HANDLEIDING VOOR INSTALLATIE, BEDIENING EN ONDERHOUD
2 x 1000
1
1
2
mode set on off
CONTROLLER E210 / E420
INDEX
INHOUD
PAGE
• INDEX • ALGEMEEN • HET TOETSENBORD, MODEL E210 • HET TOETSENBORD, MODEL E420 • AFSTANDSBEDIENING VOOR TOETSENBORD (OPTIONEEL), MODEL E210 • AFSTANDSBEDIENING VOOR TOETSENBORD (OPTIONEEL), MODEL E420 • FUNCTIE INSTALLATIE UNIT BEDRIJFSMODUS SELECTEREN INSTELLING SELECTEREN • PARAMETERS EN APPARATEN • DE WATERTEMPERATUUR INSTELLEN (INSTELPUNT) • ANALOGE INVOER, TEMPERATUURSONDES • PARAMETERS UNIT WIJZIGEN • DRAAIUREN • ALARMCODES • ONTDOOISYSTEEM • SNELHEID VENTILATOR REGELEN • BEVEILIGINGEN
1
1 2 3 4 5 6 7
8 9 10 11-12 13 14-16 17 18 18
ALGEMEEN Dit is een elektronisch apparaat waarmee waterkoelsystemen in een ombouw middels warmtepompen op lucht of naar wens lucht of water bediend kunnen worden. Met het thermostaat kunnen de volgende handelingen verricht worden: - Unit ON/OFF (aan/uit) - De bedrijfsmodus van het systeem selecteren - Instelpunt bepalen - Alarmsignaalrelais - Temperatuurweergave - Status van de alarmsignalen van de unit - Mogelijkheid om de unit op afstand aan- en uit te schakelen. - Bediening op afstand is optioneel REGELING: Het systeem werkt als volgt: - Het krijgt analoge gegevens via de temperatuursonde bij de in- en uitlaat en via de temperatuursonde van de koelleiding (twee in geval van model E420). - Het ontvangt digitale gegevens door middel van de status van het pressostaat voor lage en hoge druk en ontdooiing, de status van de stromingschakelaar (waterdoorstroming) en de elektrische beveiliging van ventilator en compressor. Afhankelijk van de kleppen en de status van de analoge en digitale gegevens geeft het systeem uitvoersignalen waarmee de compressor, ventilator en status van de waterpomp door de temperatuur van het water dat toegevoerd wordt, alsmede de snelheid van de luchtventilator worden geregeld en de ontdooicyclus in werking wordt gezet (alleen in geval van warmtepompen). Ook geeft het systeem uitvoersignalen aan de watergekoelde warmtewisselaar, watertankverwarming en heetgasklep (deze elementen zijn optioneel) waarmee de unit is beveiligd, en activeert het de alarmcodes met betrekking tot de instelling van het pressostaat, waterschakelaar, waterdoorstroming en de elektrische beveiliging van de ventilator en de compressor (zie het hoofdstuk over alarm). - Met een aantal parameters kan het systeem worden geprogrammeerd voor iedere toepassing. Het bedieningspaneel op de unit bestaat uit de volgende onderdelen: MODEL E210
MODEL E420
- Toetsenbord Bevindt zich in de unit. Via het toetsenbord kan het systeem bediend worden - Bedieningspaneel ventilator Bevindt zich bij de schakelkast Hiermee kan de spanning van de ventilator worden aangepast aan de condensatietemperatuur.
- Toetsenbord Bevindt zich in de unit. - Controlemodule Bevindt zich bij de schakelkast Hiermee kunt u de unit bedienen en het systeem regelen. - Bedieningspaneel ventilator Bevindt zich bij de schakelkast Hiermee kan de spanning van de ventilator worden aangepast aan de condensatietemperatuur.
Toetsenbord in de unit 1
Bedieningspaneel ventilator
1
2
Controlemodule
mode set
2
on off mode set on off
Toetsenbord in de unit
Bedieningspaneel ventilator
Schakelkast op de unit
Aansluitblok
Een afstandbediening is optioneel verkrijgbaar. Deze afstandbediening installeert u als volgt: - Sluit deze aan als aangegeven in het installatieschema - De draad mag niet langer zijn dan 50 meter.
Afstandbediening (optioneel)
2 x 1000
*
De drie aansluitdraden van het toetsenbord naar de schakelkast mogen niet in aanraking komen met andere draden: gebruik een aparte kabelgoot en gepantserde kabels met een doorsnede van 1 mm2.
Driepolige, gepantserde kabel 2 met een doorsnede van 1 mm.
*Aansluiting door gebruiker MAXIMALE LENGTE 50m 2
1
HET TOETSENBORD OP DE UNIT, MODEL E210 DISPLAY Op het 3-cijferige display wordt de temperatuur in graden ºC (met decimale punt) (standaard) of ºF (zonder decimale punt) weergegeven. Ook de volgende informatie kan worden afgelezen: - Waarden van alle parameters die door de apparatuur worden geregeld: - Instelpunt koeling, differentiële temperatuur koeling - Instelpunt verwarming (units met warmtepomp) en differentiële temperatuur verwarming - Temperatuur afvoerwater (veiligheid) - Temperatuur inlaatwater (regeling) - Ontdooitemperatuur - Alarmcodes. - De status van alle functies van de machine (draaiuren, vertragingstijd enz.)
LED VAN COMPRESSOR Wanneer deze LED continu brandt, is de compressor in bedrijf (in verwarming- of koelmodus, afhankelijk welke modus is geselecteerd); maar als de LED knippert, is er sprake van een pauze, waardoor de compressor niet direct start. LED VERWARMINGSMODUS Als dit LED continu brandt, werkt de unit in de verwarmingmodus.
KNOP STAND/OMHOOG Hiermee kunt u één van de volgende modi selecteren: Stand-by/Koelen/Verwarmen In de menumodus dient de knop als toets omhoog (waarde verhogen). LED KOELINGSMODUS Als dit LED continu brandt, werkt de unit in de koelmodus.
LED KOELINGSMODUS/LED VERWARMINGSMODUS Wanneer geen van deze twee leds KOELEN/VERWARMEN brandt, staat de unit stand-by
LED ONTDOOIEN LED AAN: De ontdooimodus is geactiveerd LED UIT: Het ontdooien is voltooid of niet geactiveerd LED KNIPPERT: Het ontdooien is geprogrammeerd (ontdooi-interval)
1
2
mode set on off
KNOP STAND – AAN/UIT Indien u beide knoppen tegelijkertijd indrukt, gaat u naar het menu. Met deze knoppen kunt u in het menu omhoog en omlaag.
DISPLAY LED ELEKTRISCHE VERHITTER Als deze LED continu brandt, staat de inwendige elektrische antivriesverhitter aan. Is de LED uit, dan staat de verhitter uit.
KNOP AAN – UIT/OMLAAG Hiermee ze u de unit AAN en UIT. Druk één keer om alle soorten alarm die niet actief zijn, handmatig te resetten. Ook de alarmgebeurtenissen per uur worden gereset, zelfs als het alarm niet geactiveerd is. In de menumodus dient de knop als toets omlaag (waarde verminderen)
3
HET TOETSENBORD OP DE UNIT, MODEL E420 DISPLAY Op het 3-cijferige display wordt de temperatuur in graden ºC (met decimale punt) (standaard) of ºF (zonder decimale punt) weergegeven. Ook de volgende informatie kan worden afgelezen: - Waarden van alle parameters die door de apparatuur worden geregeld: - Instelpunt koeling, differentiële temperatuur koeling - Instelpunt verwarming (units met warmtepomp) en differentiële temperatuur verwarming - Temperatuur afvoerwater (veiligheid) - Temperatuur inlaatwater (regeling) - Ontdooitemperatuur - Alarmcodes. - De status van alle functies van de machine (draaiuren, vertragingstijd enz.)
LED VAN COMPRESSOR Wanneer deze LED continu brandt, is de compressor in bedrijf (in verwarming- of koelstand, afhankelijk welke stand is geselecteerd); maar als de LED knippert, is er sprake van een pauze, waardoor de compressor niet direct start. LED 1: Compressorcircuit 1 LED 3: Compressorcircuit 2 LED VERWARMINGSMODUS Als deze LED continu brandt, werkt de unit in de verwarmingmodus.
KNOP STAND/OMHOOG Hiermee kunt u één van de volgende modi selecteren: Stand-by/Koelen/Verwarmen In de menumodus dient de knop als toets omhoog (waarde verhogen).
LED KOELINGSMODUS Als deze LED continu brandt, werkt de unit in de koelmodus.
LED KOELINGSMODUS/LED VERWARMINGSMODUS Wanneer geen van deze twee leds KOELEN/VERWARMEN brandt, staat de unit stand-by
1
2
mode set on off 3
LED ELEKTRISCHE VERHITTER Als deze LED continu brandt, staat de inwendige elektrische antivriesverhitter aan. Is de LED uit, dan staat de verhitter uit.
4
KNOP STAND – AAN/UIT Indien u beide knoppen tegelijkertijd indrukt, gaat u naar het menu Met deze knoppen kunt u in het menu omhoog en omlaag.
DISPLAY KNOP AAN – UIT/OMLAAG Hiermee ze u de unit AAN en UIT. Druk één keer om alle soorten alarm die niet actief zijn, handmatig te resetten. Ook de alarmgebeurtenissen per uur worden gereset, zelfs als het alarm niet geactiveerd is. In de menustand dient de knop als toets omlaag (waarde verminderen)
4
AFSTANDBEDIENING VOOR TOETSENBORD (OPTIONEEL), MODEL E210 DISPLAY Op het 3-cijferige display wordt de temperatuur in graden ºC (met decimale punt) (standaard) of ºF (zonder decimale punt) weergegeven. Ook de volgende informatie kan worden afgelezen: - Waarden van alle parameters die door de apparatuur worden geregeld: - Instelpunt koeling, differentiële temperatuur koeling - Instelpunt verwarming (units met warmtepomp) en differentiële temperatuur verwarming - Temperatuur afvoerwater (veiligheid) - Temperatuur inlaatwater (regeling) - Ontdooitemperatuur - Alarmcodes. - De status van alle functies van de machine (draaiuren, vertragingstijd enz.)
LED KOELINGSMODUS Als deze LED continu brandt, werkt de unit in de koelmodus.
LED VERWARMINGSMODUS Als deze LED continu brandt, werkt de unit in de verwarmingmodus.
LED VAN COMPRESSOR Wanneer deze LED continu brandt, is de compressor in bedrijf (in verwarming- of koelmodus, afhankelijk welke modus is geselecteerd); maar als de LED knippert, is er sprake van een pauze, waardoor de compressor niet direct start. LED 1: Compressorcircuit 1 LED 2: Compressorcircuit 2
Wanneer geen van deze twee leds KOELEN/VERWARMEN brandt, staat de unit stand-by
LED ONTDOOIEN LED AAN: De ontdooimodus is geactiveerd LED UIT: Het ontdooien is voltooid of niet geactiveerd LED KNIPPERT: Het ontdooien is geprogrammeerd (ontdooi-interval)
2 x 1000
1
LED ELEKTRISCHE VERHITTER Als deze LED continu brandt, staat de inwendige elektrische antivriesverhitter aan. Is de LED uit, dan staat de verhitter uit. KNOP OMHOOG In de menumodus dient de knop als toets omhoog (waarde verhogen). KNOP OMLAAG In de menustand dient de knop als toets omlaag (waarde verminderen)
KNOP AAN – UIT Hiermee ze u de unit AAN en UIT. Druk één keer om alle soorten alarm die niet actief zijn, handmatig te resetten. Ook de alarmgebeurtenissen per uur worden gereset, zelfs als het alarm niet geactiveerd is.
KNOP MODUS – AAN/UIT Indien u beide knoppen tegelijkertijd indrukt, gaat u naar het menu Met deze knoppen kunt u in het menu omhoog en omlaag.
KNOP MODUS Hiermee kunt u één van de volgende modi selecteren: Stand-by/Koelen/Verwarmen
5
AFSTANDBEDIENING VOOR TOETSENBORD (OPTIONEEL), MODEL E420 DISPLAY Op het 3-cijferige display wordt de temperatuur in graden ºC (met decimale punt) (standaard) of ºF (zonder decimale punt) weergegeven. Ook de volgende informatie kan worden afgelezen: - Waarden van alle parameters die door de apparatuur worden geregeld: - Instelpunt koeling, differentiële temperatuur koeling - Instelpunt verwarming (units met warmtepomp) en differentiële temperatuur verwarming - Temperatuur afvoerwater (veiligheid) - Temperatuur inlaatwater (regeling) - Ontdooitemperatuur - Alarmcodes. - De status van alle functies van de machine (draaiuren, vertragingstijd enz.)
LED VERWARMINGMODUS Als dit LED continu brandt, werkt de unit in de verwarmingmodus.
LED KOELMODUS Als deze LED continu brandt, werkt de unit in de koelmodus.
Wanneer geen van deze twee leds KOELEN/VERWARMEN brandt, staat de unit stand-by
x 100
LED VAN COMPRESSOR Wanneer deze LED continu brandt, is de compressor in bedrijf (in verwarming- of koelmodus, afhankelijk welke modus is geselecteerd); maar als de LED knippert, is er sprake van een pauze, waardoor de compressor niet direct start. LED 1: Compressorcircuit 1 LED 3: Compressorcircuit 2 LED ELEKTRISCHE VERHITTER Als deze LED continu brandt, staat de inwendige elektrische antivriesverhitter aan. Is de LED uit, dan staat de verhitter uit.
1 2 3 4
KNOP OMHOOG In de menumodus dient de knop als toets omhoog (waarde verhogen).
KNOP AAN – UIT Hiermee ze u de unit AAN en UIT. Druk één keer om alle soorten alarm die niet actief zijn, handmatig te resetten. Ook de alarmgebeurtenissen per uur worden gereset, zelfs als het alarm niet geactiveerd is.
KNOP MODUS – AAN/UIT Indien u beide knoppen tegelijkertijd indrukt, gaat u naar het menu. Met deze knoppen kunt u in het menu omhoog en omlaag.
KNOP MODUS Hiermee kunt u één van de volgende modi selecteren: Stand-by/Koelen/Verwarmen
KNOP OMLAAG In de menumodus dient de knop als toets omlaag (waarde verminderen)
6
FUNCTIE
INSTALLATIE UNIT Wanneer u alle instructies uit de Handleiding voor Bediening, Service & Installatie heeft opgevolgd, kunt u de unit als volgt installeren:
STROOMVOORZIENING NAAR DE UNIT - Zet de hoofdschakelaar (indien aanwezig) op ON (aan). De unit wordt dan van stroom voorzien en het display wordt verlicht. DE UNIT AAN- EN UITZETTEN. - De unit gaat aan of uit indien u de knop on off minimaal twee seconden ingedrukt houdt. Op het display verschijnt de temperatuur van het inlaatwater of een alarmmelding. Indien u de melding E 00 krijgt, is de unit met de knop on off op de afstandbediening uitgezet, die tussen aansluitpunt 93 en 94 van de schakelkast is aangesloten. Indien de unit niet van een dergelijke schakelaar is voorzien, dient u te controleren of er een verbinding tussen deze aansluitpunten bestaat. De leds op het display gaan branden (zie hoofdstuk alarm). Om de unit uit te zetten houdt u de knop on off minimal twee seconden ingedrukt. Sluit de stroom pas af als de waterpomp is gestopt DE BEDRIJFSMODUS VAN DE UNIT SELECTEREN De bedrijfsmodus wordt altijd aangegeven door de leds op het display. Wanneer u de knop mode herhaaldelijk indrukt, kunt u de modus wijzigen en de gewenste stand selecteren: KOELEN
VERWARMEN
STAND BY
KOELEN: De unit werkt in de koelmodus. De led op het display gaat branden. VERWARMEN: De unit werkt in de verwarmingmodus. De led op het display gaat branden. STAND BY: De unit staat stand-by. Er brandt geen led. Zodra u koelen of verwarmen hebt geselecteerd, slaat de waterpomp aan. Indien de unit in de koelmodus staat en de temperatuur van het inlaatwater boven het instelpunt voor koeling komt, of indien de unit in de verwarmingmodus staat en de temperatuur van het inlaatwater onder het instelpunt zakt, zal de compressor aanslaan. De led van de compressor begint te knipperen, wat betekent dat vanwege de anticyclusbeveiliging de startvertraging van de compressor in werking treedt (zie pagina 18). Daarna zal de compressor starten en gaat de led branden. NB: Wanneer de unit langere tijd niet gebruikt zal worden, dient u de stroom niet af te sluiten. DE WATERTEMPERATUUR VAN HET SYSTEEM SELECTEREN (INSTELPUNT) Het instelpunt van de unit wijzigt u als volgt: Druk de knoppen on off en mode tegelijkertijd in en laat ze binnen twee seconden weer los. Op het display ziet u Druk de knoppen on off en mode nogmaals in. Op het display ziet u (instelpunt koeling) Druk de knoppen en in. Op het display ziet u (instelpunt verwarming) Eenmaal ingesteld kunt u het instelpunt wijzigen of Druk de knoppen on off en mode tegelijkertijd in en laat ze binnen twee seconden weer los. Op het display ziet u het huidige instelpunt dat u met de knoppen of tussen een minimum en maximum kunt wijzigen. Zodra u het instelpunt heft gewijzigd, drukt u tegelijkertijd op on off en mode . Wilt u het instelpunt bekijken, houd de knoppen on off en mode dan twee seconden of langer ingedrukt. Op het display ziet u dan . Druk on off en mode nogmaals twee seconden of langer in. De waarde wordt nu op het display weergegeven.
7
PARAMETERS EN APPARATUUR Een parameter is een interne programmareferentie met belangrijke waarden die zodanig kunnen worden ingesteld dat de gebruiker of installateur de unit goed kan bedienen. Onder apparatuur worden verstaan de elementen waaruit het systeem bestaat. Via het menu krijgt de gebruiker een statusoverzicht van de apparatuur van de unit. Zo kunt u bijvoorbeeld de temperaturen van de sonde en het aantal draaiuren aflezen. Alle parameters en apparatuur worden als volgt gevisualiseerd: NAAR DE MENUMODUS Druk de knoppen mode en de menumodus te gaan
on off
in laat ze binnen twee seconden los om naar
Op deze manier loopt u door het menu Houd de knoppen mode en on off gelijktijdig ingedrukt en laat ze binnen twee seconden los. Op deze manier loopt u door het menu Houd de knoppen gedurende twee seconden of langer mode en on off gelijktijdig ingedrukt.
Om door het menu Om door het menu
NB: Wanneer de leds op het display een voor een verlicht worden. Bent u in de menumodus.
te lopen, druk op: te lopen, druk op:
STRUCTUUR VAN MENU NIVEAU 1
DISPLAYMENU Weergave van: Temperatuur inlaatwater Geactiveerde alarmen
NIVEAU 2
INSTELPUNT
Status sonde
NIVEAU 3
Instelpunt koeling
Waarde instelpunt
Instelpunt verwarming
Waarde instelpunt
Codes
Waarde sonde
-----
Codes van geactiveerd alarm
ALARM
-----
PARAMETERS
Waarde wachtwoord (getal)
WACHTWOORD
Draaiuren compressor
DRAAIUREN
Draaiuren waterpomp
---
Aantal uren Aantal uren
Menu voor instelling watertemperatuur Menu voor status temperatuursondes ST1: Temperatuur inlaatwater ST2: Temperatuur afvoerwater ST3 en ST6: Temperatuur leidingen Menu voor geactiveerd alarm Configuratiemenu parameters Wachtwoord om toegang te krijgen tot configuratie parameters (getal). Het wachtwoord is 38. Beheer draaiuren apparatuur (compressor, waterpomp) 8
BESCHRIJVING FUNCTIE INSTELPUNT THERMOSTAAT NIVEAU 1
DISPLAY Weergave van: Temperatuur inlaatwater Geactiveerd alarm
NIVEAU 2
INSTELPUNT
NIVEAU 3
Instelpunt koeling
Waarde instelpunt
Instelpunt verwarming
Waarde instelpunt
Op pagina 7 leest u hoe u het instelpunt van het systeem wijzigt De watertemperatuur wordt met een thermostaat aan de hand van een instelpunt en tolerantiebereik (differentieel) geregeld Stap 1 Stap 2 In het volgende schema ziet u hoe u deze parameters bedient. Compressor Compressor KOELMODUS UIT
Compressor UIT
Compressor AAN
co3
Compressor AAN
Compressor UIT
co3
co3 co5
ºC
Instelpunt
AAN
Instelpunt + Differentieel
Instelpunt
ºC
Instelpunt + Differentieel
UNITS met 1 Compressor UNITS met 2 Compressoren Bediening van een unit met één compressor geschiedt conform het schema, waarbij rekening gehouden moet worden met het feit dat de controller de bediening overneemt als de temperatuur van het inlaatwater boven de ingestelde waarde komt. Wanneer deze temperatuur boven het instelpunt + tolerantiebereik (differentieel) komt, gaat de compressor koelwater produceren. Zodra de temperatuur van het inlaatwater onder het instelpunt zakt, slaat de compressor af. Voorbeeld: indien instelpunt = 10°C en tolerantiebereik (differentieel)= 2°C, werkt de compressor als de temperatuur van het afvoerwater boven 10°C komt, slaat de compressor af als de temperatuur onder 10ºC zakt, en slaat deze weer aan als de temperatuur 12ºC is. Stap 2
Stap 1
VERWARMINGMODUS Compressor UIT
Compressor AAN Compressor AAN
Compressor UIT
co4
Instelpunt– Differentieel
Compressor UIT
Compressor AAN
co4
co4
ºC
co5
Instelpunt
Instelpunt– Differentieel Instelpunt UNITS met 2 Compressoren
UNITS met 1 Compressor
Bediening van een unit met één compressor geschiedt conform het schema, waarbij rekening gehouden moet worden met het feit dat de controller de bediening overneemt als de temperatuur van het inlaatwater boven de ingestelde waarde komt. Wanneer deze temperatuur onder het instelpunt + tolerantiebereik (differentieel) komt, gaat de compressor warm water produceren. Zodra de temperatuur van het inlaatwater onder het instelpunt + tolerantiebereik (differentieel) zakt, slaat de compressor af. Voorbeeld: indien het instelpunt = 41°C en het tolerantiebereik = 2°C, werkt de compressor wanneer de temperatuur van het afvoerwater onder 39°C zakt, en slaat deze af zodra de temperatuur weer op 41ºC is. MAX: Maximale waarde voor de parameter MIN: Minimale waarde voor de parameter DEF: De standaardwaarde, fabrieksinstelling. UNIT: De gebruikte meeteenheid. VAR.: Minimaal toegestane variatie
PARAMETERS Code die op display wordt weergegeven
WAARDEN UNITS WAARDEN UNITS MET 1 COMPRESSOR MET 2 COMPRESSOREN
BESCHRIJVING
MIN
MAX
DEF
MIN
MAX
DEF
Instelpunt koeling
10
15
11
9
14
10
ºC
0,1
Instelpunt verwarming
30
43
41
35
43
42
ºC
0,1
Differentiaaltemperatuur koeling
0
25,5
2
0
25,5
1.5
ºC
0,1
Differentiaaltemperatuur verwarming
0
25,5
2
0
25,5
1.5
ºC
0,1
Differentiaal voor tweede compressor
---
---
---
0
25,5
1.5
ºC
0,1
9
UNIT. VAR.
ANALOGE INVOER Weergave van: Temperatuur inlaatwater Geactiveerd alarm
Waarde sonde
INSTELPUNT mode
Druk op
Druk op
Waarde sonde on off
DISPLAYMENU
Waarde sonde
Status sonde
Waarde sonde
NAAR MENU MET STATUS SONDE Druk de knoppen mode en on off tegelijkertijd in en laat ze binnen twee seconden weer los. Op het display ziet u Op deze manier loopt u door het menu Houd de knoppen mode en on off gelijktijdig ingedrukt en laat ze binnen twee seconden los. Op deze manier loopt u door het menu Houd de knoppen gedurende twee seconden of langer mode en on off gelijktijdig ingedrukt. Om door het menu Om door het menu
te lopen, druk op: te lopen, druk op:
Sonde St1
Temperatuur inlaatwater
Sonde St2
Temperatuur afvoerwater
Sonde St3
Temperatuur leidingen in circuit 1
Sonde St4
Temperatuur leidingen in circuit 2 (ALLEEN MODEL E420)
Indien de unit niet voorzien is van antivriesbeveiliging is de minimumtemperatuur van het afvoerwater 5ºC Indien de temperatuur van het afvoerwater lager is dan 5ºC dient u antivries te gebruiken.
PARAMETERS MAX: Maximale waarde voor de parameter MIN: Minimale waarde voor de parameter DEF: De standaardwaarde, fabrieksinstelling. UNIT: De gebruikte meeteenheid. VAR.: Minimaal toegestane variatie Code die op display wordt weergegeven
BESCHRIJVING
MIN MAX
DEF
0
0
UNIT.
VAR.
---
---
---
---
UNIT MODEL E210 MET 1 CIRCUIT
Meeteenheid temperatuur H52=0 temperatuur wordt weergegeven in ºC H52=1 temperatuur wordt weergegeven in ºF
1
UNIT MODEL E210 MET 2 CIRCUITS
Meeteenheid temperatuur H64=0 temperatuur wordt weergegeven in ºC H64=1 temperatuur wordt weergegeven in ºF
10
0
1
0
Waarde parameter
DISPLAY Weergave van: Temperatuur inlaatwater Geactiveerd alarm
Waarde parameter Waarde parameter
Druk op
Waarde parameter Druk op Waarde parameter mode
Waarde parameter
on off
Waarde parameter
Druk op
Druk op PARAMETER
WEERGAVE PARAMETERS
NAAR HET MENU PARAMETERS Druk de knoppen mode en on off tegelijkertijd in en laat ze binnen twee seconden weer los. Op het display ziet u Op deze manier loopt u door het menu Houd de knoppen mode en on off gelijktijdig ingedrukt en laat ze binnen twee seconden los. Op deze manier loopt u door het menu Houd de knoppen gedurende twee seconden of langer mode en on off gelijktijdig ingedrukt. Om door het menu te lopen, druk op: Om door het menu te lopen, druk op: Menu met configuratieparameters van de unit Algemene configuratieparameters van de unit (Waarden (F)) Parameters voor configuratie compressor (Waarden (C)) Parameters voor configuratie ventilator en ontdooifunctie (Waarden (F)) Parameters voor configuratie actieve alarmfuncties (Waarden (A)) Parameters voor configuratie waterpomp (Waarden (P)) Parameters voor configuratie antivriesbeveiliging (Waarden (r)) Parameters voor configuratie ontdooicyclus (Waarden (d)) Wilt u de parameters wijzigen, dan hebt u een wachtwoord nodig. U heeft geen wachtwoord nodig om de parameters weer te geven Weergave van: Temperatuur inlaatwater Geactiveerd alarm
Druk op
Druk op
Druk op
Druk op Wachtwoord invoeren (getal, 38)
WACHTWOORD
11
VERANDERBARE PARAMETERS
PARAMETERS WIJZIGEN
MAX: Maximale waarde voor de parameter MIN: Minimale waarde voor de parameter DEF: De standaardwaarde, fabrieksinstelling. UNIT: De gebruikte meeteenheid. VAR.: Minimaal toegestane variatie
PARAMETERS UNIT WIJZIGEN
BESCHRIJVING
MIN MAX
DEF UNIT. VAR.
UNIT MODEL E210 MET 1 CIRCUIT Polariteit alarmschakelaar H45=0 schakelaar geopend indien uit is geactiveerd H45=1 schakelaar gesloten indien uit is geactiveerd
0
1
0
---
1
Meeteenheid temperatuur H52=0 temperatuur wordt weergegeven in ºC H52=1 temperatuur wordt weergegeven in ºF
0
1
0
ºC
0,1
Differentiaaltemperatuur koeling
0
25,5
1.5
ºC
0,1
Differentiaaltemperatuur verwarming
0
25,5
1.5
ºC
0,1
Differentiaal voor tweede compressor
0
25,5
1.5
ºC
0,1
BESCHRIJVING
MIN MAX
DEF UNIT. VAR.
UNIT MODEL E420 MET 2 CIRCUITS Polariteit alarmschakelaar H56=0 schakelaar geopend indien uit is geactiveerd H56=1 schakelaar gesloten indien uit is geactiveerd
0
1
0
---
1
Meeteenheid temperatuur H64=0 temperatuur wordt weergegeven in ºC H64=1 temperatuur wordt weergegeven in ºF
0
1
0
---
---
Differentiaaltemperatuur koeling
0
25,5
1.5
ºC
0,1
Differentiaaltemperatuur verwarming
0
25,5
1.5
ºC
0,1
Differentiaal voor tweede compressor
0
25,5
1.5
ºC
0,1
12
DRAAIUREN Weergave van: Temperatuur inlaatwater Geactiveerd alarm
Druk op
Druk op
Druk op
Druk op
Draaiuren compressor 1 Draaiuren compressor 2
mode
Druk op
Druk op
Draaiuren compressor 3 on off
Draaiuren compressor 4
DRAAIUREN
Draaiuren waterpomp
NAAR HET MENU DRAAIUREN Druk de knoppen mode en on off tegelijkertijd in en laat ze binnen twee seconden weer los. Op het display ziet u Op deze manier loopt u door het menu Houd de knoppen mode en on off gelijktijdig ingedrukt en laat ze binnen twee seconden los. Op deze manier loopt u door het menu Houd de knoppen gedurende twee seconden of langermode enon off gelijktijdig ingedrukt. Om door het menu Om door het menu
te lopen, druk op: te lopen, druk op:
Tellers draaiuren resetten. Wanneer op het display de draaiuren van de compressor of waterpomp worden weergegeven, kunt u de tellers op nul zetten door de knop ON/OFF (aan/uit) in te drukken en binnen twee seconden weer los te laten.
CODE
MIN
MÁX
UNIT
Draaiuren compressor 1
0
9.99
uur/k.uur
Draaiuren compressor 2 (indien aanwezig) model E210
0
9.99
uur/k.uur
Draaiuren compressor 2 (indien aanwezig) model E420 Niet beschikbaar
0
9.99
uur/k.uur
0
9.99
uur/k.uur
Draaiuren waterpomp
0
9.99
uur/k.uur
PARAMETERS
Op het display worden maximaal 999 draaiuren zonder decimale punt weergegeven. Daarboven verschijnt er een decimale punt en moet de waarde met 1.000 vermenigvuldigd worden (voorbeeld: 1.00 uur x 1000).
13
ALARMCODES STRUCTUUR VAN MENU DISPLAYMENU Weergave van: Temperatuur inlaatwater Geactiveerd alarm
NIVEAU 1 INSTELPUNT Druk op Status sonde mode
Druk op
Druk op
NIVEAU 2 on off
Codes van geactiveerd alarm
ALARM
-----
De unit is automatisch beveiligd met diverse beveiligingen. Indien een beveiliging een afwijking constateert, wordt dit in het display vermeld en kunt u de installateur waarschuwen. De activering van een alarm houdt het volgende in: - De alarmcode wordt weergegeven door de letter E, gevolgd door een nummer. Indien meer dan één alarm is geactiveerd, ziet u eerst de code met de laagste numerieke waarde. – Een bepaalde functie of meerdere functies worden geblokkeerd, afhankelijk van het type alarm. E00
Dit is geen alarm, maar betekent dat de unit is uitgeschakeld via de afstandbediening.
VIS (Weergave): Geeft het type alarm op het display aan. RE (Reset) : Type reset: Alarm inschakelen: AUT: AUTOMATISCH RESETTEN: Een aantal types alarm worden automatisch gereset. Zodra de oorzaak is weggenomen, verdwijnt het alarm van het display. MAN: HANDMATIG RESETTEN: Druk gedurende twee seconden of langer op de knop ON/OFF (aan/uit). Indien de reden van het alarm is weggenomen, werkt de apparatuur weer normaal en wordt het alarmrelais ontkracht. Indien de oorzaak van het alarm niet is opgelost, dient u technische hulp in te roepen. VIS.
E01
E02
E03
BESCHRIJVING Alarm voor hoge druk Dit alarm kan op de volgende problemen wijzen: - Beveiliging hoog pressostaat - Elektrische beveiliging compressor (alleen EAC 047 en 081) - Elektrische beveiliging binnenventilator - Zekeringen van de ventilator doorgeslagen
EFFECT
Unit slaat af
Alarm voor lage druk Dit alarm kan op de volgende problemen wijzen: - Te weinig koelmiddel - Te weinig water in koelcyclus Compressor - Geblokkeerd element in verwarmingcyclus 1 slaat af - Zekeringen van de ventilator doorgebrand Indien de unit binnen een uur twee keer automatisch gereset is, dient u de unit vervolgens handmatig te resetten. Alarm thermische beveiliging compressor en ventilator - Thermische beveiliging compressor en ventilator open - Stroomstoring
Compressor 1 slaat af
14
RE
ACTIE
MAN
Druk op de knop ON/OFF (aan/uit) tot het alarm verdwijnt. Indien u opnieuw de alarmmelding krijgt, handel dan als volgt: • Controleer of het element schoon is en niet geblokkeerd. • Water flow on the cooling cycle • Controleer de zekeringen van de ventilator
MAN
Wanneer u deze alarmmelding regelmatig krijgt en deze niet verdwijnt, schakelt u de stroom in en uit en : • Controleer of het element schoon is en niet geblokkeerd. • Controleer het water in de koelcyclus • Controleer de zekeringen van de ventilator • Controleer het koelmiddel.
MAN
Druk op de knop ON/OFF (aan/uit) tot het alarm verdwijnt. Indien u opnieuw de alarmmelding krijgt, meet u de apparatuur door en vervangt u het defecte onderdeel • Controleer het koelmiddel • Controleer of het koelcircuit niet is geblokkeerd • Controleer de aansluitingen en zekeringen • Controleer de stroomvoorziening
ALARMCODES VIS.
BESCHRIJVING Antivriesalarm De temperatuur van het afvoerwater is onder de +3ºC.
E05
EFFECT
Unit slaat af
RE
MAN
Druk op de knop ON/OFF (aan/uit) tot het alarm verdwijnt. Indien u opnieuw de alarmmelding krijgt: • Controleer het waterfilter • Controleer de waterdoorstroming • Controleer of de waterpomp op de stroomvoorziening van de unit is aangesloten.
AUTO
Deze beveiliging wordt automatisch gereset. Indien u opnieuw de alarmmelding krijgt, controleer dan: • Aansluiting temperatuursonde afvoerwater (ST2) (zie installatieschema). Meet de apparatuur door en vervang het defecte onderdeel.
AUTO
Deze beveiliging wordt automatisch gereset. Indien u opnieuw de alarmmelding krijgt, controleer dan: • Aansluiting sonde koelleiding (ST2) (zie installatieschema). Meet de apparatuur door en vervang het defecte onderdeel.
Alarm sonde afvoerwater Sonde afvoerwater open of niet aangesloten. Unit slaat af
E06
Alarm sonde koelleiding: Sonde koelleiding open of niet aangesloten Unit slaat af
E07
E11
Alarm hoge druk/hoge temperatuur. Wordt geactiveerd wanneer de sonde van de koelleiding (St3) een temperatuur boven de 65ºC meet en het hoge pressostaat niet is geactiveerd. Dit alarm kan op de volgende problemen wijzen: - Defect hoog pressostaat.
E12
Alarm lage druk/lage temperatuur. Wordt geactiveerd wanneer de sonde van de koelleiding (St3) een temperatuur onder de 30ºC meet en het lage pressostaat niet is geactiveerd. Dit alarm kan op de volgende problemen wijzen: -Defect laag pressostaat.
E13
Unit slaat af
Unit slaat af
Alarm thermische beveiliging tweede compressor en ventilator: - Thermische beveiliging compressor en ventilator open - Stroomstoring Compressor 2 slaat af
E21
Alarm hoog pressostaat, circuit 2 Dit alarm kan op de volgende problemen wijzen: - Beveiliging hoog pressostaat Compressor - Elektrische beveiliging compressor open 2 slaat af - Elektrische beveiliging binnenventilator open - Zekeringen van de ventilator doorgebrand
E22
Alarm laag pressostaat, circuit 2 Dit alarm kan op de volgende problemen wijzen: - Te weinig koelmiddel - Te weinig water in koelcyclus Compressor - Geblokkeerd element in verwarmingcyclus 2 slaat af - Zekeringen van de ventilator doorgebrand Indien de unit binnen een uur twee keer automatisch gereset is, dient u de unit vervolgens handmatig te resetten
15
ACTION
AUTO
AUTO
MAN
Druk op de knop ON/OFF (aan/uit) tot het alarm verdwijnt. Indien u opnieuw de alarmmelding krijgt, handel dan als volgt: • Controleer de werking van hoog pressostaat. • Controleer of het element schoon is en niet geblokkeerd. • Controleer het water in de koelcyclus • Controleer de zekeringen van de ventilator • Controleer werking laag pressostaat. • Controleer of het element schoon is en niet geblokkeerd. • Controleer het water in de koelcyclus • Controleer de zekeringen van de ventilator • Controleer het koelmiddel. Druk op de knop ON/OFF (aan/uit) tot het alarm verdwijnt. Indien u opnieuw de alarmmelding krijgt, meet u de apparatuur door en vervangt u het defecte onderdeel • Controleer het koelmiddel • Controleer of het koelcircuit niet is geblokkeerd • Controleer de aansluitingen en zekeringen • Controleer de stroomvoorziening
MAN
Druk op de knop ON/OFF (aan/uit) tot het alarm verdwijnt. Indien u opnieuw de alarmmelding krijgt, handel dan als volgt: • Controleer of het element schoon is en niet geblokkeerd. • Controleer het water in de koelcyclus • Controleer de zekeringen van de ventilator
MAN
Wanneer u deze alarmmelding regelmatig krijgt en deze niet verdwijnt, schakelt u de stroom in en uit en : • Controleer of het element schoon is en niet geblokkeerd. • Controleer het water in de koelcyclus • Controleer de zekeringen van de ventilator • Controleer het koelmiddel.
ALARMCODES VIS. BESCHRIJVING
EFFECT
RE
ACTIE
Druk op de knop ON/OFF (aan/uit) tot het alarm verdwijnt. Indien u opnieuw de alarmmelding krijgt, meet u de apparatuur door en vervangt u het defecte onderdeel Alarm thermische beveiliging compressor en Compressor •Controleer het koelmiddel ventilator circuit 2: 2 slaat af Thermische beveiliging compressor en E23 MAN •Controleer of het koelcircuit niet is geblokkeerd ventilator open •Controleer de aansluitingen en zekeringen - Stroomstoring •Controleer de stroomvoorziening Alarm hoge druk/hoge temperatuur. Wordt geactiveerd wanneer de sonde van de koelleiding (St3) een temperatuur boven de 65ºC meet en het hoge pressostaat niet E27 is geactiveerd. Dit alarm kan op de volgende problemen wijzen: -Defect hoog pressostaat.
E31
Unit slaat af
Druk op de knop ON/OFF (aan/uit) tot het alarm verdwijnt. Indien u opnieuw de alarmmelding krijgt, handel dan als volgt: • Controleer de werking van hoog pressostaat. AUTO • Controleer of het element schoon is en niet geblokkeerd. • Controleer het water in de koelcyclus • Controleer de zekeringen van de ventilator
Alarm lage druk/lage temperatuur. • Controleer werking laag pressostaat. Wordt geactiveerd wanneer de sonde van • Controleer of het element schoon is en de koelleiding (St3) een temperatuur onder niet geblokkeerd. de -30ºC meet en het lage pressostaat niet Compressor AUTO • Controleer het water in de koelcyclus is geactiveerd. 2 slaat af • Controleer de zekeringen van de Dit alarm kan op de volgende problemen ventilator wijzen: • Controleer het koelmiddel -Defect laag pressostaat.
E32
Alarm sonde koelleiding, circuit 2 Dit kan wijzen op: Sonde koelleiding open of niet aangesloten.
E40
Alarm sonde inlaatwater Dit kan wijzen op: - Sonde inlaatwater open of niet aangesloten.
Compressor 2 slaat af AUTO
Unit slaat af
AUTO
Deze beveiliging wordt automatisch gereset. Indien u opnieuw de alarmmelding krijgt, controleer dan: • Aansluiting sonde koelleiding (ST2) (zie installatieschema). Meet de apparatuur door en vervang het defecte onderdeel.
Aansluiting sonde koelleiding (ST1) (zie installatieschema). Meet de apparatuur door en vervang het defecte onderdeel.
• Controleer of het watercircuit niet is geblokkeerd • Controleer de waterdoorstroming.
Alarm waterschakelaar E41 De unit bevat te weinig water.
Unit slaat af
AUTO
Alarm met betrekking tot onjuiste configuratie. E45 Dit kan erop wijzen dat het aansluitpunt defect is
Unit slaat af
Deze beveiliging wordt automatisch gereset. Indien u de alarmmelding opnieuw AUTO krijgt, dient u de apparatuur door te meten en het defecte onderdeel te vervangen.
Unit slaat af
Deze beveiliging wordt automatisch gereset. Indien u opnieuw de alarmmelding krijgt, controleer dan de aansluiting van de AUTO sonde van het inlaatwater (ST1) (zie installatieschema), meet de apparatuur door en vervang het defecte onderdeel
Hoge temperatuur inlaatwater. Wijst op: Temperatuur inlaatwater ligt langer dan een E46 seconde boven 90ºC
16
BESCHRIJVING VAN HET ONTDOOISYSTEEM In de verwarmingstand wordt het ontdooiproces in de warmtepompunits in werking gesteld wanneer de buitentemperatuur laag is en het buitenelement zou kunnen bevriezen. Om het ijs te doen smelten schakelt de ontdooifunctie de unit voor een korte periode over naar de koelstand. Tijdens het ontdooien is de lage druk minimaal, waardoor het pressostaat wordt uitgeschakeld. De fabrikant maakt gebruik van standaardinstellingen die op de meeste installaties van toepassing zijn. Met de ingestelde parameters wordt het volgende geregeld: BEGINTEMPERATUUR ONTDOOIEN De ontdooicyclus gaat van start wanneer de buitentemperatuur langer dan één minuut onder de -3ºC is. EINDE ONTDOOICYCLUS De ontdooicyclus eindigt wanneer: Voor één circuit wanneer de buitentemperatuur van de koelleiding 25ºC is Voor units met twee circuits wanneer het pressostaat voor einde ontdooicyclus 24 bar aangeeft. VERTRAGING TUSSEN TWEE ONTDOOICYCLI De tijd tussen twee ontdooicycli is de tijd tussen het einde van de ene cyclus tot het begin van de volgende, en bedraagt 30 minuten. Gedurende deze tijd moet de begintemperatuur voor ontdooien worden gehandhaafd. Zodra de tijd is verlopen, begint de unit met ontdooien. Indien de begintemperatuur voor ontdooien zakt voordat de tijd is verlopen, wordt de onderbreking geblokkeerd en begint de tijd weer te lopen als de temperatuur onder een ingestelde waarde zakt. De onderbreking voorkomt dat de unit permanent in de ontdooistand staat. MAXIMALE ONTDOOITIJD Dit is de maximale ontdooitijd indien de temperatuur de limiet niet overschrijdt. Hiermee wordt overmatige ontdooiing voorkomen. Er wordt maximaal vijf minuten achtereen ontdooid. VOLGORDE ONTDOOICYCLUS: Wanneer een sonde in de condensator een lage temperatuur (-3°C) meet terwijl deze in bedrijf is, slaat de compressor af, wordt de vierwegafsluiter gedurende 30 seconden omgekeerd en start de compressor 30 seconden later. Deze modus eindigt wanneer de sonde van de buitenwisselaar de uiteindelijke ontdooitemperatuur vaststelt of een veiligheidsinterval wordt overschreden. Aan het eind van de ontdooimodus slaat de compressor af, 30 seconden later wordt de vierwegsafsluiter omgekeerd en nog eens 30 seconden later start de compressor in de verwarmingmodus, waarna er efficiënter meer warm water wordt gegenereerd doordat er geen sprake meer is van bevriezing.
17
SNELHEID VENTILATOR REGELEN Snelheid ventilator-functie: beheer van ventilatorsnelheid. De snelheid van de ventilator wordt geregeld via een bedieningspaneel in de schakelkast van de unit Dankzij deze functie kan de unit in de koelstand werken bij zeer lage buitentemperaturen van -10ºC tot 46ºC. Er is sprake van een proportionele ventilatorsnelheid, waarbij de stroom die naar de ventilator toegevoerd wordt, varieert. TOERENTAL VENTILATOR
VENTILATORSTANDEN
OMGEVINGSTEMPERATUUR
Ventilator uit
Omgevingstemperatuur onder +5ºC
Minimale ventilatorsnelheid
Omgevingstemperatuur tussen +5ºC en +20ºC
Ventilatorregeling
Omgevingstemperatuur tussen +20ºC en +30ºC
Stille ventilatorsnelheid
Omgevingstemperatuur tussen +30ºC en +35ºC
Maximale ventilatorsnelheid
Omgevingstemperatuur boven +35ºC
0 350 350 a 750 750 900
BEVEILIGINGEN Deze units zijn van diverse beveiligingen voorzien, zodat de watertemperatuur niet zodanig kan zakken dat het unit schade oploopt. 1.- Antivriesbeveiliging: Deze beveiliging wordt geactiveerd door de besturing van het systeem. De beveiliging treedt in werking wanneer de sonde voor de temperatuur van het afvoerwater (ST2), die in de waterwisselaar zit, +5ºC meet en gaat uit zodra de temperatuur weer +6ºC is. Indien de beveiliging wordt geactiveerd, gebeurt er het volgende: Indien de unit STAND-BY staat: de waterpomp gaat aan, evenals de elektrische verhitter van de waterwisselaar en de elektrishe verhitter van de watertank (indien aanwezig) –
SCHAKEL DE UNIT NIET WANNEER U DEZE ENIGE TIJD NIET GEBRUIKT. ZET HEM OP STANDBY, ZODAT DE ANTIVRIESBEVEILIGING BLIJFT WERKEN. - Indien de unit in de koelstand staat: schakelt de elektrische verhitter van de watertank en de elektrische verhitter van de warmtewisselaar van het water in en activeert de injectieklep voor heet gas (mits de unit voorzien is van deze opties). - Indien de unit in de verwarmingstand staat: schakelt de elektrische verhitter van de watertank en de elektrische verhitter van de warmtewisselaar van het water in (mits de unit voorzien is van deze opties). 2.- Antivriesalarm. Dit alarm treedt in werking wanneer de sonde van de buitenwatertemperatuur (ST2) een waarde onder +3ºC meet, waarna de unit afslaat. Het alarm kan worden gereset als de temperatuur van het buitenwater +8 ºC is. 3.- Startvertraging compressor Om te voorkomen dat de motor van de compressor oververhit raakt, dient er vijf minuten tussen het opstarten van de compressor en het opnieuw opstarten te zitten en dient de compressor minimal twee minuten uitgeschakeld te zijn (maximaal aantal keer opstarten binnen één uur is 12)
ON
OFF
5
ON
2
4.- Carterverhitter van de compressor. Deze beveiliging die rond de compressor zit, treedt in werking als de compressor afslaat, zodat de temperatuur van de compressorolie op peil blijft en er geen koelmiddel in de compressorolie komt. 5.- Startvertraging waterpomp. Wanneer de unit in de koel- of verwarmingstand staat, start de waterpomp en pas na vier minuten de compressor, zodat het watercircuit zich kan stabiliseren
SCHAKEL DE UNIT NIET UIT, ANDERS WERKT DE BEVEILIGING NIET. 18
GROOT-BRITTANNIË, IERLAND:
BELGIË:
TSJECHIË:
LENNOX INDUSTRIES LTD tel. : + 44 1604 59 9400 fax : + 44 1604 594200 e-mail : marketing lennoxind.com LENNOX BENELUX N.V./S.A. tel. : + 32 3 633 30 45 fax : + 32 3 633 00 89 e-mail : info lennoxbenelux.com JANKA LENNOX tel. : + 420 2 510 88 111 fax : + 420 2 579 10 393 e-mail : janka janka.cz
FRANKRIJK:
LENNOX FRANCE tel. : + 33 4 72 23 20 20 fax : + 33 4 78 20 07 76 e-mail : accueil lennoxfrance.com
DUITSLAND:
LENNOX DEUTSCHLAND Gmbh tel. : + 49 69 42 0979 0 fax : + 49 69 42 0979 40 e-mail : info lennoxdeutschland.com
NEDERLAND:
POLEN:
PORTUGAL :
RUSLAND:
SLOWAKIJE:
SPANJE:
OEKRAÏNE:
OVERIGE EUROPESE LANDEN, AFRIKA, MIDDEN-OOSTEN:
LENNOX BENELUX B.V. tel. : + 31 33 2471 800 fax : + 31 33 2459 220 e-mail : info lennoxbenelux.com LENNOX POLSKA SP z o.o. tel. : + 48 22 832 26 61 fax : + 48 22 832 26 62 e-mail : lennoxpolska inetia.pl LENNOX CLIMATIZAÇAO LDA. tel. : + 351 22 998 33 70 fax : + 351 22 998 33 79 e-mail : marketing lennoxportugal.com LENNOX DISTRIBUTION MOSCOW tel. : + 7 095 246 07 46 fax : + 7 502 933 29 55 e-mail : lennox.dist.moscow co.ru LENNOX SLOVAKIA tel. : + 421 7 44 88 92 16 fax : + 421 7 44 88 16 88 LENNOX REFAC S.A. tel. : + 34 902 400 405 fax : + 34 91 542 84 04 e-mail : marketing lennox-refac.com LENNOX DISTRIBUTION KIEV tel. : + 380 44 213 14 21 fax : + 380 44 213 14 21 e-mail : jankauk uct..kiev.ua LENNOX DISTRIBUTION tel. : + 33 4 72 23 20 14 fax : + 33 4 72 23 20 28 e-mail :marketing lennoxdist..com
W W W . LENNOXEUROPE . COM COD: MUL28D-1202
12-2002