Landgoed ‘De Horst’ Leusden
natuurtoets -concept-
colofon
9 september 2013 - tekst
dr. A.J.M. Schenkeveld
- productie
bureau Schenkeveld Visstraat 1, 4101 AC Culemborg Telefoon: 0345- 534245, E: 06-28307831 Email:
[email protected]
- opdrachtgever
’t Sticht Ontwikkeling en Beheer B.V, Maarn
- contactpersonen
Tim van de Boom Jeroen Rijlaarsdam
De Horst – natuurtoets
Inhoudsopgave 1 2 3 4
Inleiding ..............................................................................................3 Methode..............................................................................................5 Gebiedsbeschrijving ...........................................................................5 Flora en fauna ....................................................................................6 Flora en vegetatie ............................................................................................... 6 Vogels ................................................................................................................. 7 Zoogdieren .......................................................................................................... 8 Vissen, amfibieën en reptielen ............................................................................ 8 Ongewervelde dieren .......................................................................................... 8 Conclusie ............................................................................................................ 8
5 Ingreep ...............................................................................................8 Initiatief................................................................................................................ 8 Effecten ............................................................................................................... 9
6 Conclusie ..........................................................................................10 7 Bijlagen .............................................................................................11
2
Schenkeveld - Culemborg
De Horst – natuurtoets
1
Inleiding Initiatief Er bestaat een initiatief om in het buitengebied van de gemeente Leusden op de landbouwgronden rond de bestaande boerderij ‘de Horst’ een landgoed met 4 nieuwe woningen te realiseren in het kader van de zogenaamde ‘rood voor groen’ - regeling. Het plangebied is ruim 10 ha groot. Op het agrarisch bouwperceel aan de Horsterweg 21 te Leusden zal een bestaande opslagloods van ca. 700 m2 gesloopt worden. Ook zal hier een mestbassin van ca. 400 m2 worden verwijderd. De bestaande boerderij, een losse varkensstal en een gesloten hooimijt worden gerenoveerd en omgevormd tot een nieuw woonensemble. De omringende landbouwgronden worden ingericht als landgoed met elementen als bos, houtwal, haag, laanbeplanting, kruidenrijk grasland, water en moeras. In het oostelijk deel van het nieuwe landgoed wordt een ensemble van 1 landhuis en 3 ‘bijwoningen’ gecreeërd. Ligging Het nieuwe landgoed is gelegen in het oorspronkelijk kleinschalige maar nu gerationaliseerde kampenlandschap ten noorden van Leusden en het Valleikanaal. De westelijke rand hiervan direct ten oosten van de verbrede A28 wordt op dit moment omgevormd tot een recreatiegebied (De Schammer) met veel nieuwe natuur en waterberging.
figuur 1: ligging plangebied ‘de Horst’ (rood omkaderd) Planologisch kader De natuurontwikkeling en woningbouw past in het huidige bestemmingsplan, maar vereist wel een wijziging. De gemeente Leusden heeft daarom om een wijzigingsplan gevraagd. Ten behoeve hiervan moet een ruimtelijke onderbouwing worden opgesteld. Hierin is ook aandacht voor het aspect natuur. Volgens de huidige wetgeving moet elke ruimtelijke ingreep getoetst worden aan de Flora- en faunawet, de Natuurbeschermingswet en overig relevant natuurbeleid. Flora- en faunawet De Flora- en faunawet regelt sedert 2002 de bescherming van een groot aantal planten- en diersoorten. Bij een ruimtelijke ingreep moet voor handelingen die strijdig zijn met de verbodsbepalingen betreffende planten op hun groeiplaats of dieren in hun natuurlijke leefomgeving bij de gemeente een vergunning worden aangevraagd. Deze vergunning is onderdeel van de omgevingsvergunning. De onderzoeksplicht rust bij de initiatiefnemer. Als uit het onderzoek blijkt dat er schade optreedt moet de gemeente om de vergunning te kunnen verlenen een verklaring van geen bedenkingen (Vvgb) bij het ministerie EZ ophalen. Er worden 3 categorieën van bescherming (en daarmee toetsingskader) onderscheiden: streng beschermd – beschermd algemeen. Om vergunning te krijgen in het geval van streng beschermde soorten zal de initiatiefnemer moeten aantonen dat er geen alternatief is en er sprake is van dwingende redenen van groot openbaar belang. EHS Kort geleden is ook de begrenzing van de Ecologische Hoofdstructuur van Nederland (EHS) afgerond. Het ligt in de bedoeling
3
Schenkeveld - Culemborg
De Horst – natuurtoets
alle begrensde kavels voor 2018 te verwerven en in te richten en te beheren als beschermd natuurgebied. De verwerving gebeurt vooralsnog op vrijwillige basis. Voor gebieden in de EHS geldt het nee, tenzij...principe. Ingrepen hierin kunnen alleen doorgang vinden, als er geen alternatieven zijn en het initiatief van groot openbaar belang is. Het nee, tenzij-beleid is een getrapte 1 benadering . De basis voor deze stappenbenadering is een goede beschrijving van de in het gebied voorkomende wezenlijke kenmerken en waarden. Uit onderzoek moet vervolgens blijken of deze wezenlijke waarden en kenmerken significante schade ondervinden door de ingreep.
Het plangebied zelf is geen onderdeel van de ecologische hoofdstructuur van Nederland (EHS). Wel grenst deze aan de zuidkant bijna direct aan de ecologische verbindingszone Valleikanaal onderdeel van de EHS. De ingreep heeft mogelijk gevolgen voor de functionalteit hiervan. Ook dit moet getoetst worden.
figuur 2: begrenzing EHS (helgroen) en Groene contour (geelgroen) Probleemstelling In deze notitie wordt onderzocht in hoeverre het stoppen van de agrarische activiteiten, de sloop, de nieuwbouw, het nieuwe (woon)gebruik en de natuurontwikkeling in strijd zijn met de verbodsbepalingen van de F&f-wet en of er dientengevolge ontheffing (ex art. 75 van de F&f-wet) van de verbodsbepalingen of een Vvgb (volgens de WABO) voor de omgevingsvergunning (handelingen met gevolgen voor beschermde planten en dieren) moet worden aangevraagd. Verder wordt de ingreep getoetst aan het provinciaal natuurbeleid (nee, tenzij..). De natuurtoets is onderdeel van de ruimtelijke onderbouwing. N.b.
1
De ingreep wordt alleen getoetst aan wetgeving op het gebied van soortbescherming. Gebiedsbescherming zoals o.a. vastgelegd in de nieuwe Natuurbeschermingswet (2005) is hier niet aan de orde. Het dichtstbijzijnde beschermde natuurgebied, het Beschermd Natuurmonument ‘Schoolsteegbosjes’ ligt op meer dan 2 km aan de zuidkant van Leusden.
Handleiding Bestemmingsplannen 2006, provincie Utrecht.
4
Schenkeveld - Culemborg
De Horst – natuurtoets
2
Methode Op 20 april 2013 is het terrein bezocht om alle beschermde planten en dieren, die het plangebied en directe omgeving bewonen en gebruiken te inventariseren. Daarnaast is in de literatuur en via het natuurloket gezocht naar gegevens over de verspreiding van bijzondere soorten in de (wijde) omgeving. De verspreidingsgegevens van het natuurloket betreffen het kilometerhok157-462 (zie figuur 3). Deze zijn als bijlage 1 opgenomen. Een kilometerhok is 100 ha en dus 10 x groter dan het plangebied.
figuur 3: ligging kilometerhokken 157-462
3
Gebiedsbeschrijving Het plangebied ligt op de dekzandvlakte met oost-west lopende beekdalen en dekzandruggen zo kenmerkend voor dit deel van de Gelderse Vallei. De Engweg markeert de overgang van de dekzandrug naar het beekdal. Het bodemtype van de dekzandrug is een zwarte enkeerdgrond (matig fijn zand, gwt VI en VII); dat van het beekdal een beekeerdgrond (lemig fijn zand, gwt III). Het maaiveld van het plangebied ligt tussen 1 en 3 m NAP. Het gebied tussen Modderbeek en Barneveldse Beek is vanaf de elfde eeuw ontgonnen. Uit die tijd stamt ook het huidige wegenpatroon van de Horsterweg, Schammersteeg en Engweg. Het toen ontstane kampenlandschap is eeuwenlang bijna onveranderd gebleven. De grote veranderingen zijn pas in de twintigste eeuw begonnen, eerst met de aanleg van het Valleikanaal, de verplaatsing van de boerderij, de ruilverkaveling en het verdwijnen van de houtwallen en bosjes, later met de aanleg van de A28 en de oprukkende stadsuitbreiding van Amersfoort en Leusden. En ook nu nog is de omgeving volop in ontwikkeling met de aanleg van het recreatiegebied de Schammer, de waterberging langs het Valleikanaal en de natte natuurontwikkeling. Het plangebied zelf bestaat uit de in 1940 nieuw op deze plek gebouwde boerderij. De oude boerderij lag aan de overzijde van de Horsterweg. De nieuwe boerderij bestaat in de eerste plaats uit het woonhuis en de koeienstal onder 1 kap. Verder staan er op het erf een losse varkensstal, een garage, een hooimijt, een nieuwe opslagloods en een mestbassin. De erfbeplanting bestaat uit een tiental forse exemplaren Canadese populier en Schietwilg. In de tuin aan de voorkant staan ook enkele flinke exemplaren Beuk, Gewone es, Gewone esdoorn, Hollandse linde, Paardenkastanje, Zomereik. Op de steilrand aan de Engweg staan ter hoogte van het mestbassin een tiental jonge exemplaren Amerikaanse eik, Zomereik en Amerikaanse vogelkers. Op de steilrand van het fietspad langs het Valleikanaal staan een tiental forse exemplaren Zomereik en over een lengte van ca. 30 m opslag van Zomereik en Gewone esdoorn. Aan de Schammersteeg en de Horsterweg tenslotte staan exemplaren Zomereik van wisselende leeftijd (5-80 jaar oud).
5
Schenkeveld - Culemborg
De Horst – natuurtoets
De landbouwgronden worden op dit moment gebruikt voor de teelt van snijmais of zijn als grasland in gebruik (perceel ten zuiden van de Engweg en direct aan de Horsterweg).
zicht op boerderij ‘de Horst’ vanuit het zuidwesten
4
en vanuit het oosten
Flora en fauna Flora en vegetatie Het cultuurgrasland ten zuiden van de Engweg wordt tamelijk intensief gebruikt. Het vegetatietype betreft de Rompgemeenschap van Ruw beemdgras en Engels raaigras (12RG01) en is soortenarm (< 15 soorten). Aan de zuidrand in de laagte langs het fietspad staan enkele ruigtesoorten zoals Fluitekruid, Pitrus, Ridderzuring, Rietzwenkgras, Speenkruid. Deze vegetatie is een overgangsvorm tussen een rompgemeenschap binnen de Klasse van de natte strooiselruigten (32RG) en een 2 (nitrofiele) zoomvegetatie van de Zevenblad-associatie (33Aa05) . Aan de noordrand staan in de berm van de Engweg op de steilrand juist enkele soorten van schralere omstandigheden zoals Biggenkruid, Duizendblad, Gewoon struisgras, Jakobskruiskruid, Rood zwenkgras, Ruig haarmos, Vertakte leeuwentand en Vroegeling. Deze soorten zijn kenmerkend voor de schralere subassociatie (met Veldbies) binnen de Glanshaver-associatie (16Bb1c). Op de akkers stonden half april 2013 slechts enkele algemene akkeronkruidsoorten als Kluwenzuring, Krulzuring, Paarse dovenetel, Vogelmuur, Zachte ooievaarsbek. In de zomer is hier vanwege de intensieve maisteelt met bijpassend herbicidegebruik waarschijnlijk slechts plek voor soorten van de Hanepoot-associatie (30Bb2). In en aan de erfbeplanting is de vegetatie verruigd en ook hier treffen we een combinatie van soorten van een rompgemeenschap binnen de Klasse van de natte strooiselruigten (32) en een (nitrofiele) zoomvegetatie van de Zevenblad-associatie (33Aa05). Op sommige plekken is zelfs sprake van de ontwikkeling naar een braam- en vlierstruweel met o.a. Amerikaanse vogelkers, Eenstijlige meidoorn, Gewone braam, Gewone vlier, Hazelaar. Er zijn geen wettelijk beschermde plantensoorten in de zin van de Flora- en Faunawet aangetroffen. In het plangebied komen ook geen rode-lijstsoorten voor. Rode-lijstsoorten zijn soorten, waarvan het voorkomen in Nederland achteruitgaat. Hun voortbestaan is bedreigd. Deze hebben daarom een natuurwaarde van nationaal niveau.
2
Schaminee, J. e.a., 1995-1999: De vegetatie van Nederland, deel !-V; Opulus Press, Leiden.
6
Schenkeveld - Culemborg
De Horst – natuurtoets
schrale berm Engweg
braamstruweel achter opslagloods
In de database van FLORON staan voor het betreffende kilometerhok 157-462 voor de periode 1902010 geen rode-lijstsoorten en ook geen (streng) beschermde vaatplantensoorten vermeld (zie bijlage 1). Verder zijn er in kilometerhok 157-462 in het recente verleden (2000-2010) ook geen beschermde of bedreigde (korst)mos- of paddenstoelsoorten waargenomen. Vogels Tijdens het veldbezoek zijn de volgende vogelsoorten gehoord of gezien: Boerenzwaluw, Buizerd, Ekster, Heggenmus, Holenduif, Houtduif, Kauw, Kievit, Kokmeeuw, Koolmees, Merel, Nijlgans, Scholekster, Spreeuw, Steenuil, Vink, Winterkoning, Witte kwikstaart, Zwarte kraai. Van genoemde soorten nestelen alleen Ekster, Heggenmus, Merel, Spreeuw, Steenuil, Winterkoning, Witte kwikstaart in het plangebied. Al deze vogelsoorten zijn als broedvogel streng beschermd. Daarnaast zijn van Ekster (categorie 5), Spreeuw (categorie 5), Steenuil (categorie 1) ook de nesten jaarrond beschermd. Van de categorie 5-soorten wordt verondersteld, dat exemplaren weliswaar vaak terugkeren naar het oude nest, maar dat ze ook over voldoende flexibiliteit beschikken om, als de broedplaats verloren is gegaan, zich elders te vestigen. Verder staat Steenuil (categorie kwetsbaar) op de rode lijst van in Nederland bedreigde broedvogelsoorten (2004). Voor vogels van de rode lijst zoals genoemde Steenuil is het belangrijk dat het leefgebied en de vaste nestplaatsen behouden en beschermd worden. Overigens is d.d. 20 april 2013 niet vastgesteld of de betreffende uilen ook op eieren of met jongen zaten.
uitwerpselen en braakballen Steenuil onder kap oostgevel
betreffende kap en gevel met meststrepen
De 26 rode-lijstsoorten, die tussen 2000 en 2010 in het kilometerhok 157-462 zijn waargenomen, betreffen waarschijnlijk vooral doortrekkers en wintergasten. Bedreigde broedvogels die in de omgeving kunnen broeden zijn naast Steenuil andere boerenlandvogels als Boerenzwaluw, Gele kwikstaart, Graspieper, Huismus, Huiszwaluw, Kneu, Ringmus, Veldleeuwerik.
7
Schenkeveld - Culemborg
De Horst – natuurtoets
Zoogdieren Er zijn in het plangebied sporen gezien of zichtwaarnemingen gedaan van Bruine rat, Huisspitsmuis, Haas, Mol, Veldmuis en Woelrat. Deze soorten zijn niet of algemeen beschermd (categorie 1). In de braakballen van de Steenuil zijn alleen restanten van Veldmuis gevonden. Er zijn van de omgeving van het plangebied, t.w. de Hessenweg en het Valleikanaal waarnemingen van 3 2 vleermuissoorten bekend . Dit zijn Gewone dwergvleermuis en Laatvlieger. Beide soorten zijn gebouwbewonend. Ze hebben kraamkolonies in spouwmuren en achter boeiborden. Ze verblijven soms tijdelijk achter luiken. Bij zorgvuldige inspectie van de (te slopen) opstallen zijn geen vleermuizen of bewoningssporen (prooiresten, keutels, meststrepen e.d.) gevonden. De categorie 2 of 3 beschermde zoogdiersoort van kilometerhok 157-462 in het databestand van de Zoogdiervereniging is waarschijnlijk Eekhoorn (zie bijlage 1). Vissen, amfibieën en reptielen In het plangebied zijn d.d. 20 april 2013 geen amfibieen, reptielen of vissen waargenomen. De algemeen beschermde amfibiesoort van kilometerhok 157-462 in het databestand van RAVON is waarschijnlijk Gewone pad (zie bijlage 1). De 2 categorie 2 of 3 beschermde soorten waaronder 1 habitatrichtlijnsoort (bijlage II) zwemmen in het Valleikanaal en zijn Bermpje en Kleine modderkruiper. Ongewervelde dieren In de omgeving van het plangebied, het kilometerhok 157-456, komen voor zover bekend geen beschermde ongewervelde diersoorten voor (zie bijlage 1). Wel is er in de omgeving 1 bedreigde dagvlinder- en 1 bedreigde libellensoort gezien. Waarschijnlijk betreft dit relatief algemene soorten als Koninginnepage en Bruine winterjuffer. Conclusie Het plangebied heeft weinig natuurwaarde. Alleen de aanwezigheid van de bedreigde Steenuil, vermoedelijk ook als broedvogel is opmerkelijk. De betreffende verblijfplaats in de achterkap van de bestaande boerderij is jaarrond beschermd.
5
Ingreep Initiatief De ruimtelijke ingreep betreft de sloop van enkele opstallen en renovatie van de oude boerderij, varkensstal en hooimijt, de aanleg van een nieuw landgoed en de bouw van 4 nieuwe woningen. Het plangebied is ruim 10 ha groot. De nieuwe ruimtelijke structuur is ontleend aan het oude kampenlandschap en de nieuwe waterbergingsopgave (zie figuur 4). Verder is voor de ontsluiting gezocht naar een verbinding met de bestaande infrastructuur (doortrekken Schammerweg). Bestaande hoogteverschillen worden geaccentueerd. Nieuwe landschapselementen zijn houtwal, laanbeplanting, bos, haag, kruidenrijk grassland, moeras en water. Rond de bestaande boerderij zullen enkele forse populieren worden gekapt. De nieuwe bebouwing bestaat uit een ruim opgezet ensemble van een hoofdgebouw (landhuis) met een zichtlijn in het verlengde van de Schammerweg en 3 bijgebouwen (portier-, koets- en schuurwoning). Over het landgoed loopt een uitgebreid padenstelsel (> 1km). Alle gronden van het plangebied buiten de bouwpercelen krijgen de bestemming ‘natuur’. Het beheer is gericht op de ontwikkeling van natuur- en landschapswaarden. De natuurdoeltypen zijn zoete plas (N04.02), moeras (N05.01), kruiden- en faunarijk grassland (N12.02) en dennen-, eiken- en beukenbos (N15.02). De waterpartij staat alleen bij hoogwater in verbinding met het Valleikanaal.
3
www.waarneming.nl
8
Schenkeveld - Culemborg
De Horst – natuurtoets
es
2,28
houtsingel: eik
eik
mv +0,20
beuk
mv +0,20
schuurwoning
houtsingel: eik
essen-eikenbos 2,81
mv +0,20 mv +0,20
essen-eikenbos
koetswoning beuk portierswoning
mv +0,20
es
es
es
es
es eik
aanvullen
eik
M
eik
M
es
bestaande boerderij, hooimijt en schuur
hoofdhuis eik
M M M
eik
2,89 2,87
beuk
3,14
2,15
2,31 2,14
houtsingel: wilg
es
els es els
1,85
1,99
es
stuw via duiker 1,28
1,30 1,26
hoofdhuis
verharding (baksteen rood)
overige woningen
halfverharding (grind)
boom 1e orde grootte
riet
bestaande waardevolle of monumentale boom
monumentale bebouwing Horsterweg 21
water
graspad
fruitbomen
overstort middels stuw en duiker naar Valleikanaal
bijgebouwen
kruidenrijk gras begrazing/maaibeheer
houtsingel
opstallen tbv beheer
gazon
beukenhaag 1,2m hoog
M
mv +0,20
indicatieve ophoging
project
Landgoed De Horst
onderwerp
Concept Inrichtingsplan
status datum schaal formaat bestandsnaam bladnummer
concept 3 september 2013 1:1.000 A1 12.004_Horsterweg_VO_02092013.dwg 1
figuur 4: inrichtingsschets nieuw landgoed ‘de Horst’ (studio Ronald van der Heide, 2013) Effecten De belangrijkste ecologische gevolgen van het initiatief hangen samen met de sloop van de diverse opstallen (1), het kappen van enkele bomen en het opruimen van braamstruweel (2), het grondverzet (3), de renovatie en nieuwbouw (4), de herinrichting van de buitenruimte (5) en het veranderd gebruik (wonen i.p.v. agrarische bedrijfsvoering) (6). Ad 1)
De te slopen bebouwing (garage en opslagloods) wordt voor zover waarneembaar op dit moment door geen enkele beschermde planten- of diersoort bewoond.
Ad 2)
Rond het erf worden enkele forse populieren gekapt en wordt ook braamstruweel opgeruimd. Hierin nestelen vogels waaronder Ekster (met een jaarrond beschermd nest). De beplanting moet daarom buiten het broedseizoen (15 maart – 15 juli) worden weggehaald. Voor Ekster hoeft geen vervangende nestplek worden gemaakt (want categorie 5-soort).
Ad 3)
Bij het grondverzet voor de waterplas, de nieuwe infrastructuur en het bouwrijp maken van de wonigbouwlocaties worden alleen algemeen beschermde soorten als Mol en Veldmuis verstoord of gedood. Voor dergelijke soorten hoeft sedert 2005 bij ruimtelijke ingrepen geen vergunning voor het overtreden van de verbodsbepalingen worden aangevraagd.
Ad 4)
Tijdens de renovatie en bouw treedt door lawaai, bouwlampen en het verspreiden van vervuilende stoffen verstoring van de natuur in de omgeving op. De omvang hiervan is beperkt en reikt niet tot de beschermde natuurgebieden in de omgeving. De bestaande boerderij en de varkensstal zijn vaste broedplek van Spreeuw en Steenuil. De renovatie van het dak en de kap moet daarom buiten het broedseizoen worden uitgevoerd. Verder moet er voorafgaand aan deze werkzaamheden aan Steenuil vervangende verblijfsruimte zijn aangeboden. De uilenkast moet in de directe omgeving worden opgehangen. Dit moet ook ruim vantevoren (> 3 maanden) gebeuren.
Ad 5)
De herinrichting van de buitenruimte rond de nieuwe woningen, de aanleg van houtachtige vegetatie en de verdere natuurontwikkeling heeft grote positieve ecologische gevolgen.Te meer
9
Schenkeveld - Culemborg
De Horst – natuurtoets
daar er vooral inheemse soorten als boom of struik geplant worden. Aanbevolen wordt plantmateriaal van autochtone oorsrong te gebruiken (zie ook www.bronnen.nl). Ad 6)
Het veranderde gebruik (van agrarisch bedrijf naar wonen) betekent een vermindering van de storingsfactoren vermesting, verontreiniging en verzuring. Het woongebruik en de daarmee samenhangende uitstoot van milieubelastende stoffen is niet groter dan die van een gemiddelde eengezinswoning (x4). Het oorspronkelijk hier gevestigde agrarische bedrijf wordt (is) verplaatst naar ... De verplaatsing van de agrarische activiteiten heeft diverse significante positieve milieueffecten voor de directe omgeving van de Horsterweg 21: afname geluidsbelasting, geen geurbelasting, geen ammoniakemissie, geringe belasting grondwater met nitraat en andere meststoffen, afname (auto- en landbouwwerktuig)bewegingen. De hoeveelheid licht en geluid nemen niet noemenswaardig af.
Bovengenoemde gevolgen worden hieronder eerst aan de Flora- en faunawet en vervolgens aan het provinciale natuurbeleid getoetst. Omdat de dichtstbijzijnde beschermde natuurgebieden ver weg liggen en de ingreep klein is, hoeft het initiatief niet getoetst te worden aan de bepalingen in de Natuurbeschermingswet. Flora –en faunawet Als aan de hierboven genoemde randvoorwaarden wordt voldaan, worden er door de ingreep niet aantoonbaar verbodsbepalingen van de Flora- en faunawet overtreden. Deze randvoorwaarden worden hieronder nog een keer samengevat. EHS De toetsing van de ingreep aan het natuurbeleid van de provincie Utrecht wordt bepaald door de vaststelling of het plangebied al dan niet wezenlijke kenmerken en waarden bezit. Door GS zijn hiervoor 4 hoofdaspecten vastgesteld: 1) De aanwezigheid van zones met een bijzondere ecologische kwaliteit 2) Gebieden die bepalend zijn voor de aaneengeslotenheid en robuustheid van de EHS 3) De aanwezigheid van bijzondere soorten 4) De aanwezigheid van essentiële verbindingen Deze hoofdaspecten worden hieronder 1 voor 1 aan de orde gesteld.
6
Ad 1)
In de omgeving van het plangebied komen geen EHS-gebieden voor met een bijzondere ecologische kwaliteit. De beëindiging van de agrarische activiteiten en de natuurontwikkeling scheppen wel goede voorwaarden voor kwalitatief hoogwaardige natuur in het plangebied zelf maar ook in de omgeving zoals die van de nieuwe natuur van de Schammer.
Ad 2)
Met name door de aanleg van water en moeras direct aansluitend op de natte ecologische verbindingszone van het Valleikanbaal heeft de ingreep een positief effect op de aaneengeslotenheid en robuustheid van de EHS.
Ad 3)
De bijzondere soorten van de EHS in de omgeving van het plangebied zijn de vissen Bermpje en Kleine modderkruiper in het Valleikanaal. De nieuwe waterplas is geschikt als habitat van met name Kleine modderkruiper.
Ad 4)
Vooral vanwege de natte natuurontwikkeling is de ingreep van toegevoegde waarde voor de ecologische functionaliteit van het Valleikanaal als verbindingszone.
Conclusie Natuurwetgeving De sloop van de opstallen en de nieuwbouw hebben geen ingrijpende ecologische gevolgen. Er zullen bij de werkzaamheden geen algemene verbodsbepalingen (artikel 8 t.m.13) van de Flora- en faunawet worden overtreden, als aan onderstaande voorwaarden wordt voldaan: - De opstallen worden buiten het broedseizoen (15 maart – 15 juli) gesloopt. - Ook de beplanting wordt alleen buiten het broedseizoen verwijderd. - En ook de renovatie van de bestaande boerderij en de losse varkensstal gebeurt buiten het broedseizoen.
10
Schenkeveld - Culemborg
De Horst – natuurtoets
-
Er wordt tenminste 3 maanden voor de renovatie van de bestaande boerderij vervangende verblijfsruimte aan Steenuil in de vorm van een nestkast aangeboden. De steenuilenkast wordt geplaatst op een horizontale tak van een boom op ca. 4 m hoogte op een rustige plek op het erf. Vanwege de aanleg van bos, houtwal en laanbeplanting en vooral vanwege de (natte) natuurontwikkeling heeft het inititief vooral positieve gevolgen voor beschermde planten en dieren. Voor een groot aantal soorten wordt nieuwe habitat gecreërd. Natuurbeleid In het hierboven staande is het initiatief alleen getoetst aan de natuurwetgeving. Er rust echter ook planologische bescherming op de directe omgeving van het gebied. Het Valleikanaal is als natte ecologische verbindingszone onderdeel van de ecologische hoofdstructuur van Nederland (EHS) (zie figuur 2). Voor dergelijke gebieden geldt het nee, tenzij…principe. Echter omdat door de aanleg van water en moeras de ecologische functionaliteit van het Valleikanaal wordt verbeterd, moet het initiatief als positief worden beoordeeld en wel vooral op de punten 2 en 4 van het Utrechtse toetsingskader (zie hierboven).
7
Bijlagen Bijlage 1:
11
Beknopte eenmalige levering uit de Nationale Databank Flora en Fauna, kilometerhok 157-462; Het Natuurloket, 2013.
Schenkeveld - Culemborg