Installatiehandleiding voor de N150 draadloze router
NETGEAR, Inc. 350 E. Plumeria Drive San Jose, CA 95134 USA
juli 2010 208-10687-01 v1.0
©2010 door NETGEAR, Inc. Alle rechten voorbehouden.
Handelsmerken NETGEAR en het NETGEAR-logo zijn handelsmerken van NETGEAR Inc. Microsoft, Windows en Windows NT zijn gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation. Wi-Fi Protected Setup is een handelsmerk van de Wi-Fi Alliance. Andere merk- en productnamen zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van hun respectieve eigenaars.
Verklaring van de voorwaarden NETGEAR behoudt zich het recht voor om het in dit document beschreven product zonder voorafgaande kennisgeving te wijzigen in het belang van de verbetering van het interne ontwerp, de functionaliteit en/of de betrouwbaarheid. NETGEAR is niet aansprakelijk voor schade ten gevolge van het gebruik of de toepassing van het (de) hierin beschreven product(en) of circuit(s).
ii
Inhoud
Installatiehandleiding voor de N150 draadloze router Aan de slag met uw draadloze router .................................................................................. 1 Uw nieuwe router uitpakken .............................................................................................. 1 Hardware-eigenschappen ................................................................................................. 2 Voorpaneel .................................................................................................................. 2 Achterpaneel ............................................................................................................... 4 Zijpaneel ...................................................................................................................... 4 Etiket van de router ..................................................................................................... 5 Uw draadloze router neerzetten ........................................................................................ 5 Uw draadloze router installeren ......................................................................................... 6 De firmware van uw router bijwerken ................................................................................ 7 Uw router installeren met behulp van de Smart Wizard..................................................... 8 De Smart Wizard gebruiken .............................................................................................. 8 Toegang tot de router na de installatie ............................................................................ 10 Uw router handmatig installeren ........................................................................................ 11 De draadloze router aansluiten ....................................................................................... 12 Uw verbinding controleren ............................................................................................... 15 Uw router instellen voor internettoegang ......................................................................... 17 Uw draadloze netwerk configureren .................................................................................. 20 De draadloze instellingen configureren ........................................................................... 20 De SSID en de draadloze beveiliging handmatig instellen ....................................... 21 Push 'N' Connect (WPS) gebruiken om uw draadloze netwerk te configureren .......... 22 De draadloze basisverbinding testen .............................................................................. 25 Problemen oplossen............................................................................................................ 27 Controlelijst voor de basisinstallatie ................................................................................ 27 De basisfuncties van de router controleren ..................................................................... 28 Problemen met de aanmelding oplossen ........................................................................ 30
iii
De internetverbinding controleren ................................................................................... 31 Een IP-adres verkrijgen ................................................................................................... 31 Problemen met PPPoE oplossen .............................................................................. 32 Problemen met surfen op het internet oplossen ....................................................... 34 Het ping-hulpprogramma gebruiken om problemen op te lossen .................................... 34 Het pad van uw computer naar uw router testen ...................................................... 34 Het pad van een computer naar het internet testen .................................................. 35 Technische specificaties ..................................................................................................... 36 Fabrieksinstellingen ......................................................................................................... 36 Het standaard wachtwoord en de fabrieksinstellingen herstellen .................................... 38 Relevante documenten........................................................................................................ 39 Registratie en certificaten .................................................................................................... 40
iv
Aan de slag met uw draadloze router
Gefeliciteerd met uw aankoop van een supersnelle, draadloze NETGEAR®-router, de N150 draadloze router model WNR1000v2h2. Controleer voordat u uw router installeert de inhoud van de verpakking (raadpleeg “Uw nieuwe router uitpakken” op pagina 1). Bekijk het voor- en achterpaneel van uw router (met name de lampjes) en de belangrijke informatie op het etiket van de router (raadpleeg “Hardwareeigenschappen” op pagina 2). Lees vervolgens het gedeelte “Uw draadloze router neerzetten” op pagina 5 om ervoor te zorgen dat u de beste locatie voor uw router uitkiest.
Uw nieuwe router uitpakken De productverpakking dient de volgende items te bevatten: •
De N150 draadloze router
•
Een netvoedingsadapter (verschilt per regio)
•
Een gele Ethernet-kabel
•
De installatie-cd met: –
de Smart Wizard-installatieassistent (Autorun.exe)
–
een pdf-versie van deze handleiding
–
een koppeling naar de online gebruikershandleiding Na de installatie van de router is er ook een koppeling naar de online gebruikershandleiding beschikbaar in de interface van de router. Klik op Documentation (Documentatie) in het hoofdmenu.
Als een van de onderdelen defect is, ontbreekt of is beschadigd, dient u contact met uw NETGEARdealer op te nemen. Bewaar het karton en de originele verpakking voor het geval u het product ter reparatie dient te retourneren.
Aan de slag met uw draadloze router
1
De router installatieklaar maken: 1. Verwijder de beschermende film voorzichtig van beide zijden van de router. 2. Plaats uw router op een geschikte locatie (in de buurt van een stopcontact en bereikbaar voor
de Ethernet-kabels van uw bekabelde computers).
Hardware-eigenschappen Bekijk voordat u uw router installeert en aansluit het voor- en achterpaneel van de router en met name de lampjes op het voorpaneel.
Voorpaneel De statuslampjes bevinden zich op het voorpaneel van de router (zie Afbeelding 1). Raadpleeg “Uw verbinding controleren” op pagina 15 en “De basisfuncties van de router controleren” op pagina 28 voor meer informatie over de statuslampjes.
1
2
3
4
5
Afbeelding 1
Aan de slag met uw draadloze router
2
U kunt de statuslampjes gebruiken om de verschillende statussen te controleren. Tabel 1.
Omschrijving van de statuslampjes
Afbeelding
1. Netvoeding
2. Push 'N' Connect
3. Internet
4. Draadloos
Activiteit
Omschrijving
Aan (oranje)
De router voert de opstartzelftest uit.
Aan (groen)
De router is ingeschakeld en klaar voor gebruik.
Knippert snel (groen)
Er wordt een software-update uitgevoerd.
Knippert langzaam (groen)
De firmware is corrupt. Raadpleeg “De basisfuncties van de router controleren” op pagina 28 voor instructies over het herstellen van de firmware van de router.
Uit
De router is niet ingeschakeld.
Aan (groen)
Geeft aan dat de draadloze beveiliging is ingeschakeld.
Knippert (groen)
Er kunnen binnen twee minuten WPS-apparaten met de router worden verbonden.
Uit
Er is geen WPS-verbinding.
Aan (oranje)
De router heeft geen IP-adres ontvangen.
Aan (groen)
De draadloze router heeft een internetadres ontvangen.
Knippert (groen)
Er worden gegevens uitgewisseld met het internet.
Uit
De Ethernet-kabel is niet op de modem aangesloten.
Aan (blauw)
De draadloze interface is ingeschakeld.
Knippert (blauw)
Er worden gegevens verzonden via het draadloze netwerk.
Uit
De draadloze interface is uitgeschakeld.
Aan (groen)
Er is een apparaat dat 100 Mbps ondersteunt op de lokale poort aangesloten.
Knippert (groen) 5. LAN Aan (oranje) (Poort 1–4)
Er worden gegevens verzonden met een snelheid van 100 Mbps. Er is een apparaat dat 10 Mbps ondersteunt op de lokale poort aangesloten.
Knippert (oranje)
Er worden gegevens verzonden met een snelheid van 10 Mbps.
Uit
Er is geen verbinding gedetecteerd op deze poort.
Aan de slag met uw draadloze router
3
Achterpaneel De poortaansluitingen bevinden zich op het achterpaneel van de router (zie Afbeelding 2).
1
2
3
4
5
Afbeelding 2
Van links naar rechts bevat het achterpaneel de volgende onderdelen: 1. Uitgang voor de netvoedingsadapter om de netvoedingsadapter aan te sluiten. 2. Aan-uitknop. 3. Internet/Wide Area Network (WAN) Ethernet-poort om de router op een kabel- of DSLmodem aan te sluiten. 4. Vier Local Area Network (LAN) 10/100 Mbps Ethernet-poorten om de router op de lokale computers aan te sluiten. 5. Knop voor het herstellen van de fabrieksinstellingen. Druk gedurende ongeveer 5 seconden op deze knop om de fabrieksinstellingen van de router te herstellen.
Zijpaneel Het zijpaneel van de router wordt in Afbeelding 3 weergegeven.
1 2
Afbeelding 3 Aan de slag met uw draadloze router
4
1. WPS-knop: druk op deze knop om Push ‘N’ Connect (WPS)-beveiliging in of uit te schakelen. Als de draadloze beveiliging is ingeschakeld, brand het Push ‘N’ Connect-lampje op de voorzijde van de draadloze router groen. Raadpleeg “Push 'N' Connect” op pagina 3. 2. Knop voor het in-/uitschakelen van het draadloze access point: druk op deze knop om het draadloze netwerk in of uit te schakelen. Als het draadloze netwerk is ingeschakeld, brandt het lampje voor draadloze verbinding op de voorzijde van de router groen. Raadpleeg “Draadloos” op pagina 3.
Etiket van de router Op het etiket aan de onderzijde van de draadloze router staan het MAC-adres, het serienummer, de beveiligings-PIN en de standaard aanmeldingsgegevens van de router. De poorten op de router hebben elk een eigen kleur om de internetpoort te onderscheiden van de vier andere poorten waarmee de bekabelde computers op uw Local Area Network (LAN) worden aangesloten.
Afbeelding 4
Uw draadloze router neerzetten Met de draadloze router krijgt u binnen het bereik van uw draadloze netwerk vanaf bijna elke locatie toegang tot uw netwerk. Het bereik van uw draadloze verbinding kan afhankelijk van de locatie van de draadloze router echter aanzienlijk variëren. De dikte van de muren en het aantal muren dat het draadloze signaal dient te overbruggen, kunnen het bereik bijvoorbeeld beperken. Plaats voor het beste resultaat uw router: Aan de slag met uw draadloze router
5
•
zo veel mogelijk in het midden van de ruimte waarin u de computers en andere apparaten gebruikt, bij voorkeur binnen het detectiegebied van uw draadloze apparaten,
•
in de buurt van een stopcontact en de Ethernet-kabels van bekabelde computers,
•
op een hoge positie, zoals een hoge plank, en beperk het aantal muren en plafonds tussen de draadloze router en uw andere apparaten,
•
uit de buurt van elektrische apparaten die mogelijk storingen kunnen veroorzaken, zoals plafondventilatoren, beveiligingssystemen, magnetrons of de basiseenheid van een draadloze telefoon,
•
uit de buurt van grote metalen oppervlakken, zoals een solide metalen deur of aluminium steunbouten. Grote oppervlakken van andere materialen, zoals glas, geïsoleerde muren, aquaria, spiegels, baksteen en beton, kunnen uw draadloze signaal ook beïnvloeden. Als u deze richtlijnen niet opvolgt, kunnen de prestaties aanzienlijk teruglopen of kunt u mogelijk geen draadloze verbinding met het internet tot stand brengen.
Uw draadloze router installeren Om u te helpen uw router snel in te stellen en snel toegang tot het internet te krijgen, staat er op de installatie-cd een Smart Wizard™-installatieassistent. De Smart Wizard-installatieassistent helpt u uw router, modem en computers aan te sluiten, uw draadloze instellingen te configureren en draadloze beveiliging voor uw netwerk in te schakelen. Zodra u deze stappen hebt uitgevoerd, bent u klaar om het internet op te gaan! NETGEAR keurt het toevoegen van een NETGEAR-router achter een andere router of het vervangen van een gateway door een NETGEAR-router af en biedt hier geen ondersteuning voor. Als u Macintosh of Linux gebruikt, dient u de installatie handmatig uit te voeren (raadpleeg “Uw router handmatig installeren” op pagina 11). Er zijn twee methoden om uw draadloze router in te stellen: • Installatie met de Smart Wizard: de Smart Wizard-installatieassistent staat op de installatiecd. Raadpleeg “Uw router installeren met behulp van de Smart Wizard” op pagina 8 om de Smart Wizard-installatieassistent te gebruiken.
Aan de slag met uw draadloze router
6
–
Dit is de gemakkelijkste methode. De wizard leidt u door de installatieprocedure, voert verschillende stappen automatisch uit en controleert of alle stappen met succes zijn voltooid.
–
Voor deze methode hebt u een pc met Microsoft Windows nodig. Vraag voordat u de Smart Wizard-installatieassistent op een bedrijfscomputer uitvoert om uw router voor thuisgebruik te installeren toestemming aan de netwerkbeheerder van uw bedrijf. De instellingen van het bedrijfsnetwerk of de Virtual Private Network (VPN)-clientsoftware zorgen mogelijk voor conflicten met de standaard instellingen van een router voor thuisgebruik. Gebruik als u niet zeker weet of er conflicten kunnen ontstaan een andere computer.
•
Handmatige installatie: raadplaag “Uw router handmatig installeren” op pagina 11 als u de Smart Wizard-installatieassistent niet kunt of niet wenst te gebruiken. Selecteer deze optie bijvoorbeeld als u verbinding met een Mac maakt, een Linux-besturingssysteem gebruikt of over de nodige technische vaardigheden beschikt. Installeer als u voor deze optie kiest en u uw router handmatig installeert de router in deze volgorde: 1. Installeer uw draadloze router en verbind deze met uw netwerk (raadpleeg “De draadloze router aansluiten” op pagina 12). 2. Stel uw draadloze router voor internettoegang in (raadpleeg “Uw router instellen voor internettoegang” op pagina 17). 3. Configureer uw draadloze netwerk en selecteer de draadloze beveiligingsinstellingen om uw draadloze netwerk te beschermen (raadpleeg “Uw draadloze netwerk configureren” op pagina 20).
De firmware van uw router bijwerken NETGEAR streeft ernaar de werking en de functies van uw router voortdurend te verbeteren. Om het voor u eenvoudiger te maken om van de beste en recentste functies van uw router te profiteren, voorziet NETGEAR in een reeks verschillende methoden om uw product bij te werken. •
Met de Smart Wizard-installatieassistent kunt u als onderdeel van de installatie op updates controleren en deze installeren (raadpleeg “De Smart Wizard gebruiken” op pagina 8).
•
De router beschikt over een updatefunctie waarmee u op updates kunt controleren en deze kunt installeren. U dient zich bij de router aan te melden om deze functie te kunnen gebruiken (raadpleeg “Uw router instellen voor internettoegang” op pagina 17 of de online gebruikershandleiding).
Aan de slag met uw draadloze router
7
Uw router installeren met behulp van de Smart Wizard
De Smart Wizard-installatieprocedure neemt ongeveer vijftien minuten in beslag. Controleer voordat u de Smart Wizard gebruikt of u: •
een computer met Windows 7, Windows Vista, Windows 2000 of Windows XP met Service Pack 2 gebruikt die over een bekabelde Ethernet-verbinding (en niet over een draadloze verbinding) beschikt,
•
over een internetverbinding via een Internet Service Provider (ISP) beschikt,
•
over de configuratiegegevens van uw Internet Provider beschikt.
De Smart Wizard gebruiken De NETGEAR Smart Wizard leidt u door de procedure om uw router, modem en pc's aan te sluiten. Vervolgens helpt de wizard u bij het configureren van uw draadloze instellingen en het beveiligen van uw draadloze netwerk. De Smart Wizard leidt u door de installatieprocedure en voert verschillende stappen automatisch uit. Bij elke stap in de installatieprocedure controleert de Smart Wizard bovendien of de stappen die u uitvoert met succes zijn voltooid. De router met behulp van de Smart Wizard installeren: 1. Ga als volgt te werk om de Smart Wizard te starten:
•
Windows-gebruikers: –
Plaats de installatie-cd in uw Windows-pc. De cd wordt automatisch opgestart en detecteert de taal die u op uw pc gebruikt. Selecteer indien gewenst een andere taal. Blader als de cd niet automatisch wordt opgestart naar de cd en . dubbelklik op
– •
Klik in het cd-menu op Setup (Installeren) om de Smart Wizard op te starten.
Mac-gebruikers: dubbelklik op MacWizard.
Uw router installeren met behulp van de Smart Wizard
8
2. Klik als de Smart Wizard vraagt of u op updates wilt controleren op Yes (Ja) om te controleren
of er updates voor uw router beschikbaar zijn of op No (Nee) om later een update uit te voeren (raadpleeg “Uw router instellen voor internettoegang” op pagina 17 of de online gebruikershandleiding voor meer informatie). 3. Volg alle andere aanwijzingen op.
De Smart Wizard helpt u de router te installeren, de router met het internet te verbinden, de draadloze netwerkinstellingen te configureren en de optimale beveiliging voor uw netwerk te selecteren. Als u ervoor kiest om tijdens de installatie geen beveiliging in te stellen, kunt u later naar de gebruikersinterface van de router terugkeren om een beveiligingsoptie te selecteren (raadpleeg “Uw draadloze netwerk configureren” op pagina 20). Om ervoor te zorgen dat uw supersnelle draadloze router optimaal presteert, dient de draadloze adapter van elke computer in uw netwerk dezelfde technologie als uw router te ondersteunen. Raadpleeg de online gebruikershandleiding voor meer informatie. Na afloop van de installatie: •
Windows-gebruikers: de Smart Wizard plaatst een Router_Setup.html-bestand op het bureaublad van de computer zodat u de instellingen kunt doornemen. Ook wordt er voor aanmelding bij de router een -snelkoppeling op het bureaublad geplaatst. Via deze snelkoppeling hebt u eenvoudig toegang tot het hoofdmenu van de router.
•
Mac-gebruikers: de Smart Wizard plaatst een Router_Setup.pdf-bestand op het bureaublad.
U hebt nu verbinding met internet.
Afbeelding 5
Uw router installeren met behulp van de Smart Wizard
9
Nadat u verbinding met het internet hebt gemaakt, kunt u: •
u bij de router aanmelden en op nieuwe firmware controleren. Raadpleeg het etiket op de onderzijde voor de standaard aanmeldingsgegevens of de stappen in “Uw draadloze netwerk configureren” op pagina 20.
•
extra draadloze computers aan uw netwerk toevoegen en deze toegang tot het internet geven (raadpleeg “Uw draadloze netwerk configureren” op pagina 20).
Raadpleeg de gebruikershandleiding op de installatie-cd voor geavanceerde functies die niet in deze handleiding aan bod komen.In de interface van de router is ook een koppeling naar de online gebruikershandleiding beschikbaar. Druk op de knop voor het herstellen van de fabrieksinstellingen om de fabrieksinstellingen opnieuw in te stellen. Raadpleeg “Het standaard wachtwoord en de fabrieksinstellingen herstellen” op pagina 38 voor meer informatie over deze functie.
Toegang tot de router na de installatie De Smart Wizard verschijnt alleen als u de router voor het eerst installeert of als de router op de fabrieksinstellingen is ingesteld (bijv. als u de fabrieksinstellingen van de router hebt hersteld). Als u de instellingen na installatie en configuratie met behulp van de Smart Wizard wenst te wijzigen, dient u een browservenster te openen en u bij de router aan te melden. U wordt ook gevraagd op nieuwe routerfirmware te controleren. Raadpleeg “Uw draadloze netwerk configureren” op pagina 20 voor meer informatie.
Uw router installeren met behulp van de Smart Wizard
10
Uw router handmatig installeren
Neem voordat u uw router handmatig installeert en aansluit de onderstaande lijst door en controleer of u over alle noodzakelijke informatie beschikt. Gebruik de procedures in dit onderwerp als u een geavanceerde gebruiker bent of als u een Linux-systeem gebruikt. • •
Internetverbinding via een Internet Service Provider (ISP). De configuratiegegevens die u van uw Internet Service Provider (ISP) hebt gekregen. Afhankelijk van hoe uw internetaccount is ingesteld, hebt u mogelijk de volgende gegevens nodig om uw draadloze router te installeren en toegang tot het internet te krijgen: –
Host- en domeinnaam
–
Aanmeldingsnaam en wachtwoord voor internettoegang (vaak een e-mailadres plus wachtwoord)
–
Adressen van de domeinnaamserver (DNS)
–
Vast of statisch IP-adres
Uw Internet Provider zou u alle informatie moeten hebben gegeven die u nodig hebt om verbinding met het internet te maken. Vraag als u deze informatie niet kunt vinden uw Internet Provider om deze gegevens. •
Controleer als u via een kabelmodem bent verbonden of u de computer gebruikt waarmee u aanvankelijk uw internetaccount hebt ingesteld.
Als u dit nog niet hebt gedaan: •
Controleer of de inhoud van de verpakking van de router volledig is (raadpleeg “Uw nieuwe router uitpakken” op pagina 1).
•
Kies nadat u de richtlijnen in “Uw draadloze router neerzetten” op pagina 5 hebt doorgenomen de beste locatie voor uw draadloze router.
Uw router handmatig installeren
11
De draadloze router aansluiten Controleer voordat u uw draadloze router installeert of de instellingen voor het internetprotocol (TCP/IP) op uw computer zijn ingesteld om het IP-adres via DHCP en het adres van de DNSserver automatisch te verkrijgen. Ga via het configuratiescherm van uw computer naar de TCP/IPinstellingen van uw interne netwerkverbindingen om deze instellingen te controleren. Raadpleeg als u twijfelt de documentatie bij uw computer of klik op de koppeling naar TCP/IP-adressen in “Relevante documenten” op pagina 39. Koppel als u een bestaande router vervangt deze volledig van uw netwerk los en berg deze op voordat u uw nieuwe router installeert. Ga vervolgens verder met stap 5 hieronder. NETGEAR keurt het toevoegen van een NETGEAR-router achter een andere router of het vervangen van een gateway door een NETGEAR-router af en biedt hier geen ondersteuning voor. De installatie van de draadloze router bestaat uit twee stappen: 1. Sluit de productfamilie op de ADSL- of kabelmodem aan en sluit een computer op de productfamilie aan. 2. Configureer de productfamilie voor gebruik met uw internetdienst. De draadloze router, de computer en de modem aansluiten: 1. Zet de computer uit. 2. Zet de kabel- of DSL-breedbandmodem uit en haal de stekker uit het stopcontact. 3. Zoek de kabel (A) waarmee uw computer op de modem is aangesloten. 4. Haal de kabel alleen uit de modem (B). U dient de modem later opnieuw op de router aan
te sluiten.
Uw router handmatig installeren
12
A B
Afbeelding 6 5. Pak de met het NETGEAR-product meegeleverde Ethernet-kabel. Sluit het ene uiteinde van
de Ethernet-kabel op de modem (C) en het andere uiteinde op de internetpoort van de draadloze router (D) aan. (De kabel en het label van de internetpoort hebben dezelfde kleur).
D
C
Afbeelding 7 6. Zoek de kabel (A) die nog op uw computer is aangesloten (zie stap 4). Sluit deze kabel zoals
aangegeven in Afbeelding 8 aan op een van de poorten van de router, bijvoorbeeld op poort 1 (E).
Uw router handmatig installeren
13
A
E 1
2 3 4
Afbeelding 8 7. Sluit alle extra bekabelde pc's op uw router aan door de Ethernet-kabel van de pc op een van
de drie overblijvende LAN-poorten aan te sluiten. 8. Controleer of uw netwerk zoals aangegeven in Afbeelding 9 is geïnstalleerd. Vervolgens kan
het netwerk worden opgestart.
Afbeelding 9
Uw router handmatig installeren
14
9. Start het netwerk zoals hieronder beschreven in de juiste volgorde op.
Als u het netwerk niet in de juiste volgorde (opnieuw) opstart, is het misschien niet mogelijk om een verbinding met het internet tot stand te brengen. Uw netwerk opstarten: 1. Stop de stekker van de kabel- of DSL-modem in het stopcontact en zet de modem aan. Wacht
2 minuten. 2. Steek de stekker van de netvoedingsadapter zoals aangegeven in Afbeelding 10 in het
stopcontact of een verlengsnoer en sluit het andere uiteinde aan op de uitgang voor de netvoedingsadapter van de draadloze router (F). Wacht 1 minuut.
F
Afbeelding 10 3. Zet de computer aan. Het neemt enkele minuten in beslag voordat de router verbinding met uw
computer en uw Internet Provider heeft gemaakt. Als u een DSL-verbinding hebt en software gebruikt om verbinding met het internet te maken, dient u deze software niet uit te voeren. Selecteer hiervoor op de pagina Verbindingen van Internet Explorer (onder Extra > Internetopties) de optie Nooit een verbinding kiezen.
Uw verbinding controleren Controleer of uw router juist is aangesloten door naar de statuslampjes van de draadloze router te kijken (Afbeelding 11).
Uw router handmatig installeren
15
Afbeelding 11 Tabel 2.
Statuslampjes na de installatie
Afbeelding
Omschrijving
1. Netvoeding
Het netvoedingslampje moet groen zijn. Raadpleeg “De basisfuncties van de router controleren” op pagina 28 als dit niet het geval is.
2. Push 'N' Connect
Het WPS-lampje gaat pas branden als u erop drukt om Push ‘N’ Connect (WPS)beveiliging in te schakelen. Raadpleeg “Push 'N' Connect (WPS) gebruiken om uw draadloze netwerk te configureren” op pagina 22.
3. Draadloos
Het statuslampje voor draadloze verbinding dient te branden nadat de draadloze router is ingeschakeld.
4. Internet
Het lampje van de internetpoort dient te branden. Controleer als het lampje niet brandt of de Ethernet-kabel juist op de internetpoort van de draadloze router en op de modem is aangesloten en of de modem is ingeschakeld.
5. LAN (Poort 1–4)
Voor elke computer die met uw netwerk is verbonden, dient er een LAN-lampje te branden. Groen betekent dat uw computer met een snelheid van 100 Mbps communiceert en oranje dat uw computer met een snelheid van 10 Mbps communiceert. Als geen van de LAN-lampjes brandt, dient u te controleren of de Ethernet-kabel tussen de computer en de router aan beide uiteinden juist is aangesloten en of de computer is ingeschakeld.
Uw router handmatig installeren
16
Uw router instellen voor internettoegang Als u uw draadloze router handmatig configureert, dient u zich bij de draadloze router aan te melden om een eerste installatie uit te voeren en later wijzigingen in de instellingen van de draadloze router aan te brengen. Druk op de knop voor het herstellen van de fabrieksinstellingen om de fabrieksinstellingen opnieuw in te stellen. Raadpleeg “Het standaard wachtwoord en de fabrieksinstellingen herstellen” op pagina 38 voor meer informatie. Toegang tot de router krijgen: 1. Voer http://www.routerlogin.net in de adresbalk van uw browser in en druk op Enter.
U kunt een van de volgende adressen invoeren om verbinding met uw draadloze router te maken: http://www.routerlogin.net of http://www.routerlogin.com. Er wordt een aanmeldingsscherm weergegeven (Afbeelding 12).
Afbeelding 12 2. Voer als hier om wordt gevraagd admin in als de gebruikersnaam en password als het
wachtwoord voor de router. Beide dienen zonder hoofdletters te worden ingevoerd. Om veiligheidsredenen heeft de router een eigen gebruikersnaam en wachtwoord. De gebruikersnaam en het wachtwoord van de router zijn niet de gebruikersnaam en het wachtwoord die u gebruikt om verbinding met het internet te maken.
Uw router handmatig installeren
17
Het scherm Firmware Upgrade Assistant (Firmware-upgradeassistent) wordt weergegeven. 3. Klik op Yes (Ja) om op nieuwe firmware te controleren (aanbevolen). De router controleert de
NETGEAR-databank automatisch op nieuwe firmware-imagebestanden. Als er geen nieuwe firmwareversie beschikbaar is, wordt het bericht No New Firmware Version Available (Geen nieuwe firmwareversie beschikbaar) weergegeven. (Als u No (Nee) selecteert, kunt u later alsnog op nieuwe firmware controleren. Raadpleeg de online gebruikershandleiding). 4. Klik als er nieuwe firmware beschikbaar is op Yes (Ja). De router voert automatisch een
upgrade met de meest recente firmware uit. Ga nooit online, schakel de router en de computer niet uit en doe niets anders met de router totdat de router volledig opnieuw is opgestart. Wacht als het netvoedingslampje niet langer knippert een paar seconden voordat u de router gebruikt. 5. Klik in de menu-opties in het navigatievenster aan de linkerzijde op Setup Wizard
(Installatiewizard). De Setup Wizard (Installatiewizard) wordt weergegeven.
Afbeelding 13 6. Selecteer een van de volgende opties:
•
Selecteer Yes (Ja) als u wilt dat de installatiewizard uw internetverbinding detecteert. Klik als hier om wordt gevraagd op Next (Volgende). De wizard helpt u de draadloze router voor verbinding met het internet te configureren.
Uw router handmatig installeren
18
Controleer als u nog steeds geen verbinding met de draadloze router kunt maken de Internet Protocol (TCP/IP)-eigenschappen op het tabblad Netwerkverbinding van het configuratiescherm. Deze dienen zo te zijn ingesteld dat zowel het IP-adres als het adres van de DNS-server automatisch worden verkregen. Raadpleeg voor meer informatie de met uw computer meegeleverde documentatie of de koppelingen in “Relevante documenten” op pagina 39. •
Selecteer No (Nee) om de verbinding handmatig te configureren. Klik op Next (Volgende) om naar het scherm Basic Settings (Basisinstellingen) te gaan. Voer de vereiste informatie voor uw ISP-verbinding in de overeenkomstige velden in. Volg als u hulp nodig hebt de aanwijzingen op het scherm Basic Settings Help (Hulp bij de basisinstellingen) in de interface van de router op of raadpleeg de online gebruikershandleiding van de draadloze router. Raadpleeg “Uw draadloze netwerk configureren” op pagina 20 voor meer informatie over het configureren van de instellingen.
7. Klik op Apply (Toepassen) om uw instellingen op te slaan en uw verbinding te voltooien.
U hebt nu draadloos verbinding met het internet. Als de verbinding niet met succes tot stand wordt gebracht:
•
Controleer de instellingen en controleer of u de juiste opties hebt geselecteerd en alles juist hebt ingevoerd.
•
Neem contact op met uw Internet Provider om te controleren of u over de juiste configuratiegegevens beschikt.
•
Raadpleeg “Problemen oplossen” op pagina 27.
Registreer als de problemen blijven aanhouden uw NETGEAR-product en neem contact op met de technische ondersteuning van NETGEAR.
Uw router handmatig installeren
19
Uw draadloze netwerk configureren
In dit hoofdstuk worden aanvullende configuraties en tests voor uw netwerk besproken die u kunt uitvoeren nadat u de N150 draadloze router hebt geïnstalleerd. Om een draadloze verbinding tot stand te brengen, moeten de router en de draadloze computer(s) dezelfde SSID (ook wel de naam van het draadloze netwerk genoemd) en dezelfde draadloze beveiliging gebruiken. NETGEAR raadt ten zeerste aan dat u uw draadloze netwerk beveiligt. Binnenshuis kunnen computers verbinding maken via draadloze netwerken met een bereik van tientallen meters. Deze afstanden kunnen anderen buiten uw directe omgeving de mogelijkheid bieden om toegang tot uw netwerk te krijgen.
De draadloze instellingen configureren Op het scherm Wireless Settings (Draadloze instellingen) kunt u uw draadloze netwerkverbindingen instellen en de draadloze beveiliging voor uw netwerk en router configureren. Om uw draadloze netwerk te configureren, kunt u de netwerknaam (SSID) en de draadloze beveiligingsinstellingen handmatig invoeren (raadpleeg “De SSID en de draadloze beveiliging handmatig instellen” op pagina 21). Als de clients in uw netwerk met WPS compatibel zijn, kunt u de Wi-Fi Protected Setup (WPS) gebruiken om de SSID automatisch in te stellen en de WPA/WPA2-beveiliging zowel op de router als op de client configureren (raadpleeg “Push 'N' Connect (WPS) gebruiken om uw draadloze netwerk te configureren” op pagina 22). Als u de router vanaf een draadloze computer configureert en u de SSID, het kanaal of de beveiligingsinstellingen van de router verandert, wordt de draadloze verbinding verbroken als u op Apply (Toepassen) klikt. Vervolgens dient u de draadloze instellingen van uw computer zo te wijzigen dat deze met de nieuwe instellingen van de router overeenkomen. Om dit te vermijden, kunt u een computer gebruiken die met behulp van een Ethernet-kabel op de router is aangesloten. Raadpleeg voor een volledig overzicht van alle beveiligingsinstellingen die op deze router kunnen worden geconfigureerd de online gebruikershandleiding.
Uw draadloze netwerk configureren
20
De SSID en de draadloze beveiliging handmatig instellen U dient over de volgende informatie te beschikken om de draadloze instellingen te configureren: •
SSID. De standaard SSID van de router is NETGEAR.
•
De draadloze modus (802.11g/b of 802.11n) die door elke draadloze adapter wordt ondersteund.
•
De draadloze beveiliging. NETGEAR raadt ten zeerste aan dat u uw draadloze netwerk beveiligt. Controleer om de draadloze beveiliging met succes te configureren elke draadloze adapter om na te gaan welke vorm van draadloze beveiliging deze ondersteunt.
Een draadloze basisverbinding instellen: 1. Meld u aan bij de router op http://www.routerlogin.net of http://www.routerlogin.com.
Gebruik hiervoor de standaard gebruikersnaam admin en het standaard wachtwoord password. Als u een ander LAN-adres of een ander wachtwoord hebt ingesteld, dient u deze te gebruiken. 2. Selecteer Wireless Settings (Draadloze instellingen) in het hoofdmenu om het scherm
Wireless Settings (Draadloze instellingen) weer te geven. Onthoud dat de standaard SSID NETGEAR is. De SSID van alle draadloze adapters moet overeenkomen met de SSID die u in de draadloze router configureert. Als deze niet overeenkomen, kunt u geen draadloze verbinding tot stand brengen. 3. Stel bij Region (Regio) de regio in. Selecteer de regio waarin u de router gebruikt. 4. Laat bij de draadloze modus de standaard instelling staan. 5. Klik op Apply (Toepassen) om uw wijzigingen op te slaan. De draadloze verbinding van uw computers instellen: 1. Configureer de draadloze instellingen van elke computer of elke draadloze adapter zo dat deze
dezelfde SSID (draadloze netwerknaam) als de router hebben. 2. Controleer of de draadloze adapter op elke computer de modus- en beveiligingsopties ondersteunt
die u hebt geselecteerd. (Raadpleeg als u vragen hebt de online gebruikershandleiding of bekijk de instellingen die u eerder hebt geselecteerd). 3. Controleer of de beveiligingsinstellingen op elk draadloos apparaat met de beveiligingsinstellingen
van de router overeenkomen. Een voorbeeld: als u een beveiligingsoptie met een passphrase hebt geselecteerd, dient op elke draadloze computer dezelfde passphrase te worden gebruikt. Uw draadloze netwerk configureren
21
4. Controleer of elke draadloze computer een draadloze verbinding heeft en in staat is via DHCP
een IP-adres van de router te verkrijgen. Ga in het geval van een Windows-pc naar het configuratiescherm en selecteer Netwerkverbindingen. Selecteer in het geval van een Apple-pc Menu > Systeemvoorkeuren en selecteer vervolgens Netwerk. Controleer de instellingen bij Draadloze verbindingen en controleer of de TCP/ IP-instellingen zijn ingesteld op Automatisch een IP-adres verkrijgen. Om toegang tot het internet te krijgen vanaf elke computer die op uw draadloze router is aangesloten, opent u een browser zoals Microsoft Internet Explorer of Netscape Navigator. Het internetlampje van de draadloze router dient te knipperen om communicatie met de Internet Provider aan te geven.
Push 'N' Connect (WPS) gebruiken om uw draadloze netwerk te configureren Als de draadloze clients Wi-Fi Protected Setup (WPS) ondersteunen, kunt u deze functie gebruiken om de SSID en de beveiligingsinstellingen van de router te configureren en de draadloze client tegelijkertijd veilig en eenvoudig met de router te verbinden (computers die draadloos verbinding met de router maken, zijn clients). Zoek naar het -symbool op uw client-apparaat.1 WPS configureert de SSID en de draadloze beveiligingsinstellingen van de router automatisch (als de router op de fabrieksinstellingen is ingesteld) en zendt deze instellingen uit naar de draadloze client. Push 'N' Connect van NETGEAR is gebaseerd op de WPS (Wi-Fi Protected Setup)norm. Alle andere voor Wi-Fi goedgekeurde en voor WPS geschikte producten zijn in principe compatibel met NETGEAR-producten waarop Push 'N' Connect is geïmplementeerd. Als de router reeds handmatig is geconfigureerd en WPS-PSK- of WPA2-PSK-beveiliging is ingeschakeld, kan een draadloze client met behulp van de WPS-methode snel en eenvoudig verbinding met het draadloze netwerk maken. In dit geval behoudt de router de bestaande draadloze instellingen en worden deze naar de WPS-client uitgezonden. Als u WPS gebruikt, zijn de enige ondersteunde beveiligingsmethoden WPA-PSK en WPA2-PSK. WEP-beveiliging wordt niet door WPS ondersteund.
1. Ga voor een lijst met andere voor Wi-Fi goedgekeurde producten van NETGEAR naar http://www.wi-fi.org. Uw draadloze netwerk configureren
22
Als u een NETGEAR-adapter met WPS-ondersteuning installeert, wordt tijdens de installatieprocedure van de adapter uitgelegd hoe u een WPS-verbinding tot stand brengt. In dit geval hoeft u zich niet bij de router aan te melden. Als u een WPS-verbinding op basis van de routerinstellingen tot stand wilt brengen, dient u de onderstaande stappen uit te voeren. (Raadpleeg voor meer informatie over het instellen van een gemengd netwerk de online gebruikershandleiding). Een WPS-client toevoegen aan uw netwerk: 1. Meld u aan bij de draadloze router, voer http://www.routerlogin.net of
http://www.routerlogin.com in de adresbalk van uw browser in en klik op Enter. 2. Selecteer in het hoofdmenu van de router Add a WPS Client (Een WPS-client toevoegen).
De wizard Add WPS Client (Een WPS-client toevoegen) wordt weergegeven. Klik op Next (Volgende).
Afbeelding 14 3. Selecteer de methode die u wilt gebruiken om de WPS-client toe te voegen. U kunt een WPS-
client toevoegen met behulp van de methode Push Button (Drukknop) of de methode PIN (PIN-code). •
De drukknop gebruiken. Dit is de voorkeursmethode. –
Selecteer Push Button (Drukknop) en druk op de WPS-drukknop op de router of klik op de WPS-drukknop op het scherm (zie hieronder).
–
De router probeert met de client te communiceren en u hebt 2 minuten de tijd om WPS met behulp van het WPS-netwerkhulpprogramma van de client in te schakelen.
Uw draadloze netwerk configureren
23
:
Afbeelding 15
•
Een PIN-code invoeren. Selecteer als u de methode PIN (PIN-code) wilt gebruiken PIN (PIN-code). Er wordt een aanmeldingsscherm weergegeven. –
Ga naar uw draadloze client en achterhaal via het WPS-hulpprogramma de beveiligings-PIN van de client of volg de instructies van het WPS-hulpprogramma op om een beveiligings-PIN te genereren.
–
Voer deze PIN-code vervolgens in het veld Enter Client’s PIN (PIN-code van de client invoeren) van de router in en klik op Next (Volgende). U hebt 4 minuten de tijd om WPS met behulp van deze methode op de router in te schakelen.
Afbeelding 16
Als u een van beide methoden gebruikt, probeert de draadloze client het WPS-signaal van de router te detecteren en in de toegewezen tijd een draadloze verbinding tot stand te brengen. •
•
Als er geen verbinding wordt gedetecteerd: –
heeft WPS geen veilige verbinding met een draadloos apparaat tot stand gebracht of
–
zijn er geen SSID- of WPA/WPA2-beveiligingsinstellingen op de router geconfigureerd.
Als er een verbinding tot stand wordt gebracht: –
wordt er op het WPS-scherm van de router een bericht weergegeven dat de draadloze client met succes aan het draadloze netwerk is toegevoegd en
Uw draadloze netwerk configureren
24
–
heeft de router heeft een SSID gegenereerd, draadloze WPA/WPA2-beveiliging (inclusief PSK-beveiligingswachtwoord) geïmplementeerd en de configuratie naar de draadloze client gestuurd. De client beschikt nu dus over dezelfde beveiligingsinstellingen als de router. Als de router reeds handmatig was geconfigureerd en WPS/PSK- of WPA2/ PSK-beveiliging was ingeschakeld en er een PSK-beveiligingswachtwoord was geselecteerd, deelt de client deze beveiligingsinstellingen nu met de router.
4. Noteer de SSID en het (eerder ingestelde of gegenereerde) WPA/WPA2 PSK-
beveiligingswachtwoord voor uw draadloze netwerk. Om toegang tot het internet te krijgen vanaf elke computer die op uw draadloze router is aangesloten, opent u een browser zoals Microsoft Internet Explorer of Netscape Navigator. Het internetlampje van de draadloze router dient te knipperen om communicatie met de Internet Provider aan te geven. Als u van plan bent een gemengd netwerk met WPS-apparaten en niet-WPSapparaten in te stellen, raadt NETGEAR u aan om uw draadloze netwerk en beveiligingsinstellingen eerst handmatig te configureren en WPS uitsluitend te gebruiken om WPS-apparaten toe te voegen. Raadpleeg voor meer informatie over het instellen van uw draadloze netwerk en het configureren van de beveiligingsinstellingen de online gebruikershandleiding.
De draadloze basisverbinding testen Zodra u een draadloze basisverbinding hebt ingesteld, kunt u de beveiligingsinstellingen naar wens aanpassen. Een draadloze basisverbinding instellen en testen: 1. Meld u aan bij de draadloze router op het standaard LAN-adres http://Variabel standaard
IP-adres met admin als standaard gebruikersnaam en password als standaard wachtwoord (of met het LAN-adres en wachtwoord dat u hebt ingesteld). 2. Klik op Wireless Settings (Draadloze instellingen) in het hoofdmenu.
Uw draadloze netwerk configureren
25
3. Noteer de SSID die u hebt ingesteld.
De SSID van alle draadloze adapters moet overeenkomen met de SSID die u in de draadloze router configureert. Als deze niet overeenkomen, kunt u geen draadloze verbinding tot stand brengen. Als u de productfamilie vanaf een draadloze computer configureert en u de SSID, het kanaal of de beveiligingsinstellingen van de productfamilie verandert, wordt de draadloze verbinding verbroken als u op Apply (Toepassen) klikt. Vervolgens dient u de draadloze instellingen van uw computer te wijzigen zodat deze met de nieuwe instellingen van de productfamilie overeenkomen. 4. Configureer en test uw computers voor draadloze verbindingen.
Configureer de draadloze adapter van elke computer zo dat deze dezelfde SSID (draadloze netwerknaam) heeft als de draadloze router. Controleer of deze draadloos verbinding maken en of ze via DHCP een IP-adres van de productfamilie verkrijgen. Uw draadloze router is nu geconfigureerd om uw netwerk met het internet te verbinden. Uw draadloze router maakt automatisch verbinding met het internet als een van uw computers toegang nodig heeft. Het is niet nodig een inbel- of inlogtoepassing zoals Dial-Up Networking of Enternet uit te voeren om verbinding te maken, in te loggen of de verbinding te verbreken. Deze functies worden indien nodig automatisch door de draadloze router uitgevoerd. Om toegang tot het internet te krijgen vanaf elke computer die op uw draadloze router is aangesloten, opent u een browser zoals Microsoft Internet Explorer of Mozilla Firefox. Het internetlampje van de draadloze router dient te knipperen om communicatie met de Internet Provider aan te geven. De browser dient een webpagina weer te geven.
Uw draadloze netwerk configureren
26
Problemen oplossen
Raadpleeg als u problemen met de internettoegang hebt de controlelijst voor de basisinstallatie om te controleren of u de router juist hebt aangesloten en ingesteld. De volgende problemen komen aan bod: •
“Controlelijst voor de basisinstallatie” op pagina 27
•
“De basisfuncties van de router controleren” op pagina 28
•
“Problemen met de aanmelding oplossen” op pagina 30
•
“De internetverbinding controleren” op pagina 31
•
“Een IP-adres verkrijgen” op pagina 31
•
“Het ping-hulpprogramma gebruiken om problemen op te lossen” op pagina 34
Controlelijst voor de basisinstallatie Hieronder staan de meest voorkomende fouten bij het instellen van de router. Neem deze controlelijst aandachtig door om te controleren of u de aanbevolen procedures hebt opgevolgd. •
Start uw netwerk altijd in deze volgorde op: 1. Zet de modem uit en haal de stekker uit het stopcontact. Zet vervolgens de draadloze router en uw computer uit. 2. Zet de modem aan en wacht 2 minuten. 3. Zet de draadloze router aan en wacht 1 minuut. 4. Zet de computer aan.
•
Controleer of de Ethernet-kabels juist zijn aangesloten. –
Het internetstatuslampje op de draadloze router brandt als de Ethernet-kabel tussen de draadloze router en de modem juist is aangesloten en de modem en de draadloze router beide zijn ingeschakeld (raadpleeg “De draadloze router aansluiten” op pagina 12).
–
Voor elke ingeschakelde computer die juist met een Ethernet-kabel op de draadloze router is aangesloten, gaat het bijbehorende LAN-poortstatuslampje van de draadloze router branden. Op het etiket aan de onderzijde van de draadloze router vindt u het nummer van de verschillende LAN-poorten terug (raadpleeg “LAN (Poort 1–4)” op pagina 3).
Problemen oplossen
27
•
Controleer of de netwerkinstellingen van de computer juist zijn. –
Via LAN aangesloten computers moeten zijn geconfigureerd om via DHCP automatisch een IP-adres te verkrijgen. Raadpleeg de koppelingen in “Relevante documenten” op pagina 39 voor meer informatie.
–
•
Als u een kabelmodem hebt, dient u over het algemeen het MAC-adres van de bij de account geregistreerde computer te gebruiken. Selecteer als dit het geval is in het gedeelte Router MAC Address (MAC-adres van de router) van het menu Basic Settings (Basisinstellingen) de optie Use this Computer's MAC Address (MAC-adres van deze computer gebruiken). Klik op Apply (Toepassen) om de instellingen op te slaan. Start het netwerk in de juiste volgorde opnieuw op. Controleer de statuslampjes op de router om te zien of deze juist werkt. Stel als het netvoedingslampje twee minuten na het inschakelen van de router niet groen brandt de router opnieuw in aan de hand van de instructies in “Het standaard wachtwoord en de fabrieksinstellingen herstellen” op pagina 38.
De basisfuncties van de router controleren Nadat u de router hebt ingeschakeld, zou het volgende moeten gebeuren: 1. Controleer nadat u de router hebt ingeschakeld of het netvoedingslampje brandt (zie “Voorpaneel” op pagina 2). 2. Controleer of het netvoedingslampje na een paar seconden oranje wordt. Dit geeft aan dat de zelftestprocedure wordt uitgevoerd. 3. Controleer na ongeveer 20 seconden of: a. het netvoedingslampje groen is geworden. b. de LAN-poortlampjes van alle aangesloten LAN-poorten branden. Als het lampje van een van de poorten brandt, is er verbinding met het aangesloten apparaat. Als er een apparaat dat 100 Mbps ondersteunt op een LAN-poort is aangesloten, dient u te controleren of het lampje van de poort groen brandt. Als er een apparaat dat 10 Mbps ondersteunt op de poort is aangesloten, brandt het lampje oranje. c. de internetpoort is aangesloten en het bijbehorende lampje brandt. 4. Controleer als u WPS-beveiliging hebt ingeschakeld of het statuslampje van de Push 'N' Connect-functie niet langer knippert en groen brandt (als u dit niet hebt gedaan, dient het lampje van de Push 'N' Connect-functie niet te branden). Zoek als dit niet gebeurt de oplossing in de volgende lijst: •
Het netvoedingslampje brandt niet. Als het netvoedingslampje en de andere lampjes niet branden (raadpleeg “De draadloze router aansluiten” op pagina 12), dient u het volgende te controleren:
Problemen oplossen
28
– –
Controleer of het netsnoer juist op de router is aangesloten en of de netvoedingsadapter juist op een functionerende stroombron is aangesloten. Controleer of u de netvoedingsadapter gebruikt die door NETGEAR met dit product is meegeleverd.
Als het probleem niet is opgelost, is er een probleem met de hardware en dient u contact met de technische ondersteuning op te nemen. •
Het netvoedingslampje knippert langzaam en ononderbroken groen. De firmware van de router is corrupt. De firmware herstellen: a. Controleer of de computer op de router is aangesloten en of de router is ingeschakeld. b. Plaats de met uw router meegeleverde installatie-cd in uw computer. –
De cd wordt automatisch opgestart en detecteert de taal die u op uw pc gebruikt. Selecteer indien gewenst een andere taal.
–
Blader als de cd niet automatisch wordt opgestart naar de cd en dubbelklik op
.
c. Klik in het cd-menu op Supporting Software (Ondersteuningssoftware) en vervolgens op NETGEAR Firmware Recovery Utility (Herstelprogramma voor NETGEAR-firmware). Volg de aanwijzingen op het scherm op om de firmware te herstellen. Nadat u het NETGEAR Router Recovery-herstelprogramma hebt geïnstalleerd, wordt de -snelkoppeling op het bureaublad geplaatst. d. Volg nadat de firmware is hersteld de aanwijzingen op het scherm op om de configuratieinstellingen te herstellen. •
Het netvoedingslampje blijft oranje. Als de router wordt ingeschakeld, brandt het netvoedingslampje gedurende ongeveer 20 seconden oranje. Vervolgens wordt het lampje groen. Als het lampje niet groen wordt, is er een probleem met de router. Als het netvoedingslampje 1 minuut na het inschakelen van de router nog steeds oranje brandt: a. Zet de router uit en weer aan om te zien of het probleem zo wordt verholpen. b. Herstel de fabrieksinstellingen van de router. Hierdoor wordt het IP-adres van de router ingesteld op 192.168.1.1. Deze procedure wordt uitgelegd in “Het standaard wachtwoord en de fabrieksinstellingen herstellen” op pagina 38. Als het probleem niet is opgelost, is er mogelijk een probleem met de hardware en dient u contact met de technische ondersteuning op te nemen.
•
Het internetlampje blijft oranje. Als de router wordt ingeschakeld, brandt het internetlampje gedurende ongeveer 20 seconden oranje. Vervolgens wordt het lampje groen. Als het lampje niet groen wordt, is er een probleem met de router. Als het internetlampje 1 minuut na het inschakelen van de router nog steeds oranje brandt:
Problemen oplossen
29
a. Er kan geen verbinding met het internet tot stand worden gebracht. Controleer of u de juiste internetinstellingen hebt ingevoerd. b. Herstel de fabrieksinstellingen van de router. Hierdoor wordt het IP-adres van de router ingesteld op 192.168.1.1. Deze procedure wordt uitgelegd in “Het standaard wachtwoord en de fabrieksinstellingen herstellen” op pagina 38. c. Zet de router uit en weer aan om te zien of het probleem zo wordt verholpen. •
De lampjes van de LAN-poorten en de internetpoort branden niet. Als het internetlampje of de LAN-lampjes niet branden als de Ethernet-verbinding tot stand is gebracht, dient u te controleren of: a. de Ethernet-kabel juist op de router en de computer is aangesloten, b. de aangesloten computer is ingeschakeld, c. u hetzelfde type Ethernet-kabel gebruikt als met de draadloze router is meegeleverd. Raadpleeg “De draadloze router aansluiten” op pagina 12 voor instructies.
Raadpleeg de online gebruikershandleiding voor meer informatie over WPS en geavanceerde functies.
Problemen met de aanmelding oplossen Als u zich niet bij de draadloze router kunt aanmelden, dient u het volgende te controleren: •
Als u een computer met Ethernet-verbinding gebruikt, dient u de Ethernet-verbinding tussen de computer en de router te controleren (zoals beschreven in “De basisfuncties van de router controleren” op pagina 28).
•
Controleer of u de juiste aanmeldingsgegevens gebruikt. De standaard gebruikersnaam is admin en het wachtwoord is password. Zorg ervoor dat Caps Lock is uitgeschakeld wanneer u deze informatie invoert.
•
Controleer of het IP-adres van uw computer op hetzelfde subnet als de router zit. Als u het aanbevolen adresschema gebruikt, moet het adres van uw computer tussen 192.168.1.2 en 192.168.1.254 liggen. Raadpleeg de documentatie bij uw computer of Een computer klaarmaken voor toegang tot een netwerk in “Relevante documenten” op pagina 39 voor hulp bij het configureren van uw computer. Als uw computer geen verbinding met een DHCP-server kan maken, wijzen sommige besturingssystemen een IP-adres in het bereik van 169.254.x.x toe. Als het IP-adres in dit bereik ligt, dient u de verbinding tussen de computer en de router te controleren en vervolgens de computer opnieuw op te starten.
Problemen oplossen
30
•
Als het IP-adres van de router is gewijzigd en u het huidige IP-adres niet weet, dient u de fabrieksinstellingen van de router te herstellen. Met deze procedure wordt het IP-adres van de router opnieuw ingesteld op 192.168.1.1 (raadpleeg “Het standaard wachtwoord en de fabrieksinstellingen herstellen” op pagina 38).
•
Java, JavaScript of ActiveX dient op uw browser te zijn ingeschakeld. Als u Internet Explorer gebruikt, dient u op Vernieuwen te klikken om ervoor te zorgen dat het Java-applet wordt geladen. Sluit de browser en start deze opnieuw op.
•
Als u probeert uw NETGEAR-router als een extra router achter een bestaande router te installeren, kan het verstandig zijn om in plaats hiervan de bestaande router te vervangen. NETGEAR biedt geen ondersteuning voor dergelijke configuraties.
•
Houd er als u een ADSL-gateway in het netwerk door uw NETGEAR-router wilt vervangen rekening mee dat de router vele gatewayfuncties niet kan uitvoeren. Denk hierbij aan het omzetten van ADSL- of kabelgegevens in Ethernet-gegevens. NETGEAR biedt geen ondersteuning voor dergelijke configuraties.
De internetverbinding controleren Controleer als uw router geen verbinding met het internet kan maken eerst de internetverbinding en vervolgens de draadloze router. •
De internetverbinding. De statuslampjes op de kabel- of DSL-modem geven aan of de verbinding in orde is. Raadpleeg de documentatie bij de modem of bel uw Internet Service Provider voor meer informatie over het controleren van de verbinding van de modem.
•
Het internetlampje van de draadloze router brandt of knippert groen. Als het internetlampje groen brandt of knippert, is de internetverbinding in orde en zijn de kabels juist aangesloten.
•
Het internetlampje van de draadloze router brandt niet. Als het internetlampje niet brandt, dient u te controleren of de Ethernet-kabel juist op de kabel- of DSL-modem en de computer is aangesloten en of zowel de modem als de draadloze router zijn ingeschakeld.
Een IP-adres verkrijgen Als de draadloze router geen verbinding met het internet kan maken en het internetlampje oranje is, dient u te controleren of de draadloze router een internet-IP-adres van uw serviceprovider ontvangt. Als u geen statisch IP-adres hebt, vraagt de draadloze router automatisch een IP-adres aan bij uw serviceprovider. Het IP-adres via de browserinterface controleren: 1. Meld u bij de draadloze router aan.
Problemen oplossen
31
2. Gebruik de koppeling Router Status (Status van de router) onder Maintenance (Onderhoud)
om te controleren of er een IP-adres voor de internetpoort wordt weergegeven. Als 0.0.0.0 wordt weergegeven, ontvangt de draadloze router geen IP-adres van uw serviceprovider. Als de router geen IP-adres van uw serviceprovider ontvangt, kan dit de volgende oorzaken hebben: • Uw serviceprovider vereist aanmelding. Vraag uw serviceprovider of PPP over Ethernet (PPPoE)-aanmelding is vereist. • Mogelijk hebt u de servicenaam, de gebruikersnaam of het wachtwoord verkeerd ingesteld. Raadpleeg “Problemen met PPPoE oplossen” op pagina 32. • Mogelijk controleert uw serviceprovider de hostnaam van uw computer. Wijs in het menu Basic Settings (Basisinstellingen) de hostnaam van de computer van uw ISP-account aan de draadloze router toe. •
Mogelijk mag van uw serviceprovider slechts één Ethernet MAC-adres verbinding met het internet maken en controleert de provider het MAC-adres van uw computer. Als dit het geval is: –
Vertel uw serviceprovider dat u een nieuw netwerkapparaat hebt aangeschaft en vraag deze het MAC-adres van de draadloze router te gebruiken of
–
Configureer de router zo dat deze het MAC-adres van uw computer spooft. Selecteer op het scherm Basic Settings (Basisinstellingen) van het gedeelte Router MAC Address (MAC-adres van de router) de optie Use this Computer’s MAC Address (MAC-adres van deze computer gebruiken) en klik op Apply (Toepassen). Start uw netwerk in de juiste volgorde opnieuw op (raadpleeg “Controlelijst voor de basisinstallatie” op pagina 27).
Problemen met PPPoE oplossen Los als u PPPoE gebruikt eerst eventuele problemen met uw internetverbinding op. Problemen met de PPPoE-verbinding oplossen: 1. Meld u bij de draadloze router aan. 2. Selecteer Router Status (Status van de router) onder Maintenance (Onderhoud) in het
hoofdmenu. 3. Klik op Connection Status (Status van de verbinding). Als bij alle stappen OK wordt weergegeven,
is de PPPoE-verbinding in orde. Als bij een van de stappen Failed (Mislukt) wordt weergegeven, kunt u proberen om de verbinding te herstellen door op Connect (Verbinden) te klikken. De draadloze router blijft proberen om verbinding te maken.
Problemen oplossen
32
Als u na een paar minuten nog steeds geen verbinding kunt maken, gebruikt u mogelijk een verkeerde servicenaam, een verkeerde gebruikersnaam of een verkeerd wachtwoord. Het is mogelijk dat er een provisioning probleem met uw Internet Provider is. Tenzij u de verbinding handmatig instelt, voert de draadloze router geen verificatie met PPPoE uit totdat er gegevens naar het netwerk worden verzonden.
Problemen oplossen
33
Problemen met surfen op het internet oplossen Als de draadloze router een IP-adres ontvangt, maar de computer geen webpagina's van het internet kan laden, dient u het volgende te controleren: •
Uw computer herkent de adressen van de DNS-servers mogelijk niet. Een DNS-server is een host op het internet die internetnamen (zoals www-adressen) in numerieke IP-adressen omzet. Uw Internet Provider verstrekt meestal de adressen van een of twee DNS-servers die u kunt gebruiken. Als u tijdens de configuratie van de draadloze router een DNS-adres hebt ingevoerd, dient u uw computer opnieuw op te starten. U kunt uw computer ook handmatig met een DNS-adres configureren, zoals uitgelegd in de documentatie bij uw computer.
•
Uw computer heeft de draadloze router mogelijk niet als de standaard gateway geconfigureerd. Start de computer opnieuw op en controleer of het adres (192.168.1.1) van de draadloze router als het standaard gateway-adres van de computer is ingesteld.
Het ping-hulpprogramma gebruiken om problemen op te lossen De meeste computers en routers beschikken over een diagnosehulpmiddel dat ping wordt genoemd. Bij een ping wordt een verzoek naar het doelapparaat verzonden. Dat apparaat geeft vervolgens antwoord. Met het ping-hulpprogramma kunnen problemen met netwerken eenvoudig worden opgelost.
Het pad van uw computer naar uw router testen U kunt de draadloze router pingen om te controleren of het LAN-pad van de computer naar de router juist is ingesteld. De draadloze router vanaf een Windows-pc pingen: 1. Klik in de Windows-taakbalk op Start en selecteer Uitvoeren. 2. Voer in het veld ping in, gevolgd door het adres van de router (zie het onderstaande voorbeeld):
ping www.routerlogin.net 3. Klik op OK. Er verschijnt een bericht zoals in het onderstaande voorbeeld:
Pinging www.routerlogin.net with 32 bytes of data Als het pad werkt, verschijnt het volgende bericht: Reply from www.routerlogin.net: bytes=32 time=NN ms TTL=xxx Als het pad niet werkt, verschijnt het volgende bericht: Request timed out Problemen oplossen
34
Als het pad niet juist functioneert, hebt u mogelijk een van de volgende problemen: •
•
Slechte fysieke verbindingen –
Controleer of het lampje van de LAN-poort brandt. Als het lampje niet brandt, dient u de instructies in “Controlelijst voor de basisinstallatie” op pagina 27 op te volgen.
–
Controleer of de betreffende lampjes van de netwerkinterfacekaart van de computer branden.
Onjuiste netwerkconfiguratie –
Controleer of de besturingssoftware van de Ethernet-kaart en de TCP/IP-software beide zijn geïnstalleerd en op uw pc zijn geconfigureerd.
–
Controleer of de IP-adressen van uw router en uw computer correct zijn en of deze op hetzelfde subnet zitten (bijv. 192.168.1.x/255.255.255.0).
Het pad van een computer naar het internet testen Nadat u hebt gecontroleerd of het pad tussen de computer en de draadloze router juist werkt, dient u het pad van uw pc naar het internet te testen. Het pad van een Windows-pc met ping testen: 1. Klik in de Windows-taakbalk op Start en selecteer Uitvoeren. 2. Voer in het betreffende veld cmd in. Er wordt een opdrachtscherm weergegeven. 3. Voer bij de >-prompt het volgende in:
ping -n 10
waarbij het IP-adres van een extern apparaat zoals de DNS-server van uw Internet Provider is. 4. Druk op Enter.
Als het pad juist functioneert, worden antwoorden zoals in het vorige gedeelte teruggestuurd. Als u geen antwoorden ontvangt: •
Controleer of uw pc het IP-adres van de router als de standaard gateway heeft ingesteld. Als de IP-configuratie van uw pc via DHCP wordt toegewezen, is deze informatie niet zichtbaar op het netwerkconfiguratiescherm van uw pc. Controleer of het IP-adres van de router als de standaard TCP/IP-gateway is ingesteld.
•
Controleer of het netwerkadres van uw pc (het gedeelte van het IP-adres aangegeven door het netmasker) verschilt van het netwerkadres van het externe apparaat.
•
Voer als uw Internet Provider een hostnaam aan uw pc heeft toegewezen die hostnaam in bij Account Name (Accountnaam) in het menu Basic Settings (Basisinstellingen).
Problemen oplossen
35
Technische specificaties
Fabrieksinstellingen In dit gedeelte staan de fabrieksinstellingen en de technische specificaties van de N150 draadloze router model WNR1000v2h2. Tabel 3.
Fabrieksinstellingen van de router voor thuisgebruik
Functie
Fabrieksinstelling
Router aanmelden Aanmeldings-URL router
http://www.routerlogin.net, http://www.routerlogin.com of http://192.168.1.1
Aanmeldingsnaam (hoofdlettergevoelig)
admin
Aanmeldingswachtwoord (hoofdlettergevoelig)
password
Internetverbinding WAN-MAC-adres
Standaard hardware-adres (op het etiket)
MTU-grootte
1500
Lokaal netwerk LAN-IP-adres router (het IP-adres van de 192.168.1.1 gateway) IP-subnetmasker
255.255.255.0
DHCP-server
Ingeschakeld
Tijdzone
GMT
Aanpassing van tijdzone aan zomertijd
Uitgeschakeld
Firewall Inkomend verkeer (communicatie vanaf het internet)
Uitgeschakeld (alle ongevraagde verzoeken worden geblokkeerd, behalve voor verkeer op poort 80, de http-poort)
Uitgaand verkeer (communicatie naar het internet)
Ingeschakeld (alle verzoeken)
Technische specificaties
36
Tabel 3.
Fabrieksinstellingen van de router voor thuisgebruik (vervolg)
Functie
Fabrieksinstelling
Draadloos Draadloze communicatie
Ingeschakeld
SSID-naam
NETGEAR
Beveiliging
Uitgeschakeld
SSID uitzenden
Ingeschakeld
Overdrachtssnelheid
Automatischa
Land/regio
Verenigde Staten (alleen Noord-Amerika; in alle andere gevallen varieert deze instelling per land en regio)
RF-kanaal
11 in Noord-Amerika, 13 in de meeste andere regio's
Bedrijfsmodus
Maximaal 150 Mbps
Gegevenssnelheid
Optimaal
Uitgangsvermogen
Volledig
a. De maximale draadloze signaalsnelheid is afgeleid van de specificaties in IEEE-norm 802.11. De daadwerkelijke overdrachtssnelheid varieert. Netwerkomstandigheden en omgevingsfactoren zoals het volume van het netwerkverkeer, bouwen constructiematerialen en netwerkoverhead verlagen de daadwerkelijke snelheid van de gegevensoverdracht.
Technische specificaties
37
Het standaard wachtwoord en de fabrieksinstellingen herstellen U kunt de fabrieksinstellingen herstellen en de gebruikersnaam van de router opnieuw op admin, het wachtwoord opnieuw op password en het IP-adres opnieuw op 192.168.1.1 instellen. Tijdens deze procedure worden alle momenteel geldende configuratie-instellingen gewist en de fabrieksinstellingen hersteld. De fabrieksinstellingen herstellen: 1. Gebruik een scherp voorwerp, bijvoorbeeld een pen of een paperclip, om de knop voor het
herstellen van de fabrieksinstellingen op het achterpaneel van de router ongeveer 5 seconden ingedrukt te houden totdat het netvoedingslampje gaat knipperen (raadpleeg “Achterpaneel” op pagina 4). 2. Laat de knop voor het herstellen van de fabrieksinstellingen los en wacht totdat de router opnieuw is opgestart en het netvoedingslampje stopt met knipperen en groen brandt. De fabrieksinstellingen worden hersteld en u krijgt met behulp van de fabrieksinstellingen vanaf uw webbrowser toegang tot de router.
Technische specificaties
38
Relevante documenten
In dit gedeelte vindt u koppelingen naar het referentiemateriaal met meer informatie over de technologieën in uw NETGEAR-product. Tabel 4.
Relevante documenten
Document
Koppeling
Internetnetwerken en TCP/IP-adressen
http://documentation.netgear.com/reference/enu/tcpip/index.htm
Een computer klaarmaken voor toegang tot een netwerk
http://documentation.netgear.com/reference/enu/wsdhcp/index.htm
Verklarende woordenlijst (Engels)
http://documentation.netgear.com/reference/enu/glossary/index.htm
Relevante documenten
39
Registratie en certificaten
Productregistratie, ondersteuning en documentatie Registreer uw product op http://www.NETGEAR.com/register. U dient zich te registreren voordat u onze telefonische ondersteuningsdienst kunt gebruiken. Ga naar http://www.NETGEAR.com/support voor productupdates en ondersteuning via het internet. De documentatie staat op de cd, de ondersteuningswebsite en de documentatiewebsite. Klik als de draadloze router met het internet is verbonden op de koppeling KnowledgeBase (Kennisbank) voor ondersteuningsinformatie of op Documentation (Documentatie) voor de online gebruikershandleiding van de draadloze router.
De maximale draadloze signaalsnelheid is afgeleid van de specificaties in IEEE-norm 802.11 De daadwerkelijke overdrachtssnelheid varieert. Netwerkomstandigheden en omgevingsfactoren zoals het volume van het netwerkverkeer, bouw- en constructiematerialen en netwerkoverhead verlagen de daadwerkelijke snelheid van de gegevensoverdracht.
Conformiteitsverklaring van de Federal Communications Commission (FCC): verklaring betreffende radiofrequentie Dit apparaat is getest en in overeenstemming bevonden met de grenswaarden voor een digitaal apparaat Klasse B conform deel 15 van de FCC-regels. Deze grenswaarden bestaan om een redelijke bescherming te bieden tegen schadelijke storing in een particuliere installatie. Door deze apparatuur wordt radiofrequentie-energie gegenereerd, gebruikt en mogelijk uitgestraald. Als de apparatuur onjuist wordt geïnstalleerd en gebruikt, kan radiostoring worden veroorzaakt. Er is echter geen garantie dat in een bepaalde installatie geen storing zal optreden. Als het apparaat storing in radio- of televisieontvangst veroorzaakt, hetgeen kan worden vastgesteld wanneer de apparatuur wordt uit- en aangezet, kunt u met de volgende maatregelen trachten de storing te verhelpen: •
Verander de positie van de ontvangstantenne.
•
Zet de apparatuur en het ontvangende apparaat verder bij elkaar vandaan.
•
Sluit de apparatuur niet aan op hetzelfde stopcontact als het ontvangende apparaat.
•
Raadpleeg de dealer of een ervaren radio-/tv-technicus voor hulp.
40