RIS168343a_18-NOV-2009
Inspraakrapport Kadernota Prostitutie Commentaren zijn ontvangen van: 1 SHOP (Stichting Hulpverlening en Opvang Prostitutie ) 2 Stichting De Haven 3 CHAP (Chr. Hulp aan Prostituanten) 4 Roos Escortservice 5 Chrisma BV 6 Buurtoverleg Het Oude Centrum 7 de heer L. Lansbergen en mw. M. Jansen (omwonenden Doubletstraat) 8 Mw. S. Dufrane en de heer S. Lor (omwonenden Doubletstraat) Deze commentaren liggen ter visie bij het gemeentelijk contactcentrum. Veel opmerkingen gaan over dezelfde onderwerpen, zoals de positie van zzpers, het maximale aantal vergunde bedrijven en overlast in en om de Doubletstraat. Om niet in herhalingen te hoeven vervallen is de reactie van het college gebundeld rond een aantal thema’s. 1. Algemeen Uit de meeste reacties spreekt waardering over de hoofdlijnen van de Kadernota. De instellingen zijn tevreden over het proces waarin de nota tot stand gekomen is. De inhoud van de nota wordt door hen op hoofdlijnen ondersteund. Chrisma BV plaatst op een aantal punten vraagtekens bij onze intenties, maar is over het algemeen niet afwijzend ten aanzien van de concrete invullingen. Overwegend of helemaal negatief zijn een aantal omwonenden van de Doubletstraat, die van oordeel zijn dat de Kadernota onvoldoende aandacht heeft voor de overlast die door de prostitutie en de klanten wordt veroorzaakt. 2. Normalisering van de branche Dit is een continu proces. Het college onderkent dat dit vaak nog moeizaam verloopt. Met het enkele uitspreken door de wetgever dat prostitutie een normale bedrijfstak is, zijn niet meteen alle problemen verdwenen. Het rijk laat wel erg veel aan het vrije spel der maatschappelijke krachten over. Zo is nog steeds niet goed geregeld wanneer sekswerkers geacht kunnen worden als zelfstandige te werken en wanneer loondienst mag worden aangenomen. Ook ontbreekt een regeling dat verzekeraars en banken sekswerkers niet als klant mogen weigeren. In de reactie van “Roos Escortservice” wordt erop gewezen hoe moeilijk het nog steeds voor sekswerkers is om een verzekering af te sluiten of een lening te krijgen. Het college onderkent dit probleem. SHOP spant zich in om voor haar 1
cliënten tenminste de meest noodzakelijke verzekeringen, bijvoorbeeld voor ziektekosten, te regelen. Met betrekking tot leningen en andere verzekeringen wordt nog nader bezien of dat ook geregeld kan worden. Het laagdrempelige dienstencentrum dat in de Kadernota wordt genoemd is mede bedoeld om de hulpverlening op dit en andere soortgelijke terreinen een impuls te geven. In de reactie van “Roos Escortservice’ wordt verder aangegeven dat de legalisering van de prostitutie en het gemeentelijk beleid wel geleid hebben tot verbetering van de arbeidsomstandigheden, maar dat de arbeidsvoorwaarden nog steeds een probleem zijn. Daarbij moet worden gedacht aan zaken als het zelf mogen bepalen welke klanten ontvangen of geweigerd mogen worden, welke handelingen wel of niet worden verricht, welke kleding wordt gedragen enz. Bij het derde speerpunt in de Kadernota is het voornemen opgenomen om aan de vergunningvoorwaarden bepalingen toe te voegen die moeten strekken tot verdere verbetering van de arbeidsomstandigheden van sekswerkers die werken in een vergunde seksinrichting. Het voorwaardenpakket zoals ontwikkeld door de Belastingdienst en de Rode Draad zal daarbij als vertrekpunt dienen. Het college is bereid hierbij de suggestie van De Haven te betrekken om als vergunningvoorwaarde op te nemen dat exploitanten de hulpverlening moeten toelaten (waaronder SHOP en De Haven). Bij de normalisering van de branche hoort dat de branche er zelf op toeziet dat sekswerkers meerderjarig zijn en legaal in Nederland verblijven. Het college is van mening dat de regels glashelder zijn. De exploitant is er verantwoordelijk voor dat in zijn bedrijf geen minderjarigen of illegalen worden aangetroffen. Dat het in de praktijk lastig kan zijn om de verblijfsrechtelijke status van iemand vast te stellen doet daar niet aan af. Desgewenst kan een exploitant advies inwinnen van de toezichthouders van het team Commerciële Zeden van de politie Haaglanden. Chrisma BV vraagt naar de betekenis van de zinsnede in de nota dat “onder de legale top nog een ijsberg van onbekende omvang schuil gaat”. Deze zin is niet bedoeld als sneer naar de vergunde bedrijven. Deze houden zich over het algemeen aan de regels. Misstanden komen we daar zelden tegen, mede dank zij de intensieve en frequente politiecontrole. Naast de vergunde branche is er ook illegale prostitutie (straatprostitutie, thuiswerkers, niet-vergunde bedrijven) waarop nog te weinig zicht bestaat. Chrisma BV vraagt tevens aandacht voor de positieve initiatieven vanuit de branche, onder meer in de sfeer van voorlichting. Het is inderdaad zo dat 2
sommige bedrijven op dit gebied actief zijn. Het college waardeert dat. Overigens geldt dit (lang) niet voor alle bedrijven. 3. Positie van zzp-ers SHOP en Roos Escortservice gaan in op de mogelijke gevolgen van de invoering van een registratieplicht voor zelfstandig werkende prostituees (zzpers). Vooralsnog kan het college deze opmerkingen slechts voor kennisgeving aannemen. Zij hebben immers betrekking op een materie die wordt bestreken door de nieuwe ontwerp-Kaderwet Prostitutie. Deze wet zal bepalen of er ruimte komt voor zzp-ers in de prostitutie en zo ja, aan welke voorwaarden moet worden voldoen. Uit de wet zal ook moeten blijken of er vrijheid is voor gemeenten om aanvullende voorwaarden te stellen. Ook een ander in de inspraak genoemd punt, de leeftijdsgrens voor sekswerkers, zal in de wet worden geregeld. Het wetsontwerp moet nog door de beide Kamers worden behandeld en kan als gevolg daarvan nog wijzigingen ondergaan. Met het oog daarop vindt het college het prematuur om nu al uitspraken te doen over de positie van zzp-ers en over de aan hen te geven ruimte. Zoals al vermeld in de Kadernota Prostitutie zal het college, zodra het wetsvoorstel de Eerste Kamer is gepasseerd, een aanvullende notitie uitbrengen. De visie van het college op de positie van zzp-ers is helder in de ontwerpKadernota verwoord. Het college is op zichzelf niet tegen zzp-ers in de prostitutie, maar vindt wel dat het mogelijk moet zijn te sturen op de vestigingsplek en controle uit te oefenen op de werkomstandigheden. Dat is nodig voor de veiligheid van betrokkenen en ter voorkoming van uitbuiting en mensenhandel. Dank zij een intensieve controle en een stringente handhaving zijn uitbuiting en mensenhandel in de vergunde sector sterk teruggedrongen. De toelating van zzpers op de prostitutiemarkt bergt het risico in zich dat mensenhandelaars zullen proberen om zelfstandig werkende sekswerkers in hun macht te krijgen of zullen proberen om slachtoffers van mensenhandel te laten voorkomen als zzp-ers. Effectieve controle daarop is niet mogelijk als er geen limiet kan worden gesteld aan het aantal zzp-ers dat in de prostitutie werkzaam zal zijn en geen voorwaarden kunnen worden gesteld aan de plekken waar en de omstandigheden waaronder zij hun beroep uitoefenen. Dat hoeven niet per se dezelfde voorwaarden te zijn als die welke nu gelden voor vergunde bedrijven. Als er meer organisatievormen worden toegelaten zal er in het vergunningenbeleid meer ruimte moeten komen voor maatwerk. Bij toelating van zzp-ers zullen we 3
opnieuw moeten kijken naar het maximale aantal toegelaten bedrijven en naar de mogelijke vestigingsplekken. Zolang de positie van zzp-ers niet wettelijk is geregeld wordt handhavend opgetreden tegen thuiswerkende sekswerkers. 4. Aantallen vergunde bedrijven en verplaatsing van bedrijven Hierover zijn opmerkingen gemaakt door Roos Escortservice en door Chrisma. Het maximale aantal vergunde bedrijven (seksinrichtingen en escortbedrijven) blijft vooralsnog bepaald op 100. Vrijvallende plekken worden vooralsnog niet opgevuld, in afwachting van de ontwikkelingen rondom de zzp-ers. Als uit de Kaderwet Prostitutie voortvloeit dat ook zzp-ers op de prostitutiemarkt moeten worden toegelaten kan dat aanleiding zijn om dit aantal te herzien. Het college komt hierop terug na vaststelling van de Kaderwet door het parlement. De locaties voor deze inrichtingen zijn vastgelegd in de ‘parapluverordening seksinrichtingen en escortbedrijven’. In de Kadernota Prostitutie is het voornemen opgenomen om escortbedrijven de mogelijkheid te geven om te verhuizen naar een andere, niet in de parapluverordening genoemde locatie. Hiervoor is gekozen omdat de feitelijke prostitutie niet op het adres van het bedrijf plaatsvindt, maar elders. De aanwezigheid van een escortbedrijf zorgt niet voor overlast op of rond de vestigingsplek, waardoor de noodzaak ontbreekt om escortbedrijven aan bepaalde plekken in de stad te binden. 5. Straatprostitutie en (overige) illegale prostitutie De normalisering van de prostitutiebranche staat of valt met de mogelijkheid om controle uit te oefenen op de arbeidsomstandigheden van de sekswerkers. Bij straatprostitutie is geen effectieve controle mogelijk. Dat betekent dat noch de veiligheid, noch de arbeidsomstandigheden van de sekswerkers gewaarborgd kunnen worden en dat het risico van exploitatie en mensenhandel groot is. Straatprostitutie zorgt verder voor overlast en onveiligheid. Daarom heeft de Haagse raad ervoor gekozen om in de APV een verbod op straatprostitutie op te nemen. De normalisering brengt tevens met zich mee dat opgetreden blijft worden tegen thuiswerk(st)ers en andere sekswerkers die niet in een vergund bedrijf werken. Een aantal commentaren heeft daar moeite mee. SHOP vreest dat een harde aanpak van onvergunde sekswerkers deze groep juist in toenemende mate ongrijpbaar maakt voor de hulpverleners. Het college heeft daar oog voor, maar benadrukt dat strakke handhaving op onvergunde prostitutie noodzakelijk is en blijft om de veiligheid van 4
betrokkenen zelf en anderen te waarborgen en om overlast tegen te gaan. Gedogen of oogluikend toestaan van onvergunde prostitutie wijst het college daarom af. 6. Overlast Doubletstraat Diverse commentaren hebben betrekking op overlast in en rond de Doubletstraat. Het college merkt hierover het volgende op. Het is onvermijdelijk dat een prostitutiestraat een bepaalde mate van overlast met zich mee brengt. Dat geldt overigens ook voor uitgaansgebieden met een hoge concentratie van horeca. Gemeente en politie spannen zich in om de leefbaarheid van de omgeving van de prostitutiestraten op een aanvaardbaar niveau te houden. De exploitanten worden daarop aangesproken. Om goed te kunnen volgen wat er in de omgeving van de Doubletstraat gebeurt hebben gemeente en politie goede informatie nodig. De politie is vaak aanwezig in de Doubletstraat en omgeving, maar desondanks kan niet alles worden waargenomen. Het is dus belangrijk dat bewoners klachten melden, zodat gemeente en politie de exploitanten daarmee kunnen confronteren en samen met hen op zoek kunnen gaan naar passende maatregelen. Mevrouw Dufrane en de heer Lor geven aan dat er veel problemen zijn, maar ook dat bewoners die vaak niet melden omdat ze dat te veel werk vinden, denken dat het toch wel niet zal helpen of bang zijn voor represailles. Daardoor komen we in een welles-nietes situatie terecht. Het college stelt vast dat het aantal geregistreerde klachten een dalende lijn vertoont. Ook in de beleving van de politiemensen die frequent in het gebied aanwezig zijn is de leefbaarheid toegenomen. De beleving van de bewoners is kennelijk anders. Om die impasse te doorbreken stelt het college het volgende voor. In overleg met de omwonenden wordt momenteel een aantal fysieke verbeteringen aangebracht in de Doubletstraat en de omgeving daarvan (Van Hogelandestraat en Zuidwal). Er is een afscheiding tussen de prostitutiestraat en de woonstraten aangebracht, in de vorm van een dichtgeplaat hek. Dat moet leiden tot vermindering van overlast omdat klanten minder snel in woonstraten belanden. Hier werkt men aan de uitvoering van de plaatsing van een muur zoals met de gemeenteraad is afgesproken. De bewoners worden betrokken bij het overleg over de vraag hoe die er precies komt uit te zien.
5
Bewoners die overlast ervaren gaan dat weer melden. Er worden afspraken met de bewoners gemaakt over de manier waarop. Meldingen moeten wat ons betreft zo simpel mogelijk kunnen worden gedaan, bijvoorbeeld via een sms. Gemeente en politie nemen op zich om elke klacht die voldoende concreet is na te trekken en over hun bevindingen terug te rapporteren aan de indiener van de klacht en (in geanonimiseerde vorm) aan de wijk. Als bewoners schade ondervinden aan hun woning, hun auto of andere bezittingen claimen zij die bij hun verzekeringsmaatschappij met een afdruk aan de gemeente. Laten we zo eens drie maanden lang alles wat er gebeurt in kaart brengen. Met die meldingen in de hand gaat het college nieuwe afspraken maken met de exploitanten over het handhaven van orde en rust in en om hun panden. Exploitanten die daarin aantoonbaar tekort schieten kunnen een sanctie tegemoet zien. In aanvulling daarop zal steekproefsgewijs extra controle plaatsvinden op foutparkeren, met name in de late avond en in het weekend. Binnenkort worden de zgn. Bolle-pilots, de pilots Bewonersparticipatie en Veiligheid, geëvalueerd. Aan de hand daarvan zal besluitvorming plaatsvinden over het opzetten van projecten Bewonersparticipatie en Veiligheid in andere wijken. Het college is bereid om zo’n project ook op te zetten voor de omgeving van de Doubletstraat. Voorwaarde daarvoor is dat bewoners bereid zijn daarin te participeren en met gemeente, politie en exploitanten in overleg te gaan over gezamenlijke inspanningen om de veiligheid in het gebied te vergroten. Het college tekent hierbij aan dat de inzet van gemeente en politie gericht is op het verbeteren van de leefbaarheid en de veiligheid in en om de prostitutiestraten. Niet op het opheffen van die straten, wat zo te zien de wens van de opstellers van de inspraakreacties is. Sluiten of verder afbouwen van de prostitutiestraten zal leiden tot een groei van het illegale circuit, met alle gevolgen van dien. Zou men daarvoor kiezen, dan dienen die gevolgen te worden voorkomen. De vergunde prostitutiesector is inmiddels goed in beeld. Mede dank zij intensieve controle, handhaving en sanctionering komen uitwassen nog maar sporadisch voor. Die winst moet geconsolideerd worden. Het beleid dat is geschetst in de Kadernota biedt daarvoor de beste waarborgen. 7. Aanpak mensenhandel SHOP juicht het toe dat de APV wordt aangepast om veroordeelde daders van mensenhandel 5 jaar te weren uit de vergunde seksinrichtingen. Gevraagd wordt of het ook mogelijk is om hen een straatverbod in de prostitutiestraten en rond seksinrichtingen te geven.
6
Het college vindt dit een interessante suggestie. Voor individuele gebiedsverboden is nieuwe wetgeving op komst. Deze moet worden afgewacht. Als die nieuwe wetgeving deze mogelijkheid biedt, wordt hierop teruggekomen. 7. Opvang slachtoffers van mensenhandel SHOP dringt erop aan de gereserveerde € 300.000 ten behoeve van de opvang voor slachtoffers van mensenhandel te handhaven, omdat de aanbestedingsronde vanuit het ministerie nog op zich laat wachten. Het college is daartoe bereid. Overigens gaan wij er van uit dat het rijk meebetaalt aan het realiseren van voldoende opvangmogelijkheden voor Haagse slachtoffers van mensenhandel. SHOP geeft verder aan dat de laagdrempelige opvang in de Zamenhofstraat niet voldoet aan de eisen van deze tijd. Gevraagd wordt om middelen beschikbaar te stellen voor een ander onderkomen. Het college tekent hierbij aan dat de problemen met het pand Zamenhofstraat vooral te maken hebben met het feit dat het aantal slachtoffers dat moet worden opgevangen nog steeds blijft groeien. Als op een andere plek nieuwe opvangmogelijkheden kunnen worden gerealiseerd neemt de druk op het pand aan de Zamenhofstraat af en kan daar naar het oordeel van het college nog steeds verantwoord opvang worden geboden. Het college zal de ontwikkelingen in de opvang op de voet volgen. Mede aan de hand van de uitkomsten van het overleg met het rijk over uitbreiding van de opvangvoorzieningen zal het college samen met SHOP bezien of een nieuw onderkomen noodzakelijk is. 8. Laagdrempelig dienstencentrum De Haven ziet het nut van een speciaal dienstencentrum niet in. Vooral niet als het zou worden opgezet in de buurt van de raamstraten. De prostituees ervaren dit als stigmatiserend en het is te zichtbaar. Specifieke tijden voor spreekuren en afspraken maken is voor deze groep heel moeilijk, ze komen vaak op heel andere tijden. Er is overigens wel behoefte aan spreekuren voor schuldhulpverlening en juridisch advies. Diverse instellingen hebben aangegeven dat er behoefte bestaat aan een laagdrempelig dienstencentrum. Het is nog geen uitgemaakte zaak dat het dienstencentrum in de buurt van de raamstraten moet komen. Over de locatie van het dienstencentrum en de voorzieningen die erin een plek zouden moeten krijgen zal nader overleg plaatsvinden met de doelgroep en met deskundigen. 9. Minderjarigen: preventie en opvang SHOP vraagt in haar reactie aandacht voor de minderjarige (toekomstige) sekswerkers en pleit in dat kader voor voorlichting op scholen en aan ouders. 7
belangrijk. Daarnaast biedt SHOP haar expertise aan om ambulante hulpverlening voor deze groep in te zetten. Het beleid en de actiepunten met betrekking tot minderjarigen/slachtoffers van loverboys zijn beschreven in paragraaf 2 van de Kadernota. Daarbij wordt ook melding gemaakt van diverse voorlichtingsactiviteiten gericht op meisjes, jongens en ouders. De Haven vraagt of alle meisjes in de tweede en derde klassen van het voortgezet onderwijs worden bereikt. Dat is niet het geval. Centrum 16/22 en SHOP verzorgen jaarlijks voorlichtingsblokken voor 40 groepen op verschillende Haagse scholen voor voortgezet onderwijs (overwegend vmbo). Voor “18 minners” is een casuïstieknetwerk opgezet, dat wordt getrokken door de GGD. Hieraan wordt onder meer deelgenomen door Bureau Jeugdzorg en Jeugdformaat. Dit netwerk zal op termijn worden ingekaderd in de Sluitende Zorgstructuur voor 0-23 jarigen. Als een slachtoffer 18 jaar of ouder is, wordt doorverwezen naar SHOP. Als SHOP haar deskundigheid beschikbaar wil stellen voor de “18 min” groep is zij van harte welkom in het casuïstieknetwerk. 10. Uitstapprogramma’s Voor het Haagse Uitstapprogramma de “Carrière Switch” wordt voor de periode 1 april 2009 - 1 april 2011 subsidie verstrekt door het Ministerie van SZW. Daarna vindt een evaluatie plaats. Het college is bij gebleken succes bereid de mogelijkheden te bezien om het programma daarna met inzet van eigen middelen voort te zetten, mits daarvoor op dat moment voldoende financiële ruimte aanwezig is. De stichting De Haven pleit voor een regionale samenwerking tussen gemeenten. Nu is het onmogelijk dat een prostituee die in Zoetermeer woont een uitkering aanvraagt bij het Haagse loket. In Amsterdam is dat wel mogelijk: als iemand in Amsterdam werkt kan zij gebruik maken van het uitstapprogramma van Amsterdam. Het college zal bekijken hoe dit in de Amsterdamse regio precies geregeld is. Vertrekpunt is dat elke gemeente zelf verantwoordelijk is voor het verstrekken van uitkeringen en het doen (en betalen) van re-integratie-inspanningen voor haar inwoners. Als blijkt dat prostituees die elders in Haaglanden wonen maar in Den Haag werken hierdoor in de knel komen zullen wij dat in ons overleg met de regiogemeenten aan de orde stellen.
8
11. Rol en positie van prostituanten De CHAP (Christelijke Hulp aan Prostituanten) mist in de Kadernota aandacht voor de klanten, de prostituanten, terwijl zij het systeem financieren en mede ervoor zorgen dat uitbuitingen plaatsvindt. CHAP geeft in overweging om in de nota ook een paragraaf te wijden aan de weerbaarheid en keuzevrijheid van klanten. Daarin zou onder meer aandacht moeten worden geschonken aan de onderwerpen: onderkennen en aanpakken van seksverslaving, het onderzoeken van de hulpverleningsmogelijkheden aan seksverslaafde prostituanten en preventie gericht op jongens in groep 8 van de basisschool en de eerste klassen van het voortgezet onderwijs. Het college heeft oog voor het signaal dat de CHAP afgeeft. Voordat beleid geformuleerd kan worden is breder zicht op de problematiek nodig. De gemeente neemt het initiatief voor een bijeenkomst over de groep problematische prostituanten. De CHAP wordt daarbij betrokken. De Haven vraagt aandacht voor de voorlichting aan prostituanten, o.a. met het oog op het voorkomen van soa’s. De Haven vindt het belangrijk dat prostituanten actief worden voorgelicht en op hun verantwoordelijkheid worden gewezen. Dat gebeurt momenteel via het Haagse SOA-centrum. In aanvulling hierop wordt gewerkt aan de vergroting van de weerbaarheid van sekswerkers, zodat zij makkelijker nee kunnen zeggen tegen klanten die onveilige seks willen. SOA Aids Nederland werkt thans aan een programma dat speciaal is gericht op prostituanten. Als dit programma beschikbaar is, kan ook het Haagse SOA centrum daarmee aan de slag. 12. Internationaal vergelijkend onderzoek SHOP staat positief tegenover een internationaal vergelijkend onderzoek en geeft de suggestie mee om ook te kijken naar het welzijn van de doelgroep (gezondheidszorg, hulp-/dienstverlening en positie verbetering). Welzijns- en zorgaspecten worden bij dit onderzoek betrokken. Het Haagse veld zal te zijner tijd worden geïnformeerd over de onderzoeksopzet en zal in de gelegenheid worden gesteld om input te leveren.
9