Integraal ontwikkelingsprogramma
Landgoed De Utrecht
Foto: Jos van de Tempel
Integraal Ontwikkelingsprogramma Landgoed De Utrecht
Integraal ontwikkelingsprogramma
Landgoed De Utrecht Uitvoeringsprogramma voor een duurzame en integrale instandhouding van een cultuurhistorisch waardevol ontginningslandgoed
In opdracht van:
In samenwerking met:
Esbeek, oktober 2007
Stuurgroep Landgoed De Utrecht
2
November 2007
Integraal Ontwikkelingsprogramma Landgoed De Utrecht
Inhoudsopgave Inhoudsopgave
3
Voorwoord
5
Samenvatting
6
Hoofdstuk 1
Inleiding 1.1 Probleemstelling en doelstelling voor Landgoed De Utrecht 1.2 Vernieuwende inhoud van het project 1.3 Relaties met reconstructiedoelstellingen 1.4 Subsidie Lerend naar een duurzaam Brabant 1.5 Opzet van het rapport
8 8 9 10 10 10
Hoofdstuk 2
Stappen in het proces 2.1 Fasen project 2.2 Opzet van het project 2.3 Uitwerking in werkgroepen en integratiegroep
11 11 12 13
Hoofdstuk 3
Resultaten per werkgroep en integratie 3.1 Landbouw, Water en Natuur 3.1.1 Landbouw 3.1.2 Water 3.1.3 Natuur 3.2 Recreatie & Toerisme en Cultuurhistorie 3.2.1 Recreatie & Toerisme 3.2.2 Cultuurhistorie 3.3 Wonen, Werken en Leefbaarheid 3.3.1 Wonen 3.3.2 Werken 3.3.3 Leefbaarheid 3.4 Integratie 3.4.1 Samenstelling integratiegroep 3.4.2 Toelichting op de integratiekaart
14 14 14 15 15 16 16 18 19 19 26 26 27 27 27
Hoofdstuk 4
Effecten in ruimte, economie en reconstructiedoelen 4.1 Impact in ruimte per thema 4.1.1 Overzicht ruimte in het kader van landgoedregeling 4.1.2 Specificatie ruimteclaims per thema 4.1.3 Omvorming landbouwgronden naar nieuwe natuur 4.2 Bedrijfseconomische balans 4.3 Reconstructiedoelen
30 30 30 30 31 32 33
Hoofdstuk 5
Momentopname proces 5.1 Communicatie met belanghebbenden 5.2 Leerervaringen
34 34 34
Hoofdstuk 6
Vooruitblik vervolg proces 6.1 Toekomstige activiteiten
36 36
Hoofdstuk 7
Kaartmateriaal 7.1 Kaart werkgroep Landbouw, Water en Natuur 7.2 Kaart werkgroep Recreatie & Toerisme en Cultuurhistorie 7.3 Kaart werkgroep Wonen, Werken en Leefbaarheid 7.4 Integratiekaart
37 37 38 39 40
Stuurgroep Landgoed De Utrecht
3
November 2007
Integraal Ontwikkelingsprogramma Landgoed De Utrecht
Bijlagen
41 1. Overzicht van betrokkenen a. Stuurgroep Landgoed De Utrecht b. Werkgroep Landbouw, Water en Natuur c. Werkgroep Wonen, Werken en Leefbaarheid d. Werkgroepen Recreatie & Toerisme en Cultuurhistorie e. Genodigden brede groep f. Integratiegroep g. Bestuur bewonersvereniging h. Aanwezigen voorlichtingsavond bewoners i. Aanwezigen voorlichtingsavond (hoeve)pachters j. Aanwezigen voorlichtingsavond Werkgroep Landschap en Natuur Hilvarenbeek k. Aanwezigen voorlichtingsmiddag Colleges van B&W gemeenten Hilvarenbeek en Reusel-De Mierden l. Aanwezigen gebiedscommissie provincie Noord-Brabant m. Aanwezigen voorlichting bestuur Buurtbelang Esbeek n. Gemeenteraad Reusel-De Mierden o. Gemeenteraad Hilvarenbeek p. Genodigden voorlichtingsavond omliggende agrariërs q. Commissie ROV Hilvarenbeek 2. Cultuurhistorische route en landbouwenclaves 3. Financiële doorrekening projecten Landgoed De Utrecht 4. ‘Buitengewoon’; Schetsboek nieuwe buitenplaatsen op Landgoed De Utrecht
Foto 1, Ven
Stuurgroep Landgoed De Utrecht
4
November 2007
Integraal Ontwikkelingsprogramma Landgoed De Utrecht
Voorwoord Om economische duurzaamheid te bereiken en een reeks maatschappelijk gewenste ontwikkelingen mogelijk te maken gaat nu ruim honderd jaar na de aanleg een herontwikkeling plaats vinden op basis van dit voorliggende ‘Integrale Ontwikkelingsprogramma Landgoed De Utrecht’, in het verlengde van het reconstructieplan. De Utrecht is, met 2500 ha, het grootste landgoed in Noord-Brabant en herbergt diverse economische activiteiten en veel natuurlijke, landschappelijke en cultuurhistorische waarden. Ook binnen de portefeuille beleggingen in het buitengebied van Nederland van Fortis ASR Verzekeringen is het landgoed het oudste en grootste aaneengesloten object. Het landgoed onderscheidt zich daarbij van de andere beleggingsobjecten doordat, naast de noodzakelijke financiële opbrengst, ook waarde wordt toegekend aan de historische verbondenheid die teruggaat tot de Levensverzekeringmaatschappij De Utrecht. Dit bedrijf legde rond 1900 het landgoed aan als een geïntegreerde gebiedsontwikkeling avant la lettre. Fortis wil mede met het instandhouden van de historische eenheid van het landgoed inhoud geven aan maatschappelijk verantwoord ondernemerschap en duurzaam ondernemen. Initiërende partijen van het ‘Integraal Ontwikkelingsprogramma Landgoed De Utrecht’ zijn Brabants Particulier Grondbezit (BPG), Fortis en het streekhuis Beerze Reusel, ondersteund door het Samenwerkingsverband Regio Eindhoven (SRE). Het ‘Integraal Ontwikkelingsprogramma Landgoed De Utrecht’ is opgesteld in goede samenwerking en nauw overleg met verschillende betrokken partijen die een belang hebben op het landgoed. De stuurgroep prijst zich gelukkig dat zoveel mensen vanuit provinciale, gemeentelijke en particuliere organisaties zich met groot enthousiasme hebben ingezet om deze kwaliteitsslag voor het landgoed voor te bereiden, namelijk gemeente Hilvarenbeek, gemeente Reusel-De Mierden, provincie NoordBrabant, (Hoeve) pachters, recreatie-ondernemers, bewoners, Brabantse Milieu Federatie, heemkundige kringen Reusel, De Mierden en Esbeek, ZLTO, waterschap De Dommel en Kamer van Koophandel.
Stuurgroep Landgoed De Utrecht, november 2007 Bas Wolters, Rentmeester Landgoed de Utrecht Arno de Schepper, Brabants Particulier Grondbezit, voorzitter stuurgroep Rick van den Berg, Streekhuis Beerze Reusel Maikel Denissen, Samenwerkingsverband Regio Eindhoven Karin Bakker, Samenwerkingsverband Regio Eindhoven
Stuurgroep Landgoed De Utrecht
5
November 2007
Integraal Ontwikkelingsprogramma Landgoed De Utrecht
Samenvatting Voor de komende 10 jaar wordt voor Landgoed De Utrecht verwacht: - Een terugloop in inkomsten uit jacht, bos- en landbouw; - Een toenemende maatschappelijke vraag naar niet-kostendekkende projecten Deze ontwikkelingen brengen de duurzame instandhouding van het landgoed in zijn huidige vorm in gevaar. Het ‘Integraal Ontwikkelingsprogramma Landgoed De Utrecht’ kent daarom als centrale doelstelling: In samenspraak met provincie Noord-Brabant, gemeenten Hilvarenbeek en Reusel-De Mierden, gebruikers en andere belanghebbenden komen tot een nieuw rendabel evenwicht op het landgoed. Met als beoogd resultaat een convenant tussen provincie Noord-Brabant, gemeenten Hilvarenbeek en Reusel-De Mierden, waterschap De Dommel en Fortis als basis voor een integraal ontwikkelingsprogramma, waarop onderliggende uitvoeringsprogramma's te baseren zijn. Landbouw is de grootste economische drager van het landgoed en daarmee een van de belangrijkste thema’s. Door stoppende agrariërs en het ontbreken van opvolgers zullen er de komende 10 jaar echter 150 ha aan landbouwgronden vrijkomen. Hiervan zal 90 ha beschikbaar komen voor uitbreidingswensen van de blijvende agrariërs. De overige 60 ha zullen worden ingezet voor het versterken van natuur, water, Recreatie & Toerisme en cultuurhistorie en het realiseren van nieuwe buitenplaatsen. Eerste uitgangspunt vanuit het waterschap is de realisatie van de natte natuurparels. Daarnaast heeft het waterschap een algehele anti-verdrogingsdoelstelling voor het hele landgoed, waarbij echter géén vernatting van agrarische gronden nagestreefd wordt. In de anti-verdrogingsdoelstelling gaat het waterschap uit van een maximaal te accepteren rendementsschade zonder schadevergoeding voor het bosbouwbedrijf van 5%. De totale oppervlakteclaim aan waterprojecten beslaat 47,5 ha. Voor natuur liggen de doelstellingen op het versterken van het aandeel inheemse boomsoorten, vanuit water-oogpunt op het omvormen van naaldbos naar loofbos, het herstel van brongebieden, het herstel van ven-moerassen en het opwerpen van een 25 ha grote bufferzone rond Goor en Flaes. Vanuit het oogpunt van soortenbescherming wordt ingezet op het herstel van houtwallen in agrarisch gebied, het herstel van heidevegetaties, afgewisseld met soortenrijk weiland en akkers en het toepassen van geïntegreerd bosbeheer en ruimte creëren voor dynamisch bosrandenbeheer en vlaktegewijze vormen van bosverjonging. Daarnaast wordt vanuit natuur-oogpunt 3,5 ha stuifduin hersteld bij het cultuurhistorisch buurtschap Dun. Tevens wordt er 109 ha productiebos omgevormd naar een hogere natuurwaarde, in de vorm van heide ten behoeve van cultuurhistorie en soortenbescherming. Cruciaal voor de economische haalbaarheid van deze natuurprojecten is het buiten toepassing verklaren van de herplantplicht. Recreatie & Toerisme dient zowel een maatschappelijk als een bedrijfseconomisch belang in het project. Het maatschappelijk belang bestaat uit het feit dat het landgoed grote groepen recreanten, maar ook toeristen trekt die hier genieten van het aanbod aan natuurschoon en faciliteiten. Dit vormt tegelijkertijd een bedrijfseconomisch belang omdat een florerende toeristisch-recreatieve sector op het landgoed zorgt voor pachtinkomsten. Behoud en versterking van de cultuurhistorie vormt met name een maatschappelijk belang, waar in de exploitatie geld op wordt toegelegd. Door de integrale aanpak van het ontwikkelingsplan is het echter financieel vrijwel haalbaar te maken door de kosten voor cultuurhistorie te dekken uit inkomsten uit andere projecten. Daarnaast is het mogelijk om zowel via toeristisch-recreatieve invulling als door middel van permanente bewoning een aantal cultuurhistorisch waardevolle gebouwen te behouden. Versterking van de recreatie en het hergebruik van bestaande waardevolle accommodaties moet samen leiden tot een economische impuls van € 33.600,- per jaar. Vanuit maatschappelijk oogpunt is het wenselijk dat de leefbaarheid op het landgoed gehandhaafd blijft. Deze leefbaarheidswensen zijn echter niet economisch rendabel, waardoor zij de exploitatie negatief beïnvloeden. Het realiseren van landschappelijk en cultuurhistorisch verantwoord ingepaste woonfuncties draagt in het integrale plan bij aan de financiële haalbaarheid van de maatschappelijk gewenste ontwikkelingen. Door een geraamde meeropbrengst van ca. € 234.000,- per jaar uit de realisatie van 20 buitenplaatsen wordt het mogelijk om onder andere de inkomstenderving op te vangen, natuur- en cultuurprojecten te realiseren, het toezicht op het landgoed te handhaven en de aan vervanging toe zijnde wegen te verbeteren.
Stuurgroep Landgoed De Utrecht
6
November 2007
Integraal Ontwikkelingsprogramma Landgoed De Utrecht
Voor werken, anders dan op het gebied van Landbouw en Recreatie & Toerisme, is het uitgangspunt dat er geen grootschalige nieuwe activiteiten op het landgoed ontwikkeld moeten worden, maar dat kleinschalige activiteiten met een lage dynamiek, zoals aan huis gebonden beroepen zonder verkeersaantrekkende werking mogelijk zijn. Wat leefbaarheid betreft, is met name veiligheid een belangrijk item. Daarnaast kan het totaalproject leiden tot een grotere onderlinge verbondenheid tussen de bewoners van het landgoed. Hierin is vooral een taak weggelegd voor de bewonersvereniging. De integratiegroep heeft de projecten vanuit de drie werkgroepen getoetst op synergie-effecten en mogelijke knelpunten. Geconcludeerd kan worden dat de projecten vrijwel alleen synergie-effecten kennen en dat er zich inhoudelijk nauwelijks knelpunten voordoen. De vrijkomende landbouwgronden zullen voor een groot deel ingezet worden voor maatschappelijk gewenste ontwikkelingen (natuur, water, cultuurhistorie, R&T). Voor Recreatie & Toerisme worden mogelijkheden gecreëerd voor het hergebruik van een tweetal bestaande gebouwen en een fors aantal andere projecten. Voor cultuurhistorie wordt een drietal middeleeuwse landbouwenclaves opnieuw zichtbaar gemaakt in het landschap en onderling verbonden via een cultuurhistorische route. In totaal leidt het ‘Integraal Ontwikkelingsprogramma Landgoed De Utrecht’ tot een investering in projecten van bijna € 900.000,- en met een jaarlijkse onderhouds- en rentelast van bijna € 90.000,-. Met name de natuurwaarden op het landgoed zullen kwalitatief verbeteren door omzetting van landbouwgrond en bospercelen naar hogere natuurwaarden. Bedrijfseconomisch leidt het project in de huidige opzet tot een begroot tekort van ca. € 22.000,- per jaar. Verdere uitwerking en specificering zal moeten leiden tot exactere inzichten in de bedrijfseconomische balans. Door het project wordt deels of geheel invulling gegeven aan 13 verschillende reconstructiedoelstellingen voor het plangebied De Utrecht. In het project zijn diverse leerervaringen opgedaan. Deze leerervaringen en ook de communicatie rond het gehele proces vormen een belangrijk onderdeel van het project.
Conclusies: Het project heeft voldaan aan de geformuleerde opdracht. Het blijkt mogelijk te zijn een nieuw evenwicht te realiseren door naast versterking van de recreatie, het verbouwen van twee kapschuren tot woning en via het vrijkomen van voldoende landbouwgrond om een twintigtal buitenplaatsen te realiseren. Daarmee wordt een voldoende basis gevormd voor het realiseren van waterdoelstellingen (herstel van een brongebied, natte natuurparel en opheffen verdroging), natuurprojecten (water- en soortbeschermingsdoelstellingen) en cultuurhistorie (zichtbaar maken van middeleeuwse landbouwenclaves). Tevens zijn er mogelijkheden voor het versterken van recreatie door hergebruik van bestaande schuren en het uitwerken van nieuwe (cultuurhistorisch gezien interessante) routes. De bedrijfseconomische balans kan in evenwicht worden gebracht, terwijl de kernwaarden natuur, water en cultuurhistorie kunnen worden versterkt. Tegelijkertijd kan de blijvende landbouw worden versterkt door uitbreiding of verbreding.
Stuurgroep Landgoed De Utrecht
7
November 2007
Integraal Ontwikkelingsprogramma Landgoed De Utrecht
1. Inleiding Na overleg tussen Provincie Noord-Brabant en Brabants Particulier Grondbezit (BPG) is besloten om voor landgoederen in Noord-Brabant landgoedversterkingsplannen op te stellen. Naar aanleiding van deze landgoedversterkingsplannen is in 2006 gestart met de uitvoering van deze plannen voor 3 pilot landgoederen. Eén van deze pilot landgoederen is Landgoed De Utrecht. Landgoed De Utrecht is gelegen in het reconstructiegebied Beerze-Reusel, binnen de gemeenten Hilvarenbeek en Reusel-De Mierden, zie figuur 1.1, Ligging Landgoed De Utrecht. Landgoed De Utrecht is het grootste landgoed van Noord-Brabant met een oppervlakte van 2.500ha. Het landgoed bestaat uit 1.600ha bos, 200ha natuur, 600ha landbouwgronden en 100ha woon- en recreatiefunctie. Het landgoed vormt zowel een economisch-, ruimtelijk- als maatschappelijk een eenheid. De doelstelling van Fortis is om het landgoed duurzaam in eigendom en als historische eenheid in stand te houden. Enerzijds vanuit de financieel economische betekenis als onderdeel van de beleggingsportefeuille, anderzijds vanwege de maatschappelijke kwaliteiten waarmee Fortis mede invulling wil geven aan haar wens tot maatschappelijk verantwoord ondernemen.
Figuur 1.1 Ligging Landgoed De Utrecht
1.1
Probleemstelling en doelstelling voor Landgoed De Utrecht
Voor de komende 10 jaar wordt voor Landgoed De Utrecht verwacht: - Een terugloop in inkomsten uit jacht, bos- en landbouw; - Een toenemende maatschappelijke vraag naar niet-kostendekkende projecten. Deze ontwikkelingen brengen de duurzame instandhouding van het landgoed in zijn huidige vorm in gevaar. De probleemstelling die opgesteld is voor het ‘Integraal Ontwikkelingsprogramma Landgoed De Utrecht’, luidt als volgt; Om voor de toekomst een duurzame exploitatie van Landgoed De Utrecht mogelijk te maken, is het nodig om met een integrale aanpak een nieuw evenwicht te vinden tussen maatschappelijke, economische en ruimtelijke aspecten.
Stuurgroep Landgoed De Utrecht
8
November 2007
Integraal Ontwikkelingsprogramma Landgoed De Utrecht
Bossen en Natuur. Tot nu werd geprobeerd de toename van de beheerskosten van alle onderdelen en de afname van de opbrengsten van bos en natuur op te vangen door extensivering van beheer en onderhoud. Gebleken is dat de grens van de extensivering is bereikt en dat onderhoudsachterstand gaat ontstaan. Fortis heeft als doelstelling Landgoed De Utrecht met optimale openstelling, duurzaam in eigendom en als historische eenheid in stand te houden. Verkoop van bos- en/of natuurterreinen is derhalve geen optie.Het eventuele afstoten van het onderhoud van de bossen aan terreinbeherende organisaties is op verzoek van verschillende partijen overwogen. Dit is niet haalbaar omdat de organisaties geen gronden onderhouden die niet hun eigendom zijn. Ook zou dit zeer ongewenst zijn, omdat daarmee het samenhangende, integrale beheer, dat kenmerkend is voor een landgoed, wordt verstoord waarbij dit mogelijk zou leiden tot beperkingen van publieke functies en beperkingen voor de recreatie en agrarische ondernemers. De kosten hiervan leiden tot afname van de netto-opbrengst die voor beide onderdelen is geraamd op 5% elk. De landbouw in Nederland staat onder druk aangezien zij moet concurreren op de wereldmarkt en de Nederlandse samenleving steeds meer eisen stelt aan de wijze van produceren. In een gevoelig gebied als De Utrecht zijn deze eisen in versterkte mate aan de orde en staat de concurrentiepositie van de bedrijven extra onder druk in vergelijking met bedrijven elders in Nederland Deze druk wordt o.a. zichtbaar door het overheidsbeleid waarbij verschillende aan de natuurkernen grenzende landbouwgronden inmiddels zijn aangewezen als beschermd natuurgebied in het kader van de Natuurbeschermingswet, als onderdeel van de EHS , Natura 2000 of als Beheersgebied. Het blijkt dan ook dat de landelijke uitstroom van ondernemers ook op het landgoed plaatsvindt. Bij ongewijzigde voortzetting van deze lijn en door de hiervoor genoemde stijging van de beheerskosten wordt de afname van de bijdrage aan het resultaat door de landbouw geraamd op 10%. Met het voorliggende programma wordt invulling gegeven aan de grondbehoefte van zowel deze maatschappelijke ontwikkeling als van de blijvende landbouw. Wonen en Recreatie. Er bestaat overheidsbeleid waarbij onder voorwaarden wonen in het buitengebied mogelijk is in combinatie met aanleg van nieuwe natuur. Daarnaast is er een toenemende belangstelling van recreanten voor het gebied. Daarom is ervoor gekozen om uit deze beide onderdelen de geraamde opbrengstverliezen te compenseren. De compensatie is voor beide onderdelen taakstellend geraamd op 10%. Gedurende het planproces is gebleken dat opbrengstverhoging uit recreatie maar zeer beperkt mogelijk is en hoofdzakelijk middels wonen bereikt moet worden. 2005
2017
Bossen
0
-5
Natuur
-5
-10
Landbouw
45
35
Wonen
35
45
Recreatie
25
35
___ Noodzakelijk geachte compensatie
Figuur 1.2. Economische aspecten inkomsten landgoed in %
Doelstelling voor het ‘Integraal Ontwikkelingsprogramma Landgoed De Utrecht’ is: In samenspraak met provincie Noord-Brabant, gemeenten Hilvarenbeek en Reusel-De Mierden, gebruikers en andere belanghebbenden komen tot een nieuw rendabel evenwicht op het landgoed. Met als beoogd resultaat: Een convenant tussen provincie Noord-Brabant, gemeenten Hilvarenbeek en Reusel-De Mierden, waterschap De Dommel en Fortis als basis voor een integraal ontwikkelingsprogramma, waarop onderliggende uitvoeringsprogramma's te baseren zijn.
Stuurgroep Landgoed De Utrecht
9
November 2007
Integraal Ontwikkelingsprogramma Landgoed De Utrecht
Door de gemeente Hilvarenbeek werd als tegenprestatie voor de gemeentelijke medewerking de garantie geëist dat Fortis zou aangeven om langdurig af te zien van nieuwe ontwikkelingen op het landgoed. Het standpunt van Fortis luidt in dezen: "Fortis is bereid te verklaren dat wij, bij realisatie van het hierbij aan de colleges en de raden van de gemeenten Hilvarenbeek en Reusel-De Mierden ter goedkeuring voorgelegde integrale ontwikkelingsprogramma, gedurende een termijn van 25 jaar landgoed ‘De Utrecht’ in eigendom zullen behouden tenzij wettelijke bepalingen of economisch dringende redenen verkoop noodzaken en zullen gedurende die periode geen nieuwe plannen tot nieuwbouw indienen.” 1.2 Vernieuwende inhoud van het project Het project zal gerealiseerd worden in de geest van de landgoedregeling van provincie Noord-Brabant. Om bepaalde doelen te realiseren wordt afgeweken van de bestaande landgoedregeling. Het gaat hierbij met name om het toepassen van de landgoedregeling op een bestaand landgoed. Voorts bestaan er afwijkingen op de volgende punten: - het ontkoppelen groen van rood om hogere natuurdoeltypen te kunnen realiseren; - het deels realiseren van groen binnen EHS. Naast deze ruimtelijke doelstellingen wordt tevens een relatie gelegd naar economische en maatschappelijke doelstellingen middels projecten op het gebied van recreatie, cultuurhistorie en leefbaarheid. 1.3 Relaties met reconstructiedoelstellingen Het ‘Integraal Ontwikkelingsprogramma Landgoed De Utrecht’ is in feite een nadere invulling van het reconstructieplan. Met de realisatie van het project worden reconstructiedoelen gerealiseerd op het gebied van water, natuur, landbouw, recreatie, economie en leefbaarheid. Het streven is om hoogwaardige natuur op het landgoed te realiseren. De reconstructiedoelen worden na de toelichting van de projecten per werkgroep, nader aangegeven in hoofdstuk 4.3. 1.4 Subsidie Lerend naar een duurzaam Brabant De algemene tendens in Nederland is dat het beheer van landgoederen op de sinds jaar en dag gangbare wijze steeds moeilijker wordt door een terugloop van inkomsten uit bos- en landbouw. Om een duurzame exploitatie van landgoederen mogelijk te maken, is het nodig om een nieuw evenwicht te vinden. Het gezamenlijk met diverse partijen doorlopen van het proces naar een nieuwe duurzame exploitatie en het met elkaar verknopen van probleemstellingen leidt tot innovatieve oplossingen. Daarnaast levert dit proces ook winst op in de vorm van meer maatschappelijke betrokkenheid: de integrale aanpak leidt tot meer mogelijkheden om aandacht te besteden aan maatschappelijke projecten en inbedding in de omgeving. Omdat de problematiek van het onrendabele beheer op vrijwel alle landgoederen speelt, hebben provincie Noord-Brabant en Brabants Particulier Grondbezit het initiatief genomen om te komen tot het opstellen van landgoedontwikkelingsplannen. Brabants Particulier Grondbezit voert hiertoe op een drietal landgoederen pilots uit. De leerervaring en kennis die in het kader van het ‘Integraal Ontwikkelingsprogramma Landgoed De Utrecht’ wordt opgedaan, zal als basis voor ontwikkelingsprogramma’s voor andere landgoederen dienen. Dit is de reden waarom subsidie is aangevraagd en verkregen in het kader van het programma ‘Lerend naar een duurzaam Brabant’. De leerresultaten worden vastgelegd en verspreid naar plaatsen waar behoefte is aan deze kennis. Door de betrokkenheid van Brabants Particulier Grondbezit is deze kennisverspreiding ook organisatorisch geborgd. 1.5 Opzet van het rapport In dit rapport wordt in hoofdstuk 2 ingegaan op het doorlopen proces en de diverse bij het proces betrokken groepen, waarna in hoofdstuk 3 de resultaten per werkgroep en de integratie worden toegelicht. Vervolgens worden in hoofdstuk 4 de effecten van het project beschreven in ruimtelijke en economische zin. Tevens worden in dit hoofdstuk verbanden gelegd met de reconstructiedoelstellingen. Hoofdstuk 5 geeft een momentopname van het tot op heden doorlopen proces, waarna in hoofdstuk 6 wordt vooruitgeblikt op het vervolg van het proces. Foto 2: de Reusel
Stuurgroep Landgoed De Utrecht
10
November 2007
Integraal Ontwikkelingsprogramma Landgoed De Utrecht
2. Stappen in het proces Tijdens het proces zijn een viertal stappen ondernomen, waarna de uitvoering van start gaat. In onderstaande paragraaf zijn deze fasen en de daarbij betrokken partijen verder uitgewerkt. 2.1
Fasen project
Het ‘Integraal Ontwikkelingsprogramma Landgoed De Utrecht’ bestaat uit een viertal fasen, met aansluitend de uitvoeringsfase, namelijk; a. Orientatiefase (mei - juni 2006): Bijeenkomst Brede groep (voorbereidingsgroep) Bijeenkomst alle betrokkenen Formeren stuurgroep Formeren werkgroepen Wensen en suggesties Proces bespreken Werkafspraken uitwerking b. Uitwerkingsfase (juli - december 2006): Uitwerking thema’s per werkgroep c. Integratiefase (januari - maart 2007): Thema’s integreren in een uitvoerings- en ontwikkelingsprogramma Convenant opstellen met; - Provincie Noord-Brabant - Gemeenten Hilvarenbeek en Reusel-De Mierden - Waterschap De Dommel - Landgoed De Utrecht/Fortis d. Rapportage en convenant opstellen (maart 2007 - april 2008) Verschillende rapportages opstellen en waar nodig aanpassen: - Intentieverklaring - Goedkeuring gemeenteraden - Principebesluit - Convenant
Stuurgroep Landgoed De Utrecht
11
November 2007
Integraal Ontwikkelingsprogramma Landgoed De Utrecht
e. Uitvoeringsfase 2007-2017: Valt buiten scope van het project, maar hiermee begint het feitelijk realiseren van het nieuwe evenwicht op Landgoed De Utrecht.
Brede groep
a. Oriëntatiefase
Stuurgroep
b. Uitwerkingsfase
Landbouw, Water en Natuur
Wonen, Werken en Leefbaarheid
Recreatie & Toerisme en Cultuurhistorie
Integratiegroep
c. Integratiefase
d. Rapportage en Convenant
Stuurgroep
e. Uitvoering
Bestuurlijke commissie
Figuur 2.1, Schema projectfasering
Het opstellen van de rapportage wordt door de stuurgroep uitgevoerd en leidt in nauwe samenwerking met provincie, beide gemeenten en waterschap tot het convenant. De uitvoering wordt door diverse partijen zelf gedaan, onder supervisie van een bestuurlijke commissie (bestaande uit vertegenwoordigers van de convenantpartners), verantwoordelijk voor de monitoring en bevordering van de voortgang van de projecten. Tijdens de fasen a t/m d blijft de stuurgroep regie voeren en worden beide gemeentebesturen, Gedeputeerde Staten en de Commissaris van de Koningin op de hoogte gehouden van de ontwikkelingen.
2.2 Opzet van het project Het is van belang om voldoende draagvlak te creëren voor het integraal ontwikkelingsprogramma, de doelgroep bestaat dan ook uit alle partijen (brede groep) die een belang hebben op het landgoed, nl; – Brabants Particulier Grondbezit; – Streekhuis Beerze Reusel; – Gemeente Hilvarenbeek; – Gemeente Reusel- De Mierden; – Provincie Noord-Brabant; – (Hoeve) pachters; – Recreatie-ondernemers; – Bewoners; – Brabantse Milieu Federatie; – Heemkundige kringen Reusel, De Mierden en Esbeek; – ZLTO; – Waterschap De Dommel; – Kamer van Koophandel; – Samenwerkingsverband Regio Eindhoven. Partijen uit de brede groep hebben vervolgens voor de uitwerking zitting genomen in een drietal werkgroepen (zie ook 2.3). Hierin heeft met name de ambtelijke vertegenwoordiging een inbreng gehad, terwijl in de brede groep ook bestuurders vertegenwoordigd waren.
Stuurgroep Landgoed De Utrecht
12
November 2007
Integraal Ontwikkelingsprogramma Landgoed De Utrecht
De stuurgroep heeft aanzet gegeven tot het opstellen van het ‘Integraal Ontwikkelingsprogramma Landgoed De Utrecht’. Het proces is door de stuurgroep begeleid en deze stuurgroep heeft tevens de eindverantwoordelijkheid over het project. Fortis/ De Utrecht Brabants Particulier Grondbezit Streekhuis Beerze Reusel
Bas Wolters Arno de Schepper (voorzitter) Rick van den Berg en Wiet van Meel (t/m december 2006)
Samenwerkingsverband Regio Eindhoven
Maikel Denissen en Karin Bakker
Figuur 2.2 Samenstelling stuurgroep
Naast afstemming in stuurgroep en werkgroepen heeft in het project afstemming plaatsgevonden met diverse andere partijen. Voor een overzicht hiervan, zie bijlage 1, overzicht van betrokkenen.
2.3 Uitwerking in werkgroepen en integratie Elke werkgroep had in de uitwerkingsfase de opdracht om de, reeds als aanzet door de stuurgroep aangegeven, indicatieve lijst deelprojecten binnen haar eigen thema aan te vullen. Vervolgens is elke werkgroep gevraagd per deelproject een uitvoeringsgereed plan op te stellen dat als onderdeel in een totaalconvenant kan worden ingebracht. Voor deze projectplannen diende commitment van betrokken partijen geborgd te zijn. De deelnemers van de werkgroepen dienden terugkoppeling met hun eigen achterban te realiseren. Tevens heeft er terugkoppeling plaatsgevonden met de gebiedscommissie Beerze Reusel van de provincie Noord-Brabant over de haalbaarheid van het project. De samenstelling van de werkgroepen en hun resultaten worden toegelicht in hoofdstuk 3. De deelprojecten zijn tijdens de integratiefase samengevoegd, waarna de stuurgroep en een integratiegroep (zie 3.4) op basis van een integrale afweging de keuze heeft gemaakt welke projecten daadwerkelijk uitgevoerd gaan worden.
Stuurgroep Landgoed De Utrecht
13
November 2007
Integraal Ontwikkelingsprogramma Landgoed De Utrecht
3. Resultaten per werkgroep en integratie In dit hoofdstuk wordt per werkgroep aangegeven welke projecten uitgevoerd zullen gaan worden. In eerste instantie is alle partijen gevraagd hun ideaalbeeld en prioriteitsplaatje voor te leggen. Dit ideaalbeeld en de daaruit voortvloeiende prioriteiten vormen de basis voor de integrale afweging. Iedere paragraaf in dit hoofdstuk verwijst naar een uitvouwkaart in hoofdstuk 7 van dit rapport. In de tekst zijn tussen blokhaken [ ] cijfers opgenomen, die verwijzen naar locaties op de kaart. De locaties die werkelijk worden gerealiseerd zijn op de kaart aangegeven. Achtereenvolgens wordt in dit hoofdstuk ingegaan op de resultaten van de werkgroepen ‘Landbouw, Water en Natuur’, ‘Recreatie & Toerisme en Cultuurhistorie’ en ‘Wonen, Werken en Leefbaarheid’.
3.1 Landbouw, Water en Natuur (zie kaart paragraaf 7.1) De werkgroep ‘Landbouw, Water en Natuur’ bestond uit Sjef Oerlemans (ZLTO/hoevepachters), Nynke Heeg (waterschap De Dommel), Loek Hilgers (BMF), Harry Wouters (gemeente Reusel-De Mierden), Heine Van Maar (provincie Noord-Brabant), Bas Wolters (Fortis/De Utrecht) en Arno de Schepper (BPG) die het voorzitterschap van deze groep vervulde. De werkgroep werd ondersteund door Karin Bakker en Maikel Denissen (SRE). Vanuit gemeente Hilvarenbeek heeft niemand geparticipeerd in de werkgroep, maar heeft regelmatig terugkoppeling plaatsgevonden met dhr. Wim Waarma (gemeente Hilvarenbeek), 3.1.1 Landbouw Landbouw is een van de belangrijkste thema’s van het landgoed. Vooral vanwege het feit dat de agrarische sector de grootste economische drager van het landgoed is. Echter, vanwege de trend van achteruitgang in de landbouw, komen er de komende 10 jaar landbouwgronden vrij. Om het landgoed in balans te houden is het van belang om naast de economische, ook de ecologische en maatschappelijke functies duurzaam te versterken. Door de integrale aanpak is het mogelijk om de vrijkomende landbouwgronden niet alleen in te zetten voor uitbreiding van blijvende agrarische bedrijven, maar ook voor de uitvoering van natuur- en waterprojecten. Er zijn op dit moment 11 hoevepachters op het landgoed aanwezig. Van deze 11 zullen er binnen de looptijd van het project 3 stoppen. Samen met het reeds beschikbare areaal, vormt de grond van deze 3 stoppers een beschikbaar grondaanbod van 150 hectare. Het ideaalbeeld vanuit de landbouw zou zijn dat voor de blijvende hoevepachters die willen groeien ook een onbelemmerde groei mogelijk kan zijn. Van de 8 blijvende bedrijven hebben er 5 aangegeven de komende 10 jaren te verwachten extra grond te willen pachten voor de groei van hun bedrijf. Het gaat daarbij zowel om bedrijven met uitbreidingswensen in de agrarische tak als om bedrijven die verbrede activiteiten willen starten of uitbouwen. Deze bedrijven zullen tegen marktconform tarief worden tegemoetgekomen in hun grondbehoefte. Per saldo zal de landbouw op het landgoed afnemen, maar de bedrijven die willen groeien, kunnen dan toch hun groei realiseren. Het voornemen om de geasfalteerde wegen te renoveren zal met name tegemoet komen aan de melkveebedrijven die problemen aangeven met de melkafvoer in de winterperiode en voor de aanvoer van kunstmest en krachtvoer.
Foto 3, Slecht wegdek Landgoed De Utrecht
Stuurgroep Landgoed De Utrecht
14
November 2007
Integraal Ontwikkelingsprogramma Landgoed De Utrecht
3.1.2 Water Eerste uitgangspunt voor waterschap De Dommel is de realisatie van de natte natuurparels. Daarnaast heeft het waterschap een algeheel doel om de verdroging op te heffen voor het hele landgoed. Voor het opheffen van de verdroging op het landgoed zijn maatregelen nodig. Het waterschap heeft aangegeven géén vernatting van agrarische gronden na te streven. Voor het opheffen van de verdroging gaat het waterschap uit van een maximale te accepteren rendementsschade zonder schadevergoeding voor het bosbouwbedrijf van 5%. Op dit moment kan het waterschap nog niet aangeven welke gevolgen de realisatie van de natte natuurparels voor de omliggende gronden heeft. Daar waar onverhoopt op landbouwgronden natschade optreedt als gevolg van realisatie van de natte natuurparels wordt een schaderegeling overeen gekomen. Vanuit het ideaalbeeld zijn voor water voorstellen gedaan voor het realiseren van: • De natte natuurparels Mispeleindsche- en Neterselse Heide [1] en Reuseldal [2] en het brongebied Hoogeindschebeek [3] • Natte natuurparel [4] • natte EVZ Hoogeindsche beek (incl. herstel Gagelmoeras) [5] en De Aalst; • Herstel van een natte zone rond Bolgoor en Goor. • Helofytenfilter [6] (te zien in relatie met natte natuurparel Hoogeindschebeek) 3.1.3 Natuur Voor het ideaalplaatje voor natuur is vanuit een tweetal invalshoeken naar het landgoed gekeken: Invalshoek water • Omvorming naaldbos naar loofhoutbos; • Herstel brongebieden Hoogeindschebeek [3], Golfbaan en Turfven [7]; • Ven-moerasherstel/ heide bij Aanrijt/Groot Goor, Bolgoor, Panneven en Goor en Flaes [8]; • Bufferzone Goor en Flaes [9]. Invalshoek soortbescherming • Herstel houtwallen in agrarisch gebied; • Aanleg (vochtige) heidevegetaties, afgewisseld met soortenrijk weiland en akkers [10]; • Dynamisch bosrandenbeheer [11] en plaatselijk kapvlaktegewijze verjonging binnen het geïntegreerd bosbeheer; • Verbindingszone Moerbleek-Turfven; • Verhogen aandeel inheemse boomsoorten; • Heidebeheer door beweiding met Kempische Heideschapen. Gedurende de looptijd van het project is vanuit natuur ook nog een wens ingebracht tot herstel van een stuifduin bij het cultuurhistorisch buurtschap Dun [12] door ontbossing. Realisatie van de projecten draagt bij aan bescherming, herstel en/of uitbreiding van de leefgebieden voor de volgende soorten: - Kerkuil en steenuil, met behoefte aan houtwallen in agrarisch gebied; - Korhoen, in samenhang met overige gebieden in Beerze Reusel. Heideherstel nodig, afgewisseld met soortenrijk weiland en akkers, waarin solitaire vliegdennen ook belangrijk zijn. Landgoed De Utrecht zou als schakel in een groter geheel van leefgebieden kunnen fungeren; - Nachtzwaluw, waarbij vormen van kapvlaktegewijze verjonging geschikte opties zijn voor de korte termijn. Op de lange termijn is er behoefte aan dynamisch beheerde bosranden; - Gladde slang, die gedijt in een vergelijkbare biotoop als de nachtzwaluw, maar die in De Kempen ook in vochtigere terreinen met Dopheide voorkomt. Vooral bij Moerbleek liggen er goede opties voor uitbreiding van het leefgebied; Voorbeeld van synergie tussen de thema’s Natuur, Cultuurhistorie en Economie: Het Kempisch Heideschaap Vanuit natuur, maar ook vanuit cultuurhistorie, liggen er wensen voor een flinke toename van het areaal heide op het landgoed. Voor het heidebeheer wordt het Kempisch Heideschaap ingezet. Dit schaap kwam van oudsher in De Kempen voor en wordt nu in het gebied geherintroduceerd. Het vlees van het Kempisch Heideschaap wordt als streekproduct verkocht. Daarmee worden met de inzet van het Kempisch Heideschaap economische (streekproduct), ecologische (heidebeheer) en cultuurhistorische (herintroductie verdwenen soorten) doelen gediend.
Stuurgroep Landgoed De Utrecht
15
November 2007
Integraal Ontwikkelingsprogramma Landgoed De Utrecht
3.2 Recreatie & Toerisme en Cultuurhistorie (zie kaart paragraaf 7.2) De werkgroep ‘Recreatie & Toerisme en Cultuurhistorie’ bestond uit Jan van Helvoirt en Peter de Laat (heemkundekring Esbeek), Joep Verspaandonk (heemkundekring De Mierden), Werner Gerritsen (recreatie-ondernemers), Gijs Bosch (KvK), Har Kuijpers (provincie Noord-Brabant), Mark van Doormalen (gemeente Hilvarenbeek), Wil Panjoel (gemeente Reusel-De Mierden), Bas Wolters (Fortis/De Utrecht) en Wiet van Meel (Streekhuis Beerze Reusel) die de werkgroep heeft voorgezeten. Karin Bakker en Maikel Denissen (SRE) hebben de werkgroep ondersteund. 3.2.1 Recreatie & Toerisme Recreatie & Toerisme dient zowel een maatschappelijk als een bedrijfseconomisch belang in het project. Het maatschappelijk belang bestaat uit het feit dat het landgoed grote groepen recreanten, maar ook toeristen trekt die hier genieten van het aanbod aan natuurschoon en faciliteiten. Dit vormt tegelijkertijd een bedrijfseconomisch belang omdat een florerende toeristisch-recreatieve sector op het landgoed zorgt voor pachtinkomsten. Vertrekpunt voor de werkgroep ‘Recreatie & Toerisme en Cultuurhistorie’ was de indicatieve projectenlijst die bij de start van het project door de stuurgroep was opgesteld. Er valt onderscheid te maken tussen projecten waarvoor op dit moment reeds een trekker bestaat en die dus concreet te beschrijven zijn en projecten waarvoor nog geen trekker bestaat, maar waarvoor in een toekomstvisie wel mogelijkheden moeten worden geschapen. In eerste instantie waren meer toeristisch-recreatieve mogelijkheden beoogd maar na consultatie met bewoners en politiek is besloten een groot aantal mogelijkheden te schrappen. Om de inkomstenderving van beoogde inkomsten vanuit recreatie te compenseren is de omvorming van een tweetal kapschuren tot permanente bewoning meegenomen. Het gaat daarbij dus niet om nieuwbouw maar om vervanging van recreatie in het kader van de kwaliteit van het totale plan. Hierop wordt nader ingegaan in paragraaf 3.3.1 Wonen. 1
2
Achtereenvolgens worden de recreatieprojecten geschetst ( ) ( ); • Realiseren uitkijktoren [13] (trekker: heemkundekring Esbeek) Bij het Goorven en in de omgeving van De Flaes wil de heemkundekring uitkijktorens realiseren, waarbij in de uitwerking door de werkgroep met name de uitkijktoren in de omgeving van De Flaes is opgepakt. Een concreet voorstel wordt inmiddels uitgewerkt; • Vastleggen historie Landgoed De Utrecht (trekker: Fortis Vastgoed) Dit project heeft geen ruimtelijke invloed, maar dient in de bedrijfseconomische afweging wel te worden meegenomen. De rentmeester van het landgoed heeft hierover contacten gelegd en werkt dit verder uit, waarbij de heemkundekringen een bijdrage leveren; • Zonering/routes (trekker: gemeenten Reusel-De Mierden en Hilvarenbeek / Fortis Vastgoed) Het SRE is op grondgebied van de gemeente Reusel-De Mierden bezig is met het aanleggen van een wandelknooppuntensysteem. Voor dit deel zijn het SRE en de gemeente Reusel-De Mierden dus trekker. Met de gemeente Hilvarenbeek en Land van de Hilver wordt afgestemd hoe aansluiting op dit systeem gerealiseerd kan worden. Ook overige routestructuren en het onderwerp zonering en de daaraan gekoppelde sturing van mensen door het gebied, blijft een punt van aandacht voor zowel het landgoed als beide gemeenten. Hierbij gaat het niet alleen om routestructuren, maar ook wordt door het plan de kostbare renovatie van wegen mogelijk om de toename van het verkeer met name op de Prins Hendriklaan op een veilige manier mogelijk te blijven maken. Zonder renovatie zal afsluiting voor doorgaand verkeer onvermijdelijk worden; • Aanleggen halfverhard fietspad Dunsedijk (trekker: gemeente Reusel – De Mierden) De gemeente Reusel – De Mierden wil een zogenaamd halfverhard fietspad aan leggen aan de oostzijde van het bestaande zandpad, in het verlengde van de verharde weg Dunsedijk in noordelijke richting. De gemeente is voornemens om eigenaar te worden van de ondergrond van het fietspad. Om Fortis te compenseren, maar ook om te compenseren ten behoeve van bos en natuur, heeft de gemeente een perceel beschikbaar van circa 2 ha (compensatie 1:2). • Herinrichting parkeerplaats Bockenreijder [14]. (trekker ondernemer)
1
Uitbreiding groepsaccommodatie De Kievit loopt conform bestaand beleid. Procedure loopt via geplande en geaccordeerde uitbreiding volgens partiële wijziging in bestemmingsplan. 2 De mogelijkheid voor realisatie van vakantiewoningen bij de golfbaan is reeds opgenomen in een specifiek daartoe opgesteld bestemmingplan voor de golfbaan uit de jaren ‘90. Beide projecten maken daarom geen onderdeel uit van onderliggend ontwikkelingsplan.
Stuurgroep Landgoed De Utrecht
16
November 2007
Integraal Ontwikkelingsprogramma Landgoed De Utrecht
•
Realisatie beeldentuin en uitbreiding galerieruimten in bestaand gebouw galerie Ingenhoven [15] (trekker: ondernemer) De ondernemer wil een extra stuk grond in gebruik nemen en inrichten als heide met daarin beelden en daarnaast een bestaande stal inrichten als atelier; • Intensivering economisch gebruik Vijfsprong [16] (geen directe trekker) Op dit moment richt ’s zomers een ijsverkoper af en toe een klein terrasje in. Volgens de vertegenwoordigers van de gemeente Reusel-De Mierden is op deze locatie een iets zwaardere vorm van niet-permanente horeca mogelijk. Daarmee wordt ook mogelijk in de afspraken met de ondernemer het voorkomen van overlast door zwerfvuil expliciet mee worden genomen. • Revitaliseren natuurkamperen, De huidige 11 kleinschalige natuurkampeerterreinen, zonder voorzieningen, worden teruggebracht naar 1 locatie met een eigentijds voorzieningenniveau zodat deze kunnen bijdragen aan het economisch rendement. Initiatief natuurkamperen Torenlaan [17] (trekker: ondernemer) Op deze locatie houdt een bestaande ondernemer op dit moment een tiental Merenspaarden die daar in een semi-natuurlijk kuddeverband leven. Dit maakt deel uit van de levensfilosofie van de ondernemer om bezig te zijn met natuurlijke processen, in het bijzonder ten aanzien van paarden. De ondernemer wil deze filosofie ook uitdragen naar derden en geeft daartoe in samenwerking met de landelijke organisatie Terra Natura cursussen in communiceren met paarden en het bewust paardrijden. Ook heeft de ondernemer de wens geuit om mee te werken aan het beheer van natuurterreinen op het landgoed daar waar beweiding met paarden samen kan gaan met het instant houden van specifieke terreintypes. Gevraagd wordt een bestemming waarbinnen acht keer per jaar een tweedaagse cursus kan worden gegeven voor 10-15 personen die op het terrein in tenten overnachten en waarbinnen gedurende negen maanden per jaar een niet permanente schuil/ lesruimte kan worden geplaatst. • Hergebruik bestaande gebouwen en locaties [18, 19, 20, 21, 22] Kapschuur Tulder 1 [18] (trekker huidige erfpachter) De huidige recreatieve bestemming die reeds op de kapschuur rust, wordt aangevuld tot 1 vakantiewoning en de dagrecreatieve mogelijkheid voor gebiedseigen activiteiten gericht op natuurbeleving en natuureducatie. Kapschuur Tulder 2 [19] (trekker huidige huurder) Legalisering van het huidige gebruik als stal. Kapschuur Tulder 3 [20] (trekker Fortis) Bestemming permanente bewoning (zie 3.3.1. wonen) Kapschuur Engelse Tuin [21] (trekker Fortis) Bestemming permanente bewoning (zie 3.3.1. wonen) Ossenstal [22] (trekker Fortis) Bij de Ossenstal is recreatief gebruik mogelijk, met een omvorming naar 2 vakantiewoningen. Op basis van de indicatieve gebruiksmogelijkheden die voor natuurkamperen en hergebruik van bestaande gebouwen en locaties worden geschetst, wordt de gemeenten gevraagd ook deze mogelijkheden in hun bestemmingsplannen te realiseren, zodat snel tot uitvoering kan worden gekomen zodra zich voor deze projecten een trekker meldt. Uitgangspunt is dat het huidig gebruik tot die tijd is toegestaan en dat het gebruik van Kapschuren Tulder 1 [18] als vakantiewoning en Tulder 2 [19] als paardenstalling wordt gelegaliseerd.
Foto 4, Ossenstal
Stuurgroep Landgoed De Utrecht
17
November 2007
Integraal Ontwikkelingsprogramma Landgoed De Utrecht
3.2.2 Cultuurhistorie Behoud en versterking van de cultuurhistorie vormt met name een maatschappelijk belang, waar in de exploitatie geld op wordt toegelegd. Door de integrale aanpak van het ontwikkelingsplan is het echter financieel haalbaar te maken door de kosten voor cultuurhistorie te dekken uit inkomsten uit andere projecten. In Landgoed De Utrecht ligt een drietal oude, middeleeuwse buurtschappen: Dun, Lange Gracht en Tulder. Deze buurtschappen kennen een ‘ingeslapen’ karakter. Bij het ontstaan van Landgoed De Utrecht zijn veel huisplaatsen verdwenen en akkers, tuinen en beemden bebost. De woeste gronden met heidevelden, die de buurtschappen vanouds omringden, zijn bij de ontginning van het landgoed omgezet in landbouwgrond en bos. De buurtschappen zijn als zodanig slecht herkenbaar en beleefbaar. Er is echter nog meer cultuurhistorie te vinden op het landgoed. Zo liggen her en der in het bos nog wallichamen van vroegere houtwallen die deze complexen begrensden. Voor het beter herkenbaar en beleefbaar maken van de buurtschappen zijn tal van ingrepen denkbaar. Per historisch-landschappelijke component van de buurtschappen zijn deze: • Huisplaats: Aanplant van kenmerkende erfbeplanting, zoals lindebomen, fruitbomen, notenbomen en/of hagen. Plaatsing van panelen met informatie over de naam van het erf en over vroegere bewoners. Zichtbaar maken van de contouren van verdwenen bebouwing. • Voorde: Herstel toegangswegen en beekbodem ter plaatse verstevigen/opvullen met dunne laag zwerfstenen. • Water (poel, waterloop): Uitgraven en/of periodiek uitbaggeren. Accentueren door beplanting op oevers. • Houtwal: Herstel wallichaam en aanplant/beheer hakhout. • Oud cultuurland (akker, tuin, beemd): Gebruik als akker, tuin of weiland. In geval van bebost oud cultuurland kan het bos worden gekapt/gerooid. • Woeste grond (heide, stuifzand): In geval van bebost gebied kan het bos (grotendeels) worden gekapt/gerooid. De heide hoeft echter niet persé het karakter van een grote open, boomloze en paarse heide te hebben, maar kan ook (deels) bestaan uit gras. Hier en daar kunnen bomen/boomgroepen worden gehandhaafd, met name als het oudere loofbomen betreft. Stuifzand bij voorkeur forceren door hele vegetatie weg te halen. De werkgroep heeft in het kader van het integrale ontwikkelingsplan de volgende cultuurhistorische projecten besproken: • Accentueren cultuurhistorie in het landschap [23, 24 en 25] (trekker: Fortis / Heemkundekring Esbeek) Een voorstel is opgesteld door de heemkundige kringen en met steun van het bureau Cultuurhistorie van de provincie. Het voorstel behelst het in het landschap zichtbaar maken van middeleeuwse landbouwenclaves d.m.v. heideherstel en hakhoutwallen, het herstellen van een stuifduin bij de oude enclave Dun en het reconstrueren van een historische landbouwkavel met oude gewassen. Om de ‘ingeslapen’ buurtschappen Dun, Lange Gracht en Tulder te verbinden, zowel onderling, als met enkele niet ‘ingeslapen’ buurtschappen (Hoogeind, Groenstraat) direct buiten het landgoed, kan een route worden gerealiseerd, grotendeels over bestaande wegen en paden voor voetgangers, fietsers en menners. Tussen Lange Gracht en Dun is herstel van een stuk pad/weg nodig. Bij Dun is herstel van de voorde nodig wil de route ook toegankelijk worden voor huifkartochten. Aan de route kan een infopunt worden gekoppeld, bijv. in een te herplaatsen oude kapschuur op een van de oude huisplaatsen (bijv. bij Kleine Lange Gracht). De route kan worden gecombineerd met (herstel van) oude wallen op oude gemeyntgrenzen, zoals de Lange Gracht (zie bijlage 2). • Herstel en benutting arboretum Arnoldspark [26] (trekker: Fortis) Herstel en mogelijk gebruik als kleinschalig (groen) evenemententerrein. Gedacht wordt aan 5 tot circa 8 evenementen per jaar met maximale bezoekersaantallen van 500 tot circa 1000 bezoekers. Het gaat om vergunningplichtige evenementen. Parkeren zal plaatsvinden op tijdelijk daarvoor aan te wijzen aangrenzende landbouwgronden.
Stuurgroep Landgoed De Utrecht
18
November 2007
Integraal Ontwikkelingsprogramma Landgoed De Utrecht
• Inzet Kempisch Heideschaap Het heidebeheer wordt gericht op de gebruikmaking van een kudde van dit historische ras. Tevens wordt overwogen of het mogelijk is de kudde op het landgoed te vestigen. De aanwezigheid van cultuurhistorische waarden op het landgoed kan met zich meebrengen dat er bij een aantal projecten archeologisch onderzoek verricht moet worden, alvorens de projecten kunnen worden opgestart.
Voorbeeld van synergie tussen de thema’s Cultuurhistorie, Natuur en Recreatie: Accentueren cultuurhistorie in het landschap Het landgoed kent drie middeleeuwse landbouwenclaves bij Tulder, Dun en Lange Gracht. Door deze enclaves zichtbaar te maken d.m.v. heideherstel en het terugbrengen van hakhoutwallen, wordt het cultuurhistorische aspect van het landgoed versterkt. Het plan behelst tevens het terugbrengen van een stuifduin bij Dun, wat niet alleen wenselijk is vanuit cultuurhistorie, maar wat ook vanuit natuuroogpunt gewenst is. De cultuurhistorische route die de drie enclaves verbindt, vormt tevens een recreatief element, waarmee ook het economische doel gediend is.
3.3 Wonen, Werken en Leefbaarheid (zie kaart paragraaf 7.3) De werkgroep ‘Wonen, Werken en Leefbaarheid’ bestond uit Han de Vries (bewonersvereniging), Ron Wetzer (provincie Noord-Brabant), Wim Waarma (gemeente Hilvarenbeek), Gré Linden (gemeente Reusel-De Mierden), Rick van den Berg (Streekhuis Beerze Reusel) en Bas Wolters (Fortis/De Utrecht). Wim Waarma heeft als gespreksleider voor deze werkgroep gefungeerd. De werkgroep werd ondersteund door Karin Bakker en Maikel Denissen (SRE). Vanuit maatschappelijk oogpunt is het wenselijk dat de leefbaarheid op het landgoed gehandhaafd blijft. Het realiseren van woonfuncties draagt in het integrale plan bij aan de financiële haalbaarheid van de maatschappelijk gewenste ontwikkelingen. In het kader van de landgoedregeling wordt een 20-tal huizen van aanzien met omringende nieuwe en bestaande natuur gerealiseerd, die in het vervolg van dit stuk als buitenplaatsen aangeduid zullen worden. Het wonen wordt landschappelijk en cultuurhistorisch verantwoord ingepast. Bij de uitgifte in erfpacht van de bouwkavels zullen deze gedurende een periode van 3 maanden exclusief worden aangeboden aan de inwoners van de gemeenten Hilvarenbeek en Reusel-De Mierden. 3.3.1 Wonen De werkgroep ‘Wonen, Werken en Leefbaarheid’ heeft zich vooral gericht op het vinden en beoordelen van mogelijke locaties voor het realiseren van 20 nieuwe buitenplaatsen in het kader van ‘Rood voor Groen’. De volgende locaties zijn daarbij de revue gepasseerd: • Goor, aansluitend bij bestaande bebouwing. De enige ruimte die de komende periode vrijkomt ligt echter in de EHS, waardoor deze locatie niet bruikbaar is voor woningbouw; • Nabij de Ossenstal, locatie komt echter niet beschikbaar in de looptijd van het project; • Boschhoeve; • Roovertsebaan; • Dunsedijk nabij zes woningen, twee locaties (houtopslag en paardenwei); • Dunsedijk nabij golfbaan. Deze grond ligt in de EHS, waardoor deze locatie niet bruikbaar is voor woningbouw; • Lange Gracht, te ontsluiten via de Kinderlaan; • Hoogeindschestraat. Na het uitwerken van de locaties, overleg met bewoners en het toetsen aan criteria vanuit de landgoedregeling zoals bereikbaarheid, aansluiting bij bestaand rood en infrastructuur zijn er na uitgebreide overwegingen 5 locaties overgebleven, met een totale theoretische mogelijkheid tot het realiseren van maximaal ca. 38 buitenplaatsen; • Boschhoeve met een oppervlakte van 25 ha, mogelijkheid tot ca. 10 buitenplaatsen;
Stuurgroep Landgoed De Utrecht
19
November 2007
Integraal Ontwikkelingsprogramma Landgoed De Utrecht
• • • •
Roovertsebaan met een oppervlakte van 20 ha, mogelijkheid tot ca. 10 buitenplaatsen; Dunsedijk met mogelijkheid tot ca. 3 buitenplaatsen; Lange Gracht met een oppervlakte van 30 ha, mogelijkheid tot ca. 10 buitenplaatsen Hoogeindschestraat met een oppervlakte van 5 ha, mogelijkheid tot ca. 5 buitenplaatsen.
Na de integrale afweging, waarbij het aantal buitenplaatsen is teruggebracht naar 20 stuks, is de locatie Boschhoeve alsnog afgevallen vanwege de ligging centraal in het landgoed. Locatie Roovertsebaan is in de optiek van de werkgroep Wonen, Werken en Leefbaarheid vanwege het huidig gebruik als landbouwgrond, het open karakter en de beperkte afstand tot twee gasstations, een grote camping en reeds bestaande woningen niet aan te merken als een zodanig ongerept gebied, dat dit gebied daardoor als woningbouwlocatie zou moeten afvallen. Vanuit de landgoedregeling wordt gestreefd naar realisatie aan de randen van het landgoed; dit wordt ondersteund door de wensen van de provincie Noord-Brabant en beide gemeenten. Na overleg met bewoners en de gemeente Hilvarenbeek is door de stuurgroep heroverwogen om het aantal recreatieve ontwikkelingen te verminderen en voor de woonlocatie Roovertsebaan een alternatieve locatie te zoeken. Deze is gevonden in de locatie Tuldensedijk. Gezien de nabijheid van de natte natuurparel worden door bureau Natuur van de provincie respectievelijk het Waterschap de volgende eisen gesteld: Bureau Natuur: Bebouwing dient in de beoogde locatie zo ver mogelijk van de natte natuurparel geplaatst te worden. Zorg voor een goede inpassing, zodat de woningen visueel voldoende zijn afgeschermd van de natte natuurparel; Waterschap: De vraag lag voor of er gebouwd mag worden in de beschermingszone (500 meter zone) van de natte natuurparel van de Hoogeindse Beek. In de natte natuurparel mag niet gebouwd worden. De beoogde locatie ligt echter niet in de natte natuurparel, maar in de beschermingszone van de natte natuurparel. In de beschermingszone geldt een hydrologische stand-still. Deze bescherming is geregeld in de provinciale Verordening waterhuishouding en in de Keur van het Waterschap. Er mogen in deze gebieden geen activiteiten plaatsvinden die een verslechtering van de waterhuishoudkundige situatie van de natte natuurparel tot gevolg hebben. Dat houdt in dat de ontwikkeling van een locatie hydrologisch neutraal uitgevoerd moeten worden. Bij het herstel van de natte natuurparel kunnen uitstralingseffecten ontstaan richting de beschermingszone. Bij de ontwikkeling van een locatie worden de uitstralingseffecten als gevolg van het herstel van de natte natuurparel door Fortis geaccepteerd. Bij de ontwikkeling van de bouwlocatie Tuldensedijk wordt Waterschap De Dommel nauw betrokken. Hiermee is nauwkeuring nagegaan dat deze locatie toelaatbaar is en inmiddels akkoord bevonden door het Waterschap, bureau Natuur en afdeling RO van de provincie. Om de inkomstenderving vanuit recreatie te compenseren is de omvorming van een tweetal kapschuren tot permanente bewoning meegenomen. Door deze omvorming blijven de karateristieke kapschuren voor het landgoed behouden. Het gaat daarbij dus niet om nieuwbouw maar om vervanging van recreatie in het kader van de kwaliteit van het totale plan. Het betreft twee schuren die gebouwd zijn om het hout te bergen, dat tijdens de grote stormen van 1972/1973 is omgewaaid. Zij vormen daarmee een markering van deze voor het landgoed zeer ingrijpende gebeurtenis die nog steeds gevolgen heeft voor de bosexploitatie. Het gaat hierbij om kapschuren die qua beeldkwaliteit en uitstraling behoren tot het totaal concept van het landgoed en ook daarom als cultuurhistorisch waardevol worden gezien. Vanuit de politiek is er met klem op aangedrongen om de bouwlocaties naar geur te verifiëren naar aanleiding van de nieuwe Wet geurhinder en veehouderijen (Wgv). Om de geurgevoelige objecten tegen geurhinder vanuit de veehouderijen te beschermen is een norm gesteld aan de maximaal toelaatbare geurbelasting. Om voor de vier woningbouwlocaties het leefklimaat te beoordelen is een onderzoek uitgevoerd om de geurcontouren in beeld te brengen. 3
De Wgv gaat uit van normstelling op basis van odeureenheden per kubieke meter (OuE/m ), waarbij een onderscheid gemaakt wordt tussen voorgrondbelasting (de uitstraling van één bedrijf) en achtergrondbelasting (de impact van alle bedrijven in de omgeving). Met betrekking tot de 3 voorgrondbelasting bedraagt de wettelijke norm 14 OuE/m voor wat betreft de geurbelasting op woningen in het buitengebied. Dit betekent dat de voorgrondbelasting in alle gevallen kleiner is dan 14 3 OuE/m . Tevens is aangegeven dat er buiten de wettelijk vereiste vast afstand van 50 meter van omliggende bedrijven zal worden gebouwd. In figuur 3.1 wordt de voorgrondbelasting weergegeven van de bedrijven in de omgeving van de beoogde bouwlocaties.
Stuurgroep Landgoed De Utrecht
20
November 2007
Integraal Ontwikkelingsprogramma Landgoed De Utrecht
Figuur 3.1 Voorgrondbelasting beoogde bouwlocaties
De voorgrondbelasting is vooral bepalend voor de vraag of in de huidige situatie woningen gevestigd kunnen worden op een bepaald punt, waarbij een acceptabel woonklimaat gegarandeerd blijft. De achtergrondbelasting is met name van belang waar het de bescherming van agrariërs betreft. Wellicht is het mogelijk om in de huidige situatie te bouwen, maar zou nieuwbouw de uitbreidingsmogelijkheden voor agrariërs in de toekomst beperken. Daarom is in dit plan getoetst aan een maximaal scenario van groei door de landbouw. Voor wat betreft de achtergrondbelasting zijn de gebieden met waarden 20-50 en 50-500 niet geschikt voor nieuwe woningen. De lichtgele gebieden met waarde 10-20 zijn wel geschikt voor bewoning. Op de tekening is te zien dat de zoekgebieden Tuldensedijk, Hoogeind en Lange Gracht geen belemmeringen ondervinden en dat één van beide zoeklocaties bij Dunsedijk door de geurproblematiek af dient te vallen. De huidige houtopslag aan de Dunsedijk is daarom op basis van het geuronderzoek geschrapt als mogelijke ontwikkelingslocatie. De achtergrondbelasting ter plaatse van alle plangebieden in de huidige situatie is ten hoogste 8 OuE/ 3 m en er is dan ook sprake van een goed woon- en leefklimaat. De worst-case situatie, waarbij alle bedrijven maximaal uitbreiden tot aan het eerste beperkende object 3 (zie figuur 3.2), zou op maximaal 20 OuE/M uitkomen in plangebieden Tuldensedijk, Lange Gracht en Dunsedijk. Dit komt overeen met een hinderpercentage van maximaal 20%. Dit is een woon- en leefklimaat, dat als acceptabel beschouwd wordt voor woningen in het buitengebied.
Stuurgroep Landgoed De Utrecht
21
November 2007
Integraal Ontwikkelingsprogramma Landgoed De Utrecht
Figuur 3.2 Maximaal toekomstige achtergrondbelasting beoogde bouwlocaties
Na onderzoek wordt geconcludeerd dat de geurbelasting in de toekomstige situatie toe kan nemen, maar binnen alle locaties kan een acceptabel woon- en verblijfklimaat worden gegarandeerd. Vanuit de veehouderij is het tevens van belang om middels een geuronderzoek in beeld te brengen of de bedrijven voor de toekomst nog uitbreidingsmogelijkheden hebben. Bouwlocaties Dunsedijk en Hoogeind liggen gedeeltelijk binnen vaste afstanden danwel geurcontouren van de omliggende bedrijven. Hier is echter binnen de bouwlocatie nog voldoende ruimte beschikbaar om buiten de contouren te kunnen bouwen. De bouwlocaties Tuldensedijk en Lange Gracht hebben geen overlapping met bestaande geurcontouren of vaste afstanden. Door realisatie van de plangebieden, rekening houdend met de contouren, worden de belangen van omliggende veehouderijen niet geschaad. De op figuur 3.3 aangegeven locaties Tuldensedijk, Hoogeind, Dunsedijk en Lange Gracht, komen in aanmerking voor realisatie van buitenplaatsen, waarvoor de huidige situatie, met zichtlijnen, houtwallen/ singels en open gebieden in beeld is gebracht (Bron: Schetsboek nieuwe buitenplaatsen op Landgoed De Utrecht, zie bijlage 4 voor onderbouwing en uitgangspunten per locatie):
Stuurgroep Landgoed De Utrecht
22
November 2007
Integraal Ontwikkelingsprogramma Landgoed De Utrecht
Figuur 3.3 Ligging woningbouwlocaties Landgoed De Utrecht
Om tot een hoogwaardige landschappelijke inpassing van de buitenplaatsen te komen is door landschapsarchitect Bertram de Rooij het schetsboek “Buitengewoon” gemaakt. Opgave daarbij was inzichtelijk maken hoe de nieuwe buitenplaatsen passend een plek kunnen krijgen in de structuur en het totaalbeeld van het landgoed en welke mogelijkheden er zijn voor de concrete vormgeving van de buitenplaatsen”. Daartoe is gestart met het maken van een kwaliteitsbeeld waarbij de historische en de huidige landschappelijke hoofdstructuur zijn beschreven met de cultuurhistorisch en archeologisch waardevolle elementen. Dit is geïllustreerd met beelden uit het veld. Op basis daarvan komt hij tot een visie voor het landgoed als geheel en een “huisstijl”. Samen met de hoofdonderdelen van de visie op nieuwe buitenplaatsen in het algemeen leidt dat tot invulling van de verschillende locaties van het landgoed met op iedere locatie toegesneden uitgangspunten die gebaseerd zijn op de specifieke kwaliteiten van die omgeving. Bij de locatie Hoogeind is dit bijvoorbeeld “accentueren overgang akkercomplex-heideontginning”, bij locatie Lange Gracht “nieuwe geïsoleerde bolle akker” en voor locatie Dunsedijk “gebruik maken en accentueren bestaand raamwerk van bos”. Voor locatie Tuldensedijk is gekozen voor “Accentueren en versterken natuurlijke grens voormalige laagte” In ieder geval zal aan de bebouwing een aantal eisen gesteld worden wat betreft stijl, gebruik van materialen en de hoeveelheid aan- en bijgebouwen, zodat gegarandeerd kan worden dat de kwaliteit van de bebouwing passend is bij de aard en stijl van het landgoed. Op deze wijze is een kwalitatief hoogwaardige inpassing van de bouwlocaties gewaarborgd. De in het schetsboek aangegeven modellenstudies dienen in het vervolgtraject als basis voor de architectonische uitwerking.
Stuurgroep Landgoed De Utrecht
23
November 2007
Integraal Ontwikkelingsprogramma Landgoed De Utrecht
Locatie Hoogeind [27] Circa 6 buitenplaatsen, in 5ha landschapspark Uitgangspunten; • Accentueren overgang akkercomplexheideontginningen • Mogelijke inspiratie kransakkerdorpenstructuur • Stapsteen in verbinding beekdalen • Inspiratie uit historische bodemopbouw en hydrologische omstandigheden (heide en natte laagte) • Behouden en waar nodig versterken raamwerk van lanen, houtwallen en singels • Ontsluiting zijde Tuldensedijk
Figuur 3.4 Locatie Hoogeind
Locatie Lange Gracht [28] Circa 7 buitenplaatsen, in 7 ha landschapspark Uitgangspunten; • Nieuwe geïsoleerde ‘bolle akker’ als stapsteen tussen historische akkers • Optimaal mogelijk agrarisch gebruik niet-gebruikte gronden en behoud herkenbare openheid heideontginning en zichtlijnen • Speels raamwerk van houtwallen en singels als ruimtelijk omkadering nieuwe enclave met spannende doorkijkjes • Gebouw alzijdig met specifiek accent op beekdal • Behouden, versterken en accentueren bestaande groenstructuren • Mogelijke kap ruilverkavelingsbosje zuidzijde om uitgegroeide houtwal/-singel beter tot recht te laten komen • Ontsluiting via Kinderlaan met respect voor beeld bestaande zandweg • De voormalige boerderij Lange Gracht heeft een duidelijke voetafdruk achtergelaten. De Huidige situatie straalt haar verleden uit, behoud van de huidige waarden (oude bomenstructuren, relief en waterput) staan centraal. Figuur 3.5 Locatie Lange Gracht
Bos
Water
Akker(complex)
Ontsluiting
Heide
Lanen
Beekdal
Bebouwingslocatie
Openheid
Stuurgroep Landgoed De Utrecht
Verbinding
Zichtlijn
24
November 2007
Integraal Ontwikkelingsprogramma Landgoed De Utrecht
Locatie Tuldensedijk [29] Circa. 6 buitenplaatsen in 5ha landschapspark. Uitgangspunten; • Inspiratie uit historische bodemopbouw en hydrologische omstandigheden: accentueren en versterken natuurlijke grens voormalige natte laagte • Cultuurzone met bebouwing gekoppeld aan Tuldensedijk en natuur zone ter versterking Broekeling/ Hoogeindsche beek • Vernatten natuurzone en inrichten tot halfopen natte bosstrook met zeer beperkte toegankelijkheid, bijvoorbeeld een knuppelpad • Ontsluiting zijde Tuldensedijk • Zicht op bebouwing vanaf Tuldensedijk en Hoogeindsestraat • Geen visuele uitstraling van de bebouwing naar de natte natuurparel
Figuur 3.6 Locatie Tuldensedijk
Locatie Dunsedijk [30] 1 buitenplaats op 0,5ha landschapspark Uitgangspunten; • Gebruik maken en accentueren bestaand raamwerk van bos • Ontsluiting vanaf Dunsedijk • Herkenbare eenheid • Zichtlijnen • Opvulling entree provinciale weg • Intieme openbare ruimten
Figuur 3.7 Locatie Dunsedijk
Bos
Water
Akker(complex)
Ontsluiting
Heide
Lanen
Beekdal
Bebouwingslocatie
Openheid
Stuurgroep Landgoed De Utrecht
Verbinding
Zichtlijn
25
November 2007
Integraal Ontwikkelingsprogramma Landgoed De Utrecht
Er is enige speling voorbehouden voor wat betreft het aantal buitenplaatsen per locatie. In totaal zullen er 20 buitenplaatsen gerealiseerd worden, waarvoor bij de locatie Lange Gracht een deel van een gemeentelijk zandpad naar de Kinderlaan, verhard dient te worden en ten behoeve van de te verbouwen kapschuur Engelse Tuin de bestaande onverharde toegangsweg. Het te verharden deel vormt circa 750 m. van het totale arsenaal van 160 km. zandpaden op het landgoed.
Foto 5 : Locatie Hoogeind
Foto 6: Locatie Tuldensedijk
Foto 7: Locatie Dunsedijk
Foto 8: Locatie Lange Gracht
3.3.2 Werken Werken valt op het landgoed naast de agrarische ondernemingen en het bosbouwbedrijf voor een groot deel onder Recreatie & Toerisme, maar kan ook in andere sectoren bijdragen aan de economische draagkracht van het landgoed. Voor werken is het uitgangspunt dat er geen grootschalige nieuwe activiteiten op het landgoed ontwikkeld moeten worden, maar dat kleinschalige activiteiten met een lage dynamiek, zoals aan huis gebonden beroepen zonder verkeersaantrekkende werking mogelijk zijn. 3.3.3 Leefbaarheid Wat leefbaarheid betreft heeft de werkgroep zich vooral gebogen over het onderwerp veiligheid. Het standpunt is dat de veiligheid het best gewaarborgd wordt door toezicht van 2 buitengewone opsporingsambtenaren (BOA’s). Het project ‘renovatie verharde wegen’ speelt ook hier een belangrijke rol. De voorgenomen renovatie van de bestaande geasfalteerde wegen zal een goede bereikbaarheid van woningen en boerderijen realiseren. Wat betreft andere leefbaarheidsinitiatieven kan het totaalproject leiden tot een grotere onderlinge verbondenheid tussen de bewoners van het landgoed. Initiatieven zoals de door de bewonersvereniging georganiseerde gezamenlijke gasinkoop verdienen dan ook navolging, zoals onder andere mogelijk gezamenlijk digitale ontsluiting. Hierin is vooral een taak weggelegd voor de bewonersvereniging.
Stuurgroep Landgoed De Utrecht
26
November 2007
Integraal Ontwikkelingsprogramma Landgoed De Utrecht
Voorbeeld van synergie tussen de thema’s Wonen, Natuur en Cultuurhistorie: Nieuwe buitenplaatsen op Landgoed De Utrecht De eenheid van het landgoed bestaat vooral uit de herkenbaarheid van bebouwing en architectonische elementen als de lanen. De nieuwe woonbebouwing is niet zomaar wonen in het landelijk gebied, maar bovenal wonen op een landgoed. Dit buitenwonen wordt gerealiseerd in de vorm van nieuwe buitenplaatsen. Buitenplaatsen kenmerken zicht door aandacht voor de omgeving en aandacht voor architectuur. De ‘huisstijl’ Landgoed De Utrecht zal consequent doorgevoerd worden. Het bouwen van nieuwe woningen zorgt voor extra inkomsten die voor een deel besteedt worden aan nieuwe natuur en het accentueren van cultuurhistorie. De cultuurhistorie komt onder andere terug in de bouwstijl van de nieuw te realiseren woningen. Bron: ‘Buitengewoon’ schetsboek nieuwe buitenplaatsen op Landgoed De Utrecht.
3.4 Integratie In de voorgaande paragrafen van dit hoofdstuk is aangegeven welke projecten in de werkgroepen besproken zijn en van welke projecten de uitvoering ook daadwerkelijk ter hand genomen wordt. De werkgroepen hebben alledrie al met een zodanig integrale blik gekeken dat er zich eigenlijk geen noemenswaardige knelpunten hebben voorgedaan. Toch zijn voor de integratieslag de resultaten van de drie werkgroepen bekeken met een speciaal daarvoor bijeengeroepen integratiegroep. 3.4.1 Samenstelling integratiegroep De integratiegroep bestond uit de leden van de stuurgroep Arno de Schepper (BPG), Bas Wolters (Fortis/ De Utrecht), Wiet van Meel (Streekhuis Beerze Reusel), Rick van den Berg (Streekhuis Beerze Reusel), Karin Bakker (SRE) en Maikel Denissen (SRE), aangevuld met Heine van Maar (provincie Noord-Brabant), Ron Wetzer (provincie Noord-Brabant), Har Kuijpers (provincie Noord-Brabant), Han de Vries (bestuur bewonersvereniging), Nynke Heeg (waterschap De Dommel), Wim Waarma (gemeente Hilvarenbeek), Gré Linden (gemeente Reusel-De Mierden) en Loek Hilgers (BMF). Hiermee is een zodanige samenstelling van de integratiegroep verkregen dat alle beoogde convenantpartijen in ieder geval vertegenwoordigd zijn. 3.4.2 Toelichting op de integratiekaart (zie ook Integratiekaart, hoofdstuk 7.4) De integratiegroep heeft de projecten vanuit de drie werkgroepen getoetst op synergie-effecten en mogelijke knelpunten. Onderzocht is of er mogelijk een knelpunt zou kunnen ontstaan bij Broekeling, waar een initiatiefnemer buiten de EHS een bestaande natuurkampeerplaats nabij Torenlaan wil voortzetten en zijn halfnatuurlijk levende groep paarden bij het beheer van natuurterreinenwil inzetten. Dit dient niet strijdig te zijn met natuurdoelstellingen op het omliggende door hem gepachte gebied (EHS). Strijdigheid kan worden voorkomen door op basis van een beheersplan de ondernemer te betrekken bij de omvorming, gebruik en onderhoud van deze gronden. Voor alle overige projecten is er geen sprake van knelpunten. Wel kunnen op een aantal locaties synergie-effecten worden bereikt, zoals in de voorgaande paragrafen ook illustratief is aangegeven. De verbindingszone Moerbleek-Turfven, aansluitend aan het project herstel brongebied Turfven, is zelfs een grensoverschrijdend project, waarbij in België tevens plannen worden ontwikkeld om ook daar het brongebied te herstellen.
Stuurgroep Landgoed De Utrecht
27
November 2007
Integraal Ontwikkelingsprogramma Landgoed De Utrecht
Tabel 3.1 Thematische raakvlakken projecten
Nr. [1]
[2] [3] [4] [5] [6] [7] [8] [9] [10]
[11] [12] [13] [14] [15] [16] [17] [18] [19] [20] [21] [22] [23] [24] [25] [26] [27] [28] [29] [30] 31 32 33 34 35
Projectnaam Natte natuurparels Mispeleindsche- en Neterselse Heide Natte natuurparel Reuseldal Brongebied Hoogeindschebeek Natte natuurparel natte EVZ Hoogeindsche beek Helofytenfilter Herstel brongebied Turfven en verbinding met Moerbleek Ven-moerasherstel/ heide Goor en Flaes Bufferzone Goor en Flaes Herstel (vochtige) heidevegetaties/ soortenrijk grasland Dynamisch bosrandenbeheer Stuifduinen bij Dun Uitkijktoren Herinrichting parkeerplaats In Den Bockenreijder Beeldentuin Galerie Ingenhoven Vijfsprong Revitaliseren natuurkamperen Torenlaan Kapschuur Tulder 1 Kapschuur Tulder 2 Kapschuur Tulder 3 Kapschuur Engelse Tuin Ossenstal Accentueren landbouwenclave Tulder Accentueren landbouwenclave Dun Accentueren landbouwenclave Lange Gracht Herstel arboretum Arnoldspark Locatie Hoogeind Locatie Lange Gracht Locatie Tuldensedijk Locatie Dunsedijk Cultuurhistorisch boek over Landgoed De Utrecht Wegenstructuur/ zonering Opheffen verdroging Cultuurhistorische route Fietspad Dunsedijk
Stuurgroep Landgoed De Utrecht
Water
Voldoet aan doelstellingen op het gebied van: Natuur R&T Cult.hist. Wonen
x
x
x x x
x x x
x x
x x
x
x
x
x x x x x
x x x
x x
x x x x x x x x
x
x x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x x x
x
x x x x x
x
x
x
x x
x
x
x
28
November 2007
Integraal Ontwikkelingsprogramma Landgoed De Utrecht
Tabel 3.2 Planning voor realisatie per project
Nr.
Projectnaam
[1]
32 33 34
Natte natuurparels Mispeleindsche- en Neterselse Heide Reuseldal Brongebied Hoogeindschebeek Natte natuurparel natte EVZ Hoogeindsche beek Helofytenfilter Herstel brongebied Turfven Ven-moerasherstel/ heide Goor en Flaes Bufferzone Goor en Flaes Herstel (vochtige) heidevegetaties/ soortenrijk grasland Dynamisch bosrandenbeheer Stuifduinen bij Dun Uitkijktoren Herinrichting parkeerplaats In Den Bockenreijder Beeldentuin Galerie Ingenhoven Vijfsprong Revitaliseren natuurkamperen Torenlaan Kapschuur Tulder 1 Kapschuur Tulder 2 Kapschuur Tulder 3 Kapschuur Engelse Tuin Ossenstal Accentueren landbouwenclave Tulder Accentueren landbouwenclave Dun Accentueren landbouwenclave Lange Gracht Herstel arboretum Arnoldspark Locatie Hoogeind Locatie Lange Gracht Locatie Tuldensedijk Locatie Dunsedijk Cultuurhistorisch boek over Landgoed De Utrecht Wegenstructuur/ zonering Opheffen verdroging Cultuurhistorische route
35
Fietspad Dunsedijk
[2] [3] [4] [5] [6] [7] [8] [9] [10]
[11] [12] [13] [14] [15] [16] [17] [18] [19] [20] [21] [22] [23] [24] [25] [26] [27] [28] [29] [30] 31
3
Trekker
Realisatie na principe besluit ≤ 2 jaar ≤ 5 jaar ≤ 10 jaar
Waterschap
x
Waterschap Waterschap Waterschap Waterschap Waterschap De Utrecht De Utrecht
x x x x x x x
De Utrecht De Utrecht
x3
De Utrecht De Utrecht Heemkundekring Ondernemer
x
Ondernemer Ondernemer/ De Utrecht Ondernemer
x x x
Ondernemer Ondernemer/ De Utrecht Ondernemer/ De Utrecht Ondernemer/ De Utrecht Ondernemer De Utrecht
x3 x x3 x3
x x x
x x
De Utrecht De Utrecht De Utrecht/ ondernemer De Utrecht De Utrecht De Utrecht De Utrecht De Utrecht De Utrecht Waterschap/ De Utrecht De Utrecht/ heemkundekringen Gemeente Reusel- De Mierden
x3 x
x x x x3 x3 x3 x3 x x x x x
Na wijziging bestemmingsplan.
Stuurgroep Landgoed De Utrecht
29
November 2007
Integraal Ontwikkelingsprogramma Landgoed De Utrecht
4. Effect in ruimte, economie en reconstructiedoelen De landgoedregeling gaat uit van 2,5 ha nieuwe natuur per wooneenheid. Voor de realisatie van 20 buitenplaatsen, dient 50 ha nieuwe natuur op het landgoed gerealiseerd te worden. Het effect in de ruimtelijke en economische balans wordt in dit hoofdstuk uitgewerkt. Tevens is aangegeven welke reconstructiedoelen binnen het ‘Integraal Ontwikkelingsprogramma Landgoed De Utrecht’ gerealiseerd gaan worden. 4.1 Impact in ruimte per thema Het totaal ruimtegebruik is in onderstaande tabel uitgewerkt per thema voor de huidige en toekomstige situatie. Vervolgens wordt per thema de projecten uitgewerkt en de invloed daarvan op de ruimteclaim. 4.1.1 Overzicht ruimte in het kader van landgoedregeling Tabel 4.1 Gebruik in hectares per thema
Thema Landbouw Natuur en water Cultuurhistorie (tevens natuur) (Productie)bos Wonen en Recreatie
Huidig gebruik in ha 600 ha 200 ha 1.600 ha 100 ha 2.500 ha
Totaal
Toekomstig gebruik in ha 532 ha 311 ha 50 ha 1.497 ha 110 ha 2.500 ha
4.1.2 Specificatie ruimteclaims per thema Tabel 4.2 Omvorming in hectares per thema
Thema Landbouw
Project Omvorming van landbouwgronden naar natuur Bouwkavels buitenplaatsen (20x0.1ha) Inpassing natuur (18x0.5ha) Recreatieprojecten
Huidig
TOTAAL [1] Natte natuurparel Mispeleindsche- en Neterselse Heide [7] Ven-moerasherstel/ heide Goor en Flaes Water [2] Natte natuurparel Reuseldal [3] Bronherstel Hoogeindschebeek [4] Natte natuurparel [5]natte EVZ Hoogeindschebeek [6] Helofytenfilter Natuur [7] Herstel brongebied Turfven [9] Bufferzone Goor en Flaes [10] Aanleg (vochtige) heidevegetaties/ soortenrijkgrasland [11] Dynamisch bosrandenbeheer [12] Stuifduinen bij Dun (7 en 11) Verbindingszone Moerbleek-Turfven [28] Zoekgebied Hoogeind 5ha, waarvan nieuwe natuur [29] Zoekgebied Lange Gracht circa 7ha, waarvan nieuwe natuur [30] Zoekgebied Tuldensedijk 5ha, waarvan nieuwe natuur TOTAAL Cultuurhistorie [24] Accentueren hist. landbouweclave Tulder (tevens nieuwe [25] Accentueren hist. landbouwenclave Dun natuur) [26] Accentueren hist. landbouwenclave Lange Gracht Cultuurhistorische route TOTAAL * in combinatie met inpassing buitenhuizen
600
Water en Natuur
Stuurgroep Landgoed De Utrecht
30
Toekomstig -51.0 ha -2.0 ha -9.0 ha -6.0 ha 532.0 ha 30.0 ha 2.5 ha 2.5 ha 11.0 ha 1.0 ha 1.5 ha 14.0 ha 25.0 ha 3.5 ha 6.0 ha 3.5 ha 4.5 ha 2.5 ha* 3.5 ha*
200
2.0 ha* 311.0 ha 19.0 ha 30.0 ha 1.0 ha 50.0 ha
November 2007
Integraal Ontwikkelingsprogramma Landgoed De Utrecht
Thema Bos
Recreatie en Wonen
Project Omvorming van bos naar water/ natuur/ cultuurhistorie TOTAAL
Huidig
[13] Uitkijktoren [14] Uitbreiding In Den Bockenreijder [15] Beeldentuin Galerie Ingenhoven [16] Vijfsprong [17] Revitaliseren natuurkamperen Torenlaan [18] Kapschuur Tulder 1 [19] Kapschuur Tulder 2 [20] Kapschuur Tulder 3 [21] Kapschuur Engelse Tuin [22] Ossenstal Buitenplaatsen; - 1.000m2 bouwkavel - 4.000m2 voor inpassing in natuur [27] Hoogeind 5ha, 6 buitenplaatsen x 0,5ha [28] Lange Gracht 5ha, 7 buitenplaatsen x 0,5ha
[29] Tuldensedijk circa 5ha, circa 6 buitenplaatsen x 0,5ha [30] Dunsedijk 0,5ha, 1 buitenplaats
1.600
Toekomstig -102.6 ha 1.497ha 0.4 ha p.m. 0.3 ha 0.1 ha p.m. p.m. p.m. p.m. p.m. p.m.
3.0 ha 3.5 ha
3.0 ha 0.1 ha + 10.4 ha 110 ha
TOTAAL 100 Vanwege uitkomsten van nog uit te voeren archeologisch onderzoek is enige flexibiliteit in woningbouwlocaties noodzakelijk. Tevens is er enige speling voorbehouden voor wat betreft het aantal buitenplaatsen per locatie. In totaal zullen 20 buitenplaatsen gerealiseerd worden.
4.1.3 Omvorming landbouwgrond naar nieuwe natuur In totaal wordt 51,5 ha nieuwe natuur gerealiseerd op Landgoed De Utrecht. Van deze nieuwe natuur ligt 11 ha binnen de EHS en 40,5 ha buiten de EHS. Met het deels realiseren van nieuwe natuur binnen EHS worden hogere natuurdoelen behaald. Naast de overcompensatie in oppervlakte van 1,5 ha vindt tevens overcompensatie plaats door omvorming van bos naar hogere natuurdoelen. De provincie heeft middels een intentieverklaring de landgoedregeling van toepassing verklaard voor het bestaande landgoed De Utrecht. Tabel 4.3 Omvorming landbouwgronden binnen en buiten EHS
Ligging binnen EHS: [4] Natte natuurparel Totaal binnen EHS
11 ha 11 ha
Totaal buiten EHS
2.5 ha 2.5 ha 25.0 ha 10.5 ha 40.5 ha
Totaal nieuwe natuur
51,5 ha
Ligging buiten EHS: [3] Bronherstel Hoogeindschebeek [2] Natte natuurparel Reuseldal (beheersgebied en Natura2000) [9] Bufferzone Goor en Flaes (beheersgebied) (10) (27) (28) (29) Zoekgebied buitenplaatsen, nieuwe natuur
Stuurgroep Landgoed De Utrecht
31
November 2007
Integraal Ontwikkelingsprogramma Landgoed De Utrecht
4.2 Bedrijfseconomische balans Aanleiding van het ‘Integraal Ontwikkelingsprogramma Landgoed De Utrecht’ is om de terugloop in inkomsten te compenseren door middel van nieuwe economische dragers. Onderstaand schema geeft aan dat het grootste deel van de inkomsten uit de realisatie van nieuwe buitenplaatsen gehaald zal worden. Met de opzet van een twintigtal buitenplaatsen, verbouwing van twee kapschuren tot woning en het realiseren van ontwikkelingsmogelijkheden op het vlak van toerisme & recreatie zoals het benutten van twee bestaande schuren, worden inkomsten gegenereerd waarmee de begrote extra uitgaven voor maatschappelijk gewenste ontwikkelingen vrijwel gedekt kunnen worden. Aangetekend wordt dat met name op het gebied van mogelijk verkrijgbare subsidies aannames zijn gedaan die nog verder moeten worden onderzocht en uitgewerkt. Overeengekomen is dat een eventueel overschot aan inkomsten geïnvesteerd wordt om maatschappelijk relevante zaken, zoals natuur, cultuurhistorie en routes, duurzaam te bekostigen. Vooralsnog bestaat er een tekort van bijna € 22.000,Minderopbrengsten (gebaseerd op verwachte afname inkomsten, zie paragraaf 1.1, figuur 1.2): * Bos - € 27.500 * Natuur - € 27.500 * Landbouw - € 55.000 * Jacht - € 55.000 - € 165.000 Uitgangspunt: 1% afname aan resultaat is afname van € 5.500 Meeropbrengsten: * Realisatie buitenplaatsen (20 buitenplaatsen x € 11.700) € 234.000 (pachtopbrengst € 9.000 en stijging grondwaarde € 2.700 per jaar) * Recreatie & Toerisme € 6.000 (geschatte stijging aan pachtinkomsten door verruimde mogelijkheden) Hergebruik locaties € 27.000 (geschatte stijging aan pachtinkomsten door hergebruik kapschuren) € 267.000 Kosten afschrijving en onderhoud per jaar: (gebaseerd op geschatte investeringen, te verkrijgen subsidies, afschrijvingstermijnen en geschatte onderhoudskosten)
- € 88.137
Financieringskosten: (gebaseerd op inschatting van een 4% lineaire lening over de totale investeringen)
- € 35.916
Totaal resultaat per jaar, na aftrek van alle kosten
- € 21.452
In dit resultaat is rekening gehouden met langjarig onderhoud van de te realiseren voorzieningen. Voor een uitgebreide beschrijving van de diverse kostenposten en opbrengsten is in bijlage 4 ‘Financiële doorrekening projecten Landgoed De Utrecht’ bijgevoegd.
Foto 9: Locatie uitkijktoren
Stuurgroep Landgoed De Utrecht
32
November 2007
Integraal Ontwikkelingsprogramma Landgoed De Utrecht
4.3 Reconstructiedoelen In Brabant heeft de reconstructie van het buitengebied de laatste jaren veel aandacht gekregen. In het hele proces van beleid naar uitvoering is het lastig gebleken om tot concrete projecten te komen. Het ‘Integraal Ontwikkelingsprogramma Landgoed De Utrecht’ heeft veel weg van een micro reconstructieproject, met de kanttekening dat het in het integratieplan goed gelukt is om tot zeer concrete projecten te komen en tot een evenwichtige afweging van ruimtelijke, economische en maatschappelijk belangen. De resultaten van de projecten van het integratieplan kunnen worden gerelateerd aan de doelstellingen van de reconstructie. Het resultaat hiervan staat in de hier volgende tabel afgebeeld. Tabel 4.4 Realisatie reconstructiedoelen
RRC doelst. 2.1
2.3a 3.1 4.2 10.2 11.2 12.1
14.1 14.2 18.2 19.1 21.1 21.2
Omschrijving Areaal natte natuurparel ten behoeve waarvan maatregelen zijn genomen ter bevordering van het hydrologisch herstel inclusief maatregelen in de landbouwgebieden (65 ha, met uitstraling op ongeveer 200 ha) Areaal landbouwgronden (zandgrond) ten behoeve waarvan maatregelen zijn genomen ter bevordering van het hydrologisch herstel Maatregelen die leiden tot verbetering van water- en bodemkwaliteit Areaal brongebied waar maatregelen getroffen zijn ter verbetering van de ecologische waarden beken Ingericht areaal EHS Ingericht natte EVZ (EHS, helofytenfilter en buffer) Het aantal ha dat specifiek is ingericht ten behoeve van bescherming van kwetsbare soorten Areaal hectare waar maatregelen zijn genomen ten behoeve van versterking en herstel van landschappelijke cultuurhistorische (en aardkundige) waarden Gerealiseerd areaal nieuwe landgoederen Areaal verbeterde landbouwkundige structuur (bijvoorbeeld via verkaveling) Aantal agrarische bedrijven met nieuwe nevenactiviteiten Toename aantal routestructuren Toename aantal dag- en verblijfsrecreatieve voorzieningen
Eenheid 200 ha
2,5 ha 1,5 ha 16,5 ha 30,5 ha 16 ha 80 ha
50 ha 110 ha 90 ha 2 st 1 st 4
Foto 10: Kapschuur IJzerberg
Stuurgroep Landgoed De Utrecht
33
November 2007
Integraal Ontwikkelingsprogramma Landgoed De Utrecht
5. Momentopname proces Een project als het opstellen van een ‘Integraal ontwikkelingsplan Landgoed De Utrecht’ kent een bijzondere dynamiek. Niet alleen het eindresultaat is van belang, maar ook de weg naar het eindresultaat toe levert belangrijke inzichten op. In dit hoofdstuk staan we stil bij het proces zoals we het tot nu toe doorlopen hebben. 5.1 Communicatie met belanghebbenden Het is vooral de verantwoordelijkheid van de afgevaardigden in de werkgroepen om de achterban van de eigen organisatie te informeren. Hiervoor worden ze ondersteund vanuit de stuurgroep door middel van verslagen van bijeenkomsten, persberichten en presentaties. Voor enkele partijen binnen de werkgroepen heeft de stuurgroep extra ondersteuning gegeven door het verzorgen van presentaties voor de achterban op locatie. Het gaat hierbij om de hoevepachters van het landgoed, de bewoners van het landgoed en de werkgroep Natuur en Landschap Hilvarenbeek (achterban BMF). Om vooral ook de bestuurders van de gemeenten Hilvarenbeek en Reusel-De Mierden voldoende betrokken te houden bij het integraal ontwikkelingsprogramma heeft er een presentatie en rondleiding over het landgoed langs alle projecten plaatsgevonden. Tijdens deze middag zijn verschillende projecten uitvoerig besproken en hebben beide colleges van B&W aangegeven positief tegenover het project te staan. In bijlage 1 treft u een overzicht van alle betrokkenen aan. Er heeft een tweede sessie met de colleges plaats gevonden, waarna is besloten om ook voor de beide gemeenteraden in het kader van het project een presentatie en een rondleiding over het landgoed te verzorgen. Een partij die binnen het gehele proces extra aandacht heeft gekregen zijn de bewoners. Het is lastig om de standpunten van vele bewoners te vertegenwoordigen door middel van een persoon in de werkgroep. Tijdens een eerste bijeenkomst heeft een beperkte eerste presentatie van het project veel onrust veroorzaakt onder de bewoners. Om tot volledige duidelijkheid te komen is een tweede uitvoerige toelichtingsavond georganiseerd. Het is vooral van belang dat zoveel mogelijk bewoners erop vooruit gaan, en zo weinig mogelijk bewoners nadeel ondervinden. Er is naar de bewoners gecommuniceerd dat er nieuwe economische dragers gecreëerd dienen te worden, om het landgoed in haar huidige staat te kunnen behouden. Omdat er binnen het integraal ontwikkelingsprogramma wordt afgeweken van bestaand beleid, heeft er een presentatie voor het gebiedsteam van de provincie Noord-Brabant plaats gevonden. De aanwezigen tijdens deze bijeenkomst waren zeer enthousiast over de integrale aanpak. Met name vanwege de meerwaarde van het project, maar hebben aangegeven dat het verstandig is om een principe akkoord te vragen. Dit is een volgende stap in het proces. Tevens is er tijdens het proces terugkoppeling geweest met de Commissaris van de Koningin, mevrouw Maij-Weggen en hebben de rentmeester van Landgoed De Utrecht en de voorzitter van de stuurgroep afstemmingsoverleg gevoerd met gedeputeerde mevrouw Moons, dhr. Rüpp en dhr. Hoes. 5.2 -
-
-
-
Leerervaringen Aanvragen van de subsidie vanuit de overkoepelende Fortis Vastgoed BV leidt tot ingewikkelde trajecten omtrent de De Minimis-verklaring. Volgende keer aanvraag indienen vanuit zo laag mogelijk institutioneel niveau; Vanwege de omvang van het project is het van belang om voldoende ondersteunende capaciteit beschikbaar te hebben, expertise op het gebied van projectmanagement, procesmanagement, schrijfcapaciteit, regelgeving, etc. is van groot belang; Model voor doorrekening is van groot belang geweest voor de onderbouwing van het project en als basis voor ontwikkelingen; De bijdragen van recreatie en wonen, zijn in eerste instantie geschat op 50/50. In de loop van het traject bleek dat wonen een groter aandeel zou krijgen dan recreatie. De verhouding lijkt eerder op 15/85 te liggen; Niet helder geformuleerd wat iedere werkgroep, wanneer op diende te leveren. Hierdoor ontstond spanning op de planning;
Stuurgroep Landgoed De Utrecht
34
November 2007
Integraal Ontwikkelingsprogramma Landgoed De Utrecht
-
-
-
-
Onduidelijk inzicht in gewenste aanpak en opvolgende processen voor de werkgroepen heeft tot lastige situaties geleid; Opnemen van vertegenwoordigers van provincie en gemeenten is erg belangrijk gebleken, met name de componenten Ruimtelijke Ordening, Natuur, Cultuurhistorie en Recreatie & Toerisme; Het doen van een antecedentenonderzoek naar de aangeboden capaciteit aan stuur- en werkgroepen is aan te bevelen; Het goed managen van de relaties en de processen met alle relevante betrokken partijen verdient specifieke aandacht; Het is van belang om de achterban van de vertegenwoordigers voldoende te informeren; Het is van belang dat vertegenwoordigers van groepen deze ook werkelijk vertegenwoordigen, dit vergt voortdurende aandacht; Het is verstandig om voor bewoners speciale aandacht toe te passen om onnodige onrust onder bewoners te voorkomen. Er dient regelmatig en intensief contact met de bewoners plaats te vinden. Het is van belang om bijeenkomsten voldoende voor te bereiden, met vooral aandacht voor individuele vragen en opmerkingen; Het is belangrijk om de doorlooptijd zo kort mogelijk te houden om elan te behouden; ook wordt dan voorkomen dat de planvorming wordt ingehaald door veranderende omstandigheden zoals nieuw overheidsbeleid en gewijzigde wetgeving (voorbeelden geuroverlast, opstellen intentieverklaring, wisseling raad Hilvarenbeek); Het reeds uitvoeren van projecten gelijktijdig aan de beleidsontwikkeling is niet verstandig. Als er gedurende het beleidsvormende traject reeds concrete projecten moeten worden uitgevoerd, dan dienen deze door een aparte uitvoerende organisatie te worden opgepakt. Uitvoering leidt namelijk af van de focus op beleidsvorming; Dankzij een sterke projectleider is het project binnen de kaders gebleven. Het is van belang dat de projectleider samenbindend en toch doortastend is; Als het project slaagt, komt dat vooral door het enthousiasme, betrokkenheid en de welwillendheid van de deelnemers; Het is zeer aanbevelingswaardig om ambtelijke en bestuurlijke niveaus binnen de gemeente gezamenlijk en goed afgestemd bij het project betrokken te houden en alert te zijn op de verschillen ertussen.
Foto 11, Moerbleek
Stuurgroep Landgoed De Utrecht
35
November 2007
Integraal Ontwikkelingsprogramma Landgoed De Utrecht
6. Vooruitblik vervolg proces 6.1
Toekomstige activiteiten
Met het voorliggende rapport bereikt de integratie van de diverse thematische uitwerkingen zijn afronding. De vervolgstappen die nog genomen moeten worden zijn: -
-
-
-
Opstellen van de tekst voor het principebesluit van de provincie Het project is voorbesproken met de gedeputeerden Moons, Rüpp, en Hoes. Aan de provincie zal een principebesluit worden gevraagd over het ‘Integraal Ontwikkelingsprogramma Landgoed De Utrecht’. Hiervoor moet een tekstvoorstel worden voorbereid; Afstemmen van de tekst voor het principebesluit met de beide gemeenten en vervolgens indienen bij de provincie Alleen gemeenten kunnen bij de provincie een verzoek tot het nemen van een principebesluit indienen. Daarom moet de concept tekst voor het principebesluit worden afgestemd met de beide gemeenten, waarbij ook de raden betrokken worden. Vervolgens zullen de gemeenten voor indiening van het verzoek moeten zorgen; Opstellen van een convenant en dit voor ondertekening afstemmen met de convenantpartners Naast een principebesluit, is er overeenstemming nodig tussen de convenantpartners (provincie Noord-Brabant, waterschap, gemeenten Hilvarenbeek en Reusel-De Mierden en Fortis) over de inhoud en reikwijdte van het beoogde convenant. Dit convenant zal de basis vormen voor de uitvoering van de in dit Integrale Ontwikkelingsprogramma opgenomen projecten; Voorstellen en samenstellen van een bestuurlijke commissie voor de uitvoering De uitvoering van de diverse projecten wordt door diverse partijen gedaan, onder supervisie van een bestuurlijke commissie (bestaande uit vertegenwoordigers van de convenantpartners). Deze commissie is verantwoordelijk voor de monitoring en bevordering van de voortgang van de projecten. De commissie zal in overleg met de convenantpartners worden samengesteld.
Foto 12, rondrit met bestuurders over het Landgoed
Stuurgroep Landgoed De Utrecht
36
November 2007
Integraal Ontwikkelingsprogramma Landgoed De Utrecht
7. Kaartmateriaal 7.1
Landbouw, Water en Natuur
Landbouw, Water en Natuur
Recreatie & Toerisme en Cultuurhistorie
Wonen, Werken en Leefbaarheid
Stuurgroep Landgoed De Utrecht
37
November 2007
Integraal Ontwikkelingsprogramma Landgoed De Utrecht
Landbouw, Water en Natuur
7.2
Recreatie & Toerisme en Cultuurhistorie
Recreatie & Toerisme en Cultuurhistorie
Wonen, Werken en Leefbaarheid
Stuurgroep Landgoed De Utrecht
38
November 2007
Integraal Ontwikkelingsprogramma Landgoed De Utrecht
Landbouw, Water en Natuur
7.3
Wonen, Werken en Leefbaarheid
Recreatie & Toerisme en Cultuurhistorie
Wonen, Werken en Leefbaarheid
Stuurgroep Landgoed De Utrecht
39
November 2007
Integraal Ontwikkelingsprogramma Landgoed De Utrecht
7.4 Integratiekaart
Stuurgroep Landgoed De Utrecht
40
November 2007
Integraal Ontwikkelingsprogramma Landgoed De Utrecht
Bijlagen 1. Overzicht van betrokkenen a. Stuurgroep Landgoed De Utrecht b. Werkgroep Landbouw, Water en Natuur c. Werkgroep Wonen, Werken en Leefbaarheid d. Werkgroep Recreatie & Toerisme en Cultuurhistorie e. Genodigden brede groep f. Integratiegroep g. Bestuur bewonersvereniging h. Aanwezigen voorlichtingsavond bewoners i. Aanwezigen voorlichtingsavond (hoeve)pachter j. Aanwezigen voorlichtingsavond werkgroep Landschap en natuur Hilvarenbeek k. Genodigden voorlichtingsmiddag colleges van B&W, gemeente Hilvarenbeek en Reusel-De Mierden l. Aanwezigen gebiedscommissie provincie Noord-Brabant m. Aanwezigen voorlichting bestuur Buurtbelang Esbeek n. Gemeenteraad Reusel-De Mierden o. Gemeenteraad Hilvarenbeek p. Genodigden voorlichtingsavond omliggende agrariërs q. Commissie ROV Hilvarenbeek 2. Cultuurhistorische route en landbouwenclaves 3. Financiële doorrekening projecten Landgoed De Utrecht 4.
‘Buitengewoon’, schetsboek nieuwe buitenplaatsen op Landgoed De Utrecht
Stuurgroep Landgoed De Utrecht
41
November 2007
Integraal Ontwikkelingsprogramma Landgoed De Utrecht
BIJLAGE 1: Overzicht van betrokkenen a. Stuurgroep Landgoed De Utrecht Brabants Particulier Grondbezit Fortis/ De Utrecht Streekhuis Beerze Reusel Samenwerkingsverband Regio Eindhoven
Arno de Schepper (voorzitter) Bas Wolters Rick van den Berg en Wiet van Meel (t/m december 2006) Maikel Denissen en Karin Bakker
b. Werkgroep Landbouw, Water en Natuur ZLTO/ pachters Waterschap De Dommel Brabanste Milieu Federatie Gemeente Hilvarenbeek Gemeente Reusel-De Mierden Fortis/ De Utrecht Brabants Particulier Grondgbezit Provincie Noord-Brabant, Natuur Samenwerkingsverband Regio Eindhoven
Sjef Oerlemans Nynke Heeg Loek Hilgers (Wim Waarma) Harrie Wouters Bas Wolters Arno de Schepper (voorzitter) Heine van Maar Maikel Denissen en Karin Bakker
c. Werkgroep Wonen, Werken en Leefbaarheid Provincie Noord-Brabant, RO Ron Wetzer Gemeente Hilvarenbeek Wim Waarma (gespreksleider) Gemeente Reusel-De Mierden Gre Linden Streekhuis Beerze Reusel Rick van den Berg Bewonersvereniging Landgoed De Utrecht Han de Vries Fortis/ De Utrecht Bas Wolters Samenwerkingsverband Regio Eindhoven Maikel Denissen en Karin Bakker d. Werkgroep Recreatie & Toerisme en Cultuurhistorie Heemkundekringen -Esbeek Jan van Helvoirt en Peter de Laat -Lage Miede Joep Verspaandonk Recreatieondernemer Werner Gerritsen Kamer van Koophandel Gijs Bosch Provincie Noord-Brabant, Cultuurhistorie Har Kuijpers Gemeente Hilvarenbeek Mark van Doormalen Gemeente Reusel-De Mierden Wil Panjoel Fortis/ De Utrecht Bas Wolters Streekhuis Beerze Reusel Wiet van Meel (voorzitter) Samenwerkingsverband Regio Eindhoven Maikel Denissen en Karin Bakker
Stuurgroep Landgoed De Utrecht
42
November 2007
Integraal Ontwikkelingsprogramma Landgoed De Utrecht
e. Genodigden Brede groep Wethouder Jan van de Sande Gre Linden Harry Wouters Wil Panjoel Wethouder Wim Lemmens Mark van Doormalen Wim Waarma Jan van Helvoirt Peter de Laat mevr. J. Hendrix- van Herk Riny Rovers Sjef Oerlemans Antoine Walraven Ron Wetzer Heine van Maar Har Kuijpers Noud Janssen Nynke Heeg Frans van Dongen Loek Hilgers Gijs Bosch Werner Gerritsen Han de Vries Joop Way Henk Maille Leon Liebregts
gemeente Reusel-De Mierden gemeente Reusel-De Mierden gemeente Reusel-De Mierden gemeente Reusel-De Mierden gemeente Hilvarenbeek gemeente Hilvarenbeek gemeente Hilvarenbeek Heemkundekring Esbeek Heemkundekring Esbeek Heemkundekring Reusel Heemkundekring De Mierden ZLTO en pachters PPC Provincie Noord-Brabant Provincie Noord-Brabant Provincie Noord-Brabant Waterschap de Dommel Waterschap de Dommel Waterschap de Dommel BMF Kamer van Koophandel Recreatieondernemer Bewonersvereniging Landgoed Bewonersvereniging Landgoed Opzichter Landgoed Opzichter Landgoed
f. Integratiegroep Gre Linden Wim Waarma Ron Wetzer Heine van Maar Har Kuijpers Nynke Heeg Loek Hilgers Han de Vries Wiet van Meel
gemeente Reusel-De Mierden gemeente Hilvarenbeek Provincie Noord-Brabant Provincie Noord-Brabant Provincie Noord-Brabant Waterschap de Dommel BMF Bewonersvereniging Landgoed Streekhuis Beerze-Reusel
g. Bestuur bewonersvereniging Han de Vries Jan Béneker Dick Lemcke Lou Niesten Joop Way (adviseur)
Stuurgroep Landgoed De Utrecht
43
November 2007
Integraal Ontwikkelingsprogramma Landgoed De Utrecht
h. Aanwezigen voorlichtingsavond bewoners Anja Goossens Fam. van Oevelen Marc Ceulen Marianne Ceulen Nicole Lemcke-Van Eerd Jacques Goossens Lou Niesten Joop Way Ad de Bruijn H. Ockhuizen Anne Melsen Dick Lemcke Jan Béneker J.H. de Kruif A.Z. Braun Dia Béneker Ton Ingenhoven Hans Helmond Wiet van Meel Annemieke Cors Feus Jet van Poppel Toos Oerlemans Jacqueline Eikenaar Van Strijdhoven/ Bout Leny Brouwers Dave en Pauline Jacobs Sandra en Caroline van Strijdhoven Mieke Kamps en Ans van Iersel Marco van Liere
j. Aanwezigen voorlichtingsavond Werkgroep Landschap en Natuur Hilvarenbeek Mieke Hendrikx Will Heeffer Monique Pijnenburg Drè Rennen Peer Busink Marianne van Velthoven Loek Hilgers
k. Genodigden voorlichtingsmiddag Colleges van B&W gemeenten Hilvarenbeek en Reusel – De Mierden Burgemeester Stefan Huisman Wethouder N. van den Heuvel Wethouder Piet Hesselmans Wethouder Cees van Mol Wethouder Wim Lemmens Burgemeester Ingrid de Jong- Van den Heuvel Wethouder Harry Jacobs Wethouder Leon Bertens Wethouder Toon Antonis Wethouder Jan van de Sande l. Aanwezigen gebiedscommissie provincie Noord-Brabant Gert Zimmerman Tineke Laarhoven Jolanda Bouwens Har Kuijpers Ron Wetzer Heine van Maar Lidwien Camps Bert Flinterman Piet van Veldhoven Annelies Schoenmakers Sandra Savelkoul Ellis Aertsen Rick van den Berg
i. Aanwezigen voorlichtingsavond (hoeve) pachters Maatschap de Kruijf/Klessens T. Trommelen W. van de Biggelaar W. Gerritsen J.N. Bolijn J.C.M. de Graaf D. en M. van Liere F. van Empel A.C.M. Oerlemans J.M.A. Oerlemans M.A.M. Halters W.G.J. Gerritsen M. van Liere
Stuurgroep Landgoed De Utrecht
m. Aanwezigen voorlichting bestuur Buurtbelang Esbeek Dhr. Geraerts Mw. Hutten Dhr. Verhoeven Dhr. Oerlemans
44
November 2007
Integraal Ontwikkelingsprogramma Landgoed De Utrecht
n. Gemeenteraad Reusel-De Mierden E. van Laarhoven B. Rossiau C. Kokken C. van der Heijden J. van de Voort A. Antonius A. Hol C. Huijbregts C. van de Ven C. Heesters J. van de Voort J. Vosters A. Abdi S. Wouters B. Goutsmits
p. Genodigden voorlichtingsavond omliggende agrariërs M. Halters F. Paulissen M. Paulissen G Gerritsen J. Lambregts F. Schellekens A. en E. van Dommelen M.en D. Hesselmans W. Schellekens A. Trommelen M. en K. van Liere M.van Liere A. de Laat - Wijten W. Paulissen C. de Beer P.en J. Lambregts Houthandel van Dal J. van de Sande J. Vriens P.en M. Lambregts J.F.M. Geerts P. Versteinen N. Huijsmans H. van de Borne S.en A. Timmermans J.J. Geerts P. Smit G. Smolders H. de Graaf - Jansen
o. Gemeenteraad Hilvarenbeek P. Versteijnen W. Dirks J. van Doormaal A. Abrahams C. van Hoof W. Vennix M. Hendrikx R. Dankers T. van Stratum J. van de Wiel J. van de Wouw J. Linnemans R. Groenendijk Ch. Kwast J. Tameris D. Edelman M. Dane
Stuurgroep Landgoed De Utrecht
q. Commissie ROV Hilvarenbeek W. Vennix C. van Hoof J. Oerlemans Ch. Kwast H. Roberts J. van de Wouw W. van den Biggelaar M. Dane J. van der Geld
-45-
November 2007
Integraal Ontwikkelingsprogramma Landgoed De Utrecht
BIJLAGE 2: Cultuurhistorische route en landbouwenclaves Buurtschappen in landgoed De Utrecht In het landgoed De Utrecht ligt een drietal oude, middeleeuwse buurtschappen: Dun, Lange Gracht en Tulder. Deze buurtschappen kennen een ‘ingeslapen’ karakter. Bij het ontstaan van het landgoed De Utrecht zijn veel huisplaatsen verdwenen en akkers, tuinen en beemden bebost. De woeste gronden met heidevelden, die de buurtschappen vanouds omringden, zijn bij de ontginning van het landgoed omgezet in landbouwgrond en bos. De buurtschappen zijn als zodanig slecht herkenbaar en beleefbaar. Voor wie verder kijkt valt er echter nog veel te ontdekken. Zo liggen her en der in het bos nog wallichamen van vroegere houtwallen.
De buurtschappen Dun en Tulder rond 1900
De buurtschappen Dun en Tulder rond 2000 Mogelijkheden voor herstel/ontwikkeling Voor het beter herkenbaar en beleefbaar maken van de buurtschappen zijn tal van ingrepen denkbaar. Per historisch-landschappelijke component van de buurtschappen zijn deze: • Huisplaats: Aanplant van kenmerkende erfbeplanting, zoals lindebomen, fruitbomen, notenbomen en/of hagen. Plaatsing van panelen met informatie over de naam van het erf en over vroegere bewoners. Zichtbaar maken van de contouren van verdwenen bebouwing. Voor bepaalde erven kan worden gedacht aan de bouw van een woning of van één of meerdere trekkershutten. • Voorde: Herstel toegangswegen en beekbodem ter plaatse verstevigen/opvullen met dunne laag zwerfstenen.
Stuurgroep Landgoed De Utrecht
-46-
November 2007
Integraal Ontwikkelingsprogramma Landgoed De Utrecht
• • •
•
Water (poel, waterloop): Uitgraven en/of periodiek uitbaggeren. Accentueren door beplanting op oevers. Houtwal: Herstel wallichaam en aanplant/beheer hakhout. Oud cultuurland (akker, tuin, beemd): Gebruik als akker, tuin of weiland. In geval van bebost oud cultuurland kan het bos worden gekapt/gerooid of worden begraasd. Bij begrazing zal op den duur een open gebied ontstaan. Woeste grond (heide, stuifzand): In geval van bebost gebied kan het bos (grotendeels) worden gekapt/gerooid of worden begraasd. Bij begrazing zal op den duur een open(er) gebied ontstaan. Aanplant heide is mogelijk. De heide hoeft echter niet persé het karakter van een grote open, boomloze en paarse heide te hebben, maar kan ook (deels) bestaan uit gras. Hier en daar kunnen bomen/boomgroepen worden gehandhaafd, met name als het oudere loofbomen betreft. Stuifzand bij voorkeur forceren door hele vegetatie weg te halen.
Varianten Bovengenoemde mogelijkheden kunnen worden gecombineerd in samenhangende varianten. Deze worden hieronder beschreven en voor de buurtschappen Dun en Tulder toegelicht met kaartjes met de volgende legenda: • rood blokje = huisplaats • oranje ster = voorde • blauwe stip = poel • blauwe lijn = waterloop • groene lijn = houtwal • wit vlak = (bolle) akker • groen vlak = overig oud cultuurland (tuin, beemd, hakhout) • paars vlak = heide • geel vlak = stuifzand De omvang en inrichting van de heidevelden is hierbij overigens indicatief. Van belang is dat deze heidevelden aansluiten aan de houtwallen rond het oud cultuurland van de buurtschappen. Variant '1850' Deze variant heeft als uitgangspunt de maximale herkenbaarheid van de buurtschappen in de situatie van omstreeks 1850. Water, akkers, beemden, houtwallen, heidevelden, worden zo volledig mogelijk hersteld. Verdwenen huisplaatsen herkenbaar/beleefbaar gemaakt. De 'ingeslapen' buurtschappen worden ‘wakker gekust’. Deze variant vergt relatief veel ingrepen, waaronder kappen/rooien bos over grote oppervlakten en herstel veel houtwallen. Daarnaast ook op langere termijn relatief veel beheer. M.a.w. een relatief dure variant.
De buurtschappen Dun en Tulder in variant ‘1850’
Stuurgroep Landgoed De Utrecht
-47-
November 2007
Integraal Ontwikkelingsprogramma Landgoed De Utrecht
Variant 'contramal' Deze variant heeft als uitgangspunt om het ‘ingeslapen’ karakter van de kern/het cultuurland van de buurtschappen te bewaren en de buurtschappen met name herkenbaar en beleefbaar te maken door ontwikkeling van een contramal met woeste gronden (heidevelden en stuifzanden). Dit in combinatie met herstel van de afschermende houtwal op de oude grens van cultuurland en woeste gronden. Daarnaast ook herkenbaar/beleefbaar maken van (thans verdwenen) erven, water en voorde. Deze variant vergt minder ingrepen en beheer, is dus goedkoper en laat het 'ingeslapen' karakter van de buurtschappen in zijn waarde. Bij Dun wordt in elk geval het stuifzand (landduinen) beter herkenbaar/beleefbaar die het buurtschap zijn naam hebben gegeven. Bij Tulder als optie het herkenbaar maken van de kleine akker (Den Bochtakker), zodat ook deze historisch-landschappelijke component van het buurtschap herkenbaar/beleefbaar wordt.
De buurtschappen Dun en Tulder in variant ‘contramal’ Voorkeursvariant Gezien het kostenaspect, zowel van inrichting als beheer, maar ook gezien de cultuurhistorische waarde van de buurtschappen, juist als ‘ingeslapen’ buurtschappen, ligt de voorkeur bij de variant ‘contramal’. Buurtschaproute Om de ‘ingeslapen’ buurtschappen Dun, Lange Gracht en Tulder te verbinden, zowel onderling, als met enkele niet ‘ingeslapen’ buurtschappen (Hoogeind, Groenstraat) direct buiten het landgoed, kan een route worden gerealiseerd, grotendeels over bestaande wegen en paden. Tussen Lange Gracht en Dun is herstel van een stuk pad/weg nodig. Bij Dun is herstel van de voorde nodig wil de route ook toegankelijk worden voor fietsers/mountainbikers, paarden en huifkartochten. Aan de route kan een infopunt worden gekoppeld, bijv. in een te herplaatsen oude kapschuur op een van de oude huisplaatsen (bijv. bij Kleine Lange Gracht). De route kan worden gecombineerd met (herstel van) oude wallen op oude gemeyntgrenzen, zoals de Lange Gracht.
Stuurgroep Landgoed De Utrecht
-48-
November 2007
Integraal Ontwikkelingsprogramma Landgoed De Utrecht
De Buurtschaproute in voorkeursvariant ‘contramal’ Randvoorwaarden Bij het herkenbaar/beleefbaar maken van de buurtschappen gelden uiteraard randvoorwaarden vanuit het beleid (natuur, water, archeologie). Zonder hierin uitputtend te zijn kunnen in elk geval worden genoemd: • EHS/GHS: Het gebied maakt deel uit van EHS/GHS zodat een aantal maatregelen (mogelijk) gecompenseerd moet worden. • Natuurdoeltypen: De varianten wijken (oponderdelen) af van de provinciale natuurdoeltypenkaart • Archeologie: Het buurtschap Tulder is een archeologisch monument, waar ingrepen in de bodem in beginsel niet zijn toegestaan. Het buurtschap Dun kent over het grootste deel een (middel)hoge indicatieve archeologische waarde, zodat archeologisch vooronderzoek in geval van ingrepen/bestemmingswijzigingen in beginsel verplicht is. Herstel van akker, oud cultuurland, heide en stuifzand is bij voorkeur uit te voeren door kappen bos met evt. freezen stobben, i.p.v. rooien bos met verwijderen stobben.
Stuurgroep Landgoed De Utrecht
-49-
November 2007
Integraal Ontwikkelingsprogramma Landgoed De Utrecht
BIJLAGE 3: Financiële doorrekening projecten Landgoed De Utrecht
FINANCIËLE DOORREKENING PROJECTEN LANDGOED DE UTRECHT Na de inhoudsopgave in hoofdstuk 1, is vervolgens in hoofdstuk 2 het evenwicht in minder- en meeropbrengsten berekend. Hoofdstuk 3 toont de gevolgen van 1% vermindering in euro's. De waardevermindering en waardevermeerdering bij Rood voor Groen en het resultaat per woning hierbij komen in hoofdstuk 4 en 5 aan bod. Aansluitend geeft hoofdstuk 6 een overzicht van wat er aan landbouwgronden nodig is. De inkomsten van recreatie en hergebruik locaties zijn in de hoofstukken 7 en 8 meegenomen. Hoofdstuk 9 gaat in op de investeringskosten, subsidies en afschrijvingen per project, met de onderhoudskosten per projecten in hoofdstuk 10. Tot slot komen in hoofdstuk 11 en 12 achtereenvolgens de financieringskosten en het totaal resultaat van minder- en meerinkomsten per project aan bod. In de bijlage wordt gedetailleerd ingegaan op de onderbouwing van de kosten van onderhoud en de benodigde investeringen in de natuurprojecten.
1. Inhoudsopgave 1.
Inhoudsopgave
2.
Evenwicht in minder- en meeropbrengsten
3.
Wat betekent 1% minder resultaat in Euro's?
4.
Waardevermindering en waardevermeerdering bij Rood voor Groen
5.
Resultaat per woning bij Rood voor Groen
6.
Landbouwgrond, nodig voor Rood voor Groen
7.
Recreatie
8.
Hergebruik locaties
9.
Investeringen, subsidies en afschrijvingen per project
10. Overzicht afschrijvingen en onderhoud projecten (exclusief wonen, hergebruik en kampeervoorzieningen) 11. Financieringskosten projecten 12. Totaal resultaat overzicht van minder- en meerinkomsten Bijlage: Onderbouwing onderhoud en investeringen in natuurprojecten
Stuurgroep Landgoed De Utrecht
-50-
November 2007
Integraal Ontwikkelingsprogramma Landgoed De Utrecht
2. Evenwicht in minder- en meeropbrengsten Wij streven een duurzaam evenwicht van minder- en meeropbrengsten na Minderopbrengsten: Uitgangspunt: -1% =
-€ 5.500 (zie 3.)
Minderopbrengsten: * Vermindering van het resultaat van: * Bos -5 % * Natuur -5 % * Landbouw -10 % * Jacht (BOA) -10 %
-€ 27.500 -€ 27.500 -€ 55.000 -€ 55.000 -€ 165.000
* Afschrijvingen investeringen en extra onderhoud: * Afschrijvingen van investeringen voor nieuwe voorzieningen * Kosten onderhoud van nieuwe voorzieningen NB: Afschrijvingen nieuwe voorzieningen zijn gebaseerd op de kosten van nieuwe voorzieningen minus de verkregen subsidies. Meeropbrengsten: * Wonen * Recreatie * Hergebruik
3. Wat betekent 1% minder resultaat in Euro's? Basis is de landbouw; traditioneel de belangrijkste economische drager van het landgoed Resultaat van de landbouw (pachtopbrengst minus kosten) = 600 hectare =
€ 240.000
Dus: 1% van het resultaat =
Stuurgroep Landgoed De Utrecht
Dit vormt ca. € 5.333 afgerond naar:
-51-
€ 400 per hectare 45 % van het huidige resultaat € 5.500
November 2007
Integraal Ontwikkelingsprogramma Landgoed De Utrecht
4. Waardevermindering en waardevermeerdering bij Rood voor Groen Waardevermindering: * Waardevermindering van landbouwgrond naar natuurgrond van € 35.000 naar € 10.000 per hectare = uitgaande van een perceelsoppervlakte van 3 hectare = (zie 6.) * Inrichtingskosten € 15.000 per hectare x 3 hectare = Waardevermeerdering: * Waarde bouwplaats met oppervlakte
2 1.000 m , à
-€ 25.000 -€ 75.000
-€ 45.000
2 € 200 per m =
Opbrengst per hectare:
€ 200.000 € 80.000
Per jaar, over een periode van
30 jaar:
€ 2.667 afgerond naar
€ 2.700
5. Resultaat per buitenplaats per jaar uit Rood voor Groen * Inkomsten uit erfpacht * Derving pacht landbouwgrond
€ 9.000 3 hectare à
€ 400 =
* Waardevermeerdering omzetting landbouwgrond naar bouwgrond (zie 4.) Totaal resultaat voor een buitenplaats per jaar:
-€ 1.200
p.m. A € 2.700 € 11.700
A
: Derving is onderdeel van totale afname aandeel landbouw (zie 2.)
6. Landbouwgrond, nodig voor Rood voor Groen 20 buitenplaatsen in te richten, op basis van de landgoedregeling benodigde ruimte per buitenplaats: Nieuwe natuur per woning
2,5 hectare
Omvang bouwkavel buitenplaats Groene inpassing woning
0,1 hectare 0,4 hectare
Totaal
3 hectare
ruimtederving landbouwgrond per buitenplaats
Op basis van het wensbeeld door verschillende partijen ingebracht, zal het areaal nieuwe natuur uit landbouwgrond 51,5 hectare bedragen, bestaande uit 40,5 hectare buiten EHS en 11 hectare binnen EHS. De overige 10 hectare zijn nodig voor de realisatie van buitenplaatsen met groene inpassing.
Stuurgroep Landgoed De Utrecht
-52-
November 2007
Integraal Ontwikkelingsprogramma Landgoed De Utrecht
7. Recreatie * Intensivering ambulante horeca locatie 'De Vijfsprong' aantal: 1 x pachtopbrengst € 2.500 * Gebruik Arnoldspark (laag-intensief)
€ 2.500 p.m.
* Verruiming mogelijkheden huidige recreatieondernemingen Beeldentuin Galerie Ingenhoven Uitbreiding De Kievit met groepsaccomodatie Herinrichten parkeerterrein Bockenreijder (levert geen extra pacht op) Totaal
€ 1.000 € 2.500 €0 € 6.000
8. Hergebruik locaties Locaties: Kapschuur Tulder 1 Kapschuur Tulder 2 Kapschuur Tulder 3 Kapschuur Engelse Tuin Ossenstal
huidige bestemming aanvullen tot 1 vakantiewoning legalisering huidig gebruik als stal 1 permanente woning B 1 permanente woning B 2 vakantiewoningen
€0 €0 € 11.300 € 11.300 € 5.000 € 27.600
B
: opbrengst bestaat uit verhoging pacht (€ 8.000) en waardevermeerdering grond, waarbij de waardevermeerdering € 200,- per m2 bedraagt. 2 Bouwplaats 500 m x € 200 = € 100.000 over een periode van 30 jaar = € 3.333 per jaar Jaaropbrengst: € 8.000 + € 3.333 = € 11.333 afgerond naar: € 11.300 per jaar
Stuurgroep Landgoed De Utrecht
-53-
November 2007
Integraal Ontwikkelingsprogramma Landgoed De Utrecht
9. Investeringen, subsidies en afschrijvingsperiode per project (Enkel de projecten waarop De Utrecht zelf investeert zijn opgenomen) Nr. [6] [7] [10] [11] [12] [24] [25] [26] [27]
Omschrijving Tot. investering Subsidie% Invest. Utrecht Afschr.periode € 9.800 50 € 4.900 30 Herstel brongebied Turfven € 21.000 50 € 10.500 30 Ven-moerasherstel/heide Goor en Flaes Dynamisch bosrandenbeheer € 4.200 50 € 2.100 30 Stuifduinen bij Dun € 17.500 50 € 8.750 30 Uitkijktoren € 20.000 30 € 14.000 10 Cultuurhistorie Tulder € 17.600 50 € 8.800 30 Cultuurhistorie Dun € 25.300 50 € 12.650 30 Cultuurhistorie Lange Gracht € 5.000 50 € 2.500 30 A Herstel arboretum Arnoldspark € 60.000 50 € 30.000 30 € 3.150 50 € 1.575 30 Verbindingszone Moerbleek-Turfven € 40.000 50 € 20.000 30 Cultuurhistorisch boek De Utrecht € 700.000 0 € 700.000 30 Wegenstructuur (renovatie/onderhoud) € 45.000 0 € 45.000 30 Ontsluiten bouwpercelen € 15.000 0 € 15.000 30 Cultuurhistorische route € 20.000 0 € 20.000 30 Archeologisch onderzoek Totaal
A
€ 1.003.550
€ 895.775
: Planvorming € 10.000 en uitvoering € 50.000
10. Overzicht afschrijvingen en onderhoud projecten (exclusief wonen, hergebruik en kampeervoorzieningen) Nr. [6] [7] [10] [11] [12] [24] [25] [26] [27]
Omschrijving Afschrijving Onderhoud Totaal per project € 163 € 8.344 € 8.507 Herstel brongebied Turfven € 350 € 8.880 € 9.230 Ven-moerasherstel/heide Goor en Flaes Dynamisch bosrandenbeheer € 70 € 3.576 € 3.646 Stuifduinen bij Dun € 292 € 350 € 642 Uitkijktoren € 1.400 € 2.000 € 3.400 Cultuurhistorie Tulder € 293 € 10.728 € 11.021 Cultuurhistorie Dun € 422 € 17.284 € 17.706 Cultuurhistorie Lange Gracht € 83 €0 € 83 Herstel arboretum Arnoldspark € 1.000 € 1.500 € 2.500 € 53 € 2.682 € 2.735 Verbindingszone Moerbleek-Turfven € 667 €0 € 667 Cultuurhistorisch boek De Utrecht € 23.333 €0 € 23.333 Wegenstructuur (renovatie/onderhoud) € 1.500 € 2.000 € 3.500 Ontsluiten bouwpercelen € 500 p.m. € 500 Cultuurhistorische route € 667 €0 € 667 Archeologisch onderzoek Subtotalen Totaal
Stuurgroep Landgoed De Utrecht
€ 30.793
€ 57.344 € 88.137
-54-
November 2007
Integraal Ontwikkelingsprogramma Landgoed De Utrecht
11. Financieringskosten projecten * Rood voor Groen 20 x
€ 45.000 (zie 4.)
* Overige projecten Totale projectkosten (zie 9.)
=
€ 900.000
=
€ 895.775
Totaal
Financieringslast Dus:
€ 1.795.775
4 % van de helft van totale kosten (uitgaande van lineaire aflossing) 4 % van
€ 897.888 =
€ 35.916 per jaar
12. Totaal resultaat overzicht van minder- en meerinkomsten Minderopbrengsten: * Bos * Natuur * Landbouw * Jacht
-€ 27.500 -€ 27.500 -€ 55.000 -€ 55.000 -€ 165.000
Meeropbrengsten: * Wonen (zie 5. en 6.) * Recreatie (zie 7.) * Hergebruik (zie 8.)
20 x
€ 11.700 = = =
€ 234.000 € 6.000 € 27.600 € 267.600
Saldo van minder- en meeropbrengsten (excl. afschrijvingen, onderhoud en financieringslasten: € 102.600 € 267.600 € 165.000 = Kosten nieuwe voorzieningen per jaar (zie 10.)
=
€ 88.137 -
Financieringskosten (zie 11.)
=
€ 35.916 -
Totaal resultaat per jaar, na aftrek van alle kosten
Stuurgroep Landgoed De Utrecht
=
-55-
-€ 21.452
November 2007
Integraal Ontwikkelingsprogramma Landgoed De Utrecht
BIJLAGE: Onderbouwing investeringen en onderhoud in natuurprojecten Uitgangspunten Subsidies provincie bosbeheer heidebeheer soortenrijk stuifzand hakhoutwal plas en ven
€ 71 € 45 € 54 € 508 € 17
per ha. per ha. per ha. per ha., uitgaande van 75-90% bebossing per ha.
Omvorming bos naar heide Kosten klepelen per ha. € 700 Aflossing in 30 jaar + jaarlijks 4% kapitaallasten over helft van het bedrag Verlies subsidie-inkomsten van bos naar heide (71 - 45) Derving bosinkomsten Inkomstenderving
37 per ha/jr € 26 per ha/jr
€ 300 per ha/jr
Onderhoud heide 1 ha. Heideonderhoud = 100 ha. Heideonderhoud = Kuddegrootte 300 = Herder kost € 160 per dag = Afgerond naar
500 50.000 167 € 26.667 € 27.000
graasdagen graasdagen nodig graasdagen per jaar met kudde
€ 21.000 € 780 €0 € 8.100
Omvormingskosten Subsidieverlies Derving bosinkomsten Onderhoud heide
Moerbleek (aanleggen rafelrand bos naar heide) 6 ha. x € 700 per ha. = € 4.200 6 ha. x € 26 per ha. = € 156 6 ha. x € 300 per ha. = € 1.800 6 ha. x € 270 per ha. = € 1.620
Omvormingskosten Subsidieverlies Derving bosinkomsten Onderhoud heide
totaalkosten voor 100 hectare = € 270 per ha/jr
Oprichten hakhoutwallen
Mispeleindsche Heide (bos naar heide) 30 ha. x € 700 per ha. 30 ha. x € 26 per ha. 30 ha. x € 0 per ha. 30 ha. x € 270 per ha.
Turfven (bos naar heide) 14 ha. x € 700 14 ha. x € 26 14 ha. x € 300 14 ha. x € 270
Stuurgroep Landgoed De Utrecht
per ha. per ha. per ha. per ha.
= = = =
= = = =
€ 9.800 € 364 € 4.200 € 3.780
-56-
Omvormingskosten Subsidieverlies Derving bosinkomsten Onderhoud heide Verondiepen sloten
November 2007
Integraal Ontwikkelingsprogramma Landgoed De Utrecht
Cultuurhistorie Dun Heideherstel 29 ha. x € 700 per ha. = € 20.300 Omvormingskosten 29 ha. x € 26 per ha. = € 754 Subsidieverlies 29 ha. x € 300 per ha. = € 8.700 Derving bosinkomsten 29 ha. x € 270 per ha. = € 7.830 Onderhoud heide Hakhoutwal 1 ha. x € 5.000 per ha. = € 5.000 Omvormingskosten Door subsidie en vrijwilligersinzet is houtwal op termijn van 30 jaar budgetneutraal (excl. fin.lasten) Stuifduin 3,5 ha. x € 5.000 per ha. = € 17.500 Omvormingskosten 3,5 ha. x € 100 per ha. = € 350 Onderhoud stuifduin
Cultuurhistorie Tulder (incl. reconstructie historische landbouwkavel) Heideherstel 18 ha. x € 700 per ha. = € 12.600 Omvormingskosten 18 ha. x € 26 per ha. = € 468 Subsidieverlies 18 ha. x € 300 per ha. = € 5.400 Derving bosinkomsten 18 ha. x € 270 per ha. = € 4.860 Onderhoud heide Hakhoutwal 1 ha. x € 5.000 per ha. = € 5.000 Omvormingskosten Door subsidie en vrijwilligersinzet is houtwal op termijn van 30 jaar budgetneutraal (excl. fin.lasten)
Cultuurhistorie Lange Gracht Hakhoutwal 1 ha. x € 5.000 per ha. = € 5.000 Omvormingskosten Door subsidie en vrijwilligersinzet is houtwal op termijn van 30 jaar budgetneutraal (excl. fin.lasten)
Helofytenfilter (bos naar helofytenfilter) 1,5 ha. x € 300 per ha. =
450 Derving bosinkomsten
Verbindingszone Moerbleek - Turfven (productiebos naar heide) 4,5 ha. x € 700 per ha. = € 3.150 Omvormingskosten 4,5 ha. x € 26 per ha. = € 117 Subsidieverlies 4,5 ha. x € 300 per ha. = € 1.350 Derving bosinkomsten 4,5 ha. x € 270 per ha. = € 1.215 Onderhoud heide
Stuurgroep Landgoed De Utrecht
-57-
November 2007
Integraal Ontwikkelingsprogramma Landgoed De Utrecht
BIJLAGE 4: ‘Buitengewoon’; Schetsboek nieuwe buitenplaatsen op Landgoed De Utrecht
Stuurgroep Landgoed De Utrecht
-58-
November 2007