INTENTIEVERKLARING KLIC-WIN, 27 november 2013
Partijen
1.
De Staat der Nederlanden, te dezen vertegenwoordigd door de Minister van Infrastructuur en Milieu, namens deze de Waarnemend Directeur Ruimtelijke Ontwikkeling: drs. H.A. Snoeken en de Minister van Economische Zaken, namens deze: Plaatsvervangend Directeur Telecommarkt: Drs. M.G.H. Verhagen (hierna: de Staat),
2.
Het Platform Netbeheerders handelend namens haar deelnemers en te dezen vertegenwoordigd door de voorzitter: L. Knegt (hierna: PNBH),
3.
De vereniging Gemeentelijk Platform Kabels en Leidingen, te dezen vertegenwoordigd door de voorzitter: E.A. Cramer (hierna: GPLK),
4.
Stichting RIONED, te dezen vertegenwoordigd door de directeur: drs. H.J. Gastkemper
5.
Bouwend Nederland, te dezen vertegenwoordigd door de directeur: mr. J.L. van Tuinen (hierna: Bouwend Nederland),
6.
De vereniging CUMELA Nederland, te dezen vertegenwoordigd door de voorzitter: W.J. van Mourik (hierna: CUMELA),
7.
De Dienst voor het kadaster en de openbare registers, te dezen vertegenwoordigd door directeur GVA: mr. P. Hoogwerf MBA. (hierna: Kadaster).
Nemen in overweging dat: -
-
-
In 2008 is de Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten (hierna: WION) in werking getreden. De wet, onder beleidsverantwoordelijkheid van het ministerie van Economische Zaken, voorziet in een verplichte informatie uitwisseling tussen netbeheerders enerzijds en partijen die mechanisch willen graven in de ondergrond (hierna: grondroerders) anderzijds. Het Kadaster heeft als uitvoerder van de wet een intermediaire rol in het proces van informatie-uitwisseling die wettelijk is vastgelegd. In 2007 is de INSPIRE-richtlijn (2007/2/EG) in werking getreden. Deze richtlijn is door de Implementatiewet EG-richtlijn infrastructuur ruimtelijke informatie (hierna: Implementatiewet) in Nederland geïmplementeerd. In de INSPIRE-richtlijn zijn regels vastgelegd over oprichting van een infrastructuur voor ruimtelijke informatie in de EG en om de toegankelijkheid van ruimtelijke informatie, in het bijzonder met het oog op de bescherming van het milieu, te vergroten. Volgens de Implementatiewet zijn bestuursorganen verplicht om verzamelingen ruimtelijke gegevens, inclusief metadata, die zij bewaren of beheren aan het netwerk van diensten met
1
/7
betrekking tot verzamelingen ruimtelijke gegevens beschikbaar te stellen via een INSPIRE portaal. In het Besluit INSPIRE (algemene maatregel van bestuur) zijn thematisch categorieën van ruimtelijke gegevens genoemd. Eén van de in het Besluit INSPIRE aangewezen thematische categorieën is “Nutsdiensten en overheidsdiensten”, waaronder vallen: nutsvoorzieningen zoals riolering, transport van gevaarlijke stoffen via buisleidingen, energievoorziening en watervoorziening. Het Ministerie van Infrastructuur en Milieu is beleidsverantwoordelijk voor de INSPIRE wetgeving. Het Ministerie van Economische Zaken is beleidsverantwoordelijk voor de WION. Er is een Risicoregister waarmee VELIN-leden informatie over de ligging van leidingen voor transport van gevaarlijke stoffen verstrekken aan de overheid. Het Risicoregister overlapt met de verplichtingen die de 1 NSPI RE-richtlijn oplegt. In 2013 is in opdracht van het Kadaster en het Bronhouders- en Afnemersoverleg KLIC dienstverlening (hierna: BAO KLIC) een onderzoek uitgevoerd naar de behoeften van de graafsector voor de toekomstige informatie-uitwisseling omtrent kabels en leidingen. Aan dat onderzoek hebben alle belanghebbende brancheorganisaties uit de graafketen deelgenomen. Het onderzoek heeft uitgewezen dat deze behoeften in belangrijke mate in lijn liggen met de kenmerkenvan de INSPIRE-richtlijn onder behoud van specifieke kenmerken van WION. De gehele sector heeft aangegeven dat dit de richting is waarin ontwikkelingen zouden moeten plaatsvinden. Op 9 juli 2013 hebben de deelnemers van het BAO KLIC afgesproken om hierover de onderhavige intentieverklaring op te stellen waaraan alle in deze verklaring genoemde partijen zullen deelnemen. Partijen hebben in het BAO KLIC de voorkeur uitgesproken om de uitvoering van de WION en de Implementatiewet te bundelen. Doelstelling is om de bestaande WION en het KLIC-online systeem dat daarvoor gebouwd is, geschikt te maken voor de uitvoering van de INSPIRE-richtlijn waarbij wel de vereisten vanuit de WION in acht worden genomen. In belang van de voortgang van het proces en een zorgvuldige uitvoering van de ontwikkeling van het nieuwe systeem, is het wenselijk de intenties vast te leggen die tussen partijen zijn overeen gekomen.
Partijen spreken de volgende intenties uit: 1.
Ter voorkoming van dubbele lasten en systemen streeft BAO KLIC ernaar om de uitvoering van de WION en de Implementatiewet voor wat betreft het INSPIRE thema “Nutsdiensten en overheidsdiensten” aan elkaar te koppelen en om te komen tot één systeem voor informatieuitwisseling.
2.
Gezamenlijk zorg te dragen voor de benodigde aanpassingen van het bestaande systeem voor informatie-uitwisseling.
3.
Het voorstel is om de uitvoering van de WION ‘INSPIRE-proof’ te maken zodat één informatie uitwisselingsysteem ontstaat op basis van het huidige systeem, dat de kenmerken heeft van en voldoet aan de WION, beantwoordt aan de vastgestelde behoeften voor de toekomstige informatie-uitwisseling én voldoet aan de eisen die de Implementatiewet stelt aan het ter
2
\rJ/
beschikking stellen van ruimtelijke gegevens betreffende het thema “Nutsdiensten en overheidsdiensten. 4.
Het beoogde systeem zal moeten voldoen aan de toekomstwensen van de sector en de eisen die de INSPIRE-richtlijn stelt en zoals geïmplementeerd door de Implementatiewet en tevens gebruikt moeten worden voor het gecontroleerd melding- en informatie-uitwisselingsproces ingeval van graafwerk ten behoeve van het voorkomen van graafschade. De hoofdkenmerken van het informatiesysteem zijn daarvoor onder meer: o View- en downloadservices die voldoen aan de INSPIRE-eisen, o Data conform INSPIRE-datamodel en WION-datamodel, o Toegangslaag voor gebruikers (identificatie, authenticatie en autorisatie), o In stand houden meld- en informatie-uitwisseling proces en traceerbaarheid van informatie-uitwisseling, bij voorgenomen graafwerkzaamheden tussen aanvrager en betrokken netbeheerders, inclusief de mogelijkheid tot terugmelding van afwijkende ligging, o het beschikbaar stellen van de metadata in het Nationaal Geo Register (onderdeel van Publieke Dienstverlening Op de Kaart (PDOK)) en onderzoek naar de mogelijkheid en wenselijkheid van het gebruiken van PDOK voor de ontsluiting, o Eenvoudig gebruik van kaartmateriaal, real time op elke gewenste locatie, ter voorkoming van graafschade.
5.
Voor de beschikbaarstelling van ligginggegevens zullen verschillende modellen worden onderzocht variërend van een landelijke voorziening, waarin alle noodzakelijke en beschikbare geo-gerelateerde informatie in vectorformaat beschikbaar is tot decentrale systemen voor ontsluiting. De beschikbaarheid en reactietermijnen van deze opties moeten in overeenstemming zijn met de INSPIRE-kwaliteitseisen. Intentie is om de besluitvorming voor de keuze voor het model snel te maken, waarna in overeenstemming met alle betrokken partijen nieuwe afspraken gemaakt moeten worden over de technische inrichting van het beoogde systeem, het informatiemodel, het berichtenmodel en de synchronisatie van gegevens tussen partijen. Tevens dienen afspraken gemaakt te worden over de overgangsituatie tussen het huidige en het nieuwe systeem.
6.
Onderzocht zal worden of het gewenst, mogelijk en doelmatig is om het Risicoregister te benutten om te voldoen aan de INSPIRE-verplichtingen voor leidingen voor gevaarlijke stoffen. VELIN (aangesloten bij PNBH) zal zo nodig zorg dragen voor de noodzakelijke aanpassingen.
7.
De Staat zal bezien of en zo ja in hoeverre aanpassingen aan de WION en de Implementiewet van nut kunnen zijn.
8.
Het GPKL, Stichting RIONED en het PNBH ondersteunen het genoemde voorstel en zullen allen hun medewerking verlenen aan de uit te werken oplossingsrichting voor de uitvoering van hun taken overeenkomstig de WION in combinatie met de Implementatiewet.
9.
De telecomsector (aangesloten bij PNBH) valt niet onder de verplichtingen van de INSPIRE richtlijn maar spreekt de intentie uit om als partner aan te sluiten bij de ontwikkelingen die in deze intentieverklaring beschreven worden.
,1
3
r
10. Bouwend Nederland en CUMELA verlenen hun medewerking aan de uitte werken oplossingsrichtingen.
11. Het Kadaster zal zorg dragen voor continuïteit van het informatie-uitwisselingsproces en medewerking verlenen aan de uitvoering van de uit te werken oplossingsrichting, waaronder het aanpassen van het informatie-uitwisselingsysteem KLIC-online. 12. De gezamenlijke partijen spreken de intentie uit de komende zes maanden gezamenlijk nader onderzoek naar de implementatie-oplossing te organiseren. Hiertoe spreken de partijen de intentie uit om nader uit te werken hoe een projectorganisatie hier invulling aan kan geven waarbij in ieder geval de intentie is om: •
Een initiële stuurgroep in te richten en vertegenwoordigers daarvoor aan te wijzen.
•
De eigen kosten voor participatie in de stuurgroep en projectorganisatie gedragen zal worden door de betrokken organisaties.
13. Een partij die meent dat een geschil bestaat in verband met deze verklaring, treedt daarover in overleg met de andere partijen. 14. Met deze intentieverklaring worden geen in rechte afdwingbare rechten en verplichtingen in het leven geroepen. Dit laat onverlet dat partijen bij een geconstateerd conflict over de inhoud van deze intentieverklaring daarover met elkaar in overleg zullen treden. 15. Deze intentieverklaring treedt in werking met ingang van de dag na ondertekening door alle partijen en eindigt een jaar na ondertekening met telkens een optie voor verlenging met 1 jaar. Uiterlijk een maand voor het eindigen van het genoemde jaar treden partijen in overleg over de verlenging. 16. Indien onvoorziene omstandigheden opkomen die van dien aard zijn dat deze intentieverklaring redelijkerwijs dient te worden gewijzigd, zullen partijen over de wijziging van deze intentieverklaring in overleg treden.
ï 4
/
Ondertekening, Plaats, Datum. 1. De Staat: —
Dhr. H.A. Snoeken Waarnemend Directeur Ruimtelijke Ontwikkeling
Directeur Telecommarkt
2.
Het
3.
De vereniging Gemeentelijk Platform Kabels en Leidingen:
E.A.
4.
Sticiting RIONED:
-
3
drs. H.J. Gastkemper Directeur 5.
6.
De vereniging CUMELA Nederland:
t. 1 Q-t’e-v’-
O’L-
Vo&tter 7.
De Dienst voor het kadaster en de openbare registers:
mr. P. Hoowrf MBA Directe%eo- en Vastgoedinformatie en Advies
12—
2 IZ —2013