Vakblad voor mobiele communicatie in de openbare orde & veiligheidssector en het bedrijfsleven
Jaargang 32, mei 2011
Actueel Breedband: hoe verder?
GIS “Over en altijd up-to-date”
Interoperabiliteit van TETRA
MISSION CRITICAL WIRELESS COMMUNICATIE& ICT OPLOSSINGEN s s s s s s s
Analoge en digitale radio-infrastructuren (TETRA, DMR,…) Indoor dekking in Special Coverage Locations (C2000, GSM/UMTS, Private GSM, WiFi,..) Portofonie, marifonie, paging, meldkamersystemen Mobiele Data Terminals (MDT’s) Fysische beveiliging: Personen Zoek Installatie (PZI), camerabeveiliging, toegangscontrole,… Virtualisatie, Security, informatiebeveiliging,… Optimalistatie, Migratie, Hosting,…
en nog veel meer! SAIT Zenitel Netherlands B.V. Microfoonstraat 5, 1322 BN Almere, P.O. Box 30350, 1303 AJ Almere T +31 36 546 26 00 F +31 36 546 26 01 E
[email protected]
www.saitzenitel.nl
Verbinding mei 2011
|
150 Er zijn 150 sprekers. Zelfs al zouden ze zich beperken tot een kwartiertje spreektijd kost het een werkweek (37-en-een-half uur om precies te zijn) om ze allemaal te horen. Ik heb het over het Tetra World Congres, de jaarlijkse internationale bijeenkomst voor tout Tetra-minded mensen. Ik ben dan ook bezig met een strategie te bedenken hoe ik het optimale kan halen uit dit event in Boedapest. Selecteren is een crime. Ik kan kiezen voor de ‘grote’ namen, maar dan mis ik ongetwijfeld een aantal inhoudelijke pareltjes bij de minder bekende personen. Voor Verbinding heb ik wel een keuze gemaakt. In dit nummer presenteren we een aantal Nederlandse en Belgische sprekers. Daarnaast staan er twee artikelen in dit nummer met in de hoofdrol Nederlandse bedrijven. Waarom deze keuze? Ik weet dat elke keuze arbitrair is en als ik dan toch moet kiezen, dan maar voor Holland. Nederland heeft een flinke vinger in de pap als het gaat om Tetra. Zowel beleidsmatig als wat betreft techniek blazen we een flink partijtje mee. Zo hebben we iemand als Hans Borgonjen, vicevoorzitter van de Tetra Association. Behalve dat hij -natuurlijk- spreker is tijdens ‘Tetra World’, is hij ook ogen en oren van dit blad op alle internationale gebieden. Is het vreemd om hem in deze inleiding te noemen? Denk het niet. Hij is namelijk in dit nummer een beetje de rode draad, alfa en omega zo u wilt. Hij komt naar voren in de nieuwskolommen over Tetra World Congres, maar hij heeft ook twee zeer leesbare bijdragen geproduceerd over rampen en de rol van de OOV-sector daarin. Mensen als Hans, maar ook de andere 149 sprekers in Boedapest hebben een ding gemeen: inzet en passie voor ‘mission critical’ communicatie. En ik ben er van overtuigd dat inzet en passie de belangrijkste elementen zijn om iets voor elkaar te krijgen. H B U
3
I A
Communicatie rond Pinksterconferentie Verslag EC-workshop mobiel breedband
Breedband: hoe verder?
T
Tetra interoperability-proces
Mobiel ontsluiten van applicaties I
“Overal en altijd up-to-date” P
Eerste regionale meldkamer een feit N
Moeizame toegang tot P2000
9 25 34 13 17 20 30 37
E K KP C
4 40 42
Maarten Oberman
Meld je nu aan voor de nieuwsbrief van Verbinding Kijk op www.verbinding.nl!
4
Verbinding mei 2011
Sprekers tijdens Tetra World Congres Tijdens het Tetra World Congres is er ruimte voor ongeveer 150 sprekers. Naast diverse directeuren van multinationals spreekt ook een aantal Nederlandse en Belgische kenners. Verbinding maakte een selectie van de presentaties.
Edwin Bron, Manager System Architecture, TetraNed In december 2001 is Edwin toegetreden tot TetraNed. Aanvankelijk was hij een van de toonaangevende architecten in het ontwerp en de uitrol van het C2000. Sinds een paar jaar is Edwin verantwoordelijk voor de System Architects-team binnen TetraNed. Sinds 1996 is hij actief in verschillende vakgebieden waaronder CATV, DVB, EuroDOCSIS, HFC netwerken, xDSL, SDH, ATM, IP-netwerken en mobiele communicatie.
Etienne Lezaack, hoofd van de afdeling, de federale politie van België Sinds 2007 leidt Etienne de hoofden van de radio afdeling communicatie van de Belgische Federale Politie (DGS / DST / DTRC) en is hij belast met de politie technisch-operationele ondersteuning van zowel de radio-communicatie als de computer aided dispatching systemen. Sinds 2008 neemt Etienne deel aan de informele Radio Communicatie Expert Group van de Rechtshandhaving werkgroep van de Europese Raad (LEWP / RCEG), erop gericht om een roaminginterface voor de huidige Openbare Veiligheid radionetwerken
te realiseren en om de volgende generatie RF-systemen voor te bereiden. Yves Delvaux, COO, ASTRID Yves Delvaux is nu acht jaar COO van ASTRID. Hij is belast met de exploitatie van het ASTRID-netwerk voor de PPS en enkele andere professionele klanten in België. Hij is belast met het outsourcing contract voor het onderhoud. Hij is ook verantwoordelijk voor de tactische ontwikkeling van het ASTRID-netwerk. Hij wist ook om nieuwe diensten te ontwikkelen op de TETRA infrastructuur. Marc De Buyser, CEO, ASTRID Marc De Buyser is CEO bij A.S.T.R.I.D. sinds 2003. In die periode is Astrid geëvolueerd van een projectgeoriënteerd bedrijf naar een dienstverlenend bedrijf met een zeer hoge lokale penetratie van de 3 aangeboden diensten, met name Tetra radio communicatie, nationale paging service en de landelijke taak noodoproepen van alle Belgen te verzekeren. Bert Bouwers, CTO, Rohill Bert heeft het TetraNode systeemarchitectuur in de vroege
Verbinding mei 2011
stadia ontwikkeld en heeft voortdurend de architectuur aangepast en het ontwerp van TetraNode volgens de laatste trends in de IP-networking industrie veranderd. Bert heeft een grondige kennis van de TETRA-standaard en heeft een aantal presentaties over de onderwerpen van TETRA-over-IP, multi-protocol oplossingen en SoftSwitching Technology. Hans Borgonjen, Senior Coördinator - Internationale Standaardisatie, Vts Politie De Vts Politie Nederland levert de Nederlandse Publieke Veiligheid diensten op applicaties, gegevens en mobiele communicatie, bijvoorbeeld het C2000-Tetra radionetwerk. Hoofdtaken: - Vice-voorzitter Tetra Association. - Nederlandse vertegenwoordiger LEWP-RCEG en voorzitter van de ‘Forerunner Group’, die zich op de toekomst richt van de communicatie voor de openbare veiligheid in de Europese lidstaten. - Voorzitter PSRG (Public Safety Radiocommunication Group), een informeel platform met 17 deelnemende landen.
Jan Biemolt, Programme Manager Intake, vts Politie Nederland Sinds 2005 is Jan Program Manager voor de Nederlandse politie die verantwoordelijk is voor het verbeteren van de werkprocessen in de meldkamers wordt ondersteund door mobiele communicatie, met inbegrip van C2000, maar ook brede band oplossingen. Jan ziet een verandering in de politiewerken. Smartphones en iPads zijn al in gebruik, maar worden ondersteund door commerciële netwerken, met hoge risico’s voor beveiligingsmeldingen en availabity. Een groot deel van het politiewerk is in fundamenteel bedrijfskritische, dus het moet worden ondersteund door goede apparatuur en Avialable en beveiligde netwerken. Sietse Hitman, Project manager C2000, vts Politie Nederland Hij is verantwoordelijk voor de verbetering van het gebruik en de organisatie van C2000 door de Nederlandse politie. Dit betekent dat de uitvoering van de lessen die zijn geleerd in zes jaar van Tetra-gebruik in Nederland.
Praktische informatie Wat? Tetra World Congres Waar? Boedapest, Hongarije Wanneer? 24-27 mei Meer info? De thema’s dit jaar zijn: De rol van Tetra in bedrijfskritische communicatie TETRA In Crisis Management, Incident en Event Planning Toekomstige TETRA TETRA-en complementaire technologieën TEDS / TETRA 2/Broadband TETRA / Mobile Broadband TETRA Voor niet-OOV-gebruikers vervoer, industrie en nutsbedrijven Nieuwe TETRA toepassingen en innovaties Interoperabiliteit en samenwerking TETRA Business Models
HE WIJA DLINE ONDERSTEUNEN SUBHE A DLINE
5
DE MENSEN MET DE MISSIE OM DE AARDE BESCHERMEN.
6
Verbinding mei 2011
Rapport Inspectie OOV over bestrijding brand op de Strabrechtse Heide De Inspectie OOV heeft onderzoek gedaan naar de bestrijding van de grote brand op de Stabrechtse Heide in de zomer van 2010. De belangrijkste uitkomsten van het onderzoek zijn dat de Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost qua organisatie voldoende is voorbereid op een dergelijk grootschalig incident, maar dat er in de uitvoering nog het nodige valt te verbeteren. Daarnaast heeft de Inspectie OOV vastgesteld dat de brandweer bij de feitelijke bestrijding van de brand uitstekend heeft samengewerkt met Defensie en met medewerkers van andere organisaties. De betrokken hulpverleners hebben bij dit incident een enorme inzet en betrokkenheid getoond. Wat betreft de feitelijke brandbestrijding is op verschillende punten verbetering mogelijk. De Inspectie OOV acht nader onderzoek naar een effectieve manier van bestrijding van natuurbranden noodzakelijk.
Nicolette Rigter directeur GGD en
GHOR IJsselland Per 1 mei 2011 is mevrouw Nicolette Rigter benoemd als directeur Publieke Gezondheid IJsselland, verantwoordelijk voor GGD en GHOR. Het dagelijks bestuur Veiligheidsregio IJsselland heeft mevrouw Rigter benoemd als directeur GHOR. Zij maakt deel uit van de veiligheidsdirectie IJsselland en zal in die functie ook aanwezig zijn bij de vergaderingen van het veiligheidsbestuur.
Op voorstel van minister Donner (BZK) stemt de ministerraad in met het concept Bouwbesluit 2012. Samenvoeging van diverse regels en besluiten resulteert in één nieuw Bouwbesluit. Het grootste deel van de voorschriften verdwijnt uit de huidige (Model) bouwverordening en komt terug in het nieuwe Bouwbesluit. Het verplicht doormelden van brandmeldinstallaties naar een alarmcentrale van de brandweer wordt beperkt tot gebouwen waar mensen niet of nauwelijks zelfstandig uit kunnen, zoals ziekenhuizen en kinderdagverblijven. Hiermee wordt beoogd het aantal gevallen van loos alarm terug te dringen. Ondernemers en andere gebouweigenaren kunnen altijd zelf kiezen voor vrijwillige doormelding. Waarschijnlijk treedt het Bouwbesluit 2012 in werking per 1 januari 2012. Het concept Bouwbesluit 2012 gaat naar verwachting op 6 mei naar de Tweede en Eerste Kamer.
Veiligheidsregio’s maken kennis met LCMS 2.0 Op woensdag 6 april en donderdag 7 april hebben de veiligheidsregio’s kennis kunnen maken met het nieuwe Landelijk Crisismanagement Systeem LCMS 2.0. Op beide dagen is LCMS 2.0 gedemonstreerd door de leverancier: het consortium Capgemini, Geodan, Esri en Getronics. Projectdirecteur Frits Gronsveld startte met een korte terugblik op het aanbestedingstraject en een vooruitblik op het migratieproces. Op dit moment wordt in overleg met vertegenwoordigers van de regio’s hard gewerkt om LCMS 2.0 in te richten. De gedemonstreerde versie is nog niet geheel volledig, maar geeft een goede indruk van de mogelijkheden van het systeem.
Nieuwe druk RIC-Kaarten
Onlangs verscheen de zevende druk (versie 2011-2012) van het ERIC-Kaartenboek. Al meer dan 15 jaar hét vertrouwde naslagwerk voor de bevelvoerder op de eerste tankautospuit. Hierin wordt informatie over gevaarlijke stoffen vertaald naar handelingsalternatieven voor de bemanning van het eerste voertuig. Meer informatie: http://www.nifv.nl/webshop/
Nieuwe regelgeving brandmeldinstallaties in 2012 van kracht
1-4-4 voor dierenpolitie
Tegelijk met het aantreden van de eerste 125 agenten van de dierenpolitie komt er één alarmnummer, 1-4-4, voor dieren in nood en dierenmishandeling. Het meldnummer wordt daarvoor ondergebracht bij de infrastructuur van het Korps Landelijk Politiediensten. Ook gaat het openbaar ministerie vanaf 1 oktober zwaardere straffen eisen tegen mensen die zich schuldig maken aan dierenmishandeling. Dat schrijven minister Opstelten van Veiligheid en Justitie en staatssecretaris Bleker van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie vandaag in een brief aan de Tweede Kamer.
Verbinding mei 2011
7
Het Nieuwe Verbinden Steeds vaker leer ik nieuwe mensen In Real Life (IRL) kennen waar ik al langere tijd contact mee heb via Twitter, LinkedIn of Crisisbeheersing Nederland. Anderhalf jaar geleden maakte ik mijn eerste TweetUp mee, van Ambtenaar 2.0. Alle aanwezigen tijdens deze TweetUp kende ik alleen van twitter en vreemd genoeg bleken achter alle avatars allemaal echte mensen te zitten. Toen vond ik het nog bizar dat je eerst iemand virtueel leerde kennen en pas later in het echt, nu is het eerder regeling dan uitzondering. Als beleidsmedewerker Openbare Orde en Veiligheid bij de Provincie Noord-Brabant en wonend in de Lichtstad kwam ik toch vooral in het zuiden van het land, met zo nu en dan een uitstap naar het midden, het westen en soms het oosten. Dankzij de contacten opgedaan via de sociale media kom ik tegenwoordig overal in Nederland, en heb nu zelfs ook interessante contacten in het noorden, wat door de afstand vroeger niet zo voor de hand lag. De tijd waarin je alleen maar de mensen ontmoet die in de fysieke nabijheid van jezelf wonen en werken is al lang voorbij. Diegenen die openstaan voor experimenten en de nieuwe mogelijkheden omarmen, kunnen nu op een eenvoudige manier nieuwe mensen ontmoeten, gebaseerd op gezamenlijke interesses. Ik ben blij dat Het Nieuwe Verbinden het mogelijk heeft gemaakt dat ik nu contact heb met geïnteresseerden in crisisbeheersing, die ik later ook in het echt ontmoet heb, zoals @jwillemvaalst, @inastrating, @hemmelhoes, @realwouter, @huibfran, @henkvanbeek, @agaatt, @violav76 en @madelonnk. (Kijk voor de IRL-namen van deze twitteraars op hun eigen twitterpagina). Zonder Het Nieuwe Verbinden was dat nooit mogelijk geweest! U kunt op Twitter met mij in verbinding komen via @RalfMohnen en @CrisisNed20. Wellicht ontmoeten wij elkaar daarna ook IRL! R M N 2.0 (.20.), , C N (.).
* Waarborgen van Wereldwijde Veiligheid.
EADS DEFENCE & SECURITY IS NU:
HE A DLINE SUBHE DLINE EN WEAZULLEN
DOORGAAN MET HET DEFENDING WORLD SECURITY.*
WWW.CASSIDIAN.COM
on visit us 011 Please gress 2 n o C ld ungary Wor pest, H a TETRA d u B ntre, xpo Ce y 2011 Hunge 7th Ma 2 h t 4 2 F301 Stand
8
Verbinding mei 2011
Roadmap beeld en veiligheid uit
Het ministerie van Binnenlandse Zaken heeft een roadmap opgesteld. In 2020 zal volgens het ministerie beeld een veel grotere rol spelen in het veiligheidsdomein: meer data, meer ‘hits’ en meer geld is nodig. Beelden spelen een steeds grotere rol in het veiligheidsdomein. Van kleine incidenten tot grote rampen zijn beelden beschikbaar en de instanties die in Nederland waken over onze veiligheid, zoals de politie, het Openbaar Ministerie en de douane krijgen dagelijks beeldmateriaal binnen. De beeldenstroom groeit snel, denk maar aan de beelden van de rellen bij Hoek van Holland of van de paniek bij de dodenherdenking op de Dam. De verwerking van al die beelden leidt tot problemen. Het ministerie van BZK heeft in het kader van het kabinetsprogramma ‘Veilig door innovatie’ DSP-groep opdracht gegeven een roadmap voor beeldtechnologie in het veiligheidsdomein op te stellen. De roadmap geeft aan waar we in 2020 willen staan en via welke mijlpalen in 2015 we daar kunnen komen. Tevens zijn enkele nieuwe aandachtspunten geformuleerd voor toekomstige innovaties.
producenten van beeldtechnologie niet altijd duidelijk welke behoeften het veiligheidsdomein heeft.
Drie trends De tientallen experts die meewerkten aan deze roadmap onderscheiden twintig technische, organisatorische en maatschappelijke trends voor beeldtechnologie en veiligheid (hoofdstuk 2). Drie trends springen eruit: 1 Meer beelden Per jaar groeit het aantal beelden met ongeveer 15%. Dat betekent dat de hoeveelheid beeldmateriaal in 2020 vier keer zo groot zal zijn als in 2010 en in 2030 zelfs tien keer zo groot. In het veiligheidsdomein is zelfs sprake van een jaarlijkse verdubbeling, aldus deskundigen. De rellen in Hoek van Holland leverden een stroom beelden op, vooral van mobiele telefoons, die veel groter was dan bij vergelijkbare incidenten enkele jaren eerder.
Grenzen bereikt Bij het verwerken van de ‘tsunami aan beelden’ lopen we aan tegen financiële, menselijke, organisatorische en juridische grenzen. Voor partijen in het veiligheidsdomein wordt het steeds moeilijker om relevante beelden te selecteren. Daar komt bij dat veel beelden gemaakt door derden (bewakingscamera’s van particulieren, webcams of mobiele telefoons van burgers niet passen in de eigen systemen. Er wordt daarom veel geïnvesteerd in onderzoek en innovaties op het vlak van beeldtechnologie: om de aansluiting op systemen van anderen te vergemakkelijken en om beter te worden in het selecteren van de relevante informatie in eigen en andermans beelden. Voor dit soort onderzoek en innovatie is een budget beschikbaar in het kabinetsprogramma ‘Veilig door innovatie’. Bij de beoordeling van de onderzoeksvoorstellen blijkt dat aanbod en vraag niet goed op elkaar aansluiten. Het blijkt moeilijk te bepalen welke voorstellen een kans verdienen en welke niet. Instanties binnen het veiligheidsdomein worden soms verleid om mee te doen aan experimenten, waarvan eigenlijk niet duidelijk is welk probleem ze precies zullen oplossen. Tegelijkertijd is het voor
2 Meer hits Door beelden te koppelen aan andere databases, zoals kentekens, paspoorten of mobiele telefoons, neemt het aantal hits exponentieel toe. Hits zijn brokjes informatie die interessant zijn voor instanties in het veiligheidsdomein. De enorme technische mogelijkheden leiden ertoe dat partijen overspoeld kunnen worden door informatie waar ze wat mee kunnen, willen en soms zelfs móeten doen. 3 Veiligheidsdomein moet investeren De partners binnen het veiligheidsdomein willen kunnen werken met beelden van anderen. Omdat die anderen steeds meer en steeds betere apparatuur kopen, zullen de partijen in het veiligheidsdomein voortdurend moeten investeren in hardware, software en verbindingen om bij te blijven. Ook investeringen in deskundigheidsbevordering en organisatorische aanpassingen zijn continu nodig. Er hoeven geen wielen te worden uitgevonden, maar de wielen die door anderen worden uitgevonden moeten wel kunnen draaien.
Verbinding mei 2011
9
A
Geen evenement zonder goede communicatie!
Pinksterconferentie van Stichting Opwekking Op het terrein van Walibi World in Biddinghuizen vindt in juni 2011 één van de grootste jaarlijkse meerdaagse evenementen van Nederland plaats. Het betreft een familie-evenement dat tussen de 50.000 en 60.000 bezoekers trekt - waaronder zo’n 18.000 kampeerders. Voor de 41ste keer dit jaar organiseert Stichting Opwekking haar Pinksterconferentie, die in de loop der jaren is uitgegroeid tot een dermate groot evenement, dat de Veiligheidsregio de hoogste eisen op dit gebied stelt. Communicatie speelt daarin een doorslaggevende rol. Stichting Opwekking koos voor de inzet van haar eigen analoge netwerken, gekoppeld aan een gehuurd TETRA-systeem. D M G, > F S N
Aan het woord is Guillaume Klaaysen, als vrijwilliger verbonden aan Stichting Opwekking en verantwoordelijk voor de TETRA-
communicatieapparatuur die tijdens het evenement wordt ingehuurd. “Als gevolg van de toenemende grootte is Opwekking
geclassificeerd als een C-klasse evenement, waardoor de organisatie zich gedwongen ziet te investeren in de noodzakelijke veiligheids-
10
Verbinding mei 2011
maatregelen. Betrouwbare communicatie is daarbij een must. Als dat niet goed geregeld is gaat het evenement gewoon niet door, zo simpel is dat.”
Protocollen en draaiboeken Stichting Opwekking streeft ernaar steeds zoveel mogelijk te anticiperen op aanpassingen aan de gestelde wet- en regelgeving. Bij de organisatie van het evenement zijn 1.500 vrijwilligers betrokken, waaronder vele professionals die vanuit hun werkervaring verstand van zaken hebben. Er zijn vaste protocollen en draaiboeken opgesteld, die jaarlijks worden bijgesteld. Deze zijn van een dusdanige kwaliteit dat ze ook door andere organisaties worden toegepast. Klaaysen: ”Het is heel belangrijk dat we voor de organisatie en techniek zo min mogelijk afhankelijk zijn van één persoon, alle kennis en ervaring moet overdraagbaar en reproduceerbaar zijn, dan ben je veel minder kwetsbaar.” Klaaysen vervolgt: “De veiligheidseisen worden steeds verder aangescherpt, evenals de opleidingseisen die worden gesteld aan medewerkers. Helaas kunnen we dus niet meer volstaan met het uitsluitend inzetten van eigen vrijwilligers. Gezien de omvang van het evenement en de eisen die daarvoor gelden moeten we ook capaciteit inkopen, alhoewel we dit tot een minimum proberen te beperken. Immers, voor de inkomsten zijn wij volledig afhankelijk van giften, en met dat budget proberen we zo effectief mogelijk om te gaan.”
Tijdelijke loopbrug Naast voldoende beveiliging dient er een voorgeschreven aantal OOV-medewerkers aanwezig te zijn. Dat geldt ook voor het aantal brandweerwagens en ambulances dat permanent op het terrein beschikbaar moet zijn. Vanwege de grote toestroom van bezoekers moet er onder meer een verkeersplan opgesteld worden. Eén van de eisen is het bewerkstelligen van een goede doorstroming van het verkeer, ook tijdens de piekuren van aankomst en vertrek. Het wegennet in de polder is nogal beperkt, dus hebben we tijdens het evenement éénrichtingsverkeer ingesteld rondom Walibi World. Daarnaast zetten we een tijdelijke brug over het water in, om zodoende een lus te kunnen maken in de route. Parkeren gebeurt aan de ene kant van de weg, het evenement vindt plaats aan de andere kant van de weg. Voorgeschreven is dat het publiek moet kunnen oversteken zonder zelf gevaar te lopen, dan wel het verkeer te hinderen. In samenwerking met Lowlands hebben we een grote constructie laten maken voor een tijdelijke loopbrug over de weg, die
wij jaarlijks van ze huren voor het evenement. Op die manier kunnen we voldoen aan de veiligheidseisen en tegelijkertijd zo creatief mogelijk omgaan met de beschikbare middelen.
Koppeling TETRA met analoog “Voor de communicatie hebben we gekozen voor de inzet van ons eigen private analoge portofoonnetwerk, gekoppeld aan een privaat TETRA-systeem dat we van leverancier Flash gehuurd hebben. Er zijn meerdere redenen die bijdroegen tot het maken van deze keuze. Vanwege de toenemende schaalgrootte waren onze eigen middelen niet meer toerei-
Om communicatie mogelijk te maken tussen de gebruikers op de verschillende systemen, wilde Stichting Opwekking een koppeling tot stand laten brengen tussen het analoge VHF-netwerk en het TETRA-netwerk. Dat is inmiddels bewerkstelligd met zogenaamde crossband-repeaters. Deze verzorgen een back-to-back koppeling tussen een TETRAgespreksgroep enerzijds en een analoge frequentie anderzijds. Zowel in de opbouwfase als tijdens het driedaagse evenement wordt het systeem ingezet. Aan de hand van een fleetmap zijn gebruikersgroepen ingedeeld. Feitelijk komt het erop
Als gevolg van de toenemende grootte is Opwekking geclassificeerd als een C-klasse evenement kend. Gelet op ons beperkte budget, plus de wens een extra systeem als back-up achter de hand te hebben, besloten we voor deze koppeling te kiezen. Er kunnen maar heel weinig partijen apparatuur op een dergelijk grote schaal verhuren, vandaar dat we bij deze leverancier terecht kwamen.” Het TETRA-systeem bestaat uit een DAMM Tetraflex-oplossing met twee SB421-carriers, zeven Motorola MTM800-basisposten en 140 Motorola MTP850-portofoons. Het analoge netwerk van Stichting Opwekking bestaat uit vijf VHF-repeaters, één UHFrepeater en 280 Kenwood-portofoons, zowel voor de UHF- als de VHF-band.
neer dat alles wat met veiligheid te maken heeft op het TETRA-netwerk is aangesloten, waaronder security, brandweer, EHBO en persoonlijke ondersteuning. Gebruikersgroepen als de technische teams, waaronder elektra, sanitair, audio, video en andere facilitaire dienstverleners, werken op de analoge frequenties. De teams die op korte afstand van elkaar werken hebben UHF-portofoons, alles wat over grotere afstand moet, loopt via de VHF-band.
Centrale TETRA-basispost Klaaysen: “In onze eigen meldkamer - geleid door een professionele vrijwilliger die in zijn dagelijks werk op een regionale meldkamer leiding geeft - komen tijdens het evenement
Verbinding mei 2011
11
alle meldingen binnen op één centrale TETRAbasispost, in plaats van op drie afzonderlijke basisposten (UHF, VHF en TETRA, red.). Dit wordt mogelijk gemaakt door de inzet van de crossband-repeaters. Naast portofoons hebben we voor de communicatie nog de beschikking over een eigen pagingsysteem met 250-300 piepers, een registratie- en loggingsysteem, een IP-telefoniesysteem en eigen noodstroomvoorzieningen. Aanvullend op het bestaande pagingsysteem worden er ook berichten via het TETRA-netwerk verzonden aan diegenen met een TETRA-portofoon. Vanuit de meldkamer worden eerstelijns incidenten opgepakt, bij grote calamiteiten wordt opgeschaald naar de lokale hulpdiensten.” Hoewel het enerzijds een voordeel is dat de Stichting Opwekking over eigen technische middelen beschikt, is dit ook een bron van extra zorg. De keuze voor het handhaven van de eigen apparatuur naast het ingehuurde systeem is echter heel bewust genomen. Klaaysen: “Enerzijds hebben we die spullen nu eenmaal, anderzijds is het een stukje risicospreiding. Mocht er één systeem uitvallen,
TETRA in de praktijk Klaaysen: “Vorig jaar stond men nog zeer kritisch ten opzichte van TETRA. Maar het systeem heeft zich inmiddels duidelijk bewezen en men is er nu veel positiever over. Dat komt ook doordat veel vrijwilligers in hun dagelijks werk als OOV-hulpverlener gewend zijn te werken met een TETRA-portofoon. We kregen veel reacties in de trant van: “Oh, op m’n
“De mooiste technische oplossing is voor een evenement niet altijd de beste” dan heb je altijd nog het back-up-systeem. Een derde reden is dat onze eigen apparatuur door het jaar heen ook aan andere christelijke evenementen wordt uitgeleend, die dat zelf onmogelijk kunnen financieren. Voor ons is het dus belangrijk dat we ‘ontzorgd’ worden, oftewel met een partij zakendoen die ons de zorg rondom de communicatie zoveel mogelijk uit handen kan nemen.”
Van links naar rechts: Guillaume Klaaysen, Stichting Opwekking, en Wim Stam, Flash Services Nederland
werk heb ik ook zo’n ding!” Bovendien zijn ze veel kleiner en handzamer dan onze analoge portofoons. Op ons analoge netwerk waren we beperkt in het uitbreiden van het aantal UHF- en VHFkanalen, terwijl we dat probleem met TETRA niet hebben. We kunnen net zoveel groepen maken als we zelf willen. Ook kunnen we statusberichten verzenden.”
TETRA kent wel één nadeel en dat is het beperkter bereik. Klaaysen: “Vorig jaar hadden we een mast van 20-25 meter hoogte, en dat ging net. We hadden het systeem op een talud gezet voor extra hoogte. Maar het evenement wordt dit jaar weer groter, dus moeten we mogelijk extra voorzieningen treffen. Waarschijnlijk zal dat ofwel een mobiele mastconfiguratie worden die volledige dekking biedt, ofwel we stellen ons systeem op een meer centrale locatie op.” Op de vraag wat hij andere organisatoren van evenementen zou willen meegeven als het gaat om de inzet van communicatie-apparatuur, zegt Klaaysen: “De mooiste technische oplossing is bij een evenement niet altijd de beste. Het moet vooral eenvoudig zijn en makkelijk te implementeren. Er moeten niet teveel haken en ogen aan zitten. Een ieder moet ermee kunnen werken. Vind daarbij een partij die met je meedenkt, die ontzorgt, en werk hierin samen. Verder vinden wij het heel belangrijk dat we voor kritische factoren zoals communicatie niet afhankelijk zijn van één persoon en dat bovendien alles beschreven wordt in procedures en draaiboeken waar je op terug kunt vallen. Op die manier kun je te allen tijde op professionele wijze veilige communicatie garanderen.”
Verbinding mei 2011
13
Standaard kluwen
Zin en onzin van het TETRA Interoperabilityproces TETRA heeft haar succes voor een belangrijk deel te danken aan de beschikbaarheid van systemen en randapparatuur van meerdere fabrikanten die onderling interoperabel zijn. Het multi-vendor aanbod heeft geleid tot een zeer concurrerende markt met oplossingen die toegespitst zijn op een groot aantal marktsegmenten. Maar wat houdt ‘interoperabel’ precies in? D R
TETRA is een open standaard van het European Telecommunications Standards Institute (ETSI). Werkgroepen, met deelname van een groot aantal fabrikanten en eindgebruikers, hebben de TETRA-standaard opgesteld en onderhouden deze nog steeds.
Parallel aan de ontwikkeling van de standaard waren diverse fabrikanten reeds begonnen aan de ontwikkeling van systemen en randapparaten voor TETRA. Het bleek al snel dat er specifieke functies in de apparatuur terechtkwamen, waardoor randapparaten van
fabrikant A niet optimaal functioneerden op de infrastructuur van fabrikant B. Soms betrof het een bewuste keus van een fabrikant om de klant voor langere tijd te binden, maar het kwam ook regelmatig voor dat de specificaties op meerdere manieren waren uit te leggen,
14
Verbinding mei 2011
waardoor de uitgangspunten voor realisatie al onjuist bleken te zijn. Om wildgroei van variaties rond de TETRAstandaard te voorkomen, hebben eindgebruikers en fabrikanten binnen de TETRA Memorandum of Understanding (MoU), die later werd omgedoopt tot de TETRA Association, al snel besloten om te streven naar specificaties en testprotocollen voor het onderling testen van systemen en randapparatuur. In eerste instantie werden deze testen uitgevoerd door Tele Danmark, een van de oprichters van de TETRA Association. Later werd de verantwoordelijkheid hiervoor overgedragen aan het Italiaanse Istituto Superiore delle Comunicazioni e delle Tecnologie dell’Informazione (ISCOM) als nieuw Certification Body. Het certificatieproces wordt bestuurd door het Technical Forum (TF) van de TETRA Association, waarbij de doelstellingen en prioriteiten gezamenlijk worden bepaald met de Operators and User Association (OUA).
volgorde van air-interface-signalering en het al dan niet toepassen van allerlei optionele items in de air-interface-signalering. Na het goedkeuren van de TIP-specificatie door het Technical Forum wordt een Interoperability Test Plan gecreëerd, waarin de uitvoering van de testen in detail beschreven staat. Tenslotte wordt een TETRA Interoperability Certification - Requirements Table (TIC-RT) spreadsheet samengesteld, waarin fabrikanten kunnen aangeven welke opties voor de betreffende functionaliteit worden ondersteund. Op basis van de TIC-RT spreadsheet volgt de lijst van uit te voeren testen tijdens een Interoperability Test-sessie.
deze testen en stelt het certificaat op waarin de testresultaten zijn vastgelegd. Een testsessie duurt doorgaans een dag of vier voor het testen van alle functionaliteit van één type randapparaat op een infrastructuur, waarbij andere randapparaten van hetzelfde merk door middel van een steekproef (‘spot check testing’) aan de tand worden gevoeld, mits het eenzelfde softwareplatform betreft. In totaal kan een IOP-testsessie daarmee acht tot tien weken duren. De IOP-certificaten zijn na publicatie vrij opvraagbaar op de website van de TETRA Association (www.tetra-association. com).
Beperkingen De testen worden gezamenlijk uitgevoerd door de fabrikant van het systeem, de fabrikant van een randapparaat (terminal) en twee waarnemers van ISCOM. ISCOM is hierbij als onafhankelijk instituut verantwoordelijk voor de planning, de uitvoering en de analyse van
TETRA Interoperability-testen beperken zich tot het functioneel testen van randapparatuur op systemen. Na de gedetailleerde analyse van de signalering kan worden vastgesteld of de apparatuur zich aan de regels van de TETRA-standaard houdt. Een TETRA Interope-
Scenario’s De specificaties van de interoperabiliteitstesten zijn vastgelegd in zogenoemde ‘TETRA Interoperability Profiles’ (TIP’s). Doel van de TIP’s is het vastleggen van scenario’s,
Kopers van randapparatuur doen er daarom verstandig aan om ook zelf testprotocollen op te stellen rability-certificaat biedt daarmee geen garanties voor de betrouwbaarheid en prestaties (performance) van de apparatuur. Voor de hoogfrequent (RF) prestaties en de CE-keuring zal de fabrikant aanvullende testen moeten (laten) uitvoeren. Daarnaast is een IOP-testsessie een momentopname, waarbij een specifieke hardwareen softwareversie van een randapparaat wordt getest op een specifieke hardware- en softwareversie van een infrastructuur. Omdat vooral de software voortdurend wordt bijgewerkt om nieuwe functies toe te voegen en om fouten te herstellen, is de kans aanwezig dat bepaalde functies ‘omvallen’. Een IOPcertificaat biedt dus een beperkte garantie wanneer gebruik gemaakt wordt van andere software- en hardwareversies van zowel de randapparatuur als de systemen. Kopers van randapparatuur en systemen doen er daarom verstandig aan om ook zelf testprotocollen op te stellen voor het toelaten van randapparatuur op hun systemen. Doorgaans gebeurt dit ook tijdens de zogenoemde Factory Acceptance Testen (FAT’s) voor met name de grotere projecten, maar ook daarna zal er
Verbinding mei 2011
15
voortdurend gecontroleerd moeten worden of nieuw toegevoegde randapparatuur en/of software-updates geen problemen met zich meebrengen.
Nieuwe ontwikkelingen Voor wat betreft de Trunked Mode Operation (TMO) en de Direct Mode Operation (DMO) zijn de IOP-testen behoorlijk ver uitontwikkeld. De meeste IOP-specificaties en gedetailleerde Test Plans zijn reeds meerdere jaren stabiel. Recente ontwikkelingen betreffen uitbreidingen op encryptiegebied, waaronder Group Cipher Key (GCK) encryptie, Air-toGround communicatie, Call Out (paging) en Location Services. De IOP-specificaties voor de TETRA Inter System Interface (ISI) zijn al een decennium lang een punt van discussie. Nadat er moeizaam een compromis was bereikt in het jaar 2005, is er sindsdien slechts één geslaagde interoperabiliteitstest uitgevoerd tussen twee systeemleveranciers. Echter, van de 89 testcases voor ISI Mobility Management (IMM), ISI Individual Call (IIC) en Short Data Service (ISD) zijn er in totaal slechts 35 testen geslaagd, zijn er zes gefaald en zijn er 48 testen die niet ondersteund werden door één of beide leveranciers. Onder andere de migratiefunctie voor internationaal roamen met het voor encryptie benodigde authenticatiealgoritme werd door minstens één leverancier niet ondersteund, waardoor in feite eigenlijk geen sprake is van een werkende ISI zoals bij GSMroaming wel het geval is. Daarnaast is de voor de OOV-sector essentiële groepsoproepfunctie nog niet beschikbaar binnen de ISI. Inmiddels is er wel vooruitgang geboekt en krijgen de leveranciers binnenkort een herkansing, waarbij er ook een vereenvoudigde vorm van groepscommunicatie, de zogenoemde Static Group Linking-functie, zal worden getest. Betreffende TETRA Enhanced Data Service (TEDS) zien we een gelijksoortige strijd tussen leveranciers. De vele opties die de TEDS-standaard biedt voor wat betreft modulatievormen en het wel of niet integreren van TEDS binnen de bestaande TETRA-systeemarchitectuur zijn verwerkt als keuzemogelijkheden in de IOP-specificaties. Daardoor zal slechts een kleine subset van alle mogelijkheden van nut zijn wanneer een specifiek TEDS-randapparaat op een TEDS-infrastructuur van een andere leverancier toegepast wordt, en dreigt er een situatie te ontstaan dat er eigenlijk nauwelijks sprake is van interoperabiliteit.
Hoe te profiteren? Het is onmiskenbaar een feit dat het TETRA Interoperability-proces er toe heeft bijgedra-
Er dreigt een situatie te ontstaan dat er eigenlijk nauwelijks sprake is van interoperabiliteit gen dat TETRA zich tot een werkelijk open multi-vendor standaard heeft ontwikkeld. Gebruikers kunnen er in het algemeen op vertrouwen dat randapparatuur van verschillende merken naar behoren functioneert op een TETRA-systeem van meerdere leveranciers. Bij aanbestedingen kan dan ook uit een groot aantal leveranciers worden gekozen voor zowel systemen alsook randapparatuur, wat een gunstig effect heeft op de prijs van de totaaloplossing en leidt tot minder binding aan een specifieke leverancier.
De testresultaten die op het publieke deel van de TETRA Association website zijn te raadplegen geven een goed beeld van de beschikbare
functies in de verschillende randapparaten en systemen. Bij het opstellen van een programma van eisen is het daarom zeker zinvol om deze te baseren op functionaliteit die beschikbaar is in meerdere randapparaten en systemen, zodat er voldoende keuzevrijheid overblijft. De omvangrijke set van IOP-specificaties, de opsomming van opties binnen functionaliteiten en de gedetailleerde weergave van testresultaten maken het er niet gemakkelijker op om de IOP-certificaten te interpreteren, laat staan deze te vergelijken met andere combinaties van randapparaten en systemen. Daarom heeft Rohill na publicatie van de resultaten van haar IOP-testsessie in 2010 een uitvoerige analyse gemaakt van de resultaten van alle systeemleveranciers. Met de uitsplitsing van een aantal belangrijke functies binnen de verschillende IOP-specificaties blijkt dat de resultaten van de Rohill IOP-testsessie de concurrentie achter zich laat voor wat betreft ondersteunde functionaliteiten en kwaliteit van implementatie. De bijgaande grafiek maakt dit goed duidelijk. De onderbouwing van deze grafiek is terug te vinden in een document dat te downloaden is van de website www.rohill.com onder Downloads - Whitepapers.
Verbinding ook online
Kijk voor alle artikelen uit Verbinding en het laatste nieuws op
www.verbinding.nl
Verbinding mei 2011
17
Mobiel ontsluiten van applicaties
Sneller dan vast netwerk? Wie herinnert zich nog de snelheden van 9k6 of 14k4 waarmee we tien, twaalf jaar geleden het internet op gingen? In de vorige eeuw waren het speedkillers als je deze snelheden had. Tegenwoordig vinden wij het de gewoonste zaak van de wereld dat de snelheden voor datacommunicatie bijna parallel lopen aan die van het vaste netwerk. Maar hoe zit het met mobiele applicaties? D G R
18
Verbinding mei 2011
Door deze evolutie in datasnelheid worden ook de mogelijkheden voor het mobiel ontsluiten van applicaties groter. Steeds meer applicaties die oorspronkelijk ontwikkeld zijn voor kantooromgevingen kunnen mobiel worden gemaakt of worden gebruikt via mobiele netwerken. En dat stelt toch een aantal specifieke eisen aan de applicaties en de infrastructuur. In de praktijk wordt dit echter niet altijd even goed geïmplementeerd. Natuurlijk zal een applicatie prima werken als we deze ontsluiten via een UMTS/HSPA-modem. We merken nauwelijks verschil tussen het mobiel gebruik van de applicatie of via het vaste netwerk. Maar voor veel applicaties begint de ellende dan pas.
van een database niet lukt omdat er even geen contact is met een mobiel netwerk. En dan hebben we het nog niet eens over de datasnelheden die geknepen worden omdat de ‘Fair Use’ limiet is overschreden. Bij oververbruik wordt de datasnelheid door sommige telecomoperators verlaagd. In de praktijk kan dit betekenen dat de datasnelheden aan het begin van de maand prima zijn, maar naarmate het eind van de maand nadert steeds langzamer worden. Ook kan het zijn dat men meer verbruikt dan dat contractueel is overeengekomen. Dit leidt dan tot torenhoge rekeningen. De gehanteerde fair use policy verschilt overigens per operator en per abonnement, de kleine lettertjes bieden hierover meer duidelijkheid.
Risico’s
Alhoewel in principe elke applicatie die draait in een client/server-omgeving geschikt kan worden gemaakt voor mobiel gebruik, zijn er enkele voorwaarden waaraan moet worden voldaan: - De mobiele applicatie zal de verbinding moeten initiëren - De mobiele applicatie moet in staat zijn om zelf de verbinding te onderhouden - Aan de kant van de mobiele applicatie zal de data moeten worden opgeslagen, en
Door gebruik te maken van de standaard technieken, die er van uitgaan dat de client/ server-verbinding een stabiel, altijd beschikbaar netwerk is, wordt voorbij gegaan aan de risico’s die een mobiel ontsloten applicatie met zich mee kan brengen. Iedereen weet hoe enorm frustrerend het is als een bijna compleet ingevuld formulier opnieuw ingevuld moet worden omdat de verbinding kort verbroken is geweest of als het bevragen
-
-
pas worden verzonden als er een (goede, stabiele) verbinding is Informatie kan niet zomaar worden verzonden naar de mobiele cliënt, beter is het om gebruik te maken van een pull- of synchronisatiemechanisme. Dit voorkomt veel dataverlies Maak gebruik van een speciaal push-mechanisme als Push-IMAP Verzend alleen de daadwerkelijke informatie Comprimeer de data.
IMAP-Idle Elke mobiele verbinding wordt geïnitieerd vanaf de mobiele zijde. Een server kan nooit berichten uitwisselen met een mobiel apparaat als dit apparaat geen datacommunicatie heeft geïnitieerd. Maar we ontvangen onze e-mail toch ook altijd direct op onze smartphone of PDA? Dat klopt. Hier wordt gebruik gemaakt van het relatief nieuwe Internet Message Access Protocol (IMAP), de beste open standaard om toegang te krijgen tot mobiele e-mail. De ‘oude’ POP-methode verplaatst de mail tijdens het ophalen van de server naar de cliënt. De essentie van IMAP is juist dat de cliënt de berichten naar de server brengt. Het grote voordeel hiervan is dat de berichten mobiel altijd aankomen en de uitwisseling van berichten sneller verloopt. Door de recente IMAP-Idle extensie, ook wel PushIMAP genoemd, is het mogelijk om berichten te pushen naar de mobiele applicatie. Maakt men (nog) geen gebruik van deze technieken, dan zou men de mobiele applicatie bijvoorbeeld kunnen activeren via een sms-bericht. De Multimedia Message Service (MMS) techniek die we inmiddels al weer jaren kennen, maakt hiervan gebruik. De Short Message Service (SMS) berichten waren in de beginfase van de GSM-standaard bedoeld om systeemberichten (berichten die de gebruiker zelf niet ziet) naar een mobiele telefoon te sturen. Er bleek echter genoeg ruimte op het signaleringskanaal om hier ook korte (SMS) berichten over te versturen. Deze in zeer korte tijd enorm populair geworden manier van berichtenuitwisseling werd ook gebruikt voor systeemberichten om een dataverbinding op te zetten, en daarmee een MMS-bericht op te halen. Als een standaardapplicatie mobiel gebruikt wordt dan kan de hoeveelheid data die verstuurd wordt behoorlijk oplopen. Als we bijvoorbeeld de korte tekst ‘hello world’ willen versturen, dan bestaat de hoeveelheid informatie uit slechts elf karakters. Als we dit echter via een standaard Outlook-bericht verzenden dan is deze informatie voor de ont-
Verbinding mei 2011
vanger toch 2 kB groot, oftewel twee A4’tjes, of 2048 karakters groot. Het slim omgaan met de informatie en alleen verzenden wat echt noodzakelijk is geeft een behoorlijke snelheidswinst, waardoor geen extra bandbreedte nodig is. Het ‘smart maken’ van de applicatie zodat deze geschikt is voor mobiel gebruik ligt in de ontwerpfase in handen van de ontwikkelaar. Door in deze fase te bepalen wat de strikt noodzakelijke informatie is, en deze te ontdoen van alle franje, worden problemen in een latere fase voorkomen. Hierdoor kunnen applicaties ook prima werken op de ‘langzamere’ netwerken als Mobitex, GPRS en C2000/Tetra.
Oudere applicaties In de praktijk komt het regelmatig voor dat men oudere applicaties, waarbij in de basis geen rekening is gehouden met het later mobiel ontsluiten ervan, geschikt wil gaan maken voor mobiel gebruik. Fouten in de basis van de applicatie komen onherroepelijk aan het licht als de applicatie mobiel wordt ingezet. Organisaties merken vaak pas in een later stadium dat er iets mis is als berichten niet aankomen. In dat geval biedt alleen het herschrijven van de applicatie soelaas.
19
Met alleen de standaard technieken wordt voorbij gegaan aan de risico’s die een mobiel ontsloten applicatie met zich mee kan brengen Tot slot heeft ook het comprimeren van data positieve invloed op de datasnelheid van mobiele applicaties. De data kan door het comprimeren ook eenvoudig worden versleuteld, hetgeen een absolute vereiste is voor bijvoorbeeld het uitwisselen van persoonsgegevens. Logische voorbeelden hiervan zijn natuurlijk het Elektronisch Patiënten Dossier (EPD), dat ook mobiel beschikbaar is voor huisartsen, en het Digitale Rit Formulier (DRF), dat vanuit de ambulance onderweg naar de spoedeisende hulp van een ziekenhuis al realtime patiëntinformatie doorstuurt, zodat er beter en sneller
op de patiënt kan worden geanticipeerd. Hoewel theoretisch gesproken nagenoeg alle applicaties hiervoor geschikt zouden moeten zijn, kan toch niet elke applicatie zomaar mobiel ontsloten worden. In een testomgeving is er nog geen vuiltje aan de lucht, maar als de verbindingen te wensen over laten of de belasting van de netwerken groter wordt, dan ben je al gauw veel verder van huis. G R P OOV RAM M D
20
Verbinding mei 2011
Verbinding mei 2011
21
Denken vanuit gedeelde data
“Overal en altijd up-to-date” Missiekritische informatie wordt steeds vaker gekoppeld aan gegevens uit geografische informatiesystemen. Robert Kieboom en Stephan Miegies van CityGIS zien geo-informatie als cruciaal in de beslissingsondersteuning. Niet alleen in de meldkamers, maar ook tijdens een calamiteit helpt de extra informatie veiliger en efficiënter te werken. “GIS geeft een dynamische trigger”. D H B
CityGis maakt Geografische Informatie Systemen (GIS) voor operationele ondersteuning in de professionele markt. De software ondersteunt het operationele proces in circa veertig meldkamers van politie, brandweer en ambulancediensten. In deze ‘mission critical’ omgeving wordt het uiterste gevraagd op het gebied van performance en functionaliteit. Onlangs heeft CityGis zijn software uitgebreid met een zogeheten Schuifregels-module. Hiermee krijgen centralisten van een regio de mogelijkheid om automatisch een voorstel te genereren om ambulances binnen een regio in tijden van schaarste volgens bepaalde voorwaarden te kunnen verplaatsen. Deze
Stephan Miegies, respectievelijk technisch en commercieel directeur van het in Den Haag gevestigde CityGis, is de Schuifregels-module een goed voorbeeld van de innovativiteit van hun bedrijf. Kieboom en Miegies denken dan ook dat de vraag naar geografische data alleen maar zal toenemen.
Wat is de toegevoegde waarde van geografische data? De gebruikers hebben al zo veel informatie te verwerken. Robert: “Steeds vaker zien de mensen met een communicatiebehoefte positie als element ontstaan binnen hun werk. En dan
“Je moet je informatievoorziening zo maken dat je niet afhankelijk bent van verbindingen” voorstellen worden volgens vooraf ingegeven business rules gegenereerd. Het duidelijk in beeld brengen van ambulanceposities en -verplaatsingen, rekening houdend met een maximale dekking binnen de gehele regio, is essentieel. Volgens Robert Kieboom en
ga je de wereld van de geografie in. Neem een overval. Dankzij GIS kan je de posities van mensen zien en diegene die het best gepositioneerd is inzetten. In een meldkamer kan je routeplanning beter uitvoeren. Maar in die meldkamer ziet de centralist een soort
wolkje om de mensen op straat heen. Dat geeft aan waar je binnen bijvoorbeeld acht minuten kunt komen. Als iemand ergens wordt ingezet, zie je ook meteen dat een sector niet meer bediend wordt. GIS geeft op deze manier beslissingsondersteuning.” Stephan: “En GIS is meer. Het is namelijk een verrijking van de posities door de gebruikers onderling. Dezelfde informatie die brandweerlieden zien, is relevant voor ambulances. Een aantal sleutelplekken, zoals recreatieparken, zijn voor de brandweer mede in kaart gebracht. De ambulances profiteren daarvan mee.”
Jullie noemen de brandweer, maar juist zij zijn vooral geïnteresseerd in directe informatie. Tierelantijnen doen er niet toe als je een brandend huis binnengaat. Robert: “Het werk van de brandweer is inderdaad een vak apart. Zeker tijdens een brand in een pand. Maar kijk naar de complexe situatie rond bosbranden. Daar is veiligheid van de mensen zelf meer van belang. Als een persoon tijdens een bosbrand op een verkeerde locatie staat en er komen toxische stoffen zijn richting op, is het fijn dat een GIS-systeem met Gasmal kan aangeven waar de gevaren liggen. Het geeft een dynamische trigger.”
22
Verbinding mei 2011
Distributeur voor de Benelux van ICOM radiocommunicatie Gannexion bv
AMCOM Luzernestraat 24 Postbus 215 2150 AE Nieuw Vennep
T F E I
+31 (0) 252-629370 +31 (0) 252-629371
[email protected] www.amcom.nl
T F E I
Transistorstraat 71A Postbus 60187 1320 AE Almere
(036) 5498814 (036) 5498815
[email protected] www.gannexion.com
Aggregaten & Noodstroom voorzieningen Parkweg 9, 4153 XK Beesd T 0345 684000 - F 0345 680907 info @ voetverhuur.nl - www.voetverhuur.nl Safety-Lux Nederland B.V. T +31 (0) 35 691 44 76 www.safety-lux.nl
IN-CAR LAAD EN MONTAGE OPLOSSINGEN WWW.GLOBAL.NL
importeur van o.a.:
Televisieweg 26, 1322 AL Almere Telefoon: 036 538 70 70
GPS, C2000 EN GSM ANTENNE OPLOSSINGEN
Selecsys
T (0529) 488888 Mobiele Communicatie Nederland B.V. F (0529) 488889 Rollecate 65-11 E
[email protected] I www.selecsys.nl 7711 GG Nieuwleusen
WWW.GLOBAL.NL
Televisieweg 26, 1322 AL Almere Telefoon: 036 538 70 70
www.ceotronics.com
CeoTronics AG Communication Headset & Systems Tel. +49 60 74 87 51-0 Mobile +31 6 53 56 92 41 E-Mail
[email protected]
Hutronic Telecommunicatie bv T Johan van Oldenbarneveltlaan 44 F E 3705 HH Zeist I
(030) 6999100 (030) 2213330
[email protected] www.hutronic.nl
Voorhout Data Connection
T F E I
Productieweg 7 3481 MH Harmelen
(0348) 443557 (0348) 444951
[email protected] www.vdcinfo.nl
KPN BMS Postbus 16118 2500 BC Den Haag DTM-Products BV Postbus 2148 6020 AC Budel
T F E I
(0495) 492335 (0495) 493710
[email protected] www.dtm.nl
MULTIMEDIA EN COMMUNICATIE OPLOSSINGEN WWW.GLOBAL.NL
VER
HUUR PORTOFOONS NETWERKEN -VERKOOP-ON DERHOUD KING VERKOOP ( E x ) P OVERHUUR TRUN R T O F O O N S &SERVICE
www.flash-services.comm
www.flash-services.co
Raca Batteries Nederland B.V. Satellietbaan 10A 2181 MH HILLEGOM Postbus 75 2180 AB HILLEGOM Tel: +31 (0)252-227070 Fax: +31 (0)252-533922 Internet: www.racabatteries.nl
Abiom
2
EAL
2
Flash Services
(010) 457 27 27 (084) 222 01 36
[email protected] www.kpn.com/portofoons
Televisieweg 26, 1322 AL Almere Telefoon: 036 538 70 70
ADVERTEERDERS INDEX Electronics & Telematics
T F E I
40 43
Optimale communicatie met de betrouwbare en voordelige batterijen en laders van E-Battery
E Battery Europe BV Varenkade 7 2661 PG Bergschenhoek The Netherlands Tel. +31 (0) 634 129 359 Fax +31 (0) 10 226 3371
[email protected] www.e-battery.eu
Koning & Hartman
T F E I
Postbus 5080 2600 GB Delft
+31(0)15 260 98 07 +31(0)15 260 91 62
[email protected] www.koningenhartman.com
Accessoires
Meetapparatuur
Producent
Advisering
Meldkamer apparatuur
Provider
Amateurapparatuur
Meldkamer inrichting
Randapparatuur
Netwerkaanleg
Software System integrator
Rohde & Schwarz Nederland
44
Antennes Batterijen
Netwerken
Technalia
22
Beveiliging
Operator
Telecomdealers
Groothandel
P(A)RM
Verhuur
Vidicode
25
GSM
Paging
Verlichting
Importeur
Plaatsbepaling
Verbinding mei 2011
23
Kan daarvoor niet gewoon gebruik worden gemaakt van DBK (Digitale Bereikbaarheidskaart)? Robert: “We hebben samen met de brandweer gewerkt aan de DBK. Wat daar is ontwikkeld, is zeer goed, maar we moeten het landelijk uitvoeren. Het idee is dat de bevelvoerder automatische aanvalsplannen krijgt, zichtbaar op de bereikbaarheidskaart. Het is voor en door bevelvoerders gemaakt.” Stephan: “Een simpel voorbeeld: de brandkraan. Die moet je zo snel en makkelijk mogelijk kunnen vinden. Door GIS kunnen we de brandweer de precieze positie van die brandkraan geven. Of we kunnen bij een locatie meteen aangeven als er een object in de buurt is wat aandacht behoeft, zoals een seniorenflat nabij een incident. Doordat ze zulke informatie uit de ‘kaart’ meekrijgen, kunnen ze meteen de GGD inschakelen om de seniorenflat te evacueren.”
Al deze informatie zorgt ook voor meer data over de verbindingen. Hoe zien jullie de toename van breedbandbehoefte? Robert: “Je moet je informatievoorziening zo maken dat je niet afhankelijk bent van verbindingen. Een gsm-netwerk kan gemakkelijk tekenen van congestie vertonen. Dus zorgen we ervoor dat planvorming dagelijks, bij de kazerne, via WiFi wordt bijgewerkt. Planvorming verandert dagelijks of wekelijks, maar niet elke seconde. Statische info, zoals de locatie van een brandkraan, verandert bij uitzondering. Bij planvorming en statische informatie is de GIS-informatie up-to-date. Alleen informatie die elke seconde kan veranderen is de achilleshiel. Dat ondervangen we door data via zeer compacte pakketjes aan te voeren. Zo kunnen we ook deze vorm van informatie bieden.” Stephan: “We zouden graag een breedbandige TCP/IP-verbinding hebben. De ervaring leert dat die er momenteel niet is. Er is echter geen economisch model om dit gezekerd te hebben. Dus proberen we op het maximale te zitten. Veelal is GPRS er wel. En als dat niet kan, dan hebben we de planvorming en statische informatie in ieder geval perfect, terwijl kritische dynamische informatie dan via een netwerk met lage bandbreedte wordt verstuurd.”
Jullie werken samen met de NVBR, jullie werken samen met AZN (AmbulanceZorg Nederland). Waarom? En hoe is de samenwerking met vtsPN? Robert: “Met AZN hebben we een landelijke service met incidenten en voertuigen opgezet. AZN is een partij met een klein budget en
dat werkt soms erg goed. Je wordt er creatief van, zowel als markt als AZN. AZN heeft bij ons de vraag naar zo’n dienst neergelegd en zo een waardevermeerderende situatie voor de markt gecreëerd. VtsPN zou misschien ook iets meer de markt moeten laten werken en
Wij denken juist vanuit gedeelde informatie.” Stephan: “Netcentrisch werken wordt ingevlogen vanuit de hoek van het crisismanagement. Maar wij vinden dat je methodes moet gebruiken vanuit de dagelijkse manier van werken. Als je niet elke dag een methode
Alleen informatie die elke seconde kan veranderen is de achilleshiel iets minder zelf ontwikkelen.” Stephan: “VtsPN denkt veel in tenders, terwijl ik denk dat ze die gedachtegang misschien wat meer moeten loslaten. VtsPN moet wel de regie houden. De ontwikkelingen in deze wereld gaan zo snel en zijn zo divers, dat de markt nog niet is uitgekristalliseerd. Pas dan is tenderen weer mogelijk.”
De toekomst. Speelt netcentrisch werken nog een rol in geo-informatie? Stephan: “Vind ik lastig. Netcentrisch werken is meer een merk. Het wordt vaak gebruikt door mensen zonder dat die mensen kunnen uitleggen wat het is.” Robert: “Met netcentrisch werken heeft men het over een gedeeld beeld. Dat is repressief.
gebruikt, gebruik je die methode ook niet als je het bij een groot incident moet inzetten. Je kan niet zomaar alles laten vallen en naar een ander systeem van werken gaan omdat er Grip 1 is.”
En op technisch gebied? Robert: “In ieder geval is in de toekomst alles op IPv6 gebaseerd. Daarnaast zien we steeds meer een SaaS-model: software as a service.” Stephan: “SaaS en de bijbehorende cloudontwikkelingen bieden veel voordelen. Het veiligheidsaspect blijft spelen, maar ik zie de voordelen meer dan de nadelen. Welke voordelen? Overal en altijd up-to-date met alle informatie voor iedereen. Een open wereld.”
Verbinding mei 2011
25
A
Brussel, maart 2011
Verslag EC-workshop mobiele breedbandcommunicatie Op 30 maart 2011 vond in Brussel een door de Europese Commissie georganiseerde workshop plaats onder de titel “EC high level workshop - The future of PPDR services in Europe”. Deze bijeenkomst was georganiseerd door DG INFSO (Information Society) van de Europese Commissie (EC). PPDR staat voor Public Protection & Disaster Relief en omvat dus OOV en rampenbestrijding. Hieronder volgt een verslag van twee sessies van deze workshop. Het verslag van de derde sessie kunt u elders in dit blad lezen. D H B
Brandweerman na een oorkaan in Gdansk in 2009
Een kleine honderd deelnemers uit nagenoeg alle EU-landen waren aanwezig. De openingpresentaties waren van perso-
nen die de titel ‘high level workshop’ eer aandeden. Pearse O’Donohue (Hoofd Radio Spectrum Policy, DG INFSO, EC) opende de
vergadering. Hij gaf aan dat dit onderwerp bijzonder belangrijk is geworden voor de EU-commissie. Bernd Langeheine (Directeur,
26
Verbinding mei 2011
DG INFSO, EC) maakte de noodzaak voor deze workshop inzichtelijk. “Het punt is vooral dat het frequentiespectrum in Europa extreem schaars is, terwijl er de noodzaak is om de benodigde frequenties te krijgen voor toekomstige ontwikkelingen ten behoeve van de burgers en de OOV-diensten. De ramp in Japan heeft weer eens aangetoond dat goede hulpverlening en communicatie ten behoeve van de hulpverlening beslist noodzakelijk is”. Communicatie is niet alleen een regionale aangelegenheid, maar met verschillende kleine landen en uitgestrekte grensgebieden in Europa ook een internationale aangelegenheid. Een ramp of incident stopt niet bij de grens van een land. Grensoverschrijdende samenwerking is essentieel en daarmee het belang dat de EC zich bezig houdt met dit vraagstuk. Het verkrijgen van de noodzakelijke frequenties is vereist om aan de operationele behoefte in de toekomst te kunnen voldoen.
Sessie 1: Nationale initiatieven Duitsland Presentatie van Heinz-Dieter Meier (Directeur Duitse Federale Politie). Mobiele communicatie is de basis voor de totale OOV-sector. Als het gaat om terrorismebestrijding of de aanpak van crisissen en rampen is communicatie en informatie essentieel. De verschillende landen binnen Europa staan hierin niet op zichzelf en daarmee is
moet definiëren. Vervolgens zou in gemeenschappelijkheid de discussie binnen Europa gevoerd moeten worden. Duitsland vraagt de EC om zich hard te maken voor de noodzaak van ‘mission critical’ mobiele communicatie en daarmee de noodzaak van frequentieharmonisatie. Frankrijk De tweede presentatie in deze sessie was van Jean-Luc Aminot van het Franse Ministerie van Binnenlandse Zaken. De Franse politie heeft onderzoek gedaan naar de toekomstige behoefte aan mobiele communicatie. Hij refereerde hierbij ook aan het initiatief van de LEWP Radiocommunication Expertgroup om een Europese set van gebruikerseisen voor mobiel breedband op te stellen. Het onderzoek heeft inzicht gegeven in de behoefte op het gebied van informatiedeling, ANPR, databasebevraging, kaartmateriaal, foto’s, medische gegevens, enzovoort. In Frankrijk trekt de politie nauw op met Defensie. De noodzaak tot uitbreiding van het frequentiespectrum wordt gedeeld met de vertegenwoordigers van defensie. De ontwikkelingen in Frankrijk staan wat stil, gezien de omvang van de investeringen. In 2020 wil Frankrijk een dedicated PPDRnetwerk voor mission critical communicatie hebben. Hiervoor kijkt Frankrijk naar 4G/ LTE-oplossingen. Voor mission critical spraak blijft Tetrapol, voor mission critical datacommunicatie een dedicated PPDR-netwerk en ten
Het punt is vooral dat het frequentiespectrum in Europa extreem schaars is harmonisatie van frequenties noodzakelijk. Er moet een uitdagende markt komen voor de industrie om te voorzien in de noodzakelijke behoefte in randapparatuur. Daarnaast zou er zo veel mogelijk meegelift moeten worden met de commerciële markt, waardoor de marktontwikkelingen aldaar ook gebruikt kunnen worden in de OOV-sector. Duitsland heeft behoefte aan een mobiel communicatiesysteem voor breedband dataverkeer. Het plan is dat dit naast OOV ook door alle andere vitale overheidsdiensten gebruikt gaat worden. Voor spraak wordt voorlopig het Tetra-systeem toegepast, dat op dit moment wordt uitgerold. Zijn conclusie was dat ieder land zijn behoefte aan mobiel breedband
slotte voor niet mission critical communicatie worden publieke communicatiesystemen gebruikt. Erg vergelijkbaar dus met de meeste andere landen, alleen gebruikt Frankrijk Tetrapol in plaats van Tetra. Oostenrijk De derde spreker was Manfred Blaha, Generaal rampenbestrijding van het Ministerie van Binnenlandse Zaken. In Oostenrijk wordt een Tetra-netwerk uitgerold voor spraak. Dit volstaat voor de komende jaren. De toekomst is echter “data, data en nog eens data”. De meeste landen verkeren nog in het ‘handschrifttijdperk’, terwijl de wereld om ons heen is veranderd. iPad’s en smartphones worden
wereldwijd gebruikt in onze samenleving. Keer op keer wordt echter aangetoond dat het gebruik van private netwerken niet functioneert. De infrastructuur valt uit, capaciteit moet worden gedeeld met alle gebruikers. Daarom is er de noodzaak voor een dedicated infrastructuur voor de hulpverleningsdiensten. Er zijn voldoende voorbeelden die aantonen dat de verschillende hulpverleningsdiensten mobiele breedbanddata nodig hebben. Hij noemde een triage, waarbij de data van personen, incident en omgeving noodzakelijk zijn om te bepalen wat de status van een slachtoffer is. Zijn conclusie was: Geharmoniseerd en dedicated frequentiespectrum is noodzakelijk omdat: - de publieke netwerken te onbetrouwbaar zijn, - grensoverschrijdende samenwerking noodzakelijk is, en - er frequentieschaarste heerst, waardoor samenwerking binnen Europa vereist is. Finland De laatste landenvertegenwoordiger was Heikki Riippa, plaatsvervangend directeur van het Finse Police Technical Centre. Het Tetra/ Virve-netwerk is reeds sinds 2002 operationeel. Er wordt al redelijk veel data verstuurd, onder andere 32 miljoen SDS-berichten per week. De afgelopen jaren is tijdens verschillende grote incidenten in Finland gebleken dat de GSM-netwerken onvoldoende capaciteit hebben om alle gebruikers te bedienen. Het Tetra-netwerk bleef echter werken en kon de behoefte van de OOV-gebruikers ondersteunen. In Finland zal in de periode 2013-2015 worden gewerkt aan: - Join Field commander application - Join Command en Control - Join data system for investigation. Mobiel werken is de volgende stap binnen de Finse politie. Effectieve politie die op lokaal niveau zijn werk doet en die beschikt over de juiste informatie. De behoefte aan mobiele breedbanddata groeit zo hard, dat acht tot tien jaar wachten maatschappelijk en voor de gebruikers niet acceptabel is. Finland wil hybride oplossingen en niet op lange termijn. Harmonisatie van frequentiebanden is hiervoor noodzakelijk.
Frequentieonderzoek De laatste presentatie in deze ochtendsessie kwam van Scott Marcus, directeur Department NGN and Internet Economics van WIK-Consult. WIK consult heeft een zeer uitgebreid onderzoek voor de Duitse overheid gedaan. In Duitsland heeft men onderscheid gemaakt in de gebruikersbehoefte op drie niveaus:
Verbinding mei 2011
27
-
Dagelijks: capaciteit van een netwerk moet altijd aanwezig zijn - Planbare evenementen: capaciteit van een netwerk kan tijdig geleverd worden - Niet-planbare incidenten en rampen: effectief gebruik van beschikbare capaciteit. De basisbehoefte van de gebruikers in Duitsland kan worden beschreven als alle vormen van live-video in verschillende situaties. Bewegende beelden van mobiele camera’s is de ultieme behoefte en geeft de bovengrens van deze behoefte weer. De behoefte aan een uplink vanaf het veld naar de meldkamer of crisiscentrum is groter dan de downlink naar de eenheden op straat. Dit heeft vooral te maken met de behoefte van commandanten die middels live videostreams inzicht willen hebben in de situatie in het veld. Duitsland wil een geharmoniseerde frequentieband voor het gebruik van mobiele datacommunicatie voor de toekomst. Duitsland voorziet de noodzaak tot een (politieke) lobby voor het verkrijgen van het juiste spectrum.
Discussieronde De Europese Commissie vraagt zich af of de nationale overheden de kosten kunnen en willen dragen van de investeringen die hiervoor noodzakelijk zijn. Een dedicated netwerk dat niet commercieel gebruikt kan worden, zal (direct of indirect) gefinancierd moet worden vanuit de overheden. Antwoord uit de zaal: je kunt je afvragen of frequentieharmonisatie en het realiseren van een communicatieinfrastructuur gelijk aan elkaar zijn. Onderzoek naar wederzijds gebruik van masten, randapparatuur en dergelijk met commerciële providers zou opgestart kunnen worden. Investeringen van commerciële partijen in deze sector kan wel degelijk uitdagend zijn. Antwoord uit de zaal: standaardisatie van gebruik, gezamenlijk gebruik door verschillende OOV-diensten en andere vitale overheidsdiensten zal de kosten drukken. De commissie voorziet desondanks dat de kosten een belangrijk knelpunt zullen worden. Ze vraagt zich af of de financiële positie van de verschillende landen niet dusdanig is, dat de discussie financieel gedreven gaat worden. De inbreng van de minister van Financiën kon volgens de EC-spreker wel eens groter worden dan de invloed van de ministers die verantwoordelijk zijn voor veiligheid (in de meeste landen Binnenlandse Zaken of Justitie).
Sessie 2: Samenwerking in Europa en wereldwijd Rampenbestrijding in de VS De eerste spreker tijdens de tweede sessie was Robert-David Paulison, voorzitter van de
Reddingswerkers aan de slag in Japan
Hoe krijgen we de juiste mensen op de juiste plaats op het juiste moment met de juiste informatie? brandweervereniging in de Verenigde Staten. De situatie voor de brandweer is niet anders dan de behoefte aan mobiel breedband bij de andere OOV-diensten. Informatiestromen tussen de eenheden op straat en meldkamers, commandocentra en traumacentra ontwikkelen zich snel. De veiligheid van hulpverleners zelf zal in de toekomst eveneens meer ondersteund worden door nieuwe applicaties die mobiele breedbandcommunicatie nodig hebben. Steeds meer zal de vraag gesteld worden: hoe krijgen we de juiste mensen op de juiste
plaats op het juiste moment met de juiste informatie? Ook in de VS is de noodzaak aanwezig voor een eenduidige infrastructuur en apparatuur. Tijdens ‘9/11’ bleek dat de samenwerking tussen eenheden van verschillende diensten werd bemoeilijkt door het verschil in apparatuur en het niet kunnen uitwisselen van informatie. De VS hebben een toekomstbeeld met gebruik van een eigen LTE-netwerk, met een geharmoniseerde set van frequenties in de 700 MHzband en een netwerk dat nationaal bruikbaar is en waarin eenheden kunnen roamen, ook
28
Verbinding mei 2011
naar de commerciële LTE-netwerken toe. Ook tijdens de afhandeling van de orkaan Katrina bleek dat de communicatie tussen hulpverleningsdiensten zeer moeizaam verliep. Opschaling vanuit lokaal niveau, naar regionaal en vervolgens landelijk niveau verliep niet goed en informatie was niet beschikbaar. Openbare nieuwscentra waren beter geïnformeerd; dit gaf de nodige bestuurlijke spanning. Het rampenplan was zo gecompliceerd dat het niet handelbaar was. Alle plannen zijn teruggebracht tot tachtig pagina’s. Essentieel om de juiste leidinggevenden op de juiste plaats te krijgen. Daarnaast is training van alle personen, inclusief de communicatie tussen personen op alle plekken, essentieel.
Defensie Spreker: Jon Mullin van het European Defence Agency (EDA). De behoefte van de defensieonderdelen in Europa zijn nagenoeg gelijk aan die van de PPDR-partijen. Grensoverschrijdende communicatie is natuurlijk een must. Het EDA ziet vele mogelijkheden tot samenwerking. Er zijn grote overeenkomsten in de situaties waarin opgetreden moet worden en het gebruik van apparatuur is ook grotendeels gelijk. Ook zijn er mogelijkheden tot het delen van netwerken en frequenties.
Europese Public Safety-initiatieven Ondergetekende gaf een presentatie namens de Law Enforcement Working Party, Radio Communication Expert Group (LEWP-RCEG). De RCEG heeft van de EU-ministers als opdracht gekregen om advies uit te brengen over mobiele high-speed data-oplossingen; concreter: geharmoniseerde techniek en een geharmoniseerde frequentieband. Binnen ‘OOV Europa’ is er consensus dat er frequen-
Reddingsactie in de Rotterdamse haven
boven genoemde onderzoeken in Duitsland, Frankrijk en Finland. Niet alleen harmonisatie van frequenties, maar ook standaardisatie van de techniek is noodzakelijk. Hiermee kan de specifieke ‘mission critical markt’ opgerekt worden binnen geheel Europa en mogelijk daarbuiten. De Tetra-ontwikkeling is een goed voorbeeld: begonnen als een Europese Schengenoplossing wordt het nu over de gehele wereld gebruikt door alle soorten professionele gebruikers. Het ontbreken van
Roep om Europese harmonisatie van spectrum ties moeten komen voor mobiele breedbandcommunicatie voor de OOV-sector. Dit wordt ondersteund met een brief vanuit de LEWP namens alle EU-ministers verantwoordelijk voor deze OOV-sector. Vele verschillende incidenten en evenementen hebben aangetoond dat de OOV-sector een mission critical omgeving is en dat informatie-uitwisseling cruciaal is. Communicatie is de basis om informatie op alle niveaus te kunnen delen. Op dit moment wordt gewerkt aan een Europese set gebruikerseisen voor high-speed data die onder meer gebaseerd is op de hier-
een geharmoniseerde frequentieband voor breedbanddata zou leiden tot diversiteit in de oplossingen. Met als gevolg: verschillende technieken, dure oplossingen, geen interoperabiliteit, etc.
volgens hem mission critical. De behoefte van de gebruikers verandert in een veranderende omgeving. De professional in de frontlinie heeft vaardigheden en instrumenten nodig om zijn werk uit te kunnen voeren. De vraag volgens Egil Bovim is niet wat de kosten zijn, maar wie de kosten moeten dragen. Door goede mobiele communicatie kunnen de kosten in de zorg als gevolg van een incident worden teruggebracht. Daarmee zijn de kosten op langere termijn lager, alleen is de investering ‘aan de voorkant’ groot. De zorgsector in Europa ondersteunt de behoefte om te komen tot een geharmoniseerde frequentieband voor breedband datacommunicatie. Het gemeenschappelijk gebruik van schaarse middelen, zoals netwerken en frequenties, gaat goed zolang er geen problemen zijn tijdens het gebruik van dit schaarse goed. Daarom zullen er over het gemeenschappelijk gebruik afspraken gemaakt moeten worden tussen de verschillende OOV-gebruikersorganisaties (en wellicht ook met andere vitale overheidsdiensten).
PSC-Europe De volgende spreker was Egil Bovim, voorzitter van het Users Committee PSCE Forum en directeur van het National Centre on Emergency Communication in Health, Noorwegen. Egil Bovim komt zelf uit de ‘witte sector’ en haalt daar ook voorbeelden van aan. Niet alle communicatie binnen de OOV-sector is
H B P, P S R G (PSRG), T A B LEWP R E.
Verbinding mei 2011
Abonneer nu op
en mis geen nummer van hét vakblad voor mobiele communicatie in de openbare orde & veiligheidssector en het bedrijfsleven
Verbinding voor slechts € 54,95 per jaar?
Wilt u een abonnement op
(incl. 6% BTW)
Mail uw persoonsgegevens naar
[email protected]
29
Verbinding mei 2011
P
30
Meldkamer Oost-Nederland testcase voor schaalvergroting
Eerste interregionale meldkamer een feit
Sinds oktober 2010 mag de Meldkamer Oost-Nederland (MON) zich de eerste interregionale meldkamer van Nederland noemen. De samenvoeging van de meldkamerfuncties van de veiligheidsregio’s Noord- en Oost-Gelderland en IJsselland was in technisch en organisatorisch opzicht een hoogstandje. Het is ook een testcase voor de komende schaalvergrotingsbeweging in meldkamerland. D R J
De bij de fusie opgedane ervaringen worden door Meldkamer Oost-Nederland beschikbaar
gesteld aan andere meldkamerorganisaties die voor een gelijksoortige operatie staan. De
realisatie van de Meldkamer Oost-Nederland mag worden gezien als een pilot voor een se-
Verbinding mei 2011
rie meldkamerfusies in het veiligheidsdomein. Als alles volgens planning verloopt, opent eind dit jaar de Meldkamer Noord-Nederland in Drachten zijn deuren. En ondertussen werken de regio’s Utrecht, Flevoland en Gooi- en Vechtstreek aan de realisatie van een gemeenschappelijk operationeel centrum in Zeewolde. De drie meldkamerorganisaties, waarvan twee nog in de bouw- en ontwikkelfase verkeren, hebben vergaande afspraken gemaakt over technische en organisatorische samenwerking in fallback- en back-upscenario’s.
Efficiency en kwaliteit De Meldkamer Oost-Nederland is gehuisvest in het gebouw van Politie Noord- en OostGelderland in Apeldoorn, waar ook de stafdiensten van de Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland zijn ondergebracht. Op 1 januari 2009 verhuisde de gemeenschappelijke meldkamer voor Noord- en Oost-Gelderland al naar de nieuwe locatie aan de Europaweg. Op 1 oktober werd, na een intensieve technische en organisatorische voorbereiding, ook de meldkamerfunctie voor de regio IJsselland in de nieuwe meldkamervoorziening geïntegreerd. Aanvankelijk was het de bedoeling dat ook de meldkamer van de regio Twente direct in de fusie zou worden betrokken, maar die regio was bestuurlijk nog niet zo ver. Overwegingen van efficiency en continuïteit lagen ten grondslag aan de realisatie van de Meldkamer Oost-Nederland. Freek Vierwind, directeur MON, becijfert dat de regio’s Noord- en Oost-Gelderland en IJsselland in hun jaarlijkse begrotingen samen zo’n 3,5 miljoen euro kunnen besparen. Komende technische innovaties in de meldkamersector, zoals de implementatie van een nieuw meldkamersysteem, maar ook organisatorische veranderingen, zijn namelijk kosteneffectiever te realiseren in een gezamenlijke meldkamervoorziening voor meerdere regio’s, zo was de overweging. Ook de kwaliteit en de continuïteit van de meldkamerprocessen kan in een robuuste meldkamerorganisatie op grotere schaal beter worden gewaarborgd. Tegen deze achtergrond gaven de veiligheidsbesturen en de politiecolleges in beide regio’s opdracht om een gezamenlijke meldkamervoorziening te realiseren. Vierwind: “De Wet op de veiligheidsregio’s schrijft bijvoorbeeld voor dat alle meldkamers 24 uur per dag en zeven dagen in de week moeten beschikken over een opgeleide en getrainde calamiteitencoördinator, die bij opschaling bij grotere incidenten de regie heeft over de meldkamerprocessen van alle hulpdiensten. Voor de afzonderlijke regio’s is het bijna niet mogelijk om zelfstandig een pool getrainde functionarissen voor die
31
Efficiency en continuïteit lagen ten grondslag aan de realisatie van de Meldkamer OostNederland functie in stand te houden. De schaal van de regio’s is daarvoor te klein.”
Harmonisatie Voorafgaand aan de daadwerkelijke fusie van de meldkamers van Noord- en Oost-Gelderland en IJsselland is ruim twee jaar door een projectgroep van de betrokken regio’s en hulpverleningskolommen gewerkt aan voorbereiding van de fusie, waaronder het harmoniseren van werkprocessen en procedures. Freek Vierwind: “Dat was noodzakelijk omdat de centralisten in de MON na de fusie voor het totale gezamenlijke verzorgingsgebied werken. Om dat mogelijk te maken moesten eerst de vele verschillen in alarme-
Cluster ambulancezorg
Regionaal Coördinatiecentrum voor Noord- en Oost-Gelderland: het hart van de multidisciplinaire afstemming.
ringsprocedures en inzetvoorstellen worden weggewerkt.” De MON is een co-locatie voor de meldkamerfuncties van politie, brandweer en ambulancezorg, waarbij de meldkamerorganisatie bestuurlijk de vorm heeft van een apart openbaar lichaam. De meerwaarde van de samenwerking ligt primair op het gebied van facilitaire zaken, zoals de huisvesting en het technisch beheer. In de uitvoering zijn de centralisten in dienst bij de afzonderlijke kolommen in beide regio’s. In de organisatie van de meldkamerprocessen hebben politie en ambulancezorg de aanname en de uitgifte van meldingen gescheiden. Bij de brandweer zijn die processen nog
!"#$%&$'&($)*$%+('"(',)-.//)0123)#/4567!!8)/))9:9:;-//))/9!,('!)/
! " !" # $ % &' ' '
' ' ' # & (' &" #& "'
&
&" #& " )&
&'
' '
' #$!! ' ' #$(
!
* ' '
(' &" #& "'
Professionals kiezen
MADE IN USA
Kwaliteit kent een alternatief:
STINGER LED HP VAN STREAMLIGHT perfect lichtbeeld, drie standen + strobe lichtopbengst 200 lumen (48.000 candlepower) levensduur LED 50.000 uur en natuurlijk onze vertrouwde service en garantie!
Safety-Lux Nederland B.V T +31 (0) 35 691 44 76 F +31 (0) 35 691 54 74 E
[email protected] www.safety-lux.nl
Vanaf € 97,-(excl. BT W) Profiteer nu va n deze tijdelijke actie.
Verbinding mei 2011
geïntegreerd, maar binnen afzienbare termijn zal ook de rode kolom overgaan tot scheiding van aanname en uitgifte. De 112-functie van de niet-mobiele telefonie voor beide regio’s is ondergebracht in het Multiservicecentrum, dat naast de meldkamer is gerealiseerd. Hier worden veel oneigenlijke 112-meldingen afgevangen, zodat de operationele centralisten in de meldkamer alleen de daadwerkelijke spoedeisende meldingen ontvangen. De centralisten van het Multiservicecentrum bedienen ook het 0900-8844 toegangsnummer voor de politie. Het management van Meldkamer Oost-Nederland onderzoekt of deze functie kan worden uitgebreid met een toegangsnummer voor niet-spoedeisende meldingen en informatievragen ten behoeve van brandweer en ambulancezorg. Meldkamer Oost-Nederland heeft een personele sterkte van 165 fte, inclusief het personeel van het Multiservicecentrum. De meldkamervloer telt twintig operationele werkplekken en daarnaast is er een ‘calamiteitencluster’ met extra bedientafels voor opschaling bij grotere incidenten. In het gebouw bevindt zich ook het regionaal coördinatiecentrum voor de regio Noord- en Oost-Gelderland. De regio IJsselland heeft zijn eigen regionaal coördinatiecentrum in Zwolle.
Technische uitdaging In technisch opzicht was de samenvoeging van de twee meldkamers een forse uitdaging, die een intensieve voorbereiding vroeg van de twee meldkamerorganisaties en de bij de realisatie betrokken systeemleveranciers. Sergio Els, hoofd Informatievoorziening en ICT-beheer MON, vertelt voor welke vraagstukken de gemeenschappelijke projectorganisatie zich zag geplaatst: “De samenvoeging van de infrastructuren van twee meldkamers was voor alle partijen een nieuwe ervaring. Zowel voor de betrokken meldkamerorganisaties als voor de technische uitvoerders van onder andere vtsPN, Koning & Hartman
33
Het DAZ-samenwerkingsmodel Meldkamer Oost-Nederland, Meldkamer Noord-Nederland (in aanbouw) en het Operationeel Centrum Midden-Nederland (in ontwerp) gaan nauw samenwerken op het gebied van fallback- en uitwijkfaciliteiten. Met het oog op de vestigingsplaatsen Drachten, Apeldoorn en Zeewolde is het samenwerkingsinitiatief het DAZ-model gedoopt. De meldkamers garanderen elkaar zes werkplekken als fysieke uitwijkvoorziening voor elkaars centralisten, in situaties waarin een van de meldkamerlocaties tijdelijk niet operationeel is. Daarnaast zullen de meldkamers ook qua informatiehuishouding als back-uplocatie voor elkaar dienen. De datacentra van de Meldkamer Oost-Nederland in Apeldoorn en de nog in aanbouw zijnde Meldkamer Noord-Nederland in Drachten zullen via een 100 megabitverbinding continu data met elkaar uitwisselen, waardoor bij uitval van één van de locaties altijd de meest actuele informatie van de meldkamersystemen en overige vitale systemen van beide meldkamers voorhanden is. Na realisatie van het Operationeel Centrum MiddenNederland, zal ook met die locatie een soortgelijke koppeling worden gerealiseerd. De drie meldkamers in Noord, Oost- en Midden-Nederland kunnen dan volledig als elkaars back-uplocatie dienen. Op dit moment is een tijdelijke back-upkoppeling gemaakt tussen de meldkamers Oost-Nederland en Twente. Gegevens van de vitale meldkamersystemen worden éénmaal per 24 uur uitgewisseld.
en Motorola. De betrokken partijen hebben een gezamenlijk projectteam gevormd en de samenvoegingsoperatie tot in detail voorbereid via draaiboeken en een stappenplan. Het centrale uitgangspunt voor de operatie was dat burgers met spoedeisende hulpvragen geen hinder mochten ondervinden; de operationele meldkamerprocessen moesten gedurende het samenvoegingsproces ongehinderd doorgang blijven vinden. Tijdens de daadwerkelijke nachtelijke verhuizing van de meldkamer IJsselland hebben we met een gezamenlijk technisch supportteam van vijftig man paraat gezeten, om de overname van de meldkamerfuncties in goede banen te leiden en bij problemen snel te kunnen ingrijpen. Na afloop konden we constateren dat de samenvoeging soepel is verlopen en daar zijn we met zijn allen best trots op.”
Cluster politie
Het koppelen van de C2000-netwerken van Noord- en Oost-Gelderland en IJsselland was een van de uitdagingen waarvoor het technisch projectteam kwam te staan. Sergio Els vervolgt: “In de landelijke C2000-architectuur liggen Noord- en Oost-Gelderland en IJsselland in twee verschillende netwerkzones. We moesten alle gespreksgroepen van IJsselland laten autoriseren in de zone waarin Noord- en Oost-Gelderland zitten. Zonder deze autorisatie zou de MON niet in staat zijn geweest om de gebruikers in IJsselland adequaat te ondersteunen. Ingewikkelder was het combineren van het gemeenschappelijk meldkamer systeem (GMS) van de twee regio’s, omdat GMS veel verschillen vertoonde in procedures en opschalingsregelingen. Al die regiospecifieke details moesten worden gelijkgetrokken, waardoor GMS volledig opnieuw moest worden ingericht. Freek Vierwind en Sergio Els kijken tevreden terug op de relatief soepele maar arbeidsintensieve samenvoeging van de meldkamers en zien het resultaat van hun werk als steun voor toekomstige meldkamersamenvoegingen. Freek Vierwind: “Wij hebben onze ervaringen gedeeld met de projectleiding voor de bouw van de Meldkamer NoordNederland. Zij kunnen leren van zaken waar wij bij de realisatie tegenaan gelopen zijn. En met de leerervaringen in Noord-Nederland kan het volgende samenvoegingscluster weer zijn voordeel doen. Zo ondersteunen we elkaar maximaal met kennis en opgebouwde ervaring bij de realisatie van een nieuw meldkamerlandschap in Nederland.”
34
Verbinding mei 2011
A
EC-workshop Brussel, maart 2011
Breedbandworkshop: Hoe verder? Elders in dit blad heeft u al een verslag kunnen lezen van een door de Europese Commissie georganiseerde workshop, die op 30 maart 2011 in Brussel werd gehouden onder de titel ‘The future of PPDR services in Europe’. In dit artikel komt de afsluitende discussieronde aldaar aan de orde, met als belangrijkste vraag: Hoe moeten we verder? D H B
Sessie 3 - Discussieronde: hoe verder? De Europese frequentieautoriteit CEPT-FM heeft middels de werkgroep FM-PT38 de noodzaak van de benodigde breedbandbehoefte binnen de OOV-sector besproken. Concrete resultaten zijn er echter nog niet.
Vanaf mei 2011 zal een nieuwe werkgroep binnen CEPT-FM zich richten op dit vraagstuk. Doordat deze specifieke PPDR-werkgroep zich uitsluitend op de frequentiebehoefte van de OOV-sector (plus rampenbestrijding) richt, ziet CEPT-FM de mogelijkheid om tot een versnelling in de discussie te komen.
Het delen van een dedicated netwerk met verschillende overheidsdiensten is een uiterst reële mogelijkheid. Ook voor de Tetra-standaard was al gekozen voor een brede doelgroep, waardoor technologie en industriële oplossingen gedeeld
Verbinding mei 2011
35
kunnen worden. In verschillende landen gebruiken meerdere diensten reeds de Tetra OOV-spraaksystemen. Het delen van de systemen (en daarmee het frequentiespectrum) is dus een zeer goede optie. Als potentiële gebruikers werden onder meer Defensie, nutsbedrijven en de transportsector genoemd. De cruciale vraag blijft: waar moet het spectrum gevonden worden? Hoe gaan we verder? De gebruikers hebben duidelijk gemaakt dat de behoefte aan mobiel breedband aanwezig is. Harmonisatie van de frequentieband lijkt noodzakelijk. Het delen van de beschikbare bandbreedte met andere vitale overheidsdiensten is een gewenste richting. Complicerende factor is dat frequenties uitermate schaars zijn. Er werden in de discussie drie opties genoemd: beneden de 380 MHz (NAVO-frequenties), in de 450 MHz-band (voorstel Frankrijk), of in de tv-band (en dan vooral 700 MHz gezien de Amerikaanse ontwikkelingen). Dit is een politieke discussie, die dus ook primair beantwoord moet worden door de politiek. Reactie was dat de tweede optie niet reëel is, omdat deze alleen toepasbaar is in Frankrijk.
Conclusies Bernd Langeheime, de directeur van DG INFSO, vatte de discussie samen en maakte de problematiek voor de EU-commissie duidelijk. Het politieke besef dat een geharmoniseerde frequentie noodzakelijk is, is aanwezig.
worden gedeeld door verschillende partijen en de kans op een positief kostenmodel lijkt dan meer voor de hand te liggen.
Het politieke besef dat een geharmoniseerde frequentie noodzakelijk is, is aanwezig De EU-commissie deelt dit besef, maar wordt geconfronteerd met een veelvoud van belanghebbenden. De telecomsector, omroepen, transportsector, wetenschap en onderzoek en de OOV-sector vissen in een en dezelfde vijver. De commissie moet de vraag beantwoorden hoe de verschillende belangen tegen elkaar afgewogen kunnen worden. De kosten zijn ook een issue. In veel landen staat de begroting onder druk. De commissie wil er zeker van zijn dat de gekozen oplossing ook leidt tot daadwerkelijk gebruik en daarmee bijdraagt aan ‘een investering in Europa’. De samenwerking met Defensie en andere vitale overheden zal een mogelijke oplossing kunnen zijn. Hiermee kunnen de kosten
Er zal voortdurend druk uitgevoerd moeten worden op de nationale frequentieautoriteiten. Uiteindelijk zal de discussie met hen moeten worden gevoerd. Een speciale ‘slot gastspreker’ was Paul Rübig, lid van het Europese Parlement. De samenleving verandert in snel tempo. Informatie is hot en daarmee de behoefte aan frequenties. Helaas zijn frequenties erg schaars en is de vraag enorm groot. De burger maakt zelf veel gebruik van commerciële mobiele breedbandsystemen. De OOV-diensten kunnen daar zelf echter maar beperkt gebruik van maken en hebben speciale voorzieningen nodig vanwege het
speciale karakter. Rübig vroeg ook aandacht voor de beschikbaarheid van randapparatuur voor de nieuwe standaarden. Het Europees parlement heeft absoluut aandacht voor dit vraagstuk. Ten slotte gaf Rübig aan dat de lobby voor dit vraagstuk van groot belang is. Middels een lobby kunnen de politici worden overtuigd.
Voorbereiding De Tetra-gemeenschap beschikt over een ‘frequentie-taskgroup’, die alle activiteiten rondom het verkrijgen van frequenties coördineert en diverse activiteiten onderneemt, waaronder het ‘Brusselse lobbytraject’. Zo is er met een aantal Europese parlementsleden gesproken en zijn voor vrijwel elke Brusselse frequentieworkshop een of meerdere sprekers geleverd. Gezien het grote belang van deze workshop had deze groep extra inspanningen geleverd: er zijn net voor aanvang van de workshop op alle stoelen mooi gedrukte papieren gelegd met daarop statements van de tien grootste leveranciers. Elke leverancier heeft daarin heel kort zijn visie gegeven over de noodzaak tot het honoreren van de OOV-frequentievraag. De betrokken leveranciers waren: Alcatel-
36
Verbinding mei 2011
Avondsessie: Kangaroo Group De ‘Kangoroo Group’ is een initiatief van een aantal Europese politieke partijen en staat voor ‘Free movement and Security’. Deze groep heeft onder meer veel initiatieven ontplooid in het kader van Schengen voor vrije uitwisseling van personen en goederen. De Kangaroo-leden houden regelmatig informatiesessies en ze hadden direct aansluitend aan de hierboven beschreven workshop een sessie over breedbanddata en frequenties voor PPDR georganiseerd. Aan de paneltafel zaten Paul Rübig en Gunnar Hökmark (beiden Europees parlementslid), Pearse O’Donohue (DG INFSO) en Egil Bovim (voorzitter PSC-E). In de zaal waren zo’n vijftien personen aanwezig. Paul Rübig gaf een vergelijkbare presentatie als in de middag: PPDR is vitaal voor de overheden, communicatie is cruciaal en mag niet afhankelijk zijn van commerciële providers. Daarom zijn eigen frequenties nodig om specifieke voorzieningen te kunnen realiseren. Gunnar Hökmark heeft een zeer bijzondere positie: hij is voorzitter van het RSPP (Radio Spectrum Policy Programme), dat in april of mei uitkomt met een rapport over het gebruik van frequenties in Europa. In dit rapport is ook een korte verwijzing naar PPDR gemaakt. Hij is er duidelijk op uit om voor PPDR geen frequenties vrij te maken die de telecomoperators ook willen hebben. Hij heeft daarbij een grote steun in de rug met de ‘Digitale agenda’ van Neelie Kroes, die als doel heeft ‘mobiel breedband internet voor alle Europeanen’. In de huidige RSPP-tekst staat dan ook dat oplossingen voor de PPDR-problematiek gezocht moeten worden in het defensiespectrum. Of dat blijft staan bij de behandeling in het Europese parlement is maar de vraag; veel landen willen de NAVO buiten schot houden. Pearse O’Donohue gaf als voorzitter van de ‘EC high-level PPDR workshop’ een samenvatting van deze sessie. PPDR heeft dedicated netwerken nodig en derhalve dedicated frequenties. Er gaapt echter een grote kloof tussen OOV en de frequentieautoriteiten; deze moeten dus tot elkaar gebracht worden. De EC wil een taskforce/workinggroup inrichten om verder te komen. De EC zal daarom mandaat van het Europese parlement vragen om initiatieven te ondernemen om tot een oplossing te komen. Egil Bovim tot slot ging in op de OOV-sector zelf: welk niveau van service wil/moet OOV bieden, welke informatie is daarvoor nodig en hoe wordt deze verkregen? In zijn visie gebeurt dat door nieuwe techniek, waar frequenties voor nodig zijn. De OOV-sector loopt nu in de ogen van onze kinderen enorm achter. De nieuwe generatie OOV’ers zal veel meer eisen, vooral omdat ze van kind af aan opgegroeid zijn met mobiele (data)communicatie. Zijn stelling: “De beslissing in het Europese parlement heeft grote invloed op het serviceniveau van de OOV-diensten”. Hij herhaalde hierbij de slogan ‘Spectrum saves lives’. Link naar de presentaties: http://ec.europa.eu/information_society/policy/ecomm/radio_spectrum/ activities/index_en.htm
Lucent, Cassidian (het voormalige EADS), Ericsson, Harris, Motorola, Rohill, Selex, Sepura, Teltronic en Thales. Het statement heeft als titel ‘Spectrum Saves Lives’, een slogan die we steeds terug laten komen.
-
Samenvattend De EC heeft een week na de workshop over de toekomst van PPDR-diensten in Europa een samenvatting gepubliceerd, waarvan hieronder verslag. Sessie 1: Duidelijke gebruikerseisen voor mobiele highspeed data en dedicated PPDR-netwerken. Roep om Europese harmonisatie van spectrum en Europese standaarden om interoperabiliteit van PPDR-systemen te waarborgen. Sessie 2: Gemeenschappelijke visie dat samenwerking op alle niveaus tussen diverse OOV-diensten, alsmede Defensie, grote voordelen biedt. Sessie 3: - Er is duidelijk draagvlak voor Europese harmonisatie voor PPDR bij zowel de frequentieautoriteiten als de industrie. De nationale verantwoordelijkheid van de lid-
-
-
-
staten is evident, maar een coördinerende rol door de EC wordt ondersteund. Hoewel sommige PPDR-eisen door commerciële netwerken ingevuld kunnen worden, vereisen mission critical toepassingen dedicated (niet-commerciële) netwerken. Deze eis heeft kosten tot gevolg die door de overheid betaald moeten worden, wat een probleem kan zijn in de huidige financiële situatie. Samenwerking met Defensie is nodig. OOV standaardisatie-activiteiten zijn in ETSI gestart en OOV en Defensie zijn gevraagd om mee te werken aan een oplossing voor de diverse mission critical gebruikers. Diverse frequentieopties zijn genoemd: militaire frequenties, 700 MHz en migratie van bestaande spraaknetwerken naar een nieuw datanetwerk in de 400-470 MHzband. Deze keuze is vooral een politieke keuze, maar sommigen vinden het daarvoor nog te vroeg. De EC is gevraagd om een vervolg te overwegen (bijvoorbeeld een taskforce); dit wordt besproken met de lidstaten en in het ‘Radio Spectrum Committee’.
Dinersessie Na afloop van de Kangaroo Group-meeting (zie kader) zijn we met een klein groepje gaan eten. Ik zat naast Robert-David Paulison, voorzitter van de brandweervereniging in de VS, die tijdens de high-level workshop toelichting had gegeven op de Amerikaanse initiatieven met eigen LTE-netwerken in een dedicated 700 MHz-band. Omdat de commerciële LTE-standaard niet op alle vlakken geschikt is voor OOV-toepassingen (OOV heeft zwaardere up-links en groepsberichten nodig, plus meer beveiliging en robuustheid) is het van belang de extra specifieke OOV-eisen in de LTE-techniek te introduceren. Het zou jammer zijn als Europa en Amerika dat los van elkaar doen. Robert-David Paulison was het erover eens dat we moeten voorkomen dat er een ‘LTE-OOV-US’- en ‘LTE-OOV-EU’versie komt. Hij wil graag helpen bij verdere samenwerking. Hij was ook erg geïnteresseerd in de ‘EU highspeed data Public Safety user requirements’, die we vanuit de LEWP aan het opstellen zijn.
Verbinding mei 2011
37
Landelijke versnippering informatievoorziening
Moeizame toegang journalisten tot P2000 Al vanaf de invoering van C2000 zoekt men naar mogelijkheden om journalisten een alternatief te bieden voor het luisteren naar scannerberichten. Deze laatste mogelijkheid hield op te bestaan met de komst van C2000, waar een zware codering op zit. Journalistenvakbond NVJ zet zich al vele jaren in voor de komst van een dergelijk systeem, dat er dit jaar eindelijk in het hele land lijkt te komen. D J P
P2000 pager, zoals die vrij te koop is.
Op dit moment zijn veertien politieregio’s zover dat het systeem er in gebruik is, de resterende regio’s moeten halverwege het jaar volgen. De introductie van een alternatief
systeem is, als je alle berichtgeving hierover in de afgelopen jaren beschouwt, op zijn minst heel moeizaam te noemen, hoewel dat misschien nog een understatement is.
Toenmalig minister Remkes beloofde rond 2005 dat er voor het gemis aan berichtgeving voor journalisten gekeken zou worden naar alternatieven. Sommigen keken daarbij naar
38
Verbinding mei 2011
een oplossing zoals die destijds in Londen werd gehanteerd. Speciaal voor journalisten werd alle politiecommunicatie ongefilterd op een beveiligde website geplaatst. Journalisten kregen hiervoor inloggegevens, zodat zij de berichten realtime konden meelezen.
P2000 In april 2006 brak Remkes zijn eerder gedane belofte om met een alternatief te komen. Hij voerde als reden simpelweg aan geen aanleiding voor zo’n alternatief te zien. De NVJ constateerde in dezelfde periode dat van de toegezegde alarmmeldingen niet veel
te gebruiken. Dat systeem verspreidt berichten voor brandweervrijwilligers en ambulancediensten. Door langs die weg ook berichten van de politie te verspreiden, worden ook de journalisten bediend. De inzet van P2000 leek in eerste instantie een probleem, omdat de politie geen gebruikt maakt van het P2000onderdeel van het C2000-systeem.
Grondwettelijk recht In de Verenigde Staten gold overigens lange tijd het standpunt dat de digitale communicatie van de overheidsdiensten (daar met Apco P25 in plaats van TETRA) niet zou mogen wor-
De NVJ constateerde dat van de toegezegde alarmmeldingen niet veel terechtkwam terechtkwam. In een klachtenoverzicht is te lezen dat zeker meer dan honderd maal een persalarm onterecht niet werd uitgegeven. De NVJ toonde zich daarover uiterst teleurgesteld. NVJ stelt daarbij voor om P2000, het pagersysteem dat deel uitmaakt van C2000,
den gecodeerd, vanwege het in de grondwet verankerde recht van burgers en journalisten op vrije nieuwsgaring met betrekking tot wat de overheidsdiensten doen. Er zijn daar dus ook volop politiescanners te koop waarop het P25-systeem beluisterd kan worden en op
Relevante websites: monitor.livep2000.nl www.alarmeringen.nl www.radioreference.com
veel plekken in de VS is het politieverkeer ook nu nog vrij te ontvangen. Maar het denken daarover is aan het veranderen. Op een relatief groot aantal plekken wordt ook in de VS het etherverkeer van de overheidsdiensten inmiddels versleuteld. Op de site www. radioreference.com zijn vele scanners in de VS te beluisteren, met daarop kanalen van onder andere hulpdiensten die nog niet versleuteld zijn. P2000 is overigens een traditioneel pagersysteem, gebaseerd op de FLEX-technologie van Motorola. Alle P2000-berichten worden landelijk verspreid op een frequentie in de buurt van 169 MHz. Het FLEX-systeem laat geen versleuteling toe, zodat de berichten in principe openbaar zijn. Pagers voor het FLEX-systeem zijn met de juiste firmware geschikt voor de ontvangst van de P2000-berichten en zijn in Nederland voor bedragen rond de 100 euro in een professionele uitvoering te koop. Al snel na de invoering waren de berichten ook live op diverse websites op internet te bekijken en tegenwoordig zijn er ook diverse apps voor de verschillende smartphone-platforms die datzelfde doen (zoals de Alarmering-Droid voor Android-toestellen).
Aanhoudende problemen
Het P2000-ontvangst-programma Alarmering-Droid op een Android smartphone.
Om dit artikel niet té saai te maken volgt hier niet de opsomming van alle problemen, gebroken beloftes en nieuwe afspraken die sinds 2005 de revue zijn gepasseerd. Het goede nieuws is dat het systeem voor journalisten dat vijf jaar geleden al werd opgestart dit jaar eindelijk landelijk zal zijn ingevoerd. Het minder goede nieuws is dat de problemen aanhouden en nog altijd niet volledig zijn opgelost. Tijdens een gesprek met de Raad van Hoofdcommissarissen half maart bracht NVJsecretaris Thomas Bruning deze punten nog eens naar voren. Belangrijkste angel in de kwestie is het feit dat veel regio’s een eigen beleid op dit punt mogen voeren. Dat leidt ertoe dat lokale voorlichtingsafdelingen selecteren welke berichten wel en welke niet bij de journalisten terechtkomen. Thomas Bruning: “Tijdens het gesprek heb ik de instructies te zien gekregen aan de hand waarvan moet worden beoordeeld hoe de voorlichtingsambtenaren met de berichten moeten omgegaan. Berichten worden hiertoe ingedeeld in een groene, een gele en een rode categorie. Groene berichten mogen altijd door. De rode
Verbinding mei 2011
De P2000-monitor op internet van PD5HW, een van de oudste en bekendste sites op dit gebied.
hebben betrekking op vier onderwerpen, waarvan de zwaarste suïcidegevallen betreft. Berichten uit deze categorie worden nooit verstuurd. Bij de gele categorie moet een bericht
Alarmeringen.nl: de berichten op deze site kunnen ook per SMS worden verstuurd.
verholpen zijn, en doordat alleen journalisten met een belang bij de berichtgeving toegang hebben, vervalt het probleem van de toeloop van in de buurt van een incident wonende
Berichten worden ingedeeld in een groene, een gele en een rode categorie altijd langs een (piket-)woordvoerder.” De gele categorie heeft uiteraard een groot element van willekeur in zich, doordat verschillende korpsen heel verschillende afwegingen kunnen maken.
Filteren Dat er bij het huidige systeem gefilterd moet worden, is iedereen duidelijk. Het gaat echter om de manier waarop dit gebeurt. Persoonsgegevens kunnen niet zomaar op een netwerk gezet worden dat op diverse internetsites open en bloot te lezen is. Bij de analoge mobilofoonnetwerken is het lange tijd de gewoonte geweest om voor dat soort gegevens in de meeste gevallen de telefoon te pakken - en later uiteraard de mobiele telefoon. Wat dat betreft zou het aan het begin van dit artikel genoemde Engelse voorbeeld met een beveiligde website met daarop de gegevens vermoedelijk een beter systeem zijn. Zeker in combinatie met de huidige geavanceerde smartphones. In de eerste plaats zou daarmee het probleem van de privacy
39
nieuwsgierigen. Naar aanleiding van het gesprek met de Raad van Hoofdcommissarissen vroeg Bruning om op korte termijn een gesprek te mogen hebben met staatssecretaris Teeven om over de problemen rond de invoering van het gebruik van P2000 door journalisten te praten. Als Tweede Kamerlid was Teeven een warm pleitbezorger van een zo open mogelijke toegang voor de pers tot de berichten van het C2000systeem. Inmiddels heeft minister Opstelten het onderwerp opgepakt en het gesprek zal nu met hem plaatsvinden.
kan bijvoorbeeld ook zijn om te voorkomen dat mensen uit de omgeving van een incident daar een kijkje komen nemen.” Van de Sande geeft daarbij aan dat het eerste belang van de informatievoorziening toch altijd de hulpdiensten zelf betreft. Hij kan zich echter goed voorstellen dat het omgaan met de berichten bij een veranderde situatie anders ligt. Op dit moment is een openbare aanbesteding voor de opvolger van P2000 in de oriënterende fase. Aan de deelnemende partijen is gevraagd welke wensen zij hebben ten aanzien van het nieuwe netwerk. Een dergelijke aanbesteding neemt de nodige tijd in beslag, zodat de daadwerkelijke aanbesteding pas in 2014 zal plaatsvinden. Om concurrentievoordeel voor een van de partijen te voorkomen zal ook pas dan bekend worden aan welke specificaties dat netwerk moet voldoen.
Meldkamers zelf verantwoordelijk Job van de Sande, voorlichter van het Ministerie van Veiligheid en Justitie op dit terrein, bevestigt het gebruik van de gele, groene en rode categorie voor de berichten. “Het zijn toch de individuele meldkamers die zelf verantwoordelijk zijn hoe ze met de doorgifte van de berichten omgaan. Zoiets is gewoonweg niet nationaal te regelen. Het belang van het niet doorgeven van berichten
RadioReference.com voor het luisteren op de PC of een smartphone naar scanners met politie- en andere telecomdiensten wereldwijd.
40
Verbinding mei 2011
Politie Zuid-Holland-Zuid en Rotterdam-Rijnmond gestart met MobilePolice De politie in de regio’s Zuid-Holland-Zuid en RotterdamRijnmond zijn in samenwerking met het OM gestart met een pilot met MobilePolice van Sigmax, een digitaal bonnenboekje. Het doel hiervan is een verlichting van de administratieve last en kostenreductie. Het digitale bonnenboekje is een innovatieve techniek waarmee met handterminals op straat digitaal een mini proces-verbaal kan worden opgemaakt. Dit is op zich niet nieuw maar de handterminals zijn uitgerust met intelligente software waardoor een aantal nieuwe toepassingen mogelijk zijn. De software leidt de agent stapsgewijs door de procedure voor het opmaken van het mini proces-verbaal en maakt gebruik van een volledig geautomatiseerd feitcodeboekje (hierin staan alle overtredingen met hun specifieke kenmerken). Hierdoor wordt de kans op fouten minimaal. De handterminal is uitgerust met GPS waarmee de exacte locatie bepaald kan worden. Ook wordt direct informatie opgevraagd bij de Rijksdienst voor het Wegverkeer (RDW), want door de kentekenplaat te scannen krijgt de verbalisant de voertuiggegevens.
Cfocus introduceert Zepcam Cfocus is verkooporganisatie geworden van Zepcam Zepcam is een videoopnamesysteem dat op het lichaam gedragen kan worden. Via Cfocus wil Zepcam de Europese markt betreden. De Zepcam T1 is een volledig geintegreerd video-systeem, waarmee met hoge kwaliteit video kan worden opgenomen, waarbij de data versleuteld is. Daarnaast is het apparaat robuust (shock-, stof- en waterproof). De op het lichaam te dragen videocamera is speciaal ontwikkeld voor professionals in de OOV-wereld. In Nederland werkt op dit moment een aantal brandweerkorpsen met dit video-systeem voor trainingsdoeleinden en bewijsvoering.
Nederlandse Spoorwegen kiest Catcom Biedt de OOV-Sector Veilige Vaste en Mobiele Verbindingen
WWWRAMNL
De recente Europese aanbesteding van de Nederlandse Spoorwegen voor het leveren van alle telefoniehardware en de daaraan gerelateerde dienstverlening is rechtstreeks gegund aan Catcom. Deze raamovereenkomst is afgesloten voor een periode van 4 jaar met een verlengingsmogelijkheid van 2 maal 2 jaar. Catcom levert al bijna 10 jaar deze diensten aan diverse onderdelen van de NS, maar was altijd uitvoerend onderaannemer van de telefonie tenderhouder. Met deze rechstreekse gunning is de dienstverlening naar de NS gewaarborgt.
Verbinding mei 2011
41
‘Groen’ is nog niet groen genoeg! Het verbaast mij eigenlijk niet dat we met z’n allen graag voor onze planeet willen zorgen. Uiteraard, de een net iets meer dan de ander. Groen is daarom het magische woord vandaag de dag. Maar het is ook een hype. We komen het overal tegen en sinds een aantal jaren ook in de wereld van TETRA Mission Critical Communications. Veel bekende fabrikanten van TETRA netwerken hebben hun zinnen gezet op de ontwikkeling van zogenaamde groene producten en oplossingen. En ja.., de een weer net iets meer dan de ander. Als we het groene aanbod van de fabrikanten bekijken, valt eigenlijk al snel op dat er zelfs vandaag de dag veel bedrijven zijn die niets aan het groene imago doen. Zo zijn Motorola, Thales en Rohde & Schwarz eigenlijk de enige bedrijven die duidelijk aangeven iets voor onze planeet en het milieu te doen, onder de noemer ‘Corporate responsability’. Fabrikanten als Cassidian, Selex, Etelm, 3T Communications, Artevea en overige producenten van Mission Critical-infrastructuur hoor je er niet of nauwelijks over. De vraag rijst dan: waarom wordt er zo weinig aandacht besteed aan het groene ‘energy saving’-aspect van mobiele TETRA-communicatie? Is het in de TETRA-wereld dan niet belangrijk genoeg? Wordt dit niet meegenomen in de aanbestedingen die plaatsvinden? Nee.., eigenlijk niet! Uit een kort onderzoek is gebleken dat Motorola aangeeft dat er energiebesparingen met het TETRAcommunicatiesysteem mogelijk zijn tot maar liefst 70%! In feite is dit goed nieuws maar het lijkt wel, dat als we nog iets langer wachten, de systemen geen energie meer kosten maar zullen gaan leveren! Rohill daarentegen gaat met de cijfers iets voorzichtiger om en claimt energiebesparingen die wel wat realistischer lijken. Echter we vergeten nu wel een belangrijk punt! Een aantal weken geleden was ik bij een klant op locatie en besprak met hem de voordelen van een energiezuinig TETRA-communicatiesysteem. Wat bleek? Voor deze specifieke klant waren de energiebesparingen die het nieuwe TETRA-systeem zouden opleveren slechts een minuscuul klein percentage van de totale energiekosten van het bedrijf. Het zette bij mij in ieder geval alles weer in perspectief. Beperkte aandacht vanuit de industrie, het niet opnemen van groene eisen of wensen in aanbestedingen en de beperkte besparingen voor de onderneming zorgen ervoor dat groen nog niet groen genoeg is. Om uiteindelijk ‘groen’ te leven en ‘groen’ te communiceren binnen de wereld van Mision Critical Communicatie zal er vanuit de regelgeving op grote schaal iets moeten gebeuren. Eigen initiatieven zijn leuk en aardig, echter de grote besparingen en positieve effecten voor het milieu komen naar mijn mening voort uit internationale verdragen en overeenkomsten. Vooralsnog blijft de kleur groen naar mijn mening slechts een interessante marketingtool. D G J W.
CALLMAX IS TERUG Callmax lanceert 2-weg semafonie voor terugkoppeling van berichten tijdens calamiteiten of bevestiging van het ontvangen bericht. Het gehele product is geïntegreerd in het alarmeringssysteem van Callmax zodat overal toegang kan worden verkregen in de actuele status van opvolging eventueel gekoppeld met locatiebepaling zodat de positie van de ontvanger bepaald kan worden.
Bezoek onze vernieuwde site: www.callmax.nl
42
Verbinding mei 2011
Het verouderingsplan als vernieuwingsbasis Hoewel het IP-protocol als communicatiemiddel al meer dan dertig jaar oud is, is het nog steeds actueel en inmiddels ook het meest gebruikte communicatieprotocol in communicatie-infrastructuren. Het is het gangbare protocol voor alle communicatiemiddelen en communicatietoepassingen. Voor die communicatiemiddelen waar het nog niet de basis voor is, wordt er veel gebruik gemaakt van een conversie naar IP, of wordt er aan de geïntegreerde IP-versie gewerkt. Dat geldt bijvoorbeeld ook voor videobewakingscamera’s, faxen (!), radio en allerlei draadloze communicatietoepassingen. Voor elke organisatie geldt dat als er nog niet-IP-middelen in gebruik zijn, er een soort verouderingsplan zou moeten zijn. Hiermee is er een functionele en financiële sturing mogelijk en is het niet de leverancier, die aankondigt dat er geen onderhoud meer gedaan kan worden of alleen nog op basis van ‘best effort’. De onderwerpen die in zo’n verouderingsplan aan de orde moeten komen, zijn: - Wat staat waar en heeft welke technische leeftijd? - Wat is de boekwaarde van de bestaande infrastructuurdelen? - Hoe lang garandeert de leverancier het onderhoud nog en op welk niveau? - Is er een praktisch overgangsmoment voor migratie? - Zijn er bijzondere koppelingen? - Welke eisen stelt migratie naar IP? - Wat kost globaal de vervanging en in welk jaar? De reden hiervoor is om de vervanging, die op enig moment plaats zal vinden, op de juiste wijze naar IP als communicatiebasis te laten overgaan. Vroeg of laat gebeurt het, maar er zelf voor in de ‘driving seat’ zitten is het meest ontspannen en kosteneffectief. De meeste werkplekmiddelen zijn al over naar IP: pc, telefoontoestel. Daarnaast zijn er plaatsen in een organisatie die niet direct aan een gebruiker gebonden zijn maar ook al zijn ‘ver-IP’t’, zoals biometrische en (pas)toegangscontrolesystemen, videobewaking, DECT-zenders en Wi-Fi. Wat nog geen IP gebruikt als basiscommunicatie zijn bijvoorbeeld PZI-installaties, portofoon en mobilofoon, maar ook de wijdverbreide GSM’s. Deze migratie naar IP heeft echter weer gevolgen voor de onderliggende capaciteit en gewenste performance van de IP communicatie-infrastructuur. Omdat er in de afgelopen jaren door een veelheid van systemen en applicaties en organisaties een meervoudig en gemeenschappelijk gebruik van de IP communicatie-infrastructuur is ontstaan, is er een sterke en nog steeds toenemende afhankelijkheid van de IP-infrastructuur. Dit heeft daardoor gevolgen voor de behoefte aan, nee de noodzaak voor, continuïteit, beschikbaarheid en gegarandeerd correcte werking van de IP-infrastructuur. Niet alleen binnen de bedrijfsmuren, maar gaandeweg ook bij anderen waarmee gecommuniceerd wordt, dus buiten de bedrijfsmuren. Deze elementen, die gericht zijn op de ‘uptime-productie’ en correcte werking, moeten geïntegreerd worden in het ontwerp van LAN, WAN en toepassingsinfrastructuur. Het gaat dan niet alleen om welke datafaciliteiten er worden geboden, maar ook om performance, beschikbaarheid, continuïteit en onderhouds- en herstelmogelijkheden. De discussie over IP als basis voor de communicatie-infrastructuur is nu meestal nog een technische/functionele discussie en soms een eenzijdig financiële. De discussie moet echter zijn: welke diensten en faciliteiten worden er meegeleverd voor de ontwikkeling van het bedrijf of de organisatie? In het bijzonder zal het dan gaan om welke diensten gebiedsoverschrijdend zijn, zodat er een ‘1+1=3-effect’ gaat ontstaan voor de effectieve en creatieve realisatie van bedrijfs- en organisatiedoelstellingen.
M O (@.) O T M C. V : ../..
Colofon Verbinding is een vakblad over mobiele communicatie in de openbare orde & veiligheidssector. Jaargang 32, mei 2011, nr. 5 Verbinding verschijnt tienmaal per jaar. Toezending geschiedt op abonnementsbasis en middels controlled circulation. Uitgever Henk van Beek Hoofdredacteur Henk van Beek Eindredacteur Paul Matthijsse Redactie Postadres Postbus 82, 2460 AB Ter Aar Telefoon: 0172-782120 Administratie:
[email protected] Abonnementen:
[email protected] Redactie:
[email protected] Website: www.verbinding.nl Advertentie-exploitatie BMM Bureau voor Marketing en Media Mike de Jong Leidse Schouw 2 1250 AB Alphen aan den Rijn Telefoon: 06-10825993 E-mail:
[email protected] In dit nummer bijdragen van Henk van Beek, Hans Borgonjen, Maarten Oberman, John Piek, Rob Jastrzebski, Ralf Mohnen, Gert Jan Wolf en Geert Reuvekamp. Ontwerp en opmaak Media Services Uitgeest Druk Drukwerken ProFeeling, Beringen, België Een jaarabonnement op VERBINDING kost € 54,95 inclusief 6% BTW, over te maken op bankrekening 1062.74.619 t.n.v. FenceWorks B.V. in Alphen aan den Rijn, onder vermelding van ‘jaarabonnement Verbinding’. Een jaarabonnement loopt gelijk met het kalenderjaar. Een jaarabonnement wordt aangegaan tot schriftelijke wederopzegging en automatisch gecontinueerd indien niet voor één november van het lopende jaar schriftelijk is opgezegd. Kopij kan worden ingezonden in overleg met de redactie. Geplaatste artikelen hoeven niet noodzakelijkerwijs de mening van de redactie te vertegenwoordigen. De redactie noch de uitgever aanvaarden enige aansprakelijkheid voor de inhoud van artikelen van derden, ingezonden mededelingen, advertenties en de juistheid van genoemde data en prijzen. Fotokopie en overname van artikelen, geheel of gedeeltelijk op welke wijze dan ook, is uitsluitend toegestaan na schriftelijke toestemming van de redactie en onder vermelding van: ‘Overgenomen uit Verbinding, vakblad voor professionele telecommunicatie’. Met de vermelding van het jaar en het nummer. ISSN-nummer 1386-4300 VERBINDING is een uitgave van FenceWorks BV.
Verbinding mei 2011
43
DE KUNST VAN HET VERSTAAN
...
...
VEILIGE RADIOCOMMUNICATIE START MET LUISTEREN Elkaar verstaan is essentieel in situaties waar mensenlevens op het spel staan. Gebrek aan bereik, bezette gesprekskanalen of zelfs uitval van apparatuur zijn zaken die fatale gevolgen kunnen hebben. Verstaan begint bij goed luisteren. Daarom zijn we vooral geïnteresseerd in uw wensen en eisen. We combineren dat met onze kennis én kwalitief hoogstaande (ATEX) apparatuur. Het resultaat: op úw bedrijf toegespitste radiocommunicatie waar u op kunt vertrouwen.
Zo kunt u advies, bereikmetingen, maatwerk en apparatuurkeuze in één hand houden. Dat kan resulteren in een geïntegreerd systeem met (explosieveilige ATEX) portofoons en koppelingen naar paging, meldkamersystemen, telefooncentrales en slagboominstallaties. En kopen hoeft niet. Huren kan ook.
www.flash-services.com
44
Verbinding mei 2011