Bescherm de weerlozen
Internationaal Comité voor Humanitair Ingrijpen WERP DE ‘BEREDEN DUIVELS’ UIT HUN ZADELS EEN OORLOGSVERKLARING OM DE MENSEN IN DARFUR, TSJAAD EN OMSTREKEN TE BESCHERMEN Door Caspar ten Dam, Voorzitter ICHI
Wreedheden gaan door Nog steeds verdrijven, verkrachten, verminken en doden Sudan’s Arabisch-nomadische milities van de Janjaweed (“bereden duivels”) burgers in de westelijke regio Darfur met actieve steun van de Soedanese regering sinds maart 2003. Zij hebben al meer dan 300,000 mensen vermoord. De belangrijkste rebellenbeweging, het Soedanese Bevrijdingsleger (SLA, ook genoemd de Soedanese Bevrijdingsbeweging, SLM) ontbeert de middelen om hun stamgenoten te beschermen, laat staan burgers van andere stammen. De SLA desintegreerde gedurende 2005 en dit jaar langs verschillende facties die dezelfde naam opeisen, wat hun slagkracht en capaciteit om weerlozen te beschermen verder verzwakte. Ons rapport van oktober 2005 beschrijft de achtergrond, oorzaken en de statelijke en niet-statelijke strijdende partijen in Darfur. Wij verwijzen naar dit rapport en haar geraadpleegde bronnen voor degenen die dit conflict beter willen begrijpen. Zogenoemde ‘druk’ op Khartoum gaat door Bemiddelaars, waarnemers en activisten geloven dat ‘massale internationale druk’ op Khartoum al het verschil gaat uitmaken, dat het de volkerenmoord in Darfur zal stoppen. Zij houden zichzelf voor de gek. Deze ‘druk’ is slechts hete lucht; het zal geen enkel verschil uitmaken: Khartoum is onverschillig gebleken op buitenlandse kritiek van haar genocidale praktijken. Sancties zijn onwaarschijnlijk omdat China en Rusland zulke maatregelen afwijzen, alleen al omdat hun regimes vijandig staan tegenover humanitaire principes. Wij hebben geen geduld voor nep overeenkomsten en resoluties, noch voor Real Politic pogingen het conflict ‘in te dammen’ zonder recht te doen aan de slachtoffers en de daders te vervolgen – waaronder Soedan’s Vice-President Ali Osman Taha, de kennelijke meesterbrein achter de wreedheden. Het VN wapenembargo verzwakt de slachtoffers eerder dan de daders, net zoals de beruchte wapenembargo tegen Bosnië in de 90er jaren.
Geweld breidt zich uit: wreedheden in Oostelijk Tsjaad en de Centraal Afrikaanse Republiek Sinds september 2005 begaan de Janjaweed dezelfde gruweldaden als in Darfur tegen ‘Afrikaanse’ stammen in naburig Tsjaad, met tenminste duizenden doden en 50,000 vluchtelingen als gevolg. Tegen dezelfde tijd begon Soedan’s Islamistische regime van President Omer (Omar) Hassan Al Bashir het Platform voor Verandering, Eenheid en Democratie (Socle pour le Changement, l’Unité et la Démocratie, SCUD) en andere Tsjaadse rebellenbewegingen te steunen in hun pogingen Tsjaad’s President Idriss Déby af te zetten. Zij beschuldigen Déby ervan Darfurese rebellen te steunen die toevlucht zoeken in oostelijk Tsjaad. Maar Al Bashir en Tsjaadse rebellen steunen ook plaatselijke opstandelingen tegen het regime van President Francois Bozizé in de Centraal Afrikaanse Republiek (CAR). De noorderlijke regio van CAR grenzend aan Soedan en Tsjaad verwordt tot een ‘wilde westen’ van anarchie en plunderingen, met een wirwar van elkaar bestrijdende bandieten en (andere) gewapende groeperingen. Dat is wat je krijgt als je nalaat in te grijpen tegen de ‘bereden duivels’ en hun beschermheren in Khartoum. Toch kan men moeilijk de zijde kiezen van Bozizé’s regime, alleen al omdat haar troepen de meeste wandaden tegen haar eigen burgers pleegt.1 Déby’s regime, hoewel geen lichtend voorbeeld van democratie en
vrijheid in dat deel van de wereld, kunnen wij – kritisch en voorwaardelijk – wél steunen, zolang het de rebellen, vluchtelingen en andere mensen van Darfur daadwerkelijk helpt. Idriss Déby is lid van de Bideyat clan binnen de half-nomadische Zaghawa stam, één van de stamen die slachtoffer zijn van de Janjaweed in Darfur (zie onze oktober 2005 rapport). Echter tot recentelijk heeft Déby geweigerd de gefractionalizeerde Soedanese Bevrijdingsleger (SLA), Beweging voor Gerechtigheid en Gelijkheid (JEM) en andere Darfurese rebellenbewegingen te ondersteunen. In 1990 zette Déby de Tsjaadse dictator Hissène Habré af met hulp van het Islamistische regime in Khartoum, en heeft ongetwijfeld zich daardoor verbonden gevoeld aan dat regime. Bovendien is Déby’s bewind fragiel en verzwakt door deserteurs uit zijn Republikeinse Garde en zelfs zijn eigen familie, die zich hebben aangesloten bij zijn vijanden of hun eigen gewapende groeperingen hebben gevormd. Waarschijnlijk was Déby onwillig zijn etnische broeders onder de Darfurese opstandelingen te helpen, uit angst de veel sterkere Soedanees bewind tegen zich te krijgen. Maar de situatie veranderde toen Khartoum de Janjaweed invallen in Oostelijk Tsjaad begon te steunen, alsook de nieuwe Tsjaadse rebellen-alliantie, de Enige Front voor Democratische Verandering in Tsjaad (Front Unique pour le Changement Démocratie au Chad, FUCD). Na invallen en wandaden door deze Tsjaadse en Darfurese groepen hielp Déby een nieuwe verbond op te zetten tussen JEM and de SLA facties van secretaris-generaal Minni Arkawi (Arcua) Minawi en commandant Khamis Abdullah Abaker. Déby moet zich bewust zijn geweest van de risico’s, maar zag zich ook gedwongen gegeven de ongeprovoceerde aggressie in Tsjaad door zijn ‘collega’ Al Bashir. De laatste probeerde onmiddellijk de eerste te onttronen. Tijdens 12-13 april 2006 slaagde Déby er maar net in met hulp van Darfurese rebellen de grootschalige FUCD aanval vanuit bases in Darfur and de CAS op de Tsjaadse hoofdstad N’djamena af te slaan. Tijdens die dagen doodde Janjaweed eenheden honderden mensen in oost-Tsjaadse dorpen, gebruik makend van de afwezigheid van Tsjaadse regeringstroepen. Human Rights Watch en andere NGOs bekritiseren hun afwezigheid in vele plaatsen binnen oostelijk Tsjaad en de Tsjaads-Darfurese grensgebied.2 Maar Déby’s troepen zijn simpelweg te zwak en overbelast om iedereen in afgelegen gebieden te kunnen beschermen. Déby heeft tot op de dag van vandaag het politiek en fysiek overleefd, maar voor hoelang? Een autocraat en opportunist kan hij wezen, maar zijn bewind is verre te verkiezen boven die zijn vijanden kunnen stichten; de laatsten zien namelijk geen probleem in het collaboreren met de Janjaweed om zo voor henzelf de macht te grijpen. Zij moeten worden gestopt.
Denk het ondenkbare: ga buiten de Verenigde Naties om De VN-gesponsorde Darfur Vredesovereenkomst van 5 mei 2006 tussen de Soedanese regering en de kennelijky dominante SLA factie van Minni Minawi3 is een lachertje gebleken. Wij moeten niet verbaasd opkijken dat de notoir gewetenloze en onbetrouwbare Khartoum bewind heeft nagelaten de Janjaweed te ontwapenen en demobiliseren; velen van hun begaan nieuwe gruweldaden in leger-uniformen. Er is gewoon niks dat het regime dwingt de slachtingen te stoppen. De kleinere SLA factie van haar president Abdul Wahid Mohammed Nour (Abdel Wahid Mohamed al Nur) and het JEM weigeren terecht de tandeloze ‘vredes’overeenkomst te ondertekenen. De 7,000-man sterke Afrikaanse Unie Missie in Soedan (AMIS) is timide, overbelast en ondergefinancierd. Eindeloze bijeenkomsten van de VN Veiligheidsraad hebben niets of weinig gedaan om de genocide in Darfur te stoppen. Verwacht niet dat deze Raad nog krachtig ingrijpt in de Soedan om de overlevenden in Darfur te redden en beschermen. Dat deed zij niet in 2003, 2004, en 2005. En dat zal zij niet doen, ondanks plannen AMIS te vervangen met een grotere en sterkere VN macht: dit is afhankelijk van goedkeuring door Khartoum, en tot op heden heeft zij dat geweigerd – zodat haar troepen hulpeloze burgers kan blijven uitmoorden. Zelfs indien Khartoum toegeeft, is het onwaarschijnlijk dat een VN macht vrede zal of kan afdwingen; zelfs 17,000 tot 24,000 blauwhelmen kunnen niet alle mensen beschermen tegen de Janjaweed and andere (para)militairen in zulk een enorm gebied. Men kan zulke oorlogsmisdadigers niet eindeloos op afstand houden; men moet hun verslaan. Hoe dan ook, het opzetten van een versterkte AU macht of een VN troepenmacht gebaseerd op AMIS zal nog vele maanden vergen; tegen die tijd zullen weer tienduizenden weerlozen zijn omgebracht. De VN hebben een staand leger nodig die binnen een paar dagen of weken kan ingrijpen waar ook ter wereld. Het moet ophouden loze veroordelingen en beloftes uit te spreken die het niet desonoods met geweld kan afdwingen en
2
waarmaken. Een staand VN leger is nu een utopie, dus we moeten andere, urgent toepasbare middelen bedenken om mensen te redden van pijn, angst en vernietiging. De VN is nooit bereid – en in staat – geweest een vrede-afdwingingsmissie te sturen tegen de wensen van Khartoum in, laat staan hard in te grijpen tegen dat bewind daar. De voornaamste redden is tegenstand van de permanente VN veiligheidsraadleden Rusland en China, de laatste gebrand op olie uit Soedan, ongeacht de repressie en wreedheid van het zittende regime. Daarom zal het ICHI, in tegenstelling tot zoveel andere NGOs, geen energie verspillen in het druk-uitoefenen op de VN Veiligheidsraad en haar leden om in te grijpen tegen de massamoorden in en rondom Darfur. Dat is tijdsverspilling. China en Rusland blokkeren elke kans op krachtdadig ingrijpen onder auspicieën van de Verenigde Naties, en de Verenigde Saten en andere permanente raadsleden zullen niet interveniëren zonder VN goedkeuring. Een ‘coalitie van bereidwilligen’ zonder VN ‘legitimatie’ maakt ook weinig kans gezien de begrijpelijke weerzin tegen het ‘unilateralisme’ sinds het debacle in Irak.
Mogelijkheden tot ingrijpen Wij zien slechts drie gerelateerde maar controversiële scenario’s tot spoedig ingrijpen, scenarios ‘die werkelijkheid had moeten worden maanden, jaren geleden. Deze opties moeten a) de moorden en andere gruwelijkheden beëindigen; b) burgers beschermen totdat de wandaders zijn verslagen; en c) de wandaders berechten, desnoods via verandering (omverwerping) van het regime. 1. Grootscahlige militaire steun aan de meest gematigde, fatsoenlijke en capabele Darfurese rebellen groepereingen, bij voorkeur aan een herenigde SLA, met adviseurs, wapens en strijders (negeer het embargo). De opstandelingen moeten het oorlogsrecht respecteren, dus burgers en gevangen strijders niet aanvallen of mishandelen. Anders moeten wij militaire hulp aan hen verminderen of zelfs afsnijden. Khamis Abdullah’s SLA moet ophouden met het gedwongen rekruteren van volwassenen en kinderen in vluchtelingkampen, en degenen die al onder dwang zijn geronseld vrijlaten en compenseren. Minni Minawi’s SLA kan beter haar collaboratie met Khartoum beëindigen, en niet meer samen met regeringstroepen andere rebellen (en burgers!) aanvallen in strijd met de laatste wapenstilstand. Wij verwachten en eisen geen ideale omstandigheden, zoals vele NGOs neigen te doen; maar de rebellen moeten fundamentele mensenrechten en humanitaire beginselen naleven: geen marteling, verkrachting, of het doden van weerloze en gevangen mensen. Gelukkig hebben maar weinig rebellen zulke misdaden begaan. 4 Zij zullen bereid zijn te luisteren naar degenen die hun echt kunnen en willen helpen met politiek advies en militaire ondersteuning, en niet naar degenen die aan de zijlijn blijven staan en hun wandaden buiten alle proportie opblazen en gelijkstellen aan die van de Janjaweed and de regering. In Darfur en (oostelijk) Tsjaad, als in zo vele andere conflicten, zijn de strijdende partijen niet even wreed of schuldig aan het conflict. 2. Grootschalige militaire steun aan de Tsjaadse regering, niet alleen zodat zij zich kan verdedigen tegen Soedanese agressie maar ook om zo de Darfurese vrijheidsstrijders te versterken en hun te helpen Khartoum in te nemen. De genocide is alleen met zekerheid te stoppen wanneer men Al Bashir en zijn bewind omver werpt en een nieuwe, liefst seculier en democratische regime daarvoor in de plaats komt. SLA’s multi-etnische ideologie en partijprogramma kunnen de basis vormen voor zulk een ‘regime change’. Zowel de Soedanese regering als externe waarnemers geloven dat het SLA in staat is Khartoum in een niet al te verre toekomst in te nemen, zeker wanneer het allianties sluit met rebellenbewegingen buiten Darfur zoals het ‘Beja Congress’ in Soedan’s Noord-Oosten (gesteund door Eritrea) – en hulp krijgt van andere landen als Tsjaad. 3. Grootschalige interventie door een vrijwilligers-en-huurlingenleger op brigade-grootte of meer om de Darfurese rebellen en het Tsjaadse leger te helpen – of om bedreigde mensen te evacueren indien geen van de strijdende partijen zich fatsoenlijk gedraagt. Het particuliere militair bedrijf (PMC) Northbridge Services Group (NSG) – kennelijke opvolger van de Zuid-Afrikaanse PMC Executive Outcomes (EO) – beweert dat het binnen drie weken een brigade van 5,000 man naar
3
elke plek in de wereld kan sturen.5 Dat is het soort capaciteit en snelheid wat wij nodig hebben. Echter NSG is te veel ‘pro-regering’ en te nauw gelieerd aan de Amerikaanse regering (en de bezetting van Irak) om zelfstandig een operatie op te zetten of niet-statelijke groeperingen te ondersteunen. Een meer vruchtbare weg is heractivering van Sandline International, klaarblijkelijk in slapende toestand sinds april 2004. Sandline, en dat is welhaast uniek, heeft de moed gehad haar diensten aan te bieden aan “echte, internationaal erkende en ondersteunde bevrijdingsbewegingen”(bedrijfsprofiel 2004), een aanbieding dat opvallend afwezig is in haar minder avontuurlijke en revolutionaire opvolger Aegis Defence Services (ADS).6 De uitdaging is om contact te krijgen met Sandline, haar oprichters en voormalige werknemers7, of enig soortgelijke bedrijf. Mogelijk is de beste, meest ‘legale’ weg om vrijwilligers en huurlingen op te trommelen via N’djamena, d.w.z. een erkende regering. In maart 2006 de benarde Tsjaadse President Déby spendeerde tot $65 miljoen aan wapenaankopen uit olie-inkomsten gereguleerd door de Wereld Bank (die daarover verontwaardigd was, hoewel de meeste inkomsten al waren gereserveerd voor gezondheid en educatie). Waarom niet een soortgelijk bedrag besteden aan het opzetten van een respectabele vrijwilliger-en-huurlingleger om zowel Déby als de Darfurese opstandelingen terzijde te staan?
De derde optie kan zeer moeilijk worden wanneer een hedendaagse ‘Internationale Brigade’ om morele (of practische) redenen niet de zijde kan kiezen van Déby, het SLA, JEM of andere anti-Bashir krachten. Het is praktisch onmogelijk om de regering én de rebellen te bevechten, laat staan zelf Khartoum in te nemen (maar vreemdere dingen zijn in de geschiedenis voorgekomen). Het meest haalbare dan is het redden van zoveel mogelijk burgers zolang de International Brigade ter plekke kan opereren. Dit alleen al is de moeite waard om te doen. De mooiste mogelijkheid is een combinatie van alle drie opties. Elk ingrijpen behoort militaire adviseurs, vrijwilligers en/of huurlingen te omvatten die Darfur’s vrijheidsstrijders de beslissende slagkracht kunnen verschaffen. Naast steun aan de rebellen, zal zulk ingrijpen tenminste $100 miljoen kosten om voor één jaar een brigade vrijwilligers en huurlingen ter plekke te onderhouden. Zulk een operatie zonder precedent brengt juridische complicaties met zich mee. ICHI ontbeert zowel de financiële middelen als de politieke invloed om hierin leiding te nemen; maar wij zullen zulk een onderneming publiekelijk en fervent steunen.
Vecht de goede strijd De principes van ‘humanitaraire interventie’ en ‘regime change’ hebben een slechte naam gekregen sinds de aanvechtbare, klungelige en excessieve Amerikaanse bezetting van Irak. Wij moeten beide concepten terugnemen, losrukken, uit de handen van de simplistische neo-conservatieven die geloven in ‘het doel (oorlegen tegen terreur) heiligt de middelen’ (Guantanamo, Abu Ghraib, en veel meer). We behoren deze concepten fatsoenlijk te hanteren, in gedachten houdend dat het de middelen zijn die het doel rechtvaardigen – of ontheiligen. Wij moeten niet verwachten dat de Darfurese rebellen brandschoon zijn. Toch hebben wij weinig tolerantie voor misdragingen vanuit welke hoek dan ook. Wij willen per sé niet terecht komen op de glijdende schaal van het ‘doel-heiligt-de-middelen’ mentaliteit. Voordat wij er erg in hebben, kunnen wij even wreed worden als de ‘bereden duivels’ die wij willen verslaan. Dat is de tragedie van menig Americaanse soldaat in Irak en elders. Aan de andere kant moeten wij bereid zijn onorthodoxe methoden te gebruiken, zoals het inzetten van huurlingen – of ‘private soldaten’ zoals zij zichzelf liever noemen. Ook het maken van ‘vuile handen’ is niet helemaal te vermijden. De ultieme uitdaging is het vinden van de juiste balans tussen humaniteit en nietsontziendheid. Als wij rücksichtlos kunnen zijn zonder in wreedheid te vervallen dan hebben wij pas echt de kunst van het oorlogsvoeren eigen gemaakt. Een kunde dat als ultieme doel heeft (of behoort te hebben) het verdedigen van degenen die zichzelf niet kunnen verdedigen, wie zij ook zijn en waar zij ook zijn. Er is geen hogere eer. Geen ander doel, geen vlag, vaderland of Utopie, geeft zulke glorie als redding. Degenen die hun leven in de waagschaal stellen om wereld’s ‘bereden devils’ te verslaan verdienen onze bewondering en steun. Caspar ten Dam, voorzitter ICHI Augustus 2006
4
Nederlandse vertaling: december 2006
Primaire en aanbevolen bronnen: - Human Rights Watch, Violence Beyond Borders: The Human Rights Crisis in Eastern Chad HRW Report Vol. 18 No.4, June 2006. Zie archief van www.hrw.org. - Amnesty International, Sowing the seeds of Darfur: Ethnic targeting in Chad by Janjawid militias from Sudan AI Index: AFR 20/006/2006, June 2006. Zie archief van www.amnesty.org. - NRC Handelsblad, Vredesleger Afrika kan niets uitrichten in Darfur, 11 maart 2006. ____________________________________________________________________________________ ICHI: Postbus 1, 7707 ZG Balkbrug Giro 5221614 Email:
[email protected] Bezoek onze website http://www.ichuminterv.org
EINDNOTEN 1
Echter ook Tsjaadse troepen hebben zich schuldig gemaakt aan wandaden tegen de plaatselijke bevolking. Tsjaad en de CAR zijn militaire bondgenoten en kunnen hun vijanden bestrijden op elkaars grondgebied. Zie NRC Handelsblad, Grensgebied is wildwesten - Strijd centraal Afrika breidt zich verder uit, 29 juni 2006, p.5. 2
Zie Human Rights Watch, Chad: Sudanese Militia Massacre Chadian Civilians - More Than 100 People Killed in Recent Attacks in Eastern Chad, New York, 26 May 26, 2006 (zie archief www.hrw.org). Zie verder primaire bronnen. 3
Minnawi is berucht om zijn meedogenloosheid; hij wordt zelfs verdacht van het vermoorden van enkele van zijn tegenstanders binnen het SLA. Zie Sybilla Claus, Van Ardenne praat met omstreden rebellenleider, Trouw 2 augustus 2006, p.3; zie verder Trouw, Annan: Snel 24.000 manschappen naar Darfur, 2 augustus 2006, p.9. 4
Zie onze commentaar op bevindingen van VN’s Cassese Commissie in onze achtergrond rapport van october 2005.
5
Zie onze april 2005 artikel Huurlingen: Inzetten of Vermijden? in onze link ‘Archief’. Optie 3 verschaft in feite een ‘mini-update’ van dit artikel. 6
Zie over Aegis Defence Services www.aegisworld.com. Zie over Sandline International haar eens actieve website www.sandline.org (haar pagina’s kan men bekijken via zoekmachines als Google). Zover wij weten biedt alleen Cosmos, een schimmige februari 2000 fusie van de voormalige EO (of gedeelte daarvan) met Minotaur Information Systems, haar “personele diensten aan corporaties, regeringen en para-staten”(nadruk toegevoegd). Informatie van www.wikipedia.org, ook betreffende Sandline en andere PMCs (bezoek 24 -07-2006). 7
Denk aan Lt. Col. Tim Spicer, tegenwoordig ‘chief executive’ van AEGIS. AEGIS is mogelijk de grootste private militaire aannemer voor de Amerikaanse bezettingstroepen in Irak, met 20,000 personeel variërend van bodyguards tot feitelijke spionnen. Gezien AEGIS’ belangrijke rol in Irak en nauwe banden met het Pentagon, lijkt het onwaarschijnlijk dat zelfs een avonturier als Spicer zonder ruggespraak met Washington een ‘internationale brigade’ in Darfur (of Khartoum!) zal steunen of leiden, en laat staan dat AEGIS als zodanig deze taak op zich zal nemen. Toch is het een poging waard. Er is geen grotere eer – en geen grotere publiciteitscoup – dan het redden van een miljoen levens en het beschadigen (of vernietigen) van een bruut regime.
5