Installatiehandleiding voor de systeembeheerder
ExamenTester 2.11
ICT-examenhelpdesk Het gebruik van ExamenTester 2.11 bij de examens wordt ondersteund door de ICT-examenhelpdesk. Informatie over de bereikbaarheid en openingstijden van deze helpdesk vindt u op http://centraalexamen.cito.nl/ (kies: ICT-examenhelpdesk). U vindt hier ook de veel gestelde vragen over ExamenTester 2.11.
© Stichting Cito Instituut voor Toetsontwikkeling Arnhem (2014) Niets uit dit werk mag zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Stichting Cito Instituut voor Toetsontwikkeling worden openbaar gemaakt en/of verveelvoudigd door middel van druk, fotokopie, scanning, computersoftware of andere elektronische verveelvoudiging of openbaarmaking, microfilm, geluidskopie, film- of videokopie of op welke wijze dan ook. Versie: september 2014
Inhoud 1. Inleiding ................................................................................................................... 4 1.1 Leeswijzer ........................................................................................................... 4 1.2 Verschillen tussen ExamenTester versie 2.10B en versie 2.11.......................... 5 2. Begrippenlijst .......................................................................................................... 6 2.1 Basisbegrippen ................................................................................................... 6 2.2 Iconenlijst ............................................................................................................ 7 3. Configuratie ............................................................................................................. 8 3.1 Schema ............................................................................................................... 8 3.2 Toelichting .......................................................................................................... 8 3.3 Systeemeisen ................................................................................................... 10 3.4 ExamenTester 2.11 en netwerkverkeer ............................................................ 10 3.5 Beveiliging ........................................................................................................ 11 4. Instructie per stap ................................................................................................. 13 4.1 Voorbereiding installatie ................................................................................... 14 4.2 Installatie en configuratie LocalServer .............................................................. 15 4.3 Installatie gebruikersmodules ........................................................................... 31 4.4 Voorbereiden gebruik modules ......................................................................... 36 5. Storingen ............................................................................................................... 42 5.1 Geen communicatie LocalServer - GlobalServer ............................................. 42 5.2 Geen Communicatie LocalServer - TestManager/TestCenter .......................... 42 5.3 Technische storing bij examenafname ............................................................. 43 5.4 Herstart Examenafname ................................................................................... 45 6. Verwijderen ExamenTester .................................................................................. 46 6.1 Verwijderen gebruikersmodules ....................................................................... 46 6.2 Verwijderen LocalServer ................................................................................... 47 6.3 Back-up datamap .............................................................................................. 49 Bijlage A: Overzicht gebruik ExamenTester .......................................................... 50 Bijlage B: Rollen en rechten in ExamenTester 2.11 .............................................. 51 Bijlage C: ExamenTester & Novell .......................................................................... 52 C.1 Inleiding ............................................................................................................ 52 C.2 Schema ............................................................................................................ 52 C.3 Authenticatie .................................................................................................... 53 C.4 Novell Client (4.91 SP4 / SP5) ......................................................................... 53 C.5 LocalServer ...................................................................................................... 54 C.6 Checklist........................................................................................................... 58
1. Inleiding 1.1 Leeswijzer Dit is een handleiding voor de werkzaamheden van de systeembeheerder bij de installatie van ExamenTester 2.11 op scholen. De installatie binnen een Windows-netwerk is het uitgangspunt van deze handleiding. Voor de installatie binnen een Novell-omgeving is een bijlage in dit document opgenomen. Deze handleiding bestaat uit de volgende hoofdstukken: 1. Inleiding 2. Begrippenlijst
Een overzicht van belangrijke begrippen en iconen.
3. Configuratie
Een overzicht van de te realiseren configuratie voor ExamenTester, inclusief toelichting en minimum systeemeisen.
4. Instructie per stap
Een overzicht van de taken voor de systeembeheerder bij de installatie van ExamenTester 2.11 in een Windows-netwerk en een instructie bij elk van deze taken.
5. Storingen
Richtlijnen voor acties bij systeemuitval en dergelijke.
6. Verwijderen ExamenTester
Instructie voor het verwijderen van ExamenTester 2.11.
Dit icoon geeft aan dat u efficiënter met ExamenTester 2.11 kunt werken als u deze opmerking in acht neemt.
Dit icoon geeft een waarschuwing. De gegeven informatie is van belang voor een correcte afhandeling van de examens.
Deze handleiding is gebaseerd op het werken met ExamenTester onder Windows 7. Als u met ExamenTester onder een ander besturingssysteem werkt, kunnen de hier getoonde schermafdrukken en teksten afwijken van wat u te zien krijgt.
Installatiehandleiding systeembeheer ExamenTester 2.11
4/58
1.2 Verschillen tussen ExamenTester versie 2.10B en versie 2.11 ExamenTester 2.11 is op een aantal punten verbeterd ten opzichte van ExamenTester 2.10B (die in het schooljaar 2013-2014 werd gebruikt). De belangrijkste: − − −
Afhandeling van te weinig schijfruimte voor de datamap van de LocalServer tijdens afnames. Zie paragraaf 5.3.5. Het is mogelijk gemaakt dat er binnen een deeltoets wel terug genavigeerd kan worden, maar niet van een deeltoets naar een vorige deeltoets. Vooral van belang voor de rekentoets VO. In TestManager is er nu een leerlingenoverzicht waar over alle afnameplanningen heen gefilterd kan worden op een aantal kenmerken zoals Afgebroken en Niet gestart.
De wijzigingen betreffen zowel de LocalServer, als de clients TestManager, TestCenter en CorrectionManager. De LocalServer 2.10B en de bijbehorende clients dienen daarom gedeïnstalleerd te worden. .
Installatiehandleiding systeembeheer ExamenTester 2.11
5/58
2. Begrippenlijst 2.1 Basisbegrippen TestManager
TestManager is de module die de examensecretaris gebruikt om examens te plannen, om leerlingen en docenten/correctoren toegang te geven tot deze examens, en om afnameresultaten in te zien en te versturen. TestManager communiceert met de LocalServer.
TestCenter
TestCenter is de module die de leerlingen gebruiken om een examen te maken. TestCenter communiceert met de LocalServer.
CorrectionManager
CorrectionManager is de module die de docent/corrector gebruikt om antwoorden van leerlingen op open vragen te scoren. CorrectionManager communiceert met de GlobalServer.
GlobalServer
De GlobalServer staat bij Cito. Via een beveiligde internetverbinding vindt gegevensuitwisseling plaats met de LocalServer op de school en met CorrectionManagers.
LocalServer
De LocalServer staat in het schoolnetwerk. De LocalServer regelt het dataverkeer en -opslag in het netwerk van de school en het dataverkeer met Cito. De LocalServer communiceert met TestManager, TestCenter en de GlobalServer.
LocalAgent
De LocalAgent (ook wel LocalServer Service genoemd) is een onderdeel van de LocalServer. Deze Windows-service regelt het dataverkeer en de dataopslag in het netwerk van de school.
Datamap
De Datamap in het schoolnetwerk bevat alle gegevens van de school in versleutelde vorm. Deze gegevens hebben onder andere betrekking op examens, afnameplanningen, toetsleiders en antwoorden en scores van leerlingen. Het dataverkeer van en naar de Datamap loopt via de LocalServer (LocalAgent).
Packages
Een Package bevat één of meer toetsen in versleutelde vorm. Bij het installeren van packages in TestManager worden de packages (zonder correctievoorschriften) in de datamap geplaatst.
Synchronisatie
Tijdens synchronisatie worden gegevens uitgewisseld tussen de LocalServer op school en de GlobalServer bij Cito. Synchronisatie wordt onder andere automatisch uitgevoerd bij het opstarten en afsluiten van TestManager.
Dataretour
Dataretour kan via TestManager worden uitgevoerd. Bij dataretour stuurt de LocalServer de afnameresultaten van de school via een beveiligde internetverbinding naar de GlobalServer . De gegevens worden daarmee bij Cito opgeslagen in een centrale database.
Installatiehandleiding systeembeheer ExamenTester 2.11
6/58
2.2 Iconenlijst Dit is het icoon van de setup bestanden voor de modules TestManager, TestCenter en CorrectionManager. Deze setup bestanden worden aangemaakt bij de installatie van de LocalServer. Dit icoon wordt geplaatst op het bureaublad bij installatie van de modules TestManager, TestCenter, en/of CorrectionManager. Voor alle modules zijn de iconen identiek, alleen de benaming verschilt. Dit icoon wordt geplaatst in de taakbalk waarop de LocalServer geïnstalleerd is. Hiermee kan de LocalServer Agent benaderd worden.
Installatiehandleiding systeembeheer ExamenTester 2.11
7/58
3. Configuratie In dit hoofdstuk wordt toegelicht hoe ExamenTester 2.11 functioneert. We raden u dringend aan om dit hoofdstuk goed door te nemen voordat u met de installatie begint.
3.1 Schema ExamenTester 2.11 bestaat uit vier modules: − LocalServer − TestCenter − TestManager − CorrectionManager De modules kunnen in een netwerk op verschillende servers en werkstations worden geïnstalleerd of op één computer. Een internetverbinding is een basisvoorwaarde bij de installatie van ExamenTester 2.11. In schema:
3.2 Toelichting LocalServer De LocalServer van ExamenTester bestaat uit een Windows service (‘LocalServer ExamenTester 2.11’ service), de LocalAgent en een datamap. De service en de LocalAgent zijn geïnstalleerd op een Windows-server in het schoolnetwerk. De service ‘LocalServer ExamenTester 2.11’ zorgt voor al het dataverkeer binnen ExamenTester en heeft als enige toegang tot de datamap van de LocalServer. De LocalServer moet verbinding hebben met het internet om contact te kunnen maken met de GlobalServer bij Cito. Deze verbinding wordt gebruikt om gegevens in de datamap te synchroniseren met de centrale database bij Cito en om afnameresultaten naar Cito te sturen (dataretour).
Installatiehandleiding systeembeheer ExamenTester 2.11
8/58
Datamap De dataopslag (in de map ‘Data’) van ExamenTester moet plaatsvinden op een server binnen de school. Dit kan een Windows-server zijn, maar ook een andere server zoals Novell. Belangrijk is dat de server waarop de datamap zich bevindt, voorzien is van automatische back-upvoorzieningen. De datamap is een onderdeel van de module LocalServer van ExamenTester en bevat alle gegevens van de examens van een school in versleutelde vorm. Deze gegevens hebben onder andere betrekking op afnameplanningen, toetsleiders, en antwoorden en scores van leerlingen. De datamap mag niet rechtstreeks benaderd kunnen worden vanuit de werkstations van de examensecretaris, docenten of leerlingen. Toegang tot de datamap hoort alleen mogelijk te zijn via de LocalServer. Tijdens het laden van de toetsen op de afnamecomputers, worden de toetsen opgehaald van de map ‘Data’ via de LocalServer. Als de datamap op een andere server wordt geplaatst dan waar de LocalServer geïnstalleerd is, zal de LocalServer de bestanden eerst van de datamap van de andere server moeten ophalen alvorens deze van de LocalServer verstuurd kunnen worden naar de afnamecomputers. Dit kan extra netwerkbelasting met zich meebrengen omdat de data twee keer over het netwerk gecommuniceerd moet worden. Als u tegen performanceproblemen aanloopt, adviseren wij u de datamap op dezelfde server te installeren waarop de LocalServer geïnstalleerd is. Belangrijk is dat de server waarop de datamap zich bevindt, voorzien is van automatische backupvoorzieningen. GlobalServer Dit is de centrale server bij Cito. De GlobalServer wordt via een internetverbinding door de LocalServer en CorrectionManager benaderd voor gegevensuitwisseling (synchronisatie en dataretour). Op de GlobalServer staat (na elke synchronisatie) een kopie van de meeste gegevens in de datamap van elke school. Dit wordt gedaan om correctie van examens via internet mogelijk te maken en examen-gegevens te kunnen delen met nevenvestigingen van de school. TestManager TestManager is de module die de examensecretaris onder andere gebruikt om examens te plannen, leerlingen en docenten/correctoren toegang te geven tot deze examens en om afnamegegevens naar Cito terug te sturen via de optie dataretour. De systeembeheerder installeert deze module op een werkstation dat beschikbaar is voor de examensecretaris, maar dat niet toegankelijk is voor onbevoegden. TestManager communiceert met de LocalServer als het gaat om bekijken, wijzigen en verwijderen van gegevens. TestCenter TestCenter wordt geïnstalleerd op de afnamecomputers in het examenlokaal. De leerlingen gebruiken deze module om het examen te maken. Ook TestCenter communiceert met de LocalServer, bijvoorbeeld bij het laden van examens en het opslaan van antwoorden. CorrectionManager CorrectionManager wordt geïnstalleerd op de computer die de docent gebruikt om te corrigeren. Deze computer mag niet toegankelijk zijn voor onbevoegden. CorrectionManager is niet afhankelijk van de LocalServer, maar zoekt rechtstreeks contact met de GlobalServer via het internet. Vanuit de GlobalServer worden de relevante gegevens, zoals de leerling-antwoorden, ingelezen om ze te corrigeren.
Installatiehandleiding systeembeheer ExamenTester 2.11
9/58
3.3 Systeemeisen Er zijn verschillende systeemeisen voor: 1. de server waarop de LocalAgent draait; 2. het werkstation van de examensecretaris die werkt met TestManager en de afnamecomputers van de leerlingen die examens maken in TestCenter; 3. het werkstation van de corrector die werkt met CorrectionManager. Een volledig overzicht van deze systeemeisen vindt u op het internetadres http://centraalexamen.cito.nl, kies: “handleidingen en systeembeheer” en vervolgens “systeemeisen”.
3.4 ExamenTester 2.11 en netwerkverkeer 3.4.1 Poort 443 De communicatie via internet wordt gebruikt voor de synchronisatie en dataretour van ExamenTester 2.11. Deze communicatie verloopt tussen de LocalServer (school) en de GlobalServer (Cito). Naast de LocalServer is CorrectionManager de enige andere ExamenTester-module die gebruik maakt van het internet voor gegevensuitwisseling met de GlobalServer. De gegevensuitwisseling vindt plaats op een veilige manier. Er wordt gebruik gemaakt van het httpsprotocol waarbij de gegevens versleuteld (‘encrypted’) via het internet worden verzonden. Om uw schoolnetwerk te beschermen tegen ongewenst internetverkeer van buiten, heeft u waarschijnlijk een firewall opgenomen in uw netwerk. Het is van groot belang dat uw firewall het dataverkeer voor ExamenTester doorlaat. Zonder deze doorgang kan ExamenTester niet functioneren en kunt u geen examens afnemen. In uw firewall moet poort 443 openstaan voor het dataverkeer van de LocalServer. Ook voor het dataverkeer van CorrectionManager moet poort 443 open staan. Dit kan betekenen dat een aanpassing nodig is op de computer waarop CorrectionManager geïnstalleerd staat. Mogelijk moet u dit handmatig instellen in de firewall-opties van de computer. Daarnaast zal poort 443 opengesteld moeten worden op eventuele andere firewalls die zich bevinden tussen de computer waarop CorrectionManager staat en het internet. Poort 443 is de standaardpoort voor https-verkeer. Waarschijnlijk staat deze poort al gedeeltelijk open. Deze poort hoeft niet volledig open te staan. Poort 443 moet openstaan voor: − outbound verkeer van het programma Cito.CitoTester.LocalServer.Service.exe naar url: https://ctgs211.secure.cito.nl/* − outbound verkeer van het programma CorrectionManager.exe naar url: https://ctgs211.secure.cito.nl/Correction/* Applicaties die een verbinding met internet maken, zijn: − LocalServer (Cito.ExamenTester.LocalServer.Service.exe) en − CorrectionManager (CorrectionManager.exe) Wij raden u aan om de internetverbinding van de LocalServer open te laten staan in de perioden waarin ExamenTester gebruikt wordt. Alleen op deze manier bent u er zeker van dat de informatie in uw lokale database regelmatig gesynchroniseerd wordt met de centrale database bij Cito.
Installatiehandleiding systeembeheer ExamenTester 2.11
10/58
3.4.2 Proxyservers Mogelijk maakt u binnen uw schoolnetwerk gebruik van een Proxyserver om internettoegang te versnellen. Voor het dataverkeer van ExamenTester is het nodig dat er geen oude informatie verstrekt wordt vanaf een Proxyserver, wanneer de LocalServer de GlobalServer om informatie vraagt. Het dataverkeer van ExamenTester is daarom zo ingericht dat het nooit hergebruikt wordt. Al het dataverkeer van ExamenTester heeft als extra kenmerk ‘expires immediately’ meegekregen. Elke keer dat er een verzoek om informatie naar Cito gaat, wordt ook echt de laatste informatie opgevraagd en wordt de informatie op de Proxyserver genegeerd. U hoeft hier niets voor in te stellen en kunt uw Proxyserver gewoon blijven gebruiken. 3.4.3 Communicatie tussen LocalServer en TestManager/TestCenter TestManager en TestCenter communiceren met de LocalServer op basis van het tcp-ip protocol. De communicatie tussen TestManager-TestCenter en de LocalServer verloopt via poortnummer 21111.
Zie ook 4.2.5.
3.5 Beveiliging De beveiliging van de digitale examens die in ExamenTester 2.11 worden afgenomen, wordt op volgende wijze gerealiseerd: 4. 5. 6. 7. 8. 9.
Bewaren cd-rom(s) en/of dvd(s); Bewaren wachtwoorden; Afgeschermde afname; Automatische back-up datamap; Synchronisatie met GlobalServer; Dataverkeer via het https-protocol.
3.5.1 Bewaren cd-rom(s) en/of dvd(s) De examensecretaris ontvangt van Cito of DUO een of meer cd-rom(s) en/of dvd(s) met de systeembestanden en examenbestanden (‘packages’). De examensecretaris of de systeembeheerder bewaart deze cd-rom(s) en/of dvd(s) op een veilige plaats zodat deze niet in handen van onbevoegden kunnen komen. 3.5.2 Bewaren wachtwoorden De examensecretaris ontvangt van Cito of DUO een aantal wachtwoorden. De examensecretaris of de systeembeheerder bewaart deze wachtwoorden op zo’n manier dat deze niet in handen van onbevoegden kunnen komen, maar wel beschikbaar zijn voor eigen gebruik. Andere gebruikers van TestManager of CorrectionManager ontvangen van de examensecretaris een gebruikersnaam en wachtwoord om deze modules te kunnen gebruiken. Alle gebruikers bewaren hun wachtwoorden op zo’n manier dat deze niet in handen van onbevoegden kunnen komen, maar wel beschikbaar zijn voor eigen gebruik. Dit is een verantwoordelijkheid van elke gebruiker. TestManager en CorrectionManager werken alleen met 'sterke' wachtwoorden. Deze wachtwoorden dienen minimaal te voldoen aan de volgende criteria: 1 cijfer, 1 hoofdletter, 1 kleine letter, 1 bijzonder teken en in totaal minimaal 6 karakters. Bijvoorbeeld “1Aa2B@”. Bijzondere tekens zijn: “~!@#$^*()_+={}|:;?,.”
Installatiehandleiding systeembeheer ExamenTester 2.11
11/58
3.5.3 Afgeschermde afname Tijdens het maken van het examen in TestCenter kan de leerling de computer niet voor een ander doel gebruiken. De mogelijkheden om andere programma's te starten worden door TestCenter tijdelijk uitgeschakeld. 3.5.4 Automatische back-up datamap De datamap van de LocalServer wordt geplaatst op een server met back-upvoorziening. Dit is ter beveiliging van de inhoud van de datamap, waaronder de resultaten van reeds afgenomen examens. De uitvoering van de (automatische) back-up van de datamap is een verantwoordelijkheid van de school. 3.5.5 Synchronisatie met GlobalServer Na synchronisatie bevat de GlobalServer bij Cito een kopie van de meeste gegevens in de datamap op de school. Dit is onder andere nodig om met CorrectionManager te kunnen werken en als de school meerdere LocalServers heeft bijvoorbeeld bij nevenvestigingen. 3.5.6 Dataverkeer via het https-protocol De gegevensuitwisseling tussen de school (LocalServer) en Cito (GlobalServer) vindt plaats via het https-protocol. Bij het gebruik van https worden data versleuteld (“encrypted”) verzonden over het internet.
Installatiehandleiding systeembeheer ExamenTester 2.11
12/58
4. Instructie per stap Het afnemen van examens met ExamenTester is een samenspel tussen de examensecretaris, de systeembeheerder, docenten (surveillanten en correctoren) en leerlingen. Dit samenspel wordt nader toegelicht in bijlage A 'Overzicht gebruik ExamenTester'. De werkzaamheden die u als systeembeheerder uitvoert bij de installatie van ExamenTester 2.11 worden in de volgende paragrafen nader toegelicht. 4.1 4.1.1 4.1.2 4.1.3 4.1.4
Voorbereiden installatie Ontvangen en bewaren informatie en materiaal Verwijderen oudere versies van ExamenTester Bepalen configuratie Openstellen firewall
4.2 4.2.1 4.2.2 4.2.3 4.2.4 4.2.5 4.2.6 4.2.7 4.2.8
Installatie en configuratie LocalServer Installatie LocalServer op Windows-server Opgeven locatie datamap Opgeven locatie map ClientSetups Opgeven locatie map snelkoppelingen Overzicht gekozen instellingen LocalServer configureren Aanmaken setup bestanden gebruikersmodules Functie ‘synchronize data’ en 'reset synchronisatie history'
4.3 4.3.1 4.3.2 4.3.3 4.3.4
Installatie gebruikersmodules Voorbereiding installatie gebruikersmodules Installatie TestManager Installatie TestCenter Installatie CorrectionManager
4.4 4.4.1 4.4.2 4.4.3. 4.4.4
Voorbereiden gebruik modules Start TestManager met examensecretaris Aanmaken account voor systeembeheerder in TestManager Map packages aanmaken Locatie packages opgeven in CorrectionManager
Installatiehandleiding systeembeheer ExamenTester 2.11
13/58
4.1 Voorbereiding installatie 4.1.1 Ontvangen en bewaren informatie en materiaal Uw school (de examensecretaris) ontvangt − een of meer cd-rom(s) en/of dvd(s) met: • systeembestanden van ExamenTester 2.11 • digitale (oefen)examens (‘packages’) • handleidingen in pdf-formaat − per email en/of brief: • gebruikersnamen en wachtwoorden De gebruikersnamen met bijbehorende wachtwoorden zijn nodig: 1. Om tijdens de installatie van de LocalServer een verbinding te realiseren tussen de LocalServer en de GlobalServer; te gebruiken door de systeembeheerder. De gebruikersnaam en het wachtwoord zijn uniek toegewezen aan uw schoolvestiging, en mogen alleen worden gebruikt voor installatie van de LocalServer als de in de aanbiedingsbrief vermelde schoolgegevens (BRIN, naam en adres) kloppen. Neem in geval van twijfel eerst contact op met de ICT-examenhelpdesk. 2. Om direct na installatie van TestManager de examensecretaris voor de eerste keer aan te kunnen melden in TestManager; te gebruiken door de examensecretaris samen met de systeembeheerder. Bovendien ontvangt de examensecretaris wachtwoorden om in TestManager packages (de examenbestanden) te kunnen installeren. U dient cd-rom(s) en/of dvd(s), gebruikersnamen en wachtwoorden in overleg met de examensecretaris op een veilige plaats te bewaren zodat deze niet in handen van onbevoegden kunnen komen. Met ExamenTester 2.11 dient u rekening te houden met de volgende informatie: 4.1.2 Verwijderen oudere versies van ExamenTester Voorafgaand aan de installatie van ExamenTester 2.11 moet u alle versies ouder dan 2.11 van ExamenTester (vroeger ook CitoTester geheten) verwijderen (zowel de clients als de LocalServer). In hoofdstuk 6 “Verwijderen van ExamenTester” wordt uitgelegd hoe u ExamenTester kunt verwijderen. Deze stappen zijn voor oudere versies dan ExamenTester 2.11 gelijk aan die voor ExamenTester 2.11. Bij het verwijderen van ExamenTester worden de programma’s, componenten, objecten en snelkoppelingen verwijderd. De programmamap van ExamenTester is na afloop opgeruimd. De datamap blijft bewaard. Voordat de installatie van ExamenTester 2.11 kan plaatsvinden dient u de datamap van ExamenTester 2.10B handmatig te archiveren en te verwijderen.
4.1.4 Bepalen configuratie Bepaal in overleg met de examensecretaris op welke server/computers van de school de onderdelen van ExamenTester 2.11 worden geïnstalleerd. Het betreft: − LocalServer, Datamap en ClientSetups − TestManager − TestCenter − CorrectionManager
Installatiehandleiding systeembeheer ExamenTester 2.11
14/58
Controleer of de computers voldoen aan de systeemeisen. Een volledig overzicht van de systeemeisen vindt u op het internetadres http://centraalexamen.cito.nl, kies: “handleidingen en systeembeheer” en vervolgens “systeemeisen”. 4.1.4 Openstellen firewall ExamenTester 2.11 functioneert alleen als er gegevensuitwisseling met de GlobalServer (Cito) mogelijk is (zie ook paragraaf 3.4). Zorg ervoor dat in uw firewall poort 443 is opengesteld voor outbound verkeer van het programma Cito.ExamenTester.LocalServer.Service.exe naar url: https://ctgs211.secure.cito.nl/* .
4.2 Installatie en configuratie LocalServer De LocalServer van ExamenTester bestaat uit een Windows service (LocalAgent) en een bijbehorende datamap. De LocalAgent moet op een Windows besturingssysteem geïnstalleerd worden. De dataopslag (in de map ‘Data’) van ExamenTester moet plaatsvinden op een server binnen de school. Dit kan een Windows-server zijn, maar ook een andere server zoals Novell. Voor scholen die beschikken over een Novell netwerk zijn aanvullende instructies voor de installatie opgenomen in bijlage C. Belangrijk is dat de server waarop de datamap zich bevindt, voorzien is van automatische backupvoorzieningen. 4.2.1 Installatie LocalServer op Windows-server Per server kan er zowel één LocalServer voor ExamenTester als één LocalServer voor MiniTester geïnstalleerd worden. Beide installaties maken een eigen Datamap en Client-setups aan. Het is niet mogelijk om meerdere installaties van ExamenTester of meerdere installaties van MiniTester op dezelfde server uit te voeren.
Als dit niet de eerste installatie van deze versie van de LocalServer is en u wilt een andere Portal Account gebruiken dan de vorige keer, dan kan dat alleen als de datamap van de vorige installatie verwijderd is. Zie hoofdstuk 6 waaraan u moet denken in verband met de bewaarplicht.
Er kan niet meer dan één LocalServer van ExamenTester op één server staan. N.B. Eén LocalServer van MiniTester kan wel naast de LocalServer van ExamenTester staan.
De installatie maakt gebruik van de op cd-rom of dvd onder de submap 'Installatiebestanden' aangeleverde bestanden. Als u de installatie vanaf het netwerk wilt uitvoeren, kopieer dan behalve het setup bestand ook de submap System naar de door u gewenste (veilige) locatie.
Sluit alle Windows programma’s.
Installatiehandleiding systeembeheer ExamenTester 2.11
15/58
De installatie van ExamenTester moet zo mogelijk gestart worden vanuit Configuratiescherm – Software – Nieuwe programma’s toevoegen. Indien de installatie van ExamenTester niet vanuit Configuratiescherm – Software – Nieuwe programma’s toevoegen wordt geïnstalleerd, bestaat de mogelijkheid op een onvolledige installatie! Onder Server 2008 is de aanbevolen werkwijze: rechtermuisklik op het bestand “ExamenTester 2.11.14 (2.11) Setup.exe” en “run as Administrator” kiezen.
Klik op Configuratiescherm – Software – Nieuwe programma's toevoegen.
Start het setup bestand van ExamenTester 2.11 in de map Installatiebestanden van de cd of dvd.
Het volgende scherm verschijnt.
Klik op Volgende
Installatiehandleiding systeembeheer ExamenTester 2.11
16/58
Het venster Systeemvereisten verschijnt:
Als u klikt op de knop 'Geavanceerd' kunt u zien welke programmaonderdelen in de installatie worden meegenomen (de voor uw systeem verplichte of aanbevolen onderdelen zijn automatisch geselecteerd). In dat geval verschijnt het volgende venster:
Klik op Volgende.
Installatiehandleiding systeembeheer ExamenTester 2.11
17/58
In plaats van “C:\Program Files\LocalServer ExamenTester 2.11” kan hier bijvoorbeeld ook staan: “C:\Program Files (x86)\LocalServer ExamenTester 2.11”, afhankelijk van het besturingssysteem.
Kies de installatiemap voor de LocalServer op de Windows-server en klik op Volgende.
Installatiehandleiding systeembeheer ExamenTester 2.11
18/58
4.2.2 Opgeven locatie datamap U kunt nu de locatie opgeven voor de datamap van de LocalServer. De datamap is een map op een server van uw school, die wel voor de LocalAgent toegankelijk is, maar die niet voor de overige gebruikers / computers van uw netwerk toegankelijk mag zijn Gebruik in géén geval de datamap van een oudere versie van ExamenTester.
Zorg ervoor dat de datamap zich bevindt op een server met back-upvoorziening. Dit is ter beveiliging van de inhoud van de datamap, zoals de leerlingantwoorden van reeds afgenomen examens. Selecteer de locatie voor de datamap, en klik op Volgende. Er wordt nu gecontroleerd of er genoeg schijfruimte is om op de aangegeven plek te kunnen installeren. Deze controle kan enige tijd duren. Mogelijk krijgt u de volgende melding:
Dit kan betekenen dat u: − onvoldoende ruimte beschikbaar heeft op dit station; − een niet bestaande/bereikbare server heeft ingevuld; − geen/onvoldoende lees- of schrijfrechten heeft voor dit station / deze netwerkverbinding.
Installatiehandleiding systeembeheer ExamenTester 2.11
19/58
4.2.3 Opgeven locatie map ClientSetups In het volgende scherm kunt u opgeven in welke map de client setup-bestanden van ExamenTester worden bewaard:
Na afloop van de configuratie van de LocalServer zullen in deze map automatisch de setup bestanden worden aangemaakt die u nodig heeft voor de verdere installatie van de modules TestManager, TestCenter en CorrectionManager.
Selecteer de locatie voor de opslag van de ClientSetups, en klik op Volgende.
Installatiehandleiding systeembeheer ExamenTester 2.11
20/58
4.2.4 Opgeven locatie map snelkoppelingen Tot slot krijgt u de gelegenheid de locatie van de map met snelkoppelingen in het startmenu in te stellen:
Klik op Volgende.
Installatiehandleiding systeembeheer ExamenTester 2.11
21/58
4.2.5 Overzicht gekozen instellingen U krijgt een overzicht van de gekozen instellingen:
Controleer de installatie-instellingen, en klik op Voltooien.
Installatiehandleiding systeembeheer ExamenTester 2.11
22/58
Als de systeemvereisten Microsoft .Net Framework v2.0. of Internet Explorer niet zijn geïnstalleerd dan zullen deze nu automatisch geïnstalleerd worden. In dat geval ziet het venster met het overzicht er als volgt uit:
De installatie kan enige minuten in beslag nemen. De volgende vensters verschijnen (eerst een Windows-venster en daarna een DOS-venster):
Installatiehandleiding systeembeheer ExamenTester 2.11
23/58
Na een succesvolle installatie verschijnt het volgende venster:
Klik op Sluiten.
Tijdens de installatie is de snelkoppeling van de LocalServer (ExamenTester 2.11 Agent) op het bureaublad geplaatst.
Installatiehandleiding systeembeheer ExamenTester 2.11
24/58
In de directory 'C:\Program Files\LocalServer ExamenTester 2.11’' staat het bestand netcfg.ini. In dit bestand staat op de derde regel 'LocalServerId=', gevolgd door ip-adres of de naam van de LocalServer (de fysieke server). Als u in dit bestand de naam van de LocalServer wijzigt in het ip-adres van de LocalServer kunt u mogelijk snelheidswinst behalen. 'Client setups' worden gemaakt met deze instelling.
4.2.6 LocalServer configureren Na de installatie start de LocalServer automatisch op en zoekt via het internet verbinding met de GlobalServer van Cito. Dit kan enige tijd duren. De service ‘LocalServer ExamenTester 2.11’ wordt standaard gestart onder het lokale systeemaccount. Communicatie tussen de LocalServer en de GlobalServer is in een aantal gevallen niet mogelijk omdat het lokale systeemaccount niet geautoriseerd is om via poort 443 het internet te kunnen benaderen. In dat geval kunt u het lokale systeemaccount, waaronder de service ‘LocalServer ExamenTester 2.11’ gestart wordt, wijzigen in een account met meer bevoegdheden, zie hiervoor de aanwijzingen in paragraaf 5.1. Als de LocalServer voor de eerste keer wordt geïnstalleerd, verschijnt de melding dat deze nog niet is geconfigureerd:
Als u meerdere vensters heeft geopend, kan het zijn dat deze melding zich achter een ander venster bevindt. Sluit in dat geval de andere vensters zodat u de melding kunt zien. Klik op OK.
Installatiehandleiding systeembeheer ExamenTester 2.11
25/58
Het volgende venster verschijnt:
Klik in het venster op het tabblad Aanmelden, en selecteer in de uitrolmenu's de volgende instellingen: - Aanmelden toetsleider: Manual - Aanmelden leerling: Manual - Identificatie van leerling: Leerlingnummer
Klik vervolgens op het tabblad Gebruiker, en controleer of de taal is ingesteld op 'Nederlands' (pas dit zo nodig aan).
Installatiehandleiding systeembeheer ExamenTester 2.11
26/58
Klik op het tabblad Internet.
Installatiehandleiding systeembeheer ExamenTester 2.11
27/58
Zorg ervoor dat in het tabblad Internet • de optie Internet toegestaan is aangevinkt; • en het veld Inloggen op is ingesteld op 'Toetsnet Portal'. Vul vervolgens de gebruikersnaam en het wachtwoord in die uw examensecretaris van Cito of van DUO heeft ontvangen ten behoeve van de installatie van ExamenTester 2.11. De gebruikersnaam en het wachtwoord zijn uniek toegewezen aan uw schoolvestiging, en mogen alleen worden gebruikt als de in de aanbiedingsbrief vermelde schoolgegevens (BRIN, naam en adres) exact kloppen. Neem in geval van twijfel contact op met de ICT-examenhelpdesk.
Installatiehandleiding systeembeheer ExamenTester 2.11
28/58
Klik tot slot op het tabblad Standaardinstellingen.
In dit venster zijn de TCP standaardwaarden te zien en zo nodig aan te passen. De standaardwaarde voor de TCP Timeout is 5 seconden en de standaardwaarde voor de TCP Buffer is 8192 bytes. In het algemeen zullen deze standaardwaarden voor de TCP Timeout en de TCP Buffer voldoen. Maar bij bijvoorbeeld draadloze netwerken kan het zijn dat een hogere TCP Timeout waarde leidt tot een betere performance.
Klik op OK.
Het volgende venster verschijnt:
Klik op Ja.
Installatiehandleiding systeembeheer ExamenTester 2.11
29/58
Indien nodig kunt u de configuratiegegevens van de LocalServer achteraf bekijken. Voer in dat geval de volgende handelingen uit: Klik met de rechter muisknop op het icoon de taakbalk van uw scherm.
van de LocalAgent, rechtsonder in
Klik op Settings, en bekijk de instellingen.
4.2.7 Aanmaken setup bestanden gebruikersmodules Zodra u de instellingen heeft opgeslagen, worden in de submap '\ClientSetups' van de datamap van de LocalServer (of de door u opgegeven alternatieve locatie) automatisch de volgende setup bestanden aangemaakt: 1.
TestCenterSetup.exe: voor installatie van TestCenter op de leerling computers die voor de afnames van examens worden gebruikt.
2.
TestManagerSetup.exe: voor installatie van TestManager op de computer van de examensecretaris.
3.
CorrectionManagerSetup.exe: voor installatie van CorrectionManager op de computers van de docenten/correctoren.
Als er geen verbinding tot stand is gekomen met de GlobalServer van Cito dan worden er geen setup bestanden aangemaakt. Probeer in dat geval de verbinding te herstellen en kies vervolgens voor de menu-optie 'Build Setup' in het contextmenu van LocalAgent (rechtsonder in de taakbalk van uw scherm) om de setup bestanden alsnog handmatig aan te maken. De configuratie van de LocalServer (LocalAgent en Datamap) is hiermee afgerond. 4.2.8 Functie ‘synchronize data’ en 'reset synchronisatie history' De functies ‘synchronize data’ en 'reset synchronisatie history' zijn opgenomen in het contextmenu van de LocalAgent. Het is erg belangrijk dat de gegevens tussen de LocalServer en GlobalServer gelijk zijn aan elkaar. Om er zeker van te zijn dat alle gegevens overeenkomen op beide servers kan de functie 'Reset Synchronisatie History' worden aangeroepen vanuit de system tray, rechtsonder in de taakbalk van uw scherm. Deze functie zal ervoor zorgen dat er een volledige synchronisatie plaatsvindt met de Global Server. Dit in tegenstelling tot de reeds bestaande functie 'Synchronize Data' die alleen zorgt voor een synchronisatie van recent gewijzigde gegevens (update).
Installatiehandleiding systeembeheer ExamenTester 2.11
30/58
U roept de functie 'Reset Synchronisatie History' als volgt aan: Klik met de rechter muisknop op het icoon van de LocalAgent rechtsonder in de taakbalk van uw scherm.
Kies de functie 'Reset Synchronisatie History'.
Indien de synchronisatie goed is verlopen dan krijgt u de melding 'Synchronize completed'.
Houdt u er rekening mee dat de uitvoering van de functie 'Reset Synchronisatie History', afhankelijk van de hoeveelheid gegevens die verstuurd wordt, enkele minuten in beslag kan nemen. Gebruik de functie 'Reset Synchronisatie History' alleen op een moment dat de LocalServer weinig tot niet belast wordt. Gebruik deze functie daarom niet op een moment dat er examens worden afgenomen.
4.3 Installatie gebruikersmodules 4.3.1 Voorbereiding installatie gebruikersmodules Ter afsluiting van de configuratie van de LocalServer (paragraaf 4.2.6) zijn in de submap '\Clientsetups' de installatiebestanden aangemaakt waarmee u de drie gebruikers-modules van ExamenTester kunt installeren op de werkstations van de leerlingen, de examensecretaris en de docent/corrector. De drie gebruikersmodules zijn: 1. 2. 3.
TestManager: voor de examensecretaris om examens te installeren en te plannen; TestCenter: voor de leerlingen om een examen te maken of te oefenen; CorrectionManager: voor de docent/corrector om antwoorden op open vragen te corrigeren/scoren.
De installatiebestanden voor TestManager, TestCenter en CorrectionManager zijn standaard in de submap '\ClientSetups' van de installatiemap van de LocalAgent geplaatst. Eventueel heeft u een andere locatie gekozen (zie paragraaf 4.2.3). De drie installatiebestanden hebben hetzelfde icoon:
Maak de installatiebestanden beschikbaar voor de computers waarop TestManager, TestCenter en CorrectionManager worden geïnstalleerd. Plaats de installatiebestanden eventueel in een aparte setup map.
Installatiehandleiding systeembeheer ExamenTester 2.11
31/58
Het is essentieel dat voor de installatie van TestManager, TestCenter gebruik wordt gemaakt van de setup bestanden die zijn aangemaakt tijdens de laatste configuratie van de LocalServer. Deze setup bestanden gebruiken namelijk de identificatie van de computer waarop de LocalServer is geïnstalleerd. Eventuele herinstallatie van de LocalServer op een andere computer betekent dat ook de modules TestManager en TestCenter opnieuw geïnstalleerd en geconfigureerd moeten worden met de setup bestanden die bij de laatste configuratie van de LocalServer zijn aangemaakt. Opmerking: Na het installeren van de LocalServer op een andere server, kunt u er ook voor kiezen de reeds geïnstalleerde modules TestManager en TestCenter handmatig (of via een script) te wijzigen door het bestand netcfg.ini aan te passen op de afnamecomputers. In dat geval dient het bestand netcfg.ini van de modules TestManager en TestCenter zodanig aangepast te worden dat deze verwijzen naar de nieuwe server van de LocalServer. In de directory 'C:\Program Files\ExamenTester 2.11' staat het bestand netcfg.ini. In dit bestand staat op de derde regel 'LocalServerId=', gevolgd door het ip-adres of de naam van de LocalServer (de fysieke server). Als u in dit bestand de naam van de LocalServer wijzigt in het ipadres van de LocalServer kunt u mogelijk snelheidswinst behalen.
Gelijktijdige installatie van meerdere gebruikersmodules (TestManager, TestCenter en CorrectionManager) op dezelfde computer kan leiden tot een foutmelding in verband met de benadering van dezelfde bestanden tijdens de installaties. Eventuele installaties van meerdere modules op dezelfde computer dienen daarom achter elkaar uitgevoerd te worden.
4.3.2 Installatie TestManager Het is niet toegestaan om meerdere versies van TestManager gelijktijdig te gebruiken. In bijzondere gevallen kan dit ertoe leiden dat wijzigingen die in TestManager zijn aangebracht niet worden opgeslagen. Bepaal in overleg met de examensecretaris op welke computer van de school TestManager wordt geïnstalleerd. Om gelijktijdig gebruik van TestManager op meerdere computers te voorkomen, ontraden wij u ten stelligste TestManager op meer dan één computer te installeren.
Controleer of de betreffende computer voldoet aan de minimale systeemeisen. Open de submap ‘\Clientsetups' van de installatiemap van de LocalServer. Dubbelklik op TestManagerSetup.exe.
Installatiehandleiding systeembeheer ExamenTester 2.11
32/58
TestManager wordt automatisch geïnstalleerd op de betreffende computer in de map '\Program Files\ExamenTester 2.11. Nadat de installatie is voltooid, verschijnt de volgende snelkoppeling op het bureaublad.
In paragraaf 4.4 wordt ingegaan op de manier waarop TestManager kan worden opgestart. Het verdere gebruik van de TestManager wordt nader toegelicht in een aparte gebruikershandleiding voor de examensecretaris. Als u de gebruikersmodules installeert op een werkstation voorzien van Microsoft Vista Business of Windows 7/8 en er is Gebruikersaccountbeheer (User Account Control) ingeschakeld dan krijgt u een melding met de vraag of u de installatie wilt annuleren of toestaan. Windows Vista en Windows 7/8 zien de installatie als systeemwijziging en u kunt dit accepteren door op Toestaan te klikken. 4.3.3 Installatie TestCenter
Bepaal in overleg met de examensecretaris op welke computers van de school de digitale examens afgenomen worden. Controleer of deze afnamecomputers voldoen aan de minimale systeemeisen. Open op elke afnamecomputer de map met het installatiebestand TestCenterSetup.exe, en dubbelklik op dit bestand.
Testcenter wordt automatisch geïnstalleerd in de map '\Program Files\ExamenTester 2.11. Nadat de installatie is voltooid, verschijnt de hiernaast afgebeelde snelkoppeling op het bureaublad.
Om te controleren of deze computer aan de systeemeis voor de Flash-versie voldoet, voert u onderstaande handelingen uit: Dubbelklik op de snelkoppeling TestCenter om TestCenter op te starten (of klik op Start -> Programma’s -> ExamenTester 2.11 -> TestCenter ExamenTester 2.11).
Installatiehandleiding systeembeheer ExamenTester 2.11
33/58
Het venster TestCenter Hoofdmenu verschijnt.
Klik op Ondersteuning links onderaan in het venster.
Het volgende venster dat verschijnt, toont u rechtsboven het versienummer van de op dit werkstation geïnstalleerde Flash-player:
4.3.4 Installatie CorrectionManager
Bepaal in overleg met de examensecretaris op welke computers van de school de docenten/correctoren hun werkzaamheden gaan verrichten. Controleer of de betreffende computers voldoen aan de minimale systeemeisen. Open Poort 443 zo nodig voor outbound verkeer van het programma CorrectionManager.exe naar url: https://ctgs211.secure.cito.nl/Correction/*. Open op elke computer de map met het installatiebestand CorrectionManagerSetup.exe, en dubbelklik op dit bestand.
Installatiehandleiding systeembeheer ExamenTester 2.11
34/58
CorrectionManager wordt automatisch geïnstalleerd in de map '\Program Files\ExamenTester 2.11. Nadat de installatie is voltooid, verschijnt de hiernaast afgebeelde snelkoppeling op het bureaublad.
Het gebruik van CorrectionManager wordt nader toegelicht in de gebruikershandleiding voor de docent/corrector. In een aantal gevallen kan de school er voor kiezen om het gebruik van CorrectionManager bij docenten thuis mogelijk te maken. In verband met geheimhouding is thuiscorrectie niet altijd toegestaan. De examensecretaris is ervan op de hoogte of correctie thuis wel of niet is toegestaan. De uitvoering van thuiscorrectie is een verantwoordelijkheid van de school zelf. In geval van thuiscorrectie dient de module CorrectionManager te worden geïnstalleerd op een computer van de docent (met printer en internetverbinding) die voldoet aan de minimale systeemeisen. Om CorrectionManager thuis door de docent te laten gebruiken, moet u de volgende bestanden op cd-rom of dvd voor de docent beschikbaar maken: CorrectionManagerSetup.exe. Dit bestand is tijdens de installatie van de LocalServer automatisch aangemaakt in de submap '\ClientSetups' van de installatiemap van de LocalServer. De package(s) van de examens die worden gecorrigeerd (zie ook paragraaf 4.4.3). De examensecretaris weet om welke cd-rom(s) en/of dvd(s) het gaat. N.B.: maak een kopie van de packages zoals u die op cd-rom of dvd van Cito heeft ontvangen. Maak geen gebruik van de package-bestanden zoals opgeslagen in de datamap van de LocalServer. De bestanden in de datamap bevatten niet alle informatie die voor correctie noodzakelijk zijn. Geef de cd-rom of dvd met bovenstaande bestanden mee aan de docent/corrector, zie ook aanwijzingen in paragraaf 4.4.3. De docent/corrector neemt contact met u op indien er problemen zijn. Geef zo nodig ondersteuning aan de docent/corrector voor installatie thuis. Help bijvoorbeeld bij het bepalen of de betreffende pc voldoet aan de minimale systeemeisen. U kunt als systeembeheerder, indien nodig, bij problemen contact opnemen met de ICT-examenhelpdesk. N.B.: de docent heeft de bestanden in bruikleen van uw school. Het is niet toegestaan van deze bestanden een kopie te maken. De school dient erop toe te zien dat, na afronding van het correctiewerk, de ontvangen cd-rom (of dvd) weer wordt ingeleverd bij de systeembeheerder van de school.
Installatiehandleiding systeembeheer ExamenTester 2.11
35/58
4.4 Voorbereiden gebruik modules 4.4.1 Start TestManager met examensecretaris Na de installatie van TestManager start de systeembeheerder in aanwezigheid van de examensecretaris de module TestManager voor de eerste keer op.
Dubbelklik op de snelkoppeling “TestManager ExamenTester 2.11” op het bureaublad.
Op het scherm verschijnt de melding dat er geen toetsleider met de rol van supervisor of examensecretaris is gevonden:
Klik op OK.
In het volgende venster kunt u zich aanmelden als toetsleider:
Vul in dit scherm de inloggegevens in die u van Cito hebt ontvangen om TestManager voor de eerste keer op te starten. Klik op OK. De inloggegevens die u van Cito hebt ontvangen om TestManager voor de eerste keer te kunnen opstarten, zijn slechts eenmaal geldig.
De wizard Toevoegen Toetsleider start:
Klik op Volgende.
Installatiehandleiding systeembeheer ExamenTester 2.11
36/58
Deze wizard geeft de examensecretaris de gelegenheid een eigen gebruikersnaam en wachtwoord in te voeren. Deze kunnen voortaan gebruikt worden om TestManager op te starten met de rechten die een examensecretaris nodig heeft om zijn werkzaamheden te doen:
De examensecretaris vult de gegevens in die nodig zijn om als supervisor / examensecretaris TestManager een volgende keer te kunnen opstarten. Het wachtwoord van de toetsleider dient minimaal te voldoen aan de volgende criteria: 1 cijfer, 1 hoofdletter, 1 kleine letter, 1 bijzonder teken en in totaal minimaal 6 karakters. Bijvoorbeeld “1Aa2B@”. Bijzondere tekens zijn: ~!@#$^*()_+={}|:;?,.
Klik op Volgende, en sluit TestManager af.
De examensecretaris kan met de gebruikersnaam en het wachtwoord zoals ingevuld in het vorige scherm TestManager de volgende keer opstarten. De werkzaamheden voor de examensecretaris staan verder beschreven in de Gebruikershandleiding ExamenTester 2.11 voor de examensecretaris. 4.4.2 Aanmaken account voor systeembeheerder in TestManager De examensecretaris start TestManager.
Log in met de eerder aangemaakte gebruikersnaam en het bijbehorende wachtwoord.
Installatiehandleiding systeembeheer ExamenTester 2.11
37/58
Zodra de examensecretaris is ingelogd, verschijnt het venster TestManager Hoofdmenu:
Klik op Toetsleiders in het TestManager Hoofdmenu.
Het venster Beheer Toetsleiders met een overzicht van alle toetsleiders in TestManager verschijnt:
Klik op Toevoegen in de linker kolom van het venster.
Installatiehandleiding systeembeheer ExamenTester 2.11
38/58
De wizard Toevoegen Toetsleider start:
Klik op Volgende.
Het venster Toetsleidergegevens verschijnt. In dit venster kunt u de gegevens van de systeembeheerder invullen:
Vul de gegevens in waarmee de systeembeheerder een volgende keer TestManager start. Klik op Volgende.
Het venster Rollen en Rechten verschijnt:
Open het uitrolmenu in het bovenste deel van het venster.
Installatiehandleiding systeembeheer ExamenTester 2.11
39/58
Selecteer de rol Beheerder en klik op Volgende.
In het venster Rollen en Rechten worden de rechten aangegeven waarover de systeembeheerder beschikt.
Klik op Volgende.
Het venster Samenvatting verschijnt:
Klik op Volgende.
Klik op Sluiten, en sluit TestManager af.
Installatiehandleiding systeembeheer ExamenTester 2.11
40/58
4.4.3 Map packages aanmaken De school ontvangt een of meer cd-rom(s) en/of dvd(s) met examens in digitale vorm (‘packages’). Deze packages moeten beschikbaar zijn voor de examensecretaris en correctoren. Hiervoor maakt u een aparte map aan in uw netwerk. Naar deze map (locatie) moet bij het gebruik van CorrectionManager verwezen worden. Maak in uw netwerk een map aan en noem deze bijvoorbeeld ‘Packages2015’. Kopieer de packages zoals ontvangen van Cito op cd-rom of dvd naar de map ‘Packages2015’. Geef de (werkstations van) examensecretaris en de docenten/correctoren leesrechten voor deze map. NB: deze map mag niet toegankelijk zijn voor anderen (leerlingen). Maak de locatie en naam van de map bekend bij de examensecretaris, voor de installatie van packages in TestManager. Bij sommige examens is het toegestaan dat de docent aangeeft de correctie werkzaamheden thuis te willen uitvoeren. N.B.: de examensecretaris moet wel toestemming hebben gegeven voor het betreffende examen. Thuiscorrectie is immers niet toegestaan bij geheime examens. In die gevallen waarin thuiscorrectie is toegestaan, kan de docent u vragen om een kopie van de betreffende examenpackage(s) zoals ontvangen van Cito op cd-rom of dvd, zodat deze ook voor de correctiewerkzaamheden thuis beschikbaar zijn. U kunt nu vast een kopie maken van de cd-rom(s) en/of dvd(s) die u aan docenten wilt uitlenen. Maak van de betreffende cd-rom of dvd één of meer kopieën t.b.v. uitleen aan docenten die de correctie niet (alleen) op school maar (ook) thuis willen en mogen uitvoeren. Noteer op elke cd-rom of dvd de volgende tekst: -> op een veilige plaats bewaren -> kopiëren niet toegestaan -> na gebruik direct inleveren bij [- naam van betreffende systeembeheerder -] Deze cd-rom/dvd is eigendom van [- naam van uw school -] Bewaar alle (kopieën van) cd-rom(s) en/of dvd(s) met examenpackages op een veilige plaats die voor onbevoegden niet toegankelijk is. 4.4.4 Locatie packages opgeven in CorrectionManager Voordat er gecorrigeerd kan worden, moet in CorrectionManager de locatie van de examenpackages opgegeven worden. In deze situatie wordt aangeraden dat een systeembeheerder of examensecretaris direct na installatie van CorrectionManager deze locatie instelt door op de betreffende werkstations in te loggen en het pad naar de packages aan te geven via de optie Packages in het venster CorrectionManager Hoofdmenu (zie ook paragraaf 3.3 van de gebruikershandleiding voor de docent/corrector). Het is niet toegestaan te verwijzen naar de map ‘LocalServer ExamenTester 2.11\Data\Package’ die bij installatie van de LocalServer automatisch is aangemaakt. Deze map bevat niet de volledige packages die voor correctie nodig zijn. De datamap van de LocalServer mag uitsluitend benaderd kunnen worden door de LocalServer zelf.
De locatie van de packages in CorrectionManager staat in het bestand %tmp%\...\ExamenTester2.11\ctcdrom.ini. Onder Windows 7: C:\Users\<username>AppData\Local\ExamenTester2.11\ctcdrom.ini Dit bestand kan bijvoorbeeld door een script worden verspreid zodat deze instelling niet per gebruiker per werkstation hoeft te worden ingesteld. Als de instellingen van de computer of de ingelogde gebruiker (profiel) tussentijds niet worden gewijzigd, onthoudt CorrectionManager de eenmaal opgegeven locatie van packages, zodat deze bij herhaald gebruik van CorrectionManager niet steeds opnieuw hoeft te worden ingesteld. Als de instellingen van de computer of de ingelogde gebruiker (profiel) tussentijds wel kunnen wijzigen, bestaat de kans dat de docent na het opstarten van CorrectionManager de padnaam naar de packages opnieuw moet instellen.
Installatiehandleiding systeembeheer ExamenTester 2.11
41/58
5. Storingen In dit hoofdstuk worden een aantal mogelijke storingen en oplossingen beschreven. De te ondernemen acties kunnen op het werkterrein van de systeembeheerder of van de examensecretaris liggen. Voor meer informatie verwijzen wij u naar de internetpagina: http://centraalexamen.cito.nl, kies: “handleidingen en systeembeheer” en vervolgens “veelgestelde vragen”. U vindt hier een actueel overzicht van veelgestelde vragen over ExamenTester 2.11 en informatie over de bereikbaarheid van de ICT-examenhelpdesk.
5.1 Geen communicatie LocalServer - GlobalServer Indien communicatie tussen LocalServer en GlobalServer niet mogelijk is kunnen onderstaande aanpassingen een oplossing bieden: − −
− −
Controleer de datum en tijd van de LocalServer. De datum en tijd dienen actueel te zijn ingesteld voor communicatie tussen LocalServer en GlobalServer. De service ‘LocalServer ExamenTester 2.11’ wordt standaard gestart onder het lokale systeemaccount. Communicatie tussen de LocalServer en de GlobalServer is soms niet mogelijk onder dit account omdat het lokale systeemaccount niet geautoriseerd is om via poort 443 het internet te kunnen benaderen. Indien uw firewall en/of proxyserver authenticatie toepast, mogen alleen geautoriseerde gebruikers via poort 443 het internet benaderen. U kunt het lokale systeemaccount, waaronder de services ‘LocalServer ExamenTester 2.11’ gestart wordt, wijzigen in een account met meer bevoegdheden. Afhankelijk van de infrastructuur kan het noodzakelijk zijn om clientsoftware behorende bij de firewall, proxyserver (bijvoorbeeld ISA-client bij Microsoft ISA server) te installeren om communicatie via poort 443 met het internet mogelijk te maken. Controleer of het wachtwoord van de ToetsNet Portal goed is ingevuld tijdens de configuratie van de LocalServer.
5.2 Geen Communicatie LocalServer TestManager/TestCenter TestManager en TestCenter communiceren met de LocalServer op basis van het tcp/ip protocol. De communicatie tussen TestManager, TestCenter en de LocalServer 2.11 verloopt over poort nummer 21111. Tijdens het starten van TestManager en TestCenter wordt gezocht naar het ip-adres of de DNS- naam van de LocalServer zoals geconfigureerd is in het netcfg.ini bestand.
Installatiehandleiding systeembeheer ExamenTester 2.11
42/58
Indien tussen TestManager/TestCenter en de LocalServer geen communicatie mogelijk is of de communicatie traag verloopt, kunnen de volgende aanpassingen een oplossing bieden: −
Soms is de DNS-naam in plaats van het ip-adres van de LocalServer opgeslagen in het bestand netcfg.ini. Het bestand netcfg.ini staat in de programmamap van ExamenTester op het werkstation van TestManager en/of TestCenter. In dit bestand kan de DNS-naam van de LocalServer aangepast worden in het ip-adres van de LocalServer. Het bestand netcfg.ini kan centraal aangepast worden in de programma map van de LocalServer. Na een aanpassing in het netcfg.ini-bestand kunnen met behulp van de LocalServer Agent nieuwe clientsetups worden aangemaakt. Hierdoor wordt het netcfg.ini bestand in de nieuwe clientsetups opgenomen. Klik met de rechtermuisknop op het icoon van uw scherm en klik op ’Build Setup’.
−
van de LocalAgent, rechtsonder in de taakbalk
De DNS-naam en het ip-adres van de LocalServer kunnen worden opgenomen in het hostsbestand van Windows. Deze is te vinden in de map: %systemroot%\system32\drivers\etc.
5.3 Technische storing bij examenafname Het kan voorkomen dat het examen van de leerling voortijdig wordt afgebroken. Bijvoorbeeld bij een crash van de afnamecomputer, bij stroomuitval of bij het verbreken van de verbinding van de afnamecomputer met het netwerk van de school. In dat geval krijgt de betreffende leerling bij de betreffende afnameplanning in TestManager de status 'Afgebroken'. De eerder gegeven antwoorden zijn opgeslagen en beschikbaar in de datamap. De examenafname van de leerling kan op dezelfde of op een andere computer worden voortgezet. De herstart van het examen voor deze leerling wordt in paragraaf 5.4 toegelicht. 5.3.1 Handmatig afbreken vastgelopen examenafname Bij sommige technische problemen wordt de afname niet automatisch afgebroken en moet dit handmatig gebeuren. Dit kan voorkomen wanneer het toetsenbord of de muis niet meer reageert op input of wanneer tijdens de toetsafname blijkt dat de geluidskaart niet (meer) goed werkt. In dergelijke situaties kunt u de afname afbreken door de resetknop van de computer langer dan 6 seconden ingedrukt te houden. Zodra de technische storing is verholpen of voor de leerling een andere computer beschikbaar is, kan de leerling zich opnieuw aanmelden voor een examenafname via de optie 'Geplande Afname'. De herstart van het examen voor deze leerling wordt in paragraaf 5.4 toegelicht. 5.3.2 TestCenter sluit af bij aanpassen volumeregeling Dit probleem kan worden veroorzaakt door de multimediasoftware van de geluidskaart. Bij het aanpassen van het geluid vanuit TestCenter kan de multimediasoftware aangeroepen worden. Hierdoor kan bijvoorbeeld een grafische balk gepresenteerd worden op het scherm. TestCenter beschouwt dit als onveilig en breekt de afname direct af. De afname kan wel worden hervat.
Installatiehandleiding systeembeheer ExamenTester 2.11
43/58
5.3.3 TestCenter sluit af bij aanpassing via multimediatoetsenbord Dit probleem kan worden veroorzaakt door de multimediasoftware van het toetsenbord. Bij het gebruik van multimediatoetsen op het toetsenbord, zoals het volume aanpassen, kan de multimediasoftware van het toetsenbord worden aangeroepen. Hierdoor kan bijvoorbeeld een grafische balk gepresenteerd worden op het scherm. TestCenter beschouwt dit als onveilig en breekt de afname direct af. De afname kan wel worden hervat. Bij het gebruik van TestCenter zijn de normale aansturingsfuncties die via het toetsenbord of muis mogelijk zijn, uitgeschakeld. Alleen de functies die bij de afname van de toets zijn toegestaan zijn mogelijk. Omdat zich complicaties kunnen voordoen met software voor ondersteuning van het toetsenbord (zoals iTouch bij Logitech toetsenborden), moet deze software voorafgaand aan het gebruik van TestCenter zijn uitgeschakeld. 5.3.4 Multimedia Indien het geluid van een geluids- of videofragment (bijvoorbeeld mp3 of mpg) niet naar behoren werkt, heeft u wellicht een bepaalde Codec Pack versie die niet (goed) functioneert in combinatie met Windows. U kunt overwegen een andere (vernieuwde) Codec Pack versie te installeren, of juist te de-installeren of anders te configureren. Een Codec Pack is een collectie codecs en hulpprogramma's die nodig zijn voor het omzetten en afspelen van audio en video. 5.3.5 Te weinig schijfruimte voor de datamap van de LocalServer 1: Bij het laden van een toets zonder voldoende schijfruimte voor de datamap van de LocalServer, verschijnt de volgende foutmelding:
2: Als de leerling naar een volgende vraag navigeert of de toets sluit zonder voldoende schijfruimte voor de datamap van de LocalServer, verschijnt de volgende melding: Toetscontrole… De huidige vraag kan momenteel niet worden opgeslagen. Klik op OK en probeer het daarna nog een keer. Met deze controle wordt voorkomen dat een kandidaat verder kan met het examen. Het probleem (onvoldoende schijfruimte) moet eerst verholpen worden voordat verder gegaan kan worden met de afname.
Installatiehandleiding systeembeheer ExamenTester 2.11
44/58
5.4 Herstart Examenafname De leerling kan een afgebroken examenafname herstarten op dezelfde of op een andere computer. Bij herstart op een andere computer geldt een wachttijd van ongeveer vijf minuten voordat de leerling zich weer kan aanmelden. Deze wachttijd heeft de LocalServer nodig om onomstotelijk vast te stellen dat de leerling het examen niet op normale wijze kan inleveren. Indien deze wachttijd nog niet is verstreken, kan de leerling zich niet opnieuw aanmelden. In dat geval meldt ExamenTester dat de betreffende leerling nog 'bezig' is met het examen. Als een leerling met de status 'Afgebroken' zich aanmeldt, wordt dat door TestCenter direct gesignaleerd. In dat geval verschijnt de volgende melding:
Deze leerling krijgt vervolgens uitsluitend de gelegenheid om door te gaan met het eerder afgebroken examen. De afname wordt voortgezet vanaf het punt waar de leerling was gebleven toen de storing optrad, met behoud van alle eerder gegeven antwoorden. De eerder gegeven antwoorden zijn opgeslagen in de datamap van de LocalServer.
Installatiehandleiding systeembeheer ExamenTester 2.11
45/58
6. Verwijderen ExamenTester Bij het verwijderen van ExamenTester 2.11 worden de programma’s, componenten, objecten en snelkoppelingen verwijderd. De programmamap van ExamenTester 2.11 is na afloop opgeruimd. De datamap blijft staan, na het maken van een backup (zie paragraaf 6.3) kunt u deze handmatig verwijderen.
6.1 Verwijderen gebruikersmodules Bij het verwijderen van ExamenTester 2.11 worden eerst de gebruikersmodules verwijderd: TestManager, TestCenter en CorrectionManager. De modules moeten verwijderd worden van elke computer waarop een module is geïnstalleerd.
Ga naar Start Configuratiescherm Software (of Programma’s en onderdelen).
Klik op ExamenTester 2.11 (remove only).
Klik op Wijzigen/Verwijderen om de installatie ongedaan te maken.
Installatiehandleiding systeembeheer ExamenTester 2.11
46/58
Het venster ExamenTester 2.11 Uninstaller verschijnt:
Klik op Yes.
De ExamenTester-modules worden van de computer verwijderd. Het bevestigingsvenster Uninstall Ready verschijnt:
Klik op OK.
6.2 Verwijderen LocalServer Na het verwijderen de gebruikersmodules wordt de LocalServer verwijderd van de Windows-server.
Ga naar Start Configuratiescherm Software.
Klik op LocalServer ExamenTester 2.11.
Installatiehandleiding systeembeheer ExamenTester 2.11
47/58
Klik op Verwijderen om de installatie ongedaan te maken.
Het venster LocalServer ExamenTester 2.11 verwijderen verschijnt:
Klik op Voltooien.
Er komen een aantal zwarte DOS-schermen voorbij en dan:
Installatiehandleiding systeembeheer ExamenTester 2.11
48/58
Klik op Sluiten.
ExamenTester 2.11 is nu verwijderd.
6.3 Back-up datamap Bij het verwijderen van de software wordt de datamap niet verwijderd. De systeeminstellingen en de data blijven zodoende bewaard. Na het maken van een back-up kunt u de datamap handmatig verwijderen. De datamap bevat exameninformatie die tot zes maanden na de diplomering van leerlingen bewaard moeten worden!
Brand een kopie van de datamap en alle onderliggende mappen op dvd.
Bewaar de back-up op een veilige plaats, bijvoorbeeld in een datakluis.
Ga naar de Verkenner en verwijder de datamap.
Installatiehandleiding systeembeheer ExamenTester 2.11
49/58
Bijlage A: Overzicht gebruik ExamenTester Het voorbereiden en afnemen van examens in ExamenTester is een samenspel tussen de systeembeheerder, de examensecretaris, docenten (surveillanten en correctoren) en leerlingen. In grote lijnen ziet dit samenspel er als volgt uit: ExamenTester installeren (systeembeheerder) − Installatie voorbereiden (oude versie verwijderen, netwerk instellen); − LocalServer installeren; − TestManager, TestCenter en CorrectionManager installeren; − Modules gebruiksklaar maken en map examenpackages maken. Examenafnames inplannen in TestManager (examensecretaris) − Gebruikers aanmaken, zoals leerlingen en correctoren; − Installeren examenpackages; − Aanmaken afnameplanningen (koppelen leerlingen aan examens en afnamedata). Alle exameninformatie wordt opgeslagen in de datamap van de LocalServer en gesynchroniseerd naar de GlobalServer (Cito). Geplande examens maken in TestCenter (leerling en surveillant) − Starten geplande afname; − Examenopgaven bekijken en beantwoorden; − Afsluiten en Inleveren examen. Alle afnameresultaten worden opgeslagen in de datamap van de LocalServer en gesynchroniseerd naar de GlobalServer (Cito). Vrijgeven afnameplanning in TestManager (examensecretaris) − Vrijgeven afnameplanning voor correctie (afnameplanning zichtbaar maken in CorrectionManager). Alle informatie over het vrijgeven van afnameplanningen voor correctie wordt opgeslagen in de datamap van de LocalServer en gesynchroniseerd naar de GlobalServer (Cito). Examens corrigeren in CorrectionManager (corrector) − Aanmelden in CorrectionManager; − Instellen padnaam naar examenpackages; − Toekennen scores aan antwoorden van de leerlingen op de open vragen. − Afronden correctie (bevestigen correctie gereed); − Bij examens met twee correctieronden: vaststellen definitieve toetsscores in overleg met de andere corrector. CorrectionManager maakt rechtstreeks verbinding met het internet. Alle correctiegegevens worden via het internet direct opgeslagen in de GlobalServer (Cito) en gesynchroniseerd naar de LocalServer van de school. Examen afronden in TestManager (examensecretaris) − Afdrukken rapporten met de door leerlingen behaalde resultaten; − Uitvoeren dataretour (verzending resultaten naar Cito); − Definitief sluiten van de correctie in TestManager (afnameplanning niet meer zichtbaar in CorrectionManager).
Installatiehandleiding systeembeheer ExamenTester 2.11
50/58
Supervisor
Examensecretaris
Corrector
Beheerder
Surveillant
Bijlage B: Rollen en rechten in ExamenTester 2.11
TestManager Starten
x
x
-
x
-
Leerlingen overzicht Leerlingen toevoegen Leerlingen bewerken Leerlingen verwijderen Leerlingen importeren
x x x x x
x x x x x
-
x x x x x
-
Toetsleiders overzicht Toetsleiders toevoegen Toetsleiders bewerken Toetsleiders verwijderen Toetsleiders importeren
x x x x x
x x x x x
-
-
-
Groepen overzicht Groepen toevoegen Groepen bewerken Groepen verwijderen Groepen importeren
x x x x x
x x x x x
-
x x x x x
-
Categorieën overzicht Categorieën toevoegen Categorieën bewerken Categorieën verwijderen
x x x x
x x x x
-
x x x x
-
Packages overzicht Packages downloaden en installeren Packages van cd-rom/dvd installeren Packages vrijgeven Packages verwijderen
x x x x x
x x x x x
x x x x
x x -
-
Afnameplanningen overzicht Afnameplanningen toevoegen Afnameplanningen bewerken
x x x
x x x
x -
-
-
Onderhoud leerlingen in afnameplanningen
x
x
-
-
-
Leerlingafnames Corrigeren
x
x
x
-
-
Data retour sturen naar Cito
x
x
-
-
-
Mag met examen werken
x
x
-
-
-
Systeeminstellingen wijzigen
x
x
-
x
-
Rapportages maken
x
x
x
-
-
Niet-geplande afname starten
x
x
-
-
-
Goedkeuren van toetsafnames
x
x
x
x
x
CorrectionManager starten
x
x
x
x
-
Installatiehandleiding systeembeheer ExamenTester 2.11
51/58
Bijlage C: ExamenTester & Novell C.1 Inleiding Deze bijlage betreft de installatie van ExamenTester binnen een Novell netwerk, en is een aanvulling op de eerder beschreven installatiestappen. U wordt geacht ook de stappen uit de voorgaande hoofdstukken uit te voeren. De informatie in deze bijlage is gebaseerd op testen die Cito samen met Novell experts heeft uitgevoerd met recente (door Novell ondersteunde) Novell software. Dit is Netware 6.5, Novell Open Enterprise Server (OES 2) en de Novell Client 4.91 SP4 en SP5. Hierbij is onder andere gekeken naar oplossingen voor problemen die zich bij de installatie kunnen voordoen, met name die welke betrekking hebben op de communicatie tussen de LocalServer (LocalAgent) en de datamap.
C.2 Schema ExamenTester bestaat uit vier modules: − LocalServer (LocalAgent en datamap) − TestCenter − TestManager − CorrectionManager
De LocalServer (LocalAgent) maakt gebruik van een Windows service die geïnstalleerd moet worden op een Windows server. De datamap kan op de Novell (Netware 6.5 of OES2) server elders op het schoolnetwerk worden geplaatst. U geeft de locatie van de datamap aan bij de installatie van de LocalServer (paragraaf 4.2.2). Belangrijk is dat de server waarop de datamap zich bevindt, voorzien is van automatische back-up voorzieningen.
Installatiehandleiding systeembeheer ExamenTester 2.11
52/58
C.3 Authenticatie De Windows service (LocalServer) dient middels authenticatie de datamap op de Novell Server te kunnen benaderen. Er zijn meerdere manieren om een Novell omgeving te configureren met betrekking tot authenticatie. De meest voorkomende configuratie is die waarbij de authenticatie wordt uitgevoerd door een Novell Client. Bij een Windows service kan authenticatie worden geweigerd als de Novell Client 4.91 SP4 wordt gebruikt. Als gevolg van een bug in de Novell Client 4.91 SP4 wordt authenticatie tussen de LocalServer en de datamap op de Novell Server onjuist afgehandeld. De LocalServer zal daardoor geen toegang kunnen krijgen tot de datamap. Voor de Novell Client 4.91 SP4 is een patch verschenen die deze bug herstelt waardoor bij een Windows service authenticatie door de Novell Client 4.91 SP4 toch mogelijk is. Novell Client 4.91 SP5 kan zonder patch gebruikt worden. Hieronder wordt aangegeven met welke Novell Client de communicatie (authenticatie) tussen de Windows service op de Windows server en de datamap op een Novell server gerealiseerd kan worden. Vervolgens wordt ingegaan op de configuratie van LocalServer (Windows server en Windows service).
C.4 Novell Client (4.91 SP4 / SP5) De communicatie tussen de Windows service (LocalServer) op de Windows server en de datamap op een Novell server kan gerealiseerd kan worden met Novell Client 4.91. ExamenTester 2.10 werkt zowel met SP4 als SP5. Mocht u niet de nieuwste versie (SP5) gebruiken van Novell Client 4.91 dan kan ExamenTester 2.10 alleen werken door een patch te installeren. Verder zijn de stappen voor beide versies gelijk. C.4.1 Installatie met NMAS Om de communicatie tussen de LocalServer en de datamap op de Novell server mogelijk te maken, moet de Novell Client 4.91 geïnstalleerd worden op de Windows server. De Novell Client 4.91 moet geïnstalleerd zijn met de NMAS (Novell Modular Authentication Service) client. NMAS dient op de Windows server geïnstalleerd te worden tijdens de installatie van de Novell client 4.91. NMAS kunt u tijdens de installatie van de Novell client 4.91 als optie aanvinken. Wij raden u aan een Novell client zonder NMAS eerst te deïnstalleren. Zonder de installatie van NMAS kan de LocalServer geen toegang verkrijgen tot de datamap op de Novell Server.
Deïnstalleer de Novell Client indien deze is geïnstalleerd zonder NMAS client. Installeer de Novell Client 4.91 met de NMAS client.
Installatiehandleiding systeembeheer ExamenTester 2.11
53/58
C.4.2 Patch 491psp4_login_5.zip Sla onderstaande aanwijzingen over als u gebruik maakt van SP5 voor Novell Client 4.91. De patch is in dat geval niet nodig.
Na installatie met de Novell Client 4.91 SP4 zal de LocalServer zich proberen te authenticeren bij de Novell Server. Als gevolg van een bug in de Novell client 4.91 SP4 wordt authenticatie tussen de LocalServer en de datamap op de Novell Server onjuist afgehandeld. De LocalServer zal daardoor geen toegang kunnen krijgen tot de datamap. Deze bug is verholpen in een patch voor de Novell client 4.91 SP4. Deze patch ‘491psp4_login_5.zip’ kan gedownload worden vanaf www.novell.com.
Download het bestand ‘491psp4_login_5.zip’ vanaf www.novell.com. Installeer de patch ‘491psp4_login_5.zip’ .
C.5 LocalServer Aan de hand van de hier volgende paragrafen past u de Windows server en de Windows service van de LocalServer aan zodat er communicatie kan plaatsvinden met de datamap via de Novell client. C.5.1 Gebruikersaccount
Maak op de Windows server èn op de Novell server een gebruikersaccount aan met identieke gebruikersnaam en wachtwoord (let op: deze is hoofdlettergevoelig). Geef dit gebruikersaccount rechten tot volledig beheer op de datamap (van de LocalServer). Op de Windows server hoeft geen Windows gebruikersaccount te worden aangemaakt als er gewerkt wordt met ZENworks en Dynamic Local User policies. In dat geval wordt automatisch een Windows gebruikersaccount aangemaakt.
C.5.2 Installatie LocalServer
Installeer de LocalServer volgens de aanwijzingen in paragraaf 4.2. U installeert de LocalServer op de Windows server waarop ook Novell Client 4.91 is geïnstalleerd.
De LocalServer maakt gebruik van een Windows service ‘LocalServer ExamenTester 2.11’ en een LocalAgent die zichtbaar is in de system tray, rechtsonder in het beeldscherm naast de klok. De Windows service maakt standaard gebruik van het account van de beheerder die de Windows service (LocalServer) heeft geïnstalleerd. Doordat deze standaard gebruiker niet de juiste gebruiker is voor de Novell installatie toont de LocalAgent (fout)meldingen na de installatie, rechtsonder in het beeldscherm. De service kan namelijk niet gestart worden. Negeer deze meldingen. U stelt de service in met het gebruikersaccount dat u eerder heeft aangemaakt. (paragraaf C.5.1)
Installatiehandleiding systeembeheer ExamenTester 2.11
54/58
Voer uit voorzorg de volgende acties uit om de LocalServer te stoppen. Hierna kunnen de instellingen van de service gewijzigd worden.
Stop de LocalServer service ‘LocalServer ExamenTester 2.11’ via: ‘Start – Uitvoeren – Services.msc’ . Sluit de LocalAgent af. Klik met de rechter muisknop op het icoon in de “system tray” en kies “close agent”.
C.5.3 Account LocalServer De LocalServer wordt automatisch gestart onder het lokale systeemaccount van de Windows server. Deze heeft geen toegang tot de datamap op de Novell server. Het gebruikersaccount waaronder de LocalServer wordt gestart, past u als volgt aan:
Klik op Start – Uitvoeren – Services.msc. Vraag de eigenschappen op van LocalServer ExamenTester 2.11. Kies het tabblad Aanmelden.
Selecteer de optie 'Dit account' . Vul het gebruikersaccount in dat u eerder heeft aangemaakt. Het gebruikersaccount dat u eerder heeft aangemaakt moet via de LocalServer door poort 443 kunnen communiceren naar de GlobalServer. Afhankelijk van de instellingen op uw infrastructuur kan er authenticatie op gebruikersniveau plaats vinden. Zorg in dit geval dat het gebruikersaccount, waaronder u de LocalServer laat starten, voldoende rechten heeft om te mogen communiceren met de GlobalServer.
Installatiehandleiding systeembeheer ExamenTester 2.11
55/58
C.5.4 Handmatig starten Bij de installatie van de LocalServer met de datamap op een Windows server zal na een herstart van de Windows server de LocalServer automatisch starten. Bij de installatie van de LocalServer met de datamap op een Novell server kan de LocalServer niet automatisch gestart worden. Na een herstart van de Windows server zal de LocalServer zich willen authenticeren via de Novell client om toegang te verkrijgen tot de datamap. Doordat de Novell client nog niet (volledig) is aangemeld, kan de authenticatie niet worden uitgevoerd. Het gevolg hiervan is dat de LocalServer niet meer gestart kan worden. Ook niet door een handmatige start door een systeembeheerder. We raden u aan de Windows server (LocalServer) continue aan te laten staan, zodat een handmatige herstart van de Windows service wordt voorkomen.
Bij authenticatie met een Novell client moet het automatisch starten van de LocalServer worden aangepast in handmatig starten. U kunt de LocalServer dan starten met de snelkoppeling van de LocalAgent. Na een herstart van de Windows server moet er altijd door een gebruiker/systeembeheerder worden aangemeld op de Windows server om de LocalAgent te kunnen starten. Hieronder wordt beschreven hoe het automatisch starten van de LocalServer kan worden aangepast in handmatig starten. MSConfig De instelling voor het automatisch opstarten van service kunt u als volgt wijzigen:
Klik op Start – Uitvoeren – MSConfig. Selecteer het tabblad Opstarten. Haal het vinkje weg bij Item voor opstarten ‘Cito’ - Opdracht ‘C:\Program Files\LocalServer ExamenTester 2.11’.
Klik op OK.
Installatiehandleiding systeembeheer ExamenTester 2.11
56/58
Services.msc De instellingen voor het starten van de LocalServer kunt u als volgt wijzigen:
Klik op Start – Uitvoeren – Services.msc Vraag de eigenschappen op van LocalServer ExamenTester 2.11. Selecteer het tabblad Algemeen Verander het opstarttype van Automatisch in Handmatig.
Klik op OK.
C.5.5 Herstart LocalServer
De gewijzigde configuratie pas wordt doorgevoerd bij een herstart van de LocalServer. Voer daarom ook de volgende stap uit!
Herstart de Windows server. Meldt u aan op deze server op de gebruikelijke wijze.
Na het aanmelden kan de LocalServer herstart worden met behulp van de LocalAgent.
Klik op de snelkoppeling ExamenTester 2.11 Agent op het bureaublad.
De LocalServer wordt nu herstart.
Configureer de LocalServer (paragraaf 4.2.6 ‘LocalServer configureren’) en volg de verdere instructies voor een volledige installatie van ExamenTester 2.11.
Installatiehandleiding systeembeheer ExamenTester 2.11
57/58
C.6 Checklist Ter afsluiting vindt u hieronder een checklist om te kunnen controleren of aan alle speciale voorwaarden voor de installatie van ExamenTester in een Novell omgeving is voldaan. Randvoorwaarden ExamenTester & Novell De Novell Client 4.91 (SP4 of SP5) is met NMAS client geïnstalleerd. Bij gebruik van Novell Client 4.91 SP4: patch ‘491psp4_login_5’ is geïnstalleerd. Het gebruikersaccount van de LocalServer is volgens onderstaande instructies aangepast: -
Gebruikersnaam en wachtwoord op Windows en Novell server zijn identiek.
-
Gebruikersaccount heeft volledig beheer op de datamap.
-
Gebruikersaccount heeft voldoende rechten om te kunnen communiceren met de GlobalServer.
Automatisch starten via MSConfig is aangepast in handmatig starten. Automatisch starten via Service.msc is aangepast in handmatig starten. Na een herstart van de Windows server (LocalServer) is door een gebruiker/systeembeheerder aangemeld om de LocalAgent te starten.
Installatiehandleiding systeembeheer ExamenTester 2.11
58/58