goed functioneert. 10.
Verwacht u verbetering ten aanzien van afstemming en hergebruik van (zelf op te richten) grond- en reststoffenbanken? Uit de antwoorden blijkt dat er behoefte is aan informatie-uitwisseling over vrijkomende/benodigde grondstoffen (info-bank). Dat zal naar verwachting afstemming verbeteren. Bij directie Noord-Brabant vindt nu reeds opslag van bermgrond plaats. Verder wordt door directie IJsselmeergebied op termijn behoefte verwacht aan opslagcapaciteit van categorie 2 grondstoffen. Meningen lopen uiteen over het zelf oprichten: van niet zelf doen maar aan de markt overlaten (wel stimuleren) tot oprichten in de toekomst als de hoeveelheden groter zijn.
11.
Wat zijn de ontwikkelingen die men verwacht door het Bouwstoffenbesluit/IPO-beleid? Over het algemeen vindt men dat door het IPO-beleid meer secundaire bouwstoffen toegepast kunnen (en zullen) worden. Een minderheid vindt dat door het IPO-beleid strenge normen worden geïntroduceerd die hergebruik tegengehouden. Men is het er over het algemeen over eens dat er in ieder geval (meer) duidelijkheid wordt geboden.
12.
In welke fasen van het project zou eventueel rekening worden gehouden met. nabij gelegen grondstoffenbanken? Voornamelijk in de voorbereidingsfase, ontwerpfase en in de besteksfase zou men rekening houden met grondstoffenbanken. Soms wordt de uitvoeringsfase genoemd en éénmaal dat er behoefte is aan grondstoffenbanken bij calamiteiten. Behoefte aan informatie van een grondstoffenbank bestaat uit: - Logistieke aspecten: wanneer is hoeveel grond beschikbaar; - Kosten; - Civieltechnische kwaliteit van de grond; - Milieuhygiënische kwaliteit van de grond; - Garanties ten aanzien van de kwaliteit. Een grondstoffenbank kan dan zekerheden bieden ten aanzien van bovengenoemde zaken. Deze zekerheden zijn voor de voorbereiding van een project van groot belang. In de praktijk loopt toepassing van secundaire grond veelal mis door gebrek aan informatie over één of meerdere van bovengenoemde zaken. In het Zandmaasproject is een grondstoffenbank (c.q. afstemming van grondstoffenstromen) de basis van het project.
3.1.2
Analyse van Rijkswaterstaat intern
Uit de enquête valt af te leiden dat momenteel reeds (veel) secundaire grondstoffen worden toegepast door Rijkswaterstaat. Dit betreft met name de "traditionele" materialen die in
- 13 -
wegbouwkundige constructies worden toegepast (granulaten, regeneratie-asfalt, AVI-bodemas in grootschalige projecten). Categorie 1 of 2 grond wordt nauwelijks toegepast. De keuze voor de toepassing van secundaire grondstoffen wordt gemaakt op basis van pragmatische argumenten zoals welke materialen komen vrij, wat zijn de kosten, wat zijn de civiel-technische eigenschappen. Deze keuzes worden in de ontwerp-fase gemaakt en vervolgens in het bestek opgenomen. De aannemer zorgt er dan voor dat de materialen worden aangevoerd. In de fase van aanbesteding kan de aannemer met een alternatief komen waarin secundaire grondstoffen worden toegepast. Hier gaat Rijkswaterstaat mee accoord als de constructie technisch net zo goed is en als de kosten minimaal budgetneutraal zijn. De aannemer levert dan de materialen aan. Er is dus geen sprake van een vooringenomen standpunt ten aanzien van secundaire grondstoffen of de inzet van grondstoffenbanken. Afstemming van grondstoffenstromen binnen RWS is over het algemeen niet structureel geregeld maar komt regelmatig voor met name in de vorm van 'werk met werk maken'. Er vinden momenteel bij diverse regionale directies initiatieven plaats om afstemming van (secundaire) grondstoffenstromen te verbeteren. Ten aanzien van landelijke of boven-regionale afstemming binnen RWS lopen de meningen uiteen. De contacten tussen grondstoffenbanken en RWS zijn veelal op ad hoc basis voor een project; er is geen sprake van structurele samenwerking. Uit de enquête blijkt dat er bij de regionale directies met name behoefte is aan informatieuitwisseling over de benodigde en vrijkomende grondstoffen binnen Rijkswaterstaat. Men verwacht daardoor het volgende te kunnen bereiken: - Betere afstemming (ontwerp- en uitvoeringsfase); - Meer secundaire grondstoffen kunnen toepassen in een werk (ontwerpfase); - Stimuleren van marktwerking en afstemmen met bestaande grondbanken (ontwerpfase en aanbesteding).
3.2
Stand van zaken buiten Rijkswaterstaat 3.2.1
Verkorte resultaten van de enquête
De omschrijving van de bestaande grondstoffenbanken wordt weergegeven door per vraag van de enquête het beeld te schetsen. De uitgebreide resultaten van de enquête zijn opgenomen in bijlage 2. 1. Welke grond- en reststoffen worden verwerkt?
Ruim 90 % van de grondstoffen die door de grondbanken (zoals CHC) verwerkt worden bedraagt grond. Soms wordt er ook puin verwerkt die in de aangeboden grond zit. Bij deze grondbanken wordt voor overige grondstoffen soms wel bemiddeld. De overige bedrijven accepteren meestal alle grond- en reststoffen die onder het Bouwstoffenbesluit vallen. Branche-organisaties zoals BRBS, WAV en VBW-Asfalt bieden zelf
- 14-
geen grondstoffen aan en zijn daarom niet meegenomen in bijlage 1. 2. Welke hoeveelheden worden er jaarlijks verhandeld (beschreven naar de verschillende materialen)? In de periode 1995/1996 werd circa 3.7 miljoen ton grondstoffen via grondstoffenbanken verhandeld. Niet alle grondstoffenbanken beschikken over precieze informatie hierover. Er wordt niet verwacht dat er stromen dubbel geteld worden, omdat een grondstoffenbank volgens onze informatie zelden of nooit grond aan een andere grondbank verkoopt. Vrijwel alle grondstoffenbanken verhandelen een hoeveelheid van 100.000 ton per jaar of meer. 3. Welke regelingen zijn voor de grondstoffenbanken van toepassing? Voor alle grondstoffenbanken gelden dezelfde gebruikelijke regelingen: Inter-provinciaal beleid "Werken met secundaire grondstoffen", Bouwstoffenbesluit en Provinciale Milieu Verordening. In één enkel geval is gemeld dat rekening wordt gehouden met het opstellen van kwaliteitsverklaringen. 4/5. Wie zijn de belangrijkste aanbieders en afnemers van grond- en reststoffen? Het beeld van de belangrijkste aanbieders en afnemers is erg wisselend. Voor grondstoffenbanken die in handen zijn van een gemeente, is de grond van de eigen gemeente qua omvang het belangrijkste. Overige grondstromen worden alleen aangekocht voor incidentele (grotere) projecten. De gemeente is dus meestal aanbieder en afnemer. Voor particuliere grondstoffenbanken, denk aan het CHG, zijn er zeer diverse aanbieders: vele gemeenten en vele bedrijven. Ook de afzet is zeer divers. AVI-reststoffen worden afgenomen via tussenhandelaars van huisvuilverbrandingsinstallaties. 6. Wat is de opslagcapaciteit? Voor een deel van de jaaromzet is er voor de grondbanken opslagcapaciteit met de nodige voorzieningen aanwezig behalve als er gebruik gemaakt wordt van bijvoorbeeld een stortplaats of een werk (geluidwal) waarin de grond direct kan worden toegepast. Uit tabel 1 (blz. 18) valt af te leiden dat, globaal, van de grondstoffenbanken die hierin inzicht geven, voor circa 40% van de totale jaarlijkse capaciteit er opslagcapaciteit beschikbaar is. 7. Welke opslagvoorzieningen zijn aanwezig (c.q. in Wm-vergunning beschreven)? Alle opslagplaatsen hebben een Wm-vergunning en onderafdichting. Normaal gesproken zijn er bodembeschermende voorzieningen aanwezig op een opslagplaats om intreden van water in de bodem en uitloging van vervuiling te voorkomen. Uitzonderingen hierop zijn stortplaatsen en werken waarin grondstoffen definitief opgeslagen worden. Zie ook vraag 6. 8. Wat is de gemiddelde opslagtijd (doorlooptijd) van de grond- en reststoffen? De gemiddelde opslagtijd is volgens opgave circa twee maanden, voor zover op basis van
- 15 -
de steekproef hiervan een beeld te schetsen is. Dit loopt overigens sterk uiteen: van nagenoeg geen opslagtijd tot circa 6 maanden. Het beeld is gebaseerd op een voor de vuist weg inschatting van de geënquêteerde persoon. Voor overige bouwstoffen is de opslagtijd over het algemeen langer dan bij grond. De reden is niet bekend. 9. Is er altijd grond beschikbaar? (zo nee, in welke gevallen dan niet)
Grond is over het algemeen altijd beschikbaar, met uitzondering van grondbank Den Haag (hier wel veel zand) en AVL-sturing waar het aanbod door de vraag wordt gedekt (op termijn neemt aanbod hier toe). Gelet op de omzet per grondbank kan de beschikbaarheid op korte termijn van grote hoeveelheden (> 100.000 ton) een probleem zijn (inschatting Heidemij/IWACO). Voor andere grond- en reststoffen geldt dat door de geënquêteerden wordt aangegeven dat er altijd wel geleverd kan worden. Wel wordt in één geval aangeraden om enkele maanden voor afname te reserveren. 10/11/12. Wat zijn de kosten (prijzen) voor aanbieden/afzetten/opslag/administratie en keuring? Over het algemeen wordt door de aanbieder betaald voor het aanbieden van grond aan een grondstoffenbank. Hierbij worden vaste prijzen gehanteerd. Op basis van zaken zoals de omvang van een partij kan over de "vaste" prijs onderhandeld worden. Op basis van ondermeer aan- en verkooptarieven wordt ingeschat dat de kosten die noodzakelijk zijn voor de exploitatie van een grondstoffenbank met fysieke opslagcapaciteit tenminste ƒ 10,-/ ton bedragen. Een fysieke grondstoffenbank heeft meestal de volgende kostenposten: -
Terrein met bodembeschermende voorzieningen; Kantoor met bemensing en administratie; Aan- en verkoopactiviteiten (personeel); keuring van grondstoffen bij aan- en verkoop; Verplaatsen van grondstof (in depot zetten, uit depot halen); Verzekeringen, risico's; Eventueel bewerken van grondstoffen.
Dat houdt in dat voor het opzetten en exploiteren van een grondstoffenbank met depot (fysieke grondstoffenbank) aanzienlijke investeringen gedaan moeten worden. Zonder depot zullen de kosten aanzienlijk lager zijn. De kosten per ton zullen naar schatting dan hooguit enkele dubbeltjes per ton bedragen. 13.
Wat zijn de achtergronden voor het oprichten van de grondstoffenbank?
Bij grondstoffenbanken is onderscheid te maken in (semi)overheids-banken en commerciële banken. Overheids-grondstoffenbanken worden opgericht om de toepassing van de eigen grondstromen af te stemmen. Hierdoor wordt het hergebruik gestimuleerd en op kosten bespaard (bijv. minder stortkosten). Opslag van grond is daarbij vaak noodzakelijk. Vrijwel alle gemeenten beschikken over een "gemeentewerf" of een andersoortige voorziening
- 16-
om grond op te slaan. Als de omvang van de grondstromen groot genoeg was/is is het interessant om een echte (dwz 'rendabele') grondstoffenbank op te zetten. Er is dus wel een minimale omvang van de grondstroom vereist. Deze omvang kan per project anders zijn op grond van continuïteit van een project, kosten om anders te verwerken, kosten voor primaire grondstoffen etcetera. Aangezien slechts een aantal grotere gemeenten beschikt over een eigen grondstoffenbank, is dat blijkbaar beperkt interessant. Commerciële grondstoffenbanken worden opgericht om direct winst te maken of om de kosten voor opslag en transport met grond te kunnen drukken. - Het direct winst maken is mogelijk door partijen grond over te nemen en vervolgens elders voor een gunstig tarief af te kunnen zetten. Voor kleinere partijen grond is dit een veel gebruikte werkwijze. Per m3 grond worden dan relatief hoge tarieven gevraagd. - Aannemers verkrijgen via de werken meestal (kleine) partijen grond, of hebben juist grond nodig. Het in voorraad hebben van grond is dan gunstig. Meestal is de grond goedkoop verworven (vervallen aan de aannemer) en kan nu in een project (gecombineerd met andere partijen) worden toegepast. Uit de enquête is niet af te leiden of de ontwikkeling van overheidsgrondstoffenbanken en particuliere grondstoffenbanken tegelijk of volgtijdelijk is gebeurd. 14.
Heeft u een bedrijfsplan? Zo ja, kunnen wij daar een kopie van krijgen? Veel grondstoffenbanken hebben wel een bedrijfsplan, maar daarin is geen inzage gekregen. De doelstelling is meestal om een doelmatige toepassing van grond te bevorderen (overheidsgrondstoffenbanken) of om commerciële redenen. Semi-overheidsgrondbanken hebben meestal bok als doelstelling om een positief financieel resultaat te behalen. Qua organisatie valt men onder: - Overheidsorganisatie (gemeente, regio, provincie): 6 maal, - Semi-overheid (CHC): 6 maal (waarvan (L)CHG 5 maal), - Dochteronderneming van een bedrijf (aannemers): 5 maal.
15.
Is er een samenwerking met Rijkswaterstaat? De mate van samenwerking met RWS geeft landelijk gezien een wisselend beeld. In de meeste gevallen is minimaal sprake van contacten tussen grondstoffenbanken en RWS, maar tot nu toe heeft dit slechts in enkele gevallen geleid tot concrete samenwerking. De aanleg van de A30 en de A73 zijn de enige grote projecten die zijn genoemd. Ook de aanleg van de A15 in het verleden, werd vermeld. Enkele malen werd opgemerkt dat grondbanken te klein zijn om de vereiste hoeveelheden te leveren. In het Zandmaasproject zal in de nabije toekomst samenwerking met grondstoffenbanken gaan plaatsvinden.
16.
Is er een regionale of landelijke afstemming met andere grondstoffenbanken? Er is regelmatig contact met andere grondstoffenbanken. De inhoud van de contacten is ons niet duidelijk geworden. Wel valt op dat overleg wordt gevoerd met de grondstoffenbanken uit aanpalende regio's of gebieden. De grondstoffenbanken Amsterdam, Rotter-
- 17-
dam en SCG geven aan dat er 2 x per jaar contact is om ervaringen uit te wisselen. Er vindt wel afstemming plaats op het vlak van certificering van grond (gezamenlijk opstellen van BRL). In opdracht van de grondstoffenbank Rotterdam, A'dam en Zeeland wordt momenteel door een adviserend bureau een soort exploitatiemodel voor een grondbank ontwikkeld (Nationale bouw- en sloopcongres, 1997). 17.
Welke registratieformulieren en certificaten/kwaliteitsverklaringen gebruikt de grondstoffenbank? Hoe zit de interne controle in elkaar (inklaring, uitklaring)?
Alle grond die binnen komt bij een grondstoffenbank wordt onderzocht. Hiervoor gebruikt men verschillende methoden: eigen protocol, protocol schone grond of CHG-methode. Er wordt altijd gecontroleerd en meestal moet er een vooraanmelding gedaan worden. Opgemerkt moet worden dat het CHG inmiddels gebruik maakt van de protocollen van het Bouwstoffenbesluit en in de toekomst gebruik zal maken van de protocollen kwaliteitsverklaring grond waar een concept reeds van beschikbaar is (IWACO, KIWA, gem. Rotterdam, juni 1996). De grondstoffenbanken nemen vrijwel zonder uitzondering monsters (milieuhygiënisch onderzoek) van de grond die wordt aangekocht. Tevens wordt onderzoek gedaan op de grond die wordt verkocht. Daarmee wordt aan de afnemers een goede garantie geboden dat de grond aan de verwachte eisen voldoet. De grondstoffenbanken gebruiken deze zekerheid vaak als een verkoopargument voor de grond. Het toezicht op de grondstoffenbanken zelf loopt via de gebruikelijke Wm-vergunning. Dat betekent dat de provincie meestal de handhavende instantie is. 1 8 / 1 9 / 2 0 . Maakt de grondstoffenbank gebruik van CIS- en BIS-systemen? Zo ja, welke systemen worden gebruikt? Wat zijn de ervaringen met deze systemen?
Deze informatiesystemen worden nog niet gebruikt. Wel is vaak een databestand beschikbaar met daarin gegevens (onder andere herkomst, aard en samenstelling) over de verwerkte of verhandelde partijen. De grondstoffenbanken Amsterdam en Rotterdam geven aan wellicht op termijn gebruik te zullen maken van deze systemen. Bij AVL-Sturing wordt een dergelijk systeem opgezet. 21.
Bent u op de hoogte van andere initiatieven om grondstoffenbanken op te zetten?
In het hele land zijn wel initiatieven, maar er zijn nog geen andere grondstoffenbanken dan genoemd in bijlage 2 operationeel. Het gaat om initiatieven bij: - Provincie Zuid-Holland; - Provincie Zeeland (n.b. Grondbank Zeeland is operationeel); - Provincie Noord-Brabant De provincie zal voorlopig geen initiatief nemen voor een provinciale grondstoffenbank, aangezien men tot het inzicht is gekomen dat dit beter vanuit de steden en regio's kan worden geregeld (bron: dhr. H. de Vries, prov. N-Br.). Inmiddels hebben een drietal gemeenten (zie hieronder) hiertoe initiatieven ondernomen (Nationale bouw- en sloopcongres, 1997);
- 18-
- Provincie Utrecht De provincie is betrokken bij een recent initiatief voor het opzetten van een 'teerbank', waar teerhoudend asfalt wordt verhandeld om verwerkt te worden; - Regio Twente (recent operationeel geworden); - Regio Eindhoven; - Gemeente Apeldoorn, Ede, Arnhem, Eindhoven, Tilburg, Ooststellingwerf (Fr), Breda; - Aannemers en grondbedrijven; - Vereniging van Afvalverwerkers De W A V handelt niet in reststoffen. Hoogstens wordt er bemiddeld. Voor hoeveelheden, kwaliteit en type reststoffen wordt verwezen naar de individuele bedrijven die handelen in deze materialen (bron: Bom, WAV); - VBW-Asfalt VBW-Asfalt is een belangenvereniging van asfalt producerende en verwerkende bedrijven. Er zijn 103 bedrijven aangesloten bij de VBW-Asfalt. Dit is circa 97% van de asfalt producerende en verwerkende bedrijven in Nederland. Over hoeveelheden en kwaliteit is bij VBW-Asfalt niets bekend. De individuele bedrijven regelen de aankoop en verkoop van deze materialen zelf (bron: Deuss, VBW-Asfalt). Contact met de heer ir. E. Beuving van het C.R.O.W. te Ede leverde op dat er in Nederland circa 400.000 ton per jaar teerhoudend asfaltgranulaat vrijkomt en wordt verwerkt in wegfunderingen (CROW 109, "Hergebruik van asfalt met teer", januari 1997). Het niet-teerhoudend asfalt wordt vrijwel geheel verwerkt als regeneratie-asfalt; - BRBS De BRBS is net als de VBW-Asfalt een belangenvereniging en handelt zelf niet in reststoffen. De BRBS is momenteel bezig om de milieu-hygiënische kwaliteit van de bouw- en sloopafval produkten te regelen voor de aangesloten. De civiel-technische eigenschappen zijn al voor een groot deel gecertificeerd. Dit verschilt per verwerker van bouw- en sloopafval. Er zijn in Nederland vele verwerkers van bouw- en sloopafval (bron: dhr. Brons, BRBS). 22.
Vindt afzet van grondstoffen via andere bedrijven of instanties (zoals afvalinzamelaars, reinigers van grond of andere aannemers) plaats of is de afzet altijd rechtstreeks naar de toepasser?
De afzet van grondstoffen vindt soms plaats via aannemers of reinigers. Dit komt min of meer overeen met het resultaat van vraag 5 van de enquête waaruit blijkt dat de grondstoffen meestal direct aan aannemers en grotere gemeenten wordt geleverd voor zover het grond betreft. Stromen zoals AVI-bodemas worden meestal aan Rijkswaterstaat geleverd.
3.2.2
Analyse van Rijkswaterstaat extern
Uit de enquête valt af te leiden dat het merendeel van de huidige grondstoffenbanken in Nederland zich specifiek richt op grond, een aantal die zich meer richten op overige reststoffen en enkele grondstoffenbanken die beiden doen. Er zijn zowel overheidsgrondstoffenbanken, als particuliere grondstoffenbanken. Overheids-grondstoffenbanken zijn/worden opgericht om de
- 19-
toepassing van de eigen (veelal gemeentelijke) grondstromen af te stemmen. Het gaat daarbij om het oplossen van de volgende (mogelijke) problemen: - Wat moeten we doen met onze vrijkomende grondstoffenstromen; - Kunnen we niet meer werk met werk maken; - Kunnen we niet meer geld besparen door vraag en aanbod beter op elkaar af te stemmen. Door de grondstöffenbank wordt het hergebruik gestimuleerd en op kosten bespaard (bijv. minder stortkosten). De particuliere grondstoffenbanken, met name grote aannemers hebben een commerciële grondslag. Dat wil zeggen dat de initiatiefnemers een inkomstenbron zagen in het opzetten van een grondstöffenbank voor diverse aanbieders en afnemers. Voor grond is, ten opzichte van de afzet, relatief weinig opslagcapaciteit voorhanden. Voor de overige grondstoffen is meestal meer opslagcapaciteit beschikbaar (n.b. bij de producent, niet bij de grondstoffenmakelaars). Dat houdt in dat voor grote werken de levering van veel grond in korte tijd een probleem kan zijn. Voor de overige reststoffen is dat blijkbaar minder het geval, ofschoon wordt aangegeven dat reservering vooraf wenselijk is. De kosten voor een grondstöffenbank zijn globaal in beeld gebracht. De exploitatie van een grondstöffenbank met fysieke opslagcapaciteit bedraagt voor grond ongeveer fl. 10,- per ton. Er is samenwerking met Rijkswaterstaat voor enkele grote projecten. Voor andere (grote) projecten zijn de bestaande grondstoffenbanken te klein, of loopt de levering via de aannemer. Er bestaan diverse (deels onduidelijke) contacten tussen grondstoffenbanken onderling. In met name het midden en zuiden van het land is sprake van diverse initiatieven voor de oprichting van grondstoffenbanken zowel bij de overheid als bij commerciële organisaties. De meeste grondstoffenbanken maken gebruik van een databank, waarin alle partijen worden geregistreerd (ten minste: herkomst, civieltechnische en milieuhygiënische kwaliteit, hoeveelheid, afzet). Voor het project Zandmaas is een GIS-systeem in voorbereiding om verschillende scenario's door te kunnen rekenen. In onderstaande tabel 1 is een overzicht van de huidige operationele grondstoffenbanken in Nederland weergegeven.
- 20-
Tabel 1.
Overzicht huidige grondstoffenbanken
Grondstoffenbank/regio
I I soort beheerder
soort grondstoffenbank
soort grondstoffen
hoeveelheden (ton in 1995)
opslagcapaciteit (ton)
Noord LCHG-Noord (Leeuwarden)
semi-commercieel
fysiek
grond
40.000
170.000 1
Van der Meulen/van der Wiel (Drac-
commercieel
fysiek
grond
70.000
0
Grondbank Arnhem
gemeente
databank
grond
75.000
0
Grondbank regio Twente
regio
fysiek
grond
2
6O.O0O
130.000
gemeente
fysiek
grond
100.000
34.000'
grond
100.000
2
50.000
150.000
4
0
5
0 175.000
hten) Oost
West Grondbank Den Haag NV Grondbankcombinatie LCHG Zuid-Holland
provincie semi commercieel
fysiek
grond
fysiek
LCHG Midden Nederland
semi commercieel
fysiek
grond
55.000
Grondbank Amsterdam
gemeente
fysiek
grond
250.000
Grondbank Rotterdam
gemeente
fysiek
grond
315.000
overige reststoffen
35.000
AVI-bodemas
400.000
puin uit Hoogovens
150.000
AVI-bodemas
400.000
puin uit Hoogovens
200.000
gepellet. slib
100.000
Feniks Recycling
Insulinde Recycling
commercieel
commercieel
fysiek
fysiek
O3
300.000
Zuid LCHG Zuid-Nederland6
semi-commercieel fysiek
grond
445.000
Heijmans Milieutechniek
commercieel
fysiek
grond
250.000
200.000
Heros Aannemingsbedrijf
commercieel
fysiek
grond
120.000
200.000
AVI-bodemas
100.000
staalslakken
30.000
AVL-Sturing
provincie
fysiek
grond
250.000
23.500
Grondbank Zeeland
commercieel
fysiek
grond
20.000
100.000
grond
2.300.000
overig
1.415.000
totaal
3.715.000
TOTAAL
1: 2: 3: 4: 5: 6:
1.382.500
opgave in m3 is omgerekend naar ton op basis van 1 m3 = 1,7 ton schatting voor 1996 geen eigen opslagcapaciteit streven voor 1997 (gemiddelde van opgegeven hoeveelheden) hoeveelheid in 1996 (bron: 5CG) synoniem voor LCHG Noord-Brabant (gericht op Zeeland, Noord-Brabant, Limburg)
B - 21 -
I
D
O
C
(bibliotheek en documentatie) "Dienst Weg- en Waterbouwkunde Van der Burghweg 1 Postbus 5044, 2600 GA DELFT Tel. 0 1 5 - 2 6 9 9 3 6 3 / 3 6 4
3.3
Belangrijkste factoren in het functioneren van grondstoffenbanken
Het functioneren van grondstoffenbanken is voor een aanzienlijk deel te herleiden uit onderstaande kostenfuncties (figuur 1 en 2). Aan de hand van deze figuren zullen de belangrijkste marktfactoren worden beschreven.
KOSTEN / TON
iOSTPKUS CQNCUSXEND MATEB1AALD0ELGEBHD
AFSTAND
Figuur 1. Kosten per ton grondstof in relatie tot de transportafstand
KOSTEN/TON
RENDABEL TAKIEF
PROJECT 1
HOEVEELHEDEN CTON/JAAR)
Figuur 2.
Kosten per ton in relatie tot de hoeveelheden per jaar voor verschillende projecten
- 22 -
In figuur 1 wordt aangegeven welke factoren o.a. bepalend zijn voor de grootte van het potentiële 'klanten-gebied' van een grondstoffenbank, met andere woorden wat de maximale afstand is waarover de (secundaire) grondstoffen nog rendabel kunnen worden getransporteerd. Het transport zal alleen rendabel zijn als de totale kosten per ton getransporteerde (secundaire) grondstof kleiner dan of gelijk zijn aan die van het lokaal beschikbare concurrerende materiaal (bijv. primaire grondstof). De kosten per ton getransporteerde (secundaire) grondstof bestaan in dit geval uit de som van de aanschafkosten van het (secundaire) materiaal in het brongebied, de overslagkosten, de exploitatiekosten van de grondstoffenbank en tot slot de transportkosten per kilometer. De maximaal rendabele transportafstand is bereikt wanneer bovengenoemde som gelijk is aan de prijs van het lokaal beschikbare concurrerende materiaal. Aangezien de transportkosten voor grondstoffen relatief hoog zijn is het invloedsgebied van een grondstoffenbank veelal lokaal of regionaal (bij de huidige operationele grondstoffenbanken is dit gemiddeld minder dan 70 km). Naarmate het aantal projecten en de doorlooptijd (dwz de verhandelde hoeveelheden grondstof = omzet) toenemen wordt het steeds rendabeler om een grondstoffenbank te exploiteren (zie figuur 2). Dit betekent dat dan ook een groter gebied kan worden 'bediend'. Uit figuur 2 blijkt dat de omzet alleen rendabel zal zijn als de kosten van de grondstoffenbank beneden een bepaalde prijs per ton grondstof liggen (rendabel tarief). Het rendabel tarief is afhankelijk van de soort grondstof; voor grond is dat momenteel ongeveer fl. 10,- per ton (bron: Heidemij). Daarnaast zijn de kosten per ton grondstof afhankelijk van soort en omvang van het project. In het geval van 'werk met werk maken' zijn de aanschaf- en transportkosten laag, terwijl de kosten relatief hoog zijn als grondstoffen over aanzienlijke afstanden moeten worden getransporteerd of wanneer speciale bewerkingen noodzakelijk zijn om de grondstoffen af te kunnen leveren. In de figuur is er gemakshalve van uitgegaan dat de kosten per'ton grondstof blijven afnemen als de omzet toeneemt. In werkelijkheid zullen de kosten waarschijnlijk bij een bepaalde (optimale) omzet minimaal zijn. De volgende belangrijkste marktfactoren kunnen worden onderscheiden: - Grondstoffenbeleid, wet- en regelgeving (zie § 3.3.1) Prijs/kwaliteit van grondstoffen (zie § 3.3.2) - Omzet van grondstoffenbanken (zie § 3.3.3) Een grondstoffenbank zoekt aan de hand van de marktfactoren geschikte werken om grondstoffen te kunnen verkrijgen of af te zetten. Dit gaat zeer ad hoc. Kennis van de locale markt is daarbij zeer belangrijk. Tot nu toe werken de grondstoffenbanken vrijwel autonoom. Afstemming en overleg tussen grondstoffenbanken is beperkt. Met name de overheidsgrondstoffenbanken hebben een eigen marktgebied (de eigen gemeente) wat voor derden moeilijk te beïnvloeden is. Grotere grondstoffenbanken proberen behalve grond ook andere materialen te verhandelen. Dat staat meestal nog in de kinderschoenen. Een belangrijke grondstoffenstroom is daarbij teerhoudend asfaltgranulaat.
-23 -
3.3.1
Grondstoffenbeleid, wet- en regelgeving
De peilers voor het functioneren van een grondstoffenbank zijn het overheidsbeleid en de weten regelgeving. Het beleid is gericht op het zoveel mogelijk hergebruiken van secundaire grondstoffen in plaats van storten. Daarnaast worden er milieuhygiënische regels gesteld aan het toepassen van deze materialen. Met een grondstoffenbank kunnen op lokaal of regionaal niveau de volgende voordelen worden behaald: -
-
Het bewaken van de bodemkwaliteit; Het voorkomen van stagnaties bij bouwprojecten t.g.v. (verontreinigde) bodem door het Werkstelligen van een adequate grondverwerkingsinfrastructuur; Het stimuleren van hergebruik; Het afstemmen van vraag en aanbod; Het bereiken van een kostenbesparing en mogelijke opbrengsten.
Bij de meeste grondstoffenbanken is het grondstoffenbeleid en de wet- en regelgeving de randvoorwaarde voor oprichting geweest. Zo is de oprichting door ondermeer de volgende situaties gestimuleerd: Door het beleid is meer hergebruik mogelijk (bijv. licht verontreinigde grond); Door de vele regels en wetgevingen is het voor aanbieders / afnemers van bijv. herbruikbare grond vaak onduidelijk wanneer (milieuhygiënisch) juist en verantwoord wordt gehandeld; Regelmatig komen kleine en grote partijen (licht) vervuilde grond vrij die niet direct in een werk kunnen worden toegepast en waarvoor de eigenaar zelf geen opslagcapaciteit heeft; -
Het ontbreken van een (tijdelijk) depot met correcte voorzieningen en vergunningen bij een bouwproject kan leiden tot stagnatie.
Daarmee wordt duidelijk dat een grondstoffenbank een belangrijk instrument kan zijn voor realisatie van het grondstoffenbeleid. De bepalende beleidsfactoren voor de inzet van grondstoffenbanken als instrument zijn: - Prijsverschil tussen secundaire en concurrerende grondstoffen; . subsidies voor exploitatiekosten, transportkosten, kostprijzen secundaire grondstoffen . heffingen voor concurrerende materialen - Beschikbaarheid van grondstoffen; - Kwaliteitseisen (BSB); - Het functioneren van 'onrendabele' grondstoffenbanken.
3.3.2
Prijs/kwaliteit van grondstoffen
Bij grondstoffenbanken is de prijs van de grondstof afhankelijk van de volgende factoren: Exploitatiekosten grondstoffenbank (w.o. opslagkosten) (zie ook blz. 14) Aangezien de oprichting van een grondstoffenbank aanzienlijke investeringen vergt, moet er voldoende zekerheid bestaan ten aanzien van aanbod, afzet en de prijsontwikkeling van de grondstof. Voor fysieke grondstoffenbanken geldt vaak dat de prijzen bij afzet afgestemd worden op de regionale prijzen voor primaire grondstoffen. Om de kosten voor personeel, opslag en kwaliteitsonderzoek te dekken, worden kosten in rekening gebracht aan de
-24-
aanbieders; Transportkosten Transportkosten wegen zwaar door bij afstanden boven de 70 km; Vraag en aanbod van (concurrerende) grondstoffen; Civieltechnische en milieuhygiënische kwaliteit Uit onderzoek naar de marktwerking voor cat. I grond (Heidemij, Iwaco, Oranjewoud, 1996) blijkt dat grondbanken een belangrijk deel van de grond kunnen afzetten omdat ze de kwaliteit van de grond kunnen garanderen. Deze zekerheid is in de markt geld (= hoger tarief voor de grond) waard; Bekendheid, imago, gewoonten Dit staat in relatie tot de kwaliteit van grondstoffen. Indien de kwaliteit gegarandeerd is (gedurende lange tijd) zal het eventuele negatieve imago van het toepassen van secundaire materialen langzamerhand verdwijnen. Gewoonten hangen samen met imago en bekendheid; hoe beter het imago, hoe eerder van bepaalde gewoonten wordt afgeweken.
3.3.3
Omzet van grondstoffenbanken
De omzet van een grondstoffen bank is afhankelijk van de volgende factoren: - Aantal aanbieders/afnemers en de doorlooptijd (aantal en omvang projecten) Voor de grondstoffenbank is er een markt (= financieel voordeel) als er voldoende aanbod en voldoende afzetmogelijkheden zijn aangezien bij een grotere omzet de kosten eerder worden terugverdiend. Voor een goede exploitatie van een grondstoffenbank moet gedacht worden aan een omzet van circa 100.000 ton op jaarbasis (bron: Heidemij). Van belang is of grondstoffen tijdig kunnen worden aangeboden of afgenomen.
-
-
Wat betreft de aanbieders/afnemers (projecten) is onderscheid te maken naar soort grondstoffen en op welke wijze deze grondstoffen verkregen worden (zie ook figuur 5.1). Opslagcapaciteit in principe wordt voor elk vrijgekomen materiaal een nuttige toepassing gezocht. Dit is niet altijd optimaal af te stemmen. Door tijdelijke opslag en coördinatie kan een grondstoffenbank dit probleem opvangen. Daarmee kunnen in principe de toepassingsmogelijkheden van secundaire grondstoffen verbeterd worden. Bekendheid, imago, gewoonten (zie ook § 3.2.2)
3.3.4
Actoren bij grondstoffenstromen
In figuur 3 is de stroom van grondstoffen voor een project schematisch weergegeven. Uitgangspunten: - Er wordt een werk gerealiseerd; Het werk heeft een opdrachtgever en wordt uitgevoerd door een aannemer; Een grondstoffenbank is aanwezig.
- 25-
Werk(en) elden
Werk met irerk maken
Afroer o.b.r. bestek
Werk Aanvoer o.b.T. bestek Dlrectie-leverlni
•tortac, reinigen
Werk(en) elders
Terk(en)
Figuur 3. Stroom van grondstoffen bij een werk
Ten aanzien van de stroom van de grondstoffen zijn er de volgende mogelijkheden: - Werk met werk: vrijkomende grondstoffen worden zoveel mogelijk direct in het werk verwerkt. Dat kan ertoe leiden dat grondstoffen soms laagwaardiger worden toegepast dan strikt genomen mogelijk is; - Via opdrachtgever: vrijkomende grondstoffen worden door de opdrachtgever elders ingezet. Tevens zorgt de opdrachtgever voor leverantie van alle noodzakelijke grondstoffen (directielevering). De opdrachtgever is (per definitie) verantwoordelijk voor de afvoer van te storten of te reinigen grondstoffen. De opdrachtgever kan grondstoffen aan- en verkopen aan de grondstoffenbank. Tevens is het mogelijk dat de grondstoffen in een ander werk van de opdrachtgever worden toegepast; -
Via aannemer: de aannemer neemt alle herbruikbare (= schone grond, categorie 1 + 2 en bijzondere categorie grondstoffen) over. Tevens levert de aannemer alle benodigde grondstoffen. De aannemer kan deze bouwstoffen verkopen aan een grondstoffenbank of zelf in een werk elders toepassen; Grondstoffenbank: de grondstoffenbank kan nooit direct aan een werk leveren. De grondstoffen worden aangeschaft door de opdrachtgever of door de aannemer. De opdrachtgever en aannemer kunnen beiden grondstoffen verkopen aan de grondstoffenbank.
-26-
4. CRONDSTOFFENBANKEN ALS INSTRUMENT VOOR HET CRONDSTOFFENBELEID 4.1
Voordelen, nadelen en knelpunten
In onderstaande tabel 2 zijn voor de verschillende typen grondstoffenbanken de voordelen, nadelen en knelpunten bij de inzet van grondstoffenbanken als instrument voor uitvoering van het grondstoffenbeleid naast elkaar gezet.
Tabel 2.
Voor- en nadelen en mogelijke knelpunten van de verschillende typen grondstoffenbanken
Type grondstoffenbank
Voordelen
Nadelen
Mogelijke knelpunten
Informatiepunt
beleid: - nieuwe informatie over beleid en uitvoering kan snel worden doorgegeven - bestaande informatie kan goed toegankelijk worden gemaakt en verduidelijkt (eenduidigheid) - zowel regionale als landelijke functie
beleid: - nauwelijks afstemming van grondstoffenstromen (bijkomstigheid)
beleid: - onvoldoende bekendheid van informatiepunt - onvoldoende belangstelling voor informatiepunt
prijs/kwaliteit: prijs/kwaliteit: - geringe investerings- en exploita- tiekosten; een informatiepunt is bovendien snel op te zetten aangezien relatief weinig (nieuwe) informatie hoeft te worden verzameld - actuele informatie over (regionale) prijs/kwaliteit kan snel worden opgevraagd en verstrekt - positieve invloed op imago en gewoonten omzet: -
omzet: - geen inzicht in aantal (potentiële) aanbieders/afnemers en hoeveelheden
-27-
prijs/kwaliteit: -
omzet: - mogelijk is toch inzicht gewenst in (potentiële) aanbieders/afnemers en hoeveelheden
Type grondstoffenbank
Voordelen
Nadelen
Mogelijke knelpunten
Databank
beleid: - afstemming van vraag/aanbod 'op papier' (voorbeeldfunctie bij beleidsuitvoering) - zowel regionale als landelijke functie waardoor ook een grote vraag/aanbod kan worden afgestemd
beleid: - afstemming kan beperkt zijn doordat fysieke opslagcapaciteit ontbreekt
beleid: - onvoldoende bekendheid van databank - onvoldoende belangstelling voor databank
Fysieke bank
prijs/kwaliteit: prijs/kwaliteit: - beperkte investerings- en exploitatiekosten (geringe tarieven) - kostenbesparing door afstemming - nauwe betrokkenheid bij kwaliteitsverklaringen - positieve invloed op (kwaliteits) imago en gewoonten
prijs/kwaliteit:
omzet: - inzicht in aantal (potentiële) aanbieders/afnemers en hoeveelheden - bij (grote) omzet verbetering van imago / gewoonten
omzet: - geen (tijdelijke) opslag van grondstoffen mogelijk
omzet: - mogelijk is (tijdelijke) opslagcapaciteit gewenst
beleid: - goede 'fysieke' afstemming
beleid: - veelal regionale functie door relatief hoge transportkosten
beleid: - onvoldoende bekendheid van fysieke databank - onvoldoende belangstelling voor fysieke databank
prijs/kwaliteit: - kostenbesparing door afstemming - directe invloed op kwaliteit waardoor imago en gewoonten verbeteren
prijs/kwaliteit: - aanzienlijke investerings- en exploitatiekosten (ongunstige tarieven?)
prijs/kwaliteit: - ongunstige tarieven kunnen aanbieders/afnemers afschikken. Dit kan er soms toe leiden dat aanbieders andere oplossingen gaan zoeken zoals meer grondstoffen dan noodzakelijk toepassen in een (re)constructie, geluidwal e.d. De grondstoffen worden hierdoor misschien laagwaardiger toegepast dan eigenlijk mogelijk is.
omzet: - inzicht in aantal (potentiële) aanbieders/afnemers en hoeveelheden - door opslagcapaciteit is goed in te spelen op vraag/aanbod - bij (grote) omzet verbetering van imago / gewoonten
omzet: - een minimale omzet van ongeveer 100.000 ton/jaar over middellange termijn (5-10 jaar) is noodzakelijk voor een rendabel resultaat - een goede kennis van de locale markt voor grondstoffen is noodzakelijk
omzet: - niet kunnen voldoen aan (grote) vraag door beperkte beschikbaarheid - aanbod niet kunnen verwerken door beperkte opslagcapaciteit
-28-
Uit de tabel blijkt duidelijk dat alle drie typen grondstoffenbanken bijdragen aan de uitvoering van het grondstoffen beleid. De accenten liggen echter bij elk type anders, waardoor voor- en nadelen en mogelijke knelpunten verschillen: - Bij het informatiepunt gaat het met name om kennisoverdracht over het mogelijke gebruik van grondstoffen. Dit is van groot belang als sprake is van een duidelijke kennisbehoefte op dit gebied; - De databank betreft meer daadwerkelijke afstemming van grondstoffenstromen, echter alleen op 'papier'. Dit betekent dat op basis van verkregen gegevens een optimale afstemming wordt bepaald, maar de uitvoering daarvan aan anderen wordt overgelaten; - De fysieke bank tot slot houdt zich met name met deze uitvoering bezig: het afstemmen van de fysieke grondstoffenstromen. Dit brengt met zich mee dat van diverse (kostbare) opslagen infrastructurele voorzieningen gebruikt wordt gemaakt. Door de relatief hoge transportkosten van grondstoffen heeft deze bank veelal een regionale functie.
4.2
Toekomstige mogelijkheden van grondstoffenbanken
Voor het bepalen van de toekomstige mogelijkheden van grondstoffenbanken is het van belang om met name rekening te houden met: 1. Behoeften (van wie, wat) 2. (Invloed van actoren op) marktfactoren 3. Toekomstige hoeveelheden (van wat, vraag/aanbod, beschikbaarheid) 4. Opnamecapaciteit secundaire grondstoffen 1. Behoeften Uit de analyse van Rijkswaterstaat intern (paragraaf 3.1.2) blijkt dat binnen RWS momenteel met name behoefte is aan informatie-uitwisseling over benodigde en vrijkomende grondstoffen bij RWS-werken. Bovendien is er behoefte aan een betere afstemming van grondstoffenstromen. De analyse van Rijkswaterstaat extern (paragraaf 3.2.2.) geeft aan dat er buiten RWS duidelijk behoefte is aan nieuwe grondstoffenbanken gezien de vele initiatieven hiertoe. Of dit om databanken en/of fysieke banken gaat is onduidelijk. 2. (Invloed van actoren op) marktfactoren Zoals bij het beschrijven van de markfactoren in paragraaf 3.3 is aangegeven, is het overheidsbeleid de cruciale factor in het functioneren van grondstoffenbanken. Het instellen van diverse maatregelen door de overheid is dus zeer bepalend voor de inzet van grondstoffenbanken als instrument om het grondstoffenbeleid te ondersteunen. De keuze van maatregelen dient goed overwogen te worden. 3. Toekomstige hoeveelheden Betrouwbare prognoses voor de gewenste hoeveelheden grondstoffen zijn niet beschikbaar. Aan de hand van het Meerjaren programma Infrastructuur en Transport (MIT) 1995 en 1997 kan wel een globale prognose worden gemaakt als wordt aangenomen dat de investeringen en het gebruik van grondstoffen (w.o. hergebruik van secundaire grondstoffen) ongeveer gelijk op gaan. Vervolgens kan dan op basis van de totale investeringen in de infrastructuur (fig 5.1),
-29-
Jaar
RlJKaultgavon
Figuur 4.
Prognose van investeringen in infrastructuur en transport o.b.v. MIT '95 en '97
Zulfl C10.3K} Stad- & streekvervoer Hoofdwegennet C30.380
Onder l i g . weoen C 3•9*0
Spoorwegennet
Figuur 5.
Aandeel investeringen naar aard van het project
Figuur 6. Aandeel investeringen per regio
het aandeel van de investeringen naar aard van het project (fig. 5) en per regio (fig. 6) worden geconcludeerd dat de komende jaren sprake is van een stijgende behoefte aan grondstoffen ten behoeve van het hoofdwegennet en spoorwegennet, met name in het westen van het land. Als daarnaast wordt aangenomen dat de geformuleerde beleidsmatige doelstellingen ten aanzien van hergebruik, in toenemende mate realiteit zullen worden kan worden verwacht dat de gewenste hoeveelheden secundaire grondstoffen nog aanzienlijk sterker zullen stijgen dan de trend in figuur 5.1 aangeeft. De verwachtingen bij vrijwel alle geënquêteerde banken zijn positief ten aanzien van de hoeveel-
- 30-
heden grondstoffen. 4. Opnamecapaciteit secundaire grondstoffen
De opnamecapaciteit voor secundaire grondstoffen in Nederland is onderzocht door Oranjewoud e.a. (1996). In de rapportage is de volgende inschatting gemaakt ten aanzien van de hoeveelheid secundaire grondstoffen die jaarlijks toegepast kunnen worden in Nederland: - Grotere ophoogprojecten voor categorie 2 bouwstoffen: 8,1 miljoen mVjaar - Kleinere ophoogprojecten voor categorie 2 bouwstoffen: 1,0 miljoen mVjaar - Ophogingen voor categorie 1 bouwstoffen: 14,1 miljoen mVjaar Funderingen: 8,5 miljoen mVjaar In totaal betreft de potentiële opnamecapaciteit voor secundaire grondstoffen in de wegenbouwsector in Nederland volgens het genoemde onderzoek circa 22,6 miljoen mVjaar. Een aanzienlijk deel daarvan zal door Rijkswaterstaat worden uitgevoerd. Daarbij moet met name aan de grotere projecten worden gedacht.
- 31 -
5. CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN
Bestaande situatie binnen Rijkswaterstaat
Binnen RWS is behoefte aan informatie-uitwisseling over benodigde en vrijkomende grondstoffen bij RWS-werken. Bovendien is er behoefte aan een betere afstemming van grondstoffenstromen aangezien momenteel bij diverse regionale directies initiatieven hiertoe plaatsvinden (bijv. in het Zandmaas-project). Aangezien binnen Rijkswaterstaat beperkt gebruik wordt gemaakt van grondstoffenbanken als mogelijke oplossing voor deze behoefte ligt het voor de hand om te bezien in hoeverre (meer) gebruik kan worden gemaakt van de huidige operationele banken en of oprichting van grondstoffenbanken binnen RWS tot de mogelijkheden behoort. Op welk schaalniveau de afstemming het beste kan plaatsvinden zal nader onderzocht moeten worden. Daarbij moet er rekening mee worden gehouden dat ten aanzien van landelijke of boven-regionale afstemming binnen RWS de meningen bij de regionale directies uiteenlopen. Bij oprichting van grondstoffenbanken binnen RWS valt gezien de huidige behoefte in eerste instantie te denken aan een informatiepunt en databank om vraag en aanbod van grondstoffen te koppelen. Dit betekent dat geruime tijd voorafgaand aan de aanbesteding en uitvoering van een werk de databank moet beschikken over gegevens over grondstoffenstromen. Er is daarom behoefte aan een informatiestructuur waarbinnen deze gegevensverzameling kan plaatsvinden, dit in relatie tot ondermeer de MIT-gegevens. Dit sluit aan op het verbeteren van de registratie van het gebruik van (secundaire) grondstoffen, zowel binnen als buiten Rijkswaterstaat. Daarnaast wordt het aanbevolen om de informatievoorziening rondom hergebruik te bevorderen richting regionale directies om hiermee het bewustzijn rond hergebruik te stimuleren. Bestaande situatie buiten Rijkswaterstaat
Het merendeel van de huidige grondstoffenbanken in Nederland richt zich specifiek op (verontreinigde) grond. Deze 'grondbanken' zijn echter voornemens meer grondstoffen dan alleen grond te gaan verwerken. Daarbij kan de levering van veel grondstoffen in korte tijd een probleem zijn. Onderscheid is te maken in overheidsgrondstoffenbanken die primair gericht zijn op hergebruik, en particuliere grondstoffenbanken die primair gericht zijn op winst. De huidige (veelal 'fysieke') grondstoffenbanken lijken goed te functioneren ondanks de mogelijke knelpunten. De verwachtingen bij vrijwel alle geënquêteerde banken zijn positief ten aanzien van de hoeveelheden grondstoffen. In met name West-Nederland zijn veel grondstoffenbanken actief. In het midden en zuiden van het land is sprake van diverse initiatieven voor de oprichting van grondstoffenbanken zowel bij de overheid als bij commerciële organisaties. Het zou een goede zaak zijn als deze verschillende initiatieven zo goed mogelijk op elkaar worden afstemd om zo tot een efficiënter en effectiever resultaat te komen. Daarbij zal voor zover noodzakelijk nader onderzocht moeten worden welk type grondstoffenbank en welk schaalniveau het meest wenselijk is. Marktfactoren en actoren
De belangrijkste marktfactoren voor het functioneren van grondstoffenbanken zijn grondstoffenbeleid, wet- en regelgeving, prijs/kwaliteit van grondstoffen en omzet van grondstoffenbanken. Daarvan is grondstoffenbeleid, wet- en regelgeving het meest bepalend. De factoren zijn deels
-32 -
regionaal verschillend waardoor ook de grondstoffenmarkt regionaal verschillend is. Door de relatief hoge transportkosten werken de huidige grondstoffenbanken vrijwel uitsluitend op regionaal niveau (<70 km). Het blijkt dat momenteel de overheid met behulp van overheidsgrondstoffenbanken voor een aanzienlijk deel bijdraagt aan de uitvoering van het grondstoffenbeleid. Het is daarom van belang om initiatieven voor (nieuwe) overheidsgrondstoffenbanken die dreigen te 'stranden' door een onrendabel kostenplaatje voldoende te ondersteunen met specifieke beleidsmaatregelen. Daarbij moet er rekening mee worden gehouden dat een fysieke grondstoffenbank pas rendabel is als er gedurende een periode van 5-10 jaar minimaal 100.000 ton grondstoffen per jaar rond gaat. Een niet-fysieke grondstoffenbank zal ook bij relatief geringe hoeveelheden zinvol kunnen zijn. Een bijdrage aan een zo hoogwaardig mogelijk gebruik van grondstoffen zal alleen op aangeven van de opdrachtgever plaatsvinden. Momenteel is deze prikkel alleen op financiële gronden. Ontwikkelingen In met name west-Nederland worden grote investeringen gepleegd in de infrastructuur, w.o. grote RWS-werken. Daardoor zal de markt voor (secundaire) grondstoffen daar omvangrijk en actief zijn en is afstemming van groot belang om verschillende initiatieven zo goed en efficiënt mogelijk op elkaar af te stemmen. Met name in deze regio zijn veel grondstoffenbanken reeds actief. Specifiek voor de grote RWS-werken moet bezien worden in hoeverre deze grondstoffenbanken een rol kunnen spelen in de afstemming van grondstoffenstromen. Bruikbaarheid van grondstoffenbanken
Grondstoffenbanken kunnen duidelijk bijdragen aan de uitvoering van het grondstoffenbeleid. De accenten liggen echter bij elk type grondstoffenbank anders, waardoor voor- en nadelen en mogelijke knelpunten verschillen. Het informatiepunt is met name gericht op kennisoverdracht, de databank stemt vraag en aanbod af 'op papier' en bij de fysieke bank gaat het vooral om de uitvoerende kant van het afstemmen van grondstoffenstromen. Bij de mogelijke inzet van een grondstoffenbank moet rekening worden gehouden met de bestaande situatie, ontwikkelingen, marktfactoren en het gewenste resultaat.
- 33 -
6. LITERATUUR
GEMEENTEWERKEN ROTTERDAM, KIWA, IWACO, Kwaliteitsverklaringen grond, juni 1996 HEIDEMIJ ADVIES, IWACO, INGENIEURSBUREAU ORANJEWOUD, Verkenning van omvang en de werking van de markt voor schone grond en categorie 1 grond, 's-Hertogenbosch, januari 1997 MEERJAREN PROGRAMMA INFRASTRUCTUUR EN TRANSPORT 1997 - 2001, Brief van de Minister aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal (Kamerstuk 25003 nr. 1) MEERJAREN PROGRAMMA INFRASTRUCTUUR EN TRANSPORT 1995 - 1999, Brief van de Minister aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal d.d. 1 november 1994 (Kamerstuk 25903 nr. 1) MINISTERIE VAN VERKEER EN WATERSTAAT, DIRECTORAAT-GENERAAL RIJKSWATERSTAAT, DWW, Voorbereiding gegevensbank MATFLOW, Utrecht, 1996, in: Publicatiereeks grondstoffen nr. 1996/07 •• MINISTERIE VAN VERKEER EN WATERSTAAT, DIRECTORAAT-GENERAAL RIJKSWATERSTAAT, DWW, Gebruik van secundaire grondstoffen bij de Rijkswaterstaat, 1995, in: Publicatiereeks grondstoffen 1995/14 NATIONALE BOUW- EN SLOOPCONGRES, landsstudiecentrum, 20 maart 1997
-34-
'Hoe
sluiten
we
de
afvalketen',
Neder-
Bijlage 1: Overzichtstabel Rijkswaterstaat intern Rijkswaterstaat intern, deel 1 I
1. Hoe worden secundaire grondstoffen verkregen
2. Welke secundaire grondstoffen worden toegepast?
3. Welke secundaire grondstoffen komen vrij?
4. Hoe vindt afzet plaats van secundaire grondstoffen?
5. Samenwerking met bestaande grondstoffenbanken
Zuid-Holland dhr. Dorhout-Mees Postbus 556 3000 AN Rotterdam
- uit werken - puinbrekers - asfaltmolendepots
- betongranulaat -asfalt - licht verontreinigde grond - AVI-slakken
Zie welke (secundaire) grondstoffen worden toegepast.
- besteksbepalingen: geregenereerd asfalt min. 20% (=bindend)
Samenwerking gaat plaatsvinden met grondstoffenbank Rotterdam. Licht verontreinigde grond gaat uitgeleverd worden, van RWS naar de grondstoffenbank en andersom. Overeenkomst wordt gemaakt. Andere (secundaire) bouwstoffen worden voorgeschreven via bestekken. Als dit via directielevering gebeurt geeft dit extra procedures, dus is dat ingewikkelder.
Noord-Nederland Dhr. T. Fokma Postbus 2301 8901 JA Leeuwarden
- regeneratie-asfaltbeton uit werken van RWS, anders zorgt de aannemer ervoor - aannemer zorgt ervoor
- regeneratie-asfaltbeton - fosforslakken - hoogovenslakken
- oud asfalt - licht verontreinigde grond - teerhoudend materiaal
Afzet staat in het bestek omschreven: - oud asfalt wordt regeneratie-asfalt - lichtverontreinigde grond en teerhoudend materiaal binnen hetzelfde werk
Nee, er zijn geen grondstoffenbanken in de buurt. Overige bouwstoffen worden voorgeschreven in bestekken. De aannemer moet deze materialen leveren.
Noord-Brabant mw. J. Haakmeester Waterstraat 16 5211 JD 's-Hertogenbosch
- uit eigen werken - aannemer zorgt ervoor
-
licht verontreinigde grond asfaltgranulaat meng- en betongranulaat teerkalk stabilisatie beton
- asfaltgranulaat - betonpuin - grond
- hergebruik in eigen werken, vooral asfalt en grond - aannemer zorgt ervoor
- Moerdijk: tijdelijke opslag teerkalk stabilisatie - Grond afgenomen van SCG
Noordzee dhr. A.C. Dijkshoorn Postbus 5807 2280 HV Rijswijk
Directie Noordzee voert geen werken uit. Taak is vergunningverlening. Zij geeft indien mogelijk ontheffing voor gebruik secundaire grondstoffen.
-
staalslakken LD-slakken fosforslakken ijzererts (=primair)
Zie welke (secundaire) grondstoffen worden toegepast.
- hergebruik
nee, we voeren zelf weinig werk uit. We leveren alleen zeezand, we bouwen niet echt.
RWS Directie
I1
35
RWS Directie '•
1. Hoe worden secundaire grondstoffen verkregen
2. Welke secundaire grondstoffen worden toegepast?
3. Welke secundaire grondstoffen komen vrij?
4. Hoe vindt afzet plaats van secundaire grondstoffen?
5. Samenwerking met bestaande grondstoffenbanken
Zeeland dhr. H. v.d. Bosch Postbus 5014 4330 KA Middelburg
- voorgeschreven in bestek - aannemer betrekt grondstoffen van de leverancier
- fosforslakken - staalslakken
- fosforslakken - staalslakken - mijnsteen
- binnen werk hergebruiken, indien niet mogelijk (vervuild) aannemer stort volgens bestek. Aannemer geeft bewijs af aan RWS
nog niet, wel overleg. Er worden alleen eisen gesteld aan het materiaal. De aannemer bepaalt welk materiaal wordt gebruikt. Meestal zijn dit secundaire bouwstoffen, die zijn goedkoper.
IJsselmeergebied dhr. AJ. Klein de Groot Postbus 600 8200 AP Lelystad
- voorgeschreven in bestek - via leveringscontract RWS ter beschikking gesteld aan aannemer
-
AVI-slakken LD-slakken fosforslakken beton/puingranulaat asfaltgranulaat
- steenfunderingsmateriaal - lava - silex - hoogovenslakken - mijnsteen - grauacke - asfalt - klinkers - grond
- direct verwerken op andere werken - Indien PAK's aanwezig: verwerken volgens IPO-regeling - Indien TAG: opslaan en laten binden met cement (Vijfhoek), eventueel weer hergebruiken
Nee, nooit nodig geweest, probleem wordt binnen RWS Utrecht, Friesland en Gelderland opgelost. Benodigde grond wordt geleverd via lopende natuurprojecten zoals ontgravingen en uitdiepen/ verbreden vaargeulen. Overige bouwstoffen worden voorgeschreven in bestekken.
Utrecht dhr. ing. A. Ooms/ dhr. F.M. Waarsenburg Postbus 650 3430 AR Nieuwegein
- voorgeschreven in bestek - grond: - ad hoc - via CHG
-
asfalt hoogovenslakken betonpuin categorie 1 grond sorteer zeefzand
- asfaltbeton - betonpuin
- betonpuin wordt hergebruikt - asfalt wordt hergebruikt tot 50 %
Nauwelijks, RWS heeft voorlichting gehad van een grondstoffenbank. Verder geen contact. Categorie 1 grond wordt via bestek door aannemer indien nodig betrokken van CHG. Asfalt wordt voorgeschreven in bestekken. De rest van de bouwstoffen wordt voor ongeveer 90% in bestekken voorgeschreven. Een enkele keer regelen we zelf iets.
Limburg dhr. ing. B. van Selst Postbus 25 6200 MA Maastricht
- open markt: aannemer kan voorstel doen - voorgeschreven in bestek
- asfalt - tnenggranulaat - verontreinigde grond
-
- hergebruik zoveel mogelijk binnen eigen werken, voornamelijk grond en TAG
Nee, is moeilijk door regelgeving i.v.m. vergunningen. Alle bouwstoffen worden voorgeschreven in bestekken
asfalt leerhoudend asfalt hoogovenslakken lichtverontreinigde grond betongranulaat
36
RWS Directie
1. Hoe worden secundaire grondstoffen verkregen
2. Welke secundaire grondstoffen worden toegepast?
3. Welke secundaire grondstoffen komen vrij?
4. Hoe vindt afzet plaats van secundaire grondstoffen?
5. Samenwerking met bestaande grondstoffenbanken
Oost-Nederland dhr. H. v.d. Top Postbus 9070 6800 ED Arnhem
- uit eigen werk beschikbaar - voorgeschreven in bestek (aannemer zorgt ervoor) - soms: voor AVI-slakken en licht verontreinigde grond heeft RWS contract met leverancier
- asfaltgranulaat, geregenereerd - meng- en betongranulaten - AVI-slakken - licht verontreinigde grond - hoogovenslakken - fosforslakken - breekasfaltcement - teerhoudend asfaltgranulaat - mijnsteen - duomix (remixtechniek)
- asfaltgranulaat - teerhoudend asfaltgranulaat - funderingsmateriaal - cementgebonden funderingen - puingranulaat
- binnen hetzelfde bestek hergebruiken - binnen eigen directie hergebruiken - aannemer zorgt voor afzet, moet hoogwaardige toepassing krijgen, geen bewijs, zou eigenlijk wel moeten
- voor specifiek project 500.000 m3 grond van C.H.G. - voor secundaire grondstoffen vindt wel coördinatie/afstemming, geen samenwerking. Overige bouwstoffen worden voorgeschreven in bestekken, de bouwstoffen moeten door de aannemer worden geleverd
- aankoop van aanbieder - voorgeschreven in bestek
-
-
- asfalt: recycling ter plekke - TAG: nog afspraken maken met provincie en aannemers
Afvalzorg N.V. biedt ruimte voor tijdelijke opslag, wordt nog niet gebruikt, prijzig. Overige bouwstoffen worden zoveel mogelijk in bestekken voorgeschreven.
Via het project Zandmaas worden de grondstoffen verkregen van Rijkswaterstaat
Vrijkomende grondstoffen
nog niet bekend
Contacten met AVL-Sturing, CHG, regionale directies RWs die betrokken zijn bij A73 en A30
Noord-Holland dhr. drs. A.J.M, van der Vliet Postbus 3119 2001 DC Haarlem
Rijkswaterstaat project Zandmaas, dhr. H. Versteegh RWS/DWW Delft Postbus 5044 2600 GA DELFT
B
I
D
O
zeezand licht verontreinigde grond AVI-bodemas hoogovenslakken LD-slakken staalslakken menggranulaat BRAC, TAB, GAB, OAB, STAB
gebruikt asfalt teerhoudend asfalt schone grond categorie 1 grond categorie 2 grond
Voornamelijk grond, klein deel overige reststoffen
C
(bibliotheek en documentatie) Dienst Weg- en Waterbouwkunde Van der Burghweg 1 Postbus 5044, 2600 CA DELFT Tel. 015-26 99 363/364
37
Rijkswaterstaat Intern, deel 2 RWS Directie
6. Hoeveelheden grond- en reststoffen in 1995/1996 binnen de dienst
7. Registratie van grond- en reststoffenstromen
8a.
Zuid-Holland dhr. Dorhout-Mees Postbus 556 3000 AN Rotterdam
wordt bijgehouden
- VBA-MPV - per uitvoeringsbureau wordt erd - beschreven in bestek
- per uitvoeringsbureau - grondstoffen binnen één bestek verwerken (in ontwikkeling) - beeld wat we produceren t.a.v. bestek - percentage afstemmen op hoeveelheid + soort materiaal dat vrijkomt
registratie Het werkt goed zoals het nu gaat. Er zijn geen verdere initiatieven (ze zijn wel bezig de materiaalmengsels beter af te stemmen).
Noord Nederland Dhr. T. Fokma Postbus 2301 8901 JA Leeuwarden
wordt niet bijgehouden
Er wordt niets geregistreerd
- vrijkomende grondstoffen worden binnen hetzelfde werk hergebruikt - onvriendelijke stoffen bv. met PAK's worden toegepast in hetzelfde werk - de stoffen die vrijkomen worden ook weer toegepast zodat de grondstoffenbalans in evenwicht is We zitten in een vrij rustig gebied.
nee Vorig jaar is er in de buurt een Afvalverbrandigsinstallatie geopend. Er komen daar AVI-slakken vrij. Rijkswaterstaat moet daar iets mee gaan doen.
Noord-Brabant mw. J. Haakmeester Waterstraat 16 5211 JD 's-Hertogenbosch
bekend bij DWW
- Bestar: wordt gebruikt voor grote stromen. Bestar wordt gepromoot bij de diensten, zodat ook de kleine stromen geregistreerd worden. - In archief: bestekken en afleverbonnen
Specialistische afdeling nieuwe werken en het materialen team stemmen de stromen af.
nee
Noordzee dhr. A.C. Dijkshoorn Postbus 5807 2280 HV Rijswijk
niet bekend
opgave via vergunning
n.v.t. - bij werken komt zand vrij, vaargeulen worden onderhouden en beheerd. We bouwen zelf zo weinig.
duurzaam bouwen, initiatieven komen van derden
Zeeland dhr. H. v.d. Bosch Postbus 5014 4330 KA Middelburg
niet bekend
- Bestar, sinds eerste helft 1996 - bestekken
- verwerking grondstoffen binnen dienstkring, afdeling nieuwe werken, anders tijdelijke opslag - afstemming niet structureel, gebeurt via gebruikelijk wegen
verwerken binnen bestekken en dienstkringen. Niet landelijk, te duur.
38
geregistre-
Afstemming binnen de dienst m.b.t. benodigde en vrijkomende (secundaire) grondstoffen
8b.
Initiatieven voor afstemming
RWS Directie
6. Hoeveelheden grond- en reststoffen in 1995/1996 binnen de dienst
7. Registratie van grond- en reststoffenstromen
8a. Afstemming binnen de dienst m.b.t. benodigde en vrijkomende (secundaire) grondstoffen
8b. Initiatieven voor afstemming
IJsselmeergebied dhr. A.J. Klein de Groot Postbus 600 8200 AP Lelystad
bekend bij DWW
- melding aan materiaalkeuze-adviseur, dhr. Klein de Groot - Bestar vanaf 1997
materiaalkeuze-adviseur coördineert hergebruik en alternatieve materialen: binnen IJsselmeergebied, RWS, DWW, Vijfhoek (=reststoffenbank)
alleen binnen RWS, niet naar buiten toe, materialen mogen niet weggegeven worden, alleen verkoop via domeinen - bezig met een programma voor verrekening van verhardingsmaterialen uit bestekken (geautomatiseerd programma dat secundaire materialen noteert)
Utrecht dhr. ing. A. Ooms/ dhr. F.M. Waarsenburg Postbus 650 3430 AR Nieuwegein
bekend bij DWW
- in bestekken
- dienst nieuwe werken - afstemming binnen afdeling, soms binnen dienst, vrijwel nooit tussen diensten (binnen directie gaat er een lijst rond met vrijgekomen materialen waarop aangegeven kan worden als iemand iets nodig heeft) - ad hoc (op projectbasis) - ook structureel in bestekken (om aannemer te verplichten)
geen tijd voor, er zijn geen initiatieven, het gaat goed zoals het nu gaat
Limburg dhr. ing. B. van Selst Postbus 25 6200 MA Maastricht
bekend bij DWW
- in bestekken - Bestar, Altmat, wordt steeds meer gebruikt
- eenmalige acties, niet gestructureerd - eerst eigen werk, dan binnen dienst - op projectbasis
In toekomst overleg met afvalverwijdering, grondbank
Oost-Nederland dhr. H. v.d. Top Postbus 9070 6800 ED Arnhem
- asfalt 55.000 - meng/betongranulaat 115.000 - breekasfaltcement ' 33.000 - remix-materiaal 15.000 - mijnsteen 7.700 - duomix 3.700 totaal 227.400 ton in 1995 voor 1996 verwacht men hetzelfde
- jaarlijkse evaluatie op verzoek van DWW - Bestar sinds juni 1996
werk met werk maken afstemming bouwstoffen: - binnen zelfde project gebruiken - in project binnen eigen directie gebruiken - tijdelijk opslaan, projectleiders weten hiervan, op ander tijdstip kan dit worden toegepast
op nieuwe ontwikkelingen wordt ingesprongen, bezig met opzetten informatiesysteem voor TAG
39
RWS Directie
6. Hoeveelheden grond- en reststoffen in 1995/1996 binnen de dienst
7. Registratie van grond- en reststoffenstromcn
8a.
Noord-Holland dhr. drs. A.J.M. van der Vliet Postbus 3119 2001 DC Haarlem
- beschreven in bestekken - bekend bij DWW
.- in bestekken - Bestar, Allmat sinds half 1996 - GIS in de toekomst
- sinds 2 jaar coördinatiegroep - intern bij RWS - structureel, wordt in bestekken verwerkt
afstemming RWS en provincie, is nog niet helemaal uitgewerkt
Rijkswaterstaat project Zandmaas, dhr. H. Versteegh
Circa 150.000.000 m3 in 6 jaar (1999 -
nog niet bekend
Voor een goede afstemming is dit project bedoeld
Voor goede afstemming is dit project bedoeld
2005)
Afstemming binnen de dienst m.b.t. benodigde en vrijkomende (secundaire) grondstoffen
, 8b.
Initiatieven voor afstemming
Rijkswaterstaat Intern, deel 3 RWS Directie
9. Kostenbesparing door landelijke of boven-regionale afstemming binnen RWS
10.
Verbetering t.a.v. afstemming en hergebruik van (zelf op te richten) gronden reststoffenbanken
Zuid-Holland dhr. Dorhout-Mees Postbus 556 3000 AN Rotterdam
- toepassing binnen 70 km, anders te hoge vervoerskosten - tijdsindeling en tijdelijke opslag is een nadeel
- afstemming met gemeente Rotterdam - opslag is in handen van de aannemer
- IPO-beleid wordt optimaal toegepast - inlandige putten worden beperkt, zeezand wordt dan gebruikt voor ophoging en bouwrijp maken van gemeenten (in minder milieu-gevoelige gebieden)
Noord-Nederland Dhr. T. Fokma Postbus 2301 8901 JA Leeuwarden
Er is geen afstemming nodig.
Er is geen grondstoffenbank nodig.
- Er zullen meer secundaire grondstoffen voorgeschreven gaan worden, overheidsbeleid. - Grondstoffen moeten beter gescheiden worden.om ze voor een hoogwaardige toepassing te kunnen gebruiken.
Noord-Brabant mw. J. Haak meester Waterstraat 16 5211 JD 's-Hertogenbosch
Theoretisch: economisch principe, er ontstaat meer duidelijkheid over grondstoffenstromen. Marktprijs wordt gerealiseerd dus kostenbesparing
Kleine depots met bermgrond zijn aanwezig. Wordt verwerkt binnen eigen werken. Verder geen fysieke grondstoffenbank nodig, wel informatiebank, geen sturing.
IPO-beleid is erg streng. Opgesteld vanuit milieu-hygiënisch oogpunt. Het is te technisch, zou meer rekening moeten houden met de praktische uitvoering.
In de uitvoeringsfase en tegenwoordig vaak al eerder.
Noordzee dhr. A.C. Dijkshoorn Postbus 5807 2280 HV Rijswijk
- afhankelijk prijs primaire stof - afhankelijk van de toepassing
niet van toepassing
- sneller toestaan van secundaire grondstoffen, minder testen - certificering
- voorbereiding - bij calamiteiten ad hoc
40
11.
Ontwikkelingen door het Bsb/IPObeleid
12.
Fase van het project waarin rekening gehouden wordt met grond- en reststoffenbanken
- ontwerp - bestek
Nu nog in geen enkele fase. Zou in de besteksvoorbereiding moeten.
RWS Directie
9. Kostenbesparing door landelijke of boven-regionale afstemming binnen
RWS
10.
Verbetering t.a.v. afstemming en hergebruik van (zelf op te richten) gronden reststoffenbanken
Zeeland dhr. H. v.d. Bosch Postbus 5014 4330 KA Middelburg
- afhankelijk van de afstanden en transportkosten - interessant bij grote hoeveelheden
ja, er is nu geen uitwisseling door gebrek aan informatie
Usselmeergebied dhr. A.J. Klein de Groot Postbus 600 8200 AP Lelystad
Nee, het loop al goed, materialen worden binnen dienst of RWS hergebruikt. Vervuilde materialen zouden verzameld kunnen worden en daarna verwerkt worden, dan wel kostenbesparing.
Utrecht dhr. ing. A. Ooms/ dhr. F.M. Waarsenburg
11.
Ontwikkelingen door het Bsb/IPObeleid
12.
Fase van het project waarin rekening gehouden wordt met grond- en reststoffenbanken
- eisen IPO-beleid te streng, zet rem op toepassing - Bsb wordt gemakkelijker
- ontwerp - besteksvoorbereiding
In toekomst, als aanbod groter is. Opslagcapaciteit voor cat. 2 grondstoffen moet vergroot worden.
Positieve ontwikkelingen, door stortverbod en dwang hergebruik van secundaire materialen wordt het economisch haalbaar. Gunstige randvoorwaarden
- voorbereidingsfase - opslag materialen wordt vooraf bekeken
- organisatorische kostenbesparing - opslag wordt duurder
Positief effect, meer bekendheid waardoor meer stoffen gebruikt kunnen worden
- meer regelgeving - met meer dingen rekening houden, is geen probleem - in begin veel vragen - voordeel: landelijk beleid
- vooral ontwerpfase - verdere fasen
Limburg dhr. ing. B. van Selst Postbus 25 6200 MA Maastricht
- weet niet, zou kunnen, maar is niet het enige doel - afweging verschillende aspecten - kosten - alternatieven - belangrijk dat er afstemming komt
Niet zelf oprichten, aan de markt overlaten. Wel stimuleren
- meer regelgeving, dus meer duidelijkheid - randvoorwaarden schrikken af - in Bsb wordt gemeente bevoegd gezag, vraag is hoe deze kan handhaven
- nog in geen enkele fase - eventueel in besteksfase
Oost-Nederland dhr. H. v.d. Top Postbus 9070 6800 ED Arnhem
nauwelijks kostenbesparing i.v.m. transportkosten
betere afstemming
- onduidelijkheid in regelgeving wordt weggenomen - in het begin kost het extra tijd, m.n. vergunning en melding - gemeente wordt bevoegd gezag, is nadeel, zij heeft te weinig kennis om te kunnen handhaven. Moet IPO-beleid in voorzien •
- voor ontwerp bekijken wat de grondstoffenbank te bieden heeft - in ontwerpfase van het bestek
Noord-Holland dhr. drs. A.J.M. van der Vliet Postbus 3119 2001 DC Haarlem
Misschien bijproduct, niet het belangrijkste doel. Doel is geen onnodige opslag en vertraging
- geen gegadigden - per provincie 2 of meer aanbieders is gunstig voor de prijs
geen overzicht
- zodra werk aanbesteed wordt, bij gunning bestek
Postbus 650 3430 AR Nieuwegein
~~"
41
- uitvoering
RWS Directie
9. Kostenbesparing door landelijke of boven-regionale afstemming binnen RWS
10. Verbetering t.a.v. afstemming en hergebruik van (zelf op te richten) gronden reststoffenbanken
11. Ontwikkelingen door het Bsb/IPObeleid
12. Fase van het project waarin rekening gehouden wordt met grond- en reststoffenbanken
Rijkswaterstaat, project Zandmaas, dhr. H. Versteegh
nog niet bekend
Grondsloffenbank is opgericht om afstemming te verbeteren
nieuwe regelgeving is een belangrijke reden voor oprichting van de grondstoffenbank
grondstoffenbank is de basis voor het project Zandmaas
42
Bijlage 2: Overzichtstabel huidige grondstoffenbanken buiten Rijkswaterstaat Tabel extern, deel 1 Nr Grondbank
1: Welke grond- en reststoffen 1)
2: Hoeveelheden die jaarlijks worden verhandeld
3: Regelingen die voor gronden reststoffenbanken van toepassing zijn
4: Belangrijkste aanbieders
5: Belangrijkste afnemers
1
Grondbank Den Haag dhr. A. Schutter Postbus 12651 2500 DP Den Haag
In principe alleen grond, schone grond ( G l ) , licht verontreinigd (G2). Voor overige grondstoffen wordt soms wel bemiddeld. Puin vrijkomend bij het zeven van grond wordt afgevoerd en verwerkt.
circa 100.000 ton/jaar
IPO, PMV en in toekomst Bsb
- Gemeente Den Haag -ENECO - particulieren
- gemeente Den Haag - gemeente Rotterdam - lokale afnemers
2
N.V. Grondbankcombinatie (van N.,V. afvalzorg Prov. N-H) dhr. R. Mulder Postbus 6343 2001 HH Haarlem
In principe alleen grond (cat. 1 en cat. 2). In de praktijk wordt voor overige grondstoffen doorverwezen naar derden. Categorie 2 grond komt in de praktijk zeer sporadisch voor.
in 1996 circa 100.000 ton
- IPO, later Bsb. Qua keuring wordt CHG-protocol aangehouden. - In een later stadium wordt "Kwaliteitsverklaringen grond" gevolgd.
zeer divers: - aannemers - overheden - particulieren
zeer divers: - aannemers - overheden - particulieren
3
Centrum Hergebruik Grond dhr. ing. W. Hagemeijer Europalaan 250 3526 KS Utrecht
In principe alle grond- en reststoffen die onder het IPO-beleid en Bouwstoffenbesluit vallen.
circa 500.000 ton (circa 10% reststoffen, rest grond) verdeeld over verschillende banken in Nederland (zie ook elders in de tabel): - LCHG Zuid Holland - Grondbankcombinatie van NV Afvalzorg te N-H; - LCHG Midden Nederland - LCHG Noord - LCHG Noord-Brabant - Grondbank Limburg
IPO-interimbeleid en in de toekomst Bsb
heel divers: - bedrijven - overheden - particulieren - RWS - Unie van waterschappen - adviesbureaus
heel divers: - RWS
Gestart in september 1996 1996: 10-20.000 ton streven 1997: 100-200.000 ton
IPO-interimbeleid en in de toekomst Bsb
3a
LCHG Zuid Holland dhr. Alex Leget (De Straat Milieuadviseurs te Delft) Antonia Veerstraat 3 2614 HT Delft
alleen grond
43
-NS - UvW - gemeenten - cultuurtechnische bedrijven
Wie welk materiaal aanbiedt is vertrouwelijke informatie
gemeenten uit heel Zuid-Holland, aannemers, particulieren, ingenieursbureaus, architectenbureaus.
gemeenten, aannemers en soms afzet via collega-grondbanken.
Nr Grondbank
1: Welke grond- en reststoffen 1)
2: Hoeveelheden die jaarlijks worden verhandeld
3: Regelingen die voor gronden reststoffenbanken van toepassing zijn
4: Belangrijkste aanbieders
5: Belangrijkste afnemers
3b
LCHG Noord dhr. Tim Romkes Newtonweg 1 Leeuwarden
in principe alleen grond (99%), soms puin of wegfunderingsmateriaal
1995 en 1996: circa 40.000 Ion grond
IPO-interimbeleid en in de toekomst Bsb
projectontwikkelaars, aannemers, soms gemeenten
Aannemer WMR (afdek stortplaats) en gemeente Lemmer (geluidwal)
3c
LCHG Midden Nederland dhr. Willein Moes Europalaan 250 3526 KS Utrecht
in principe alleen grond, maar in de praktijk ook overige bouwstoffen (circa 5%)
gestart op 1-1-1996 1996: 70-80.000 ton verwacht 1997: 150.000 ton
IPO-interimbeleid en in de toekomst Bsb
zeer divers, provincies, gemeenten, aannemers, architectenbureaus, ingenieursbureaus
RWS (contract A30 en convenant) afname grond en zand.
3d
LCHG Zuid Nederland dhr. Wien Thomas Europalaan 250 3526 KS Utrecht
alleen grond met uitzondering van schone grond
gereinigde grond: 375.000 Ion/jaar ongereinigde grond: 60-70.000 ton/jaar
IPO-interimbeleid en in de toekomst Bsb
grondreinigcrs, gemeenten, provincies. Met name via bodemsaneringen
RWS in het algemeen (regionale directies), aannemers en gemeenten
4
Grondbank Arnhem dhr. M. Koopmans Postbus 9200 6800 HA Arnhem
Momenteel alleen categorie 1 grond. Binnenkort waarschijnlijk ook categorie 1 overige bouwstoffen. TAG nog niet. Voor de nietgrond bouwstoffen vervult Grondbank Arnhem alleen een makelaarsfunctie.
60.000 - 75.000 ton grond per jaar
- Gelders Interimbeleid Grondstoffen (GIB) - PMV - vanaf 1998 Bsb
- gemeentelijke diensten (±30%) - milieu-adviesbureaus - aannemers - grote bedrijven - soms RWS en particulieren.
gemeente Arnhem voor de geluidwal
5
Grondbank Regio Twente dhr. R.G.H, ter Haar Postbus 1400 7500 BK Enschede
voorlopig alleen grond
prognose voor 1996 bedraagt ca. 60.000 ton (in 1995 nog niet operationeel)
- IPO-interimbeleid en in de toekomst Bsb - protocollen: in de toekomst "Kwaliteitsverklaring voor grond"
- 23 aaneengesloten gemeenten bij Regio Twente - aannemers
- 23 aaneengesloten gemeenten bij Regio Twente - aannemers
6
Grondbank Amsterdam Gem. A'dam, Grondbank kamer 5096 dhr. A. Blom Wiboutstraat 3 1091 GH Amsterdam
alleen grond, geen overige bouwstoffen (in de toekomst wellicht wel)
250.000 ton waarvan 150.000 Ion via het depot
- IPO - PVM -Bsb
-
gemeente aannemers projectontwikkelaars derden
- schone grond: markt - hergcbruiksgrond: gemeente Amsterdam
7
Grond- en reststoffenbank Rotterdam dhr. G.J. Walda/dhr. mr. ing. A. de Bode Postbus 6633 3002 AP Rotterdam
Alle grond en reststoffen die onder In totaal circa 350.000 ton, waarhet IPO-interimbeleid en het Bou- van 5 tot 10% reststof, de rest is wstoffenbesluit vallen. grond
- IPO - in toekomst Bsb - 'zonering' van de Grond- en Reststoffenbank Rotterdam wordt gehanteerd
-
gemeente Rotterdam aannemers provincies andere gemeenten soms andere regio's
- gemeente Rotterdam - aannemers
44
Nr Grondbank
1: Welke grond- en reststoffen 1)
2: Hoeveelheden die jaarlijks worden verhandeld
3: Regelingen die voor gronden reststoffenbanken van toepassing zijn
4: Belangrijkste aanbieders
5: Belangrijkste afnemers
IPO-interimbeleid en later Bouwstoffenbesluit
- eigen werken - gemeenten - provincies - aannemers - adviesbureau's - Staatsbosbeheer
-RWS - stortplaatsen - gemeenten (geluidwallen en ski-heuvel gem. Groningen) - derden
-
8
Grond van der Meulen/van der Wiel dhr. A. van der Wiel Postbus 508 9200 AM Drachten
In principe alleen grond.
circa 70.000 ton per jaar, waarvan circa 50.000 ton cat. 1 grond 200-300.000 ton schone grond
9
Heijmans Milieutechniek BV dhr. F.A. van Tol Postbus 377 5240 AJ Rosmalen
Alleen reinigbare grond. Reiniging via wasinstallatie of landfarming. Diverse lokaties, o.a. Nuenen, TOP-Moerdijk, Rosmalen, Wijster
- 100.000 - 250.000 ton/jaar, IPO-interimbeleid en later waarvan circa 10 - 20% via SCG Bouwstoffenbesluit - grootste deel komt als cat. 1 grond uit reiniging, soms als schone grond
- heel divers - 10- 20% via het SCG
10
Feniks Recycling B.V. dhr. ir. J. de Wijs Postbus 9265 1800 GG Alkmaar
AVI-reststoffen, onijzerd puin uit de Hoogovens, steenkorrelmix
- AVI-bodemas: ca. 400.000 ton/jaar - puin uit Hoogovens: 100150.000 ton/jaar - steenkorrelmix: kleine hoeveelheid (kon niet nader worden gespecificeerd)
IPO-interimbeleid en later Bouwstoffenbesluit
AVI-reststoffen: VAM-Wijster, - particuliere bedrijven AVI-Alkmaar en AVI-Amster- - in overleg met overheden. dam. Puin uit Hoogovens Umuiden. Steenkorrelmix: niet bekend bij contactpersoon.
11
Insulinde Recycling B.V. dhr. ing. J. Kappetein Decaweg 38 1042 AT Amsterdam
AVI-reststoffen, puin uit de Hoogovens (staalslakken, panslak, zeefzand, industrieel puin), gepelletiseerde bewerkte slib.
AVI-bodemas: ca. 400.000 ton/jaar. Puin uit hoogovens: ca. 200.000 ton/jr gepelletiseerd slib: ca. 100.000 ton/jr
IPO-interimbeleid en later Bouwstoffenbesluit
AVI-reststoffen: AVI-Twente, ARN Nijmegen, AVR Rozenburg, ROTEB, AVI-WestAmsterdam (deels). Puin uit Hoogovens Umuiden. slib van diverse zuiveringsinstallaties.
- RWS (DWW en Regionale directies) - grote gemeenten - provincies vaak langlopende (4-5 jr) contracten met de laatste twee.
12
Heros Aannemingsbedrijf B.V. dhr. G.J. Sluimer Postbus 1129 4700 BC Roosendaal
In totaal 250.000 ton/jaar. Heros verwerkt grond en alle reststoffen zoals genoemd in het provinciaal interimbeleid.
De grootste hoeveelheden zijn: AVI-bodemas: ca. 100.000 ton/jr staalslakken: ca. 30.000 ton/jr
IPO-interimbeleid en later Bouwstoffenbesluit
AVI-bodemas: AVI-Duiven (Arnhem) staalslakken: Nedstaal fosforslakken: Vlissingen grond: uit eigen projecten.
- aannemingsbedrijven - bouwbedrijven - geen RWS
13
Rijkswaterstaat, Project Zandmaas 2) dhr. H. Versteegh RWS/DWW Delft Postbus 5044 2600 GA Delft
Voornamelijk grond, klein deel overige reststoffen.
circa 150.000.000 m3 in 6 jaar (1999-2005)
Bouwstoffenbesluit, baggerspecieregelgeving, WVO
RWS
nog niet bekend bij RWS.
45
Heijmans Razob (afdekgrond) Heijmans asfaltinstallatie andere aannemers soms overheden
Nr
Grondbank
1: Welke grond- en reststoffen 1)
2: Hoeveelheden die jaarlijks worden verhandeld
3: Regelingen die voor gronden reststoffenbanken van toepassing zijn
4: Belangrijkste aanbieders
5: Belangrijkste afnemers
14
AVL-Sturing ing. D. van '1 Slot Postbus 1139 62101 BC MAASTRICHT
categorie 1 + 2 grond, schone grond, grond voor stortplaatsen
schone grond: 50.000 m3 cal. 1 + 2 grond: 100.000 m3 storten: 100.000 m3
Bouwstoffenbesluit, Wet milieubeheer, IPO-beleid
Gemeenten en particulieren
Stortplaatsen: schone grond voor eindafdekking. Cal. 1 en 2 voor nuttige toepassingen
15
BFI Oosterbeek ing. P. ten Voorde
Voornamelijk teerzeefzand en steenachtige materialen (BSA). Nauwelijks verontreinigde grond
Teerzeefzand: 50.000 ton per jaar
IPO-beleid, convenant voor teerzeefzand
Zowel particulieren als overheid
Stichting BRBS
TJ
Bij "welke grond- en reststotlen' staat soms aangegeven dat een grond- en reslstotlenbank 'in principe' alleen grond behandeld. In dat geval wordt incidenteel wel eens een andere reststof dan grond verhandeld of er wordt bemiddeld. Ook komt het wel eens voor dat in een partij grond puin zit. Na zeving wordt hel vrijgekomen puin apart afgezet. Bij de uitvoering van het project Zandmaas van Rijkswaterstaat zal een grote hoeveel materiaal vrijkomen. Binnen Rijkswaterstaat wordt nu onderzocht op welke wijze de vrijkomende materialen zo doelmatig en efflciënt mogelijk kunnen worden hergebruikt. Er zijn contacten met AVL-Sluring, CHG, A30-projectbureau RWS en A73-projectbureau RWS. In de tabel zijn de eerste voorlopige gegevens opgenomen.
2)
Rijkswaterstaat Extern, deel 2 Nr
Grondbank
6: Opslagcapaciteit
7: Opslagvoorzieningen
8: Gemiddelde opslagtijd
9: Beschikbaarheid grond
1
Grondbank Den Haag dhr. A. Schutter Postbus 12651 2500 DP Den Haag
- maximaal 20.000 m' - voormalig gasfabrieksterrein, moet nog gesaneerd worden - voornemen om terrein over ie doen aan particulieren
geen
- 1995: ca. 2 maanden - 1996: iets langer
- zand altijd beschikbaar - grond niet altijd (in Den Haag is relatief weinig grond en veel zand)
2
N.V. Grondbankcombinatie (van N.,V. afvalzorg Prov. N-H) dhr. R. Mulder Postbus 6343 2001 HH Haarlem
- .2 depots: Nauernau en Hollandse Brug Ie Naarden - ca. 50.000 ton (meer is mogelijk)
Zowel Nauemau als Hollandse Brug zijn stortplaatsen met IBC-voorzieningen
- meestal direct naar ander werk - gemiddeld 2 a 3 maanden
ja
3
Centrum Hergebruik Grond dhr. ing. W. Hagemeijer Europalaan 250 3526 KS Utrecht
- totale opslagcapaciteit is 300.000 tot 350.000 ton, verdeeld over 4 grote en 4 wat kleinere opslagplaatsen. - CHG kan gebruik maken van de NOAB opslagplaatsen
Bescherming voor de bodem aanwezig voor anders dan gevaarlijk afval
- ca. 10% in opslag - vaak korter dan 3 maanden - rest gaat van werk naar werk
Meestal wel, behalve als er grote partijen afgenomen worden
3a
LCHG Zuid Holland dhr. Alex Leget (De Straat Milieuadviseurs te Delft) Antonia Veerstraat 3 2614 HT Delft
nog niet beschikbaar. In de toekomst wellicht enkele kleine opslagplaatsen. Nu wordt eventueel gebruik gemaakt van opslagplaatsen van Rotterdam, Den Haag, Moerdijk of CHG.
n.v.t.
n.v.l.
vrijwel altijd.
46
Nr
Grondbank
6: Opslagcapaciteit
7: Opslagvoorzieningen
8: Gemiddelde opslagtijd
9: Beschikbaarheid grond
3b
LCHG Noord dhr. Tim Romkes Newtonweg 1 Leeuwarden
circa 100.000 m3.
geheel voorzien van lBC-voorzienin-
Voor de meeste partijen in de praktijk nagenoeg geen opslagtijd. Sommige wat moeilijker afzetbare partijen liggen soms enige maanden.
gemiddeld circa 10.000 ton in opslag
3c
LCHG Midden Nederland dhr. Willem Moes Europalaan 250 3526 KS Utrecht
Top Grondbeheer (TGB) en tussenopslag voor A30.
TGB voorzien van bodemafdichting en WM-vergunning Tussenopslag A30 geen voorzieningen (niet nodig voor categorie 1 grond), behalve een scheidingslaag tussen opslag en maaiveld van zwarte gegloeide grond.
in de praktijk circa 3 maanden
ja, hoeveelheid wisselt sterk
3d
LCHG Zuid Nederland dhr. Wien Thomas Europalaan 250 3526 KS Utrecht
Top Grondbeheer in Moerdijk (dochter van SCG)
TGB voorzien van bodemafdichting en WM-vergunning
geen opslagtijd op TGB. In de praktijk wordt tot nu toe altijd nog het 'werk met werk' gehanteerd. Individuele reinigers hebben wel eigen opslag.
Altijd ± 100.000 ton in opslag bij de reinigers.
4
Grondbank Arnhem dhr. M. Koopmans Postbus 9200 6800 HA Arnhem
N.v.t., alles gaat direct naar geluidwal
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
5
Grondbank Regio Twente dhr. R.G.H, ter Haar Postbus 1400 7500 BK Enschede
- ca. 30.000 ton asfalt - daarbuiten ca. 100.000 ton
zie opslagcapaciteit
nog geen zicht op gezien de korte bestaanstijd
nog geen zicht op
6
Grondbank Amsterdam Gem. A'dam, Grondbank kamer 5096 dhr. A. Blom Wiboutstraat 3 1091 GH Amsterdam
1' depot: 25.000 ton 2' depot: TOP (max. 8 jaar) 150.000 ton voor gecertificeerde cat. 1 grond
T depot: foliekuip met drainage en BAGA opslag voor zwaar verontreinigde grond
- sterk verontreinigd: ca. 3 maanden - licht verontreinigd (hergebruik): ca. 6 maanden
ja
7
Grond- en reststoffenbank Rotterdam dhr. G.J. Walda/dhr. mr. ing. A. de Bode Postbus 6633 3002 AP Rotterdam
- DOP-NOAB, tevens bufferopslagplaats - DOP-NOAB ook voor bedrijfsafval - aantal lokaties in de stad voor verwerking en tijdelijke opslag (TOP)
DOP en een TOP: vloeistofdichte vloer. Lichtverontreinigde grond wordt opgeslagen zonder bodembeschermende voorzieningen (niet nodig). Overige materialen in opslag met bodembeschermende voorzieningen
ca. 1 a 1,5 maand
ja
gen
47
Nr
Grondbank
8
Grond van der Meulen/van der Wiel dhr. A. van der Wiel Postbus 508 9200 AM Drachten
9
7: Opslagvoorzieningen
8: Gemiddelde opslagtijd
9: Beschikbaarheid grond
2 TOP's - 1 voor cal. 1 grond - 1 voor cat. 2 grond
Voor categorie 2 grond en de biologische grondreiniging is een terrein beschikbaar met bodembeschermende voorzieningen (WM-vergunning aanwezig).
voor schone grond en categorie 1 grond nauwelijks. Voor categorie 2 of biologisch rcinigbare grond: zeer variabel (tot enkele maanden)
ja
Heijmans Milieutechniek BV dhr. G. van Tol Postbus 377 5240 AJ Rosmalen
gezamenlijke opslagcapaciteit in heel Nederland meer dan 200.00 ton
Alle opslagplaatsen hebben Wmvergunning en onderafdichting
enkele weken
meestal wel
10
Feniks Recycling B.V. dhr. ir. J. de Wijs Postbus 9265 1800 GG Alkmaar
Zelf geen opslagcapaciteit. Wel opslagcapaciteit bij AVI-Alkmaar en bij VAM-Wijster. Ze kunnen ook gebruik maken van opslagterreinen van Ballast Nedam.
In Alkmaar en Wijster zijn bodembeschermende voorzieningen getroffen (WM-vergunning aanwezig). Opslagplaatsen van Ballast Nedam hebben geen bodembeschermende voorzieningen.
gemiddeld: 3-6 maanden
meestal is er wel voorraad. Aangeraden wordt om enkele maanden voor afname te reserveren.
II
Insulinde Recycling B.V. dhr. ing. J. Kappetein Decaweg 38 1042 AT Amsterdam
Opslagcapaciteit beschikbaar van circa 300.000 ton.
Alle opslagcapaciteit is voorzien van bodembeschermende voorzieningen (WM-vergunning aanwezig).
zeer variabel, gemiddelde rond de 6 maanden.
vrijwel altijd voorraad aanwezig.
12
Heros Aannemingsbedrijf B.V. dhr. G.J. Sluimer Postbus 1129 4700 BC Roosendaal
200.000 ton eigen opslagcapaciteit in Roosendaal. Ook staan door eigen verwerkingsinstallaties voor breken, zeven, scheiden non-ferro en ferro.
Alle opslagcapaciteit is voorzien van bodembeschermende voorzieningen (WM-vergunning aanwezig).
zeer variabel, gemiddeld rond de 3 maanden.
altijd voorraad aanwezig (alle materialen)
13
Rijkswaterstaat, Project Zandmaas dhr. H. Versteegh RWS/DWW Delft Postbus 5044 2600 GA Delft
nog niet bekend bij RWS
nog niet bekend bij RWS
nog niet bekend bij RWS
ja, tijdens de looptijd van project Zandmaas van 1999-2005.
14
AVL-Sturing Maastricht ing. D. van 't Slot Postbus 1139 6201 BC MAASTRICHT
Nu nog beperkt. Op termijn terrein van 3 ha beschikbaar
Twee depots. Overdekte hal (5.000 m3) en 15.000 m3 in de open lucht
Nu geen opslagtijd. Verwachting is dat dit op termijn 3 maanden zal zijn.
Nu niet. aanbod wordt door vraag gedekt. Op termijn neemt aanbod toe
15
BFI Oosterbeek ing. P. ten Voorde
Circa 25.000 ton
TOP's zijn integraal onderdeel van de installatie
Circa een halfjaar
Ja, permanent beschikbaar
II 6: Opslagcapaciteit
48
Rijkswaterstaat Extern, deel 3 Nr
Grondbank
10: Kosten voor aanbieden grond- en reststoffen 3)
11:
1
Grondbank Den Haag dhr. A. Schutter Postbus 12651 2500 DP Den Haag
externe tarieven: - schone grond (Gl) ƒ 5,- per m3 - stedelijk (G2) ƒ 26,- per m3 - niet gezoneerde, onverdacht ƒ 30,50 per m3 - centrum (G3) ƒ 105,- per m' - schoon puin afvoer en verwerken ƒ 27,50 per ton - bouw- en sloopafval ƒ 97,50 per m 3
- schone grond: ƒ 8,- per mJ (incl. zeven) of ƒ 6,- per. m 3 (zonder zeven) - categorie 1 (G2): ƒ 3,50 per m 3 (incl. zeven) of ƒ 2,50 per m 3 (zonder zeven)
-
2
N.V. Grondbankcombinatie (van N.,V. afvalzorg Prov. N-H) dhr. R. Mulder Postbus 6343 2001 HH Haarlem
afhankelijk van grootte partij, chemische en fysische kwaliteit: ƒ 8,- tot 40,- per ton ter indicatie partij categorie 1 grond van ± 1000 ton: ƒ 10-14,- per ton
schone grond: marktconform - cat. 1 grond: vaak om niet - cat. 2 grond: nog niet voorgekomen
- opslagkosten: ƒ 9,- tot 9,50 per ton per maand incl. laden bij afvoer. - keuringskosten: zit in de acceptatieprijzen
3
Centrum Hergebruik Grond dhr. ing. W. Hagemeijer Europalaan 250 3526 KS Utrecht
- TAG ca. ƒ 60,- per ton - grond is afhankelijk van grootte partij en verontreinigingsgraad
- cat. 1 grond prijs 0 tot 2/3 van de prijs van schone grond - schone grond circa ƒ 12,- categorie 1 grond circa ƒ 8,-
- opslag/handeling: ƒ 10 - 16 per ton - onderzoek: ƒ 1,50 - 4,- per ton - keuring: inclusief de aanbiedingsprijzen (NVNpakket + korrelverdeling)
3a
LCHG Zuid Holland dhr. Alex Leget (De Straat Milieuadviseurs te Delft) Antonia Veerstraat 3 2614 HT Delft
- varieert tussen de ƒ 15 en 25,- per ton (inclusief certificering) - schone grond komt nauwelijks voor
- cat. 1 grond in de praktijk - / - ƒ 5 - 15,- per ton (afnemer krijgt geld mee; volgens dhr. Leget gebeurt dit ook bij o.a. Grond- en reststoffenbank Rotterdam). - cat. 1 grond richtprijs ƒ 5 - 6,- per ton.
- opslag/handling: ƒ 3,50 per ton vaste kosten en ƒ 1,25 per ton per maand - keuring en administratie: in de aanbiedingsprijzen inbegrepen.
3b
LCHG Noord dhr. Tim Romkes Newtonweg 1 Leeuwarden
- cat. 1 grond ƒ 7,50 tot 9,- per ton (exclusief transport en inclusief certificering)
- categorie 1 grond: ƒ 3 tot 4,- per ton - schone grond: marktconform (afhankelijk van vraag/aanbod)
- opslag/handling: ƒ 12,50 - 13,- per ton voor 6 maanden - keuring en administratie: in de aanbiedingsprijzen inbegrepen.
3c
LCHG Midden Nederland dhr. Willem Moes Europalaan 250 3526 KS Utrecht
varieert naar hoeveelheid en soort grond - categorie 1 grond: ƒ 14 - 30,- per ton
- categorie 1 grond: ± ƒ 3,- per ton - zand: 2/3 van de geldende prijs voor putzand in die regio.
- opslag op TGB: ƒ 12,50 per ton per jaar. - keuring en administratie: in de aanbiedingsprijzen inbegrepen.
3d
LCHG Zuid Nederland dhr. Wien Thomas Europalaan 250 3526 KS Utrecht
kostprijzen variëren met de markt en is vrijwel altijd maatwerk. De minimum en maximum prijzen liggen volgens de heer Thomas ergens tussen de ƒ 10-40,per ton.
- 2/3 van de prijs van primaire bouwstof, franco op het werk geleverd.
- opslag-, keurings- en administratiekosten zijn inclusief de verkoopprijs.
49
Kosten (prijzen) voor afzetten van grond- en reststoffen 4)
12: Kosten voor opslag, administratie en keuring
bemiddeling: ƒ 1,50 per m' opladen: ƒ 1,75 per m 3 opslaan: ƒ 1,25 per m 3 per week ontvangen: ƒ 2,00 per m 3 zeven (apart): ƒ 7,75 per m 3 bemonstering (excl. analyse): ƒ 125,- voor Ie monster en ƒ 75,- voor ieder volgend monster
Nr
Grondbank
4
10: Kosten voor aanbieden grond- en reststoffen 3)
11:
Grondbank Arnhem dhr. M. Koopmans Postbus 9200 6800 HA Arnhem
- ƒ 22,- per ton - ƒ 20,- per vracht
n.v.t.
keuring volgens GIB of Bsb
5
Grondbank Regio Twente dhr. R.G.H, ter Haar Postbus 1400 7500 BK Enschede
- categorie 1: ƒ 15 - 20,- per ton - categorie 2: ƒ 2 0 - 25,- per ton
afhankelijk van de partij: - categorie 1: nul tarief - categorie 2: -/- ƒ 2,50 per ton - schone grond: marktprijs
- opslag ƒ 10 - 15,- per ton per jaar (minimaal half jaar betalen) - keuring: circa ƒ 3,- per ton
6
Grondbank Amsterdam Gem. A'dam, Grondbank kamer 5096 dhr. A. Blom Wiboutstraal 3 1091 GH Amsterdam
- gecertificeerde cat. 1 grond: ƒ 17,50 per ton - twijfelachtige grond: ƒ 35,- per ton (sterk verontreinigd wordt niet overgenomen)
- prijs cat. 1 en 2 grond is afhankelijk van project (marktmechanisme) - schone grond: marktprijs
- opslag: ƒ 20,- ton max. 8 weken incl. bemonstering - administratie: zit in tarief - keuring: zit in tarief
7
Grond- en rcstsloffenbank Rotterdam dhr. G.J. Walda/dhr. mr. ing. A. de Bode Postbus 6633 3002 AP Rotterdam
- bedrijfsafval: ƒ 77,50 per ton - reinigbaar afval: reinigingsprijs - niet reinigbaar afval met SCG-verklaring: ƒ 77,50 per ton - niet reinigbaar afval zonder SCG-verklaring: ƒ 106,70 per ton - gevaarlijk afval: ƒ 135,- per ton - schone grond: ƒ 0 - 5,- per ton - zone I grond: ƒ 5,- per ton - zone II grond: ƒ 25,- per ton - zone III grond: ƒ 35,- per ton - categorie 1 grond: ƒ 25,- per ton
-
- handeling en overslag ƒ 6,- per ton - opslag: ƒ 6,- per ton per maand - administratie en keuring: bij prijs inbegrepen
8
Grond van der Meulen/van der Wiel dhr. A. van der Wiel Postbus 508 9200 AM Drachten
prijzen is een kwestie van vraag en aanbod en liggen in de range van 5 tot 20 gulden per ton.
alle materialen: marktconform
zit inbegrepen in de tarieven
9
Heijmans Milieutechniek BV dhr. G. van Tol Postbus 377 5240 AJ Rosmalen
grond voor wasinstallatie: ƒ 50 - 150,- per ton grond voor landfarming: ƒ 50 - 150,- per ton
- schone grond: ca. ƒ 5,- per ton - cat. 1 grond: enkele guldens per ton (max ƒ 5,-)
zit inbegrepen in de tarieven
11
Kosten (prijzen) voor afzetten van grond- en reststoffen 4)
categorie IA grond: ƒ 13,- per ton categorie 1B grond: ƒ 20,- per ton ophooggrond: ƒ 1 1 , - per m3 teelaarde: ƒ 18,- per m3 tuinaarde: ƒ 25,- per m3 bermzand en overige: prijs op aanvraag
50
12: Kosten voor opslag, administratie en keuring
3) 4)
Nr
Grondbank
10
Feniks Recycling B.V. dhr. ir. i. de Wijs Postbus 9265 1800 GG Alkmaar
aankoop wordt geregeld via contracten. Hierover gaf Feniks geen verder informatie.
materialen worden meestal om niet of met geld toe geleverd (prijs afhankelijk van materiaal, hoeveelheid en transportafstand).
zit inbegrepen in de tarieven
11
Insulinde Recycling B.V. dhr. ing. J. Kappetein Decaweg 38 1042 AT Amsterdam
aankoop wordt geregeld via contracten. Prijs per ton kan variëren tussen ƒ 9 - 50,- (dit wordt betaald aan Insulinde).
materialen worden meestal om niet of met geld toe geleverd (prijs afhankelijk van materiaal, hoeveelheid en transportafstand).
zit inbegrepen in de tarieven
12
Heros Aannemingsbedrijf B.V. dhr. G.J. Sluimer Postbus 1129 4700 BC Roosendaal
prijzen marktconform en afhankelijk van materiaal en transportafstand. Laatst genoemde is vaak grootste kostenpost.
marktconform. Indicatieve afhaalprijzen ƒ 0-10,- per ton.
zit inbegrepen in de tarieven
13
Rijkswaterstaat, Project Zandmaas dhr. H. Versteegh RWS/DWW Delft Postbus 5044 2600 GA Delft
nog niet bekend bij RWS
nog niet bekend bij RWS
nog niet bekend bij RWS
14
AVL-Sluring ing. D. van 't Slot Postbus 1139 6201 BC MAASTRICHT
schone grond: ƒ 2/ton cat. 1. grond: ƒ 10/ton cat. 2 grond: ƒ 40/ton storten tot BAGA: ƒ 75/ton Storten boven BAGA: ƒ 130/ton
Schone grond: ƒ 3 - 4/ton wordt betaald Cat. 1: ƒ O/ton Cat: 2: ƒ O/ton Storten tot BAGA: ƒ 62/ton Storten boven BAGA: ƒ 125/ton
Opslag: ƒ 10/ton Administratie: ƒ 2/ton Keuring: 1,50/ton
15
BFI Oosterbeek ing. P. ten Voorde
Niet van toepassing. Materiaal maakt deel uit van BSA
Afhankelijk van de chemische samenstelling ƒ 20 60/ton
Het betreft geen bank maar een TOP
II 10: Kosten voor. aanbieden grond- en reststoffen 3)
11:
Kosten (prijzen) voor afzetten van grond- en reststoffen 4)
12: Kosten voor opslag, administratie en keuring
De prijzen die hier zijn aangegeven zijn de prijzen die een aanbieder betaalt aan de grondbank. Indien de grondbank betaalt aan de aanbieder staat hier een getal met "-/-" ervoor. De prijzen die hier zijn aangegeven zijn de pnjzen die een afnemer betaalt aan de grondbank. Indien de grondbank betaalt aan de afnemer staat hier een getal met "-/-" ervoor.
51
Rijkswaterstaat Extern, deel 4 Nr Grondbank
1
2
13:
Achtergronden voor oprichting grond- en reststoffenbank
Grondbank Den Haag dhr. A. Schutter Postbus 12651 2500 DP Den Hang
- 1992: weinig mogelijkheden voor afzet (= aan-
N.V. Grondbankcombinatie (van N.,V. afvalzorg Prov. N-H) dhr. R. Mulder Postbus 6343 2001 HH Haarlem
In 1993 heeft NV Afvalzorg de coördinatie van grondstromen op zich genomen. Oogmerk is geen winst en marktconform functioneren.
leiding) - 1993: depot + bemiddeling opgezet
14: Bedrijfsplan
15: Samenwerking met RWS
16:
Regionale of landelijke afstemming met andere grond- en reststoffenbanken
Doelstelling: stimuleren hergebruik, marktconform werken en tegengaan illegale depotvorming. Er is nu alleen een handleiding voor intern gebruik, geen bedrijfsplan. Richtlijn vanuit de Gemeente is dat de grondbank kostendekkend moet draaien. Organisatie: Grond valt onder Produktgroep Straten en bank valt onder Ing. bureau. Dit zal binnenkort veranderen (hoe is nog niet bekend). Het hoofd bedrijfsbureau dhr. A. Swart is verantwoordelijk.
Nee, wel contact gehad, maar Grondbank Den Haag is te kleinschalig voor RWS
Ja, maar niet openbaar Doelstelling: grondstromen verwerken en toepassen conform beleid en regelgeving en zonder winstoogmerk werken. Organisatie: 51% aandelen van NV Afvalzorg en 49% van CHG. Dhr. R.B. Leeftink is eindverantwoorde-lijke en dhr. H. Teunissen is bedrijfsleider.
Bij verschillende relatief Regelmatig overleg met CHG, kleinschalige projecten is er Z-H en Rotterdam samenwerking geweest met RWS, bijvoorbeeld Noordersluiseiland te Umuiden. Hier is geadviseerd over herbruikbaarheid grond.
52
Alleen regelmatig contact met Grond- en reststoffenbank Rotterdam en Wagenaar
GWW
17:
Registratieformulieren, certificaten/kwaliteitsverklaringen, controle
- voorlopige inklaring op grond geleverde gegevens - na keuring geeft afd. Milieu definitieve acceptatie af
van
Inkeuring volgens CHG- methode. Op basis hiervan al dan niet een certificaat.
Registratieformulieren, certificaten/kwaliteitsverklaringen, controle
13: Achtergronden voor oprichting grond- en reststoffenbank
14: Bedrijfsplan
15: Samenwerking met RWS
16:
3
Centrum Hergebruik Grond dhr. ing. W. Hagemeijer Europalaan 250 3526 KS Utrecht
Door de regelgeving op gebied van bodembescherming en hergebruik van licht verontreinigde grond.
Ja, maar niet openbaar Doelstelling: Het zo goedkoop mogelijk milieuhyg. verantwoord hergebruiken van licht verontreinigde materialen en het stimuleren van de sanering van verontreinigde bodem. Organisatie: NV CHG valt onder het SCG. Eindverantwoordelijke is dhr. ir. S.H. Brunekreef. Dhr. ing. J. Postma is bedrijfsleider CHG
- contract met RWS voor levering zand voor A30 - convenant (niet ondertekend) met RWS, hierin staat dat RWS de protocollen van CHG volgt - contracten met werkgroep baggerspecie, POSW en diverse regionale directies van RWS
Regelmatig overleg met grondbanken Amsterdam, Rotterdam en Arnhem
3a
LCHG Zuid Holland dhr. Alex Leget (De Straat Milieuadviseurs te Delft) Antonia Veerstraat 3 2614 HT Delft
leemte in de markt, nieuw produkt i.s.m. CHG.
Doelstelling: het bij elkaar brengen van vraag en aanbod van grond en toezien op milieurandvoorwaarden. Organisatie: grondbank is een aparte BV 33% aandelen van De Straat Milieuadviseurs 33% aandelen van aannemer A.H.A. de Man uit Rotterdam 33% aandelen van CHG Dhr. Leget is verantwoordelijke.
- contacten met RWS momenteel via CHG. - contact gehad met dhr. Dorhout Mees van Dir. Z.H.: geen respons, vooralsnog regelen zij zelf grondstromen
contacten met CHG, Rotter- . conform CHG-melhode dam, Den Haag, Amsterdam, Fred Wagenaar (aannemer te Hazerswoude-Rijndijk).
Doelstelling: als CHG Organisatie: aparte BV, 100% aandelen CHG. Dhr. Romkes is verantwoordelijke.
nauwelijks contact met RWS; soms biedt RWS partijen grond aan.
3b
B
Regio-verdeling CHG is aanleiding geweest voor oprichting.
LCHG Noord dhr. Tim Romkes Newtonweg 1 Leeuwarden
I
DO
C
(bibliotheek en documentatie) Dienst Weg- en Waterbouwkunde Van der Burghweg 1 ,. Postbus 5044, 2600 GA DELFT Tel. 015 - 2 6 99 3 6 3 / 364
53
Regionale of landelijke afstemming met andere grond- en reststoffenbanken
17:
Nr Grondbank
Acceptanten nemen ter plekke monsters, maken foto's en schrijven begeleidingsbonnen voor transport. Kopie van formulieren gaan naar de grondbank. De partij wordt circa 14 dagen 'in de gaten' gehouden. Voor monsterneming worden 8 monsters van elk 50 grepen genomen uit elke 2000 ton. De partijen gaan met transportbon op weg. Particulieren of anderen die een partij zonder gegevens aanleveren moeten een borg betalen voor het geval de partij gevaarlijk afval blijkt te zijn. Analyses op componenten uit NVN 5740 pakket.
- contact met dhr. Jorissen, hoofd water DWW: geen belangstelling
contacten met De Vries-Joure (aannemer te Lemmer), aannemer v/d Meulen v/d Wiel en reststoffenbank BRP (Grontmij) te Haaren
conform CHG-methode
Nr Grondbank
13: Achtergronden voor oprichting grond- en reststoffenbank
14: Bedrijfsplan
15: Samenwerking met RWS
16: Regionale of landelijke afstemming met andere grond- en reststoffenbanken
17: Registratieformulieren, certificaten/kwaliteitsverklaringen, controle
3c
LCHG Midden Nederland dhr. Willem Moes Europalaan 250 3526 KS Utrecht
Regio-verdeling CHG is aanleiding geweest voor oprichting.
Doelstelling: als CHG Organisatie: aparte BV, 33% aandelen CHG, 33% aandelen Grontinij (dhr Wiegerink te Zwolle) en 33% aandelen KWS (dhr. Groenendijk te Zwolle). Dhr. Moes is verantwoordelijke.
contacten met RWS via CHG (vaak op projectbasis), levering grond A73 (Dir. Limburg RWS)
contacten met diverse grondbanken in Nederland.
conform CHG-methode
3d
LCHG Zuid Nederland dhr. Wien Thomas Europalaan 250 3526 KS Utrecht
Regio-verdeling CHG is aanleiding geweest voor oprichting.
Doelstelling: als CHG Organisatie: aparte BV, 100% aandelen CHG. Dhr. Thomas is verantwoordelijke.
contacten met RWS via CHG (vaak op projectbasis). Momenteel vrijwel alle geschikte grond naar de A30.
contacten met andere LCHG's in Nederland
conform CHG-methode
4
Grondbank Arnhem dhr. M. Koopmans Postbus 9200 6800 HA Arnhem
Eind tachtiger jaren begon er veel licht verontreinigde grond te komen. Middels de Grondbank is hiervoor een oplossing gezocht.
- bezig met een ondernemingsplan (niet openbaar) Doelstelling: alle vrijkomende lichtverontreinigde grond uit Regio Arnhem doelmatig en efficiënt te hergebruiken. Organisatie: Grondbank valt onder Dienst Milieu en Openbare Werken, Sector Milieu en Energie van Gemeente Arnhem. Dhr. Koopmans is sectorhoofd en ei nd verantwoorde! ij ke
- niet veel - in het verleden heeft RWS grond aangeleverd (bijv. vanuit werk aan de Waalbrug bij Zallbommel)
- contacten met diverse grondbanken in Nederland
Per 1000 nr' wordt 1 monster bestaande uit 10 grepen genomen en geanalyseerd volgens het NVN 5740 pakket. Indien nodig wordt een uitloogonderzoek uitgevoerd.
5
Grondbank Regio Twente dhr. R.G.H, ter Haar Postbus 1400 7500 BK Enschede
- regelgeving hergebruik - geen directe toepassing mogelijk - behoefte aan een soort makelaar en opslagruimte
Ja, maar niet openbaar Nee, nog niet. Er is wel overDoelstelling: doorzet van 60.000 ton leg geweest met RWS depotgrond per jaar met als nevendoel het bouw te Leusden en Directie verantwoord en doelmatig hergebruik Oost-Nederland; (nog) geen van grond. concrete afspraken. Organisatie: Grondbank valt onder Regio Twente, sector Afvalbeheer en exploitatie. Dhr. Ton Kuipers is hoofd en eindverantwoordelijke.
54
- wel contacten, geen concrete Vooraanmeldingsformulier + evt. afspraken analyserapport is nodig voor de voorlopige acceptatie. Daarna monstername per 500 nr' volgens inspectierichtlijn en analyse volgens NVN 5740 inclusief lutum en humus. Vervolgens definitieve acceptatie.
Nr Grondbank
13:
6
Grondbank Amsterdam Gem. A'dam, Grondbank kamer 5096 dhr. A. Blom Wiboutstraat 3 1091 GH Amsterdam
7
8
14: Bedrijfsplan
15: Samenwerking met RWS
16:
- aanleiding in 1989 - max. 150.000 ton grond per jaar afvoeren naar Nauernau - daarna kwam hergebruiksregeling
Ja, maar niet openbaar Doelstelling: Doelmatig en milieuhyg. verantwoord hergebruik van grond. Organisatie: grondbank is onderdeel van Grondbedrijf Amsterdam en functioneert min of meer zelfstandig met eigen verantwoordelijkheid. Dhr. Fred Jansen is verantwoordelijke.
Nee
Regulier contact (2x per jaar) met SCG en Grondbankcombinatie Rotterdam om ervaringen uit te wisselen.
Vereist bij aanmelding: Evt. onderzoeksrapport, financiële dekking/borgsom. Op basis hiervan wordt een voorlopige indeling in categorieën gemaakt. Daarna zelf keuren (per 500 ton 1 mengmonster, aansluiting wordt gezocht bij protocol schone grond) Vervolgens analyse NVN 5740 pakket en definitieve acceptatie.
Grond- en reststoffenbank Rotterdam dhr. G.J. Walda/dhr. mr. ing. A. de Bode Postbus 6633 3002 AP Rotterdam
- Gemeente wilde hergebruik stimuleren - er werd te veel gestort
Bedrijfsplan is in behandeling, niet openbaar Doelstelling: het bevorderen en initiëren van hergebruik en nuttige toepassing van grond en reststoffen geënt op milieuhyg. en economische maatstaven en waarbij de continuïteit van toepassingsmogelijk-heden wordt gegarandeerd. Organisatie: de Grond- en reststoffen-bank valt onder het Ingenieursbureau Milieu (IM) van de Gemeente Rotterdam. Hoofd IM is dhr. Hans Nijsen hoofd grond en reststoffenbank is dhr. Arie de Bode.
Regelmatig contact met RWS, m.n. regionale directie ZuidHol land en Bouwdienst. Contacten zijn met name gebonden aan partijen materialen. Er is geen structureel contact. materialen die van en naar RWS gaan zijn schone grond, licht verontreinigde grond, soms overige reststoffen en teerhoudend asfaltgranulaat.
Regelmatig overleg met diverse grond- en reststoffenbanken
Op basis van zonering of bijgeleverde analyses wordt een voorlopige indeling gemaakt.
Grond van der Meulen/van der Wiel dhr. A. van der Wiel
Grondwal RWS waarin secundaire grondstoffen verwerkt zijn.
Doelstelling: geld verdienen. Organisatie: particulier bedrijf contactpersoon is de heer S. Drenth.
Veel contacten met RWS, Directie Noord Nederland
contacten op projectbasis.
Postbus 508 9200 AM Drachten
Achtergronden voor oprichting grond- en reststoffenbank
55
Regionale of landelijke afstemming met andere grond- en reststoffenbanken
17:
Registratieformulieren, certificaten/kwaliteitsverklaringen, controle
In depot wordt vervolgens bemonstering uitgevoerd (2 mengmonsters van elk 50 grepen per 1000 m3) Aan schone grond wordt een certificaat gegeven. Aan andere grond wordt een beoordelingsformulier gegeven. Analyses volgens het TOP/DOPpakket, welke afwijkend is van het NVN 5740 pakket. Hoe afwijkend wist de persoon in kwestie niet aan te geven. Bij vervoer worden begeleidingsbonnen meegegeven. keuring volgens IPO-interimbeleid.
Nr Grondbank
13: Achtergronden voor oprichting grond- en reststoffenbank
14: Bedrijfsplan
15: Samenwerking met RWS
16: Regionale of landelijke afstemming met andere grond- en reststoffenbanken
17: Registratieformulieren, certificaten/kwaliteitsverklaringen, controle
9
Heijmans Milieutechniek BV dhr. G. van Tol Postbus 377 5240 AJ Rosmalen
Er was markt voor.
Ja, maar niet openbaar - contacten met POSW en regelmatig contacten met Doelstelling: geld verdienen binnen Directie Limburg CHG, Stadsgewest 'sde milieuhyg. randvoorwaarden die - afspraken met dienst-kringen Hertogenbosch, Razob en beleid en regelgeving stelt. in Noord-Brabant over te Regio Eindhoven Organisatie: onderdeel van Heijmans leveren grond in geval van Milieutechniek, calamiteiten dhr. H. Lucius van afdeling Handling is verantwoordelijk voor de biologische installaties dhr. F.A. van Tol van afdeling Grondreiniging is verantwoordelijk voor de grondwasinstallaties.
• uitkeuring bij wasinstallaties: Hier worden om het uur steken genomen. Per dag ontstaan zo 16 steken waaruit een mengmonster wordt samengesteld. Dit wordt geanalyseerd op de kritische componenten (kan per partij verschillen). - uitkeuring uit depot: Hiervoor worden de protocollen van het Bouwstoffenbesluit gevolgd.
10
Feniks Recycling B.V. dhr. ir. J. de Wijs Postbus 9265 1800 GG Alkmaar
Er was markt voor (geld verdienen)
Doelstelling: geld verdienen. Organisatie: private onderneming contactpersoon is de heer ir. J. de Wijs
in verleden AVl-bodemas geleverd voor RW Al5. Op dit moment in overleg met DWW en diverse Regionale Directies van RWS.
Overleg met Ballast Nedam (moedermaatschappij), huisvuilcentrales en Grondbank Alkmaar
AVl-bodemas wordt met KOMOcertificaat geleverd (vrijwel altijd bijzondere categorie volgens Bouwstoffenbesluil). Kwaliteitszorg volgens Bouwstoffenbesluit voor alle materialen.
II
Insulinde Recycling B.V. dhr. ing. J. Kappetein Decaweg 38 1042 AT Amsterdam
Er was markt voor (geld verdienen)
Doelstelling: geld verdienen. Organisatie: private onderneming contactpersoon is de heer ing. J. Kappetein
ja, op projectbasis contact met RWS (er werd geen nadere informatie gegeven).
geen
AVl-bodemas wordt met KOMOcertificaat geleverd (vrijwel altijd bijzondere categorie volgens Bouwstoffenbesluit). Kwaliteitszorg volgens Bouwstoffenbesluit voor alle materialen. Staalslakken: categorie 1 panslakken: categorie 2 zeefzand en puin: categorie 1 of 2 slib: categorie niet bekend.
12
Heros Aannemingsbedrijf B.V. dhr. G.J. Sluimer Postbus 1129 4700 BC Roosendaal
Er was markt voor (geld verdienen)
Doelstelling: geld verdienen. Organisatie: private onderneming contactpersoon is de heer G.J. Sluimer
momenteel geen samenincidenteel, niet structureel werking. Er is wel overleg met regionale directies van RWS
56
indien de afnemer van materialen dat vereist: conform IPO-inlerimbeleid en later Bouwstoffenbesluit.
Nr Grondbank
13:
13
Rijkswaterstaat, Project Zandmaas dhr. H. Versteegh RWS/DWW Delft Postbus 5044 2600 GA Delft
14
AVL-Sturing ing. D. van 't Slot Postbus 1139 6201 BC MAASTRICHT
Achtergronden voor oprichting grond- en reststoffenbank
14: Bedrijfsplan
15: Samenwerking met RWS
16:
Project Zandmaas is de directe aanleiding. Hierbij komen grote hoeveelheden materialen vrij.
Doelstelling: Het milieuhygiënisch verantwoord, doelmatig en economisch aantrekkelijk hergebruiken van de vrijkomende materialen bij het project Zandmaas. Organisatie: Samenwerking tussen RWS Directie Limburg en DWW. Verantwoordelijke is dhr. H. Versteegh.
Dit project valt in zijn geheel onder RWS.
contacten met AVL-Sturing, CHG, Regionale directies RWS die betrokken zijn bij A73 en A30.
nog niet bekend bij RWS
Weinig eenheid in omgang met grond. Stortplaatsen hebben geen schone grond nodig. Op termijn ook toepassen in werken.
Bedrijfsplan is niet beschikbaar. Doelstelling: belangrijkste doelstelling is grondvoorziening voor stortplaatsen Organisatie: de grondbank valt onder
Er zijn wel contacten maar er is geen samenwerking. Men houdt elkaar op de hoogte.
Nee
Registratie: eigen documenten en contracten. Aan de kwaliteitsverklaring wordt nu gewerkt
Nee
N.v.t.
N.v.t.
Regionale of landelijke afstemming met andere grond- en reststoffenbanken
17:
Registratieformulieren, certificaten/kwaliteitsverklaringen, controle
AVL-Sturing 15
BFI Oosterbeek ing. P. ten Voorde
Opgericht via de Stichting Bouw- en sloopafval (= gerelateerd aan de BRBS)
Via stichting aparte registratie. Uiteindelijk wordt dit geregeld via certificatie
Rijkswaterstaat Extern, deel 5 Nr Grondbank
18: Gebruik GIS- en BIS-systemen
19:
1
Grondbank Den Haag dhr. A. Schutter Postbus 12651 2500 DP Den Haag
Bij registratie wordt aan elke partij een code toegevoegd m.b.t. herkomst en bestemming. Codes zijn gerelateerd aan wijken of straten
n.v.t.
systeem werkt goed
Provincie Zuid-Holland, stadium onbekend
soms, meestal afzet aan de toepasser
2
N.V. Grondbankcombinatie (van N.,V. afvalzorg Prov. N-H) dhr. R. Mulder Postbus 6343 2001 HH Haarlem
Nee
n.v.t.
n.v.t.
aannemers maken zelf vaak al werk met werk (niet gestructureerde vorm van grondbank)
soms via reinigers
Welke GIS- en BISsystemen
57
20:
Ervaringen met deze systemen
'
21:
Andere initiatieven om grond- en reststoffenbanken op te zetten
22:
Afzet van grond- en reststoffen via andere bedrijven of instanties
Nr Grondbank
18: Gebruik GIS- en BIS-systemen
19:
Welke GIS- en BISsystemen
3
Centrum Hergebruik Grond dhr. ing. W. Hagemeijer Europalaan 250 3526 KS Utrecht
CHG gebruikt een informatiesysteem waarin alle gegevens van de verhandelde partijen zijn opgenomen. Geen koppeling met een GIS- of BISsysteem
n.v.t.
n.v.t.
concrete initiatieven niet bekend
soms via aannemers
3a
LCHG Zuid Holland dhr. Alex Leget (De Straat Milieuadviseurs te Delft) Antonia Veerstraal 3 2614 HT Delft
maakt gebruik van CHG-systeem
n.v.t.
n.v.t.
niet bekend
soms via aannemers
3b
LCHG Noord dhr. Tim Romkes Newlonweg 1 Leeuwarden
maakt gebruik van CHG-systeem
n.v.t.
n.v.t.
niet bekend
soms via aannemers
3c
LCHG Midden Nederland dhr. Willem Moes Europalaan 250 3526 KS Utrecht
maakt gebruik van CHG-systeem
n.v.t.
n.v.t.
Gemeenten Apeldoorn en Ede coördineren grondstromen voor hun geluidwallen.
soms via aannemers
3d
LCHG Zuid Nederland dhr. Wien Thomas Europalaan 250 3526 KS Utrecht
maakt gebruik van CHG-systeem
n.v.t.
n.v.t.
niet bekend
soms via aannemers
4
Grondbank Arnhem dhr. M. Koopmans Postbus 9200 6800 HA Arnhem
Nee
n.v.t.
n.v.t.
In veel gemeenten denkt men over een grondbank, concrete initiatieven niet bekend.
n.v.t:
5
Grondbank Regio Twente dhr. R.G.H, ter Haar Postbus 1400 7500 BK Enschede
Nee
n.v.t.
n.v.t.
In veel gemeenten denkt men over een grondbank, concrete initiatieven niet bekend.
Nee
58
20:
Ervaringen met deze systemen
21:
Andere initiatieven om grond- en reststoffenbanken op te zetten
22:
Afzet van grond- en reststoffen via andere bedrijven of instanties
20:
Ervaringen met deze systemen
Nr Grondbank
18: Gebruik GIS- en BIS-systemen
19:
6
Grondbank Amsterdam Gem. A'dam, Grondbank kamer 5096 dhr. A. Blom Wiboutstraat 3 1091 GH Amsterdam
Nog niet, wel gebruik van zogenaamd zoneringsbeleid. Digitale bodemkaart is in ontwikkeling bij de Milieudienst
n.v.t.
n.v.t.
Nee
Altijd direct naar afnemer
7
Grond- en reststoffenbank Rotterdam dhr. G.J. Walda/dhr. mr. ing. A. de Bode Postbus 6633 3002 AP Rotterdam
Gegevens worden opgeslagen in een databestand, hierin zijn ook lokaties van herkomst en bestemming aangegeven. Nog niet gekoppeld aan GIS- of BIS-systeem
n.v.t.
n.v.t.
In Zeeland: grondbank in oprichting, waarschijnlijk is dit de grondbank van CHG die net van start gaat in die regio.
Vrijwel nooit
g
Grond van der Meulen/van der Wiel dhr. A. van der Wiel Postbus 508 9200 AM Drachten
nee, wel een databank met gegevens over partijen.
n.v.t.
n.v.t.
nee
Vrijwel nooit
9
Heijmans Milieutechniek BV dhr. G. van Tol Postbus 377 5240 AJ Rosmalen
Nee, niet nodig
n.v.t.
n.v.t.
Stadsgewest 's-Hertogen-bosch, Razob, Regio Eindhoven willen' wellicht een grondbank opzetten, nog niet operationeel
Soms via aannemers
10
Feniks Recycling B.V. dhr. ir. J. de Wijs Postbus 9265 1800 GG Alkmaar
Nee.
n.v.t.
n.v.t.
niet bekend
soms via aannemers
11
Insutinde Recycling B.V. dhr. ing. J. Kappetein Decaweg 38 1042 AT Amsterdam
Nee.
n.v.t.
n.v.t.
niet bekend
soms via aannemers
12
Heros Aannemingsbedrijf B.V. dhr. G.J. Sluimer Postbus 1129 4700 BC Roosendaal
Geen GIS-systeem, wel een databestand met daarin gegevens over de grond- en reststoffenstromen.
n.v.t.
n.v.t.
Provincie Noord-Brabant, verder niet
aannemers en bouwers.
Welke GIS- en BISsystemen
59
21:
Andere initiatieven om grond- en reststoffenbanken . op te zetten
22:
Afzet van grond- en reststoffen via andere bedrijven of instanties
Nr
Grondbank
18: Gebruik GIS- en BlS-systemen
13
Rijkswaterstaat, Project Zandmaas dhr. H. Versteegh RWS/DWW Delft Postbus 5044 2600 GA Delft
Het complete project Zandmaas wordt in een GIS-systeem gezet om diverse varianten in de toekomst te kunnen doorrekenen.
14 AVL-Sturing
19:
Welke GIS- en BlSsystemen
20:
BFI Oosterbeek ing. P. ten Voorde
21:
Andere initiatieven om grond- en reststoffenbanken op te zetten
22:
Afzet van grond- en reststoffen via andere bedrijven of instanties
vooralsnog goed
niet bekend
nog niet van toepassing.
wordt opgezet
n.v.t.
n.v.t.
Enkele aannemers en grondbedrijven zijn bezig met het opzetten van een grondbank
Sporadisch
wordt niet gebruikt
n.v.t.
n.v.t.
geen
via vaste kanalen
ing. D. van 't Slot Postbus 1139 6201 BC MAASTRICHT
15
Ervaringen met deze systemen
60
BIJLAGE 3 Meerdere studies zijn gedaan naar de hoeveelheden secundaire grondstoffen die worden toegepast in Nederland. Vooralsnog ontbreekt een systematische registratie van hoeveelheden. In onderstaande tabel geven we een overzicht van hoeveelheden op basis van een nog lopend intern onderzoek door Heidemij Advies. Op basis van met name literatuur-onderzoek is een overzicht gegeven van de meest gebruikte secundaire grondstoffen in Nederland. In de tabel is geen rekening gehouden met de hoeveelheden grond die zullen omgaan bij het Zandmaas project. Dit zal circa 150.000.000 m3 in 6 jaar tijd zijn (1999-2005). De gegevens van directie Zuid-Holland en directie Oost-Nederland ontbreken. Tabel 1
Omvang van de stromen secundaire grondstoffen en gebruik door Rijkswaterstaat (1995)
Materiaal
Hoeveelheid in ton in Nederland in 1995 (Heidemij, 1997)
s:,rt--«^^",vS«S/^'/.:.x«i-»s#:^-«j',i;v:.£*£•-*•£;.'i."-';.v%-"S!•;»-*;• w - w -X 1 : ;
Dezéikol6mrhen: Gebnjik*door
••'?y>: ,<.',:. ^ m * « ' : - w i , ?
RWS-Noord
. - ; . i . ^ . * : ? - . : • • • > & - • • - : " • • • • V - r - • • •'•<••
RWS-Oost
RWS-West
RWS-Zuid
2.700.000
0
5.862
2.500
259.496
AVI-bodemas
725.000
0
257.000
120.580
0
AVI-vliegas
100.000
-
-
-
22.600.000
0
0
0
774.130
1.000.000
50
565
19.842
91.068
E-bodemas
78.000
0
0
0
0
E-vliegas
74.000
0
0
0
0
500.000
0
16.428
0
47.073
Gereinigde grond
1.300.000
0
0
0
0
Hoogovenslakken
1.200.000
0
50
6020
0
Hydraulisch menggranulaat
2.500.000
0
0
0
0
LD-mengsel
200.000 a 300.000
0
0
0
841.293
Menggranulaat
2.500.000
61.006
77583
124.850
422.696
Metselwerkgranulaat
1.000.000
0
0
0
102
Teerhoudend asfaltgranulaat
500.000
0
0
0
0
Brekerzeefzand
600.000
0
0
0
0
Sorteerzeefzand
510.000
0
0
0
0
3.000.000
0
0
323.000
0
41.187.000,00
61.056,00
357.488,00
596.792,00
2.435.858,00
Asfaltgranulaat
Baggerspecie Betongranulaat
Fosforslakken
Verontreinigde grond (cat. 1) TOTAAL
- 61 -
PUBLICATIEREEKS GRONDSTOFFEN
Nr.
Titel: subtitel (cursief)
DWW-Nummer
Prijs
1995/01
Zuinig omgaan met granulaire grondstoffen: Voorstudie
W-DWW-95-505
ƒ 20,00
1995/02
De stand van het zand II: Beton- en metselzandverbruik per provincie
W-DWW-95-512
ƒ 15,00
W-DWW-95-513
ƒ 10,00
W-DWW-95-514
ƒ 20,00
W-DWW-95-523
ƒ 25,00
W-DWW-95-520
ƒ 10,00
W-DWW-95-524
ƒ 15,00
W-DWW-95-521
ƒ 10,00
W-DWW-95-522
ƒ7,50
W-DWW-95-528
ƒ 20,00
W-DWW-95-531
ƒ 15,00
W-DWW-95-539
ƒ 10,00
W-DWW-95-543
ƒ 10,00
1991-1993 1995/03
Proefproject AVI-slakken in rijksweg 15: Covernota
1995/04
Proefproject AVI-slakken in rijksweg 15: Basisrapport
1995/05
Het Bouwstoffenbesluit en de Rijkswaterstaat
1995/06
Onderzoek naar de verkitting van AVI-bodemas: stand van zaken
1995/07
Richtlijn AVI-bodemas in ophogingen: handleiding bij ontwerp, uitvoering, beheer en onderhoud (versie 1995) Prototype Simulatiemodel Matflow:
1995/08
Opstellen berekeningsschema en gegevensmodel 1995/09
Prototype Simulatiemodel Matflow: Eindrapport
1995/10
Richtlijn voor de toepassing van licht verontreinigde grond
1995/11
Stralingsaspekten van geïmporteerde gebroken natuurgesteenten als grof toeslagmateriaal voor beton Voorlichtingsdagen Bouwstoffenbesluit:
1995/12
vragen deelnemers + antwoorden 1995/13
Toepassing van fijn(er) zand in beton
1995/14
W-DWW-95-538
ƒ 10,00
1995/15
Gebruik van Secundaire Grondstoffen bij de Rijkswaterstaat: 1993-1994 Evaluatie Naar een methodiek voor het kwantificeren van aantasting in LCA: Vooronderzoek in het kader van de LCA methodiekontwikkeling met betrekking tot de operationalisatie van aantasting van ecosystemen en landschap
W-DWW-95-545
ƒ 10,00
1995/16
Registratie productie en afzet secundaire grondstoffen
W-DWW-95-546
ƒ 10,00
W-DWW-95-547
ƒ 15,00
W-DWW-95-549
ƒ 15,00
Inventarisatie gegevens 1989-1994 1995/17
Beton- en metselzand: model en prognose
1995/18
Zuinig gebruik granulaire grondstoffen Fase 2a: Nadere inventarisatie van meest veelbelovende maatregelen
1996/01
Betontechnologische aspecten bij het gebruik van fijn zand in beton.
W-DWW-96-004
ƒ 10,00
1996/02
Onderzoek toepassing recyclingbrekerzand in beton
W-DWW-96-046
ƒ 10,00
1996/03
Registratie productie en afzet secundaire grondstoffen
W-DWW-96-049
ƒ 10,00
W-DWW-96-053
ƒ 10,00
W-DWW-96-060
ƒ 10,00
W-DWW-96-064
ƒ 10,00
Inventerisatie gegevens 1989-1995 1996/04
Proefproject metselwerkgranulaat dam Ventjagersplaat (eindconclusie)
1996/05
Prototype Kennisgebaseerd Systeem Bouwstoffenbesluit KBS-BSB Prototype Marktbehoefte van Schelpen Huidige situatie en prognoses voor de komende 10-15 jaar
1996/06 1996/07
Voorbereiding gegevensbank MATFLOW Bijlage bij Voorbereiding gegevensbank MATFLOW
W-DWW-96-070
ƒ 20,00
1996/08
Energie-extensivering in de GWW-sector Vooronderzoek naar de mogelijkheden van Energ\e-extensivering in de CW W-sector
W-DWW-96-083
f 10.00
PUBLICATIEREEKS GRONDSTOFFEN (vervolg)
Nr.
Titel: subtitel (cursief)
1996/09
Checklist Materialen & Milieu • Materiaalkeuze voor de wegenbouw, gericht op duurzaam bouwen
1996/10
Checklist Materialen & Milieu Materiaalkeuze voor de wegenbouw, gericht op duurzaam bouwen achtergronddocument
1996/11
Gebruik van Secundaire Grondstoffen bij de Rijkswaterstaat 1995 evaluatie Verkennend onderzoek naar de toepassingsmogelijkheden van grof grind
DWW-Nummer
Prijs
W-DWW-96-094
ƒ 10,00
W-DWW-96-095
ƒ10,00
W-DWW-96-108
ƒ 10,00
W-DWW-96-112
ƒ 10,00
W-DWW-97-006
ƒ 10,00
W-DWW-97-007
ƒ 10,00
W-DWW-97-009
ƒ 10,00
W-DWW-97-010
ƒ 10,00
W-DWW-97-013
ƒ 10,00
W-DWW-97-017
ƒ25,00
W-DWW-97-001
ƒ 10,00
1996/12
1997/01
Een LCA voor AVI-vliegas Onderzoek naar de uitvoerbaarheid
1997/02
Prognosemodel voor de grindprijs in Nederland Achtergrond en handleiding
1997/03-04
De milieuhygiënische kwaliteit van wegenbouwmaterialen Semipraktijkonderzoek
1997/05
Marktacceptatie secundaire grondstoffen Huidige succesfactoren leerpunten overheid voor de toekomst Concept richtlijn voor de toepassing van categorie 2 en buitencategorie
1997/06
sorteerzeefzand Handleiding bij ontwerp, uitvoering, beheer en onderhoud Isolerende voorzieningen voor de toepassing van secundaire grondstoffen in de GWW-sector, toetsingskader
1997/07
Handreiking grootschalige toepassing van AVI-bodemas in grondwerken
1997/08
Verkenning behoefte Noordzeezand 1996-2030 (in voorbereiding)
1997/09 1997/10
Opnamecapaciteit van de wegenbouw voor secundaire materialen BepaZg van de maximale mogelijk vraag naar funderingsmatenaal en naar ophoogmaterialen van categorie 2 en de bijzondere categorie (in voorbereiding)
1997/11
Inventarisatie voor de Nota Ophoogzand
1997/12
Inventarisatie van Grondstoffenbanken in Nederland
1997/13
Fijn(er) zand in metselmortels inventarisatie van de huidige situatie (In voorbereiding)
B
I
D
O
C
(bibliotheek en documentatie) "Dienst Weg- en Waterbouwkunde Van der Burghweg 1 Postbus 5044, 2600 GA DELFT Tel. 0 1 5 - 2 6 99 3 6 3 / 3 6 4
W-DWW-97-029 W-DWW-97-037
ƒ 25,00
W-DWW-97-053
ƒ 10,00
W-DWW-97-051
ƒ 10,00
W-DWW-97-052
ƒ 10,00
De Dienst Weg- en Waterbouwkunde is de adviesdienst voor techniek en milieu voor de weg- en waterbouw, die onderzoekt, adviseert en kennis overdraagt in de constructieve weg- en waterbouw, de natuur- en milieutechniek van fysieke infrastructuur, waterkeringen en watersystemen, en de grondstoffenvoorziening voor de bouw, inclusief de milieu-aspecten.
Voor meer informatie: Dienst Weg- en Waterbouwkunde, Rijkswaterstaat, Van der Burghweg 1, Postbus 5044, 2600 CA DELFT, 015-2699285
W-DWW-97 -051