Internationale koop en de rol van het Weens Koopverdrag ___________________________________________________
Welke juridische valkuilen zijn er voor de Nederlandse exporteur in de internationale handel en welke mogelijkheden biedt het Weens Koopverdrag? De auteur bespreekt een aantal ‘key-issues’. Hij gaat daarbij in op de regeling van de internationale koop in het Weens Koopverdrag en de betekenis van het Verdrag voor internationale distributiecontracten. Het Weens Koopverdrag viert dit jaar zijn twintigjarige verjaardag in Nederland. Bij de uitvoering van een internationale koopovereenkomst kan veel misgaan. Zo kan het zijn dat goederen niet voldoen aan de overeenkomst of dat de koopprijs niet wordt betaald omdat de goederen tijdens het vervoer beschadigd raken. Om te voorkomen dat verkoper en koper dan als kemphanen tegenover elkaar komen te staan, is het van groot belang dat zij vooraf goede afspraken hebben gemaakt. In de praktijk concentreren verkoper en koper zich echter bij het sluiten van een overeenkomst met name op de aspecten waar een prijskaartje aan hangt. Zij willen dan ook vooral weten om welke soort, kwaliteit en hoeveelheid goederen het gaat, of de kosten van vervoer en verzekering al in de koopprijs zijn begrepen en wie van hen vanaf waar de invoerrechten en overige kosten moet dragen. Dit zijn typisch de onderwerpen die in een koop- of verkoopbevestiging worden neergelegd, vaak met behulp van standaard termen en afkortingen, zoals ppm, fob, cif, ddp, t/t, cad1. Daarentegen hebben handelaren er duidelijk minder behoefte aan en belangstelling voor om hun contracten tot in detail uit te onderhandelen. Niet alleen kost het verhoudingsgewijs teveel tijd, het is ook commercieel gezien niet slim om vooraf alles wat mis zou kunnen gaan door te nemen met de klant, wat hen dan al gauw de lust tot zaken doen zal ontnemen. In vele handelsbranches plegen handelspartijen zich te behelpen met het toepasselijk verklaren van eigen algemene verkoop- en inkoopvoorwaarden op de overeenkomst. Hebben partijen niets geregeld, dan zal het zogenaamde supranationale kooprecht, het Weens Koopverdrag (WKV), de koopovereenkomst beheersen. In deze bijdrage worden achtereenvolgens de volgende vragen behandeld: -
Welke geschillenbeslechting kies ik?
-
Wanneer is het WKV van toepassing?
-
Welke rol speelt het WKV bij distributie-overeenkomsten?
-
Hoe zit het met algemene voorwaarden onder het WKV?
-
Wat is de klachtplicht van de koper onder het WKV?
-
Wat zijn de remedies onder het WKV?
-
Tot slot: WKV uitsluiten of niet?
Welke geschillenbeslechting kies ik? Een van de belangrijkste onderwerpen voor partijen om in een internationale koopovereenkomst te regelen, is hoe zij met geschillen zullen omgaan. Met name indien partijen nog ‘met elkaar door moeten’, kan het een interessante optie zijn om te proberen via mediation (bemiddeling) het geschil op te lossen. Zien partijen hier niets in of slaagt de mediationpoging niet, dan zal het geschil opgelost moeten worden via overheidsrechtspraak of particuliere rechtspraak, arbitrage. In de internationale handel zijn partijen bevoegd om de weg naar de overheidsrechter af te sluiten en de beoordeling van geschillen bij uitsluiting op te dragen aan arbiters. Om verschillende redenen kunt u hiertoe besluiten. Overheidsrechtspraak wordt soms als tijdrovend en duur ervaren. U moet zich realiseren dat u op dit punt bij menige arbitrage nauwelijks beter af bent. Bij overheidsrechtspraak P12793 – Fenedex
-2-
zijn er meer instanties, terwijl arbitrage in het algemeen beperkt is tot één instantie. Arbitrage heeft ook een meer vertrouwelijk karakter dan overheidsrechtspraak. Overheidsrechtspraak is per definitie openbaar. Een kenmerkend voordeel van arbitrage is ook de invloed die partijen op de als arbiter(s) te benoemen persoon (personen) kunnen uitoefenen. Hierdoor bestaat de mogelijkheid om één of meer deskundigen uit een bepaalde branche zelf als arbiter te benoemen. Een belangrijk voordeel van arbitrage is tenslotte dat een eenmaal verkregen arbitraal vonnis via het Verdrag van New York 1958 in beginsel zonder inhoudelijke toetsing ten uitvoer kan worden gelegd in circa 130 landen over de gehele wereld. Beslissingen van overheidsrechters daarentegen kunnen alleen op grond van een executieverordening of executieverdrag in bepaalde andere landen ten uitvoer worden gelegd. Is geen keuze gemaakt voor arbitrage, dan is de overheidsrechter bevoegd. Ook buiten het gebied van de arbitrage heeft het beginsel van de keuzevrijheid van partijen (partijautonomie) bij de geschillenbeslechting een hoge vlucht genomen in de internationale handelspraktijk. Op Europees niveau erkent art. 23 EEX-Vo2 het recht van handelspartijen om zelf een keuze te maken voor een rechter van een EU-lidstaat. Hebben partijen geen ‘rechterskeuze’ gemaakt, dan geldt als uitgangspunt dat de eisende partij altijd een procedure kan beginnen tegen de gedaagde voor de rechter van zijn woonplaats. Voor de internationale koopovereenkomst is er een alternatieve bevoegdheidsgrond in art. 5-1 sub b EEX-Vo. Deze regel brengt mee dat de rechter van de plaats van levering van de (roerende) goederen ook bevoegd is om te oordelen over geschillen die uit de koopovereenkomst voortvloeien. Minstens zo belangrijk als de wijze van geschillenbeslechting is het toepasselijk recht op de internationale koopovereenkomst. Het WKV geeft een uitgebreide regeling van het internationale kooprecht, waaronder de totstandkoming van de koop, aflevering en risico-overgang, conformiteit en klachtplicht, betaling en afname, alsmede rechtsmiddelen in geval van wanprestatie. Het WKV is een mondiaal succesnummer geworden op het gebied van eenvormig privaatrecht. Momenteel zijn 78 staten partij bij het Verdrag, waaronder alle Europese staten3. Nederland is partij per 1 januari 1992. Dit jaar vierde het WKV zijn twintigjarige verjaardag in Nederland4.
Wanneer is het WKV van toepassing? Zijn zowel verkoper als koper gevestigd in een verdragsstaat en hebben zij de toepasselijkheid daarvan niet uitgesloten, dan geldt het WKV rechtstreeks. Het WKV kan echter ook indirect – via het toepasselijke nationale recht – de internationale koopovereenkomst beheersen. Dat geval doet zich onder meer voor wanneer partijen gekozen hebben voor het recht van een verdragsstaat en zij het WKV niet hebben uitgesloten. Mede door deze laatste techniek heeft het Verdrag een groot toepassingsbereik. Het WKV is van aanvullend recht. Het kan derhalve door partijafspraak geheel of gedeeltelijk worden uitgesloten, vgl. art. 6. Een voorbeeld van gedeeltelijke uitsluiting is het gebruik van Incoterms door partijen. Incoterms geven o.m. een regeling voor kosten van vervoer en verzekering, invoerrechten etc. alsmede overgang van risico. De corresponderende regels van het WKV worden daarmee automatisch terzijde geschoven. Algehele uitsluiting kan ook maar moet wel uitdrukkelijk worden
P12793 – Fenedex
-3-
gedaan. Volgens de Nederlandse rechtspraak geldt een keuze voor het nationale recht van een verdragsstaat niet als een (stilzwijgende) uitsluiting van het WKV. De keuze kan juist tot toepasselijkheid leiden op grond van art. 1 lid 1 sub b (‘wanneer volgens de regels van internationaal privaatrecht het recht van een verdragsluitende staat van toepassing is’). Het WKV maakt immers deel uit van het gekozen recht. Een geldige uitsluitingsclausule is wel: “Op deze overeenkomst is uitsluitend Nederlands recht van toepassing, met uitsluiting van het Weens Koopverdrag.” In de juridische literatuur worden geregeld de zegeningen van het WKV geprezen en pleidooien worden gehouden om ruim baan te geven aan het Verdrag. De praktijk is echter nog steeds terughoudend. Bij de handel in commodities wordt het WKV (in branchevoorwaarden) vrijwel altijd uitgesloten. Ook het Nederlandse grootbedrijf sluit het WKV in ruime mate uit. Met name in internationale geschillen van het MKB speelt het WKV toch een niet-onaanzienlijke rol. Dit is vooral zo als partijen niets geregeld hebben, dan wel verwijzing naar (afwijkende) algemene voorwaarden niet werkzaam is.
Welke rol speelt het WKV bij distributie-overeenkomsten? Het Nederlandse MKB verhandelt haar producten in het buitenland in voorkomend geval met behulp van alleenverkoopovereenkomsten, ook wel genoemd distributie-overeenkomsten. Twee regelingen moeten worden onderscheiden. Enerzijds is er de partijregeling van de al dan niet verlening van exclusiviteit door de principaal/verkoper aan de distributeur (importeur)/koper, met eventueel nevenrechten en plichten voor beide partijen, het gebruik van merkrechten, promotie, beëindiging, etc., met de mogelijkheid van een raamovereenkomst voor de te sluiten individuele koopovereenkomsten. Anderzijds is er de regeling van deze individuele koopovereenkomsten. Een distributie-overeenkomst is geen koopovereenkomst in de zin van het WKV. De afzonderlijke koopovereenkomsten die onder deze distributie-overeenkomst tot stand komen vallen in de regel wel onder het WKV. Dit onderscheid moet goed voor ogen worden gehouden bij het vastleggen en uitwerken van de afspraken. Een “tailor made”-vastlegging kan bijvoorbeeld door een schriftelijke distributie-overeenkomst met aangehecht algemene voorwaarden voor de individuele koopovereenkomsten.
Hoe zit het met algemene voorwaarden onder het WKV? Een voor de praktijk belangrijke uitschakeling van het WKV vindt plaats door toepasselijkheid van algemene voorwaarden of branchevoorwaarden. Indien de algemene voorwaarden vervangende regelingen kennen met betrekking tot bijvoorbeeld risico-overgang, de termijn waarbinnen de koper moet klagen, de uitsluiting van ontbinding of de beperking van aansprakelijkheid, etc., dan worden de corresponderende bepalingen van het WKV automatisch terzijde geschoven. Voor de toepasselijkheid is van groot belang dat de algemene voorwaarden deel uitmaken van de koopovereenkomst. Zorg bij voorkeur voor een door de wederpartij ondertekende koopbevestiging met verwijzing naar toepasselijkheid! Volgens de Hoge Raad5 wordt de toepasselijkheid van algemene
P12793 – Fenedex
-4-
voorwaarden ook door het WKV geregeld. Een aanzienlijk deel van de (lagere) Nederlandse rechtspraak eist, in het spoor van een uitspraak van de hoogste Duitse rechter6, voor die toepasselijkheid voorafgaande kennisgeving (toezending) van de algemene voorwaarden aan de wederpartij. Zonder voorafgaande toezending geen toepasselijkheid. Zend uw voorwaarden derhalve bij de eerste transactie aan uw (nieuwe) klant en bewaar het bewijs van toezending.
Wat is de klachtplicht van de koper onder het WKV? Een machtig verdragswapen van de verkoper om vorderingen gebaseerd op non-conformiteit af te houden, is de klachtplicht van de koper (art. 38 en 39 WKV). De koper die niet tijdig reclameert, verliest zijn rechten. De klachtplicht is daarmee een gevaarlijke valkuil voor de koper. De klachtplicht bestaat uit twee delen: (i) de onderzoeksplicht (keuring) en (ii) de melding van de klacht. Art. 38 regelt de onderzoeksplicht (de keuring). De koper moet de zaken op zo kort mogelijke termijn keuren of doen keuren. Indien de verkoopovereenkomst tevens vervoer omvat, kan de inspectie worden uitgesteld tot na aankomst ter bestemming, art. 38 lid 2 WKV. Het maakt daarbij niet uit of de koper dan wel de verkoper het vervoer moet regelen. In de Nederlandse rechtspraak zijn veel voorbeelden van laattijdige keuring. Schadeclaims stranden vaak al in deze fase. Ontevreden kopers waken volgens de Nederlandse rechtspraak onvoldoende over hun belangen. Volgens de Rechtbank Roermond7 was de koper gehouden de diepgevroren kazen bij aflevering te onderzoeken alvorens verder te verhandelen. Hij moest ten minste één deel ontdooien om aan zijn keuringsplicht te kunnen voldoen. De Rechtbank Zwolle8 besliste dat een ‘Ex Works’ koper van tomaten de zending binnen enkele uren na afname moet keuren. Hij mag daarmee niet wachten na het vervoer naar zijn Poolse afnemer 40 uur later. Indien de keuring leidt tot klachten over non-conformiteit moeten deze ‘binnen een redelijke termijn’ aan de verkoper gemeld worden, art. 39 WKV. Het is moeilijk om in algemene zin aan te geven wat een redelijke termijn is in de zin van art. 39. Steeds moeten volgens de rechtspraak de omstandigheden van het geval in aanmerking worden genomen, zoals de aard van de goederen, de aard van het gebrek, de situatie van partijen en relevante handelsgebruiken. De les voor de Nederlandse koper is duidelijk. U moet de geleverde goederen zo snel mogelijk op conformiteit keuren en in geval van een gebrek zo spoedig mogelijk melding doen aan de verkoper.
Wat zijn de remedies onder het WKV? De teleurgestelde koper moet in geval van een tekortkoming in ieder geval tijdig geklaagd hebben. Zijn remedies zijn anders op een enkele uitzondering na vervallen. De teleurgestelde koper kan (i) nakoming verlangen (herstel van gebreken of vervanging van gebrekkige zaken), (ii) de overeenkomst ontbinden, (iii) de gebrekkige zaken behouden tegen evenredige prijsverlaging en (iv) vergoeding van de geleden schade verlangen. Bij vervanging van gebrekkige zaken en ontbinding eist het WKV dat de tekortkoming wezenlijk is. De achtergrond hiervan is dat vervanging en teruglevering, in geval van ontbinding, in het licht van de grote afstanden gemoeid met internationale koopovereenkomsten zeer kostbaar voor de verkoper kan zijn. De reeds geleverde, gebrekkige zaken moeten immers op kosten van de verkoper terug naar de plaats van bestemming. Op grond van de eis van wezenlijke tekortkoming wordt wel eens gezegd dat P12793 – Fenedex
-5-
het arsenaal aan remedies voor teleurgestelde kopers (drastisch) wordt beperkt. Naar mijn mening valt dit in de praktijk wel mee. Tot slot: WKV uitsluiten of niet? Een smet op de twintigjarige verjaardag van het WKV blijft de ongemotiveerde afkeer van het verdrag bij het Nederlandse bedrijfsleven. Hier geldt het adagium ‘onbekend maakt onbemind’. Handelspartijen willen vooral hun eigen nationale recht doordrukken. Ten onrechte. Het WKV is door 78 landen geratificeerd, waaronder handelsgrootmachten als China, Duitsland, de Verenigde staten en de Russische Federatie. Er is een enorme verscheidenheid aan verdragslanden uit allerlei werelddelen. Er is daarmee een groot internationaal draagvlak voor de regeling. Het WKV biedt een integrale en evenwichtige regeling van de meest voorkomende koopproblemen van de internationale handel. De uniforme tekst van het verdrag bevordert dat uitleg door nationale rechters zoveel mogelijk op elkaar wordt afgestemd. Dit alles draagt bij aan de ‘neutraliteit’ en voorspelbaarheid van het verdrag, en daarmee de aanvaardbaarheid voor partijen. Indien partijen bij hun (contracts)onderhandelingen van mening verschillen over de toepasselijkheid van elkaars nationale recht ligt toepasselijkheid van het WKV als compromis voor de hand. Mijn advies is dan ook om het WKV niet zomaar ‘blind’ uit te sluiten. Ga na of uitsluiting in uw geval nuttig en/of noodzakelijk is. Graag rond ik derhalve af met een pleidooi voor omarming van het WKV als supranationale regeling. Marc van Maanen Advocaat bij Van Traa Advocaten te Rotterdam
1
Achtereenvolgens: parts pro million; free on board; cost, insurance freight; delivery duty paid; telegraphic transfer; cash against documents. 2 Verordening (EG) nr. 44/2001 van de Raad van 22 december 2000 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken, Pb EG L 12 van 16 januari 2001, p. 1-23. 3 Zie voor een lijst van deelnemende landen: www.cisg.law.pace.edu/cisg/countries/cntries.html. 4 Op 20 april 2012 vond een symposium van het Nederlands Tijdschrift voor Handelsrecht (NTHR) ’20 jaar Weens Koopverdrag in Nederland’ plaats. De bijdragen van de sprekers zijn gebundeld in NTHR 2012, nr. 2. 5 HR 28 januari 2005, NJ 2006, 517. 6 BGH 31 oktober 2001, NJW 2002, 1651. 7 Rechtbank Roermond, 19 december 1991, NIPR 1992, nr. 394. 8 Rechtbank Zwolle, 3 september 2008, S&S 2010, 59.
P12793 – Fenedex