Introductie taalvrijwilligers Achtergrondinformatie voor taalvrijwilligers van Taal voor het Leven.
“Mijn wereld is nu zoveel groter” Jos Niels, Taalambassadeur
Naam: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Colofon
Stichting Lezen & Schrijven Taal voor het Leven Parkstraat 105, 2514 JH Den Haag 070 302 26 60
[email protected] www.taalvoorhetleven.nl @lezenschrijven lezenenschrijven Stichting Lezen & Schrijven lezenenschrijven
Coördinatie vormgeving: Communicatiebureau Podium Ontwerp: Koduijn ontwerpers Illustraties: Tomas Schats Drukwerk: Ricoh ISBN nummer: 978-90-78261-09-4 Versie 1, november 2013 2013 © Stichting Lezen & Schrijven
>> Inhoudsopgave Inleiding
pag.
1
Doelen
pag. 2
Oefeningen
pag. 3
Achtergrondinformatie voor vrijwilliger
pag. 12
Inhoud basistraining
pag. 19
Tips & Tops
pag. 20
Contactinformatie
pag. 23
Kijk op www.taalvoorhetleven.nl voor instructiekaarten, filmpjes, handige links, oefenmateriaal en lesvoorbeelden.
>> Inleiding Je staat op het punt om taalvrijwilliger te worden bij Taal voor het Leven. Misschien ben je al jaren vrijwilliger of misschien is dit je eerste kennismaking met een vrijwilligersrol. We hopen je in beide gevallen voldoende te vertellen over de rol die jij kunt spelen bij Taal voor het Leven. Als taalvrijwilliger heb je een belangrijke rol in het begeleiden van volwassenen bij het beter leren lezen en schrijven. Een dankbare taak, want er zijn maar liefst 1,3 miljoen volwassenen in Nederland laaggeletterd. Laaggeletterden hebben grote moeite met dagelijkse handelingen die voor jou waarschijnlijk vanzelfsprekend zijn. Zoals het lezen van brieven die hun kinderen van school meekrijgen, het kopen van een treinkaartje bij een automaat en het invullen van een urenbriefje op het werk. Taal voor het Leven Om zoveel mogelijk laaggeletterden naar een hoger lees-en schrijfniveau te brengen, is in zes regio’s in Nederland het proefprogramma Taal voor het Leven opgezet. Dit programma is gebaseerd op ervaringen uit het buitenland en wordt met experts en ervaringen in Nederland verder ontwikkeld. De inzet van getrainde vrijwilligers is een belangrijk element van dit programma. Als vrijwilliger heb je dus een belangrijke rol. Je helpt mee om de samenleving te versterken met taal. Als iemand goed kan lezen en schrijven, kan hij of zij beter meedoen in het gezin, op het werk en in de buurt. Iets om trots op te zijn! Doorlopende ondersteuning Om jou voor te bereiden op jouw rol als taalvrijwilliger, is een training ontwikkeld. Daarnaast houden we je via www.taalvoorhetleven.nl op de hoogte van alle ontwikkelingen binnen het programma Taal voor het Leven. Bijvoorbeeld wanneer er nieuwe materialen beschikbaar zijn of op welke manier je ideeën en ervaringen kunt uitwisselen met de vele andere taalvrijwilligers. Ook kun je met vragen altijd terecht bij de taalregisseur(s) in jouw eigen regio.
Handleiding Taal voor het Leven 1
Ken je iemand die ook Taalvrijwilliger wil worden? Aanmelden kan op www.taalvoorhetleven.nl
>> Doelen Overkoepelend doel Na deze bijeenkomst ben je geïnformeerd over de problematiek van laaggeletterdheid en weet je welke rol je als taalvrijwilliger binnen Taal voor het Leven kunt spelen. Subdoelen Na deze bijeenkomst ben je op de hoogte van: > de definitie van laaggeletterdheid, > de omvang van de problematiek van laaggeletterdheid, > de oorzaken en gevolgen van laaggeletterdheid voor individu en samenleving, > de missie van Stichting Lezen & Schrijven, > het programma Taal voor het Leven, > de vrijwilligersrollen binnen Taal voor het Leven, > de trainingen die worden geboden binnen Taal voor het leven, en > bepaal je of en zo ja, welke rol je wil vervullen als taalvrijwilliger binnen Taal voor het Leven.
Handleiding Taal voor het Leven 2
Introductie Taalvrijwilligers
>> Oefeningen Naast het volgen van de basistraining adviseren we je om de volgende opdrachten zelfstandig thuis uit te voeren. Zo raak je meer bekend met de problematiek van laaggeletterdheid en kun je je verder verdiepen in je rol als taalvrijwilliger. Bij elke opdracht staan een paar vragen. Het antwoord op sommige vragen kun je vinden in de bronnen die onder elke opdracht staan vermeld. Andere vragen kun je vanuit jezelf beantwoorden. In deze handleiding tref je daarnaast wat meer achtergrondinformatie over laaggeletterdheid en het programma Taal voor het Leven. We raden je aan je uitwerkingen van de opdrachten te bespreken met andere taalvrijwilligers, zodat je met elkaar ervaringen kunt uitwisselen en elkaar kunt ondersteunen. Via www.taalvoorhetleven.nl kom je in contact met andere taalvrijwilligers. Ook bij de training maak je kennis met collega vrijwilligers. In elke opdracht is aangegeven welke bron(nen) je kunt raadplegen. Onder het kopje ‘bronnen’ na de opdracht zie je waar die bronnen te vinden zijn. Ook zijn enkele algemene bronnen opgenomen. Het is raadzaam de genoemde bronnen te gebruiken bij het uitwerken van de opdracht, maar ook in je latere werk als taalvrijwilliger zullen ze erg waardevol blijken.
Handleiding Taal voor het Leven 3
Introductie Taalvrijwilligers
Oefening 1 > Wat betekent laaggeletterdheid?
In Nederland zijn 1,3 miljoen mensen tussen de 16-65 jaar laaggeletterd. Een van hen is José. In het dagelijks leven komt ze in allerlei situaties teksten, brieven en formulieren tegen waar ze niet goed mee uit de voeten kan. De nieuwsbrieven van de school waar haar kinderen op zitten, kan ze niet goed lezen. Onlangs moest ze bij de gemeente een formulier invullen voor de aanvraag van een nieuw paspoort. Dat was moeilijk voor haar. José beheerst lezen en schrijven op niveau 1F. Mensen met een taalniveau 1F zijn laaggeletterd. In deze training worden de niveaus nader toegelicht. Zie bijvoorbeeld bij ‘Achtergrondinformatie’ in de handleiding ‘Hoe leren volwassenen?’ of google ‘referentieniveaus Nederlands’ om meer hierover te lezen. TaaK > Raadpleeg de Handreiking taal bij de Standaarden en eindtermen ve1 om een idee te krijgen van deze niveaus: kijk daarbij vooral naar de hoofdstukken Voorbeeldsituaties (pagina 19-33) en Voorbeelden (1-20).
a Je hebt de voorbeelden in de Handreiking bekeken. In welke situaties wordt van José verwacht dat ze op niveau 2F kan lezen en schrijven?
B Welke oplossingen zal José kiezen als ze met moeilijke situaties geconfronteerd wordt?
1 De handreiking taal is een praktisch handboek voor docenten met concrete uitwerkingen, voorbeelden en voorbeeldopdrachten bij de standaarden en eindtermen voor de volwasseneneducatie. De handreiking is te vinden via taalvoorhetleven.nl/ materialen
Handleiding Taal voor het Leven 4
Introductie Taalvrijwilligers
C Welke gevolgen heeft dat voor haar sociale leven, denk je?
D José is slechts één van de vele laaggeletterden in Nederland. Op individueel niveau heeft laaggeletterdheid veel gevolgen. Ook op het niveau van de maatschappij heeft laaggeletterdheid nogal wat invloed. Wat zouden de voordelen op maatschappelijk en economisch niveau zijn als laaggeletterdheid niet bestond?
BrOnnen De bronnen die je bij deze oefeningen kunt gebruiken vind je op taalvoorhetleven.nl/materialen • ‘Analfabetisme, leidraad voor doorverwijzers’ • ‘Kenniskring NT1: achtergronden cursisten’ • Handreiking taal bij Standaarden en eindtermen ve • Algemeen: Website www.basisvaardigheden.nl
Handleiding Taal voor het Leven 5
Introductie Taalvrijwilligers
Oefening 2 > Wat zijn de oorzaken van laaggeletterdheid? TaaK > Bekijk het filmpje van Jos Niels. Je kunt het filmpje onder andere vinden op Youtube. Zoek hiervoor op ‘Jos Niels laaggeletterd. Jos is één van de taalambassadeurs die op volwassen leeftijd beter heeft leren lezen en schrijven. Wanneer je Jos was tegengekomen in zijn bloemenzaak, dan zou je waarschijnlijk niet hebben gedacht dat hij problemen had met lezen en schrijven. Laaggeletterden komen voor ‘in alle soorten en maten’: jong en oud, man en vrouw, werkend en niet-werkend, allochtoon en autochtoon. En iedereen heeft een ander verhaal.
a Hoe komt het dat Jos niet goed heeft leren lezen en schrijven? Ligt dat aan het onderwijs, zijn thuissituatie, of aan Jos zelf? Gebruik hierbij ook het document ‘achtergronden van cursisten’.
B Lees in het boekje “Taalverhalen” het verhaal van Hendrik de Kubber. Hoe komt het dat Hendrik niet goed heeft leren lezen en schrijven? Ligt dat aan het onderwijs, zijn thuissituatie, of aan Hendrik zelf?
Handleiding Taal voor het Leven 6
Introductie Taalvrijwilligers
C Lees in het boekje “Taalverhalen” het verhaal van John Sariman. Hoe komt het dat John niet goed heeft leren lezen en schrijven? Ligt dat aan het onderwijs, zijn thuissituatie, of aan John zelf?
BrOnnen De bronnen die je bij deze oefeningen kunt gebruiken vind je op taalvoorhetleven.nl/materialen • ‘Taalverhalen, 17 maskers afgezet’ • ‘Kenniskring NT1: achtergronden cursisten’ • Filmpje van Jos Niels
Handleiding Taal voor het Leven 7
Introductie Taalvrijwilligers
Oefening 3 > Op weg naar scholing TaaK > ‘Niemand heeft ooit gemerkt, dat ik niet lezen en schrijven kon. Bril vergeten, zere hand. Je verzint altijd wel wat’. Dit citaat komt uit het boekje ‘Analfabetisme, leidraad voor doorverwijzers’. Het geeft aan hoe groot de schaamte is van een laaggeletterde, hoeveel trucs hij of zij in petto heeft om niet uit te hoeven komen voor zijn of haar probleem. Dat betekent ook dat de stap naar scholing niet zo gemakkelijk is. De confrontatie aangaan met een probleem dat je jarenlang verborgen hebt gehouden vergt veel moed en kost energie. Het is belangrijk om je daar als taalvrijwilliger bewust van te zijn.
a Je kunt niet aan iemand zien of hij laaggeletterd is of niet. Dat maakt het moeilijk om laaggeletterden te benaderen en het probleem bespreekbaar te maken. Hoe zou jij het benaderen van laaggeletterden aanpakken?
B Op welke wijze kun je laaggeletterden het beste aansporen om scholing te volgen? Wat werkt wel en wat niet en waarom denk je dat?
C Maak een lijstje met redenen of motieven die een laaggeletterde kan hebben om de stap te zetten scholing te gaan volgen. Maak ook een lijstje met argumenten die jij zou gebruiken om iemand te motiveren.
Handleiding Taal voor het Leven 8
Introductie Taalvrijwilligers
D Om te kunnen leren is rust en concentratie nodig. In het leven van een volwassene kunnen zich situaties en gebeurtenissen voordoen die hem belemmeren om een cursus te volgen. Maak een lijstje van situaties/gebeurtenissen die een belemmering kunnen vormen voor het volgen/volhouden van een cursus.
e Wat zou jij kunnen doen om deelnemers in een moeilijke situatie te kunnen motiveren/ gemotiveerd te houden om een cursus te volgen?
BrOnnen De bronnen die je bij deze oefeningen kunt gebruiken vind je op taalvoorhetleven.nl/materialen • ‘Analfabetisme, leidraad voor doorverwijzers’ • Hoofdstuk 5 en 8 uit ‘Kenniskring NT1: achtergronden cursisten’
Handleiding Taal voor het Leven 9
Introductie Taalvrijwilligers
Oefening 4 > Jouw rol als taalvrijwilliger TaaK > Je staat op het punt je in te zetten als vrijwilliger bij Taal voor het Leven. Een hele stap, die veel van je vraagt en die je hopelijk ook veel oplevert. Verdiep je voordat je aan de slag gaat eens in jouw verwachtingen en visie: Hoe kijk je aan tegen jouw rol als taalvrijwilliger? Ga voor je zelf na: a Als welk soort vrijwilliger wil je je gaan inzetten? Waarom kies je voor deze rol?
B Wat denk je dat moeilijk zal zijn in het werken als taalvrijwilliger? Waarom denk je dat?
C Waar verheug je je het meest op bij het werken als taalvrijwilliger?
Handleiding Taal voor het Leven 10
Introductie Taalvrijwilligers
D Waarom past de rol van taalvrijwilliger bij jou?
e Welke competenties zijn nodig of handig in de rol van taalvrijwilliger waarvoor jij je aanmeldt?
F Waarom denk je dat?
Deel je uitwerkingen van deze opdracht met een of meerdere collega-vrijwilligers. Wissel met elkaar ervaringen en visies uit.
BrOnnen • Informatiemateriaal van introductiebijeenkomst Taal voor het Leven • Website www.taalvoorhetleven.nl
Handleiding Taal voor het Leven 11
Introductie Taalvrijwilligers
Taalmeter.nl Online in 12 minuten weten of iemand mogelijk laaggeletterd is
>> achtergrondinformatie 1,3 miljoen volwassenen laaggeletterd In Nederland zijn naar schatting 1,3 miljoen volwassenen, van 15 – 65 jaar, laaggeletterd. Mensen die laaggeletterd zijn, kunnen onvoldoende lezen, schrijven en rekenen om volwaardig deel te nemen aan de huidige informatiemaatschappij. Zij kunnen daardoor in het dagelijkse leven – privé of op het werk – minder goed functioneren. Ook veel kinderen en jongeren kampen onnodig met taalachterstanden. 25% van de kinderen verlaat groep 8 met een leesachterstand van 2 jaar. Die lopen ze daarna niet meer in. Laaggeletterdheid komt voor in alle lagen van de bevolking, een eenduidige profielschets van een laaggeletterde bestaat dan ook niet. Omdat laaggeletterden hun taalproblematiek goed weten te verhullen, herkennen we laaggeletterdheid vaak niet in de praktijk. Het komt echter veel voor: 1 op de 9 volwassenen heeft een groot probleem met lezen en schrijven en andere vaardigheden. Iemand die slecht Nederlands spreekt, leest en schrijft is natuurlijk niet per definitie laaggeletterd. Misschien kan hij of zij in zich in de moedertaal prima schriftelijk uitdrukken.
Stichting Lezen & Schrijven
Stichting Lezen & Schrijven is in 2004 opgericht op initiatief van H.K.H. Prinses Laurentien der Nederlanden, met als doel laaggeletterdheid te helpen voorkomen en verminderen. De stichting doet dit door het onderwerp publiekelijk te bespreken, concrete projecten te starten en de krachten te bundelen tussen overheid, bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties. Stichting Lezen & Schrijven heeft sinds 2012 de opdracht van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap om het programma Taal voor het Leven uit te rollen. > Zie ook: www.lezenenschrijven.nl
Handleiding Taal voor het Leven 12
Introductie Taalvrijwilligers
De taalvrijwilligers binnen Taal voor het Leven
Binnen Taal voor het Leven werken vrijwilligers en professionals samen met als doel hulp te bieden bij het beter leren lezen en schrijven. De inzet van vrijwilligers bij Taal voor het Leven kan vergeleken worden met EHBO’ers van bijvoorbeeld het Rode- en Oranje Kruis: wanneer wij gebruik maken van een de EHBO post weten wij dat we in goede handen zijn. EHBO-ers zijn, mede dankzij hun training, kundig en betrouwbaar. Dit imago en beeld wordt breed gedragen. De vrijwilligers kunnen inschatten of iemand naar een arts moet worden doorverwezen of dat enkel hulp op de EHBO post voldoende is. Om EHBO vrijwilliger te zijn, moet men een landelijk erkende basis –en verdiepingscursus EHBO volgen die op vele plekken in het land worden gegeven. We trekken de vergelijking door. Als een cursist wordt gekoppeld aan een taalmaatje of taalcoach is de cursist in goede handen. De kwaliteitsstandaard is bekend. Als een taalmaatje of taalcoach opmerkt dat de cursist behoefte heeft aan een andere aanpak of vraagt om kwaliteiten die hij of zij zelf niet kan bieden, dan verwijst de taalvrijwilliger de cursist door. Dit kan zijn binnen de eigen of naar een andere vrijwilligersorganisatie of bijvoorbeeld naar lesaanbod bij een particuliere taalaanbieder of een ROC in de buurt. Dit gaat altijd in overleg met een taalregisseur van Taal voor het Leven. Een vrijwilliger die zich verder wil ontwikkelen kan naast de basistraining (met de onderdelen leren, lezen, schrijven en materialen) verdiepende trainingen volgen als: spreken, luisteren en gespreksvaardigheden’, dyslexie en woordenschat. Op www.taalvoorhetleven.nl vind je het aanbod van trainingen. Om het systeem van professionaliseren van taalvrijwilligers mogelijk te maken, is er per regio een taalexpert, de zogenoemde taalregisseur, beschikbaar voor vragen, extra begeleiding en het bewaken van de kwaliteit van de trainingen van de taaltrainers. Verder is er een Train de Trainer-programma opgezet. Taalvrijwilligers werken onder verantwoordelijkheid van een lokale vrijwilligersorganisatie. Het trainingsprogramma voor de vrijwilligers is met experts landelijk ontwikkeld op basis van de lokale ervaringen en ervaringen uit het buitenland en wordt continu doorontwikkeld. Het moet een online toegankelijk systeem worden met persoonlijke ondersteuning, waarbij uiteindelijk de vrijwilligersorganisaties die werken met taaltrainers binnen korte tijd ook zelf de (basis)trainingen aan de vrijwilligers kunnen geven.
Handleiding Taal voor het Leven 13
Introductie Taalvrijwilligers
Binnen Taal voor het Leven kennen we vijf varianten vrijwilligers: De taalsupporter > onderwijsachtergrond niet nodig De taalsupporter informeert anderen over de aanpak van laaggeletterdheid aan een balie, aan de telefoon of op internet. Hij of zij werft nieuwe cursisten en vrijwilligers, verricht administratieve klussen, zorgt voor leslocaties, koffie, thee, etc. Met een informatiebijeenkomst en terugkombijeenkomsten zorgt de taalsupporter dat hij goed op de hoogte is van wat er speelt binnen de problematiek van laaggeletterdheid. De voorlezers/leesbegeleiders > onderwijsachtergrond gewenst, maar niet noodzakelijk De voorlezer kennen we in ‘twee soorten’. 1 De eerste leest kinderen voor in de bibliotheek of bij hen thuis. Hij of zij is goed op de hoogte van de problematiek van laaggeletterdheid en helpt de ouders/verzorgers om van voorlezen een terugkerend ritueel te maken. De voorlezer volgt een informatiebijeenkomst over laaggeletterdheid en een training Voorlezen. 2 De tweede soort is de voorlezer die een leesclubje begeleidt, bijvoorbeeld in de bibliotheek. Deze voorlezer kan zelf goed lezen, is goed op de hoogte van laaggeletterdheid, maar is vooral goed in het geven van opbouwende feedback en het ondersteunend coachen van mensen. een taalmaatje > onderwijsachtergrond gewenst, maar niet noodzakelijk Een taalmaatje begeleidt laaggeletterden 1 op 1 of in een klein groepje bij het oefenen met lezen, schrijven, rekenen en werken met computers. Hij doet dit zelfstandig of onder leiding van een professional als klassenassistent. Een taalmaatje ontwikkelt zelf geen lessen, maar ondersteunt een laaggeletterde bij het oefenen. Een taalmaatje volgt een basiscursus van vier delen voordat hij aan de slag gaat. Daarnaast komt hij minimaal eens per kwartaal naar een terugkombijeenkomst. een taalcoach > onderwijsachtergrond of coachingsachtergrond nodig Net als een taalmaatje ondersteunt de taalcoach laaggeletterden bij het beter leren lezen en schrijven. Met het verschil dat een taalcoach een onderwijsachtergrond heeft of minimaal een hogere beroepsopleiding. Een taalcoach kan zelf lessen ontwikkelen en groepen begeleiden. Uiteraard kan hij ook 1 op 1 begeleiding bij het oefenen bieden. Een taalcoach volgt een basiscursus van vier delen voordat hij aan de slag gaat en komt minimaal eens per kwartaal naar een terugkombijeenkomst. een taaltrainer > onderwijsachtergrond verplicht Een taaltrainer is gepokt en gemazeld in het onderwijs en bijvoorbeeld de volwasseneducatie. Doordat hij met de doelgroep heeft gewerkt en/of een didactische taalachtergrond heeft, is de taaltrainer goed in staat taalcoaches en taalmaatjes te ondersteunen bij hun rol. Een taaltrainer verzorgt de basistraining voor de taalvrijwilligers. Hij volgt zelf eerst de basiscursus en vervolgens de aanvullende Train de Trainer training van twee dagdelen.
Handleiding Taal voor het Leven 14
Introductie Taalvrijwilligers
een taalvrijwilliger binnen Taal voor het Leven… > is op de hoogte van de aanpak van Taal voor het Leven en handelt hiernaar. > onderschrijft de missie van Stichting Lezen & Schrijven. heeft aandacht en begrip > toont begrip voor de problematiek van laaggeletterdheid. > is respectvol, betrokken bij de organisatie en de doelgroep en heeft vertrouwen in de veerkracht van mensen. is communicatief > is enthousiasmerend. > functioneert en communiceert ook goed in een omgeving die anders is dan zijn eigen leefomgeving. > beheerst Nederlands mondeling en schriftelijk correct. > is vaardig met internet en e-mail. is betrouwbaar > doet wat beloofd is, behandelt informatie vertrouwelijk en houdt zich aan afspraken. > heeft de intentie zich voor minimaal één jaar aan Taal voor het Leven te verbinden. stelt zich lerend op > vindt oplossingen voor praktische werkvragen. > deelt ervaringen en leert van anderen. > vraagt op tijd om hulp als iets niet lukt. > overlegt over taken en uitvoering en draagt informatie over. > kent eigen kwaliteiten en valkuilen. is klantgericht > gaat uit van de leervraag van de cursist. > is resultaatgericht.
aanvullende eisen: Taalsupporter: geen Voorlezer:
heeft de cursus voorlezen bijgewoond
Taalmaatje:
heeft de basiscursus gevolgd
Taalcoach:
heeft de basiscursus gevolgd én heeft een coachings en/of onderwijsachtergrond en heeft veel ervaring bij taalbegeleiding
Taaltrainer:
heeft de train de trainer bijeenkomst gevolgd én heeft een onderwijsachtergrond Nederlands en/of volwasseneducatie
Handleiding Taal voor het Leven 15
Introductie Taalvrijwilligers
De doelgroep
De doelgroep van Taal voor het Leven bestaat uit volwassenen die onvoldoende geletterd zijn om maatschappelijk volwaardig te kunnen functioneren. Binnen Taal voor het Leven richten we ons met de aanpak Taal voor Thuis daarnaast specifiek op gezinnen, om zowel ouders als kinderen te bereiken. Omdat autochtone laaggeletterden een slecht zichtbare groep betreft, worden binnen Taal voor het Leven extra inspanningen verricht om vooral ook deze groep te bereiken. Laaggeletterdheid Laaggeletterden hebben niet voldoende vaardigheden om gedrukte en geschreven informatie te gebruiken om te functioneren in de maatschappij, de eigen doelen te realiseren en eigen kennis en mogelijkheden te ontwikkelen. De officiële definitie luidt: ‘Het niet beschikken over voldoende vaardigheden om in de Nederlandse taal gestelde uiteenlopende vormen van schriftelijke informatie, adequaat in alledaagse situaties te kunnen gebruiken. Het gaat hierbij in eerste instantie niet om inburgeraars of tweede taal leerders (ook wel NT-2ers genoemd) die het Nederlands nog moeten leren, maar wel kunnen lezen en schrijven in de taal van het land van herkomst (zij zijn niet laaggeletterd, want kunnen wel lezen en schrijven al is het in een andere taal). Geletterdheid zegt dus iets over de mate waarin mensen in staat zijn geschreven taal te gebruiken. In de praktijk blijkt het lastig om lezen, schrijven en spreken los van elkaar te zien en wordt binnen Taal voor het Leven ook aandacht besteed aan spreekvaardigheid. Ongeletterd betekent hetzelfde als analfabeet. Mensen die ongeletterd zijn, hebben geen technische lees- en schrijfvaardigheid. Zij beheersen de vaardigheid niet om letters op papier te krijgen of geschreven tekst om te zetten naar klanken. Specifiek voor analfabeten (een relatief kleine groep) zijn professionele docenten nodig, omdat zij professionele ondersteuning moeten krijgen.
Handleiding Taal voor het Leven 16
Introductie Taalvrijwilligers
Schaamte
Veel autochtone laaggeletterden schamen zich ervoor dat ze niet goed kunnen lezen en schrijven. Ze hebben vaak een heel repertoire aan ‘trucs’ om hun problemen te verbergen. De doelgroep is zeer divers: van mensen die actief en positief in het leven blijven staan, tot mensen die zich terugtrekken en een geïsoleerd leven leiden. Het werken aan taalvaardigheid vergroot vaak het zelfvertrouwen en bevordert participatie in de samenleving. Aan jou ook de taak het vertrouwen te winnen van je cursist. Onder laaggeletterden komen verschillende groepen voor: > 7% van de 16 – 19 jarigen zit op het laagste niveau van geletterdheid. Zij hebben moeite met het toepassen van leesvaardigheid en het gebruiken en begrijpen van geschreven informatie. Voor hen is het bijvoorbeeld moeilijk om een formele brief te schrijven. > Onder ouderen komt laaggeletterdheid relatief meer voor dan onder jongeren. 1 op de 5 mensen tussen 55-65 jaar is laaggeletterd (Piaac, 2013). > Een derde van de laaggeletterden is buiten Nederland geboren. Twee derde van de laaggeletterden is dus in Nederland geboren en getogen. Het is lastig laaggeletterdheid te herkennen. Toch kun je er wel achterkomen of iemand laaggeletterd is. Laaggeletterden geven zelf aan dat ze de volgende smoezen paraat houden: ‘sorry, ben mijn bril vergeten’, ‘dat formulier vul ik later wel in’, ‘ik schrijf heel onleesbaar, doe jij het maar voor mij’, ‘dat werkbriefje krijg je straks van mij’, ‘oh, ik dacht dat die afspraak morgen was’.
aanvullende literatuur • Op www.taalvoorhetleven.nl verwijzen we naar de websites met interessante informatie/tips/voorbeeldlessen die jou ondersteunen bij de uitvoering van jouw rol als vrijwilliger.
Tip
1
Kijk regelmatig op de website www.taalvoorhetleven.nl voor filmpjes, instructiekaarten, etc.
Tip
2
Bekijk de filmpjes op het youtube-kanaal van Stichting Lezen & Schrijven: www.youtube.com/user/lezenenschrijven Je vindt hier bijvoorbeeld verhalen van mensen die op latere leeftijd hebben leren en schrijven.
Tip
3
Volg ons op Facebook om op de hoogte te blijven.
Tip
4
Sluit je aan bij de groep van Stichting Lezen & Schrijven op Linkedin. Zo kun je ervaringen uitwisselen met andere taalvrijwilligers.
Handleiding Taal voor het Leven 17
Introductie Taalvrijwilligers
Feiten en cijfers geletterdheid
Handleiding Taal voor het Leven 18
Introductie Taalvrijwilligers
>> Inhoud basistraining Training Programma 1
Hoe leren volwassenen? - Doelgroep en kenmerken van de doelgroep - Schaamteproblematiek - Verschillen tweede taal en leren lezen en schrijven in je moedertaal - Achtergronden en kenmerken - Visie op leren - Uitgaan van de leerwens van de deelnemer - Houding als begeleider - Basisvaardigheden: meer dan alleen taal - Niveau indeling(en) Nederlands - Aanmelden bij oefenen.nl, beterspellen.nl
2
Beter leren lezen - Didactiek lezen - Niveaulezen: do’s en don’ts - Leesboekjes en leesniveaus - Verwerkingsopdrachten bij leesboekjes - Leesstrategieën - Netnieuws - Startkrant - Krant en klaar - Werkboek lees- en schrijf - Toetsen van lezen
3
Beter leren schrijven Didactiek schrijven/spelling: - Materialen schrijven - Schrijfhouding, penvoering etc - Feedback geven - Creatief schrijven - Spellingsproblemen - do’s en don’ts
4
Trainingsmaterialen - Kennismaken met het startpakket - Rondleiding door Oefenen.nl - Kennismaking schriftelijke materialen (Melkweg, werkboeken van leesenschrijf, De Startkrant) - Digitale materialen (Netnieuws, Oefenen.nl,) - Leesboekjes (bewerkte/hertaalde teksten) - Evaluatie
Handleiding Taal voor het Leven 19
Introductie Taalvrijwilligers
>> Tips & Tops Hoe vond je deze bijeenkomst? slecht
matig
voldoende
goed
Wat vond je goed?
Wat vond je niet goed?
Wat heb je gemist?
Overige opmerkingen
Handleiding Taal voor het Leven 20
Introductie Taalvrijwilligers
Handleiding Taal voor het Leven 21
Introductie Taalvrijwilligers
Handleiding Taal voor het Leven 22
Introductie Taalvrijwilligers
COnTaCT Heb je vragen over de training, je rol als taalvrijwilliger of over bijvoorbeeld het gebruik van lesmateriaal voor jouw cursist? Kijk op www.taalvoorhetleven.nl of neem contact op met de Taal Voor het Leven-taalregisseur uit je regio.
regio almere (Flevoland) Liesbeth Blokker | 06 463 41 933 Romana Fronczek | 06 383 21 198
[email protected]
regio Zwolle (IJssel-Vechtstreek + Twente) Hella Wolschrijn | 06 128 77 099
[email protected] Marijke Siekmans | 06 435 62 323
[email protected]
regio amsterdam Florien Coltof | 06 457 54 371
[email protected]
regio Utrecht (Midden-Utrecht) Marga Tubbing | 06 443 49 008
[email protected]
regio rotterdam (rijnmond) Ria Kramp | 06 481 39 820 Ellen Pattenier | 06 496 90 163
[email protected] regio Den Haag (Haaglanden) Jan Koopmans | 06 441 06 068 Annelies Jacobs | 06 216 22 716
[email protected] algemene informatie over de training Svenja Westerduin 06 575 53 980
[email protected] Informatie over gezinsaanpak Christine Clement 06 100 61 611
[email protected]
Bezoek www.taalvoorhetleven.nl voor het laatste nieuws over de training, nieuwe oefenmaterialen, data van intervisie- en netwerkbijeenkomsten, vragenuurtje via de chat of video-bijeenkomsten. Dit zijn de gegevens in 2013. Houd de website in de gaten voor wijzigingen.
Handleiding Taal voor het Leven 23