INTER-ANTIQUARIAAT
Mefferdt & De Jonge
Deze catalogus verschijnt ter gelegenheid van ART 2013, de inspirerende beurs voor kunst, design en antiek, voortgekomen uit Artantique en AFsH, gehouden van 21 t/m 28 april 2013 in de Jaarbeurs te Utrecht. De in de catalogus opgenomen stukken worden tijdens de beurs getoond.
NB: prijslijst vindt u achterin deze catalogus
“Nova Et Accuratissima Totius Terrarum Orbis Tabula”, kopergravure uit de Atlas Maior van Joan Blaeu uitgegeven te Amsterdam, tussen 1662-1672. In de tijd met de hand gekleurd, met latere toevoegingen. Afm. (druk): 41,5 x 55,3 cm. Deze wereldkaart vormde de spectaculaire eerste plaat van het groots(t)e 17deeeuwse cartografische werk: de Atlas Maior, elf delen met bijna 600 dubbelzijdige platen en 3000 pagina’s tekst. Het wordt gezien als een van de grote prestaties van de Gouden Eeuw. Een onderneming met een gecompliceerde planning, financiering en inzet van mankracht en specialisten. Ook hedendaagse uitgevers erkennen Joan Blaeus superioriteit bijna drieëneenhalve eeuw geleden. Hoewel de atlas geografisch wellicht niet het meest accuraat en up-to-date was, werd dat ruimschoots gecompenseerd door schitterend graveerwerk en kleuring, de weelderige cartouches, de details in afbeeldingen en heraldiek en vooral de uitmuntende typografie. Het aan de dag gelegde vakmanschap van graveurs, drukkers, boekbinders en papiermakers vormt de kroon op het werk van de uitgevers familie. De wereld werd vernieuwend in twee hemisferen weergegeven. Links overziet Gallileo de continenten. Rechts, wis- en sterrenkundige Tycho Brahe, leermeester van Joan Blaeu’s vader. Ten westen van Noord Amerika ligt het mysterieuze eiland Californië. Onderaan uitbeeldingen van de vier seizoenen, elk met een allegorisch figuur gezeten in een passend voertuig.
INTER-ANTIQUARIAAT Mefferdt & De Jonge Bernard Zweerskade 18 1077 TZ Amsterdam T: 020-6640841 M: 06-53737422 E:
[email protected] www.inter-antiquariaat.nl volg ons op facebook.com/MefferdtDeJonge (wij zijn op afspraak voor u geopend)
De brand van 1672 die de uitgeverij van Blaeu verwoestte, maakte een voortijdig einde aan de productie van Blaeu´s Atlas Maior met deze specifieke wereldkaart. De wereldkaart met de halfronden is daarom aanzienlijk zeldzamer dan de eerdere/oudere versie in klassieke zgn. ‘Mercator projectie’. Blaeu’s atlas was het meest kostbare gedrukte boek dat je in de tweede helft van de 17de eeuw kon krijgen, afhangend van de taal en kleuring tussen fl. 330 en fl. 460. (Een assistent boekverkoper verdiende rond 1660 fl. 2 per week, de huurprijs van een boekwinkel lag tussen fl. 400 en fl. 700 per jaar.) De atlas werd dan ook gemaakt voor een kleine groep geprivilegieerden die over het intellect en de middelen beschikten om een meesterwerk als de Atlas Maior te kunnen waarderen. De gegoeden van die tijd demonstreerden graag hun welvaart niet in de laatste plaats met hun bibliotheken en de omvang van de Atlas Maior. 1—“NIEUWE EN NAUWKEURIGSTE KAART VAN DE GEHELE WERELD”
“Plan de la Ville de Maestricht avec ses Attaques Commandées par M. le Marechal de Saxe, depuis le 15. Avril Jusqu’au 3. May 1748. “ Kopergravure van het beleg van Maastricht, met loopgraven en linies rondom de stad, vervaardigd door ingenieur De Marne, uitgegeven in 1781 door E.A. Thomas Jaillot. Later met de hand gekleurd. Afm. 54 x 65 cm. Op 10 mei 1748 werd de vesting Maastricht na een belegering van ongeveer een maand ingenomen door Franse troepen onder maarschalk Maurits van Saksen. Die belegering van Maastricht was het laatste belangrijke wapenfeit uit de Oostenrijkse Successieoorlog (1740-1748). Terwijl het Franse leger en het garnizoen van Maastricht in de maand april een strijd op leven en dood voerden, liepen op nog geen veertig kilometer afstand in Aken de vredesonderhandelingen ten einde. In de voorlopige vrede van 30 april werd al vastgelegd dat alle in de oorlog veroverde gebieden aan de rechtmatige eigenaars zouden worden teruggegeven. De Franse legerleiding wist dus dat de zojuist ingenomen stad weer aan de Republiek der Verenigde Nederlanden zou moeten worden overgedragen. Toch duurde het nog tot 3 februari 1749 voordat de laatste Franse soldaat de stad verliet en er weer een Staats garnizoen kon binnen trekken. 2—DE LINIES OM DE STAD TIJDENS HET BELEG VAN MAASTRICHT IN 1748
“Wandelkaart van Haarlem en omstreken”, met inzetkaarten van “Park Duin en Daal te Bloemendaal” en “Haarlemmerhout” lithografie in kleur naar het ontwerp van W. Kloeke vervaardigd door Vernhout & Van Sluijters uitgegeven door H.D. Tjeenk Willink, voor het eerst verschenen in 1898, hier in een vierde druk van rond 1920. Afm.: (druk) 87,5 x 55,5 cm, (lijst) 114,5 x 81 cm. Vanaf 1893 tot aan zijn pensionering in 1921 was Kloeke “hoofd eener openbare school voor ULO” in Haarlem. Op zijn naam staan diverse atlassen en (schoolwand/)kaarten. Terwijl in andere Europese steden de inwoners wel twee keer uitkeken voordat ze de stadsgrenzen verlieten werd in de 17de eeuw in het relatief veilige Hollandse platteland rondom Haarlem al eindeloos gewandeld. Vanaf 1795 mocht eenieder gebruikmaken van de Haarlemmerhout. Niet alleen Haarlemmers, maar vooral ook Amsterdammers, die per rijtuig of trekschuit een dagje de Hout deden. Zij werden daartoe aangetrokken door de vele gedichten en prozawerken waarin de Hout werd verheerlijkt met zijn schitterende bomen en prachtige Lindenlaan (tegenwoordig Spanjaardslaan). De laatste 100 jaar heeft de Hout veel van zijn aantrekkelijkheid verloren. In 1961 haalde Haarlem het landelijke nieuws toen de veelbezongen 300 jaar oude lindebomen binnen enkele dagen werden gekapt. Nu slingert het gemotoriseerde verkeer zich over de Paviljoenslaan, de Dreef en de Spanjaardslaan door de Hout richting Zandvoort. Bloemendaal ontwikkelde zich vanaf ca. 1880 tot een forensenplaats, o.a. door de verbetering van de verkeersmiddelen (trein, tram). Er werden nieuwe villawijken gebouwd, met als eerste het in Engelse landschapsstijl ontworpen park ‘Duin en Daal’ (1897/1898) direct ten westen van het Bloemendaalse Park. Bloemendaal ging zijn typisch landelijke karakter verliezen. Getracht werd wel zoveel mogelijk natuurschoon te sparen. Villabouw bedreigde het natuurschoon. Zo werden buitenplaatsen verkaveld en bebouwd. Winkels en werkplaatsen werden geweerd. Pas in 1917 werden kleine woningen gebouwd voor arbeiders en minder welgestelden. Interessant op de kaart zijn ook de eerste trein- en tramverbindingen naar Zandvoort en Amsterdam. Hoewel kaarten van begin 20ste eeuw relatief jong zijn, waren het gebruiksvoorwerpen en gingen de meeste verloren. 3—WANDELEN IN HAARLEM EN OMSTREKEN
“Le Golfe de Mexique, et les Isles Voisine. Dresse sur les Relations les Plus Nouvelles. Archipelague du Mexique ou sont les Isles de Cuba, Espagnola, Jamaica, &c. Dresse sur les Relations les Plus Nouvelles”. Gravure gedrukt van twee koperplaten uitgegeven door Pieter Mortier in 1700. In de tijd met de hand gekleurd, met latere toevoegingen. Afm. 59,5 x 85 cm. De rijke en succesvolle Amsterdamse uitgever Pieter Mortier was een telg uit een Hugenotengeslacht. Vanuit zijn pand op de Dam, dat met verwijzing naar zijn afkomst “Inde Stad Parijs” heette, leverde hij een bijdrage aan de ontwikkeling van de cartografie door het publiceren van werk van Franse cartografen. In 1693 publiceerde hij de pretentieuze zeeatlas “Neptune François” met kaarten van buitengewoon groot formaat van de kusten van Europa. In 1700 gaf Mortier een tweede deel uit “Suite de Neptune François” met kaarten van de wateren buiten Europa, zoals deze van de Golf van Mexico en het Caraïbisch gebied. De kaarten waren niet bijgewerkt, was uitzonderlijk was voor zeekaarten. Dit bewijst dat de atlas meer bedoeld was voor gebruik in de bibliotheek dan voor op zee. De kaarten in de Suite zijn veelal gemaakt aan de hand van manuscripten van vertaler Nicolas Perrot d’Ablancourt die toegang had tot Portugese archieven. In tegenstelling tot veel andere kaarten in de Suite, is deze Golfe de Mexique, et les Isles Voisine zeldzamer omdat hij in 1703 werd vervangen door een andere kaart die het gebied weergaf in het kader van de toen woedende Spaanse Successieoorlog. De kaart toont een gebied dat van groot belang was in een tijd dat de schatten uit de Nieuwe Wereld naar Europa werden vervoerd. Er is hevige concurrentie tussen alle Europese grootmachten en er wordt op volle zee worden gevochten om die schatten te kunnen behouden. De kustlijnen zijn zeer gedetailleerd weergeven, steden, havens en rivieren zijn aangegeven. 4—SCHATTEN UIT DE NIEUWE WERELD KOMEN ER VANDAAN
“Pas-kaart vande rivieren Commewini, Suriname, Suramaca, Cupanama en Courantin vertoonende alle desselfs plantagie en wie deselve bezitten Alles opt naukeurigste opgestelt.” Kopergravure ca. 1728 te Amsterdam uitgegeven door Gerard van Keulen in de zeemansgids “Nieuwe Groote Lichtende Zee-Fakkel”. Later met de hand gekleurd. Afm. (druk) ca. 50,4 x 87,1 cm. Zeldzame zeekaart van de rivieren kusten en zandbanken van Suriname. Met uitvergroting van de monding van de Suriname rivier rondom fort Zeelandia bij Paramaribo. We zien de rivieren Courantin, Rio Cupanama, Saramaca, Commewijne en Marowijne. Ook de naam “Kust van Guiana” wordt gebruikt. De rivieren hebben vanwege aanslibbing deels een andere loop dan tegenwoordig. De kaart vermeldt in totaal 34 plantages (van een in werkelijkheid veel groter aantal) met de namen van planters die in de periode 1671-1675 in Suriname verbleven. In een medaillon midden op de kaart wordt uitgever Gerard van Keulen vermeld. Deze zoon van Joannes van Keulen I neemt in 1704 de taak van zijn vader over en wordt op zijn beurt lid van het gilde der boekverkopers. Gerard van Keulen (1678- 1726) was een bekwaam graveur en zorgde voor de wetenschappelijke ruggengraat van het bedrijf. Nadat hij o.a. door zijn uitstekende zeekaarten naam had gemaakt , werd hij in 1714 als hydrograaf van de V.O.C. aangesteld. Met Gerard van Keulen bereikte de Hollandse zeecartografie een niet eerder gekend niveau. 5—DE KUST VAN SURINAME IN KAART
“Nieuwe pascaert waar in te sien is de gaten van Texel en 't Vlie : met alle syn mercken, diepte en droogte / alles op 't nieuws oversien en van veel fouten verbetert.” Kopergravure uitgegeven “met privilegie voor 15 Jaer ’t Amsterdam, by Ioannes van Keulen Boeck en Zee-kaert verkoper aende Nieuwbrug inde gekroonde Lootsman”. Uit diens zeemansgids “De Nieuwe Groote Lichtende Zee-Fakkel, ‘t Tweede Deel” verschenen na 1681. Afm. (gravure): 51,2 x 58,2 cm. Later met de hand gekleurd. Joannes van Keulen werd in 1678 in het Amsterdamse boekverkopersgilde ingeschreven en veroverde al spoedig de markt met twee indrukwekkende uitgaven, een zeemansgids en een zeeatlas, die groter en vollediger waren dan wat er tevoren op dit gebied was gepubliceerd. De Nieuwe Groote Lichtende Zee-Fakkel werd het belangrijkste en bekendste product en bezorgde de firma een solide economische basis. Dit was onder meer omdat de het boek zó goed was dat geen van Van Keulens concurrenten het nog lonend vond een nieuwe zeemansgids op de markt te brengen. Het was een groot en uitgebreid boekwerk: vijf foliobanden waarin alle door de Europeanen bevaren zeeën voorkwamen (met uitzondering van het door de VOC gemonopoliseerde gebied, die kaarten waren geheim). Tekst, profielen en zeekaarten in één band gaven de volledige hydrografische informatie voor de betreffende vaart. 6—PASKAART VAN DE WATEREN RONDOM TEXEL, VLIELAND EN TERSCHELLING UIT VAN KEULEN’S FAMEUZE ZEEMANSGIDS
“Carte des Entrees du Suyder Zee et de L’Embs avec les Isles Bancs et Costes Comprises entre La Hollande et la Frise Orientale.” Gravure vervaardigd in 1693 door Herman van Loon, gedrukt van twee koperplaten, uitgegeven ca. 1770 door JacquesNicolas Bellin voor het Dépôt des Cartes et Plans de la Marine. Uit de grootse officiële Franse maritieme atlas, Le Neptune François. De kaart was ook los te koop voor “Cinquante Sols”. In de tijd met de hand gekleurd. Afm.: 61 x 87,5 cm. Grote gedetailleerde nautische kaart van de ingang van de Zuiderzee gezien van zuid naar noord. De meeste kleine plaatsen zijn aangegeven met een kerk of ander gebouw, van sommige steden zijn de fortificaties te zien. Met inzetkaart van de Zuiderzee van Urk tot aan Amsterdam. De Zuiderzee lag vol zandbanken en andere ondieptes. Daardoor was het een moeilijk vaarwater. Vooral in het noordelijke deel - de huidige Waddenzee - konden schepen met moeite een route vinden. Daarvoor gebruikten schippers kaarten als deze waarop dieptes, zandbanken, bakens en visfuiken zijn aangegeven. 7—PASKAART VAN WADDEN EN ZUIDERZEE
“Moscoviae seu Russiae Magnae Generalis Tabula ....” Kopergravure uitgegeven door Nicolaes Visscher II als onderdeel van de “Atlas Minor” na 1681. Later met de hand gekleurd. Afm.: 41,5 x 52,5 cm. Uitgevershuis Visscher kwam op toen Claes Jansz. Visscher rond 1608 begon met het versieren van de kaarten van Willem Blaeu en Jodocus Hondius. De uitgeverij zou onder zijn zoon Nicolaes I en kleinzoon Nicolaes II (1649-1702) uitgroeien tot een van de belangrijkste uitgevers van kaarten, plattegronden, stadsgezichten en prenten. Visschers Atlas Minor was niet zo klein als gelijknamige atlassen uit die tijd. De uitgave was op folio-formaat en bevatte tussen de 60 en 150 kaarten. Nicolaes II kreeg steeds meer kaarten van eigen fabricage tot zijn beschikking en werd minder afhankelijk van de vroegere werken van vader en grootvader. Verouderde Visscher kaarten werden in 1684 bij opbod verkocht. De kennis over Rusland in de 17de eeuw voert terug naar Isaac Massa (1585-1643?), een Haarlemse graanhandelaar en de eerste Nederlandse diplomaat aan het Kremlin. Massa verzamelde gegevens van Russische ontdekkingsreizigers waarvan hij verschillende kaarten maakte. Massa’s weergave van de Siberische kust betekende een enorme sprong voorwaarts in geografische kennis en was tientallen jaren de enige kaart van het gebied. De kaart werd gekopieerd door Nederlandse uitgevers als Mercator, Hondius, Janssonius en Blaeu. 8—KAART VAN HET LAND VAN DE MOSKOVITEN EN HET GROOTE RUSSISCHE LAND
“Map of Moscovy, Poland, Little Tartary, and ye Black Sea ” Kopergravure vervaardigd door Herman Moll rond 1729. Later met de hand gekleurd. Afm. 60,5 x 98 cm. De kaart maakte deel uit Herman Moll’s, a New and Compleat Atlas op groot formaat. Moll (1654-1732) was meer dan vijftig jaar actief in Londen. Hij was een scherpzinnig man, zowel politiek als commercieel en telkens weer in staat om kaarten en atlassen te maken die in de smaak vielen bij vermogende klanten en aansloten bij de trends van de tijd. In veel gevallen behoren zijn kaarten tot het mooiste Engelstalige werk ooit gemaakt. Moll, een imperialist in hart en nieren, deed weinig om z’n bewondering voor tsaar Peter de Grote te verbergen en droeg de kaart aan hem op. Tsaar Peter (die regeerde van 1683 tot 1725) had grote ambities voor Rusland, maar dat vereiste toegang tot zowel Oostzee als Zwarte Zee. Tegen de tijd dat deze kaart tot stand kwam, had hij na zwaarbevochten militaire campagnes tegen de Zweden en de Ottomanen inmiddels toegang tot beide. Een inzet op de kaart toont de nieuwe Russische haven aan de Zee van Azov. Het cartouche is een schitterend eerbetoon aan Peter de Grote. Hij wordt er afgebeeld in een ovaal gedrapeerd met lauweren, engelen en cherubijnen bejubelen zijn prestaties, bliksem daalt neer op verslagen vijanden (er ligt een afgehakt hoofd bij). De kaart bevat nieuwe geografische informatie afkomstig uit veldwerk verricht door Cornelis Cruys in opdracht van de tsaar. 9—EERBETOON AAN PETER DE GROTE
“Le Barbu Oranvert” en “Le Guêpier Buloch”. Etsen uit “Oiseaux dorés ou à reflets metalliques”, 1e deel; “Histoire naturelle et générale des colibris, oiseauxmouches, jacamars et promerops.” Vervaardigd door Jean Baptiste Audebert en Louis Jean Pierre Viellot uitgegeven te Parijs bij Desray, 1800-1802. Afm.: (lijsten) 56 x 44 cm. Alleen kleurrijke vogels met een sierlijke vorm werden in het boek opgenomen. De vogelportretten zijn in prachtige kleuren gedrukt, met een door Audebert uitgevonden drukproces. Per afbeelding waren meerdere koperen platen voor het drukproces nodig. Audebert benadrukte in zijn omschrijving dat de kleuren niet nadien met de hand waren aangebracht. Louis Bouquet assisteerde met het inkleuren van de platen, en Langlois bij het drukken. Audebert overleed voordat hij in staat was zijn grootse werk af te maken, slechts de kolibries zijn door hem zelf op de plaat gezet. De overige vogels zijn door Viellot op basis van Audebert’s tekeningen en notities op de koperen plaat aangebracht. De folio editie werd in 32 leveringen uitgegeven, voor 30 francs per stuk. 10—KLEURRIJKE VOGELPORTRETTEN
Etsen van de hand van B. de Bakker en Hendrik Leffert Mijling, naar tekeningen van Doesjan uitgegeven in 1790 door Cornelis Focking, met gezichten van (de omgeving van) Amsterdam. Later met de hand gekleurd. Afm. (elke druk) ca. 26,5 x 37 cm. Afgebeeld in het rechter medaillon van de Lente: de kerk te Sloten. In het linker medaillon van de Zomer: Plantage Middenlaan met Muiderpoort te Amsterdam; rechter medaillon: Haarlemmerweg met Sloterdijk. In het linker medaillon van de Herfst: Keizersgracht 384 (tegenwoordig Dylan Hotel); rechter medaillon: Agnietenkapel. In de medaillons van de Winter: ijstaferelen op het IJ en de Amstel.
11—DE VIER SEIZOENEN TE AMSTERDAM
Unieke collectie van 78 postkaarten met de kus en liefde als onderwerp, uitgegeven door PC Paris, Fox, J.G. Paris, G.P. la Rose, en A. Noyer aan het eind van de 1930er jaren, gedrukt in kleur. Afm. elk ca. 13,8 x 8,8 cm, lijst ca. 100 x 150 cm. 80 jaar voor WhatsApp stuurden geliefden elkaar zoetsappige kaarten, vaak met voorbedrukte teksten als “Un baiser sur le front: amour fidèle, amour profond”, “Rien qu’un Baiser; Pour m’enchanter”, “Rien que nous deux, douceur ivresse; aux doux paradis des caresses”, “Dans tes bras j’ai oublié tout… Car notre tendresse est profonde; Et j’oublie le reste du monde”, “Dans mes bras doucement; Je vais prendre ta tête; Je t’aime follement; Et mon coeur est en fête”. Hoort u Django Reinhardt, Maurice Chevalier en Charles Trenet? 12—BAISERS D’AMOUR
“Johnson's new chart of national emblems”, staalgravure uitgegeven te New York door Alvin Jewett Johnson in 1868 als onderdeel van de Family Atlas. In de tijd met de hand gekleurd. Afm. 46,2 x 67,5 cm. Hoewel gebruikelijk in Europa, in het bijzonder bij Engelse uitgevers, was Johnson was de eerste Amerikaanse kaartenmaker die een overzicht met nationale vlaggen en emblemen in een atlas opnam. Buitengewoon praktisch in havensteden als New York en Boston, waar marine- en koopvaardijschepen uit de hele wereld aanlegden. Hoewel de burgeroorlog in 1868 eigenlijk al voorbij is, bevat de gravure naast een vlag met 35 sterren van de Verenigde Staten ook nog een vlag van de “Confederate States of America (so called)”, de Zuidelijke Staten dus, die de oorlog hadden verloren. In latere edities van de atlas verdwijnt deze vlag. De prent bevat verder een aantal 19de-eeuwse nieuwigheden waaronder de American Jack (de blauwe vlag met alleen sterren), de Belgische vlag, de vlag van San Salvador, de vlag van Siam, de vlag van het eiland Man en verschillende Pruisische vlaggen. De vlag van de Engelse East India Company staat er nog wel op, de vlag van Verenigde Oostindische Compagnie inmiddels niet meer. 13—EERSTE AMERIKAANSE OVERZICHT VAN ’S WERELDS ZEEVARENDE NATIES
De Nieuwe Markt te Rotterdam. Zeer gedetailleerde en rijk gestoffeerde tekening met pen en gewassen inkt van de hand van Dirk Langendijk (1748 -1805). Afm.: 25,7 x 40 cm. Gesigneerd “D. fecit” en gedateerd 1804 op de toeslede linksonder. Rechts de Rotterdamse Prinsenkerk en Boterhal, met in het verlengde daarvan, achter de schepen op de nog ongedempte Botersloot, een steeg naar de Lombardstraat. Dirk Langedijk had in zijn jeugd al veel plezier in tekenen, zijn ouders moedigden deze neiging aan en deden hem in de leer bij Dirk Anthonie Bisschop, een Rotterdams rijtuig- en decoratieschilder. Aan deze leermeester had hij te danken “die zuivere en heldere manier, om met Oostindische inkt te wasschen, welke aan zijne teekeningen zoo groot een sieraad bijzet.” Dirk, “teekende op eene zo verwonderlijk kunstige en natuurlijke wijze, dat hij den toeschouwer als bij dergelijke gebeurtenissen zelven verplaatste”. “Onnavolgbaar meesterlijk in zijne geestige pen- en penseelsbehandeling, heeft al het tekenwerk van Langendijk een zoo kunstig karakter, dat het door de bedrevendste hand niet naar eisch te copiëren wezen zou.” 14—DE ROTTERDAMSE NIEUWE MARKT —HET IS ER EEN DRUKTE VAN BELANG
“De Groote Beurs te Amsterdam – La Grande Bourse à Amsterdam”. Aquatint vervaardigd 1810-1825 door Ludwig Gottlieb Portman (1772-1828). Afmetingen (afbeelding): 20,4 x 28,2 cm. In de tijd met de hand gekleurd In de loop van de vroege 17de eeuw ontwikkelde Amsterdam zich als het belangrijkste handelscentrum ter wereld. Deze positie werd sterk gestimuleerd door de grote macht van de Verenigde Oostindische Compagnie. De VOC trok het voor verdere expansie benodigde kapitaal aan door als eerste onderneming ter wereld publiek verhandelbare aandelen uit te geven in het jaar 1602. De handel in deze aandelen vond plaats in een speciaal daarvoor ontworpen gebouw aan het Rokin dat in 1611 geopend werd. Dit eerste beursgebouw werd ontworpen door Hendrick de Keyser en was 100 bij 60 meter, met vijf bogen over het water van de Amstel. De middelste boog was zo hoog dat je er naar het Damrak onderdoor kon varen. Het gebouw had een centraal plein omgeven door een zuilengang met tweeënveertig genummerde pilaren. Bij elke zuil hadden bepaalde handelaren hun vaste plaats. De goederen werden er verhandeld op basis van monsters. Boven de zuilengang bevond zich het “Beurspand“ een galerij waarin winkels werden verhuurd. Het gebouw werd in 1838 wegens verzakking gesloopt. Thans staat er het gebouw waarin de Industrieële Groote Club is gehuisvest. 15—INTERNATIONALE AANDELENHANDEL AAN HET DAMRAK
“Village proche Harlem”. Kopergravure van de hand van Jean Charles Levasseur, naar een tekening van Jan van Breda. Uitgegeven door Noël te Parijs, ca. 1770, Later met de hand gekleurd. Afm. (afbeelding) 26,7 x 36,1 cm. De Lage Landen kenden vele vinnig koude winters. Kou die “deur vel en vleesch passeerde”. Binnenwateren en rivieren zaten potdicht en waren tot maart met een dikke ijskorst bedekt. Het leven van alledag viel niet mee. De prijzen voor etenswaren stegen tijdens de winterperiode enorm. Er was gebrek aan turf, hout en kolen en vooral aan vers water. Werk was moeilijk te vinden. Er stierven heel wat mensen van de kou. Ellende overheerste. Toch is daar in de vele ijsgezichten die er in de loop der eeuwen zijn gemaakt weinig van te zien. Schaatsen werden onder gebonden. Een echtpaar zwiert over het ijs. Mensen zitten gezellig bij elkaar in een slede, een blos op de wangen. Men komt elkaar bij het ijsvermaak tegen en neemt de laatste nieuwtjes door. Het is windstil, wellicht dat de zon straks nog even doorbreekt. Er komt een rookpluim uit een schoorsteen: binnen is het warm. De Antwerpse Jan Frans van Breda (ook wel Bredael) (1686-1750) kopieerde en werkte in de stijl van Brueghel en Philips Wouwerman. Jean Charles Levasseur (1734-1816), was graveur du Roi. 16—WINTER TAFEREEL BUITEN HAARLEM
“Village proche Harlem”. Kopergravure van de hand van Jean Charles Levasseur, naar een tekening van Jan van Breda. Gedrukt in kleur (!!) door Noël te Parijs, ca. 1770, Afm. (afbeelding) 26,7 x 36,1 cm. Blijkbaar heeft de drukker zijn kunnen willen tonen en maakte hij behalve een normale zwart-witte afdruk van de koperplaat (zie linker pagina) ook een afdruk in kleur. Het koper moet daarvoor in meerdere drukgangen met verschillende kleuren inkt zijn bewerkt.
17—WINTER TAFEREEL BUITEN HAARLEM, GEDRUKT IN KLEUR
Serie van zes etsen vervaardigd door Abraham Bloteling(h) (1640-1690) naar tekeningen Jacob van Ruisdael, uitgegeven 1664 door Justus Danckerts. We herkennen Amsterdam: de Hogesluis, de molen bij de Blauwbrug, Vlooienburg, de jachthaven aan de Amstel, de Sint Anthoniespoort en het huis van Johan Huydecoper. Afm. (elke druk): 16,4 x 21,5 cm. In de 17de eeuw breidde Amsterdam steeds verder uit, tot buiten de oorspronkelijke muren. De oude stadswallen moesten worden gesloopt voor de Vierde Uitleg. Interessant zijn de werklieden, slechts zelden werden deze mannen met schoppen en karren afgebeeld. 18—“AMSTEL GESICHIES”
Kopergravure van de hand van Jacques Aliamet (1726 – 1788) naar een schilderij van Adriaan van de Velde. Uitgegeven te Parijs omstreeks 1770. Later met de hand gekleurd. Afm. (afbeelding): 27,5 x 36,5 cm. Colf werd gespeeld met een bal van hout of leer en een slaghout, genaamd colf. Colf kan gezien worden als de voorloper van de huidige golfsport. Bij Colf was het de bedoeling om in zo min mogelijk slagen een doel te raken. Dit doel kon honderden meters of zelfs kilometers verwijderd zijn van het startpunt. Als doel kon dienen een deur, een boom, een steen of het einde van een akker of weiland. Colf werd in de Middeleeuwen vooral in de stad gespeeld. Ongelukken met laagvliegende ballen en schade aan huizen en kerken zorgden ervoor dat de meeste steden het spelen van colf binnen de stad verboden. Vanaf de 16de eeuw werd het spelen van colf in de winter, op het ijs, steeds populairder. De spelers dragen vaak nette kleding en hebben dikwijls geen schaatsen onder.
19—“LES AMUSEMENTS DE L’HIVER”
“Rotterdam met al syn gebouwen, net op haer maet geteekent en gesneden”. Ets en kopergravure gedrukt op meerdere bladen, vervaardigd door Johannes de Vou en Romeijn de Hooghe in 1694. Later met de hand gekleurd. Na 1778 zijn een groot aantal wapenschilden van Vroedschapsleden, pensionarissen en secretarissen toegevoegd aan de oorspronkelijke kaartbladen, profiel en stadsgezichten. Afm. (lijst): ca. 180 x 245 cm. Rond de zesbladige plattegrond zit een smalle sierrand met lofwerk. Het bovenstuk uit 5 bladen samengesteld, bevat het wapen van de stad en de wapens van de tien heerlijkheden die Rotterdam bezat. Links en rechts van de plattegrond zijn zes stadsgezichten aangebracht. Onderaan zien we het profiel, een gezicht op de stad van de Maaszijde, met op een lint de titel “Rotterodamum”. Aan het eind van de 17de eeuw beschikte men in Amsterdam, ’s-Gravenhage, Leiden, Delft en Haarlem reeds over fraaie wandkaarten van hun stad. Rotterdam wilde niet achterblijven. Bij het vervaardigen van de kaart werd het opmeten van de stad, het tekenen en het graveren van de kaart gedaan door Johannes de Vou. Romeijn de Hooghe was verantwoordelijk voor de barokke versiering rondom de kaart. De Hooghe was in z’n tijd een befaamd kunstenaar en kreeg voor z’n werk meer dan f 2.000, landmeter De Vou nog geen f 100. Onmiddellijk na het gereedkomen van de kaart ontvingen de Vroedschapsleden een gekleurd (‘afgezet’) ingelijst exemplaar. Tot en met 1711 komen posten voor het afzetten van de kaart in de stadsrekening voor. Van verkopen van de kaart, wat volgens de Vroedschapsresoluties van 1690 het voornemen was, is niets bekend. Van de oplage die 600 stuks bedroeg, was in 1711 nog een groot gedeelte overgebleven. De zeer grote schaal van de kaart, ‘vogelvluchtweergave’ van alle bebouwing binnen en buiten de stad, de afbeelding van de menselijke bezigheden, met name op de scheepswerven, geven een visueel beeld van de stad aan het eind van de zeventiende eeuw, dat door geen enkel ander document geëvenaard wordt. Nergens anders wordt de inrichting van het “lanen”-gebied op een zo treffende wijze getoond. Waar de kaart getoetst wordt aan andere cartografische en visuele documenten krijgt men als regel een indruk van grote betrouwbaarheid. De kaart toont ons Rotterdam zoals het op het toppunt van zijn bloei in de Gouden Eeuw was, de zevende stad in de Staten van Holland geldende rangorde, maar de tweede havenstad van de Republiek der Verenigde Nederlanden. De hieraan verbonden status moest deze kaart weergeven. Dat is gelukt, want van de in de zeventiende eeuw uitgegeven stadsplattegronden is die van Rotterdam door Johannes de Vou en Romeijn de Hooghe de grootste, waarmee een in iedere rechtgeaarde Rotterdammer levende behoefte was bevredigd. Terecht zond het Rotterdamse gemeentebestuur, ook in 1867 nog, een exemplaar van de kaart in voor de Wereldtentoonstelling in Parijs. Zie onze website www.inter-antiquariaat.nl voor meer foto’s!
20—BEKENDSTE EN SPECTACULAIRSTE KAART VAN ROTTERDAM
“Het springen van 's lands oorlogschip Alphen, in de haven van Curaçao”, kopergravure vervaardigd in 1787 door Petrus Conradi en Volkert van der Plaats naar het ontwerp van Hendrik Kobell, afkomstig uit “Amsterdam in zijn Geschiedenissen“ door Jan Wagenaar. Later met de hand gekleurd. Afm. (afb.): 23,2 x 35,6 cm. We zien de ontploffing van het fregat Alphen onder kapt. C.W.W. van der Feltz in de haven van Willemstad, Curaçao, op 15 september 1778. In het midden de Alphen, links de Princesse Royaal van S.B.N. van Bylandt, rechts een Engelse brik. Op de achtergrond de haven van Willemstad. Het verhaal doet de ronde dat een van de officieren van fregat Alphen op een morgen stomdronken in de longroom verscheen met de woorden: “We gaan met z’n allen ontbijten in de hel.” en vervolgens een brandende lont in de munitiebergplaats gooide. Het boegbeeld werd uit het water gevist door de havenmeester die het een plaats gaf in zijn tuin . De haren van het beeld werden rood geschilderd en de bijnaam ‘Roden Verrader’ ontstond, later verbasterd tot ‘Loden Verrader’. Nadat het beeld bijna een eeuw in de Curaçaose tuin had gestaan was het in 1875 plotseling verdwenen. Opvarenden van een marineschip meenden dat het beeld niet aan de wal thuishoorde. Nadat het boegbeeld in Nederland was aangekomen, besloot de marineleiding om het beeld terug te laten bezorgen. De diefstal van 1875 betekende echter het begin van een marine traditie. Telkens wanneer een Nederlands marineschip uit Curaçao naar Nederland terugkeerde, probeerde de bemanning het beeld meestal een dag voor vertrek uit de bewaarplaats te halen en aan boord te smokkelen. Wanneer het schip wegvoer prijkte de Verrader voor op het schip. Op deze wijze moet het zeker tien keer de oceaan zijn overgestoken. De laatste keer dat dit in deze traditie is gebeurd was in 1956. In 1976 werd de Loden Verrader overgedragen aan het Nederlands Scheepvaartmuseum Amsterdam. Sinds 2002 is het in bruikleen gegeven aan het Maritiem Museum te Curaçao. 21—OP EEN OCHTEND IN DE HAVEN VAN CURAÇAO, HET VERHAAL VAN DE ‘LODEN VERRADER’
“Plegtige opening der Groote Sluis van het Oosterdok voor Amsterdam, op Zaturdag den 5den Mei 1832”. Aquatint vervaardigd door W.H. Hoogkamer naar een ontwerp van Hendrik Vettewinkel, uitgegeven door G. Portielje. Later met de hand gekleurd. Afm. (afbeelding) 36,7 x 49 cm. Door aanslibbing van het IJ werd de Amsterdamse haven steeds minder goed bereikbaar. Tussen 18171824 werd het Groot Noordhollandsch Kanaal aangelegd. Om dat beter te laten functioneren moest er een dam in de mond van het IJ gelegd worden, zeer tegen de zin van Amsterdam. Als lapmiddel om het havenfront open te laten, werden in de afdamming in 1832 het Oosterdok en in 1834 het Westerdok middels sluizen opengesteld. Hier zien we de opening van de sluizen tussen Oosterdok en IJ door het korvet Van Speijk. Op de achtergrond de Buitenkant (Prins Hendrikkade) en Montelbaanstoren. Korvet Van Speijk, onder bevel van Kapitein ter Zee W.G. Roepel, passeerde als eerste schip de grote sluis van het juist voltooide Oosterdok. De doorschutting werd door vijf leden van het Koninklijk Huis en vele genodigden bijgewoond. KTZ Roepel verloor op die dag een epaulet. De Commissie tot de IJ- en Havenwerken besloot hem als beloning een paar epauletten aan te bieden. Zr. Ms. Van Speijk (ex Argo) was een kuilkorvet bewapend met 28 stukken. Het diende in 1834-1837 in Nederlands Oost-Indië. In 1837 werd het overgedragen aan de Koloniale Marine en deed dienst als wachtschip te Soerabaja. In 1907 werd besloten de hier feestelijk geopende sluizen te verruimen omdat moderne schepen er niet meer doorheen pasten. 22—OPENING VAN DE SLUIZEN IN HET AMSTERDAMSCHE OOSTERDOK
Mezzotint vervaardigd door Richard Earlom naar het ontwerp van Jan van Huijsum, uitgegeven door John Boydell te Londen 1 september 1781. Later met de hand gekleurd. Afm. (afb.): 49,5 x 40 cm. Fruitstilleven in een classicistische vaas op een tafel. Perziken, pruimen, wijnranken met witte en blauwe druiven, rode bessen, vijgen, een granaatappel, walnoten en hazelnoten, worden met bloemen tot een prachtig boeket gecomponeerd. Het stuk is uiterst getrouw naar de natuur weergegeven, geen vlekje, dauwdruppel of insect ontbreekt. Immerzeel schrijft in 1843: “Van Huijsum (1682-1749) is tot aan de uiterste grenzen der kunstwereld bekend als de eerste bloem- en vruchtschilder, die bestaan heeft.” Hierin ontwikkelde hij “zijne weêrgalooze genie. Hij vond te meer toejuiching en aanmoediging, omdat er in die dagen zoo hartstogtelijk werk gemaakt werd van schoone en zeldzame bloemen. De liefhebbers en kweekers van bloemen en vruchten te Haarlem, bevlijtigden zich om hem de uitgelezenste bloemen en fruiten toe te zenden. Hij wist deze keurige voortbrengselen in zijne altijd rijke ordonnanties oordeelkundig en met den meesten smaak onderling zaam te schikken, en niet zoo als zijne voorgangeren plagten te doen, dezelve altijd tegen donkere achtergronden te schilderen.” “Zijne schilderijen, die als om strijd tot opluistering van alle vorstelijke galerijen gezocht werden, kostten bij zijn leven reeds duizend en anderhalf duizend gulden.” Earlom (1743-1822) was in zijn tijd een toonaangevende Britse mezzotint graveur. Hij graveerde naar tekeningen van Claude Lorrain en maakte portretten naar oude meesters als Rembrandt, Poussin, Guercino en Rubens. Naast werk van Van Huijsum, reproduceerde hij andere belangrijke bloemenschilders als Jan van Os en Robert John Thornton. Het schilderij van Jan van Huijsum waarnaar deze prent werd vervaardigd, zat oorspronkelijk in de collectie van Sir Robert Walpole (de eerste premier van Groot Brittannië) en is later, in 1779, door zijn kleinzoon verkocht aan Catharina de Grote en hangt thans in de Hermitage. 23—FRUITSTILLEVEN NAAR JAN VAN HUIJSUM
Irissen, kopergravure uit de magistrale Hortus Eystettensis van de hand van Basilius Besler uitgegeven in 1613. Later met de hand gekleurd. Afm. (druk) 48 x 38,5 cm. Besler (1561 – 1629) was een gerespecteerd apotheker en botanicus uit het Beierse Neurenberg. Hij was curator van de tuin van Johann Konrad von Gemmingen, prins bisschop van Eichstätt. De bisschop had de enige belangrijke Europese botanische tuin buiten Italië. Besler had 16 jaar nodig om de tuin in Eichstätt in kaart te brengen. Zijn zgn. Hortus Eystettensis legde voor het eerst nadruk op de esthetische weergave van de planten, dit in tegenstelling tot planten- en kruidenboeken in de eeuwen ervoor, waarbij het gebruikelijk was schetsmatige afbeeldingen op te nemen. De Hortus Eystettensis veranderde daarmee de botanische kunst radicaal. De tuinbloemen, kruiden, fruit en exotische planten werden op ware grootte vol details afgebeeld. Het werk werd voor het eerst uitgegeven in 1613 en bestond uit 367 kopergravures, met in totaal 1.084 soorten. Het boek kwam op de markt in twee versies: als zwart-wit naslagwerk en een luxe uitgave zonder tekst. De de luxe versie werd verkocht voor het exorbitante bedrag van 500 florijnen. De Hortus volgt de vier seizoenen, waarin eerst de bloei en daarna de vruchtvormingsfasen worden afbeeld.
24—IRISSEN VAN DE BISSCHOP VAN EICHSTÄTT
Complete kaartspellen uitgegeven door O.Gibert resp. B.P. Grimaud, staalgravures uitgegeven rond 1860 te Parijs, in de tijd met de hand gekleurd. Afm.: (elke kaart) 8,3 x 5,4 cm, (lijst) 70 x 66 cm. Spel links: De Heren en Vrouwen stellen de Franse adel voor. De Boeren zijn gekleed in de mode van de dienende klasse. Spel rechts: afgebeeld zijn historische Franse koningen met hun maîtresses (dus niet hun wettige echtgenotes!) Vorstelijke personen op speelkaarten zijn altijd al een geliefd onderwerp geweest. In veel landen vindt men kaarten waarop koningen en koninginnen zijn afgebeeld. Als Boeren fungeren in dit spel pages die de adellijke dames en heren waren toevertrouwd. 25—FRANSE COSTUUMSPELLEN
Onversneden staalgravures met de honneurs van links een anoniem 19de-eeuws Weens kaartspel (in de 19de-eeuw werd het gebruiksgemak van de speelkaarten vergroot door de koppen op de plaatjes dubbel uit te voeren, zodat deze niet ondersteboven kunnen staan); rechts van een historiserend kaartspel uitgegeven door Ferdinand Piatnik rond 1860. Wenen heeft in de tijd van de Oostenrijks/Hongaarse monarchie veel kaartenmakers gekend. Ferdinand Piatnik begon begin 19de-eeuw met het beschilderen van speelkaarten, de firma Ferd. Piatnik & Söhne bestaat anno 2013 nog steeds. Afm.: (druk) 28,5 x 24,5 cm, (lijst) 53,5 x 49,5 cm. 26—WEENSE 19DE-EEUWSE KAARTSPELLEN
“Place de la Bastille”, met de hand in de tijd bijgekleurde lithografie uit “Paris dans sa splendeur” vervaardigd door A. Bayot naar het ontwerp van Philippe Benoist, uitgegeven door Charpentier in 1861-63. Afm. (afbeelding): 25 x 36 cm. Paris dans sa splendeur was met 100 litho’s een van de meest ambitieuze publicaties gewijd aan Parijs. De grootste kunstenaars en schrijvers van die tijd werkten er voor samen. De lithografieën zijn gemaakt naar fotografieën. Tegelijkertijd was de opkomst van de fotografie fataal voor de lithografische scene, met dit prachtige werk vol charmante en poëtische stadgezichten, wordt dit verdwijnen als het ware veroordeeld. Paris dans sa splendeur is opgetekend in de tijd van de grote stadsveranderingen. De Parijse binnenstad wordt door baron Haussmann voor een groot deel afgebroken om plaats te maken voor de Grandes Boulevards en de Arc de Triomphe. Nieuwe gebouwen verrijzen met nieuwe technieken in ijzer en glas, zoals het Palais de l’Industrie, Gare de l’Est en Les Halles.
27—PARIS DANS SA SPLENDEUR
Baudelaire betreurde op de Salon van 1859, de afwezigheid schilderijen die uitdrukking gaven aan het landelijke van de grote stad, “de ware charme van een gecompliceerde hoofdstad op leeftijd, ouder geworden door de beproevingen van het leven”. De nieuwe tijd, net wat u zegt.
“Diner au cabaret”, “Charme printanier”, “Sous les tropiques” en “Côte basque”, modetekeningen van de collectie van Marie-Louise Bruyère. Medio jaren 1930. Gouaches op grijs papier. Mme Bruyère (1884-?) was geboren op het Franse platteland, maar haar ambitieuze ouders verhuisden naar de groeiende voorsteden van Parijs, waar het hen voor de wind ging. Ze woonden in het chique Saint Gratien, waar ook Princesse Mathilde (het nichtje van Napoleon I) woonde. Ze volgde haar opleiding bij Cheruit en vervolgens bij Lanvin. In 1928 opende ze haar eigen “Bruyère Couture”, en met haar collectie van begin 1930 plaatste ze zich tussen de toonaangevende jonge ontwerpers van haar tijd zoals Schiaparelli, Alix, Rochas en Mainbocher. Haar faam groeide internationaal, waardoor ze in 1937 een grand salon aan de Place Vendôme kon openen. Haar kleding was chique, zeer draagbaar en bovenal modieus, opvallend door subtiele en ongewone design elementen. Met twee shows per jaar van elk 200 modellen, had ze een enorme productie en had in 1947 328 medewerkers. Haar bedrijf groeide tot midden jaren 1950. Als men dan overstapt naar prêt-a-porter gaat het na een paar jaar ten onder.
28—STIJLVOLLE JAREN 1930
Set van vier seizoenen: “Wild Flowers”, “Garden flowers”, “Autumn fruits” en “Fruits d’hivers”. Afm. (afb) elk: 18 x 59,5 cm. Heliogravures uitgegeven in 1894 door Boussod en Valadon naar schilderijen van Marcus Stone (1840 1921). Marcus Stone is een geliefde Engelse schilder die met name bekend staat om z’n weergave van precieuze stemmingen, uitgevoerd met veel charme, raffinesse en vaardigheid. Stone was lid van de Royal Academy en zijn werken maken onderdeel uit van befaamde collecties in m.n. Britse musea. Van veel van zijn schilderijen zijn gravures gemaakt, met name door Boussod, Valadon & Co., kunsthandelaren die daarmee aan het eind van de 19de eeuw op succesvolle wijze kunstenaars onder een internationaal clientèle van verzamelaars bekendheid gaven. 29—THE FOUR SEASONS
Ets vervaardigd door André Paul Artigue. In de tijd geaquarelleerd. Uitgegeven in 1912 door Dietrich et Cie. te Brussel. Gesigneerd door de kunstenaar en genummerd 25/100. Afm. (plaatafdruk) 51 x 33,5 cm. Artigue (1879 - 1956), zoon van een tekenleraar, had al op jonge leeftijd gevoel voor kunst. Hij wordt aangetrokken door het schilderen, maar zijn liefde gaat in eerste instantie naar de muziek. Hij was daartoe geïnspireerd door de sopraan Nellie Melba (een wereldster(!) in die tijd, die veel in Parijs optrad). Als bariton zingt Artigue in verschillende populaire opéras-comiques en hij zong solo in de fameuze Schola Cantorum te Parijs. Eerste tekenlessen kreeg hij van zijn vader, later volgde Artigue lessen bij Gustave Moreau aan de Ecole des Beaux-Arts. Zijn werk werd tentoongesteld te Parijs en in Noord Amerika. In 1919 keert hij Parijs de rug toe en trekt de provincie in. Hij vestigt zich uiteindelijk in 1921 in Chambery, waar hij succes heeft met zijn schilderingen van landschappen en dorpen. Vermoedelijk is Nellie Melba de mooie vrouw die in deze afbeelding het orakel om een raadgeving vraagt.
30 - “L’ORACLE”
“Milanaise”, lithografie, reclame affiche voor Milanaise haarpoeder, kleurendruk met goud, vervaardigd te Parijs rond 1900 door Albert Émile Artigue. Afm. (voorstelling): 52,7 x 36,7 cm. Ook in Nederland en Vlaanderen wordt voor dit roze poeder reclame gemaakt: “De Milanaise doet Luizen, Neetelen, Pellekens, Vuiligheid en ziekten der Schedelhuid verdwijnen. Zij is noodzakelijk aan alle huismoeders. De Milanaise zuivert, versterkt en verschoont het haar der kinderen en der groote menschen. Zij is zonder nadeel en zonder het minste gevaar. De Milanaise geeft buigzaamheid, glans en schoonheid aan het haar en belet het haar der jonge meisjes te breken.” Albert Émile Artigue (1850-1927) was schilder, graveur en lithograaf. Van 1875 tot 1901 exposeerde hij regelmatig in de Salon de Paris en de Salon des Artistes Français en in München in 1901. In 1890 kreeg hij te Parijs een eervolle vermelding . Het affiche Milanaise werd gemaakt in de hoogtijdagen van de Art Nouveau. De sierlijke lijnen, frisse pastelkleuren en weelderige motieven in de weergave van sensuele vrouwen, werden de iconen van het fin de siècle. De natuur wordt gezien als belangrijkste inspiratiebron, gracieus gestileerde planten en bloemen worden ervaren in ongemengde kleuren in vlakken die duidelijk door lijnen van elkaar zijn gescheiden.
31—MILANAISE
“Windhund”, sjabloongekleurde lithografie van de hand van Leo Rauth. Gesigneerd, gedateerd 1911 en betiteld in de druk. Gedrukt op met wolken gemarmerd tekenkarton. Afm.: (papier) 38 x 38 cm. Schilder en graficus Leo Rauth (1884-1913), was leerling aan de kunstacademie van Leipzig, Karlsruhe, Berlin en München (onder Franz von Stuck) en werkte vanaf 1909 in Leipzig. Rauth schilderde portretten, naakten, carnaval scènes, maakte ontwerpen voor toneeldecors (“Les petits riens”), posters, en gebruiksgrafiek.
32—JETSET ANNO 1911
Prijslijst highlights april 2013
(zie voor beschikbaarheid en meer mooie stukken www.inter-antiquariaat.nl)
1 Wereldkaart - Blaeu, 1662-1672 ………………………………………………………………………………………………. € 24.500 2 Belegering Maastricht 1748 …………………………………………………………………………………………………… €
1.350 *
3 Wandelkaart Haarlem en omstreken, ca. 1920 ………………………………………………………………………………………………. € 1.350 € 1.650 * 4 Paskaart Golf van Mexico en Caribbean - Mortier, 1700 ………………………………………………………………………………………………. 5 Paskaart Suriname - Van Keulen ca. 1728 ………………………………………………………………………………………………. € 3.750 6 Paskaart Texel, Vlieland en Terschelling - Van Keulen na 1681 ………………………………………………………………………………………………. € 1.650 * 7 Paskaart Wadden, 1770 ………………………………………………………………………………………………………… €
1.350 *
8 Rusland - Nicolaes Visscher, na 1681 ………………………………………………………………………………………………. € 1.250 * 9 Rusland - Herman Moll, ca. 1729 ……………………………………………………………………………………………….€ 10 Vogelprenten, ca. 1800-02 ……………………………………………………………………………………………………… €
1.950 * 685 /stuk
€ 1.950 11 Vier seizoenen rondom Amsterdam, 1790 ……………………………………………………………………………………………….
/set
12 Collectie postkaarten Baisers d'amour, jaren 1930 ………………………………………………………………………………………………. € 1.850 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24
Vlaggenkaart, 1868 ………………………………………………………………………………………………………………. € 650 * Nieuwe Markt Rotterdam - Dirk Langendijk, 1804 ………………………………………………………………………………………………. € 6.800 Beurshandel Amsterdam, 1810-25 ………………………………………………………………………………………………. € 950 Winter tafereel buiten Haarlem, ca. 1770 ………………………………………………………………………………………………. € 975 Winter tafereel buiten Haarlem (kleurendruk), ca. 1770 ………………………………………………………………………………………………. € 975 Amstelgesichies - naar Ruisdael, 1664 ………………………………………………………………………………………………. € 2.850 /set
IJsgezicht met colfers - naar Van der Velde, ca. 1770 ………………………………………………………………………………………………. € 1.750 Wandkaart Rotterdam - De Vou en De Hooghe, 1694/na 1778 ………………………………………………………………………………………………. € 19.500 Springen oorlogschip Alphen voor Curaçao, 1787 ………………………………………………………………………. € 650 * Opening van de sluizen Oosterdok Amsterdam, 1832 …………………………………………………………………… € 1.350 Fruitstilleven - naar Jan van Huijsum, 1781 ……………………………………………………………………………….. € 2.150 Irissen - Besler, 1613 …………………………………………………………………………………………………………….. € 2.150 25 Franse kaartspellen, ca. 1860 …………………………………………………………………………………………………. € 2.750 /stuk 26 Weense kaartspellen, ca. 1860 ………………………………………………………………………………………………… € 650 /stuk
27 Place de la Bastille, 1861-63 …………………………………………………………………………………………………… €
425
28 Modetekeningen - Bruyère, ca. 1930 …………………………………………………………………………………………. €
750
29 Vier seizoenen - Marcus Stone, 1894 ………………………………………………………………………………………… €
4.150
30 L'oracle, 1912 …………………………………………………………………………………………………………………….. €
1.350
31 Milanaise, 1900 ………………………………………………………………………………………………………………….. €
2.150
32 Windhund, 1911 ………………………………………………………………………………………………………………… €
1.650
* /stuk /set