INLEIDING Op 1 april 1996 is de Kwaliteitswet zorginstellingen in werking getreden. De wet stelt slechts globale eisen aan de zorg in plaats van vele en gedetailleerde normen; de eigen verantwoordelijkheid van de zorginstelling voor kwalitatief goede zorg is het uitgangspunt. De individuele zorginstelling (of koepelorganisatie) moet de algemene eisen die de wet stelt zelf na der uitwerken en invullen. De Kwaliteitswet is van toepassing op álle instellingen (ziekenhuizen, verpleeghuizen, RIAGG's, privé-klinieken, etc.) in de zorgsector. Kwaliteitseisen Instellingen in de zorgsector moeten om zorg van goede kwaliteit te kunnen leveren aan vier kwaliteitseisen voldoen. 1. Verantwoorde zorg • doeltreffend • doelmatig • patiëntgericht 2. Op kwaliteit gericht beleid • goede organisatie o goede interne communicatie o voldoende personeel o capabel personeel o overzicht in wie welke werkzaamheden uitvoert en wie daarvoor verantwoordelijk is Ook zijn instellingen verplicht in hun kwaliteitsbeleid de resultaten van overleg tussen zorgaanbieders, zorgverzekeraars en patiëntenorganisaties te verwerken. 3. Kwaliteitssystemen • Geformuleerde normen waaraan een instelling (of koepelorganisatie ) zelf vindt dat ze zou moeten voldoen. Een kwaliteitssysteem moet regelmatig getoetst worden door de instelling of door een andere organisatie, zoals de Inspectie voor de Gezondheidszorg. 4. Jaarverslag De Kwaliteitswet eist dat zorginstellingen een jaarrapport over de kwaliteit van de zorg in hun instelling uitbrengen. In dit verslag legt de instelling verantwoording af over het gevoerde kwaliteitsbeleid en de kwaliteit van de verleende zorg. Daarbij moet specifiek aandacht worden besteed aan de betrokkenheid van patiënten bij het kwaliteitsbeleid, aan de frequentie waarmee en de manier waarop binnen de instelling kwaliteitsbeoordeling plaatsvindt en aan de manier waarop de instelling met klachten en meldingen van patiënten en consumenten omgaat. Het verslag moet voor 1 juni aan de Inspectie voor de Gezondheidszorg, het regionale patiënten/ consumenten platform (RPCP) en de minister van volksgezondheid worden verstuurd.
Individueel werkzame beroepsbeoefenaren Individueel werkzame beroepsbeoefenaren vallen niet onder de Kwaliteitswet zorginstellingen. Voor de kwaliteit van hun werk geldt de Wet op de Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg (BIG). Gezamenlijk bestrijken de Wet BIG en de Kwaliteitswet zorginstellingen dus alle zorgaanbieders. Zowel individuele aanbieders van zorg als instellingen moeten verantwoorde zorg verlenen en dienen bewust met de kwaliteit van hun zorg om te gaan. Het enige verschil is dat individueel werkzame beroepsbeoefenaren geen kwaliteitsjaarverslag hoeven op te stellen.
1
Lactatiekundigen Lactatiekundigen in Nederland zijn in principe opgeleid aan de Hogeschool Utrecht en certificering vindt plaats door deelname aan een internationaal examen dat wordt opgesteld en afgenomen door de International Board of Lactation Consultant Examiner (IBLCE). De kandidaten zijn na het behalen van dit examen gekwalificeerd als: International Board Certified Lactation Consultants (IBCLC), in Nederland officieel geregistreerd als "lactatiekundige". Elke vijf jaar vindt recertificering plaats, na tien jaar is de lactatiekundige verplicht om opnieuw examen te doen. Omdat op dit moment vijgevestigde lactatiekundigen niet onder de wet BIG vallen noch onder de kwaliteitswet van de zorginstellingen heeft de Nederlandse Vereniging van Lactatiekundigen (NVL) besloten om eigen basiskwaliteitseisen op te stellen voor geregistreerde lactatiekundigen IBCLC die lid zijn van de NVL. Dit geeft naast de beroepscodes (Code of Ethics en Standard of Practice) waaraan de geregistreerde IBCLC zich dient te houden een gegarandeerde basis voor kwalitatief verantwoorde lactatiekundige zorg. Zorgverzekeraars die lactatiekundige zorg ter beschikking stellen aan hun verzekerden moeten zich er in het belang van hun verzekerden van kunnen vergewissen dat de zorg van een verantwoord niveau is. Dit vergewissen kan door de zorgverzekeraar zelf gebeuren. Eenvoudiger is het om na te gaan of een lactatiekundige lid is van de NVL waaruit voortvloeit dat deze aan deze de basiskwaliteitseisen voldoet. Verzekerden die zelf een lactatiekundige kiezen kunnen op dezelfde eenvoudige wijze bepalen of de lactatiekundige verantwoorde zorg levert door na te gaan of deze aangesloten is bij de beroepsvereniging. Met het formuleren van de basiskwaliteitseisen voor de bij de NVL aangesloten lactatiekundige wordt tegemoet gekomen aan de behoefte van de zorgverzekeraar om het begrip verantwoorde zorg nader uit te werken dat past binnen het Nederlandse systeem.
2
TOELICHTING Opbouw basiskwaliteitseisen voor de lactatiekundige zorg Bij de opbouw van deze kwaliteitseisen lactatiekundige zorg is in deel A uitgegaan van de verschillende stappen die de klant doorloopt in het contact met de lactatiekundige, te beginnen met de eerste informatievoorziening en aanmelding en eindigend bij de zorgafsluiting en – evaluatie. In deel B zijn overkoepelende eisen geformuleerd betreffende het kwaliteitsbeleid en het kwaliteitssysteem. Daarnaast wordt in dit deel expliciet ingegaan op afspraken met zorgverzekeraars en de ketenzorg. Per stap zijn thema’s van beoordeling benoemd en kwaliteitseisen geformuleerd. Deze worden nader uitgewerkt in normen waaraan de lactatiekundige moet voldoen. Omvang van de lactatiekundige zorgverlening De omvang van de zorg die door de lactatiekundige bij de klant wordt verleend wordt in hoge mate bepaald door de polisvoorwaarden van de verzekerden. De noodzakelijke omvang van de lactatiekundige zorg is echter afhankelijk van de omstandigheden van de klant, van het verloop van de voedingssituatie en van de situatie van de pasgeborene. Professionele opvattingen en de reële behoefte van de klant moeten de basis vormen voor de polisvoorwaarden en de contractafspraken tussen zorgverzekeraars en aanbieders en omtrent de omvang van de te verlenen zorg. De huidige praktijk stemt hier echter niet mee overeen. Om controle te krijgen over de omvang van de te verlenen zorg worden er in nauw overleg met de betrokken beroepsverenigingen en instellingen indicatiecriteria ontwikkeld. Deze landelijke indicatiecriteria moeten er toe bijdragen dat inzichtelijk wordt op welke momenten wordt doorverwezen naar een lactatiekundige. De beroepsgroep is zelf mede verantwoordelijk om te voorkomen dat zij zich bezig houden met basiszorg voor borstvoeding die door andere beroepsbeoefenaren uitgevoerd zou dienen te worden. De NVL, die deze basiskwaliteitseisen heeft opgesteld acht het noodzakelijk dat de omvang van de te verlenen zorg wordt vastgesteld op basis van professionele normen. Of de reële behoefte van de klant gehonoreerd kan worden is sterk afhankelijk van de polisvoorwaarden van de klant en de afspraken tussen zorgverzekeraars en lactatiekundigen. Deze voorwaarden en afspraken worden echter in onvoldoende mate gevoed door informatie omtrent de reële behoefte van de klant. Door bij evaluatie van de zorgverlening na te gaan of ook de omvang van de verleende zorg aan de behoefte heeft voldaan, ontstaat op termijn een bron van informatie waaruit geput kan worden ten behoeve van nieuwe afspraken en voorwaarden. Zorggarantie De bij de NVL aangesloten lactatiekundige moet zodanige afspraken maken dat de afgesproken zorg ook gegarandeerd kan worden. Om dit te realiseren moet aan een aantal voorwaarden voldaan worden: • bereikbaarheid • heldere afspraken tussen zorgverzekeraars en NVL omtrent eventuele capaciteitsproblemen • Helder beleid formuleren ten aanzien van klanten die niet verzekerd zijn bij zorgverzekeraars waarmee een contract is afgesloten Van een plicht tot zorgverlening is voor lactatiekundigen geen sprake. Wel kan de NVL de aangesloten leden aanspreken op hun maatschappelijke verantwoordelijkheid om zichzelf die plicht op te leggen.
3
OVERZICHT THEMA’S VAN BEOORDELING Thema’s van beoordeling
Aantoonbaar geregeld
Effectief operationeel
Deel A: Primaire en ondersteunende processen 1. 1.1. 1.2. 1.3. 1.3.1. 1.3.2. 1.3.3.
Informatie, aanmelding en intake Informatie Aanmelding Intake Behoeftepeiling/advisering/zorgaanbod Acceptatie zorgaanbod/zorgovereenkomst/zorggarantie Verzamelen gegevens/zorgafspraken
2. Uitvoering 2.1. Deskundigheid 2.2. Professioneel handelen 2.2.1. Procedures/protocollen/werkinstructies 2.2.2. Zorgplan 2.4 Waarborgen hygiëne 2.5 Bijstellen zorgafspraken 2.6 Klantgerichtheid 2.6.1. Continuïteit in persoon 2.6.2. Passende zorginzet 2.6.3. Bejegening 2.6.4. Evaluatie zorgverlening 2.7. Privacy 2.8. Klachten 2.9. Arbeidsomstandigheden
3. 3.1. 3.2.
Zorgafsluiting en evaluatie Betrokkenheid van klanten Afsluiting
Deel B: Kwaliteitsbeleid, kwaliteitssyteem, afspraken met zorgverzekeraars en ketenkwaliteit 4.
Kwaliteitsbeleid
5.
Kwaliteitssysteem
6.
Afspraken met zorgverzekeraars
7.
Ketenkwaliteit
4
THEMA’S VAN BEOORDELING, KWALITEITSEISEN EN KWALITEITSNORMEN DEEL A: PRIMAIRE EN ONDERSTEUNENDE PROCESSEN Bij het formuleren van de basiskwaliteitseisen is er van uitgegaan dat lactatiekundigen voldoen aan de wettelijke en daaruit voortvloeiende eisen en opereren binnen de bijbehorende kaders. 1. INFORMATIE, AANMELDING en INTAKE 1.1. Thema: Informatie Kwaliteitseis: De klant ontvangt informatie van de lactatiekundige. Kwaliteitsnormen De lactatiekundige: • verstrekt aan potentiële klanten bij voorkeur schriftelijke, maar in ieder geval mondelinge, actuele informatie voordat afspraken gemaakt worden. De informatie betreft: - het product - het informatiepunt (waar kan de klant terecht voor informatie) - de toegang tot het product (aanmelding, intake) - de werkwijze van de lactatiekundige - de evaluatie en zo nodig bijstelling van de zorg - de privacy (zie 2.6) - de klachtenbehandeling (zie 2.7) • hanteert een procedure die aangeeft hoe de schriftelijke informatie actueel blijft • is bereikbaar volgens de vastgestelde richtlijnen “bereikbaarheid NVL” voor het verstrekken van informatie 1.2. Thema: Aanmelding Kwaliteitseis: Tijdens het eerste contact met de klant wordt de hulpvraag getoetst aan het landelijke indicatieprotocol. Indien de klant voldoet aan de norm wordt er vervolgens een afspraak gemaakt voor een intake. (zie 1.3.) Kwaliteitsnormen De lactatiekundige: • is bereikbaar volgens de vastgestelde richtlijnen bereikbaarheid NVL voor aanmelding • registreert gegevens van de klant en spreekt een intakegesprek af. De intake kan telefonisch danwel in een persoonlijk contact plaats vinden en gecombineerd worden met het eerste consult van de lactatiekundige. 1.3. Thema: Intake Kwaliteitseis: De klant ontvangt een passend zorgaanbod. Toelichting: De lactatiekundige indiceert op grond van de hulpvraag welk zorgaanbod voor de klant passend zou zijn. Indien een klant meer zorg nodig heeft dan haar verzekeraar vergoedt kan de klant er voor kiezen deze zorg particulier in te kopen.
5
Kwaliteitsnormen De lactatiekundige die de intake uitvoert: • hanteert het landelijke indicatieprotocol lactatiekundige zorg • geeft uitleg en advies over het consult • bepaalt de inhoud van het consult in overleg met de klant • volgt een gestandaardiseerde werkwijze • brengt eventuele kosten voor de klant in beeld • gaat na of de leveringsvoorwaarden uitleg behoeven • geeft gelegenheid tot het stellen van vragen 1.3.2. Subthema: Acceptatie zorgaanbod/zorgovereenkomst/zorggarantie Kwaliteitseis: De overeengekomen zorg wordt gegarandeerd. Toelichting: De klant beslist of zij het zorgaanbod accepteert. Wijziging van het zorgaanbod is slechts mogelijk met instemming van de klant en de lactatiekundige. Kwaliteitsnormen: De lactatiekundige: • stelt een zorgovereenkomst op. De zorgovereenkomst bevat afspraken omtrent de aard en omvang van de zorg en de tijdstippen van zorgverlening. • geeft de klant de garantie dat de overeengekomen zorg geleverd wordt. 1.3.3. Subthema: Verzamelen gegevens/zorgafspraken Kwaliteitseis: Op basis van relevante gegevens worden nadere zorgafspraken gemaakt. Kwaliteitsnormen De lactatiekundige: • verzamelt relevante gegevens voor een passende zorginzet en voor de start van de zorgverlening • legt nadere zorgafspraken vast 2. UITVOERING 2.1. Thema: Deskundigheid Kwaliteitseis: De klant ontvangt zorg van lactatiekundigen met actuele deskundigheid ter zake. Kwaliteitsnormen: De lactatiekundige: • draagt zorg voor actuele deskundigheid ter zake door middel van systematische deskundigheidsbevordering. Dit komt onder meer tot uiting in: o het gestructureerd volgen van bij- en nascholing (Continuing Education Recertification Points - CERP’s) o het tijdig recertificeren (elke 5 jaar) •
heeft beleid vastgesteld ten aanzien van de werkzaamheden van de lactatiekundige in opleiding, waarbij: o het consult uitsluitend onder begeleiding van een gediplomeerde IBCLC wordt uitgevoerd
6
o
de administratieve afhandeling onder verantwoordelijkheid van een gediplomeerde IBCLC wordt uitgevoerd
2.2. Thema: Professioneel handelen 2.2.1. Subthema: Procedures/protocollen/werkinstructies Kwaliteitseis: De klant ontvangt lactatiekundige zorg volgens de geldende standaarden (zie 2.2.1 t/m 2.2.3) Kwaliteitsnormen De lactatiekundige: • hanteert het landelijke indicatieprotocol • herkent situaties en handelingen waarbij naar algemeen aanvaarde mening risico’s en/of negatieve gevolgen voor de klant en/of het zorgproces kunnen optreden • heeft op basis van deze inventarisatie beleid ontwikkeld en ten uitvoer gebracht ten aanzien van de ontwikkeling en het gebruik van procedures, protocollen en werkinstructies ter ondersteuning van het professioneel handelen. 2.2.2. Subthema: Zorgplan Kwaliteitseis: voor elke klant wordt een zorgplan gehanteerd Kwaliteitsnormen De lactatiekundige: • hanteert per klant een zorgplan als leidraad voor planmatig en professioneel handelen en ten behoeve van de continuïteit van de zorgverlening. Dit zorgplan: o bevat tenminste de actuele zorgafspraken o is geschikt om als communicatiemiddel te dienen tussen gezin, lactatiekundige en overige zorgverleners o bevat een registratie van de essentie van het zorgproces o dient op basis van deze registratie als bewakingsintrument voor het zorgproces o bevat een formulier ten behoeve van de schriftelijke evaluatie van de zorg door de klant o bevat een fomulier voor de terugkoppeling aan de verwijzer o bevat een formulier ten behoeve van de overdracht aan de volgende zorgverlener in de ketenzorg • hanteert de handleiding/instructie van de NVL voor het gebruik van het zorgplan • heeft beleid ontwikkeld en ten uitvoer gebracht ten aanzien van de noodzakelijk te bewaren registratie uit het zorgplan (teneinde aan te kunnen tonen dat verantwoorde lactatiekundige zorg geleverd is). 2.3. Thema: waarborgen hygiëne Kwaliteitseis: Tijdens het consult wordt de hygiëne aan de klant gegarandeerd. Mantelzorgers kunnen zo nodig rekenen op voorlichting en instructies van de lactatiekundige. Kwaliteitsnormen De lactatiekundige heeft beleid vastgesteld ten aanzien van de hygiëne, dit beleid komt tot uiting in hygiënerichtlijnen en –instructies; • draagt er zorg voor dat (indien van toepassing) de mantelzorgers zijn geïnstrueerd en gaat na of de hygiëne voldoende gewaarborgd wordt
7
2.4. Thema: Bijstelling zorgafspraken Kwaliteitseis: De zorgafspraken worden naar behoefte bijgesteld. Toelichting: Indien tijdens het consult blijkt dat de omvang van de zorgbehoefte van de klant is veranderd worden de zorgafspraken binnen de mogelijkheden van de lactatiekundige bijgesteld. Indien een aanpassing van de zorgovereenkomst noodzakelijk is, kan dit slechts met instemming van zowel de klant als de lactatiekundige. (zie ook 1.3.2). Kwaliteitsnormen De lactatiekundige draagt er zorg voor dat: • zij tijdens de zorgverlening met de klant nagaat of de zorgbehoefte gewijzigd is • zij de klant adviseert over bijstelling van de zorgafspraken • zij het landelijke indicatieprotocol hanteert bij de indicatie van de veranderde zorgbehoefte 2.5. Thema: Klantgerichtheid 2.5.1. Subthema: Continuïteit in persoon Kwaliteitseis: De klant ontvangt de lactatiekundige hulp zoveel mogelijk van dezelfde lactatiekundige. Kwaliteitsnorm De lactatiekundige heeft beleid geformuleerd, hanteert procedures en voert planning uit op een wijze die continuïteit in persoon als uitgangspunt heeft. 2.5.2. Subthema: Passende zorginzet Kwaliteitseis: De in te zetten lactatiekundige past zo goed mogelijk bij het gezin (indien keuzemogelijkeid aanwezig is) Kwaliteitsnorm De lactatiekundige: Hanteert procedures om een passende lactatiekundige in te zetten (indien keuzemogelijkheid aanwezig is). 2.5.3. Subthema: Bejegening Kwaliteitseis: De lactatiekundige benadert de klant met respect Kwaliteitsnormen De lactatiekundige draagt zorg voor een goede attitude De lactatiekundige draagt zorg voor het hanteren van de beroepscodes, de Code of Ethics en de Standard of Practice.
8
2.5.4. Subthema: Evaluatie zorgverlening Kwaliteitseis: Tijdens de zorgverlening wordt nagegaan of de wijze waarop de zorg verleend wordt naar tevredenheid van de klant is (NB: deze evaluatie betreft niet de vraag of de aangeboden zorg naar aard en/of omvang past bij de zorgbehoefte van de klant, zie daarvoor 2.5) Kwaliteitsnormen De lactatiekundige: • evalueert tijdens de zorgverlening of de wijze van zorgverlening naar tevredenheid van de klant is en stelt zonodig de werkwijze bij • hanteert richtlijnen van de NVL voor deze evaluatie 2.6. Thema: Privacy Kwaliteitseis: De lactatiekundige respecteert en waarborgt de persoonlijke levenssfeer van de klant binnens- en buitenshuis. Kwaliteitsnormen De lactatiekundige: • hanteert richtlijnen ten aanzien van de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van klanten • hanteert op de Wet Persoonregistratie gebaseerde richtlijnen met betrekking tot dossiervorming alsmede met betrekking tot bewaarplaatsen en –termijnen van klantgegevens • draagt er zorg voor dat alle klanten ten minste mondeling en desgevraagd schriftelijk worden geïnformeerd over hun privacyrechten, deze informatie bevat ten minste de volgende aspecten: o recht te weten wat er geregistreerd staat over haar en haar baby(‘s) o recht gegevens te verbeteren o recht te weten of (in het kader van de zorgverlening) gegevens aan derden zijn verstrekt
2.7. Thema: Klachten Kwaliteitseis: Klachten van de klant tijdens de zorgverlening worden snel in behandeling genomen en indien noodzakelijk snel afgehandeld. Daarnaast bestaat de mogelijkheid om een klacht voor te leggen aan een klachtencommissie. Kwaliteitsnormen De lactatiekundige: • neemt klachten die tijdens de zorgverlening optreden en die de directe zorgverlening betreffen, binnen 24 uur in behandeling en handelt deze indien mogelijk binnen 48 uur af. • is tijdens de zorgverlening bereikbaar voor klachten over de zorg • vormt een dossier over een binnengekomen klacht waarin het verloop van de klachtbehandeling beschreven staat. • informeert de klant over de wijze waarop zij een klacht kunnen indienen en de wijze van klachtbehandeling • is bekend met de klachtenprocedure van de NVL en de wijze van klachtbehandeling
9
2.8. Arbeidsomstandigheden Kwaliteitseis: De lactatiekundige draagt zorg voor goede arbeidsomstandigheden. Kwaliteitsnorm De lactatiekundige: • houdt rekening met haar eigen grenzen van fysieke en geestelijke belasting • zorgt voor een veilige werkomgeving • vertoont bij klanten geen ongewenst gedrag 3. ZORGAFSLUITING EN –EVALUATIE 3.1. Thema: Betrokkenheid van klanten Kwaliteitseis: Klanten worden in de gelegenheid gesteld een oordeel over de zorg te geven. Kwaliteitsnormen De lactatiekundige; • biedt elke klant op gestandaardiseerde wijze (zie 2.2.2.) de gelegenheid een oordeel te geven over de verleende zorg, waaronder de omvang van het zorgaanbod ten opzichte van hulpvraag (zie verder: 4.) 3.2. Thema: Afsluiting Kwaliteitseis: Bij de zorgafsluiting ontvangt de klant informatie over aansluitende zorgverlening. Kwaliteitsnormen De lactatiekundige draagt zorg voor: • informatie aan klanten over aansluitende zorg • schriftelijke zorgoverdracht (zie 2.2.2.) naar de verwijzer en/of volgende zorgverlener.
10
DEEL B KWALITEITSBELEID, KWALITEITSSYSTEEM, AFSPRAKEN MET ZORGVERZEKERAARS EN KETENKWALITEIT 4. Thema: Kwaliteitsbeleid Kwaliteitseis: De lactatiekundige hanteert het beleid ten aanzien van de kwaliteit van zorg zoals is geformuleerd door de NVL in deze basiskwaliteitseisen. Toelichting: Dit beleid betreft tenminste de in dit document opgenomen thema’s van beoordeling. Hierbij worden uitkomsten van overleg waaronder afspraken die gemaakt zijn met zorgverzekeraars, overheid, ketenpartners betrokken, alsmede uitkomsten van schriftelijke evaluaties van de zorgverlening door klanten en van de klachtenanalyse. Kwaliteitsnormen De lactatiekundige: • heeft haar beleid ten aanzien van de kwaliteit van zorg op schrift gesteld. Dit beleid betreft tenminste de in dit document opgenomen thema’s van beoordeling • evalueert systematisch de uitkomsten van het kwaliteitsbeleid waaronder de kwaliteit en kwantiteit van de geleverde zorg • stelt op basis hiervan het beleid bij en voert verbeteracties uit
5. Thema: Kwaliteitssysteem Kwaliteitseis: De kwaliteit van zorg wordt systematisch bewaakt, beheerst en verbeterd Kwaliteitsnormen De lactatiekundige: • draagt zorg voor de samenhang van de primaire processen (aanmelding, intake, uitvoering en zorgafsluiting). De gang van zaken binnen processen en de aansluiting tussen de processen is beschreven. • registreert en bewaakt de kwantiteit (zie ook 1.3.2.) en de kwaliteit van de geleverde zorg • draagt zorg voor adequaat beheer en onderhoud (actualisatie) van documenten waaronder procedures, protocollen en werkinstructies 6. Thema: Afspraken met zorgverzekeraars Kwaliteitseis: De lactatiekundige en de zorgverzekeraar(s) maken afspraken omtrent de zorgverlening aan de betreffende verzekerden. Kwaliteitsnormen De lactatiekundige maakt afspraken ten aanzien van: • de aard en omvang van de te verlenen zorg, mede op basis van de schriftelijke evaluatie van de zorgverlening, waaronder de omvang van de zorg, door klanten • extra zorg indien de noodzaak daartoe bestaat • zorggarantie (zie 1.3.2.) • passende maatregelen/alternatieven bij calamiteiten (als de zorggarantie niet gerealiseerd kan worden), waaronder de wijze waarop met klanten wordt gecommuniceerd • aard en omvang betreffende zorg in bijzondere situaties
11
7. Thema: Ketenkwaliteit Kwaliteitseis: De lactatiekundige draagt zo goed mogelijk zorg voor afstemming betreffende de zorgverlening met andere relevante zorgaanbieders Kwaliteitsnormen De lactatiekundige • heeft beleid geformuleerd omtrent de afstemming van de zorgverlening met andere relevante zorgaanbieders, waaronder tenminste verloskundigen, (verloskundig actieve) huisartsen, ziekenhuizen, kraamzorg en jeugdgezondheidszorg; • heeft dit beleid ten uitvoer gebracht in de vorm van onder meer het leggen van contacten en waar mogelijk (inspanningverplichting) het maken van afspraken met onderstaande partijen ten aanzien van onderstaande thema’s: o verloskundigen, (verloskundig actieve) huisartsen en jeugdgezondheidszorg ten aanzien van afstemming van taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden, procedures, protocollen, werkinstructies en werkwijzen en het gebruik van het zorgplan;
12
Bijlage 1 PRODUCTBESCHRIJVING De lactatiekundige zorg omvat: • Voorlichting en advies m.b.t borstvoeding zowel tijdens de zwangerschap als lactatieperiode • Problemen bij het aanleggen van de baby. • Het weigeren van de borst. • Pijnklachten. • Borstontstekingen. • Onvoldoende melkproductie en/of onvoldoende groei van de baby. • Vroeggeboorte. • Ziekte of handicap van moeder of baby. • Opnieuw beginnen met borstvoeding. (relacteren) Lactatiekundige zorg wordt geïndiceerd met behulp van het “landelijke indicatieprotocol lactatiekundige zorg”.
13
Bijlage 2
RELEVANTE DOCUMENTEN Kwaliteitswet zorginstellingen Bron: Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Bijgewerkt: 12 juni 2005 Code of Ethics Standard of Practice Landelijke indicatieprotocol lactatiekundige zorg Protocol klachtenafhandeling NVL Privacyreglement NVL Leveringsvoorwaarden NVL Landelijke richtlijnen standaard zorgplan NVL Richtlijnen bereikbaarheid NVL
14