INSTALLATIE - ONDERHOUD EN BEDIENINGSVOORSCHRIFT VOOR DE MAZOUTKACHELS
INSTRUCTION D'INSTALLATION - ENTRETIEN ET MODE D'EMPLOI POUR LES POÊLES A MAZOUT
CASTEL 9F – CASTEL 12F ELLIPSE 9F – ELLIPSE 12F MAGNUM 9F – MAGNUM 12F
929.150.114.00
1
TECHNISCHE GEGEVENS BELGIE TYPE
CASTEL9F
ELLIPSE9F
MAGNUM9F
CASTEL12F
ELLIPSE12F
MAGNUM12F
Afmetingen - breedte - hoogte - diepte T1
Dimensions C/mm H1/mm T1/mm
850 895 343
862 790 408
845 755 340
850 895 343
862 790 408
845 755 340
Afvoer - hoogtemaat H2
DONNEES TECHNIQUES BELGIQUE
- largeur - hauteur H1 - profondeur T1 Evacuation
H2/mm
480
480
480
480
480
480
Mazoutaansluiting
- dimension H2 Raccordement mazout
2
- diameter
“G
¼”
¼”
¼”
¼”
¼”
¼”
- diamètre
Carburator
TYPE
240VRS
240VRS
240VRS
240VRS
240VRS
240VRS
Carburateur
Globaal vermogen
Kcal/h kW
7740 9
7740 9
7740 9
9500 11
9500 11
9500 11
Puissance globale
1,180
1,180
1,180
1,300
1,300
1,300
Débit Viscosité 3,5 mm²/s – 25°C
Debiet l/h Viscociteit 3,5 mm²/s – 25°C
ALGEMEEN
GENERALITE
Lees voor het plaatsen van de kachel dit instruktieboekje aandachtig door en bewaar het zorgvuldig voor eventueel later gebruik.
Avant d'installer le poêle nous vous demandons de lire attentivement les instructions et de conserver soigneusement ce document.
De installatie en onderhoud van de kachel dient te worden uitgevoerd door een bevoegd en erkend installateur.
Pour faire l'installation et l'entretien du poêle il est nécessaire de s'adresser à un installateur qualifié. INSTRUCTION D'INSTALLATION
INSTALLATIEVOORSCHRIFT VERIFICATIONS AVANT LE RACCORDEMENT NAZICHT VOOR AANSLUITING Avant de raccorder l'appareil à la cheminée, contrôlez les points suivants :
Belangrijke punten die gecontroleerd moeten worden vóór de aansluiting van het toestel op de schoorsteen: a) De doorsnede van de schoorsteen moet voldoende groot zijn, maar ook niet te groot, verticaal, glad en vrij van scheuren of vreemde voorwerpen. b) De schoorsteenschachten mogen niet met elkaar in verbinding staan. (Fig. 2) c) De schoorsteenuitgangen moeten boven de nok van het dak of boven aangrenzende muren uitsteken. De schoorsteen mag niet in een drukzone uitmonden, bij voorbeeld drukzone tussen twee hogere gebouwen of bomen. d) Er dient te worden gecontroleerd of het rookkanaal voldoende hoog is om een normale trek mogelijk te maken. e) Externe rookkanalen zijn in principe af te raden. Zij koelen te snel af, waardoor de trek verminderd wordt f) Het is aangeraden het rookkanaal thermisch te isoleren als het door niet-verwarmde ruimten loopt. g) De aansluitdoorsnede van schoorsteenkappen, aanzuigers of terugslagweringen mogen niet kleiner zijn dan de doorsnede van de schoorsteen.(Fig.3) h) De schoorsteen mag niet doorlopen tot aan de kelderverdieping. (Fig. 4) i) De reinigingsschuif moet hermetisch afgesloten zijn. J) niet meer dan een toestel op eenzelfde rookkanaal aansluiten. (Fig. 5) k) Met een controle vlam nazien of de schoorsteen niet verstopt is.
a) La section de la cheminée devra être suffisante mais pas trop vaste, être verticale, lisse et dépourvue de fissures ou de corps étrangers. b) Les corps de cheminées ne peuvent communiquer entre eux. (Fig. 2) c) Les sorties de cheminées doivent surplomber le faîte du toit ou du mur du voisin. Il ne faut pas que la cheminée débouche dans une zone de pression p.ex., zone de pression entre deux bâtiments ou arbres nettement plus hauts. d) Il faut vérifier si la hauteur du conduit de fumée est suffisante pour assurer un tirage normal. e) Les cheminées externes sont en principe à éviter. Elles se réfroidissent trop vite, ce qui diminue intempestivement le tirage. f) Il est recommandé d'isoler le conduit lorsqu'il traverse des volumes non-chauffés. g) Les coiffes (mitrons), aspirateurs ou anti-refouleurs divers ne doivent pas avoir une section d'engagement inférieure à la section de la cheminée. (Fig.3) h) Il faut éviter que la cheminée ne descende jusqu'à l'étage inférieur. (Fig. 4) i) Le registre de nettoyage doit être hermétique. j) Ne raccorder qu'un seul appareil par conduit de fumée.(Fig. 5) k) Au moyen d'un feu d'appel, s'assurer que la cheminée n'est pas obstruée.
3
DE SCHOORSTEEN
LA CHEMINEE
Een goede schoorsteen is één van de essentiële voorwaarden om een mazouthaard goed te laten werken. Het spreekt vanzelf dat een schoorsteen met een voldoende trek noodzakelijk is voor een goede werking van uw haard. Wij mogen nooit vergeten dat een groot percentage storingen veroorzaakt wordt door een slechte trek.
Une cheminée normale, est en fait une des conditions essentielles du bon fonctionnement d'un foyer mazout. S'il est évident qu'une cheminée accusant un tirage convenable assurera le bon fonctionnement du foyer, par contre, n'oublions jamais qu'un pourcentage important de perturbations provient d'un tirage défectueux.
Verscheidene elementen kunnen de goede werking van uw haard verstoren. Bij voorbeeld : valwinden (terugslag) onvoldoende onderdruk (trek).
Plusieurs éléments peuvent venir perturber le bon fonctionnement de votre foyer, ainsi par exemple : les vents plongeants (refoulement) une dépression insuffisante (tirage insuffisant)
Trekonderbrekingen Het gebeurt soms dat in een kamer te weinig lucht aangevoerd wordt, dit veroorzaakt een slechte werking van het toestel, hoewel de oorzaak, in dit geval niet bij de schoorsteen ligt. Een afvoerkap in de keuken kan een gelijkaardig effect geven als de ruimte niet voldoende verlucht is; de vlam wordt zwakker, begint te flikkeren of gaat uit, doordat na een zekere tijd de luchttoevoer naar de brander afneemt.
Les ruptures de tirage Il arrive qu'un local soit sous-alimenté en air, dans ce cas, la cheminée n'est pas en cause, mais cette situation peut provoquer un mauvais fonctionnement de l'appareil. De même, une hotte de cuisine en fonctionnement provoque un phénomène semblable si le local est trop étanche. Cela se remarque par les symptômes suivants : la flamme devient molle, vacillante ou s'éteint, car après un certain temps, l'apport d'air au brûleur se raréfie.
PLAATSEN VAN HET TOESTEL
INSTALLATION DE L'APPAREIL
Uw installateur dient erop te letten dat de plaatsing geschiedt onder de beste voorwaarden en volgens de reglementen in voege. De kachel moet precies waterpas staan, en er mag geen lucht kunnen binnendringen tussen de aansluitbuis en de schoorsteen. De waterpas afstelling gebeurt door middel van de 4 regelbare voetjes A. (Fig. 1) Opgelet: Als het toestel op een brandbare vloer of vloerbedekking geplaatst is, dient er onder, voor en achter de kachel een geschikte bescherming voorzien te worden.
Votre installateur veillera à ce que le placement se fasse dans les meilleures conditions et en conformité avec les réglementations en vigueur. Le foyer sera bien de niveau, aucune entrée d'air ne peut exister entre la buse de raccordement et la cheminée. La mise de niveau se fait par le réglage des 4 vis d'appui A. (Fig. 1). Attention: Si l'appareil est placé sur un sol ou un recouvrement inflammable ou sensible à la chaleur, il y a lieu de prévoir une protection adéquate sous, devant et à l'arrière du poêle.
4
AANSLUITING VAN HET TOESTEl
RACCORDEMENT DE L'APPAREIL
De aansluiting van het toestel op de schoorsteen moet :
Le raccord de l'appareil à la cheminée doit : a) être étanche. b) La buse de raccordement ne doit pas pénétrer trop profondément dans la cheminée. Elle s'arrêtera au plan de la paroi intérieure du côté raccordement ou ne dépassera pas ce plan de plus de 1 cm. (Fig. 6). c) La buse ne pourra traverser des parois inflammables.Si c'est le cas, la buse devra être isolée (calorifugée). d) L'appareil sera toujours placé bien de niveau. e) Le raccordement _ la cuve sera toujours fait au moyen de tube cuivre. Ce tube devra toujours présenter une pente régulière vers le foyer. (Fig. 7) f) En cas d'adjonction éventuelle d'un réservoir extérieur, le bas de ce réservoir doit être au moins à 15 cm au-dessus du trait (niveau carburateur) figurant sur la cuve à niveau constant. De plus, le haut du réservoir ne pourra dépasser une surélévation de 3 mètres. (Fig. 7) g) La buse de raccordement des fumées à l'appareil sera placée à l'extérieur du buselot et devra pénétrer sur celui-ci de 40 mm. h) Votre installateur veillera à ce que le placement se fasse dans les meilleures conditions et en conformité avec les réglementations en vigueur.
a) Volledig luchtdicht zijn. b) De verbindingsbuis mag niet te diep in de schoorsteen doordringen. Het uiteinde ervan moet gelijklopen met de binnenwand (aansluitingszijde) of mag niet meer dan 1 cm. uitsteken. (Fig.6). c) De buis mag niet in contact of door brandbare wanden lopen. Als dit wel het geval is, moet zij oordeelkundig geisoleerd worden. d) Het toestel moet steeds goed waterpas geplaatst worden. e) De aansluiting aan de mazouttank moet steeds gebeuren met behulp van een koperen buis (geen plastic leiding!). Deze buis moet met een regelmatige helling naar de haard lopen. (Fig. 7) f) In geval van een uitwendige tank, moet de onderkant van de tank zich minstens 15 cm boven de streep (mazoutpeil van de carburator) bevinden, die op de olieregelaar is aangebracht; tevens mag de bovenkant van de tank zich niet hoger dan 3 meter boven de kachel bevinden. (Fig. 7) g) De verbindingsbuis naar het toestel moet 40 mm op het buisstuk geschoven worden. h) Uw verkoper-installateur dient erover te waken dat het toestel in de beste omstandigheden geplaatst wordt, overeenkomstig de geldende voorschriften
5
HET TOESTEL
L'APPAREIL
De brander De brander is uitgerust met een catalysator die op de bodem van de brander rust. Plaats eerst de ring op de voorziene plaats in de brander. (Fig. 9)
Le brûleur Placer l'anneau sur l'appui dans le brûleur. Placer le catalyseur sur le fond du brûleur. (Fig. 9).
De reinigingsstaaf : Deze dient om de toevoerleiding van de brander te reinigen. De leiding ten minste eenmaal per week schoonmaken door de reinigingsstaaf heen en weer te bewegen en naar links en rechts te draaien. (Fig.10)
Le décrasseur : Son rôle est de nettoyer le tuyau d'alimentation du brûleur. Une fois par semaine au minimum, nettoyer ce tuyau en actionnant le décrasseur par un mouvement de en va-et-vient et en tournant la tige. (Fig.10).
De trekregelaar. Het mazouttoestel is uitgerust met een trekregelaar.Aangezien de trek niet altijd regelmatig is moet de trekregelaar er vooral voor zorgen dat de luchttoevoer naar de brander steeds zo optimaal mogelijk is. (Fig.11)
Le régulateur de tirage. L'appareil mazout est équipé d'un régulateur de tirage. Le tirage n'étant pas toujours régulier, le régulateur a pour principale mission de régulariser au mieux l'admission d'air au brûleur. (Fig.11)
Regeling van de trekregelaar : Als de haard op maximumvermogen werkt, de schoorsteen WARM is bij normaal weer, moet de regelaar vanaf 2 mm trek (waterkolom) lichtjes beginnen bewegen. (Fig. 12)
Réglage du régulateur : Lorsque le foyer fonctionne en position maximum et que la cheminée est CHAUDE par temps calme, le régulateur doit être fermé, c'est-à-dire à la limite de l'ouverture _ partir d'un tirage de 2 mm de colonne d'eau (Fig. 12).
De carburator De carburator dient om het mazoutdebiet tussen de tank en de brander te regelen. (Fig. 8)
Le carburateur Son but est de régler le débit mazout entre le réservoir et le brûleur. (Fig.8)
6
BEDIENINGSVOORSCHRIFT
MODE D'EMPLOI
GEBRUIK
L'UTILISATION
Ga volgende punten na, alvorens de kachel aan te steken: Kijk na of de kraan van de brandstoftoevoer open is. Kijk na of de roestvrij-stalen branderring en de katalysator goed geplaatst zijn. Zie na als de inbedrijfstellingspal van de carburator naar beneden gedrukt staat. (Fig. 8 nr. 1)
Avant l'allumage, vérifier : Si le robinet du réservoir est ouvert. Si la couronne inox et le catalyseur sont bien placés. Si le levier d'armement de la cuve à niveau constant est bien enclenché vers le bas. (Fig. 8 nr. 1)
AANSTEKEN
ALLUMAGE
1. Plaats de bedieningshandel in stand 1,5 (Fig. 8 nr. 3)
1. Placer la manette de commande en position 1,5. (Fig. 8 nr. 3)
2. Steek aan, met een gewone aansteker uit de handel.
2. Enflamer avec un allumeur disponible dans le commerce. 3. Ne pas dépasser la position 1,5 avant que la flamme ne soit bien stabilisée et de dominante bleue.
3. Ga niet verder dan de stand 1,5 voordat de vlam helemaal stabiel is en hoofdzakelijk een blauwe kleur vertoont. 4. Indien de vlam bij het aansteken zou doven (koude schouw, geen trek) plaats de olieregelaar op de nul stand dit om te voorkomen dat men een teveel aan mazout op de bodem van de brander krijgt. Steek terug aan en plaats dan de regelknop terug op de stand 1,5.
4. Si la flamme venait à s'éteindre après l'allumage (cheminée froide ou sans tirage) positionner l'index sur 0 de façon à ce que le fuel ne s'accumule pas sur le fond du brûleur et recommencer l'opération d'allumage. Positionner ensuite l'index sur 1,5.
DOVEN
EXTINCTION
Breng de bedieningshendel naar de stand 0. Bij lange stilstand Breng de veiligheidspal omhoog (Fig. 8 nr.1) Sluit de kraan van de olietank.
Ramener la manette de commande sur la position 0 Extinction de longue durée Relever le levier de sécurité (Fig. 8 nr. 1) Fermer la vanne du réservoir.
7
ONDERHOUD
ENTRETIEN
a) Maak minstens eenmaal per week de olietoevoerleiding naar de brander schoon, door met de schraper terzelfdertijd heen- en weergaande en draaiende bewegingen te maken. (Fig.10)
a) Une fois par semaine au minimum, nettoyer le tuyau d'arrivée du mazout dans le brûleur : actionner le décrasseur par un mouvement de va-et-vient et en tournant légèrement la tige. (Fig. 10)
b) De pyroscoop (indien aanwezig) en het vuurvast glas van de deur kunnen koud schoongemaakt worden met een middel uit de handel of met azijnwater. Vervolgens goed afwrijven en drogen.
b) Le pyroscope (éventuel) et le verre à feu de la porte peuvent être nettoyés à froid avec un produit du commerce ou de l'eau vinaigrée. Bien essuyer et sècher ensuite.
c) Stelt u een vermindering van het warmtevermogen vast bij een bepaalde stand van de hendel, zet deze laatste dan in stand 6, bedien de schraper en indien nodig bovendien de vlotternaald van de olieregelaar.
c) Si vous constatez une diminution d'allure pour une valeur déterminée de la manette, mettre celle-ci en position 6 et actionner le décrasseur plus éventuellement le pointeau de la cuve niveau constant.
d) Een jaarlijkse grote schoonmaak van het toestel wordt sterk aanbevolen. Bijkomend kan er tijdens het stookseizoen een schoonmaak van de branderpot nodig zijn, en dit afhankelijk van de hoeveelheid en de kwaliteit van de gebruikte stookolie. Na iedere demontage van de brander dient er bij het terug monteren van de brander een nieuwe dichtingsring geplaatst te worden.
d) Un nettoyage annuel complet de l'appareil est vivement recommandé. En fonction du mode d'utilisation, des quantités et qualités de mazout utilisées, un nettoyage supplémentaire du fond du brûleur pourrait être nécessaire en cours de saison de chauffe. Après chaque démontage du brûleur un nouveau joint d'étanchéité doit _tre placé lors du remontage.
De siermantel dient regelmatig met een zachte wollen doek te worden afgestoft. Gebruik nooit boenwas, schuurpoeder of bijtende middelen voor het reinigen van de siermantel.
Nous conseillons d'épousseter régulièrement l'habillage avec un linge à frotter. N'employez jamais ni cire, ni poudres à recurer, ni abrasifs pour pôlir l'habillage.
N.V. SAEY S.A. Industrielaan 4 B – 8501 KORTRIJK - Heule Belgium Tel. : 0032(0)56 / 354200 Fax. : 0032(0)56 / 371515
8
