Instituut voor Media en Informatie Management
Scriptie Afstudeeropdracht voor De Fabriek
Michelle le Mahieu, RV 5 all
Eerste begeleider:
Bas Homans
Tweede begeleider:
Raoul Boers
23-10-2012
Scriptie Michelle le Mahieu
3
Scriptie Michelle le Mahieu
4
Voorwoord Deze scriptie is het laatste onderdeel van mijn opleiding Media, Informatie en Communicatie aan de Hogeschool van Amsterdam. De scriptie bestaat uit de schriftelijke weergave van een onderzoek en een daaruit voortvloeiend advies voor opdrachtgever De Fabriek, een kunstinitiatief te Eindhoven. Het advies bestaat uit een concrete opzet voor een evenement dat de naamsbekendheid van De Fabriek zou kunnen versterken. Toen ik met mijn studieloopbaanbegeleidster sprak over de twijfel die bij mij was ontstaan over afstuderen bij mijn stagebedrijf L’Oreal of een ander bedrijf, attendeerde zij mij er op dat het misschien interessant was om eens te gaan kijken wat er in mijn woonplaats Eindhoven, de designstad van Nederland, speelde. Tevens maakte zij mij attent op De Fabriek. Ik heb met vijf bedrijven contact opgenomen: Strijp-S Festival, Piet Hein Eek, Mode met een Missie, De Fabriek en De Admirant. Uiteindelijk zijn daar twee gesprekken uitgekomen: een gesprek met De Fabriek en met Piet Hein Eek. Mode met een Missie nodigde mij ook uit, maar hier ben ik niet meer op ingegaan. Ik was na mijn gesprek bij De Fabriek gelijk enthousiast. Ik ben ook nog op gesprek bij Piet Hein Eek geweest. Piet Hein Eek is inmiddels een gevestigde naam, nationaal én internationaal. Ik kreeg een leuke opdracht aangeboden. Uiteindelijk heb ik de knoop doorgehakt en voor De Fabriek gekozen. Ik zag zoveel potentie in dit kunstinitiatief, dat al 32 jaar bestaat. Ik had het gevoel dat zij mij harder nodig hadden dan Piet Hein Eek, die al een eigen communicatieafdeling heeft. De Fabriek wordt geleid door een vrijwillig bestuur, zelf ook allemaal kunstenaars. Zij hebben ieder hun eigen onderneming en daardoor is er soms minder tijd voor de bestuursactiviteiten van De Fabriek. De keus was gemaakt. In 2007 kwam ik overgewaaid vanaf het Amsterdam Fashion Institute. Ik had besloten mijn studie voort te zetten op het MIC. De studie heeft in totaal vijf jaar geduurd. De oorzaak hiervoor is dat een geplande minor niet doorging wegens te weinig aanmeldingen en daarnaast ben ik twee maanden op reis geweest. Ik ben blij met de keuzes die ik heb gemaakt en met de overstap van het AMFI naar het MIM. Na mijn zeven maanden durende stage bij L’Oréal op de PR & Communicatie afdeling weet ik inmiddels ook welke richting ik uiteindelijk op wil. Nu ben ik op het punt beland dat ik bijna ben afgestudeerd. Mijn scriptie is een feit. Ik wil het MIC bedanken voor de mogelijkheid die zij mij hebben geboden om deze studie te volgen. Ik bedank mijn studieloopbaanbegeleidster Barbara Devilee zeer voor al haar hulp, adviezen en de tijd die ze in mij heeft gestoken tijdens mijn studietijd op het MIC. Daarnaast bedank ik mijn afstudeerbegeleider Bas Homans voor zijn inzet tijdens mijn afstudeerperiode. Verder bedank ik de mannen van het bestuur van De Fabriek en in het bijzonder Mander Liefting, mijn eerste aanspreekpunt bij De Fabriek. Ten slotte bedank ik mijn ouders. Zij zijn degenen die mij met hun positiviteit, relativeringsvermogen en hulp door mijn studietijd hebben
Scriptie Michelle le Mahieu
geholpen en mij alle tijd van de wereld gunden om in mijn tempo te komen tot mijn resultaten.
Michelle le Mahieu
5
Scriptie Michelle le Mahieu
6
Samenvatting Dit rapport is een weergave van het onderzoek voor opdrachtgever De Fabriek, een kunstinitiatief gevestigd te Eindhoven. De probleemstelling van het onderzoek luidt: Aan welke voorwaarden moet een evenement voor De Fabriek voldoen om de naamsbekendheid van De Fabriek binnen de kunstscene te versterken? In de loop van het onderzoek bleken er tegengestelde ideeën te bestaan over de aanpak. Een belangrijke constatering was dat er een spanningsveld heerst tussen marketing en kunst. De conclusie is dat er een weg moet worden gevonden om een proces op gang te brengen, waardoor men zich gaat realiseren dat het marketinggerichte denken kan helpen om de eigen kunstzinnige doelstelling beter te kunnen bewerkstelligen. Om de doelgroep enthousiast te kunnen maken voor de activiteiten van de Fabriek, moet men eerst bekend zijn met de Fabriek. Daarvoor zijn marketingtechnieken een prima hulpmiddel. Uit het onderzoek komt naar voren dat er meerdere randvoorwaarden zijn voor een te organiseren evenement om de naamsbekendheid van De Fabriek te kunnen vergroten. Op basis van de randvoorwaarden en bovengenoemde beperkingen is een conceptevenement uitgewerkt dat kan helpen om dit proces in gang te zetten. Het gaat om een tweemaandelijks evenement waarbij wordt samengewerkt met kunstacademies uit Nederland. Studenten krijgen de mogelijkheid om samen met studenten van andere disciplines van verschillende opleidingen de werkruimte van De Fabriek te gebruiken voor een periode van twee weken. In deze twee weken krijgen zij de ruimte om te experimenteren en om zichzelf te ontwikkelen. Aan de werkperiode zit een presentatieperiode van een week vast. Ter voorbereiding op dit evenement zullen studenten door middel van een pull-strategie warm worden gemaakt om deel te nemen aan dit evenement. Er wordt een digitaal platform opgezet, bestaande uit een website, een Facebook-bedrijvenpagina en een Twitteraccount om een zogeheten fanbase te creëren. Deze fanbase vormt de basis voor een hechte samenwerking tussen De Fabriek en kunstacademies in Nederland. Voor dit onderzoek is gebruik gemaakt van deskresearch en kwalitatief onderzoek. Er zijn twee interviews, twee panelgesprekken met de opdrachtgever en twee panelgesprekken met de doelgroep georganiseerd.
Scriptie Michelle le Mahieu
7
English summary This is the report of a study for De Fabriek, an art initiative based in Eindhoven. The problem statement of the study is: What are the conditions that an event for De Fabriek must meet to strengthen brand awareness of De Fabriek in the art scene? The study revealed that there were conflicting ideas about the approach. An important finding was that there is a certain tension between the concepts of marketing and art. The conclusion is that a way must be found that can put in motion a process which will let realize that the marketing-oriented thinking can help to achieve better artistic objectives. To make the audience excited for the activities of De Fabriek one must first be familiar with De Fabriek. Marketing techniques can help with this process. The event for De Fabriek must meet several prerequisites that can increase the brand awareness of De Fabriek. Based on these prerequisites and limitations given above a concept is defined for an event that will help to set this process in motion. It concerns a bimonthly organized event in partnership with art-academies in the Netherlands. Students will have the opportunity to work together with students from other disciplines of several academies to use the workspace of De Fabriek for a period of two weeks. During these two weeks they can use the facilities of De Fabriek to experiment and develop their potential. This period will be followed by a presentation-period of one week. In preparation for this event a ‘pull strategy’ will be used to interest students for participating this event. A digital platform can be used to create a fanbase. This digital platform consists a website, a Facebook business page and a Twitter account. This fanbase is a primary factor in the close cooperation between De Fabriek and art academies of the Netherlands. Desk research and qualitative research are used for this study. There have been two interviews with stakeholders and two panel-discussions with both representatives of De Fabriek and the target-group.
Scriptie Michelle le Mahieu
8
Scriptie Michelle le Mahieu
9
Inhoud 1 1.1
Inleiding Aanleiding van het onderzoek
12 12
2 2.1 2.2 2.3
Probleemformulering Probleemstelling Doelstelling Deelvragen
13 13 13 13
3 3.1 3.2 3.3 3.3.1 3.3.2
Methoden en technieken Onderzoeksontwerp Deskresearch Kwalitatief onderzoek Interviews Panelgesprek
15 15 15 15 15 16
4 4.1 4.1.1 4.1.2 4.2
Opdrachtgever De Fabriek Visie Missie Analyse
17 17 18 18 19
5 5.1.1 5.1.2 5.1.3 5.1.4 5.2
Doelgroepanalyse Huidige doelgroep Gewenste doelgroep Kwalitatieve gegevens Kwantitatieve gegevens Analyse
20 20 20 20 20 21
6 6.1 6.1.1 6.1.2 6.1.3 6.1.4 6.1.5 6.1.6 6.1.7 6.1.8
Resultaten Resultaten deskresearch Communicatie Positionering Social Media Stakeholders De Fabriek Vergelijkbare organisaties Evenementen Subsidies Trends
22 22 22 22 22 23 24 25 26 26
Analyse trends 6.2 Resultaten kwalitatief onderzoek 6.2.1 Analyse interviews 6.2.2 Analyse panelgesprek I 6.2.3 Analyse Panelgesprek II
27 28 28 28 30
Scriptie Michelle le Mahieu
10
7 7.1 7.2
Conclusies Conclusie van de resultaten Herhaling en beantwoording probleemstelling
31 31 31
8 8.1 8.2 8.2.1 8.2.2 8.2.3 8.2.4 8.2.5 8.2.6 8.2.7 8.2.8 8.3 8.3.1 8.3.2 8.3.3 8.3.4
Advies Evenement Voorwaarden Communicatie Samenwerking Transparant Publieksgericht Interactie Talentontwikkeling Presentatie Innovatie Concept evenement Voordeel voor Kunstacademies en studenten Voordeel voor De Fabriek Aanpak Academies
32 32 32 32 32 32 33 33 33 33 33 33 35 35 36 37
9 9.1 9.2 9.3
Evaluatie Onderzoeksproces Wat ging er niet goed en waarom? Mogelijkheden voor vervolgonderzoek
39 39 39 40
Literatuurlijst
41
Bijlage I
47
Bijlage II
49
Bijlage III
57
Bijlage IV
63
Bijlage V
64
Bijlage VI
67
Bijlage VII
70
Scriptie Michelle le Mahieu
11
Scriptie Michelle le Mahieu
1
Inleiding
1.1
Aanleiding van het onderzoek
12
De Fabriek is een Nederlandse kunstvereniging die de bedrijfsvorm van een stichting heeft. Het is een collectief platform voor creatieve ontwikkeling. De stichting biedt voor een bepaalde periode werkruimte aan kunstenaars en vormgevers, die daar zichzelf en hun werk willen ontplooien. De instelling wordt inhoudelijk gedraaid door vrijwilligers. De Fabriek wil een grotere naamsbekendheid onder haar doelgroep genereren en haar propositie versterken. De Fabriek heeft aangegeven dit in de vorm van een evenement te willen realiseren. Zij acht een grotere naamsbekendheid van belang in verband met de continuïteit en het behoud van haar zelfstandigheid. De Fabriek wil een breder maar selectief publiek bereiken. Daarnaast is het belangrijk dat er meer kunstenaars gebruik gaan maken van de ruimte van De Fabriek. Dit levert naast een betere bezettingsgraad ook meer naamsbekendheid op bij de doelgroep. Er zijn geen commerciële belangen aan verbonden. De Fabriek vindt dat er in de basis geen commerciële maatstaf moet gelden voor het maken van kunst. Zonder concessies te doen moet de mogelijkheid worden gecreëerd tot het maken van kunst. “In deze zware economische tijden wordt een subsidie zo onder je kont vandaan getrokken”, aldus De Fabriek. Daarom is het van belang om niet afhankelijk te zijn van subsidies. De doelgroep voor het te organiseren evenement bestaat uit het actieve deel van de kunstscene. De Fabriek wil deze doelgroep bereiken door middel van een evenement dat aansluit bij het imago van De Fabriek. Het zal de naamsbekendheid van De Fabriek moeten versterken en een verbindende factor moeten zijn tussen de te bereiken doelgroep en de gewenste situatie van De Fabriek. Doel van dit onderzoek is het bepalen van de voorwaarden waar een evenement aan moet voldoen. Op deze manier blijft het bestaansrecht van De Fabriek behouden en zal het bereik van De Fabriek worden vergroot. Dit zal verder moeten resulteren in een grotere publieke interesse en in meer kunstenaars die een bepaalde werkperiode in De Fabriek willen doorbrengen. Door deze hogere roulatie zal de naamsbekendheid van De Fabriek binnen de specifieke doelgroep automatisch toenemen. Wanneer in dit onderzoek gesproken wordt over het begrip ‘kunstscene’ dan worden hiermee personen bedoeld die zijn gelieerd aan de kunst- en designwereld: studenten aan kunstacademies, vakgenoten, (beroeps-)kunstenaars en kunstgeïnteresseerden.
Scriptie Michelle le Mahieu
2
Probleemformulering
2.1
Probleemstelling
13
De probleemstelling van het onderzoek luidt: Aan welke voorwaarden moet een evenement voor De Fabriek voldoen om de naamsbekendheid van De Fabriek binnen de kunstscene te versterken?
2.2
Doelstelling
Het doel van dit rapport is een concept voor een evenement neerzetten dat de naamsbekendheid van De Fabriek binnen de kunstscene versterkt, in de vorm van een adviesrapport.
2.3
Deelvragen
Om tot een antwoord op de hoofdvraag te komen is een aantal deelvragen geformuleerd over De Fabriek, de doelgroep van De Fabriek, de propositie, stakeholders en evenementen. Deelvragen die betrekking hebben op De Fabriek: Wat is de missie van De Fabriek? Wat is de visie van De Fabriek? Wat is het imago van De Fabriek? Hoe positioneert De Fabriek zich? Hoe sluiten de missie en visie aan op de gewenste situatie van De Fabriek? Op welk niveau wil De Fabriek communiceren? Deelvragen die betrekking hebben op de doelgroep: Wie is de beoogde doelgroep van De Fabriek? Waar heeft de doelgroep interesse in? Wat doet de doelgroep in het dagelijks leven? Waarom is dit de doelgroep van De Fabriek? Hoe kan De Fabriek de doelgroep bereiken? Hoe wil De Fabriek communiceren met de beoogde doelgroep? Deelvragen die betrekking hebben op propositie: Waar staat De Fabriek nu? Waar wil De Fabriek heen? Waar liggen de mogelijkheden? Hoe wordt De Fabriek gewaardeerd? Hoe kan een betere waardering worden verkregen? Hoe kan je waardering meten?
Scriptie Michelle le Mahieu
14
Hoe wordt De Fabriek beleefd? Hoe ervaart de doelgroep De Fabriek? Welk belang heeft de doelgroep bij een evenement? Wat zijn de behoeftes van de doelgroep? Deelvragen die betrekking hebben op stakeholders: Wie zijn de stakeholders van De Fabriek? Wat is de huidige relatie tussen De Fabriek en de stakeholders? Wat is de gewenste relatie tussen De Fabriek en de stakeholders? Hoe kan de relatie tussen de stakeholders en De Fabriek worden versterkt? Wat voor invloed hebben de stakeholders op het beleid van De Fabriek? Wat is het huidige imago van De Fabriek volgens de stakeholders? Wat kunnen de stakeholders bijdragen aan de propositie van De Fabriek? Deelvragen die betrekking hebben op evenementen: Wat is het doel van een evenement? Hoe kan een evenement het imago van een merk versterken? Bestaan er vergelijkbare evenementen voor soortgelijke merken? Wat wil De Fabriek bereiken met een evenement? Wat voor evenement past bij De Fabriek? Wat voor evenementen worden door de doelgroep bezocht?
In dit rapport wordt allereerst beschreven welke methoden en technieken zijn gebruikt om het onderzoek te laten slagen en antwoord te krijgen op de probleemstelling. In de daaropvolgende hoofdstukken wordt de theorie aan de hand van de literatuur, interviews en panelgesprekken beschreven.
Scriptie Michelle le Mahieu
3
Methoden en technieken
3.1
Onderzoeksontwerp
15
In dit onderzoek is gekozen voor de onderzoeksmethoden deskresearch en kwalitatief onderzoek. Via deskresearch is kennis vergaard over de primaire en secundaire onderwerpen. Via kwalitatieve onderzoeksmethoden zijn diverse meningen en opinies van de focusgroep in kaart gebracht door middel van panelgesprekken en interviews. Hierbij is gekozen voor kleine groepen mensen. Omdat voor dit onderzoek geen statistische gegevens van belang zijn, was het gebruik van kwantitatief onderzoek niet relevant.
3.2
Deskresearch
Er heeft deskresearch plaatsgevonden om na te gaan of er eerder onderzoek is gedaan naar de betreffende onderwerpen. De vraag wat voor evenement een organisatie kan organiseren om de naamsbekendheid te vergroten, is vaker onderzocht; weliswaar niet door De Fabriek maar wel door andere organisaties. De volgende onderwerpen zijn aan bod gekomen: • Cultuur in Brabant; • Evenementen; • Kunstinitiatieven; • Naamsbekendheid vergroten; • Propositie; • Stakeholders; • Subsidie; • Kunst in Nederland; • Kunst geïnteresseerden.
3.3
Kwalitatief onderzoek
Het kwalitatieve onderzoek bestond uit interviews en panelgesprekken. 3.3.1 Interviews Volgens De Fabriek zijn de twee belangrijkste subsidiegevers de Gemeente Eindhoven en het Brabants Kenniscentrum Kunst en Cultuur. Met beide partijen zijn interviews afgenomen in de vorm van een tweegesprek. Er is gebruik gemaakt van een halfgestructureerd interview. Bij het opstellen van de topiclijst zijn de topics opgesteld aan de hand van De Fabriek toen, De Fabriek nu en De Fabriek in de toekomst. Daarnaast is er gebruik gemaakt van resultaten die zijn opgedaan bij het eerste panelgesprek met het bestuur van De Fabriek en resultaten van de deskresearch.
Scriptie Michelle le Mahieu
16
Contactpersoon van het Brabants Kenniscentrum Kunst en Cultuur is Mirjam Emmen, senior adviseur, afdeling Kunstinstellingen & Makers. Het interview vond plaats op 4 juli 2012 om 10 uur op het hoofdkantoor van het Brabants Kenniscentrum Kunst & Cultuur te Tilburg. De duur van het interview was 1:43 uur. Contactpersoon van de Gemeente Eindhoven is Marianne Vaessen, beleidsmedewerkster, sector Economie & Cultuur, afdeling Kunst & Cultuur. Het interview vond plaats op 15 augustus 2012 om 11 uur op het kantoor van de Gemeente Eindhoven, Kennedytoren 200 te Eindhoven. De duur van het interview was 46 minuten. 3.3.2 Panelgesprek Er zijn in totaal vier panelgesprekken gevoerd. De panelgesprekken vonden plaats in kleine groepen. Doel van de gesprekken was het peilen van de verschillende meningen, opinies en belevingswerelden. Er zijn twee panelgesprekken gevoerd met het bestuur van De Fabriek. Het eerste panelgesprek vond plaats op 4 juni 2012 om 19.30 uur. Dit panelgesprek was oriënterend van aard en had een duur van 1:20 uur. Bij dit panelgesprek waren vijf personen van het bestuur aanwezig: Koen Dijkman, Mander Liefting, Josef Blersch, Paul Segers en Paultje (achternaam onbekend). Het tweede panelgesprek vond plaats op 6 augustus 2012 om 20.00 uur. Dit panelgesprek had een duur van 1:05 uur. Bij dit panelgesprek waren vijf personen aanwezig: Koen Dijkman, Mander Liefting, Anthony Kleinepier, Josef Blersch en Paul Segers. Beide panelgesprekken vonden plaats in het pand van De Fabriek, de Baarsstraat te Eindhoven. De andere twee panelgesprekken zijn gevoerd met een vertegenwoordiging van de doelgroep van De Fabriek. De leden die aan dit panelgesprek deelnamen, zijn geselecteerd door middel van een oproep op Facebook en connecties van de bestuursleden van De Fabriek. De panelleden van beide panels hadden een variëteit van beroepen, studies en/of interessevelden. Het eerste panelgesprek vond plaats op 30 juli 2012 om 19.30 uur. De duur van dit panelgesprek was 1:55 uur. Er waren in totaal zeven personen aanwezig. Het gesprek vond plaats in de ruimte van De Fabriek, de Baarsstraat te Eindhoven. Het tweede panelgesprek / brainstormsessie vond plaats op 26 september 2012 om 20.00 uur. De duur van dit panelgesprek was 2 uur. Er waren in totaal negen personen aanwezig. Het gesprek vond plaats in een atelier: een oud schoolgebouw dat in het bezit is van Stichting Ruimte op de Galileïstraat 2 te Eindhoven (zie bijlage I voor nadere details van de gevoerde panelgesprekken).
Scriptie Michelle le Mahieu
4
Opdrachtgever
4.1
De Fabriek
17
Kunstinstelling De Fabriek is een Nederlandse kunstvereniging uit Eindhoven. De Fabriek is een stichting die ontstond uit ontevredenheid bij kunstenaars als gevolg van een tekort aan atelierruimte begin jaren ’80. De Fabriek is een werkruimte voor kunstenaars en vormgevers. Sinds de kraak van het Fabriekspand op 31 maart 1980 is De Fabriek een plek waar kunstenaars kunnen werken, experimenteren, exposeren, discussiëren en elkaar en het publiek ontmoeten. De Fabriek is een instelling die al vanaf het begin inhoudelijk gedraaid wordt door vrijwilligers. Deze vrijwilligers zijn professionals uit het vakgebied kunst en design en zij doen dit vanuit idealisme naast hun eigen beroepspraktijk. De ruimte wordt voor een werkperiode ter beschikking gesteld aan beroepskunstenaars die zichzelf en hun werk willen ontplooien in de ruimte van De Fabriek. Aan elke werkperiode zitten één of meerdere publieke presentaties gekoppeld. Deze presentaties worden bezocht door vakgenoten, collega’s uit gelieerde vakgebieden en in kunst geïnteresseerd publiek. Kunstenaars/vormgevers worden geselecteerd op het reeds gemaakte werk, het inhoudelijke plan dat zij indienen voorafgaande aan een werkperiode, de relevantie van hun werk binnen de hedendaagse kunst en hun beroepsmatigheid binnen het kunstvlak. Kunstenaars/vormgevers kunnen een projectplan indienen of worden uitgenodigd door De Fabriek om dit te doen (De Fabriek, 2012). In 2008 is het huidige bestuur aangetreden; intussen de derde generatie Fabrieksbestuur. Het bestuur is verantwoordelijk voor de inhoudelijke invulling van De Fabriek. Samen met een ‘denktank’, een pool van wisselende kunstenaars en vormgevers, worden selecties gemaakt en inhoudelijke standpunten met betrekking tot de programmering besproken. De Fabriek heeft één vaste medewerker die De Fabriek op praktisch niveau draaiende houdt en de kunstenaars wegwijs maakt en ondersteunt tijdens hun werkperiode (De Fabriek, 2012). De bedrijfsstructuur van De Fabriek heeft meerdere voordelen. De Fabriek heeft geen directeur, curator, vaste pr-medewerker en dergelijke. Hierdoor blijven de overheadkosten minimaal. Het grootste gedeelte van het budget gaat dan ook naar de inhoud: de kunstenaars, exposities en projecten. Het is een initiatief zonder franje dat een groot aantal activiteiten weet te ontplooien, zeker vanwege de grote inzet van de betrokken vrijwilligers. Doordat de bestuursleden zelf actief zijn binnen de kunst is het initiatief laagdrempelig voor professionele beeldende kunstenaars om De Fabriek te benaderen met een projectvoorstel of om gewoon te komen kijken naar exposities. Een risico van deze bedrijfsstructuur is dat er minder focus is op bepaalde aandachtsgebieden. Vrijwel het gehele bestuur heeft ook een eigen onderneming die aandacht opeist. Wanneer er meer structurele aandacht zou zijn voor bijvoorbeeld pr en communicatie, dan zou De Fabriek zich mogelijk beter kunnen ontwikkelen. Hier is momenteel geen geld voor. Als gevolg daarvan is De Fabriek voor haar voortbestaan afhankelijker van haar subsidiegevers.
Scriptie Michelle le Mahieu
18
4.1.1 Visie De Fabriek is altijd een werkplek geweest waar het experiment kan worden opgezocht. In de ruimte van De Fabriek zijn namelijk geen beperkingen; de kunstenaar krijgt totale vrijheid om te doen wat hij/zij nodig acht voor het ontwikkelen van een project en het maken van zijn/haar werk. Het huidige bestuur is zich altijd bewust geweest van het belang van deze manier van werken. Maar vooral nu, in een tijd waarin ze van alle kanten gedwongen worden om hun bestaande systemen te herzien en bezuinigingen leiden tot verplichte economische doelgerichtheid, is het extra belangrijk dat er plek is voor het experiment en het ontwikkelen van nieuwe ideeën. Het werken buiten alle bestaande kaders creëert ruimte voor nieuwe inzichten en visies. In deze tijd wordt daarom een grote gedrevenheid en ondernemerschap vanuit de kunstenaar verwacht om op professioneel niveau te blijven werken. Kunstenaars moeten actief op zoek naar mogelijkheden, opdrachten en plekken om te exposeren. De Fabriek ziet haar rol dan ook steeds meer als een initiatief met een faciliterende functie. De Fabriek is een plek waar ondernemende kunstenaars terecht kunnen voor intensieve en relatief lange werkperiodes om geconcentreerd te kunnen werken aan nieuwe ideeën en experimenten in een ruime fabriekshal. Het is ook een plek waar jonge, pas afgestudeerde kunstenaars hun eerste treden in de kunstwereld kunnen maken. Er worden ook voorbereidingen voor andere projecten buiten De Fabriek getroffen en er vinden concerten, albums, publicaties, lezingen, debatten, workshops en videopresentaties plaats. De Fabriek is een belangrijke factor in de culturele kunstscene, waar kunstenaars en publiek elkaar ontmoeten en waar grote stappen worden gemaakt binnen de professionele beroepspraktijk van de exposerende kunstenaars. Het is dan ook niet verwonderlijk dat veel kunstenaars die in de afgelopen 32 jaar in De Fabriek hebben gewerkt en geëxposeerd, ondertussen bekend zijn in binnen- en buitenland en nog steeds een bijzondere band hebben met het initiatief (De Fabriek, 2012). 4.1.2 Missie De missie van het huidige bestuur van De Fabriek is om de zichtbaarheid van De Fabriek en haar projecten te vergroten. De Fabriek is een sterk initiatief dat goed gegrond is in de kunstwereld en naast een lange traditie en rijke geschiedenis ernaar streeft om vooral niéuwe geschiedenis te schrijven. In die zin proberen zij het idealisme waarmee het instituut in 1980 is gestart, te combineren met de eisen die ‘anno nu’ aan de beroepspraktijk worden gesteld.
Scriptie Michelle le Mahieu
4.2
19
Analyse
De missie van het huidige bestuur van De Fabriek is om de zichtbaarheid van De Fabriek en haar projecten te vergroten. Zij willen het idealisme waarmee het instituut in 1980 is gestart, combineren met de eisen die ‘anno nu’ aan de kunstwereld worden gesteld. Ook de naamsbekendheid van De Fabriek moet worden vergroot. Eerst binnen Eindhoven, dan op nationaal en uiteindelijk op internationaal niveau.
Scriptie Michelle le Mahieu
5
20
Doelgroepanalyse
5.1.1 Huidige doelgroep Uit kwalitatief onderzoek blijkt dat de huidige doelgroep van De Fabriek voornamelijk bestaat uit vakgenoten uit de ‘inner circle’. Met deze ‘inner circle’ worden personen bedoeld die vooral via het bestuursnetwerk bekend zijn met De Fabriek. 5.1.2 Gewenste doelgroep De Fabriek vindt het van belang om een grotere naamsbekendheid te verwerven, zowel in Eindhoven als daarbuiten. Kunstenaars moeten worden aangetrokken door De Fabriek. Personen die bezig zijn met een studie of net zijn afgestudeerd aan een kunstacademie, moeten worden warm gemaakt voor deze plek. Het gaat niet om de hoeveelheid mensen, maar om de juiste mensen: personen gelieerd aan de kunst- en designwereld, zoals studenten aan kunstacademies, vakgenoten, (beroeps-)kunstenaars en kunstgeïnteresseerden. 5.1.3 Kwalitatieve gegevens De doelgroep studeert aan kunstacademies door heel Nederland. De meeste studenten wonen in de steden waar de studie is gelokaliseerd: Amsterdam, Rotterdam, Utrecht, Eindhoven, Haarlem, Leiden, Maastricht, Enschede, Zwolle, Breda, Groningen, Boxtel, Den Haag, Den Bosch en Tilburg. De doelgroep houdt zich in zijn vrije tijd bezig met kunst, cultuur, uitgaan, projecten en activiteiten gerelateerd aan de studie. Ze bezoeken tentoonstellingen, exposities en musea. 5.1.4 Kwantitatieve gegevens Allereerst zal de gewenste doelgroep binnen Eindhoven worden aangesproken. Deze doelgroep is via meerdere kanalen te bereiken. De Design Academy is de enige kunstacademie in Eindhoven. Het is een hboinstelling, volledig gericht op vormgeving. De Design Academy heeft momenteel een totaal van 692 Bachelor- en Masterstudenten; onderverdeeld naar geslacht: man 323, vrouw 369 (Jaarverslag Design Academy Eindhoven, 2011). Naast de Design Academy is de Technische Universiteit gevestigd te Eindhoven. Aan deze universiteit wordt de opleiding Industrial Design aangeboden. Momenteel studeren er 450 Bachelorstudenten en 100 Masterstudenten aan de faculteit Industrial Design. Er zijn 145 medewerkers werkzaam (TU/E, 2012). Naast deze opleidingen zijn er diverse locaties binnen Eindhoven waar de doelgroep te vinden is. Er zijn 14 kunstenaarsinitiatieven en 19 musea en expositieruimten. Tevens zijn er diverse galerieën in de stad te vinden. De Dutch Design Week is een evenement waar een groot deel van de doelgroep van De Fabriek op af komt. In 2011 was het totaal aantal bezoekers aan dit evenement 12790 personen, waarvan 2640 uit Eindhoven afkomstig. Er waren 4087 personen uit
Scriptie Michelle le Mahieu
21
overig Noord-Brabant afkomstig en in totaal 11703 uit Nederland. De achtergronden voor het bezoeken van dit evenement waren: Algemene interesse voor design Studie, school Zelf werkzaam in de creatieve industrie Beroepsmatig Overig (Dutch Design Academy, jaarverslag. 2011)
5910 1938 1553 1486 1903
46 % 15 % 12 % 12 % 15 %
De discipline beeldende kunst is ten opzichte van andere disciplines het grootst binnen Eindhoven als het gaat om het aantal creatieve makers in de regio Eindhoven (EDHV, 2012; zie bijlage IV).
5.2
Analyse
De Fabriek wil bereiken dat kunstenaar zich tot de stichting aangetrokken voelen. Personen die bezig zijn met een studie of net zijn afgestudeerd aan een kunstacademie, moeten worden warm gemaakt voor deze plek. Personen gelieerd aan de kunst- en designwereld, zoals studenten aan kunstacademies, vakgenoten, (beroeps-)kunstenaars en kunstgeïnteresseerden rekent De Fabriek ook tot haar doelgroep. Naast de Design Academy en de faculteit Industrial Design aan de TU/E zijn er kunstenaarsinitiatieven, musea, galerieën en expositieruimten waar de doelgroep van De Fabriek zich bevindt. De Dutch Design Week is een evenement waar een groot deel van de doelgroep van De Fabriek op af komt.
Scriptie Michelle le Mahieu
6
Resultaten
6.1
Resultaten deskresearch
22
6.1.1 Communicatie De Fabriek maakt gebruik van de volgende communicatiekanalen: • Het in 2010 gepubliceerde boek ‘De Fabriek – Een boek om mee te slaan’. Het boek gaat over de 30-jarige geschiedenis van De Fabriek. Dit uitgebreide boek geeft een goed inzicht in het initiatief door de jaren heen in beeld en tekst. • De in 2011 vernieuwde website. Op de website van De Fabriek is sinds die tijd een digitaal archief te vinden. Momenteel wordt er ook gewerkt aan het online zetten van het complete videoarchief. • Sociale media: De Fabriek heeft een Facebookpagina. • De Fabriek heeft daarnaast ook een mailinglist. 6.1.2 Positionering De Fabriek staat geregistreerd in het handelsregister van de Kamer van Koophandel onder de naam Stichting Kunstenaarscentrum Baarsstraat. Allereerst is het bij het vergroten van de naamsbekendheid van belang dat De Fabriek zich een duidelijke propositie aanmeet. Hiermee ontstaat een basis voor een duidelijke identiteit die haar betekenis, bedoeling en roeping specificeren. Het gevolg daarvan is dat er een sterk(er) imago kan worden gevormd. De doelgroep vormt zich een bepaald beeld van De Fabriek (het imago), door een combinatie van alle signalen die zij uitzendt: merknaam, het product en de diensten. Door bovenstaande stappen te volgen kan De Fabriek zichzelf herkenbaar maken voor de doelgroep, waardoor een sterker imago wordt gecreëerd. De Fabriek kan verder een sterker merk opbouwen door het creëren van een fanbase. Zoals Mosmans verwoordt: ‘De sterkste merken ‘ontwikkelen’ niet zozeer klanten, maar fans’. De doelgroep wordt zo co-creator. Om tot een sterk merk te komen zijn drie punten van belang: onderscheidende relevantie, samenhang en participatie. Vertaald naar De Fabriek is een onderscheidende relevantie dat de Fabriek een initiatief is voor en door kunstenaars. Door te zorgen voor interactie met de doelgroep en het publiek, wordt voldaan aan het participatieaspect. Een sterk merk (concept) maakt het verschil omdat het voorkeur realiseert bij, en relaties faciliteert met de diverse stakeholders van De Fabriek (Mosmans, 2008). 6.1.3 Sociale media Facebook Facebook biedt de mogelijkheid een pagina aan te maken voor bedrijven: een fanpagina. Facebook groeit nog steeds en daarmee wordt dit sociale netwerk steeds interessanter. Mond-tot-mondreclame is een krachtig middel om klanten te bereiken, en op een platform als Facebook kunnen berichten zich razendsnel verspreiden.
Scriptie Michelle le Mahieu
23
Sommige bedrijven gebruiken een persoonlijk profiel in plaats van een fanpagina. Ze doen dit ofwel onder hun eigen naam (zzp’ers bijvoorbeeld) of ze gebruiken hun bedrijfsnaam als accountnaam voor hun persoonlijke profiel. Dit is om meerdere redenen niet aan te raden: • Je krijgt, wanneer je vanuit je persoonlijke profiel iemand aan je netwerk toevoegt (‘vriend’) toegang tot het persoonlijke profiel van die persoon. In verband met de privacy van je (potentiële) klanten is dit mogelijk niet handig. Het zou voor sommige mensen zelfs reden kunnen zijn om geen ‘vriend’ (‘fan’) te worden. • Een persoonlijk profiel heeft een maximum van 5000 vrienden, daarna wordt de pagina alsnog automatisch omgezet in een fanpagina. • Je kunt voor een persoonlijk profiel geen Facebook-advertenties aanmaken. • Je kunt voor een persoonlijk profiel geen statistieken inzien van bezoekers, groei in aantal fans enzovoort. • De informatie in persoonlijke profielen is niet zichtbaar in zoekmachines, dat wil zeggen dat alle content die je via je persoonlijke profiel deelt, niet helpt bij je vindbaarheid in Google. De inhoud van fanpagina’s wordt wel door zoekmachines geïndexeerd. • Omdat het tegen de regels van Facebook is om als bedrijf of merk een persoonlijk profiel aan te maken, kan Facebook in zo’n geval het hele profiel (inclusief die 4.999 ‘vrienden’ die je dan wellicht al hebt) verwijderen. (Daae, 2012). Twitter Twitter is een sociale-mediakanaal dat in toenemende mate voor organisaties interessant kan zijn. Er zijn vijf belangrijke voordelen van Twitter: • Bezoek en verkeer kunnen leiden naar je eigen website; • Bijblijven met de actuele trends en nieuwsberichten uit je eigen sector; • Gemakkelijk je netwerk uitbreiden met mensen die relevant voor je zijn; • Vragen van andere mensen beantwoorden waardoor je een reputatie kunt opbouwen; • Communiceren, waardoor je een bereik kunt opbouwen met mensen die ook een ambassadeur van jouw organisatie kunnen worden. (van Bregt, 2012). 6.1.4 Stakeholders De Fabriek Vrijwilligers De Fabriek wordt volledig draaiende gehouden door vrijwilligers. Dit zijn voornamelijk personen gelieerd aan het kunstvak die zich naast hun eigen werk vol overgave op De Fabriek storten. Zonder de vrijwilligers zou De Fabriek niet kunnen bestaan. Gemeente Eindhoven De Gemeente Eindhoven heeft voornamelijk een subsidierelatie met De Fabriek. Zij verleent subsidie aan De Fabriek en De Fabriek moet daarvoor aan een aantal voorwaarden voldoen. Allereerst is de locatie van belang: de organisatie moet in Eindhoven gevestigd zijn. Daarnaast is het artistieke niveau, cultuureducatie, de
Scriptie Michelle le Mahieu
24
culturele bijdrage én de samenwerking met andere organisaties van belang. Tevens is het belangrijk dat de organisatie zijn deuren openzet naar de stad. De Fabriek is een gemeentelijk pand dat in de jaren ’80 is gekraakt. De Gemeente Eindhoven heeft dit tot op heden gedoogd. De Fabriek is afhankelijk van de subsidie, evenals van de facilitaire steun van De Gemeente Eindhoven (Vaessen, M., 2012). Brabants Kenniscentrum Kunst en Cultuur (BKKC) Het BKKC speelt voor De Fabriek naast financierder ook een adviseursrol. Het BKKC subsidieerde de Fabriek voorheen structureel. Nu is de structurele subsidie afgelopen en subsidieert het BKKC alleen nog maar incidenteel, op projectbasis. In het verleden heeft het BKKC incidenteel projecten georganiseerd om kunstenaarsinitiatieven in Brabant wat meer onder de aandacht te brengen. Daarbij is een evenement georganiseerd waar De Fabriek in participeerde. De Fabriek is in het verleden vaker klankbord geweest bij diverse projecten, waaronder ook enkele projecten met een meer internationaal karakter. Organisaties kunnen bij BKKC een subsidie aanvragen aan de hand van een aantal speerpunten. Talentontwikkeling is een speerpunt, wat een goede insteek voor De Fabriek biedt. Tevens wordt er voor het verlenen van een subsidie gekeken naar de manier van samenwerken met partners. Samenwerkingsprojecten zullen worden bevoordeeld (Emmen, M. 2012). Het is dus belangrijk dat de Fabriek zich meer open en naar buiten gericht opstelt Er zijn naast bovengenoemde stakeholders diverse initiatieven die in mindere mate betrokken zijn bij De Fabriek. Betrokkenen zijn onder andere externe subsidiënten als VSB, SNS Reaal en het Mondriaan Fonds, die incidenteel op projectbasis subsidies verlenen. Daarnaast zijn er kunstinitiatieven en kunstacademies waar incidenteel mee wordt samengewerkt zoals Flubsite, K9, het St Joost, het Sandberg Instituut in Amsterdam, Dutch Design Week (exposities) en enkele masterstudenten van de opleiding Industrial Design TU/E. Tevens is soms de pers (het Eindhovens Dagblad en incidenteel het NRC) van belang voor De Fabriek. 6.1.5 Vergelijkbare organisaties Er zijn meerdere vergelijkbare organisaties als De Fabriek. Dit zijn geen concurrenten, want ze zijn anders ingericht dan De Fabriek. Er is bijvoorbeeld een andere doelstelling en/of missie of een andere bedrijfsstructuur. De onderzochte organisaties hebben gemeen dat het kunstgerichte organisaties zijn.(zie bijlage V voor een uitgebreidere beschrijving van deze organisaties). Uit het onderzoek naar vergelijkbare organisaties zijn onderstaande bevindingen naar voren gekomen, die De Fabriek mee zou kunnen nemen in het te voeren beleid. W139 is samen met De Fabriek het oudste kunstenaarsinitiatief van Nederland. Het verschil met W139 is dat W139 publiekgericht is, in tegenstelling tot De Fabriek. W139 ontvangt naast het vaste kunstpubliek een behoorlijke stroom toeristen en de ruimte presenteert zich als een plek voor kunstproductie. Om de vier jaar wordt de positie van de directie opnieuw ingevuld. Dit vermijdt dat het initiatief te veel vereenzelvigd wordt met zijn directeur (Heezen 2010).
Scriptie Michelle le Mahieu
25
V2 houdt zich meer bezig met presentaties en exposities. V2 is modern en innovatief. De Fabriek hoeft niet mee te gaan in de ‘mainstream’ maar zou er wel op kunnen inhaken. De Fabriek zou bijvoorbeeld innovatiever te werk kunnen gaan door samen te werken met de discipline wetenschap. KOP is een kunstenaarsinitiatief met veel jonge mensen. KOP kenmerkt zich door de toegankelijkheid, het voeren van goede publiciteit en het bereiken van een groot publiek (Emmen, 2012). Collaboration O is een creatief samenwerkingsverband, ontstaan uit het streven naar vrije en innovatieve samenwerking tussen jonge creatieve ondernemers door het delen van kennis en ervaring. Samenwerkingsverbanden worden zoals hierboven vermeld, bevoordeeld bij het verlenen van subsidies (Vaessen, 2012) De Cacaofabriek heeft naam in het ontdekken van aanstormend talent. De focus op talent zou kunnen bijdragen aan een sterkere positie. Argument heeft een presentatieperiode van drie weken. De Fabriek zou net als Argument een langere periode voor presentatie kunnen inrichten. Op deze manier kan de pers worden ingezet om aandacht te geven aan exposities, waardoor er meer publiek op af zal kunnen komen. 6.1.6 Evenementen De doelstelling van een evenement kan het verbeteren van de naamsbekendheid zijn, of het versterken van de banden met relaties. Wanneer het evenement de naam van de opdrachtgever gaat voeren, wordt de naamsbekendheid sterk gevoed (Kaarsgaren, 2010). Evenementen worden ingezet met als doel het merk of product te profileren voor een goede naamsbekendheid. De trend is dat er steeds meer kleine, bijzondere evenementen worden georganiseerd, gericht op een specifieke doelgroep. Grote evenementen missen het echte persoonlijke contact (Kaarsgaren, 2009). Uit het onderzoek naar andere evenementen, voornamelijk in Brabant, zijn onderstaande positieve punten naar voren gekomen die evenementen op hun eigen manier succesvol maken. Voor de opzet van een evenement kunnen deze punten worden meegenomen. Er zijn in Eindhoven diverse opkomende gebieden als het gaat om kunst en cultuur en om creatieve ontwikkeling en innovatie. Strijp-S en Strijp-R zijn hier een goed voorbeeld van. Hier worden steeds meer kleinere, maar ook grote festivals georganiseerd die het juiste publiek weten te vinden. De meeste festivals zijn laagdrempelig, wat zorgt voor een grote toestroom van publiek. Een samensmelting van meerdere disciplines zie je ook veel terug. Het snijvlak tussen kunst en wetenschap wordt in al zijn facetten opgezocht en uitgewerkt. Het publiek maakt een steeds groter deel van het geheel uit. ‘Experience’ doet het goed om het publiek een unieke ervaring mee te geven en de bezoekers het festival te laten voelen. Er zijn festivals die meerdaags zijn, waarbij meerdere disciplines kunnen worden vertegenwoordigd en hiermee de aandacht krijgen. Bij het E-pulse festival
Scriptie Michelle le Mahieu
26
bijvoorbeeld, wordt een expositie aan het evenement vastgeplakt. Er zijn festivals die niet op één plaats maar op meerdere locaties door de stad of provincie plaatsvinden. Het bevorderen en ontwikkelen van samenwerken wordt vaak gezien: tijdens het festival waar samenwerking tussen kunstenaars worden bevorderd of bij festivals die ontstaan door middel van samenwerking. Zie bijlage VI voor een complete beschrijving van de onderzochte evenementen. 6.1.7 Subsidies Het aantal reguliere aanvragen van subsidies bij de Gemeente Eindhoven is elk jaar rond de 45 tot 50. Daarnaast komen er tien tot vijftien nieuwe initiatieven binnen. Wat de Gemeente Eindhoven kan honoreren is afhankelijk van het budget en de inhoud van de aanvragen. Daarnaast zijn er circa 100 verenigingen voor amateurkunsten en 10 gilden die jaarlijks subsidie krijgen. De Fabriek heeft voor 2012 een subsidie van €49.999,- aangevraagd op het CultuurTotaal beleid van 2012. Er is een subsidiebedrag van €48.499,- aan De Fabriek verleend (B&W-dossier Beslissingsblad, 2011). Het aantal subsidieaanvragen bij BBKC was in 2012 tweehonderd. Hiervan zijn er 173 voorgelegd aan de adviescommissie. Anderen kwamen al niet meer in aanmerking omdat het geld op bleek te zijn. Van de 173 beoordeelde aanvragen zijn er 67 toegekend en 106 afgewezen. Het overgrote deel is ingediend door instellingen. De Fabriek heeft in de periode 2011-2012 één verzoek ingediend voor het project kunstenaar vs. curator. Dit verzoek is toegekend. Het ging hierbij om een bedrag van €5500,- (BKKC). Uit het onderzoek is gebleken dat er voorwaarden zijn die het verlenen van een subsidieaanvraag bevorderen. De voorwaarden worden in paragraaf 7.1 beschreven. 6.1.8 Trends Uit de deskresearch en het kwalitatieve onderzoek zijn meerdere trends zichtbaar geworden. Onderstaande trends zijn van belang voor het uiteindelijke advies dat aan De Fabriek zal worden gegeven, en zullen worden meegenomen in de conclusies van het onderzoek. Co-productie: een productie die tot stand komt door samenwerking van verschillende partijen. Door deze samenwerking kunnen kosten laag gehouden worden. De Fabriek is een ruimte van kunstenaars voor kunstenaars. Kunstenaars gaan steeds meer op in de maatschappij. Initiatieven zijn bereid elkaar te helpen. Bij het aanvragen van subsidies zijn samenwerkingsverbanden in het voordeel ten opzichte van individuele aanvragen, zoals hierboven reeds is geconstateerd. Cultureel arrangement: deze trend is bezig aan een comeback vanuit de jaren ’60. Binnen de kunst wordt er steeds meer gezocht naar wisselende samenstellingen met andere partners voor bepaalde projecten, waar mensen bij gezocht worden. Er zal niet meer zo snel binnen één locatie worden gezocht, maar ook daarbuiten. Dit kan in een openbare ruimte of een leegstaand pand zijn, maar ook in een museum.
Scriptie Michelle le Mahieu
27
Cross-overs. De beeldende kunst raakt steeds minder geïsoleerd. De verschillende disciplines staan niet meer alleen, ze worden steeds meer onderdeel van de maatschappij. Er ontstaan samenwerkingsverbanden tussen verschillende disciplines, bijvoorbeeld beeldende kunstenaars die samenwerken met theatermakers. Beide disciplines gaan gelijk op en versterken elkaar. Community-art. Er zijn steeds meer kunstenaars die zich bezig houden met community-art. Community art is een kunstvorm die ontstaat bij een samenwerking tussen kunstenaar(s) en niet-kunstenaars. Kunstenaars hebben een publiek nodig, dat naar hun kunstwerk komt. Vervaging tussen kunstenaar en amateur. De grens tussen kunstenaar en amateur vervaagt steeds meer. Dit heeft over het algemeen te maken met het feit dat kunstenaars steeds vaker amateurs opzoeken en vice versa. Groter en publiekgericht. Binnen de beeldende kunst en de museumwereld moet alles steeds groter. Het wordt meer publiekgericht. Dit heeft ook te maken met het feit dat er meer eigen inkomsten moeten worden verworven, doordat subsidies afgeschaft worden. Cultuureducatie. Er wordt steeds meer belang gehecht aan de vraag of een organisatie zich richt op cultuureducatie in de breedste zin van het woord. Organisaties die zich met cultuureducatie bezig houden, komen eerder in aanmerking voor het verkrijgen van een subsidie. Analyse trends Bovenstaande trends zijn zichtbaar geworden tijdens het onderzoek. Deze trends zouden kunnen worden gebruikt bij het advies voor het evenement. Alles moet groter en meer publiekgericht; dit is een belangrijke stimulatie voor het organiseren van een evenement. Samenwerking, de vervaging tussen kunstenaar en amateur, community art, cultuureducatie en het bieden van een cultureel arrangement kunnen worden vertaald naar de trend co-productie. Door middel van cross-overs kan het spanningsveld tussen kunst, cultuur, wetenschap en maatschappij worden opgezocht.
Scriptie Michelle le Mahieu
6.2
28
Resultaten kwalitatief onderzoek
6.2.1 Analyse interviews De Fabriek doet momenteel nog maar weinig op het gebied van marketing en communicatie. Dat is bij de beeldende kunstsector een normale situatie. Er is op het moment echter een ontwikkeling gaande waarbij steeds meer mensen zich richten op marketing en communicatie, omdat ze het belang er van inzien. De kunstacademies geven tegenwoordig ook les in vakken als marketing en communicatie. De Fabriek is een belangrijke plek voor jonge kunstenaars om te experimenteren. Het is het oudste kunstinitiatief van Nederland (samen met W139), en dat is bijzonder. Het zou goed zijn voor De Fabriek om zich te richten op een groter publiek. Dit mag een specifiek publiek zijn, maar het moet wel breder zijn dan de huidige groep mensen die zij aantrekt. De beeldende kunst raakt steeds minder geïsoleerd en kunstenaars richten zich steeds meer op de maatschappij. Community art of een cultureel arrangement zijn interessant om een groter publiek te trekken. Het publiek moet hierbij onderdeel worden van het proces, waarbij het proces transparanter, inzichtelijker gemaakt moet worden. Subsidiegevers hechten waarde aan cultuureducatie, samenwerking, ondernemerskracht en minder afhankelijkheid van de subsidie. De presentatie van het gemaakte werk zou ook langer mogen duren. Samenwerkingsverbanden zijn van belang. Bij het aanvragen van subsidie worden projecten die uit samenwerkingen bestaan gunstiger beoordeeld. Samen sta je sterk. Zo wordt de zichtbaarheid en daarmee de bekendheid vergroot. Steeds meer organisaties treden naar buiten toe, in de vorm van festivals of evenementen. Samenwerking met kunstopleidingen of het ruimtelijke domein zorgen voor meer toegankelijkheid. Voor het evenement zouden meer locaties kunnen worden gebruikt, zolang ze maar gelieerd zijn aan De Fabriek. Het is zaak dat De Fabriek zichzelf zichtbaarder maakt. 6.2.2 Analyse panelgesprek I Het doel van het eerste panelgesprek was er achter zien te komen hoe de doelgroep De Fabriek beleeft. Wie is De Fabriek, wat zijn de mogelijkheden van De Fabriek, waar kan De Fabriek zich herstructureren en op welke manier? Een meerderheid van de respondenten vindt dat onderstaande punten betrekking hebben op De Fabriek. Deze gegevens zijn van belang voor het uiteindelijke advies dat zal worden gegeven aan De Fabriek. De speerpunten van De Fabriek die naar het uiteindelijke evenement kunnen worden doorgetrokken zijn: professionele kunst, het experiment, artistieke ontwikkeling, totale vrijheid, de kunstenaar bepaalt zijn eigen doel, een unieke werkwijze en presentatie,
Scriptie Michelle le Mahieu
29
autonomie, zelfontplooiing, rust en ruimte en een vrijwillig bestuur. De gevoelswaarden van De Fabriek zijn: eerlijk, direct, monumentaal, professioneel, laagdrempelig, low profile, hoge kwaliteit, het stimuleren van kunst, katalysator, open, vrij en autonoom. De Fabriek zou een breed ondersteunend platform voor kunstenaars en vormgevers kunnen vormen. Het zou goed zijn als De Fabriek haar internationale allure, zoals zij die in de jaren ’80 had, herwint. Het bereik van De Fabriek moet groter worden. Er zou meer publiek kunnen komen, meer mensen enthousiast gemaakt worden om naar De Fabriek te komen. Het publiek kan meer worden betrokken in het geheel. De Fabriek zou transparanter te werk kunnen gaan, langere openingstijden aanbieden en langere expositieperiodes. Bij een evenement kan er worden ingespeeld op die betrokkenheid, evenals op de betrokkenheid van de kunstenaar bij de maatschappij. De beweging en interactie met de kunstenaar wordt steeds belangrijker, bijna belangrijker dan het uiteindelijke werk. Er kan sprake zijn van sociale interactie, eventueel verheven tot een kunstwerk. Kunst is erg toe aan openheid van zaken, aan transparantie. Er zou meer tijd aan de exposities besteed kunnen worden. De ruimte moet wel zijn doel behouden: een ruimte voor het experiment en de vrijheid en ontwikkeling zijn hierbij van belang. De Fabriek moet vooruitstrevend blijven en uitkijken naar een nieuwe impuls, bijvoorbeeld door het vormen van een nieuw bestuur. Er zouden in een nieuw bestuur meerdere disciplines plaats kunnen nemen. Daarnaast zouden meer internationale kunstenaars en meer respect vanuit de maatschappij De Fabriek positief beïnvloeden. De kwaliteit van het gemaakte werk zou kunnen worden verhoogd. Een betere screening van kunstenaars is belangrijk om een groter publiek te trekken. Brede persaandacht is interessant. Er wordt nu te weinig opgepakt door de pers. Hier zou meer aandacht aan kunnen worden besteed. De toegevoegde waarde van een evenement is dat De Fabriek hierdoor meer bekendheid genereert en het maken van kunst op die manier mogelijk blijft. Samenwerking met andere instellingen zou hieraan een positieve bijdrage zijn. Het evenement zou de principes van De Fabriek moeten uitstralen en esthetisch moeten aansluiten bij De Fabriek. Kunst zoals te zien in De Fabriek moet een goed platform krijgen. Er moet een levendige sfeer zijn en speciaal vervaardigd werk voor het evenement. Een combinatie van het werken met bekende en onbekende namen is daarbij van belang. Het maken van kunst en de ruimte van De Fabriek zouden centraal kunnen staan tijdens het evenement, met kwaliteit voorop. De Fabriek hoeft niet als enige locatie te dienen. Het evenement zou kwalitatief hoogstaand moeten zijn maar wel laagdrempelig. Mensen moeten worden warm gemaakt voor kunst. In plaats van mensen naar De Fabriek te halen, is het ook interessant om De Fabriek naar andere locaties te brengen die op de een of andere manier in relatie staan tot De Fabriek.
Scriptie Michelle le Mahieu
30
Tijdens het festival moet er een zo breed mogelijk publiek worden aangetrokken door middel van kunst, design, nieuwe media, visuele cultuur en beeldcultuur. Internet is tegenwoordig onmisbaar. Er zou daarom meer gebruik gemaakt kunnen worden van het net, bijvoorbeeld door het creëren van een platform waar het publiek onderdeel van is. Het publiek moet worden betrokken bij het werkproces, zodat het uiteindelijke werk beter begrepen wordt. Aandacht voor het evenement zou via nieuwe media, internet, spammen, mond-opmondreclame, publicaties (kunstbladen), de website, Facebook, flyers, posters, kranten, mailings en kaartjes verkregen kunnen worden. Het is interessant om een evenement van langere duur te organiseren. De bekendheid kan naast het te organiseren evenement tevens worden vergroot door middel van samenwerkingsverbanden, projecten buiten De Fabriek, langere openingstijden, het eerder benaderen van de media en meer geld. Een communicatiemedewerker zou hier een grote bijdrage aan kunnen leveren. Tevens zou de profilering van De Fabriek kunnen worden versterkt, om verzekerd te zijn van het voortbestaan van De Fabriek. Allereerst in Eindhoven, dan Nederland en Europa. 6.2.3 Analyse Panelgesprek II Het doel van het tweede panelgesprek was aan de hand van de vooraf opgestelde randvoorwaarden, die voortkwamen uit voorafgaand onderzoek, tot concrete ideeën te komen voor het te organiseren evenement voor De Fabriek, die tot meer naamsbekendheid zou kunnen leiden. De avond van het panelgesprek was opgesplitst in drie delen. In het eerste deel zijn de resultaten van voorafgaand onderzoek gepresenteerd; de randvoorwaarden. Het tweede deel werd gevuld door het brainstormen, het tot ideeën komen voor een te organiseren evenement. Het derde deel stond in het teken van het concretiseren van de ideeën tot een evenement. Uit de brainstormsessie is een concept ontstaan dat na doorvoering De Fabriek meer naamsbekendheid kan opleveren. Uit de sessie kwam naar voren dat het van belang is in te spelen op meerdere punten: het vergroten van de laagdrempeligheid, de zichtbaarheid en de openheid. Mensen warm maken voor De Fabriek, de zichtbaarheid vergroten, de kwaliteit verhogen, het experiment centraal laten staan, het bevorderen van samenwerking met kunstacademies en tot slot het verbeteren van de profilering van De Fabriek zijn de aspecten die genoemd werden. Bovengenoemde punten zijn in het derde deel van de avond meegenomen om tot een concept-evenement te komen, om de naamsbekendheid van De Fabriek te vergroten.
Scriptie Michelle le Mahieu
7
Conclusies
7.1
Conclusie van de resultaten
31
Een meerderheid van de respondenten noemt onderstaande punten mogelijk van belang voor De Fabriek: • Samenwerkingsverbanden tussen verschillende disciplines, kunstinstellingen en (maatschappelijke) organisaties; dit versterkt de zichtbaarheid en vergroot de bekendheid; • Openheid en transparantie; • Het voor het publiek inzichtelijk maken van het proces; • Het publiek deel uit laten maken van het proces. Het publiek laten reageren en reflecteren; • Een groter publiek bereiken en publiekgericht te werk gaan; • In tijden van bezuiniging is een locatie als De Fabriek belangrijk; • Beeldende kunst raakt steeds minder geïsoleerd, kunstenaars gaan steeds meer op in de maatschappij; • Meer naar buiten toe treden: evenementen en festivals worden belangrijker; • Meer aandacht en tijd besteden aan presentatie; • Profileren op talentontwikkeling; • Meer aandacht besteden aan communicatie/media; • Vooruitstrevend en innovatief te werk gaan, met behoud van de doelstelling die De Fabriek altijd heeft gehad; • Interactie met het publiek.
7.2
Herhaling en beantwoording probleemstelling
De probleemstelling van het onderzoek luidt: Aan welke voorwaarden moet een evenement voor De Fabriek voldoen om de naamsbekendheid van De Fabriek binnen de kunstscene te versterken? De voorwaarden voor een evenement voor De Fabriek met vergroten van de naamsbekendheid als doel, refereren voornamelijk aan de huidige tijdsgeest, trends en veranderingen in de maatschappij. De Fabriek is een kunstinitiatief dat al 32 jaar bestaat en waarbij de bedrijfsstructuur niet veel veranderd is. Die structuur was 32 jaar geleden, tijdens de krakersbeweging, effectief. Tijden zijn echter veranderd en De Fabriek zou daar op in kunnen spelen, met behoud van de doelstelling en ambitie die altijd geheerst heeft binnen het initiatief. Uit het onderzoek is gebleken dat de maatschappij aan bepaalde veranderingen onderhevig is. Daarom zal er middels een evenement een vervolg gemaakt kunnen worden voor De Fabriek, waarbij het behoud van de kernwaarden en speerpunten in acht worden genomen. Zie het resultaat in het hoofdstuk Advies.
Scriptie Michelle le Mahieu
8
32
Advies
In dit hoofdstuk wordt een advies geformuleerd voor De Fabriek op basis van de antwoorden op de probleemstelling. Allereerst zullen de voorwaarden worden genoemd waaraan het te organiseren evenement voor De Fabriek moet voldoen. Vervolgens zal een conceptevenement worden gepresenteerd. Het advies komt voort uit de bevindingen van het onderzoek.
8.1
Evenement
De definitie van een evenement luidt: ‘Een evenement is een verplaatsbare, georganiseerde gebeurtenis voor één of meerdere genodigde doelgroepen met een vooraf geformuleerde doelstelling die op een creatieve manier gecommuniceerd wordt’ (Wikipedia, 2012). De doelstelling van dit onderzoek is door middel van een evenement meer naamsbekendheid creëren voor De Fabriek binnen de gewenste doelgroep.
8.2
Voorwaarden
Uit het onderzoek is gebleken dat een evenement voor De Fabriek aan een aantal voorwaarden zal moeten voldoen om meer naamsbekendheid te genereren. Deze voorwaarden komen voort uit de deskresearch en het kwalitatieve onderzoek dat voor en naar De Fabriek is gedaan. 8.2.1 Communicatie De Fabriek zou meer kunnen communiceren met de buitenwereld om een grotere bekendheid te creëren. Op dit moment blijft De Fabriek erg in de ‘inner circle’ hangen. Als er een hogere roulatie van kunstenaars binnen De Fabriek moet worden bereikt om de voortgang van De Fabriek te realiseren, dan zal er een groter en breder publiek moeten worden getrokken. Dit publiek kan worden bereikt door middel van een betere communicatie. Een goede relatie met de pers is hierbij van groot belang. 8.2.2 Samenwerking Samenwerkingsverbanden zijn tegenwoordig vrijwel onmisbaar geworden. Bij de aanvraag van een subsidie zullen in het nieuwe beleidsplan organisaties die samenwerkingsverbanden aangaan, worden bevoordeeld ten opzicht van organisaties die dat niet doen. Daarnaast zal de bekendheid van De Fabriek worden vergroot bij het aangaan van samenwerkingsverbanden. 8.2.3 Transparant Het is belangrijk voor het vergroten van de naamsbekendheid dat De Fabriek transparanter te werk gaat.
Scriptie Michelle le Mahieu
33
8.2.4 Publieksgericht Een publieksgericht evenement (en beleid!) benut de potentie en kan bijdragen aan een hogere naamsbekendheid, een sterker imago en een verbetering van de algehele uitstraling van De Fabriek. De Fabriek zal meer publieksgericht te werk moeten gaan door middel van het inzetten van een aantal middelen: verbeterde toegankelijkheid van het te betreden pand, een (digitaal) platform, cultuureducatie en cultuurtoerisme. Als het publiek De Fabriek niet kent, weten ze De Fabriek immers ook niet te vinden. 8.2.5 Interactie Door interactie met het publiek wordt de naamsbekendheid, de zichtbaarheid en het merkimago van De Fabriek vergroot. Een belangrijke vorm van interactie met het publiek is het inzetten van sociale media. Met de inzet van sociale media kan informatie worden gedeeld met het publiek, kunnen contacten worden gelegd en kan er onderling worden gecommuniceerd. Tevens kan het publiek worden betrokken bij het proces en de werkzaamheden die plaatsvinden. Het publiek kan onderdeel worden gemaakt van het uiteindelijke werk. Tevens kan het publiek de rol van curator of eventuele recensent zijn. 8.2.6 Talentontwikkeling Een belangrijk speerpunt van De Fabriek is talentontwikkeling. Door het ondersteunen van talentontwikkeling zal de naamsbekendheid van De Fabriek worden vergroot. 8.2.7 Presentatie Door het presenteren van werk dat door of in De Fabriek is gecreëerd, wordt een groter publiek aangetrokken en daarmee kan de naamsbekendheid worden vergroot. 8.2.8 Innovatie De Fabriek bevindt zich in Eindhoven, de stad die in de wereldtop van meest innovatieve regio’s staat. Door verschillende invalshoeken te gebruiken kan De Fabriek bijblijven in deze wereldtop.
8.3
Conceptevenement
Naast bovenstaande randvoorwaarden, zijn er aspecten naar boven gekomen die cruciaal bleken te zijn bij het benoemen van een concreet evenement. Marketing versus creativiteit Er is sprake van een spanningsveld tussen kunst en marketing. Van oudsher zijn kunstenaars idealisten. Het maken van kunst staat centraal. ‘Het is heel lang ‘not done’ geweest om je als beeldend kunstenaar bezig te houden met marketing. Je doet je kunst, dat doe je goed en dat doe je in eerste instantie voor jezelf en in tweede instantie voor het publiek. Maar er is een omslag gaande. Er zijn organisaties die al veel sneller die omslag hebben gemaakt en De Fabriek loopt wat dat betreft wat
Scriptie Michelle le Mahieu
34
achter’, aldus M. Emmen. De Fabriek wil een grotere naamsbekendheid bereiken, maar ook het huidige beleid behouden zonder teveel concessies te hoeven doen. Ideeën oude garde versus nieuwe garde Kunstenaars van de ‘oude garde’ hebben andere ideeën dan de huidige studenten aan kunstacademies. ‘Twintig jaar geleden wilden kunstenaars na hun studie gelijk het atelier in en vroegen ze een startersindependium of een ander soort uitkering aan. Tegenwoordig moeten kunstenaars vaker hun eigen broek ophouden en dat zoeken ze eerder in een baan erbij die zorgt voor financiële zekerheid, en daarna kijken ze naar hun eigen cultureel ondernemerschap’, aldus M. Emmen. Marketing en communicatie is tegenwoordig onderdeel van de opleidingen. De ‘nieuwe’ garde heeft hierdoor al een basis waar marketing en communicatie onderdeel van uit maakt. Er is een verschil tussen de ideeën, opvattingen en aanpak tussen de oude en nieuwe garde kunstenaars. Ontbreken eenduidige propositie De Fabriek heeft geen duidelijke propositie. Op gang brengen van veranderingsproces in manier van denken Met de jaren verandert er veel op het gebied van kunst, cultuur en maatschappij. Met het evenement kan een veranderingsproces in de manier van denken van De Fabriek op gang worden gebracht. Veranderende omgeving en omstandigheden (maatschappelijke beleving, voorwaarden voor subsidies) We leven in een tijd van bezuinigingen. Er wordt onder andere steeds meer bezuinigd op kunst en cultuur. De Gemeente Eindhoven geeft aan dat bepaalde punten steeds belangrijker worden bij het verlenen van een subsidie. Het gaat hierbij om bovengenoemde randvoorwaarden. Bij het uitwerken van het conceptevenement is met deze aspecten rekening gehouden. Er is gekozen voor een doorlopend evenement in een tweemaandelijks ritme. Voor een werkperiode van twee weken stelt De Fabriek haar ruimte beschikbaar aan studenten van verschillende disciplines van kunstacademies uit Nederland. Door een samenwerkingsverband te creëren tussen De Fabriek en kunstacademies uit heel Nederland, krijgen studenten de mogelijkheid om de ruimte van De Fabriek twee weken te gebruiken voor het kunstzinnige experiment. Sterke merken ‘ontwikkelen’ niet zozeer klanten, maar fans (Mosmans, 2008). De Fabriek zal in eerste instantie de aandacht kunnen richten op de studenten, een zogenaamde ‘fanbase’ kunnen creëren. Met andere woorden, de inzet van een pull communicatiestrategie (De Rijcke, 2000). Op deze manier kan De Fabriek de vraag opwekken en merkvoorkeur creëren onder de studenten. De ‘fanbase’ kan worden gecreëerd door middel van een digitaal platform dat zich spreidt over Facebook, een website en Twitter. Wanneer de samenwerking is gerealiseerd, kan het digitale platform worden uitgebreid waarbij de interactie met het publiek kan worden bevorderd.
Scriptie Michelle le Mahieu
35
Ten tweede kan de aandacht naar de afdelingsbegeleiders van de verschillende kunstacademies uitgaan. Zij zijn uiteindelijk degenen met wie De Fabriek in gesprek zal gaan. Zodra de studenten bekend zijn met en er vraag naar De Fabriek is, zal het aangaan tot een samenwerkingsverband worden bevorderd. Aan het tweemaandelijkse evenement zou geen thema moeten worden verbonden, omdat dit de vrijheid van de studenten belemmert. Er zal een presentatieperiode van een week zijn. Een presentatieperiode kan ervoor zorgen dat De Fabriek meer bezoekers krijgt van een nieuwe doelgroep. Hierdoor wordt de bekendheid van De Fabriek vergroot. Doordat zoals hierboven geconstateerd, kunstacademies meer aandacht besteden aan marketing en communicatie dan voorheen, kan een veranderingsproces op gang komen ten aanzien van de mogelijkheden waar de Fabriek haar voordeel mee kan doen. Deze frisse wind zal positief uitpakken wanneer De Fabriek vaker met deze jonge generatie kunststudenten samenwerkt. Studenten aan kunstacademies zijn een belangrijke doelgroep. Zij zijn uiteindelijk de toekomst, ook voor De Fabriek. Door het langzaam infiltreren van deze doelgroep kan De Fabriek daar op den duur van profiteren. 8.3.1 Voordeel voor kunstacademies en studenten De Fabriek biedt een platform voor studenten. Studenten kunnen zichzelf ontplooien en het experiment aangaan. Door samen te werken met disciplines uit andere vakgebieden van verschillende academies, kan de kwaliteit van het werk van studenten worden verhoogd. Het bieden van ruimte en tijd is van belang voor studenten. Op deze manier leren studenten het veld kennen, ze krijgen de ruimte om te experimenteren, zich te ontwikkelen en zich te presenteren; er wordt ze een platform geboden. De studenten zijn zelf verantwoordelijk voor het genereren van publiciteit. 8.3.2 Voordeel voor De Fabriek De Fabriek gaat in principe op dezelfde wijze door als voorheen. Ze biedt haar ruimte aan voor een werkperiode; in dit geval niet aan kunstenaars maar aan studenten, die de nieuwe generatie kunstenaars zijn. Ze stellen zichzelf meer open en gaan samenwerkingen aan met maatschappelijke organisaties. Dit zijn belangrijke randvoorwaarden voor het vergroten van de naamsbekendheid, wat in het onderzoek naar voren is gekomen. Tevens wordt op den duur de interactie met het publiek bevorderd door het opzetten van een platform. Doordat studenten de gelegenheid krijgen zichzelf te ontwikkelen en te ontplooien, is er ook sprake van talentontwikkeling. Wanneer verschillende disciplines samen worden gebracht, zullen er ook veranderingen optreden op innovatief gebied. De studenten zijn wat de communicatie en publiciteit betreft, verantwoordelijk en vrij in hoe ze dit aanpakken. Hier hoeft De Fabriek dus geen aandacht aan te besteden.
Scriptie Michelle le Mahieu
36
8.3.3 Aanpak De eerste stap is dat De Fabriek een digitaal platform creëert waarmee zij in contact komt met studenten en een fanbase opbouwt. Het digitale platform wordt gevormd door een Facebook fansite, een Twitter account en een website. Facebook De Fabriek heeft op dit moment een persoonlijk profiel als bedrijfsprofiel. Dit is tegen de regels van Facebook. Bovendien heb je als bedrijf veel minder mogelijkheden om een dergelijk profiel goed in te zetten om je merk te versterken (Daae, 2012). De eerste stap is dat De Fabriek dus een officiële pagina aanmaakt. De Fabriek kan op verschillende manieren fans uitnodigen voor de fanpagina. Het is niet mogelijk een persoonlijke pagina om te zetten naar een fanpagina. Het is wel mogelijk om ‘vrienden’ uit te nodigen fan te worden van de nieuwe pagina (Minkjan, 2010). Daarnaast biedt het huidige e-mailbestand van De Fabriek mogelijkheden tot fans. Succes op Facebook valt en staat met interactie, acties en reacties. De Fabriek moet zorgen voor interessante content en updates. Het is belangrijk dat er een ‘like’-box op de website wordt gezet, omdat dit de grootste ‘driver’ is van nieuwe fans. De Fabriek kan het evenement aanmaken en aankondigen via de fanpagina en fans uitnodigen. Hierdoor zien vrienden van fans van De Fabriek meteen dat hun vrienden naar het evenement gaan (Daae, 2012). Er zijn geen kosten aan een Facebook bedrijfspagina verbonden. Een bedrijfspagina kan een ongelimiteerd aantal fans hebben, in tegenstelling tot een persoonlijk profiel, waar maar 5000 vrienden (fans) mogelijk zijn (Digitus Marketing, 2012). De persoonlijke pagina van De Fabriek heeft de 5000 vrienden al overschreden en heeft een wachtlijst van 1200 personen. Twitter De Fabriek heeft een Twitteraccount aangemaakt, maar doet hier niets mee. Een Twitteraccount van De Fabriek is de basis om actueel nieuws en ervaringen te delen met de doelgroep en hier actief naar te zoeken. Het gebruik van Twitter vergroot de bekendheid en reputatie (Gerritsma & Rubrech, 2011). Twitter biedt een online platform waar de doelgroep, met geen of weinig tussenkomst van een professionele redactie, de inhoud verzorgt. Er is sprake van interactie en dialoog tussen de gebruikers onderling (Pelser, 2011). Website De Fabriek heeft een website, die in 2011 is vernieuwd. Hier is sinds die tijd een digitaal archief op te vinden. Momenteel wordt er ook gewerkt aan het online zetten van het complete videoarchief. Het is belangrijk dat de website actueel gehouden wordt. De website moet interactief worden gemaakt, zodat bezoekers kunnen reageren. Dit maakt mede het digitale platform compleet. De vindbaarheid van de website van De Fabriek is in orde. Als bij de zoekmachine Google op ‘De Fabriek Eindhoven’ wordt gezocht, verschijnt De Fabriek als eerste resultaat.
Scriptie Michelle le Mahieu
37
Als de fanbase eenmaal is gecreëerd, is het zaak om de afdelingsbegeleiders van de verschillende academies te benaderen om tot een nadere samenwerking over te gaan. 8.3.4 Academies Hieronder worden de kunstacademies vermeld die in Nederland zijn gevestigd. Met deze kunstacademies zou De Fabriek een samenwerkingsverband aan kunnen gaan. • Hogeschool voor de Kunsten, Utrecht Disciplines: Beeldende kunst, Design, Games en Interactie, Kunstmanagement, Media, Muziek, Theater. • Willem de Kooning Academie, Rotterdam Disciplines: Vormgeving, Advertising, Animatie, Audiovisueel ontwerpen, Grafisch ontwerpen, Illustratie, Ruimtelijk ontwerpen, Lifestyle & Design, Mode, Product Design, Autonome beeldende kunst, Digitale fotografie. • Academie Beeldende Kunsten, Maastricht Disciplines: Theater design, Visuele Communicatie, Communicatie en Multimedia Design, Kunst en Design, Sieraden Design, Mode en Textiel Design, Interieurarchitectuur, Autonome Kunst. • Artez Hogeschool voor de Kunsten, Arnhem Disciplines: Fashion Design, Product Design, Interaction Design, Graphic Design, Fine Art, Beeldende Kunst en Vormgeving, Muziektheater, Dans, Creative Writing. • Artez Hogeschool voor de Kunsten, Zwolle Disciplines: Interieurarchitectuur, Muziek, Beeldende Kunst en Vormgeving, Illustration Design, Animation Design, Comic Design, Graphic Design, Fine Art. • Academie voor Kunst en Industrie, Enschede Disciplines: Crossmedia Design, Fine Art, Klassieke Muziek, Jazz & Pop, MediaMusic, Muziektherapie. • De Ateliers, Amsterdam Disciplines: Beeldende Kunst, Artistieke Vormgeving. • Academie voor Beeldende Vorming, Tilburg Disciplines: Beeldende Vorming. • AKV | St. Joost, ’s-Hertogenbosch Disciplines: Autonome Beeldende Kunst, Vormgeving, Animatie, Audiovisuele Vormgeving, Fotografie, Grafische Vormgeving, Illustratie, Ruimtelijk Ontwerp. • AKV | St. Joost, Breda • Academie Minerva, Groningen Disciplines: Beeldende Kunst, Communicatie, Ruimtelijk Ontwerp, Vormgeving. • St Lucas Academie, Gent (B) Disciplines: Beeldende Vormgeving, Beeldende Kunsten. • St Lucas Academie, Boxtel Disciplines: Vormgeven & Ambacht, Vormgeven & Concept, Vormgeven, Media & Technologie, Evenementenmanagement & Mediaproductie. • Design Academy Eindhoven, Eindhoven Disciplines: Activiteit, Communicatie, Identiteit, Leefbaarheid, Mobiliteit, Publieke Ruimte, Vrije tijd, Welzijn. • Gerrit Rietveld Academie, Amsterdam
Scriptie Michelle le Mahieu
38
Disciplines: Architectonisch Ontwerp, DesignLAB, Grafisch Ontwerpen, Mode, Sieradenafdeling, TxT, Beeld en Taal, Beeldende Kunst, Fotografie, Glas, Keramiek, VAV (Audiovisueel). • Jan van Eyck Academie, Maastricht Disciplines: Beeldende Kunst, Vormgeving, Ontwerp. • Koninklijke Academie van Beeldende Kunst, Den Haag Disciplines: ArtScience, Beeldende Kunst, Fotografie, Grafisch Ontwerpen, Interactive/Media/Design, Interieurarchitectuur, Textiel en Mode, Industrial Design, Film en Fotografie, Interieurarchitectuur, Mediatechnologie.
Scriptie Michelle le Mahieu
9
Evaluatie
9.1
Onderzoeksproces
39
Allereerst is het zinvol te vermelden dat het moeilijk was om met het onderzoek tot een resultaat te komen waarbij voldaan werd aan de doelstelling, en waarbij voldoende rekening werd gehouden met de visie van De Fabriek. De Fabriek is een initiatief dat volledig draait op basis van een vrijwillig bestuur dat enkel uit kunstenaars bestaat. Kunstenaars zijn idealisten. Zij willen zich niet bezig hoeven houden met marketing en communicatie. Het draait primair om de kunst. Toch heeft De Fabriek aangegeven een grotere naamsbekendheid te willen. Het spanningsveld tussen kunstenaar versus commercie is regelmatig aan bod gekomen tijdens het onderzoek. In het kwalitatieve onderzoek kwam vaak naar voren dat De Fabriek zich beter zou kunnen positioneren of zou kunnen herpositioneren, om tot de stap te komen een grotere naamsbekendheid te genereren. De Fabriek blijft een instelling voor en door kunstenaars en zij wil zich liever niet aanpassen aan de eisen van subsidiënten. En dan rijst de vraag: hoe kun je een grotere naamsbekendheid bereiken zonder je organisatie te veranderen of zonder in enige mate toe te geven aan bepaalde maatschappelijke veranderingen in het huidige economische tijdperk? Om meer publiek te bereiken is profilering van belang. Als de profilering niet duidelijk is en je wilt geen concessies doen, is het bijna onmogelijk om tot een representatief resultaat te komen. Uiteindelijk heeft het onderzoek toch geresulteerd in een advies en een concept waar De Fabriek mee aan de slag kan, zonder direct al te veel concessies te hoeven doen. Met het uiteindelijke concept zou een groter publiek bereikt kunnen worden door heel Nederland, waardoor de naamsbekendheid van De Fabriek kan worden vergroot.
9.2
Wat ging er niet goed en waarom?
Over het algemeen is het onderzoeksproces goed verlopen. Er waren wel punten die het proces bemoeilijkten. Het bleek moeilijk om een helder beeld te krijgen van de diepere bedoelingen en achtergronden van de organisatie. De Fabriek is een stichting die wordt geleid door vrijwilligers. Er is alleen een ruimte waar betrokkenen op sommige momenten samenkomen. Het was bijvoorbeeld niet mogelijk om ter plaatse deel uit te maken van de organisatie. Er was weinig contact met de ‘werknemers’, omdat zij zelf hun eigen ondernemingen hebben en hun bestuurlijke functie voor De Fabriek naast het eigen werk doen. Op deze manier was het lastig om dieper betrokken te raken bij het gehele proces. Daarom is er veel onderzocht door middel van gesprekken en vragen, om er achter te komen wat De Fabriek nu precies is en wat De Fabriek precies wil zijn. Het vinden van respondenten voor het kwalitatieve onderzoek is vrij goed verlopen. Er moest een zo groot mogelijke diversiteit zijn aan panelleden; dit is helemaal naar tevredenheid gelukt. Er is ook contact geweest met meerdere mensen die graag aan het panelgesprek hadden willen deelnemen. Hier komt gelijk een derde punt naar
Scriptie Michelle le Mahieu
40
voren dat het onderzoek heeft beïnvloed: de vakantieperiode. Het onderzoek is uitgevoerd in de periode van eind mei tot en met begin september. Het belangrijkste deel van het onderzoek viel dus in de vakantieperiode, wat betekent dat veel mensen op vakantie waren. Deze personen hadden anders graag meegewerkt aan het onderzoek. Het tweede panelgesprek met de doelgroep moest op zeer korte termijn worden georganiseerd. Er zijn ruim 120 personen aangeschreven met de vraag of ze op zeer korte termijn wilden deelnemen aan het panelgesprek. Uiteindelijk waren er negen personen in de gelegenheid mee te werken aan het onderzoek. Als er meer tijd was geweest, hadden meer organisaties kunnen worden gesproken voor het kwalitatieve deel van het onderzoek. Te denken valt aan organisatoren van festivals en evenementen en andere vergelijkbare organisaties als De Fabriek, om te horen hoe zij het organiseren van een evenement aanpakken. Daarnaast zou het interessant zijn om een periode met een of meerdere kunstenaars mee te lopen, om een beter inzicht te krijgen in wat de drijfveren van een kunstenaar zijn.
9.3
Mogelijkheden voor vervolgonderzoek
Voor een eventueel vervolgonderzoek wordt geadviseerd om meer interviews te laten plaatsvinden, bijvoorbeeld interviews met organisatoren van festivals en evenementen, interviews met kunstenaars en interviews met vergelijkbare organisaties. Daarnaast zouden meerdere panelgesprekken met de doelgroep functioneel zijn om meer inhoudelijke zaken over de doelgroep te weten te komen. Er kan meer aandacht worden besteed aan de huidige en toekomstige activiteiten van De Fabriek. Er zijn meer mogelijkheden om De Fabriek meer bekendheid te geven dan alleen door middel van een evenement. Het zou zeer interessant zijn om samen met De Fabriek de mogelijkheden voor communicatie verder te onderzoeken. Maar allereerst is het van belang dat De Fabriek zichzelf duidelijker profileert. Tegenwoordig is het steeds moeilijker om subsidies te verkrijgen; er wordt flink op gekort. De Fabriek moet zich bewust worden van de gevolgen als zij niets verandert in de huidige positionering. Het is belangrijk dat het bestuur van De Fabriek meer aanwezig is bij gesprekken met de doelgroepen. Dit kan de acceptatie van de voorgestelde veranderingen bij het bestuur vergroten en uiteindelijk is dit een voorwaarde om de beoogde doelstellingen te kunnen bereiken.
Scriptie Michelle le Mahieu
41
Literatuurlijst Alles over marktonderzoek. (2012). Imago onderzoek. Geraadpleegd op: 6 juni 2012, van: http://www.allesovermarktonderzoek.nl/typen-onderzoek/imago-onderzoek Argument. (2012). Over Argument. Geraadpleegd op: 10 juli 2012, van: http://argument-tilburg.nl/about.html Art On The Spot. (z.j.). Organisatie. Geraadpleegd op: 22 juli, van: http://www.artots.nl/inNed.htm Asseldonk, A. van. [panelgesprek]. 30 juli 2012 Blersch, J. [panelgesprek] 4 juni 2012 en 6 augustus 2012 Brabants Kenniscentrum Kunst en Cultuur. (z.j.). BKKC. Geraadpleegd op: 26 juni 2012, van: http://www.bkkc.nl/ Bregt, A. van (2012). Zakelijke voordelen van Twitter voor bedrijven. Geraadpleegd op: 28-09-2012, van: http://www.socialmediaacademie.nl/zakelijke-voordelen-van-twitter-voor-bedrijven/ Cacaofabriek. (2012). Kunstinitiatief De Nederlandsche Cacaofabriek. Geraadpleegd op: 24 augustus 2012, van: http://www.cacaofabriek.nl/pages/over-de-cacaofabriek Collaboration O. (2012). About. Creative Solutions. Geraadpleegd op: 24 augustus 2012, van: http://www.collaboration-o.nl/ Corte, T. de. (2011). Rechtsvormen in de culturele sector. [afstudeeronderzoek]. Erasmus Universiteit Rotterdam. http://oaithesis.eur.nl/ir/repub/asset/9896/de%20Corte.pdf Cultuurfonds. (z.j.). Over het Cultuurfonds. Geraadpleegd op: 15 juli 2012, van: http://cultuurfonds.nl/t2.asp?path=rjc4c9w Cultuurnetwerk. (z.j.). Onderzoek naar cultuureducatie. Geraadpleegd op: 22 juli 2012, van: http://www.cultuurnetwerk.nl/cultuureducatie/onderzoek/ Daae, E. (2012). Facebook voor bedrijven: een fanpagina in 10 stappen. Geraadpleegd op: 2809-2012, van: http://www.frankwatching.com/archive/2010/09/13/facebook-voor-bedrijven-eenfanpagina-in-10-stappen/
Scriptie Michelle le Mahieu
42
De Fabriek. (2010). Een boek om mee te slaan. 30 jaar kunstenaarsinitiatief De Fabriek. Eindhoven, De Fabriek. De Fabriek. (2011). Beschrijving van concept, doelstelling, motivatie en opzet programma. [document] De Fabriek. Visie / Achter- grond informatie. Geraadpleegd op: 18 juni 2012, van: http://www.defabriekeindhoven.nl/about/ De Overslag. (z.j.). De Overslag. Geraadpleegd op: 10 juli 2012, van: http://www.deoverslag.nl/ Dertien Hectare. (2012). Algemeen. Geraadpleegd op: 22 juli 2012, van: http://www.dertienhectare.nl/?page_id=63&lang=nl Dijkman, K. [panelgesprek] 4 juni 2012 en 6 augustus 2012 Dutch Design Academy. (2011). Jaarverslag 2011 [rapport]. Geraadpleegd op: 24 augustus 2012, van: http://www.designacademy.nl/Portals/0/www/corporate/Jaarverslag_2011_Design AcademyEindhoven.pdf Dutch Design Week. (2012). Over DDW. Geraadpleegd op: 12 juli 2012, van: http://www.ddw.nl/content.php?pageID=2b8cfba77bc66a78488c3bdaae5d6bd6 EDHV. (2012). Cultuurscan. Scan van het culturele veld. Geraadpleegd op: 26 augustus 2012, van: http://www.edhv.nl/client/cultuurscan/applicatie.html Emmen, M. Brabants Kenniscentrum Kunst & Cultuur. [persoonlijk interview]. 4 juli 2012 European Institute for Brand Management Geraadpleegd. (z.j.). Identiteit en Imago. Geraadpleegd op: 3 augustus 2012, van: http://www.eurib.org/bibliotheek-kenniscentrum/kenniscentrum/identiteit-enimago.html Festival Boulevard. (2012). Over Boulevard. Geraadpleegd op: 10 juli 2012, van: http://www.festivalboulevard.nl/over-boulevard Flux-S Festival. (z.j.). Flux/S. Geraadpleegd op: 11 juli 2012, van: http://www.flux-s.nl/flux+s/flux+s/ Gemeente Eindhoven. (2012). De Fabriek. Geraadpleegd op: 28 juni 2012, van: http://www.eindhoven.nl/stad/kunst-cultuur-design/De-Fabriek.htm
Scriptie Michelle le Mahieu
43
Gemeente Eindhoven, Afdeling Kunst en Cultuur. (2011). Visie op Beeldende Kunst & Vrije Vormgeving. [rapport] Gemeente Eindhoven. (2011) B&W-dossier Beslissingsblad. [rapport] Gemeente Eindhoven. (2012) Subsidieaanvraag Cultuur Totaal 2012. [document] Gerritsma, M. & Rubrech, J. (2011) Slim en simpel netwerken. Amsterdam; Pearson Education Benelux Glow Eindhoven. (2012). Algemene informatie. Geraadpleegd op: 11 juli 2012, van: http://www.gloweindhoven.nl/website/glow/glow.php?OPId=10 Grit, R. & Gerritsma, M. (2012). Zo organiseer je een Event. Groningen – Houten: Noordhoff Uitgevers B.V. Grit, R. & Julsing, M. (2009). Zo doe je een onderzoek. Groningen – Houten: Noordhoff Uitgevers B.V. Gubbels, S. [panelgesprek]. 30 juli 2012 Hallo 040. (2012). De Fabriek voor en door kunstenaars. Geraadpleegd op: 28 juli 2012, van: http://www.hallo040.nl/cultuur/de-fabriek-voor-en-door-kunstenaars/ Hallo Cultuur. (2012). Hallo Cultuur!. Geraadpleegd op: 8 augustus 2012, van: http://www.hallocultuur.nl/informatie/ Heezen, L. (2010). Kunstenaarsinitiatief of kenniscentrum? W139 en De Fabriek bestaan dertig jaar. Geraadpleegd op: 14 juli 2012, van: http://metropolism.com/magazine/2010-no4/kunstenaarsinitiatief-ofkunstce/english Heist, M. van. [panelgesprek]. 30 juli 2012 Hutten, Ir. Dr. T. (2009). Het talent van Brabant. [Onderzoeksrapport]. NHTV, Breda. http://www.nhtv.nl/fileadmin/user_upload/Documenten/PDF/Onderzoek_en_adv ies/ExpertiseSerie7.pdf Incubate. (2012). We are Incubate. Geraadpleegd op: 14 juli 2012, van: http://incubate.org/2012/about Indora Managementadvies. (2012). Social media steeds belangrijker voor marketing en mediamix. Geraadpleegd op: 2 september 2012, van: http://www.indora.nl/mambo/Nieuws/Social-media-steeds-belangrijker-voormarketing-en-mediamix.html
Scriptie Michelle le Mahieu
44
Kaarsgaren, L. (2009). Evenementen support. Alphen aan den Rijn: Kluwer bv Kaarsgaren, L. (2010). Zakelijke- en publieksevenementen. Amsterdam: Pearson Education Benelux bv Kamer van Koophandel. (z.j.). Bericht van registratie. [document] Kleinepier, A. [panelgesprek] 4 juni 2012 en 6 augustus 2012 KOP. (z.j.). Over KOP. Geraadpleegd op: 15 juli 2012, van: http://www.stichtingkop.nl/over-kop/?sid=38ccd1a0533a0e70d6b6ab79d3b91e59 Kunst. (2 september 2012). In Wikipedia. Geraadpleegd op: 28 juni 2012, van: http://nl.wikipedia.org/wiki/Kunst Kunstinstelling De Fabriek. (29 november 2011). In Wikipedia. Geraadpleegd op: 22 juni 2012, van: http://nl.wikipedia.org/wiki/Kunstinstelling_De_Fabriek Kunstinzicht. (2012). Kunst in Eindhoven. Geraadpleegd op: 8 augustus 2012, van: http://www.kunstinzicht.nl/kunst/plaats/eindhoven/adressen.html La Citta Mobile. (2012). La Citta Mobile. Geraadpleegd op: 23 augustus 2012, van: http://www.lacittamobile.nl/ Liefting, M. [panelgesprek] 4 juni 2012 en 6 augustus 2012 Lokaal 01. (2012). Lokaal 01. Geraadpleegd op: 17 juli 2012, van: http://www.lokaal01.nl/ Michels, W. (2006). Communicatie handboek. Groningen – Houten: Noordhoff Uitgevers B.V. MU. (2012). Over MU. Geraadpleegd op: 17 juli 2012, van: http://www.mu.nl/nl/general/ Nationaal Kunstplatform. (2012). Nationaal Kunstplatform. Geraadpleegd op: 24 juli 2012, van: http://www.nationaalkunstplatform.nl/ Nemeth, S. [panelgesprek]. 30 juli 2012 Pelser, B. (2011). Social Media Netwerken. Geraadpleegd op: 28-09-2012, van: http://hosting.ber-art.nl/social-media-netwerken/
Scriptie Michelle le Mahieu
Performance Art Event. (z.j.). About us. Geraadpleegd op: 15 augustus 2012, van: http://performanceartevent.nl/ Renders, W.J. [panelgesprek]. 30 juli 2012 Rijcke, J. de (2011). Handboek Marketing. Leuven – Apeldoorn: Garant Uitgevers n.v. en de auteurs Segers, P. [panelgesprek]. 4 juni 2012 en 6 augustus 2012 Slokdarm Festival. (2012). Informatie. Geraadpleegd op: 15 augustus 2012, van: http://www.slokdarmfestival.nl/informatie/informatie.aspx Snodevormgevers. (z.j.). Snode vormgevers. Geraadpleegd op: 26 juni 2012, van: http://www.snodevormgevers.nl/wordpress/ Stichting DOEN. (2012). Over DOEN. Geraadpleegd op: 8 augustus 2012, van: http://www.doen.nl/web/over-DOEN.htm STRP Festival. (2012). About. Geraadpleegd op: 15 augustus 2012, van: http://strp.nl/nl/context/about-strp/ Technische Universiteit Eindhoven. (2012). Industrial Design. Geraadpleegd op: 22 augustus 2012 , van: http://www.tue.nl/studeren/tue-bachelor-college/bacheloropleidingen/industrialdesign/ Temporary Art Centre. (2012). Over TAC. Geraadpleegd op: 14 juli 2012, van: http://www.tac.nu/node/7 Uit in Eindhoven. Juni 2012. Uit in Eindhoven. Juli/Augustus 2012. V2. (2012). Organization. Geraadpleegd op: 18 juli 2012, van: http://www.v2.nl/organization Vaessen, M. Gemeente Eindhoven. [persoonlijk interview]. 15 augustus 2012 Verhoeven, N. (2007). Wat is onderzoek? Amsterdam: Boom Onderwijs VVV Eindhoven. (2012). Kunst en Cultuur. Geraadpleegd op: 7 augustus 2012, van: http://www.vvveindhoven.nl/nl/er-op-uit/kunst-en-cultuur Wulfften Palthe, L. van. [panelgesprek]. 30 juli 2012
45
Scriptie Michelle le Mahieu
46
Zijlmans, M (6 november 2000). Het maakproces, niet het product. Volkskrant. Geraadpleegd op: 27 juni 2012, van: http://www.volkskrant.nl/vk/nl/2844/Archief/archief/article/detail/573641/2000/ 11/06/Het-maakproces-niet-het-product.dhtml
Scriptie Michelle le Mahieu
47
Bijlage I Panelleden Panelgesprek doelgroep I Alissa van Asseldonk – net afgestudeerd aan de Design Academy. Had een anti-kraak atelierruimte met zes andere personen waar ze net uit zijn gezet. Alissa is nu aan het bedenken wat ze wil gaan doen en aan het netwerken. Sam Nemeth – vijfentwintig jaar geleden afgestudeerd als filmkundige. Is nu nog steeds documentairemaker. Maakt documentaires over de beeldende kunst. Met name over nieuwe mediakunst en internetkunst. Geeft tevens les op de TU/E op de afdeling Industrial Design. Doet elk jaar in De Fabriek een soort bootcamp met 20 masterstudenten van de TU/E, faculteit Industrial Design. Willem Jan Renders – werkt in het Van Abbemuseum als projectleider, momenteel van een grote tentoonstelling die 1 december 2012 opent. Lotte van Wulfften Palthe – drieënhalf jaar geleden afgestudeerd aan de Design Academy. Heeft haar eigen ontwerpstudio. Werkt aan alle einden van design; aan de ene kant praktisch in de zin van expositie ontwerpen, aan de andere kant met de overdracht van creativiteit en wat dat precies voor processen zijn. Lotte werkt momenteel aan een project aan de universiteit van Lancaster. Dit is een driejarig Europees project over co-design onderzoek en ontwerpen. Werkt nu aan het eerste project in het citypark van Lancaster waarin ze faciliteren dat andere mensen creatief kunnen zijn. Zij ontwerpen diverse evenementen waardoor mensen een identiteit van het park kunnen vormgeven en na afloop gaat dat project naar de gemeente. Lotte zit dus een beetje aan de twee uiterste einden van vormgeving. Sabine Gubbels – studeert Lifestyle en Design aan het Willem de Kooning College in Rotterdam. Zit in haar laatste jaar. Lifestyle & Design noemen je eigenlijk allround stylist als je afgestudeerd bent, maar je kiest je eigen richting. Sabine specialiseert zich op forecasting, imagineering, dus belevingsconcepten en design. Marcel van Heist – is nu een jaar afgestudeerd aan de faculteit Industrial Design van de TU/E. Daarna is Marcel voor zichzelf begonnen. Marcel heeft met zeven anderen een ruimte gehuurd op Strijp in de Apparatenfabriek. Daar doen ze nu allerlei ontwerpopdrachten. Hebben in februari besloten als één collectief verder te gaan, met de naam ‘Afdeling Buitengewone Zaken’. Zijn nu een beetje aan het vormgeven en krijgen steeds meer de opdrachten die ze ook werkelijk willen. Eerst was het alles aanpakken om geld te verdienen. Zijn nog wel enigszins zoekende naar hun identiteit.
Scriptie Michelle le Mahieu
48
Panelleden bestuur De Fabriek Koen Dijkmans – dagelijks bestuurslid op vrijwillige basis, mede verantwoordelijk voor de programmering, het aanvragen van subsidies en ontwikkelen van projecten. Officieel secretaris binnen het bestuur. Koen heeft een eigen zaak, Bureau KD. Dit is een bureau dat zich in het vlak van multimedia tot grafische vormgeving beweegt. Koen houdt zich bezig met o.a. het maken van interactieve GPS routes voor de mobile telefoon, van concept tot uitvoering. Daarnaast is hij als Grafisch vormgever bezig en maakt hij eigen werk dat voornamelijk uit foto en/of film bestaat. Anthony Kleinepier – vervult op vrijwillige basis mentale bijstand voor het bestuur. Is in het dagelijkse leven ontwerper. Dagelijks op zoek om kleine dromen waar te maken en deze te delen met degene die het wil zien en ontdekken. Mander Liefting – dagelijks bestuurslid op vrijwillige basis. Officieel penningmeester binnen het bestuur. Is mede-eigenaar van Snode Vormgevers, een samenwerkingsverband voor kunstprojecten. Een soort kunstcollectief. Paul Segers – is dagelijks bestuurslid op vrijwillige basis, tevens denktank en nog veel meer. Naast De Fabriek is Paul beeldend kunstenaar. Hij maakt sculpturen, installaties, performances, video’s, tekeningen en collages en organiseert projecten in binnen- en buitenland. Tevens oprichter van collectief het Nieuw Brabants Front en docent 3D beeldonderzoek op de AKV St. Joost. Josef Blersch – is op vrijwillige basis bestuurslid van De Fabriek. Is voorzitter en woordvoerder. Schrijft stukken voor de gemeente en heeft contact met de gemeente. Bepaald mede de gezamenlijke programmering en onderhoudt het contact met de kunstenaars. Josef is kind van twee kunstenaars en sinds 2002 betrokken bij De Fabriek. Is in het dagelijks leven vormgever en kunstenaar en mede-eigenaar van Snode Vormgevers, een samenwerkingsverband voor kunstprojecten. Vindt het als vormgever interessant om aan de haal te gaan met gevestigde ideeën over objecten en kunst, het werk is vaak rudimentair en monumentaal. Panelleden Doelgroep II Rogier Walrecht – Gestudeerd aan de kunstacademie in Den Bosch en het Sandberg Instituut in Amsterdam (masteropleiding van de Gerrit Rietveld Academie). Heeft van 1999 tot 2002 veel vergaderingen bijgezeten van De Fabriek. Daantje Bons – Studeert aan de AKV St. Joost Fotografie. Lisanne – studeert aan de AKV St. Joost Fotografie. Is meer geïnteresseerd in de organisatorische kant van fotografie: het organiseren van evenementen en lezingen. Veerle d’Achard van Enschut – Afgestudeerd aan het Sint Lucas. Sinds kort haar eigen communicatieadviesbureau opgestart, richting design.
Scriptie Michelle le Mahieu
49
Daphne d’Achard – Gestudeerd aan Lincoln University, gevolgd door een master Design & Art Direction in Manchester. Heeft na haar studie veel voor TAC gedaan: een halfjaar de communicatie en daarnaast events en organisatie. Nu werkt ze als creative bij Mills Advertising. Joan Kolk – Beeldend kunstenaar. Afgestudeerd in Tilburg. Werkt regelmatig in het Designhuis, verzorgt rondleidingen. Jurrian Tjeenk Willink – Afgelopen jaren weleens te vinden in De Fabriek. Heeft er zelf een keer geëxposeerd met een kleine installatie. Volgt een master aan de opleiding Industrial Design. Aldrik Kleinlooh – Vormgever. Aantal jaar geleden afgestudeerd aan de Design Academy. Lieve de Jong – Studeert aan het Willem de Kooning College in Rotterdam, richting Lifestyle en Design.
Bijlage II Interview, Mirjam Emmen, BKKC Dinsdag 24-07-2012 BKKC, Tilburg 10:00u Duur: 1,5 uur
• •
Voorstellen Uitleg geven over het onderzoek dat ik uitvoer voor De Fabriek en de reden tot een gesprek met Mirjam
• • •
Wat doet het BKKC? Wat voor rol speelt het BKKC voor De Fabriek? Wat is in het algemeen van belang voor jullie om een organisatie te subsidiëren? Hoelang subsidieert BKKC De Fabriek al? Wat zagen jullie in die voor toegevoegde waarde in De Fabriek? Wat is er sinds die tijd veranderd in de scene waar De Fabriek onder valt? Is De Fabriek ook veranderd? Wat zien jullie nu voor toegevoegde waarde in De Fabriek? Wat zijn vergelijkende organisaties die jullie subsidieren? Wat voor trends zien jullie op het gebied van kunst en cultuur? Zijn er organisaties die ook evenementen organiseren?
• • • • • • • •
Scriptie Michelle le Mahieu
• • • •
50
Zo ja; kun je daar iets over vertellen (wat voor evenementen zijn dit? welk publiek? Toegevoegde waarde?) Gaan er in de toekomst dingen veranderen waar De Fabriek rekening mee dient te houden om de subsidie te behouden Kun je misschien een aantal scenario’s schetsen Op wat voor manier vinden jullie dat De Fabriek bezig zou moeten zijn?
Je hebt hier vier verschillende afdelingen, een afdeling die zich bezig houdt met subsidies, een afdeling (dat zijn klantengroepen) die zich bezig houdt met overheden, maatschappelijke organisaties en het bedrijfsleven, dan een afdeling die zich echt met de makers, de daadwerkelijke kunstsector bezig houdt en dan heb je nog een ondersteunende afdeling marketing en communicatie, dat is veel meer ondersteunend. We zijn aan het reorganiseren. Het wordt een organisatie waar minder afdelingen bij zitten. We houden wel een aparte afdeling marketing en communicatie maar voor de rest voegt het in elkaar. En dan gaan we veel meer dwars(werk)verbanden leggen. Van oudsher zijn we een fusie-instelling, komen voort uit de organisaties voor professionele kunsten en die kunsten waren beeldende kunst, muziek, letteren en film. Daar zijn door de fusie in 2009 bijgekomen: vormgeving en architectuur en de podiumkunsten dus dans en theater. Ik zelf heb altijd in het culturele veld gewerkt. Begonnen bij het van Abbe museum, daarna bij het zuidelijke toneel. Daarna bij de provinciale instelling voor beeldende kunst. De eerste jaar van de fusie heb ik een andere functie gehad. Toen was ik hoofd van de afdeling marketing en communicatie en ondersteuning. Maar ik miste verschrikkelijk het veld. Ik heb in december gevraagd om terug te mogen naar mijn oude functie, toen was ik ook adviseur. Toen alleen in beeldende kunst, nu heb ik ook meer in de breedte. Wat doet het BKKC precies We hebben een viertal speerpunten. De speerpunten waar wij als BKKC ons echt op inzetten dat is talentontwikkeling. Talentontwikkeling van makers voornamelijk. We hebben de artistieke ontwikkeling door middel van masterclasses en dergelijke maar daarnaast ook het cultureel ondernemerschap en dat is natuurlijk de zakelijke talentontwikkeling. De meeste talentontwikkeling wordt nooit samengebracht met zakelijke werkzaamheden maar die zijn toch wel heel erg belangrijk. En dat is niet allen voor de makers voor de individuele makers maar ook voor de kunstinstellingen. Dus ook voor de podia en filmtheaters en dergelijke. Daar ondersteunen wij in de vorm van lezingen maar ook workshops cursussen etc. dat kan ook collectieve marketing betekenen. Bijvoorbeeld met de kleine filmtheaters organiseren wij projecten waarbij vooral de collectieve marketing die zichtbaarheid groter wordt. dan heb je nog, wij noemen dat kunst in de openbare ruimte maar dat is heel erg vanuit de beeldende kunst gedacht nu in de ruimtelijke kwaliteit, dus er wordt steeds meer gezien door provincies, gemeentes maar ook door maatschappelijke organisaties dat die openbare ruimte ontzettend belangrijk is en dat die ruimte kwaliteit van bijvoorbeeld in een stad ontzettend belangrijk is ook voor het vestigingsklimaat. Dus voor mensen die willen gaan werken ergens in een stad is die kwaliteit belangrijk maar ook voor bedrijven die zich ergens willen gaan vestigen. Dus die ruimtelijke kwaliteit wordt steeds als belangrijker gezien en juist bij makers en of dat nou een beeldend
Scriptie Michelle le Mahieu
51
kunstenaar is of een architect maar ook zelfs mensen, wat je in eerste instantie niet zou denken, maar met een theaterachtergrond kan meedenken op zijn minst over ruimtelijke kwaliteit. Dat is voor ons een belangrijk speerpunt. Dat is trouwens ook bij de provincie Brabant een belangrijk speerpunt en dan nog tot slot het culturele veld waarbij wij ook een soort makelaarsfunctie zien dus partijen bij elkaar brengen. We willen juist ook de komende periode, dat is in het verleden veel minder gebeurd, wel partijen bij elkaar gebracht maar nu ook kijken of we concrete opdrachten. Juist in deze tijd dat we concrete opdrachten vanuit het bedrijfsleven of andere organisaties dat kan vanuit de zorg sector zijn bijvoorbeeld of de woningbouw dat je opdrachten krijgt voor makers of voor eventueel initiatieven en daar is voor ons zelf een rol weggelegd als makelaar. 4 speerpunten en dan die rollen, die noemde ik al hé, die rol van makelaar, dus partijen bij elkaar brengen is een belangrijke. We hebben nog een rol als kenniscentrum, wij pretenderen een hele hoop te weten van de kunst die hier in Brabant en de kunststellingen waarbij dus mensen die werk willen maken van kunst en cultuur die kunnen bij ons terecht om advies en daar heb je een kenniscentrum voor nodig waarbij wij ook onszelf kunnen inlezen en de rest kunnen overdragen. Dan die adviseursrol is een hele belangrijke. Waarbij we ook kunnen adviseren over concrete projecten. de vierde rol is die van financier. Tot nu toe was dat alleen het bureau subsidies maar die zijn zich ook aan het ontwikkelen. Natuurlijk de subsidies worden steeds minder misschien zelfs gaan ze afgebouwd worden of krijgen een andere rol. Maar het bureau heeft zich al gestort op crowd funding, samen met de landelijke organisaties. Daar hebben we tot nu toe hele mooie ervaringen mee. Nog maar kort maar eigenlijk alles wat geïnitieerd wordt dat lukt en daarnaast ook de nieuwe wegen bewandelen. Hier in Tilburg bijvoorbeeld hebben we al vrij vroeg een initiatief gezeten wat vanuit de zakenwereld komt, en dat is een fonds cultuur. En eigenlijk als tegenbeweging en de maatschappelijke betrokkenheid van het bedrijfsleven (subsidies gaan wegvallen) nou wij willen vanuit bedrijven (de gemeente heeft dat gesteund) een fonds in gaan stellen waar makerinstellingen een beroep op kunnen doen (is nu alleen nog maar in Tilburg, hopelijk in de toekomst in meer steden). Dat beroep kunnen doen op dat wordt nog wel nader beschreven maar daar gaan wij steeds meer mee proberen te bemoeien om die initiatieven rond te krijgen dus ook dat er andere financieringsmogelijkheden zijn. renteloze leningen bijvoorbeeld. Iets anders dan alleen subsidies. De eerste stap is dat culturele fonds in Tilburg. Wat voor rol speelt het BKKC voor De Fabriek? Voor de fabriek. Ik moet misschien gewoon met het meest recente beginnen en ik zal ongetwijfeld niet alles weten, nu ik 3 jaar een andere rol heb gehad hier. Ik weet dat de fabriek subsidie heeft gekregen. Dus het BKKC kan een rol spelen voor de financiering van de fabriek. En dan misschien in de toekomst letterlijk in de vorm van geld maar het zou ook kunnen zijn in de vorm van advies hoe kun je je externe financiering rond krijgen of op een andere manier je begroting opstellen etc. bij de fabriek heb ik dan ook over de subsidieaanvraag geadviseerd. Dan ben ik in die rol van adviseur van belang. Om ook te proberen die subsidieaanvraag op een zo goed mogelijk niveau te brengen en dat het op zijn mint voldoet aan al die criteria. Maar ook dan moet je zorgen dat je jezelf onderscheidt en daar denk je over mee en dat heeft gelukkig de laatste keer goed uitgepakt. Als ik terug ga in het verleden bij de
Scriptie Michelle le Mahieu
52
fabriek hebben we wel eens incidenteel projecten georganiseerd om ook kunstenaarsinitiatieven in het algemeen in Brabant wat meer onder het voetlicht te brengen. En daar hebben we ook een evenement georganiseerd waar de fabriek in geparticipeerd heeft. De fabriek is vaker klankbord geweest in het verleden bij projecten ook weleens projecten die een wat internationaal karakter moest krijgen om gewoon mee te denken en dan was het nog niet eens zo zeer artistiek inhoudelijk want dat is vaak de kwaliteit van de fabriek maar ook mee te denken over vormen van financiering over marketing en communicatie. Dat de fabriek niet veel doet met marketing en communicatie heeft ook wel wat te maken met de beeldende kunst en misschien ook wel bij sommige andere kunsten. Bij Podiumactiviteiten is dat veel meer aanvaard. Maar bij de beeldende kunst is dat heel lang not done geweest, je doet je kunst en dat doe je heel goed en dat doe je in eerste instantie voor jezelf en in tweede instantie voor een publiek. Je ziet wel een omslag hoor, er zijn organisaties die al veel sneller die omslag hebben gemaakt en De Fabriek loopt wat achter. En het is ook te begrijpen omdat de fabriek van oudsher een vrijwilligersorganisatie is/. Het accent ligt echt op de kunstenaars die daar heel veel werk verzetten. Heb ik altijd veel respect voor. En het is bij sommige ook weleens ten kosten gegaan, of in ieder geval periode ten kosten gegaan van hun eigen werk maar da betekent ook meteen dat je dan heel snel op een artistiek niveau aan het denken bent en daar ligt natuurlijk ook de passie waarmee je kennis en ervaring. Dus daar wordt heel veel op ingesproken en andere zaken die vallen een beetje weg. Hoelang subsidieert BKKC de fabriek. We subsidiëren niet structureel, we subsidiëren altijd incidenteel aan de hand van een project. En ze vragen het de ene keer wel aan de andere keer niet. En ik weet ook wel dat het een enkele keer, nou ja een enkele keer, meerdere keren negatief is besloten. Ik weet nog dat wij een regeling een lange tijd hebben uitgevoerd voor de provincie Brabant maar wel rechtstreeks vanuit de provincie subsidies meer structureel wordt verleend die regeling is afgebouwd. Heel misschien komt er in de toekomst iets anders soortgelijks maar waar wel initiatieven profijt van kunnen hebben. En daarvan weet ik dat de fabriek volgens mij in ieder geval de laatste periode zat de fabriek daar altijd in, wel in ieder geval de periode daarvoor dus dat is in ieder geval minimaal een jaar of 8. dat betekent dat wij die regeling het uitvoeren maar het is de provincie. Wij voeren dat echt in opdracht van de provincie uit. Wat wij nu doen aan incidentele subsidies of wat wij heel erg lang doen wij in opdracht van de provincie maar daar hebben wij veel meer vrijheid in. Omdat het ook incidenteel is. Wij hebben wel adviescommissies die daar in oordelen. Wij zelf oordelen niet, want dan bestaat het gevaar van de dubbele petten. Maar van de provincie is het echt, de provincie geeft een aantal kernbegrippen, criteria etc. en op basis daarvan moest die regeling dan uitgevoerd worden. Wat is de reden dat sommige projecten geen subsidie kregen? Dat was in ieder geval bij incidentele projecten, en dan was het project gewoon te mager in vergelijking met andere projecten. Wat zien jullie als toegevoegde waarde in de fabriek?
Scriptie Michelle le Mahieu
53
De Fabriek is gewoon een hele belangrijke plek voor kunstenaars om, vaak zijn het wat jongere kunstenaars om daar te experimenteren. En er zijn steeds minder plekken die broedplaatsen dan, die dar een gelegenheid hebben om een langere periode zonder allerlei dingen als alledaagse beslommeringen om zich helemaal te concentreren op het werk. De fabriek heeft daar echt altijd een hele belangrijke rol in gespeeld. Het is ook eigenlijk het eerste kunstenaarsinitiatief als ik mij herinner in Brabant. Het bestaat 32 jaar. Volgens mij zijn zij echt de eerste geweest. In de loop van de jaren is dat accent ook weleens verschoven vanuit broedplaats ook weer, maar ik denk juist in deze tijd van bezuinigingen waarin heel erg gekort wordt op die mogelijkheid voor kunstenaars om zich verder te ontplooien of te experimenteren dat het eigenlijk een nog grotere toegevoegde waarde is dan tien jaar geleden. Toen waren er enorm veel, vele initiatieven over het hele land. Maar dat is nu veel minder. Er zijn al een aantal initiatieven gesneuveld. Maar ik kan mij heel erg goed voorstellen dat die behoefte aan die bekendheid ook elders in NL ook onder de makers, en toch zou ik ook toevoegen aan een publiek, dat die er is. En dan heb ik het niet over een heel algemeen publiek maar toch een wat specifieker publiek dat het goed gezond zou zijn ook oor een dergelijke organisatie daar wat meer aandacht aan te besteden. Dat vond ik weleens jammer bij de fabriek dat er prachtige projecten waren maar die bij wijze van spreken voor elkaar, zeg de inner circle worden gemaakt en dat net de mensen net daar om heen niet bereikte. Er zijn steeds minder plekken mar je merkt ook dat bijna alle andere provincies we hebben tot nu toe hebben we misschien dit jaar ook wel het laatste jaar ook aan individuele kunstenaars een subsidie kunnen verstrekken. Bijvoorbeeld voor een werkperiode of voor een project oid. Dat is in de rest van NL al veel langer afgeschaft. Er is steeds minde mogelijk om voor jezelf een experimenteer periode in te lassen. Ik denk dus dat het heel belangrijk is dat er en aantal plekken overblijven en dat zullen er ongetwijfeld minder zijn en dat kan ook minder zijn maar als die maar heel goed staan dat at hele belangrijke plekken zijn. Wat zijn vergelijkbare plekken? Lokaal 01, in Breda bijvoorbeeld. Er zijn er nog veel meer hoor. Zeker ook buiten de provincie. Maar er is aantal die weer net een andere insteek hebben. Argument bijvoorbeeld in Tilburg. Dat was in Eindhoven overslag, maar die is opgehouden want die kon het financieel niet meer bolwerken. In den Bosch heb je ARTROTS maar daar gaat het veel meer over gezamenlijk exposeren dan over dat broedplaats karakter. Staat op het moment ook beetje stil. Wat is dan die andere insteek? Hier is het altijd een solo presentatie. Ook kleiner, sowieso is de ruimte kleiner. De fabriek is ontzettend groot. Dat is wat argument ook doet, een kunstenaar wordt uitgenodigd, dan een werkperiode en daarna een presentatie van een maand. Om nog een stukje werkperiode waar wel al het publiek terecht kan mar een langere periode waar publiek kan komen.
Scriptie Michelle le Mahieu
54
Waar zou het aan kunnen liggen dat die kunstscene zo’n 20 jaar terug zoveel sterker was dan nu? Ik denk dat het ook een tijdsgeest is want de meeste initiatieven zijn in de jaren 70 80 opgekomen waar kunstenaars gezamenlijk opereerden. Een beetje in het kielzog van de krakersbeweging. Er werden panden gekraakt en daar kwamen hele mooie dingen uit voort, zoals die broedplaatsen. Ook kleine creatieve werkplaatsjes. Een heel scala op de kleine creatieve industrie. Mensen die al wel producten gingen maken ook vanuit de krakersbeweging ontstaan. Dat is nu helemaal niet meer aan de orde. Ik denk dat omdat er al, het is nu een hele slechte tijd, maar er werden al veel eerder subsidies afgeschaft. Zeker voor individuele kunstenaars staan al veel langer onder druk. Dus wat doen kunstenaars van de huidige generatie, die denken we willen niet meer afhankelijk zijn van die subsidies. Het eerste wat ze doen is toch nar een uitzendbureau gaan om te kijken of ze ergens werk kunnen vinden. Ze zijn vaker zzper of proberen ergens in dienst te komen voor 2-3 dagen per week. Dat vormt een basis voor inkomsten. En dan kunnen ze daarnaast vrijer werken. Dat was 20 jaren geleden, hup meteen het atelier in, kijken of je een starters independum aan kon vragen of een ander soortgelijke uitkering. Bkr is natuurlijk lang geweest. Dus dan kregen mensen een soort van uitkering, maar dan werkte men daar wel voor. Dat werk werd dan ingeleverd of uitgekozen en daar heb gemeentehuizen mee vol gestaan met dat werk. Maar kunstenaars moesten steeds aker hun eigen broek ophouden en dat hebben ze eerder gezocht in een baan erbij dan in dan kijken naar hun eigen cultureel ondernemerschap. Het borrelt veel meer, je merkt steeds meer, ik vergeet nog iets belangrijks maar dat zie je in het overzicht terug, KOP in Breda hele belangrijk kunstenaarsinitiatief. Vooral voor jonge kunstenaars. Is een 10 jaar geleden opgericht een heel actief, heel actief en dat is een heel mooi voorbeeld van hoe jonge mensen daar mee aan de slag zijn gegaan. 10 jaar geleden was nog een hele andere setting dan nu, die zaten er ook al wat langer dus dit was een heel nieuw, fris kunstenaarsinitiatief die op een andere manier daarmee is omgegaan. Ook leuk om mee te praten misschien. Initiatieven kunnen steeds lastiger mensen vinden die voor een bepaalde periode hun eigen werk ietsje meer opzij willen gaan zetten die in zo’n initiatief aan het werk willen gaan. Dat heeft ook te maken met individualisering en die noodzaak om die gemengde beroepspraktijk er op na te houden dus ze zijn al 2-3 dagen bezig en willen daarnaast toch ook hun eigen kunstenaarschap doen dus dan wordt het toch moeilijker om in zo’n initiatief de kar te gaan trekken. Dat merk je met al een jaar of 6-7 geleden dat initiatieven het heel moeilijk hadden om nieuwe mensen te trekken. Maar het is heel fijn dat de fabriek weer een nieuwe kleine kern hebben gekregen na zoveel jaar, nou ja nieuw, en ik kan me heel goed voorstellen dat hun slagkracht toch willen verbreden. Eigenlijk hebben al die initiatieven net wat anders. Wat voor trends zien jullie op het gebied van kunst en cultuur in het algemeen Dat is een hele algemene vraag. Wat we wel zien is dat de beeldende kunst steeds minder geïsoleerd raakt. Vroeger was je een beeldend kunstenaar en maakt je een schilderij of een beeldhouwwerk en ook die nieuwe disciplines als film fotografie e-art
Scriptie Michelle le Mahieu
55
noem maar op, staat dat niet meer alleen. Het is steeds meer onderdeel gaan worden van andere zaken. Heel algemeen gezegd van de maatschappij. Je ziet steeds meer kunstenaars die zich bezig houden met community art. die hebben publiek nodig om tot hun kunstwerk te komen maar ook dat kunstenaars zich weer bezig gaan houden, dat is ook in de jaren 60 geweest dus ze een cultureel arrangement brengen en daarvoor ook andere partners zoeken maar dat wisselt in samenstelling. Dus in tegenstelling tot zo’n initiatief waarin dingen gebeuren op een plek met een groep mensen die daar aan het hoofd staan bij wijze van spreken, gaan ze vanuit de kunst steeds meer op zoek naar wisselende samenstellingen met andere partners voor bepaalde projecten en daar zoeken ze dan hun mensen bij. En dat zullen ze dus niet meer zo snel zoeken binnen een locatie als de fabriek maar ook daarbuiten. Dat kan een openbare ruimte zijn, dat kan een leegstaand pand zijn dat kan in een ook in het museum zijn, dat ze denken dit is zo’n fantastisch project dat ze denken dit gaan we proberen in te brengen. Op de een of andere manier staan mensen veel meer open er zijn weinig kunstenaars nog met het romantische beeld van op een zoldertje ergens te tekenen of weet ik veel wat maar ze gaan steeds meer in op de maatschappij en zoeken dat ook op. Een aantal jaren geleden een jaar of 5-6 ik dacht een kunstenares, die kwam uit Frankrijk, die kwam van een festival en die had subsidie bij ons aangevraagd. Dat was voor het eerst dat ik zag dat haken en breien maar die zocht mensen op, die ging samen met mensen haken en breien en op onverwachte plekken dat doen. Ik weet niet of zij de aanstichter is maar soms is er ook dat er dingen in de lucht hangen en op meerdere plekken meerdere dezelfde activiteiten gaan plaatsvinden. Maar in ieder geval dat hebben niet alleen mensen vanuit de kunst opgepakt maar ook mensen die het gewoon leuk vinden om iets te maken. Het is ook zo wat opvallend is dat de grens tussen amateur en kunstenaar iets meer is gaan vervagen. Dat heeft in het algemeen ook te maken met dat kunstenaars steeds vaker amateurs opzoeken en ook andersom. Wanneer ben je dan kunstenaar en amateur, is ook een moeilijke scheidingslijn? Ja, over het algemeen zeggen wij je moet als professional een kunstvakopleiding achter de rug hebben. Maar er zijn toch ook amateurs die zonder kunstvakopleiding heel ver komen en ook kunstenaars met kunstvakopleiding weinig onderscheidend werken tonen. Maar in het algemeen, als ik het moet zeggen vind ik toch dat in ieder geval een kunstenaar een kunstvakopleiding achter de rug heeft en dar een groot deel van zijn tijd aan besteed en zich eerder onderscheid met bijvoorbeeld een handtekening oid dan een amateur. Een amateur blijft ook regelmatig in het zelfde niveau hangen, heeft een bepaald repertoire en heeft een bepaald thema. Maar dat is voor mij. Ook die scheidslijn tussen diverse disciplines wordt steeds vager. Ze gaan ook samenwerkingsverbanden aan tussen verschillende disciplines. Beeldende kunstenaars die met theatermakers samenwerken, komt steeds vaker voor en dat was in het verleden zelf of nooit. Of het was een beeldend kunstenaar om een decor te werken, maar dat moest dan heel erg ten dienste staan van een voorstelling. En nu gaat het eerder gelijk op. Maar dat is wat ik signaleer en ik kom zo niet op hele grote dingen.
Scriptie Michelle le Mahieu
56
Het is ook binnen de beeldende kunst en de museumwereld dat het steeds groter moet. Veel meer publiekgericht. Dat heeft ook te maken met dat ze meer eigen inkomsten moeten verwerven. Maar gaat het echt op inhoudelijk gebeid dat kan ik zo niet zeggen. Zijn er ook organisaties die evenement organiseren waar jullie veel voor doen? Waar wij in ieder geval soms echt letterlijk mee samenwerken of soms adviseren of dat we meedenken over financieringsmogelijkheden, bijvoorbeeld strijp s festival. (Angelique spaanings). Incubate in Tilburg. Flux-S. slokdarm festival in veghel. Dat zijn echt de festivals die 1x in het jaar terugkomen. 13 hectare in loosbroek. En bij de een doen we wat meer als het ander. De een heeft je meer nodig dan het ander. Boulevard bijvoorbeeld, het theaterfestival, wordt ook nog weleens wat geadviseerd. Hier zitten grote organisaties achter. En hele kleinschalige festivalletjes moet ik even over denken. Gaan er in de toekomst dingen veranderen waar de fabriek rekening mee dient te houden om een subsidie te behouden? Nou, wat ik je vertelde. De fabriek heeft structureel subsidie dat is afgelopen en we weten nog helemaal niet wat de provincie gaat doen. De provincie heeft wel uitgesproken ‘we willen wel dat er iets terugkomt’ maar wat en hoe, dus daar kan ik geen zinnig woord over zeggen. Wat er nog wel is, dat weten we gewoon incidentele subsidies. Maar ook daar gaat het een en ander veranderen. En er zijn contouren zichtbaar maar het is nog niet duidelijk van wat er gaat veranderen. Dat zal met ingang van 2013 dan al zijn en voor d beleidsperiode 2012-2013. ik denk echter dat ze da nooit op tijd die hele nieuwe regelgeving op tijd klaar zullen hebben dus ik denk dat er nog een nieuwe ronde zal zijn die op de oude manier gaan. Maar die contouren die nu zichtbaar gaan worden is dat de incidentele subsidies die vallen sowieso af, organisaties kunnen wel aanvragen maar die zullen moeten aanvragen op die speerpunten. Dus bijvoorbeeld op de talentontwikkeling. En ik denk dat talentontwikkeling, als broedplaats doe je aan to dus dat dat een hele goede insteek is voor de fabriek en dat zij daar echt mee uit de voeten kunnen. Er zal ook gekeken worden naar het zoeken van partners. Je kunt hert in je eentje doen maar samenwerkingsprojecten zullen worden bevooroordeeld denk ik ten opzicht van zeg maar de fabriek alleen. Dus eerder ook naar andere kijken, samen sta je sterk. Je kunt dan ook makkelijker in kosten of van elders genereren. Dus ik denk dat dat ook een van de wijzigingen zou kunnen zijn. Ik denk dat het juist ook heel goed is als een een organisatie als de fabriek naar maatschappelijke organisaties gaat kijken. Dat moet dan apart enigszins lieren dat is voor hun misschien makkelijker, dat kan zo’n design academy zijn. ze werken ook incidenteel samen, weet ik, of hebben dat gedaan met de TU met de afdeling bouwkunst. Dus ze zijn op zichzelf wel gewend om eens iets met onderwijsinstellingen te doen. Maar het kan ook best uit een hele andere sector zijn. of ergens anders uit het land. Dat zou in ieder geval ook die zichtbaarheid of bekendheid vergroten. Al zou het bijv. maar zijn met een waardevol kunstenaarsinitiatief.
Scriptie Michelle le Mahieu
57
Op wat voor manier vinden jullie dat De Fabriek bezig zou moeten zijn? Ik denk dat het heel erg belangrijk is dat De fabriek veel meer open en naar buiten gericht wordt. want de mensen, nogmaals in de inner circle weten dat er hele mooie dingen gebeuren maar je gaat het ook niet helemaal voor elkaar zitten doen, dat is niet helemaal van deze tijd. Je kunt een doelstelling hebben, die doelstelling van broedplaats blijft bestaan, ik vind die heel waardevol. Dan sluit dat nog niet uit dat je het ook open gooit en contacten met, met die buitenwereld aangaat. En ook in het voortraject. Dus niet alleen wanneer mensen daar hebben gewerkt om het te laten zien. Maar je kunt ook eens incidenteel partners zoeken en ook wat je dat als fabriek brengt. Want dat kan je ook verder brengen, op andere sporen, op sporen naast elkaar. Dus ze moeten niet alleen hun oren open houden voor ontwikkelingen binnen de beeldende kunst maar ga ook eens verder kijken maar ook in de maatschappij zelf. Dus open, naar buiten gericht dat is denk ik heel belangrijk. Ze zouden ook na kunnen denken over 2 locaties. Een locatie in de fabriek en naar wat elkaar verwijst. Maar het moet wel in het evenement passen hé, een evenement die ergens buiten in een park of een ander, bij een ziekenhuis, ik noem maar iets geks. Waar je goed naar elkaar kunt verwijzen. Ik vind wel, je moet het niet bij de haren erbij slepen omdat het dan zo leuk is om iets buiten te doen, voor een groter publiek, het moet wel bij het concept passen. Ik kan me wel voorstellen dat je en en doet, dat je op 2 locaties gaat mikken of meerdere. En met behoud van het hele sterke, dat ook het kleinschalige moet kunnen blijven plaatsvinden maar met een heel goed communicatieplan en dat je in ieder geval bereid bent en het belang ziet van een publiek, en dan heb ik het dus niet over talloze mensen en dat brede publiek. En dat is ook een manier dat je kan klankborden He, jezelf kunt verantwoorden. Dan vind ik ook bij deze tijd horen. Dat je zichtbaar maakt waar je mee bezig bent. En waar subsidie in gaat zitten. Nou laat dat zien, ben er trots op. En dat kan in de vorm van een evenement. Maar ook door een hele serie kleinschalige dingen. Het kan nooit een eenmalig iets zien. Als je dit organiseert en je hebt die naamsbekendheid, die moet je behouden en onderhouden. Het is namelijk in eerste instantie bekendheid voor het evenement en in tweede instantie voor de fabriek. Initiatieven zijn graag bereid elkaar te helpen.
Welk initiatief is goed in die communicatie? Contouren waar het ongeveer naar toe zou moeten gaan met subsidies? Eigenlijk opdracht aan de fabriek om contact te leggen met eindejaars studenten van bijvoorbeeld sint Joost.
Bijlage III Interview, Marianne Vaessen, Gemeente Eindhoven afdeling Kunst & Cultuur
Scriptie Michelle le Mahieu
58
Donderdag 15-08-2012 Gemeente Eindhoven, Kennedytoren 200, te Eindhoven Tijd: 11:00u Duur: 43:53u • •
Voorstellen Uitleg geven over het onderzoek dat ik uitvoer voor De Fabriek en de reden tot een gesprek met Marianne
• • •
Wat doet Marianne voor de gemeente Eindhoven? Wat voor rol speelt de gemeente Eindhoven voor De Fabriek? Wat is in het algemeen van belang voor jullie om een organisatie te subsidiëren? Hoelang subsidieert de gemeente Eindhoven De Fabriek al? Wat zagen jullie toen ter tijd voor toegevoegde waarde in De Fabriek? Wat is er sinds die tijd veranderd in de scene waar De Fabriek onder valt? Is De Fabriek ook veranderd? Wat zien jullie nu voor toegevoegde waarde in De Fabriek? Wat zijn vergelijkende organisaties die jullie subsidiëren? Wat voor trends zien jullie op het gebied van kunst en cultuur? cross covers werken steeds meer buiten belangrijk om je te presenteren Zijn er vergelijkbare organisaties die evenementen organiseren? Zo ja; kun je daar iets over vertellen (wat voor evenementen zijn dit? welk publiek? Toegevoegde waarde?) Gaan er in de toekomst dingen veranderen waar De Fabriek rekening mee dient te houden om de subsidie te behouden Kun je misschien een aantal scenario’s schetsen Op wat voor manier vinden jullie dat De Fabriek bezig zou moeten zijn?
• • • • • • • • • • • • • • •
Stichting ruimte Focus op design in Eindhoven, commercieel denken BKR regeling WW Minder spraakmakend geworden. Andere activiteiten. Buiten reguliere presentaties. Altijd prijs prijs. Samenwerking. Nieuwe leuke frissen ideeën De overslag (op projectbasis) kwaliteit van presentaties bleef achter. Bleven op hetzelfde niveau hangen. Onvoldoende ontwikkeling. Wei (zelf opgeheven, veel jonge kunstenaars) Mathildelaan Flipsite (bieden ook ruimte aan kunstenaars TAK, niet voor de ateliers, maar echt voor de presentatieruimtes. Net als de fabriek echt, niet echt. Meer incidenteel In tongelre Sectie-C Flip site doet voel voor de buurt, stellen zich daarvoor open.
Scriptie Michelle le Mahieu
59
Wei: sprankelend voorbeeld. MU, ook hele goede instelling en niet vergelijkbaar. Niet als kunstenaarsinitiatief. Locatie toegankelijker. De manier waarop ze zich presenteert. Veel meer geld. Niet De fabriek veel puurder. Wel genoeg geld, bestuur staat open voor nieuwe ideeën. Bereid tot nieuwe veranderingen. Binnen kringetje blijven.
Cultuur totaal wordt steeds nadrukkelijker toe. Samenwerking. Meer ondernemerschap. Niet helemaal afhankelijk van een subsidie. Oog voor het actieve deel van de kunst, cultuur educatie en participatie. Talentontwikkeling. Meer profileren met wat ze wel goed doen wat bij past. Samenwerkingen: met kunstopleidingen. Is hun niveau en doelgroep. Sociaal domein is moeilijker. Ruimtelijk domein. Samenwerkingen binnen kunstveld. Gezamenlijk presenteren. Dat ze verschil gaan zien. Aansluiten bij de tijdsgeest. Inhoudelijke kennis zit wel daar.
Interessante uitspraken: Marianne Vaessen, werkt 6 jaar bij de Gemeente Eindhoven op de afdeling kunst en cultuur. Kunstgeschiedenis als achtergrond. Heeft met alle aspecten van kunst en cultuur te maken, vooral de subsidieverlening. Gemeente Eindhoven heeft een grote sector Economie en Cultuur, de afdeling Kunst & Cultuur is daar een onderdeel van. De Gemeente Eindhoven heeft op dit moment voornamelijk een subsidierelatie met De Fabriek. De Gemeenten Eindhoven verleent een subsidie aan De Fabriek en De Fabriek moet daarom aan een aantal voorwaarden voldoen. Zij hebben momenteel Cultuur Totaal beleid. Het artistieke niveau moet er altijd in zitten bij iedereen die een subsidie van de Gemeente Eindhoven wil krijgen. Daarnaast is het belangrijk dat een organisatie de deuren open zet naar de stad. Bij parktheaters en de schouwburg is dat heel vanzelfsprekend. Een instelling als De Fabriek is veel meer in zichzelf gekeerd. Het is een kunstenaarsinitiatief. Kunstenaars zijn er ooit zelf mee begonnen door het gebouw te kraken. De Gemeente heeft dat gedoogd en ook uiteindelijk zo dat ze nu nog steeds voor een heel laag bedrag in het gebouw mogen zitten. Maar inhoudelijk zoekt de Gemeente Eindhoven naar kun je niet iets meer doen dat je meer publiek trekt, dat de mensen weten dat je bestaat, daar wordt op gestuurd. Wat een hele belangrijke eis is, is cultuur educatie. Dat leggen wij heel breed uit omdat wij ook snappen dat dat voor de ene instelling makkelijker is toe te passen dan voor de ander. We willen wel dat ze er over nadenken. De Fabriek is een gemeentelijk pand. De
Scriptie Michelle le Mahieu
60
kosten worden maandelijks verrekend, dat gaat via de afdeling vastgoed. En dat zijn dan alleen de energiekosten en dergelijke. Er wordt geen huur betaald. Het kan zijn dat er een bepaalde vergoeding wordt gevraagd, er ligt wel een overeenkomst over. Maar als zo’n pand van een commercieel iemand gehuurd moet worden dan is het onbetaalbaar. Ze hebben ook helemaal geen eigen inkomsten. Ze zijn dus ook heel erg afhankelijk van aan de ene kant die subsidie die wij hun geven en aan de andere kant die facilitaire steun van jullie mogen in dat gebouw zitten en het onderhoud. Dat kost je dus niet veel. In het algemeen van belang om een organisatie te subsidiëren is voor de Gemeente Eindhoven is dat een organisatie in Eindhoven zelf zit. Daarnaast dat ze een culturele bijdrage zijn van de stad. Dan gaat het wel om de meerjaarlijkse subsidies. Incidenteel kan er ook weleens een subsidie worden verleend aan een organisatie van buiten Eindhoven, maar dan wordt er wel gekeken naar wat levert het op voor de stad en/of voor de mensen zelf. Daarnaast is er ook een cultuurbeleid wat voor alle instellingen geldt met een aantal criteria, waarvan ik net zei die artistieke kwaliteit is heel belangrijk. Ook dat je samenwerking opzoekt met andere organisaties. Men heeft het ook wel over trends hoor, dan wordt er meer gesproken over cultuur en educatie, dan weer dat je met sociale organisaties samenwerkt. Dat is een beetje afhankelijk van de politiek. De hoofdlijnen blijven hetzelfde en op nuances heb je eens in de zoveel jaar dat er visies worden geschreven en dingen worden bijgesteld. De Gemeente Eindhoven subsidieert De Fabriek niet al vanaf het begin. Nadat het pand is gekraakt heeft de gemeente na een tijdje wel gezegd, jullie kunnen er blijven zitten. Dat is eigenlijk de eerste vorm geweest. Er is toen een medewerker gehad en die heeft via de idee-baan regeling betaald werd en dat was eigenlijk het enige geld dat ze hadden. Na het opheffen van die ideebaan regeling hebben wij vanuit de gemeente gezegd die banen om te zetten in een reguliere subsidie, in dit geval was dat een cultuursubsidie. Waardoor die man kon blijven. Daaruit is voortgekomen dat we ook afspraken maken over de activiteiten. (Paul) Sinds een paar jaar een nieuw bestuur. Er heeft een hele lang tijd eenzelfde bestuur met directeur gezeten (yvonne Hamstra) Je ziet dat het goed is als er mensen zijn die weer op een nieuwe, andere manier kijken, met frisse blik. Zijn wat jongere mensen met een nieuw netwerk en nieuwe contacten. Wat zagen jullie toentertijd voor toegevoegde waarde in De Fabriek? Dat het vanuit de kunstenaars zelf is gekomen. Voor een stad is het leuk als die levendig is en dat krijg je door kunstenaars te hebben. Focus ligt momenteel veel op design. Door vooral veel designers hier te houden en werkplekken te creëren. Maar beeldend kunstenaars zijn ook belangrijk en in het verleden ook veel belangrijker geweest. Ik denk dat vanuit die beroepsgroep ook de klacht komt, de gemeente doet niet meer zoveel voor ons, die hebben niet meer zoveel oog voor de kunstenaars. De Gemeente Eindhoven heeft een organisatie, stichting ruimte, die de opdracht heeft om tussen kunstenaars en vormgevers en leegstand. En die leegstand kan van woningbouwverenigingen die een wijk aan het opknappen zijn maar ook van
Scriptie Michelle le Mahieu
61
commerciële, bijvoorbeeld een winkelpand ofzo. En van de gemeente zelf. Voor een beginnend kunstenaar is dat niet verkeerd. Wat is er sinds het ontstaan van De Fabriek veranderd in de scene? Meer designers in Eindhoven in ieder geval. Dat zijn toch vaker meer ondernemende mensen die op hun opleiding meer commercieel denken meekrijgen, meer dan bij beeldend kunstenaars. Maar ik denk dat onder kunstenaars zelf ook die verandering wel plaats vindt. Beeldend kunstenaars blijven meer voor zichzelf werken en doen hun ding. Het is meer open geworden. Meer ook op samenwerking. De gemeente heeft ook heel lang subsidie als instrument gebruikt om dat soort dingen te stimuleren maar doet dat nu zelf ook. Door bijvoorbeeld het faciliteren van ruimte, door te bevorderen dat mensen elkaar opzoeken en samen te werken. In het verleden was het veel meer gericht op de individuele kunstenaar, met de bkr en ww regeling, subsidies voor de kunstenaars om materiaal te kopen en te kunnen blijven bestaan. Daar is nu bijna niks meer van over. De BKR regeling is al lang opgeheven en de ww staat ter discussie. Dat is de politiek van nu. Met kunst verdien je niet veel, dus geen vangnet. Niet makkelijk om je als kunstenaar te vestigen. Is de fabriek veranderd? Ik denk dat de fabriek heel spraakmakend is geweest, dat is er een beetje vanaf gegaan. De Fabriek is ook lange tijd in dezelfde lijn doorgegaan. Je ziet nu wel dat ze ook andere dingen oppakken. Buiten hun reguliere programma om bijvoorbeeld een apart project ‘altijd prijs prijs’. Daar nodigen ze dan ook specifiek nieuwe kunstenaars voor uit en brengen ze met elkaar in verband. Daar zitten hele leuke nieuwe ideeën bij en verassende projecten. Vergelijkbare organisaties die zij subsidiëren De overslag (subsidie staat hevig onder discussie) kwaliteit presentaties bleef achter, maar bleven achter qua ontwikkelingen. Klein initiatief, gedreven door 2 mensen. krijgt nu op projectbasis subsidie. Wei (hebben zichzelf opgeheven, veel jongere kunstenaars. Tijdje in pand gezeten, toen ze daar uit moesten hebben ze besloten wij volgen liever onze carrière als kunstenaar dan onze energie te stoppen daarin) De fabriek wordt weinig over gediscussieerd. Bestuur is bereid mee te gaan in veranderingen. Bestaan al lang. Maar moet ondanks dat wel meer zijn Flip-site (Woensel) biedt ruimte aan kunstenaars, organiseren ook visitaties. stellen atelierruimte beschikbaar zoals TAC Zoals De Fabriek kunstenaars uitnodigt om daar iets te maken dat zie je eigenlijk niet zoveel. Wel incidenteel. Er staat weleens een gebouw leeg waar ze aan de slag gaan. Sectie-C: In tongelre op een oud fabrieksterrein, waar kunstenaars ook veel meer samenwerken. Dat is een mix van kunstenaars en designers. TAC: subsidiëren zij ook, niet voor de ateliers maar voor de presentatieruimte. Voorbeelden van goede dingen: Flip-site doet veel voor de buurt, stellen zich echt open. Hoeveel heeft de buurt daar werkelijk aan?
Scriptie Michelle le Mahieu
62
Niet iedereen hoeft er van te weten. Maar wel jammer als er mensen geïnteresseerd zijn die er niet van weten. Wei: sprankelend en stuk initiatiever. Mander en Josef zie je wel overal bij MU: ook hele goede instelling, maar niet vergelijkbaar met de fabriek omdat ze alleen presenteren. Ze nodigen wel eens een kunstenaar uit om iets te maken maar het is geen kunstenaarsinitiatief. Toegankelijke locatie. Manier waarop ze zich presenteren, stuk meer geld, kunnen alles mooi inrichten. Volledig op tentoonstelling ingericht. Maar alles heeft zijn charme. Wat ik net zei over die keten. 3 MU's in de stad is ook teveel van het goede. De Fabriek is wel puurder, je ziet puur hoe kunst gemaakt wordt. Trends in t algemeen op gebied van kunst en cultuur Steeds meer met cross overs werken, bijna niemand meer die alleen met beeldende kunst bezig is, maar gepaard met bijvoorbeeld dans of toneel. Steeds meer naar buiten. Dus evenementen en festivals worden steeds belangrijker. De Fabriek vindt dat lastig en denkt vaak ‘laat ons nou maar gewoon met die kunst bezig zijn; en wat jullie van ons vragen gaat eigenlijk alleen maar ten koste van wat wij willen doen’. Maar dan loop je er tegen aan dat je met overheidsgeld werkt en dat de politiek ook vragen gaat stellen. En voor de hoge raad is het gewoon heel belangrijk dat de inwoners van Eindhoven er iets aan hebben. Dat is bij de fabriek weinig. Maar wij gebruiken dan als argument dat je altijd een ondergrond nodig hebt om tot die kunst en een breder cultureel klimaat te komen, waar andere initiatieven van profiteren die wel dat publiek bereiken. Je hebt een hele keten van voorzieningen en je hebt van elk onderdeel wat nodig om goed te kunnen functioneren. Marianne heeft het idee dat er wel veel mensen van een bestaande scene komt. Mensen die bij hun kringetje passen. Als ze naar een opening gaat komen er ook bijna alleen kunstenaars die van elkaar het werk bekijken. Als ze in het boek kijkt komt ze wel een aantal kunstenaars tegen die er toentertijd echt toe deden, maar van nu zou ze niet weten wie dat zijn. Als de inhoud die ze presenteren goed genoeg is, dan kun je een presentatie met veel publiciteit heel veel doen. En zij zien die kwaliteit en die vinden zij wellicht vanzelfsprekend dat ze daar overheen kijken. Iemand inhuren om er naar te kijken als buitenstaander want die kijkt met een hele frisse blik. Dingen die veranderen waar DF rekening mee dient te houden? Beleid van cultuurtotaal wordt steeds letterlijker doorgevoerd. Je moet aan cultuureducatie doen, of samenwerken met een sociale instelling en het lukt niet, maar je hebt wel je best gedaan kom je er wel mee weg, maar na 3 jaar niet meer. Die eisen zitten er wel nog steeds in. Behalve de eis tot samenwerking, is ook de ondernemerskracht dat je minder afhankelijk bent van een subsidie. Echt oog voor het actieve deel van de kunst maar ook op amateurniveau dus culturele educatie en participatie van andere mensen dan de kunstenaars zelf is ook heel belangrijk.
Scriptie Michelle le Mahieu
63
Talentontwikkeling, maar die is er een beetje uit aan het gaan. Soms is het ook heel moeilijk om de toetsen. Want de fabriek zelf zegt de kunstenaars die wij binnenhalen zijn jonge talenten en die bieden wij een kans. Dan moeten wij daar ook op vertrouwen. Dat is dan een beetje afhankelijk van als je zo’n bestuur een beetje kent, die hebben een goed netwerk en pikken de goede mensen er wel uit, dan werkt dat. Talentontwikkeling daar kunnen ze wel iets mee en dat is ook iets waar De Fabriek zich in zou kunnen verbeteren dat ze zich meer profileren daarmee, met wat ze dan wel doen wat in ons bedrijf past. En dat is bij veel mensen die hier werken wel bekend, maar als er iemand nieuws komt en de inhoud niet goed weet die kunnen dan heel hard oordelen. Zeker in tijden dat we moeten bezuinigen, wordt er wel heel kritisch naar dat soort dingen gekeken. Er gaat steeds meer van af. Eerst bedacht om 3% van alle instelling af te doen, maar dat willen ze eigenlijk niet want dan wordt alles zo karig en niemand kan het nog goed doen. Dan is het eerlijker om te kiezen. De gemeente Eindhoven hoopt hel erg die bezuinigingen op te kunnen vangen door die samenwerkingen met andere domeinen. Dus als je nu als culturele instelling echt een bijdrage levert aan het economische segment, dan moet er vanuit de economie ook wat geld bijkomen. Of het sociale segment, dan moet er vanuit die hoek een bijdrage geleverd worden. En iedereen onderschrijft dat wel maar in de praktijk werkt dat nog niet. Op projectbasis gebeurt dat wel en zien we ook dat dat goed werkt. Wat voor samenwerking zou de fabriek aan kunnen gaan? Ik denk sowieso wel met kunstopleidingen. Dat is wel hun niveau en doelgroep die er bij past. (bijvoorbeeld de design academy) Het sociale domein is moeilijk. Maar ze kunnen ook meedenken, want het ruimtelijke domein is dan ook een partner, over kunst in de openbare ruimte, je moet de omgeving in. Dat is ook weer verwant aan die toegankelijkheid. Ze hoeven niet altijd alles in de fabriek zelf te doen, ze kunnen ook meer naar buiten komen. En samenwerking binnen het kunstveld zelf is ook wat waard. Als verschillende kunstinitiatieven elkaar opzoeken en gezamenlijk zich presenteren en dat mensen daar het verschil zien tussen presentaties dat ze daar ook dan de waarde beter van snappen. Hoe kan de fabriek het beste de dingen aan gaan pakken nu de komende periode, hoe ze bezig zouden moeten zijn? Durf ik zo niet te zeggen, vooruitlopend op alle ontwikkelingen waar we nu nog tegen aan hikken. Waar we met een bredere cultuurvisie wel naar toe willen is dat het ook meer aansluit bij de tijdsgeest. Maar dat is een verhaal van onze wethouder dat nog zo abstract is dat ik nog zo moeilijk kan begrijpen dat ik het heel moeilijk vind om dat naar de fabriek toe te vertalen. Ik weet ook niet of er veel moet veranderen want de inhoudelijke kennis zit daar. Bij de mensen die instellingen besturen en die er werken. Bijlage IV Scan van het Eindhovense culturele veld
Scriptie Michelle le Mahieu
64
Bijlage V • KOP, Breda KOP, ongeveer tien jaar geleden opgericht, is een kunstenaarsinitiatief vooral voor jonge kunstenaars. KOP begeeft zich op het grensgebied van entertainment en musea. Een uitdagend aanbod wordt gekoppeld aan een visueel prikkelende ervaring. Met thematische groepsexposities, geïnspireerd door de actualiteit, maakt KOP de verbanden tussen kunst, vormgeving en de hedendaagse beeldcultuur op een toegankelijke wijze zichtbaar. Het handelsmerk van KOP is een presentatievorm waarin de bezoekers de context beleven en actief betrokken worden. KOP ontwikkelt projecten waarin de kijkers via herkenbare elementen worden geconfronteerd met nieuwe inzichten op de realiteit van het hier en nu. Naast een plek voor presentatie biedt KOP ook verschillende activiteiten waarin de ontmoeting, interactie en
Scriptie Michelle le Mahieu
65
productie van makers en publiek centraal staat. Studentenavonden, netwerkborrels, werkpresentaties en activiteiten die ze speciaal ontwikkelen aansluitend bij de expositie, zorgen voor een uitwisseling van kennis, inzicht en inspiratie. De activiteiten van KOP worden georganiseerd door een team van professionals en een groot aantal vrijwilligers. KOP is een mooi voorbeeld van jonge mensen die een nieuw, fris kunstenaarsinitiatief hebben opgericht. (KOP, 2012) • Lokaal 01, Breda & Antwerpen Lokaal 01 ondersteunt op twee locaties de actuele beeldende kunst en geluidskunst. Bij Lokaal 01 Breda worden vernieuwende tentoonstellingsconcepten uitgedacht en uitgewerkt. Daarbij wordt vaak (internationaal) samengewerkt met anderen uit het veld. Lokaal 01 Antwerpen faciliteert werkperiodes voor beginnende kunstenaars en curatoren. Zij worden uitgenodigd of geselecteerd op basis van een aanvraag. 3 weken mogen zij gebruik maken van de ruimte en de faciliteiten. Tijdens de werkperiode vindt een openbaar gesprek plaats tussen de kunstenaar/curator en een jonge kunstcriticus. Aan het eind is er een publieke presentatie. (Lokaal 01, 2012) • Argument, Tilburg Argument is een klein maar groots bloeiend kunstenaarsinitiatief in Tilburg, dat vanaf 1993 bestaat. Van heinde en verre hebben kunstenaars er gewerkt en geëxposeerd. Argument heeft het doel beeldende kunst -in de meest brede en eigenlijke zin van het woord en omstreken- vertoningruimte te bieden. Kunstenaars krijgen tijd en ruimte om het experiment aan te gaan en ter plekke te werken; het uitgangspunt is de ruimte. Een werkperiode wordt afgesloten met een presentatie van dat experiment, meestal drie weken, maar varianten zijn mogelijk. Gerelateerd aan de vertoning wordt een item (werk in oplage) gemaakt als klein monument en ter verkoop. (Argument, 2012) • De Overslag, Eindhoven De Overslag is een presentatieruimte met beeldende kunstprojecten. Het is een kunstenaarsinitiatief, gevestigd in het Complex te Eindhoven. Complex is een cluster van 25 ateliers. De Overslag huurt de kruisruimte en het belendende kantoor. De kruisruimte is uitermate geschikt voor beeldende kunstprojecten. De Overslag legt de nadruk op werk in situatie. Kunstenaars kunnen ter plekke verblijven, werken en presenteren. (De Overslag, 2012) • MU, Eindhoven MU concentreert zich op het hybride hier, nu en straks van de visuele cultuur. Voor iedereen die geïnteresseerd is in hedendaagse kunst die energiek wordt gemixt met design, mode, muziek, architectuur en nieuwe media, is MU een avontuurlijke gids. Bij MU ontmoet en inspireert creatief Eindhoven, Nederland en de rest van de wereld elkaar, omringt door een breed publiek. MU initieert en coproduceert. Regelmatig dagen ze internationale kunstenaars uit om een droom te realiseren of een eerste grote presentatie te maken, solo of in groepsverband. MU laat zien wat kunst kan zijn, in plaats van wat het hoort te zijn. De naam MU is afgeleid van een Japans karakter dat staat voor synergie. Maar in zen heeft het ook een diepere betekenis, die misschien nog beter past. MU staat dan voor ‘niets’ in de goede zin van het woord. Het betekent: ‘niet een, niet nul, niet ja, niet nee’. Het schept de ruimte om niet zwart-wit te denken, om vragen onbeantwoord te laten en te zien wat er dan gebeurt. (MU, 2012) • ARTOTS, Den Bosch
Scriptie Michelle le Mahieu
66
ART On The Spot (ARTOTS) is een kunstpodium in Den Bosch wat zich richt op performance- en installatiekunst. Zij presenteert hedendaagse beeldende kunst op diverse locaties, nationaal en internationaal. Bij ARTOTS gaat het veel meer over gezamenlijk exposeren dan over een broedplaats-karakter. (ARTOTS, 2012) • La Citta Mobile, Eindhoven La Citta Mobile is een collectief van twaalf onderzoekers / ontwerpers / kunstenaars / ondernemers / doeners / denkers / makers. Het is een stichting die sinds 2008, in goede samenwerking met Woonbedrijf SWS/ Hhvl, een industriële hal op de Vestdijk 133 te Eindhoven in gebruik heeft. Naast ateliers zijn er werkplaatsen, expositieruimtes, een auditorium, een bar, een keuken, een terras, een tuin en een opslagterrein. (La Citta Mobile, 2012) • W139, Amsterdam W139 is een tentoonstellingsruimte voor actuele kunst. Het kunstenaarsinitiatief werd in 1979 opgericht door een groep jonge kunstenaars die een alternatief wilden bieden voor het volgens hen eenvormige aanbod van de musea en commerciële galeries. In een kwart eeuw is het van anti-establishment initiatief uitgegroeid tot een volwaardig niet-museaal platform, dat parallel aan de gevestigde structuren opereert. W139 is een ‘ruimte voor risico’, die een bijzondere plek inneemt in de Nederlandse kunstwereld. Zo is er nog steeds ruimte voor kunstenaars om werk op locatie te realiseren. (W139, 2012) • Paraplufabriek, Nijmegen Een in 1982 gekraakt pand dat onderdak biedt aan zeven bewoners/bewoonsters en achttien activiteiten. Vereniging met vijftig leden die zich het bieden van betaalbare woonruimte aan jongeren en het onderbrengen van sociaal-culturele activiteiten ten doel stelt. (Paraplufabriek, 2012) • Cacaofabriek, Helmond De Nederlandsche Cacaofabriek organiseert per jaar gemiddeld ruim twintig verschillende tentoonstellingen en presentaties met een accent op actuele ontwikkelingen in de hedendaagse beeldende kunst. De Cacaofabriek hebben naam in het ontdekken van aanstormend talent, maar tevens zijn gerenommeerde kunstenaars in het programma te vinden. De Cacaofabriek biedt een uitgebreid tentoonstellingsprogramma, met ruimte voor performances, artistieke interventies, lezingen, debatten en ander kunstgerelateerde bijeenkomsten. De Cacaofabriek is een levendige ontmoetingsplaats voor kunstenaars en kunstliefhebbers uit de regio Helmond, Zuidoost Brabant, maar ook van daarbuiten. De Cacaofabriek is een podium voor zowel beginnende als gevestigde kunstenaars, een plek waar ook ruimte is voor onderzoek, studie en experiment, voor tijdelijke kunstwerken of (in het gastatelier) voor het verkennen van ongeplaveide paden. (Cacaofabriek, 2012) • Collaboration O, Eindhoven Collaboration O is een creatief samenwerkingsverband dat is ontstaan uit de wens naar vrije en innovatieve samenwerking tussen jonge creatieve ondernemers door het delen van kennis en ervaring. Het collectief biedt ruimte voor veertien individuele talenten die alleen of gebundeld vernieuwende producten en projecten realiseren. (Collaboration O, 2012) • TAC, Eindhoven
Scriptie Michelle le Mahieu
67
Temporary Art Centre is een broedplaats voor culturele vernieuwing in Eindhoven. Naast zeventig ateliers en werkplaatsen is er 2.000m² aan kleine en grote zalen, expositieruimtes, een dans- en theaterstudio en een opnamestudio. Elke maand zijn er uiteenlopende concerten, exposities, lezingen en optredens. Het aantal disciplines is groot en varieert van kunstschilders tot schrijvers, grafische en industriële vormgevers, modeontwerpers, muzikanten, webdesigners, architecten, fotografen en meubelmakers. TAC heeft twee medewerkers in dienst en draait verder op de inzet van vrijwilligers. (TAC, 2012) • V2, Rotterdam V2 is een interdisciplinair centrum voor kunst en mediatechnologie. V2 organiseert presentaties, exposities en workshops, onderzoek en ontwikkeling van kunstwerken in het eigen lab, het distribueren van kunstwerken en publiceren van kunst en mediatechnologie. (V2, 2012) Bijlage VI • Flux-S, Eindhoven Flux-S is een internationaal kunstenfestival dat in september 2009 haar eerste editie beleefde op Strijp-S, Eindhoven – met 27 hectare het grootste industriële herontwikkelingsgebied van Nederland. Dit voormalige industriegebied ondergaat ingrijpende veranderingen en transformeert de komende jaren tot het nieuwe culturele hart van Eindhoven. Deze omgeving, waar zoveel uitvindingen het daglicht zagen, wordt opnieuw een bakermat voor creatieve ontwikkelingen en innovaties. De ondertitel van Strijp-S, De Creatieve Stad, verwijst naar kunst en cultuur die als uitgangspunten gelden voor de ontwikkeling en de realisatie van dit nieuwe culturele stadshart. Strijp-S als stad in wording, als nieuwe woon-, werk- en ontmoetingsplek voor mensen van alle leeftijden. Met beeldende kunst en performance, interventies en dans, architectuur, muziek, video, nieuwe media en poëzie en letteren, speelt Flux/S een inspirerende en reflecterende rol in de ontwikkelingen die de komende jaren Strijp-S ingrijpend zullen veranderen. Net als het terrein zelf zal ook Flux/S zich als internationaal kunstenfestival organisch ontwikkelen, met veranderende thematieken en presentatievormen, inspelend en reagerend op de veranderingen op het terrein. Zowel kunstenaars als publiek, en wellicht toekomstige bewoners en gebruikers van dit nieuwe stadsdeel worden uitgenodigd om Strijp-S bewust en op een intense en verbeeldende manier te beleven. (FLUX-S, 2012) • STRP festival, Eindhoven Het STRP Festival is één van de grootste art & technology festivals dat muziek, kunst en technologie samensmelt. De inhoud van het programma is multidisciplinair en laagdrempelig. De focus van STRP ligt op impact en een 360 graden beleving met een uitloper naar verdieping, verbazing en verstilling. (STRP, 2012) • E-pulse festival, Het E-pulse festival bestaat al enige jaren en is inmiddels uitgegroeid tot een interessant en kwalitatief goed festival. Het is echter kleinschalig gebleven. Er wordt veel aandacht besteed aan het bereiken van jongeren in het algemeen en jonge kunstenaars in het bijzonder. (Bron: Interview M. Emmen) ‘E-Pulse, a digital art experience’, een festival waarin de artistieke expressie van de digitale beeldcultuur
Scriptie Michelle le Mahieu
68
centraal staat, wordt jaarlijks georganiseerd door Noisivision. Op het festival presenteert jong talent, vers van academie en hogeschool de creatieve mogelijkheden met de computer. In de vorm van een vierdaags festival en een tien dagen durende expositie presenteert E-Pulse de vele verschillende disciplines die bij de digitale kunsten betrokken zijn zoals interactieve installaties, games, geluidsperformances, emovies, audio-visuele performances, live cinema en videomapping . (E-pulse, 2012) • Slokdarm festival, Veghel Het Slokdarm festival is een grootschalig, gratis, laagdrempelig, cultureel en culinair evenement dat eens in de twee jaar plaatsvindt in Veghel. Het festival is verspreid over drie dagen, met een horizontale programmering. Een uniek evenement met een combinatie van amateur- en professionele kunst in voedingsstad Veghel. Acts en artiesten uit het hele land krijgen de kans om zich te presenteren voor een groot publiek. Drie dagen lang zijn alle vormen van kunst in het Veghelse centrum te vinden. Veghel heeft prachtige plaatsen waar deze activiteiten worden uitgevoerd. Ook in 2012 zal gebruik gemaakt worden van historisch, cultureel, religieus en industrieel erfgoed. (Slokdarm festival, 2012) • 13 Hectare, Loosbroek 13 hectare is een Brabantse kunststichting die elke twee jaar een tentoonstelling presenteert in het buitengebied van Heeswijk-Bernheze, omgeving ‘s-Hertogenbosch. Het tentoonstellingsterrein is een voormalige boerderij die getransformeerd wordt tot aanplantbos, onder invloed van veranderend nationaal en Europees natuurbeleid. In dit zich ontwikkelende landschap, tussen de alsmaar groter wordende bomen, presenteert 13 Hectare werk van internationale hedendaagse kunstenaars. Elke tentoonstelling wordt geïnspireerd door, en ontwikkeld in relatie tot, de specifieke context van het terrein. 13 Hectare verwelkomt de reacties van kunstenaars en curatoren uit verschillende globale contexten en moedigt de ontwikkeling van sitespecific projecten aan. De tentoonstellingen van 13 Hectare bezitten een gelaagdheid aan interpretaties en spreken tot een lokaal, nationaal en international publiek. In tegenstelling tot andere openlucht tentoonstellingen, wordt 13 Hectare niet gepresenteerd in een statige tuin of stadspark, maar bevindt het zich te midden van een agrarisch gebied dat volop in ontwikkeling is. Deze context biedt een prikkelend uitgangspunt en inspiratie voor de gastcuratoren en deelnemende kunstenaars. (13 Hectare, 2012) • Boulevard, Den Bosch Theaterfestival Boulevard is hét internationale stads- en zomertheaterfestival van Zuid-Nederland - iedere zomer, elf dagen, in de tweede week van augustus. Het festival combineert het avontuurlijke van producties op bijzondere locaties in en om de stad, met voorstellingen en concerten op het bruisende festivalplein aan de voet van de St. Janskathedraal en in de Bossche theaters en concertzalen. Theaterfestival Boulevard is ook een artistieke broedplaats: ze leveren een flinke bijdrage aan de artistieke en professionele ontwikkeling van jonge en gerenommeerde podiumkunstenaars. Door hen op allerlei manieren te begeleiden en te ondersteunen in meerjarige trajecten. (Boulevard festival, 2012) • Incubate, Tilburg Incubate is een jaarlijks festival van cutting-edge cultuur in Tilburg. Het festival vertoond een gevarieerde blik op die cultuur in zijn geheel, inclusief muziek,
Scriptie Michelle le Mahieu
69
hedendaagse dans, film en beeldende kunst. Incubate brengt meer dan tweehonderd kunstenaars en artiesten in nauwe samenwerking aan een internationaal publiek. Incubate brengt verfrissende kunst naast inspirerend debat. (Incubate, 2012) • Hallo Cultuur, Eindhoven Tijdens Hallo Cultuur zetten vierentwintig culturele instellingen hun deuren open, helemaal gratis en voor iedereen. Tijdens Hallo Cultuur maakt het publiek kennis met muziek, kunst, toneel, film en nog veel meer. (Hallo Cultuur, 2012) • Dutch Design Week Elk jaar in oktober vindt Dutch Design Week plaats in Eindhoven. Dutch Design Week werkt als professionele organisatie met steun vanuit de Eindhovense designcommunity aan een stimulerend en dynamisch designklimaat op cultureel, sociaal en economisch gebied in de regio Eindhoven. Hiervoor worden evenementen, congressen, lezingen en workshops georganiseerd vanuit drie dimensies: cultureel prikkelend, sociaal verbindend en economisch versterkend. Doelstelling is het culturele, economische en professionele klimaat voor design in de regio te optimaliseren en Eindhoven ook internationaal te positioneren als Designstad. Op tachtig verschillende locaties zijn meer dan driehonderd events te bezoeken. Naast exposities zijn er talloze lezingen, workshops, modeshows en seminars. Dutch Design Week presenteert ongeëvenaarde ideeën, eigenzinnige werken en inzichtelijke oplossingen van vernieuwende ontwerpers. Meer dan 1.500 ontwerpers tonen hun werk, variërend van industrieel ontwerp, ruimtelijk ontwerp, grafisch ontwerp, textiel, mode, architectuur, duurzaam ontwerp en designmanagement & trends. Design in al haar disciplines en facetten komt aan bod. Deelnemers zijn zowel gevestigde bureaus, high-profile ontwerpers, talentvolle nieuwkomers en net afgestudeerde designers. Tijdens Dutch Design Week wordt een duurzame verbinding gelegd tussen publiek, bedrijven en ontwerpers door het uitwisselen van kennis en informatie. De tiende editie van Dutch Design Week trok 180.000 bezoekers. Ongeveer 8% kwam uit het buitenland (Dutch Design Week, rapport. 2011) • Glow, Eindhoven Jaarlijks vormt rond de maand november de openbare ruimte van Eindhoven-centrum het decor en podium van GLOW. Kunstenaars en designers uit binnen- en buitenland laten lichtkunst- en designtoepassingen zien, die tot stand zijn gekomen door het gebruik van nieuwe mediatechnologieën zoals computers, sensoren, animaties, maar ook door meer bekende projectietechnieken. De lichtkunstenaars brengen de wereld die ze representeren binnen in de stad. Ze vertellen hun eigen verhaal als alinea’s in het grotere geheel. Sommigen zullen beeldhouwen met licht en ruimte en spelen met typisch beeldhouwkundige elementen als massa versus gewichtloosheid, beweging versus stilstand, object versus ruimte en vervorming versus vormvastheid. Anderen zullen kiezen voor monumentale projecties waarin de afbeelding niet verloren gaat, ondanks de kortstondige, vluchtige en immateriële aard ervan en het soms schilderkunstig karakter van de projecties. Juist het opzoeken van de grens van de waarneming, de grens van de beeldhouwkunst en schilderkunst en meer filosofisch de grens van het bestaan maakt dat de Eindhovense identiteit kan worden [her]ontdekt, getoond en ervaren. Een lichtkunstenaar beklemtoont op verschillende manieren de illusie van het beeld, bijvoorbeeld door het accent te verleggen van afbeelding naar achtergrond of door een dubbele belichting. De toeschouwer ziet al lopende het
Scriptie Michelle le Mahieu
70
straatbeeld voortdurend veranderen. Hij ziet echter ook dwars door het lichtspel heen de zakelijke utilitaire constructies " de achterkant " van het straatbeeld. Aangezichten van gebouwen zijn de gezichten van Eindhoven. (Glow, 2012) Bijlage VII
Scriptie Michelle le Mahieu
71